Stichting
ARBO La Guardiaweg 4 1043 DG Amsterdam Telefoon (020) - 580 55 80 Telefax (020) - 580 55 55 Correspondentieadres: Postbus 81 l 4 1005 AC Amsterdam
ARBEID EN GEZONDHEID VAN STEIGERBOWVERS
Samenvattend overzicht van een reeks Arbouw-onderzoeken
Amsterdam, januari 1995
Verbetering van arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid
INHOUD
DE STEIGERBOUWER Inleiding Schets van het beroep Ziekteverzuim en WAO-cijfers STEIGERBOUWERS OVER HUN WERKBELASTING ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN VAN DE STEIGERBOUWER Inleiding Lichamelijke belasting en gezondheid Veiligheid Vakopleiding CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Conclusies Oplossingen Aanbevelingen Literatuur Bijlage 1: Beoordelingsrichtlijn steigerelementen Bijlage 2: Wet en regelgeving offshore
1.
DE STEIGERBOUWER
1.1.
Inleiding
Het bouwen van steigers is een belangrijke activiteit in de bouw. Enkele duizenden steigerbouwers zijn dagelijks bezig met montage en demontage van steigers. Steigerbouw behoort tot de zwaarste beroepen in de bouw. In 1992 bedroeg het ziekteverzuimpercentage bijna 20% en trad 5% van de steigerbouwers in de WAO. Meer dan de helft van het ziekteverzuim wordt veroorzaakt door ziekten van het houdings- en bewegingsapparaat. In opdracht van de Stichting Arbouw is de afgelopen jaren een reeks onderzoeken uitgevoerd naar arbeid en gezondheid van steigerbouwers. Deze onderzoeken werden uitgevoerd door wetenschappers uit verschillende universitaire- en kennis-instituten in samenwerking met de branche en de Stichting Arbouw. In deze publikatie wordt een overzicht gegeven van deze reeks onderzoeken. Om de samenhang tussen de verschillende deelonderzoeken en het belang van het onderzoek voor de branche duidelijk te maken, worden de belangrijkste knelpunten, aanbevelingen en oplossingen samenvattend gepresenteerd. De publikatie is tot stand gekomen in samenwerking met Van der Laan Consultancy voor Arbeid en Gezondheid. Het doel van deze publikatie is, dat het steigerbouwbedrijf: - knelpunten op het terrein van arbeid en gezondheid kan herkennen en erkennen; - inzicht krijgt in de stand van zaken met betrekking tot oplossingen (mechanisering horizontaal en verticaal transport, minder zwaar materieel en betere veiligheid); - een hulpmiddel wordt geboden voor het te voeren arbobeleid. De rode draad in deze publikatie wordt gevormd door een drietal vragen: - Wat ervaren steigerbouwers als knelpunten? - Hoe oordelen deskundigen over arbeid en gezondheid van steigerbouwers? - In welke richting moeten gezamenlijk praktische oplossingen worden gezocht? In het hoofdstuk 1.2. wordt een schets van het beroep gegeven en zijn recente ziektevermim- en WAO-cijfers opgenomen. Hoe steigerbouwers hun werk ervaren, de gezondheidsbeleving, werkbeleving en belastende omstandigheden wordt in hoofdstuk 2 beschreven.
In hoofdstuk 3 komen de arbeidsomstandigheden, waaronder de lichamelijke belasting, aan de orde. Hoofdstuk 4 bevat conclusies van onderzoek naar arbeid en gezondheid van steigerbouwers met aanbevelingen voor veilig en gezond steigerbouwen. In de bijlage is de wet- en regelgeving die betrekking heeft op steigerbouw offshore samengevat.
1.2.
Schets van het beroep
Algemeen Parallel aan de ontwikkeling van bouwtechnieken is de steigerbouw als hulpconstructie bij het maken, verbeteren of herstellen van bouwwerken een steeds meer een gespecialiseerde activiteit geworden. Vroeger werd de steigerbouw voornamelijk door opperlieden als neventaak bedreven. Door de ontwikkeling van beter materieel ontstond een specialisatie: in Nederland zijn tussen de 2000 en 3000 steigerbouwers werkzaam. Het merendeel is in dienst van één van de zes grote (meer dan 50 werknemers) steigerbouwbedrijven. De activiteiten die steigerbouwers uitvoeren variëren van het plaatsen van een rechte steiger bij de nieuwbouw van woningen tot complexe uitbouwsteigers rond industriële installaties. Ook ten behoeve van scheepsbouw, kunstwerken in de weg- en waterbouw en -activiteiten wordt veel steigerwerk verricht. Werkzaamheden
De steigerbouwer bouwt steigers aan de hand van tekeningen of volgens aanwijzingen met behulp van metalen steigerpijpen en steigerplanken of- schotten. Hij kan daarbij gebruik maken van verschillende steigersystemen. Voordat met de steigerbouw kan worden begonnen wordt d e plaats waar de steiger komt te staan, opgeruimd en waar nodig uitgevlakt. Op de plaatsen waar de staanders komen te staan, worden sloffen gelegd en stalen voetplaten (universeelsteigers) of voetspindels (systeemsteigers) geplaatst. Staanders worden geplaatst en verbonden met kortelingen en liggers. Als het eerste bordes is gemonteerd, worden er steigerdelen (planken of schotten) opgelegd zodat er een werkvloer ontstaat. Vanaf deze werkvloer kan een volgend bordes worden aangebracht. Er worden schoren (schuine verbindingen) aangebracht voor de stabiliteit van de steiger. Tenslotte brengt men leuningen en kantplanken (voorkomt het vallen van het materieel) aan. Het afbreken van de steiger behoort eveneens tot de taak van de steigerbouwer. D e steiger-bouwer werkt in een ploeg met een bepaalde taakverdeling. De ploeg bestaat meestal uit een eerste steigerbouwer, een tweede bouwer en een steigerbouw-sjouwer (hulp). De werkzaamheden van een steigerbouwer zijn in een aantal hoofdtaken onder te verdelen: - materieel versjouwen; - steiger opbouwen; - steiger afbreken.
