Diversiteitsplan 2010 - 2012 Stad Kortrijk
INHOUD DIVERSITEITSPLAN 2010 - 2012 1. Inleiding 1.1 Situering diversiteitbeleid 1.2 Het diversiteitbeleid anno 2009
3 4
2. Visie en denkkader 2.1 Inleiding 2.2 Visie 2.3 Uitgangspunten en principes
6 6 10
3. Doelstellingen 3.1 Omgevingsanalyse 3.2 Prioriteiten 3.3 Doelstellingen
12 12 12
4. Instrumenten 4.1 Personeel en budget 4.2 Projectschema
26 26
5. Bijlagen 5.1 Evolutie aantal allochtonen in Kortrijk 2006- 2009 5.2 Goedkeuring gemeenteraad 5.3 Advies deSOM vzw
2
1. Inleiding 1.1 Situering diversiteitsbeleid In dit diversiteitsplan geeft de stad aan welke doelstellingen zij - tegen 2012 - wil verwezenlijken omtrent het samen leven in diversiteit in Kortrijk. Deze doelstellingen vormen de leidraad voor de diversiteitswerking van de stad Kortrijk, maar zijn tevens sleutels om mee aan de slag te gaan met de partners waar we de doelstelling mee willen nastreven. Het is dus niet alleen een plan van de stad, maar instrument voor het voeren van een diversiteitsbeleid voor de hele stad. Het plan is tot stand gekomen door overleg met vele partners: Huis van het Nederlands, deSOM vzw, OCMW Kortrijk, de Integratieraad, de CVO’s en het Centrum voor Basiseducatie,… Het diversiteitplan 2010 – 2012 volgt het minderhedenbeleidsplan 2007- 2009 op. De nieuwe term is een gevolg van de omzendbrief BB2008/2 – richtlijnen opmaak meerjarenplanning vanaf 2009. Toch is de benaming van het diversiteitsbeleid niet alleen een decretale wijziging. We leggen binnen het stedelijk beleid zelf meer de nadruk op de stad als samenleving, meer dan op de doelgroep etnisch culturele minderheden. Integratie is niet enkel een zaak van ‘de allochtoon’, we zien het omgaan met diversiteit als een taak van de stad en de samenleving in zijn geheel. De nadruk tevens komt meer te liggen op de rechten én plichten. De overheid biedt kansen, maar burgers hebben ook een eigen verantwoordelijkheid. Dit is een visie die reeds werd uitgesproken in het strategisch meerjarenplan van de stad en in het bestuursakkoord. Deze visie krijgt nu ook een verdere uitwerking in dit diversiteitsplan. Naast het integratiedecreet hebben ook het decreet houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid (van 10 juli 2008) enhet decreet van 28 februari 2003 betreffende het Vlaams inburgeringsbeleid (gewijzigd bij decreet van 1 februari 2008) een directe invloed op dit beleidsplan. Het Inburgeringsdecreet legt het inburgeringstraject voor nieuwkomers vast. Het Gelijke kansendecreet bepaalt onder meer de opstart van een meldpunt Discriminatie in elke centrumstad. Uiteraard zijn ook het onderwijsbeleid (voor kinderen en volwassenen) en het tewerkstellingsbeleid bepalende factoren in het diversiteitsbeleid. Dit diversiteitsplan omvat de doelstellingen voor de komende 3 jaar. Op basis van dit plan wordt met de Vlaamse overheid een convenant opgemaakt. In uitvoering daarvan dient de stad jaarlijks een actieplan op te maken met een concretisering van de doelstellingen in acties en projecten. In het plan wordt de visie achter de doelstellingen weergegeven (zie 2.2). We staan ook stil bij een aantal uitgangspunten en principes voor een degelijk diversiteitsbeleid (2.3). Bij de doelstellingen geven we telkens in een beknopte omgevingsanalyse aan welke bezorgdheden en gevoeligheden er zijn vanuit de bevraagde partners. Deze signalen krijgen een vertaling in de verschillende operationele doelstellingen. We geven ook aan op welke manier we de doelstellingen willen verwezenlijken en wat de indicatoren voor evaluatie zijn (3.3).
3
1.2 Het diversiteitsbeleid anno 2009 In het beleidsplan 2007 – 2009 legde de stad Kortrijk de nadruk op onderwijs, taal en tewerkstelling, met speciale aandacht voor 2 bijzondere doelgroepen, nl. nieuwkomers en jongeren. Op vlak van Gelijke Onderwijs Kansen zijn de inspanningen de laatste 3 jaar sterk opgevoerd, vooral voor wat betreft kleuterparticipatie en ouderbetrokkenheid (in het basisonderwijs). Het GOK-project en het project Super Sim werden opgestart en via het pictogrammenwoordenboek werd een instrument aangereikt voor een vlottere communicatie met de ouders. Op gebied van tewerkstelling maakte de stad werk van een intern diversiteitsbeleid op vlak van personeelsbeleid. Voor het werken aan het verhogen van de tewerkstellingskansen bij kansengroepen waren er nauwe samenwerkingverbanden met sociale economie, JONK, deSOM vzw. Vanuit die contacten moeten er kansen gecreëerd worden voor nieuwe projecten. De focus op jongeren werd geïntegreerd binnen de bredere jeugdwerking van de stad. De integrale benadering zorgde voor een groter en meer buurtgericht aanbod voor kinderen en jongeren. De afgelopen 3 jaar werd een sterke investering gemaakt in het verbeteren van het onthaalbeleid voor anderstalige nieuwkomers. Zo kreeg het Onthaalbureau – met hulp van de stad Kortrijk –een nieuwe en meer centraal gelegen stek. Tijdens de cursus maatschappelijke oriëntatie is een kennismaking met de stad Kortrijk opgenomen (via een stadswandeling en een bezoek aan het stadhuis). Voor het aspect taal (een vast onderdeel van het inburgeringstraject) werd een apart talenplan opgemaakt. Kortrijk heeft de prioriteit taal een brede invulling gegeven door een talenplan op te stellen waarbij Kortrijk enerzijds gericht taalachterstanden wil wegwerken en anderzijds van Kortrijk een meertaalgevoelige omgeving wil maken. Een aantal projecten (gegroeid vanuit het talenplan) kregen al een uitwerking in 2009: zo is er een ondersteuningsaanbod Nederlands voor ex-OKAN leerlingen, worden inschrijvingsgelden terugbetaald aan wie Nederlands wil volgen en is er een zomerschool voor anderstalige kinderen. Heel wat andere projecten krijgen hun uitwerking in de komende beleidsperiode. Vanuit een groeiende behoefte naar meer inspraak bij het beleid werd het integratieplatform omgevormd tot een officiële adviesraad van de stad (de Integratieraad Kortrijk). Naast de individuele ondersteuning voor studenten, burgerinitiatieven en zelforganisaties maakte de stad werk van een nieuw reglement voor integratieprojecten. De nadruk kwam hierbij meer te liggen bij de samenwerking tussen organisaties.
4
Zelforganisaties worden actiever toegeleid naar het verenigingenplatform en krijgen (kregen) hierbij de nodige ondersteuning. Om verenigingen meer in contact te brengen met elkaar werd het project Gastvrij Kortrijk opgestart. De stad blijft een belangrijke partner voor de dienstverlenende sector. Het netwerk vreemdelingen, het overleg voor een sociale dienstverlening, werd uitgebreid. Via een toelage aan de Sociaal Tolkendienst (als stimulerende maatregel) zorgde de Stad Kortrijk dat Kortrijkse diensten beroep konden doen op een aantal gratis tolkprestaties. Daarnaast is het Regionaal Trefmoment Minderheden opgestart, het zesmaandelijks trefmoment voor alle dienstverleners in de regio. Vanuit een vraag naar het opzetten van diversiteitsprocessen werd een eerste traject opgestart samen met stedelijke en private partners uit de cultuursector. In 8 sessies bekeken we hoe diversiteit sterker kan geïmplementeerd worden binnen de organisatie. In 2009 wordt in Kortrijk het doortrekkersterrein geopend, het resultaat van een lange voorbereidingsperiode met de directie Facility (ontwerp en realisatie terrein) en de politie, in overleg met de buurt. Tot slot werden ook heel wat inspanningen geleverd om de Kortrijkse inwoners kennis te laten maken met de aanwezige culturele diversiteit in de stad. Jaarlijks wederkerende projecten zoals KortRIJK aan Culturen en de Internationale Vrouwendag zijn het voorbeeld bij uitstek. Nieuw waren de Interculturele Wandeling en het project Tables D’hôtes tijdens Week van de Smaak.
5
2. Visie en denkkader 2.1 Inleiding Stedelijkheid staat anno 2009 gelijk aan heterogeniteit. De stad (ook een Vlaamse centrumstad als Kortrijk) is een mix van en met een diversiteit aan mensen. Mensen die op hun beurt een identiteit hebben, vanuit hun leeftijd, levensfase (student, gezin, pensioen,…), afkomst, gender, cultuur en opvoeding,… De heterogeniteit van de stad biedt kansen maar ze neemt ook zekerheden weg. Het betekent dat we minder houvast hebben en minder vat kunnen krijgen op wat er gebeurt. Doordat we minder kunnen spreken van een monocultuur zijn er ook minder uniforme oplossingsstrategieën voor handen voor conflicten die inherent zijn aan de samenleving. Vanuit het lokale bestuursniveau worden we gedwongen om met deze heterogeniteit (of diversiteit) om te gaan. Hoe we er mee om gaan is een zaak van de stad (het stadsbestuur). 2.2 Visie 2.2.1 Waarden en Normen1 Vanuit een historische groei kunnen we een aantal basiswaarden en normenstelsels erkennen die (door de steeds verdere ontwikkeling ervan) de basis of fundering vormen van onze maatschappij (net als de universele rechten van de mens). We erkennen waarden als vrijheid, gelijkheid, solidariteit, respect en burgerschap. We erkennen ook normenstelsels als democratie, de democratische rechtstaat en pluralisme. Deze waarden en normen zijn niet enkel richtingaangevend door de organisatie van onze samenleving, ze zijn ook een bindmiddel. Daarom willen we ze ook naar voor schuiven als basis voor een visie op diversiteitsbeleid. -
-
-
Vrijheid staat voor o Opinievrijheid, godsdienstvrijheid en vrijheid van meningsuiting o Het benadrukken van de eigen autonomie, eigen keuzemogelijkheid en verantwoordelijkheid Gelijkheid betekent onder meer o Non - discriminatie o Dat iedereen recht heeft op kwaliteitsvol onderwijs; recht op toegang tot de arbeidsmarkt of tot toegang tot een woning,… o Gelijke rechten voor man en vrouw, dezelfde ontplooiingskansen bieden aan jongens en meisjes Solidariteit wil zeggen o Elkaar als gelijke beschouwen en de andere waar nodig te hulp komen Respect houdt in o Waardigheid voor elke mens o Dat racisme, slavernij, xenofobie niet kunnen
1
In mei 2006 verscheen het eindverslag van de commissie “ter invulling van de cursus maatschappelijke oriëntatie”. In het eindverslag werden aanbevelingen overgemaakt aan de Vlaams minister van Inburgering Marino Keulen over hoe waarden en normen binnen de cursus een plaats kunnen krijgen. In het rapport staan dezelfde waarden en normen centraal. Voorzitter van de commissie was Professor Marc Bossuyt. Andere leden van de commissie: Professor em. Ludo Abicht, de heer Abied Alsulaiman, Mevrouw Naima Charkaoui, Professor Marie-Claire Foblets, Professor Rik Torfs, Professor em. Etienne Vermeersch. De heer Sami Souguir nam de functie van secretaris op.
