DIENST VOOR ONTHAALOUDERS
HUISHOUDELIJK REGLEMENT 13-06-2012
1
ALGEMEEN De dienst voor onthaalouders OCMW Kortrijk is erkend en gesubsidieerd door Kind & Gezin. De dienst voldoet aan de eisen die de overheid stelt. Organiserend bestuur Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) te Kortrijk. Contactpersoon : Philippe Awouters, Secretaris, Budastraat 27, 8500 Kortrijk. Tel : 056/24.48.00 Contactpersonen van de dienst voor onthaalouders De dagelijkse leiding is in handen van de dienstverantwoordelijken Ann Deloof, Véronique Quidousse en Ann Bucholtz. Zij coördineren de activiteiten, begeleiden de onthaalouders en onderhouden het contact met de ouders en externe instanties. Permanentie van de dienst is op maandag van 13.00u tot 14.00, donderdag- en vrijdagvoormiddag van 8.30u tot 11.30u, of op afspraak. Adres: dienst voor onthaalouders Condédreef 16 A, 8500 Kortrijk tel : 056/24.42.83-84 Email :
[email protected] [email protected] [email protected] De verlofperiodes van de dienst worden telkens schriftelijk (per mail) meegedeeld aan de onthaalouders minstens een maand op voorhand. Doelstelling De dienstverlening omvat de opvoeding en de verzorging van de kinderen. De dienst voor onthaalouders wil een veilig, kindvriendelijk klimaat scheppen dat de ontwikkeling van de kinderen bevordert en hun alle kansen bieden om hun talenten en vaardigheden te ontplooien. De dienst baseert zich op haar visietekst waarbij verschillende aspecten inzake de woning en de omgeving, het spel, spelen en speelgoed, de relatie tussen de onthaalouder en het kind, de basisbehoeften van het kind, de omgang tussen de kinderen, vorming en opleiding, alsook de relatie tussen de onthaalouder en de ouders worden toegelicht. Doelgroep De dienst voor onthaalouders voorziet : Opvang van kinderen tot ze voltijds naar school gaan. Opvang van kinderen tot 12 jaar buiten de schooluren en vakantieperiodes. Opvang van kinderen met extra zorgbehoefte Opvang tijdens de nacht en weekend maar dit dient vooraf met de onthaalouder besproken te worden. 2
Een onthaalouder mag het maximaal aantal toegestane kinderen (4 voltijdse plaatsen) niet overschrijden. Er mogen ook niet méér dan 8 kinderen gelijktijdig in de opvang aanwezig zijn, eigen kinderen jonger dan 6 jaar inbegrepen Aanvraag en inschrijvingsbeleid De dienst geeft uitleg over de werking van de dienst en bezorgt je een lijst van de beschikbare onthaalouders. Uit deze lijst kan je zelf een keuze maken. Wij raden aan meerdere onthaalouders te bezoeken, voordat je een keuze maakt. Bij een definitieve keuze breng je zowel de dienst als de gekozen onthaalouder op de hoogte. Deze aanvraag wordt gereserveerd en de inschrijving gebeurt ongeveer één maand voor de effectieve start van de opvang. De dienst staat open voor alle kinderen maar neemt bij voorrang kinderen :
Van werkende ouders Opvang omwille van pedagogische motieven Gezinnen met een laag inkomen Alleenstaande ouders
Indien er geen vrije plaats is bij één van de aangesloten onthaalouders wordt er met jouw instemming, nagegaan of er binnen de aangesloten opvanginitiatieven van het CKO De Koepel een vrije plaats is. Er kan ook verwezen worden naar het meldpunt Kinderopvang, Koning Albertstraat 12 te kortrijk 056/26.67.84 www.kortrijk.be/kinderopvang. Verzekering De dienst voor onthaalouders heeft een verzekering voor de burgerlijke aansprakelijkheid voor de onthaalouders en de kinderen, alsook een verzekering tegen lichamelijke ongevallen voor de opgevangen kinderen afgesloten. Aangifte van schadegevallen of ongevallen gebeurt bij de dienstverantwoordelijke zo snel mogelijk na het gebeuren. Klachtenbehandeling Wij nodigen je uit om bedenkingen en klachten onmiddellijk te bespreken met de onthaalouder of de dienstverantwoordelijke. Samen zullen we trachten tot een oplossing te komen. Je kan je suggesties en klachten overmaken aan de verantwoordelijke van de dienst(, een ander personeelslid van het OCMW Kortrijk) of bij het centraal klachtenpunt van OCMW Kortrijk. We garanderen dat we elke klacht een efficiënte en doeltreffende manier registreren, behandelen en beantwoorden. Indien je van mening bent dat je klacht ontoereikend beantwoord werd, kan je je wenden tot de Klachtendienst van Kind & Gezin, Hallepoortlaan 27, 1060 Brussel. Je kan dit doen via
[email protected] of 02-533 14 14.
3
Bereikbaarheid in geval van nood Bij nood vragen we de ouders in eerste instantie de onthaalouder die hun kind opvangt te contacteren. De onthaalouders kunnen indien dit nodig zou blijken de dienstverantwoordelijken bereiken via een afgesproken procedure.
