Directiestatuut Montessori Vereniging Vreugd en Rust Inhoudsopgave 1. Inleiding ............................................................................................................................................... 2 1.1 Zelfbeheer ..................................................................................................................................... 2 1.2 De positie van de directie .............................................................................................................. 2 1.3 Het managementrapportagesysteem ........................................................................................... 2 2. De verhouding tussen vereniging en directie...................................................................................... 3 2.1 Bestuur op hoofdlijnen .................................................................................................................. 3 2.2. Verdeling van taken...................................................................................................................... 3 3. Verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden .................................................................. 5 Artikel 1 - Begripsbepaling .............................................................................................................. 5 Artikel 2 - Mandatering ................................................................................................................... 5 Artikel 3 - Verantwoording en werkwijze ........................................................................................ 5 Artikel 4 - Algemeen ........................................................................................................................ 5 Artikel 5 - Belangenbehartiging en vertegenwoordiging ................................................................ 6 Artikel 6 - Planvorming ................................................................................................................... 6 Artikel 7 - Kwaliteit van het Onderwijs ............................................................................................ 6 Artikel 8 - Leerlingenbeleid ............................................................................................................. 7 Artikel 9 - Personeel ........................................................................................................................ 7 Artikel 10 - Huisvesting.................................................................................................................... 8 Artikel 11 - Financiën ....................................................................................................................... 8 Artikel 12 - Organisatie .................................................................................................................... 8 Artikel 13 - Rapportage ................................................................................................................... 9 Artikel 14 - Medezeggenschap ....................................................................................................... 9 Artikel 15 - Toezicht ........................................................................................................................ 9 Artikel 16 - Schorsingen en buiten werking stellen ........................................................................ 9 Artikel 17 - Geschillen ..................................................................................................................... 9 Artikel 18 - Werkingsduur / wijzigingen .......................................................................................... 9 Inwerkingtreding en ondertekening...................................................................................................... 11 Appendix: Overzicht (beleids) documenten MVVR
1 / 11
Versie: 3 maart 2014 ............................ i
1. Inleiding 1.1 Zelfbeheer In het primair onderwijs bestaat het streven naar een effectieve sturing van de school,waarbij de taken en de bevoegdheden op een efficiënte wijze over het bestuur en de schoolleiding worden verdeeld. Omdat onze scholen, als bijzondere scholen per definitie autonoom zijn, is er sprake vaneen grote mate van zelfbeheer. Zelfbeheer impliceert een grote mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van de directeur. Deze grote zelfstandigheid en verantwoordelijkheid is een landelijke en vanuit de overheid gewenste trend en zal zich in de komende jaren verder uitbreiden. Te denken valt aan de lump-sum bekostigingssystematiek en de leerlinggebonden financiering, het zgn.“rugzakmodel”.
1.2 De positie van de directie Er is sprake van een ontwikkeling in het denken over de positie van de directeur, waarbij leiderschapskwaliteiten en managementcapaciteiten centraal staan. Daarbij wordt er voor gekozen, de directeur meer taken en bevoegdheden te geven inzake de voorbereiding en de uitvoering van het schoolbeleid. Het bestuur bestuurt op hoofdlijnen en toetst het beleid marginaal. Dit impliceert een grote vrijheid en dus ook een grote verantwoordelijkheid van de directeur. De directeur legt verantwoording over het te voeren en het gevoerde beleid door, waarbij gebruik wordt gemaakt van het “managementrapportagesysteem”.
1.3 Het managementrapportagesysteem In het directiestatuur wordt verwezen naar de volgende documenten: 1. Formatieplan 2. ICT-beleidsplan MVVR 3. Integraal Personeelsbeleidsplan 4. Jaarbegroting 5. Jaarverslag 6. Klachtenregeling 7. Meerjarenbegroting 8. Meerjarenonderhoudsplan 9. Plaatsingsbeleid 10. Procuratieregeling 11. Reglement CvT 12. Reglement MR en GMR 13. Schoolplan Een overzicht van alle (beleids)documentenis te vinden in de appendix.