6
-
o Ook respect tonen voor wie of wiens gedrag als vreemd overkomt. Hier is een dialoog wenselijk. Burgerschap staat voor o De mens met rechten en plichten Die kunnen formeel en informeel van aard zijn (bv. recht op informatie, leerplicht,…) o Verticale relaties: relatie overheid en burger (beide met rechten en plichten) o Horizontale relaties: de relaties tussen de burgers onderling (beide met rechten en plichten) o Het stimuleren van (publieke) betrokkenheid Als overheid ernaar streven om eenieders participatie te vergroten (evenredig, dus alle groepen en segmenten van de bevolking), zowel in de verticale als horizontale relaties (mensen de faciliterende middelen aanbieden voor actief burgerschap)
Soms staan de waarden in strijd met elkaar (bv. vrijheid van godsdienst en vrijheid van meningsuiting), op deze terreinen is dialoog gewenst. Een aantal waarden zoals gelijkheid en solidariteit houden direct ook een eis van rechtvaardigheid in. Deze krijgen vorm in: o o
Juridische normen: sociale wetgeving Sociale normen (en waarden): Groepsgebonden (leeftijdsgroepen, beroepsgroepen, etnisch culturele groep,…), zowel dominante (afhankelijk van grootte, aanzien, invloed van de groep) als specifieke (bv. binnen bepaalde families) Deze normen zijn steeds in evolutie maar moeilijk afdwingbaar (bv. hand schudden) Informeren en dialogeren is zeer belangrijk
We erkennen volgende stelsels van waarden en normen: -
-
-
De democratie o Zowel kwantitatief (verkiezingen) als kwalitatief (behoorlijk bestuur, evenwicht in de machten) o Het is een doel om de democratie verder uit te bouwen in dagelijkse, directe interacties (aanvaarding van complexiteit) i.p.v. in directe aansturing o Er is een sterke samenhang met waarden, bijvoorbeeld: gelijkheid: bescherming van minderheden respect: privacy respecteren, burgerschap: controle vanuit de burger, klachtenprocedures,… De democratische rechtsstaat o Scheiding der machten, legaliteitsbeginsel, onafhankelijke rechtsspraak o Staat voor gelijkwaardigheid van alle burgers (geen willekeur in optreden) o Bindmiddel voor pluriforme samenleving (erkenning voor grondrechten, behoudt ruimte voor verschillen en houdt botsingen in de perken) Het pluralisme o Erkenning van personen in verschillende identiteiten. Het is een mix tussen vrijheid en gelijkheid, de erkenning van ieders eigenheid met aandacht voor raakpunten (dus ook geen verwerping van de andere) o Enkel mogelijk als er gedeelde waarden zijn! o Passief: gelijke kansen voor iedereen in een samenleving die naar buiten toe zo neutraal/objectief mogelijk is. Keuzes zijn een privé aangelegenheid (van een persoon of groep) o Actief: verschillen (cultureel of levensbeschouwelijk) maatschappelijk zichtbaar maken (niet enkel in de private sfeer houden) zonder iemand binnen een bepaalde groep/identiteit vast te zetten
Omgaan met diversiteit en zoeken naar nieuwe oplossingsstrategieën betekent dat deze strategieën passen binnen de basiswaarden en normen.
7
2.2.2 Identiteit -
-
-
-
De stad vertrekt vanuit een visie dat identiteit een belangrijk sleutelwoord is voor burgerschap. Een identiteit biedt houvast en vormt ook gemeenschappen. Onze identiteit wordt bepaald door opvoeding, afkomst, cultuur, karakter enz. In de hedendaagse heterogene stad kunnen we bijna gaan spreken van “nieuw samengestelde identiteiten”. Maar er is ook iets als een gemeenschappelijke identiteit die bestaat in wisselende coalities: ouder, buurtbewoner, moskeebezoeker, werknemer, sportman… We bewegen ons in deze wisselende coalities in een stad. Burgers zijn letterlijk en figuurlijk ook mobieler geworden. Toch zien we één gemeenschappelijke factor naar identiteit bij de bewoners: de mate van gevoelsmatige betrokkenheid bij de stad. Die betrokkenheid bepaalt mee een identiteit maar ook andere factoren als burgerschap. De identificatie met het Kortrijkzaan zijn heeft niet zozeer te maken met assimilatie maar eerder met een gedeeld gevoel van identiteit. In onze visie (zie 2.2.1) erkennen we waarden als vrijheid, respect en burgerschap. Onze stad is een heterogene plaats met een diversiteit. We ontwikkelen acties die de dialoog en het burgerschap bevorderen. Er wordt van iedereen burgerschap verwacht, dat burgers participeren aan de samenleving. Hiertoe bieden we als overheid kansen maar er worden ook initiatieven verwacht van onderuit, het is een gezamenlijke inspanning. Onderstaand schema is een beeld voor een diversiteitswerking voor de hele samenleving. Het is op het lokale niveau een bewuste keuze om te kiezen voor een wisselende aanpak op verschillende niveaus en dus te werken met een gelaagdheid in aanpak en prioriteiten. - Bijvoorbeeld: Er wordt van iedereen verwacht die hij/zij voldoende kan communiceren (taal spreken, lezen en schrijven), onderwijs volgt en werkt. Voor deze prioritaire thema’s verwachten we dan ook een aanpassing én bieden we als overheid de nodige instrumenten aan. - Maar het is ook belangrijk om te erkennen dat – aanvullend op de verwachting naar het leren van Nederlands (assimilatie) – meertaligheid een troef kan zijn (de diversiteit). - Met een aantal projecten zet de stad specifiek in op het bevorderen van de dialoog, een duidelijke keuze voor diversiteit met interventie (bijvoorbeeld Gastvrij Kortrijk, Ouder worden in Vlaanderen, ondersteuning integratieprojecten). - Het schema maakt ook duidelijk dat we als overheid (kunnen) zeggen dat we op bepaalde vlakken niet willen interveniëren. De organisatie van het offerfeest ligt in de religieuze sfeer en behoort binnen het kader van normen en waarden dus niet binnen de actieradius van de stad. Anderzijds wordt ook een aanpassing gevraagd naar de wetgeving (bv. omtrent de organisatie van het offerfeest) en voor activiteiten die indruisen tegen de bovenstaande basiswaarden.
8
Diversiteit met interventie
Assimilatie met interventie
Assimilatie zonder interventie
Diversiteit zonder interventie
Deze 4 velden beïnvloeden elkaar voortdurend, de samenleving en het beleid zijn dan ook voortdurend in beweging. Het is realistisch om voor ogen te houden dat doelstellingen en acties zich steeds bevinden op gedeelde vlakken. Sommige projecten neigen meer naar assimilatie maar dragen steeds een vorm van diversiteit in zich mee.
9
2.3 Uitgangspunten en principes 2.3.1 We werken zowel van bovenuit als van onderuit -
De stad Kortrijk kiest ervoor om de initiatieven die vanuit de netwerken/organisaties/ individuen (onderuit) komen te ondersteunen en te stimuleren. Anderzijds heeft de stad een visie van waaruit zij werkt. Projecten, initiatieven dienen afgetoetst te worden bij deze visie.
2.3.2 We werken integraal en transversaal -
-
-
In tegenstelling tot het minderhedenbeleidsplan 2006 – 2009 vertrekken we nu niet vanuit een specifiek doelgroepenbeleid. Het diversiteitplan gaat over het samen leven in diversiteit, met zijn kansen en uitdagingen. Diversiteit is niet enkel gericht op allochtonen maar op de maatschappij. Deze collectiviteit is belangrijk. We laten dan ook de wij/zij discussie achterwege. De verscheidenheid binnen de groep Etnisch Culturele Minderheden is enorm groot, zowel naar afkomst als naar inkomensklasse, opleiding,… Diversiteit treft een stad in zijn geheel: openbare ruimte, tewerkstelling, cultuur, onderwijs,… Binnen deze beleidsdomeinen is er aandacht nodig voor diversiteit (inclusief beleid). Vanuit een diversiteitswerking kunnen de nodige stimulansen en expertise aangeboden worden. Integraal werken betekent ook dat alle burgers gelijke kansen krijgen, ongeacht welke afkomst. Niet alle allochtonen hebben nood aan specifieke acties om hun participatie aan het maatschappelijk leven te bevorderen, een aantal vinden hun weg prima. Daarnaast zijn er ook heel wat autochtonen die moeilijk hun weg vinden. Een kansenbeleid is er dus voor alle burgers. Vandaar de nood aan een integrale aanpak vanuit de verschillende beleidsterreinen en niet enkel vanuit een diversiteitswerking.