INTERN WERKINGSKADER Samenwerking met de onthaalouders De opvang gebeurt bij onthaalouders die dus de belangrijkste peiler vormen en van kapitaal belang zijn daar zij de dagelijkse opvang van de kinderen realiseren waarbij een kindvriendelijke houding essentieel is. Omdat OCMW Kortrijk met bekwame onthaalouders wil werken vindt OCMW Kortrijk het belangrijk dat zij goed functioneren, graag hun werk doen en zich gesteund voelen door de dienst voor onthaalouders omdat ze er met hun problemen terecht kunnen. Daarom is het werken aan een vertrouwensband tussen dienstverantwoordelijke en onthaalouders prioritair. De dienst voor onthaalouders van het OCMW Kortrijk streeft ernaar dat de onthaalouders zich veilig voelen en dat ze in een open relatie zichzelf kunnen zijn. De dienst doet dit door ‘er te zijn ‘, door regelmatig op huisbezoek te gaan, door vele informele contacten en door het aanbieden van voor de onthaalouders interessante vorming , m.a.w. de dienst zorgt voor continuïteit in de begeleiding. OCMW Kortrijk ziet dit als basisvoorwaarde opdat een onthaalouder zou kunnen ‘groeien en openbloeien’ in het zorg bieden aan de kinderen die hij/zij opvangt. OCMW Kortrijk streeft met haar dienst voor onthaalouders naar een permanente kwaliteitszorg door continu open te staan voor vernieuwende inzichten i.v.m. opvoeding van kinderen met de bedoeling dat alle opgevangen kinderen optimale ontplooiingskansen krijgen bij bekwame onthaalouders. De ouders van de kinderen worden hierbij zoveel mogelijk betrokken met respect voor hun eigenheid. De onthaalouders bieden een kleinschalige opvang waar huiselijke sfeer en individuele benadering van elk kind centraal staat. Om de kleinschaligheid te kunnen garanderen, kan een onthaalouder niet meer dan 4 voltijdse kinderen per kwartaal opvangen. Eigen kinderen die nog niet naar de kleuterschool gaan worden meegerekend in de bezetting. Er kunnen maximaal 8 kinderen gelijktijdig aanwezig zijn, eigen kinderen tellen daarbij mee tot ze naar het eerste leerjaar gaan. Bij 2 samenwerkende onthaalouders zijn dat er 14 (indien zij aan de voorwaarden van brandveiligheid voldoen). Tevens geeft de dienst ondersteuning van materiële aard : houten spijlenbedjes conform de normen van kind & gezin, boxen, buggy’s. Samenwerking met de ouders en kinderen De dienstverantwoordelijke en de onthaalouders willen nauw met je samenwerken. Zij verstrekken je zoveel mogelijk informatie over de dienstverlening en het opvoedkundig model. Zij houden je op de hoogte van de vorderingen van je kind.
4
De dienst voor onthaalouders creëert regelmatig mogelijkheden waardoor je betrokken wordt in de organisatie van de opvang van je kind (signaalkaart, vorming, …). Ook vraagt de dienst je om alle inlichtingen te geven (zoals de gewoontes en eigenheden van je kind, belangrijke medische gegevens, wensen) die nodig zijn om de opvang af te stemmen op de individuele noden van je kind (zie formulier afspraken tussen ouders en onthaalouder). Heb je vragen over de gezondheid, de ontwikkeling en de activiteiten van je kind dan kan je steeds bij de onthaalouder of dienstverantwoordelijke terecht. In samenwerking met de onthaalouder wordt de ontwikkeling van je kind.gevolgd. Als ouder heb je toegang tot alle ruimtes in het huis van de onthaalouder waar je kind verblijft. Als voorziening hebben wij een beleid omtrent preventie, detectie en aanpak van grensoverschrijdend gedrag. Hieronder verstaan wij “elk bedreigend of gewelddadig gedrag met zowel actieve of passieve betrokkenheid van het kind, van lichamelijke, emotionele en/of seksuele aard, en dit door een volwassenen die in een vertrouwensen/of gezagsrelatie staat waardoor schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan het kind. Elk signaal en /of vermoeden van grensoverschrijdend gedrag tav een kind in de kinderopvangvoorziening kan u steeds melden aan de verantwoordelijke. Elke melding wordt ernstig genomen, onderzocht en opgevolgd.
WEDERZIJDSE AFSPRAKEN TUSSEN OUDERS EN DE DIENST VOOR ONTHAALOUDERS Opvangplan De startdatum van de opvang en de individuele dag- en uurregeling worden in een schriftelijke overeenkomst vastgelegd in samenspraak met de onthaalouder (idem voor wijzigingen). De dienst vraagt met aandrang dat de afgesproken openingstijden en opvangregeling bij de onthaalouder gerespecteerd worden. Het feit dat zij thuis opvang garandeert en dus in principe flexibel kan zijn, mag dit niet beïnvloeden. De onthaalouder deelt ten laatste tegen eind april de vakantiedata van het komende jaar aan je mee. Bijkomende sluitingsdagen kunnen worden vastgelegd en moeten tijdig worden meegedeeld. Breng- en haalmomenten Binnen de afgesproken dag-en uurregeling mag je je kind op elk moment brengen of afhalen. Tijdens deze momenten kan je informatie uitwisselen met de onthaalouder. Je haalt je kind best ten laatste 5 minuten voor sluitingstijd af. Bij laattijdig afhalen krijg je een verwittiging. Bij herhaaldelijk laattijdig afhalen zal gevraagd worden om samen een oplossing te zoeken. Mocht blijken dat er geen oplossing mogelijk is, kan dit leiden tot een beëindiging van de opvang. De onthaalouder vertrouwt de kinderen alleen toe aan de personen die uitdrukkelijk worden vermeld in de overeenkomst. Je verwittigt vooraf de onthaalouder wanneer derden je kind afhalen.
