Initieel projectplan IECK VO
Digitaal Doorschakelen Een project in het kader van de Implementatie van de Educatieve Contentketen
Evaluatierapport
Auteur(s) :
ALHC van der Staak
December 2006
© 2005 Kennisnet.nl
Evaluatierapport Digitaal Doorschakelen ● nov. 2006
2 / 10
Evaluatierapport Digitaal Doorschakelen November 2006
1. Inleiding
Het project Digitaal Doorschakelen richt zich op het wegnemen van knelpunten bij het geïntegreerd gebruik van digitale content via een ELO. Er wordt gewerkt aan synchronisatie tussen het leerlingadministratiesysteem en de ELO, single sign-on en het gebruik van Sharepoint in combinatie met de ELO. Controle op licenties gebeurt op de achtergrond en resultaten van leerlingactiviteiten op externe servers van contentleveranciers worden teruggemeld in de ELO. Zowel docenten als leerlingen moeten gebruik (kunnen) gaan maken van metadatering bij het zoeken en beschikbaar stellen van geschikt studiemateriaal. Betrokken partijen zijn: - de school (Pleincollege Bisschop Bekkers) - het schoolbestuur (Ons Middelbaar Onderwijs) - leverancier/distributeur educatieve content (Iddink VO) - uitgeverijen educatieve content (Ratio en Malmberg) - leverancier ELO N@Tschool (Three Ships) In dit evaluatierapport wordt een tussentijdse stand van zaken beschreven in relatie tot de te behalen resultaten in het project Digitaal Doorschakelen. In algemene zin kan geconstateerd worden dat in het eerste half jaar van de projectperiode onverwacht veel tijd is gaan zitten in het overleg. Daar zijn diverse oorzaken voor aan te halen, waarvan enkele hier kort weergegeven worden in willekeurige volgorde. • Diversiteit projectdeelnemers Het project kent als deelnemers zowel ontwikkelaars, producenten, leveranciers als gebruikers. Bij de te bereiken resultaten dienen alle betrokkenen voldoende inspraak in het tot stand komen daarvan te hebben. Dit leidt automatisch tot een tijdrovend overleg. • Techniek Het project richt zich met name op technische aspecten binnen de educatieve contentketen. De daarvoor noodzakelijke technische kennis was niet bij alle betrokkenen in dezelfde mate aanwezig. Dit is niet zo vreemd als we bedenken dat de gevraagde oplossingen zouden moeten aansluiten bij de nieuwste ontwikkelingen op dit gebied. • Standaarden Zeker in de beginfase van het project waren er nog de nodige onduidelijkheden over welke standaarden moesten worden gehanteerd van de set “Afspraken” die de Vereniging Edustandaard beheert. • Detaillering projectplan Het definitieve projectplan moest in een dermate gedetailleerde vorm aangeleverd worden, dat er op voorhand al een helder beeld moest zijn van de uitgewerkte oplossingen. Een deel van de feitelijke projectactiviteiten diende al in de voorfase uitgevoerd te worden, op een moment dat er nog geen definitieve goedkeuring voor het projectplan lag. Dat maakt het inzetten van voldoende faciliteiten tot een moeilijke zaak.
Evaluatierapport Digitaal Doorschakelen ● nov. 2006
3 / 10
• Belangen In het jaar direct voorafgaande aan het project zijn er door OMO mantelovereenkomsten gesloten met ThreeShips en Iddink VO. De Raad van Bestuur hechtte er zeer aan om direct bij het project betrokken te zijn, om er voor te zorgen dat er niet onverhoopt stappen gezet zouden worden die in negatieve zin zouden kunnen interfereren met deze mantelovereenkomsten. Ook dit vroeg om extra overleg. Daarnaast is er de nodige discussie geweest over de bescherming van (bestaande) auteursrechten en de wijze van beschikbaarstelling van de ontwikkelde producten. • Opschaalbaarheid Voor alle partijen was het belangrijk dat er naar oplossingen gezocht zou worden die opschaalbaar zouden zijn naar meerdere scholen, meerdere uitgeverijen, meerdere ELO’s en meerdere leveranciers. Binnen de uiteindelijk gekozen oplossing betekende dit dat er een extra goede afstemming noodzakelijk werd met de afdeling Informatisering en Automatisering van OMO, waar inmiddels N@Tschool gehost werd. • En verder … N@tschool! vs8 werd vervangen door N@Tschool! vs9, hosting van de N@Tschoolserver ging van EduAssist in Amsterdam over naar I&A-OMO in Tilburg, OMO verhuisde vervolgens naar een nieuw gebouw. Al deze gebeurtenissen hebben merkbaar effect op de planning gehad. Maar tegelijkertijd kan gezegd worden dat deze gebeurtenissen inmiddels of uiteindelijk ook zeker tot positieve resultaten voor het project zullen leiden!
