VERSLAG OVER 2001
Verantwoord en zorgvuldig
D
it Arbo- en Milieuverslag geeft een overzicht van de stand van zaken op arbo- en milieugebied bij Huntsman Holland over het jaar 2001. In dit verslag bespreken we niet alleen de inspanningen op milieugebied, maar we houden u ook op de hoogte van de prestaties op het gebied van veiligheid en gezondheid. Het is voor ons al de tiende keer dat we een milieuverslag uitbrengen. Dit verslag is bestemd voor onze medewerkers en hun gezinsleden, onze huisaannemers, buurbedrijven en milieuorganisaties. Daarnaast wordt het ter beschikking gesteld aan omwonenden en andere belangstellenden.
In de operationele sfeer is de overgang van ICI Holland BV naar Huntsman het afgelopen jaar volledig afgerond. Onze naam werd per 1 januari 2001 gewijzigd in Huntsman Holland BV. Hierbij zijn alle in het verleden door ICI gemaakte afspraken onverminderd van kracht gebleven. Wel heeft ICI nog een minderheidsbelang in Huntsman International, de holding waaronder de Polyurethanes Business ressorteert. Na ruim 2,5 jaar ervaring als onderdeel van Huntsman kunnen we met vreugde concluderen dat zaken als milieu, gezondheid en veiligheid zeker niet minder aandacht krijgen als voorheen bij ICI. ‘Nothing Polyurethanes Business does is worth getting hurt for’, is nog steeds uitgangspunt van beleid. Om deze reden is het verheugend te constateren dat het aantal recordable incidenten (ongevallen waarna medische verzorging noodzakelijk is) bij onze eigen medewerkers is teruggebracht tot slechts één. Helaas was het aantal recordable incidenten bij de op ons terrein werkende aannemers met vijf ongevallen boven het niveau van het jaar 2000, terwijl bovendien de aard van de letsels toenam en in een aantal gevallen werk moest worden verzuimd. Mede hierdoor werd de voor 2001 opgestelde ambitieuze doelstelling – vijf keer nul - niet gehaald. Met onze huisaannemers zijn inmiddels speciale programma’s gestart om met elkaar de prestatie op het gebied van veiligheid te verbeteren. De productierecords uit het jaar 2000 werden net niet gehaald. Met name door een langdurige onderhoudsstop van de MDI-2 fabriek waarbij het DADPM proces ingrijpend werd gewijzigd, bleef de productie van MDI achter. Als gevolg van de onderhoudsstop van de leverancier van chloor kon in deze periode de overmaat koolmonoxide uit de MDI-1 fabriek niet worden afgevoerd naar de chloorkringloopinstallatie op Bedrijvenpark Botlek, maar moest worden afgeblazen, waardoor de vergunningseis werd overschreden. In 2001 is het plan van aanpak voor het terugdringen van
Erik Barents: “goed op weg in het nieuwe millennium”
het geluid uit de MDI-2 fabriek opgesteld en aan het eind van dit jaar verwachten we te kunnen aantonen dat het milieugeluid op de referentiepunten in de woonomgeving in voldoende mate is teruggebracht. Verheugend blijft de verdere daling van het energieverbruik. In 2001 werd minder elektriciteit en stoom verbruikt dan in 2000, en dus ook minder CO2 uitgestoten bij het verbranden van het daarvoor benodigde aardgas. Per ton product is het energieverbruik lager dan ooit en gedaald naar 63,2% ten opzichte van het peiljaar 1989. Een daling dus van 36,8% die bijna het dubbele bedraagt van de doelstelling die de chemische industrie in 1989 overeenkwam met de overheid. Zeer tevreden kunnen we zijn over de kwaliteit van het gezuiverde afvalwater dat uit onze afvalwaterzuiveringsinstallatie (AWZI) geloosd wordt naar de Brittanniëhaven. Nooit eerder was het gezuiverde water zo schoon en met 2361 vervuilingseenheden is de doelstelling om minder dan 3000 vervuilingseenheden te lozen ruimschoots gehaald. Als gevolg van diverse maatregelen werd de hoeveelheid onopgeloste deeltjes in het gezuiverde water gehalveerd, waardoor ruim aan de lozingseis hiervoor werd voldaan. Voor de goede orde zij hierbij vermeld dat de AWZI ook al het afvalwater reinigt van onze buurbedrijven DuPont en Ineos. In 2001 is het Veiligheidsrapport ingediend bij de overheden. Hiermee is door Huntsman Holland de nieuwe richtlijn Besluit Risico Zware Ongevallen (BRZO’99) geïmplementeerd. Het rapport beschrijft vooral organisatorische aspecten waarmee grootschalige ongelukken voorkómen en beheerst kunnen worden. Het rapport bevestigt dat Huntsman de hoogste normen op het gebied van (externe) veiligheid hanteert. Erik Barents algemeen directeur
Resultaten 2001 Milieu
Gezondheid
Veiligheid
• Afvalwater schoner dan ooit: 2361 vervuilingseenheden • Energie efficiency lager dan ooit: ten opzichte van 1989 verbeterd met 36,8% • Geen incidenten met aantoonbare schade aan het milieu
• Winnaar van de Huntsman Presidents Award voor het ‘FIT’ programma
• Meer dan veertig maanden zonder verzuim incidenten voor Huntsman medewerkers
• Hoogste percentage deelnemers aan ‘op de fiets werkt beter’ actie
• Alle huisaannemers één jaar zonder verzuim incidenten
Doelstellingen 2002 Milieu
Gezondheid
Veiligheid
• Afval reduceren met 10 %
• Verder ontwikkelen van het gezondheidsmanagement programma • Werkplektraining voor computergebruikers • Uitbreiden bedrijfshygiëne metingen op de werkplek
• Aantal incidenten met 20% terugbrengen in 2005 • Implementeren van ADR 2001 wijzigingen • Verbetering losmethoden van tankwagens bij klanten
• Certificering volgens ISO14001 • Opstellen meerjarenplan BedrijfsMilieuPlan-3
Huntsman Arbo- & Milieuverslag 2001
1
mei 2002
Externe veiligheid
O
p grond van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen is Huntsman Holland aangewezen door de overheid als een VR-plichtig bedrijf. Dat betekent dat het bedrijf een Veiligheidsrapport (VR) moet opstellen. Deze verplichting vloeit voort uit de Post Seveso richtlijnen. Dit zijn richtlijnen, die in Europees verband zijn opgesteld, na een ongeluk in een chemische fabriek in Seveso (Italië). In 1999 zijn de richtlijnen herzien en in Nederland heeft dat geresulteerd in het Besluit Risico Zware Ongevallen (BRZO’99). Het nu geëiste Veiligheidsrapport komt in de plaats van de eerder gemaakte ArbeidsVeiligheidsRapporten (AVR) en Externe VeiligheidsRapporten (EVR).
Arbo- en Milieubeleid van Huntsman Holland BV Uitgangspunten bij alle activiteiten van Huntsman Holland BV zijn: • goede arbeidsomstandigheden voor onze medewerkers en personeel van derden werkzaam op onze locatie; • zorg voor de veiligheid en gezondheid van allen die in contact komen met onze activiteiten en producten; • zorg voor het milieu. Het is de verantwoordelijkheid van Huntsman Holland BV en al haar medewerkers om de installaties op een zodanige wijze te ontwerpen, te bouwen, te onderhouden, aan te passen en te bedienen, dat onnodige of onaanvaardbare risico’s voor mensen, het milieu of de directe omgeving voorkomen worden.
Nieuw bij het implementeren van het BRZO’99 is de nauwe samenwerking van milieudienst DCMR, Arbeids Inspectie, Brandweer en Rijkswaterstaat. Omdat het de eerste keer was dat er een dergelijk rapport opgesteld moest worden is er vooraf ook intensief overleg geweest met voornoemde diensten. Ook werd er bij buurbedrijven gekeken hoe het Veiligheidsrapport werd aangepakt. In het gehele Rijnmondgebied waren ongeveer veertig bedrijven die een rapport moesten opstellen.
Wij zullen tenminste voldoen aan wet- en regelgeving en andere bindende afspraken, de normen van de Huntsman Corporation en onze eigen normen voor de zorg voor de arbeidsomstandigheden en het milieu handhaven en door concrete doelstellingen, die periodiek geëvalueerd en bijgesteld worden, voortdurend streven naar verbetering. Wij zullen dit doen door middel van communicatie met, en consultatie en training van onze medewerkers in een sfeer van open samenwerking, waarbij we elkaar zullen aanspreken en helpen om dit doel te bereiken. De betrokkenheid en kennis van al onze medewerkers zijn essentieel voor het voorkomen van alle ongelukken en het verminderen van de milieubelasting.
Het Veiligheidsrapport maakt onderdeel uit van het Besluit Risico Zware Ongevallen (BRZO’99). In het Veiligheidsrapport dienen de gevaren geïdentificeerd te zijn en de daarvoor genomen preventieve en repressieve maatregelen. Het rapport geeft een indicatie van de risico’s van het bedrijf voor de omgeving. Verder omvat het Veiligheidsrapport het Preventie Beleid voor Zware Ongevallen (PBZO), een beschrijving van het VeiligheidsBeheerSysteem (VBS) en het bedrijfsnoodplan. Om bij een calamiteit snel een overzicht te hebben van potentiële gevaren beschikt de bewakingsdienst over een geactualiseerd overzicht van de op het fabrieksterrein aanwezige gevaarlijke stoffen.
