INFORMATIEFOLDER AANWERVINGSPROCEDURE
DIRECTEUR gemeentelijke basisschool Kadrie (m/v)
www.kalmthout.be/vacatures
GBS Kadrie, een school waar kinderen, ouders en leerkrachten zich thuis voelen. Pal in het centrum van Kalmthout, maar toch landelijk! Meer dan 350 kleuters en leerlingen worden er dagdagelijks begeleid door een gemotiveerd team. Om dit team te blijven uitdagen en te motiveren, zoekt het gemeentebestuur van Kalmthout via een selectieproef een:
Directeur Gemeentelijke basisschool Kadrie (m/v) Uw functie U staat in voor de leiding en het dagelijkse reilen en zeilen in de basisschool Kadrie. U bewaakt de kwaliteit binnen de onderwijsinstelling en verhoogt het beleidsvoerend vermogen ervan.
Uw profiel U hebt ten minste een bachelordiploma en een pedagogisch bekwaamheidsbewijs. Ervaring in het onderwijs is een pluspunt. Slagen voor het aanwervingsexamen.
Sollicitatie Uw kandidatuur moet uiterlijk op 21 december 2012 (poststempel als bewijs) per post bezorgd worden aan het Gemeentebestuur van Kalmthout t.a.v. College van Burgemeester en Schepenen. Vermeld ‘Kandidatuur directeur Kadrie’’. Bij uw sollicitatiebrief voegt u een uitgebreid cv, uittreksel strafregister (max. 6 maanden oud), uittreksel geboorteakte en kopie van uw diploma(‘s). Alle info over aanwervingsvoorwaarden, indienen kandidaturen, functiebeschrijving en examenprogramma vind je op www.kalmthout.be/vacatures, of via 03 620 22 20 of
[email protected].
www.kalmthout.be
Functiebeschrijving directeur
FUNCTIEBESCHRIJVING 1. Doel van de functie, inbegrepen de instellingsspecifieke doelstellingen De directeur geeft mee gestalte aan en/of uitvoeren van het pedagogisch project van de school, accentueert de eigenheid en de visie van de school, creëert een breed draagvlak waarbinnen elk kind de maximale ontplooiingskansen krijgt, bevordert de continuïteit en de kwaliteit van het onderwijs, verhoogt de betrokkenheid van deelnemers. 2. Hoofdopdracht en opdracht 2.1. Doel De directeur − levert samen met deelnemers een bijdrage tot het formuleren van het pedagogisch project. − werkt in opdracht van het schoolbestuur aan het uitschrijven van het schoolwerkplan, schoolreglement. − informeert en stimuleert alle betrokkenen tot het meewerken aan het pedagogisch project. − plant samen met betrokkenen de acties op het gebied van zorgbeleid op school. − houdt toezicht dat alle activiteiten en initiatieven in de school kaderen binnen het pedagogisch project. − verhoogt het beleidsvoerend vermogen door constructief samen te werken binnen de scholengemeenschap. − is in staat een gezonde onderwijsvisie te ontwikkelen. − zorgt mee dat er in de school een gezond evenwicht heerst tussen geestelijke en lichamelijke, socio- emotionele en muzische ontwikkeling van elke kind. 2.2.
Kwaliteitsbewaking
De directeur zorgt dat de didactisch – pedagogische aanpak van de leerkrachten kadert binnen het pedagogisch project van de school, zorgt dat opgelegde en schoolspecifieke doelen met het ganse team bereikt worden door: − toezicht te houden op het respecteren van de leerplannen, lesrooster en de gemaakte afspraken binnen het pedagogisch project. − te waken over een goede toepassing van de totale zorg. − te waken over de inhoudelijke kwaliteit van het geboden onderwijs en de opvoeding, dit door zelfevaluatie van leerkracht, team en school in te bouwen binnen de algemene werking. − klassenraden en MDO op te volgen. − leerlingendossiers en het leerlingvolgsysteem op te volgen. − leerkrachten richting te geven in het opmaken van jaarplanning. − toezicht te houden op het “ klasmanagement” ( aanwezigheidsregister, jaarplannen, agendabeheer ) van de leerkrachten. 2.3.