2 / 11
2. De verhouding tussen vereniging en directie 2.1 Bestuur op hoofdlijnen Uitgangspunt bij de opstelling van het directiestatuut is de wijze waarop het bestuur van een school bestuurt, dan wel wenst te besturen. Er is een driedeling te maken van de wijze waarop het bestuur zich opstelt en vormgeeft aan beleid voor de scholen: a) Uitvoering Het bestuur bereidt beslissingen voor, neemt de besluiten en schept voorwaarden op het gebied van personele, financiële en materiële zaken op uitvoeringsniveau. b) Beleid Het bestuur houdt zich met name bezig met het algemeen beleid en laat de dagelijkse leiding van de school over aan de directie. Het bestuur draagt wel zorg voor de randvoorwaarden en blijft eindverantwoordelijk. c) Toezicht De directeur bereidt het beleid voor en legt het voor aan het bestuur. Het bestuur beperkt zich tot de formele bekrachtiging en vaststelling van het beleid en is alleen actief op administratief en financieel terrein. In de praktijk komt het erop neer, dat de directie leiding geeft aan de school. Uitgaande van de keuze voor meer beleidsruimte bij de directie, streven wij een bestuursbeleid na, gericht op een combinatie van beleidsbepalend en toezichthoudend bestuur. In dit bestuursmodel, waarin een deel van de bestuurlijke bevoegdheden worden gemandateerd aan de directeuren, wordt uitgegaan van een samenwerkingsmodel. Dit houdt in, dat tussen bestuur en directeur(en) consensus wordt nagestreefd over zowel de hoofdlijnen als de invulling van het te voeren beleid. Op deze wijze kan een mandaat van bestuursbevoegdheden tot een efficiënte taakverdeling leiden. De versterking van de positie van de directeur als gevolg van de keuze voor dit model kan gerealiseerd worden door het mandateren van bestuursbevoegdheden aan de directeur(en). Om de 2 jaar wordt het directiestatuut geëvalueerd en waar nodig aangepast.
2.2. Verdeling van taken De taken die uitgevoerd moeten worden met betrekking tot het onderwijs zijn te verdelen in: a) bestuurlijke taken b) beleidsuitvoerende taken c) administratieve taken Vanuit een effectieve en efficiënte taakverdeling kunnen de (beleidsuitvoerend en administartieve) taken worden overgedragen en overgelaten aan de directeur, al blijft het bestuur eindverantwoordelijk. Het bestuur beperkt zich tot het bewaken van de identiteit, het bovenschools, verenigingsbreed beleid. a) Bestuurlijke taken • Algemene eindverantwoordelijkheid • Bepalen en bewaken identiteit van de Montessorischolen 3 / 11
• • • •
Onderlinge afstemming van het beleid van beide scholen m.b.t. onder meer het integraal personeelsbeleidsplan, ICT-beleidsplan en het meerjarenonderhoudsplan Het bepalen van strategisch beleid, dat richting geeft aan het handelen van beide directeuren Vaststellen begroting en jaarrekening Controle en evaluatie van het door de directeuren gevoerde beleid (incl.schoolopbrengsten, onderdeel van het jaarverslag)
b) Beleidsuitvoerende taken • Bij de uitvoering van het beleid gaat het om vele, uiteenlopende taken, die betrekking hebben op de dagelijkse gang van zaken op school. Het gaat hierom beslissingen binnen de door het bestuur vastgestelde beleidskaders. Hieronder vallen o.a.: · Het opstellen van het schoolplan · Selectie van personeel binnen het kader van het formatieplan · Uitvoering van het meerjarenonderhoudsplan c) Administratieve taken • Secretaristaken ter ondersteuning van het bestuur: w.o. voorbereiden van vergaderingen van bestuur met directie en (G)MR, postbehandeling en correspondentie • Het bijhouden van de schooladministratie waaronder leerlingendossiers en personeelsdossiers
4 / 11
3. Verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden Artikel 1 - Begripsbepaling Artikel 1.1 In dit statuut wordt verstaan onder bestuur: het bestuur van de rechtspersoon als bedoeld in artikel 35 WBO, tevens bevoegd gezag van de school. Artikel 1.2 In dit statuut wordt verstaan onder directeur: de directeur als bedoeld in artikel I-Q201, sub c en artikel I-Q301 sub c van het Rechtspositiebesluit Onderwijspersoneel. Artikel 1.3 In dit statuut wordt verstaan onder mandatering: de machtiging door het bestuur aan de directeur tot het in naam en onder verantwoordelijkheid van het bestuur uitoefenen van taken en bevoegdheden. Onverlet blijft de bevoegdheid van het bestuur om aanwijzingen te geven en zo nodig zelf de bevoegdheid uit te oefenen.