Wij zullen over onze activiteiten en inspanningen een open dialoog met omwonenden voeren. Wij zullen ervoor zorgen dat deze verklaring bekend gemaakt wordt aan medewerkers en voor anderen beschikbaar is. “Zorg voor een veilige toekomst”
Erik Barents, algemeen directeur Huntsman Holland BV European Operations Director januari 2001
Gebruikte afkortingen ADR AVR AWZI BMP BRZO’99 BZV5 CFK CO CZV DADPM dB(A) DCMR DGSA Oefenen is nodig om voorbereid te zijn op mogelijke incidenten
DRSH
Het Veiligheidsrapport is op 3 februari 2001 ingediend bij het bevoegd gezag. Deze heeft het rapport aan de hand van een checklist beoordeeld op volledigheid. Het bleek noodzakelijk enkele zaken te verduidelijken en aan te vullen. Deze informatie is in mei aan het bevoegd gezag verstrekt. Als onderdeel van de beoordeling van het Veiligheidsrapport heeft de overheid ook een tweetal audits uitgevoerd. Een audit is een soort inspectie, waarbij gekeken wordt of de werkelijkheid, de praktijk overeenkomt met wat er opgeschreven is. Bovendien wordt er getoetst of alle elementen uit het BRZO’99 voldoende zijn behandeld in het VR. Op 1 en 3 mei werd een korte inspectie uitgevoerd. Van 26 november tot 11 december werd een uitgebreide audit, waarbij alle overheidsdiensten betrokken waren, uitgevoerd. Van al deze onderzoeken, de document controle, de inspectie en de audit is een (concept) rapport opgesteld. In dit rapport wordt een aantal tekortkomingen en verbeterpunten aangegeven. Inmiddels is een Plan van aanpak opgesteld om deze zaken te corrigeren. Dit Plan van aanpak is in het eerste kwartaal van 2002 besproken met de overheden en geaccepteerd.
EB EHS ENECO EO EOX HCFK HFK ie LBP LTA KWS MCB MDI NKj NOx NRB OSHA
Inhoudsopgave Pagina 1
Verantwoord en zorgvuldig Resultaten 2001 Doelstellingen 2002
pH Pagina 6/7
Rozenburg Fabrieken
Pagina 8
Externe veiligheid Afkortingen Beleidsverklaring
Bodem Geluid Afval
Pagina 9
Een goede buur EHS mijlpalen 2001
Pagina 3
Water Verdroging
Pagina 10
Veiligheid
Pagina 4
Lucht
Pagina 11
Gezondheid en Welzijn Colofon
Pagina 5
Energie Environmental Burden
Pagina 12
Responsible Care
Pagina 2
mei 2002
PO PU ve VNCI VOS WKC Wm VROM Wvo
2
Europese overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg Afval Verwerking Rijnmond afvalwaterzuiveringsinstallatie Bedrijfs Milieu Plan Besluit Risico Zware Ongevallen 1999 biochemisch zuurstofverbruik (maat voor de afbreekbaarheid van verontreinigingen in water, gemeten over een periode van vijf dagen) volledig met fluor en chloor gehalogeneerde koolwaterstof verbinding koolmonoxide chemisch zuurstofverbruik (maat voor de verontreiniging van afvalwater met organische stoffen) diaminodifenylmethaan, tussenproduct bij de vervaardiging van MDI Decibel, gewogen volgens de gevoeligheid van het menselijk oor DCMR Milieudienst Rijnmond Dangerous Goods Safety Adviser, veiligheidsadviseur vervoer gevaarlijke goederen gezamenlijke waterschappen Delfland, Rijnland, Schieland en Hollandse Eilanden en Waarden Environmental Burden, door ICI ontwikkelde methode voor het bepalen van milieubelasting Environment, Health and Safety (Milieu, Gezondheid en Veiligheid) regionaal energie bedrijf ethyleenoxide, grondstof voor polyolen extraheerbare organische halogeen verbindingen onvolledig met fluor en chloor gehalogeneerde koolwaterstof verbinding met maximaal drie koolstofatomen met fluor gehalogeneerde koolwaterstof verbinding met maximaal twee koolstofatomen inwonerequivalenten LocatieBeheerPlan lost time accident (ongeval dat tot verzuim leidt) koolwaterstof monochloorbenzeen, oplosmiddel bij de productie van MDI MethyleenDifenyldiIsocyanaat, grondstof voor PU stikstof-Kjeldahl, som van organisch gebonden en ammoniakale stikstof stikstofoxiden Nederlandse Richtlijn Bodembescherming Occupational Safety and Health Administration, federale organisatie in de VS, vergelijkbaar met de Arbeids Inspectie zuurgraad van oplossingen, waarbij zuren een pH hebben van 1 tot 6 en basen een pH van 8 tot 14 propyleenoxide, grondstof voor polyolen polyurethaan vervuilingseenheden Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie vluchtige organische stoffen Warmte-Kracht Centrale, efficiënte simultane opwek van elektriciteit en stoom Wet Milieubeheer Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren
Huntsman Arbo- & Milieuverslag 2001
Water
Lozing uit Huntsman Carrousel naar oppervlaktewater overzicht sinds invoering Wvo
50
D
e afvalwaterzuivering van het type ‘Carrousel’ is in 1977 in bedrijf genomen. Sinds die tijd zijn er voortdurend maatregelen genomen om de aanvoer van biologisch afbreekbare stoffen op de Carrousel zo gelijkmatig mogelijk te houden. Zo vindt er in de beide MDI fabrieken een verregaande voorzuivering van het procesafvalwater plaats, voordat het naar de Carrousel wordt gepompt. In de uitlaten van deze stromen zijn continu werkende meetapparaten geïnstalleerd, waardoor verhoogde lozingen onmiddellijk waargenomen worden en er tijdig actie genomen kan worden. Omdat water met verhoogde concentraties aan biologisch afbreekbaar materiaal overbelasting van het actief-slib kan veroorzaken, zijn twee buffertanks met een totale capaciteit van 2000 m3 aanwezig, waarin afvalwater, dat niet onmiddellijk kan worden behandeld, tijdelijk kan worden opgeslagen, voordat het gecontroleerd naar de Carrousel wordt gepompt. Het effluent van de AWZI wordt geloosd op het oppervlaktewater van de Brittanniëhaven, dat in open verbinding staat met de Noordzee.
Inwonersequivalenten *1000
45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
Ten opzichte van 2000 is de met het afvalwater aangevoerde hoeveelheid biologisch afbreekbaar materiaal met circa 10% afgenomen, waardoor thans ongeveer 45% van de geïnstalleerde verwerkingscapaciteit van de Carrousel wordt gebruikt. Hierdoor staat in noodgevallen een aanzienlijke reserve ter beschikking. De afname van de aanvoer houdt gelijke tred met de gemiddelde afname van de productie op het gehele terrein.
1971
1975
1980
1985
1990
1995
2001
werden tijdig gesignaleerd en konden in de buffervoorzieningen worden opgevangen. De lozingen naar het oppervlaktewater van fenol en organische stikstof verbindingen waren daardoor lager dan ooit. Ook de nieuwe effluentkolom, die eind 1998 in de MDI-1 fabriek werd geïnstalleerd, heeft zich opnieuw bewezen. De werking van deze voorziening, waarbij met behulp van stoom monochloorbenzeen (MCB) uit het fabrieksafvalwater wordt verwijderd en als oplosmiddel in het proces wordt hergebruikt, is zo effectief gebleken, dat doorgaans geen aantoonbare hoeveelheden MCB meer in het water aanwezig zijn. Als gevolg van een verkeerde schakeling vond tot tweemaal toe een geringe lozing plaats. In de overige dagen was de lozing met gemiddeld 15 gram/dag MCB op het niveau van 2000.
Terwijl de aanvoer op de AWZI dus met 10% terugliep, was de vervuilingswaarde van het effluent met 2361 vervuilingseenheden (ve) 34% lager dan in 2000. Nooit eerder in de geschiedenis van deze AWZI was de vervuilingswaarde zo laag en het zuiveringsrendement zo hoog, ver boven de ontwerpwaarde! Deze opmerkelijke prestatie werd vooral bereikt doordat vrijwel geen ernstige verstoringen van de goede werking van de Carrousel zijn opgetreden. De enkele incidentele lozingen waarbij uit de fabrieken meer dan gemiddeld verontreinigd afvalwater werd geloosd,
De lozing van zware metalen naar de haven is enigszins afgenomen. Met name de lozing van zink is gereduceerd als gevolg van betere controle op de concentraties corrosie-inhibitor in de koelsystemen op het gehele terrein. Na de in 2000 opgetreden lozingen aan niet-oplosbaar materiaal naar de haven, toen de vergunde jaarvracht met 5% werd overschreden, zijn de nodige maatregelen genomen. Zo werd een inline-turbidity meter in de afloop naar de haven geïnstalleerd, ter registratie van de troebelheid van het effluent. Ook werden laboratoriumproeven uitgevoerd met het doseren van diverse vlokmiddelen en coagulanten om de bezinking van vaste deeltjes in de nabezinktank te verbeteren. Op grond van deze resultaten is een uitgebreide praktijkproef uitgevoerd met het doseren van ijzerchloride aan de nabezinktank. Hierbij werd het gehalte aan onopgeloste deeltjes in het effluent gehalveerd en de vergunningseis voor deze parameter kon zonder problemen worden gehaald. Net als andere waterzuiveringsinstallaties kan onze Carrousel bij hevige regenval niet al het aangeboden water verwerken. Bij hevige regenval wordt een gedeelte van het proceswater, gemengd met grote hoeveelheden hemelwater, ongezuiverd geloosd. In de afgelopen jaren zijn diverse maatregelen genomen om het aantal malen dat dergelijke lozingen plaatsvinden, de overstortfrequentie, zoveel mogelijk te verminderen. Een extern adviesbureau heeft aangetoond dat aan het eind van 2000 de berekende overstortfrequentie 6,6 maal per jaar bedroeg. Hoewel hiermee voldaan werd aan de eis voor deze systemen, namelijk een overstortfrequentie van minder dan 7 maal per jaar, is in 2001 de bergingscapaciteit van het riool vergroot, waardoor de berekende overstortfrequentie thans 5,8 maal per jaar bedraagt.