Planning en organisatie
Functiebeschrijving directeur
De directeur maakt een adequate invulling van de pedagogische didactische taken mogelijk, waarborgt een vlotte werking van de school door: − het vastleggen van lestijdenpakket, lessenroosters ( op schoolniveau ) op te stellen, leerling-groepen samen te stellen. − vergaderingen plannen en organiseren. − diverse activiteiten en opdrachten van het team plannen en organiseren − uitbreiding, onderhoud, herstellingen doorspelen, plannen en opvolgen. − de school binnen de lokale gemeenschap bekendheid geven/ promoten. 2.4.
Leiding geven aan het personeel
De directeur leidt en begeleidt zijn personeel om de doelstellingen van de school te realiseren. De directeur formuleert eindbeslissingen, tracht conflicten te beheersen, en is relatiebekwaam binnen zijn professionele omgang met elk van zijn personeelsleden. De directeur probeert een goede teamgeest te bewaren, staat in voor een goede communicatie. Acties: − nieuwe personeelsleden aanwerven /selecteren in samenwerking met het schoolbestuur − de verwachtingen ten aanzien van de personeelsleden verduidelijken − bijzondere aandacht tonen aan de nieuwe medewerkers/ aanstellen mentor − hun klaspraktijk opvolgen, bevragen, bijsturen vanuit jaarplannen, lesvoorbereidingen, agenda’s − personeelsleden evalueren/ hun werk waarderen/ hen aanzetten tot zelfevaluatie en bijsturing − personeelsleden stimuleren tot bijscholing en een nascholingsplan voor de school opstellen − werken aan een positieve werkomgeving waarin het personeel pedagogisch en didactisch kan groeien − bouwen aan teamgeest door organisatie, houden van vergaderingen, taakverdeling op het team af te stemmen − luisterbereid zijn en verdedigen van hun professionele bekwaamheid. 2.5.
Omgang met kinderen
De directeur − toont interesse voor de actuele kindercultuur − heeft psychologische feeling en empathie naar elk kind binnen de specifieke leefsituatie − verleent aan alle leerlingen gelijke kansen, met bijzondere aandacht naar kansarme, zwakbegaafde en anders begaafde kinderen − stimuleert tot waardeopvoeding − is authentiek in het voorleven van waarden − garandeert hen een veilige, rijke leer- en leefomgeving − neemt deel aan het directe schoolgebeuren − steunt, motiveert, moedigt aan, bevestigt het kind in zijn schoolse activiteiten. − toont luisterbereidheid. 2.6.
Financieel en administratief beheer
De directeur: − besteedt en beheert de werkingsmiddelen zo optimaal mogelijk. − stelt de begroting op in overleg met schoolbestuur. − voert financiële verrichtingen uit waarvoor volmacht door het schoolbestuur werd
Functiebeschrijving directeur
− − − − − −
toegekend kent in overleg met personeelsleden middelen toe bestemd voor het didactisch materiaal vrijwaart het schoolpatrimonium zorgt voor functioneel ingerichte onderwijsruimtes, veilige lokalen laat tijdig herstellingen uitvoeren zorgt voor veiligheid en aangepaste nutsvoorzieningen voldoet aan de wettelijke verplichtingen opgelegd door andere instanties.
2.7.
