OC Broeder Ebergiste Leenstraat 31-35 9890 GAVERE-VURSTE 4. Kwaliteitssysteem 4.6. gebruikersgerichte processen 4.6.6. het voorkomen, detecteren van en gepast reageren op grensoverschrijdend gedrag t.a.v. gebruikers
Geldig vanaf: 01/01/2014 Verantwoordelijke procedure: Agogisch directeur Goedgekeurd door de directie op: 20/12/2013 (versiedatum)
1. VISIE/INLEIDING In onze identiteitsverklaring benoemen wij respect, deskundigheid en verantwoordelijkheid als de belangrijkste fundamenten in onze werking. “Wij laten dit zien in wie we zijn, hoe we denken en wat we doen: - mensen met een liefdevolle grondhouding, - die durven denken, - en van aanpakken weten”. Binnen deze procedure rond grensoverschrijdend gedrag (GOG) t.a.v. bewoner/deelnemer (BW/DN) zijn deze fundamenten richtinggevend en leiden tot volgende engagementen: De voorziening respecteert de eigenheid van de BW/DN en aanvaardt hem / haar als volwaardig persoon. De voorziening neemt maatregelen om de integriteit van de BW/DN te waarborgen. De voorziening neemt in het bijzonder maatregelen tegen misbruik en geweld ten aanzien van de BW/DN. De voorziening garandeert dat de relatie met BW/DN en zijn vertegenwoordiger vertrekt vanuit een grondhouding van vertrouwen en gekenmerkt wordt door inleving en echtheid. Dit binnen een klimaat van bespreekbaarheid en open dialoog met alle betrokken partijen. De voorziening respecteert de privacy van de BW/DN, rekening houdend met de eigenheid van de BW/DN De voorziening neemt de nodige maatregelen om de veiligheid en de gezondheid van de BW/DN te vrijwaren. 2. DOEL Volgens besluit 4/02/2011, erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg: Hfdst. 8 Bescherming van de integriteit, Afd. 1 Grensoverschrijdend gedrag. We citeren: - Artikel 42: o Er is een geschreven referentiekader voor GOG t.a.v. gebruikers o Hanteren van procedure voor preventie, detectie van en gepast reageren op GOG t.a.v. de gebruikers o Er is een registratiesysteem opgenomen dat voldoet aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wetgeving betreffende de verwerking van persoonsgegevens. - Artikel 43: o Grensoverschrijdend gedrag t.a.v. gebruikers wordt gemeld aan het centraal meldpunt
3. TOEPASSINGSGEBIED Deze procedure dient gekend en opgevolgd te worden door alle medewerkers en betreft alle BW/DN die gebruik maken van de dienstverlening in het OC Br. Ebergiste en betrokken zijn bij een situatie van grensoverschrijdend gedrag t.a.v. een BW/DN. In deze procedure gaat onze aandacht exclusief naar die vormen van grensoverschrijdend gedrag waarbij een BW/DN een (vermoedelijk) slachtoffer is. KHB procedure 4.6.6. (versie 20/12/2013) het voorkomen, detecteren van en gepast reageren op grensoverschrijdend gedrag t.a.v. gebruikers
Pagina 1 van 13
4. DEFINITIES EN BEGRIPSAFBAKENING DEFINITIE (Hilary Brown): Ongewenst grensoverschrijdend gedrag is elke handeling - of elk uitblijven van een handeling - die resulteert in een betekenisvolle aantasting van de mensenrechten, burgerlijke vrijheden, lichamelijke integriteit, waardigheid of algemeen welzijn van een kwetsbare persoon, of deze handeling nu intentioneel is dan wel onopzettelijk, met inbegrip van seksuele relaties of financiële transacties waarmee de betrokkene niet heeft ingestemd of niet geldig kan instemmen, of die bewust uitbuitend zijn. Het grensoverschrijdend gedrag kan zowel actief (“iemand iets aandoen”) als passief zijn (iemand de nodige aandacht, ondersteuning, etc. ontzeggen) en kan gesteld worden met als doel of gevolg1 anderen te kwetsen. Deze handeling wordt door de BW/DN of anderen ervaren als zijnde negatief, ongewenst of gedwongen. We onderscheiden volgende mogelijke vormen van grensoverschrijdend gedrag tav BW/DN: -