De kwaliteit van het water wordt constant gecontroleerd
Verdroging
A
ls er meer grondwater wordt onttrokken dan wordt aangevuld, bijvoorbeeld middels neerslag, zal er op den duur verdroging van de grond optreden. Dit verschijnsel is ongunstig voor de groei van planten en voor biologische activiteit in de bodem. De overheid heeft daarom besloten het gebruik van grondwater zoveel mogelijk te beperken. Bij Huntsman Holland wordt geen grondwater onttrokken. Huntsman Holland neemt drinkwater alleen in voor huishoudelijke en sanitaire toepassingen. Dit water wordt geleverd door het Water Bedrijf Europoort dat drinkwater bereidt uit oppervlaktewater van de Brabantse Biesbosch en dus geen grondwater onttrekt. Voor de vervaardiging van proceswater gebruikt Huntsman oppervlaktewater uit het Brielsemeerwater. Dit water wordt rechtstreeks gedistribueerd als koelwater naar de diverse afnemers op het bedrijventerrein of wordt door Eurogen verder opgewerkt tot gedemineraliseerd water of ketelvoedingwater voor de productie van stoom.
Voor de productie van proceswater heeft Huntsman in 2001 in totaal 2,89 miljoen m3 oppervlaktewater ingenomen, 5% minder dan in 2000. Een belangrijke waterbesparende maatregel op de Rozenburg Fabrieken is het gebruik van verdampingskoeltorens. Elke fabriek bezit een of meer koeltorens waar koelwater verschillende keren gecirculeerd wordt voordat het gespuid wordt. Huntsman Arbo- & Milieuverslag 2001
Het Brielsemeer is de bron voor het proceswater van Huntsman
3
mei 2002
voorkómen door de dampen te leiden over de in 1996 geïnstalleerde zwavelzuurwasser. De emissies van EO en PO uit het proces bedragen in totaal 92 kg. Deze geringe emissie is de enige bijdrage in het thema ‘gevaarlijke stoffen naar lucht’. De emissie aan overige koolwaterstoffen uit deze fabriek bestaat voornamelijk uit alkanen die in zeer lage gehaltes in PO aanwezig zijn en bij de productie van polyolen niet aan het reactieproces deelnemen. Ten gevolge van een iets lager verbruik aan PO is deze emissie ten opzichte van 2000 met 20 kg afgenomen tot 2105 kg per jaar.
Lucht
E
missies van chemische stoffen naar de lucht hebben afhankelijk van de aard van de stof verschillende effecten ten gevolge. Allereerst is er het ontstaan van fotochemische smogvorming, het effect waarbij in de lager gelegen luchtlagen onder invloed van zonlicht ozon wordt gevormd, dat prikkelend werkt op de luchtwegen.
Vluchtige organische stoffen (VOS) uit diffuse bronnen
Smogvorming
Het sinds 1998 lopende programma om systematisch de diffuse emissies van koolwaterstoffen te verminderen in de MDI fabrieken en de Polyolen fabriek blijkt zeer succesvol. Dit programma, uitgevoerd door een gespecialiseerde firma, omvat het systematisch meten en indien nodig repareren of vervangen van afdichtingen, zoals flenzen, koppelingen en pompen. Werd bij de eerste meting in 1998 nog een totale VOS-uitstoot uit diffuse bronnen gemeten van 24 ton, in 2000 was deze teruggebracht tot 3,6 ton en in 2001 verder gedaald tot 1,4 ton.
De belangrijkste bijdrage van Huntsman Holland aan dit verschijnsel is de emissie van koolmonoxide. Koolmonoxide In de afgelopen jaar is de geproduceerde hoeveelheid MDI aanzienlijk toegenomen. Daarmee is ook het gebruik van de grondstof koolmonoxide (CO) in gelijke mate toegenomen. Omdat in het proces altijd een geringe overmaat CO noodzakelijk is, is de resterende hoeveelheid CO eveneens aanzienlijk toegenomen. Om te voorkómen dat de overtollige CO moet worden afgelaten naar de buitenlucht, wordt de CO van de beide MDI fabrieken sinds 1998 samen met chloorwaterstof per pijpleiding afgevoerd naar de chloorkringloopinstallatie (CKI) op Bedrijvenpark Botlek voor inzet als grondstof bij Shin-Etsu, waarbij CO omgezet wordt tot CO2.
Naar aanleiding van het voorkómen van het uitstoten van verneveld DADPM - een tussenproduct in het MDI proces - zijn in beide MDI fabrieken de nodige maatregelen genomen, zoals het vervangen van bestaande leidingen door speciale zeer hoogwaardige leidingen. Ter afronding van dit project is in 2001 de DADPM sectie van de MDI-1 fabriek volledig afgeschermd, waardoor geen spatverliezen naar buiten kunnen optreden.
Echter, niet alle CO wordt afgevoerd naar de CKI. Bijvoorbeeld tijdens opstart van een MDI fabriek, wanneer wel CO vrijkomt, maar nog geen chloorwaterstof wordt geproduceerd. Bovendien wordt in de MDI-1 fabriek een gedeelte van het uit CO en chloorwaterstof bestaande gasmengsel geabsorbeerd in water voor de productie van zoutzuur. De in dit gasmengsel aanwezige CO ontwijkt daarbij via de gaswasser naar de atmosfeer. Ook kan de CKI de in de gasstroom aanwezige CO niet altijd accepteren. In 2001 was er een langdurige onderhoudsstop van zowel onze MDI-2 fabriek als op het Bedrijvenpark Botlek, als gevolg waarvan de CO uit de MDI-1 fabriek langdurig moest worden afgeblazen naar de atmosfeer. De totale emissie van CO in 2001 bedroeg dan ook 400 ton, een verdubbeling van het niveau uit 2000 en een overschrijding van de vergunningseis voor de emissie van CO uit MDI-1 fabriek. Een onderzoek zal worden gestart om te bezien of de receptuur in de MDI-1 fabriek kan worden aangepast zodat CO te allen tijde naar Bedrijvenpark Botlek kan worden afgevoerd.
Aantasting van de ozonlaag Een aantal chloor- en broomhoudende koolwaterstoffen tast de ozonlaag in de stratosfeer aan, waardoor meer voor mens en dier schadelijke ultraviolette straling de aarde kan bereiken. Op de Rozenburg Fabrieken worden geen ozonaantastende CFK’s meer toegepast. In 1995 is een grote koelinstallatie in de MDI-1 fabriek omgebouwd waarbij CFK 12 werd vervangen door het ozonvriendelijke product HFK ‘Klea’ 134a. In een kleinere koelinstallatie in de MDI-1 fabriek wordt HCFK ‘Arcton’ 22 toegepast, dat een gering ozonlaag aantastend vermogen heeft. Ook in een aantal airconditioning systemen in fabriekskantoren wordt HCFK 22 gebruikt. Bij de nieuwe MDI-2 fabriek is uitsluitend gebruik gemaakt van ‘Klea’ 134a als koudemiddel. Alleen het HCFK 22 systeem in de MDI-1 fabriek geeft thans nog aanleiding tot incidentele lekverliezen. In de afgelopen jaren is een intensief onderhoudsprogramma gestart om lekkages van HCFK 22 te voorkomen. Ook zijn in 2000 opnieuw technische maatregelen bij dit systeem genomen. Ondanks al deze maatregelen was de uitstoot van HCFK 22 in 2001 in de orde van grootte als in het jaar 2000. Om deze reden is thans een onderzoek gestart naar de mogelijkheid om deze koelinstallatie te vervangen door een koeleenheid met een ander koudemiddel, dat geen effect heeft op de ozonlaag.
Vluchtige organische stoffen (VOS) Een in het algemeen belangrijke bijdrage aan het ontstaan van smogvorming is de uitstoot van vluchtige organische stoffen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen emissies, afkomstig uit een klein aantal grote procesonderdelen (puntbronnen) en lozingen uit vele kleine onderdelen, zoals flenzen, pompen en dergelijke, die we diffuse emissies noemen. Vergeleken met andere industriële activiteiten is de emissie van VOS bij Huntsman gering.
Ook bij de toepassing van ozonlaag aantastende stoffen in het product De rode afscherming van de DADPM-sectie van de MDI-1 fabriek zijn de nodige maatregelen genomen. De toepassing van CFK 11 als blaasmiddel in formulaties werd eind 1994 gestopt. De Polyurethanes Vluchtige organische stoffen (VOS) uit puntbronnen Business heeft zich in eerste instantie gericht op de technologie van watergeblazen PU schuimen en veel afnemers zijn op deze formulaties De totale emissie uit de puntbronnen is ten opzichte van het voorgaande overgeschakeld. Niettemin blijft een aantal afnemers de voorkeur geven jaar gedaald van 10,5 ton naar 5,6 ton. De grootste bijdrage aan de uitstoot van VOS vormen de emissies van monochloorbenzeen (MCB) uit de MDI aan blaasmiddelen met een gering ozonlaag aantastend vermogen, zoals fabrieken. In 2000 zijn verbeteringen aan de waskolom van de MDI-2 HCFK 141b. De Business is bezig om programma’s voor alternatieve fabriek doorgevoerd, waardoor de jaaremissie aan MCB uit beide fabrieken blaasmiddelen te ontwikkelen. is gereduceerd tot 2,5 ton. Een voor 2001 voorgenomen hermeting kon in Verzuring verband met onderhoudsstops en onvoorziene productie-onderbrekingen niet uitgevoerd worden. Weer een andere groep stoffen geeft aanleiding tot de vorming van zure regen. Uit de landbouw, industrie en verkeer worden ammoniak, De emissies van aniline uit de MDI-2 fabriek konden voorgaande jaren om stikstofoxide en zwaveldioxide uitgestoten. Deze stoffen reageren in technische redenen niet worden gemeten. Inmiddels zijn in de fabriek de onderste luchtlagen tot salpeterzuur en zwavelzuur, die met regen weer modificaties aangebracht om die metingen mogelijk te maken. neerslaan op de aarde. Door de lage pH heeft deze zure regen een nadelig Uit de in het jaar 2000 door TNO uitgevoerde metingen bleek dat de effect op bossen en gebouwen. Vanaf 1994 werd de emissie uitstoot meer bedroeg dan de ontwerpemissie en de vergunde lozing. In de van stikstofoxide door Huntsman reeds aanzienlijk teruggebracht door het loop van 2001 zijn procestechnische maatregelen genomen waardoor de uit bedrijf nemen van de eigen Warmte Kracht Centrale. En toen in 1998 werking van dit systeem is verbeterd. Door TNO uitgevoerde metingen hebben de grote afname van de emissie van aniline bevestigd. In totaal de destillatie-eenheid in de MDI-1 fabriek is overgeschakeld op stoom werd niet meer dan 0,3 ton aniline uitgestoten, terwijl dit in 2000 nog van Eurogen, konden de eigen gasgestookte fornuizen uit bedrijf 5,5 ton bedroeg. In de Polyolen fabriek worden de emissies van worden genomen, waardoor Huntsman Holland geen uitstoot meer van ethyleenoxide (EO) en propyleenoxide (PO) tijdens verlading en opslag deze stoffen heeft. mei 2002
4
Huntsman Arbo- & Milieuverslag 2001
Energie
P
er einde 2000 is de Meerjarenafspraak Energie afgerond. Dit convenant was een vrijwillige overeenkomst, gericht op het verbeteren van de energie-efficiency bij de gehele chemische industrie. De doelstelling was dat het energieverbruik per ton product in het jaar 2000 niet meer mag bedragen dan 80% ten opzichte van het peiljaar 1989.
