Persdossier Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding 21 maart 2011
Discriminatie van personen van Sub-Saharaanse afkomst: een overzicht van stereotypen De Verenigde Naties verklaarden 2011 het Internationale Jaar voor Personen van Afrikaanse afkomst en kozen ervoor om hen op 21 maart, de Internationale Dag Tegen Racisme, extra onder de aandacht te brengen. Zo willen ze "de problemen rond rassendiscriminatie, waar personen van Afrikaanse afkomst mee geconfronteerd worden" naar voren schuiven en de landen uitnodigen om "de integratie van personen van Afrikaanse afkomst in de maatschappij te stimuleren in al zijn aspecten – politieke, economische, sociale en culturele – en een betere kennis van en meer respect voor de diversiteit van hun patrimonium en hun cultuur te bevorderen"1. Hoe zit het in België? Ter gelegenheid van 21 maart besloot het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding om een stand van zaken op te maken van de situatie in België van personen van Sub-Saharaanse afkomst. Wie zijn ze? Met welke stereotypen en vormen van discriminatie worden ze geconfronteerd? Is hun situatie anders dan deze van personen met een andere vreemde afkomst? In België bestond de eerste groep van personen van Sub-Saharaanse afkomst voornamelijk uit onderdanen van de DR Congo. De migratiestromen uit deze regio worden almaar meer divers. Op het einde van de Tweede Wereldoorlog telde België officieel 10 Congolezen die wettig in ons land verbleven. Vandaag zijn dat er ongeveer 16.000 die de Congolese nationaliteit hebben en 25.000 die als Congolees geboren werden en nadien de Belgische nationaliteit verwierven. Naar aanleiding van de 50e verjaardag van de onafhankelijkheid van Congo, publiceerde het Centrum in juni 2010 een studie ‘Studie over de Congolese migratie en de impact ervan op de Congolese aanwezigheid in België: analyse van de voornaamste demografische gegevens’2 die dieper ingaat op deze specifieke migratie voor België. Deze studie wou bijdragen aan een meer genuanceerd beeld over deze migratie dan sommige media, politici en Belgen hanteren. België weet inderdaad weinig af van die Congolese migratie (en Afrikaanse migratie in het algemeen) en houdt er een moeilijke relatie op na met haar koloniaal verleden. Zich vragen stellen bij onze relatie met ‘deze andere’ – en strijden tegen de vooroordelen en discriminatie waarvan personen van Sub-Saharaanse afkomst slachtoffer zijn ) gebeurt ook via de verzoening van deze herinneringen.3
1
Informatiefiche over het Internationale Jaar van Personen van Afrikaanse Afkomst: http://www2.ohchr.org/english/ (News and Events>International Year for People of African Descent 2 http://www.diversiteit.be/?action=artikel_detail&artikel=362&setLanguage=1 3 Voor meer informatie, zie het dossier "Le Congo dans nos têtes", Tijdschrift Politique, nr 65, juni 2010
Van de primitieve wildeman tot de knappe zanger Of hoe halen we de stereotypen van onder het stof? Twee studies gepubliceerd in 20094 en 20105 door het Centrum onderzoeken de perceptie van minderheidsgroepen door Belgen en omgekeerd. Daaruit blijkt dat de stereotypen die betrekking hebben op personen die uit de Sub-Sahara afkomstig zijn, duidelijk anders zijn dat de stereotypen die bijvoorbeeld van toepassing zijn op de bevolkingsgroepen van Marokkaanse of Turkse afkomst die in België leven. De Maghrebijnen worden beschouwd als een "bedreiging" en een groep die "weinig inspanningen doet om zich aan te passen", terwijl de Afrikanen uit de Sub-Sahara worden bekeken "op een minderwaardige manier. Ze worden gekenmerkt door een vrolijk, speels temperament en het belang dat ze aan hun uiterlijk hechten. Hun levensfilosofie is erg gevarieerd: eerder gericht op het plezier, minder op het werk. Afrikanen leven ook vaker in gemeenschappen, wat overlast kan veroorzaken." Van de Belgen die verklaarden een negatieve ervaring gehad te hebben met een persoon die tot een etnische minderheidsgroep behoort in de loop van de voorbije zes maanden, zeiden slechts 12% dat deze persoon uit de Sub-Sahara afkomstig was (in vergelijking met 63% van Maghrebijnse afkomst). Onder de minderheidsgroepen die in de steekproef werden opgenomen (personen uit Maghrebijnse landen, Turkije, Sub-Saharaans Afrika en de Oostbloklanden) komen de Afrikanen uit de Sub-Sahara eruit als deze die "het meeste sympathie opwekken". Ze worden beschouwd als "betrouwbaar", "eerlijk" en "tolerant" maar ook "luier", "minderwaardig" en "minder beschaafd" dan de andere minderheidsgroepen, met uitsluiting van de Maghrebijnen die aan al deze stereotypen lijken te beantwoorden.
