Loopbaan ● 25
nrc·next Woensdag 30 april 2008
Directie: vader, broer en zus
Horecapersoneel klaagt over hoeveelheid fooi
Werken in een familiebedrijf: vier keer per dag je zus aan de lijn
Rotterdam. Bezoekers van horecagelegenheden geven steeds minder fooi. Dat blijkt uit een personeelsenquête in het Bierblad, een magazine voor horecaondernemers. In cafés vindt bijna de helft (48 procent) van het personeel dat gasten steeds gieriger worden als het om een financiële attentie gaat. In restaurants is dit met 45 procent nauwelijks minder. Een jaar eerder was dit nog respectievelijk 34 en 23 procent. „De cijfers van dit jaar lijken in overeenstemming met de trend dat horecagasten steeds krenteriger, kritischer en kwaliteitsbewuster worden”, aldus Wim Koel, manager bij Heineken Brouwerijen. Volgens hem hangt de afname van de fooi voor een deel samen met de hoogte van de prijzen. „De rek is er wel uit”. Horecamedewerkers hebben tevens meer moeite met het gedrag van klanten. Bijna twee derde zegt weleens onbeschoft of agressief te worden bejegend. Ongeduld, arrogantie, autoritaire behandeling en grof taalgebruik zijn de grootste ergernissen.” (AN P)
©
Door vergrijzing bereidt de helft van de familiebedrijven momenteel opvolging voor.
©
De eerste aflevering in een serie bedrijfsportretten: Royal Asscher Diamonds.
Door Ma rloe s Te rvoort Amsterdam. Haaks op het pand van Royal Asscher Diamonds in de Amsterdamse diamantwijk staan nog een stuk of tien originele arbeidershuisjes, uit de tijd dat kantoor en fabriek één waren. Kleine pandjes met een puntdak. Vroeger praktisch en pover. Tegenwoordig lief en klein. Ze worden niet meer bewoond door de werknemers van Asscher, alleen de secretaresse woont er ‘toevallig’ nog. Fabrieksarbeiders heeft Asscher niet meer in dienst. De oude fabrieksruimte beneden wordt voor een groot deel verhuurd aan kunstenaars, sinds de productie van de diamanten plaatsvindt in het buitenland. Soms is dat China, maar vaker Rusland, waar stenen met een zogenaamd Kimberley-certificaat, dat de ‘conflictvrije’ status van de diamanten waarborgt, makkelijker verkrijgbaar zijn. „Wij zijn een familie die zich graag inzet voor anderen”, zegt Mike Asscher, strak in het pak, de haren keurig achterover gekamd. „Mijn vader is lid van de Eerste Kamer, mijn neef (Lodewijk Asscher, red.) zit in de politiek. Maatschappelijke betrokkenheid zit ons in de genen.” Het is maandag, de dag dat vader en zoon beiden aanwezig zijn op kantoor. „Need me?”, vraagt vader Edward Asscher zijn zoon in het voorbijgaan. Nee, deze kan het wel alleen af. Vandaag gaat het om zíjn verhaal. Achttien is Mike, als hij in de slijperij begint te werken. „Ik had mijn havo-diploma gehaald, toen mijn vader me voor de keuze stelde: wil je studeren of in het bedrijf komen? Al van kleins af aan wist ik dat ik het bedrijf in wilde. Laatst vond mijn vader bij een verhuizing een prent van slijptollen en diamanten die ik op mijn vijfde aan hem had gevraagd.” Druk om de familieopvolging in stand te houden heeft hij nooit gevoeld. „Mijn vader heeft ons nooit gepusht. We mochten het vak kiezen dat we wilden.” Maar verantwoordelijk voor de continuïteit van het bedrijf voelt Mike zich wel. „De familiegeschiedenis gaat 150 jaar terug. Die hoop ik een eind richting de 200 te krijgen.” Om de basis van het diamantairvak te leren begrijpen, stationeert zijn vader Mike een paar maanden in de slijperij. „Daar heb ik geleerd hoe een steen in elkaar zit. Dat je een diamant op heel veel manieren kunt slijpen en wat dat met de kwaliteit doet.” Om nog meer te leren, studeert hij in België en Amerika Diamant- en edelsteenkunde. Leerzaam, ook voor zijn persoonlijke ontwikkeling. Waar vrienden zich onderdompelen in het studentenleven, vertrekt hij elke morgen naar kantoor. „Op dat moment realiseerde ik het me niet, maar ik leidde een totaal ander leven. Die ervaring in het buitenland is heel goed voor me geweest.” Bij terugkeer in Nederland weet hij alles over de diamant. Onder leiding van oom Joop wordt hij assistent-manager op de inkoopafdeling en later Hoofd Inkoop. Dat hij ‘het zoontje van de baas’ is, voelt in het begin als een nadeel. „Sommige personeelsleden draaien hier al 40 jaar mee. Als klein jongetje liep ik onder hun bureau door. Ik moest daardoor harder werken om me te bewijzen.” Inmiddels gaat het bij de familie Asscher tijdens het wekelijkse familiediner op zondag over bijna niets anders dan het bedrijf. Het overlijden van oom Joop in 2007 heeft de bedrijfsconstructie onverwacht snel veranderd. De directie bestaat nu uit vader Edward en zijn zoon Mike en dochter Lita, die in New York de Ame-
Nijmegen stopt met anoniem solliciteren Door een onzer redacteuren Rotterdam. De gemeente Nijmegen is gestopt met een proef waarbij mensen anoniem voor een baan bij de gemeente kunnen solliciteren. Dat maakte wethouder Hannie Kunst vorige week bekend. Nijmegen hoopte solliciteren zo makkelijker te maken voor allochtonen. Maar allochtonen hebben er aantoonbaar geen baat bij wanneer hun naam ontbreekt op de sollicitatiebrief. Sinds augustus 2006 werd geëxperimenteerd met het weglaten van namen, geboorteplaatsen, nationaliteit, land van herkomst en e-mailadres in de brieven van sollicitanten. Het idee was dat anoniem solliciteren voor allochtonen een betere kans op een baan zou creëren. Maar de gemeente vindt het effect te klein en onzeker om ermee door te gaan. Tijdens het experiment zijn in totaal 116 vacatures vervuld, waarvan 18 door allochtonen.
Helft sollicitanten liegt over salaris
Zoon Mike Asscher: „Als klein jongetje liep ik hier al onder het bureau door.” Foto Lars van den Brink
154 jaar bedrijfsgeschiedenis 1854
1902
1908
1940 -1945
2001
Isaac Joseph Asscher richt de Koninklijke Ass cher Diamant Maatschap pij op.