het verbranden van aardgas van de ten behoeve van Huntsman opgewekte energie (elektriciteit en stoom) is in 2001 teruggelopen ten opzichte van 2000, deels door de iets lagere productie bij Huntsman, maar vooral door de gunstiger energie-efficiency van Eurogen.
Huntsman heeft dit ruim gehaald. In de periode 1989-2000 is het energieverbruik op de Rozenburg Fabrieken aanzienlijk efficiënter geworden. De grootste bijdrage aan de reductie van het energieverbruik werd geleverd rond de jaarwisseling 1994/1995 toen de gasturbines van ICI werden stilgelegd en overgeschakeld werd op de warmte-kracht centrale van Eurogen. De gestage verbetering vanaf 1997 is te danken aan het steeds beter benutten van de capaciteit voor de productie van MDI en de rustige bedrijfsvoering bij Eurogen. Deze trend heeft zich in 2001 voortgezet. In 2001 was de energie-efficiency gunstiger dan ooit: 63,2% ten opzichte van 1989. Hoewel de Meerjarenafspraak is afgerond, wordt de rapportage over 2001 op dezelfde wijze voortgezet.
ENERGIE-INDEX
% 120
100
80
60
40
20
0
1989
1991
1993
1995
1997
1999
2001
Het gebruik van energie heeft direct met milieu te maken. Immers, bij het opwekken van energie worden fossiele brandstoffen verbrand, zoals kolen, olie of aardgas, waarbij uitstoot van CO2 naar de atmosfeer optreedt. Dit gas, kooldioxide, wordt ook wel het broeikasgas genoemd, omdat het de belangrijkste oorzaak is van het broeikaseffect. Onder dit verschijnsel verstaan we het opwarmen van de aarde waardoor veranderingen in het klimaat zullen optreden. Het meest opvallende gevolg van deze veranderingen is de stijging van de zeespiegel, waardoor het gevaar voor overstromingen toeneemt.
Voor de periode 2001-2012 is een nieuw convenant met de overheid afgesproken, Energie Benchmarking, bestemd voor energie-intensieve bedrijven met een energieverbruik van meer dan 500.000 megajoule per jaar. In dit convenant wordt toegezegd om ten opzichte van vergelijkbare processen over de gehele wereld tot de beste 10% te behoren. Huntsman Holland heeft dit convenant inmiddels ondertekend. De uiteindelijk bij Eurogen uitgestoten hoeveelheid CO2 veroorzaakt door
Environmental Burden
I
n 1997 heeft ons toenmalige moederbedrijf ICI een methode geïntroduceerd om de milieubelasting ten gevolge van emissies van chemische stoffen te bepalen. Met deze ‘Environmental Burden’ (EB) methode kan de impact op een bepaald milieuthema op eenvoudige wijze worden berekend. In een oogopslag is te zien welke emissies de grootste bijdrage vormen binnen een milieuthema en welke emissies dus het eerst in aanmerking komen voor plannen tot vermindering.
stoffen naar lucht, lozing van zuurstofbindende stoffen naar water en lozing van gevaarlijke stoffen naar water. Huntsman heeft deze doelstelling voor de Polyurethanes Business overgenomen en de Rozenburg Fabrieken hebben deze doelstelling gerealiseerd. Daarnaast is de EB-waarde berekend voor de overige milieuthema’s - broeikaseffect, aantasting van de ozonlaag en vorming van fotochemische smog. Voor deze thema’s zijn echter geen reductiedoelstellingen vastgesteld, omdat Huntsman, net als de ICI Groep, slechts een relatief geringe bijdrage aan het mondiale totaal levert. Het verloop van de EB-waarde van alle bovengenoemde thema’s voor de Rozenburg Fabrieken vanaf 1995 is weergegeven in onderstaande grafieken.
Inmiddels is deze methode verwerkt in een handreiking voor de VNCI en de gehele chemische industrie in Nederland, die in 2000 is gepresenteerd en vertaald is naar milieukentallen. Als onderdeel van de Polyurethanes Business hebben de Rozenburg Fabrieken zich de afgelopen jaren ingespannen om de doelstelling voor het jaar 2000 te realiseren.
EBa = Som (W * PF)a
GEVAARLIJKE STOFFEN NAAR LUCHT EB, in ton benzeen equivalent per jaar 2.5
= Huntsman doelstelling 2000 2.0 1.5 1.0 0.5 0 1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
Emissie van gevaarlijke stoffen naar lucht, in het bijzonder stoffen die kankerverwekkend voor de mens zijn.
Dit ambitieuze plan hield in dat aan het einde van 2000 de EBwaarde voor vier milieuthema’s teruggebracht diende te worden met tenminste 50% ten opzichte van het peiljaar 1995. De betrokken milieuthema’s zijn: verzuring, emissie van gevaarlijke
Per milieuthema (a) is één stof gekozen als eenheid van vervuiling (equivalent) en vervolgens wordt de bijdrage van andere stoffen op hetzelfde milieuthema uitgedrukt met een weegfactor (PF) ten opzichte van deze eenheid van vervuiling. Deze weegfactoren zijn afkomstig uit de wetenschappelijke literatuur, waarbij onder andere het Centrum voor Energiebesparing en Schone Technologie in Delft geadviseerd heeft. De EB-waarde van een emissie wordt berekend door de jaaremissie in tonnen (W) te vermenigvuldigen met de weegfactor van die stof. Tenslotte worden per milieuthema de EB-waarden van alle emissies opgeteld.
ZUURSTOFBINDENDE STOFFEN NAAR WATER
GEVAARLIJKE STOFFEN NAAR WATER
VERZURING
EB, in ton zuurstofverbruik per jaar
EB, in ton koper/formaldehyde equivalent per jaar
EB, in ton H+ equivalent per jaar
400
= Huntsman doelstelling 2000
350
0.35
= Huntsman doelstelling 2000
0.30
300
= Huntsman doelstelling 2000 0.5
0.25
250
0.6
0.4
0.20
200
0.3
0.15
150 100
0.10
50
0.05
0
0 1995
1996
1997
1998
1999
2000
0.1 0 1995
2001
In water aanwezige chemische stoffen kunnen zuurstof aan het water onttrekken, die nodig is voor vissen en andere in het water levende organismen.
0.2
1996
1997
1998
1999
2000
De lozing van bepaalde chemische stoffen naar water kan nadelige effecten veroorzaken bij vissen en andere in het water levende organismen.
1996
1997
1998
1999
BROEIKASEFFECT
SMOGVORMING
AANTASTING VAN DE OZONLAAG
EB, in ton etheen equivalent per jaar
EB, in ton CFK 11 equivalent per jaar
45
120
40
5 4
30 80
25
3
20 15
60 40
2
10
20
1
5
0
0 1996
1997
1998
1999
2000
2001
Door de structurele opwarming van de aarde dreigt klimaatverandering en aantasting van leefomstandigheden.
2001
6
35
100
2000
Emissie van bepaalde gassen kan leiden tot zure regen, die plaatselijk milieuschade kan veroorzaken.
EB, in kiloton CO2 equivalent per jaar 140
1995
1995
2001
0 1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
Onder invloed van zonlicht kan in de onderste luchtlagen het schadelijke ozon gevormd worden, dat in combinatie met bepaalde chemische stoffen kan leiden tot smogvorming.