5
Treedt er in de loop van de opvang een wijziging op in het ouderlijk gezag of het verblijfs- of bezoekrecht, dan moet je dit onmiddellijk melden aan de onthaalouder. Bij afwezigheid Als je kind onverwacht op de afgesproken momenten niet naar de onthaalouder gaat, dient de onthaalouder voor het afgesproken beginuur verwittigd te worden. Toegang tot de plaatsen waar uw kind verblijft Tijdens de opvang kan je op ieder moment vragen om toegang te krijgen tot de plaatsen waar je kind verblijft (de plaatsen waar het kind eet, speelt en slaapt) zonder dat dit storend is voor de werking van het opvanggezin. Bij een eerste rondleiding (normaal bij de toezegging) kan je vragen om de bedjes en de slaapruimte te zien. De ouders respecteren de tijd en het privé-leven van de onthaalouder, o.a. bij het brengen en het ophalen van het kind. Afspraken daaromtent worden mondeling gemaakt (vb. al dan niet bellen aan voordeur, binnenkomen achteraan enz.) Voeding Je staat in voor de eerste fles of het ontbijt. Na afspraak met de onthaalouder, bijvoorbeeld bij een vroege opvang, kan je het ontbijt meebrengen. Afhankelijk van het tijdstip en de duur van de aanwezigheid van je kind in de opvang verstrekt de onthaalouder de gepaste maaltijd. De maaltijden zijn vers bereid en het menu wordt meegedeeld aan de ouders. Flesvoeding voor baby’s en/of bijzondere dieetproducten worden meegebracht door de ouders. Je bezorgt de onthaalouder informatie over het product, de bereidingswijze en – voor dieetproducten- de nodige medische achtergrondinfo. Voor de flesvoeding breng je voldoende gesteriliseerde flessen mee, met de gepaste hoeveelheid water; het melkpoeder wordt in gepaste dosis per fles in een zuiver recipiënt meegegeven. De fles wordt juist voor de toediening door de onthaalouder op hygiënische wijze bereid. Kleding en verzorging Het kind komt ‘s morgens gewassen en aangekleed bij de onthaalouder. De ouders brengen volgende zaken zelf mee : luiers, reservekledij en kledij om buiten te spelen, verzorgingsproducten. Vaccinaties In België is alleen het vaccineren van jonge kinderen tegen polio verplicht. Het is echter sterk aanbevolen om je kind te vaccineren volgens het vaccinatieschema van de hoge Gezondheidsraad, dat kind en Gezin toepast. Een onvoldoende immuniteit voor difterie, kinkhoest, klem, hersenvliesontsteking door Haemophilus influenza B, hersenvliesontsteking of bloedvergiftiging door meningokokken C, mazelen, bof, rode hond en hepatitis B kan immers ernstige verwikkelingen voor je kind tot gevolg hebben. Bovendien lopen andere kinderen en leden in de opvang het risico om besmet te worden (vb. jonge baby’s die nog niet gevaccineerd werden, zwangere vrouwen).