Steigersoorten Er wordt in het algemeen gewerkt met stalen steigers. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de universele steiger, de systeemsteiger en de frame- of jukkensteiger. De universele steiger wordt opgebouwd uit een combinatie van stalen pijpen met een lengte tot 6 meter, koppelingen en planken, waarbij allerlei vormen, lengten en dikten mogelijk zijn. Bij de systeemsteiger worden staanders en liggers op vaste afstanden gemonteerd. Dit heeft als voordeel een snelle (de)montage. De frame- of jukkensteiger wordt opgebouwd uit elementen (bestaande uit staanders met verbindingsframe) waardoor een snelle (de-)montage mogelijk is. Door de vereiste sterkte van de steiger is de toepassing van de lichte aluminium steigers beperkt tot die toepassingen waar minder sterkte vereist is, zoals bij schilder-, montage- en inspectiedoeleinden. Materieel Steigerbouwsystemen hebben een verschillende samenstelling. Het materieel bestaat uit verschillende steigerelementen die vaak worden hergebruikt: - voetstukken; - steigerbuizen (staanders, liggers, diagonalen); - planken en vloerdelen; - trappen; - koppelingen en spieën; - kantplankhouders. Hulpmiddelen Middelen voor horizontaal transport zijn: - een palletwagen met lage randen (50-60 cm) en twee vaste wielen en een korf om kleine -
onderdelen mee te vervoeren. Alleen toepasbaar bij goed berijdbare ondergrond; een steekwagen met grote wielen en lange vorken.
Middelen voor verticaal transport zijn: - vorkheft~cks,verreikers; - hijslier met aangepaste zwenkarm; - tandheugellift of toplift; - (mobiele) bouwkraan.
1.3.
Ziekteverzuim- en WAO-cijfers
In onderstaande tabel wordt een overzicht van de ziekteverzuim- en WAO-cijfers van steigerbouwers gepresenteerd. Tussen haakjes staan ter vergelijking de cijfers van de bouwnijverheid. Beide reeksen hebben betrekking op werknemers op de bouwplaats.
Verzuimgegevens Steigerbouwbedrijf (en Bouwhedrijt] 1992
Leeftijd
Verzuimpercentage
Meldingsfrequentie
< 20
13,33
(6,961
3,40
(2,191
25-29
18,02
(9,211
3,lO
(1,80)
30-34
17,31
(10,Oo)
2,52
(1,671
35-44
15,68
(9,721
2,21
(1,331
45-54
15,87
(10,151
1,46
(1,001
> 55
18,94
(1 1.81)
1.31
(0,861
Totaal
16,834
(966)
2,45
(1,47)
WAO-intrede percentage
I
Vergelijking tussen de verzuimcijfers van het steigerbouwbedrijf en het bouwbedrijf laat zien dat het verzuimpercentage en verzuimfrequentie onder steigerbouwers in alle leeftijdscategorieën beduidend hoger is en dat steigerbouwers een hoger WAO-toetredingspercentage hebben. Opvallend is het relatief hoge ziekteverzuim in de jongere leeftijdsgroepen. Door de Wetenschapswinkel van de Erasmus Universiteit is een analyse van het ziekteverzuim in een groot steigerbouwbedrijf uitgevoerd (van Kooten en Land, 1991). Hieruit kwam naar voren dat de relatief hoge meldingsfrequentie het meest opvallend is. De verzuimduur is vergelijkbaar met de gemiddelde verzuimduur in de bouwnijverheid. Het relatief hoge meldingspercentage is verantwoordelijk voor het hoge verzuimpercentage. De hogere meldingsfrequenties kwamen ook hier voor onder jongere werknemers, werknemers in de lagere functies en onder werknemers die nog betrekkelijk kort in dienst zijn.
2. STEIGERBOUWERS OVER HUN WERKBELASTING
Wat steigerbouwers zelf van hun werk vinden, wat er goed aan is en wat de knelpunten zijn, is erg belangrijk. Vanzelfsprekend wordt het gegeven antwoord gekleurd door de dag. Toch kan een betrouwbaar beeld van de ervaren werkbelasting verkregen worden door dit op een systematische wijze bij een groep steigerbouwers na te gaan en het te vergelijken met anderen. "Welke aspecten van het werk van de steigerbouwer zijn zo belastend dat het een negatieve invloed op de gezondheid zou kunnen hebben?" Het antwoord hierop kan worden verkregen door de gegevens van periodiek bedrijfsgezondheidkundig onderzoek bij steigerbouwers te bundelen, te benoemen en te bewerken. Daarnaast is onlangs een diepgaand vragenlijstonderzoek bij een grote groep steigerbouwers gehouden (Universiteit Utrecht). Het resultaat van dit onderzoek betreft de hiernavolgende aandachtspunten. Leeftij d en ervaring De leeftijd is van invloed op de gezondheid van de steigerbouwer. Naarmate men ouder wordt, voelt men zich minder goed, heeft men meer last van rug- en spierklachten en voelt men zich meer gespannen en gejaagd. Reistijden Over het algemeen is men relatief lang bezig om van huis op het werk te komen. 29% heeft hiervoor tussen een half uur en een uur nodig en 24% meer dan een uur. Naast de normale werktijden en het overwerk betekent dit, dat steigerbouwers lange dagen maken. Tevredenheid over het werk en werkdruk Steigerbouwers vinden het werk dat ze doen over het algemeen belangrijk en nuttig en beleven plezier in het werk. De betrokkenheid bij het werk is groot. Ze zijn gedreven om hun werk af te krijgen en nemen hun werk serieus en voelen zich meer betrokken bij hun werk dan andere mensen die ze kennen. Wat de werkdruk betreft, vindt men over het algemeen dat het werktempo hoog is (57%), maar men zegt ook hier niet zoveel problemen mee te hebben. Dit resulteert er wel in dat men vaak te weinig tijd heeft om de dingen af te krijgen en men meer risico's moet nemen dan noodzakelijk zou zijn. Ook komt het relatief vaak voor dat de planning wordt overschreden. Al met al waarderen veel steigerbouwers hun werk toch matig en denkt een vrij groot aantal erover om ander werk te kiezen. Deze matige waardering heeft vooral met de zware lichamelijke arbeidsbelasting te maken. Turbulentie en autonomie Bij navraag over zaken waardoor men gehinderd wordt bij het werken, blijkt dat vooral het gehinderd worden door onverwachte problemen (33%) vaak voorkomt; gevolgd door het niet
kunnen beschikken over het benodigde materieel. gereedschap of machines en het gehinderd worden door fouten van anderen (19%). Ook blijkt dat het (te) vaak voorkomt dat men gehinderd wordt bij de dagelijkse werkzaamheden omdat men zich lichamelijk of geestelijk niet in orde voelt. Het blijkt dat men zelf redelijk invloed kan uitoefenen op het werktempo (56%) maar dat het redelijk vaak problemen oplevert (74%) als men even van het werk weg moet om zaken te regelen. E r blijken weinig meningsverschillen te zijn over wat en hoe dagelijks dingen moeten gebeuren.