Huntsman Arbo- & Milieuverslag 2001
5
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
Door afbraak van de ozonlaag in de stratosfeer zal de UV straling die de aarde bereikt toenemen, wat kan leiden tot nadelige effecten voor de gezondheid.
mei 2002
MDI-2
MDI PROCES
In de MDI-2 fabriek wordt uit aniline, formaline, chloor, koolmonoxide en de hulpstof zoutzuur MDI gemaakt dat deels wordt geleverd aan onze klanten en deels wordt verwerkt in de Variants fabriek. De fabriek is erg herkenbaar door de verschillende heldere kleuren die zijn toegepast. Deze kleuren hebben een dubbele functie: enerzijds het herkenbaar maken van de verschillende stoffen die in het proces gebruikt worden en anderzijds het opvrolijken van de fabriek. De fabriek is opgestart in 1997. De productiecapaciteit van de MDI-2 fabriek is 180 kiloton MDI per jaar.
koolmonoxide
zoutzuur
chloor
aniline formaline
DADPM
FOSGEEN
natronloog
ruwe MDI chloorwaterstof
zuiveren
concentreren
scheiden
Waterfabriek In de Waterfabriek wordt proceswater bereid uit oppervlaktewater dat wordt opgepompt uit het Brielse Meer. Het ingenomen water wordt onthard en gezuiverd door vlokvorming. Het proceswater wordt vervolgens over een zandfilter geleid en gepompt naar de verschillende fabrieken voor gebruik als koelwater. Een deel van het proceswater wordt geleverd aan Eurogen die het verder opwerkt tot ketelvoedingwater voor de productie van stoom. De capaciteit bedraagt 640 m3 proceswater per uur.
opslag
Variants
MDI
D
e vervaardiging van MDI, een verzamelnaam voor een aantal vloeibare isocyanaten, vergt complexe chemische reacties. De grondstof aniline wordt met formaldehyde en zoutzuur omgezet in DADPM (de engelse afkorting voor di-aminodi-fenyl-methaan). De grondstoffen chloor en koolmonoxide worden omgezet in fosgeen dat in oplossing met DADPM reageert tot het ruwe MDI dat na zuivering de vloeibare eindproducten oplevert. Het bij de reactie gevormde chloorwaterstofgas wordt naar de chloorleverancier geretourneerd, zodat het eindproduct chloorvrij is. Een deel van de isocyanaten wordt direct aan de klant geleverd en een deel wordt in de Variants fabriek verder verwerkt. In deze fabriek reageert een deel van de MDI met polyolen, waardoor het product beter houdbaar en hanteerbaar wordt voor de klant.
mei 2002
Afvalwaterzuivering Al het afvalwater van de fabrieken op het bedrijventerrein ‘Rozenburg Fabrieken’ wordt in de afvalwaterzuivering van Huntsman verwerkt. In deze actief-slib installatie van het type Carrousel zijn miljarden micro-organismen aanwezig die de met het water meegevoerde verontreinigingen afbreken. De biomassa benut de bouwstoffen uit het afvalwater voor groei, waardoor het nodig is om het overschot aan biomassa te verwijderen en als zuiveringsslib af te voeren. De verwerkingscapaciteit van de afvalwaterzuivering bedraagt 3.400 kg Biochemisch Zuurstof Verbruik (BZV5) per dag.
6
Huntsman Arbo- & Milieuverslag 2001
ROZEN
MDI-1
NBURG
POLYOLEN PROCES
In de MDI-1 fabriek wordt evenals in de MDI-2 fabriek met behulp van hetzelfde chemische proces MDI geproduceerd. Om een veilig transport van de vele soorten chemicaliën te waarborgen worden de grondstoffen en eindproducten hoofdzakelijk via pijpleidingen aan- en afgevoerd. De fabriek is opgestart in 1972. De oorspronkelijke productiecapaciteit van de MDI-1 fabriek was 30 kiloton MDI per jaar en is inmiddels meer dan verdrievoudigd tot 100 kiloton per jaar! Vanwege deze uitzonderlijke prestatie en de leeftijd van de fabriek heeft deze de bijnaam ‘The Grand Old Lady’ gekregen.
propyleenoxide ethyleenoxide glycol, sucrose sorbitol, amine
POLYOLEN
neutraliseren
drogen
toevoegingen Polyolen In de Polyolen fabriek maken we twee groepen polyolen, namelijk de flexible- en de rigid polyols. Afhankelijk van het gewenste eindproduct (flexible- of rigid polyol) laten we glycolen (flexible), sorbitol, sucrose of amines reageren met propyleenoxide en ethyleenoxide. De polyol wordt voornamelijk via tankwagens getransporteerd naar onze klanten. Wanneer er een rigid polyol aan een isocyanaat (MDI) wordt toegevoegd ontstaat er een hard polyurethaan(schuim). Wanneer er een flexible polyol wordt toegevoegd aan een isocyanaat (MDI) ontstaat er een zacht polyurethaan (schuim). De productiecapaciteit van de Polyolen fabriek is 50 kiloton (basis) polyol per jaar.
Formulaties In de Formulatie fabriek worden van diverse soorten polyolen mengsels gemaakt met een aantal toevoegingen zoals katalysatoren of kleurstoffen. De producten die hier worden gemaakt zijn, net zoals bij de variants, toegesneden op de gewenste eindeffecten. De formulaties worden gemaakt door middel van zogenaamde blendprocessen. In grote roervaten (blenders) worden de basispolyolen gemengd met onder andere katalysator, blaasmiddelen en kleurstoffen. Er vindt dus geen reactie plaats! De productiecapaciteit van de Formulatie fabriek is 25 kiloton gemodificeerde polyol per jaar.
Variants In de Variants fabriek worden de ‘varianten’ van het isocyanaat (MDI) geproduceerd (zie processchema). De producten bestaan uit een isocyanaat dat gedeeltelijk reageert met een ondermaat polyol of polyester. Door dit reactieproces goed te beheersen worden de eigenschappen van het isocyanaatmolecuul in een bepaalde richting gestuurd. Hierdoor kunnen met dezelfde basismaterialen polyurethanen met uiteenlopende eigenschappen worden geproduceerd. De productiecapaciteit van de Variants fabriek is 100 kiloton gemodificeerde isocyanaten (MDI) per jaar.
Huntsman Arbo- & Milieuverslag 2001
7
opslag
Polyolen Formulaties
D
e Polyolen fabriek in Rozenburg produceert een grote verscheidenheid aan basispolyolen. Afhankelijk van het gewenste eindproduct, in hoofdzaak flexible (zacht) of rigid (hard) polyurethaan, laat men sorbitol, glycolen, sucrose of amines reageren met propyleenoxide (PO) en ethyleenoxide (EO). Hulpstoffen kunnen worden toegevoegd om bepaalde effecten in de eindtoepassing te verkrijgen. De polyol met hulpstoffen wordt formulatie genoemd. Wanneer een isocyanaat gemengd wordt met een polyol kan een grote verscheidenheid aan eindproducten worden verkregen. Afhankelijk van het soort isocyanaat, het soort polyol en de keuze van toevoegingen aan dit mengsel, kan het verkregen polyurethaanschuim variëren van zacht (matrassen), half hard (stuurwielen, dashboards) tot hard (isolatie, koelkasten, vriezers en huizen). Ook kunnen elastomeren worden vervaardigd voor zolen van sportschoenen en regenlaarzen.
mei 2002
Bodem
Geluid
D
O
e bodem vormt de fundering voor onze fabrieken, kantoren en infrastructuur en maakt daarmee een wezenlijk deel uit van onze werkomgeving. Daarnaast vormt de bodem de ader voor verschillende grondwaterstromen die uiteindelijk in het oppervlaktewater uitmonden.
p onze fabrieken maken we onderscheid in geluid dat hinder kan opleveren voor de omwonenden, het zogenaamde ‘milieu’ geluid, en geluid dat schade kan opleveren voor onze medewerkers, het zogenaamde ‘arbo’ geluid. Uiteraard kan een bron zowel bijdragen aan het milieu geluid als aan het arbo geluid.
Wij streven er daarom naar de bodem zoveel mogelijk te beschermen, zodat mens en het milieu geen schade ondervinden. Mocht er ondanks deze inspanning toch bodemverontreiniging optreden dan wordt deze zo spoedig mogelijk verwijderd. Zo hebben we in februari 2001 helaas te maken gehad met een incident waarbij lekkage van dieselolie was opgetreden. Gelukkig hebben we door snel te reageren de schade kunnen beperken en is de vervuiling inmiddels grotendeels gesaneerd. Het bodembeleid van Huntsman is in het locatiebeheerplan vastgelegd. In 2001 is het plan geactualiseerd volgens de nieuwe bodemwetgeving en zijn de acties die oorspronkelijk onderdeel van dit plan uitmaakten in een apart document, het actieplan, ondergebracht. Het monitoringplan beschrijft de wijze waarop Huntsman de beweging van de bestaande verontreinigingen als gevolg van de grondwaterstroming periodiek in kaart brengt. Tevens beschrijft dit plan hoe optredende verontreiniging tijdig gesignaleerd kan worden. Beide plannen zijn in hoofdlijnen door bevoegd gezag (Gemeente Rotterdam, Rijkswaterstaat en DCMR) goedgekeurd. Begin 2002 dienen de plannen volgens de officiële procedure ‘beschikt’ te worden. Vooruitlopend op het van kracht worden van het monitoringplan is de verspreiding van de verontreinigingen globaal in kaart gebracht.
Milieu geluid Na de in gebruikname van de MDI-2 fabriek (eind 1997) bleek het werkelijke geluidsvermogen ongeveer 10 decibel (dB(A)) hoger dan is toegestaan in de Wet milieubeheer vergunning. Door een adviesbureau zijn twintig bronnen in kaart gebracht die een belangrijke bijdrage leveren aan het totale geluidvermogen van deze fabriek. Vervolgens is met DCMR overeengekomen om in eerste instantie de vier grootste geluidsbronnen aan te pakken. In 2001 zijn verschillende metingen uitgevoerd om de meest effectieve geluidsmaatregelen voor deze bronnen te bepalen. Deze maatregelen zullen in 2002 worden uitgevoerd. Daarna zullen opnieuw geluidsmetingen worden verricht, om te bezien of aanvullende geluidsmaatregelen nodig zijn. In het kader van het Geluidsconvenant Rijnmond West (GRW) dient vóór 1 januari 2003 een aantal kosteneffectieve geluidsmaatregelen op de MDI-1 fabriek uitgevoerd te worden. Ten tijde van het vaststellen van deze maatregelen was de MDI-2 fabriek nog niet gebouwd en was de overschrijding van de vergunning dus nog niet aan de orde. Om toch aan de vergunning voor de totale locatie te voldoen zal bezien moeten worden of de voorgestelde maatregelen voor de MDI-1 fabriek uitgebreid kunnen worden. Het te hoge geluidsniveau van de MDI-2 fabriek wordt dan deels gecompenseerd, zodat per saldo het geluidsniveau van de locatie niet wordt overschreden.