2.3.3 We werken op verschillende interactieniveaus Kortrijk handelt vanuit een visie dat er een gelaagdheid is in de stad. Mensen en organisaties opereren soms met elkaar, soms naast elkaar. We willen niet per se dat elk initiatief, dat elke vereniging een perfecte afspiegeling wordt van de diversiteit in onze stad. Het is niet mogelijk om op elk niveau grip te krijgen. We erkennen volgende niveaus van interacties in de stad: -
homogene sfeer, veel interactie o bv. vergadering oudercomité, Blédi heterogene sfeer, veel interactie o Alle vormen van dienstverlening! homogene sfeer, weinig interactie o bv. vrijdaggebed Moskee heterogene sfeer, weinig interactie o bv. lokalengebruik Muziekcentrum
10
Interactie
Homogeniteit
Heterogeniteit
Weinig interactie Het schema mag niet gebruikt worden als excuus om in ‘wij-zij’ termen te gaan praten en kan geen exclusiviteit aanmoedigen. Voor tewerkstelling, onderwijs en dienstverlening is de heterogeniteit (sociale mix) net zeer belangrijk. In de vrije tijdssfeer kan homogeniteit wel, maar is het dan belangrijk om als overheid het evenwicht t.o.v. de andere velden te houden. Binnen het diversiteitbeleid bewaken we dat de 4 velden ‘bespeeld’ worden. 2.3.4 Monitoring Projecten en acties worden steeds afgetoetst aan de hand van -
de visie van de stad de kernopdrachten betreffende diversiteit (doelstellingen en prioriteiten) de beschikbare middelen (personeel, budget) de kansen naar samenwerkingsverbanden, de mogelijkheden om de burger te betrekken
Een diversiteitsbeleid moeten we kunnen evalueren via indicatoren (haalbare evaluatie instrumenten). Een evaluatie van de werkelijke impact van een beleid op de samenleving betekent ook dat we deze samenleving moeten in kaart brengen. Vanwege de beperkte middelen zijn we genoodzaakt om -
deze evaluatie/ indicatoren te beperken tot de prioritaire thema’s zeer specifieke indicatoren te bepalen (een vaag begrip als burgerschap kan bv. niet gemeten worden) samen te werken met onderwijsinstellingen (eindwerken, bachelorproeven)
Een evaluatie moet tevens zo pluraal mogelijk: naast de cijfergegevens is het ook noodzakelijk om mensen te bevragen die deel uit maakten van het proces.
11
3. Strategische en operationele doelstellingen 3.1 Omgevingsanalyse Per strategische doelstelling (zie 3.3) geven we een beknopte omgevingsanalyse weer. De analyse is opgebouwd op basis van o De Integratieraad (overleg en rapporten Open Fora) o Het netwerk vreemdelingen (overleg) o Aanvullende interviews (specifiek gevoerd in functie van de opmaak van het beleidsplan) Cathérine Dewaele (dienst vreemdelingen, stad Kortrijk) Griet Vereecke (Kraamzorg) Wijkagenten Politiezone Vlas: Iris Vanholme (Bissegem), Willy Van de Vijver (Overleie) en Debora Vandaele (Plein – Buda – Veemarkt) Serge Devriendt (regiomanager Zuid West Vlaanderen, deSOM vzw) Mourad Hathout (jeugdhuis Bledi) Pol Descamps (voorzitter Vereniging van Eigenaars Kanaallofts Groeningekaai) Sofia Diwan Ali (Rahman Isaac Foundation) Stefanie Haerens (sociale dienst, OCMW Kortrijk) Philippe Awouters (secretaris, OCMW)
o Diverse analyse-instrumenten: stadsmonitor, demografische analyse,… Vanuit de visie en deze analyse komen we tot enkele prioriteiten binnen het diversiteitsbeleid. 3.2 De prioriteiten De stad wil in haar visie op diversiteit de nadruk leggen op identiteit en burgerschap. Burgerschap betekent het stimuleren van participatie aan de samenleving in zijn geheel, voor alle lagen van de bevolking (jong/oud, man/vrouw,…). We stellen dat taal, onderwijs en tewerkstelling essentiële hefbomen zijn om deze participatie te bevorderen. In diversiteit samen leven is niet vanzelfsprekend, dus moet ook de dialoog bevorderd worden. Identiteit en het werken aan die gemeenschappelijke identiteit(en) vormen hierbij een hefboom. 3.3 Doelstellingen2 Algemene elementen in de omgevingsanalyse -
2
Het is belangrijk om van onderuit te werken en initiatieven van onderuit te steunen, we mogen als overheid niet te veel opleggen. Soms proberen we alles krampachtig vast te grijpen terwijl processen ook van nature moeten kunnen gebeuren. Allochtonen moeten ook meer van onderuit dingen opstarten en kansen creëren, zelf dingen ‘in gang steken’.
Voor partners is het belangrijk te benoemen op welk niveau we samenwerken. Niveaus zijn: trekker/ verantwoordelijke (T) deelnemer (D) ondersteuner (O) uitvoerder (U)
12
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Nu wordt alles te vaak vanuit dezelfde focus benaderd. Allochtonen worden behandeld als kansarmen terwijl bij hen armoede dikwijls een tijdelijke fase is waar ze in gedwongen zijn door bijvoorbeeld taalachterstand. Een compleet andere doelgroep dan bijvoorbeeld armengroepen. Het vraagt dus ook een andere aanpak. Allochtonen zijn niet altijd ‘kansarm’. We moeten oppassen met verpampering. Het is belangrijk om de ‘allochtonen’ niet als ‘één doelgroep’ te beschouwen en hier de nodige diversiteit te hanteren. Het is ongelofelijk van belang om de diversiteit in de doelgroep te screenen. De juiste focus is noodzakelijk inzake diversiteit. Het moet duidelijk zijn of er bv. sprake is van armoede, generatiearmoede of tijdelijke kansarmoede vanuit bvb. een taalachterstand. Het aanbod of de aanpak moet dus dezelfde diversiteit voorzien, daarom is het van prioritair belang om naar de specifieke noden te luisteren. Er moet meer naar de balans gezocht worden. Het is belangrijk om binnen het diversiteitsbeleid een bijzondere aandacht te hebben voor kinderen/ jongeren. Deze focus moet binnen alle thema’s centraal staan. Ook nieuwkomers hebben speciale aandacht nodig. De demografische analyse van allochtonen in Kortrijk toont aan dat o er jaarlijks een vrij grote groep nieuwkomers bij komt. Het vormt een uitdaging om hen ook na het inburgeringstraject blijvend te bereiken en te betrekken. o er een groter wordende groep is uit Oost Europa/ Rusland/Balkan, die ook nog te weinig bereikt wordt. Onder veel mensen leeft het gevoel dat allochtonen meer krijgen op vlak van huisvesting, vervoer (bv. bustickets), kindergeld,… Allochtonen zouden er alle voordelen willen uithalen en deze durven vragen/ eisen. Er is een indruk dat de allochtone handelaars weinig gecontroleerd worden vanuit de voedingsinspectie, arbeidsinspectie, sociale inspectie. Naar de samenleving toe schept dit terug het beeld dat zij een speciale behandeling krijgen. Bij een aantal burgers leeft het gevoel dat zij door hun huidskleur of accent altijd als allochtoon zullen bestempeld worden, hoe zeer ze ook hun best doen om te participeren (op vlak van taal, verenigingsleven, werk en het betalen van belastingen). Wanneer wordt iemand als Belg of Vlaming aanvaard? Als ze helemaal denkt en spreekt zoals de ander? Er is nog zeer weinig verdraagzaamheid en openheid om de ander (in het anders zijn) te aanvaarden en om te aanvaarden dat iemand misschien nooit zijn of haar accent zal kwijt geraken (en is dat dan zo erg?). Identiteit moet meer als uitgangspunt gebruikt worden voor een diversiteitsbeleid, maar ook om mensen te betrekken en te informeren. Mensen moeten de stad kunnen voelen, beleven en mee maken (Maak Kortrijk mee!). Er zijn projecten nodig die mee inspelen op het gemeenschapsgevoel en de identiteit van het Kortrijkzaan zijn. De relatie met buurtwerkingen, het Sociaal Huis, sociale antenne zijn belangrijk als werkvorm om mensen te bereiken, vertrouwen te scheppen,… Misschien moeten we in de toekomst op zoek gaan naar gemengde vormen van samenwerken/organiseren zoals bijvoorbeeld bij Centrum Overleie waarbij diverse partners deelnemen aan de organisatie/exploitatie van één concept. Een diversiteitswerking moet laagdrempeligheid bewaken en bevorderen zowel op vlak van werkwijzen als op vlak van dienstverlening en infrastructuur. Te weinig positieve zaken van allochtonen komen in de pers. Er moet meer gewerkt worden met goeie voorbeelden – voorbeeldfiguren.
SD 1 : Onder impuls van de stad Kortrijk krijgen alle burgers kansen aangeboden voor een volwaardige participatie/deelname aan het maatschappelijk leven Omgevingsanalyse en operationele doelstellingen Algemeen voor de participatiedoelstelling - De samenwerking tussen de betrokken instellingen (de Stad, OCMW, deSOM, CAW’s, VDAB) zit goed en er zijn reeds heel wat initiatieven genomen (vanuit professionele hoek) naar sport en ontspanning. Naar taal en onderwijs gebeurt al veel (bv. zomerschool, oudergroepen,…). Toch graag speciale blijvende aandacht voor de jonge nieuwkomers die het moeilijk hebben met Nederlands leren, werk te vinden,..
13
-
Een aantal jonge moslima’s participeren weinig aan de samenleving en kunnen we weinig tot niet betrekken (aandachtspunt!). De ervaring is dat een aantal (veel?) jongeren gedemotiveerd zijn (‘het heeft geen zin om te studeren want ik vind toch geen werk’ of ‘ik moet toch onder mijn niveau gaan werken’). Het is nodig dat we rolmodellen/ goeie voorbeelden naar voor schuiven.
