t s n e Di auteur
Blijf meeleven met kinderen die ouder verliezen Echtscheiding: de kerk kan het verschil maken Waar blijft de jeugddiaken? De kracht van kringen Bouwen aan sterke kerken
61e jaargang nummer 1
lente
2013
in dit nummer 3 4 10 14 15 20 25 26 31 33
Dienst
61e jaargang nummer 1 Lente 2013
Redactioneel Anne Jan Kruizinga ‘Help, ik ben een ambtsdrager…’ Rouw Levenslang verdriet
Menno Veldsema
Echtscheiding Eén groot verlies
Marja Ploeg
Bijbel op bezoek Wakker worden!
Almatine Leene
Ambtelijke zorg
Anne Jan Kruizinga en Derk Jan Poel Waar blijft de jeugddiaken? Handboek Peter van de Kamp De kracht van kringen Column Janita Geertsema Ik zendeling? Nee dank u! Deputaten Clement Mol Samen zoeken naar Gods wegen Diaconaal Steunpunt Clement Mol Als het om de centen gaat… Derk Jan Poel Kerkrecht Kornelis Harmannij Wanneer staat iemand buiten?
Dienst geeft concrete toerusting en onder-
steuning, gericht op de dagelijkse praktijk in de gemeente, ten behoeve van bijzondere pastorale en/of diaconale taken in de gemeente. Dienst richt zich op ambtsdragers, predikanten, kerkelijk werkers en het gemeentepastoraat/diaconaat binnen de gereformeerde kerken (vrijgemaakt). Redactie: Henk Geertsema, Zwolle Peter van de Kamp, Zwolle Anne Jan Kruizinga, Hardenberg, hoofdredacteur Derk Jan Poel, Meppel Jacqueline van der Ziel, Zwolle, eindredacteur Redactiesecretariaat: Ebel Geertsema Kameelvlinder 16 3822 AR Amersfoort Telefoon: (033) 480 16 60 E-mail:
[email protected] Administratie: J.A. Kiefte-Boersema Catharinadaal 33, 6715 KA Ede fax (084) 716 54 15 E-mail:
[email protected]
Nieuwe abonnees en adreswijzingen dienen schriftelijk aan de administratie doorgegeven te worden. Betaling van abonnementsgeld te voldoen na ontvangst van acceptgiro of factuur. Abonnementsprijs: € 7,20 per jaar. Gironummer 4921087 t.n.v. Stichting Dienst, Ede Artikelen uit Dienst zijn opgeluidsdrager beschikbaar voor mensen die een leeshandicap hebben. Info: Stichting De Luisterpost / Bralectah, Zwolle (038 - 427 04 48). E-mail:
[email protected] ISSN 0167 - 2401
Artikelen in Dienst zijn digitaal beschikbaar via de website:
www.blad-dienst.nl
Redactioneel
‘Help, ik ben een ambtsdrager…’ Anne Jan Kruizinga
Vanuit een ander kerkverband kreeg ik een cursusboek voor ambtsdragers onder ogen dat deze titel droeg: ‘Help, ik ben een ambtsdrager…’. Op de voorzijde óók nog eens opgesierd met een cartoon van Dokus. De afbeelding liet een groepje mannen zien, waarbij één van hen een ander influistert: ‘Ik zag dat je op tal staat voor ouderling. Voor 100 euro stem ik NIET op je…’. Natuurlijk was het allemaal met een knipoog bedoeld. Maar toch… ook binnen onze kerken kun je rond de ambtsdragers verkiezingen opmerkingen van een dergelijke strekking horen; lang niet altijd ‘met een knipoog’. Ik zag dat je op tal stond… dat doe je toch zeker niet met jouw gezin en drukke baan? Of bij een rechtstreekse benoeming: Daar ben je mooi klaar mee de komende vier jaar… jij liever dan ik... Bij de bevestiging in een ambt lijkt het van harte gefeliciteerd plaats te hebben gemaakt voor héél véél sterkte. En dan met een flink accent op ‘heel’ en op ‘veel’. ‘Kerels onder mekoar’ Dit seizoen ben ik in één van onze kerken bezig met een traject voor jonge belijdende broeders. We hebben daarvoor een dwarsdoorsnede van de gemeente uitgenodigd. Bewust hebben we het losgekoppeld van de ambtsdragers verkiezingen. Of iemand binnenkort of op de langere termijn geschikt zou zijn voor één van de ambten, was nu niet aan de orde. Gewoon, als ’kerels onder mekoar’, eens per kwartaal met elkaar in gesprek over een onderwerp dat te maken heeft met kerk van Christus zijn in deze tijd. Op iedere avond waren ook ervaren ambtsdragers aanwezig. Eerst luisteren naar een stukje theorie en dan meteen samen die theorie bespreken vanuit de praktijk.
‘Vrouwen van’ Eerst een avond over een bijbelse visie op het gemeente zijn en op de verschillende ambten. En, niet te vergeten, welke roeping geldt er voor de gemeenteleden zelf? Daarna een avond over ons kerkverband (en de verschillen met andere kerkverbanden) én onze kerkelijke afspraken zoals beschreven in de Kerkorde (en de ontwikkelingen rond de Werkorde). Op de derde avond hebben we deze beide onderwerpen gespiegeld aan de situatie en werkwijze in de eigen gemeente. Voor deze avond hadden we ook de ’vrouwen van’ uitgenodigd. De vrouwen van de jonge broeders, maar ook de vrouwen van de ervaren ambtsdragers. Met als gevolg: prachtige en eerlijke gesprekken waarbij zowel het mooie als het moeilijke van de ambten aan bod kwam. Misschien een idee voor andere kerken om te bereiken dat meer gemeenteleden bekend raken met het ‘hoe en wat’ binnen de kerkenraad. Hopelijk verdwijnen dan ook de ongenuanceerde beelden en opmerkingen over het werk van de ambtsdragers. Wie weet wat het op termijn oplevert voor de ambten. Daarnaast kan een cursus waar we in de inleiding mee begonnen ook geen kwaad. Zeker niet voor beginnende ambtsdragers! Er is op dat gebied genoeg te krijgen: www.centrum-g.nl.
*
3
2013 DIENST
Menno Veldsema
Rouw
Pastoraat aan jonge mensen die een van hun ouders hebben verloren, ‘is bijna niet te doen’. Menno Veldsema beschrijft welke factoren van belang zijn om rekening mee te houden. Het eerste is de leeftijd van het kind en de (on)mogelijkheid om te begrijpen wat ‘dood-zijn’ betekent. Het tweede is de manier waarop de ouder is overleden. Hij laat zien dat mensen die op jonge leeftijd een ouder verliezen, jarenlang extra zorg en ruimte in het pastoraat nodig hebben.
Levenslang verdriet Blijf meeleven met kinderen die ouder verliezen Menno Veldsema
Hoe ga je om met rouwverwerking bij kinderen en jongeren? Kinderen die soms nog hun hele ontwikkeling moeten door maken? Het is heel belangrijk om ze goed te begeleiden in hun rouwproces. Want wat er gebeurd is in dit jonge leven, is nooit meer recht te zetten. Er worden zoveel processen afgebroken die een gezonde ontwikkeling naar de volwassenheid in de weg staan.