-
-
-
Fysiek geweld: het lichamelijk kwetsen van een persoon (vb. slaan, schoppen, duwen, verwonden, bijten, wurgen, …) Ongewenst seksueel gedrag: maken van ongewenste opmerkingen, stellen van ongewenste intimiteiten of seksueel misbruik (vb. ongepaste opmerkingen, ongewenste aanrakingen, aanranding, verkrachting, …) Psychisch geweld / verbaal geweld / pesten: het psychisch kwetsen van een persoon (vb. schelden, uiten van verbale dreigementen, kleineren, vernederen, stalken, moedwillig bemoeilijken of verhinderen, discrimineren, …) Verzuim of verwaarlozing: het negeren of ontzeggen van noden (vb. negeren van signalen van fysieke behoeften zoals honger of dorst, ontzeggen van sociaal contact, niet zorgen voor aangepaste kledij, …) Financieel of materieel misbruik: eenzijdig en ongewenst afnemen of misbruiken van middelen (vb. diefstal, uitbuiting, afpersing, …)
5. VERWANTE DOCUMENTEN EN HULPMIDDELEN - Alg. referentiekaders: o Referentiekaders: ‘Identiteitsverklaring’ (2012) ‘Grensoverschrijdend gedrag t.a.v. BW-DN’ (2013) ‘Begeleidingsvisie seksualiteit bij personen met een handicap’ o Teksten ter verdieping: ‘Omgaan met agressie’ (2005) ‘Ethisch advies omgaan met de verscheidenheid van waarden en normen, regels en afspraken’ (2009) ‘Seksualiteit bij personen met een handicap’ Ethisch advies BVL (2006) ‘Vrijheidsbeperking bij personen met een handicap’ Ethisch advies BVL (2005) ‘Hoe omgaan met bewoners/deelnemers die pesten of gepest worden?’ (2005) ‘Een ethische benadering van tekortkomingen in de werksituatie’ (2001) 1
Met “als doel of gevolg” willen wij benadrukken dat de subjectieve vaststelling van iemand die meent dat zijn grenzen overschreden werden weliswaar aangeeft dat er een probleem is, maar niet zonder meer impliceert dat er moedwillig of bewust grensoverschrijdend gedrag werd gesteld. Niettegenstaande er in bepaalde gevallen geen sprake is van kwaad opzet of bewust kwetsen, kunnen de gevolgen voor het slachtoffer ernstig zijn en verdere opvolging vereisen. KHB procedure 4.6.6. (versie 20/12/2013) het voorkomen, detecteren van en gepast reageren op grensoverschrijdend gedrag t.a.v. gebruikers
Pagina 2 van 13
-
Procedures: o Procedure 4.6.7. ‘De tijdelijke afzonderingsmaatregelen’
-
Directienota: o ‘Onthaalbrochure voor nieuwe medewerkers en voor stagiairs’ (grondhouding) o ‘Verantwoord handelen’ o ‘Omgaan met agressie’ o ‘Fixeren’
-
Formulieren: o Meldingsformulier Bijzondere Gebeurtenissen (rood in papieren versie) o Fiche melding grensoverschrijdend gedrag t.a.v. BW/DN
-
Andere: o Arbeidsreglement, artikel 30 o Persoonlijk dossier van de BW/DN / agogisch dossier
6. WERKWIJZE 6.1 Preventie Risico-analyse Om grensoverschrijdend gedrag te kunnen voorkomen is het van fundamenteel belang om de risico’s op verschillende domeinen (BW/DN, medewerker, woongroep, organisatie) op te sporen en te analyseren. Dit moet uiteindelijk leiden tot maatregelen die de risico’s kunnen indijken. Preventie gebeurt echter niet via een éénmalige actie. De maatregelen zullen immers systematisch moeten geëvalueerd worden m.b.t. hun beoogde doelstelling. Preventiepiramide Om ons beleid uit te werken volgen we het model van de preventiepiramide (cfr. prof. Deklerck, K.U. Leuven). Hierbij maken we een onderscheid tussen een proactieve, preventieve en reactieve aanpak. We verstaan hieronder: - Proactief: streven dat er geen negatief gedrag of risico’s kunnen ontstaan (bijv. door het zorgen voor een aangenaam leef- en werkklimaat). Bij proactief werken kijken we naar wat we willen bekomen. - Preventief: trachten op voorhand te anticiperen op mogelijke risico’s (bijv. door het uitvoeren van aanpassingen in de infrastructuur om op deze manier mogelijks negatief gedrag te kunnen vermijden). Bij preventie kijken we naar wat we willen voorkomen. - Reactief: trachten zo te handelen dat de gevolgen van de risicovolle gedragingen zo minimaal mogelijk kunnen gehouden worden (bijv. door het opstellen van een crisisontwikkelingsplan voor een specifieke BW/DN)
