Ontstaan, werking, voortbestaan en verandering van stereotypen Introductie op Module 2 Training Selecteren zonder Vooroordelen Voor de beste match!
Dit opleidingsaanbod is tot stand gekomen met financiële steun van het PROGRESSprogramma (Programme for Employment and Social Solidarity) van de Europese Unie. Voor meer informatie zie: ec.europa.eu/progress De inhoud van het opleidingsaanbod valt onder de verantwoordelijkheid van het College voor de Rechten van de Mens en kan op geen enkele wijze worden geïnterpreteerd als standpunt van de Europese Commissie.
Onderwerpen module 2 Hoe ontstaan stereotypen? Hoe werkt het activeren van stereotypen? Wat zijn de effecten van stereotypen op beoordelaars en beoordeelden? Hoe blijven stereotypen in stand en hoe worden ze bevestigd? In hoeverre kunnen stereotypen worden veranderd of verminderd?
2
Ontstaan van stereotypen (I): cognitieffunctionele benadering Stereotypering is nodig voor zinvolle waarneming Ordening in de chaos van de stroom aan indrukken (categorisering) Snel inschattingen kunnen maken (‘eerste indruk’) Razendsnel, automatisch en moeilijk veranderbaar Evolutionair: efficiënte informatieverwerking (zo laag mogelijk energieverbruik)
3
Ontstaan van stereotypen (II): sociale identiteitstheorie De sociale identiteitstheorie (Tajfel & Turner, 1979): Behoefte aan positieve sociale identiteit Eigen groep is favoriet (Ingroup favoritisme) Effect: andere groep snel negatief gestereotypeerd
4
Opdracht: Ingroup versus Outgroup
Welke voorbeelden van ingroup- en outgroup stereotypen hoor je verwoord in dit fragment?
5
Hoe kijken we tegen (out)groups aan? Theorie Fiske: stereotypen over (out)groups ingedeeld in 2 (universele) dimensies: Warmte-koude dimensie (sociaal, humorloos, betrouwbaar, vriendelijk, saai, tolerant, hartelijk) Competent-niet competent dimensie (intelligent, ambitieus, onhandig) Groepen die samenwerken: warm en betrouwbaar Groepen die competitief zijn: koud en onbetrouwbaar Gaat verder dan alleen wij/zij onderscheid 6
Opdracht: dimensies Fiske
Welke verklaring heb je voor de opname van ouderen in het kwadrant ‘aardig maar incompetent’?
7
Ontstaan van stereotypen (III): roltheorie Groepen hebben hun eigen rollen die ook van hen worden verwacht Probleem: als combinaties rolopvattingen botsen (bouwvrouw, mannelijke verpleegkundige)
8
Hoe werken stereotypen?
Welke stereotypen worden geactiveerd hangt af van:
1. Distinctiviteit: veel gebruikte stereotypen zijn sneller toegankelijk (vergelijk stereotiepe beeld vrouwen in de media) 2. Hoeveelheid informatie beschikbaar: minder informatie over persoon? Dan ontbrekende informatie eerder aangevuld met stereotiepe informatie 3. Context van activering is ook bepalend
9
Effect van stereotypen op beoordelaars Sollicitanten uit benadeelde groepen worden anders waargenomen én behandeld als gevolg van stereotypen (beoordelaar geeft bijvoorbeeld andere non-verbale reacties, kortere antwoorden) Voorbeeld etniciteit: IAT-test racisme (‘vijandige zwarte gezichten’)
10
Effect van stereotypen op beoordeelden Zelfbeeld en prestaties: lager ingeschat Door fysiologische opwinding lukt een opdracht dan minder goed Cognitief inspannen om het stereotype te onderdrukken leidt tot onderprestatie
11
Hoe worden stereotypen in stand gehouden? Self-fulfilling prophecy Stereotype threat Gebrekkige/irrelevante informatie Subtypering Rol van de media en politiek 12
Opdracht: self-fulfilling prophecy Self-fulfilling prophecy: ‘vrouwen in de vruchtbare leeftijd zijn onbetrouwbare werknemers’ Hoe kan een werkgever (onbewust) bijdragen aan het beeld dat vrouwen in de vruchtbare leeftijd onbetrouwbare medewerkers zijn? Hoe kan een vrouw (onbewust) bijdragen aan het beeld dat vrouwen in de vruchtbare leeftijd onbetrouwbare werknemers zijn?
13
Kun je (de invloed van) stereotypen veranderen of verminderen? Conversiemodel: alleen extreem afwijkende informatie kan stereotype veranderen (voorbeeld: ‘linkse miljonair’) Contacttheorie: bij intensieve face-to-face contacten tussen groepen kunnen algemene stereotypen (onder bepaalde voorwaarden) verminderd worden Boekhoudmodel: graduele verandering op basis van stereotiep inconsistente informatie. Mensen doen aan ‘boekhouden’: na veel ontmoetingen kan het stereotiepe beeld soms bijgesteld worden
14
Opdracht: contacttheorie
Kun je voorbeelden bedenken van werksituaties waarin meer contact tussen groepen wél een positieve uitwerking heeft (vermindering negatieve stereotypen?) 15
Kort samengevat We denken allemaal in meer of mindere mate in stereotypen Stereotypen werken vooral automatisch Gevolg: oncontroleerbaar (impliciet) Stereotypen zijn zeer hardnekkig en daardoor moeilijk te veranderen Vermindering van effecten is wel haalbaar!
16
Zijn er nog vragen of opmerkingen?
17