Joseph, z oon van de oprichter, vraagt met zijn broer Abraham patent aan op de ‘Ass cher-cut’, een unieke slijpmethode voor rechthoekige diamanten met 56 facet ten.
De Maatschappij krijgt grote naamsbek endheid als het van de Britse koning Edward VII opdracht krijgt de Cullinan, de grootste diamant ter wereld, te slijpen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt de hele familie Asscher gedepor teer d naar concentr atiekampen. Alleen Abrahams zonen Jos peh en Louis keren terug. Van Ass chers 500 slijpers, overleven er 15 de oorlog.
De term Ass cher-cut wordt als ‘Royal Asscher Cut’ nieuw leven ingeblazen. Een vierkante steen met 74 facetten, 16 meer dan het origineel uit 1902. De steen is goed voor zo’n 70% van de productie van het bedrijf.
rikaanse tak opzette en nu leidt. Mike heeft het Verre Oosten, Australië, Nieuw Zeeland en Nederland onder zijn hoede. Vader Edward is de overkoepelende baas die toezicht houdt. „Voor hem is het een droom dat hij met zijn kinderen op directieniveau samenwerkt. Buiten het werk om noem ik hem papa, maar zodra we de deur van het kantoor door zijn, is het Edward. Dat gaat vanzelf. We vinden het professioneler.” Zijn zus Lita spreekt hij elke dag minimaal vier keer. „Als hier de werkdag erop zit, is die van haar nog in volle gang. Ik vind het heerlijk om me
de hele avond nog met het werk bezig te houden.” Of dat niet hinderlijk is voor vrienden en geliefden? „Mijn vrienden hebben een gelijkgestemd leven. Zij werken ook allemaal. Vooral met degenen die eigen baas zijn, voel ik me verwant. En mijn aanstaande vrouw vindt het eigenlijk alleen maar leuk dat ik zo met mijn vak bezig ben.” Over twee maanden trouwt hij, zijn vader verzorgt de huwelijksvoltrekking. Misschien wordt Mike binnenkort ook wel vader. Of zijn kroost hem opvolgt, moet blijken. „Ik zal mijn kinderen in elk geval nooit ver-
2008 Het bedrijf werkt aan het uitbreiden van het merk Ass cher. Onder ander e een Asscher-diamant in een horloge, luxe auto of een Asscher-parfum.
Groningen. Minder dan de helft van de werkzoekenden is eerlijk over het eigen salaris bij een sollicitatiegesprek. Dat blijkt uit een onderzoek van NationaleVacaturebank.nl, zo maakte de vacaturesite onlangs bekend. Wanneer het laatst verdiende maandsalaris ter sprake komt, liegt maar liefst 23 procent van de sollicitanten meer dan 500 euro bovenop de eigenlijke verdiensten. Een kwart van de deelnemers aan het onderzoek houdt het bij 100 tot 250 euro extra, en 44 procent blijft geheel eerlijk. Verder concluderen de onderzoekers dat 70 procent van de respondenten zich niet kan vinden in de salarisverdeling op de werkvloer en dat 30 procent niet aan collega’s wil vertellen hoeveel hij of zij verdient. Aan het onderzoek deden 513 respondententen mee. (ANP)
©
testament nrc.next heeft een enquête ontwikkeld over erfenissen en een testament. Hoe sta jij hier tegenover? Onder de invullers verloten we nrc.next-prijzen.
plichten het bedrijf in te gaan. Vinden ze het leuk, dan ontvang ik ze met open armen. Lijkt het ze niks, dan moeten ze het zeker niet doen.”
de enquête in via v Vul nrcnext.nl/erfenis ©
Advertentie
Topvacat ure s HBO+ Indus t rie · Techniek · Logis t iek
I N T E R N E T VAC.n l
Loopbaan ● 27
nrc·next Woensdag 7 mei 2008
De x staat voor de opvolger
Aantal startende ondernemers flink toegenomen
Werken in een familiebedrijf: figureren in een reclamefolder
Door een onzer redacteuren Den Haag. Het aantal starters is in 2007 flink gestegen. Vorig jaar zijn 102.000 personen een onderneming gestart, tegen ongeveer 91.000 een jaar eerder. Deze cijfers werden eergisteren door de Kamer van Koophandel gepubliceerd. Opvallend is de groei van het aantal ondernemers uit de nieuwe EU-lidstaten Bulgarije en Roemenië. In 2007 startten 1.590 Bulgaren een onderneming, een stijging van 750 procent. Het aantal Roemenen dat voor zichzelf begon groeide met 400 procent tot 520. Deze opmars heeft te maken met de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie op 1 januari 2007. De meerderheid van deze groep is actief in de bouw- en dienstensector. Van de starters is 88 procent zzp’er (zelfstandige zonder personeel). Eén op de drie beginnende ondernemers is vrouw, 19 procent is afkomstig uit het buitenland. De Turksen zijn de grootste groep buitenlandse starters (2.280) gevolgd door de Polen (2.240). Het aantal Poolse nieuwkomers daalde vorig jaar met liefst 33 procent.
©
Door vergrijzing bereidt de helft van de familiebedrijven momenteel opvolging voor.
©
De tweede aflevering in een serie bedrijfsportretten: Difrax uit Bilthoven.