6
Preventie wiegendood In het kader van wiegendoodpreventie willen we de mogelijke risicofactoren uitschakelen. Zo wordt een kind steeds op de rug te slapen gelegd. Wanneer ouders vragen een andere slaaphouding te geven aan hun kind (buik- of zijligging) moet dit schriftelijk gestaafd worden met een medische reden door de behandelende arts. Tot de leeftijd van 6 maanden slaapt je kind in de ruimte waar de onthaalouder aanwezig is om regelmatig toezicht te kunnen garanderen. Ook leggen we geen grote knuffels in het bed van baby’s. In dit kader is roken in de leef- en slaapruimtes van de kinderen verboden. Opvang van een ziek kind Licht zieke kinderen kunnen bij de onthaalouder terecht. Te zieke kinderen kunnen niet bij de onthaalouder terecht. Daarom verzoeken wij je reeds op voorhand een oplossing te zoeken voor het geval je kind ’s ochtends ziek zou zijn en er een dringende alternatieve opvang nodig is. Hierbij onderstrepen wij dat het belang van het kind vooropstaat en dat ook rekening gehouden wordt met het belang van de ander opgevangen kinderen en de extra werkbelasting die de zorg van het zieke kind met zich meebrengt. Kinderen die volgende ziektesymptomen vertonen worden niet toegelaten in de opvang : Diarree : lopende of waterige ontlasting met koorts of bloederige ontlasting. In dit geval kan het kind pas weer in de opvang als het klachtenvrij is. Braken in combinatie met algemeen ziek zijn; (oppassen voor uitdroging) Zeer zware hoest in combinatie met algemeen ziek zijn, koorts of ademhalingsmoeilijkheden Meer dan 38°C koorts gepaard met keelpijn, braken, diarree, oorpijn, prikkelbaarheid, verwardheid of rode huiduitslag Een gele huid of geel oogwit. In dit geval moet het kind eerst onderzocht worden voordat het kan terugkomen naar de opvang. Elk kind dat niet kan deelnemen aan de normale activiteiten van de kinderopvang wegens ziektetoestand. Als de andere kinderen een risico lopen (vb bij een besmettelijke ziekte). Bij twijfel van herstel, kan een doktersattest gevraagd worden. Ook de infectieklapper van Kind en Gezin wordt gehanteerd om te bepalen of een kind dat aan een bepaalde ziekte lijdt al dan niet in de kinderopvang wordt toegelaten. Elke onthaalouder beschikt over deze infectieklapper. Ook als ouder kan je deze infectieklapper consulteren via de website van Kind en Gezin. Wij vragen je met aandrang om eventuele, niet onmiddellijk zichtbare medische problemen van je kind te signaleren; wanneer deze bijzondere waakzaamheid vergen of een gevaar kunnen betekenen voor anderen. Dit met het oog op het preventief beschermen van je eigen kind, de onthaalouder en zijn of haar gezinsleden en andere kinderen in de kinderopvang en om onnodige risico’s zoveel mogelijk uit te sluiten. Bij ziekte van de onthaalouder kan er door de dienst gezocht worden naar mogelijke alternatieve opvang.
7
Afspraken in geval een kind ziek wordt of een ongeval krijgt tijdens de opvang Als je kind in de loop van de dag ziek wordt neemt de onthaalouder contact op met jou/met de verantwoordelijken zoals opgegeven in de inlichtingenfiche. Samen wordt dan naar een passende oplossing gezocht. De onthaalouder kan, na overleg met jou, je kind ouder dan 3 maand maximaal één dosis paracetamol geven in de vorm van siroop, zonder het advies van een arts wanneer een kind koorts heeft, maar zonder dat er alarmsignalen zijn. Indien je niet bereikbaar bent, doet de onthaalouder een beroep op een dokter of je eigen behandelende arts (vermeld op de inlichtingenfiche). De eventuele medische kosten vallen ten laste van de ouders. De beste oplossing is in de meeste gevallen dat het kind zo snel mogelijk wordt opgehaald, dit in belang van het kind zelf en ook in het belang van de andere kinderen in de opvang. In noodgevallen dient de onthaalouder de eerste zorgen toe. In ernstige gevallen wordt de hulpdienst verwittigd of wordt je kind naar het ziekenhuis gebracht. Als ouder wordt je zo snel mogelijk verwittigd. Afspraken rond medicatie 1. Voorgeschreven medicatie wordt zoveel mogelijk thuis toegediend. Indien het kind medicatie nodig heeft, ook al wordt dit enkel thuis toegediend, breng je de onthaalouder hiervan op de hoogte. Als er toch medicatie moet toegediend worden in de opvang, dan kan dit enkel wanneer er een voorschrift is van een arts of apotheker. Het attest van de behandelende arts of apotheker (een automatisch afgedrukt of een handgeschreven etiket gekleefd op de verpakking van het voorgeschreven geneesmiddel) wordt aan de onthaalouder gegeven; Wat staat op dit attest ? Naam van de medicatie Naam van de arts Naam van de apotheker (indien attest van de apotheker) Naam van het kind Datum van aflevering en vervaldatum Dosering en wijze van toediening Wijze van bewaren Einddatum en duur van de behandeling. Deze info kan eveneens door de arts genoteerd worden in het volgboekje of in het gezondheidsboekje van je kind. 2. Ook voor geneesmiddelen zonder voorschrift streven we dezelfde aanpak na. Essentieel hierbij is dat we door goed geïnformeerd te zijn de beste zorgen kunnen toedienen aan je kind. Naleving van de wet op bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Alle onthaalouders zijn gebonden aan de naleving van de wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Dit houdt in dat alle gegevens over ouders en kinderen die zij mondeling of schriftelijk krijgen met respect voor de privacy moeten behandeld worden. Overeenkomstig het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 betreffende de erkennings- en subsidiëringvoorwaarden kan de dienst voor onthaalouders bij de
8
inschrijving en tijdens het hele verblijf van je kind bij de onthaalouder persoonsgegevens opvragen. Het betreft administratieve gegevens van het kind, de ouders en het gezin, financiële gegevens over de ouders, en medische gegevens over het kind. Voor zover relevant voor de opvang kan de dienst ook sociale gegevens of medische inlichtingen van andere gezinsleden registreren. Medische gegevens kunnen enkel opgevraagd worden onder de verantwoordelijkheid van een arts. Administratieve en sociale gegevens worden opgevraagd en verwerkt onder de verantwoordelijkheid van de dienstverantwoordelijke. Overeenkomstig de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer heb je als ouder recht op toegang tot de administratieve gegevens die je kind, jezelf of je gezin betreffen en kan je verbetering ervan vragen. Opzegmodaliteiten Voor de ouders : Wanneer de ouders de opvang willen beëindigen, melden ze dit aan de onthaalouder en de dienst ten minste één maand vooraf. Er kan enkel en alleen van deze termijn afgeweken worden, omwille van gerechtvaardigde redenen. Voor de onthaalouders : Stopzetting door de onthaalouder wordt minstens 1 maand vooraf aan de ouders en de dienst gemeld. De ouders kunnen met de dienst dan een andere oplossing bespreken. Voor de dienst : De dienst voor onthaalouders kan de opvang eenzijdig schorsen of beëindigen wanneer je het huishoudelijk reglement of het individuele opvangplan niet naleeft, wanneer je de facturen niet tijdig betaalt of wanneer je geen gevolg geeft aan de mondelinge en schriftelijke verwittigingen van de dienst. De opzegging of schorsing worden per aangetekende brief meegedeeld met vermelding van de reden en de ingangsdatum. Van de periode van vooropzeg kan worden afgeweken als dit is overeengekomen tussen onthaalouder, ouders en of dienst omwille van gerechtvaardigde redenen.
