PESTPROTOCOL FRANCISCUSSCHOOL
Het belang van een pestprotocol. Een pestprotocol geeft kinderen, leerkrachten en ouders duidelijkheid over hoe gehandeld wordt wanneer er gepest wordt op school. Met behulp van dit pestprotocol willen wij pesten binnen onze school niet alleen aanpakken nadat een pestsituatie is gesignaleerd, maar ook pestgedrag voorkomen door dit gedrag met al zijn aspecten, gevolgen en de erbij behorende rollen van gepeste, pester, meeloper en zwijgende meerderheid bespreekbaar te maken. Wij willen een veilige Franciscusschool, want iedereen heeft recht op een plezierige schooltijd. Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij erkennen en serieus aanpakken. Als team nemen wij duidelijk stelling: pesten mag niet! Wij willen alert zijn op pestgedrag en willen actie ondernemen. Wat wordt onder pesten verstaan? De definitie van pesten: Pesten is herhaaldelijk, voortdurend blootstellen aan negatieve acties door een of meerdere kinderen, er is sprake van machtsongelijkheid. Er wordt iemand opzettelijk pijn gedaan, lichamelijk of geestelijk. Het slachtoffer heeft er last van. Digitaal pesten/ cyberpesten: Pesten gebeurt ook via sociale media en digitale berichten. Het gaat om 4 aspecten: 1 het is agressief gedrag of opzettelijk kwaad willen doen; 2 er is sprake van ongelijke macht; 3 het gebeurt herhaaldelijk en voortdurend; 4 pesten gebeurt meestal zonder voorafgaande provocatie. Bij pesten is er duidelijk sprake van een dader en een slachtoffer en het gebeurt vaker (structureel). Pesten is iets anders dan plagen. Bij plagen is men gelijkwaardig, het hoort erbij. Plagen gebeurt incidenteel. Het gebeurt op basis van gelijkheid en respect, er is ook wel humor bij. Plagen mag, het is goed te verdragen. Plagen kan ook niet leuk of kwetsend zijn maar het gaat weer over, de normale situatie wordt weer hersteld. Belangrijk is steeds dat het geplaagde/gepeste kind aangeeft dat iets als vervelend ervaren wordt, dat is de maatstaf. Om kunnen gaan met plagen hoort bij een gezonde sociaal-emotionele ontwikkeling, het stimuleert het relativeringsvermogen en incasseringsvermogen. Vormen van pesten: - direct pesten: fysiek en verbaal pesten: o.a. uitschelden, seksueel getinte opmerkingen roepen, eigendommen afpakken en stukmaken, "grapjes" uithalen - indirect pesten: relationeel pesten: o.a. buiten sluiten, bewust negeren, roddelen, negeren, voor schut zetten, voortdurend kritiek uiten - cyberpesten/digipesten/ digitaal pesten: o.a. via computer of mobiele telefoon negatieve berichten rondsturen (schelden, roddelen,beledigen), opbellen en lastig vallen (stalking), kwetsende of bedreigende berichten sturen
Pestprotocol Franciscusschool
1/5
jan 2014
Rollen voor kinderen bij pesten: - leidende pesters: initiëren het pesten; - assisterende pesters: pesten mee; - bekrachtigers: bekrachtigen door lachen, aanzetten tot pesten of gewoon door publiek te zijn; - buitenstaanders: doen niet mee in het pesten, maar zien het aan en keuren het stilzwijgend goed; - verdedigers van de gepeste persoon: komen op voor de gepeste en proberen het pesten te stoppen (de helden). -het gepeste kind Signalen van een pestsituatie o.a.: - altijd een bijnaam geven, nooit bij de eigen naam noemen; - zogenaamde "leuke" opmerkingen maken; - voortdurend het slachtoffer ergens de schuld van geven; - briefjes over het slachtoffer doorgeven; - beledigen; - intimideren - buiten sluiten; - na school opwachten, slaan of schoppen; - op weg naar huis achterna rijden; - bezittingen afpakken en/of kapot maken; - schelden, schreeuwen tegen het slachtoffer. (zie ook het huishoudelijk reglement, daarin staat ook een opsomming van items die we niet tolereren) Wat doet school aan preventie? Het is van groot belang het pesten te voorkomen en aan te pakken, d.m.v. signalering en het in een vroeg stadium stoppen van dit pestgedrag. Voor het aanpakken of voorkomen van het pesten moet dit doel voorop staan: leren herkennen van gevoelens van jezelf en van anderen en dit kunnen vertellen. Dit betekent dat kinderen leren kijken naar hun