Evaluatierapport Digitaal Doorschakelen ● nov. 2006
4 / 10
2. Architectuurschets van de oplossing
De plaats waar de content staat en de wijze waarop de toegang tot die content geregeld wordt (het ultieme doel is Single-SignOn), hebben een duidelijke relatie tot elkaar. Daarbij zijn verschillende oplossingen mogelijk, waarbij alle betrokken partijen hun eigen voorkeur hebben. • Voorwaarden De gekozen oplossing moet aan de volgende voorwaarden voldoen: • Gebruiksvriendelijk voor docent en leerling • Veilig voor school/uitgeverij/leverancier • Technisch eenvoudig & betrouwbaar • 24/24 bereikbaar • Optimaal aansluitend op bestaande administratieve procedures • Conform vigerende privacyreglementen • Betaalbaar • Geen conflicterende belangen partners • Opschaalbaar naar meerdere scholen, uitgeverijen, ELO’s, leveranciers • Varianten Plaats van de content 1. bij de uitgeverij 2. bij de leverancier 3. in de materialenbank van de ELO 1. Content bij de uitgeverij Voordeel van deze oplossing is dat de school geen omkijken heeft naar de content: altijd de nieuwste versie. De uitgeverij behoudt volledig toezicht op de toegang tot en het gebruik van de content. Nadeel is dat het erg moeilijk is om de resultaten van leerlingactiviteiten op de externe contentserver van de uitgeverij terug te melden in ELO, zodat de begeleidende docent op eenvoudige wijze zicht houdt op wat zijn leerlingen gedaan hebben. 2. Content op server van leverancier Bij deze oplossing hoeft de school zich nog steeds geen zorgen te maken over de content. Wanneer de contentserver in de ELO-omgeving geplaatst wordt en door de leverancier onderhouden, is terugmelding van leerlingactiviteiten in de ELO relatief eenvoudig te realiseren. Nadeel is dat de uitgeverij moeilijk zicht krijgt op het gebruik van de content. 3. Content in de materialenbank van de ELO Voordeel voor de school is dat er geen aparte inlogprocedure nodig is en dat er direct zicht is op de activiteiten van een leerling. Nadeel is dat de uitgeverij geen zicht heeft op het gebruik van de content en dat de school zelf voor onderhoud dient te zorgen. Bij alle varianten en ook bij de uiteindelijke ontwikkelde oplossing is er vanuit gegaan, dat de leerling zijn licentie bestelt via internet bij de leverancier (Iddink). Gegevens over leerling, content en gebruiksperiode worden opgenomen in een licentiedatabase bij Iddink.
5 / 10
Evaluatierapport Digitaal Doorschakelen ● nov. 2006
• Architectuur van de oplossing In de uiteindelijk uitgewerkte oplossing blijft de content op een webserver bij de uitgeverij. De informatie over de content (IMS Manifest) wordt vervolgens als SCORMpackage opgenomen op een server van de leverancier (Iddink) in de ELO-omgeving van de school en in de materialenbank van de ELO. Een softwareapplicatie, de Iddink Content Request Handler®, zorgt er voor dat leerlingen die licentierechten hebben betaald (check licentiedatabase), de actuele content krijgen uitgeserveerd in hun ELO. De CRH® haalt deze actuele content op bij de webserver van de uitgeverij. Hierdoor blijft de controle over de content bij de uitgeverij, terwijl zowel de school als de uitgeverij de noodzakelijke gegevens kunnen verkrijgen. De leerling heeft vanuit zijn/haar inlog in de ELO, dus zonder verdere inlogprocedures, single-sign-on toegang (mits hij/zij betaald heeft). De uitgeverij kan periodiek (anonieme) rapportages ontvangen van het aantal leerlingen voor wie de content is ‘ontsloten’. Onderstaande afbeelding is een grafische weergave van de architectuur. Gebruik van rechtenhoudende leermaterialen vanuit N@tschool via IddinkCRH® Licentie database
Content databases
Y
SCHOOL
Uitgeverijen:
A
B
C
4 1
3
8
5
6
2
Leerling X 7 Tracking & trace informatie
Docent
Toelichting: 1. Leerling X selecteert betaalde content 2. ELO vraagt IddinkCRH® om content voor leerling 3. IddinkCRH® vraagt licentiesysteem om licentie voor content Y van leerling X 4. Licentiedatabase meldt licentie terug aan IddinkCRH® (indien geen licentie wordt via stap 7 en 8 leerling hierover geïnformeerd). 5. Licentie is aanwezig en content Y wordt opgevraagd vanuit de contentdatabase van bijv. uitgever B. 6. Uitgever B geeft laatste versie van content Y aan IddinkCRH®. 7. IddinkCRH® stuurt content Y naar ELO. 8. De ELO speelt de content af voor leerling X en verzamelt gebruiksgegevens. In de praktijk staat de ELO-server niet op de school maar wordt door de afdeling Informatisering en Automatisering van het OMO-bureau gehost. Dat betekent dat een groot aantal scholen daar gebruik van maakt. Opschaling naar een groot aantal scholen is in dit model geen enkel probleem, maar wat dit voor de performance betekent, is nog in onderzoek. Daarbij zal in het bijzonder gekeken worden naar de plaats waar de caching plaats vindt: bij OMO of op school. Uitbreiding naar andere uitgeverijen kan altijd, zolang van de content maar de juiste SCORM-package beschikbaar gesteld wordt. Ook in andere ELO’s werkt de gekozen oplossing.