KHB procedure 4.6.6. (versie 20/12/2013) het voorkomen, detecteren van en gepast reageren op grensoverschrijdend gedrag t.a.v. gebruikers
Pagina 3 van 13
De preventiepiramide is een kader voor een integrale benadering van grensoverschrijdend gedrag met zowel algemene als specifieke maatregelen waarbij de levenskwaliteit centraal staat (zie ook Referentiekader Grensoverschrijdend gedrag, 2013). Dit resulteert in een overzicht van concrete structurele maatregelen en attitudes op elk niveau van de piramide (gaande van een brede maatschappelijke context naar een specifieke probleemaanpak). De concrete structurele maatregelen houden niet alleen handelingsrichtlijnen in voor de begeleider, medewerker, maar omvatten ook ondersteunende maatregelen, methodieken en hulpmiddelen om adequaat om te gaan met grensoverschrijdend gedrag. Voor wat de attitudevorming betreft hanteren wij het ethisch denkkader van Prof. Dr. Axel Liégeois (zie bijlage). Vanuit dit preventief kader willen we medewerkers en leidinggevenden ook ondersteunen door het aanbieden van VTO en coaching. Hiermee beogen we onder meer een open houding en communicatie. In een klimaat waarin signalen van problematische situaties vroegtijdig worden opgemerkt en bespreekbaar gemaakt, kunnen problemen proactief aangepakt worden en kan verdere escalatie en/of het uitmonden in situaties van grensoverschrijdend gedrag, vermeden worden.
6.2 Detectie van grensoverschrijdend gedrag ‘Horen, zien en … spreken’ Elke medewerker kan direct of indirect geconfronteerd worden met grensoverschrijdend gedrag. We verwachten dat elke medewerker aandachtig is voor zowel verbale als non-verbale signalen vanuit BW/DN en diens netwerk. Diegene die grensoverschrijdend gedrag vaststelt, doet wat mogelijk is om dit gedrag onmiddellijk te stoppen. Ook als het om vermoedens gaat, dient informatie over (mogelijk) grensoverschrijdend gedrag altijd gedeeld te worden (uiteraard enkel met relevante betrokken medewerkers). Ook al dient een vermoeden met de nodige voorzichtigheid behandeld te worden, mag men dit geenszins voor zichzelf houden. Sereen maar (vroeg)tijdig bespreekbaar maken van signalen die op problemen (kunnen) wijzen, hoort thuis in het preventief klimaat dat we nastreven. Als open communicatie met de betrokkene(n) niet gebeurt, is dit vaak al een indicator dat er iets fout zit. KHB procedure 4.6.6. (versie 20/12/2013) het voorkomen, detecteren van en gepast reageren op grensoverschrijdend gedrag t.a.v. gebruikers
Pagina 4 van 13
Door een aantal voorwaarden te omschrijven waarbij op een constructieve manier kan gemeld worden (bijv. discreet, respectvol, oplossingsgericht, ondersteunend, objectiverend, …), willen we de drempel tot melden verlagen. We zien melden immers als een vraag aan anderen om “mee te denken” rond een bepaalde situatie. 6.3 Reactief beleid Niettegenstaande we als organisatie er alles willen aan doen om grensoverschrijdend gedrag te voorkomen, kan het niet altijd vermeden worden. We willen echter bij voorvallen van grensoverschrijdend gedrag een duidelijk kader bieden voor medewerkers, BW/DN en hun netwerk om deze moeilijke situaties op een zorgzame manier te kunnen aanpakken. We willen ook onze medewerkers ondersteunen bij het opnemen van hun verantwoordelijkheid en benadrukken hierbij dat elke medewerker is gehouden aan de meldingsplicht. We voorzien daarom in een algemeen stappenplan.
