Dier in
NoordOverijssel
Regiomagazine van Dierenbescherming Noord- Overijssel / NUMMER 04 / JAARGANG 2 / juni 2012
De Boer op… Ecoloar in Wythmen
Dierenbegraafplaats De dood van een kameraadje
Jaarcijfers 2011
vrijwilliger in beeld
Hetty Baljet: “Een uitgelezen kans om dierenleed te verzachten” Lid sinds: 1987 (25 jaar!) huisdieren: twee katten en twee flatcoated retrievers Een kat kwijt? Op straat een zwervertje tegengekomen? Wie de afdeling Noord-Overijssel van de Dierenbescherming belt, krijgt waarschijnlijk Hetty Baljet aan de telefoon. Deze zeer gewaardeerde vrijwilliger werkt sinds 2009 als centraliste bij de afdeling en doet daar sinds 2010 administratieve taken bij. Zo draagt ze zorg voor de roosters van de ambulancemedewerkers en is ze notulist bij het centralisten- en het ambulancevrijwilligersoverleg. Maar haar hoofdtaak is het telefonisch helpen van mensen. “Eén van mijn leukste herinneringen tot nu toe is een situatie met een hondje. Ik kreeg een telefoontje van een bezorgde
baas die zijn hond kwijt was en legde hem uit wat hij moest doen. Diezelfde middag kreeg ik een bericht over een loslopende hond. Het was geweldig dat ik die twee telefoontjes kon linken en de baas en zijn dier kon herenigen.” Hetty is een grote dierenliefhebber. “Deze functie was een uitgelezen kans om als vrijwilliger dierenleed te kunnen verzachten.” Ze is gek op haar honden en katten: “Mijn man en ik gaan twee keer per dag met de honden naar het bos. Op een ochtend kwam hij opgetogen thuis. Eén van de honden was vooruit gerend en stond neus aan neus met een andere hond. Toen mijn man dichterbij kwam, bleek het een vos te zijn die er snel vandoor ging. Het was volgens hem een prachtig gezicht en hij baalde dat hij geen
fototoestel bij zich had.” Hetty is zeer begaan met het lot van dieren. Al toen ze nog een klein meisje was. “Een dier wekt altijd iets bij me op. Het is een intens gevoel. Als ik wantoestanden zie, ren ik er altijd meteen op af en help ik waar ik kan. Dat zit in me.” “Naast onze honden Yordi en Whisper hebben we twee poezen. Sita (een britse korthaar) en Minou (een schildpadpoes). Minou kwam uit het asiel in Kampen en was in het begin best een wilde. Na twee dagen lag ze tot onze grote verbazing bij één van de honden in de mand. Ze aapt de anderen in alles na. Als een hond languit bij mijn voeten gaat liggen, komt zij er in dezelfde houding naast liggen. En ook Sita is een voorbeeld. Als wij ‘s ochtends uit bed komen wacht Sita op tafel tot we haar optillen. Dat is al jaren een traditie. Sinds kort zit Minou bij haar voor hetzelfde ritueel. Prachtig!”
© S. van Oosten
Hetty geeft het cadeau dat ze van de Dierenbescherming mag uitzoeken aan dierenasiel Kampen!
Dierenopvangcentrum Kampen is erg blij met de gift van € 50,- en heeft er gaas van gekocht voor het Konijnorama. juni 2012
5
ik vind baas
‘Hij kletst heel wat af voor de spiegel’ Een vrolijke, actieve parkiet die bij iedereen op de hand springt. Dát is precies wat Mattanja Tanis zocht. Toen ze deze tekst op de site van de dierenbescherming zag met een foto van het blauwgrijze parkietje Ace, reed ze meteen naar Dierenopvangcentrum Kampen om hem op te halen. ‘Hij heet nu Pino, dat vond ik wel passen.’
Waarom een parkiet?
Waarom een asieldier?
‘Ik had al twee parkieten, een stelletje. Maar ik wilde er graag eentje bij die ik wat tammer kon maken, die bij je komt. Aan Pino heb ik een goeie. In het begin was hij een beetje schuw en had ik het idee dat hij bang voor me was. Maar nu loopt hij vol zelfvertrouwen door de kamer en gaat hij op mijn schoen zitten. Ook begint hij zijn eigen naam al te zeggen.’
‘Ik vind het mooi om een dier in huis te nemen dat niet wordt opgehaald. Dieren bij een kweker hebben al een goed huis, maar dieren in een asiel zitten daar nog echt op te wachten!’