De verontreiniging onder de MDI-1 fabriek, bestaande uit monochloorbenzeen (MCB) en aniline, blijkt zich minder snel te verspreiden dan oorspronkelijk werd aangenomen. Met name de verspreiding richting de Brittanniëhaven moet voorkomen worden, omdat de vervuiling negatieve gevolgen voor het watermilieu kan hebben. Gelukkig heeft de verontreiniging de haven nog lang niet bereikt. Ook de verspreiding van de overige verontreinigingen geeft geen aanleiding tot directe actie. Voor de Polyolen fabriek is een projectvoorstel uitgewerkt voor het plaatsen van overvulbeveiligingen op de opslagtanks. Met een overvulbeveiliging wordt voorkomen dat een tank overloopt door de toevoer automatisch te stoppen als de tank vol is. Afhankelijk van de financiële autorisatie kunnen de overvulbeveiligingen in 2002 geplaatst worden.
Arbo geluid Gedurende het hele jaar worden incidenteel metingen verricht aan installaties waarvan het vermoeden bestaat dat het geluidsniveau hoger is dan toegestaan volgens de Arbo-wet. Als het geluidsniveau immers hoger is dan 80 dB(A) kan dit al gehoorschade veroorzaken. Periodiek worden ook de zogenaamde geluidskaarten opgesteld. Hiertoe worden alle relevante werkplekken gemeten en wordt op een plattegrond aangegeven waar het geluidsniveau te hoog is. Op basis van deze kaarten kunnen maatregelen worden getroffen aan de installaties en kan gehoorbescherming verplicht worden gesteld. In 2002 worden de kaarten weer geactualiseerd.
In november 2001 is een nieuwe versie van de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB) geïntroduceerd. In de NRB staat beschreven welke voorzieningen en maatregelen aan installaties aangebracht dienen te worden zodat sprake is van een verwaarloosbaar risico voor het optreden van bodemverontreiniging. Met voorzieningen worden vloeistofdichte vloeren, overvulbeveiligingen en dergelijke bedoeld en met maatregelen wordt gedoeld op de meer organisatorische zaken als de training van de medewerkers om gemorst product snel op te kunnen ruimen. In 2002 worden alle installaties getoetst volgens deze richtlijn en wordt een verbeterplan opgezet, zodat de installaties volledig aan de richtlijn voldoen.
Afval
D
e hoeveelheid afvalstoffen, exclusief zuiveringsslib, die extern moest worden gestort (niet brandbaar) of in een afvalverwerkingsinstallatie moest worden verbrand, is ten opzichte van 2000 met 19% toegenomen tot 1228 ton. De hoeveelheid gevaarlijk afval is toegenomen tot 708 ton. Behalve 8 ton asbest uit deze categorie, die werd gestort op de C-2 deponie (gecontroleerde stortplaats) werd al het gevaarlijk afval verbrand bij AVR Chemie. De toename is volledig te wijten aan de uitgebreide onderhoudsstop in de MDI-2 fabriek en de daarna optredende problemen bij opstart.
Geluidsabsorberende omkasting voor de nieuwe vacuümpompen van de MDI-1 fabriek
Hergebruik/nuttige toepassing
Zuiveringsslib
Bij Huntsman worden gevaarlijke afvalstoffen zoveel mogelijk nuttig toegepast. Zo worden afgewerkte smeerolie en overtollige methanol, een bijproduct in het MDI proces, ingezet bij derden als alternatieve brandstof. Gechloreerde oplosmiddelen worden bij loonbedrijven gedestilleerd en teruggenomen.
De in 2001 afgevoerde hoeveelheid ontwaterd zuiveringsslib bedroeg 2936 ton, beduidend meer dan in 2000. Deze toename van 21% is veroorzaakt door het invoeren van een nieuwe werkwijze op de AWZI, waarbij ijzerchloride aan de toevoer naar de nabezinktank wordt gedoseerd, waardoor meer vaste stof wordt afgescheiden. Tijdens proefnemingen met deze nieuwe werkwijze werd ook een hoeveelheid niet steekvast zuiveringsslib afgevoerd.
De andere reststoffen worden zo veel mogelijk gescheiden ingezameld ten behoeve van optimaal hergebruik of nuttige toepassing. Dit betreft: papier, karton, ferro en non-ferro metalen, geleegde stalen vaten, hout, kunststof en niet verontreinigd bouw- en sloopafval. De totale hoeveelheid, die in 2001 voor hergebruik of nuttige toepassing werd afgevoerd, bedroeg 1898 ton, circa 9% meer dan in 2000,
Het zuiveringsslib werd ongewijzigd zonder problemen verbrand op de wervelbed-ovens van DRSH in Dordrecht. Verpakkingen
Afgevoerde afvalstoffen Huntsman Holland normaal bedrijfsafval en gevaarlijk afval
ZUIVERINGSSLIB Afgevoerde afvalstoffen Huntsman Holland 6.0
NORMAAL
3.0
GEVAARLIJK 5.0 kilo per ton product
ton x 1000 per jaar
2.5 2.0 1.5 1.0 0.5
4.0 3.0 2.0 1.0
0.0 1995
1996
1997
1998
1999
2000
mei 2002
2001
0.0 1995
1996
1997
1998
8
1999
2000
2001
Huntsman heeft in het kader van de ‘Regeling verpakking en verpakkingsafval’ het deelconvenant producenten/importeurs onderschreven. In dit verband zijn inspanningen verricht op het nemen van preventieve maatregelen om de milieubelasting van verpakkingen zo mogelijk te verminderen; hierover is gerapporteerd aan de Stichting Packchem. Er is een coördinator aangesteld voor een planmatige aanpak. Met de leverancier van de vaten voor gereed product werd afgesproken om de geleegde vaten na gebruik bij de afnemers op te halen voor reconditionering. Voor een aantal hulpstoffen is overgeschakeld naar Intermediate Bulk Containers (IBC’s), die meermalen gebruikt kunnen worden.
Huntsman Arbo- & Milieuverslag 2001
leveranciers. Voor meer dan tachtig procent ontvangen wij onze grondstoffen per pijpleiding van één of meerdere buurbedrijven. Maar ook onze eindproducten verlaten ons terrein weer via pijpleidingen zodat er duidelijk minder vrachtbewegingen op ons terrein waarneembaar zijn.
Een goede buur
C
ommuniceren met de directe omgeving is een belangrijk onderdeel van Responsible Care, het programma voor veiligheid, gezondheid en milieu. Het Responsible Care programma is in 1993 in Nederland van start gegaan. Vanaf de start is Huntsman Holland een enthousiast deelnemer en onderschrijft de zes aandachtsgebieden. Deze aandachtgebieden van Responsible Care zijn: procesveiligheid, distributie, gezondheid en veiligheid van zowel de eigen als de ingehuurde medewerkers, milieu, Product Stewardship en de in- en externe communicatie.
Huntsman Holland is sinds 1996 betrokken bij de Klankbordgroep Rozenburg. De Klankbordgroep is een platform waarin rond de gemeente Rozenburg gevestigde, grote chemiebedrijven een dialoog voeren met vertegenwoordigers van de bevolking van Rozenburg. Per jaar worden vier openbare bijeenkomsten georganiseerd die worden voorafgegaan door een bezoek aan een deelnemend bedrijf. Voorzitter van de Klankbordgroep is de burgemeester van Rozenburg. Na het bedrijfsbezoek is er gelegenheid om in een open dialoog met elkaar van gedachten te wisselen. De Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) heeft in samenwerking met Huntsman Holland in het najaar van 2001 een workshop ‘communiceren met de omgeving’ voor de lidbedrijven georganiseerd. Twee leden (waaronder een bewoonster uit de gemeente) van de Klankbordgroep Rozenburg vertelden op enthousiaste wijze over het belang van goede communicatie en de mogelijkheid om een dialoog met hun omgeving aan te gaan.
Op verzoek van de Rotterdamse milieuwethouder Els Kuijper organiseerde het Gemeentelijk Havenbedrijf voor de raadscommissie BuMi (Buitenruimte en Milieu) een excursie door het Rotterdamse havengebied. Voorzitter Els Kuijper en de Rotterdamse raadsleden wilden graag kennismaken met de eerste Horti Port Award winnaar Huntsman Holland. De Horti Port Award is een initiatief van het Gemeentelijk Havenbedrijf en heeft alles te maken met de aantrekkelijkheid van de Rotterdamse haven. De aantrekkelijkheid
meeste kinderen zijn inmiddels goed op de hoogte van ons adoptieproject en kennen allemaal wel iemand in Rozenburg die al eens bij ons op bezoek geweest is. De leerlingen mochten weer verschillende schuimtesten doen. Een bezoek aan het Research laboratorium en een kijkje in één van onze controlekamers maakten het voor de Rank’ers weer een stuk minder geheimzinnig. Samen met de leerlingen hebben we een flitsende paarse Rank Special gemaakt met de titel... KEIGAAF!
Noteer alvast in uw agenda Op verzoek van de Milieudienst Rijnmond (DCMR) bracht op donderdag 28 juni de Commissaris van de Koningin van Zuid-Holland, de heer Jan Franssen, een werkbezoek aan Huntsman Holland. Behalve Commissaris Franssen en een DCMR-delegatie was ook gedeputeerde Marcel Vissers aanwezig. De Commissaris was vooral geïnteresseerd in alle veiligheidsaspecten en onze contacten met de omgeving. Speciale aandacht was er tijdens dit bezoek voor de hoge en lage gasmeetdetectoren.