Samenwerking Hoewel steigerbouwers zeggen niet al te veel problemen met "de leiding" te hebben, blijkt uit vergelijking met de normgroep dat steigerbouwers relatief slechter af zijn. Dit is een punt van aandacht: goede samenwerking met de baas is van groot belang. De baas is degene die, tijd, ruimte en mogelijkheden daargelaten, kan zorgen voor een goede planning, goede arbeidsomstandigheden en minder werkbelasting, onder andere door het inzetten van hulpmiddelen. Veiligheid Over het algemeen vindt men dat er te weinig aandacht aan veiligheid en gezondheid wordt besteed. Wel zijn meestal de benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig en men zegt deze ook te gebruiken. Indien ze niet gebruikt worden terwijl het eigenlijk toch nodig is, komt dat omdat ze hinderen bij het werk. Andere redenen om ze niet te gebruiken is dat ze lastig zijn om te halen of ze worden vergeten. Het percentage werknemers dat wordt geconfronteerd met onverwachte situaties en vindt dat het niet in orde is met de veiligheid op het werk is hoog (40%). Een aanwijzing voor de onveiligheid van het werk is het hoge percentage (12%) dat aangeeft de laatste 5 jaar behandeld te zijn voor een ernstig ongeval, hoewel hier ook verkeersongevallen in het spel kunnen zijn. Uit steekproefonderzoek van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid bleek echter dat in 1993 ongeveer 68% van de ongevallen tijdens het werk plaatsvonden. Vallende voorwerpen en zelf van hoogte vallen waren de belangrijkste risico's. Werkbelasting Op d e vraag of ze hun werk lichamelijk inspannend vinden, geeft 75% van de steigerbouwers ais antwoord dat dit vaak tot zeer vaak het geval is. 61 % vindt het werk ook geestelijk inspannend. 35% vindt het werk vaak vermoeiend en bij 24% komt het vaak voor dat ze 's avonds te moe zijn om nog iets anders te doen. Nagevraagd is waardoor het werk zo belastend is. Het leveren van grote krachtsinspanningen, vaak dezelfde handelingen moeten verrichten, werk met (te) zwaar materiaal en werken in ongemakkelijke houdingen scoren hoog. Van d e verschillende werkzaamheden vindt men het versjouwen van materiaal het zwaarste (62%), gevolgd door het tweede of volgende bordes plaatsen (32%) en het afbreken van de steiger (22%).
Gezondheid 54% van de steigerbouwers maakt zich regelmatig zorgen over de gezondheid. Klachten van de gezondheid betreffen vooral het bewegingsapparaat. 57% van de steigerbouwers meldde rugklachten (vooral het onderste gedeelte); 55% meldde spierklachten (vooral armen en schouders) en 49% meldde last te hebben van gewrichtsklachten. Daarnaast was ook sprake van psycho-somatische, psychische en depressieve klachten, maar deze vallen in het niet bij de klachten van het bewegingsapparaat. Door de Arbodienst Helmond is een onderzoek verricht naar schouderklachten bij steigerbouwers: de schouderklachten bestonden vooral rechts. Het nat worden van de schouder en het gewicht worden als oorzaak aangevoerd. Jonge steigerbouwers dragen het materiaal bijna uitsluitend op de rechter schouder. Oudere steigerbouwers gebruiken beide schouders of gaan over op links. In de wintermaanden verergeren de schouderklachten. Informatie over veiligheid en gezondheid 68% van de steigerbouwers vindt dat er te weinig aandacht aan gezondheid en veiligheid wordt besteed. Hierover maakt men zich zorgen. Arbeidsomstandigheden De meest aangegeven klachten betreffen het last hebben van lawaai, stof en stank. Dit geldt vooral in industriële situaties waarbij tijdens het steigerwerk de (chemische) processen doorgaan. Ook wordt aangegeven dat men vaak last heeft van kou, tocht en vocht. Toilet, was- en schaftgelegenheden 47% van de ondervraagden is van mening dat er onvoldoende toilet- en wasgelegenheid is en 42% vindt dat de schaftgelegenheid niet voldoende is. Conclusies Hoewel steigerbouwers hun werk veelal belangrijk, nuttig en plezierig vinden zijn er een aantal aspecten die maken dat het werk al met al maar matig gewaardeerd wordt en dat een groot aantal steigerbouwers er over denkt ander werk te kiezen. De negatieve aspecten van het werk hebben betrekking op de zwaarte van het werk en de daaraan gekoppelde klachten van de rug, de schouders en algehele vermoeidheid. Ook de (on-) veiligheid van het werk is een punt van zorg. Steigerbouwer: "Toen ik met dit werk begon, vond ik h ~ sc1zittc:rend: t iedereen keek tegen je op, vooral als je met een kerktoren bezig bent. Sinds mm'nmaat naar beneden is gevallen en een paar wervels gebroken he@, ben ik voorzichtiger geworden. Dit werk doe ik nu 15 jaar, maar als ik nu met wind en regen pijpen plaats en 's avorzds in het busje de pìjrz in m'n rug en schouders voel, vraag ik me af hoe lang ik dit nog vol hou.. . "
Manager steigerbouwbedrijf: Vooral bij nieuwbouw van complexen als petro-chemische bedrijven, vuilverbrandingsinstallaties en elektrische centrales is de steigerbouw complex. Dit hangt samen met de verschillende opdrachtgevers op zo'n werk: betonbouwers, ketelbouwers, isoleerders, installatiebedrijven, schilders, ieder he@ in een bepaalde fase in het bouwproces steigers nodig. Deze (onder-) aannemers zijn ieder voor zich opdrachtgever aan een steigerbouwbedrQ In deze situaties worden steigers soms drie keer op dezelJde plaats opgebouwd en weer afgebroken, want "een steiger staat altijd in de weg". Soms kan steigerbouw goed worden gepland, in veel gevallen wordt er op het laatste moment aan een steiger gedacht: "Ik moet er nog bij!". Van het steigerbouwbedrijf wordt dan ook veel flexibiliteit gevraagd. Steigerbouwers genieten in de bouw geen hoog aanzien, ze worden vaak gezien als "een noodzakelijk kwaad".
3. ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN VAN D E STEIGERBOUWER
3.1.
Inleiding
Bij beoordeling van arbeidsomstandigheden springen twee aspecten eruit: de lichamelijke belasting en de veiligheid. Over de lichamelijke belasting van steigerbouwers en oplossingen voor knelpunten is door de Stichting Arbouw veel onderzoek verricht. In dit hoofdstuk zal hierop worden ingegaan. Naast deze punten spelen ook andere arbeidsomstandigheden een rol. Genoemd moeten worden het lawaai, veroorzaakt door het stoten van staal tegen staal met impulsgeluid en lawaai van anderen die in de omgeving van steigerbouwers werkzaam zijn, chemische stoffen die vrijkomen uit installaties waarbij steigerbouw plaatsvindt en het klimaat. Hoewel dit belangrijke aandachtspunten zijn ligt het accent in deze publikatie op de lichamelijke belasting.
3.2.
Lichamelijke belasting en gezondheid
Door de Katholieke Universiteit Nijmegen is een oriënterend onderzoek naar de lichamelijke belasting bij de steigerbouwer uitgevoerd. Dit onderzoek vormt een onderdeel van het project "arbeidsbelasting" van de Stichting Arbouw. Tijdens het werk is bij zes steigerbouwers de hartfrequentie gemeten en is een analyse van de belasting van het houdings- en bewegingsapparaat gemaakt. Steigerbouwen moet als een lichamelijk zwaar beroep worden gekarakteriseerd. De energetische belasting is zwaar (gemiddelde hartfrequentie over de gehele werkdag is 100 slagen/minuut), de rugbelasting en ook de schouderbelasting is groot en tijdens de opbouwfase het grootst. De knelpunten In gemiddeld 15% van de tijd staat de steigerbouwer in een gebogen houding waarbij hij zwaar materieel hanteert. In 13% van de tijd is er een armelevatie van meer dan 60%. Vooral het opsteken van de steigerpijp is zwaar. Het probleem hierbij is dat de steigerpijp verticaal gehouden moet worden, waarbij het massa-middelpunt vooral bij lange pijpen boven het vasthoudpunt zit. De armen en schouders worden zwaar belast, terwijl de rug iets naar achteren gebogen staat. Dit arbeidsbelastingsonderzoek door bewegingswetenschappers bevestigt wat steigerbouwers zelf naar voren brengen.
Onderzoek naar oplossingen Op basis van de inventarisatie van de arbeidsbelasting bij .steigerbouwers zijn verschillende oplossingen voorgesteld: lichtgewicht steigersysteem ontwikkelen door korter materieel of ander materiaal goede werkplekinrichting, waarbij het handmatig transport tot een minimum wordt beperkt (vaker) een lier of mechanische transportmiddelen gebruiken gebruik maken van bouwliften prefab units (in- of opklapbaar) met behulp van kranen plaatsen deelconstructies op de grond maken en met behulp van een hulpsysteem op elkaar zetten schoudervulling in de overall (werkkleding) zetten van een water-ondoorlaatbare stof (De vraag of een schoudervulling met een waterdichte laag een verbetering zou zijn, werd door 67% van de ondervraagde steigerbouwers bevestigend beantwoord.) afwisselend de beide schouders belasten (hier moet ook in de opleiding aandacht aan besteed worden) verbetering van de veiligheidsgordel, zodat de steigerbouwer meer bewegingsvrijheid heeft tijdens het uitvoeren van zijn werk gebruik van goede handschoenen, slijtvast en gripvast gebruik van een goed passende helmen, met ventilerend binnenwerk. Participatieve ergonomie Het voorstellen van oplossingen op basis van onderzoek kan richting geven, maar daadwerkelijke verbeteringen komen alleen tot stand als er voldoende draagkracht bestaat. In twee proefprojecten zijn tijd en middelen ter beschikking gesteld en is stap voor stap samen met de werknemers met begeleiding van Arbouw en TNO naar een verbeterde situatie met minder lichamelijke belasting gewerkt. Voor dit project is een groot draagvlak gecreëerd door samenwerking met de Vereniging van Steiger- en hoogwerk Bedrijven en de werknemersorganisaties (FNVICNV). Er is een klein bedrijf met 10 werknemers en een afdeling van een groot bedrijf (50 werknemers) geselecteerd. Centraal stond dat steigerbouwers zelf knelpunten en oplossingen moesten aangeven. Aan de oplossingen werden rapportcijfers toegekend en de oplossingen met de hoogste rapportcijfers werden uitgetest en grotendeels zo snel mogelijk ingevoerd. Later werd het effect van de oplossingen bepaald.
Concrete verbeteringen die zijn ingevoerd in het grote bedrijf zijn: - aanschaf van 10 speciaal ontworpen karren ten behoeve van horizontaal transport; - aanschaf van 5 elektrische lieren met aangepaste zwenkarm die op het steigersysteem past; - ladders en planken tot maximaal 4 meter; - afspraken met magazijn over goed opladen van pallets en vrachtwagens; - afspraken met opdrachtgever over oplevering van schone steigers;
- ontwikkelen van instructies over steigerbouwmethoden, inclusief hulpmiddelen (o.a. gebruik lier bij steiger vanaf 8 meter hoog en 8 meter breed). De hulpmiddelen komen op een magazijnverzendbon te staan die de uitvoerder moet invullen; - trainingen in tiltechnieken en ergonomie; - overalls met ingenaaide schoudervullingen. Bij het kleine bedrijf zijn de volgende oplossingen gekozen: ontwikkeling van lichtgewicht vlonder mechanisering van horizontaal en verticaal transport door gebruik van vrachtwagen, bandenwagen, kooiaap, kraan, heftruck, bouwlift of ladderlift de container zo laden dat de delen van de steiger die het eerst nodig zijn, voorop en bovenop liggen los- en stapelplan maken waardoor de benodigde steigerelementen dicht bij de te bouwen steiger liggen waar mogelijk trapsgewijs bouwen waardoor de benodigde steigerelementen gemakkelijker zijn op te steken kiezen van staanders vanaf tekening tijdelijk vakwerkleuninkjes plaatsen om op te kunnen steunen bij het bouwen en verankeren bij het verankeren aan de muur een goede houding kiezen ten behoeve van het boren bij grote slaghoogte lichtere steigerelementen. bij kleine slaghoogte de zwaardere steigerelementen schoudervulling en ruggordel voor alle steigerbouwers. De verbeteringen zijn grotendeels ingevoerd en worden positief ervaren door de steigerbouwers en het management. In een evaluatie is nagegaan hoeveel en hoe vaak er mee gewerkt wordt en hoe het bevalt. Duidelijk is wel dat oplossingen die door steigerbouwers zelf zijn gekozen, vaak heel praktisch zijn en met betrekkelijk weinig middelen kunnen worden ingevoerd.