Als we het perspectief omdraaien en de personen die uit de Sub-Sahara afkomstig zijn, ondervragen over de aard van hun relaties met "hun buren", antwoorden zij dat ze een 4 5
http://www.diversiteit.be/?action=artikel_detail&artikel=119&select_page=23&setLanguage=1 http://www.diversiteit.be/?action=publicatie_detail&id=116&thema=4&setLanguage=1
vriendelijke en beleefde relatie hebben met hun Belgische buren, zonder dat ze echte vrienden zijn. Ze zijn vaker bevriend met buren van Maghrebijnse afkomst (ze beschouwen 26% van hen als vrienden, tegen slechts 9% als het om Belgische buren gaat). We stellen eveneens vast dat minder personen van Afrikaanse afkomst in vergelijking met andere minderheidsgroepen uitsluitend sociale relaties onderhouden met personen van dezelfde afkomst en dat ze contact houden met "heel wat verschillende origines".
Het onderzoek toont echter ook aan dat de ervaringen van vooroordelen door de Afrikanen als veel frequenter worden beschouwd. Ze schrijven dit vooral toe aan hun huidskleur. 4 op 10 ondervraagden verwijzen naar negatieve ervaringen in hun zoektocht naar een woning en 8 op 10 mensen denken dat ze bij het zoeken naar werk benadeeld werden ten opzichte van de Belgen. Van de ondervraagde minderheidsgroepen verklaren de Afrikanen uit de Sub-Sahara het vaakst dat ze "economisch racisme" ervaren in hun werkrelaties. Ten slotte worden ook de media geviseerd: 75% van de Afrikanen vinden dat ze ondervertegenwoordigd zijn in de Belgische media. Een werknemer van een privé-firma contacteert het Centrum over de discriminatie en intimidatie door verschillende collega’s en zijn werkgever waarmee hij geconfronteerd wordt, op grond van zijn Afrikaanse afkomst en zijn huidskleur. Uit zijn getuigenis blijkt dat hij beledigd werd ("vuile zwarte, Doudou négro, Nesquik, … "), dat hij belachelijk gemaakt werd in het bijzijn van klanten (door hem een banaan aan te reiken), dat zijn uurrooster zonder inspraak gewijzigd werd, dat hij na zijn collega’s moest eten, dat hij tijdens zijn verlof moest werken, dat hij nniet altijd betaald werd… Zijn contract werd verboken via een C4 die verwees naar "een onderling akkoord" wat de betrokkene tegenspreekt. Het Centrum legde een eenvoudige klacht neer bij het arbeidsauditoriaat.
Wanneer men hen vraagt of de Belgen vooroordelen hebben ten opzichte van hen, antwoorden de Afrikanen (Maghreb of Sub-Sahara) het vaakst "vaak" en staan daarmee ver voor de Turken (1 op 6) en de Oost-Europeanen (1 op 9). Eén Afrikaanse persoon op 3 heeft te maken gehad met "gratuit racisme" ("Een Belg gaat op andere plaats zitten in de metro of verandert van voetpad als hij/zij me ziet").
Uit deze onderzoeken onthouden we het volgende: - De Belgen hebben een gunstigere blik op de Afrikanen dan op andere minderheidsgroepen, maar beschouwen ze niettemin als "lui", "minderwaardig" en "minder beschaafd" dan de Belgen of andere minderheden. - De Afrikanen vinden dat ze vaker slachtoffer zijn van vooroordelen en discriminatie door de Belgen dan andere minderheidsgroepen. Zij wijten dit aan hun uiterlijk en huidskleur.
