Artikels 15TR 06-00 07TR 02-02 10TR 05-01 07TR 06-01 14TR 06-01
U klikt toch ook? Minder tv voor uw geld Terug naar grootmoeders tijd De bruidsschat van Canal+ Wie zit te wachten op digitale televisie?
Trends, donderdag 15 juni 2000
Artikel informatie Titel U klikt toch ook? Datum Nr. 24 van donderdag 15 juni 2000 Magazine Trends Pagina('s) 86 87 88 90 Rubriek OMSLAGVERHAAL Trefwoord(en) televisie, digitaal, Telenet Auteur Kristof Van den Branden RAP
DIGITALE TELEVISIE U klikt toch ook? OMSLAGVERHAAL Staat digitale interactieve televisie aan de vooravond van de grote doorbraak? De verwachtingen zijn hooggespannen. Onder meer het 'nieuwe' Telenet heeft dit als één van de prioriteiten gepland voor volgend jaar. What's in a name? Digitale televisie bestaat al langer in Vlaanderen. Abonnees van betaalzender Canal+ kunnen via hun decoder bijkomende kanalen ontvangen en gebruik maken van interactieve diensten. De klanten van Canal+ ontvangen de digitale signalen via de kabel. Een decoder (die men huurt bij een verdeler van Canal+) zet deze digitale signalen om naar de analoge waarmee de meeste tv-toestellen nog werken. Digitale signalen bieden als voordeel dat ze veel efficiënter kunnen worden doorgestuurd.
Dit resulteert in een veel betere kwaliteit van beeld en geluid, maar ook in de mogelijkheid om veel meer tv-signalen door te sturen over hetzelfde kanaal. Voor de Canal Digitaalabonnees betekent dit dat zij de keuze hebben tussen een grote hoeveelheid extra zenders, doorgaans Amerikaanse themazenders. Daarnaast kan de abonnee ook gebruik maken van beperkte interactieve diensten, zoals de mogelijkheid om tijdens de uitzending van Formule-1-wedstrijden zelf de camerastandpunten te bepalen. Twee weken geleden liet Telenet niet alleen weten dat Callahan Associates wellicht zijn nieuwe hoofdaandeelhouder wordt, maar ook dat het van plan is om vanaf volgend jaar digitale tv-diensten uit te bouwen. De precieze inhoud van het digitaal pakket kan Telenet nog niet vrijgeven. Maar het is bekend dat het inspiratie heeft opgedaan bij het Nederlandse Mediakabel, een joint venture van acht kabelmaatschappijen die samen 2 miljoen gezinnen bereiken. Sinds begin vorige maand biedt Mediakabel het digitale pakket MrZap aan. Voor ongeveer 250 frank per maand kan de kijker zijn gebruikelijke televisiezenders aanvullen met twee pakketten themazenders, vijf non-stop muziekkanalen, spelletjes en de mogelijkheid om tegen 160 frank films op aanvraag - ofte video on demand - te bekijken. De kijker heeft elke maand de keuze uit zestig recente kaskrakers die hij kan bekijken wanneer hij wil. In de nabije toekomst zal het aanbod van Mr Zap nog sterk worden uitgebreid, verzekert Mediakabel. De Nederlandse kijkers mogen concerten, shows en bokswedstrijden 'on demand' verwachten, samen met nog meer zenders en nieuwe interactieve toepassingen. Op het 'Tv Meets the Web'-seminarie dat vorige maand in Amsterdam plaatsvond, werd duidelijk wat zulke toepassingen zouden kunnen zijn. NDS, een specialist in de hardware voor interactieve-televisietoepassingen, kwam er 'Open...' voorstellen. Dit is het digitale pakket van betaalzender British Sky Broadcasting (BSkyB) waarmee gebruikers kunnen bankieren, shoppen, spelletjes spelen, e-mailen, theatertickets reserveren en ook pizza's bestellen langs de televisie. Daarnaast biedt Sky onder de noemer Sports Extra zijn kijkers de mogelijkheid om tijdens sportwedstrijden zelf cameraposities te bepalen en meer informatie op te vragen over de spelers op het veld. 'Enhanced Tv' heet zoiets in het jargon. Televisieprogramma's die met zulke interactieve mogelijkheden zijn verrijkt, krijgen onderaan het scherm een herkenningssymbool mee. Als de kijker dan op een toets van zijn afstandbediening drukt, blijft het spel zichtbaar in een hoek van het scherm, terwijl op de rest van het beeld de extra informatie verschijnt. Deze informatiepagina's zijn eigenlijk webpagina's die speciaal zijn ontworpen voor ontvangst via de televisie. Maar de gebruiker van 'Open...' kan alleen het beperkte aantal webpagina's bekijken die Sky meestuurt met de televisiebeelden. Vrij op het web surfen, kan de abonnee nog niet. Zoals de meeste aanbieders van interactieve televisie heeft BSkyB voor deze zogenaamde walled garden-aanpak gekozen. Op dit ogenblik is dit volgens het onderzoeksbureau Forrester Research een goede zaak voor de gebruiker. De kijker die geen interactiviteit gewoon is, kan je maar beter niet te
veel mogelijkheden voorschotelen en zeker niet zomaar het World Wide Web opsturen. Jo Caudron, executive chairman van de Belgische webdesigner en internetconsultant The Reference, kan dit alleen maar beamen. The Reference bouwde de interactieve televisietoepassing Cyber Tv, die in 1998 werd uitgetest door Belgacom en Cera Bank. "De test was geen groot succes," vertelt Caudron. "Eén van de zaken die ons parten speelde, was dat we met twee soorten gebruikers te doen hadden. Voor de ervaren computergebruiker was de toepassing wat te traag en bood ze niet de mogelijkheden die de gebruiker gewoon was van de pc. De computerleek was dan weer niet vertrouwd met termen als 'cancel' en 'home'. Eigenlijk stond de interactieve toepassing te ver van hetgeen de kijker gewend was op televisie. Er was ook geen enkele band tussen het interactieve aanbod en de inhoud van de televisieprogramma's, de twee stonden volledig los van elkaar." Interactieve televisie mag niet te veel afwijken van hetgeen de couch potato gewend is op de televisie, luidt de grote boodschap van ontwerpers van dergelijke toepassingen. Men mag, met andere woorden, niet te veel interactiviteit verwachten van de kijker. Televisie is immers een 'lean back'-medium, terwijl de pc net uitgesproken 'lean forward' is. De internetgebruiker kan moeilijk stilzitten achter zijn scherm. "Toch waren de testgezinnen van Cyber Tv achteraf nog vrij positief," vertelt Caudron. "De gebruiker besefte dat hij zonder pc en vanuit zijn luie zetel het internet op kon, maar alles liep nog te traag. De oude set-top boxes (nvdr - de decoders) waren nog niet geavanceerd genoeg om snel internetverkeer mogelijk te maken." De commercialisatie van Cyber Tv was gepland voor eind 1998, maar Belgacom blies het project in alle stilte af. Insiders vertellen dat het businessmodel van Cyber Tv niet haalbaar was voor bedrijven die in het project wilden stappen, omdat Belgacom onrealistische voorwaarden