3.3.
Veiligheid
Dat aan het werk van de steigerbouwer veiligheidsrisico's verbonden zijn, is evident. Exacte ongevalscijfers zijn niet beschikbaar, toch kan op grond van informatie bij het Sociaal Fonds Bouwnijverheid en enkele grote steigerbouwbedrijven de volgende conclusies worden
getrokken. Per jaar loopt 7-10% van alle steigerbouwers letsel op. Handletsel komt het meest voor, maar ook hoofd- en voetletsel scoren hoog. D e belangrijkste oorzaken zijn knellen, stoten, struikelen en vallende voorwerpen. Het vallen van hoogte levert het grootste aantal verzuimdagen OP. Uit de ongevalsgegevens blijkt verder dat: - het werk aan ondersteuningsconstnicties een relatief hoog risico vormt - demontage onveiliger is dan montage
- steigerbouwers met het minste aantal dienstjaren de meeste ongevallen hebben. E r zijn vier belangrijke eisen waaraan elke steigerconstructie moet voldoen: voldoende sterk (afstand tussen staanders, materiaalsoort) voldoende stijf (schoorconstructies) voldoende stabiel (ondergrond, verankering) voldoende uitgerust met toebehoren om een veilige werkplek te kunnen garanderen (steigervloeren, hekwerk, leuningen, kantplanken, ladders, aarding). Ook het onderhoud van de steigers vraagt aandacht. In P6 en de richtlijnen voor geprefabriceerde gevelsteigers van de Vereniging van Steiger en hoogwerk Bedrijven is een en ander duidelijk beschreven. Bedrijfscultuur Motivatie is nodig om consequent veiligheidshulpmiddelen te dragen. D e bedrijfscultuur speelt daarbij een belangrijke rol. Bij steigerwerk in d e petro-chemische industrie bijvoorbeeld is het normaal dat ieder de voorgeschreven beschermingsmiddelen draagt, het niet dragen wordt niet geduld. In de bouw is die discipline minder aanwezig. Door de leiding van de betere steigerbouwbedrijven wordt veel aandacht aan veiligheid geschonken door het verzorgen van interne opleidingen en het beschikbaar stellen van eerste klas valbeschermingsmiddelen.
Voorman steigerbouwbedrijf: "Het is moeilijk om een vrije vogel te kooien. Mensen die tien jaar of langer zonder allerlei beveiligingen hebben gewerkt, leer je dat niet zomaar af: Het zit tussen je oren. Mensen die hier nieuw beginnen, hebben er geen enkel probleem mee. Die werken altijd met hun veiligheidshaak"
Manager steigerbouwbedrijf: "Het hangt van het project af welke oplossingen je het beste kunt kiezen. De keuze van de inzet van goede hulpmiddelen wordt natuurlijk niet alleen bepaald door onze zorg voor goede arbeidsomstandigheden. Door goede logistiek en er zorg voor dragen dat steigerbouwers steigers kunnen bouwen en zo weinig mogelijk met materiaal moeten sjouwen, kunnen we eficiZnter werken. Vroeger werd daar niet over gedacht, maar als het nodig is huren we een bouwkraan om steigermateriaal ter plekke te brengen. Op dit werk, een nieuwe vuilverbrandingsinstallatie, hebben we een verreiker rondrijden die het materieel vanaf de opslagplaats naar de bouwlocatie brengt en een pallet met materiaal zo op de vloer van 13 meter hoogte kan plaatsen. "
3.4.
Vakopleiding
Bij vakmanschap hoort meesterschap, ook over de arbeidsomstandigheden. Voor een steigerbouwer betekent dit dat veilig en gezond werken een basishouding moet zijn. Die basishouding wordt gekweekt tijdens opleidingen en het leren werken in de praktijk. Momenteel is een tweetal vakopleidingen "steigerbouw" beschikbaar; een derde is in ontwikkeling. De cursussen worden door de Stichting Vakopleiding Bouwbedrijf (SVB) verzorgd en zijn ontwikkeld in samenwerking met de VSB onder toezicht van een toetsingscommissie, waarin leden uit het bouwbedrijf, I-SZW, de VSB en SVB zitting hebben. Ook de gezamenlijke petro-chemische bedrijven in de Europoort1 Botlek, hebben de opleidingen opgenomen in hun opleidingsgids. De inschrijving op deze cursussen loopt doorgaans via de werkgever, hoewel individuele deelname ook mogelijk is. Elke cursus is declarabel bij het Scholingsfonds. Het gaat om de volgende drie cursussen:
Steigerbouwer A Basiscursus, te beginnen met een driedaagse scholing (1 dag theorie en 2 dagen praktijk) gevolgd door een praktijkperiode van tenminste een half jaar. Tot slot volgt een "terugkomdag" met eindtoets dat het "steigerbouwer A"-pasje kan opleveren. Dit certificaat met foto, registratienummer etc. wordt door de SVB uitgegeven.
Steigerbouwer B (in ontwikkeling) Gevorderden cursus, staat open voor mensen die " A " hebben. De opleiding zal naar verwachting zes verspreid liggende dagen in beslag nemen en omvat vakken als: - bijzondere steigerconstructies - VGWM - tekening lezen - sterkteleer - planning en bouwplaatsorganisatie. Daarnaast is een tlinke tijd ingeruimd voor praktijk. Een eindtoets kan het pasje "steigerbouwer
B" opleveren. De cursus zal waarschijnlijk in het voorjaar van 1995 beschikbaar zijn. Voorman steigerbouwer Deze 3-daagse opleiding omvat alleen theorie. De cursisten worden getraind op administratief, communicatief en leidinggevend gebied, terwijl ook VGWM wet- en regelgeving, werkvoorbereiding en dergelijke aan de orde komen. De cursus staat open voor mensen die "A" (en later ook "B") op zak hebben. Na een aparte examendag kunnen de kandidaten in het bezit komen van het pasje "voorman steigerbouwer".
4. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
4.1.
Conclusies
Arbeid en gezondheid van steigerbouwers is onderwerp van studie geweest van een reeks van onderzoeken. Het volgende beeld komt bij die "doorlichting" van het werk van de steigerbouwer naar voren. Steigerbouwers vinden hun werk vaak belangrijk, nuttig en plezierig. Toch zijn er een aantal aspecten die maken dat het werk al met al maar matig gewaardeerd wordt en dat een groot aantal steigerbouwers het kiezen van ander werk overweegt. De negatieve aspecten van het werk hebben betrekking op de zwaarte van het werk en de daaraan gekoppelde klachten van de rug, schouders en algemene vermoeidheid. Ook de (on-) veiligheid is een punt van zorg. Het deskundigenoordeel over arbeid en gezondheid van steigerbouwers kan als volgt worden samengevat. Steigerbouw moet als een lichamelijk zwaar beroep worden gekarakteriseerd. De energetische belasting is zwaar, de rugbelasting en ook de schouderbelasting is groot, vooral tijdens de opbouwfase. Uitdagend, zwaar en gevaarlijk werk, zo kan het werk van de steigerbouwer worden samengevat. Aan de zwaarte en de veiligheidsrisico's die aan het werk verbonden zijn valt wel iets te doen.
4.2.
Oplossingen
Om het steigerwerk gezonder en veiliger te maken worden de volgende maatregelen aanbevolen. Lichter materieel Concrete richtlijnen voor het beoordelen van steigerelementen zijn door TNO en Arbouw ontwikkeld. De concept-beoordelingsrichtlijn is in bijlage 2 afgedrukt; het vormt de basis van het in ontwikkeling zijnde A-blad Steigerelementen. Dit geeft richtlijnen voor werk-gevers, werknemers, fabrikanten, opdrachtgevers en leveranciers met als doel om betrokkenen te stimuleren om tot verbeteringen over te gaan. Een aantal steigerbouw-bedrijven is bezig het oude materieel te vervangen door lichtere elementen. De oplossing wordt gezocht in lichtere steigerelementen en in: Verbeteren van horizontaal transport Het zoveel mogelijk inzetten van mechanische hulpmiddelen als verreikers, palletwagens en steekwagens. Een randvoorwaarde hierbij is de zorg voor een goed berijdbare ondergrond;
Verbeteren van verticaal transport Het zoveel mogelijk inzetten van mechanische hulpmiddelen zoals bouwkranen, verreikers, liften en elektrische lieren; Logistieke oplossingen Door een goede planning en werkplekinrichting kan het handmatig transport gereduceerd worden. Voorbeelden hiervan zijn een los- en stapelplan, waardoor de benodigde steigerelementen dicht bij de te bouwen steiger liggen en het zodanig laden van containers dat delen van de steiger, die het eerst nodig zijn, voorop en bovenop liggen. Door trapsgewijs te bouwen kan het doorsteken van materieel minder belastend worden gemaakt. Soms kunnen op de grond deelconstructies (prefab) worden gebouwd die met een kraan worden geplaatst; Verbeteringen in de organisatie van het werk Door afspraken te maken met opdrachtgevers over inzet hulpmiddelen, oplevering schone steigers ontstaan verbeteringen. Ook het brengen van meer afwisseling in het werk van de steigerbouwer is gewenst. Door afwisseling van taken wordt het lichaam niet steeds op dezelfde wijze belast; Vakmanschap bevorderen Door goede vakopleidingen te (laten) volgen, zoals steigerbouwer A en B en voorman steigerbouwer, wordt ook veilig en gezond werken bevorderd. Met specifieke opleidingen en instructies, bijvoorbeeld een door de Stichting Arbouw erkende cursus "ergonomisch tillen" en een cursus "(chemische) veiligheid bij werk in de petro-chemische industrie" wordt de arbo-deskundigheid verder verhoogd; Verbetering van persoonlijke beschermingsmiddelen Lichtere, comfortabele valbeschermingsmiddelen, waterdichte schoudervullingen in de overalls zijn goede verbeteringen die de gezondheid en veiligheid van de steigerbouwers bevorderen.
4.3.
Aanbevelingen
-
Stimuleer ontwikkeling van lichter materiaal; het A-blad Steigerelementen geeft hiervoor
-
richtlijnen Stimuleer ontwikkeling en gebruik van hulpmiddelen voor horizontaal en verticaal transport:
-
het A-blad Steigerelementen geeft hiervoor aanbevelingen Volgen van de vakopleiding voor steigerbouwers: beter vakmanschap gaat gepaard met veiliger
-
en gezonder werken Volgen van specifieke arbo-cursussen. bijvoorbeeld een cursus ergonomisch tillen.
LITERATUUR
A-blad Steigerelementen. Stichting Arbouw, Amsterdam, 1995. Begemann-Meijer M.J.T., B.M. Bulthuis, R. A. Binkhorst. Een werkplekonderzoek naar de fysiologische en biomechanisch belastende werkonderdelen bij de steigerbouwers. Stichting Arbouw/ Afd. Fysiologie, Katholieke Universiteit Nijmegen, 1990. Broersen J.P.J., A. Bloemhof, J.C. van Duivenbooden, A.N.H. Weel, F.J.H. van Dijk: Atlas Gezondheid en werkbeleving in de bouw. Stichting Arbouw, Amsterdam, 1992. Handleiding om de lichamelijke belasting van steigerbouwers te verminderen. Arbouw / TNO. Sichting Arbouw, Amsterdam, 1994. Hoonakker P.L.T., P.J .G. Schreurs: Vragen1ijst onderzoek bij steigerbouwers. Vakgroep klinische psychologie en gezondheidspsychologie. Stichting Arbouw/ Universiteit Utrecht, 1990. Kooten G. van, P.E. Land: Ziekteverzuim op hoogte, een analyse van het ziekteverzuim onder steigerbouwers. Wetenschapswinkel Erasmus Universiteit, Rotterdam, 1991. Molen, H.F. van der, J.C. van Duivenbooden, P. Vink, M. Miedema: Bouwnijverheid, normen en richtlijnen voor de (steiger) bouw. In: Lichamelijke belasting tijdens arbeid, wetgeving en oplossingen. Zeist, Kerckebosch, 1994. Molen H.F. van der, P. Vink, I.J.M. Urlings: Het steigerbouwen verbeterd volgens "participatieve ergonomie" in: Lichamelijke belasting tijdens arbeid, wetgeving en oplossingen. Zeist, Kerckebosch, 1994. Neeleman L., et al. De Steigerbouwer, een beschrijving van arbeid en arbeidsomstandigheden. Stichting Arbouw, Amsterdam, 1987. Urlings I.J.M., P. Vink, H.F. van der Molen. Arbo-steigerbouwgids om zwaar werk licht te maken. TNO Gezondheidsonderzoek, Leiden, 1994. Bouwveiligheidsadvies: Veilig werken op hoogte. Amsterdam, Stichting Arbouw, 1985. Bouwveiligheidsadvies: 5.02 Steigers. Stichting Arbouw, Amsterdam, 1992. P-bladen I-SZW (voorheen Arbeidsinspectie):
P 6, Aanwijzingen voor de bouw, het gebruik en het onderhoud van staande steigers, samengesteld uit stalen buizen, die onderling door koppeling zijn verbonden; P 15, Aanwijzingen voor de bouw, het gebruik en het onderhoud van in hoofdzaak uit rondhout samengestelde steigers. Richtlijnen voor geprefabriceerde gevelsteigers. Vereniging Steigerbedrijven bostbus 1598, 3000 BN Rotterdam).