Algemeen Diversiteitsprocessen - Nood aan sensibilisering van andere stadsdiensten om meer aandacht te hebben voor diversiteit in hun dienstverlening. Dit is niet alleen de job van een ‘dienst vreemdelingen’ of ‘integratiedienst’. Er is een mentaliteitswijziging nodig. - De diversiteit in de samenleving is een trend die zich zal verder zetten, dus diensten moeten hier voeling mee krijgen, zich hier meer op voorbereiden en naar organiseren (zonder de eigen waarden en normen te verliezen). - Er worden veel fouten gemaakt door overheden/ instellingen door ‘speciale’ maatregelen of behandelingen voor specifieke doelgroepen te treffen. Gelijke kansen betekent iets anders. Het betekent dat mensen voldoende kansen krijgen om aan de maatschappij deel te nemen zoals die georganiseerd in het Westen. Het is een belangrijke taak om werknemers op te leiden en hen inzichten te laten verwerven zodat deze fouten minder gemaakt worden. Opleidingen en vormingen zijn een noodzaak, zeker voor professionelen die actief zijn met diverse doelgroepen! De manier van dialogeren is erg belangrijk. Het is belangrijk om inzichten en expertise te verwerven, om niet alles op één hoop te smijten (Wat is religie? Wat is cultuur? Wat is etnische afkomst?….) Daarom een pleidooi om de nodige expertise ruim te verspreiden in de organisatie, bij zoveel mogelijk medewerkers en dit permanent te coachen en hiervoor bvb. een aantal coaches aan te duiden, (aanspreekpunten) zodat de noodzakelijke inzichten op ruime schaal worden verworven. Het doorgeven van die kennis na het volgen van vorming is een belangrijk aandachtspunt binnen een organisatie! Communicatie - Hoeveel mensen weten het bestaan af van de interculturele wandeling of KortRIJK aan Culturen? Het is onduidelijk wie of welke organisatie er achter zit. Naar buiten toe is het niet duidelijk genoeg wat er in de stad aanwezig is en gebeurt. We moeten bredere communicatiemiddelen intensiever gaan gebruiken (stadskrant, atlas, website, uitbreiden nieuwsbrief met stadsprojecten, cijfergegevens,…). - Er is het gevoel dat er vanuit de stad weinig communicatie is met allochtone inwoners. Infokanalen als de (stads)krant, website, bewonersbrieven,… bereiken deze doelgroep minder. - Jongeren vinden hun weg door hun vrienden, lezen de stadskrant,… Hier zijn geen aanvullende initiatieven noodzakelijk. - Nog sterker werk maken van de opbouw van netwerken met alle gemeenschappen, verenigingen,… om zo behoeften beter te leren kennen en dienstverlening nog beter af te stemmen. 1.1 Instellingen/ diensten/ verenigingen krijgen van de stad Kortrijk stimulansen en ondersteuning om diversiteitprocessen op te zetten Resultaat Kortrijkse instellingen, diensten, verenigingen hebben voldoende instrumenten om binnen hun beleid/werking de aandacht voor diversiteit te implementeren Overlegstructuren en partners Kortrijkse diensten en voorzieningen (D), verenigingen (D), deSOM vzw (O), SERR (O) Effect - indicatoren Kortrijkse instellingen, diensten en verenigingen hebben in hun dienstverlening of aanbod aandacht voor diversiteit wat hun toegankelijkheid naar een divers doelpubliek vergroot Prestatie - indicatoren Fase 1: Overzicht op de nood aan ondersteuning bij de diversiteitsprocessen in de verschillende diensten (onderzoek) Fase 2: Er is een aanbod voor de diensten (uitwerking) Fase 3: Per jaar doen x diensten beroep op het ondersteuningsaanbod
14
Tijdstip van evaluatie
(implementatie) Jaarlijks (voortgang in jaarverslag)
1.2 De bevolking kan zich via verschillende informatiekanalen informeren over de acties en werking van de diversiteitswerking. Resultaat - De dienst en de projecten zijn meer en beter gekend bij de bevolking en het brede netwerk van voorzieningen. - Nieuwe inwoners krijgen op een toegankelijke manier informatie over de diensten (en hun aanbod) in de stad Overlegstructuren en partners Directie Pers en Communicatie (T), Integratieraad (T), deSOM vzw (O) Effect - indicatoren De bevolking en de diensten hebben een zicht op/ een beeld van de diversiteitswerking van de stad. Prestatie - indicatoren Overzicht gebruikte communicatiemiddelen (bv. brochure weg-wijs, website, stadskrant, nieuwsbrief integratieraad, netwerk brugfiguren brochure voor anderstalige nieuwkomers, wandeling voor MO cursisten, onthaalmomenten) Tijdstip van evaluatie Jaarlijks (voortgang in jaarverslag) Tewerkstelling - Geschoolde nieuwkomers kunnen vaak hun gewenste beroep niet uit oefenen wegens onverenigbaarheid van diploma. Veel mensen gaan aan de slag in een ander beroep, maar op die manier gaat heel wat potentieel verloren en bovendien krijgt de eigenwaarde van de persoon vaak een deuk. Het is belangrijk om meer zicht te krijgen op het arbeidsverleden en om de rechtstreekse doorstroom naar VDAB te vergroten. - Er moeten specifieke acties komen naar het informeren van jongeren/meisjes over verder studeren/de arbeidsmarkt/ werving… - Vanuit de stadsmonitor leerden we dat er een beperkte aanwezigheid is van ECM (etnisch culturele minderheden) in publieksfuncties en kaderfuncties. - Zeker op het vlak van tewerkstelling moeten er veel extra inspanningen gebeuren. Jongeren moet vlug in contact gebracht worden met de VDAB of werkwinkel en van dichtbij worden opgevolgd (bijv. JONK). Er zijn meer initiatieven nodig zoals jobmarkten of jobbeurzen. - Tewerkstelling van allochtonen in de openbare sector is een belangrijk werkpunt. Dit geeft een signaal dat de instelling open staat voor alle mensen. De voorbeeldfunctie is hierin ook belangrijk (niet alleen naar tewerkstelling maar ook naar het stellen van grenzen, de communicatie met de bevolking,…). - Deze tewerkstelling laten we nu teveel aan toevalligheden over. Het is nodig om een diversiteitsbeleid te voeren en specifieke projecten op te zetten. Organisaties moeten echter ondersteund worden in het voeren van dit diversiteitsbeleid. Dit is breder dan het personeelsbeleid, het gaat ook over communicatie, aanbod,.. - Er is onvoldoende (voor-)kennis van de bestaande initiatieven voor begeleiding in de zoektocht naar werk. Mensen moeten meer inzicht kunnen verwerven in de arbeidsmarkt, in welke opleiding best tot werk kan leiden. - Er is afstemming nodig tussen de lessen Nederlands en de diverse opleidingen rond werk/ en of de arbeidssituatie/… 1.3 De stad Kortrijk voert een intern diversiteitsbeleid binnen het personeelsbeleid Resultaat Er is diversiteit in het personeelsbestand Overlegstructuren en partners - Stuurgroep diversiteitsplan (personeelsbeleid) - Directie Personeel en Organisatie (T), SERR (O), vakbonden (D) Effect - indicatoren - De stad Kortrijk is een voorbeeld voor andere bedrijven naar het voeren van een diversiteitsbeleid binnen het personeelsbeleid - De stad Kortrijk heeft een positief imago betreffende zijn personeelsbeleid - De stad heeft een kwalitatieve dienstverlening naar alle burgers
15
Prestatie - indicatoren Tijdstip van evaluatie
Evaluatie diversiteitsplan personeelsbeleid Jaarlijks (voortgang in jaarverslag)
1.4 Kortrijk ontwikkelt flankerende maatregelen in het nastreven van een betere positie en toegang tot de arbeidsmarkt voor mensen in maatschappelijk zwakkere posities. Resultaat - Inspraak van kwetsbare groepen bij het beleidsthema werk en actieve deelname aan de mogelijke overlegstructuren - Werkzoekenden in maatschappelijke zwakkere posities kunnen terecht bij een afgestemd en kwalitatief hoogstaand begeleidingsaanbod. - Meer werkgevers zijn geïnformeerd over de mogelijkheden van een taalbeleid - De zelfstandige uitbaters zijn geïnformeerd over bestaande reglementering en lokale gewoontes. Overlegstructuren en partners deSOM vzw (T & O), de SERR(O), integratieraad (D), VDAB (D&U), Werkwinkel (U), sociale economie- sector (D, T & U), cel economie (D, T) Effect - indicatoren Kwetsbare groepen hebben een betere positie en toegang tot de arbeidsmarkt Prestatie - indicatoren - Onderzoek taalbeleid in bedrijven - Overzicht sensibiliseringsacties taalbeleid in bedrijven - Overzicht ondersteuningsaanbod kwetsbare groepen (regie) - Samenbrengen en doorgeven knelpunten (interim-werk, startende ondernemers,…) via verslaggeving netwerken (integratieraad, deSOM vzw,…) - Overzicht bekendmakingsacties naar zelfstandige uitbaters Tijdstip van evaluatie Jaarlijks (voortgang in jaarverslag)
Onderwijs - Er zijn communicatiestoornissen: de ouders geven aan dat de school hen te weinig informeert en te weinig informatie vraagt over hun kinderen. De school van haar kant denkt dat ze de ouders wel degelijk informeert, maar ze heeft het gevoel dat ze de ouders niet genoeg bereikt en dat de ouders niet geïnteresseerd zijn in wat de school doet. Scholen (de directies/ leerkrachten/ onthaalmedewerkers) moeten geïnformeerd worden over het belang van een goede communicatie met ouders. Persoonlijke contacten met de ouders zijn belangrijk en gebeuren nu te weinig! - Er is nood aan een onthaalaanbod voor nieuwkomers in het basisonderwijs. Die kinderen hebben nood aan extra ondersteuning. - Het gebrek aan kennis van het Nederlands is vaak een oorzaak van de tegenvallende schoolresultaten van allochtone leerlingen. - Huiswerkbegeleiding o Ouders moeten voldoende ondersteuning krijgen zodat ze hun kinderen ook kunnen helpen met het hui o Een bestaand project als de Katrol (studie- en opvoedingsondersteuning aan huis) moet uitgebreid worden zodat meer gezinnen kunnen genieten van dit aanbod. o Er is geen aanbod van begeleiding in het secundair onderwijs, er is nochtans een grote nood. - De dienstverleners moeten een eenduidige visie (en aanbod) over naschoolse begeleiding uitwerken en meer informatie en vorming over het Vlaams onderwijssysteem geven. - Er is nood aan concrete acties inzake informatieverspreiding omtrent o A, B & C attesten o Verder studeren aan hoge scholen of de universiteit (de gevolgen van de keuze voor ASO – TSO – BSO, alsook de mogelijkheden naar financiële ondersteuning). Deze veelheid aan informatie moet begrijpbaar bij de juiste mensen terecht komen! - Doorstroom naar hoger onderwijs gebeurt nog te weinig. Dit heeft echter ook een belangrijk effect op te tewerkstelling (er zijn te weinig sollicitanten van allochtone afkomst voor publieksfuncties en kaderfuncties). Kortrijk ervaart een brain drain. - Studiekeuze
16
o o
Leerlingen worden vaak te vroeg doorverwezen naar het algemeen technisch en beroepssecundair onderwijs. Een doorverwijzing naar het Buitengewoon Onderwijs wordt door veel allochtonen als discriminerend ervaren. Net als veel Vlaamse ouders hebben allochtone ouders vooroordelen over het Buitengewoon Onderwijs. Onbekend is onbemind!