gesteld zou hebben. Intussen is er heel wat veranderd en heeft satellietzender British Sky Broadcasting op korte tijd bewezen dat digitale interactieve televisie een grote toekomst tegemoet gaat. Sky startte in oktober '99 met 'Open...' en heeft nu al 4 miljoen abonnees. Het dient gezegd, het succes van het pakket is voor een groot stuk te danken aan de exclusieve rechten die Sky heeft op de live verslaggeving van de Britse voetbalcompetitie. Maar zo goed als alle abonnees van 'Open...' hebben al gebruik gemaakt van de interactieve mogelijkheden van het pakket, 1,6 miljoen klanten zelfs meermaals per week. 750.000 gebruikers mailen van op hun televisietoestel. Daarmee is 'Open...' één van de grootste internettoegangsverschaffers van het land. BSkyB heeft samen met zijn partners BT, Panasonic en Midland Bank een eigen technologieplatform ontworpen: Open Tv. De bijbehorende decoders zijn krachtige minicomputers die het partnership gratis weggeeft aan de abonnees. In ruil voor de gratis decoder moeten de klanten van Sky wel hun telefoonaansluiting koppelen aan de Digiboxdecoder. Door deze aansluiting is tweewegscommunicatie mogelijk: de kijker vangt de tvsignalen op door een schotelantenne en kan reageren (lees: 'kopen') via de telefoonlijn. In ruil voor de gratis decoder, moet de gebruiker dus de mogelijkheid garanderen om aan e-
commerce te doen. De verkoop via televisie verloopt trouwens bijzonder goed. Sinds de start van 'Open...' in oktober 1999, heeft al 10% van de 4 miljoen abonnees een aankoop verricht. Meer dan een derde van die shoppers heeft al meerdere keren gekocht. Voor retailer Woolworth is 'Open...' nu al de derde best verkopende 'winkel' in het land. Een andere verkoper, Carphone Warehouse, realiseerde in de voorbije paasvakantie een omzet gelijk aan tien bakstenen winkels in dezelfde periode. Met zulke goede cijfers, staan veel e-commerce-handelaars te popelen om ook op de kar van de interactieve televisie te springen. Maar met de walled garden is de ruimte voor geïnteresseerde bedrijven schaars en bijgevolg duur. Wie wil verkopen aan de 4 miljoen abonnees van Sky Digital, betaalt eerst een fikse som om aanwezig te kunnen zijn en staat daarenboven nog een commissie af voor iedere verkoop die hij realiseert. Maar de groeiprognoses voor interactieve televisie zijn indrukwekkend. Tegen 2005 zullen 80 miljoen gezinnen in Europa gebruik maken van interactieve diensten via de televisie, voorspelt Forrester Research. Nu zijn er dat slechts 7 miljoen, maar dit aantal zou al verdubbeld zijn tegen eind dit jaar, stelt het onderzoeksbureau. Door deze sterke groei zullen volgens Forrester binnen vijf jaar meer mensen on line gaan via de televisie dan via de pc. Interactieve televisie is een uitgelezen medium voor impulsverkoop, menen de kenners. In de States verkennen adverteerders de grenzen van het medium. Op het 'Tv meets the Web'seminarie kwamen hiervan verscheidene voorbeelden aan bod. Het meest besproken was het interview met steractrice Kate Winslet. Tijdens het gesprek verschijnt de boodschap 'Hou je van de lipstick die ze op heeft? Druk dan op deze toets.' Er verschijnt een webpagina waarmee de aankoop kan worden verricht, terwijl Winslet in een hoek van het scherm verder praat. Adverteerders kwamen op de idee na de vaststelling dat veel vrouwelijke kijkers na een televisieshow bellen met de vraag welke lipstick de sterren precies gebruiken. En dan is er ook nog de zogenaamde hypersoap waarbij de kijkers op zowat alle voorwerpen kunnen klikken. Een klik op de halsketting van uw favoriete personage en de aankoop is in een wip geregeld. Net hetzelfde is mogelijk voor de schoenen en shirts van voetbalsterren tijdens een wedstrijd. "Dat zie ik in Vlaanderen nog niet gebeuren," reageert Luc Van Aken van VT4. "De gebruiker wil niet te veel lastig gevallen worden tijdens het kijken. Wat ik wel mogelijk acht, is dat de gebruiker na het zien van een film de bijbehorende soundtrack-cd koopt of dat hij een product aanschaft dat hij in een reclamespot ziet." Deze vorm van interactieve reclame is uiteraard een ware revolutie voor adverteerders. De zogenaamde click-through ratio (die voor webreclame aangeeft op hoeveel reclamebanners wordt doorgeklikt) ligt voor reclame bij interactieve televisie beduidend hoger dan de statische reclame die de kijker op het web te zien krijgt: gemiddeld 9% tegenover 1% tot 2% op het web.
Interactieve reclame op televisie biedt dus aantrekkelijke perspectieven. Aanbieders van interactieve televisie mogen tegen 2004 voor 11 miljard dollar aan inkomsten uit reclame verwachten, rekende Forrester Research voor. De inkomsten uit e-commerce zullen tegen dan zo'n 7 miljard dollar bedragen. Slecht nieuws voor de televisiestations, oordeelt Forrester, want het zullen vooral de kabel- en satellietmaatschappijen zijn die het leeuwendeel van deze inkomsten zullen opstrijken. Met zulke rooskleurige verwachtingen zijn de Europese telecomoperatoren wakker geschoten. In Groot-Brittannië bieden kabelmaatschappijen Flex Tech, NTL en Cable&Wireless intussen ook interactieve televisie aan, voorlopig zonder al te veel succes: ze zouden elk slechts 100.000 klanten tellen. Voor het Duitse taalgebied start Bertelsmann dit jaar met een uitgebreid digitaal pakket. Om tot volwaardige interactieve televisie te komen, dienen de kabelmaatschappijen hun netwerk grondig te vernieuwen. Daarbij worden over grote afstanden de oude coaxkabels vervangen door glasvezelkabel om tot een grotere capaciteit in datatransmissie te komen. Daarnaast dient de kabel nog bidirectioneel gemaakt te worden om tweewegscommunicatie van en naar de gebruiker mogelijk te maken. Telenet is nu in versneld tempo bezig om het kabelnetwerk geschikt te maken voor interactieve toepassingen. Eind volgend jaar zou tachtig procent van de Vlaamse gezinnen aangesloten zijn op dit vernieuwde netwerk, in de loop van 2002 alle gezinnen. Volgend jaar is dan ook het geschikte moment voor Telenet om een digitaal pakket aan te bieden voor een meerderheid van de kijkers. Telenet zou, net als 'Open...' in GrootBrittannië, een 'walled garden' uitbouwen en Electrabel zou bij de introductie gratis decoders leveren, wordt er luidop gefluisterd. Vlaams minister van Media Dirk Van Mechelen (VLD) wil daarenboven in de toekomst graag de inhoud van de VRT op het platform voor interactieve televisie van Telenet zien. Gedelegeerd bestuurder Bert De Graeve ziet hier vooral voor jongerenzenders Ketnet en Studio Brussel een rol weggelegd. De Ketnet-jongeren zouden via de televisie toegang krijgen tot onder meer 'educatief verantwoorde' spelletjes, strips, naslagwerken en schoolboeken. De luisteraar van Studio Brussel zou op de televisie terecht kunnen voor meer informatie over film, DVD, magazines, tentoonstellingen en toerisme. De VRT heeft zichzelf tot 2006 de tijd gegeven om klaar te zijn voor deze opdracht. Volgens meerdere waarnemers in de sector is dit te lang, want interactieve televisie zal zich tegen dan al volop ontwikkeld hebben. Bert De Graeve verklaarde overigens in Ter Zake dat het nog niet vast staat dat de VRT Telenet als partner zal kiezen. De baas van de openbare omroep houdt dus nog de mogelijkheid open dat de VRT in zee gaat met bijvoorbeeld Belgacom. Belgacom is