Bijlage 1:
Concept Beoordelingsrichtlijn Steigerelementen
l
I
Steigerelementen
-t
I gewicht
A. Voetstukken
I I I
P -
B. Staanders: liggers, diagonalen, planken (incl. smalle vloerdelen < 40
I cm): l-handig werken
C. Staanders: Zhandig werken
D. Liggers, diagonalen, planken (incl. smalle vloerdelen
< 40 cm):
2-
handig werken
I
1
E. Brede vloerdelen (4770 cm), trappen: 2-handig
I werken
afh. = afhankelijk van het type materiaal AL = Actie Limiet MAL = Maximale Arbouw Limiet
pijplengte (m)
MAL
I
Bijlage 2:
Wet- en regelgeving 1. Inleiding Op de offshore-locaties (mijnbouwinstallatie) geldt het Mijnreglement continentaal plat Mrcp) of Mijnreglement 1964 (Mr64). Deze bijzondere wetgeving prevaleert boven reguliere wetgeving. De arbeidsomstandighedenwet is dus offshore niet van toepassing, als deze locaties zich buiten de territoriale wateren (> twaalf mijl uit de kust) bevinden. In het Mijnreglement wordt in nadere regelen ter uitvoering van het Mrcp of in aanschrijvingen + richtlijnen van de Inspecteur-Generaal der Mijnen wel verwezen naar bepalingen in P-bladen van de I-SZW (voorheen Arbeidsinspectie). Toezicht op de naleving van het Mijnreglement wordt door het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) uitgeoefend. In het Mijnreglement zijn een aantal bepalingen gericht op arbeidsbescherming opgenomen. Na de specifieke artikelen in het Mijnregleinent die betrekking hebben op steigerwerkzaamheden zal worden ingegaan op de richtlijnen van offshore-bedrijven over veiligheid en gezondheid van werknemers van contractors. Daarna zullen de regelingen over werken rusttijden worden besproken.
2. Specifieke regelgeving over steigerbouw in het Mijnreglement
Nadere regelen Mijnreglement 1964 CQ (Mr64) Nadere regelen Mijnreglement Cont. Plat (Mrcp) Steigers 1989 De normen uit het Mrcp en Mr64 zijn nader gedetailleerd in "nadere regelen"; specifiek op steigerbouw betrekking hebbende artikelen zijn hieronder weergegeven. Artikel 2 1. Het steigergeraamte van staande en hangende steigers mag slechts worden opgebouwd uit stalen elementen en materialen. 2. Het steigergeraamte van rolsteigers mag slechts worden opgebouwd uit stalen en aluminium elementen en materialen. Artikel 3 1. Staande stalen steigers, waarvan het steigergeraamte is opgebouwd uit stalen pijpen, die onderling door koppelingen zijn verbonden, moeten, voorzover in deze regeling niet anders is bepaald, worden gebouwd, gebruikt en onderhouden overeenkomstig het ter zake gestelde in Publikatieblad nr.6 (vijfde druk 1986), uitgegeven door I-SZW (voorheen Arbeidsinspectie). 2. Staande stalen geprefabriceerde steiger, moeten voor zover in deze regeling niet anders is bepaald, worden gebouwd, gebruikt en onderhouden overeenkoinstig het ter zake gestelde in
Publikatieblad nr.6 (vijfde druk, 1986) uitgegeven door I-SZW (voorheen Arbeidsinspectie), en het gestelde in hoofdstuk 3 van deze regeling. Artikel 4 Hangende stalen steigers, waarvan het steigergeraamte is samengesteld uit stalen pijpen, die onderling door koppelingen zijn verbonden, moeten voor zover in deze regeling niet anders is bepaald, worden gebouwd, gebruikt en onderhouden overeenkomstig het ter zake gestelde in Publikatieblad nr.6 (vijfde druk 1986), uitgegeven door I-SZW (voorheen Arbeidsinspectie) en het gestelde in hoofdstuk 2 van deze regeling. Hangende stalen geprefabriceerde steigers moeten, voor zover in deze regeling niet anders is bepaald, worden gebouwd, gebruikt en onderhouden overeenkomstig het ter zake gestelde in Publikatieblad nr.6 (vijfde druk 1986), uitgegeven door I-SZW (voorheen Arbeidsinspectie) en het gestelde in hoofdstuk 3 van deze regeling. Artikel 5 Rolsteigers moeten worden gebouwd, gebruikt en onderhouden overeenkomstig het gestelde in Publicatieblad nr. 151 (tweede druk 1982), uitgegeven door I-SZW (voorheen Arbeidsinspectie). Artikel 8 Alle steigerelementen en -materialen moeten bij aanvoer en ten minste eenmaal per jaar door een ter zake kundig persoon op de goede staat worden gecontroleerd. De bevindingen van deze controles moeten schriftelijk worden vastgelegd in een op het werk aanwezig register. Tekortkomingen moeten onverwijld worden hersteld. Afgekeurde steigerelementen en -materialen moeten zo spoedig mogelijk van de locatie worden afgevoerd. Artikel 10 Wanneer boven open water een steiger wordt opgebouwd of wordt afgebroken is het dragen door de hierbij werkzame personen van een reddingsvest verplicht tenzij met valbeveiliging wordt gewerkt. Wanneer het gevaar bestaat in het water te vallen, moeten voorzorgsmaatregelen worden genomen tegen afkoeling in het water. Artikel 12
2. Hangende steigers moeten tegen torsie, zwaaien, schommelen, trillingen en andere bewegingen worden geborgd. 4. Hangende steigers mogen niet worden voorzien van schrikvloeren. 5. Houten steigerdelen moeten tenminste 50 mm dik en 200 mm breed zijn. Artikel 13 Alle hangende steigers moeten onder toezicht staan van een op dit gebied deskundig persoon, die
waakt over de bouw, de samenstelling en het onderhoud. Van zijn bevindingen moet hij aantekening houden in een op het werk aanwezig register.
