Dienst geriatrie Geriatrisch zorgconcept op ziekenhuisniveau •
(A) Is de zorg voor de geriatrische patiënt in breed verband (directie, dienst geriatrie, andere disciplines, externe instellingen,…) strategisch onderzocht? Gebeurde dit op basis van objectieve cijfergegevens (activiteiten, MKG, demografisch gegevens, enz.)? Werd er gezocht naar het meest optimaal zorgaanbod voor geriatrische pathologie? Omhelst dit aanbod de verpleegafdeling, de polikliniek, het dagziekenhuis, de intramurale liaisonfunctie en de extramurale liaisonfunctie?
•
(A) Verpleegafdeling −
−
Is de capaciteit aan G-bedden is in verhouding met het aantal hospitalisaties? Hoeveel bedraagt het bezettingspercentage van de G? (ongeveer 80%) Worden er G-patiënten opgenomen op C- of D-afdelingen? Worden op de G-afdeling enkel G-patiënten opgenomen? Zijn deze afspraken terug te vinden in de algemene opnameregeling? Indien de instelling over een groot aantal G-bedden beschikt: bestaat er een zekere differentiatie in de verschillende G-afdelingen?
•
(A) Polikliniek Is er een uitgebouwde polikliniek geriatrie in het ziekenhuis? Werd de haalbaarheid om multidisciplinaire raadplegingen te organiseren voor specifieke doelgroepen (cognitieve deficiten, incontinentie, valproblematiek) onderzocht?
•
(A) Dagziekenhuis Werd de haalbaarheid om een specifiek dagziekenhuis geriatrie te organiseren onderzocht? (Het dagziekenhuis geriatrie biedt o.a. mogelijkheid voor het uitvoeren van diagnostische programma’s, voor één-dag-behandelingen en voor revalidatie.)
•
(A) Intramurale geriatrische liaison Hebben bejaarden op niet-geriatrische diensten gemakkelijk toegang tot specifieke geriatrische en multidisciplinaire zorg? Wordt naast de zorg voor de acute aandoening ook voldoende aandacht besteed aan de algemene functionele status van de patiënt en wordt revalidatie vroegtijdig gestart? Staat hiertoe een specifiek geriatrisch team ter beschikking?
•
(A) Werd over de opname en behandeling van de bejaarde patiënt in het ziekenhuis een maximale afstemming bereikt tussen de verschillende medische disciplines?
Geriatrie
Pagina 1
print – 12-11-2009 versie – 14/12/05
•
(A) Werd een geriatrisch patiëntenprofiel uitgetekend en de onderlinge doorverwijzingen geformaliseerd? * Opnamecriteria voor G zijn o.a. belangrijk voor spoedopname. * In het voorstel “zorgprogramma geriatrie” wordt de patiënt met G-profiel als volgt bepaald: − leeftijd > of = 70 en − polypathologie met nood aan behandeling en met aantasting van meer dan één orgaansysteem; of − hetzij meer dan één acute opname in een ziekenhuis in de laatste 24 maanden, hetzij referentie vanuit een RVT of een thuisvervangende faciliteit, hetzij nood aan doorverwijzing naar een thuisvervangende faciliteit.
Infrastructuur / uitrusting / omgevingselementen •
(NC) Bevat de dienst ten minste een eenheid van minimum 24 bedden?
•
(NC) Voldoet de dienst aan de architectonische normen? − alle oneffenheden van de vloeren zoals treden, trappen en andere hindernissen worden geweerd; − slipgevaar wordt voorkomen (belangrijk in sanitaire cel!); − doeltreffend oproepsysteem is aanwezig in alle lokalen; − WC’s zijn ruim en rolstoeltoegankelijk (patiënt kan door personeel vlot worden bijgestaan.); − gesprekslokaal (belangrijk), eetkamer die tevens als zitkamer kan aangewend worden en zaal voor gemeenschappelijke oefeningen aanwezig. − centrale leidingen voor zuurstof en voor aspiratie aanwezig in verpleegeenheid; − onderzoekslokaal (van gering belang)
•
(NC) Zijn er voldoende? − hoog-laag bedden; − anti-decubitus materiaal; − zijschermen voor enkele bedden − aangepaste zetels van verschillende hoogte; − rolstoelen; − nachtstoelen; − loopkaders en gaankrukken.