eigen gedrag, de consequenties van dit gedrag leren zien en het leren voorbereiden van gedragsalternatieven, zodat zij meer vat krijgen op de situatie. De leerkrachten gebruiken de "ik-boodschap" om duidelijk te maken dat we het concreet gesignaleerde pest- of ruziegedrag niet willen. Tijdens pauzes zijn er altijd 2 leerkrachten die pleinwacht hebben. Op de Franciscusschool werken we voor het sociaal emotioneel ontwikkelen van kinderen met de methode "Kinderen en hun sociale talenten". Elke groep heeft een map met groepsvormende spelletjes die we inzetten tijdens de verschillende fasen van de groepsvorming (forming, storming, norming, performing). In elke klas wordt gedurende het schooljaar voorgelezen uit boeken over pesten en gepraat over de inhoud van het boek. Er is een literatuurlijst bij dit protocol bijgevoegd. De genoemde boeken zijn op school. We hebben als team een aantal regels vastgesteld rondom pestgedrag. Er zijn regels voor groepen 1 t/m 3 en voor de groepen 4 t/m 8. De regels voor de kleuters zijn ook visueel gemaakt. In het begin van het schooljaar wordt dit geheel van regels met de groep besproken. Gedurende de rest van het schooljaar staat steeds een bepaalde regel een tijdje (2 a 3 weken) centraal. Die specifieke regel hangt dan ook op het schoolbord. Iedere leerkracht bepaalt zelf welke regel op welk moment in zijn/haar klas centraal staat. We blijven zo met elkaar in gesprek over een veilige school voor iedereen. We blijven alert op het steeds bespreken met de kinderen van concreet waargenomen pestgedrag. We hebben op school een leerkracht die contactpersoon is. Zij is door leerlingen en ouders altijd te benaderen als er sprake is van machtsmisbruik. Zij luistert en zal, in overleg met de eigen leerkracht, proberen om een goede oplossing te zoeken
Pestprotocol Franciscusschool
2/5
jan 2014
Regels voor groep 1 t/m 3: 1 We noemen elkaar bij de voornaam. We schelden niemand uit of gebruiken rare woorden of bijnamen. 2 Doe niets bij een ander kind, wat je zelf ook niet wil hebben. 3 Kom niet aan een ander kind. Dus: niet duwen, trekken, friemelen of plukken. 4 Als je boos bent of ruzie hebt, blijf dan rustig. Ga niet slaan, schoppen, krabben of bijten. Probeer met elkaar te praten, lukt dat niet, ga dan naar de juf/meester. Dit is geen klikken. 5 Klikken is niet leuk. Ga alleen naar de juf/meester als je zelf ergens last van hebt of omdat iets gevaarlijk is. 6 Pak niet zomaar spullen van een ander kind, vraag het altijd eerst. 7 Uitlachen is echt niet leuk (lachen is fijn, uitlachen doet pijn)! Regels voor de groepen 4 t/m 8: 1 Pesten is echt niet stoer! 2 Wat jij niet wil dat jou geschied, doe dat ook een ander niet. 3 Kom niet ongevraagd aan de spullen van een ander. 4 We zijn niet allemaal gelijk, toch hoor jij er bij. 5 We zorgen er voor dat iedereen het bij ons fijn vindt! 6 We zijn zuinig op onze eigen spullen, dus ook op die van een ander! 7 Een ruzie kan gebeuren, maar daarna vergeven en vergeten! 8 Lach iemand toe, maar nooit uit! Aanvullend stellen in de groepen 4 t/m 8 de leerkrachten samen met de leerlingen in het begin van het schooljaar gezamenlijk een anti- pestcontract op bedoeld voor de eigen groep. Dit contract wordt door iedereen ondertekend en goed zichtbaar opgehangen. Regelmatig wordt dit contract weer onder de aandacht gebracht. In dit contract samen met de leerlingen opnemen wat de consequenties zijn als de regels niet nageleefd worden. Een goede reactie op pestgedrag: - Zeg duidelijk: stop! of hou op en zeg wat je niet wil. Steeds bespreken wat de ander (pester) moet doen als er stop gezegd wordt. - Loop rustig weg van het pestgedrag en geef er dus geen aandacht aan. Ga verder met je gewone bezigheden. Advies: blijf wat uit de buurt van de pester. Ook omstanders moeten er geen aandacht aan schenken en ervan weglopen. Omstanders hebben ook de verantwoordelijkheid om het pestgedrag te stoppen door het gedrag niet te versterken en ook eventueel te melden bij de leerkracht. - Gaat het pestgedrag toch door, ga dan naar je juf of meester (of de