november 2009 nr
06 Inzicht is een uitgave van de Vereniging Openbaar Onderwijs
08
Discussie over toekomst onderwijsbestel van start Realistisch rekenen is niet zo dogmatisch
20
Meer mannen in het onderwijs
39_3340_Verzameling.indd 1
Symposium SCHOOL op 18 november a.s. Ook voor leden van de Vereniging Openbaar Onderwijs
02
P.
Discussieer mee over de toekomst van het onderwijsbestel
20-10-2009 12:30:30
Symposium School Woensdag 18 november 2009 Stadion Galgenwaard Utrecht U bent als lid* van de Vereniging Openbaar Onderwijs van harte uitgenodigd om deel te nemen aan het symposium SCHOOL. U betaalt slechts 50% van de deelnamekosten.
Programma
SYMPOSIUM SCHOOL
09.45 uur Ontvangst met koffie/thee; 10.00 uur Introductie met tv-fragment Daphne Bunskoek en Jan Jaap van der Wal 10.05 uur Opening symposium door dagvoorzitter Marijke van Hees (voorzitter Raad van Toezicht Vereniging Openbaar Onderwijs); 10.10 uur Presentatie door Rob Limper (directeur Vereniging Openbaar Onderwijs); 10.25 uur Inleiding door Bas Levering (lector pedagogiek); 10.40 uur Zaaldiscussie; Videoboodschap 11.10 uur Pauze met koffie/thee; 11.35 uur Inleiding door Rinda den Besten (wethouder onderwijs in Utrecht); 12.05 uur Zaaldiscussie; Videoboodschap 12.35 uur lunch; 13.30 uur Inleiding door Aleid Truijens (columniste Volkskrant); 14.00 uur Zaaldiscussie; Videoboodschap 14.35 uur Theater; 14.55 uur Afsluiting door dagvoorzitter Marijke van Hees; 15.00 uur Gelegenheid tot napraten onder genot van een hapje en drankje.
SCHOOL staat centraal op het symposium dat de Vereniging Openbaar Onderwijs organiseert op woensdag 18 november 2009. SCHOOL, zonder voorvoegsels als openbare, protestants-christelijke, katholieke of islamitische of welk voorvoegsel dan ook. Het symposium is bedoeld voor schoolbestuurders, wethouders, schoolleiders, leerkrachten, ouders en andere betrokkenen bij het onderwijs.
In de videoboodschappen tussendoor leveren onder anderen een bijdrage aan het debat: Clémence Ross (CDA), Boris van der Ham (D66), Tofik Dibi (GroenLinks), Doekle Terpstra (HBO-raad), Lodewijk de Waal (Humanitas), Elsbeth Etty (columniste) en Emiel Willms (LAKS).
Graag nodigen wij u uit om van dit symposium een interactieve ochtend en middag te maken. Na korte inleidingen gaat u met de andere deelnemers in debat. Want tijdens het symposium gaat het daarom, het debat. Om de voors en tegens van SCHOOL met elkaar te kruisen. Door middel van videoboodschappen leveren onder anderen ook een bijdrage Clémence Ross (voormalig CDA-onderwijswoordvoerder en staatssecretaris VWS), Boris van der Ham (Tweede Kamerlid D66), Tofik Dibi (Tweede Kamerlid GroenLinks), Doekle Terpstra (voorzitter HBO-raad), Lodewijk de Waal (directeur Humanitas) en Elsbeth Etty (columniste NRC). Het symposium biedt u een kans om samen te praten over een toekomstig onderwijsbestel.
Inschrijven De deelnamekosten bedragen € 95,- p.p. Persoonlijke leden van de Vereniging Openbaar Onderwijs betalen slechts € 47,50. U kunt zich aanmelden via bijgevoegde aanmeldstrook of via www.voo.nl/school. Uw aanmelding is definitief nadat het inschrijfgeld is voldaan op rekening 35954, ten name van Vereniging Openbaar Onderwijs, Almere onder vermelding van ‘School’. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het bureau van de Vereniging Openbaar Onderwijs, telefonisch via 036 533 1500 of via e-mail
[email protected].
Meld u aan op www.voo.nl/school
Tekening van ZAK. De tekening is eerder geplaatst in de Volkskrant
* Geldt alleen voor individuele leden.
Vereniging Openbaar Onderwijs
39_3340_Verzameling.indd 2
20-10-2009 12:30:39
inhoud
redactioneel Michiel Jongewaard
08 Discussie over toekomst onderwijsbestel van start
Scoren met de rekentoets
Door Michiel Jongewaard
Rinda den Besten (36), PvdAwethouder in Utrecht, pleit voor meer gemengde scholen. Ze is teleurgesteld over de bereidheid van schoolbesturen om segregatie op hun scholen tegen te gaan. Den Besten wil daarom de discussie over de toekomst van het onderwijsbestel starten.
Er is al een eindtoets voor basisschoolleerlingen. En een taaltoets voor pabostudenten. En vanaf volgend jaar is er de rekentoets voor middelbare scholieren. Eerst als proef, want pas vanaf 2014 wordt de toets verplicht tijdens het eindexamen. De nieuwe rekentoets moet ervoor zorgen dat middelbare scholieren hun rekenvaardigheden op peil houden, liet staatssecretaris Marja van Bijsterveldt weten. ´Taal en rekenen zijn namelijk de zuurstof van alle kennis´, filosofeerde de staatssecretaris. Maar alle gekheid op een stokje: ‘De rekentoets geldt natuurlijk ook voor leerlingen die geen wiskunde in hun eindexamenpakket hebben.’ Dachten zij even makkelijk weg te komen.
10 Realistisch rekenen is niet zo dogmatisch Door Jan Barendse
Belinda Terlouw, projectleider Speciaal Rekenen aan het Freudenthal Instituut en pabo-docente in Zwolle vindt veel van de kritiek op het realistisch rekenen geen hout snijden.
20 Meer mannen in het onderwijs Door Esther Oosterling
Op de pabo is slechts een kleine twintig procent van de studenten man. Maar veel mannen die de pabo doen, zijn razend enthousiast over hun studiekeuze. Aankomend leerkracht Arend Benner (34) uit Amsterdam is een van hen. 04 Kort nieuws 07 Rimpels
24 Dynamiek op openbare basisschool Letterland Door Michiel Jongewaard
column Rob Limper
14 De noodzaak van het vak levensbeschouwing
26 Als we islamlessen invoeren, doe dat dan in heel Amsterdam Door Martin van den Bogaerdt
Door Patrizia Antuzzi
Algemeen directeur Dennis Bode van de Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden vindt de aanpak van stadsdeelvoorzitter Ahmed Marcouch te beperkt en dringt aan op een stadsbrede aanpak.
16 Vrijheid van onderwijs belemmert integratie Door Rob Limper
17 Acceptatieplicht Door Alexander Pechtold, Tweede Kamerlid en fractievoorzitter D66
Politieke column.
28 Samen met je kind aan het huiswerk Door Sanne van der Most
18 Wij hebben best een goede school
Betrokken ouders zijn van onschatbare waarde voor een school. Daar mogen we best wat meer energie in stoppen, vindt ouderconsulente Ans den Burg.
Door Patrizia Antuzzi
De Meester Verwersschool in Zoetermeer kreeg in februari 2007 een mededeling die insloeg als een bom: de school werd door de Inspectie als zeer zwak beoordeeld. Volgens directeur Elly Evertse is de school inmiddels van de betiteling ‘zeer zwak’ af..
23 Vereniging niet geschikt als bestuursvorm openbaar onderwijs Door Michiel Jongewaard
30 Scala College in de clinch met Alphen aan den Rijn over huisvesting Door Jurgen van Dijk
32 Vraag en Antwoord – 0800-5010
Maar dat weet de staatssecretaris heus wel. Dat het uiteindelijk de leerkracht is die de leerlingen leert rekenen en niet die toets. Dat was alleen niet zo belangrijk om in het bericht te noemen, het ging nu om die toets. Dat is gewoon even een moment om te scoren. Voor de staatssecretaris dan. Gelukkig zijn er veel betrokken leerkrachten, die voortdurend bezig zijn om te bedenken hoe zij leerlingen, met al hun verschillende capaciteiten, kunnen leren staartdelen of een afgeleide te berekenen. Er is niet één juiste methode, het blijft een kwestie van wikken en wegen. Lees daarom het interview met Belinda Terlouw, projectleider Speciaal Rekenen van het Freudenthal Instituut, die reageert op de kritiek op het door haar instituut jarenlang gepropageerde realistisch rekenen. Een artikel over wat er aan een rekentoets vooraf gaat.
36 Opmerkelijk
Jaargang 143 nr. 6, november 2009 Verschijnt 7x per jaar - Oplage 10.000
FOTO OMSLAG José Krijnen
REDACTIE Jaap Adema, Jan Barendse, Lineke Eerdmans, Fred Kruidenberg en Rob Limper. Eindredactie: Michiel Jongewaard (
[email protected]) E-mail redactie:
[email protected]
LIDMAATSCHAP EN ABONNEMENTEN Een persoonlijk lidmaatschap van de Vereniging Openbaar Onderwijs kost € 18,50 per jaar, inclusief het abonnement op het onderwijsmagazine Inzicht. Aanmelden en meer informatie over alle lidmaatschapsvormen en tarieven op www.voo.nl/lidmaatschap. Het lidmaatschap loopt van 1 januari t/m 31 december. Opzegging van het lidmaatschap dient schriftelijk te geschieden vóór 1 december.
AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Patrizia Antuzzi, Paul Bijlsma, Marion Braat, Martin van den Bogaerdt, Jurgen van Dijk, Sanne van der Most, Esther Oosterling en Alexander Pechtold.
39_3340_Verzameling.indd 3
Het zorgt voor een gevoel van opluchting, een toets. Helemaal een verplichte. Zo’n toets beantwoordt aan de maatschappelijke zucht naar daadkracht. Eindelijk, er worden weer eisen gesteld aan het onderwijs, denkt de bezorgde ouder. Want het lijkt allang duidelijk: onze kinderen kunnen steeds minder goed rekenen. Maar nu toont de staatssecretaris aan dat zij daadkrachtig wil optreden. We gaan het rekenniveau van elk kind dat van de middelbare school afkomt controleren. Een volgens mij voor de hand liggende vraag wordt nergens gesteld: Hoe zorgen we ervoor dat het niveau straks goed genoeg is? Dat die scholier straks nog weet dat delen door een breuk gelijk is aan vermenigvuldigen met het omgekeerde. Helemaal lastig als hij wiskunde al na de derde of vierde klas heeft laten vallen.
VORMGEVING EN DRUK Stadsdrukkerij Amsterdam N.V.
ADVERTENTIES Bureau Vereniging Openbaar Onderwijs, tel. 036 533 1500. REDACTIE EN LEDENADMINISTRATIE Bureau Vereniging Openbaar Onderwijs, Postbus 60182, 1320 AE Almere tel.: (036) 533 15 00 fax: (036) 534 04 64 Bezoekadres: Louis Armstrongweg 120, 1311 RL Almere e-mail:
[email protected], website: www.voo.nl Overname van artikelen is, mits met vermelding Inzicht, onderwijsmagazine Vereniging Openbaar Onderwijs, toegestaan.
Inzicht nummer 7 van 2009 verschijnt op 12 december 2009 De uiterste inleverdatum voor kopij voor nummer 7 is: 15 oktober 2009. Met de nieuwe website is het algemene ledenwachtwoord vervallen. Leden kunnen vanaf nu een persoonlijk wachtwoord instellen op www.voo.nl.
Vereniging Openbaar Onderwijs
20-10-2009 12:31:09
04 kort nieuws Pabo’s bieden specialisatie identiteit openbaar onderwijs
Het symposium SCHOOL: Ook voor leden van de Vereniging Openbaar Onderwijs! Vereniging Openbaar Onderwijs
Op woensdag 18 november 2009 organiseert de Vereniging Openbaar Onderwijs het symposium SCHOOL, over de toekomst van het onderwijsbestel. Het symposium is bedoeld voor schoolbestuurders, schoolleiders, leerkrachten, ouders en betrokkenen bij het onderwijs. U bent als lid van de Vereniging Openbaar Onderwijs van harte welkom om aan het symposium deel te nemen. Op 18 november discussiëren mensen uit het openbaar én het bijzonder onderwijs over de toekomst van ons onderwijsbestel. Kijk voor meer informatie op pagina 2 of op meld u aan via www.voo.nl/school. ●
Vanaf dit schooljaar bieden zes hogescholen, waaronder INHolland, Hogeschool Arnhem Nijmegen en Hogeschool Edith Stein / OCT, de pabo-specialisatie ‘identiteit openbaar onderwijs’ aan. De specialisatie bereidt studenten voor op het lesgeven op een openbare school. Tijdens de specialisatie maken de aankomende leerkrachten kennis met de kernwaarden van het openbaar onderwijs en leren zij die een plek te geven in hun onderwijs. De kernwaarden vertalen zich in uitgangspunten, zoals ‘iedere leerling is welkom’, ‘wederzijds respect’ en ‘actieve participatie’. De specialisatie geeft bij voldoende resultaat recht op het diploma openbaar onderwijs, dat door de Vereniging Openbaar Onderwijs in samenwerking met een aantal hogescholen en VOS/ABB is ontwikkeld. Meer informatie is te vinden op www.voo.nl/openbaaronderwijs. ●
Barneveld wil openbaar voortgezet onderwijs Onder de bevolking van Barneveld en directe omgeving bestaat behoefte aan een openbare school voor voortgezet onderwijs. Uit een representatieve behoeftepeiling blijkt dat zo’n school in de Gelderse gemeente, met veel christelijke inwoners, op termijn kan rekenen op ongeveer 500 leerlingen. Op dit moment is er in Barneveld nog geen openbare middelbare school. De behoeftepeiling volgde op een initiatief van ouders, verenigd in de Initiatiefgroep OVO Barneveld, om een openbare middelbare school te openen. De betrokken partijen, waaronder de Initiatiefgroep OVO Barneveld, de onderwijswethouder en de Onderwijsgroep Amersfoort, bepalen binnenkort welke vervolgstappen moeten worden genomen. ●
Inzicht nr 6 - november 2009
39_3340_Verzameling.indd 4
20-10-2009 12:31:19
05 Rutteregeling per 1 januari 2010 gewijzigd
VO-raad slaat plank mis
De VO-raad vindt dat de meeste scholen zorgvuldig hebben gehandeld ten aanzien van de borgstelling voor de gratis schoolboeken. De sectororganisatie voor het voortgezet onderwijs stelt dat ouders daarom geen recht hebben op het terugbetalen van de borg. De Vereniging Openbaar Onderwijs vindt dat de VO-raad daarmee de plank mis slaat. In veel gevallen is namelijk niet aan ouders laten weten dat de borg vrijwillig is. Scholen hebben zelfs gedreigd boeken niet te leveren als de borg niet is betaald. In een aantal gevallen is het dreigement ook uitgevoerd. Ook incassobureaus zijn ingeschakeld om de borg te ontvangen. Op www.voo.nl kunnen ouders een standaardbrief downloaden, waarmee zij bij scholen de betaalde borg kunnen terugvragen. Ook is op de website een brief te vinden waarin ouders de scholen kunnen verzoeken ervoor te zorgen dat de boekenleveranciers Iddink van Van Dijk stoppen met het zenden van aanmaningen en het inschakelen van incassobureaus. De Vereniging Openbaar Onderwijs heeft Iddink en Van Dijk al laten weten eventueel naar de rechter te gaan als zij niet vrijwillig stoppen met deze praktijken. ●
Per 1 januari 2010 wordt de zogenaamde Rutte-regeling gewijzigd. Eerder dit jaar bleek dat de regeling, die ervoor zorgt dat leerlingen hun opleiding in het volwassenenonderwijs kunnen voortzetten, in sommige gevallen leidt tot stopzetting van de kinderbijslag. Leerlingen vanaf VMBO-tl en hoger die niet geslaagd zijn, kunnen via de Rutteregeling hun opleiding voortzetten in het volwassenenonderwijs (VAVO). De leerling blijft ingeschreven bij de school voor dagonderwijs, maar ontvangt via een uitbestedingsovereenkomst onderwijs bij een VAVO-opleiding. De Vereniging Openbaar Onderwijs verzocht staatssecretaris Van Bijsterveldt een wetswijziging te bewerkstelligen. Na onderzoek door OCW bleek dat er al een wetswijziging in voorbereiding was bij Sociale Zaken en dat deze per 1 januari 2010 ingaat. ●
Wedstrijd website-bouwen basisschoolleerlingen Stichting Kennisnet organiseert de websitewedstrijd ThinkQuest Junior voor basisschoolleerlingen. Met de wedstrijd bouwen leerlingen samen een eigen website. Het onderwerp mag zelf worden gekozen. Elk team heeft een hoofdcoach, in de persoon van de meester of juf die het team helpt. Met de website maken de leerlingen kans op schitterende prijzen. Inschrijven voor het schooljaar 2009-2010 kan van 1 september 2009 t/m 31 januari 2010 op www.thinkquest.nl. ●
De school heeft uw kind geschorst?