FINANCIELE BEPALINGEN Financiële bijdrage van het gezin (zie ook bijlage) Algemeen De op het aanslagbiljet vermelde ‘gezamenlijk belastbare beroepsinkomsten” zijn de basis voor de berekening van de bijdrage, overeenkomstig de geldende wetgeving te vinden op de www.kindengezin.be
9
De dienstverantwoordelijke bezorgt je alle nodige informatie m.b.t. het berekeningssysteem of je kan ook zelf je financiële bijdrage berekenen op www.kindengezin.be of het nummer van de Kind en Gezin-lijn 078 150 100. De te betalen financiële bijdrage staat in verhouding tot de verblijfsduur : -
dagopvang van minder dan 3 uur dagopvang van 3 tot minder dan 5 uur (1 maaltijd inbegrepen) dagopvang vanaf 5 uur (2 maaltijden inbegrepen) nachtopvang van minder dan 13 uur dagopvang van 12 uur en meer aaneensluitende dag- en nachtopvang van minder dan 24 uur nachtopvang van 13 uur of meer
40% 60% 100% 100% 160% 160% 160%
De bijdrage dekt het geheel van de verblijfskosten, met uitzondering van de bijdragen die als deelname in specifieke opvangkosten wordt gevraagd en/of bepaalde zaken zoals luiers, flesvoeding en voldoende reservekleding die je als gezin zelf meebrengt naar de opvang. Indien de opvang van je kind over meerdere momenten per dag is gespreid worden de verblijfstijden per dag opgeteld. Alle kortstondige opvangmomenten van minder dan één uur per dag kunnen per week steeds samengeteld worden. Bij een wijziging in de samenstelling van je gezin (bv. geboorte van een tweede kind) wordt de bijdrage herberekend. Het is dus jouw verantwoordelijkheid de wijziging te melden aan de dienst aan de hand van de nodige bewijsstukken. De wijziging wordt dan toegepast vanaf de 1ste dag van de maand volgend op de maand waarin je de wijziging meldt. Deze wordt niet toegepast met terugwerkende kracht. Toeslagen -
-
bij een verblijf van minder dan 3 uur wordt voor een warme maaltijd 2.5 € aangerekend. Voor het herhaaldelijk afhalen nà de openingsuren (uitgezonderd overmacht) wordt 5 € aangerekend en dit vanaf de derde schriftelijke verwittiging door de dienst. Voor onverwittigde of niet tijdig genoeg verwittigde afwezigheden (uitgezonderd overmacht) wordt 5 € aangerekend en dit vanaf de derde schriftelijke verwittiging door de dienst.
Sociaal tarief In uitzonderlijke financiële situaties kan een onderzoek gebeuren voor het bekomen van een sociaal tarief. De minimale bijdrage per dag per kind is echter altijd de minimumprijs ongeacht de verblijfsduur. Maximum tarief Indien je het aanslagbiljet (of andere inkomstenbewijzen) niet tijdig of helemaal niet aan de dienst bezorgt, wordt de maximumbijdrage aangerekend totdat het gezin een bewijs va inkomen levert. De herberekende bijdrage wordt dan toegepast vanaf de 1ste dag van de maand volgend op de maand waarin je de wijziging meldt. Deze wordt niet toegepast met terugwerkende kracht.
10
Facturatie Maandelijks krijgen alle ouders een gedetailleerde factuur met de rekening van de opvangkosten van de voorafgaande maand. Binnen de 4 weken na ontvangst van de factuur wordt de rekening betaald. Dit kan door middel van een domiciliëringsopdracht of door middel van een overschrijving. Bij laattijdig betalen wordt vanuit de financiële dienst een schriftelijke aanmaning tot betalen aan de ouders gestuurd. Vanaf het eerste aangetekend schrijven kan een toeslag voor incassokosten aangerekend worden. Het niet betalen van de rekeningen of het niet naleven van de gemaakte afspraken rond de betaling kan leiden tot een stopzetting van de opvang. Fiscaal attest De kosten gemaakt voor opvang van kinderen tot 12 jaar zijn fiscaal aftrekbaar. Het fiscaal attest wordt afgeleverd in het eerste semester van het volgende jaar. Het fiscaal attest vermeldt enkel de in dat jaar effectieve betaalde bijdragen.