3 . Richtlijnen van offshore-bedrijven over veiligheid en gezondheid bij contractors. Niet alleen wetgeving en overheidsrichtlijnen zijn bij offshore-werkzaamheden bepalend. De opdrachtgevers van offshore-werkzaamheden, de "operating companies", hebben soms gedetailleerde interne richtlijnen ten aanzien van veiligheid en gezondheid van personeel van "contracters". De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) is wat dat betreft toonaangevend. Hierbij ter illustratie van dit arbobeleid een uittreksel van een NAM VGWM-richtlijnen (veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu); in kader staan de voorwaarden voor aannemers.
NAM VGWM richtlijn (juni 1993): VGWM aanwijzingen voor uitbestedingen
Doel Het verschaffen van aanwijzingen voor het naleven van het NAM VGWM beleid in relatie tot het uitbesteden van werk.
Definities/omschriivinzen Het naleven van het NAM VGWM beleid door aannemers is één van de verantwoordelijkheden van de contracthouder en uitbesteder. De hieruit voortvloeiende taken dienen integraal met andere taken die uitbesteding betreffen te worden uitgevoerd. Contracthouder De contracthouden is een NAM functionaris die verantwoordelijk is voor alle aspecten van het contract. Uitbesteder De uitbesteder is een NAM functionaris die belang heeft bij de uitvoering van het werk. Procedures Contracthouder en uitbesteder dienen naleving van het beleid zeker te stellen door selectie van de juiste aannemer, adequate specificatie van NAM eisen en voorschriften, aannemers te informeren over bestaande VGWM zaken betreffende het uit te voeren werk en het uitoefenen van toezicht tijdens de werkzamheden. Bij het beoordelen van aannemers tijdens de pre-kwalitlcatie, de contractuitvoering en de contractbeëindiging is voor een structuur gekozen die aansluit bij "Veiligheids Checklijst Aannemers " (VCA). Registratie van de aannemer en aanmelding bij SodM zal geschieden na ontvangst van een door de contracthouder getekende verklaring en het daarbij behorende evaluatiemateriaal.
Het verschaffen van worden opgenomen. NAM contracthouder NAM VGWM beleid
uniforme VGWM voorwaarden die in contracten dienen te D e voorwaarden zijn afhankelijk van d e manier waarop d e en uitbesteder hun invloed uitoefenen om d e naleving van het zeker te stellen.
Definitieslomschrijvingen Zelfstandige aannemer: aannemer die het werk met grote mate van zelfstandigheid uitvoert. De invloed van NAM is beperkt tot toetsingen van het VGWM zorgsysht: aannemer werkende onder toezicht va r d e juiste instructies en het gebru
GWM zorgsysteein dan wel voor voldoende ervaring, kennis en mi , instructies etc. om d e werkzaamheden
situatie.
4. Regelingen over werk- en rusttijden In hoofdstuk 19 van het Mijnreglement staan de werk- en rusttijden gedetailleerd aangegeven. Er is een leeftijdsgrens. Personen beneden de 18 jaar mogen geen arbeid verrichten. Er is een registratieplicht van werktijden van kracht. Er wordt onderscheid gemaakt tussen dagdiensten, continu-arbeid / 12 urige diensten (4 ploegen) en continu-arbeid 1 8-urige diensten (6 ploegen).
Steigerbouwwerk offshore moet volgens deze indeling als continuarbeid / 12-urige dienst (in dagdienst) worden beschouwd. Wat de werktijden betreft zijn de volgende bepalingen uit artikel 204 van belang.
Werktij den 12-uursdiensten zijn toegestaan met dien verstande dat de betrokken arbeider: a. uitsluitend arbeid mag verrichten in een 12-urig diensttijdensysteem: b. in een 12-urig diensttijdensysteem niet langer arbeid mag verrichten dan 12 uur per dienst; c. niet langer arbeid mag verrichten dan gemiddeld 46 uur per kalenderweek, gerekend over de duur van een dienstroostercyclus. Rusttijden Bij een 12-urig diensttijdenrooster moet tussen twee opeenvolgende diensten een ononderbroken rusttijd van 12 uur bestaan. Van genoemde werk- en rusttijdenregeling mag worden afgeweken voor zover zulk noodzakelijk is voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van het behoud van het boorgat. Verlof Na in ten hoogste acht opeenvolgende diensten arbeid te hebben verricht moet een ononderbroken rusttijd bestaan van tenminste het aantal etmalen gelijk aan het aantal opeenvolgend verrichtte diensten bij een 12-urig diensttijdensysteem. De praktijk is dat er offshore veelal in een "7 dagen op, 7 dagen af" systeem wordt gewerkt. Door de hoge kosten van de helicoptervluchten van en naar de platforms en uitbreiding van de werkzaamheden op grotere afstand van de vliegvelden staat dit systeem momenteel (medio 1994) ter discussie. Eén van de operating companies laat (ook het eigen) personeel in een "14 dagen op, 14 dagen af" systeem werken. De ontheffing die hiervoor verkregen is wordt bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven bestreden. Behalve argumenten van sociale aard zijn er bij sommige functies ook veiligheids- en gezondheidkundige argumenten aan te voeren om tegen een " 14 dagen op, 14 dagen af" systeem te pleiten. Bij mentaal of fysiek zware functies is een behoorlijke hersteltijd van belang. Het werk van een operator kan als mentaal belastend worden beschouwd (ook veel onderbelasting!), het werk van de steigerbouwer is fysiek zwaar. De vraag is of een " 14 dagen op, 14 dagen af" systeem geen verkorting van de herstelduur met een daaraan gekoppeld verhoogd fouten- of ongevalsrisico met zich mee zal brengen.