Stappenplan: Het stappenplan willen we kaderen in het ethisch denkkader van Prof. Dr. Axel Liégeois (zie bijlage 1). Voor een goed begrip van de onderscheiden stappen verwijzen naar het schematisch overzicht van het stappenplan GOG t.a.v. BW/DN in bijlage 2.
Stap 1: Melding van het (vermoeden van) grensoverschrijdend gedrag
medewerker
leidinggevende (lid coördinatieteam)
•(beslissing tot al dan niet) invullen fiche melding GOG tav BW/DN*
directie •(beslissing tot al dan niet) melden aan: • netwerk BW/DN • centraal meldpunt VAPH • andere (Raad van Bestuur, politie, etc.)
* Het al dan niet melden aan de directie is afhankelijk van de ernst van het grensoverschrijdend gedrag. Om deze graad van ernst te bepalen maken we gebruik van de 11 criteria in bijlage 3. De uiteindelijke melding aan directie gebeurt via de fiche melding GOG t.a.v. BW/DN (zie 8. Registratie). De leden van het coördinatieteam bepalen steeds in overleg met de directie op welk moment het persoonlijk netwerk (ouders/vertegenwoordigers) van de betrokken BW/DN en eventueel externe organisaties geïnformeerd worden én welke medewerker als contactpersoon optreedt. Bij ernstige feiten of vermoedens van ernstige feiten verloopt de melding aan het centraal meldpunt van het VAPH via de directie. Indien relevant, kunnen ook anderen (zoals bijv. sectorverantwoordelijke / juridische dienst, syndicale delegatie,…) hierbij verwittigd worden. Voor ondersteuning en hulpverlening kan de directie beroep doen op derden bijv. het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling. Bij strafbare feiten zal de directie ook de politie verwittigen.
KHB procedure 4.6.6. (versie 20/12/2013) het voorkomen, detecteren van en gepast reageren op grensoverschrijdend gedrag t.a.v. gebruikers
Pagina 5 van 13
Elk vermoeden of feit van grensoverschrijdend gedrag gesteld door derden zal worden gemeld aan het coördinatieteam. Deze zal beslissen of de situatie zal worden voorgelegd aan de directie. Vanuit de organisatie / directie zijn de mogelijkheden tot het nemen van maatregelen t.a.v. deze derden echter beperkt en vallen deze situaties buiten de procedure van melding aan het centraal meldpunt (VAPH). Niettegenstaande willen wij als organisatie ook binnen deze context onze verantwoordelijkheid t.a.v. de BW/DN opnemen en de nodige stappen nemen via de mogelijke en wenselijke kanalen (zoveel als mogelijk in samenspraak met BW/DN en zijn/haar netwerk). Mogelijke kanalen hierbij zijn: het provinciaal vertrouwenscentrum kindermishandeling, vertrouwenspersoon, politie, … Grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van gebruikers dat wordt vastgesteld buiten de context van de hulpverlening kan gemeld worden aan het meldpunt 1712.
Stap 2: Onderzoek De directie onderzoekt samen met het coördinatieteam het gemelde incident. Voor dit onderzoek kan men zich onder meer baseren op het ethisch-relationeel begeleidingsmodel. Dit model omvat 4 stappen (zie bijlage 1: ethisch denkkader van Prof. Dr. Axel Liégeois.) - verduidelijken van het gedrag - analyseren van de situatie (en nagaan of het vermoeden al dan niet gegrond is) - verhelderen van de motieven - inschatten van de gevolgen Indien nodig, worden maatregelen genomen ter bescherming van het slachtoffer. Dit kan leiden tot een eventuele verwijdering van de verdachte dader om een mogelijke herhaling van de feiten te voorkomen. Dit betekent niet dat er al sprake is van een schuldtoewijzing of beschuldiging. Wanneer na onderzoek (stap 2) blijkt dat het vermoeden ongegrond is, dan wordt er overgegaan naar stap 4 (ondersteuning en nazorg). Indien gewenst, worden preventieve maatregelen georganiseerd. De relevante informatie wordt opgenomen in het persoonlijk dossier van de betrokken BW/DN’s.