•
(NC) Is de oefenzaal minimaal uitgerust met? − looprek; − oefenfiets; − oefentrap; − wandrek.
Geriatrie
Pagina 2
print – 12-11-2009 versie – 14/12/05
(NC) Wordt in de dienst een gunstig psychologisch klimaat geschapen dat afgestemd is op de behoeften van geriatrische patiënten? − (nc) De patiënten eten, zo mogelijk, groepsgewijs in de eetkamer: − (nc) Kine- en ergotherapie gebeuren zoveel mogelijk in groepsverband. − (nc) Socio-culturele activiteiten (vb. lezen van krant, gezelschapsspelen, …) worden georganiseerd. − (A) Het dragen van dagkledij wordt bevorderd. • (TK) Worden opslagruimten met reinigingsproducten steeds afgesloten?
•
•
(TK) Voert de dienst een preventief beleid inzake wegloopgedrag? − Het aantal in- en uitgangen zijn beperkt. Ze zijn vanuit de verpleegpost observeerbaar. − Er is een deurvergrendeling d.m.v. cijferslot en/of er is een alarmsysteem (vb. met polsbandje) indien een persoon de afdeling verlaat.
•
(TK) Beschikt de dienst over voldoende toiletverhogers?
•
(TK) Kunnen de spiegels in de sanitaire cellen aangepast worden voor rolstoelpatiënten of patiënten in zittende positie? (kantelspiegels, zeer lange spiegels of in de hoogte verstelbare spiegels)
•
(NC) Zijn er in de gangen en in de sanitaire cellen voldoende handgrepen en leuningen?
•
(NC) Zijn er voldoende rustmogelijkheden in de gang? (De gangen moeten uitnodigend zijn voor de bejaarde om zich in de gang te begeven.)
Multidisciplinaire werking / personeelskader •
(NC) Beschikt de dienst over een gespecialiseerd multidisciplinair team samengesteld uit geriaters, verpleegkundigen, sociaal verpleegkundigen of maatschappelijk assistenten, kinesisten, ergotherapeuten, logopedisten, psychologen, ontslagmanager en diëtist?
•
(NC) Vindt er wekelijks een teamvergadering plaats met de geriater, de hoofdverpleegkundige, de kinesist en gebeurlijk de ergotherapeut, de sociaal werker en de logopedist? Wordt het verslag van de teamvergadering in het dossier opgenomen?
•
(NC) Is het geneesheer-diensthoofd een erkend specialist in de geriatrie? En is deze voor ten minste acht tiende van de normale beroepsactiviteit in het ziekenhuis werkzaam?
•
(A) Is het aantal fulltime internist-geriaters in verhouding met de activiteit?
•
(A) Zijn de geriater(s) opgenomen in de pool van inwendige geneeskunde?
Geriatrie
Pagina 3
print – 12-11-2009 versie – 14/12/05
•
(A) Indien de dienst meerdere geriaters telt, wordt dan voorzien in een zekere specialisatie (dementie, farmacologie, palliatie, wondzorg, revalidatie, …)?
•
(NC) Is het aantal ergotherapeuten en logopedisten conform de norm? (De federale dienst Boekhouding en Beheer van de ziekenhuizen stelt dat de in de normering 1,33 VTE paramedici per 24 G-bedden staat voor 1 VTE ergo- en 0,33 VTE logopedie. Zij stellen dat kinesitherapeuten in principe (maar niet altijd) als zelfstandige in de ziekenhuizen werken, zodat zij verondersteld worden niet gefinancierd te worden binnen het BFM. (Schrijven d.d. 06/05/2003) Psychologen kunnen meegerekend worden voor de tijd dat zij effectief werkzaam zijn op de dienst.)
•
(A) Zijn de taken (ADL-observatie en training; groepsactiviteiten, maaltijdbegeleiding, individuele ergotherapeutische interventies) en werking van de dienst ergotherapie omschreven? Werkt de dienst niet enkel op vraag, maar evalueert ze ook zelf de nood aan ergotherapie bij de individuele patiënt?
Behandeling / dossiervorming •
(NC) Wordt onmiddellijk bij de opname voor elke patiënt een gedetailleerd dossier samengesteld dat de sociale, de medische, de paramedische en de verpleegkundige gegevens van de patiënt omvat?