4
DIENST 2013
Ook het begrip van de ‘dood’ speelt daarbij een rol. ‘Dood’ is voor een tweejarige iets heel anders dan voor een veertienjarige. Daar komt nog bij dat de manier hoe je ouder is overleden een groot verschil maakt: plotseling, na een lang ziekbed of door een zelfgekozen dood. Ik werk eerst deze twee elementen uit om daarna tot een advies te komen over dit pastoraat.
zien de dood meer als slapen. Kinderen van vijf tot negen jaar zien de dood als een geest, een slechte man, enzovoort. Na het negende jaar zijn kinderen in staat om de dood te begrijpen als een universele en irreversibele (niet omkeerbare) gebeurtenis. Het menselijke leven wordt beëindigd door de dood en dit impliceert dat het lichaam niet langer functioneert.”
Begrijpen Gerrit Breeuwsma beschrijft in ’De constructie van de levensloop’ wat kinderen weten of begrijpen van de dood:’Jonge kinderen in de leeftijd van drie tot vijf jaar hebben geen juist begrip van de dood, zodat we ons moeten afvragen hoe individuen zich dit begrip in de loop van de ontwikkeling eigen maken. Dit noem je uitgestelde rouw. Als je een kind bent besef je niet wat dood is. En helemaal niet dat de dood definitief is. Dat je vader of moeder nooit meer terug komt! Zij
C.S. Lewis, van wie de moeder stierf toen hij negen jaar oud was, schreef: ”Met de dood van mijn moeder verdween al het gevestigde geluk, alles wat rustig en betrouwbaar was uit mijn leven. Ik zou nog veel plezier hebben, veel genot en veel vreugde, maar niet meer de oude zekerheid. Nu waren er alleen nog maar zee en eilanden; het grote continent was gezonken, als Atlantis.” 1 1
Lewis, C.S.: Verrast door vreugde
Rouw: Levenslang verdriet
De grote leegte Voor kinderen is elk opvolgend jaar weer een heel nieuwe periode in hun ontwikkeling. In die ontwikkeling krijgt het begrip dood steeds weer een andere betekenis. En dit heeft gevolgen voor het rouwproces. Een kind dat op jonge leeftijd één van zijn ouders moet verliezen, heeft nog geen beeld van deze ouder. Dit wordt dan ook ‘de grote leegte’ genoemd. Het kind weet niet hoe hij/ zij was, praatte, rook! Er zijn geen herinneringen, geen beelden. Deze kinderen weten door verwarring en verdriet. Deze jongeniet wie hun ouder was. Ze hebben geen po- ren zijn bezig om zelfstandig te worden, los sitief, maar ook geen negatief beeld van hun te komen van hun ouders. Dit proces is heel ouder. Dat betekent dat ze vaak wel merken belangrijk voor het echt zelfstandig worden. dat ze iets missen, maar niet weten wat ze Jongeren voelen zich na het overlijden van missen. Dat maakt het nog ingewikkelder. Ze een ouder vaak zó super verantwoordelijk groeien op in een gezin dat voor de overgebleven ouPubers doen alsof er niets voor hen heel gewoon is. der, dat ze alles doen om Ze zien wel dat het bij leefhet die ouder naar de zin gebeurd is tijdgenootjes thuis anders te maken. En zoals alle ouis. Dat geeft ook vaak het ders van pubers weten, is gevoel dat ze anders zijn. Maar ze weten niet het voor hen juist belangrijk om zich af te zethoe ze hier mee moeten omgaan. Immers de ten tegen hun ouders. Ze moeten een eigen IK situatie van hun gezin is voor hen de realiteit. gaan vormen.’ Kinderen vanaf een jaar of zes hebben wel een beeld van de ouder. Maar in die leeftijd zien ze hun ouder nog als een man/vrouw die alles kan. Ze houden dat beeld vast als ze ouder worden. De dood ontneemt het kind daarmee de kans een volwassene in de loop van de tijd te zien groeien en veranderen. Achter maskers In het Nederlands Dagblad stond een artikel met de titel: ‘Jongeren rouwen achter maskers, dood, maar doen alsof er niets gebeurd is’. De strekking van het artikel is dat jongeren na een verlies zo normaal mogelijk willen doorleven. Dan komt Riet Fiddelaers tot deze conclusie: ‘aan de buitenkant zie je de jolige pubers, de binnenkant is verscheurd
Mythevorming Aparte aandacht vergt de mythevorming over de overleden ouder en over zichzelf. We leren onze ouders onder andere als ’echte’ mensen kennen doordat we zowel hun zwakke als sterke punten zien. Deze vermenselijking van onze ouders is een geleidelijk proces. Als we zelf sterker en meer volwassen worden, slagen we er steeds beter in ons te ontdoen van de idealiseringen uit onze jeugd. En om onze ouders te zien als meerdimensionale mannen en vrouwen. Een kind waarvan de ouder is overleden, is niet alleen geneigd tot mythevorming met betrekking tot de gestorven ouder, maar kan ook over zichzelf een verzameling onjuiste ideeën opbouwen. Bij de meeste kinderen
5
2013 DIENST
Menno Veldsema
komt de gefantaseerde band met de verloren ouder voort uit hun eigen gevoel van gemis en verlangen naar iets wat er had kunnen zijn. Rouwen kun je alleen maar als je van iemand hebt gehouden. Dat is vaak ook de reden dat jongeren met een verlieservaring zich moeilijk kunnen binden aan andere mensen. Dit is niet leeftijd gebonden. Je bent altijd bang dat je ook die ander moet missen.2 Doodsoorzaak Als tweede is het belangrijk dat we onderscheid aanbrengen in de doodsoorzaak en het proces dat de jongeren voor en na het overlijden hebben moeten meemaken. A. Plotselinge dood versus de wereld is een veilige en beschermde plaats De snelle of plotselinge dood is vaak het gevolg van een gewelddadige gebeurtenis: de bliksem slaat in, er gebeurt een ongeluk, de trekker wordt overgehaald, men krijgt een beroerte of een hartinfarct. Het ene moment vormde men nog een gezellig gezin, het volgende moment…
Rouwen kun je alleen maar als je van iemand hebt gehouden
Voor kinderen is zo’n gebeurtenis dramatisch: je kunt je niet meer veilig voelen in een B. Langzame dood versus mijn ouders zijn sterk en machtig wereld die zo snel en ingrijpend verandert. De plotselinge dood vernietigt het elementai- Voor kinderen lijken vaders en moeders onre geloof van een kind dat de wereld een vei- overwinnelijke reuzen; koningen en koninginnen die met volmaakte lige, voorspelbare plaats is. kennis regeren over het rijk Ook hier speelt het verschil Jonge kinderen zien de van het gezin. Zoals je zoon in leeftijd van het kind dood meer als slapen kan zeggen: “Mijn vader een rol. Als je nog zo jong kan alles maken”. Dat geeft bent dat je niet snapt wat de dood inhoudt, is het nog moeilijker om te hem rust, ook al is de werkelijkheid anders. snappen waarom een van je ouders er ineens Als een kind ziet dat zijn ouders langzaam niet meer is. Als er zonder enige waarschu- aftakelen, stort zijn wereld in. C.S. Lewis wing vreselijke dingen kunnen gebeuren, schrijft over de dood van zijn moeder: ”Voor ons jongens begon het echte verdriet al voorvoelt een kind zich kwetsbaar en onzeker. dat mijn moeder stierf. We raakten haar 2 Harris, M.: Een verlies voor altijd, langzaam kwijt, omdat ze geleidelijk uit ons leven verdween en terecht kwam in een weblz.102vv