1.5 Via het versterken van ouderbetrokkenheid en het stimuleren van kleuterparticipatie werkt Kortrijk naar gelijke onderwijskansen voor alle kinderen, jongeren en hun ouders, met specifieke aandacht voor de kwetsbare groepen. Resultaat - Er is overleg tussen de sociale - en onderwijssector - Basisscholen krijgen ideeën aangereikt over het betrekken van ouders en leerlingen bij het schoolgebeuren - Ouders en leerlingen kunnen de juiste info krijgen over hun rechten en plichten - Kleuters nemen op regelmatige basis deel aan het kleuteronderwijs. - Vanuit de kwetsbare groepen is er inspraak bij het beleidsthema onderwijs en een actieve deelname aan de mogelijke overlegstructuren Overlegstructuren en partners Onderwijsopbouwwerk (T), Cel onderwijs (T), LOP Basisonderwijs Kortrijk (D), LOP secundair onderwijs Kortrijk – Menen(D), deSOM vzw (O), Basisscholen zorgcoördinatoren (U) Effect - indicatoren Ouders begrijpen de scholencommunicatie De onderwijsachterstand van kwetsbare groepen is weggewerkt Prestatie - indicatoren - Verslaggeving LOP en overleg met zorgcoördinatoren - Geactualiseerde omgevingsanalyse - Gerealiseerde acties (en de evaluatie ervan) inzake kleuterparticipatie en ouderbetrokkenheid Tijdstip van evaluatie Jaarlijks (voortgang in jaarverslag) 1.6 Kortrijk bevordert de doorstroom, instroom en uitstroom van kwetsbare groepen naar het hoger/universitair onderwijs Resultaat ECM vinden beter hun weg naar hogere onderwijsinstellingen Overlegstructuren en partners LOP secundair onderwijs Kortrijk –Menen (D), secundaire scholen (D), KATHO, HOWEST en KULAK Effect - indicatoren Het aandeel hoger opgeleiden in de Kortrijkse populatie is diverser Prestatie - indicatoren Overzicht en evaluatie van acties Tijdstip van evaluatie 2012 Beleid -
Er is geen evenredige deelname aan het beleid (vanuit kansengroepen) De eerste aanzetten voor participatie vanuit zelforganisaties aan de Cultuurraad zijn gezet, het belangrijk om dit te blijven opvolgen (en uit te breiden naar samenwerking met andere adviesraden).
1.7 Kortrijk bevordert de participatie van burgers aan het beleid en de inspraakorganen. Resultaat - Het bestuur wordt door burgers geadviseerd in zijn diversiteitsbeleid - Er is uitwisseling en samenwerking tussen de organisaties omtrent diversiteit binnen de stad - Er is een verhoogde deelname van burgers aan overlegplatforms, adviesraden en wijkgerichte initiatieven Overlegstructuren en partners Adviesraden (T), Gebiedswerking (T/O), Cel vrijwilligerswerk (O), deSOM vzw (D) Effect - indicatoren Op verschillende stedelijke beleidsterreinen is er aandacht voor diversiteit en het beleid spreekt bijgevolg diverse groepen/ burgers aan.
17
Prestatie - indicatoren
Tijdstip van evaluatie
- Aantal adviezen en signalen met betrekking tot diversiteit - Aantal acties naar bevordering participatie van burgers aan het beleid -, Aantal toeleidingen vanuit het project netwerk brugfiguren - Aantal bijeenkomsten en acties Integratieraad - Overzicht samenwerkingsacties tussen adviesraden Jaarlijks (voortgang in jaarverslag)
Welzijn (inclusief zorginstellingen/ouderenzorg/kinderopvang/ huisvesting) - Het bereiken van allochtone ouderen is een uitdaging. - Het is zeker in de sector welzijn/ (ouderen)zorg/kinderopvang belangrijk om diversiteitsprocessen op te zetten en te ondersteunen. Het is belangrijk dat de diversiteitswerking aan diensten expertise kan aanleveren rond het betrekken van de doelgroep (zie 1.1) - De problemen rond huisvesting moet structureel aangepakt worden. Vanuit een diversiteitswerking is het belangrijk om op de netwerken aanwezig te zijn, te stimuleren en de nodige instrumenten aan te reiken. - Op de huurmarkt is er vaak racisme, allochtonen moeten meer kansen krijgen om ook een huis te huren. Alles is goed tot iemand zijn naam zegt, dan is er plots al een andere huurder of ze zullen terugbellen en men hoort er nooit nog iets van. - Er is meer aandacht nodig voor psychosociale begeleiding tijdens het inburgeringstraject van nieuwkomers. 1.8 De dienstverlening aan kwetsbare groepen van welzijn- en zorgvoorzieningen wordt toegankelijk gemaakt. Resultaat Er is een algemeen zicht op de knelpunten in de dienstverlening (naar kwetsbare groepen) vanuit welzijn –en zorgvoorzieningen en er zijn voldoende instrumenten om de knelpunten/drempels weg te werken Er is afstemming in het aanbod/ dienstverlening (naar kwetsbare groepen) vanuit welzijn –en zorgvoorzieningen Overlegstructuren en partners Netwerk vreemdelingen (D), Stuurgroep Regionaal Trefmoment Minderheden (T), Woonraad (T), deSOM vzw (T & D, afhankelijk van de actie) Effect - indicatoren Alle burgers vinden hun weg in/ kunnen indien nodig gebruik maken van de dienstverlening van welzijn –en zorgvoorzieningen Prestatie - indicatoren - Verslaggeving bijeenkomsten netwerk vreemdelingen - Verslaggeving bijeenkomsten regionaal trefmoment minderheden - Verslaggeving bijeenkomsten Woontafel (deelname) - Overzicht verbeteracties/ instrumenten (bv. FAQ-lijst, tolkenaanbod, vormingsaanbod) - Toelage Sociaal Tolkendienst - Diversiteit & Senioren (overzicht expertiseopbouw) Tijdstip van evaluatie Jaarlijks Vrije tijd - Er zijn heel wat proefinitiatieven maar deze leiden vaak tot niets. Een belangrijke reden voor deelname aan het verenigingsleven – zeker bij kinderen en jongeren – is het netwerk (bv. een schoolvriend, buurjongen, klasgenoot, familielid). Zolang die netwerken er niet zijn zal er geen logische participatie volgen uit dergelijke proefmomenten. - Bledi bereikt een heleboel jongeren maar niet iedereen is ook geïnteresseerd in een jeugdhuis. Jeugdhuis Bledi staat open voor iedereen en dat blijft ook een streefdoel maar het is en blijft moeilijk om jongeren van bijvoorbeeld Oost-Europa en/of Rusland te bereiken. Ook het werken met meisjes blijft iets zeer moeilijk. Niet iedereen heeft ook de behoefte om iedereen en alle culturen te willen kennen. Maar naast Bledi zijn er ook nog jeugdwerkingen die heel wat gasten bereiken. Via een betere
18
-
-
-
-
communicatie (bijvoorbeeld naar scholen, buurtwerkingen…) en het rechtstreeks aanspreken van jongeren kunnen we hen beter toeleiden naar het bestaande aanbod (of eigen initiatieven beter ondersteunen). Daarnaast moeten er ook voldoende middelen zijn om een goed jeugdhuis te laten draaien. Het verenigingsleven is zeer belangrijk. Mensen met zelfde interesses vinden elkaar, creëren vertrouwensrelaties, steunen en informeren elkaar. De steun aan verenigingen is belangrijk. Deze steun moet niet enkel inhoudelijk, moreel en financieel zijn, er is ook een grote vraag naar vaste locaties voor vaste activiteiten voor verenigingen. Er moet meer ondersteuning komen voor de zelforganisaties. Bijvoorbeeld goede uitleg geven van wat ze van de stad mogen verwachten, waar ze middelen kunnen krijgen, om samen activiteiten te organiseren… De inwoners met een Oost-Europese/ Russische afkomst worden veel te weinig bereikt en betrokken bij vrije tijdsinitiatieven. De toeleiding van inburgeraars naar het sociale perspectief is belangrijk, hier werd de laatste jaren te weinig op ingezet. In het cultuuraanbod is er een meer verscheiden programmering nodig die een meer verscheiden publiek aan spreekt. De sporthallen in Kortrijk zitten overvol en heel wat jongeren willen sporten (bv. voetballen). Er is nu wel op zondagmiddag een mogelijkheid (KIV) maar er is heel wat meer vraag. Voor de culturele instellingen (zowel vrijwilligers als professionelen) is het belangrijk dat o Ze hulp bieden bij het organiseren van evenementen, zonder te bevoogden (paternalistisch te behandelen)! o De reglementen (o.a. voor het zaalverhuur) zo eenvoudig mogelijk maken. Het is ook niet nodig om alles te structureren en vast te leggen. o Er openheid is naar verschillende culturen, zeker bij de onthaalfunctie maar ook in het aanbod van activiteiten, voorstellingen,… Er moet gezocht worden naar manieren om publiek te “mixen”. Cultuur wordt teveel in vakjes geplaatst: grenzen moeten opengebroken worden. Er is vrije ruimte nodig (zowel in tijd en plaats) om cultuur (vrij) te beleven. Het is soms een vicieuze cirkel: veel evenementen zijn zeer homogeen (‘blank’) waardoor ze geen ander publiek aanspreken. Er zijn initiatieven nodig om kinderen, jongeren en volwassenen toe te leiden naar het aanbod. Het kan een goed idee zijn om “bemiddelaars” te zoeken die mensen toe leiden.