op zijn beurt druk bezig met het geschikt maken van zijn telefooncentrales voor de zogenaamde ADSL-technologie die de capaciteit van de telefoonlijn sterk verhoogt. Eind dit jaar zou onze nationale telefoonmaatschappij uitpakken met verlaagde prijzen en een groot ADSL-promotieoffensief gericht naar internetgebruikers die aan hoge snelheid willen surfen. Maar dezelfde technologie is ook geschikt voor interactieve televisie. Het zou dan ook niet verbazen mocht Belgacom zijn oude CyberTv-plannen opnieuw opdiepen om in de nabije toekomst ook televisie te gaan aanbieden. Minister Van Mechelen maakte in dat verband al een allusie op een "nakende alliantie tussen Belgacom en VTM". De discussie of interactieve televisie nu langs de kabel of langs de klassieke telefoonlijn zal totstandkomen, kan binnen een tweetal jaar al weer achterhaald zijn. Want intussen maken digitale televisietransmissies langs de ether een comeback en binnen twee jaar moet ook ontvangst van digitale tv-signalen via mobiele telefonie mogelijk zijn. Televisie zal dus overal te ontvangen zijn en door 'on demand'-toepassingen zal de gebruiker altijd en overal kunnen kijken naar zijn favoriete films en televisieprogramma's. Het medium zal hierdoor de meest ingrijpende verandering uit zijn geschiedenis ondergaan. Kristof Van den Branden
- Top -
Trends, donderdag 7 februari 2002
Artikel informatie Titel Minder tv voor uw geld Datum Nr. 06 van donderdag 7 februari 2002 Magazine Trends Pagina('s) 24 25 26 29 Rubriek OMSLAGVERHAAL Trefwoord(en) Telent, Callahan, televisie Auteur Bruno Leijnse BNL
[email protected] BNL
DE KATER VAN TELENET Minder tv voor uw geld Van Telenet een multimediamaatschappij maken, zonder zelf te investeren. Dat vooruitzicht deed de gemengde intercommunales vorig jaar hun netwerken aan het Amerikaanse Callahan verkopen. Acht maanden later wachten ze nog op hun miljarden en is het de vraag hoe Callahan die ooit met televisie kan terugverdienen. Callahan Associates heeft dus nog maar eens uitstel gekregen voor de betaling van 932 miljoen euro aan Electrabel en de gemengde intercommunales voor de overname van de controle over hun kabeltv-netwerken. Merrill Lynch is er nog niet in geslaagd om de gezochte 1,3 miljard euro aan kredieten te vinden. Het is een patroon dat zich sinds het onderhandelingsakkoord met Callahan op 29 mei 2001 herhaalt: belangrijke elementen worden herzien omdat Callahan er niet in slaagt zijn beloften waar te maken. Het beursklimaat is er niet naar. Bij concurrerende kabelmaatschappijen slikken investeerders de bittere pil. Het bloedende NTL keek in januari, met 1,3 miljard dollar cash in de bank, aan tegen 1 miljard dollar intrestbetalingen per jaar. De kans dat de groep, waarin France Télécom voor 18% participeert, voor een prikje zou worden verkocht, was reëel. "Ze werden gepakt in de dramatische correctie van de markt," zei Andy Sukawathy, de president van Callahan Associates International LLC (en tussen 1993 en 1996 CEO bij NTL) aan The Wall Street Journal. Callahan is niet beursgenoteerd, maar deelt even goed in de brokken. Moody's heeft op 24 januari de rating van de 'senior notes' (bevoorrecht schuldpapier) van Callahan NRW in Duitsland verlaagd tot Caa1, wat aangeeft dat het bedrijf in de gevarenzone komt. In theorie hoeft dat niet direct repercussies te hebben voor Telenet. Zoals we hier al eerder schreven is Callahan Associates eigenlijk een groepje managers dat kabelprojecten ontwikkelt en daarvoor financiering zoekt. Die projecten zijn, tenminste voor zover ons bekend is, niet onderling verbonden en in elk geval verschillen de geldschieters enigszins van project tot project. Dat betekent onder meer dat de schuld van de notering van Callahan NRW niet direct relevant is voor Telenet, waar Callahan met Evercore Capital Partners, CDP Capital Communications en Merrill Lynch Ventures samenwerkt. Wachten op centen Met Telenet heeft Callahan al een hele weg afgelegd. Vorig jaar nam Callahan 54,2% van de aandelen in het geesteskind van voormalig minister-president Luc Van den Brande (CD&V). Daarvoor betaalde Callahan toen al 448,69 miljoen euro in contanten, nog eens 810,61 miljoen euro in 'vendor notes' (eigenlijk hoogrentende leningen van de verkopers aan Callahan) en ten slotte 421,42 miljoen euro in de vorm van aandelen van wat uiteindelijk als Callahan Europe naar de beurs zou moeten worden gebracht. Hoewel Callahan daar dus aan zijn verplichtingen heeft voldaan, is er wel nog het probleem dat Telenet een financiering van 297,47 miljoen euro van een consortium rond Merrill Lynch en KBC tegen 29 maart hernieuwd moet zien te krijgen. Telenet-CEO Duco Sickinghe: "Die deadline van 29 maart is niet zo hard als het lijkt. De huidige financiers blijven, er