6
DIENST 2013
Rouw: Levenslang verdriet
reld van verpleegsters, deJe kunt je niet meer veilig niet als dooddoener. Want lirium en morfine. Ons hele daar kreeg de dood vat op voelen in een wereld die zo ons leven. Op de één of anbestaan veranderde in iets snel en ingrijpend verandert dere manier raakt dat ons vreemds en bedreigends, terwijl het huis gevuld ook heel erg. De dood is werd met vreemde luchtjes, een macht die hard ingrijpt nachtelijke geluiden en sinistere, gefluister- in onze werkelijkheid. Hij ontwricht ons hele de gesprekken.”3 leven. Niet alleen van de jongeren maar ook van ouderen. Hoe kun je goede zorg bieden in C. Zelfmoord versus natuurlijk houden zo’n complexe situatie en dit toegespitst op mijn ouders van mij de jongeren van de gemeente? Zelfdoding slaat voor een kind alle grond onder de voeten weg. Het is een ‘zelfgeko- 1. Blijf praten zen’ dood. Het voelt als: “mijn vader/moeder Allereerst moet je zorgen dat het verdriet heeft mij in de steek gelaten”. Bij een kind is vloeibaar blijft, dat het verdriet niet gaat stolde overtuiging dat zijn ouders van hem hou- len. Het lijkt misschien wel hard om over de den en dat hij die liefde verdient, dan stuk- dood te blijven praten maar op deze manier geslagen. Als een ouder geef je een jongere ook de zelfmoord pleegt, wordt Als mijn vader of moeder van ruimte om over het verdriet een kind geconfronteerd te praten. Ik heb hiervoor mij hield, hoe kon hij of zij met het feit dat de ouder al beschreven dat pubers me dan in de steek laten? met opzet is gestorven, dat rouwen achter een masker. hij of zij de dood zelf heeft Ze laten hun verdriet niet gewild en het kind bewust, onnadenkend en zien. Maar het verdriet is wel degelijk aanegoïstisch, alleen achter heeft gelaten. Het wezig. In alle gesprekken die ik met jongeren achterblijvende kind wordt zijn hele leven heb gehad, gaven ze aan dat ze het juist fijn achtervolgd door het refrein “Als mijn vader vinden om met mij over hun verlies te praten. of moeder van mij hield, hoe kon hij of zij me Ze vinden het onbegrijpelijk dat ouderen niet dan in de steek laten?” Hierdoor kunnen kin- met hen praten over hun verlies. Juist daarom deren gaan twijfelen aan hun eigen waardig- is het voor hen van extra belang dat er een anheid en inherente goedheid. Misschien waren der iemand is die ze wel de gelegenheid geeft ze wel niet goed genoeg en was dat de reden om te praten. En deze gesprekken kunnen dat hun vader of moeder hen in de steek liet. weer een reden zijn dat er ook binnen het gezin weer met elkaar gesproken gaat worden. Pastorale aanbevelingen Hoe kun je nu in het pastoraat ontspannen 2. Doorverwijzen omgaan met de bovengeschetste situaties? Maar omdat elke leeftijd een andere aanpak Het lijkt haast onmogelijk nodig heeft, moet je ook om goede hulp te geven aan De dood ontwricht ons hele doorverwijzen naar profesdeze jongeren. Dit heeft sionele hulpverleners die leven allemaal al te maken met precies weten in welke ontde zondeval. Dat bedoel ik wikkelingsfase de jongeren zich bevinden. Professionele hulp blijft essentieel. Het is belangrijk dat ambtsdragers 3 Lewis, C.S.: Verrast door vreugde
7
2013 DIENST
Menno Veldsema
juist het zoeken naar professionele hulp sti- je eigen ouder, die gesloopt is door een ernmuleren. Bij professionele hulp kun je ook stige ziekte. denken aan een gespreksgroep met bijvoorbeeld leeftijdsgenoten/lotgenoten. 4. Uit isolement halen Het kan ook beginnen met het aanbieden van Ook moet je dit gezin uit het isolement halen literatuur over dit onderwerp of verwijzen omdat er vaak een gesloten systeem ontstaat, omdat ze het idee hebben naar een website waar ze Zorg dat verdriet vloeibaar dat niemand van de ‘buiinformatie kunnen vinden tenwereld’ kan voelen of over hun rouwverwerking. blijft, dat het niet gaat Als ze zien en lezen dat wat begrijpen hoe zwaar ze het stollen ze hebben heel herkenbaar hebben in hun verdriet. Ook en normaal is, is de stap om voor het gezin is het moeihulp te vragen ook kleiner. Als een jongere lijk om met elkaar over hun emoties te praecht niet wil, is het wel belangrijk om te blij- ten. Hier zie je vaak dat het verdriet stolt. Belangrijk hierbij is dat je als ambtsdrager, als ven wijzen op de mogelijkheden van hulp. vrienden, als broer en zuster uit de miniwijk 3. Achtergebleven ouder steunen blijft komen in dit gezin. En dat hoeven niet De grootste taak voor de ambtsdragers ligt alleen bezoeken te zijn waarin gepraat wordt, volgens mij bij de achtergebleven ouder, die samen iets doen is ook heel belangrijk. Neem je kunt troosten en steunen ten aanzien van de kinderen, of af een toe een kind, eens mee de kinderen. Blijf met deze ouder praten. En als je ergens heen gaat; nodig ze regelmatig dat niet alleen het eerste jaar, maar eigenlijk uit om bij je te eten. Ook de vrienden van totdat de kinderen oud genoeg zijn om hun voor het overlijden blijven belangrijk. Hoe eigen keuzes te maken in rouwverwerking. vaak ze ook het idee hebben dat dit gezin niet Als ze alle fasen van hun ontwikkeling heb- op je zit te wachten. Zij zijn degenen die de ben doorgemaakt. overleden ouder ook hebben gekend en dus daarover kunnen praten. Zorg dat je als ambtsdrager weet waar je de gepaste hulp voor de desbetreffende leef- 5. Meeleven bij hoogtepunten tijdsfase kunt vinden. 4Maar benoem ook de Het blijft belangrijk om er voor deze kindeverschillende problemen ren te zijn. Ooit zullen die er is en blijft altijd die lege kinderen een diploma halen waar hun kinderen tegen aan lopen. Dat het belangen zij zullen juist op deze plek, die zo ongelofelijk rijk is dat je je bindt aan momenten denken aan hun veel pijn doet andere mensen, ook al is je overleden ouder: “wat zou ouder plotseling overleden. die trots geweest zijn!” Of Dat niet het kind de oorzaak is van de zelfdo- als ze verkering krijgen, belijdenis gaan doen ding. Maar juist dat die ouder zich overbodig en gaan trouwen. Er is en blijft altijd die lege voelde en het gevoel had dat jij beter af was plek, die zo ongelofelijk veel pijn doet. Juist zonder hem/haar. Maar ook dat andere, niet op deze momenten willen deze jongeren er zieke mensen, niet zo kwetsbaar worden als met hun ambtsdragers over praten, waarom God dit heeft toegestaan.