Artikel 2 - Mandatering Artikel 2.1 Het statuut bevat bepalingen omtrent de door het bestuur gemandateerde taken en bevoegdheden. Artikel 2.2 Het bestuur kan na overleg met de directeur nadere aanwijzingen en richtlijnen geven voor de wijze waarop gemandateerde bevoegdheden en taken moeten worden uitgeoefend. Artikel 2.3 Het bestuur kan de mandatering van bevoegdheden en taken ongedaan maken.
Artikel 3 - Verantwoording en werkwijze Artikel 3.1 De directeur is verantwoording schuldig aan het bestuur ter zake van de wijze waarop taken en bevoegdheden worden uitgeoefend. Artikel 3.2 De directeur neemt bij de uitvoering van haar werkzaamheden de regels in acht die in dit statuut zijn gesteld.
Artikel 4 - Algemeen Artikel 4.1 De directeur is belast met de uitvoering en bekendmaking van de besluiten van het bestuur, specifiek de school betreffende. Voorts is de directeur in beginsel belast met de voorbereiding van deze besluiten. Artikel 4.2 De directeur is belast met de leiding van de school en het toezicht op de dagelijkse gang van zaken binnen de school, waaronder het naleven van de regelingen zoals die zijn gesteld voor een goede voortgang van het onderwijs. 5 / 11
Artikel 4.3 De directeur is naast en met het bestuur belast met de verwerkelijking van de grondslag en de doelstellingen van de school, alsmede met het toezicht op de goede uitvoering van het door het bestuur vastgestelde beleid.
Artikel 5 - Belangenbehartiging en vertegenwoordiging Artikel 5.1 De directeur behartigt in gemandateerde zaken de belangen van de school bij publiek- en privaatrechtelijke instellingen, waaronder begrepen het houden van toezicht op de naleving van overeenkomsten terzake, die door het bestuur met deze instellingen zijn gesloten. Artikel 5.2 De directeur onderhoudt externe contacten met betrekking tot aangelegenheden die de school direct betreffen. De directeur kan, na overleg met het bestuur, in voorkomende gevallen personen aanwijzen die deze contacten namens haar verzorgen.
Artikel 6 - Planvorming Artikel 6.1 De directeur stelt met betrekking tot de school plannen op ten behoeve van de volgende beleidsgebieden: a) leerlingbeleid (nader omschreven in artikel 8); b) personeel (nader omschreven in artikel 9); c) beheer en organisatie (nader omschreven in de artikelen 10 tot en met 13). Artikel 6.2 De directeur legt plannen en reglementen, genoemd in dit statuut, ter beoordeling en vaststelling voor aan het bestuur, met uitzondering van het bepaalde in het volgende lid. Artikel 6.3 De directeur stelt met betrekking tot de school de plannen en reglementen vast, bedoeld in art. 7.
Artikel 7 - Kwaliteit van het Onderwijs Artikel 7.1 De directeur bewaakt en bevordert de kwaliteit van het onderwijs. Artikel 7.2 De directeur stelt in overleg met het personeel iedere vijf jaar het schoolplan en jaarlijks een jaarplanning op. Artikel 7.3 De directeur draagt zorg voor evaluatie van het onderwijs en neemt die op in het jaarverslag. Artikel 7.4 De directeur stimuleert de vernieuwing van het onderwijsaanbod.
6 / 11
Artikel 7.5 De directeur bevordert de onderwijskundige coördinatie, afstemming en samenwerking binnen de school. Artikel 7.6 De directeur stelt jaarlijks ter bevordering van de deskundigheid van het personeel een nascholingsplan op als onderdeel van het Integraal Personeelsbeleidsplan. Artikel 7.7 De directeur onderhoudt contacten met andere scholen, zoekt zo nodig of desgewenst mogelijkheden voor samenwerking en rapporteert daarover aan het bestuur.
Artikel 8 - Leerlingenbeleid Artikel 8.1 De directeur is binnen de door het bestuur vastgestelde kaders (Plaatsingsbeleid)en met inachtneming van de wettelijke voorschriften belast met de inschrijving, uitschrijving, verwijdering en schorsing van leerlingen. Artikel 8.2 Verwijdering en schorsing van een leerling vindt alleen plaats in overleg met het bestuur en nadat aan de vastgestelde zorgvuldigheidseisen is voldaan.