Administratie en documentbeheer
De directeur draagt verantwoordelijkheid voor een tijdige en een correcte verwerking van de documentenstroom, de personeelsadministratie en de leerlingenadministratie zodat de administratieve verplichtingen/ afspraken worden voldaan, de nodige werkingstoelagen worden verkregen en de goede informatiedoorstroming naar alle deelnemers wordt gewaarborgd. Acties: − toezien op de correcte verwerking van de personeelsadministratie, leerlingenadministratie − schooldocumenten tijdig en correct invullen − ingaande en uitgaande correspondentie verwerken en zo nodig doorspelen naar betrokkenen − archieven bijhouden. 3.8. Communicatie en samenwerking met de ouders, schoolbetrokken instanties en andere actoren. De directeur - ouders − bouwt een goede communicatie en samenwerking op met de ouders door de thuissituatie van het kind te leren kennen, hen te informeren over het kind, hen begeleiden bij het uitstippelen van een gepast lager schoolleven van het kind. − organiseert contactavonden − onderhoudt contacten met ouders, is luisterbereid − realiseert een goede afstemming tussen ouders/school/CLB − ondersteunt de medewerking van ouders aan het schoolleven − informeert de ouders over het schoolleven. De directeur – schoolbetrokken instanties. − bouwt een goede relatie op tussen school omgeving, buitenwereld, informeert hen, betrekt hen bij het schoolgebeuren, wint hun professioneel advies in. − rapporteert aan, overlegt met, adviseert aan, doet voorstellen aan het schoolbestuur met betrekking tot de dagelijkse werking of de toekomst van de school. − onderhoudt een correct contact met de begeleidingsdiensten, de inspectie, het onderwijsdepartement. − participeert aan de reglementaire voorziene overlegorganen. − onderhoudt contacten met lokale gemeenschap, politie, brandweer, gezondheidscentra en CLB, directies van scholengemeenschap, andere scholen, socio – culturele organisaties. 3. Inhoudelijke expertise De directeur − heeft kennis van de leerinhouden, vaardigheden en attitudes van het Basis onderwijs − heeft pedagogische en didactische vaardigheden en kennis van de
Functiebeschrijving directeur
− − − − − − − − 4.
ontwikkelingspsychologie beschikt over agogische vaardigheden (sociaal, psychologisch, communicatief) bezit een pedagogische gedrevenheid kan de eindtermen en de leerplannen raadplegen en gebruiken kan omgaan met en staat open voor nieuwe technologieën gaat discreet om met vertrouwelijke informatie zowel bij externe als interne communicatie. heeft besef dat hij in elke situatie de eindverantwoordelijkheid t.a.v. het totale schoolleven met al zijn deelnemers draagt, dat hij binnen dit besef telkens ageert op gepaste wijze. legt efficiënte vergadertechnieken aan de dag. kan algemene pedagogische doelen vertalen in actuele realisaties van zijn school. De nascholing
De directeur staat in voor zijn eigen bijscholing om de invulling van de eigen opdracht blijvend te professionaliseren door: − de doelstellingen van de overheid te bestuderen. − ( in overleg met het schoolbestuur ) in te gaan op het bestaand opleidingsaanbod. − vakliteratuur te lezen. − maatschappelijke evoluties te volgen. − kennis op te bouwen van pedagogische evoluties.
Profiel directeur Kadrie Gewenste persoonlijke kwaliteiten -
-
-
-
-
-
Sterke persoonlijkheid - Goede gezondheid en grote mentale weerbaarheid - Persoonlijk evenwicht en zelfbeheersing - Groot incasseringsvermogen en stressbestendigheid - Volhardingsvermogen Managementskwaliteiten - Vertrouwd zijn met filosofie en technieken van zelfevaluatie binnen een organisatie - Gedegen kennis van onderwijswetgeving en –reglementering - Problemen kunnen definiëren en oplossen - Initiatief nemen: projecten ontwikkelen, voorstellen, doen aanvaarden en uitvoeren - Een team motiveren en leiden - Elementaire kennis van boekhouding, begroting kunnen opstellen en er mee werken Goede maturiteit - Realiteitszin - Eerlijk en betrouwbaar - Stijlvol voorkomen en optreden - Breeddenkend en verdraagzaam Positieve ingesteldheid - Sterk bewustzijn van de directieverantwoordelijkheid - Loyauteit t.o.v. het instituut en de Inrichtende Macht - Volledige beschikbaarheid - Zin voor orde, netheid, veiligheid - Geestdrift uitstralen en overtuigingskracht Sociale bewogenheid - Diep bewustzijn van de sociaal-pedagogische opdracht - Gevoeligheid voor sociale relaties en arbeidsmarkt - Vertrouwdheid met plaatselijke politieke en sociaal-economische verhoudingen - Inzicht in onderwijsbestel en –politiek van Vlaamse Gemeenschap - Zin voor werking in Europese context Creativiteit en aanpassingsvermogen - Openheid voor vernieuwing - Bereidheid tot permanente navorming in functie van verantwoordelijkheden en taken