Bijv. de website van In de wolken, www.in-de-wolken.nl 4
8
DIENST 2013
Rouw: Levenslang verdriet
Adviesgever in de gemeente Pastoraat aan een rouwende jongere is jarenlang pastoraat. Ik ben Professionele me ervan bewust dat dit voor ambtsdragers bijna essentieel niet te doen is. Het belangrijkste advies dat ik aan een gemeente kan geven, is om een broeder of zuster aan te stellen als deskundige, adviesgever en contactpersoon op het gebied van pastoraat geven aan kinderen/jongeren die een ouder verliezen. Deze persoon moet zich verdiept hebben in de literatuur hierover, moet weten welke soorten hulpverlening er zijn, moet kunnen doorverwijzen naar sites of lotgenotenbijeenkomsten. Als dan een ambtsdrager of wijkgenoot in de gemeente
te maken krijgt met kinderen of jongeren die een ouder verliezen, kunnen zij naar de genoemde deskundige toe. hulp blijft Hij/zij kan dan informatie, advies, ondersteuning geven. Want aandacht voor deze doelgroep is echt van groot belang voor hun verdere ontwikkeling. Menno Veldsema is afgestudeerd als master godsdienstleraar en werkt op het Greijdanus Zwolle. In zijn studie en werk heeft hij zich beziggehouden met rouwverwerking bij jongeren. Als ervaringsdeskundige heeft aandacht voor het verdriet dat dit meebrengt zijn bijzondere interesse.
Zo’n vakantie bemiddelt in vakanties voor broeders en zusters die om financiële redenen niet op vakantie kunnen!
*
Heeft u een vakantiewoning of caravan die u in het hoogseizoen één of meerdere weken kosteloos aan hen ter beschikking wilt stellen? Denkt u zelf voor bemiddeling in aanmerking te komen? Wilt u ons werk met een gift steunen? Ons nieuwe IBANbankrekeningnummer is (NL68ABNA0)474155803 t.n.v. ZO’N VAKANTIE te Zwolle. Voor meer informatie, de flyer of aanmeldingsformulier: Zo’n vakantie p/a Burg. Vos de Waelstraat 2 8011 AT ZWOLLE Telefoon: 088–0031 900 E-mail:
[email protected]
9
2013 DIENST
echtscheiding
Eén groot verlies
De kerk kan het verschil maken Marja Ploeg
Het aantal alleenstaande ouders neemt toe in Nederland. Steeds meer kinderen groeien op in een eenoudergezin. De meeste eenoudergezinnen ontstaan door echtscheiding. Ook in onze kerken is deze trend merkbaar. Iedereen kent wel iemand in de gemeente die gescheiden is. Omgaan met echtscheiding is steeds vaker onderwerp van gesprek tijdens kerkenraadsvergaderingen. Echtscheiding is een ingrijpende ge- ken. Daarbij kunnen gevoelens loskomen beurtenis voor zowel het echtpaar zelf, als van eenzaamheid, depressie, schaamte en de familie- en vriendenkring en de kerkelijke schuld, maar ook van boosheid en krenking. gemeente. We schrikken ervan en oordelen Vooral de eerste periode net na een scheiding gemakkelijk of vullen veel in. We willen het is vaak het zwaarst. Het kan dan voor partgraag kunnen begrijpen. Maar het gaat er niet ners voelen alsof ze in een achtbaan zitten om dat we alles begrijpen. Een echtscheiding van wisselende emoties, ingrijpende verangebeurt en doet pijn. Dat geldt in de eerste deringen en diverse zaken die geregeld moeplaats voor de partners die scheiden. Zij wor- ten worden. Als er kinderen zijn, is het voor den geconfronteerd met de brokstukken van ouders een hele klus om in deze heftige pehun huwelijk, een droom die uit elkaar spat. riode ook de verantwoordelijkheid voor het Aan het begin van hun huwelijk hebben zij gezin te dragen. aan elkaar voor God en in het midden van Een scheiding is voor partners als het ware de gemeente trouw beloofd. Ze zijn het hu- één grote verlieservaring die doorwerkt op welijksbootje ingestapt met verschillende gebieden. een achtbaan van wisselende Naast het verlies van de een droom van een harmonieus christelijk gezin. Er droom van een gelukkig emoties en ingrijpende was in dat bootje geen plek huwelijk is er ook het ververanderingen voor het woordje scheiding. lies van het vertrouwde Dit maakt de teleurstelling gezinsleven. De normale voor christelijke partners des te groter als er gang van zaken verandert. Gewoonten, vertoch een scheiding plaats vindt. Er ontstaan jaardagen en feestdagen moeten opnieuw schuldgevoelens waarmee zij in het reine ingevuld worden. Gescheiden ouders voelen moeten komen met elkaar en met God. op feestdagen de druk om het voor hun kinderen extra gezellig te maken omdat ze toch Rouwproces al zoveel moeten missen. Dit terwijl het voor In de periode rond de scheiding en ook henzelf emotioneel moeilijke dagen kunnen daarna kunnen de emoties flink parten spe- zijn. len. Beide partners gaan door een rouwpro- Een echtscheiding betekent ook verlies van ces om het verlies van hun relatie te verwer- inkomen. Van hetzelfde inkomen moeten
10
DIENST 2013
Echtscheiding: Eén groot verlies
nu twee huishoudens gefinancierd worden. Daarnaast zijn er nog de scheidingskosten en verhuiskosten. Als er sprake is van een verhuizing betekent dat ook verlies van een vertrouwde omgeving. Vooral voor kinderen is dat heftig omdat zij zich vaak sterk hechten aan een huis. Soms moeten zij ook nog van school veranderen.
door de scheiding extra zorg nodig. Dat is een ingewikkelde klus en vraagt veel van deze ouders. Door de vele taken en verantwoordelijkheden en door hun eigen ervaringen zijn deze ouders extra kwetsbaar en meer vatbaar voor lichamelijke en psychische klachten.
Belangrijke bron van steun De kerk kan een belangrijke bron van Verlegenheid steun zijn voor alleenstaande ouders. Als In feite scheid je niet alleen van je part- deze ouders mensen om zich heen hebben op ner, maar deels ook van je familie, vrienden, wie ze kunnen terugvallen, kan dat veel prode kerk en zelfs in zekere zin van je kinderen. blemen voorkomen. Voor de alleenstaande De vrienden- en familieouder betekent dat een wekring wordt vaak gehalreld van verschil. Het gaat Van hetzelfde inkomen veerd. Familieleden van de moeten nu twee huishoudens vaak maar om kleine dinex-partner kiezen meestal gen, zoals een praatje na gefinancierd worden voor hun eigen familielid. de kerkdienst, een gesprek Ook vrienden kiezen vaak over de kinderen, een uitvoor één van de partners omdat ze het moei- nodiging voor een kopje koffie, praktische lijk vinden om met allebei te blijven omgaan. hulp in de vorm van even oppassen of iemand Sommige vrienden haken helemaal af omdat die er gewoon is als het even nodig is. Een ze niet weten hoe ze er mee moeten omgaan gemeente die zo om alleenstaande ouders of het niet eens zijn met de gang van zaken. heen staat – met begrip, zorg en aandacht – In de kerk heerst vaak verlegenheid rondom maakt deze ouders sterker; geeft hen het geechtscheiding. We geloven dat de wet goed is voel dat zij er mogen zijn en laat kinderen een en de wet verbiedt de echtscheiding. Tegelijk sterkere ouder ervaren die meer tijd, liefde en worden we geconfronteerd met de realiteit aandacht voor ze heeft. van verbroken relaties, als het ware het bewijs dat we in een gebroken wereld leven. Volgens Paulus lijdt de hele gemeente mee Die verlegenheid kan zich vertalen in een als één lid van het lichaam het moeilijk heeft houding van zwijgen, wegkijken, negeren. (zie 1 Korintiërs 12:26). Hij heeft het over We lopen er liever met een een betrokkenheid die heel Veel gescheiden partners boogje omheen. Veel gever gaat. Het is belangrijk scheiden partners hebben dat gemeenteleden zich voelen zich enorm eenzaam het hier erg moeilijk mee en bewust zijn van de situatie in de kerk voelen zich met al hun vervan alleenstaande ouders driet enorm eenzaam in de en hun betrokkenheid lakerk. Zij merken verlegenheid en onbegrip in ten merken. Hoe we ook denken over echtde kerk over echtscheiding. scheiding, het mag de liefdevolle aandacht Als alleenstaande en gescheiden ouder sta en betrokkenheid niet in de weg mag staan. je echt overal alleen voor. De ouders moeten Wat de kerk van Jezus leert over ontferming niet alleen hun eigen pijn verwerken maar en barmhartigheid zal zij in praktijk moeten ook hun kinderen begeleiden. Zij hebben brengen.