Deze gegevens zijn een duidelijke bevestiging van andere onderzoeken6 over de stereotypen waarmee Sub-Saharaanse personen te kampen hebben. We merken ook de voor de hand liggende link op tussen de stereotypen die afkomstig zijn uit de koloniale propaganda en de actuele stereotypen, die regelmatig door de media worden gevoed en "aan de tijd worden aangepast". Bovendien zit de primitieve zwarte uit het koloniale verleden, die dicht bij de natuur stond, weinig intelligent was en enkel in staat was om manuele en fysieke arbeid uit te voeren, in de 21° eeuw, nog steeds verankerd in veel gedachten. Toch gebeurt het op een positievere manier: muziek en dans zitten bij hem ingebakken, hij is goed in sport, hij presteert beter op seksueel en lichamelijk vlak, maar hij blijft minder intelligent en beschaafd dan de Europeaan. We kunnen besluiten dat het ‘hedendaagse’ racisme sterk wordt beïnvloed door zijn historische context.
Arbeidsmarkt en huisvesting "Liever geen zwarten" 11% van de meldingen die het Centrum ontvangt over discriminatie dat gelinkt kan worden aan afkomst, gaan over het criterium ‘huidskleur’ (en gaan bijna allemaal over personen van Sub-Saharaanse afkomst). Dat percentage stijgt naarmate men het criterium ‘huidskleur’ combineert met andere zogenaamde raciale criteria (nationaliteit, etnische afkomst, …). Het gaat dus niet over een geïsoleerd of onbelangrijk fenomeen. De cijfers bevestigen het: elk jaar worden statistieken bijgehouden over discriminatie op de arbeidsmarkt en voor huisvesting en de tendens is niet positief. We merken op dat cyberhate, een ander belangrijke reden voor meldingen aan het Centrum, vooral gericht zou zijn naar moslims en dat het criterium ‘huidskleur’ eerder ‘gespaard’ blijft. Met betrekking tot de arbeidsmarkt toonde het onderzoek dat in 2005 door de K.U. Leuven en de VUB werd gepubliceerd over de discriminatie van buitenlanders en personen van vreemde afkomst op de arbeidsmarkt van het Brussels-Hoofdstedelijk 6
Zie ook het onderzoek over "De vrouwen uit Sub-Saharisch Afrika in België. Deelname van een diaspora", Centre vace, september 2007: http://www.centreavec.be/analyses/Les%20femmes%20d'Afrique%20subsaharienne%20participation%20d'une %20diaspora.pdf Lees ook het artikel van Nathalie Bolland: De situatie van de "Zwarten" van België in het licht van het koloniale verleden van België: http://www.mrax.be/spip.php?article317
Gewest de omvang van het fenomeen van de ‘etnische’ verdeling van de arbeidsplaatsen, de statuten en de lonen aan. Het onderzoek toonde met name aan dat mensen uit de Sub-Sahara met een hoog kwalificatieniveau (hogere studies) vaker werkloos zijn. Het onderzoek vermeldt in dit verband een uitgesproken lage activiteitsgraad voor werknemers uit de Sub-Sahara, net als de vrouwen van Turkse of Marokkaanse afkomst. Voor zover ze aan werk geraken, zijn inwoners uit de Sub-Saharaanse Afrikaanse landen relatief minder benadeeld dan de werknemers van Marokkaanse en Turkse afkomst, van wie de grote overheid een statuut van arbeider heeft, m.a.w. een baan in de sectoren met lage lonen. Maar wanneer ze over een diploma en een kwalificatie beschikken, zijn ze vaker verplicht een baan te aanvaarden die niet noodzakelijk in verhouding staat tot het niveau van hun studie of kwalificatie. Het verwerven van de Belgische nationaliteit heeft overigens een erg kleine impact op hun situatie op de arbeidsmarkt. Een persoon van Afrikaanse afkomst krijgt een voorstel van een interim-kantoor voor een functie als telefonist in een call center. Na verschillende aspecten van de functie besproken te hebben (rijbewijs, beschikbaarheid, loonvoorwaarden, …), onderbreekt de medewerker van het interim-kantoor het gesprek om een laatste punt te bespreken met de klant. Wanneer zij wat later de interimkandidaat opnieuw contacteert, vertelt ze dat deze job hem niet toegewezen kan worden omwille van zijn accent dat een vreemde afkomst verraadt. Het Centrum en de MRAX, die het verhaal van de melder zelf getest heeft, hebben het interim-kantoor geïnterpelleerd. De zaak is nog niet afgerond.