Door Ma rloe s Te rvoort Bilthoven. Een jaar of vijf zal ze geweest zijn op de zwart-witfoto die Vivienne van Eijkelenborg laat zien. De foto staat in een boek met oud archiefmateriaal van Difrax, een handelsmaatschappij in babyproducten, en het bedrijf van haar ouders. De kleine Vivienne staat op de trap van haar ouderlijk huis, een koetshuis in Bilthoven, tevens kantoor en magazijn. Op de foto draagt ze een kinderjurkje uit de collectie, als model in een reclamefolder. Verderop in het boek: de strikslips voor kleintjes, die haar naam kregen, en een afbeelding van een verpakking met de naam Vivienne erop. Daarna foto’s van het oude koetshuis, die mooie herinneringen oproepen. „Ik herinner me dat de kamer van mijn zusje soms vol hing met slabbetjes, van die ouderwetse met gootjes. Mijn zusje werd dan naar mijn kamer verbannen. Tussen die dozen en waslijnen vol slabben was het altijd heel leuk verstoppertje spelen.” Het moderne bedrijventerrein waarop Difrax’ huidige kantoor staat, ligt maar een paar honderd meter van het woonwerkhuis waaruit haar ouders de babyproducten jarenlang verhandelden, maar heeft een compleet andere uitstraling. Zakelijker, commerciëler, met een showroom vol kleurige producten. Het symboliseert de groei die het bedrijf doormaakte onder leiding van dochter Vivienne. Van twaalf man personeel groeide Difrax de afgelopen tien jaar naar een bedrijf met 40 werknemers. De babyproducten zijn nu verkrijgbaar in een groot deel van Europa en op Curaçao en in Suriname. Toen Dimphna en Frank van Eijkelenborg 41 jaar geleden hun bedrijf Difrax startten, een samenvoeging van hun voornamen en de x erachter als symbool voor een eventuele opvolger, hadden ze geen idee dat die opvolger hun dochter zou worden. Ook Vivienne zelf, die na haar studie bedrijfskunde op de inkoopafdeling ©
De kamer van mijn zusje hing soms vol met slabbetjes § Vivienne van Eijkelenborg
van V&D en later op de verkoopafdeling van DA werkte, was er nooit zo mee bezig. Tot ze op haar 29ste op een bezinningspunt in haar carrière belandde en besloot een jaar in het bedrijf van haar ouders te kijken. Vivienne: „Babyproducten waren toen heel saai. Je had de kleuren lichtblauw, roze en wit. Verder dan een printje van een beer of een rammelaar ging het niet. Tijdens een inkoopreis in Azië liep ik tussen de flessen rond en dacht: dat kan zoveel leuker, mooier en beter. Het begon te kriebelen.” Aan het einde van het verkenningsjaar laat ze haar ouders weten enthousiast te zijn. „Ik heb gezegd dat ik wilde blijven, maar dat ik het bedrijf dan wilde overnemen. Per januari 1999 was het bedrijf 100 procent van mij. Dat wilde ik zo. Ik zag geen heil in allerlei financiële constructies met mijn ouders. Wil je geen ruzie in de familie, moet je heel helder zijn. Mijn ouders zitten ook zo in elkaar. Ze hebben nooit aan leenconstructies en kindsdelen gedaan en zeiden ook: als je het doet, dan helemaal.” Vivienne besluit in gesprek te gaan met haar zus, en probeert haar zo ver
Doorwerken na 65ste steeds populairder
De familie bij elkaar: Vivienne (midden), zus Caroline, de ouders en hond Joppe. Foto Lars van den Brink.
41 jaar bedrijfsgeschiedenis 1967
1996
1999
2004
2006
2007
Dimphna en Frank van Eijkelenborg richten Difrax op. Het bedrijf start – als eerste in Nederland- met de verkoop van wattenstaafjes.
Difrax verlaat het koetshuis van de familie Van Eijkelenborg en vestigt zich op een kantoorterrein een paar honderd meter verderop.
Twee jaar na het opdoen van haar eerste wer kervaring in het bedrijf, neemt dochter Vivienne Difrax over van haar ouders.
Difrax lanceert de New Born speen voor kinderen tot twee maanden.
De S-fles wordt geintroduceer d, inmiddels goed voor 45 procent in de totale verkoop van babyflessen in Nederland.
Speciaal voor vaders wordt de Daddy-campagne gelanceerd
2008 Difrax introduceert ‘Soe Soe de fopspenenfee’, een vijftiendaags stappenplan om kinderen van hun speen af te helpen. In het begeleidende boek is directeur Vivienne te zien als de fopspenenfee. NRC 070508 / PB
te krijgen een baan op de inkoopafdeling van het bedrijf aan te nemen. Het is echt wat voor zus Caroline, denkt ze. Wel benadrukt Vivienne dat Caroline zich goed moet realiseren wat het betekent om in dienst van haar oudere zus te werken. Dat gesprek vindt later opnieuw plaats, als Vivienne haar zus vraagt om haar persoonlijk assistent te worden. Caroline accepteert de promotie, tot blijdschap van haar zus. Want samenwerken als zussen heeft een hoop voordelen. Vivienne: „Ze kent mij als geen ander.” Vivienne voert daarnaast een aantal veranderingen in het voormalige bedrijf van haar ouders door. Eén van de
eerste veranderingen is de invloed van een medisch deskundig panel op de productontwikkeling. De melkflessen, spenen en badspeeltjes moeten naast dat ze er aantrekkelijker uit moeten gaan zien, ook medisch verantwoord zijn. Uit deze filosofie ontstaat de S-fles, die een ergonomische houding van de baby bevordert. Dit product is een succes en inmiddels goed voor 45 procent van de babyflessen in Nederland. Inspiratie voor nieuwe producten komt ook van Vivienne’s ouders die hun gemis aan bepaalde producten en ergernissen uit de dagelijkse praktijk kenbaar maken. Zo mailt haar in-
middels gepensioneerde vader soms nog wel eens. Hij stoort zich aan drinkpakjes waarmee kinderen regelmatig morsen door er te hard in te knijpen. Het commentaar leidt tot de pakjeshouder, een plastic houder in drinkpakjesformaat die het kliederen onmogelijk maakt. De familieopvolging lijkt bij Vivienne te gaan stoppen, want zelf heeft ze geen kinderen. Dit is volgens haar geen belemmering is voor het leiden van een bedrijf in babyproducten. Integendeel. „Je kunt ook zeggen dat ik, juist doordat ik zelf geen kinderen heb, vanuit een ander, breder perspectief naar babyproducten kijk.”
Door een onzer redacteuren Den Haag. Steeds meer werknemers zijn bereid door te werken tot hun 65ste jaar. Dat blijkt uit een onderzoek dat minister Donner (Sociale Zaken, CDA) gisteren naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Eind vorig jaar werden 22.000 mensen ondervraagd over hun arbeidsomstandigheden. Eén op de drie deelnemers zei daarbij bereid te zijn om door te werken tot zijn 65ste jaar. Twee jaar eerder was dat één op de vijf werknemers. De animo is het grootst bij werknemers tot 20 jaar: 44 procent wil doorwerken. Bij werknemers van rond de dertig jaar en jonge vijftigers is de bereidheid het kleinst. Van deze groepen wil iets meer dan 30 procent doorgaan tot 65 jaar. Uit de enquête blijkt verder dat de bereidheid om langer door te werken sterk verschilt per sector. In de bouw is die bereidheid het geringst (25 procent), terwijl de landbouw en visserij de meeste werknemers heeft die willen doorwerken (40 procent). Ook in de sectoren cultuur, overige dienstverlening en onderwijs willen verhoudingsgewijs veel werknemers doorwerken tot 65. Minister Donner schrijft in een begeleidende brief aan de Kamer dat de enquête laat zien dat de discussie over langer doorwerken die het kabinet in gang heeft gezet, effect sorteert. Met het oog op de vergrijzing en krappe arbeidsmarkt, vindt het kabinet het belangrijk dat meer oudere werknemers aan de slag zijn en dat ze langer doorwerken. Donner komt binnenkort met een nota waarin hij maatregelen bekendmaakt om werknemers te stimuleren langer door te werken. Hij denkt onder meer aan een bonus op de AOW voor mensen die ook na hun 65ste jaar willen doorwerken.