11
2013 DIENST
Marja Ploeg
Brokstukken van een huwelijk, een droom die uit elkaar spat
Bemoedigen ke zorg als er kinderen zijn. De trouw- en Als gemeentelid of als ambtsdrager/ doopbelofte blijven gelden als basis voor pastor mag je mee helpen dragen en bemoe- zowel de onderlinge omgang als de gezadigen, soms door een gesprek en soms door menlijke opvoedingstaken. Soms moeten iets heel praktisch. Trouw zijn hierin is heel emoties even geparkeerd worden. Dat is belangrijk. Je hoeft je niet mee te laten slepen belangrijk met het oog op de noodzakelijke in de misschien vele emoties die spelen. Lo- en blijvende communicatie met de elders gisch, die bestaan en hebwonende ouder. Als de sta als gemeente om ben ruimte nodig. Bedenk scheiding nog geen feit dat jij niet degene bent die is, stimuleer dan dat de alleenstaande ouders heen mede de waarheid moet/ ouders bemiddeling (een met begrip, zorg en kan achterhalen over de mediator) bij hun scheiaandacht mislukte relatie, bijvoording inroepen. Op die beeld waar de (meeste) wijze kan het beste gegaschuld ligt. Schuld in een relatie is niet zo randeerd worden dat er een goed plan komt interessant, zeker niet voor omstanders. Leef voor de kinderen. En dat goede communimee, bemoedig en wees voorzichtig met catie daarover ook voor de toekomst zostandpunten innemen. Het huwelijk kon niet veel als mogelijk zeker gesteld wordt. Ook gered worden, maar wellicht de relatie met als later problemen rijzen met de omgangsGod wel. regeling kan bemiddeling alsnog uitkomst Als het kan, benadruk dan de gezamenlij- bieden.
12
DIENST 2013
Echtscheiding: Eén groot verlies
Preventie je gelijkwaardig op. Spanning in je relatie? Een echtscheiding zou iedereen het liefst Dat heb je zelf ook wel eens meegemaakt. Zo willen voorkomen. De kerk kan vertrouwen groeien, Huwelijken: niet alleen is bij uitstek een plaats waar een belangrijke basis voor je over je relatie in gesprek openheid. romantiek maar vooral kunt gaan. Relatieproblewerkrelaties men ontstaan meestal niet Marja Ploeg is maatschapplotsklaps maar ontwikpelijk werker bij de Driekelen zich in de loop der jaren. Zorg voor hoek. jaarlijkse aandacht voor de huwelijken door erover te preken en door huwelijkscursussen te organiseren. Verkondig de boodschap dat huwelijken niet alleen door romantiek in Steun als je het nodig hebt stand blijven maar ook vooral werkrelaties De Driehoek Kerkmaatschappelijk Werk zijn. Investeren in je huwelijk is noodzakebiedt op verschillende manieren hulp aan lijk; problemen te boven komen, geeft zelfs gescheiden partners en aan ambtsdragers. diepgang in je relatie en verbindt vaak nog Voor ambtsdragers en gemeenteleden sterker. Dus vraag als ambtsdrager door in je zijn er toerustingsavonden over omgaan gesprek met echtparen: hoe gaat het eigenlijk met echtscheiding in de gemeente. Voor met jullie samen, hoe houd je de relatie sterk, gemeenteleden die een scheiding hebben wat heb je daarvoor nodig? meegemaakt, organiseren wij gespreksgroepen. In een aantal bijeenkomsten Er is een verschil in vragen stellen. Ben je kunnen zij herkenning ervaren bij andenieuwsgierig of ben je betrokken, bezorgd ren en handvatten krijgen om met hun wellicht? Wat ons mag beheersen, is oprechte verdriet en de toekomst om te gaan. belangstelling en zorg voor onze naaste. AlDe Driehoek is een vorm van maatschapleen dat maakt bevoegd om elkaar serieuze pelijk werk dat in de kerk plaatsvindt. Het vragen te stellen. Accepteer ook als er geen is een initiatief van de Gereformeerde antwoorden gegeven worden, maar kom er Kerken vrijgemaakt. Maatschappelijk later nog eens op terug. Geef ruimte en reswerkers van de Driehoek bieden kerken pecteer de ander. en gemeenteleden professionele ondersteuning aan, naast en in nauwe samenSignaleren van problemen werking met de bestaande pastorale zorg Wees alert als (een combinatie van) de door predikanten, ambtsdragers en gevolgende signalen zich voordoen: gezondmeenteleden. heidsklachten, depressieve klachten, te veel De Driehoek heeft afgelopen november drinken. Als er sprake is van extreme uitde themadag ‘Als de scheiding een feit huizigheid (bijvoorbeeld veel overwerken). is…’ gehouden met als sprekers Hans van Soms tref je een echtpaar waarbij dominantie Benthem ( predikant) en Agnes Huizenga of onderdanig gedrag opvalt. Voel de sfeer (contextueel therapeut.) Zie voor het veronderling: afstandelijk, kil, klagen, cynisme? slag van die dag, de lezingen en de workMaak dat gewoon bespreekbaar, durf op je shops: www.dedriehoek.nl. eigen gevoel en waarneming te vertrouwen. Wees eerlijk en open en heel belangrijk: stel
*
13
2013 DIENST
Bijbel op bezoek Wakker worden!
Lucas 8:52: ‘Houd op met klagen, want ze is niet gestorven maar slaapt’
Almatine Leene
‘Wanneer wordt mama weer wakker?’ ‘Komt papa morgen weer thuis?’ Het is voor kinderen erg lastig te begrijpen dat hun moeder of vader nooit meer terugkomt Niet alleen bij een overlijden maar ook als ouders gaan scheiden. Hoe reageer je op hun vragen en opmerkingen?