39_3340_Verzameling.indd 5
O800 5010
of mobiel 0900 5010123 (45ct/pg
20-10-2009 12:31:38
06 kort nieuws Openbaar onderwijs heeft Leraar van het Jaar Andrew Niemeijer, docent Engels op de openbare scholengemeenschap West-Friesland (Atlas College), is gekozen tot Leraar van het Jaar 2009. Hij werd uitverkoren uit drie overgebleven kandidaten in de categorie Voortgezet Onderwijs. Minister Plasterk maakte de verkiezing bekend. De nieuwe Leraar van het Jaar kreeg in het juryrapport vooral lof voor zijn drive om voor leerlingen de lat hoog te leggen, een instelling die volgens hem juist ook leerlingen kan inspireren. Niemeijer ontwikkelde het Fast Lane English, het programma voor versterkt Engels op de openbare scholengemeenschap WestFriesland. ●
Nieuwe calculator kinderopvangtoeslag online Het ministerie van OCW heeft een nieuwe online calculator voor de kinderopvangtoeslag gepresenteerd. Met de calculator kunnen ouders bekijken op hoeveel toeslag ze recht hebben als ze hun kind in 2010 naar de kinderopvang brengen. Vanaf 1 januari 2010 is de maximale uurprijs die voor kinderopvang in kinderdagverblijven wordt vergoed € 6,25. De vergoeding voor buitenschoolse opvang gaat naar € 5,82 per uur per kind en de maximale uurprijs voor de gastouderopvang wordt € 5,-. De hoogte van de bijdrage die ouders zelf betalen, is onder andere afhankelijk van het aantal kinderen dat gebruik maakt van kinderopvang en het vastgestelde verzamelinkomen van de ouders. De calculator is te vinden op www.minocw.nl/berekeningkinderopvang2010. ●
Inschrijven voor bijeenkomsten MR-Start
Vereniging Openbaar Onderwijs
Ouders en personeelsleden die net zijn begonnen in de medezeggenschapsraad kunnen nu inschrijven voor een van de landelijke bijeenkomsten MRStart in het najaar van 2009 of voorjaar van 2010. Tijdens de cursus van één avond worden de rechten en plichten van de MR behandeld. Deelnemen kost slechts € 80,- per persoon. Wanneer u lid bent van de Vereniging Openbaar Onderwijs, of uw MR is lid, dan betaalt u slechts de helft. Een overzicht van de cursusplaatsen en data staat op pagina 34. Meld u nu aan via www.voo.nl/cursussen. ●
Inzicht nr 6 - november 2009
39_3340_Verzameling.indd 6
20-10-2009 12:31:48
rimpels 07 Rob Limper Directeur Vereniging Openbaar Onderwijs
Ingezonden Begin met taal leren in plaats van controleren In het septembernummer van Inzicht stond het artikel ‘Middelbare scholen willen taalverloedering tegengaan’, waarin ik een aantal malen werd geciteerd. De auteur had mij benaderd over het meetellen van taalfouten bij andere vakken en de oorzaken van ‘taalverloedering’. Ik heb toch een aantal inhoudelijke bezwaren tegen het artikel dat ik graag onder uw aandacht breng. Wie de taalvaardigheid van leerlingen en studenten serieus wil aanpakken, begint bij het leren en gaat dan pas toetsen. Mijn motto bij het opzetten van taalbeleid is dan ook altijd: begin met taal leren en niet met taal controleren. Een mooi voorbeeld van dit principe is het artikel ‘Algemene ontwikkeling voor Dummies. Absurd of nodig?’ in hetzelfde septembernummer. Het Rijswijks Lyceum rekent leerlingen niet af op een tekort aan voorkennis, (‘ze weten niet eens dat...’), maar neemt zijn verantwoordelijkheid en biedt die juist aan. Niet geïsoleerd, maar binnen een geheel van maatregelen om de taalvaardigheid van leerlingen te vergroten en daarmee school- en studiesucces te vergroten en uiteindelijk de kwaliteit van afgestudeerden te verhogen. De maatregelen in het artikel ‘Middelbare scholen willen taalverloedering tegengaan’ vallen helaas alle onder taal controleren. Taalfouten mee laten tellen bij proefwerken, mails terugsturen als er taalfouten in staan, overhoren van woorden uit het woorddossier zijn pas effectief binnen een geheel van maatregelen om de taalvaardigheid op een hoger niveau te brengen. Dit geheel van maatregelen noemen we ‘taalbeleid’. De auteur maakt geen gewag van de breedte van taalbeleid, maar haalt een paar willekeurige voorbeelden aan en stelt die als oplossing van het gestelde probleem ter discussie. Afrekenen op taalfouten alleen helpt niet, scholen horen juist hun leerlingen in staat te stellen taalvaardiger te worden en hun taal te verzorgen, ook bij andere vakken. Ook het Rijnlands Lyceum, te Sassenheim (en niet Rijswijk zoals in het artikel staat), begint met taal leren. Het meetellen van taalfouten is weliswaar onderwerp van gesprek geweest tijdens het interview, maar staat niet centraal. De ‘netiquette’ van de Vlaamse school staat evenmin op zichzelf, maar is een van de vele maatregelen binnen een coherent taalbeleid. Wilma van der Westen, voorzitter Nederlands / Vlaams Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs en senior adviseur Taalbeleid aan De Haagse Hogeschool. ● Helaas heeft mevrouw Wilma van der Westen door een misverstand het in nummer 5 geplaatste artikel niet vooraf kunnen autoriseren. Hoewel de redactie van Inzicht hierin geen rol had, betreuren wij het misverstand. ●
39_3340_Verzameling.indd 7
De kwestie Limburg In Roermond kon een tijdje terug een nieuwe openbare school worden gesticht. Het aanwezige samenwerkingsbestuur had echter het nakijken. De Sint Jozefschool, inderdaad katholiek, zat in een oud gebouw. De gemeente wilde op de plek van de school een winkelcentrum en een seniorencomplex bouwen. Het schoolbestuur was niet te beroerd om het gebouw en de grond af te staan in ruil voor een nieuwe school. Ondanks twee rechtszaken, het beroep werd verloren, ging dit feest toch door. Sint Jozef werd van de ene op de andere dag een openbare school. Recent kwam Horst aan de Maas. Er was plaats voor een nieuwe openbare school. Het openbare schoolbestuur Akkoord!po had al in een school in deze gemeente. Een tweede school zou mooi zijn. Ook dit bestuur had het nakijken. De katholieke school werd openbaar en ondergebracht bij het katholieke schoolbestuur Dynamiek, dat opeens een samenwerkingsbestuur werd. En tsja, Maasbree. Een initiatiefgroep van ouders, inmiddels een werkgroep van de Vereniging Openbaar Onderwijs, ijvert al jaren voor een openbare school. Alle politieke partijen ondersteunden het initiatief en lieten het vervolgens afweten. De ooit beoogde plek in de nieuwe brede school komt niet meer in de stukken voor. En dan de klap op de vuurpijl: De Raad van Toezicht van Stichting Akkoord!po, bestaande uit de wethouders van de aangesloten gemeenten, stuurt het bestuur van de stichting naar huis. Niet omdat de scholen slecht presteren of omdat de financiën niet kloppen - voor beide geldt het tegendeel - maar omdat het bestuur weigerde een onderzoek te laten instellen naar het functioneren van de algemeen directeur, zoals de Raad eiste. Het bestuur zag daar geen aanleiding voor. Ik ken de algemeen directeur. Hij is een bevlogen openbaar onderwijsman. Waar hij een kans ziet om een nieuwe openbare school te stichten vecht hij ervoor. Keer op keer vecht hij echter tegen de bierkaai, die katholiek onderwijs heet. En tegen de verstrengelde belangen van wethouders en gemeenteraadsleden, de goede uitgezonderd. Maar deze cultuur hield de algemeen directeur niet tegen. Nu wel, want het interim bestuur heeft hem zijn bevoegdheden afgenomen. De Tweede Kamer sprak onlangs over wat inmiddels is gaan heten ‘de kwestie Limburg’. Staatssecretaris Dijksma verwoordde de positie van de Kamer: ‘Wij zijn niet het nationaal lokale bestuur’. Met andere woorden, wat de Kamer er ook van vindt, ook dit ‘bestuur’ heeft het nakijken. Uit onderzoek (ITS 2000) blijkt dat de belangstelling voor katholiek onderwijs in Limburg in de periode 2002-2022 essentieel afneemt (van 68,1 naar 39,7%) terwijl die voor openbaar onderwijs belangrijk toeneemt (van 21,8 naar 35,9%). Als katholieke schoolbesturen, wethouders en gemeenteraadsleden met verstrengelde belangen moet je dan toch wat…. Wanneer er niets gebeurt, is waarschijnlijk binnen een jaar in Limburg veel openbaar basisonderwijs ondergebracht in samenwerkingsbesturen, met een overheersende invloed van de oorspronkelijke katholieke besturen. Zo kun je de groei van het openbaar onderwijs goed tegen houden. Volgens mij hoort bij openbaar onderwijs ‘overheersende overheidsinvloed’. Daar geven de bestuurders in Limburg wel een heel vreemde invulling aan. Ik broed op een list.
20-10-2009 12:32:01
08
Tekst Michiel Jongewaard Beeld gemeente Utrecht
Discussie over toekomst Het kabinet is onomwonden van mening dat segregatie in het onderwijs moet worden bestreden. Ondanks overheidsmaatregelen om scholen gemengder te maken, ontbreekt een echte stok achter de deur. Rinda den Besten (36), PvdA-wethouder in Utrecht, is daarover ontevreden. Ze is teleurgesteld over de bereidheid van schoolbesturen om segregatie op hun scholen tegen te gaan.
A
ls voorbeeld noemt Den Besten de wijk Leidsche Rijn, waar een zwarte en witte school pal naast elkaar staan. Het lukt tot nu toe niet hierover goede afspraken te maken. Wat Den Besten betreft moet het verzuilde onderwijsbestel ter discussie worden gesteld.
In het pamflet waarin u zich als kandidaat-lijsttrekker presenteert voor de komende gemeenteraadverkiezingen schrijft u dat de segregatie op scholen stadsbreed moet worden tegengegaan. Kunt u een voorbeeld noemen? ‘Natuurlijk helpt het als ouders hun kind bewust op een zwarte school doen om die daarmee gemengder te maken, maar het zijn vooral de schoolbesturen die
het belang ervan moeten gaan inzien. Een centraal aanmeldpunt, zoals men in Nijmegen is begonnen, kan een goede bijdrage leveren. Maar hier in Utrecht ligt een aantal schoolbesturen dwars.’
Een veelgehoord tegenargument bij zo’n centraal aanmeldpunt is de aantasting van de vrije schoolkeuze van ouders. Wat vindt u van die reactie? ‘Ouders houden bij een centraal aanmeldpunt echt voldoende keuzemogelijkheden. Tegelijkertijd kun je er dan wel voor zorgen dat de scholen in de wijk een evenwichtigere samenstelling krijgen en een afspiegeling van de buurt zijn. Ik vind dat kinderen van verschillende sociale en culturele afkomst elkaar op school moeten tegenkomen en niet alleen op straat.’
Rinda den Besten, wethouder onderwijs in Utrecht
Inzicht nr 6 - november 2009
39_3340_Verzameling.indd 8
20-10-2009 12:32:07
09
onderwijsbestel van start Het gaat u dan voornamelijk om bevordering van de integratie? ‘Het frustreert me dat we niet uitsluitend algemeen toegankelijk onderwijs hebben. Iedereen moet zijn of haar religie kunnen beleven en voor een deel mag dat ook op school. Maar als religie een selectiecriterium wordt voor een school, werk je op voorhand de integratie tegen. Overigens is religie bij de schoolkeuze van ouders doorgaans helemaal geen criterium, laten we eerlijk zijn. In Leidsche Rijn is een klein katholiek schoolbestuur met een heel populaire, grote school. Dat zou betekenen dat een op de twee Leidsche Rijners katholiek zou zijn. Onzin natuurlijk. Het heeft dus met imago te maken.’
Waarom vindt u een algemene toegankelijkheid van alle scholen zo belangrijk? ‘Een Lyceum in Utrecht weigert vanuit haar katholieke grondslag meisjes met een hoofddoek. Dat vind ik een verkeerd signaal naar de samenleving. Hoe kun je dat vanuit je onderwijsdoelstelling en maatschappelijke verantwoordelijkheid doen? Als je culturen op school niet wilt mengen, sluit je de ogen voor de stand van zaken in de huidige samenleving. In de nieuwe wijk Leidsche Rijn is de scheefgroei daardoor echt schrijnend.’
verschillende werelden. Dat voorkom je natuurlijk nooit helemaal, maar de plek waar kinderen elkaar wel van jongs af aan tegenkomen, is hun school. En daar is de segregatie nu nog intenser dan waar ook in de samenleving. Dat vind ik echt onbestaanbaar. Voor een hele grote groep kinderen is dat funest.’
Wat hoopt u te kunnen bijdragen, als u volgend jaar opnieuw in het College van B&W kan plaatsnemen? ‘De gemeente kan scholen op dit punt tot weinig verplichten, maar ik wil in de toekomst dit probleem écht oplossen. We moeten onze energie niet stoppen in scholen die niet mee willen doen, maar we moeten juist aan de slag met scholen die het belang wél zien. Ik wil die scholen belonen - door extra activiteiten of geld beschikbaar te stellen - om te zorgen dat ze gemengder worden.’ ‘Wij hebben zelf voor onze kinderen bewust gekozen voor een openbare school, een buurtschool waar veel
Het verzuilde onderwijsbestel neemt risico’s met zich mee voor de toekomst
De Vereniging Openbaar Onderwijs is van mening dat het huidige verzuilde onderwijsbestel niet van deze tijd is. Hoe ziet u de toekomst van het onderwijsbestel? ‘Ik vind echt dat we de discussie moeten starten. Het symposium School is daar een uitstekende aftrap voor. Ik realiseer me dat het met dit kabinet praktisch onmogelijk is een discussie over artikel 23 te voeren. De politiek is er niet klaar voor, maar de samenleving wel. En meer dan wij denken. Uiteindelijk komt er een wetswijziging, daar ben ik van overtuigd.’