Open Dag Chemie 2 november 2002
EHS-mijlpalen 2001 januari • ‘Variants Vision 4’ wint Rozenburg EHS Award voor het vlekkeloos laten verlopen van een verbouwing in een draaiende fabriek • Start training omgaan met MDI/TDI voor chauffeurs van onze vervoerders
februari • Leveranciers ontvangen Product Stewardship training
maart • Gezondheidsprogramma ‘FIT’ winnaar van de ‘President’s Responsible Care Award’
april • Onze medewerkers hebben 1000 dagen zonder een verzuimongeval gewerkt • Negen huiscontractors hebben weer een oorkonde ontvangen omdat ze een jaar zonder verzuimincidenten bij Huntsman hebben gewerkt
mei • De onderhoudsstops van de beide MDI fabrieken zijn zonder ‘Recordable’ incidenten verlopen • Globale monitoring van de verontreinigingen op de locatie uitgevoerd • DGSA rapport uitgebracht
juni • Nieuwe trainingscyclus ‘Safe Driving’ gestart voor de medewerkers • Geluidswand geplaatst om de nieuwe vacuümpompen van de MDI-1 fabriek
juli • Huntsman produceert een ‘Emergency Response’ trainingsvideo voor de isocyanaten industrie
oktober
Het leven is chemie
Huntsman Holland heeft in 2001 weer meegedaan aan de Radio Rijnmond campagne ‘Het leven is chemie’. Ruim negenhonderd radiospotjes zijn het afgelopen jaar uitgezonden. Verschillende onderwerpen als veiligheid en milieu zijn uitgebreid in de ether geweest. De afdeling Public Relations van Huntsman was samen met Radio Rijnmond en Deltalinqs nauw betrokken bij de totstandkoming van de ‘chemie’ commercials. Uit onderzoek blijkt dat deze campagne bij de luisteraar positief wordt ontvangen. Op 15 mei hebben maar liefst 37 leerlingen van groep 7 van onze adoptieschool ‘De Rank’ uit Rozenburg weer een bezoek gebracht aan Huntsman. De
Huntsman Holland was tijdens de wereld havendagen één van de bedrijven die haar poorten wijd open had gezet voor het grote publiek. Het thema ‘Rotterdam is vele havens’ zorgde ondanks het slechte weer voor veel bezoekers. Het is duidelijk dat jullie trots zijn op jullie bedrijf. Deze woorden sprak de Rotterdamse havenwethouder Peter van Dijk na afloop van zijn bezoek aan Huntsman Holland op dinsdag 25 september 2001.
van fabrieksterreinen krijgt steeds meer aandacht. Het afgelopen jaar zijn er ruim achttienduizend leerlingen op bezoek geweest bij het Educatief Informatie Centrum (EIC) op de landtong in Rozenburg. Dat is een stijging van 21 % in vergelijking met 2000. Huntsman Holland is één van de excursiebedrijven waar de leerlingen een kijkje komen nemen. In samenwerking met Deltalinqs en het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam werkt Huntsman nauw samen om het Rotterdamse havengebied meer bekendheid te geven.
De heer Van Dijk was zeer geïnteresseerd in de contacten die wij hebben met het Gemeentelijk Havenbedrijf en het verhaal rond de infrastructuur met onze toe-
Huntsman Arbo- & Milieuverslag 2001
• Locatiebeheerplan, actieplan en monitoringplan geactualiseerd en in hoofdlijnen goedgekeurd door de overheid
november • Oorkonde voor het hoogste percentage deelnemers aan de actie ‘op de fiets werkt beter’ • Dieselolielekkage grotendeels gesaneerd
december • Onderzoeken en metingen uitgevoerd ten behoeve van de reductie van het geluidsniveau van de MDI-2 fabriek
‘Het leven is chemie’
9
mei 2002
Veiligheid
Frequentie Incidenten Huntsman Holland (Huntsman & Contractor medewerkers)
1,6
V
anaf 1 januari 2000 rapporteren de fabrieken van Huntsman in Rozenburg de incidenten volgens het Occupational Safety & Health Administration (OSHA) systeem. Het Amerikaanse OSHA is vergelijkbaar met onze Arbeids Inspectie (AI).
1,4
Recordable LTA
Frequentie
1,2
In de Verenigde Staten zijn bedrijven verplicht de ongevallen te melden aan het OSHA (zoals wij aan de AI rapporteren). Amerikaanse bedrijven die wereldwijd opereren gebruiken doorgaans deze methodiek voor al hun vestigingen. Op deze manier kunnen locaties in verschillende werelddelen met elkaar worden vergeleken op hun veiligheidsprestaties. De registratie gebeurt volgens een aantal vaste, eenvoudige regels. Je hebt incidenten die aan het OSHA gemeld moeten worden en incidenten die wel door het bedrijf moeten worden geregistreerd, maar niet hoeven te worden gemeld. In het eerste geval spreek je van (OSHA) recordable incidenten en in het tweede geval over eerste hulp (first aid) of bijna-ongevallen (near misses). Het gaat altijd om incidenten waarbij werknemers het risico hebben gelopen (ernstig) letsel op te lopen of daadwerkelijk gewond zijn geraakt.
1,0
0,8
0,6
0,4
0,2
0,0 1998
1999
Recordable
Na in 2000 een goed jaar te hebben beleefd – geen verzuimongevallen voor Huntsman medewerkers én contractors (aannemers) – moeten we helaas constateren dat de getallen voor 2001 een teruggang laten zien. Het aantal recordables is weliswaar gelijk gebleven (6), maar er zijn drie verzuimongevallen bij onze contractors te melden.
Recordable Verzuim
14.67 9.28 6.58 6.86
2.82 2.53 1.75 1.80
0.56 0.84 0.00 1.08
Voor de berekening van de Incident frequentie wordt door OSHA een vaste formule gehanteerd. Het aantal incidenten wordt vermenigvuldigd met 200.000 en vervolgens gedeeld door het totaal aantal uren dat door alle medewerkers is gewerkt. Het cijfer 200.000 staat voor een bedrijf met 100 medewerkers, die in een jaar 50 weken, 40 uur per week werken.
aantal incidenten x (200.000) totaal aantal gewerkte uren per jaar
n
Frequentie =
Hu
nts
ma
Aantal incidenten over 2001
FATAL LOST TIME
3
OR
1
DA
BLE
0
REC
RECORDABLE FIRST AID
Alle
rs
NEAR MISSES
Zonder Met verzuim verzuim 5 0 7 3 4 4 3 1 4 2 4 0 2 3
Berekening frequentie
Ongeval of beroepsziekte, waardoor een medewerker niet volledig zijn werkzaamheden kan uitvoeren, of (tijdelijk) overgeplaatst is Ongeval waarbij iemand het bewustzijn verliest
Medical Treatment (Medische Behandeling)
Ongeval of beroepsziekte waarbij medisch handelen van een arts of ander gekwalificeerd persoon nodig is
• Meermalige bezoeken aan Arbodienst • Tweede en derde graads brandwonden • Opname in het ziekenhuis
First Aid (eerste hulp)
Ongeval waarbij hooguit een eenmalige medische behandeling door een verpleegkundige of EHBO-er nodig is
• Eerstegraads brandwonden • Vuiltje in het oog • Observatie
0 0
7
Incident waarbij niemand gewond is geraakt, maar waarbij dit wel had kunnen gebeuren.
mei 2002
Aantal ongevallen per 200.000 gewerkte uren*
* vóór 1998 geen opgave gewerkte uren.
Voorbeeld
LOC = Loss Of Consciousness (Bewusteloosheid)
Gevaarlijke Gebeurtenis/Situatie
Recordable Verzuim 0.56 0.07 0.96 0.08 0.32 0.00 0.62 0.10 0.24 0.00 0.51 0.00 0.26 0.00
cto tra
Ongeval of beroepsziekte, waardoor een medewerker niet binnen 1 werkdag werkzaamheden kan hervatten
Alle 3.51 2.38 2.24 1.64 1.66 1.78 2.05
Con
LTA (Verzuim)
Totaal aantal ongevallen 21 28 25 22 22 16 22
Jaar 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001
Een steigerbouwer heeft tijdens het demonteren en wegvoeren van stellingmateriaal een vloerplaat tegen zijn voorhoofd gekregen, tussen veiligheidsbril en helm. De wond die hierdoor ontstaan is, werd met twee hechtingen gedicht. De medewerker kon na behandeling weer aan het werk. Omdat dit een medische behandeling is (door een arts uitgevoerd) is dit ongeval als recordable opgenomen in de statistieken.
Ongevallen met dodelijke afloop
Zonder Met verzuim verzuim 3 1 5 1 2 0 2 1 1 0 2 0 1 0
Recordable
Twee inleenkrachten zijn tijdens hun werkzaamheden gestruikeld of uitgegleden. De eerste is bij de garage van de portiersloge gestruikeld over een drempel en heeft hierbij zijn duim verstuikt. Omdat hij chauffeur is en door dit incident zijn werkzaamheden niet meer kon uitvoeren, is dit een verzuimongeval geworden. De tweede is een uitzendkracht die zijn enkel heeft verstuikt. Dit incident werd pas twee dagen later gemeld aan de leidinggevende op de afdeling. Hierdoor is moeilijk te achterhalen wat er precies gebeurd is. Doordat de medewerker twee dagen heeft thuisgezeten als gevolg van dit incident is dit ook een verzuimongeval geworden.
Fatal (dodelijk)
Aantal ongevallen per 200.000 gewerkte uren
Aantal ongevallen contractors:
Tijdens het afstellen van een regelklep in de werkplaats is de vinger van een contractor klem komen te zitten. De medewerker is voor behandeling naar het ziekenhuis gebracht. De dagen na het incident heeft hij zijn normale werkzaamheden niet kunnen uitvoeren, maar heeft hij aangepast werk gedaan.
Aard ongeval
Totaal aantal ongevallen 26 16 14 8 7 7 8
Jaar 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001
Op 30 november was er een gasontsnapping bij een buurbedrijf, waardoor medewerkers, die op dat tijdstip aan het werk waren gedurende een onderhoudsstop op de MDI-2 fabriek, blootgesteld werden aan het gas. Na controle bleek dat een aantal contractors zodanig last had dat ze voor controle naar de Arbo Unie zijn doorgestuurd. Eén contractor medewerker is doorgestuurd naar het ziekenhuis ter observatie. De volgende dag is gemeld dat hij niet aan het werk kon, omdat hij teveel last had van de gevolgen. Dit incident is gemeld als een verzuimongeval. Een Huntsman medewerker heeft zijn rug verdraaid op de Variantsfabriek bij het hanteren en koppelen van een laadarm. Deze was, doordat er wijzigingen waren aangebracht uit balans geraakt en te zwaar om te hanteren. Gevolg van dit incident was, dat de medewerker een aantal dagen aangepast werk moest verrichten.