Evaluatierapport Digitaal Doorschakelen ● nov. 2006
6 / 10
3. Stand van zaken in relatie tot de te behalen resultaten •
Authenticatie Definitief projectplan Digitaal Doorschakelen ● 7 juni 2006 1. Authenticatie In de toekomst moet er een koppeling naar de diverse systemen zijn waarbij de noodzakelijke persoonsgegevens vanuit de schooladministratie via een update aan de desbetreffende systemen toegevoegd worden. Voor N@Tschool! zal de IMS Enterprise import module de gegevens in batch en automatisch importeren.
In het afgelopen jaar is de centrale leerlingadministratie overgegaan van Schoolfact naar LEA. Omdat LEA nog in ontwikkeling is, zal een definitieve oplossing zoals in het projectplan beschreven, binnen de projectperiode waarschijnlijk niet haalbaar zijn. Wel wordt er gewerkt aan een oplossing die hier zo dicht mogelijk bij in de buurt ligt. •
Portal/educatief intranet/elektronische leeromgeving (ELO) Definitief projectplan Digitaal Doorschakelen ● 7 juni 2006 2. Portal / educatief intranet / elektronische leeromgeving (ELO) Voor foliomateriaal geldt: “Wat ik in mijn tas en in mijn kast heb, kan ik gebruiken, zonder me druk te maken over toegangsrechten, leverancier, etc.” Dit moet ook gaan gelden voor digitaal materiaal: na (beveiligde) inlog op een persoonlijke startpagina, moet de leerling of de docent toegang tot de ELO krijgen en Single SignOn (zonder nieuwe gebruikersnamen en wachtwoorden) toegang tot alle andere interne en externe bronnen, betaald of vrij. Via Microsoft Sharepoint is het mogelijk om m.b.v. webparts een overzicht van veranderingen binnen de ELO te krijgen en via één klik te benaderen. Voor commerciële content moet er een koppeling zijn tussen de contentserver van uitgeverijen enerzijds en N@Tschool! anderzijds. De authenticatie t.b.v. inloggen in externe systemen, en verificatie komt daarbij te liggen bij de leverancier (Iddink) die content (pas) toegankelijk zal maken, als daarvoor is betaald aan de rechtenhebbende. In de gewenste situatie zijn (alle soorten) leermiddelen vindbaar en bestelbaar op leerling-niveau bij de leverancier, die de totale administratieve, logistieke en financiële afhandeling doet.