En klikt het met de andere parkieten? ‘Hij heeft zijn eigen kooi, maar ik merk dat hij wel steeds geïnteresseerder in ze raakt. Hij probeert nu ook bij ze te komen. Maar dat lukt nog niet echt, want hij kan niet zo goed vliegen. Pino is ooit te kort gekortwiekt. Ik vind dat een vogel hoort te vliegen, dus ik hoop dat het hem ooit weer lukt.’
16
Wat vinden je huisgenoten van Pino? ‘Ik ben eerstejaars student Theologie in Ede en woon op kamers. Mijn twee huisgenoten vinden het ook wel leuk. Eén van hen wil er nu zelf ook eentje kopen. Het is heel gezellig om dieren in huis te hebben. Pino is echt supervrolijk, hij zit altijd te dansen op zijn stok en vindt het heel leuk om op onderzoek uit te gaan. Dan klimt hij via mijn schoenen, die in de hoek staan, naar de spiegel en dan kletst hij vervolgens een eind weg tegen zichzelf. Maar ‘s nachts doe ik wel een deken over de kooi want anders word ik om zes uur al wakker van die drie.’ Dier in noord-overijssel
Dier ≠ mens?
‘Een hond is een dier, niet een mens met vier poten’ Hoe we onze huisdieren menselijke eigenschappen toedichten Testikelimplantaten waardoor de gecastreerde boxer Johnny zijn ‘zelfvertrouwen’ weer heeft hervonden, een lekkere ‘snack’ voor konijn Snuitje want ‘die heeft ook wel eens zin in een tussendoortje’. Het zijn enkele voorbeelden van antropomorfisme, oftewel: het vermenselijken van onze (huis) dieren. Een ontwikkeling die oploopt met onze groeiende liefde voor viervoeters, zwemmers en vliegers.
28
Dier in noord-overijssel
Dier ≠ mens? rijk dat hij zich onderdanig, natuurlijk, mág gedragen. Wij hebben onze menselijke bril op en denken: ik zou me in mijn eer aangetast voelen als ik in de positie van de hond zou zitten, dus zal dat voor hem ook gelden. Maar dat is niet zo. Deze blik naar een dier getuigt van een misverstand over wat een dier is en wat hij nodig heeft.’
Plastische chirurgie
B
oris de Duitse Herder hoeft tijdens koude winters niet meer buiten het erf te bewaken en Moortje de poes slaapt niet langer in de bijkeuken, maar op ons voeteneinde. In de loop der jaren is er veel veranderd in hoe wij naar dieren kijken. Al eeuwenlang leven we met ze samen. Honden hielpen duizenden jaren geleden bij het jagen en later het hoeden van vee en het bewaken van het erf. Katten hielden opslagplaatsen vrij van muizen en ratten. Paarden werden ingezet als trek- en later rijdieren. Niet zo gek dat we honden zo ongeveer in de Middeleeuwen (en in sommige andere culturen al ver daarvoor) steeds meer als gezelschapsdieren gingen zien. Katten volgden een paar eeuwen later en inmiddels zijn huisdieren niet meer weg te denken uit ons leven. Honden, katten, konijnen, vogels, knaagdieren, vissen en reptielen... ze hebben inmiddels allemaal een plekje in vele gezinnen veroverd en worden steeds meer gezien als een onderdeel daarvan.
Vermenselijking Volgens het Landelijk InformatieCentrum Gezelschapsdieren (LICG) is antropomorfisme (het toekennen van menselijke eigenschappen aan nietmenselijke objecten of wezens) niet per definitie verkeerd. Op haar site schrijft ze: Doordat het dier wordt gezien als een vriend - mensen het idee juni 2012
hebben dat hun dier ook van hen houdt en hun gevoelens begrijpt, ontlenen zij er steun aan en kan een huisdier bijvoorbeeld eenzaamheid verdrijven. De grens ligt volgens de organisatie op het punt waarop een huisdier als mens wordt gezien en behandeld. Daarmee gaat een eigenaar voorbij aan het feit dat het een andere soort is, met andere, soorteigen behoeften. Frauke Ohl sluit zich bij deze opvatting aan. Ze is voorzitter van de Raad voor Dierenaangelegenheden en hoogleraar Dierenwelzijn aan de faculteit Diergeneeskunde aan de Universiteit van Utrecht. ‘Het vermenselijken van onze huisdieren komt voort uit dierenliefde’, zegt ze. ‘Maar het heeft meer te maken met wat wíj als dierenliefde ervaren dan wat het dier als wenselijk ervaart.’