14
DIENST 2013
Aandacht voor rouwende kinderen Als achtjarige vertelde ik vol trots aan iedereen die ik tegenkwam dat mijn moeder in de hemel was. Hoe reageer je dan als volwassene? We laten kinderen liever spelen omdat we denken dat ze het toch niet begrijpen. Dat is niet waar. Kinderen gaan alleen heel anders met verdriet om dan volwassenen. Het is juist heel belangrijk om aandacht te geven aan kinderen die rouwen. In Genesis 35 lezen we dat Benjamin zijn moeder Rachel al bij zijn geboorte verliest. Hij krijgt extra bescherming en wordt enorm verwend door zijn vader Jacob en zijn broer Jozef (Genesis 42-25). Meer dan twintig keer staat er in het Oude Testament dat rouwende kinderen extra bescherming en aandacht verdienen (o.a. Deuteronomium 10:18, 14:29, 24:17-21, 26:12-13, 27:19, Psalm 10:18, 82:3, 146:9, Jesaja 1, Jeremia 5 en 7). God wordt de Vader van wezen genoemd (Psalm 68:6). Jacobus (1:27) noemt het de enige reine, zuivere godsdienst: ‘wezen bijstaan in hun nood (…)’. Dan gaat het uiteraard niet alleen om zorg op materieel gebied, zoals eten, kleding en geld, maar ook om luisteren, spelen en het aangaan van gesprekken.
zelf reageerde bijna kinderlijk toen het dochtertje van Jaïrus was gestorven: ‘Ze slaap’. De omstanders lachten Jezus uit. Maar Jezus gaat door en zegt: ‘Meisje, sta op!’ En dat gebeurt. Jezus begrijpt kinderen die vragen waarom opa toch zo lang slaapt en niet meer wakker wil worden. Want mensen die in Christus geloven, gaan niet dood, ze slapen. Jezus zegt: ‘Ik ben de opstanding en het leven. Wie in mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft, en ieder die leeft en in mijn gelooft zal nooit sterven’ (Johannes 11:25,26). Daarom is het woord ‘ontslapen’ook zo’n mooi woord. Kinderen zijn degene die zondermeer aannemen dat hun (groot)ouders nog leven. Ze zwaaien naar hun vader of moeder in de hemel of doen via God de groetjes. Ook als ouders scheiden, zijn het vaak de kinderen die ervoor zorgen dat geen van beide vergeten wordt. Als we naar hen luisteren en extra aandacht geven dan leren we steeds meer over het geweldige mysterie van het evangelie: ‘Ontwaak uit uw slaap, sta op uit de dood, en Christus zal over u stralen’(Efeziërs 5:14). Wakker worden dus!
Leren van rouwende kinderen Ambtsdragers en pastoraal werkers kunnen niet alleen veel betekenen voor kinderen, ze kunnen ook heel veel van hen leren. Jezus
*
Dr. Almatine Leene is werkzaam bij de Academie Theologie van de Gereformeerde Hogeschool te Zwolle.
Ambtelijke zorg Waar blijft de jeugddiaken?
Speciale aandacht voor onze jongeren vanuit de kerkenraad
Anne Jan Kruizinga en Derk Jan Poel
Jeugdouderlingen kom je ook binnen onze kerken steeds meer tegen. Vaak zijn het jonge broeders die als bijzondere gave hebben dat zij gemakkelijk contacten kunnen leggen en onderhouden met jongeren. Ze zijn geïnteresseerd in hun leefwereld en proberen met hen een relatie op te bouwen. Een relatie die is gebaseerd op vertrouwen en wederzijds respect. Waarom komen we binnen onze kerken (bijna) geen jeugddiakenen tegen?! Of lopen we daarmee gewoon een aantal jaren achter de PKN aan waar de jeugddiaken op dit moment aan een opmars bezig is?
De ervaringen met jeugdouderlingen zijn verschillend. Waar sommige gemeenten nog steeds enthousiast zijn, bestaan er ook gemeenten waar het resultaat wat tegenvalt. Sterker nog, in sommige gemeenten is men er al weer op terug gekomen en zijn de jeugdouderlingen afgeschaft. Ook hoor je geluiden of al die (extra) aandacht voor de jongeren niet gewoon door jongerenwerkers gedaan kan worden.
1. Wat is de positie van de jeugdouderling ten opzichte van de andere ouderlingen?
Te vaak gebeurt het dat wanneer er een jeugdouderling wordt benoemd de andere ouderlingen min of meer hun handen van dit deel van de gemeente aftrekken. Zo worden bijvoorbeeld heel gemakkelijk huisbezoeken afgelegd waarbij de kinderen uit dat gezin niet aanwezig zijn (catechisatie, sportclub, enz.). “Dat geeft immers ook niets want we hebben nu toch een jeugdouderling die juist specifiek voor het werk onder de jongeren Randvoorwaarden De nieuwe Werkorde die door de Gene- is aangesteld? Hij zal vast wel eens met hen rale Synode Harderwijk 2011 in eerste lezing over het geloof praten...”. aan de kerken is aangeboden, geeft in artikel Je zult maar jeugdouderling zijn en daarmee verantwoordelijk worden B23.5 aan dat de kerkenraad onderscheid kan aaniedere ouderling is in principe voor de ambtelijke zorg over tientallen jongeren die brengen bij de verdeling ook jeugdouderling ook nog eens op tientallen van taken onder de ouderadressen wonen… Als dit lingen. Wat dat betreft is er alle ruimte voor een kerkenraad om voor de het verwachtingspatroon is van (sommige) ambtelijke bearbeiding van onze jongeren ouderlingen, dan is er bij de introductie van jeugdouderlingen te benoemen. Maar voor- de jeugdouderling duidelijk iets misgegaan. dat het zover is, moeten wel een paar zaken In de praktijk is aan iedere ouderling een aantal adressen toegewezen. Daarmee is hij verduidelijk zijn:
15
2013 DIENST
Anne Jan Kruizinga en Derk Jan Poel
antwoordelijk voor de herderlijke zorg over raad) goed duidelijk is wat er van een jeugdeze adressen en waakt hij over het geeste- douderling wordt gevraagd en wat hij dus lijk leven van alle gemeenteleden die op deze de gemeente en met name de jongeren komt adressen wonen. En daarmee is iedere ouder- bieden. De gemeente is aanwezig op het moling in principe óók jeugdouderling. Trou- ment dat het ‘ja-woord’ van de te bevestigen wens, dit principe geldt ambtsdrager klinkt. En heel ook voor de predikant en Zorg dat het voor iedereen kort daarvoor heeft de predide diaken. kant vanuit het bevestigingsgoed duidelijk is wat een Daarnaast kan iedere ouformulier ook de taken van jeugdouderling komt bieden de ouderling voorgelezen. derling een beroep doen op de specifieke kennis Ook in de nieuwe kerkorde en vaardigheden van de jeugdouderling. Hij staan ze kort maar krachtig vermeld (B23 en is immers voor deze taak benoemd op grond B24). van zijn specifieke kwaliteiten met betrek- Als kerntaken van de ouderling worden king tot de leefwereld van (en het leggen drie zaken benoemd: van relationele contacten mét) de jongeren. a) leiding en herderlijke zorg aan de De verantwoordelijkheid voor deze jongegemeente; ren ligt dus in de eerste plaats bij de wijkou- b) samen met de andere ouderlingen en derling zelf! Op het moment dat hij met een predikant het oefenen van de kerkelijke bepaalde jongere ‘niet verder komt’, kan hij tucht over de gemeente; advies vragen aan de jeugdouderling of hem c) waken over het geestelijke leven van de vragen het gesprek over te nemen. En als het gemeenteleden. goed is, zal de jeugdouderling de eigen ouderling op hoofdlijnen ook blijven informe- Als het gaat om een jeugdouderling zal deze ren over de stand van zaken met betrekking zich met de kerntaken moeten bezighoutot de jongeren in zijn wijk. De wijkouder- den die bij zijn ambt van ouderling horen ling blijft dus eindverantwoordelijk. Na- en dan gericht op de jongeren. Het mag toch tuurlijk kunnen de jongeren ook rechtstreeks niet voorkomen dat na de bevestiging (‘ja’ het gesprek met de jeugdouderling aangaan. zeggen om onder Gods zegen deze taken te Voor het behouden van het overzicht is het gaan doen) het verwachtingspatroon bij de goed dat de wijkouderling in ieder geval re- gemeenteleden (en sommige ambtsdragers) gelmatig op de hoogte wordt gesteld dat er anders is… contacten zijn met bepaalde jongeren. De inhoud van die contacten komt pas aan de orde En de jeugddiaken? indien dit besproken dient te worden op de Zoals gezegd komen we in onze kerken vergadering van de kerkenraad (smal). nog weinig jeugddiakenen tegen. Zou dat Zowel de gemeente (inclusief de jongeren) kunnen zijn omdat veel jeugdouderlingen als de andere ambtsdragers dienen vooraf vooral ook actief zijn met de taken die eigenvan de afgesproken werkwijze op de hoogte lijk bij de diakenen horen? te worden gesteld. Diakenen zijn onze ‘gemeentemannen’ bij 2. Wat is de taakomschrijving van de jeugdou- uitstek. Zij bouwen aan een gemeenschap die derling? vanuit het geloof liefdevol omziet naar andeZorg dat het voor de gemeente (en kerken- ren. Het gaat daarbij om het praktisch helpen
16
DIENST 2013
Ambtelijke zorg: Waar blijft de jeugddiaken?