1.9 De participatie van kwetsbare groepen aan het sociaal cultureel verenigingsleven wordt bevorderd. Resultaat Kwetsbare groepen vinden hun weg naar het sociaal cultureel verenigingsleven. Overlegstructuren en partners Directie Cultuur (T en O), Diverse adviesraden (Cultuurraad, Integratieraad,…) (D), Cel vrijwilligerswerk, deSOM vzw (T) Effect - indicatoren De integratie van een divers doelpubliek binnen het sociaal leven is een evidentie Prestatie - indicatoren Overzicht ondersteuning op maat (individuele basis) Evaluatie Gastvrij Kortrijk Vormingsaanbod Aanbod voor inburgeraars (sociaal perspectief) Overzicht samenwerkingsacties tussen adviesraden Tijdstip van evaluatie Jaarlijks (voortgang in jaarverslag) 1.10 De participatie en inspraak van maatschappelijk kwetsbare jongeren binnen het jeugdwerk wordt bevorderd. Resultaat De mening en interesses van maatschappelijk kwetsbare jongeren zijn beter gekend en kunnen opgenomen worden binnen het beleid/aanbod. Overlegstructuren en partners Team Jeugd (T), Jeugdraad (O), J-koma-overleg (D) Effect - indicatoren Maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren vinden aansluiting bij
19
Prestatie - indicatoren Tijdstip van evaluatie
de verschillende bestaande jeugdwerkinitiatieven Evaluatie dossier maatschappelijk kwetsbare jongeren en vrije tijd Overzicht van inspraakinitiatieven voor jongeren (agenda) Jaarlijks (voortgang in jaarverslag)
1.11 De directies Sport en Cultuur en Team Jeugd hebben aandacht voor diversiteit binnen hun werking en aanbod. Resultaat - Het cultuur, jeugd– en sportaanbod spreekt een divers publiek aan - Minderjarige nieuwkomers krijgen stimulansen om deel te nemen aan het maatschappelijk leven buiten de schoolpoort. Overlegstructuren en partners Directie Sport (T), Directie Cultuur (T), Team jeugd (T) Vzw Buurt en Nabijheidsdiensten, OCMW Kortrijk, deSOM vzw Effect - indicatoren Aanwezigheid van een breed en divers publiek op activiteiten en evenementen (Kortrijk is een bruisende stad waar burgers in de vrije tijd graag participeren aan het sociaal en openbaar leven). Prestatie - indicatoren - Programma en projecten directie Cultuur (cultuurcentrum, bibliotheek, museum,…) - Programma en projecten directie Sport (o.m. buurtsport, medewerking zomerschool, algemene programmatie…) - Programma en projecten Team Jeugd (o.m. speelpleinwerking, Bledi,…) - Evaluatie werking Brede school - Evaluatie afsprakennota ‘participatie van kansengroepen’
SD 2: De stad Kortrijk bevordert de (interculturele) dialoog in haar samenleving Omgevingsanalyse -
-
-
In de samenleving leeft het gevoel dat er veel extra inspanningen gedaan worden voor allochtonen. Door op te komen voor gelijke kansen werken veel mensen uit de welzijnssector in de hand dat het wij-zij verhaal op die manier bevestigd wordt. Er moet veel meer nagedacht worden over diversiteitsprojecten en hoe hierbij heel de samenleving gelijke kansen krijgt. Het is zeer belangrijk om hierover zeer goed te communiceren (en niet wat we allemaal doen voor de allochtonen) want het werkt de perceptie in de hand dat ze een voorkeursbehandeling krijgen. We moeten benadrukken dat een hele maatschappij moet leren omgaan met diversiteit, iedereen op alle niveaus. Iedereen heeft hierbij rechten en plichten. Het is niet alleen belangrijk om zo’n beleid te voeren maar ook om dit uit te stralen. De lijn naar diversiteit moet ook doorgetrokken worden naar bv. de interculturele wandeling of KortRIJK aan Culturen, door allochtonen (‘zij’) zo sterk in the picture te plaatsen wordt het wij-zij verhaal bevestigd. Alle inspanningen ten spijt, het blijft toch nog steeds een wij-zij gevoel, en dat zal nog lang zo blijven. Gelijkwaardigheid is geen evidentie, een gevoel blijft dat we voor hen extra inspanningen moeten doen. De overheid (hier de lokale) heeft een taak in het ‘eigenwaardegevoel’. Er is een vereenzaming bij veel gezinnen (binnen alle doelgroepen), ook bij jongere vrouwen. Ontmoeting is een belangrijk aandachtspunt, integratie in de maatschappij is er voor iedereen. Er zijn ook een aantal groepen waar weinig tot geen contact mee is bvb. Oost- Europa; de jodengemeenschap of andere religieuze groepen. Dialoog – wat gebeurt er op straat? o Mensen moeten begrijpen wat de waarden van een samenleving zijn en wat die bijgevolg impliceren. We moeten hier meer over nadenken en mensen stimuleren tot de dialoog hierover, we praten hier te weinig over. o Het debat rond religies blijft voor moslims moeilijker. Deze roepen nog steeds extremere reacties op dan boeddhisme of hindoeïsme of …
20
Er zijn heel wat mensen op meer individuele basis bezig met solidariteit en integratie. We moeten ook die sleutelfiguren leren kennen en hen informeren en steunen. o De dialoog is belangrijk op individueel vlak, maar ook tussen groepen, gemeenschappen. o Contacten leggen in de openbare ruimte is in onze samenleving niet evident, dat maakt het voor nieuwe inwoners moeilijker om nieuwe netwerken op te bouwen. o Onbekend maakt onbemind. Er is weinig communicatie of 'sociale cohesie' onder de bewoners van eenzelfde straat of buurt. Veel mensen hebben vooroordelen ten opzichte van “vreemden” (Zijn ze wel proper?). Buren wachten vaak af tot de situatie van de nieuwe buren voldoende ingeschat is (Werken de buren? Zijn er kinderen?). o Iedereen voelt zich wat onwennig als hij/zij in contact komt met mensen die een andere taal spreken. Veel mensen weten niet goed hoe ze een gesprek kunnen starten of durven het niet goed. o Er zijn meer projecten nodig die inspelen op het bevorderen van communicatie en sociale cohesie . o Er bestaan heel wat misvattingen ten aanzien van allochtonen. Bepaalde thema’s worden vermeden of worden niet besproken. Ontmoeting, sociale cohesie en beeldvorming aan de aanbodzijde (stedelijke projecten) o Binnen de stad zijn er een aantal initiatieven die veel inspanningen leveren om van Kortrijk een heterogene stad te maken (bv. Kortrijk aan Culturen). Daarnaast zou het organiseren van ontmoetingsavonden, … een mogelijkheid zijn om dit nog sterker te maken. o Bij Kortrijk aan Culturen doen heel wat mensen van verschillende origine mee. De grote opkomst van verschillende mensen toont ook aan dat dit mogelijk is in Kortrijk. o Buurtfeesten en initiatieven als KortRIJK aan Culturen worden anderzijds wel sterk geapprecieerd. Er is een vraag naar meer (er zijn ideeën voor landenvoetbaltoernooien, openluchtoptredens, gemengde zanggroepen,…). Dit is belangrijk naar het interactieniveau, het leren kennen van elkaar als mensen, met een identiteit, religie,… Het kan een positief toonbeeld helpen bevorderen. o Blijvend inzetten op de 4 basisprojecten (KortRIJK aan Culturen, Tables D’hôtes, Interculturele wandeling, Internationale vrouwendag). Toch de belangrijke boodschap om als stad zelf geen extra projecten op te zetten, maar eerder de initiatieven vanuit de netwerken/organisaties (onderuit) te stimuleren en ondersteunen. De ontmoeting die spontaan groeit (aan de schoolpoort, rond de biljarttafel), die is het belangrijkst. o Bepaalde culturele activiteiten trekken steeds dezelfde mensen. Mensen blijven in zelfde kringen hangen. o Een aantal initiatieven neigen nu teveel naar exotisme. Het is belangrijk om niet teveel te focussen op één aspect van een cultuur om het exotischer te maken. Alles moet gekaderd worden, er moet uitwisseling zijn. Men moet de mens in al zijn verschillende identiteiten leren kennen. o In Kortrijk is het educatief aanbod rond diversiteit (voor de scholen en verenigingen) vrij beperkt, maar er is nochtans wel een grote vraag. De vraag is of de stad de aanbodverstrekkers meer ondersteuning kan bieden. Het is belangrijk om een kwalitatief en goed onderbouwd aanbod te hebben (inhoudelijk en methodisch) maar ook de investering in opleiding van vrijwilligers als aanbodverstrekkers heeft een belangrijke invloed op de eigenwaarde van deze mensen. o Religie kan een rol spelen bij integratie wanneer het geloof een stimulans is om betrokken te zijn bij de omgeving. Op het niveau van de leek is er te weinig wisselwerking. Bledi is interessant maar hoeveel autochtone jongeren gaan er binnen? Een dergelijk jeugdhuis kan, maar dan moeten er ook voldoende ‘gemengde’ 3 initiatieven zijn. Die menging gebeurt nog te weinig. Initiatieven als het netwerk brugfiguren zijn prima o
-
-
3
Het netwerk brugfiguren is een nieuw project in voorbereiding in 2009, met opstart in 2010. De brugfiguren communiceren binnen hun netwerk over projecten/ campagnes/ activiteiten in de stad.
21
-
om allochtonen meer te bereiken maar de omgekeerde beweging is ook noodzakelijk. Hier moeten we meer linken leggen. Te vaak willen mensen dingen forceren (om deel te nemen aan typisch Vlaamse evenementen, verenigingen,…). Allochtonen moeten zich kunnen inleven in de cultuur van het land waarnaar ze verhuizen, maar moeten ook de eigen cultuur (verbonden met identiteit) kunnen beleven.