Onderdanige hond Volgens hoogleraar Frauke Ohl vermenselijken we dieren als we onze eigen criteria op ze proberen toe te passen. ‘Ons idee over dieren is gebaseerd op hoe wíj naar de wereld kijken. Een voorbeeld: voor ons heeft het woord “onderdanigheid” een nare klank. Veel mensen vinden het onaangenaam als een hond zich onderdanig gedraagt. Alsof hij niet met respect wordt behandeld. Maar ze vergeten dat dat gedrag bij honden bijdraagt aan een positieve, sociale verhouding in een roedel. Soms is het voor een hond juist heel belang-
Met het aanbieden van plastische chirurgie waarbij een gecastreerde hond testikelimplantaten krijgt of waarbij het “gezicht” van een rimpelige hond wordt strakgetrokken, overschrijden we grenzen, vindt de hoogleraar. Maar ook op veel minder ingrijpende vlakken raken we de draad kwijt. ‘Kleding voor honden en katten, tussendoortjes voor een konijn? Dat draagt meer bij aan het welzijn van de mens dan aan die van het dier’, vertelt Frauke Ohl. ‘Een hond heeft een vacht, het zal hem niet bezighouden wat voor jackje hij draagt. Veel mensen staan niet stil bij de vraag wat een hond of een kat eigenlijk is. En eerlijk is eerlijk, die vraag is vandaag de dag ook niet simpel te beantwoorden. We manipuleren met de natuur van een huisdier en fokken bijvoorbeeld verschillende rassen. Een dier is geen wild dier meer, zoals vroeger.’
Mens met vier poten Frauke: ‘Het is belangrijk dat we onthouden dat een hond een dier is, niet een mens met vier poten. Hij heeft bepaalde capaciteiten en bepaalde ook niet. Hij deelt bijvoorbeeld niet onze morele kaders. Ja, een hond is een sociaal wezen, maar hij beschouwt een kleinere hond niet noodzakelijk als de “zwakkere partij”.’ Ze nuanceert: ‘De intentie van vermenselijking is bij bijna iedere huisdiereigenaar positief. Je wilt iets goeds doen voor je dier. Het probleem is dat we uitgaan van wat goed is voor óns. Want als dat zo is, zal het ook wel goed zijn voor een dier. En deze veronderstelling klopt niet altijd. Het is goed om te onderzoeken hoe je je eigen dier kunt ondersteunen en hem in staat kan stellen om zich te redden in onze menselijke wereld. 29
Dier ≠ mens? Want we plaatsen een huisdier in ónze mensenwereld en verwachten dat hij maar flexibel is.’ Vermenselijking is volgens Frauke dus niet per definitie slecht, maar we zouden er goed aan doen om eens wat realistischer naar onze huisdieren te kijken. ‘Vermenselijken is voor mij geen negatief woord, tenzij het te ver gaat. Het is goed om je af te vragen of je door je eigen bril kijkt of naar wat het dier zelf echt nodig zou hebben.’
Acupunctuur voor dieren Antropomorfisme kent vele vormen. Zo geeft een grote hondenvoedingproducent tips over hoe je het beste een puppyfeestje kunt organiseren en is er zelfs hondenbier op de markt. Daarnaast kun je je kat op yoga doen en zijn er nog de dierenpsycholoog en de acupuncturist. Allemaal vermenselijking, of is nuance hier ook weer gepast? Dierenarts en veterinair acupuncturist Willeke Nederlof houdt praktijk in Staphorst en Dalfsen. ‘Acupunctuur voor dieren is absoluut geen vermenselijking’, vertelt ze. ‘Het bestaat in China al net zo lang voor dieren als voor mensen. Ik zie het als een aanvullende geneeswijze op de reguliere westerse geneeswijze. Een dier wordt bij de behandeling gewoon als dier gezien. Als regulier dierenarts draag je zorg voor de gezondheid van het dier, daar kan acupunctuur een goede aanvulling op zijn.’ Een acupuncturist werkt met energiebanen en -punten in het lichaam van een dier. Willeke: ‘Als er bijvoorbeeld een kat op spreekuur komt met huidklachten, onderzoek ik het dier om te bepalen waar de energieblokkades of -deficiënties zich in het lichaam bevinden. Er komen veel dieren met chronische pijnklachten, omdat de eigenaar niet de rest van zijn leven pijnstillers aan zijn huisdier wil geven. Mensen gaan in deze tijd bewuster om met de gezondheid van zichzelf en hun huisdier. Vandaar dat er steeds meer beroep wordt gedaan op bijvoorbeeld acupunctuur.’