komen een paar partijen bij." Het is de tweede fase die nu problemen schept: de 53,5% die Callahan koopt in de kabeltvnetwerken van de gemengde intercommunales. Op 11 juni 2001 hebben de gemengde intercommunales zich akkoord verklaard met de prijs van 932,08 miljoen euro. Daarna had Callahan zeven maanden om het geld te vinden. De verkopers moesten 689,14 miljoen euro in cash en 242,94 miljoen euro in aandelen ontvangen, maar dat geld blijft dus uit. "De deal sluit pas in januari, we hebben nog tijd," suste Courtney Zierden van de particuliere leningen-business van Merrill Lynch eind november 2001 nog, erop wijzend dat er over een 'senior secured facility' werd gepraat - een lening die wordt gewaarborgd door activa en die voorrang heeft op andere schuldeisers. De 689,14 miljoen euro cash zou direct moeten worden betaald. "We hebben eerst uitstel gegeven tot begin, daarna tot eind januari. Het dossier is zeer complex en de situatie op de financiële markten is slecht," zegt Geert Versnick, de Gentse schepen die verantwoordelijk is voor intercommunales. "We willen een beetje ruimte scheppen. Die deal is afgesloten op een moment dat de markten gunstig waren (nvdr - de onderhandelingen met Callahan zijn gestart op 29 mei 2000). Vandaag betaalt men meer dan 50% minder voor een klant van een kabelmaatschappij. Nu mikken we op begin maart of half maart," zegt Jan Pszeniczko, voorzitter van I.K.A., Zuivere Financiering Intercommunale Antwerpen-Kempen. De overeenkomst is niet van de baan, onderstrepen alle betrokkenen. "Wij kunnen de cijfers niet wijzigen, alleen praten over uitstel," zegt Guy Peeters, die als expert voor de gemengde intercommunales een sleutelfiguur is in het dossier. Niemand durft zich af te vragen wat er gebeurt als Callahan ook in maart niet aan geld geraakt. "We zullen de problemen oplossen als ze zich aandienen," zegt Guy Peeters, een bekend premier parafraserend. Bij de gemeenten - die het geld van Telenet onder meer zouden investeren in de gemeentelijke Publi-T-holding - begint men al uit te kijken naar andere financieringsbronnen. Winst is prioriteit Callahan staat onder druk. Hij heeft de betrouwbare geldstroom uit de 1,5 miljoen kabelabonnementen - in de orde van 148,74 miljoen euro per jaar - dringend nodig. In 2000 verloor Telenet 153,2 miljoen euro op een omzet van 89,24 miljoen euro. "Telenet wil dit jaar absoluut EBITDA-positief (nvdr - winst voor intrestlasten, afschrijvingen en belastingen) zijn," zegt een insider. "Vandaar de verhoging van de internet- en telefonietarieven en het snijden in de kosten." Telenet-topman Sickinghe geeft toe: "De bankiers schroeven de eisen voor de rentabiliteit van Telenet zwaar op. Een deel van die inspanning leg je bij je organisatie, die nog aan efficiëntie moet winnen, en een deel bij je klanten." Het recept komt zo uit de 'Broadband's Quiet Revolution' -publicatie van McKinsey uit september 2001. "Voor de meeste gebruikers is hogesnelheidstoegang nog altijd een duopolie met lage churn en een lage prijsgevoeligheid. Dat lijkt aan te geven dat de prijzen zouden moeten stijgen," schrijft de bedrijfsadviseur. "Telenet is nog steeds van plan om met de internetproducten een heel sterk groeiende
productlijn te hebben," zegt Duco Sickinghe. "De prijsaanpassing heeft zuiver te maken met het feit dat wij één van de laagste tarieven van Europa hadden, terwijl we net heel performant zijn. Iedereen wist dat dit geen verstandig langetermijnmodel was. Als je alle kosten in acht neemt (nvdr - modemhuur en dergelijke) zijn we vandaag nog niet de duurste in België," klinkt het over de tariefverhoging van Telenet Internet met 12,89% tot 41,95 euro. Sickinghe: "De woede van de klanten is er precies omdat ze zeggen: we hebben gewoon geen keuze. Zonder dat product kunnen wij niet leven." Telenet besteedde volgens de mediacentrale Carat Crystal in de eerste elf maanden van 2001 voor 11,07 miljoen euro aan reclame om zijn producten te ondersteunen - affiches, huis-aan-huisbladen en regionale dagbladen niet inbegrepen. Het lag voor de hand dat het verlieslatende Telenet de eerste zou zijn om een prijsverhoging door te voeren, zeker nu Test Aankoop de kwaliteit van zijn internetdienst in de verf had gezet. Pascal Methens, verantwoordelijk voor internet bij Belgacom, had zijn concurrent de prijsverhoging nagenoeg met zoveel woorden op een persconferentie eind vorig jaar gesuggereerd (zie Trends, 6 december 2001, "Belgacom en de mislukte concurrentie"). In Nederland spelen zich gelijkaardige scenario's af. Daar had KPN op 8 januari laten weten dat het zijn MxStream ADSL-dienst 23% duurder maakte. Toezichthouder Opta deed er zelfs nog een schepje bovenop door te zeggen dat er misschien nog wel prijsverhogingen moesten volgen: de doorverkopers van de KPN-dienst hadden immers te weinig marge. Ofwel moest de groothandelsprijs omlaag, ofwel moest de eindgebruikersprijs hoger. Het werd dus dat laatste. Bij de concurrentie was dat muziek in de oren. Essent Kabelcom (@Home) volgde een week later met de aankondiging van een 11%-prijsverhoging en liet nog eens een week later (na protest van onder meer de Consumentenbond) zelfs weten dat het de investeringen in tweewegsverkeer voor snel internet tijdelijk opschortte. Ongeveer tegelijk bevestigde zijn verkoop- en marketingdirecteur dat Essent een low-cost internetabonnement zou lanceren. Voor alle duidelijkheid: Belgacom ontkent dat het zal inspelen op de prijsverhoging van Telenet. "Wij bepalen onze tarieven autonoom," zegt woordvoerder Jan Margot. Snelle digitalisering? De tegenprestatie van Callahan om de netwerken van de gemengde intercommunales te mogen overnemen, was echter niet alleen geld, maar vooral de belofte om de Vlaamse kabel te digitaliseren, zodat ook het brede publiek mee kon racen over de digitale snelweg. Nu het accent op rendement en winst op de korte termijn komt te liggen, is het maar de vraag of die plannen nog haalbaar zijn. "Je ziet de deadlines voor de introductie aldoor naar achter verschuiven. "Hoe prioritair is digitale televisie voor Callahan?" vraagt een insider zich af. Kernprobleem voor Callahan is wat directeur Jo Geebelen van de zuivere intercommunale Interelectra onze "remmende voorsprong" noemt. "Onze abonnees krijgen veel voor een lage prijs. Ze zijn niet te verleiden met tien tot vijftien extra programma's," zegt hij. Om zijn abonnees toch naar de digitale kabel te krijgen, heeft Callahan zichzelf via de verkoopovereenkomst een aantal middelen verschaft. Het dertigtal programma's dat elke Vlaming nu ook voor ongeveer 110 euro ontvangt, gaat naar beneden. Volgens het