Artikel 9 - Personeel Artikel 9.1 De directeur is binnen de door het bestuur vastgestelde kaders belast met de voorbereiding en uitvoering van het personeelsbeleid (Integraal Personeelsbeleidsplan) voor zover het de school betreft. Artikel 9.2 De directeur is gemandateerd tot het uitoefenen van bestuursbevoegdheden die gerekend kunnen worden tot het dagelijkse personeelsbeleid van de school. Artikel 9.3 De directeur stelt in samenwerking met het bestuur het integraal personeelsbeleidsplan (IPB-plan) op. In een 3-jarige beleidscyclus worden de diverse onderdelen van IPB-beleid opgesteld, geëvalueerd en bijgesteld. Artikel 9.4 Bij het vaststellen en wijzigen van (onderdelen van) personeelsbeleid houdt het bestuur rekening met de bevoegdheden van de (G)MR zoals beschreven in de Wet op de Medezeggenschap Scholen (WMS) en het reglement van (G)MR. Artikel 9.5 De directeur stelt jaarlijks de kwantitatieve en kwalitatieve formatie op en neemt die op in het formatieplan. Deze wordt vervolgens door het bestuur vastgesteld. De directeur gaat hierbij uit van het beschikbare personele budget, zowel structureel als incidenteel en van de door het bestuur vastgestelde begroting (Jaarbegroting en Meerjarenbegroting). 7 / 11
Artikel 9.6 De directeur legt verantwoording af over het gevoerde personeelsbeleid in de jaarrekening.
Artikel 10 - Huisvesting Artikel 10.1 De directeur stelt in overleg met het bestuur een meerjarenonderhoudsplan op (MOP) volgens de daarvoor geldende richtlijnen van de gemeente waarin de school gevestigd is. Artikel 10.2 De directeur draagt zorg voor de aanvragen bij de gemeente voor voorzieningen in de huisvesting. Artikel 10.3 De directeur draagt zorg voor het dagelijks beheer van de huisvesting en is bevoegd om daartoe reparaties te laten uitvoeren binnen een vast te stellen budget.
Artikel 11 - Financiën Artikel 11.1 De directeur stelt in overleg met het bestuur een meerjarenbegroting op die wordt uitgewerkt in een jaarbegroting. Artikel 11.2 Voorafgaande aan de jaarlijkse vaststelling van de schoolbegroting wordt de directeur in de gelegenheid gesteld zijn wensen kenbaar te maken. De directeur heeft voorts het recht een aanvullende begroting ter vaststelling en beoordeling van het bestuur voor te leggen. In elk geval levert de directeur tijdig de gegevens aan die voor het vaststellen van de begroting noodzakelijk zijn. Artikel 11.3 Het bestuur en directie geven een toelichting als onderdeel van de jaarbegroting met de belangrijkste beleidsvoornemens voor de komende begroting Artikel 11.4 De directeur is bevoegd uitgaven te doen tot het beloop van de bedragen in de betreffende onderdelen van de vastgestelde begroting. Voor uitgaven door de directeur is een procuratietregeling van toepassing. Artikel 11.5 De directeur heeft een kleine kas onder haar beheer voor het doen van kleine uitgaven. Artikel 11.6 Het bestuur bespreekt elk kwartaal de finaciele voortgang met de dirtectie.
Artikel 12 - Organisatie Artikel 12.1 De directeur doet zo nodig voorstellen met betrekking tot de organisatie van de school. Artikel 12.2 De directeur stelt een personeels- en / of schoolreglement op. Deze is onderdeel van het schoolplan. 8 / 11
Artikel 12.3 De directeur draagt zorg voor het (laten) opstellen en uitvoeren van een risico inventarisatie en evaluatie in het kader van de arbeidsomstandighedenwet. Als vervolg daarop wordt door de directeur een actieplan opgesteld dat besproken wordt met de MR.
Artikel 13 - Rapportage Artikel 13.1 De directeur rapporteert ten minste twee maal per jaar aan het bestuur over de algemene gang van zaken in de school.
Artikel 14 - Medezeggenschap Artikel 14.1 Het bestuur voert overleg met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (G)MR van de scholen of een geleding daarvan, afhankelijk van het onderwerp en volgens de bepalingen in de WMS en het reglement van (G)MR. Artikel 14.2 De directeur voert namens het bestuur voor die aangelegenheden waartoe hij is gemandateerd, het overleg met (een geleding van) de medezeggenschapsraad.
Artikel 15 - Toezicht Artikel 15.1 Het bestuur voert overleg met de commissie van toezicht (CvT) van de vereniging of een geleding daarvan, afhankelijk van het onderwerp en volgens het reglement van de CvT. Artikel 15.2 Het bestuur kan de directeur mandateren voor overleg met (een geleding van) de commissie van toezicht.