Vakantiebaan: liefst werken in de horeca Diemen. Jongeren kiezen als vakantiebaantje het liefst voor werk in de horeca. Dit blijkt uit het jaarlijkse Vakantiebanen Onderzoek van uitzendorganisatie Randstad. Voor het onderzoek werden 507 jongeren van 14 tot en met 25 jaar ondervraagd. Bijna de helft van de jongeren gaat dit jaar op zoek naar een vakantiebaan. Een goede werksfeer is daarbij voor hen belangrijker dan veel geld verdienen. Na de horeca is werken in een winkel of bij een animatieteam op een camping het populairst. Uit het onderzoek blijkt dat meisjes vaker dan jongens zoeken naar werk in de thuiszorg of bij een animatieteam. Jongens werken daarentegen vaker in de landbouw of in een supermarkt tijdens hun vakantie. Administratief werk, de detailhandel en het callcenter zijn onder de geïnterviewde allochtonen populairder dan onder autochtonen. (ANP)
Loopbaan ● 27
nrc·next Woensdag 14 mei 2008
Aantal Nederlandse vrouwen met vast contract neemt toe Door een onzer redacteuren Rotterdam. Het aantal Nederlanders met een vast contract is vorig jaar gestegen. De stijging was ongeveer 2 procent, ruim 100.000 vaste banen. Vrijwel alle extra contracten zijn vorig jaar naar vrouwen van middelbare leeftijd gegaan, blijkt uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dat juist het aantal werkzame vrouwen met een vast contract steeg, is volgens econoom Michiel Vergeer van het CBS te danken aan de nieuwe generatie werkenden. „Vroeger kwamen vrouwen in de dertig met kinderen niet meer terug op de arbeidsmarkt, nu wel”, aldus Vergeer. De participatie van mannen aan de arbeidsmarkt bleef ongeveer gelijk, terwijl die van vrouwen steeg. Bij die ontwikkeling speelt de huidige krappe arbeidsmarkt een belangrijke rol. Na een gestage daling van enkele jaren nam sinds het begin van 2006 het aantal werknemers met een vaste baan weer toe. Het grootste deel van de beroepsbevolking in Nederland heeft een vast contract, ruim 80 procent van de 7,3 miljoen werkenden. Ook het aantal de flexibele contracten groeide echter. Die stijging begon al in 2003. Als het goed gaat met de economie, nemen bedrijven vaak eerst tijdelijke krachten in dienst, waardoor de stijging van contracten in de uitzendbranche eerder begint. Het aantal zelfstandig ondernemers neemt ook ieder jaar nog toe, dit bedraagt nu 960.000. Die stijging is echter structureel en minder afhankelijk van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, volgens het CBS.
De leiding van Duinrell: Philip van Zuylen van Nijevelt (links) met zijn broer Roderick en hun vader Hugo. Foto Lars van den Brink
Wip en schommel ontgroeid Werken in een familiebedrijf: vader houdt alles in de gaten ©
Door vergrijzing bereidt de helft van de familiebedrijven momenteel opvolging voor.
©
De derde aflevering in een serie bedrijfsportretten: Duinrell in Wassenaar.
Door Ma rloe s Te rvoort Wassenaar. Wie na de groengele entree vol vrolijk kijkende kikkers naar de camping van Duinrell rijdt, ziet als hij goed kijkt aan zijn rechterhand een authentiek pand. In vroeger tijden een woonhuis, nu het belangrijkste kantoor van het attractie- en vakantiepark. Beneden bevindt zich de directiekamer. In een grote, leren bureaustoel zit, gekleed in een wit met lichtblauw geruit overhemd Philip van Zuylen van Nijevelt, een van de twee directeuren. Op de achtergrond rijden caravans het terrein op en huppelen kinderen aan hun moeders hand. De andere directeur, broer Roderick, voegt zich een half uur later bij Philip, en gaat toevallig gekleed in exact hetzelfde hemd. Dat kan niet voor de foto, vinden de broers, dus gaat in de hal het overhemd van Roderick uit en wordt uit een andere kamer een effen overhemd tevoorschijn gehaald. „Anders lijken we wel heel erg op elkaar.” Philip en Roderick van Zuylen van Nijevelt zijn de zoons van Hugo Robert Joan graaf van Zuylen van Nijevelt, die het Wassenaarse landgoed Duinrell begin jaren zestig omtoverde tot recreatiegebied. Roderick: „De term recreatie bestond toen helemaal nog niet. Mijn vader zette gewoon een schommel en een wip neer. Hij vond het dan prima als mensen er een tent naast zetten.” Een attractiepark leiden gaat nu wel anders, beamen de broers. „We moeten concurreren met parken die zijn overgenomen, waar ontzettend veel geld in wordt gepompt. Attracties zijn niet snel meer speciaal. Het moet groter en sneller. En na twee
87 jaar bedrijfsgeschiedenis 1920
1935
1940
1962
Zoon van de Wassenaarse burgemeester Van Zuylen van Nijevelt trouwt met baroness e Van Pallandt en komt zo in het bezit van het 110 hectar e metende landgoed Duinrell.
Met een ent reeprijs van 10 cent opent graaf Van Zuylen van Nijevelt zijn landgoed voor bezoek. Hij organiseert er motorcrosswed strijden en ontwikkelt er de eerste skibaan op dennennaalden.
De graaf wordt op 41-jarige leeftijd op zijn landgoed omgebracht door de Duitsers. De SS neemt het kasteel Duinrell in bezit. Het landgoed en kasteel verwaarlozen.
Zoon Hugo van Zuylen van Nijevelt krijgt zijn erfdeel, koopt zijn twee zuss en uit en ontwikkelt recr eatiepar k Duinrell.
1984
2000
2007
Mr. Pieter van Vollenhoven opent het Tikibad. Het is dan het grootste indoorzwembad in de wereld en valt op door de originele glijbanen. In het eerste jaar komen er 400.000 bezoekers.
Vader van Zuylen van Nijevelt verkoopt Duinrell aan zijn zonen Philip en Roderick, die dan al een jaar statut air directeur zijn.