In de testomgeving is het volgende inmiddels mogelijk: - Na opgave door docent wordt SCORMpakket van content in materialenbank geplaatst - Na bestelling c.q. betaling wordt de licentie in een database aan de leerling gekoppeld - Docenten en leerlingen kunnen vanuit N@Tschool zonder opnieuw in te loggen bij de digitale content wanneer die op een externe server staat - Licenties worden daarbij op de achtergrond geverifieerd - Indien geen recht op toegang, verschijnt er in de ELO direct een melding - Informatie over het gebruik van de content door de leerling is in de ELO beschikbaar voor docent - Gegevens over gebruik door leerling is beschikbaar voor uitgever
Evaluatierapport Digitaal Doorschakelen ● nov. 2006
7 / 10
Zodra de CRH-server in de N@Tschool-omgeving is geïnstalleerd kan de praktijktest uitgevoerd worden. De installatie van Sharepoint heeft plaats gevonden in de N@Tschool-omgeving bij OMO. De webparts die hierin opgenomen worden, zijn ontwikkeld. Het resultaat wordt op korte termijn in de praktijk uitgetest. •
Zoeken en vinden Definitief projectplan Digitaal Doorschakelen ● 7 juni 2006 3. Zoeken en vinden In de toekomst moet er gebruik gemaakt kunnen worden van een goed zoeksysteem (zoals bijv. Davindi), dat werkt met metadata die zijn toegekend op basis van VOstandaarden (nu nog in ontwikkeling). Docenten moeten in staat zijn om op zelf ontwikkeld en/of verzameld materiaal adequate metadatering toe te passen, zodat opname in bestaande of nieuw op te zetten databanken (bijv. binnen de ELO) zinvol is. In de interne zoekmachine van N@Tschool! versie 9 zal ondersteuning voor het Kennisnet/Edustandaard content-zoekprofiel PO-VO-BVE v1.1 ingepland worden zodra deze beschikbaar is (eind 2005 verwacht).
Een aantal docenten heeft een workshop Metadateren gevolgd. Voor een grotere groep wordt een nieuwe workshop ingepland. Docenten gaan eigen materialen in N@Tschool metadateren zodra ThreeShips de invoermodule daarvoor heeft ontwikkeld, waarbij gebruik gemaakt wordt van CZP vs 1.3 Het materiaal van Ratio is inmiddels op leerobjectniveau gemetadateerd volgens CZP vs 1.3. Het gemetadateerde materiaal van Malmberg zal binnenkort aangeleverd worden. Op basis daarvan kan binnen de materialenbank van N@Tschool en in de leermiddelenlijst van Iddink leermateriaal gezocht en gevonden worden. Voor de Iddink-leermiddelenlijst geldt dat voorlopig nog slechts het materiaal binnen dit project en andere vergelijkbare projecten op objectniveau gemetadateerd is. Voor het overige materiaal geldt, dat de metadatering voor de meeste rechtenhoudende content zich beperkt tot het collectieniveau. •
Arrangeren Definitief projectplan Digitaal Doorschakelen ● 7 juni 2006 4. Arrangeren In de gewenste situatie kunnen boeken en de ELO naast elkaar worden gebruikt, maar moet de leerroute of delen daarvan ook 100% digitaal kunnen worden afgelegd. De docent maakt in die situatie een eigen arrangement waarbij de te raadplegen (digitale) bronnen, opdrachten en toetsen door de docent in de gewenste constellatie en fasering worden geplaatst binnen de ELO. De docent heeft hiervoor (eventueel via de distributeur) toegang tot databanken van contentleveranciers. De resultaten van on-line activiteiten van de leerlingen zijn door de docent eenvoudig benaderbaar. Hiervoor zijn verschillende oplossingen mogelijk.
Docenten maken eigen arrangementen, nu nog met content die in de materialenbank is opgenomen, straks in de praktijktoets via de SCORMpakketten in de materialenbank. Voor het zichtbaar maken van de resultaten van leerlingactiviteiten is een nieuw scherm in ontwikkeling.
Evaluatierapport Digitaal Doorschakelen ● nov. 2006
•
8 / 10
Aansluiting op de gemeenschappelijke databank Definitief projectplan Digitaal Doorschakelen ● 7 juni 2006 5. Aansluiting op de gemeenschappelijke databank met verwijzingen Als resultaat van het project kan het bestaande of op dit moment in ontwikkeling zijnde materiaal voor Biologie en Wiskunde (voor zover in dit project aan de orde) van de betrokken contentleveranciers zonder problemen in N@Tschool! geïmporteerd (IMS content packages, ADL/SCORM, catalogi) en/of gebruikt worden, aangezien het volledig zal voldoen aan de vereiste standaarden en voorzien zal zijn van de juiste metadatering.