Stap 3: Actieplan Het tussenkomen in specifieke situaties en opstellen van een concreet actieplan, vergt binnen de hulpverleningscontext een zorgvuldig en genuanceerd afwegen van het aandeel van verschillende betrokkenen én van de context. Bovendien kan de ernst van het grensoverschrijdend gedrag sterk variëren en zal een verdere aanpak dus telkens individueel worden bepaald a.d.h.v. volgende parameters: - Vorm van grensoverschrijdend gedrag (vb. fysiek versus verbaal geweld) - Subjectieve beleving van ernst door slachtoffer (en netwerk) - Het al dan niet moedwillig (opzettelijk) stellen van grensoverschrijdend gedrag - Eenmalig versus herhaaldelijk stellen van grensoverschrijdend gedrag - (Inschatting van) de impact van het leed (eerder kortdurend, aanslepend of blijvend) - Actief of passief grensoverschrijdend gedrag Het individueel actieplan zal verschillen naargelang: - de dader2 een bewoner/ deelnemer is - de dader een medewerker (of gelijkgestelden zoals stagiairs, vrijwilligers, …) - de dader een derde3 is 2
We kiezen ervoor om consequent de begrippen “slachtoffer” en “dader” te hanteren, ook wanneer het enkel om een vermoeden gaat en achteraf blijkt dat dit vermoeden ongegrond is. KHB procedure 4.6.6. (versie 20/12/2013) het voorkomen, detecteren van en gepast reageren op grensoverschrijdend gedrag t.a.v. gebruikers
Pagina 6 van 13
Stap 4: Ondersteuning en Nazorg Opvang en begeleiding van zowel slachtoffer als dader is uitermate belangrijk. Naargelang de casuïstiek, kan ook ondersteuning ingeschakeld worden voor andere betrokken partijen, zoals bijv. het persoonlijk netwerk slachtoffer/dader, het begeleidend team, het coördinatieteam. In overleg met alle betrokkenen (directie, coördinatieteam, begeleidend team, persoonlijk netwerk) wordt een scenario van opvang en/of daadwerkelijke hulp opgesteld. Indien nodig, kunnen externe ondersteunende organisaties of instanties ingeschakeld worden. In het scenario wordt ook de nodige aandacht besteed aan nazorg
7 VERANTWOORDELIJKHEDEN EN BEVOEGDHEDEN -
Elke medewerker die een vermoeden heeft of een vaststelling doet van grensoverschrijdend gedrag is verantwoordelijk om dit te melden. Het coördinatieteam is aanspreekpunt voor deze melding. De algemeen directeur of een vervangend directielid werkt samen met het coördinatieteam het actieplan uit. De directie neemt de eindbeslissing. In het streven naar een objectieve en neutrale aanpak verkiezen wij elk onderdeel van het stappenplan in teamverband (begeleidersteam, coördinatieteam, directieteam) op te volgen en op geen enkel niveau solo te handelen, maar steeds transparant binnen het eigen team.
8 REGISTRATIE Registratie van grensoverschrijdend gedrag is noodzakelijk voor het uitwerken van een degelijk proactief en preventief beleid. Wij gebruiken hiervoor volgende hulpmiddelen: Teamverslagen en synthesebladen: Tijdens de tweewekelijkse teamvergaderingen worden de belangrijkste observaties in team besproken en wordt geregistreerd hoe een veilig en kwaliteitsvol leefklimaat voor elke bewoner gerealiseerd wordt. (Rode) fiche melding bijzondere gebeurtenis: Wanneer herhaaldelijk GOG wordt gesteld, kan tijdens een teambespreking beslist worden om dit meer systematisch op te volgen a.d.h.v. de rode fiche MBG. Fiche melding grensoverschrijdend gedrag (GOG) t.a.v. BW/DN (zie bijlage 4): Een lid van het coördinatieteam vult de fiche in en overhandigt dit aan de directie. Deze rapportage wordt bewaard in het register GOG in het bureel van de algemeen directeur. Voor het hanteren van deze gegevens wordt de privacywetgeving nageleefd. De relevante onderzoeksgegevens aangaande een medewerker van het centrum worden, in een verzegelde omslag, bewaard in het personeelsdossier. Het coördinatieteam bepaalt welke gegevens relevant zijn om opgenomen te worden in het persoonlijk dossier van de betrokken BW/DN. Het persoonlijk dossier wordt bewaard in de monitorruimte van de woongroep. De ortho-agoog verzamelt alle relevante rapportage van de casuïstiek. Hij/zij bewaart deze gegevens in het agogisch dossier. 3
Met derden bedoelen wij alle personen met wie een BW/DN in contact komt buiten de organisatorische context (zijnde familie, vrienden, buitenstaanders, …). KHB procedure 4.6.6. (versie 20/12/2013) het voorkomen, detecteren van en gepast reageren op grensoverschrijdend gedrag t.a.v. gebruikers
Pagina 7 van 13
Melding centraal meldpunt VAPH4: Voorzieningen zijn vanaf 1 oktober 2012 verplicht om grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van hun gebruikers -waarbij de gebruikelijke agogische maatregelen niet afdoend zijn- binnen de context van de hulpverlening, te melden aan het VAPH. De directie beslist en maakt afspraken omtrent de melding aan het centraal meldpunt.