Artikel 16 - Schorsingen en buiten werking stellen Artikel 16.1 Besluiten van de directeur, die strijdig zijn met de wet, met de door het bestuur vastgestelde beleid of die schade kunnen toebrengen aan de belangen van de school kunnen door het bestuur bij gemotiveerd besluit geheel of gedeeltelijk buiten werking worden gesteld.
Artikel 17 - Geschillen Artikel 17.1 Ter zake van onderwerpen waarin dit reglement niet voorziet of bij geschillen over uitleg of toepassing van dit reglement, beslist het bestuur. Artikel 17.1 Leden en personeelsleden van de vereniging kunnen een klacht indienen. Hiervoor is een klachtenregeling van toepassing.
Artikel 18 - Werkingsduur / wijzigingen Artikel 18.1
9 / 11
Dit reglement heeft een werkingsduur van twee jaar na vaststelling in het bestuur. Indien het niet op grond van de volgende leden wordt ingetrokken of gewijzigd, wordt de werking na afloop met dezelfde periode verlengd. Artikel 18.2 Het bestuur kan tussentijds tot wijziging of intrekking overgaan. Artikel 18.3 Het bestuur gaat niet dan na zorgvuldige voorbereiding en nadat overleg is gevoerd met de directeur over tot vaststelling, wijziging of intrekking van dit reglement. Artikel 18.4 Vaststelling van het directiestatuut behoeft overeenkomstig het bepaalde in de Wet Medezeggenschap Scholen voorafgaande advies van de (G)MR.
10 / 11
Inwerkingtreding en ondertekening Dit directiestatuut is na overleg met de (G)MR vastgesteld op ________________ en treedt in werking op datum van ondertekening.
Namens het bestuur van de Montessorivereniging Vreugd en Rust
Voorzitter
Secretaris
Penningmeester
Datum
Datum
Datum
11 / 11
Appendix: Overzicht (beleids) documenten MVVR 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
16 17 18
Naam document Statuten Huishoudelijk reglement Directiestatuut Klachtenregeling GMR-reglement Schoolplan MSL Schoolplan NVR Zorgplan (School)Ondersteuningsprofiel SPPOH Schoolgids Aanmeldingsbeleid, onderdeel van de informatiegids Plaatsingsbeleid, onderdeel van de informatiegids Schoolopbrengsten (kwaliteit van onderwijs) Formatieplan schooljaar Integraal Personeelsbeleidsplan, waaronder: • Meerjarig formatiebeleid; • Nascholingsplan • Regeling functioneringsgesprekken • Regeling beoordelingsgesprekken • functiebeschrijvingen: directeur, leraar basisonderwijs, lerarenondersteuner, onderwijsassistent, administratief medewerker, conciërge • functiemix Meerjarenbegroting Jaarbegroting Jaarverslag: • Jaarrekening • Verantwoording schoolopbrengsten
Versie: 3 maart 2014 Opsteller Bestuur Bestuur Bestuur Bestuur Bestuur Directeur Directeur Directeur ism IB’er Directeur ism IB’er Directeuren Directeur Directeur Zorgcoördinator Directeur Directeur
Vaststellingdatum 27-12-2007 10-12-2013 24-11-2010 05-06-2012 01-01-2011 19-09-2011 16-01-2012 jaarlijks Januari 2014 Begin schooljaar 08-11-2011 08-11-2011 Einde schooljaar Eind schooljaar t-1 14-11-2012
Directeur (ism bestuur) nvt Directeur (ism bestuur) november t-1 Directeur (ism bestuur) mei t+1
i
Wel/niet op website Wel Wel Wel Wel Wel Wel Wel Wel Wel Wel Wel Wel Niet Niet
Wel Wel Wel
Opsteller
Vaststellingdatum
Wel/niet op website
19 20 21
Naam document • Verantwoording nascholingsplan • Gevoerde personeelsbeleid Meerjarenonderhoudsplan Montessorivisie 21e eeuw ICT-beleidsplan MVVR
Directeur Directeuren/bestuur Bestuurslid ICT
Niet Wel
22
ICT-plan MSL
Directeur
23
ICT-plan NVR
Directeur
24 25 26
Treasurystatuut Procuratieregeling Reglement van het Commissie van Toezicht
Penningmeester Penningmeester CVT
13-1-2014 maart 2011 Status jan 2014: wordt geactualiseerd Status jan 2014: wordt geactualiseerd Status jan 2014: wordt geactualiseerd 14 mei 2012 14 jan 2013 Dec 2011
ii
niet niet wel