Categorie
2001
Aantal ongevallen Huntsman medewerkers:
Recordables
Restricted Duty (Aangepast werk)
2000
273
10
RESTRICTED DUTY
LOSS OF CONSIOUSNESS MEDICAL TREATMENT
FIRST AID
NEAR MISSES
Huntsman Arbo- & Milieuverslag 2001
1
0 1
14
42
Gezondheid en Welzijn ij gezondheid en welzijn zijn er twee aspecten te onderscheiden; bedrijfsgezondheidszorg met specifieke zaken voor fabrieken en werkplaatsen en het algemene gezondheidsmanagement.
B
Bij zowel het vrijwillig als bij het verplichte periodiek gezondheidsonderzoek zijn vragenlijsten verstrekt, die meer inzicht moeten geven over de factoren binnen de organisatie die kunnen leiden tot stress bij medewerkers.
In het kader van de bedrijfsgezondheidszorg vindt periodiek medisch onderzoek plaats, onder andere bij mensen die perslucht moeten kunnen dragen en bij radiologische werkers. In de fabrieken, werkplaatsen en laboratoria worden, volgens een vastgesteld schema, atmosfeermetingen uitgevoerd om te zien of medewerkers blootgesteld worden aan te hoge concentraties van gevaarlijke stoffen.
De leidinggevenden hebben deelgenomen aan een training om problemen met alcohol, drugs en medicijnen bij hun medewerkers te kunnen signaleren. In het kader van meer bewegen heeft de werkgroep aangehaakt bij de fietsactie van het Verkeers Coördinatie Centrum Rijnmond (VCCR) om het fietsen bij het woon-werkverkeer te stimuleren. 61 medewerkers hebben aan de actie meegedaan. Dat komt er op neer dat tenminste 15% van de medewerkers regelmatig op de fiets naar zijn werk is gekomen.
Overschrijding Bij de bedrijfshygiëne metingen in 2001 is in drie gevallen overschrijding van de grenswaarden geconstateerd. In alle gevallen is er actie ondernomen om de oorzaak te achterhalen en maatregelen te treffen om herhaling te voorkomen. De overschrijdingen hebben geen gevolgen gehad voor de medewerkers. Het gaat in één geval om een Polyolen operator die bij het lossen van een tankwagen aan ethyleenoxide (EO) is blootgesteld. Na uitgebreid onderzoek is geconcludeerd dat de voorschriften voor het lossen van de EOtankwagen niet volledig gevolgd zijn, waardoor een overschrijding van de MAC waarde kon plaats vinden. De twee andere overschrijdingen betreffen blootstelling aan aniline. Een operator van de afdeling Site Utilities is tweemaal aan een te hoge concentratie blootgesteld. De oorzaak ligt in de opslag van verontreinigd afvalwater in de open bufferbak in combinatie met warm weer, waardoor de aniline uitdampt. Inmiddels zijn er maatregelen getroffen waardoor blootstelling aan hoge concentraties aniline vermeden wordt.
Het gezondheidsmanagement programma heeft onder de naam ‘FIT’ de President’s Responsible Care Award gewonnen, een jaarlijks door Polyurethanes uitgegeven prijs voor een bijzondere prestatie op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu.
Resultaten
Type meting
Aantal betrokken medewerkers
Gepland
Atmosferisch
164
447
476
473
Biologisch
130
10
13
13
16
64
64
64
Straling
Aantal metingen Uitgevoerd
FIT Het algemene gezondheidsmanagement wordt gecoördineerd door een stuurgroep. Voor de uitvoering is een zestal werkgroepen actief. Het gezondheidsmanagement programma omvat: • • • • • •
Het terugdringen van stress Alcohol, drugs en medicijnen Voorkomen van RSI Gezond eten Meer bewegen Ontmoedigen van roken
Huntsman medewerkers op kookles
Dit verslag is een uitgave van: Huntsman Holland BV, Postbus 1020, 3180 AA ROZENBURG. Aan dit verslag werkten mee: Iris Boender Jan van Erp Niko van Gent Hans Meerman Mick Pelupessy Vincent Smit Huig van Wijnen
Grafische verzorging: NOVAPRESS Graphic, Dirksland Voor nadere informatie over dit verslag en andere vragen over Huntsman, kunt u contact opnemen met Niko van Gent, Public Relations, telefoon 0181 - 29 21 52.
[email protected] www.huntsman.com
Op de fiets werkt beter!
Huntsman Arbo- & Milieuverslag 2001
11
mei 2002
Responsible Care Responsible Care is een initiatief van de chemische industrie. Vrijwel alle chemische bedrijven in Nederland, waaronder ook Huntsman, nemen deel aan dit programma. Deelname aan Responsible Care betekent dat je je als bedrijf systematisch en continu inspant om de prestaties op het gebied van milieu, gezondheid en veiligheid te verbeteren. De Nederlandse chemische industrie heeft het begrip ‘Responsible Care’ vertaald als Het Responsible Care programma kent zes aandachtsgebieden: procesveiligheid, distributie, gezondheid en veiligheid van zowel de eigen als de ingehuurde medewerkers, milieu, Product Stewardship en in- en externe communicatie. In dit artikel van het Arbo- en Milieuverslag wordt nader ingegaan op het aandachtsgebied Product Stewardship.
Product Stewardship Product Stewardship houdt in dat de verantwoordelijkheid van de producent voor zijn product niet ophoudt bij de fabriekspoort, maar zich uitstrekt over de hele keten, van grondstof- tot en met de afvalfase. Het hele proces van Product Stewardship verleent een toegevoegde waarde aan een product omdat het de nadelen voor zowel mens als milieu tot een minimum beperkt. Elk product heeft een zogenaamde levenscyclus. Als wij deze cyclus eens nader bekijken, wordt het duidelijk waarom Product Stewardship zo belangrijk is. De levenscyclus van een product kan in zeven stappen worden weergegeven en ziet er als volgt uit:
Ontwerp Recyclen – Hergebruik – Verwijderen als afval
Aanvoer
Wij streven ernaar producten te ontwikkelen die na gebruik kunnen worden gerecycled of voor allerlei andere toepassingen kunnen worden hergebruikt. Als laatste fase in de levenscyclus kan het polyurethaanschuim nog gecontroleerd worden verbrand waarmee de in het product opgeslagen energie kan worden teruggewonnen.
De ontwerpfase is het begin van de cyclus. Hier wordt de basis gelegd voor de aspecten van milieu, gezondheid en veiligheid in de levenscyclus van het product. Als het product dat ontwikkeld wordt baanbrekend is, wordt een uitvoerige risico-analyse uitgevoerd van zowel ons product als de producten die daarvan worden gemaakt. Huntsman stelt hoge eisen aan de mate waarin de leveranciers van onze grondstoffen milieuverantwoord en veilig werken. De leveranciers worden regelmatig op deze aspecten gecontroleerd. Als blijkt dat niet aan onze eisen wordt voldaan en er ook geen verbeteringen worden doorgevoerd dan mag er niet meer worden geleverd.
Gebruik van polyurethaanproducten
Productie
Voor het gebruik van polyurethaanproducten zijn verschillende aspecten van milieu, gezondheid en veiligheid van belang. Huntsman zoekt samen met de klant continu naar nieuwe milieuvriendelijke en veilige toepassingen van haar producten.
Gebruik van chemicaliën
De klant wordt tijdens het gebruik van onze producten geconfronteerd met vrijwel dezelfde aspecten van milieu, gezondheid en veiligheid als waarmee wij zelf tijdens de productie te maken hebben. Regelmatig bezoeken wij onze klanten en geven advies hoe met onze producten om te gaan. Op deze wijze leren zij onze producten op een veilige manier te hanteren en te beheren.
Opslag, Verpakking & Distributie
Onze producten worden opgeslagen in opslagtanks en worden vervolgens verpakt in vaten, intermediate bulk containers (IBC’s) of tankcontainers voor levering aan onze klanten. In de nationale en internationale wetgeving worden strenge eisen gesteld aan de opslag en het transport van chemicaliën. Het spreekt vanzelf dat lekkages en morsingen tijdens de op- en overslag voorkomen dienen te worden.
Bij het productieproces in onze fabrieken worden uit een groot aantal grondstoffen MDI en diverse soorten polyolen vervaardigd, waarvan onze afnemers polyurethaanschuim maken. Wij streven ernaar het proces zo efficiënt mogelijk te laten verlopen, dus met een zo laag mogelijk energieverbruik en met een minimale uitstoot aan milieubelastende stoffen naar lucht, water of bodem. Ter wille van de omwonenden en onze eigen medewerkers hanteren wij daarbij de hoogste normen op het gebied van veiligheid.
Een voorbeeld Polyurethaanschuim in koelkasten.
Vóór aflevering wordt gecontroleerd of de klant de juiste voorzieningen heeft om onze producten op te slaan en te verwerken. Het transport van de chemicaliën vindt plaats over de weg, in moderne en hoogwaardige tankwagens. De door de klant geproduceerde koelkast wanden en deuren worden tijdens het productieproces volgespoten met polyurethaanschuim. Als de koelkast na vele jaren gebruik wordt vervangen wordt deze als witgoed ingezameld, waarna gespecialiseerde firma’s de koelkast ontmantelen en scheiden in de diverse onderdelen. Het polyurethaanschuim uit de koelkast kan worden verwerkt tot plaatmateriaal (Ecoprom) met bijzondere eigenschappen: sterk, flexibel en watervast.
Bij de ontwikkeling in de research afdeling van Huntsman Polyurethanes wordt al rekening gehouden met de eigenschappen van polyurethaanschuim in koelkasten. Het schuim moet een zeer hoge isolatiewaarde hebben, zodat de koelkast energiezuinig is en er mogen geen voor het milieu gevaarlijke gassen uit het schuim ontsnappen. Aan de hand van deze eisen worden een MDI en een bijbehorend polyol geselecteerd. Eerst op kleine schaal in het laboratorium van Huntsman. Vervolgens worden de chemicaliën in de fabrieken op Rozenburg geproduceerd. mei 2002
12
Huntsman Arbo- & Milieuverslag 2001