1,4 miljoen mensen bezoeken Duinrell, goed voor een omzet van 21,5 miljoen euro.
dat hun vader altijd had in het werken met zijn zoons. Dat begon al vroeg. „Dan lagen we ’s avonds in bed en kwam hij met een heftruck onder ons slaapkamerraam staan. Na een paar uur werken in de bossen van het park legde hij ons weer vies in bed. Dat mocht mijn moeder dan zogenaamd niet weten, maar die had het natuurlijk al lang door.” Philip merkt op dat het leiden van een groot bedrijf een grote verantwoordelijkheid is, zeker als je jong bent. „Ik herinner me een kerstdiner met het personeel. Ik was begin 30, zag al het personeel en dacht: jeminee, deze mensen hebben allemaal een echtgenoot en kinderen. Daar ben je wel verantwoordelijk voor.” De broers zijn daarom blij dat ze Duinrell samen runnen. „Een heleboel zaken hier zijn emotioneel gedreven, dan is het prettig dat je iemand naast je hebt die dat zonder uitleg begrijpt, maar er ook doorheen kan prikken”, aldus Philip. De overdracht van de vader op de zonen vinden ze goed verlopen. Philip: „Het is heel belangrijk dat je een overname doet op het moment dat zowel vader als kind niet te oud zijn, anders gaat de vader klagen en is het kind te oud om er nog in te groeien.” En een paar keer per jaar overleggen ze nog met hun vader, als ze ge-
Rijswijk. In 2025 is er ongeveer een kwart meer artsen nodig dan nu, meldde medisch onderzoeksinstituut Nivel gisteren. Dat komt door de vergrijzing en de bevolkingsgroei, maar vooral doordat vrouwelijke huisartsen en medisch specialisten vaker parttime werken dan hun mannelijke collega’s. De vrouwelijke arts is flink in opkomst. In 2000 was nog maar 26 procent van de huisartsen en specialisten vrouw, nu is dat al 33 procent en in het jaar 2025 zal dat zijn toegenomen tot 55 procent. Nivel berekende dat er tot 2015 ongeveer 17 procent meer artsen nodig zijn. (ANP)
Verrassingsweek voor getergde filerijders
NRC 140508 / YS
jaar heb je de hausse wel gehad. Dan is het weer tijd voor iets nieuws.” Het mooiste voorbeeld om het verschil in tijdgeest tussen vader en zoons te illustreren, is de introductie van het Tikibad, een van Duinrells grootste trekpleisters. Vader Hugo investeerde begin jaren tachtig meer dan zijn jaaromzet van 15 miljoen gulden in het zwembad. Philip: „Ik vraag hem nog wel eens: hoe wist je nou dat het een succes zou worden? Dan antwoordt hij, een beetje bozig: ‘het leek me leuk. Het is toch ook leuk? Ik wist dat gewoon.’ Tussen zijn idee en de realisering van het project zat geen enkele stap. Geen onderzoek, advies of break even point. De banken vonden het maar een matig plan, maar hij heeft er geen nacht minder om geslapen.” In 2000 namen Philip en Roderick het stokje officieel van hun vader over, toen 70 jaar oud. Voor Philip, die eerst 8 jaar bij de internationale bank Lombard Odier werkte, was het altijd al duidelijk dat hij het familiebedrijf in wilde. „Ik was als jongetje al heel erg Duinrell-minded. Ik ging vaak met mijn vader mee de bossen in en heb altijd een enorme drive gevoeld om het bedrijf in de familie te laten voortbestaan. Ik lijk ook op mijn vader, heb zijn optimisme geërfd.” Roderick herinnert zich het plezier
In 2025 een kwart meer artsen nodig
drieën de strategie van het park doorspreken, ‘zodat vader Hugo ziet dat zijn jongens geen rare dingen doen’. Schietspelletjes bijvoorbeeld mogen er in het park nooit komen, vindt vader, die de oorlog meemaakte en daarin zijn eigen vader verloor. De overnamecontracten van de zoons bevatten een speciale noot, die de directeuren verbiedt spelletjes als paintball te ontwikkelen. Vader Hugo woont nog steeds op het park. De 50 hectare bos die het landgoed ook nog bezit, onderhoudt de bijna 80-jarige graaf nog. Philip: „Er staan ongeveer 60.000 bomen, waarvan er laatst 4.000 gedund moesten worden. Hij gaat dan persoonlijk alle bomen na om te controleren welke daarvoor in aanmerking komen. Die worden er met paarden uitgetrokken, want hij wil de grond niet beschadigen met trekkers.”
Door een onzer redacteuren Rotterdam. Filerijders opgelet: de week van 16 tot 22 mei is uitgeroepen tot de week van de filerijder. Vanaf aanstaande vrijdag worden filerijders op verschillende snelwegen in de watten gelegd. Zo is er gratis ‘filevoeding’ voor automobilisten die vast staan in de avondfile bij Diemen, Culemborg, Rotterdam en Delft. Maandag 19 mei kan de filerijder op de A2 bij Texacostation Bisde een gezondheidscheck laten uitvoeren en een dag later vindt op dezelfde plek een banencheck plaats, via de website werkendichterbijhuis.nl. Wie woensdag 21 mei stilstaat op de A27, kan bij afrit 28 zijn banden laten checken. De week wordt donderdag 22 mei afgesloten met massages in een ‘relaxbus’ op de A2. De fileweek is een initiatief van de Partij van de Filerijder, die hiermee ‘de getergde automobilist een hart onder de riem wil steken.’ voor het complete prov Kijk gramma op nationaalfilefo©
rum.nl/week.htm
Advertentie
Topvacat ure s HBO+ Indus t rie · Techniek · Logis t iek
I N T E R N E T VAC.n l
Loopbaan ● 27
nrc·next Woensdag 21 mei 2008
Een bedrijf met een ziel
Werknemers financiële sector niet honkvast
Werken in een familiebedrijf: het personeel kent je nog als baby
Amsterdam. Ruim 60 procent van de specialisten in de financiële sector denkt binnen een jaar aan een nieuwe baan te beginnen. De financieel specialisten verwachten bij een andere werkgever betere perspectieven te hebben. Dat blijkt uit een maandag gepubliceerd onderzoek van onderzoeksbureau Motivaction. Een kwart van de respondenten vindt dat de huidige baan niet aan de verwachtingen voldoet en meer dan de helft verwacht geen promotie te maken met zijn huidige baan. Bijna de helft van de ondervraagden, mbo’ers, hbo’ers en universitair opgeleiden die werkzaam zijn in een financiële functie in Nederland, wil al binnen een half jaar overstappen naar een andere baan. (ANP)
©
Door vergrijzing bereidt de helft van de familiebedrijven momenteel opvolging voor.
©
De vierde aflevering in een serie bedrijfsportretten: Koops Transport.