•
(NC) Stelt de geriater in overleg met diegenen die bij de behandeling worden betrokken een behandelingsschema op waarin zowel de bijzondere medische, verpleegkundige, paramedische behandelingen als de revalidatiemogelijkheden worden vermeld?
•
(NC) Wordt het dossier regelmatig aangevuld met een verslag dat de evolutie in de toestand van de patiënt weergeeft en dat die toestand vergelijkt met het programma en de timing van de behandeling zoals die bij de opname en naderhand werd opgesteld of aangepast?
•
(A) Is het verpleegdossier is aangepast aan de specificiteit van de geriatrische patiënt en de werking van de dienst? (zonder dat hierbij afbreuk wordt gedaan aan de uniforme lay-out van het document op instellingsniveau)
•
(A) Wordt er gebruik gemaakt van klinische paden en/of gestandaardiseerde behandelprotocollen?
Ontslagbeleid / samenwerkingsverbanden •
(TK) Start de voorbereiding van het ontslag van de geriatrische patiënt van bij de opname? Wordt het ontslag gecoördineerd door een medewerker van de sociale dienst of ontslagmanager? Heeft hij/zij hierbij de volle medewerking van het volledige multidisciplinaire geriatrische team?
Geriatrie
Pagina 4
print – 12-11-2009 versie – 14/12/05
•
(NC) Wordt in het ontslagmanagement vroegtijdig een evaluatie gemaakt van alle mogelijkheden en van de vereisten voor een terugkeer naar huis of naar een thuisvervangend milieu?
•
(A) Beperkt het ontslagmanagement zich niet tot de afdeling geriatrie, maar wordt op dezelfde wijze gevoerd bij de geriatrische patiënt op een nietgeriatrische afdeling?
•
(TK) Is het geriatrisch zorgbeleid van het ziekenhuis nauw verbonden met de geriatrische zorg op andere echelons (diensten voor thuiszorg, rusthuizen, RVT’s, PVT’s, Sp-diensten)? Zijn er met deze instellingen en diensten geformaliseerde samenwerkingsverbanden aangegaan? Wordt er op een gestructureerde wijze overleg gepleegd en zijn de modaliteiten van doorverwijzing vastgelegd?
Kwaliteitsmanagement •
(A) Wordt door middel van proces- en resultaatsindicatoren de zorg inzake de specifieke geriatrische problemen (cfr. het acronym “ELDERS”) in kaart gebracht en zo nodig verbeterd?
•
(A) Is er een permanente risico-analyse? Worden fouten, ongevallen, maar ook incidenten geregistreerd en geëvalueerd? Wordt er bijzondere aandacht besteed aan valincidenten?
Varia: •
(A) Worden met de patiënt op regelmatige tijdstippen open gesprekken gevoerd over de perceptie van de kwaliteit van leven in relatie tot gezondheid en de eigen verwachtingen en doelen van het verdere leven?
Geriatrie
Pagina 5
print – 12-11-2009 versie – 14/12/05
Specifieke geriatrische zorgproblemen: •
(TK) Beschikt de dienst over een geformaliseerd beleid inzake de belangrijkste aandachtsgebieden bij de gehospitaliseerde geriatrische patiënt? E = Eating (nutritionele status) L = Lucidity (mentale status: 3 “D’s”: dementia, depressie en delirium ) D = Drug interactions E = elimination (incontinentie) R = Rehabilitation needs S = Skin care (decubituspreventie) •
Is het vooropgestelde beleid daadwerkelijk geïmplementeerd? Succesfactoren: 1. het beleid is in al zijn facetten neergeschreven en gebaseerd op wetenschappelijke evidentie; 2. risicostratificatie, preventieve maatregelen en behandeling vormen de drie vaste onderdelen; 3. het personeel is geïnformeerd, gesensibiliseerd, opgeleid; 4. waar mogelijk wordt het beleid vertaald in gebruiksvriendelijke werkinstrumenten (vb. voorbehoud van een specifieke plaats in het verpleegdossier voor risicostratificatie, ondersteuning door geïnformatiseerde systemen,… )
5. er vindt een kwaliteitstoetsing plaats door middel van procesindicatoren (worden de procedures correct toegepast?) en resultaatsindicatoren (idealiter met benchmarking).
Geriatrie
Pagina 6
print – 12-11-2009 versie – 14/12/05