pleinwacht) en vertel wat er gebeurd is. Dit is geen klikken! (dit is voor kinderen een lastig begrip) Belangrijk is om leerlingen te leren dat het naar de leerkracht gaan geen klikken is. Er is voor iedereen de verantwoordelijkheid om pestgedrag te melden. De leerkracht gaat serieus om met een melding van ruzie/pestgedrag: vraag van leerkracht is steeds: wie, waar, wanneer Tips voor een leerling die digitaal gepest wordt: (gebruik internet op een veilige manier) -zeg het thuis en op school -bewaar de pestmail, maak er een print-screen van (dit is het bewijs) -reageer niet op zulke mails/chats/sms’jes -geef nooit je adres, achternaam, telefoonnummer of 06- nummer -blokkeer het bericht (je krijgt dan geen post meer van die afzender) of log uit -blokkeer degene die je vervelende berichten stuurt
Pestprotocol Franciscusschool
3/5
jan 2014
Aanpak van ruzies en pestgedrag in 4 stappen: Stap 1: De leerlingen proberen er eerst zelf, samen, uit te komen. Stap 2: Als een van de leerlingen er zelf niet uitkomt, het samen oplossen dus niet lukt, heeft deze leerling (het gepeste kind) het recht (en de plicht) het probleem aan de leerkracht te melden. Dit kind kan eventueel de “vragenlijst als er iemand gepest wordt” invullen. Stap3: De leerkracht gaat met beide (of meer) leerlingen praten en probeert verheldering te krijgen. Het probleem/ de ruzie wordt opgelost en er worden (nieuwe) afspraken gemaakt. Er kan voor dit gesprek gebruik gemaakt worden van “de vragenlijst als er iemand gepest wordt”. Het geconstateerde probleem wordt besproken in de groep (als dit wenselijk is voor de betreffende leerlingen) om de omstanders (de zwijgende meerderheid) in te schakelen. Deze kinderen kunnen nl. zo stelling nemen tegen de pester en het gepeste kind ondersteunen. Er kan gebruik gemaakt worden van de zg. “supportgroep-aanpak”. De leerkracht vormt dan rondom het gepeste kind een groepje van ong. 4/5 kinderen die samen leuke dingen kunnen doen, kunnen helpen om weer plezier te hebben/krijgen in de klas. De leerkracht maakt een notitie bij de betreffende kinderen in Parnassys en bespreekt het probleem ook met de ouders van het gepeste kind en de pester. Stap 4: Bij herhaaldelijk, aanhoudend pestgedrag/ruzie van een leerling neemt de leerkracht in een gesprek met de pester duidelijk stelling (ik wil dit pestgedrag niet op onze school). De pester veroorzaakt het probleem, niet het slachtoffer. In een kort straffend gesprek duidelijk maken dat het gedrag niet kan. Er volgt straf: -binnen blijven in de pauze -nablijven na school tot iedereen weg is -verplicht boek over pesten lezen (met een opdracht bijv. verslag maken). De leerkracht heeft regelmatig met de pester een gesprek over de gewenste gedragsverandering. De leerkracht praat met de pester, het gepeste kind en de ouders afzonderlijk. Aan de ouders wordt gevraagd mee te werken aan het oplossen van het probleem. Zonder een meewerkende houding van ouders lossen we het probleem niet op. Alle betrokken partijen hebben steun, begeleiding en hulp nodig: het gepeste kind, de pester, de middengroep (de zwijgende meerderheid), de ouders van het gepeste kind en de pester. Van deze gesprekken wordt een verslag gemaakt. In het verslag staat een beschrijving van de situatie en de gemaakte afspraken. De situatie wordt ook besproken in het team. We zijn samen verantwoordelijk voor de veiligheid op school. Indien het pesten, ondanks alle inspanningen, niet ophoudt dan hanteren wij als Franciscusschool het “Stappenplan bij ontoelaatbaar gedrag”. Bij aanhoudend pestgedrag in een groep kan deskundige hulp ingeschakeld worden voor het gepeste kind, de pester of de groep waar een onveilige sfeer hangt: -schoolmaatschappelijk werk -schoolarts -Bureau Jeugdzorg -inschakelen van externe deskundige voor groepsobservatie en advies
Pestprotocol Franciscusschool
4/5
jan 2014
Voor meer informatie over pesten: Websites: www.pestweb.nl www.cyberpesten.nl www.mijnkindonline.nl Boeken: Pesten op school Pesten bij kinderen
Bob van der Meer Bob van der Meer
Pestprotocol Franciscusschool
5/5
jan 2014