11
BIJLAGE : Financiële bijdrage van gezin De dienst vraagt aan de ouders, als deelname in de opvangkosten, een financiële bijdrage. Deze bijdrage wordt berekend op basis van het inkomen van het gezin, overeenkomstig de bepalingen die zijn opgenomen in het ministerieel besluit van 17 maart 2008 tot bepaling van de financiële bijdrage van de gezinnen voor de opvang van kinderen in erkende kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders. Hieronder vind je de meest actuele versie. De dienstverantwoordelijke kan je alle nodige informatie over de financiële bijdrage, het berekeningssysteem en de toegekende vermindering voor gezinnen met meerdere kinderen ten laste verstrekken. Je kan ook zelf je ouderbijdrage berekenen op www.kindengezin.be.
Financiële bijdrage van het gezin op basis van het inkomen 1. Bij de start van de opvang Bij de start van de opvang wordt het inkomen van het gezin vastgesteld op basis van het geldend aanslagbiljet . Het geldend aanslagbiljet is het Belgisch aanslagbiljet personenbelasting en aanvullende belastingen over de inkomsten van het kalenderjaar twee jaar voorafgaand aan 1 oktober .Afhankelijk van wanneer de opvang start in de loop van het jaar, moet een andere 1 oktober als uitgangspunt genomen worden. Start de opvang tijdens de periode van 1 januari tot en met 30 september, dan is 1 oktober van het vorig kalenderjaar de basis. Start de opvang tijdens de periode 1 oktober tot en met 31 december, dan is 1 oktober van het lopende jaar de basis. Het betreft het Belgisch aanslagbiljet van het gezin. Dit is de persoon die het kind ten laste heeft en de persoon die er mee gehuwd is of ermee samenwoont – samenwonende verwanten tot en met de vierde graad worden niet in aanmerking genomen. Samenwonen moet hier gelezen worden als zijnde domicilie hebben op hetzelfde adres. De dienst gaat er van uit dat de persoon die het kind inschrijft voor opvang door de dienst, de persoon is waar het kind verblijft en de persoon is die financiële verantwoordelijkheid opneemt voor het kind. Dit houdt concreet in dat het inkomen van het gezin van die persoon de basis is voor de berekening van de financiële bijdrage van het gezin, tenzij duidelijk blijkt dat een andere persoon het kind inschrijft. Bij twijfel of onduidelijkheid daarover en over de gezinssamenstelling in het algemeen kan de dienst een officieel document opvragen over de gezinssamenstelling. Indien je gezin of één van de personen van het gezin geen dergelijk geldend aanslagbiljet kan voorleggen of als het inkomen van het betreffende jaar niet vermeld wordt op het aanslagbiljet, wordt voor de betreffende perso(o)n(en) van het gezin rekening gehouden met het inkomen van de maand waarin de opvang start, vastgesteld op basis van loonfiches en/of bewijzen van officiële instanties. Dat maandinkomen wordt door de dienst omgezet naar een jaarinkomen volgens een wettelijk bepaalde formule. Uiterlijk vóór de startdatum van de opvang bezorg je de dienst het geldend aanslagbiljet van de persoon bij wie het kind verblijft en die de financiële verantwoordelijkheid draagt voor het kind. Is deze persoon gehuwd of samenwonend, dan moet ook het aanslagbiljet van de partner worden bezorgd. Dit is met uitzondering van samenwonende personen die verwant zijn tot en met de vierde graad. Indien je geen aanslagbiljet hebt ontvangen of als het inkomen van het betreffende jaar niet vermeld wordt op het aanslagbiljet, zorg je voor een loonfiche of een bewijs van een officiële instantie van de maand waarin de opvang start. Let wel, dit dient het volledige inkomen van die maand te zijn. Deze wordt aan de dienst bezorgd.
12
Indien je nog geen loonfiche of bewijs van een officiële instantie kan voorleggen bij de start van de opvang, wordt de ouderbijdrage voorlopig bepaald met vroegere loonfiches of bewijzen van officiële instanties (o.a. attest werkgever of sociaal secretariaat) die de huidige situatie benaderen. De eigenlijke bijdrage wordt dan berekend op het moment dat de correcte bewijsstukken worden ingediend. De ouderbijdrage wordt dan ook aangepast. Lever je geen bewijs van inkomsten (aanslagbiljet of bewijs van een officiële instantie) , dan rekenen we de maximale bijdrage aan. Deze maximale financiële bijdrage van het gezin blijft gelden tot en met de maand waarin je de bewijsstukken inlevert. In uitzonderlijke financiële omstandigheden kan de dienst beslissen om je een sociaal tarief toe te passen (zie verder: sociaal tarief) Indien er reeds een kind van het gezin wordt opgevangen door de dienst en het inkomen dus al werd vastgesteld geldt datzelfde eerder vastgestelde inkomen bij de start van de opvang. Wendagen worden niet beschouwd als de start van de opvang, maar als een aanloop naar de start van de opvang.