overnamecontract mag Callahan vanaf de "commerciële fase" van de digitalisering (achttien maanden na de referentiedatum van 11 juni 2001) vragen om drie kanalen uit het basispakket te verwijderen "voor redenen die voortvloeien uit onvoldoende beschikbaarheid van bandbreedte". Ook in de twee daaropvolgende jaren zullen telkens drie kanalen uit het basispakket worden gehaald. Als compensatie wordt het basispakket, per blok van drie weggevallen kanalen, telkens 5% goedkoper - een prijsdaling die de klant niet noodzakelijk te zien krijgt, want het tarief wordt ook aan de index van de consumptieprijzen aangepast. En als Callahan erin slaagt om eind 2006 een kleine 73% van de abonnees digitaal te hebben, kan het de achterblijvers de genadeslag geven door nog eens zes analoge kanalen extra uit het basispakket te laten halen. (Haalt het bedrijf daarentegen minder dan 54%, dan mag men het zes analoge kanalen terugvragen.). De overeenkomst stipuleert dat de analoge kanalen alleen verwijderd kunnen worden als "de kabelklant de kanalen die verwijderd werden uit het analoge basispakket tegen extra vergoedingen kan verkrijgen door zich te abonneren op bijkomende pakketten van digitale kanalen of diensten." Duidelijker kan niet. Daarmee zit België exact op de lijn van Nederland, waar de wet een minimumpakket van vijftien programma's waarborgt, waarover representatieve programmaraden moeten adviseren. (In de praktijk bieden vele gemeenten daar momenteel nog veel grotere pakketten aan.). Probleem is dat het model in Nederland niet werkt. Onze noorderburgen balen van digitale betaaltelevisie en blijven de bijbehorende set-topbox mijden als BSE. In Amstelveen was er zelfs weinig belangstelling toen abonnees de set-topboxen gratis mochten gaan afhalen bij Casema. Niet verwonderlijk: Amstelveen geniet van 34 kanalen, waarvoor Casema 9 euro per maand vraagt (108 euro op jaarbasis). Daarmee vergeleken kost het Casema Digitale Televisiepakket - dat hoofdzakelijk één filmkanaal, een videogame en 'TV Mail' biedt - 7,5 euro per maand. Uiteraard is dat digitale basispakket dan uitbreidbaar met nog meer betalende opties. Met de harde hand In Nederland hebben Casema en UPC daarom in augustus 2001 maar voorgesteld om de basiskabelabonnementen 1,5 euro per maand duurder te maken (een stijging met pakweg 16%). Nederland liep achter op de rest van Europa, argumenteerde een woordvoerder. ''In andere landen krijgen klanten voor meer geld minder tv-zenders. In Nederland is een prijsverhoging nodig. Het extra geld steken we in digitale televisie.'' Een strategie waarnaar staatssecretaris Rick Van der Ploeg van Mediazaken wel oren had, maar die de Nederlandse Consumentenbond "te gek voor woorden" vond: "mensen laten betalen voor een dienst die nog niet bestaat en waar ze misschien niet eens gebruik van zullen maken". Ook de Belgische consument zou er waarschijnlijk zo over denken. De gemengde intercommunales lieten in het voorjaar 1998 een studie doen door het marktonderzoeksbureau Censydiam. Daaruit bleek dat in Vlaanderen ongeveer 85% van de bevolking bijna uitsluitend naar Nederlandstalige zenders kijkt. Voor de andere zenders heeft hooguit 1 à 2 % van de bevolking belangstelling. Driekwart van de ondervraagden vond het normaal dat de abonnees die bijkomende programma's of diensten wensen, bijkomend betalen. De vooruitgangsgedachte van sommige politici botst dus met de opinie van de man in de
straat. "Ik geloof niet in het beperken van de kanalen in het basispakket," zegt Jo Geebelen. Selectieve introductie? Telenet-baas Duco Sickinghe neemt alvast afstand van de Nederlandse aanpak. "In Nederland is de technologie gelanceerd, zonder dat de content klaar was. Als je uitrolt, moet je de tv-programma's hebben die zeggen: druk op de rooie knop en je kan meedoen. Anders heeft het niet veel zin om met set-topboxen (nvdr - de hardware die nodig is om digitale tv te ontvangen) te komen." Hij ziet geen vertraging bij de lancering van digitale televisie als gevolg van de altijd maar uitgestelde afronding van de verkoopovereenkomst. "Wij blijven gewoon bij ons verhaal. Voor ons is 2002 het jaar van de ontwikkeling van de content. Het heeft geen zin een settopbox naar buiten te brengen als je daar niets op hebt draaien. Wij werken met Belgische en internationale content-leveranciers. Binnenkort openen we een lab bij Telenet voor het ontwikkelen van applicaties." Afhankelijk van de ontwikkeling van lokale content start Telenet dan in de zomer twee proefprojecten om zijn aanbod bij enige honderden gezinnen te testen. Hij laat zich niet vastpinnen op de timing uit het verkoopcontract. "Wij willen heel nauwkeurig de lessen trekken van andere experimenten. We zullen de timing ook laten afhangen van de vraag of de techniek robuust is. Momenteel zijn we daar redelijk enthousiast over." De grote financiële druk van de modernisering van de kabel voelt Telenet pas volgend jaar, als de set-topboxen moeten worden aangekocht, een investering van 300 tot 400 miljoen euro. Duco Sickinghe denkt nog altijd dat hij ze kan verhuren tegen pakweg 9 euro per maand. Het zou mooi zijn als in dit verhaal iedereen aan de bak kwam: Electrabel en de intercommunales met een fikse meerwaarde, Merrill Lynch en de andere Callahansupporters met fikse intresten en commissielonen, Callahan zelf met een mooie beursgang en de tv-kijker met puike nieuwe toepassingen en een stevig aanbod zonder gedwongen meerprijs. McKinsey adviseert de kabelaars in zijn studie om "met investeringen niet te veel vooruit te lopen op de vraagcurve." "Mik op de gebruikerssegmenten die uw diensten gaan adopteren," luidt het. En concreet: "Kies zorgvuldig waar je wijk-per-wijk wil upgraden, hou rekening met de demografie van de huishoudens, de gemiddelde inkomsten per eenheid en de plannen van lokale telefoonmaatschappijen". Misschien krijgen we na het België met de twee snelheden wel een Vlaanderen met twee snelheden: de dure Callahan-franchises naast de goedkope kabelnetten van de zuivere intercommunales. Bruno Leijnse,
[email protected] Tekening karl DE KATER VAN TELENET
DUCO SICKINGHE (TELENET): "TELENET MOET VEEL EERDER RENDABEL WORDEN DAN DE FINANCIëLE MARKTEN EEN HALF JAAR GELEDEN NOG GOED VONDEN." KARL foto DUCO SICKINGHE (TELENET) "ALS JE ALLE KOSTEN IN ACHT NEEMT, ZIJN WE VANDAAG NOG NIET DE DUURSTE IN BELGIë." GF JO GEEBELEN (INTERELECTRA) "ONZE ABONNEES KRIJGEN VEEL VOOR EEN LAGE PRIJS. ZE ZIJN NIET TE VERLEIDEN MET TIEN TOT VIJFTIEN PROGRAMMA'S EXTRA." W&F Foto GEERT VERSNICK (SCHEPEN GENT) DE STEDEN EN GEMEENTEN - DIE HET GELD VAN TELENET ZOUDEN INVESTEREN IN DE GEMEENTELIJKE PUBLI-T-HOLDING - BEGINNEN AL UIT TE KIJKEN NAAR ANDERE FINANCIERINGSBRONNEN. PHOTO NEWS In 2000 verloor Telenet 153,2 miljoen euro op een omzet van 89,24 miljoen euro. Als Callahan over vijf jaar 73% van de abonnees digitaal heeft, mag het nog eens zes kanalen uit het basispakket halen. De grote financiële druk van de modernisering van de kabel zal Telenet pas volgend jaar beginnen voelen, als er set-topboxen moeten worden aangekocht.