Het idee van de gemeenschappelijke databank is inmiddels enigszins aangepast. Niet de content maar het SCORMpakket van de content wordt in de centrale materialenbank geplaatst, waardoor de inhoudsopgave benaderd kan worden door diegenen die een licentie hebben. De content wordt daarvoor in het juiste formaat door de uitgeverijen beschikbaar gesteld. De content zelf blijft op de contentserver van de uitgeverij, waardoor altijd de laatste versie beschikbaar is. •
Autorisatie ten behoeve van toegang tot content Definitief projectplan Digitaal Doorschakelen ● 7 juni 2006 6. Autorisatie ten behoeve van toegang tot content In de gewenste situatie blijft Iddink leverancier van de verschillende soorten betaalde content, zowel boeken, als digitale leerobjecten. Digitale componenten worden dus ook via Iddink binnen de ELO op leerling-niveau ontsloten. Autorisatie vindt plaats door inloggegevens van de gebruiker te matchen met het recht op gebruik volgens de klantdatabase van de distributeur. In het project zal de wenselijkheid en de mogelijkheid onderzocht worden van afname van afzonderlijke studie-eenheden (hoofdstukken, paragrafen), modules of leerobjecten naast afname van een volledige methode. Dit kan leiden tot meer mogelijkheden bij het arrangeren door docenten en/of tot keuzemogelijkheden voor leerlingen/ouders. Bij de ontwikkelingen richting scenario 3 zal hier zeker behoefte aan zijn.
Zie ook Portal/educatief intranet/elektronische leeromgeving (ELO) Het onderzoek naar de wenselijkheid van de afname van afzonderlijke studie-eenheden vormt een onderdeel van de nog uit te voeren praktijktesten. •
Beheer van het materiaal Definitief projectplan Digitaal Doorschakelen ● 7 juni 2006 7. Beheer van het leermateriaal In de toekomstige situatie is het gebruik van metadata gemeengoed. Educatieve uitgeverijen hebben zich reeds geconformeerd aan het hanteren van de metadata uit het content zoekprofiel. De in dit project te gebruiken content zal door Malmberg en Ratio in ieder geval volgens de standaarden gemetadateerd worden. Binnen N@Tschool! zal het content-zoekprofiel ondersteund worden.
Evaluatierapport Digitaal Doorschakelen ● nov. 2006
9 / 10
Ook docenten zullen, gefaciliteerd binnen N@Tschool!, in staat zijn om op zelf ontwikkelde en/of verzamelde content metadatering toe te passen.
Zie ook Zoeken en vinden. Binnen dit project is de belangrijke afspraak gemaakt dat de content op de server van de uitgeverij blijft staan en daar beheerd wordt. De SCORMpakketten met de metadata van de content worden beschikbaar gesteld binnen de Iddink-leermiddelenlijst, zodat er op gezocht kan worden en, indien besteld, kan worden opgenomen in de materialenbank van de ELO, waardoor de docent ze kan gebruiken bij het arrangeren. Het beheer van eigengemaakt materiaal valt onder verantwoordelijkheid van de school.
•
Gebruik van standaarden Definitief projectplan Digitaal Doorschakelen ● 7 juni 2006 8. Gebruik van standaarden Het gebruik van standaarden is binnen dit project geen punt van discussie.
Standaarden die hier aan de orde zijn: - Contentzoekprofiel: zie Zoeken en Vinden o Metadateren van de contentpackages van de uitgevers o metadateren van de eigen materialen van docenten in de N@tschool leermaterialenbank. - Afspelen content (scorm-runtime): zie Portal/educatief intranet/elektronische leeromgeving o Onderdeel van de contentpackages van de uitgevers: materiaal wordt in een zodanige vorm op de contentserver van de uitgeverij beschikbaar gesteld, dat het afgespeeld kan worden binnen de ELO o Communicatie tussen de contentpackages en de ELO: de contentpackages leveren de gegevens aan die nodig zijn om de docent binnen de ELO te voorzien van informatie over de resultaten van de leerlingen die met het leermateriaal gewerkt hebben.
Evaluatierapport Digitaal Doorschakelen ● nov. 2006
10 / 10
4. Resterende Planning
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Dashboard webparts installeren in Sharepoint (actie N@tschool) CRH-server installeren in ELO-omgeving (actie Iddink) Vormgeven van de communicatie tussen contentpackage en ELO (actie N@tschool) Aanlevering resterend leermateriaal biologie en wiskunde (actie Malmberg) Praktijktest met docenten en leerlingen (actie School) Vormgeven van invoermodule in N@Tschool t.b.v. metadatering (actie ThreeShips) Gebruiksrapportage aan de uitgevers: vanuit Iddink (licentie-aanroepen) vanuit N@tschool via de school (gebruikersrapportage) 8. Eindverslag met de onderdelen: Gerealiseerde oplossing gezien vanuit de eindgebruikers: leerling, docent, contentaanbieders: uitgevers, docent-auteurs. Onderliggende technische oplossing aan de hand van de architectuur gezien vanuit Iddink, N@tschool.