Door Ma rloe s Te rvoort Almere. Als Suzan Koops terugdenkt aan haar kinderjaren, heeft ze vooral herinneringen aan haar moeder. Haar vader, eigenaar van transportbedrijf Koops, werkte zes dagen per week. Alleen op zondag was hij thuis. „Dan keken we met zijn vijven in bed naar Theo & Thea.” Het werkende leven dat haar vader leidde, had een bijzondere aantrekkingskracht op haar, misschien juist wel omdat hij er zoveel tijd aan besteedde. „Ik wilde weten wat daar gebeurde, het leek me een spannende wereld.” Tijdens schoolvakanties ging de dochter graag met haar vader mee naar kantoor. „Hele dagen heb ik doorgebracht in het kopieerhok. En leuk dat ik het vond. Ik ben de oudste van drie dochters en volgens mij vertoonde ik gedrag dat typisch is voor oudste kinderen: ik wilde snel volwassen zijn en voelde me verantwoordelijk.” Eigenlijk, als ze terugkijkt, was ze toen onbewust al bezig met het vormgeven van haar eigen plek in het bedrijf. „Ik dacht toen al: ik zie mezelf hier wel zitten. Maar gelijk erachteraan: het gaat over vrachtauto’s en er werken heel veel mannen, wat moet ik daar? ” Tijdens haar middelbare schooltijd en later tijdens haar studie Communicatiewetenschappen, had Suzan bijbaantjes in autoshowrooms. Na haar afstuderen vond ze een baan bij een grote uitzendorganisatie. „In het begin was het leuk, maar na een paar jaar klaarde ik elke dag mijn klusje zonder er echt warm voor te lopen.” Ze overdacht haar ambities en langzaam kwam de liefde voor het familiebedrijf weer op. In dezelfde periode overleed haar opa, voor Suzans vader een moment van bezinning met ©
Banengroei in EU zwakt verder af Brussel. De banengroei in de Europese Unie lijkt af te nemen. Dat meldde de Europese Commissie eerder deze week. Het aantal banen in de EU steeg vorig jaar met 3,3 miljoen (1,5 procent) tot 224,5 miljoen. Maar de toename in het laatste kwartaal was nog slechts de helft van de stijging in het eerste kwartaal. De banengroei deed zich vooral voor in Duitsland. Daar heeft nu 70 procent van de beroepsbevolking betaald werk. In de hele Europese Unie was de werkgelegenheid eind vorig jaar 66 procent: 1 procentpunt hoger dan een jaar eerder. De dienstensector blijkt de sterkste motor voor al het extra werk. In de bouwsector is de werkgelegenheid gedaald. (ANP)
‘Managers vertonen vluchtgedrag’
Vader en dochter Koops. Foto Lars van den Brink.
Utrecht. Managers in leidinggevende functies vertonen systematisch vluchtgedrag. Zij ontlopen ‘lastige’ verantwoordelijkheden, er is zelfs sprake van managerial no go area’s. Dat blijkt uit het maandag gepubliceerde onderzoek van adviesbureau Berenschot en het Nederlands Centrum van Directeuren en Commissarissen (NCD). Uit het onderzoek onder zevenhonderd NCD-leden bleek dat alle managers ervaring hebben met het negeren van rapportages, het niet diep genoeg durven kijken in de eigen organisatie en dat onvoldoende interesse wordt getoond in de relaties met de klant. Bij één op de vijf managers zou dit leiden tot systematisch vermijdingsgedrag. Eenvijfde tot een kwart van de managers die vluchtgedrag vertonen, delegeert zaken waar zij zelf tegenop zien. Naarmate de groep waaraan leiding wordt gegeven groter wordt, daalt het vluchtgedrag. Ook vertonen ervaren managers minder vluchtgedrag dan hun onervaren evenknie. (ANP)
92 jaar bedrijfgeschiedenis
‘Quotum helpt vrouw niet naar de top’
Ik voelde heel sterk dat ik de familielijn wilde doorzetten § Suzan Koops
als centrale vraag: wat gebeurt er met het bedrijf als ík er op een dag niet meer ben? Suzan: „Ik voelde heel sterk dat ik de familielijn wilde doorzetten, dat het me veel pijn zou doen als het bedrijf ooit uit de familie zou verdwijnen. Dus ben ik met mijn vader gaan praten. Hij had nooit verwacht dat ik ambities in die richting had en was aangenaam verrast.” Sinds 2006 werkt ze als Human Resource Manager in het transportbedrijf. Bang voor het mannelijke van de transportwereld is ze niet meer. „Het gaat uiteindelijk om mensen, net als in andere bedrijven.” In het begin verscheen haar vader, nu commissaris, regelmatig op kantoor en belde Suzan hem geregeld met vragen. Nu staat er elke twee maanden een overleg gepland. „Anders leer ik nooit om het alleen te doen.” Gek moment: toen Suzan een maand in het bedrijf werkte, werd het dertigjarig jubileum van de commercieel directeur gevierd. Een paar weken eerder stonden ze in dezelfde ruimte Suzans dertigste verjaardag te vieren. „Die man heeft mij nog als baby gekend.” Volgens Suzan typisch iets dat het verschil aangeeft tussen een ‘gewoon’ bedrijf en een familiebedrijf. „Een familiebedrijf heeft een ziel, dat geeft het iets gemoedelijks.” Ook in haar eigen werkenthousiasme merkt ze dat. „Ik vind het een prettig gevoel te werken aan iets dat
1916
1937
1964
1967
Boer Jacobus Vedder verliest in Bunschoten Spakenburg tijdens watersnoodramp van januari 1916 al zijn koeien. Met staatssteun koopt hij twee paarden en begint een transpor tbedrijf.
Rikkert Koops treedt toe tot het transport bedrijf van zijn schoonvader.
Peter Koops (Suzans vader) treedt toe tot het bedrijf. Zijn broers Jan en Dirk zijn daar dan al werkzaam.
De broers Peter, Jan en Dirk treden toe t ot de directie. Het bedrijf wordt uitgebreid met dealervestigingen van Daf en Nissan.
2001 Koops Transport verhuist van Bunschoten naar Almere en het bedrijf Furness wordt overgenomen door Koops Holding.
2006
2008
Suzan Koops treedt toe tot het bedrijf.
Suzan Koops koopt een 5% van de aandelen en wordt mededirecteur.