- Top -
Trends, donderdag 10 mei 2001
Artikel informatie Titel Terug naar grootmoeders tijd Datum Nr. 19 van donderdag 10 mei 2001 Magazine Trends Pagina('s) 40 41 42 Rubriek FOCUS Trefwoord(en) Media, digitale televisie, Bert De Graeve Auteur Bruno Leijnse BNL
DIGITALE TELEVISIE VIA DE ETHER Terug naar grootmoeders tijd FOCUS Overal in Europa worden plannen gesmeed om digitale televisieuitzendingen via de ether op te starten. Of dat in Vlaanderen iets zal voorstellen, is nog maar de vraag, alle vrome wensen van Bert De Graeve ten spijt. Terwijl in Vlaanderen de gemeenteraden zich buigen over de verkoop van hun Telenetaandelen aan het Amerikaanse Callahan Associates, is aan Franstalige kant een stille revolutie ingezet. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest start de RTBf in juni met digitale uitzendingen doorheen de ether, zogenaamde digitale terrestriële televisie (DTT). Twee zenders zullen kijkers zowel het Nederlandstalige als Franstalige digitale programma-aanbod van Canal+, plus een reeks kanalen van RTBf en RTL-TVi, toestralen. Het signaal gaat rechtstreeks van de tv-zendmast naar een antenne bij de kijker thuis, precies zoals in het prekabeltijdperk. "Je hoeft geen antenne op het dak. Je hebt een perfecte ontvangst met een gewone binnenhuisantenne van minder dan 1000 frank. Bij een dichte bebouwing moet je die antenne misschien dicht bij het raam zetten. Maar als je in de buurt van een zendmast woont, werkt het zelfs met een draad," zegt ingenieur Yves Thomas van de Direction des Equipements des Radiocommunications op de RTBf, de instelling die voorlopig de digitale zenders uitbaat. "Een stompje van tien centimeter is genoeg. Vergelijk het met een gsm-antenne die bovenop uw auto staat," voegt general manager Herman Smedts van Philips CE Professional, dat de set-topboxen levert voor het Brusselse experiment, daaraan toe. Goedkope toegang Technisch is de transmissienorm voor digitale terrestriële televisie al sinds 1997 vastgelegd onder de naam Digital Video Broadcasting - Terrestrial (DVB-T). Maar in tegenstelling tot Vlaanderen wordt er over de taalgrens wel degelijk al op politiek niveau over de mogelijkheden van de techniek nagedacht. Le Conseil supérieur de l'Audiovisuel - de Franstalige tegenhanger van de Vlaamse Mediaraad en nog drie andere Vlaamse
commissies - is er helemaal gewonnen voor digitale televisie via de ether. De Franstalige mediaraad stelt in zijn advies van 14 maart jongstleden dat DTT voor de kijker "een gemakkelijker en goedkopere toegang biedt dan een aansluiting op de kabel en de satelliet" en bovendien "een grote soepelheid in organisatie en exploitatie" biedt. Vooral de mogelijkheid van draagbare, misschien zelfs mobiele tv-ontvangst - met mogelijkheden van interactiviteit - lijkt een plus voor DTT. Het testen van de mogelijkheid van mobiele ontvangst is precies één van de doelstellingen van het Brusselse experiment. Technisch directeur Francis Bodson van Canal+ in België: "Mobiele ontvangst zal zeker meer zenders en dus een hogere investering vragen. Voor gewone digitale terrestriële televisie spreekt men van 400 miljoen frank investeringen over tien jaar. Mobiele ontvangst vergt tien keer dat bedrag. Dus dat is misschien een politieke beslissing." Hij deelt zijn belangstelling voor mobiele televisie met enkele managers bij de VRT, waar gedelegeerd bestuurder Bert De Graeve sterk gewonnen is voor de uitbouw van een digitaal zenderpark voor televisie. "Mobiele televisie is iets waar ik zelf - en nogal wat mensen hier - veel in zien. En met een zenderpark zoals de VRT heeft men wel al wat in huis," zegt e-netmanager Peter Suetens, die bij de VRT het zogenaamde e-VRT-project voor de creatie van een digitaal thuisplatform leidt. E-VRT, waarover binnenkort een stand van zaken wordt gegeven, wil de nieuwste interactieve televisiediensten uittesten bij honderd gezinnen rond de zender van Schoten. Suetens vindt dat het vlakke België zich uitstekend leent voor digitale tv via de ether. "In Groot-Brittannië, Spanje en Zweden rolt men DTT nu uit, en die landen zijn veel geaccidenteerder dan België," zegt Suetens. Verzuurde relaties Het DTT-initiatief in Brussel is echter meer dan zomaar een technisch experiment. De strategische betekenis voor de deelnemende zenders zit versleuteld in de locatie. "In Wallonië werkt Canal+ samen met kabelmaatschappijen. Daar kunnen ze moeilijk met een concurrerende technologie uitpakken. Maar in Brussel heeft Canal+ moeilijke relaties met drie van de vier kabelaars," fluistert een insider. De uitzondering is Brutélé. Bij Coditel heeft de éminence grise van de Belgische kabel, Paul-Henri Denuit, er nooit een geheim van gemaakt dat hij vond dat Canal+ te weinig geld bood voor de distributie van zijn digitale signaal. Daarom - en ook wegens zijn relatief beperkte capaciteit - weigert Coditel het digitale betaaltelevisieboeket van Canal+ te verdelen. "Door Brussel als locatie te kiezen, laten de zenders aan de kabelmaatschappijen verstaan dat ze niet incontournable zijn," vangen we bij verschillende betrouwbare bronnen op. Het moment om druk uit te oefenen, is goed gekozen. Zegt voorzitster Evelyne Lentzen van de Conseil supérieur de l'Audiovisuel: "Er zijn in dit dossier zeer veel onbekenden, maar één ding staat vast: dat we in de media naar een compleet digitale wereld gaan." De kabelmaatschappijen staan onvermijdelijk voor een dure omschakeling naar digitale televisie. In Vlaanderen ramen de gemengde intercommunales dat er alleen al voor hun twee derde van de kabelabonnees een voorfinanciering van 25 miljard frank nodig is voor de digitalisering van het kabelnetwerk. Met zo'n uitgaven in het verschiet kan je maar beter
zo weinig mogelijk concurrenten hebben. Alles wijst er echter op dat de kabelmaatschappijen eerst uit de startblokken zullen zijn in de wedren naar de digitalisering. Terwijl Telenet, als de deal met Callahan wordt goedgekeurd, volledig over zijn kabels kan beschikken - de netwerken van de zuivere intercommunales buiten beschouwing gelaten - is het voor digitale terrestriële televisie nog wachten op de nodige frequenties. Hoewel een reeks landen nu al ad hoc frequenties ter beschikking stelt - zoals de twee in Brussel - is het wachten tot een voorbereidende conferentie van de International Telecommunication Union in 2003 vooraleer de frequenties voor digitale terrestriële televisie tentatief kunnen worden vastgelegd. De definitieve beslissing valt zelfs pas in 2005. Aan Waalse kant heeft de Conseil supérieur de l'Audiovisuel wel al de krijtlijnen van een regelgeving uiteengezet, maar onder meer de gunningsprocedure voor de nodige uitbatingslicenties vergt nog een decreet. Pas daarna kan bepaald worden wie de DTTinfrastructuur zal gaan uitbaten (de RTBf doet dat nu ten voorlopigen titel). Wie financiert? Aan Vlaamse kant staat de creatie van een concurrent voor de kabelmaatschappijen nog een stuk lager op de politieke agenda. "Men moet daarover kunnen praten," vindt mediaspecialist Dany Vandenbossche van de SP, die overigens vermoedt dat het onderwerp tijdens de bespreking van de beheersovereenkomst van de VRT voor het eerst ter sprake zal komen in de commissie Media van het Vlaams Parlement. "Een monopolie is nooit goed," vindt zijn evenknie Carl