9
EVALUATIE & BORGING
Binnen ons kwaliteitsdenken draagt OC Broeder Ebergiste zelfevaluatie hoog in het vaandel. We streven naar kwaliteit in onze ondersteuning en trachten onze dienstverlening continu te optimaliseren in overleg met medewerkers en gebruikers. Voor meer uitgebreide informatie omtrent onze methodiek van zelfevaluatie en de concrete invulling ervan binnen deze specifieke procedure (doelstellingen, indicatoren, gegevensverzameling, …) verwijzen we naar hoofdstuk 5. “Zelfevaluatie” van het kwaliteitshandboek.
4
artikel 43 van het besluit van de Vlaamse Regering van 04 februari 2011 betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van de Persoon met een Handicap bepaalt dat de voorzieningen grensoverschrijdend gedrag moeten melden aan het centraal meldpunt.
KHB procedure 4.6.6. (versie 20/12/2013) het voorkomen, detecteren van en gepast reageren op grensoverschrijdend gedrag t.a.v. gebruikers
Pagina 8 van 13
10 BIJLAGEN Bijlage 1: referentiekader ethisch denkkader van Prof. Dr. Axel Liégeois
Voeren van dialoog
Aannemen van grondhoudingen
Verduidelijken van het gedrag
Analyseren van de situatie Toetsen aan minimumgrenzen
Inschatten van de gevolgen
Verhelderen van de motieven
Evalueren van het proces
KHB procedure 4.6.6. (versie 20/12/2013) het voorkomen, detecteren van en gepast reageren op grensoverschrijdend gedrag t.a.v. gebruikers
Pagina 9 van 13
Bijlage 2: stappenplan procedure grensoverschrijdend gedrag t.a.v. BW/DN
VERMOEDEN of FEITELIJKE VASTSTELLING van grensoverschrijdend gedrag t.a.v. BW/DN
Melding aan leidinggevende (lid van het coördinatieteam)
Coördinatieteam bepaalt de ernstgraad (zie bijlage 2) en beslist op basis hiervan om de situatie al dan niet te melden aan de directie
Beslissing om te melden aan directie en registratie via Fiche melding GOG t.a.v. BW/DN (zie bijlage 3)
Beslissing om niet te melden aan directie. Opvolging binnen coördinatieteam via de gangbare agogische maatregelen. Registratie in het persoonlijk dossier en/of verslag teambespreking.
ONDERZOEK door directie in samenwerking met coördinatieteam
Opstellen en uitvoeren individueel ACTIEPLAN
Verdere fasen (onderzoek, actieplan en zorgen nazorg) worden eveneens opgenomen binnen het coördinatieteam. Indien blijkt dat dit niet voldoende is wordt de situatie alsnog gemeld aan de directie (via Fiche bijlage 3)
NAZORG EN VERDERE ONDERSTEUNING (van alle nodige betrokkenen)
De directie bepaalt (na overleg met betrokken coördinatieteam) op welk moment het persoonlijk netwerk (ouders/vertegenwoordigers) van de betrokken BW/DN en eventueel externe organisaties (zoals bijvoorbeeld centraal meldpunt VAPH, …) geïnformeerd worden én wie als contactpersoon optreedt.
KHB procedure 4.6.6. (versie 20/12/2013) het voorkomen, detecteren van en gepast reageren op grensoverschrijdend gedrag t.a.v. gebruikers
Pagina 10 van 13
Bijlage 3: Bepaling van de ernst van een incident Voor de bepaling van de ernst van het grensoverschrijdend gedrag (GOG) wordt gebruik gemaakt van onderstaande criteria. Van zodra aan één van onderstaande criteria beantwoord is, zal de directie van het grensoverschrijdend gedrag op de hoogte gebracht worden m.b.v. de fiche ‘melding grensoverschrijdend gedrag (GOG) t.a.v. BW/DN’ .