2. Jaarlijks op 1 oktober Jaarlijks per 1 oktober wordt door de dienst het inkomen van het gezin opnieuw vastgesteld op basis van het geldend aanslagbiljet. Opnieuw wordt het op dit aanslagbiljet gezamenlijk belastbare inkomen als basis genomen. Indien je als gezin dit aanslagbiljet niet kan voorleggen, wordt rekening gehouden met het inkomen van het gezin in de maand september. Dit op basis van loonfiches en of bewijzen van officiële instanties. Dit maandinkomen wordt dan omgezet naar een jaarinkomen. 3. Het inkomen van het gezin is meer dan 20% gedaald Wanneer het huidig inkomen van het gezin minstens 20% is gedaald ten opzichte van het inkomen van het gezin dat als basis werd genomen voor de berekening van de bijdrage, kan je je inkomen door de dienst terug laten vaststellen. Belangrijk hier is dat het inkomen van het ganse gezin minstens 20% moet gedaald zijn. Op basis van loonfiches en/of bewijzen van officiële instanties die betrekking hebben op de maand van de melding kan je je huidig inkomen bewijzen. Het is jouw verantwoordelijkheid als gezin een eventuele inkomensdaling te melden. De maand van de melding is cruciaal! De bijdrage wordt immers aangepast vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de melding van de daling aan de voorziening, op voorwaarde dat de bewijsstukken (tijdig) zijn binnengebracht en dar er effectief een daling is van het inkomen met 20%. Je moet als gezin binnen de 2 maand na het moment van de melding de nodige bewijsstukken binnenbrengen. Zo niet, wordt de bijdrage niet aangepast. Je kan dan eventueel een nieuwe melding van daling gezinsinkomen doen. VOORBEELD Bijvoorbeeld: een gezin meldt op 27 januari een daling van hun inkomsten. De bijdrage wordt herberekend op basis van het inkomen van januari, op voorwaarde uiteraard dat de daling in de maand januari minstens 20% bedraagt. De aangepaste bijdrage start vanaf februari. Weliswaar op voorwaarde dat het gezin ook tijdig de nodige bewijsstukken aan de dienst heeft bezorgd, dit is voor 27 maart.
4. Bij wijziging van de gezinssamenstelling Indien er een wijziging is in de samenstelling van het gezin op het niveau van de personen die het kind ten laste hebben (bijvoorbeeld een echtscheiding, een domiciliëring van een nieuwe partner enz), moet je dit zo snel mogelijk melden aan de dienst. In dat geval is er immers een nieuwe vaststelling van de financiële bijdrage van het gezin, rekening houdend met het inkomen van het gezin volgens de nieuwe samenstelling.
13
De bijdrage wordt aangepast vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de melding van de wijziging van de samenstelling van het gezin. Het is aan jou, als gezin een wijziging gezinssamenstelling te melden aan de dienst! Het inkomen wordt vastgesteld op basis van het aanslagbiljet of bij afwezigheid hiervan op basis van loonfiches of andere bewijzen van officiële instanties. Indien je gezin of één van de personen van het gezin geen dergelijk aanslagbiljet kan voorleggen of als het inkomen van het betreffende jaar niet vermeld wordt op het aanslagbiljet, wordt voor de betreffende perso(o)n(en) van het gezin rekening gehouden met het inkomen van de maand waarin de wijziging van de samenstelling van het gezin is gemeld, vastgesteld op basis van loonfiches en/of bewijzen van officiële instanties. Dat maandinkomen wordt door de dienst omgezet naar een jaarinkomen volgens een wettelijk bepaalde formule.
Berekening van de financiële bijdrage van het gezin 1. Bepaling van de bijdrage De berekeningswijze van de financiële bijdrage van het gezin - zowel wanneer deze is gebaseerd op het Belgisch aanslagbiljet, op loonfiches en/of bewijzen van officiële instanties als voor beginnende zelfstandigen en beginnende meewerkende echtgenoten - is vastgelegd in het Ministerieel besluit van 17 maart 2008 tot bepaling van de financiële bijdrage van de gezinnen voor de opvang van kinderen in erkende kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders. De te betalen bijdrage staat in verhouding tot de verblijfsduur van je kind in de opvang. De berekende bijdrage is de bijdrage voor een verblijf die minstens 5 uur en minder dan 12 uur duurt per dag per kind of voor een verblijf van minder dan 13 uur per nacht per kind. Voor een verblijfsduur die meer of minder bedraagt, gelden volgende percentages: -
40% voor een opvang van minder dan 3 uur per dag; 60% voor een opvang van 3 tot minder dan 5 uur per dag; 160% voor een opvang van 12 uur of meer per dag; 160% voor een aaneensluitende dag- en nachtopvang van minder dan 24 uur; 160% voor een nachtopvang van 13 uur of meer.