Decaluwé bij de CVP. "Maar de vraag is dan wel: hoe ga je die bijkomende infrastructuur financieren? Dat antwoord blijft totaal onduidelijk. Als je in een situatie komt dat de kijker extra moet betalen om een monopolie te doorbreken, dan heb ik daar vragen bij." Professor Jean-Claude Burgelman van de VUB denkt in zijn eigen uitgesproken stijl alvast niet dat het opzetten van een digitaal zenderpark een overheidstaak moet zijn. "De overheid moet juist een uiterst terughoudende rol spelen als investeerder in infrastructuren en netwerken. Zij moet er integendeel voor zorgen dat de concurrentie maximaal speelt, zodat de privé-sector zelf initiatieven kan nemen in de transmissietechnieken. Met dat soort investeringen loop je bovendien grote kans dat je door de tijd wordt ingehaald: een concurrerende techniek die hetzelfde biedt, maar veel goedkoper en simpelder. En ten derde, als de overheid dan toch wil investeren, laat ze het in inhoud, content en diensten doen, en niet in infrastructuur." Het is dus mogelijk dat het geld voor een DTT-platform vanuit de privé-sector moet komen. Maar VT4 en VTM voelen zich niet meteen aangesproken. Zelfs niet nu de overname van Telenet door Callahan Associates hen in een minder comfortabele positie heeft gebracht. Callahan concentreert zich nu op zijn taak als distributeur van signalen en op de upgrade van het netwerk, maar het is duidelijk dat dat niet noodzakelijk het einde van zijn ambities hoeft te zijn. In Spanje alvast deed kabeloperator Ono, "managed by Callahan Associates", snel stappen om eigen kanalen te ontwikkelen. "Concurrentie tussen de distributeurs zou interessant zijn. Als een DTT-operator me kwam
vragen of hij het VT4-signaal mocht verdelen, dan zou ik dat bekijken," reageerde VT4managing director Carlo Gepts daarover in maart. Woordvoerder Mark Vanlombeek van VTM was veel terughoudender: "Wij zijn altijd goede partners geweest van de kabelmaatschappijen en zullen niets doen zonder overleg met de kabelmaatschappijen. Als er mensen met andere ideeën zijn, dan willen we daar altijd mee praten. Maar we gaan de kabeldistributeurs niet zomaar van de ene op de andere dag dumpen." VRT met Belgacom Het is intussen een publiek geheim dat de VRT in zijn e-VRT-project met Belgacom gaat samenwerken om van zijn digitale uitzendingen een tweerichtingsservice te maken. Belgacom kan via modem of ADSL voor een terugweg over zijn netwerk zorgen en zich daarmee een plaatsje veroveren in het televisiegebeuren, waar het vandaag volledig ontbreekt. In hoever de rijke nationale operator ook wil optreden als financier voor de DTT-roll-out is een heel andere vraag. "Wij zijn bezig met studies en verkennen de marktmogelijkheden van DTT vanuit alle hoeken," bevestigde Belgacom-woordvoerder Piet Van Speybroeck, toen we hem de vraag stelden in maart. Op het kabinet van minister van Media Dirk Van Mechelen (VLD) zelf gaat men ervan uit dat het tweejarige e-VRT-project eerst moet afgewerkt zijn voor men een DTTinfrastructuur ontplooit. "Tegen eind volgend jaar zou men starten met de ombouw van de zenders," zegt adviseur voor mediazaken Hilde De Coen. Op dat moment is Telenet, als het zich aan zijn beloftes houdt, al lang en breed bezig met de verspreiding van zijn eigen digitale set-topboxen. Daardoor start de VRT, die nu in theorie nog vanaf een gelijk speelveld kan vertrekken, vrijwel zeker op de tweede rij om promotie te maken voor haar concurrerende digitale set-topboxen. Een niet zo erg aanlokkelijk vooruitzicht, want de set-topboxen voor digitale terrestriële televisie verschillen van de set-topboxen voor ontvangst via de kabel. Bij de minste twijfel over het langetermijnperspectief van DTT in België, zal de kijker kiezen voor de vaste waarde: de kabel. "Technisch is het niet zo moeilijk om set-topboxen te bouwen die beide platformen aankunnen," zegt Herman Smedts van Philips. "Maar het moet ons wel gevraagd worden." Hij vindt digitale terrestriële televisie in België onvermijdelijk wegens de universele dienstverlening. Maar Vlaanderen is veel te klein voor een broederstrijd. "Telenet en VRT moeten de handen in elkaar slaan," vindt hij. Twintig kanalen Blijft de niet onaardige vraag of de gebruiker niet terug wil naar grootmoeders tijd, toen televisie via een antenne de huiskamer in kwam. Voorjaar 1998 bleek uit een onderzoek van Censydiam voor rekening van de intercommunales dat ongeveer 85% van de Vlaamse bevolking nagenoeg uitsluitend naar Nederlandstalige zenders kijkt. De behoeften concentreren zich op dus hooguit een tien- tot vijftiental zenders. DTT zal minstens 20 tot 25 kanalen kunnen herbergen, verzekert ons Yves Thomas van de RTBf. Veel zal dan afhangen of de set-topboxen, waarvan de prijzen nu volgens Herman Smedts tussen 8000 en 25-30.000 frank liggen, afhankelijk van de features, goedkoop kunnen worden geleverd. "Als je een set-topbox kan kopen voor 2000 frank, en je krijgt al die zenders er gratis bij, terwijl je voor kabel jaarlijks moet betalen, dan zie ik wel een
aantal mensen hun abonnement opzeggen," filosofeert Carlo Gepts. Waardoor DTT ongetwijfeld het tegenovergestelde zou bereiken van de verheven ideeën van volksopvoeding, waarmee het e-VRT-project tot nog toe is aangeprezen. Bruno Leijnse
- Top -
Trends, donderdag 7 juni 2001
Artikel informatie Titel De bruidsschat van Canal+ Datum Nr. 23 van donderdag 7 juni 2001 Magazine Trends Pagina('s) 24 25 Rubriek BRIEFING Trefwoord(en) Telenet, Canal+ Auteur Bruno Leijnse BNL
TELENET ZIT VAST AAN CONTRACTEN De bruidsschat van Canal+ BRIEFING Niet Callahan, Electrabel of de GIMV zijn de grootste winnaars bij de Telenet-deal, maar wel Canal+. Tegen 11 juni moeten de gemengde intercommunales de inbreng van hun kabelnetten in het nieuwe Telenet hebben goedgekeurd. Op dat moment begint de Mechelse telecomoperator met zijn ambitieuze plan om een digitaal platform voor de Vlaamse kabeltelevisie te realiseren. Wie daar handenwrijvend naar uitkijkt, is de baas van betaalzender Canal+ Vlaanderen, Patrick Tillieux. Zijn firma sloot drie jaar geleden contracten af met Electrabel en de gemengde intercommunales om als enige - exclusief - digitale televisie op hun
kabelnetwerken te ontwikkelen. Er zitten weinig losse eindjes aan de contracten, die in principe nog zeven jaar lopen. De vergoeding, bijvoorbeeld, ligt vast. "Het is een duidelijke formule, gebaseerd op een minimum, plus een verdeling van de inkomsten boven een zeker niveau," zegt Tillieux, die geen details wil geven. Dat die vergoeding voor Telenet de investering van ruim 25 miljard frank in een digitaal platform niet rechtvaardigt, staat buiten kijf. Kans op ommekeer Toch ligt operationeel directeur Etienne Blomme van Telenet niet wakker van het overgeërfde akkoord met Canal+. "Uiteraard zullen we die contracten honoreren," stelt hij. "Maar als het tot gesprekken komt, zullen we zeggen: leg dat contract nu eens opzij en vertrek eens van een wit bord." En er is een mooie kans dat precies dat zal gebeuren. CanalDigitaal, het digitale aanbod van Canal+, is namelijk na iets meer dan drie jaar geen succes, vinden nogal wat partijen. Directeur-generaal Patrick Tillieux noemt een abonneebestand van "net boven de 40.000". De informatiebundel die vanuit Electrabel en de gemengde intercommunales ten behoeve van