Scholen hebben dus een belangrijke rol in het bevorderen van integratie? ‘Absoluut, maar integratie vraagt tegelijkertijd een lange adem. Je moet ook de wijken beter opbouwen en daarin meer sociale spreiding bewerkstelligen. Zo veel kinderen in de grote stad groeien op in totaal
allochtone leerlingen op zitten. Ik kreeg aanvankelijk wel eens het verwijt dat ik met mijn kind experimenteer, omdat ik het op een zwarte school heb ingeschreven. Dat vind ik echt bezopen. Weet je wat pas een experiment is? Een gesegregeerd onderwijsbestel. Dat brengt zeer grote risico’s met zich mee, niet voor morgen, maar voor onze samenleving in 2020. Een school moet een voorbeeld zijn en een kind voorbereiden op de samenleving.’ ●
Symposium SCHOOL Op woensdag 18 november 2009 organiseert de Vereniging Openbaar Onderwijs het symposium SCHOOL. Rinda den Besten is een van de sprekers, naast onder andere Bas Levering (lector pedagogiek) en Aleid Truijens (columniste van de Volkskrant). Het symposium is voor de Vereniging Openbaar Onderwijs het begin van de discussie over ‘SCHOOL in 2017’. Het symposium is bedoeld voor schoolbestuurders, schoolleiders, leerkrachten, ouders en betrokkenen bij het onderwijs. U kunt zich voor 9 november a.s. inschrijven via www.voo.nl/school.
De directeur wil u de klachtenregeling niet geven?
39_3340_Verzameling.indd 9
BEL 5010
op schooldagen tussen 10 en 3
20-10-2009 12:32:28
10
Tekst Jan Barendse Beeld Bart Maat
Realistisch rekenen is niet zo dogmatisch In het januarinummer van Inzicht verwoordde Marisca Milikowski de kritiek van de Stichting Goed rekenonderwijs op het realistisch rekenen. Belinda Terlouw, projectleider Speciaal Rekenen aan het Freudenthal Instituut en pabo-docente in Zwolle vindt veel van die kritiek onterecht. Bovendien vindt ze het jammer dat er zo overdreven wordt gepolariseerd.
‘D
at is contraproductief, veroorzaakt onzekerheid bij de leerkracht en ongerustheid bij de ouders. Resultaat: de leerling is het kind van de rekening.’ Samen het rekenonderwijs nog verder verbeteren, daar nodigt zij de ‘tegenpartij’ toe uit.
Misvatting Belinda Terlouw was erg verbaasd over de plotselinge kritiek: ‘Er wordt een regelrechte aanval op ons instituut gedaan en die is voor een groot deel onterecht. Het lijkt wel een rekenoffensief. We hebben eerst die commotie gehad over pabo-studenten die niet meer konden rekenen en nu horen we van de stichting van Mariska Milikowski weer dat we op de basisschool heel anders moeten gaan leren rekenen. Maar zo anders vind ik Milikowski’s ideeën helemaal niet. Ik ben flink geschrokken van een paar dingen in haar boekje De Gelukkige Rekenklas. Daarin worden zulke onterechte dingen beweerd. Ik vermoed dan ook dat er bij haar een misvatting heerst over wat je onder realistisch rekenen moet verstaan.’ ‘Milikowski en een belangrijke medestander van haar, Jan van de Craats van de Universiteit
van Amsterdam, richten in hun publicaties vooral hun pijlen op de verhaaltjessommen. Ten onrechte denken ze dat de toepassings-
altijd eerst moet begrijpen wat je eigenlijk doet. Ze draaien het om: kinderen komen pas aan dat begrijpen toe als ze goed kunnen rekenen.’ Belinda Terlouw is het daar volstrekt mee oneens. ‘Alle kinderen, maar in het bijzonder de zwakke rekenaars zijn er enorm bij gebaat als je ze eerst laat zien wat een som in essentie betekent.’
Laten we de handen ineen slaan voor nog beter rekenonderwijs vraagstukken bedoeld zijn om kinderen te laten begrijpen wat een som eigenlijk betekent. De begripsvorming binnen realistisch rekenen vindt echter op geheel andere wijze plaats. Zo krijg je natuurlijk spraakverwarring. Los van deze miscommunicatie vinden zij niet dat je bij het leren rekenen
Schijnresultaat ‘Ik kom heel vaak op de scholen en dan zie ik bijvoorbeeld kinderen 332 eraf 30 uitrekenen door te goochelen met de losse cijfers. Vaak krijgen ze dan problemen,
Inzicht nr 6 - november 2009
39_3340_Verzameling.indd 10
20-10-2009 12:32:38
11
morgen leren vermenigvuldigen! Ze kregen daar de essentie van het vermenigvuldigen door. Als een kind dat niet begrijpt, kan het misschien wel de tafels opzeggen, maar als je dan vraagt ”Wat is 6 x 12?”, zeggen ze: “Dat hebben we nog niet gehad”. Als het kind dat dan later onder elkaar heeft leren zetten, komt het wel tot een antwoord, maar zelfs dan snapt het vaak nog niet wat het aan het doen is. Dan kan het zelfs het antwoord schuldig blijven op de vraag: ”wat is 1 x 8?” , omdat het eigenlijk niet weet wat 1 x 8 betekent. Daarom zeggen wij: eerst begrip, dan pas automatiseren en daar zijn alle deskundigen het over eens: dat is basis van de rekendidactiek.’ Belinda Terlouw, projectleider van het Freudenthal Instituut
omdat ze niet weten wat het betekent. Maar als ik vraag: als je 332 euro hebt en je geeft er dertig uit, hoeveel houd je dan over, dan weten ze het antwoord wel. Realistisch rekenonderwijs is gestoeld op een aantal pijlers. Eén van die pijlers is het inbedden in een voorstelbare context, zodat kinderen zich er een voorstelling van kunnen maken. Milikowski verheft de alledaagse werkelijkheid echter tot einddoel van het leerproces: pas als je de rekentrucjes goed kent, ben je toe aan de verbinding met het alledaagse. Zij zegt: als je 5 x 7 moeten uitrekenen, waarom moet je de kinderen dan allerlei omwegen laten maken om tot het antwoord te komen? Maar ook wij zeggen niet dat je dat moet doen. We zeggen wel: als een kind niet in staat is om 5 x 7 = 35 uit te rekenen en je houdt het maar steeds
voor -via de tafels- dat het 35 is, dan behaal je een schijnresultaat. Dan zegt het netjes op commando 35, maar kan het dan ook zeggen hoeveel 5 x 27 is, heeft het daar dan de vaardigheden voor? Daar heb je een cognitief netwerk voor nodig dat eerst in je hoofd moet worden gevormd. Wel is het zo dat sommige kinderen eerst tot het antwoord komen en later tot inzicht, ook goed. En niet alle kinderen hoeven heel lang stil te staan bij die begripsvorming.’
Trucjes Mariska Milikowski vertelde in het artikel dat ze kinderen heel snel leerde vermenigvuldigen door tafels te stampen, steeds sneller. Belinda Terlouw weet een andere snelle methode: ‘Ik ben een keer met de kinderen naar de supermarkt gegaan en heb ze in één
‘Een kind dat al heel snel vorderingen maakt door automatiseren? Niets op tegen. Maar als een kind formeel rekent zonder dat het begrijpt wat het doet, dan moet je terug naar wat een sommetje eigenlijk betekent. Dan moet het het opnieuw ontdekken. Dat wil niet zeggen dan we mordicus tegen rekentrucjes zijn. Je komt, als je een normale aanleg hebt, er een heel eind mee. Ze komen vaak vanzelf wel. Bij ingewikkelde berekeningen kun je zelfs niet zonder. Stel je voor dat ik bij vierentwintig drie-dertiende gedeeld door zevenvijftiende - als dat überhaupt een opgave is die je ooit tegenkomt geen trucje voorhanden heb! Maar als bij ‘normale’ rekenopgaven op basisschoolniveau het trucje het zicht beneemt op wat je eigenlijk aan het doen bent, kan het ook tot grote misverstanden leiden, zelfs bij sterke rekenaars.’ ➜
Het schoolkamp zorgt nu al voor nachtmerries?
39_3340_Verzameling.indd 11
O800 5010
of mobiel 0900 5010123 (45ct/pg
20-10-2009 12:33:02
12 Basis van begrip Belinda Terlouw vindt dus dat kinderen met inzicht moeten leren rekenen, maar aan dit principe koppelen critici dat voorstanders van realistisch rekenen oefening of automatisering niet belangrijk vinden. ‘Zeer onterecht’, reageert Terlouw, ‘en ik kan het nog uitbreiden ook: men denkt dat we het ook niet nodig vinden dat bepaalde rekenfeiten uit het hoofd gekend worden. Maar ook daar zijn we helemaal niet tegen. We vinden alleen dat gememoriseerde feiten zonder basis van begrip een kind niet verder helpen in zijn rekenontwikkeling. Daarom nemen we er, daar waar nodig, de tijd voor om die basis te leggen. Maar men vindt blijkbaar dat deze aanpak te veel tijd kost. Daarbij vergeet men dat wij wel degelijk differentiëren. Sommige kinderen komen al heel snel tot formeel rekenen en dan ontstaat dat begrip gaandeweg. Die kinderen dwingen we zeker niet om het traject nogmaals af te leggen. Rekenontwikkeling is geen voor ieder geldend lineair proces. Het voltrekt zich bij ieder kind verschillend. Daarom moeten leerkrachten heel goed kijken naar
kinderen. Eerst zien hoe een kind een rekenprobleem aanpakt en -hoe onbeholpen dat soms ook gaat- daar bij aansluiten om dan een wenselijke strategie voor dat probleem voor te stellen.’
Niveau ‘De Stichting Goed Rekenonderwijs verspreidt ongerustheid over het Nederlandse rekenniveau’, vervolgt Terlouw, ‘en dat vind ik op twee manieren verkeerd. Allereerst is gebleken dat we het in internationaal opzicht helemaal
hun rekenonderwijs vorm geven. En ten slotte vrees ik dat bij al dat gepraat over het huidige rekenniveau het kind het kind van de rekening wordt. Zie bijvoorbeeld al die meetinstrumenten die ontwikkeld worden, de inspectie die er bovenop zit en scholen als zwakke scholen aanmerkt; uiteindelijk betaalt het kind daar de rekening voor, want wat doet dat met die leerkrachten die daar keihard werken? We zouden beide de leerkrachten moeten helpen om het rekenonderwijs te verbeteren, zowel het Freudenthal Instituut als de Stichting Goed Rekenonderwijs, zonder elkaar af te branden. Vooral door ze te leren ontdekken wat kinderen nodig hebben. Dan maakt het niet meer uit volgens welk stappenplan het kind rekenen leert. Als je als leerkracht dan ook nog zicht hebt op leerlijnen en kennis van de rekendidactiek, dan heb je de middelen in handen om het kind boven zichzelf laten uitstijgen.’
De basis van rekendidactiek is eerst begrip, dan automatiseren niet zo slecht doen. Ten tweede wordt ons, het Freudenthal Instituut, deze vermeende achterstand in de schoenen geschoven. Wij zouden de laatste drie decennia op dominante wijze onze rekendidactiek aan de scholen hebben opgedrongen en niets is minder waar. Scholen bepalen zelf hoe ze
Ook bij realistisch rekenen is automatiseren belangrijk
Strategieën Jan van de Craats heeft in een van zijn kritische stukken een verslag opgenomen van een totaal mislukte klassikale les, waarin kinderen oplossingsstrategieën moesten bedenken voor een rekenprobleem en suggereert dat deze methode door het Freudenthal Instituut is gepropageerd. ’Absoluuut niet waar’, reageert Belinda Terlouw. ‘Wij vinden dat zelfs onwenselijk. Strategieën kun je niet opleggen. En om daar klassikaal heel lang bij stil te staan, terwijl kinderen elkaar niet meer begrijpen, is zonde van je onderwijstijd. Maar uit onderzoek is wel gebleken dat door het verwoorden
Inzicht nr 6 - november 2009
39_3340_Verzameling.indd 12
20-10-2009 12:33:12
13 kinderen op formeel niveau te rekenen. Sommige kinderen racen daar doorheen en dat is natuurlijk prima. Die houden we echt niet tegen. Het ligt ook aan wat er in de voorschoolse fase is gebeurd.’
Kind centraal
van en reflecteren op denkprocessen, kinderen zich bewust worden van wat ze hebben gedaan. Op cruciale leermomenten is het heel belangrijk dat kinderen de ontdekkingen die ze hebben gedaan, delen met andere kinderen. Maar dan niet klassikaal; dan ontstaat er inderdaad zo’n Babylonische spraakverwarring. In tweetallen of kleine groepjes kan dan heel goed werken. Daar heeft Maarten Dolk, ook medewerker van het Freudenthal Instituut, goede artikelen over geschreven. Wij propageren helemaal niet dat je altijd, in iedere les elke oplossingsstrategie uitputtend moet gaan behandelen. Misschien moeten we onze uitgangspunten op dit terrein nog eens wat scherper formuleren, zodat daar geen misverstanden over kunnen ontstaan. Mij gaat het erom dat het kind zelf mag leren denken. Rekenen is meer dan alleen sommen oplossen, het is ook probleemoplossend, analytisch leren denken.’
Verhaaltjes ‘Laten we geen van beide onze inzichten tot de heilige waarheid verheffen. Ik vind dat we in wat we zeggen ons aan de feiten moeten houden. En in het Inzichtartikel waarin Mariska Milikowski
het realistisch rekenen beschrijft, heeft ze het volgens mij uitsluitend over de ‘verhaaltjes-sommen’. Dat is niet synoniem met realistisch rekenen. Waarschijnlijk denkt zij aan sommen als: ik heb vier vrachtwagens met 36 kisten erop. Dan kun je uit de context de som 4 x 36 destilleren. Dat noemen wij toepassingsvraagstukken. Dat is wat anders dan realistisch rekenen. In de beginfase van het
Belinda Terlouw wil liever niet dat een polemiek die dankzij het interview met Mariska Milikowski gelukkig al wat scherpe kantjes kwijt is, opnieuw verhevigt. Daarom probeert zij vooral duidelijk te maken waar het realistisch rekenen voor staat. Daarmee, zo hoopt zij, heeft wordt een aantal misvattingen over het realistisch rekenen naar het verleden verwezen. ‘Anders raken we verstrikt in een eindeloos voortdurende discussie. Kennis van elkaars zienswijze neemt veel drempels weg. Ik hoop dat we één doel gemeen hebben: het kind centraal stellen. Als dat ertoe leidt dat de leerkracht goed leert kijken naar het kind en het aanreikt wat het nodig heeft, dan kunnen we dat kind tot rekenen brengen. Linksom of rechtsom. Dan zijn die welles-nietes discussies niet nodig: wel staartdelingen, geen staartdelingen, wel procedures bespreken met elkaar of niet bespreken.’
Veel kritiek op het realistisch rekenen is onterecht rekenen rekent het kind met telbare objecten. Die heeft het kind eerst nodig. Na deze fase worden de objecten vervangen door representaties, de vingers bijvoorbeeld. Eigenlijk zijn dit nog steeds objecten die je kunt tellen. Dan is het de kunst om vanuit het tellend rekenen naar het structurerend rekenen te gaan, zodat je vijf en twee bijvoorbeeld direct herkent als zeven. Dat is de abstrahering. Dat komt dus pas als je die vijf en die twee hebt gezien, gevoeld en hebt ervaren. Vervolgens leren
‘Zorg dat de leerkracht goed is toegerust en zorg dat het kind wordt gezien. Als ik naar mijn studenten kijk, heb ik zeer goede hoop. Zij zijn ontzettend goed in staat te analyseren waar een kind mee worstelt en wat het nodig heeft. Als het kind dat maar krijgt! Het vaandel waaronder dat gebeurt, doet er veel minder toe.’ ●
U loopt alleen maar tegen de schoolmuren aan?