NRC 210508 / YS
mijn voorouders hebben opgebouwd. Alsof het er meer toedoet.” Vanaf juni gaat ze de directie voeren, samen met een mededirecteur, die geen familie is. Zij over de vestiging in Almere, hij in Rotterdam. Gezamenlijk waren de vestigingen in 2007 goed voor een omzet van zo’n 20 miljoen euro. Suzans ambitie is om het door haar vader opgebouwde naar een hoger niveau te tillen. Door bewust met het milieu om te gaan, per-
soneel op te leiden en meer vrouwen op de vrachtwagens proberen te krijgen. Suzan: „Mijn vader is echt een ondernemer. Hij heeft het bedrijf laten groeien, was altijd in gesprek met de gemeente om te kijken of er nieuwe garages geopend konden worden. Ik ben meer een manager, maar van mijn vaders zakelijke kant heb ik veel meegekregen. ” Ze ziet zichzelf nog wel een keer doorgroeien naar de houdstermaat-
schappij. „Dan ga ik het familiekapitaal beheren.” Wie haar opvolger ooit wordt, ze heeft geen idee. „Mijn zusjes talen niet naar een positie in het bedrijf, maar wie weet. Bij mij waren mensen ook verrast.” Kinderen heeft Suzan niet, maar ze ziet ze in de toekomst wel komen. Hoe dat dan moet met die directeursfunctie? „Dan zal ik werk en zorg gaan combineren. Ik zal de eerste directeur in de geschiedenis van dit bedrijf zijn die dat doet.”
Door een onzer redacteuren Rotterdam. Verplichte quota om meer vrouwen aan de top te krijgen, werken niet. Binnen bedrijven moet een brede cultuuromslag plaatsvinden om meer vrouwen naar topfuncties te laten doorstromen. Dat blijkt uit onderzoek dat bureau Bain & Company liet uitvoeren onder Nederlandse managers en bedrijven. Uit het onderzoek bleek dat managers een verplicht quotum als instrument niet als oplossing zien, maar dat de omslag op de werkvloer onder mannen, vrouwen en in de maatschappij moet plaatsvinden. Verplichte positieve discriminatie zoals een quotum werkt niet, vindt de meerderheid van 650 managers. Een meerderheid van de Tweede Kamer wil dat de top van het bedrijfsleven voor ten minste 25 procent uit vrouwen bestaat – nu is dat in Nederland ongeveer 6 procent. De PvdA wil zelfs dat bedrijven verplicht 40 procent van hun topfuncties door vrouwen laten bezetten. Werkgeversorganisatie VNO-NCW is tegen quota, omdat er te weinig aanbod is aan gekwalificeerde vrouwen.
26 Loopbaan ●
nrc·next Woensdag 28 mei 2008
Loopbaan ● 27
nrc·next Woensdag 28 mei 2008
Twee broers die de schoen nu niet meer kunnen missen Werken in een familiebedrijf: schoenenfabrikant Van Bommel wordt
al negen generaties lang door dezelfde familie geleid
274 jaar bedrijfsgeschiedenis 1734
1795
Oprichter Reynier van Bommel runt met zijn twee zoons zijn schoenmak erij in Breda.
De kleinzoons van Reynier verplaatsen de schoenmak erij naar Moergestel.
‘40 - ’45 De fabriek heeft een productiestop, schoenen z ijn alleen op de bon verkrijgbaar. Na de oorlog krabbelt het bedrijf met Marshall-hulp weer langzaam op.
1985 Frans van Bommel koopt zijn familieleden uit en is enig aandeelhou der.
1994
1996
Frans van Bommel verkoopt zijn aandelen aan zijn drie zoons, die dan nog niet werkzaam zijn in het bedrijf.
2003
De schoenen lijn Floris van Bommel wordt geintroduceerd
Reynier van Bommel wordt directeur.
2007 In samenwerking met fotograaf Anton Corbijn en Rutger Hauer wordt een campagne opgezet. Er wordt een recor daantal schoenen v erkocht: in totaal gaat er in binnen-en buitenland 420.000 paar gaat over de toonbank, goed voor een omzet van 34 miljoen euro.
2008 Van Bommel opent haar eerste Flagship Store in Antwerpen.
NRC 280508 / YS
Advertentie
REALISTISCH BIJDRAGEN AAN SCHONERE LUCHT?
NIEUW!
FIJNSTOFZUIGER
296,-
wie wil dat het werkt, werkt bij ons dcmr.nl De familie Van Bommel. Zoon Floris (midden): „Als mijn vader circusdirecteur was geweest, dan had ik met veel plezier in de piste gestaan.” Foto Lars van den Brink
De DCMR is de toonaangevende milieudienst die opereert in het meest intrigerende en afwisselende werkgebied van Nederland: het Rijnmondgebied. Met 550 mensen maken wij milieuvergunningen, controleren wij bedrijven, bewaken wij de milieukwaliteit en adviseren wij over ruimtelijke plannen. De meest effectieve plek dus voor mensen die hun kennis en vaardigheden willen inzetten om een verantwoorde balans te vinden tussen de belangrijkste ingrediënten van leefbaarheid. De DCMR is de frontlinie, hier vind je de meest concrete kennis en expertise. Hier leer je van professionals en leren professionals van jou.
©
Door vergrijzing bereidt de helft van de familiebedrijven momenteel opvolging voor.
©
De laatste aflevering in een serie bedrijfsportretten: Van Bommel uit Moergestel.
milieuspecialisten In de Rijnmond willen we én wonen én werken én rijden én recreëren. Om die combinatie werkbaar te krijgen, heb je kennis en creativiteit nodig en die vind je bij het Expertisecentrum van de DCMR. Kennis voor ruimtelijke planprocessen, vergunningen en projecten. Kennis van gevolgen van plannen en de haalbaarheid van normen. Maar ook de creativiteit voor alternatieve oplossingen. Want het moet wel werken. Wij noemen dat maatschappelijk realisme. Milieuspecialisten met die drive zijn zeer gewild bij ons Expertisecentrum. Zeker als je specialist bent in luchtkwaliteit, externe veiligheid, energie of geluid. Interesse? Kijk dan voor uitgebreide functieprofielen op dcmr.nl. Daar vind je ook meer over onze opvallende arbeidsvoorwaarden, concrete reactiemogelijkheden en andere actuele vacatures.
luchtkwaliteit
externe veiligheid
energie
geluid
(senior) adviseurs die meedenken in projecten en planprocessen en een medewerker voor ons luchtmeetnet.
adviseurs en projectleiders die informeren, controleren en meedenken.
specialist die creatief de klimaatdoelen van Rotterdam en de Rijnmondgemeenten helpt bereiken.
adviseurs die industrieen verkeerslawaai helpen verminderen en een projectleider ISV-saneringen.