inderdaad: waar blijven in onze kerken de jeugddiakenen?
Jongeren uit Baalder zetten zich in voor de Voedselbank
Wat zou een taakomschrijving van de jeugddiakenkunnen zijn? In de nieuwe Werkorde staan onder B6.1 en B6.2 ook de kerntaken van de diakenen beschreven. Voor hen geldt dat zij: a) de gemeente voorgaan in de dienst van de barmhartigheid en gerechtigheid in de kerk en in de wereld; b) de onderlinge zorg en hulp stimuleren; c) de christelijke inzet en vrijgevigheid voor anderen die hulp behoeven stimuleren; d) moeiten in sociaal en materieel opzicht in de gemeente onderkennen én die gemeenteleden ondersteuning bieden in woord en daad; e) de liefdegaven verzamelen, beheren en (naar behoefte) uitdelen.
van mensen met sociale, fysieke en materiële moeilijkheden. Het Griekse woord diakonia wijst op dienen, een houding die door de voetwassing wordt onderstreept. Een houding die de gemeente leert van Jezus Christus zelf die op aarde kwam om mensen in nood Praktische voorbeelden te dienen. In een ieder van ons moet Christus Als jeugddiaken ben je er dus op gericht steeds meer gestalte krijgen (Gal 4:19). Met het dienende en delende karakter van de kerk compassie omzien naar de mensen om ons aan de jeugd duidelijk te maken. Dat doe je heen hoort daar helemaal bij! En de diakenen door gesprek en daad. Daarbij is het een goed richten zich op het in praktijk brengen daar- uitgangspunt om jongeren te laten ervaren van. Ze helpen ons om de waar het bij diaconaat De ander dienen zoals daad bij het woord te voeover gaat. Vanuit die gen. Ze houden zich bezig ervaring kun je vervolgens Christus komt je niet met vragen als hoe brengt verder met ze in gesprek. vanzelf aanwaaien de gemeente naastenliefde Gelukkig hoef je het wiel nu in de praktijk en hoe niet helemaal zelf uit te worden wij nu echte navolgers van Christus? vinden. We noemen hieronder een aantal praktische voorbeelden: Jong geleerd Micha Young: een interactieve cursus voor De ander dienen zoals Christus ons tieners over goed en recht doen. Speciaal diende, komt je niet vanzelf aanwaaien. ontwikkeld door jeugdwerkers uit diverse Ook onze jongeren niet! Ook hier geldt kerken. Met veel ludieke en praktische ‘jong geleerd, oud gedaan’. En als er opdrachten om, soms letterlijk aan den lijve, al ambtsdragers zijn die onze jongeren te ondervinden wat onrecht is. praktijklessen kunnen geven in het omzien Hartwerk: Compassion en Youth for Christ naar de ander, dan toch de diakenen wel! Dus hebben samen Hartwerk ontwikkeld, een
17
2013 DIENST
Anne Jan Kruizinga en Derk Jan Poel
tienerproject over armoede. Het project is creet bijgedragen aan drinkwaterprojecten bestemd voor jeugdgroepen en zet tieners wereldwijd. aan het werk door klusjes ZipYourLip: jongeren te doen bij ouderen in hun eten 24 uur lang niets Jongeren laten ervaren waar kerk. Met de opbrengsten en laten zich daarvoor het bij diaconaat over gaat sponsoren zij een kind in sponsoren. Het geld wordt een ontwikkelingsland besteed aan jongeren dat zo de kans krijgt op een leven zonder in bijvoorbeeld Zuid-Soedan. Je kunt dit armoede. samen met de jongeren in je eigen gemeente Present: ontdek hoe waardevol het is om opzetten. samen een ander te ontmoeten en te helpen. Nacht Zonder Dak: breng één nacht met Doe mee met een groep jongeren. Zo kun je een groep jongeren van de kerk door in een als gemeente ook nog es meer betrokken zijn zelfgemaakt krotje van plastic en kartonnen op de samenleving. dozen. De opbrengst van de Nacht Zonder Inzamelingsactie: laat jongeren een Dak gaat naar projecten onder straatjongeren inzamelingsactie organiseren. Bijvoorbeeld in Bolivia, Cambodja en Kenia. door een happietariaproject. De jongeren Diaconale stage: maak gebruik van de doen zoveel mogelijk zelf. Het opgebrachte maatschappelijke stage om jongeren iets te geld wordt door jongeren niet alleen naar de organisatie gebracht, maar organiseer dat de Gewoon Doen! jongeren ook een dag meelopen. Dit is een meer gestructureerde aanpak Geldbesteding: een goede thermometer om met jongeren op een laagdrempelige van je geloof. Ga met jongeren over dit manier dingen te doen. Eén keer in de onderwerp in gesprek. Dat kan op een maand op een zaterdagochtend wordt een georganiseerde avond, maar waarom ook activiteit georganiseerd. Bijvoorbeeld niet aansluiten bij een jeugdhonk of soos. met ouderen wandelen of iets doen, Met een biertje in de hand hoeft het gesprek koken voor daklozen, klussen, de buurt echt niet beperkt te blijven tot de smaak van opruimen, geldactie voor goed doel, verschillende soorten bier. helpen bij activiteit in de wijk of één van Maak Meer Marathon: dit is één van de bovenstaande activiteiten. De activiteit acties van DVN-J, speciaal voor jongeren. wordt afgesloten met een gezamenlijke Als jongere word je zelf partner van een maaltijd als moment om er samen over na zending- en hulpverleningsproject en moet te praten en ervoor te bidden en danken. je ervoor zorgen dat het project uitgevoerd kan worden. Het team jongeren krijgt een Meer voorbeelden en informatie vind je startkapitaal dat verveelvoudigd moet op www.diaconaalsteunpunt.nl/jongeren. worden. Jongeren bedenken leuke acties om Om de ontwikkeling van het jeugddiacomeer te maken van het startkapitaal. naat te stimuleren zijn jullie praktijkvoorWalk4Water: stimuleer deelname aan beelden van harte welkom. Stuur ze geWalk4Water als manier om jong en oud letrust door naar het Diaconaal Steunpunt. terlijk diaconaal in beweging te krijgen. Via de website worden ze dan beschikJongeren kunnen zo ervaren wat het is om baar gesteld aan andere diaconieën. kilometers te moeten lopen voor schoon drinkwater. Door sponsorgeld wordt con-
18
DIENST 2013
Ambtelijke zorg: Waar blijft de jeugddiaken?