Operationele doelstellingen 2.1 Ter bevordering van de sociale cohesie brengt de stad Kortrijk mensen samen om elkaar te ontmoeten en te dialogeren Resultaat Interculturele competenties zijn bevorderd Er zijn ontmoetingsmomenten tussen mensen met verschillende culturele achtergronden Overlegstructuren en partners Werkgroep KortRIJK aan Culturen (T), Directie Cultuur (O, D, T) Vrouwenorganisaties (D), Socio – Culturele verenigingen (D) Effect - indicatoren Er is een sociale cohesie in de stad Prestatie - indicatoren Verslaggeving vergaderingen projecten (bv. Internationale Vrouwendag, KortRIJK aan Culturen, Gastvrij Kortrijk, Tables D’hôtes…) Tijdstip van evaluatie jaarlijks 2.2 Organisaties of diensten die interculturele (interactiebevorderende) initiatieven opzetten, worden gestimuleerd en ondersteund. Resultaat Burgerinitiatieven krijgen voldoende instrumenten en ondersteuning Kortrijkse spelers met educatief aanbod rond diversiteit krijgen voldoende ondersteuning in de uitwerking van een kwaliteitsvol aanbod Overlegstructuren en partners Integratieraad (O), Noord-Zuidwerking, verenigingen (U), scholen (U),… Effect - indicatoren Er is diversiteit en dialoog binnen het maatschappelijk – sociale- leven Prestatie - indicatoren Aantal projecttoelagen Aantal ondersteuningsacties op maat (individueel) Verslagen werkgroep zelforganisaties Ondersteuningsaanbod voor aanbodverstrekkers van vorming m.b.t. diversiteit Tijdstip van evaluatie Jaarlijks (voortgang via jaarverslag) 2.3 Kortrijk stimuleert en activeert projecten die de gevoelsmatige betrokkenheid bij de stad vergroten Resultaat Er vinden projecten plaats in Kortrijk die burgers (algemeen) laten kennis maken met/ reflecteren over een gedeelde Kortrijkse identiteit. Overlegstructuren en partners Directie Cultuur (1302) (D), deSOM vzw (D/O),… Effect - indicatoren Er is een gedeeld gevoel van identiteit bij de burgers (burgers van een divers doelpubliek voelen zich verwant met de stad) Prestatie - indicatoren Inbedding binnen de cursus MO Projectvoorbereidingen en projectevaluaties Tijdstip van evaluatie Jaarlijks (voortgang via jaarverslag)
SD 3: Kortrijk is in 2012 geëvolueerd naar een meer taalvriendelijke en taalgevoelige omgeving met voldoende mogelijkheden voor het leren van Nederlands Omgevingsanalyse -
Er zijn een aantal noodzakelijke voorwaarden om deel te nemen aan de samenleving, zoals bijvoorbeeld kunnen communiceren (en dus Nederlands lezen, schrijven en spreken). Hierin moet de overheid tussen komen want iedereen moet de mogelijkheid krijgen om deel te nemen aan de samenleving (zonder af te wijken van onze basiswaarden en normen).
22
-
-
-
Nederlands moet je kunnen spreken en schrijven. Maar we mogen niet vergeten dat de mensen daarnaast ook nog heel wat andere dingen kunnen die belangrijk zijn. Het aanbod Nederlands moet beter aangepast en uitgebreid worden aan de verschillende doelgroepen. Het aanbod spreekt nu te weinig mensen aan en is vaak te duur. Lagere prijzen (of gratis lessen) zouden stimulerend werken. Nederlands leren binnen een inburgeringscursus is evident, maar aanvullende initiatieven van de stad zijn aangewezen (drempels wegwerken, meer toeleiden door sensibilisering, aanbod afstemmen) Minderjarige nieuwkomers die na een jaar onthaalklas in het gewone onderwijs terecht komen, hebben extra Nederlandse lessen nodig. Het is nodig om in Kortrijk te werken aan sympathieke initiatieven, om het leren en het praten van Nederlands te stimuleren. Het aanbod Nederlands moet ook meer afgestemd zijn op de arbeidsmarkt (wat nodig is op de werkvloer). De Stad Kortrijk kan werkgevers ondersteunen om werknemers Nederlands te laten leren. Het is belangrijk dat mensen er zich bewust van zijn dat het belangrijk is om traag en duidelijk te spreken tegen personen die het Nederlands niet als moedertaal hebben. Meertalige opvoeding o Het is nodig om ouders te sensibiliseren om het Nederlands voldoende te beheersen in functie van een geslaagde schoolcarrière van hun kinderen. o Ouders moeten hun kinderen stimuleren om buiten de klas met het Nederlands in contact te komen. Dit kan op verschillende manieren: door hun kinderen naar de Nederlandstalige TV te laten kijken, te laten lezen of naar een jeugdbeweging te laten gaan. Als kinderen thuis een andere taal spreken, zien we dat in Kortrijk (Vlaanderen) te veel als een handicap en te weinig als een troef. Meertaligheid is net een voordeel. Zie ook talenplan (stappenplan in het kader van laaggeletterdheid en meertaligheid)
Operationele doelstellingen 3.1 Kortrijk zet in op het gericht wegwerken van taalachterstanden Resultaat - Er is een voldoende en divers NT2 aanbod (Het aanbod Nederlands voor anderstaligen in Kortrijk dekt in toenemende mate de behoefte) - Er is afstemming bij de verschillende aanbieders van NT2 en de randvoorwaarden voor een vlotte deelname zijn vervuld (drempels zijn weggewerkt) - Verhoogde deelname aan taalcursussen Overlegstructuren en partners NT2-overleg (D), reflectiegroep en stuurgroep talenplan (T), deSOM vzw (D) Effect - indicatoren Meer Kortrijkzanen spreken, schrijven en lezen Nederlands en kunnen bijgevolg vlotter participeren aan de samenleving Prestatie - indicatoren - Verslaggeving en evaluatie (projecten in uitvoering van het) talenplan (bv. regeling terugbetaling inschrijvingsgelden, aanbod Nederlands voor ex OKAN leerlingen, Nederlands op de werkvloer, Zomerschool) - Verslaggeving NT2-overleg (deelname) - Toelage CBE Tijdstip van evaluatie Jaarlijks (voortgang in jaarverslag) 3.2 Inwoners, instellingen/ bedrijven van de stad Kortrijk worden gestimuleerd in hun taalgevoeligheid/ taalbewustzijn Resultaat Er is een groter taalbewustzijn in Kortrijk Overlegstructuren en partners NT2-overleg (D), reflectiegroep en stuurgroep talenplan (T), Integratieraad (D) Effect - indicatoren Meer Kortrijkzanen spreken, schrijven en lezen Nederlands en kunnen bijgevolg vlotter participeren aan de samenleving Prestatie - indicatoren Verslaggeving en evaluatie uitvoering talenplan (bv. taalcampagne, NT2
23
Tijdstip van evaluatie
toneel, actie Klare Taal,…) Evaluatie effecten campagne en talenplan (2012) Jaarlijks (voortgang in jaarverslag)
SD 4 : De stad Kortrijk streeft ernaar om gedragen oplossingen te vinden voor conflictueuze effecten van een grotere stedelijke diversiteit in de publieke ruimte Omgevingsanalyse -
-
-
Er leeft een bezorgdheid t.a.v. de islamitisering van de maatschappij. Het is voor de overheid (zowel de lokale als bovenlokale) van groot belang om steeds te bewaken dat er een scheiding blijft tussen geloof en staat. Dienstverlening gaan afstemmen op basis van één geloofsovertuiging werkt tegen gelijke kansen, niet ervoor. Misschien is de aanwezigheid van een doortrekkersterrein in Kortrijk een opportuniteit of een noodzakelijkheid om naar die groepen (ROMA) een aanbod te organiseren. Het samen leven in diversiteit heeft consequenties in de openbare ruimte. Er tekenen zich verschillen af op verschillende vlakken o wonen: grotere gezinnen in kleinere ruimtes, meer tijdelijke logees, andere normen naar onderhoud van de woning (voortuintjes, afval), ander levensritme (langer of meer lawaai maken) o inname openbare plaatsen (kinderen spelen langer buiten en vaak al op andere plaatsen, jongeren ‘hangen rond’ in groepjes,…) Onder heel wat mensen leeft een angstgevoel, veelal voor het onbekende (groepjes jongeren in het park, Zwevegemsestraat). Er zijn initiatieven nodig om het begrip en ‘het leren kennen’ te verhogen maar het is evenzeer belangrijk om mensen te informeren over de normen en waarden omtrent het wonen (naar bv. afval, lawaai,…). Discriminatie bestaat nog. De meeste gevallen van discriminatie zijn gesignaleerd in de sectoren ‘tewerkstelling’ en ‘huisvesting’. Er is nood aan een punt waar men terecht kan bij discriminatiesituaties. Het is ook belangrijk om mensen te sensibiliseren over wat discriminatie is en wat niet. Wie regels toe past krijgt soms het verwijt ‘racist’ te horen, terwijl het een uitvoering is van de wet of van regels voor alle klanten.
Operationele doelstellingen 4.1 De stad detecteert, bemiddelt en remedieert in conflicten rond het leefbaar samenleven in diversiteit. Resultaat Conflicten rond het samenleven in diversiteit krijgen een degelijke oplossing/opvolging (steeds in samenwerking met de partners van de stad) zodat burgers en organisaties zich gesterkt weten/voelen in het samen leven in diversiteit Overlegstructuren en partners Moskee (D) (O): Gebiedswerking, Politie, stadswachten en andere lokale actoren. Effect - indicatoren Het samen leven in diversiteit verloopt harmonieus Prestatie - indicatoren - Werkingsverslag meldpunt discriminatie - Overzicht overlegmomenten moskee - Overzicht acties Tijdstip van evaluatie Jaarlijks (voortgang in jaarverslag) 4.2 De stad Kortrijk faciliteert woonwagenbewoners, die tijdelijk in Kortrijk wensen te verblijven, met een doortrekkersterrein Resultaat Woonwagenbewoners, kunnen terecht op een speciaal daartoe ingericht doortrekkersterrein met een goed uitgebouwde infrastructuur en voldoende begeleiding De buurtbewoners zijn geïnformeerd over de opvolging en uitwerking
24
Overlegstructuren en partners
Effect - indicatoren Prestatie - indicatoren Tijdstip van evaluatie
van het doortrekkersterrein. Directie Facility, Directie Burger en Welzijn, Politie (T = Stuurgroep doortrekkersterrein) (U): Gebiedswerking, Directie Burger en Welzijn (cel economie, Warande) Er is een goede verstandhouding tussen de bezoekers van het doortrekkersterrein en de buurt Jaarlijkse rapportage werking doortrekkersterrein Jaarlijks
SD 5: De stad Kortrijk streeft een kwaliteitsvol diversiteitbeleid na Omgevingsanalyse Het is erg belangrijk dat er streefdoelen worden geformuleerd zodat we effectief resultaten kunnen meten. Het is belangrijk om voor op te stellen wat we willen bereiken en hiervoor zijn er realistische streefdoelen noodzakelijk.