1. Benoemt de melder het incident als ernstig?
2. Gaat het mogelijk om strafbare feiten? 3. Is er bij de dader sprake van een intentie om te kwetsen of van een misbruik van de handicap van het slachtoffer? 4. Is de dader een medewerker of derde? 5. Kan men verwachten dat het GOG tot betekenisvolle fysieke, sociale, emotionele, psychische, ontwikkelings- of andere schade leidt bij het slachtoffer? 6. Is er sprake van misbruik van vertrouwen of van autoriteit? 7. Tast het gedrag de belangen of de levenskwaliteit van het slachtoffer ernstig aan? 8. Heeft het GOG ook betekenisvolle negatieve gevolgen voor andere personen dan het slachtoffer? 9. Is er bij de betrokken dader sprake van een langdurig patroon van ernstig GOG? 10. Bestaat er een risico dat het GOG in de toekomst ook ernstige schade zal berokkenen aan andere cliënten of aan de setting? 11. Is een opvolging van het incident aangewezen (sterk afwijkend van de gewone opvolging van deze cliënt)?
Inspiratie: CD-rom “over grenzen” (kan ontleend worden via het onthaal)
KHB procedure 4.6.6. (versie 20/12/2013) het voorkomen, detecteren van en gepast reageren op grensoverschrijdend gedrag t.a.v. gebruikers
Pagina 11 van 13
Bijlage 4: FICHE : melding grensoverschrijdend gedrag (GOG) t.a.v. een BW/DN5
LUIK in te vullen door melder:
Datum : … /… /…
MELDING VAN GOG aan de directie van: (gelieve aan te vinken)
Vermoeden
Gegrond vermoeden
Feitelijke vaststelling
Vorm van grensoverschrijdend gedrag :
Fysiek geweld Ongewenst seksueel gedrag Psychisch geweld / pesten / verbaal geweld Verzuim of verwaarlozing Financieel of materieel misbruik
Verdachte / dader:
BW/DN Medewerker (of gelijkgestelde*) Derde (**)
Korte omschrijving: _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________
5
Volgens procedure 4.6.6. het voorkomen, detecteren van en gepast reageren op grensoverschrijdend gedrag t.a.v. bewoners (besluit 4/02/2011, erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg: Hfdst. 8 Bescherming van de integriteit, Afd. 1 Grensoverschrijdend gedrag)
KHB procedure 4.6.6. (versie 20/12/2013) het voorkomen, detecteren van en gepast reageren op grensoverschrijdend gedrag t.a.v. gebruikers
Pagina 12 van 13
LUIK in te vullen door directie:
Het coördinatieteam, het diensthoofd of de departementele directeur bepalen steeds in overleg met de directie op welk moment het persoonlijk netwerk (ouders/vertegenwoordigers) van de betrokken BW/DN (en eventueel externe organisaties) geïnformeerd worden én welke medewerker als contactpersoon optreedt. Datum melding:
/
/
Naam contactpersoon:
ONDERZOEK door de directie toegewezen aan NAAM : Lid coördinatieteam Diensthoofd Departementele directeur ACTIEPLAN (BESLISSING genomen door de directie van de te nemen stappen): Acties t.a.v. slachtoffer:
______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ __________________________________________________________ Acties t.a.v. dader:
______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ __________________________________________________________ Acties t.a.v. andere betrokkenen :
______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ONDERSTEUNING EN NAZORG: (t.a.v. slachtoffer / t.a.v. dader / t.a.v. andere betrokkenen)
______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ _________________________________________________________ RAPPORTAGE in: Persoonlijk dossier Personeelsdossier Andere: INCIDENT WERD DOOR DIRECTIE EXTERN GEMELD AAN: Centraal meldpunt VAPH Politionele of juridische diensten (bij derde of strafrechterlijke feiten) Andere: KHB procedure 4.6.6. (versie 20/12/2013) het voorkomen, detecteren van en gepast reageren op grensoverschrijdend gedrag t.a.v. gebruikers
datum: datum: datum:
/ / /
/ / /
Pagina 13 van 13