Dierenpsycholoog Ook de trend om met een dier naar een dierenpsycholoog te gaan, is volgens Willeke niet per se vermenselijking. Daarmee sluit ze aan bij Frauke Ohls opmerking dat de vraag wat een hond of een kat vandaag de dag nu eigenlijk ís, lastig te beantwoorden is. Willeke: ‘Dat mensen naar een dierenpsycholoog of gedragsdeskundige gaan, is mede een gevolg van het feit dat mens en dier tegenwoordig met elkaar samenleven. Het dier is gedwongen zich aan deze situatie, deze menselijke omgeving, aan te passen. En dat gaat wel eens mis. Een gedragsdeskundige is iemand die in deze situaties hulp kan bieden aan dier en eigenaar.
Als we bijvoorbeeld een kat, eigenlijk een solitair dier, met meerdere katten in een huis plaatsen kan dat tot problemen leiden. Sproeien bijvoorbeeld.’ Enige mate van vermenselijking keurt ze niet meteen af, maar ze vindt wel dat er grenzen moeten zijn. ‘Kleding, een kat die mee-eet aan tafel of in je bed slaapt... dat gaat me te ver. Je moet een dier niet op dezelfde lijn zetten als jezelf, maar je moet een dier wel respecteren als een wezen met gevoel. In de loop der jaren zijn we veel meer gaan kijken naar dierenwelzijn. We beseffen dat het levende wezens zijn. De tijd is veranderd. Als we dieren houden, hebben we ook de verantwoordelijkheid er goed voor te zorgen.’
Standpunt van de Dierenbescherming Vermenselijking van dieren Dieren worden steeds meer gezien als volwaardig gezinslid. Dit kan positief zijn, maar kent ook negatieve kanten (bijvoorbeeld obesitas bij honden en katten) en aandachtspunten, zoals verregaande medische zorg die niet meer in het belang is van het dier, en niet goed weten waaraan een huisdier nu eigenlijk behoefte heeft op basis van het soorteigen gedrag. De Dierenbescherming staat voor een liefdevolle, welzijnsvriendelijke, maar ook deskundige omgang met dieren. Niet voor niets stelt zij de eigenwaarde en natuurlijke geaardheid van het dier voorop. Een dier is geen ding, maar ook geen mens. Er zijn echter mensen, die hun huisdier het liefst behandelen als een soortgenoot, dus als mens. De vertroeteling neemt menselijke vormen aan. Het dier eet met de mensen mee, en niet alleen ontbijt, lunch of diner. Ook allerhande snoep-/zoetwaren, gebak en bon-bons. Als het dier dan kogelrond wordt, kan het vervolgens een dieet volgen en zelfs meedoen aan een afslankkampioenschap. Andere vormen van vermenselijking van huisdieren zijn: Kleding voor dieren; parfums, lotions, shampoos met parfums e.d. voor honden; geboorte-, verjaar-, rouwkaarten voor dieren; begrafenis van dieren samen met de baas; dubieuze/menselijke therapieën zoals plastische chirurgie en anderen. De Dierenbescherming is tegen vermenselijking van dieren. Zij beschouwt dit als uitwassen van (dubieuze, vaak egoïstische) genegenheid en vertroeteling. De eigenwaarde en natuurlijke geaardheid van het dier wordt geweld aangedaan, terwijl ook tal van gezondheids- en welzijnsproblemen kunnen ontstaan. Wie niet van dieren in hun natuurlijke staat houdt, niet van hun gewoontes, niet van hun geurtjes e.d., moet geen huisdieren nemen/houden. De erkenning van de eigenwaarde en natuurlijke geaardheid van dieren houdt in dat een dier als zelfstandig levend wezen met bewustzijn en gevoel gezien moet worden. Een dier is geen ding, maar ook geen mens. Een dier moet in zijn eigenwaarde en natuurlijke geaardheid gelaten worden en niet als mens gezien noch behandeld worden.
Gebruikte bron: www.licg.nl 30
Dier in noord-overijssel