Operationele doelstellingen 5.1. De diversiteitswerking voldoet aan de bepalingen van het kwaliteitsdecreet. Resultaat Er is een kwaliteitsvolle diversiteitswerking Er zijn indicatoren gekend voor een evaluatie van een globaal diversiteitsbeleid Overlegstructuren en partners Directie Personeel en Organisatie, Managementteam, extern expertisecentrum Effect - indicatoren Geen Prestatie - indicatoren - Kwaliteitshandboek - Onderzoek naar en vastleggen van prestatie indicatoren voor de evaluatie van een globaal diversiteitsbeleid (2010) - Implementatie in evaluatie (2011-2012) Tijdstip van evaluatie 2012 5.2. Het signaleren van knelpunten en goede initiatieven aan deSOM vzw. Resultaat - Er is een overzicht van knelpunten en goede initiatieven in de provincie - Er is een wisselwerking en samenwerking voor de opmaak en uitvoering van het diversiteitsbeleid Overlegstructuren en partners deSOM vzw (T) Effect - indicatoren Het diversiteitsbeleid in de provincie is afgestemd op elkaar Prestatie - indicatoren Verslaggeving provinciaal overleg Verslaggeving regio overleg Tijdstip van evaluatie Jaarlijks (voortgang in jaarverslag) 5.3. Het actualiseren van de omgevingsanalyse. Resultaat Er is een zicht op de knelpunten rond het samen leven in diversiteit en op de demografische ontwikkelingen Overlegstructuren en partners ICT (U), Integratieraad (D), Netwerk Vreemdelingen (D) Effect - indicatoren Geen Prestatie - indicatoren Overzicht knelpunten via verslaggeving Integratieraad en Netwerk Vreemdelingen Jaarlijkse demografische analyse Tijdstip van evaluatie Jaarlijks (voortgang in jaarverslag)
25
4. Instrumenten 4.1 Personeel en Budget Personeel • Integratiedienst: 1,5 FTE • Jaarlijks subsidiebedrag vanuit de Vlaamse overheid voor 1 voltijds personeelslid: voorlopig vastgesteld op 60.662 EUR (bedrag 2008)* Opmerking: subsidiebedrag onder voorbehoud van de uitvoeringsbesluiten ten gevolge van het nieuwe integratiedecreet van 22 april 2009
Budget (enkel budget vermelding diversiteitswerking) (zie ook 4.2): • Werkingsmiddelen (huidig = 2009 : 63.639 EUR) o o o
•
2010: 124.889 EUR (in uitvoering van Talenplan: voorziene stijging van 61.250 EUR) 2011: 154.889 EUR (in uitvoering van Talenplan: voorziene stijging van 30.000 EUR) 2012: 154.889 EUR
Stadsbegroting toelagen: 46.493 EUR (toelage CBE niet meegerekend want niet op begroting Integratie)
4.2 Projectschema Overzicht en planning van projecten vanuit de diversiteitswerking, onder voorbehoud van bijsturing. Dienstverlening en netwerking (regiefunctie) zijn niet opgenomen.
Niveau: Verkennen/ Opstarten/ Bestendigen/ Evalueren/ Bijsturen/ Uitbreiden/ Vernieuwen SD 1 1.1 Diversiteitsprocessen 1.2 Brochures MO wandeling Netwerk brugfiguren 1.3 Diversiteitsplan personeelsbeleid Nederlands op de werkvloer
2010
2011
2012
N: Verkennen/ B: 1.500 EUR
N: Opstarten/ B: 1.500 EUR
N: Bestendigen/ B: 1.500 EUR
N: Bestendigen/ B: 2500 EUR N: Evalueren/ B: 500 EUR N: Opstarten/ B: 10.000 EUR
N: Bijsturen/ B: 2500 EUR N: Uitbreiden/ B: 500 EUR N: Bestendigen/ B: 10.000 EUR
N: Bestendigen/ B: 2500 EUR N: Bestendigen/ B: 500 EUR N: Evalueren/ B: 10.000 EUR
N: Bestendigen/ B: nvt N: Opstarten / B: nvt
N: Evalueren/ B: nvt N: Bestendigen/ B: nvt
N: Vernieuwen/ B: nvt N: Evalueren/ B: nvt
1.4 Sensibiliseringsacties taalbeleid in bedrijven Bekendmakingsacties naar zelfstandige uitbaters 1.5 GOK Super Sim 0pvoedingsondersteunende ‘materialen taalprikkels’ 1.6 Acties gericht naar doorstroom, instroom en uitstroom van kwetsbare groepen naar het hoger/universitair onderwijs 1.7 Acties ter bevordering participatie van burgers aan het beleid 1.8 Regionaal overleg Minderheden Diversiteit en Senioren 1.9 Aanbod voor inburgeraars (sociaal perspectief) Overzicht samenwerkingsacties tussen adviesraden SD 2 2.1 Internationale Vrouwendag KortRIJK aan Culturen Gastvrij Kortrijk Tables D’hôtes Interculturele Wandeling
N: Verkennen/ B: 5000 EUR
N: Opstarten/ B: 5.000 EUR
N: Bestendigen/ B: 5.000 EUR
N: nvt/ B: nvt
N: Verkennen/ B: nvt
N: Opstarten/ B: nvt
N: Bijsturen/ B: nvt N: Bijsturen/ B: nvt N: Verkennen/ B: nvt
N: Bestendigen/ B: nvt N: Bestendigen/ B: nvt N: Opstarten/ B: nvt
N: Bestendigen/ B: nvt N: Bestendigen/ B: nvt N: Bestendigen/ B: nvt
N: Verkennen/ B: 3.000 EUR
N: Opstarten/ B: 2.500 EUR
N: Bestendigen/ B: 2.500 EUR
N: nvt / B: nvt
N: Verkennen/ B: nvt
N: Opstarten/ B: nvt
N: Bestendigen/ B: 500 EUR N: Verkenning/ B: 500 EUR
N: Bestendigen/ B: 500 EUR N: Opstarten/ B: 500 EUR
N: Bestendigen/ B: 500 EUR N: Bestendigen/ B: 500 EUR
N: Verkennen/ B: nvt
N: Opstarten/ B: nvt
N: Bestendigen/ B: nvt
N: Bestendigen/ B: nvt
N: Uitbreiden/ B: nvt
N: Evalueren/ B: nvt
2010
2011
2012
N: Bestendigen/ B: nvt N: Bestendigen/ B: 10.000 EUR (toelage) N: Bestendigen/ B: 1.500 EUR N: Bestendigen/ B: 1.500 EUR N : Bestendigen/ B : 500 EUR
N: Bestendigen/ B: nvt N: Bestendigen/ B: 10.000 EUR (toelage) N: Uitbreiden/ B: 1.500 EUR N: Uitbreiden/ B: 1.500 EUR N : / B : 500 EUR
N: Bestendigen/ B: nvt N: Bestendigen/ B: 10.000 EUR (toelage) N: Evalueren/ B: 1.500 EUR N: Bestendigen/ B: 1.500 EUR N: Bestendigen/ B: 500 EUR
27
2.2 Ondersteuningsaanbod voor aanbodverstrekkers van vorming m.b.t. diversiteit 2.3 Inbedding binnen de cursus MO Projectontwikkeling ‘Identiteit en Kortrijk’
N: Verkennen/ B: 1.500 EUR
N: Opstarten/ B: 1.500 EUR
N: Bestendigen/ B: 1.500 EUR
N: Evalueren/ B: nvt N: Verkennen/ B: nvt
N: Uitbreiden/ B: nvt N: Opstarten/ B: 1.500 EUR
N: Bestendigen/ B: nvt N: Evalueren/ B: 1.500 EUR
SD 3 Uitvoering Talenplan 3.1 Terugbetaling inschrijvingsgelden Nederlands op de schoolvloer Huiswerkbegeleiding secundair onderwijs Zomerschool 3.2 Taalcampagne
2010
2011
2012
N: Bestendigen/ B: 22.000 EUR N: Bestendigen/ B: 15.000 EUR N: Verkennen/ B: 23.000 EUR
N: Evalueren/ B: 22.000 EUR N: Evalueren/ B: 17.500 EUR N: Opstarten/ B: 50.000 EUR
N: Uitbreiden / B: 22.000 EUR N: Uitbreiden/ B: 17.500 EUR N: Bestendigen/ B: 50.000 EUR
N: Bijsturen/ B: 7.500 EUR
N: Bestendigen/ B: 7.500 EUR
N: Uitbreiden/ B: 7.500 EUR
N: Bestendigen/ B: 25.000 EUR
N: Bestendigen/ B: 25.000 EUR
N: Evalueren/ B: 25.000 EUR
SD 4 4.1 Meldpunt discriminatie 4.2 Doortrekkersterrein
2010
2011
2012
N: Opstarten/ B: nvt
N: Bestendigen/ B: nvt
N: Bestendigen/ B: nvt
N: Bestendigen/ B: 500 EUR
N: Evalueren/ B: 500 EUR
N: Bijsturen/ B: 500 EUR
SD 5 5.1 Evaluatie voor globaal diversiteitsbeleid (bepalen indicatoren, onderzoek uitvoeren)
2010
2011
2012
N: Verkennen/ B: 2.500 EUR
N: Opstarten/ B: 2.500 EUR
N: Evalueren/ B: 2.500 EUR
28
BIJLAGE 5.1 Evolutie aantal allochtonen* in Kortrijk 2006- 2009 Totaal aantal inwoners op 5 januari Aantal Inwoners in Kortrijk Aantal Belgen Aantal Vreemdelingen* * wachtregister incl. Aantal Belgische allochtonen
2006
2007
2008
2009
74 579 70 737 3 842
74 632 70 531 4101
74 669 70 506 4163
74 887 70 653 4234
3820
4023
4257
4472
118
115
119
125
2006 595 594 221 (+48 erkende vluchtelingen 178 12O 104 114
2007 645 582 196 (+81 erkende vluchtelingen) 224 127 106 109
2008 647 507 211 (+105 erkende vluchtelingen) 250 150 104 82 96
2009 631 518 221 (+ 123 erkende vluchtelingen) 257 144 99 99 97
2006 2839 3531 1096 195 7661
2007 2981 3781 1191 198 8124
2008 3100 3854 1257 193 11 8415
2009 3349 3921 1244 192 8706
(genaturaliseerd of door toekenning)
Aantal Nationaliteiten Nationaliteiten van niet Belgen 1. Frankrijk 2. Marokko 3. Rusland
4. Nederland 5. Armenië 6. Algerije 7. Polen 8. Turkije
Leeftijdscategorieën 0 tot 25 25 tot 50 50 tot 75 75 tot 95 + niet gekend TOTAAL
* Allochtonen worden hier gedefinieerd als = wie een niet-Belgisch paspoort heeft en wie Belg geworden is door naturalisatie of door toekenning. Dit is een eerder pragmatische invulling van de definitie omdat deze cijfers vrij eenvoudig in kaart te brengen zijn.