39_3340_Verzameling.indd 13
BEL 5010
op schooldagen tussen 10 en 3
20-10-2009 12:33:27
14
Tekst Patrizia Antuzzi Beeld Eye-Catcher Photography
De noodzaak van het vak levensbeschouwing Het Einstein Lyceum in Hoogvliet telt 570 leerlingen en is een goede afspiegeling van onze ‘multiculturele maatschappij’. Allerhande kleuren, culturen en geloven zijn vertegenwoordigd op deze school, waar op basis van de leer van Montessori wordt lesgegeven. Sinds drie jaar wordt op het Einstein Lyceum het vak Levenbeschouwing op humanistische grondslag onderwezen door docente Lenie Hordijk. Wat zijn haar ervaringen tot nu toe? Waarom koos de school voor de invoering van dit vak?
L
enie Hordijk voldoet in haar manier van praten en denken aan het beeld dat velen zich bij een docente Levensbeschouwing voorstellen: ze formuleert haar antwoorden met zachte stem, bedachtzaam en zorgvuldig. Haar betrappen op boude uitspraken
Meerwaarde voor openbare school Directeur Louis Jongejans motiveert de aanwezigheid van het vak Levensbeschouwing op het Einstein Lyceum als volgt: ‘Levensbeschouwing zoals het op onze school wordt gegeven, vanuit een humanistisch standpunt en voor meerdere culturen, heeft de opdracht begrip te scheppen voor andere culturele en religieuze stromingen in onze maatschappij. De meerwaarde van het vak voor een openbare school is dat het onze brede toegankelijkheid ondersteunt en bijdraagt tot begrip van elkaars achtergronden. We willen graag een bijdrage leveren aan begrip en respect voor elkaar in onze samenleving en daarom hebben we dit vak toegevoegd aan het curriculum. Het bestendigt de goede omgangsnormen die er op het Einstein Lyceum zijn en bevestigt tevens het belang van respect en interesse voor elkaar. Het klinkt allemaal best hoogdravend, maar het werkt absoluut mee aan een veilige, begripvolle sfeer in een school en een stad waarin meerdere culturen samenkomen.’
zal niet makkelijk lukken. Hordijk bekijkt alle kanten van een zaak en kan voor meerdere visies begrip opbrengen. Sinds drie jaar is de vijftigjarige docente bevoegd om Levensbeschouwing aan leerlingen in het voortgezet onderwijs te geven.
Geloof ‘Nee’, antwoord Hordijk desgevraagd, ‘we besteden niet echt lessen specifiek aan godsdiensten. Er zijn leerlingen met een geloof, bijvoorbeeld Jehova’s Getuigen, die daar echt niet van gediend zijn en die lessen niet zouden bijwonen. Dan schiet ik volgens mij mijn doel voorbij. Ik laat ze meer spelenderwijs met elkaars godsdiensten in contact komen. Neem bijvoorbeeld
Kinderen leren dat iedereen het recht heeft zichzelf te zijn
Pubers ‘Wat is de zin van dit alles?’, stelt Hordijk. ‘Dat geeft wel aardig aan wat we tijdens de les Levensbeschouwing onderzoeken. Ik geef les aan de eerste en tweede klassen en dat zijn echte pubers. Tot voor kort namen ze eigenlijk vanzelfsprekend aan wat hen is verteld door hun omgeving, zoals ouders, familie, kerk, school en media. Maar nu worden ze kritischer en gaan ze zich allerlei dingen afvragen. Dat brengt natuurlijk ook onzekerheid met zich mee. Tijdens de lessen praten we over onderwerpen waar ze mee te maken hebben en over onderwerpen waar we ze over na willen laten denken, zoals: Waarom zijn er regels? Wat zijn mijn rechten? Zinloos geweld, Loverboys en Vluchtelingen.’
het onderwerp verslaving. Ik laat ze in groepjes van gemengde samenstelling onderzoeken of er nou echt een godsdienst is die zegt: “Tuurlijk! Laat je maar vollopen met drank of andere genotsmiddelen.” Zo komen ze erachter dat alle godsdiensten dat afkeuren. Ook een heikel onderwerp is homoseksualiteit. Er zijn godsdienstigen die daar niet positief op reageren. Ik vraag hen dan: Jouw geloof zegt dat en dat, maar wat vind jijzelf nou eigenlijk?’
Pesten Lenie Hordijk legt nog een ander onderwerp op tafel wat de nodige zelfreflectie vereist: Pesten. ‘Iedereen vindt pesten fout, maar hoe kan het dan dat het toch gebeurd? Daar laat ik ze over nadenken. Ik laat ze dan vooral naar zichzelf kijken. Hoe draag ik bij aan de sfeer
Inzicht nr 6 - november 2009
39_3340_Verzameling.indd 14
20-10-2009 12:33:38
15 Prikkelen ‘Als we een stelling klassikaal hebben besproken, krijgen de leerlingen vragen mee. Ze werken vaak samen of in groepjes en leren zo hun mening te verwoorden en ook tot overeenstemming te komen. Ik ben geen docent die een les lang vertelt. In mijn vak is het belangrijk leerlingen te prikkelen juist zelf te denken en te onderzoeken. Ik laat ze daarbij als hulpmiddel via internet op toepasselijke sites kijken. Om een voorbeeld te noemen: bij het thema Vluchtelingen krijgen ze opdracht om de sites van Unicef, Amnesty International en Vluchtelingenwerk te bekijken en te beschrijven waar deze organisaties voor staan.’
Eenzaamheid
Lenie Hordijk, docente levensbeschouwing
in de klas? Wat doe ik goed, wat kan anders? Ben ik een meeloper of ben ik een pester? Kinderen kunnen soms stomverbaasd zijn als ze als ‘pester’ worden bestempeld. Ook hier is het weer heel belangrijk de kinderen te leren dat iedereen het recht heeft te zijn wie hij is. Dat anders zijn dan jezelf bent mag.’
Sketches Op de vraag hoe Lenie Hordijk een les Levensbeschouwing invult, steekt de docente enthousiast van wal: ‘Ik bereid bijvoorbeeld de lessen over seksualiteit voor met de lessenserie Wensen en Grenzen
van de Rutgers Stichting. Een start die meteen voor aandacht zorgt, is het opschrijven van een oneliner op het bord. “Jongens met ervaring zijn stoer, meiden met ervaring zijn hoer” maakt heel wat discussie los. Bij deze cursus zitten onder andere filmpjes van de cabaretier Najib Ahmali. Hij is bij uitstek iemand die allerlei onderwerpen kan aanroeren op een voor alle leerlingen acceptabele manier. Ik kan als docent niet zomaar alles zeggen, maar Najib ligt eigenlijk bij iedereen goed en hij heeft een leuke, vriendelijke manier om de meest gevoelige onderwerpen ter sprake te brengen.’
‘Ik merk dat het vak Levensbeschouwing bezig is aan een terugkeer op de scholen. We leven in een individualistische maatschappij en dat brengt ook een bepaalde verarming teweeg. De eenzaamheid ligt op de loer en dat wordt steeds meer erkend. Levensbeschouwing probeert de leerlingen niet alleen verantwoordelijkheid voor hun eigen handelen bij te brengen, maar ook het besef dat je elkaar nodig hebt en dat acceptatie van elkaar daarvoor noodzakelijk is’, aldus Lenie Hordijk.
Gemis ‘Toen ik begon met Levensbeschouwing, was er best wel wat weerstand op school. “Wat moeten we daar nou mee?” dachten veel docenten en leerlingen. Gelukkig is dat bijgedraaid. Het enige dat ik nog weleens mis, is een vakcollega. Het lijkt me prettig om vragen of situaties eens voor te leggen aan iemand anders. Ik kan wel via mail of telefoon vakbroeders raadplegen, maar dat is toch anders dan iemand die de school en de leerlingen ook kent.’ ●
De directeur wil per se bij de MR-vergadering zijn?
39_3340_Verzameling.indd 15
O800 5010
of mobiel 0900 5010123 (45ct/pg
20-10-2009 12:33:55
16 Opinie
Tekst Rob Limper, directeur Vereniging Openbaar Onderwijs Beeld Zwaan Fotografie
Vrijheid van onderwijs belemmert de integratie Het is onbestaanbaar dat vandaag de dag, terwijl integratie in onze samenleving zo’n belangrijk thema is, scholen grondwettelijk mogen segregeren. Kinderen van vier jaar oud worden op basis van de vermeende overtuiging van hun ouders verdeeld over openbare, katholieke, protestants-christelijke, reformatorische, islamitische, joodse of andere scholen. Op voorhand belemmert ons verzuilde én achterhaalde onderwijsbestel zo de integratie van onze kinderen.
A
lle basisscholen in Nederland hebben de opdracht, vastgelegd in een kerndoel, een bijdrage te leveren aan integratie en burgerschap. Dat doe je vooral door kinderen met verschillende achtergronden en overtuigingen (voor zover van een overtuiging bij een kind al sprake is) van jongs af aan samen naar school te laten gaan. Niet voor niets was de slogan van de Vereniging Openbaar Onderwijs jarenlang `niet a-p-a-r-t, maar samen’. Maar terwijl openbare scholen zich al sinds jaar en dag openstellen voor elk kind en iedere leerkracht, hebben scholen op een religieuze grondslag (met artikel 23 van de Grondwet aan hun zijde) nog steeds het recht om leerlingen of leerkrachten te weigeren, wanneer hun overtuiging onverenigbaar zou zijn met de grondslag van de school. Zo weigeren confessionele scholen niet zelden allochtone leerlingen, zogenaamd vanwege die grondslag. De eigenlijke
reden is veelal te ordinair om te noemen; scholen zitten bijvoorbeeld niet te wachten op leerlingen met een taalachterstand. Dan is zo’n grondslag een welkom argument. Onlangs liet directeur Wim Kuiper van de Besturenraad in Trouw weten zich grote zorgen te maken over de vrijheid van onderwijs. Artikel 23 is volgens hem in gevaar. Dat ben ik met hem eens. Wat mij betreft is het verzuilde onderwijsbestel namelijk volledig achterhaald. Liever vandaag dan morgen schroef ik de ‘katholieke, protestants-christelijke, islamitische of openbare’ naambordjes van de schoolmuren. Dan kan elk kind gewoon naar ‘school’, waar iedereen welkom is, hun sociale, culturele, levensbeschouwelijke achtergrond én seksuele geaardheid inbegrepen. Zoals dat op openbare scholen al jaren vanzelfsprekend is. Een bijkomend voordeel is dat scholen zich meer dan nu
Openbare scholen stellen zich al sinds jaar en dag open voor elk kind en iedere leerkracht
39_3340_Verzameling.indd 16
20-10-2009 12:34:03
column 17 Alexander Pechtold Tweede Kamerlid en fractievoorzitter D66
DISCUSSIEER MEE Laat weten hoe u aankijkt tegen de toekomst van ons onderwijsbestel. Discussieer mee met de Vereniging Openbaar Onderwijs op www.voo.nl/discussies.
moeten onderscheiden op hun pedagogisch didactisch concept. Dat komt de kwaliteit ten goede. Het verzuilde onderwijsbestel is niet meer van deze tijd. Het zijn namelijk allang niet meer de ouders die hun overtuiging aan een school willen opleggen, maar de instituties zelf, waaronder Kuipers eigen Besturenraad. Die is haar positie als werkgeversorganisatie kwijtgeraakt aan de pas opgerichte (niet verzuilde!) PO-raad en VO-raad, de sectororganisaties voor het primair en voortgezet onderwijs, en richt zich nu min of meer noodgedwongen op haar ideologische grondslag. Maar kennelijk is de samenleving buiten het gezichtsveld van Kuiper veranderd of is de Besturenraad niet van plan zich iets aan te trekken van die ontwikkeling. Uit de onderwijsmeter van het ministerie blijkt namelijk al jaren dat de levensbeschouwelijke overtuiging van ouders bij de schoolkeuze een volstrekt ondergeschikte rol speelt. De afstand naar de school, de sfeer en de kwaliteit van de school zijn voor vrijwel iedere ouder de belangrijkste selectiecriteria. Na kwaliteit komt een tijdje niets en dan pas doemt de denominatie (grondslag) van de school op. Hiermee is de maatschappelijke rechtvaardiging voor het verzuilde onderwijsbestel volledig verdwenen. Kuiper maakt zich dus terecht zorgen over de houdbaarheid van artikel 23. Volgens hem is de vanzelfsprekendheid van het artikel weg. Daar ben ik blij mee. De Vereniging Openbaar Onderwijs is al sinds 1866 de belangenbehartiger van het openbaar onderwijs, maar sluit haar ogen niet voor de veranderde samenleving. Als het lukt om in 2017, honderd jaar na de onderwijspacificatie (toen het openbaar en bijzonder onderwijs financieel werden gelijkgesteld), het verzuilde onderwijsbestel af te schaffen, dan heffen wij onszelf ook op. Dan is er wat ons betreft ‘school’ voor elk kind. Op die school is ruimte voor ieders overtuiging en is er actief aandacht voor de vele overeenkomsten en verschillen die onze samenleving en dus de school rijk is. Op 18 november discussiëren wij daarom op het symposium SCHOOL met mensen uit het openbaar en het bijzonder onderwijs over de toekomst van ons onderwijsbestel. ●
Acceptatieplicht Keuzevrijheid. Voor mij een van de belangrijkste waarden in mijn dagelijkse politieke werk. Ieder individu moet binnen een aantal door de overheid gestelde grenzen zoveel mogelijk zelf kunnen bepalen hoe hij of zij het leven in wil richten. Onderwijs. Voor mij een van de belangrijkste onderwerpen in mijn dagelijkse politiek werk. Goed onderwijs is van levensbelang voor ieder individu. En daarmee voor de toekomst van ons land. Het is de belangrijkste grondstof voor een stevig fundament onder onze samenleving. De kennis die je opdoet, geeft je een leven lang kansen om je aan te passen in een snel veranderende wereld. De schoolkeuze is een belangrijke beslissing voor zowel ouder als kind. Ik vind het erg belangrijk dat ouders daarbij de vrijheid hebben hun kind naar de school van hun keuze te laten gaan. Of dat de school bij hen in de straat is, een wijk verderop of aan de andere kant van de stad, maakt niet uit. De keuze moet te allen tijde kunnen vallen op de school waar de ouders zich het meest prettig bij voelen. Helaas is die keuzevrijheid in het onderwijs niet optimaal geregeld. De wetgever bemoeit zich er nog mee. Immers, scholen in het bijzonder onderwijs hebben op dit moment nog de mogelijkheid leerlingen af te wijzen. Wat als een winkeleigenaar een klant weigert, alleen maar omdat die niet hetzelfde geloof aanhangt? Dan zouden we onze wenkbrauwen fronsen. Wat als een sportvereniging een enthousiaste jongere weigert, omdat hij homoseksueel is? Dan zouden we afkeurend oordelen. Dat scholen in het bijzonder onderwijs leerlingen kunnen weigeren zijn we echter wel ‘gewoon’ gaan vinden. Maar dat is het niet. Ik pleit voor een acceptatieplicht voor bijzondere scholen. Dat wil zeggen, de plicht van een school om kinderen te accepteren van ouders die de grondslag van de school respecteren. Zoals ook docenten op elke school moeten kunnen werken, mits zij de grondslagen ervan respecteren. Die acceptatieplicht bestaat al wel voor openbare scholen. Zij moeten alle leerlingen toelaten, ook de kinderen die bijzondere scholen mogen weigeren. Een scheve situatie. Die ongelijkheid moet wat mij betreft dan ook worden rechtgetrokken. Het lijkt mij juist goed als kinderen van verschillende achtergronden elkaar al op jonge leeftijd ontmoeten. Ook op scholen met een religieuze grondslag. Onlangs stelden ook de SP en GroenLinks dat zij een acceptatieplicht willen. Met VVD en PvdA erbij komen we misschien een heel eind. Maar waarschijnlijk moeten we daarvoor wel wachten tot de PvdA is bevrijd uit de huidige coalitie.