Indien de opvang van je kind over meerdere momenten per dag is gespreid worden de verblijfstijden per dag opgeteld. Indien de opvang bestaat uit zeer kortstondige opvangmomenten van minder dan één uur per dag, worden voor de berekening van de ouderbijdrage de verblijfstijden per week samengeteld. VOORBEELD Een kind komt naschools naar een onthaalouder en dit op maandag, dinsdag en donderdag van 15u45 tot 16u30. Zowel op maandag, als op dinsdag, als op donderdag, blijft het kind dus nooit langer dan 1 uur in de opvang. De verblijfstijden mag je dan ook per week optellen De bijdrage dekt het geheel van de verblijfskosten, met uitzondering van de bijdragen die als deelname in specifieke opvangkosten wordt gevraagd en/of bepaalde zaken zoals luiers en voldoende reservekleding die je als gezin zelf meebrengt naar de opvang.
14
2. Vermindering voor kinderen ten laste Gezinnen met meerdere kinderen ten laste genieten een korting op de berekende financiële bijdrage van het gezin per extra kind ten laste. Een kind ten laste is een kind waarvoor het gezin financiële verantwoordelijkheid opneemt, m.a.w. waarvoor het gezin instaat voor de courante kosten voor de opvoeding. De regelgeving bepaalt geen maximumleeftijd. Bij twijfel en wanneer een gezin niet duidelijk kan aantonen dat ze voor een ouder kind nog de financiële verantwoordelijkheid dragen, kan eventueel uitgegaan worden van de maximumleeftijd voor de kinderbijslag, zijnde 25 jaar. Gezinnen met een of meer meerlingen ten laste - ook hier gaat het om het opnemen van financiële verantwoordelijkheid – krijgen één aanvullende vermindering, ongeacht het aantal meerlingen in het gezin. Indien in de loop van de opvang het aantal kinderen ten laste toeneemt vragen we om dit zo snel mogelijk te melden! De vermindering gaat in vanaf de eerste dag van de maand volgend op de vaststelling van de toename. Het kortingsbedrag voor vermindering voor kinderen ten laste wordt elk jaar per 1 oktober geïndexeerd. De dienst deelt via een brief in de maand september dit geïndexeerde bedrag mee aan de gezinnen.
3. Sociaal tarief Het toekennen van een sociaal tarief is mogelijk voor gezinnen in een uitzonderlijke financiële situatie. Het regelgeving omschrijft drie soorten uitzonderlijke financiële situaties die in aanmerking komen om een sociaal tarief toe te kennen: Het gezin heeft een inkomensdaling ten opzichte van het inkomen waarop de bijdrage werd berekend, waarbij de bijdragehoogte die daaruit volgt, het gezin in financiële problemen brengt. Het gezin heeft financiële problemen die niet blijken uit het aanslagbiljet, loonfiches en/of bewijzen van officiële instanties. Het gezin heeft geen inkomen of een bewijs van inkomen, en zou door het gebrek aan inkomensgegevens de maximale bijdrage betalen, waarbij die bijdrage het gezin in financiële problemen brengt. Indien je vermoedt dat je als gezin je in één van bovenstaande situaties bevindt, kan je aan de dienst een sociaal tarief vragen. Na onderzoek kan de dienst een verminderde bijdrage aanrekenen, dit is ofwel -
-
75% van de berekende of toegepaste bijdrage 50% van de berekende of toegepaste bijdrage 25% van de berekende of toegepaste bijdrage De minimumbijdrage
Regeling in geval van fouten en/of valse verklaringen Foute berekeningen Als er een fout in de berekening is gebeurd, is het aan de dienst om dit recht te zetten. Bijvoorbeeld de ouderbijdrage is verkeerd berekend en is te hoog. Uitzondering is als je als gezin te weinig betaalt door een verkeerde berekening.
15
Valse verklaringen Indien een gezin valse verklaringen heeft afgelegd of moedwillig bijvoorbeeld bepaalde zaken verzwegen heeft die een gevolg hebben voor de ouderbijdrage, kan de dienst een de maximale ouderbijdrage aanrekenen. Deze wordt dan aangerekend met terugwerking tot het moment waarop de valse verklaringen werden afgelegd. In beide gevallen kan de dienst dit alleen maar doen wanneer het kind waarvoor een bijdrage werd berekend, nog steeds in de opvang is.
Tot slot : Verder zijn alle regels bindend die in het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 en de wijzigingsbesluiten, alsook het Ministerieel besluit van 17 maart 2008 betreffende de financiële bijdrage van de gezinnen. Bindend zijn evenzeer alle ministeriële besluiten en richtlijnen vanwege Kind en Gezin die in de toekomst uitgevaardigd zullen worden met betrekking tot de door Kind en Gezin erkende diensten voor onthaalouders. Van belangrijke wijzigingen zullen ouders en onthaalouders op de hoogte worden gebracht. Alle punten die niet in het reglement zouden zijn opgenomen (uitzonderingen, afwijkingen,…) worden met de verantwoordelijke van de dienst besproken. Alle regelgeving en bepalingen omtrent de erkende en gesubsidieerde opvangvoorzieningen kan je nalezen op www.kindengezin.be. Op deze website kan je ook de bijdrage berekenen voor de opvang van je kind.
16