Door Ma rloe s Te rvoort Moergestel. In een overzichtelijke Brabantse straat doemt zomaar een donkerblauwe vlag op. In een sierlijke letter prijkt wapperend in de wind de bedrijfsnaam: Van Bommel. Daaronder in moderner klein kapitaal de vestigingsplaats: ‘Moergestel’, de plek waar zich ruim twee eeuwen geleden een schoenen- en laarzenmakerij vestigde, die uitgroeide tot een nationale schoenenfabriek. Deze wordt inmiddels bestierd door de negende generatie uit de familie: Reynier (34) en Floris van Bommel (33). Reynier is sinds 2003 commercieel directeur, zijn jongere broer Floris het creatieve brein achter de schoenen. Waar Reynier een net colbert draagt, loopt Floris in een sportief jack. Heeft Reynier de klassiekere, lederen Van Bommelschoen aan zijn voeten, Floris draagt schoenen uit zijn eigen, moderne lijn. Maar een overeenkomst is er ook. Beide broers
zijn de nuchterheid zelve over de lange familieachtergrond van het bedrijf. Reynier: „Wij hebben de mazzel dat we in deze posities gemanoeuvreerd zijn, maar we hebben ook gewoon heel hard gewerkt.” En Floris zegt: „Als mijn vader circusdirecteur was geweest, dan had ik met veel plezier middenin de piste gestaan. Maar het zijn nu eenmaal schoenen.” Inmiddels is hij aan het product gehecht en „zou hij de schoen niet willen missen”. Bovendien: op zijn manier heeft hij zijn eigen arena gecreëerd. Sinds in 1996 de Floris van Bommel-lijn geïntroduceerd werd, is de naamgever in de promotie ervan steeds meer op de voorgrond getreden. Begeleid door zijn eigen zangen gitaarspel figureert hij in tv-commercials en andere promotie-uitingen van de campagne. „Dat is een beetje een eigen leven gaan leiden, maar als je daaraan begint, moet je er op voortborduren.” Toch lag het niet van kinds af aan vast dat de broers Van Bommel het familiebedrijf in zouden gaan. Thuis ging het niet veel over ‘de fabriek’ en de keren dat Reynier en Floris van Bommel als kleine jongens met hun vader meegingen naar kantoor, zijn op één hand te tellen. Floris: „Wij woonden bewust in Hilvarenbeek, 10 kilometer van Moergestel, om werk en privé gescheiden te houden.” La-
ter, toen ze op de middelbare school zaten, werden ze iets meer bij het werk van hun vader betrokken. „Eén of twee keer per jaar mochten we mee klanten bezoeken door heel het land. Met een auto vol schoenen, heel spannend en bijzonder vond ik dat.” Het duurde tot de jongens begin twintig waren, voordat ze zich realiseerden wellicht hun vaders opvolger te worden. Op dat moment presenteerde vader Frans aan zijn zonen een duidelijke constructie in de verdeling ©
Ik realiseerde me: dus dáárom was mijn vader er nooit § Reynier van Bommel
van de bedrijfsaandelen. Zijn drie zoons – de jongste, Pepijn, is momenteel niet werkzaam in het bedrijf – waren toen 16, 21 en 23 jaar oud. Ze kregen allemaal eenderde van de aandelen aangeboden. Ze konden deze kopen met een lening, die ze met de winst van de aandelen weer afbetaalden. Floris: „Hij zag het niet zitten om ons bij een daadwerkelijke overdracht met een enorme schuld op te zadelen, waardoor we bedrijfsmatig verlamd zouden zijn.” De constructie
bevatte ook een noot die de jongens verplichtte om voor hun 32ste te beslissen óf ze het bedrijf in gingen. Zo niet, dan moest hij zijn aandelen aan de wel zittende aandeelhoudende broers verkopen. „Onze jongste broer is nu 28. Hij beraadt zich of hij erbij komt.” Reynier en Floris „kunnen hem goed gebruiken”, maar „hij moet lekker doen waar hij zin in heeft”. Zelf besloten ze beiden in de zomer van 1999 om het bedrijf in te gaan. Floris had de Hogeschool voor Modemanagement afgerond en zijn diploma’s Nima A en B gehaald. Dat hij iets creatiefs wilde doen, stond vast, waar wist hij niet. Tot zijn vader met een aanbod kwam. „Ik kon verantwoordelijk zijn voor de projectontwikkeling en marketing. Dat leek me wel wat.” Reynier had zijn studie Bedrijfskunde in Maastricht afgerond. Voor hem lag de functie als vertegenwoordiger klaar. Maar eerst stuurde vader Frans zijn twee zonen Europa door, werkervaring opdoen. Ze liepen los van elkaar stage in verschillende schoenfabrieken en leerlooierijen. Floris deed een ontwerpopleiding in Milaan en Nice. Toen ze na anderhalf jaar terugkeerden, stond er in de Moergestelse woonwijk voor beiden een bureau klaar. Ruim vier jaar later, in 2003, kondigde hun vader aan terug te treden uit het bedrijf. Beide zoons werd ge-
vraagd wie directeur wilde worden. Reynier: „Floris zei gelijk nee. Ik wilde mijn ideeën over de commerciële kant van het bedrijf zo goed mogelijk uit kunnen voeren. De beste plek daarvoor is in de directie.” Volgens Floris werd het ook wel een beetje van zijn oudere broer verwacht: „We hadden toch een rare situatie gehad als jij het niet had gedaan.” Onderschat had Reynier de zwaarte van het directeursschap in elk geval, bekent hij. Maar ook: „In die eerste jaren heb ik mijn vader pas leren kennen. Ik zag wat er allemaal bij zijn werk kwam kijken. Ik realiseerde me: dus dáárom was hij er vroeger nooit.” De laatste jaren hebben Reynier en Floris er een ander bedrijf van gemaakt. „Al was het alleen maar omdat we ondertussen twee keer zo groot zijn.” En dus nemen ze andere beslissingen. Gewaagdere misschien. Nog
maar een paar weken geleden werden ze uitgenodigd om in juli op de prestigieuze Europese modebeurs Bread&Butter in Barcelona te staan. Floris: „Dat willen we al jaren, dus we waren zeer vereerd. We hebben gelijk hoog ingezet. In plaats van de standaard 30 m2 hebben we 110 m2 geëist. Die hebben we gekregen, dus nu bouwen we als een gek een stand. Dat is een onvoorziene, zeer hoge uitgave, de budgetten voor dit jaar zijn natuurlijk al lang ingevuld.” Dat ze toch gaan, is dan wel weer typerend voor een familiebedrijf, vinden de broers. „Hadden we aandeelhouders gehad die enkel een financieel belang hebben, had dit nooit gekund. Maar wij vinden: we hebben geen tijd om de komende tien jaar aan te kruidenieren, anders wordt het internationaal nooit wat. Over vijf jaar weet iedereen waar Moergestel ligt.”
Advertentie
I N T E R N E T VA C.nl