Dit artikel werd ook geplaatst in dagblad Trouw.
39_3340_Verzameling.indd 17
20-10-2009 12:34:18
18
Tekst Patrizia Antuzzi Beeld inZicht fotografie
Wij hebben best een goede school De Meester Verwersschool in Zoetermeer kreeg in februari 2007 een mededeling die insloeg als een bom: de school werd door de Inspectie als zeer zwak beoordeeld. Elly Evertse (58), sinds vijf jaar directeur van de Meester Verwersschool, vertelt openhartig over de gevolgen van deze beoordeling en wat zij en haar team hebben ondernomen om van die beoordeling af te komen.
H
et volgende wil Elly Evertse wel eerst even duidelijk stellen: ‘De Meester Verwersschool is inmiddels van de betiteling ‘zeer zwak’ af.’ Na de aangekondigde herbeoordeling in maart 2010 verwacht ze zelfs weer de normering ‘voldoende’ te krijgen.
Onverwacht ‘De beoordeling ‘zeer zwak’ kwam aan als een mokerslag’, beaamt de directeur volmondig. ‘Tijdens de gesprekken met de inspecteur, voorafgaand aan de beoordeling, merkte ik wel wat punten van kritiek, maar dat we van een goede
Inzicht nr 6 - november 2009
39_3340_Verzameling.indd 18
beoordeling in één keer naar ‘zeer zwak’ zouden duikelen, had ik echt niet verwacht. Zelfs tijdens het korte inspectiebezoek een jaar tevoren hadden we geen enkel
Openheid Evertse: ‘Ik heb nadat ik het slechte nieuws kreeg meteen het bestuur op de hoogte gebracht. Gelukkig steunde het centraal management de school volledig. Gezamenlijk hebben we een plan van aanpak opgesteld. Twee keer per jaar hebben we tot nu toe via een trendanalyse gecontroleerd of we op de goede weg zijn. En met die aanpak gaan we door. We hebben voor openheid van zaken gekozen. Ik geef liever tekst en uitleg, dan ruimte voor speculatie. Het team heb ik persoonlijk op de hoogte gesteld en de ouders per brief. De personeelsleden reageerden net als ik geschokt, maar na korte tijd zeiden ze: “Oké, en hoe gaan we dit weer goed krijgen?” Van de ouders kreeg ik niet veel reacties; niemand heeft zijn kind van school gehaald. Maar ik merk wel dat we, zelfs buiten de vergrijzing van de wijk gerekend, de afgelopen periode beduidend minder nieuwe kinderen hebben gekregen en dat baart me wel zorgen. Ouders gaan steeds meer af op het oordeel van de inspectie, zoals vermeld op in-
Een onvoldoende van de Inspectie van het Onderwijs en dan…? signaal ontvangen. Ik vind het vreemd dat zo’n ingrijpend oordeel zonder enige waarschuwing vooraf wordt geveld.’
Volgens directeur Elly Evertse is de Meester Verwersschool op de goede weg
20-10-2009 12:35:22
19 leerlingen dat in Zoetermeer de eindtoets geen rol vervult bij de advisering naar het voortgezet onderwijs. Het schooladvies wordt hier gebaseerd op het leerlingvolgsysteem, dus op de gehele schoolloopbaan van het kind. Overigens stroomt 70% van onze leerlingen door naar havo/vwo, 20% naar de theoretische leerweg en 10% naar beroepsgericht onderwijs. Zo slecht doen we het dus ook weer niet’, geeft de directeur fijntjes te kennen.
overboord gooien. Door de intensieve aandacht die wij hebben voor de individuele ontwikkeling hebben wij veel zij-instromers een plek kunnen geven. Kinderen die op andere scholen niet gelukkig waren of niet konden meekomen, maar ook kinderen die juist een ontwikkelingsvoorsprong hebben. We hebben voor deze tientallen kinderen twee aparte klassen gevormd, waarin hen naast de gewone leerstof extra uitdaging wordt geboden in de vorm van projecten, vreemde talen of vakken als geometrie.’
Herziening ternet, maar beseffen onvoldoende dat daar maar een deel van het kwaliteitsverhaal is te vinden. Ouders, die toch de moeite nemen om een kennismakingsgesprek te voeren, besluiten nagenoeg altijd om toch hun kind in te schrijven.’
Oorzaak ‘De slechte beoordeling’, vervolgt Evertse, ‘werd vooral veroorzaakt door de te lage scores op de Citoeindtoetsen. De lage score was ons uiteraard wel bekend, maar
‘Het lijkt niet toevallig dat relatief veel montessorischolen de beoordeling ‘zeer zwak’ hebben. De Montessorimethode heeft ontegenzeggelijk goede kanten, maar kan op onderdelen ook nog sterk worden verbeterd, meer aangepast aan de huidige eisen van de samenleving.’ Elly Evertse noemt een paar voorbeelden. ‘Een punt van kritiek van de Inspectie was dat het leerstofaanbod tekort schoot. Dat vonden wij zelf ook al en we waren dan ook al bezig met het doorvoeren van een nieuwe rekenmethode. Ook hadden we de taaldozen, een typische methode van Montessori, vervangen door een taalmethode. We waren al tot de conclusie gekomen dat de leerlingen met de taaldozen te weinig aan mondelinge taal en spelling toekwamen.’
In Zoetermeer speelt de eindtoets geen rol bij het schooladvies op onze montessorischool zit de kwaliteit in veel meer aspecten dan alleen die eindscore. Al jarenlang hebben we te maken met een hoge uitstroom en kregen we geen enkele klacht vanuit het voortgezet onderwijs over de kwaliteit. Daar komt bij dat de scholen binnen ons bestuur nog maar een betrekkelijk korte traditie hebben voor wat betreft de afname van de eindtoets. Bovendien weten de
Spagaat ‘Maar’, zo zegt de directeur, ‘we komen wel in een spagaat te zitten. Ouders en ook wijzelf hebben bewust voor Montessori gekozen, want deze vorm van onderwijs biedt veel goeds. Wij kunnen en willen niet zo maar alle principes
‘Het is en blijft voor ons een moeilijke keuze’, verzucht Elly Evertse ten slotte. ‘Werken volgens de regels van de Inspectie of volgens die van Montessori? We zullen echter wel moeten voldoen aan de inspectienormen. Ons huidige standpunt luidt dan ook: Eerst weer een ‘voldoende’ van de Inspectie en vervolgens met behoud van die kwaliteit de Montessori-aanpak versterken’. ●
Aanpak zwakke scholen Op 1 december 2008 beoordeelde de Inspectie van het Onderwijs 109 scholen in het regulier onderwijs tot zeer zwakke basisschool. In het speciaal basisonderwijs ging het om 20 basisscholen en 16 scholen in het V(SO). Staatssecretaris Dijksma wil het aantal zeer zwakke basisscholen in 2011 met de helft terugbrengen. Daarnaast moet de periode dat een basisschool zeer zwak is, worden geminimaliseerd. Dijksma heeft de werkgevers in het basisonderwijs (verenigd in de PO-raad) verzocht de regie te nemen. De PO- Raad ontwikkelt activiteiten, die zijn gericht zijn op ondersteuning van de zwakke en zeer zwakke scholen en hun besturen. Zo wordt er bij ‘risicoscholen’ geïnvesteerd in het voorkomen van problemen. De PO-raad roept daarbij hulp in van organisaties en experts van buiten de school. De Vereniging Openbaar Onderwijs neemt ook deel aan het overleg van experts en organisaties.
De directeur wil per se bij de MR-vergadering zijn?
39_3340_Verzameling.indd 19
O800 5010
of mobiel 0900 5010123 (45ct/pg
20-10-2009 12:35:45
20
Tekst Esther Oosterling Beeld Sanders en Rozemeijer
Meer mannen in het onderwijs Op de pabo is slechts een kleine twintig procent van de studenten man. Maar veel mannen die de pabo doen, zijn razend enthousiast over hun studiekeuze. Aankomend leerkracht Arend Benner (34) uit Amsterdam is een van hen. Onder het motto ‘Het onderwijs heeft Echte Mannen nodig’ deed hij mee met de Nieuwjaarsduik van de IPabo Amsterdam, om op die manier mannen op te roepen ‘in zee te gaan’ met het onderwijs.
‘S
toere mannen horen in het onderwijs. Dat wilden we met de Nieuwjaarsduik laten zien. Er deden zo’n twintig mannen mee, inclusief een heldhaftige docent van de opleiding. Het was natuurlijk steenkoud op het strand: drie graden boven nul. Het was zeker een succes, gezien de media-aandacht die we kregen van het jeugdjournaal, RTV Noord Holland en Radio 1. En dat natuurlijk vlak voor de open dag. Daar waren dan ook meer mannen dan gewoonlijk.’
Waarom is het volgens jou belangrijk om meer mannelijke pabostudenten te werven? ‘Omdat kinderen, zowel jongens als meisjes, verschillende rolmodellen nodig hebben. Mannen en
daar wat mee, als het goed is. Ik hoop echt dat er meer mannen in het onderwijs komen. Het is geen soft vak waar niets te beleven valt. Dat moet meer worden gepromoot.’
Waarom wilde je zelf leerkracht worden? ‘Ik werkte na mijn studie Wetenschapsdynamica aan de Universiteit van Amsterdam als coördinator en studieadviseur en merkte dat ik het contact met studenten leuk vond. Maar na een paar jaar begon ik me af te vragen wat ik wilde: in het hoger onderwijs blijven werken, of iets totaal anders doen? Toen werd me duidelijk wat me altijd heeft aangesproken: onderwijs. Mijn lagere schooltijd is een belangrijke periode voor me geweest. Nu ik zelf wat onderwijservaring heb, is het des te leuker om aan die tijd terug te denken. Dat ik zelf ook die kant op zou gaan, heb ik me nooit gerealiseerd. Terwijl mijn ouders toch ook allebei iets met onderwijs hebben, mijn vader was docent biologie en mijn moeder heeft de Pedagogische Academie gedaan.’
Kinderen zijn gewoon ontzettend leuk. Bij alles wat ze doen, gaan ze voluit. vrouwen zijn nu eenmaal verschillend. Het is goed voor kinderen om te zien hoe mannen en vrouwen op school met elkaar omgaan. Daarnaast herkennen mannelijke onderwijzers zichzelf ook meer in jongens en gaan vaak anders met ze om. Als jongens ravotten, zullen juffen er eerder toe geneigd zijn om het te stoppen, terwijl die meester bedenkt dat hij dat vroeger zelf ook deed. Die weet dat het niks voorstelt, dat er bijvoorbeeld even een pikorde bepaald moet worden. Hetzelfde geldt voor techniek. Een wekker moet bijvoorbeeld gewoon uit elkaar omdat ‘ie uit elkaar moet’. Die ruwheid en interesse in techniek horen bij een jongen, en een meester kan
Hoe heb jij de studie aan de pabo tot nu toe ervaren? ‘Je wordt direct in het diepe gegooid. Nog voordat ik lessen had gevolgd, stond ik al voor de klas in groep 6 op basisschool De Wiltzangh in Bos en Lommer. Daarvoor had ik al wel op een school in Leiden een aantal dagen meegelopen. Dat was geweldig. In mijn laatste stage op die school gaf ik les aan kleuters. Het is leuk om de verschillen tussen de kinderen te
Inzicht nr 6 - november 2009
39_3340_Verzameling.indd 20
20-10-2009 12:35:53
21
39_3340_Verzameling.indd 21
20-10-2009 12:36:09
22
‘Paboys’ gezocht Recentelijk heeft het SCO-Kohnstamm Instituut het rapport ‘Paboys gevonden’ gepresenteerd, dat ingaat op de oorzaken van de ondervertegenwoordiging van mannelijke studenten op de pabo’s en van mannelijke leraren in het primair onderwijs. Een van de opvallendste conclusies uit het rapport is dat het bij elkaar plaatsen van meer mannen in een pabo-klas leidt tot minder uitval. Ook variatie in het stagebeleid en de mogelijkheid tot eerdere praktijkspecialisatie wordt door mannen gewaardeerd. Intervisie en tutoring door mannelijke (mede) studenten blijkt juist minder van belang. Het volledige rapport kunt u lezen op www.voo.nl/inzicht.
zien. Sommigen vol bravoure, anderen heel afwachtend. Allemaal bijzonder. Bij gymnastiek zie je heel snel grote veranderingen. Er zijn bij de hele jonkies bijvoorbeeld van die ‘kat-uit-de-boom’-types. Die help je dan met een oefening door ze soms letterlijk een hand te reiken, zodat ze vertrouwen krijgen. En dan drie weken later lopen ze alleen over de balk. Die overwinningen vind ik prachtig om te zien: die blik van ‘Kijk mij eens’.’
Wat spreekt je aan in het onderwijsvak? ‘Kinderen zijn gewoon ontzettend leuk. Bij alles wat ze doen, gaan ze voluit. Ik zie het als mijn taak als onderwijzer om de kinderen zo goed mogelijk op hun eigen niveau aan te spreken en ze uitdagingen aan te bieden, zodat ze zich blijven ontwikkelen.’
De status van het leraarsvak lijkt behoorlijk afgenomen. Is dat een reden waarom veel jongens voor andere studie kiezen? ‘Mogelijk. Maar mannen hebben gewoon hun plaats in het onderwijs. Het is uitdagend genoeg. Er komt
nogal wat bij kijken als je voor de klas staat. Kinderen vragen gewoon om leiding. Het is niet een beetje pappen en nathouden: je moet zo’n klas richting bieden, sturen. Het is een grote verantwoordelijkheid. Voor al die jongens die graag een belangrijke baan willen hebben: dan zit je in het onderwijs goed. Het vak van onderwijzer is hartstikke leuk en je hebt een unieke positie. Als er één beroep is waar je invloed hebt op mensen en waarin je iets met je idealen kunt doen, is het wel het onderwijs. Of iemand nu bakker wordt, bij de marechaussee of in de wetenschap gaat werken, iedereen heeft dezelfde basis nodig. Die krijg je op school. Als je daaraan mag bijdragen, geeft dat een kick!’
Een leven als onderwijzer, mooier kan het dus niet? ‘Het is geen makkelijk beroep. Het lastigste is het om consequent te zijn, maar dat is wel de sleutel tot succes. Ik moet nog heel veel leren. Maar dat is een uitdaging en het scheelt ook dat ik inmiddels al wat levenservaring heb. Als ik soms zie hoe mijn docenten van de pabo, die zelf ook allemaal ervaring ‘voor de klas’ hebben, bij een stagebezoek met de kinderen omgaan…knap! Dan weet je dat je nog maar net komt kijken. Ik zie het zo: Nu rijd ik soepel heel Europa door met mijn auto, maar toen ik net mijn rijbewijs had, ging het allemaal niet zo vlotjes. Zo zal het ook gaan als ik straks voor de klas sta: je ‘mag’ dan wel eindelijk, maar tegelijk sta je helemaal aan het begin. Dit wordt een reis zonder einde.’ ●
Inzicht nr 6 - november 2009
39_3340_Verzameling.indd 22
20-10-2009 12:36:17
23
Tekst Michiel Jongewaard Beeld Denise Fotografie
Vereniging niet geschikt als bestuursvorm openbaar onderwijs De Raad van Toezicht van de Vereniging Openbaar Onderwijs stelt voor het aantal bestuursvormen voor het openbaar onderwijs terug te brengen tot twee. Volgens de raad bieden het integraal bestuur en de stichting voldoende mogelijkheden en hebben zij zich in de praktijk al bewezen. Dat laat de Vereniging Openbaar Onderwijs weten, naar aanleiding van het pleidooi van onder anderen professor Dick Mentink, die pleit voor de vereniging als nieuwe bestuursvorm.