Een ander onderzoek dat in 2010 door het Centrum werd gepubliceerd, onder de titel "België – RD Congo: 50 jaar migratie" bevestigt deze vaststellingen. Het onderzoek naar de activiteitsgraad en tewerkstelling toont aan dat het aantal personen die werkelijk werken, vrij klein blijft. Sinds 2002 ligt het werkloosheidscijfer van de Congolezen in de buurt van 40%, terwijl dit cijfer voor buitenlanders rond 22% ligt en 12% van de algemene bevolking bedraagt. Wanneer bijna 90% van de 15- tot 64-jarigen tot de actieve bevolking behoort en graag wil deelnemen aan de economische activiteit, schatten we dat bijna 2/5e van deze personen van Congolese afkomst werkloos is7. Deze cijfers staan in contrast met andere gegevens die aantonen dat de bevolking uit de Congolese immigratie gekenmerkt wordt met een oververtegenwoordiging van hoge diploma's.
7
We merken op dat in deze statistieken geen rekening wordt gehouden met Congolezen die Belg geworden zijn.
Met betrekking tot de huisvesting stellen we in meerdere enquêtes vast dat personen uit de Sub-Sahara nog meer dan andere buitenlandse bevolkingsgroepen te kampen hebben met moeilijkheden om een appartement of huis te huren8.
Eén van de dossiers die het Centrum in 2010 opende, gaat over het volgende: Een immobiliënkantoor plaatste een advertentie waarin staat: "OPGELET : de eigenaar zoekt een alleenstaande persoon en indien mogelijk liever geen zwarten!" Het Centrum heeft het immobiliënkantoor in kwestie gecontacteerd die zich verdedigde door te stellen dat het om een fout van een jobstudente ging. Na overleg met het Centrum, heeft het kantoor zich geëngageerd om de antidiscriminatiewetgeving te herhalen aan zijn medewerkers via een e-learningcursus van het BIV (Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars) en een intern seminarie. Het kantoor nam ook een antidiscriminatieclausule op in zijn contracten.
De meldingen die het Centrum ontvangt van personen van Sub-Saharaanse afkomst inzake discriminatie op de huisvestingsmarkt hernemen de stereotypen die in de perceptiestudies besproken werden. Merk op dat op het vlak van huisvesting, discriminatie opduikt in verschillende stadia van de procedure (tijdens een eerste contact, tijdens het bezoek van de woonst, via de immobiliënkantoren, …)
Uit de meldingen die het Centrum ontvangt, onthouden we dat discriminatie, zowel op het werk als voor huisvesting, gebaseerd is op oude stereotypen die we uit het koloniale verleden hebben geërfd. Op de arbeidsmarkt wordt de intelligentie van personen uit de Sub-Sahara constant in vraag gesteld. In de huisvestingssector vrezen de eigenaars dat ze hun goed aan luidruchtige en weinig zorgzame personen zullen verhuren. Dit bewijst hoe diep de stereotypen verankerd zitten in het collectieve geheugen en plaatst vraagtekens bij de middelen om ze te bestrijden. Het rapport van de Rondetafels van de Interculturaliteit besprak dit punt door België te vragen om "klaarheid te scheppen in zijn eigen geschiedenis". Het bestuurscomité beval aan dat de politieke overheden "op een zichtbare manier" het verleden erkennen. Aangezien de migraties het huidige gezicht van onze maatschappijen hebben gevormd, betreurde het ook dat het plan van een "immigratiemuseum" tot op vandaag dode letter is gebleven.