Vereiste aanleg en vaardigheden -
-
-
Goed organisatievermogen Goed analytisch denkvermogen Vlot in teamverband kunnen/willen werken Goed geheugen Degelijk werktempo Nauwkeurigheid en regelmaat in routinewerk Sterk verbale aanleg met - Zeer goede schriftelijke en mondelinge beheersing Nederlands - Correct en vlot rapporteren, schriftelijk en mondeling - Vergaderingen kunnen leiden en groepen toespreken Sterke communicatieve vaardigheden: - Kunnen luisteren en analyseren - Kunnen bemiddelen, presenteren en overtuigen - Functionerings- en evaluatiegesprekken voeren Sociale vaardigheden: vlot contacten leggen en onderhouden Over de nodige mensenkennis beschikken Goede beheersing van informatietechnologie en moderne media
Aanwervingsvoorwaarden directeur Kadrie Om in aanmerking te komen voor de betrekking moet de kandidaat voldoen aan de volgende voorwaarden: Algemene decretale voorwaarden 1. Houder zijn van het diploma bachelor in het onderwijs: lager onderwijs / kleuteronderwijs, geaggregeerde voor het lager onderwijs / kleuteronderwijs of ten minste een professioneel bachelordiploma (PBA) en een pedagogisch bekwaamheidsbewijs (BPB). 2. Als laatste evaluatie geen evaluatie met eindconclusie “onvoldoende” hebben gekregen. Indien het personeelslid niet werd geëvalueerd wordt aan deze voorwaarde geacht voldaan te zijn. 3. Voldoen aan de algemene wervingsvoorwaarden van artikel 19 van het decreet rechtspositie van 27 maart 1991. Aanvullende voorwaarden 1. Beantwoorden aan het profiel voor de functie 2. Slagen voor het vergelijkend aanwervingsexamen 3. Geschikt bevonden zijn in de assessmentproef 4. Een cursus directie gevolgd hebben bij OVSG (of gelijkwaardig) of deze volgen binnen de twee jaar na aanstelling. De benoeming in vast dienstverband wordt o.a. afhankelijk gesteld van deze voorwaarde. Ervaring in het onderwijs is een pluspunt. Samenstelling selectiecommissie - Coördinerend directeur van de scholengemeenschap Grens - 2 (coördinerend) directeurs van lagere scholen - Deskundige HRM - De gemeentesecretaris of zijn vertegenwoordiger, als voorzitter van de jury. De selectieprocedure start met een schriftelijke proef. Enkel kandidaten geslaagd voor deze proef (minstens 50 %) worden toegelaten tot de mondelinge proef, waarvoor opnieuw ten minste 50 % moet behaald worden. Enkel kandidaten die ten minste 50 % behaalden zowel op het schriftelijk als het mondeling gedeelte en in de totaliteit ten minste 60 % behaalden, worden doorverwezen naar een assessmentproef. Daarin toetst men de competenties op basis van het profiel en de functiebeschrijving. De proef wordt afgenomen door een extern selectiebureau zonder puntentoekenning, enkel met de vermelding geschikt of niet geschikt. Tegen het resultaat van het assessment is geen beroep mogelijk.
Programma selectieproef Schriftelijke proef (40 punten) Eén of meerdere casestudy’s in verband met de beleidsterreinen waarop de functie betrekking heeft. Mondelinge proef (60 punten) Een evaluatie van de overeenstemming van het profiel van de kandidaat met de gestelde functie-eisen, evenals zijn/haar motivatie, interesse en affiniteit met het werkveld en de onderwijswereld, bespreking van het curriculum vitae en verdere uitdieping van de schriftelijke proef. Deze proef heeft tot doel de kandidaat te testen op de vaardigheden en attitudes waarover hij/zij volgens het profiel voor de functie dient te beschikken. Assessmentproef (geschikt/ongeschikt)
Om te slagen in de volledige selectieproef moet de kandidaat: - Minimum 50% van de punten behalen op elk van voormelde proeven, - Op het totaal van de proeven minstens 60% van de punten behalen, - Geschikt zijn bevonden in het psychotechnisch onderzoek.
De kandidaat met het beste resultaat wordt aangeworven. Er zal een werfreserve worden aangelegd voor de duur van twee jaar.