D
e Vereniging Openbaar Onderwijs ziet niets in de vereniging als bestuursvorm voor het openbaar onderwijs. Door de verenigingsvorm zouden leerkrachten en ouders meer zeggenschap moeten kunnen uitoefenen. Volgens de Vereniging Openbaar Onderwijs kleven er echter teveel nadelen aan deze bestuursvorm. Zo zijn er te weinig mensen bereid om bestuurstaken voor de vereniging uit te voeren en is het onderwijs bovendien te waardevol en complex om door leken te worden bestuurd.
Ook online Het integrale standpunt en een overzicht van alle standpunten van de Raad van Toezicht vindt u op www.voo.nl.
Grondwettelijke positie Het verenigingsrecht, waarin is bepaald dat de algemene ledenvergadering per definitie het laatste woord heeft, staat op zijn minst op gespannen voet met de grondwettelijke plicht van de overheid om te voorzien in ‘voldoend openbaar lager onderwijs in een genoegzaam aantal scholen’ (artikel 23 van de Grondwet). In een juridische beschouwing kan dit knelpunt wellicht worden weerlegd, in de praktijk ontstaat er een spanningsveld tussen de vereniging en zijn leden enerzijds en de lokale overheid anderzijds.
Raad van Toezicht
Standpunt
De Raad van Toezicht van de Vereniging Openbaar Onderwijs is als volgt samengesteld:
In een officieel standpunt gaat de Raad van Toezicht uitgebreid in op de vereniging als mogelijke bestuursvorm en op de visie van de Vereniging Openbaar Onderwijs. In het slot van de verklaring pleit de raad voor het terugbrengen van het aantal bestuursvormen tot twee al bestaande vormen: het integraal bestuur (de gemeente) en de stichting voor openbaar onderwijs (het verzelfstandigd bestuur). ●
Marijke van Hees, voorzitter Yvonne Blommendaal-van Dorp Christa Tydeman Peter Buijs Yvonne Kemmerling Eric Balemans Fouad Sidali
Vereniging Openbaar Onderwijs
Het schoolkamp zorgt nu al voor nachtmerries? Bel 5010, op schooldagen tussen 10 en 3
39_3340_Verzameling.indd 23
20-10-2009 12:36:35
Marian Schreppers is directeur van obs Letterland, een reguliere basisschool met een internationale afdeling
Dynamiek op openbare basisschool Letterland Gelegen in de Almeerse Literatuurwijk is de openbare basisschool Letterland in meerdere opzichten een opvallende school. Met de naam in grote letters aan de voorgevel bevestigd, laat de school er geen misverstand over bestaan: Taal is hier belangrijk.
T
oen de naam Letterland voor de school werd bedacht, was het schoolconcept al klaar. Vroeg versterkt taalonderwijs gold daarin als basis voor de school. Sinds drie jaar heeft Letterland, een school van de Almeerse Scholen Groep, ook een internationale afdeling. Volgens directeur Marian Schreppers heeft de naam nog een belangrijk voordeel: ‘Letterland is ook in het Engels heel goed uit te spreken.’
Waarin verschilt obs Letterland van andere basisscholen? ‘Het belangrijkste verschil is dat wij vroegtijdig versterkt taalonderwijs geven. Dat betekent dat we al vanaf groep 1 Engels geven. Er zijn inmiddels meer scholen die dit doen, maar wij waren een van de eersten. Toen de Onderwijsraad het advies gaf om op de basisschool al op jongere leeftijd te beginnen met Engels, merkten we dat we veel vragen kregen van scholen die interesse toonden. Drie jaar geleden hebben we ook een internationale afdeling binnen onze school gekregen en dat versterkt natuurlijk de inbedding van het vreemde taalonderwijs op onze school.’
Was er in Almere behoefte aan een school met een internationale afdeling? ‘Absoluut. Onze burgemeester Annemarie Jorritsma was een groot voorstander van een internationale school, vooral vanwege de groeiambities van Almere. De gemeente wil graag meer (internationale) bedrijven interesseren om zich in Almere te vestigen. Een internationale school is voor grote bedrijven natuurlijk interessant, omdat zij vaak buitenlandse werknemers hebben die zich een aantal jaren met hun gezin in Nederland vestigen. Hun kinderen moeten dan naar een internationale school kunnen.’
De leerlingen van jullie internationale afdeling zijn allemaal kinderen van buitenlandse werknemers? ‘Ja, dat klopt gedeeltelijk, want we hebben ook leerlingen van Nederlandse ouders die een aantal jaren in het buitenland hebben gewerkt, waardoor hun kinderen beter aansluiting vinden op een internationale school. Je moet wel echt vanwege het werk zijn aangewezen op internationaal onderwijs. Nederlandse ouders die het wel zien zitten om hun kind op
Inzicht nr 6 - november 2009
39_3340_Verzameling.indd 24
20-10-2009 12:36:48
25
Tekst Michiel Jongewaard Beeld André Ruigrok
onze internationale afdeling te plaatsen, moeten we dus weigeren. Wij bepalen op basis van de richtlijnen van het ministerie of een kind toelaatbaar is, bijvoorbeeld op basis van een werkgeversverklaring.’
Je sprak net over een aparte bekostiging voor de internationale afdeling. De groepen van jullie internationale afdeling zijn vrij klein, wat relatief duur is. De gewone Nederlandse afdeling heeft veel grotere groepen. Hoe komt het dat je meer geld hebt voor de internationale afdeling? ‘We krijgen iets meer geld, omdat het taalniveau heel verschillend is en de aansluiting van veel kinderen op de curricula lastig is. Komt een kind bijvoorbeeld uit een Koreaanse basisschool, dan kost het natuurlijk veel tijd om zo’n kind eerst eens wat Engels te leren, zodat het het lesprogramma kan volgen. Daarnaast betalen de ouders nog een bijdrage aan het onderwijs.’
hun eigen lesprogramma. Het Engelse curriculum begint bijvoorbeeld veel eerder dan het Nederlandse met aanleren van lezen en schrijven, al vanaf vier jaar. Wij beginnen in groep 1 natuurlijk al wel aan de voorbereidingen voor leren lezen, maar dan gaat het nog niet om structureel lezen.’
Omgaan met buitenlandse ouders vereist van de school vast een andere aanpak? ‘Je moet vooral erg duidelijk zijn. Dat geldt natuurlijk ook voor de Nederlandse ouders. Maar er zijn verschillen. De ouders hebben vaak andere ver-
Ook onze Nederlandse leerlingen krijgen vanaf groep 1 al Engels
Is die ouderbijdrage verplicht? ‘Ja, als ze niet betalen, moet het kind naar de Nederlandse afdeling. Het is absoluut noodzakelijk om de internationale afdeling draaiende te houden.’
Gaat dat om een substantiële bijdrage? ‘Behoorlijk, zo’n 3100 euro. Het gaat natuurlijk wel om ouders die vaak een bovengemiddeld inkomen hebben. Bovendien betaalt vaak het bedrijf waar een van de ouders werkt de bijdrage, of een deel ervan. Vaak is dat opgenomen in de expat-regeling.’
Moet je als leerkracht op de internationale afdeling aan speciale eisen voldoen? ‘Natuurlijk, het zijn allemaal ‘native English’ sprekers. Ze hebben dus Engels als moedertaal. Het team bestaat uit Australische, Engelse, Schotse, ZuidAfrikaanse en Amerikaanse leerkrachten. Er is één Nederlandse leerkracht die Nederlands als ‘additional language’ geeft. Kinderen die al vloeiend Engels spreken, krijgen een uur per week Nederlands. Kinderen die het Engels nog onvoldoende machtig zijn, krijgen eerst ‘onderdompeling’ in het Engels. Zij krijgen dus nog geen Nederlandse les, pas als ze voldoende Engels spreken om het reguliere lesprogramma te volgen.’
wachtingen dan Nederlandse ouders. Soms eisen ze bijvoorbeeld heel veel huiswerk, omdat ze dat elders gewoon waren. Dan moet ik ze uitleggen dat we dat op onze school niet doen. De kinderen hebben hun handen vol aan onze normale lesdagen en ze moeten ook de kans krijgen om te ontspannen, te spelen en vrienden te maken met buurtgenoten.’
De internationale afdeling noemt zichzelf ‘A dynamic school’. Waarin uit zich die dynamiek het meest? ‘Gemiddeld zitten de leerlingen van de internationale afdeling twee tot drie jaar op onze school. De kinderen stromen dus voortdurend in en uit. Het kan best zijn dat ze ineens naar het buitenland moeten verhuizen. De kinderen leren daardoor dus al vroeg om nieuwe vrienden te maken en ze leren ook om weer afscheid te nemen van anderen. Soms is dat wel eens verdrietig voor ze, als ze weinig tijd hebben om goed afscheid te nemen. Flexibel zijn, aanpassen en het beste ervan maken, met elkaar: die dynamiek is de basis van onze school.’ ●
Zijn er grote verschillen tussen jullie internationale en reguliere afdeling? ‘Het BRIN-nummer is natuurlijk hetzelfde, maar inhoudelijk zijn het wel twee werelden. Ze hebben
39_3340_Verzameling.indd 25
20-10-2009 12:37:08
26
Tekst Martin van den Bogaerdt Beeld Bart Versteeg
Slotervaarts schoolbestuur vindt aanpak van Marcouch te beperkt
Als we islamlessen invoeren, doe dat dan in heel Amsterdam wordt gegeven niet in het teken staan van goed burgerschap en daardoor de maatschappelijke integratie van islamitische leerlingen tegenwerken of elk geval niet bevorderen.
Islamlessen in het openbaar basisonderwijs in AmsterdamSlotervaart. Er is al veel over gezegd en geschreven, maar tot nu toe blijkt er onder de ouders geen behoefte aan. Stadsdeelvoorzitter Ahmed Marcouch gaat nu ouders in dit deel van de hoofdstad actief benaderen. Algemeen directeur Dennis Bode van de Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden vindt dit te beperkt en dringt aan op een stadsbrede aanpak.
M
arcouch wekte vorig schooljaar veel beroering in de media door te pleiten voor de invoering van islamlessen op de openbare scholen. Zijn motivatie was dat veel leerlingen met een
moslimachtergrond in de huidige situatie buiten de reguliere lestijden naar koranscholen gaan. Het pedagogisch-didactisch klimaat op die scholen zou nog al eens te wensen overlaten. Bovendien zou het religieuze onderwijs dat daar
Tot nu toe blijkt er echter onder de ouders van de leerlingen van de Slotervaartse openbare basisscholen geen vraag naar de door Marcouch gewenste islamlessen. Het is wettelijk bepaald dat de vraag van de ouders bepalend is voor het al of niet aanbieden van godsdienstig of humanistisch vormingsonderwijs (g/hvo) en dus ook van islamitisch godsdienstonderwijs. De rol van de openbare school bestaat er overigens alleen uit dat die de faciliteiten moet bieden om dit onderwijs mogelijk te maken. De inhoudelijke invulling ervan ligt in handen van de zogenoemde zendende instanties (zoals de stichting Humanistisch Vormingsonderwijs en het IKOS), die ook voor de leerkrachten zorgen. Het feit dat Slotervaartse moslimouders niet laten blijken dat ze behoefte hebben aan islamlessen in het openbaar onderwijs, betekent dus dat deze lessen niet worden gegeven. Maar daar legt de stadsdeelvoorzitter zich niet bij neer. Hij wil nu onder de ouders in zijn stadsdeel een enquête houden om
Inzicht nr 6 - november 2009
39_3340_Verzameling.indd 26
20-10-2009 12:37:16
27 hen op de hoogte te stellen van de mogelijkheden die het openbaar onderwijs hen op dit vlak biedt.
Behoefte aan zingeving Algemeen directeur Dennis Bode van de Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden (STWT), waar de openbare scholen voor primair onderwijs in Slotervaart onder vallen, snapt Marcouch’ motivatie. Hij erkent ook de wettelijke plicht die het openbaar onderwijs heeft om islamitisch godsdienstonderwijs
kinderen met een islamitische achtergrond. Nu ontstaat ten onrechte het beeld dat alleen wij in Slotervaart ermee te maken hebben. Dat verkeerde beeld kan slecht zijn voor ons imago, omdat we nu al bekend staan als ‘dat bestuur van die islamlessen’. Dat kan denk ik ook negatief zijn voor het imago van het gehele openbaar onderwijs. Dat is natuurlijk veel meer!’ ‘Begrijp me niet verkeerd: ik sta niet ver af van Marcouch, hij mag met goede ideeën buiten de gebaande paden treden en daar heeft hij ook al veel mee bereikt, maar ik vind dat we deze kwestie stadsbreed moeten aanpakken. Dat moet we doen in een goede dialoog tussen de politiek, besturen en directies. Dus niet alleen met Marcouch, maar ook met wethouder Lodewijk Asscher van Onderwijs erbij!’
In heel Amsterdam dezelfde leerlingenpopulatie mogelijk te maken, als blijkt dat daar onder de ouders behoefte aan is. ‘Ik erken die plicht niet alleen, ik begrijp het ook als er vraag is, want we hebben te maken met een tweede en derde generatie allochtonen, van wie er tegenwoordig veel hoogopgeleid zijn. Dat brengt een emancipatie in geloven met zich mee. Dat vind ik alleen maar goed. Met het openbaar onderwijs moeten we kunnen inspelen op een behoefte aan zingeving door meer aandacht te hebben voor levensbeschouwelijke vragen. ‘Mijn punt is’, zo vervolgt Bode, ‘dat we de vraag naar islamlessen in het openbaar onderwijs niet alleen in Slotervaart kunnen beantwoorden. Dat is veel te beperkt, want we hebben in heel Amsterdam met min of meer dezelfde leerlingenpopulatie te maken. Het maakt niet uit of je nu naar dit stuk van Amsterdam kijkt, naar het Westerpark of naar de Baarsjes, overal heb je veel
Werken aan kwaliteit Bode wijst nog op een ander praktisch punt dat kan botsen met de wens van Marcouch om in het openbaar onderwijs islamlessen in te voeren. De scholen van STWT doen er alles aan om hun onderwijskwaliteit te verbeteren en dat gaat volgens Bode steeds meer de goede kant op. ‘We hebben heel professionele directies en leerkrachten, daar heb ik echt alle vertrouwen in. Maar als we ons nu ook met islamlessen moeten gaan bezighouden, kan dat het proces van kwaliteitsverbetering, waar we nog midden in zitten, verstoren. ●
Dit artikel is ook geplaatst in Over Onderwijs van VOS/ABB.
Marcouch: ‘Ik werk het liefst bottom-up’
Stadsdeelvoorzitter Ahmed Marcouch van Slotervaart laat in een reactie op de uitspraken van algemeen directeur Dennis Bode van STWT weten dat het een goed idee is om de mogelijkheid voor islamlessen in het openbaar onderwijs in heel Amsterdam onder de aandacht te brengen. ‘Ik krijg inderdaad stadsbreed signalen dat het pedagogisch-didactisch klimaat op de meeste koranscholen slecht is, en begrijp me goed: een kind uit Amsterdam-Noord of uit Oost ligt mij net zo aan het hart als een kind uit Slotervaart. Maar veel dingen beginnen nu eenmaal lokaal. Ik werk het liefst bottom-up en mijn werkgebied is Slotervaart, daarom vind ik dat we moeten beginnen bij de scholen hier. Ik vind dat juist het openbaar onderwijs hier een belangrijke rol kan spelen, omdat we willen dat kinderen zelfbewuste, kritische mensen worden die goed kunnen omgaan met de diversiteit in de samenleving in plaats van dat ze blind achter bepaalde types aanlopen zonder vragen te stellen. De segregatie ontstaat in de nieuwe zuil van de islamitische scholen. Het openbaar onderwijs moet daarom een kwalitatief stevige concurrent zijn. Waar het mij om gaat, is dat we goed naar elkaar luisteren en het belang van het kind benadrukken. Dan moeten we dus ook weten of er onder ouders behoefte is aan islamlessen. Ik zou zeggen: doe het nou gewoon! Als we het in Slotervaart regelen, dan komt de rest vanzelf.’