de gemeentes is opgesteld, houdt het bij 34.000. Zelfs Patrick Tillieux geeft toe dat 40.000 digitale abonnees op een potentieel van ongeveer 1,5 miljoen mager is. "Ik had er ook liever 400.000 gehad. Maar vandaag bestaan er geen vierhonderdduizend geïnteresseerden in digitale televisie in Vlaanderen. Daar ben ik heel duidelijk in. Over twee jaar misschien wel, of over vijf jaar. Maar aan die weg moet nog lang gebouwd worden." De reden, volgens Patrick Tillieux, is eenvoudigweg dat CanalDigitaal een abonneedienst is waarvoor betaald moet worden. "Voor die abonnees hebben we moeten vechten om hen te verleiden. En eens we hen binnen hadden, moesten we hard werken om ze binnen te houden. Dat is een knowhow die de kabelmaatschappij vandaag niet heeft." Het is een argument dat hout snijdt, maar met splinters. Want Canal+ als geheel heeft een marktaandeel van 7,5% in Vlaanderen. Het digitale aanbod haalt minder dan 2,7%. En Etienne Blomme is niet traag om op te merken dat "het merkwaardig is dat Canal+ er niet in is geslaagd zijn analoge klanten te migreren naar zijn digitaal platform." Secretaris Eddy Beijltjes van Interkabel CV, het onderhandelingsplatform van de zuivere intercommunales, valt hem bij. "De cijfers van CanalDigitaal zijn zeer laag. Die dienst wordt om de één of andere reden niet geaccepteerd door de Vlaming. Dat ligt niet aan de kwaliteit van de programmatie. Waaraan dan wel, daar is Canal+ zelf ook nog niet uit," zegt hij. Canal+ mag met zijn tienjarencontract dan al een grote stok hebben, Etienne Blomme lokt met een grote wortel: "We kunnen onze krachten verenigen en een win-winsituatie creëren: wij maken ons digitaal platform en zij doen hun ding met hun content. Canal+ heeft mooie inhoud en interessante sportrechten. Alleen al hun rechten op de films van een aantal majors in Hollywood maken hen incontournable. En we moeten durven toegeven dat Telenet noch de kabelmaatschappijen ervaring hebben met de exploitatie van betaaltelevisie." Wie de decoder heeft, heeft de klant
Dat laat ruimte voor deals zoals tussen kabelaar NTL en contentleverancier BskyB in GrootBrittannië, waarbij NTL zijn brutomarge op de producten van BskyB tot ongeveer 30% heeft kunnen verdubbelen (schat Merrill Lynch), maar wel op voorwaarde dat bepaalde minimumomzetten worden gehaald. Verder dan een conceptueel kader is Telenet nog niet. Er is bijvoorbeeld het detail dat de zuivere intercommunales, die zowat één derde van de 2,2 miljoen Vlaamse kabelabonnees bedienen, drie jaar geleden géén akkoord bereikten met Canal+ over de ontwikkeling van digitale televisie. Zij geven vandaag alleen de beperkte analoge programmatie van Canal+ door, niet de digitale. En al laat Patrick Tillieux uitschijnen dat hij al herhaaldelijk met hen is gaan praten, dichter lijken de standpunten niet te zijn gekomen. Volgens een bron bij de zuivere intercommunales, stelt Canal+ hen voor om van hen naakte capaciteit op hun kabel te huren, de kabel te digitaliseren en dan zijn eigen digitale platform en contentpakketten op de kabel uit te brengen. Dat valt niet in goede aarde. "Wie de digitale content van Canal+ wil, zou dan een decoder van Canal+ moeten kopen of huren. Als er dan iemand anders digitale pakketten zou uitbrengen - bijvoorbeeld Telenet - dan zou dat met een andere doos gebeuren. Wie ook die programma's wil, zou een tweede decoder moeten kopen of huren," klinkt het in die kringen. Een gemeenschappelijk platform zou eenvoudiger zijn voor de gebruiker, maar vooral Telenet en de kabelmaatschappijen veel meer greep geven op het gebeuren. "De keuze van het technologieplatform is absoluut niet het punt waarop de onderhandelingen vastzitten," zegt Eddy Beijltjes. Hij vergelijkt de kabelmaatschappijen met een krantenboer die net zijn winkel heeft ingericht. "Daar komt dan toch ook niet iemand anders achter de kassa zitten? Wij willen niet zomaar uitbaters zijn van techniek. Wij willen mee de vinger aan de pols in de commercie," zegt Beijltjes. Volgens plan heeft Telenet vanaf 11 juni één jaar om de digitalisering van zijn kabel technisch voor te bereiden. Maar Etienne Blomme denkt dat de keuze van het digitale platform al heel snel zal worden gemaakt. "Begin juli, misschien," zegt hij. Bruno Leijnse
- Top -
Trends, donderdag 14 juni 2001
Artikel informatie Titel Wie zit te wachten op digitale televisie?
Datum Nr. 24 van donderdag 14 juni 2001 Magazine Trends Pagina('s) 111 Rubriek OPINIES Trefwoord(en) digitale televisie Auteur Bruno Leijnse WOB
MEDIA Wie zit te wachten op digitale televisie? OPINIES Het nieuws vorige week, dat de grootste Amerikaanse kabeloperator AT&T Broadband in de eerstkomende jaren kiest voor een eenvoudige set-topbox, is de moeite waard om te noteren. In eigen land vertrekt Telenet-aandeelhouder Callahan Associates immers vanuit de veronderstelling dat Vlaanderen - en Europa - binnen afzienbare termijn de Amerikaanse trends zullen volgen. Callahan en zijn financiers hopen dat de Vlaamse huisgezinnen, zoals de Amerikaanse, elke maand duizenden in plaats van honderden franken zullen gaan uitgeven aan televisiediensten. Tegelijk is hun boodschap dat de televisie de internet-pc van morgen zal zijn. Die laatste visie - de tv als poort naar overheidsdiensten, televoting en permanente vorming - is het glijmiddel voor het eerste. Het valt immers moeilijk te zien hoe de nuchtere Vlaming zich zonder hype zal laten overhalen om de vier tot vijf gratis analoge kanalen die hij nu bekijkt in te ruilen voor digitale - tegen een prijs. De nieuwe mogelijkheden van wereldwijde communicatie zullen daarvoor dik in de verf moeten worden gezet. Vandaar dat het tot nadenken stemt als de Amerikaanse marktleider - 16 miljoen abonnees - kiest om nog een tijd door te gaan met een eenvoudige set-topbox die, in zijn huidige versie, ongeveer hetzelfde presteert als die van CanalDigitaal bij ons, met zeer beperkte interactieve mogelijkheden. Als de VRT dus gaat samenwerken met Belgacom om interactieve televisie te maken, is het maar goed dat het gaat om een experiment. Voor 364 miljoen frank - waarvan 107 miljoen frank van Belgacom - doen de VRT en Skynet broodnodige ervaring op in het maken van interactieve tv-programma's voor een 'open platform' (niet gebonden aan één contentleverancier, zoals Canal+). De VRT levert via zijn zender in Schoten het 'broadcast'-signaal, Belgacom en Proximus leveren met respectievelijk hun ADSL- en GPRS-technologie de al dan niet mobiele terugweg. Een perfecte fit. Als de geboden diensten en de voorziene dure set-topbox over een jaar bij de honderd proefgezinnen niet aanslaan, is er nog geen man overboord. Telenet, waarvan pas dit jaar duidelijk zal zijn in hoeverre het commercieel zijn mannetje kan staan tegenover Belgacom, steekt daarentegen wel van wal met zijn investering van 20 tot 25 miljard frank in digitale televisie. Het rekent erop dat, omdat de technologie van tv
en pc convergeren, de gewoontes van de kijker dat ook zullen doen. Sommigen hebben daarover ernstige twijfels. Patrick Tillieux, de topman van Canal+ Vlaanderen, noemt "interactiviteit misschien het zwaarst overschatte begrip van de voorbije twee jaar. Niemand zit te vragen naar interactiviteit op televisie, om de simpele reden dat niemand zo is opgevoed". Bruno Leijnse
- Top -