Perscontacten Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding Eef Peeters, (NL): 02/212 30 05 (gsm: 0498 77 10 46);
[email protected] Nadine Brauns, (FR): 02 212 3015 (gsm: 0475 3333 89);
[email protected]
8
Zie onder andere http://www.mrax.be/spip.php?article317
Bijlage De bevolking uit Sub-Saharaans Afrika in België Quentin Schoonvaere (IACCHOS/UCL) In het begin van de jaren '90 woonden ongeveer 33.000 personen uit Sub-Saharaans Afrika in België. Tijdens de tweede helft van de jaren '90 wordt de toename van de bevolking uit Sub-Saharaans Afrika groter om in de loop van de jaren 2000 intensiever te worden. Van 1991 tot 1995 kende deze bevolkingsgroep een gemiddelde jaarlijkse toename van 4%. Van 1996 tot 2001 steeg deze groei naar 8,7% en komt sinds 2002 in de buurt van 13%. Op 1 januari 2008 wordt het aantal personen in België die met een Sub-Saharaanse Afrikaanse nationaliteit werden geboren, geschat op iets meer dan 113.000. Ongeveer 63.500 (dit is 56%) van hen hebben de Belgische nationaliteit verworven. Bijgevolg worden de kinderen die door een ouder die Belg is geworden, worden verwekt, geboren met de Belgische nationaliteit, waardoor ze niet terechtkomen in de statistieken over de bevolking die in het buitenland werd geboren. Dit houdt een grotere groep nakomelingen in, die voortvloeien uit banden die soms gemengd kunnen zijn en die momenteel moeilijk te schatten is. Daarnaast merken we op dat de bevolking van Congolese afkomst verhoudingsgewijs minder talrijk is geworden in de loop van de voorbije twintig jaar. In het begin van de jaren '90 was meer dan de helft (53%) van de bevolking uit de Sub-Sahara afkomstig uit de Democratische Republiek Congo9. Op 1 januari 2008 was deze verhouding gedaald naar 40%. In de loop van de voorbije jaren is de Sub-Saharaanse Afrikaanse bevolking heterogener geworden qua afkomst. Naast de Congolezen zijn de volgende groepen uit Sub-Saharaans Afrika het beste vertegenwoordigd: Rwandezen (11.360 personen), Kameroeners (7.100 personen) en Ghanezen (5.760 personen). Naast deze vier hoofdgroepen is er een grote diversiteit aan origines, die we kunnen koppelen aan een vrij recente ontwikkeling van de migratiestromen uit Sub-Saharaans Afrika. We kunnen besluiten dat tussen 1 januari 1991 en 1 januari 2008 de bevolking uit SubSaharaans Afrika met een factor 3,4 is vermenigvuldigd. Rekening houdend met de groei van deze bevolking die we de laatste jaren vaststellen, kunnen we schatten dat de in het buitenland geboren bevolking uit Sub-Saharaans Afrika tegen begin 2011 kan oplopen tot 150.000 personen. Daarnaast worden heel wat kinderen uit ouders van SubSaharaanse Afrikaanse oorsprong onmiddellijk met de Belgische nationaliteit geboren, die niet in de bovenstaande cijfers vertegenwoordigd zijn. Ten slotte zagen we dat de inwoners uit de Democratische Republiek Congo veruit de belangrijkste afkomstgroep vormen van de personen uit dit deel van de wereld. De diversificatie van de migratiestromen heeft echter meer heterogeniteit van de origines veroorzaakt.
9
De historische banden tussen België en de Democratische Republiek Congo hebben bijgedragen tot de ontwikkeling van migratiestromen vanuit Congo sinds de jaren '60. Voor meer informatie met betrekking tot de Congolese migratie en de bevolking die uit deze stromen afkomstig is, zie: Centrum/IACCHOS, Onderzoek van de Congolese migratie en zijn impact op de Congolese aanwezigheid in België: Analyse van de belangrijkste demografische gegevens, Brussel: Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, 2010.
Ontwikkeling van de in het buitenland geboren Sub-Saharaanse Afrikanen 120000 110000 100000 90000 80000 70000 60000 50000 40000 30000 20000 10000 0 1990
1992
1994
1996
1998
D.R. Congo Ghana Totaal Belg geworden
2000
2002
2004
2006
2008
2010
Rwanda Kameroen In België geboren
Bron: Nationaal Register; DG-SIE (Berekeningen: Schoonvaere Quentin IACCHOS/KUL) Verdeling van de in het buitenland geboren Sub-Saharaanse Afrikanen per land van herkomst op 1 januari 200810
Andere 19,4%
D.R. Congo 39,5%
Senegal 2,0% Ivoorkust 2,4% Togo 2,6% Guinee 3,1% Nigeria 3,2% Angola 3,3% Burundi 3,6% Ghana 5,0%
Kameroen 6,1%
Rwanda 9,8%
Bron: Nationaal Register; DG-SIE (Berekeningen: Schoonvaere Quentin IACCHOS/KUL 10
Deze verdeling is gebaseerd op schattingen volgens een methode die wordt uitgelegd in hoofdstuk 6 van het Statistische en demografische verslag van het Centrum. Centrum/IACCHOS, Statistische en demografische studie 2009: Migraties en bevolkingen uit de immigratie in België, Brussel: CECLR-centrum, 2010.