Vijf verschillende juffen per week?
39_3340_Verzameling.indd 27
O800 5010
of mobiel 0900 5010123 (45ct/pg
20-10-2009 12:38:47
28
Tekst en beeld Sanne van der Most
Ouderconsulent helpt ouders op school
Samen met je kind aan het huiswerk Betrokken ouders zijn van onschatbare waarde voor een school. Daar mogen we best wat meer energie in stoppen, vindt ouderconsulente Ans den Burg. Onder de noemer ‘Rugzak’ zet ze zich vier dagen per week in om ouders op allerlei manier bij de school van hun kinderen te betrekken.
V
rolijke bloemenschilderijtjes aan de muur, koffie met koekjes op tafel en bij het raam een enorme bank waar zeker tien ouders op passen met grote felgekleurde kussens om heerlijk in weg te zakken. De ouderkamer op de Rotterdamse openbare basisschool De Kubus is misschien wel de gezelligste in het hele land. ‘Dat moet ook’, zegt Ans. ‘Ouders moeten zich hier natuurlijk wel een beetje
thuis kunnen voelen.’ En dat doen ze zeker, aan de enorme animo te merken. ‘Uit groep een en twee komen wekelijks dertien ouders’, vertelt Ans die de bijeenkomsten inmiddels op twee locaties van De Kubus organiseert. ‘Dan zijn er nog eens drie ouders van groep vier en binnenkort start ik een nieuw klasje met ouders van groep drie.’ Allemaal moeders en één vader. ‘Dat komt natuurlijk omdat het overdag is’, vervolgt
Ans. ‘Fijn voor de moeders want die kunnen gewoon onder schooltijd komen. De meeste vaders werken dan helaas.’
Deskundigheid Meer betrokken raken bij de school van de kinderen en weten waar ze mee bezig zijn. Dat zijn de twee hoofddoelstellingen van de Rugzakbijeenkomsten. ‘Niet te verwarren met het rugzakje (persoonsgebonden budget voor leerlingen met een beperking)’, merkt Ans op. ‘Bij ons gaat het ook om het verwerven van extra bagage, maar dan bedoeld voor alle ouders; niet alleen voor ouders met moeilijk lerende kinderen. Wij waren alleen eerder met het verzinnen van deze naam.’ Niet onbelangrijk daarnaast is het contact met andere ouders en het uitwisselen van ervaringen.‘ Tijdens de lessen praten we over van alles en nog wat’, vertelt Ans. ‘Bedplassen, slaapproblemen, pesten, omgaan met lastige pubers, grenzen stellen. Als ik signaleer dat er behoefte is aan meer informatie of ondersteuning met betrekking tot een bepaald onderwerp, dan zorg ik ervoor dat we die deskundigheid naar school halen door middel van cursussen als Opvoeden Enzo of Pubers in Zicht.’
Inzicht nr 6 - november 2009
39_3340_Verzameling.indd 28
20-10-2009 12:39:14
29 haar jongste op te vangen in het tegenoverliggende lokaal. Als ook Arzua is aangeschoven, een uit Afghanistan afkomstige moeder van twee dochters uit groep 2 en 3, kan de les beginnen. Vandaag staat die in het kader van ‘het huis’, een thema waar de kinderen deze periode druk mee in de weer zijn geweest. De huiswerkopdracht voor deze week was om samen met je kind het eigen huis als kijkdoos na te maken.
Praatgroep
Bruggetje Langzaam komen de moeders binnen druppelen. Hakima en Ordia zijn de eersten. Ze nestelen zich op de bank alsof ze thuis zijn. Weten waar haar zoontje uit groep 1A mee bezig is, zodat ze hem nog gerichter met zijn schoolwerk kan helpen. Dat is de belangrijkste reden voor Ordia om naar de Rugzakbijeenkomsten te komen. ‘Ik vind het prettig om mijn kind te helpen met zijn schoolwerk. Lukraak maar wat oefeningetjes met hem doen heeft niet zo veel zin. Dankzij Rugzak kan ik hem veel gerichter helpen als hij ergens mee zit. De onderwerpen die we hier krijgen, sluiten namelijk precies aan bij de lessen in de klas.’ Voor Hakima, wier vijfjarig dochtertje in groep 2 zit, is ook het contact met de andere ouders een belangrijke reden om de ouderkamer en Rugzak te bezoeken. ‘Als je elkaar kent, spreek je elkaar toch makkelijker aan op dingen. In plaats van alleen maar ‘hallo’ zeggen op het schoolplein, heb je nu veel sneller een bruggetje voor
een leuk gesprek. Bovendien vind het ik het hartstikke interessant om te horen hoe andere ouders met bepaalde dingen omgaan.’
Luizenmoeder Ook Michelle, moeder van twee dochters in 1B en 2A, is inmiddels aangeschoven. Actief op de school
‘Geweldig toch, samen met je kind aan het huiswerk?’, merkt Arzua op. ‘Op die manier kan ik ze nog beter ondersteunen. Helaas is de taal voor mij nog een beetje een probleem.’ Maar ook daar heeft Ans een oplossing voor: ‘Dan kom je toch gewoon naar mijn ‘praatgroep’. Die is speciaal bedoeld voor ouders met taalproblemen.’ Arzua twijfelt. ‘Ja, maar mijn taal is veel te slecht daarvoor’, zegt ze onzeker. ‘Juist dan moet je gaan’, stimuleert de rest haar in koor. Nog voor de kijkdozen tevoorschijn worden gehaald, barst een geanimeerd gesprek los over Nederlandse taalles, werkende moeders, cultuurverschillen tussen Brabant en de Randstad en de vrouwenemancipatie in Marokkaanse grote steden. ‘Kom op jongens’, zegt Ans, terwijl ze na drie kwartier op haar horloge kijkt. ‘Werk aan de winkel.’ ●
Ouders leren hoe ze hun kind kunnen helpen met huiswerk van haar kinderen was ze altijd al. ‘Ik zit in de ouderraad, ik ben luizenmoeder en als er iets te organiseren valt, ben ik altijd van de partij. Deze Rugzakbijeenkomsten zijn nog weer een extra kans om betrokken te zijn. Die grijp ik met beide handen aan. Dat het onder schooltijd is, vind ik hartstikke leuk. Zo kan ik eens zien hoe mijn dochters het doen als ik er niet bij ben’, lacht ze, terwijl ze uit het raam kijkt om een glimp van
Meer weten? Ans den Brug, ouderconsulente Openbare basisschool De Kubus Tel.nr. 010-4829188
[email protected]
Het tussenuur wordt meegeteld als lestijd?
39_3340_Verzameling.indd 29
BEL 5010
op schooldagen tussen 10 en 3
20-10-2009 12:39:37
30
Tekst Jurgen van Dijk Beeld Martin Droog
Scala College in de clinch met Alphen aan den Rijn over huisvesting
We zijn gevangen in ons Met het Scala College in Alphen aan den Rijn gaat het goed. Erg goed zelfs. Deze openbare school voor vmbo, havo en vwo groeide sinds 1996 van 1300 naar maar liefst 2750 leerlingen. Maar nu lijkt de school slachtoffer van het eigen succes. Het Scala heeft een conflict met de gemeente over de huisvesting, dat tot aan de rechter wordt uitgevochten.
Van Gils (links) en Jol bij de nieuwe noodlokalen, door het schoolbestuur zelf bekostigd. Jol spreekt van ‘onbehoorlijk bestuur’ van de wethouder.
H
et vijanddenken heeft bezit genomen van ten minste een van de twee partijen die met elkaar in de clinch liggen over de huisvesting van het openbare Scala College: de gemeente Alphen aan den Rijn. Dat zegt althans het College van Bestuur van het Scala. Volgens het College van Bestuur heeft de houding van de gemeente
kwaad bloed gezet door niet tijdig in te gaan op het verzoek van de school om extra huisvesting. De school barstte in 2008 al uit zijn voegen en zou volgens een prognose nog verder doorgroeien, van 2750 naar 3000 leerlingen.
Profileren Die fabelachtige groei zette in 1996 in doordat de school zich
ging profi leren. Leerlingen van het Scala College kregen de keuze uit een sport- en een cultuurprofiel en de school voerde bovendien tweetalig onderwijs in. Dat sloeg aan. De groei van het Scala College ging ten koste van de andere scholen voor voortgezet onderwijs in Alphen aan den Rijn. Het was voor het bestuur van het Scala het bewijs dat openbaar onderwijs heel succesvol kan zijn. De boodschap die Ton van Gils, voorzitter van het College van Bestuur van het Scala College, overbracht aan Michel du Chatinier, wethouder van Onderwijs van de gemeente Alphen aan den Rijn, was helder: we zitten klem. En dat ondanks de nieuwbouw van 2004 en de huur van een kantoorpand in de stad als aanvullende huisvesting. ‘De urgentie die ik op tafel legde, beantwoordde Du Chatinier met de toezegging dat er wat ging gebeuren’, vertelt Van Gils. Anders dan het Scala College zag de wethouder de oplossing bij de scholen die langzaam leegliepen: met name het protestantschristelijke Groene Hart Lyceum. Hij wilde daar ruimte vorderen voor het Scala. Echter, zowel het Scala als het Groene Hart Lyceum zagen niets in deze oplossing. Het Scala vreesde dat het in het gezamenlijke gebouw een ’zooitje’ zou worden en voor het Groene
Inzicht nr 6 - november 2009
39_3340_Verzameling.indd 30
20-10-2009 12:39:51
31
eigen succes Hart was het gedwongen ’samenwonen’ ook niet aantrekkelijk.
Rechter Beide scholen stapten deze zomer naar de rechter. Dat gebeurde nadat het Scala College in mei had gezien hoe de gemeentelijke commissie Bezwaar en Beroep het pleidooi van het Scala College van tafel had geveegd. De rechter bepaalde dat de gemeente niet het recht had op deze termijn twintig lokalen te vorderen bij het Groene Hart Lyceum. De gemeente besloot toen tien noodlokalen te laten plaatsen voor het Scala College, naar het oordeel van de school veel te weinig. Hierop heeft het College van Bestuur besloten op eigen houtje nog tien noodlokalen tegenover de school laten plaatsen, aan de Kees
gemeentebestuur’. Maar ook hij draait niet om de zaak heen. ‘De gemeente krijgt jaarlijks van het Rijk een miljoen euro voor nieuwbouw van het Scala College. Het geld is er dus wel. En toch moeten wij de helft van de noodlokalen zelf betalen.’
Geen sprake van vijanddenken
Tien noodlokalen op eigen kosten Mustersstraat. Bert Jol, lid van het College van Bestuur van het Scala, maakt een rekensommetje en presenteert het resultaat. ‘De huur kost 225.000 euro. En de inrichting van de lokalen? Ja, dan praat je toch algauw over enkele tonnen. En dan heb ik de advocaatkosten nog niet meegerekend.’ Jol beschuldigt de wethouder van ’onbehoorlijk bestuur’. Van Gils voelt er weinig voor de zaken op de spits te drijven. ‘Wij moeten toch verder met dit
Wethouder Du Chatinier heeft onlangs laten weten de helft van de kosten van de noodlokalen te willen fi nancieren. Meer niet. Van Gils maakt zich zorgen om de circa vier ton die de school nu zelf moet ophoesten voor de huur en inrichting van de noodlokalen. ‘Het gaat ten koste van dingen die we ook willen of nodig hebben. Denk aan schoolmaterialen en inzet van leerkrachten.’ Het College van Bestuur wil dit geld nu via een bodemprocedure bij de gemeente terugvorderen.
Masterplan Intussen heeft de wethouder van Onderwijs aangekondigd dat de gemeente Alphen aan den Rijn tegen kerstmis komt met een masterplan. Daarin zal het beleid staan voor alle schoolaccommodaties in de stad voor de komende jaren. Van Gils en Jol hebben er weinig vertrouwen in. ‘Luister’, zegt Van Gils, ‘de gemeente is meer dan een jaar
bezig geweest om één onderdeeltje van de huisvesting te regelen. En dat is niet goed gegaan. Zou diezelfde gemeente dan nu in een paar maanden de huisvesting van alle scholen in Alphen kunnen regelen?’ De gebaren waarmee beide heren hun pleidooi kracht bijzetten, zeggen genoeg. Over naar Michel du Chatinier, in het stadhuis van Alphen aan den Rijn. Eerst maar even het vijanddenken onder de loep nemen: heeft hij daar last van? Volgens de wethouder is er geen sprake van vijanddenken. Hij heeft er alle vertrouwen in samen met de scholen de onderwijshuisvesting te kunnen regelen. Du Chatinier denkt de ‘knelpunten in onze onderwijshuisvesting’ op te lossen met het masterplan, waarmee de problemen voor de komende tien jaar in kaart worden gebracht. Verder houdt hij vast aan de uitspraak van de rechter: ‘Formeel hoeven wij geen noodlokalen te plaatsen, uitgaande van het leerlingenaantal per 1 oktober 2008. Omdat het aantal leerlingen het komend schooljaar hoger is hebben wij tien noodlokalen geplaatst. Maar feitelijk is er binnen de gemeente voldoende ruimte om alle leerlingen te huisvesten.’ Conclusie: er zal nog heel wat water door de Rijn vloeien voor het Scala College en de gemeente Alphen op één lijn zitten. ●
Dit artikel is ook geplaatst in Over Onderwijs van VOS/ABB.
Geen kopieën van het leerling-dossier?
39_3340_Verzameling.indd 31
O800 5010
of mobiel 0900 5010123 (45ct/pg
20-10-2009 12:40:04
32 vraag & antwoord
Vieze zandbak Heeft u een vraag over onderwijs van uw kind? Bel 5010, hét telefonische en digitale loket voor
Op onze school bevindt zich een zandbak die is vervuild met kattenuitwerpselen. Verschillende ouders hebben dit aangekaart bij de schoolleiding. Nu is in de OR en MR besloten dat er geen actie wordt ondernomen. Kunnen de ouders hierover hun mening geven en eisen dat er wat aan wordt gedaan? Ja, u moet ervan kunnen uitgaan dat uw kind veilig kan spelen op het speelplein. Dit is onderdeel van de bijzondere zorgplicht van de school. Als de zandbak vervuild is, dan zijn dat geen goede omstandigheden om een leerling in te laten spelen. Dus kunt u maatregelen vragen van de school. Als de directie weigert om hier een voorziening voor te treffen, kunt u het beste contact opnemen met het bevoegd gezag (bestuur) van de school. ●
ouders en MR-leden, voor informatie en advies over onderwijs.
5010 is op schooldagen bereikbaar tussen tien en drie, via 0800-5010 (gratis), kies ‘onderwijs’, toets 4 (of mobiel naar 0900-5010123 / 45 ctpg). Vragen stellen kan ook via
UITGELICHT
De bijzondere zorgplicht Op een school rust een bijzondere zorgplicht ten aanzien van de gezondheid en de veiligheid van de leerlingen die aan haar zorg zijn toevertrouwd en onder haar toezicht staan. Deze bijzondere zorgplicht houdt in dat de school alle inspanningen moet verrichten die redelijkerwijs van haar kunnen worden gevraagd om een veilig schoolklimaat en gezonde omstandigheden te bieden. Dit is een zogenaamde inspanningsverplichting en geen resultaatsverplichting. De school kan dus een verwijt worden gemaakt, wanneer
zij tekort is geschoten in het nemen van maatregelen die redelijkerwijs van haar kunnen worden verwacht. Schending van de zorgplicht kan aanleiding geven tot aansprakelijkheidsstelling van de school. De school moet een veiligheids, welzijns- en gezondheidsbeleid hebben ontwikkeld, dat in samenspraak met de medezeggenschapsraad, die hierbij instemmingsrecht heeft, is vastgesteld. Het veiligheidsbeleid moet worden opgenomen in de schoolgids, zodat ook ouders weten wat er van de school kan worden verwacht. ●
www.voo-50tien.nl
Inzicht nr 6 - november 2009
39_3340_Verzameling.indd 32
20-10-2009 12:40:07
33 Remedial teaching Mijn kind (8 jaar) zit op een openbare basisschool. Hij heeft remedial teaching nodig. De school zelf kan dit niet bieden, dus zijn wij in contact gekomen met een externe remedial teacher. Kan mijn kind tijdens lesuren deelnemen aan deze externe remedial teaching? Ja. Over het algemeen werken scholen hieraan mee, zeker als zij het belang van remedial teaching (RT) ook inzien. Remedial teaching tijdens schooltijd bij een particuliere remedial teacher kan op de volgende manier worden ingevuld: de school maakt een persoonlijk leerplan voor de leerling, waarin de remedial teaching is opgenomen. Daardoor wordt de RT onderdeel van het onderwijsprogramma voor deze leerling. Vervolgens tekent u een verklaring waarmee u de verantwoordelijkheid voor de tijd dat uw zoon niet op school is vanwege de remedial teaching overneemt. Mocht de school het nodig vinden, dan kan met een beroep op artikel 41 lid 2 van de WPO officieel vrijstelling van de onderwijsactiviteiten die u zoon mist, worden aangevraagd. ●
Vrijuit spreken in de MR
Leerkrachtentekort
Afgelopen week heeft onze medezeggenschapsraad (MR) vergaderd. Nu eist onze directeur een gesprek met een personeelslid uit de MR, naar aanleiding van wat hij tijdens de vergadering heeft gezegd. Ik ben voorzitter en verkeer in de veronderstelling dat je in de MR vrijuit moet kunnen spreken en dat je als lid daar geen verantwoording over hoeft af te leggen aan de directie. Klopt dat?
Mijn dochter zit dit jaar in groep 8. Nu zijn er door bestuursperikelen veel personeelsleden vertrokken. Dit heeft als gevolg dat de groepen 7 en 8 sinds de herfstvakantie les krijgen van één leerkracht. Dit gebeurt niet in één lokaal, maar in twee verschillende lokalen met de tussendeur open. Temeer omdat mijn dochter volgend jaar naar de middelbare school gaat, maak ik mij zorgen over de kwaliteit van de lessen. Welke stappen kan ik ondernemen om hier verandering in te brengen?
Ja, zolang de bezwaren van de directeur gaan over inhoudelijke argumenten die naar voren zijn gebracht tijdens de vergadering. In dat geval is het niet nodig het gesprek te laten plaatsvinden. In de MR moet immers zoals u zegt vrijuit kunnen worden gesproken. U kunt de directeur wel uitnodigen om tijdens de volgende vergadering zijn ‘grieven’ aan de orde te stellen. Verder kunt u erop wijzen dat het lidmaatschap van de MR op geen enkele wijze mag leiden tot benadeling van een lid. Mocht de directeur zich persoonlijk aangevallen of gegriefd voelen, dan kunt u ervoor kiezen om vanuit uw rol als voorzitter een ‘driegesprek’ met hem en het personeelslid te organiseren. ●
Mogelijk is het slechts een tijdelijke situatie en stelt de school alles in het werk om zo snel mogelijk weer voldoende personeel te hebben. U kunt zelf of samen met andere ouders een redelijke termijn met de schoolleiding afspreken, waarbinnen het probleem moet worden opgelost. U kunt de directeur vragen of er van andere scholen van hetzelfde bestuur hulp kan worden gevraagd. Als er na deze redelijke termijn nog steeds geen oplossing is, kunt u de MR vragen om bij de schoolleiding of het schoolbestuur voor een snelle oplossing te pleiten. ●
Internationale uitwisselingen Kunnen internationale uitwisselingen aan vwo-leerlingen verplicht worden gesteld en kunnen de ouders verplicht worden hiervoor te betalen? Mag een kind worden verboden om tijdens een verblijf in het buitenland contact op te nemen met zijn of haar ouders? Kan de school van een gezin eisen dat zij een gastkind in huis nemen en voor vervoer en dergelijke moeten opdraaien? Het antwoord op deze vragen is nee. Tegenover alles wat de school verplicht, mag geen verplichte financiële bijdrage staan. Het is dus een verplichte activiteit waarvoor eventueel een vrijwillige bijdrage kan worden gevraagd of het is een niet-verplichte activiteit, waarbij deelname afhankelijk kan zijn van betaling. Als de school een een internationale uitwisseling verplicht wil stellen, dan moet daarover duidelijkheid zijn gegeven voordat de leerling voor een bepaalde school heeft gekozen, door het bijvoorbeeld in de schoolgids op te nemen. De uitwisseling kan niet worden verplicht als de medezeggenschapsraad hier niet mee heeft ingestemd. Natuurlijk kan er geen verbod aan een kind worden opgelegd als het contact wil opnemen met de ouders. Ook kunnen ouders niet worden verplicht om gastleerlingen te laten logeren en het vervoer te regelen. ●
Langdurig ziek thuis, wie verzorgt het onderwijs?
39_3340_Verzameling.indd 33
BEL 5010
op schooldagen tussen 10 en 3
20-10-2009 12:42:35
Vereniging Openbaar Onderwijs
Assen Wolvega
Lelystad Amsterdam
Cursusaanbod
Den Haag
Almelo
Utrecht
Arnhem Nijmegen
Kom naar MR-Start!
Den Bosch Roosendaal Venlo
MR-Start najaar 2009 en voorjaar 2010 Bijeenkomsten in het hele land voor nieuwe MR-leden MR-Start is een bijeenkomst speciaal voor ouders en personeelsleden die kortgeleden zijn gekozen in de medezeggenschapsraad (MR). U leert in één avond alle rechten en plichten van de MR en u maakt kennis met wat de raad in de praktijk te vertellen heeft. Na deze avond kunt u volwaardig meedraaien in de MR.
Maastricht
Spelregels van de medezeggenschap
MR-Support: ondersteuning op maat
Tijdens MR-Start leert u de spelregels van de medezeggenschap. U weet wie de andere spelers zijn en wie de scheidsrechter is die eventueel kan ingrijpen. En natuurlijk is er alle ruimte om vragen te stellen.
De medezeggenschapsraad denkt, adviseert en beslist over veel complexe zaken. Als u tegen problemen aanloopt waar u zelf niet (meer) uitkomt, kunt u advies op maat krijgen van gespecialiseerde adviseurs van de Vereniging Openbaar Onderwijs. Praktisch, betaalbaar en als u wilt ook op locatie. Bel 036-533 1500 of mail naar
[email protected].
Scholingsaanbod In het najaar van 2009 en voorjaar van 2010 worden in het hele land MR-Start bijeenkomsten georganiseerd. U kunt zo de bijeenkomst kiezen bij u in de buurt. De bijeenkomsten starten om 19.30 en duren tot 22.00 uur.
Cursusdata MR-Start PO
Op locatie
Almelo
Bij minimaal 15 deelnemers kan MR-Start ook op uw eigen school plaatsvinden. Daar kunnen dan bijvoorbeeld ook andere MR-leden van uw schoolbestuur bij zijn. Informeer naar de mogelijkheden bij het cursussecretariaat, via 036 - 533 15 00 of
[email protected].
Amsterdam di. 17 november 2009 en do. 18 maart 2010
Aanmelden Deelnemen aan een bijeenkomst* kost € 40,- per persoon voor leden van de Vereniging Openbaar Onderwijs (inclusief cursusmateriaal, administratiekosten en koffie/thee). Wanneer u geen lid bent, betaalt u € 80,-. Het schoolbestuur en de MR hebben belang bij goed geïnformeerde MR-leden. Daarom is in de WMS geregeld dat MR-leden recht hebben op scholing. De kosten daarvan komen voor rekening van het schoolbestuur. Aanmelden voor MR-Start kan via www.medezeggenschapsraden.nl.
Openbaar onderwijs Ouders en school Medezeggenschap School en opvang
39_3340_Verzameling.indd 34
do. 19 november 2009
Arnhem
di. 10 november 2009
Assen
wo. 4 november 2009
Den Bosch
wo. 7 april 2010
Den Haag
di. 3 november 2009 en do. 25 maart 2010
Lelystad
di. 10 november 2009
Maastricht
do. 26 november 2009
Nijmegen
di. 30 maart 2010
Roosendaal di. 20 oktober 2009 Utrecht
do. 26 november 2009 en wo. 14 april 2010
Venlo
di. 16 maart 2010
Wolvega
di. 24 november 2009 en di. 23 maart 2010
20-10-2009 12:43:41
39_3340_Verzameling.indd 35
20-10-2009 12:43:59
opmerkelijk De burgemeester van Heerenveen durft. Op een bijeenkomst over de krimpende bevolking in de noordelijke provincies brak hij een lans voor het sluiten van kleine scholen op het Friese platteland. Een opmerkelijk geluid, in deze tijd waar hele dorpsgemeenschappen op de bres springen voor het behouden van de ‘eigen’ school. De reden van het drastische standpunt van de burgervader is dat gemeenten flink wat geld zouden kunnen besparen door de kleine schooltjes te sluiten. En dat kan dan weer ten goede komen aan de kwaliteit van de grotere scholen in de meer stedelijke gebieden. De Heerenveense wethouder van onderwijs is het helemaal met zijn burgemeester eens. Hij is van mening dat het idee dat een school, hoe klein ook, in een dorp belangrijk is voor het behouden van de leefbaarheid, pure onzin is. Nee, het zijn de ínwoners die voor de leefbaarheid zorgen; niet de scholen. Dat er op den duur geen inwoner meer overblijft in een dorp zonder school zien de doortastende bestuurders jammer genoeg even over het hoofd. ● Het leerlingenvervoer is voor veel leerlingen in het basisonderwijs – vooral in wat dunner bevolkte gebieden in Nederland – dé manier om van huis naar school (en omgekeerd) te reizen. Voor scholieren die het speciaal onderwijs bezoeken, komt het busje ook na de basisschool nog dagelijks voorrijden. Het klinkt goed: wie – gedwongen door omstandigheden – wat verder moet reizen naar de dichtstbijzijnde school, kan er op vertrouwen dat de gemeente het vervoer op passende wijze op zich neemt. In theorie dan. Het Algemeen Dagblad maakte onlangs melding van een autistische scholier in Utrecht die gedwongen was met een aantal drukke kinderen het taxibusje te delen. Dag in dag uit. Een busje dat bovendien bijna iedere dag op een (iets) andere tijd kwam voorrijden en ook nog wel eens via een alternatieve route wilde rijden. Voor de leerling met een extreme behoefte aan structuur en vaste patronen bepaald geen genoegen. Sterker nog, hij werd er behoorlijk ongelukkig van. En met hem zijn ouders. Toevallig reikten in dezelfde week de dames Dijksma en Van Bijsterveldt een Handboek over correct – en vooral klantgericht – aanbesteden in het leerlingenvervoer uit aan een aantal gemeenten. Daarin staan aanbevelingen over hoe de gemeente het leerlingenvervoer kan afstemmen op de wensen en de noden van de ouders en de leerlingen. Dat gebeurde kennelijk nog niet altijd. De jeugdige Utrechter weet daar alles van. ●
39_3340_Verzameling.indd 36
Leraren in actie, ofwel LIA, is een nieuwe vakbond. Vooralsnog zijn vooral docenten in het voortgezet onderwijs lid. De leden maken zich sterk voor wat zij écht belangrijk vinden. Geen onbevoegden meer voor de klas is één van hun eisen. Begrijpelijk vanuit hun positie, de inzet van docenten zonder adequate opleiding zou immers hun beroep kunnen uithollen. Andere speerpunten zijn de veel te hoge werkdruk waar leraren mee te kampen hebben en het behoud van de zeven weken zomervakantie. Niet geheel onverwacht trok het laatste actiepunt in de media verreweg de meeste aandacht. Tja, dan zeg je als vakbond van leraren het beste te willen voor het hedendaagse onderwijs en dan zet je om te beginnen je eigen vakantie voorop! Prima als je de krant wil halen, maar natuurlijk wel de nekslag voor je geloofwaardigheid. Een columnist van de Volkskrant sprak terstond van de ‘Vakantiebond’. Niet helemaal onbegrijpelijk. ● Over rugzakken gesproken. Een adviseur van de Vereniging Openbaar Onderwijs kreeg onlangs een bezorgde moeder aan de telefoon. Haar zoon had even daarvoor de overstap gemaakt van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. En hij had daarbij, zo zei zijn moeder, ‘zijn rugzak meegenomen’. Daarover had ze nu een vraag. De adviseur in kwestie maakte zich al op om deze mevrouw vriendelijk doch beslist door te verwijzen naar de Rugzaklijn. Een rugzak is immers een aanduiding voor het extra geld dat sommige leerlingen krijgen omdat ze op school extra begeleiding nodig hebben. Maar wat bleek? De moeder worstelde met de vraag hoe zwaar een rugzak vol met boeken voor een brugklasser eigenlijk mag zijn! En dan is een rugzak zomaar ineens weer een ding om boeken en gymspullen in te vervoeren. Grappig wel, hoe het jargon soms de overhand krijgt. ● Een meevaller voor een achttienjarige scholiere uit Leeuwarden. Twee maanden nadat ze te horen kreeg dat ze haar eindexamen vwo niet had gehaald, blijkt ze alsnog te zijn geslaagd. De school – een onderdeel van OSG Piter Jelles – had bij het bepalen van de uitslag helaas een foutje gemaakt. De regels voor slagen en zakken waren veranderd en dat was even niet opgemerkt. De cijferlijst van de leerlinge bleek, in combinatie met een extra vak dat ze had gedaan, toch recht te geven op een diploma. Fijn voor deze scholiere, die zich, zodra het goede nieuws haar bereikte, meldde bij de universiteit van Groningen om een vervolgstudie aan te vangen. De veranderde wettelijke regeling blijkt echter al een jaar of tien te gelden. Goed voor te stellen dat menig scholier die in het afgelopen decennium aan deze school is gesjeesd, zich nog eens even achter de oren krabt. ●
“Laat jij je rapport eens aan opa zien”. Voor sommige leerlingen is dat geen pretje. Een elfjarige Amerikaanse scholier kneep ‘m in ieder geval behoorlijk nadat zijn rapport was uitgereikt. Erg fraai was het allemaal niet; de onvoldoendes buitelden over elkaar. Dáár hoefde hij niet mee thuis te komen. Dat was hij dan ook niet van plan. De inventieve jongeling verzon een heuse ontvoering. Een mysterieuze man zou hem vlakbij de school hebben meegenomen in een rode auto. Maar gelukkig was de leerling behendig genoeg geweest om daar weer uit te ontsnappen, waarna hij zich alsnog bij opa meldde. Zonder rapport, want dat had hij – helaas, het was niet anders – met rugzak en al in de auto moeten achterlaten. Opa wendde zich terstond tot de politie, die het verhaal over de ontvoering na een kort gesprekje met de jeugdige Amerikaan al snel naar het rijk der fabelen kon verwijzen. Maar waar die rugzak – met dat vermaledijde rapport – nu is gebleven, is tot op heden niet duidelijk. ●
20-10-2009 12:44:04