leren over diaconaat. Een aantal concrete suggesties staat in de vorige DIENST (p. 142).
het daar voor de jongeren moeten beginnen. In de praktijk leren wat het betekent om ‘navolger van Christus’ te zijn. Net zoals binnen de gemeente de ouderling Brede plek en de diaken ieder zijn eigen ‘kerntaken’ en Bovenstaand overzicht is bedoeld ter verantwoordelijkheden hebben, geldt dat inspiratie. Je hoeft als ook voor het pastorale en jeugddiaken niet alles in de praktijk leren wat het diaconale werk onder de zelf te doen. Integreer jongeren. En net zoals in betekent om ‘navolger van bovenstaande activiteiten de gemeente de ouderling Christus’ te zijn zoveel mogelijk in al en de diaken elkaar aanwezige structuren. Zo aanvullen en over hun werk krijgt het diaconaat een brede plek binnen het regelmatig overleg hebben, zou dat ook voor gemeenteleven. het werken onder de jongeren moeten gelden. Kortom: gemeenten die vanuit de kerkenraad Net zoals een gemeente niet zonder de speciale brede aandacht voor de jongeren diakenen kan, zijn wij van mening dat dit willen, zullen naast jeugdouderlingen óók ook geldt voor onze jongeren. Eigenlijk zou jeugddiakenen moeten aanstellen.
*
In Assen hielpen jongeren mee spullen voor de Voedselbank op te halen die gemeenteleden hadden klaargezet
19
2013 DIENST
Handboek
De kracht van kringen
Heldere visie en herkenbare praktijkvoorbeelden Peter van de Kamp
In steeds meer kerken wordt gewerkt met kleine groepen, kringen, cellen of hoe ze ook maar mogen heten. Gaat de gemeente daar onvermijdelijk van opleven? Nee, dat zou ik niet zeggen. Kleine groepen kunnen een instrument zijn om een gemeente van een structuur te voorzien die geloofsgroei bevordert en die geloofsverbondenheid stimuleert. Een structuur die de inhoudelijke geloofscommunicatie ondersteunt. Want wat mij betreft gaat het om de inhoud. Uiteindelijk doe ik niet mee met mijn kring om over m’n vakantie te praten, maar over mijn relatie met God. Ik ga niet naar mijn kring om te klaverjassen, maar om voor elkaar te bidden. Dat zijn voor mij cruciale vragen: waarover wordt er gepraat in kringen, wat verbindt kringleden met elkaar? De praktijk laat ook zien dat kringen geen wondermiddel zijn. Een enthousiaste start met kringen blijkt na enkele jaren vast te lopen in onwil en geruzie. De motivatie lekt weg. Knelpunten zijn vaak de continuïteit, de wisselende betrokkenheid van gemeenteleden (draagvlak!) en de verhouding tot bestaande structuren en activiteiten. Daarom is goede bezinning altijd welkom. Het Handboek voor kringleiders, geschreven door Hayo Wijma, Peter van Genderen en Theodoor Meedendorp, geeft daar een waardevolle bijdrage aan.
zien, maar ook ‘bad practices’. Maar de auteurs laten ook gedrevenheid zien. Ze geloven in de kracht van kringen. Achterin het boek worden ze geïntroduceerd en daar proef je hun passie voor kringen. “Juist daar (in kringen) ontdek je wat genade betekent en wat ‘voeten wassen’ inhoudt. Juist daar krijgt liefde een gezicht” (Theodoor Meedendorp). “Gezonde kringen zijn misschien wel de beste manier om de achterdeur van de kerk dicht te houden” (Peter van Genderen). “Kleine groepen kunnen ons helpen Gods liefde voor ons aan anderen te laten zien” (Hayo Wijma).
Gedreven De drie auteurs hebben ieder vijf hoofdstukDe drie auteurs zijn niet de eersten de ken voor hun rekening genomen. Dat levert besten als het gaat om krinvijftien goed leesbare en gen. Ze hebben veel ervaring praktische hoofdstukken niet alleen ‘best practices’, met het opstarten van krinop. Daarin wordt regelmaar ook ‘bad practices’ gen, met het geven van traimatig verwezen naar de in ningen voor kringleiders en totaal twintig bijlagen die met toerustingswerk in meer algemene zin. de inhoud van het boek ondersteunen, toeDie ervaring zie ik terug in de herkenbare lichten en uitwerken. praktijkvoorbeelden die in het boek genoemd Het boek valt onder te verdelen in drie onworden, die niet alleen ‘best practices’ laten derdelen: (1) visie (hoofdstukken 1-3), (2)
20
DIENST 2013
Handboek: De kracht van kringen
Hayo Wijma, Peter van Genderen, Theodoor Meedendorp, Handboek voor kringleiders, Amsterdam: Buijten & Schipperheijn, 2011; ISBN 978 90 5881 571-2; 143 blz.; € 16,90
praktijk (hoofdstukken 5-7) en (3) vaardigheden (hoofdstukken 9-14). Daarbij bieden de hoofdstukken 4, 8 en 15 steeds bezinning op de persoon van de kringleider. Hoofdstuk 10 is een visie-hoofdstuk over onderling pastoraat. Naamgeving Het ‘waarom’ van kringen wordt met twee basale noties onderbouwd die elkaars keerzijde vormen. Niet alleen zijn mensen door God geschapen als relationele wezens die niet zonder medemensen kunnen, maar ook laat God zichzelf kennen als de Drie-ene “die bestaat in gemeenschap” (11), waarmee duidelijk wordt dat gemeenschap de hoogste vorm van leven is. Mijn eigen vertaling
daarvan is dat mensen elkaar nodig hebben en op elkaar aangewezen zijn, omdat ze naar het beeld van God geschapen zijn; God die in zichzelf een volmaakte relatie vormt. Het boek laat zien dat de naamgeving van kringen niet zonder betekenis is. Ik gaf al een hele opsomming van namen, maar volgens de auteurs is het toch niet om het even welke naam gebruikt wordt. Bij elke naam horen een eigen sfeer en een bepaald verwachtingspatroon. Afhankelijk van het profiel van je gemeente (te typeren aan de hand van een bijgeleverd model) kan het raadzaam zijn om te kiezen voor de naam ‘miniwijk’ of ‘zorggroep’ of ‘groeigroep’. Op de achtergrond hiervan staat de overtuiging dat je op verschillende manieren naar de gemeente kunt kijken: als organisatie, als gemeenschap en als beweging (17-19). Tegelijkertijd kan de naamgeving van een kring ook een verlangen naar verandering laten zien. Dan kan een kring aanvullend of vernieuwend zijn ten opzichte van het profiel van de gemeente (24). Stapeling Zeker ook in hoofdstuk 3 (De kring en het grote geheel) wordt duidelijk dat de auteurs de nodige ervaring hebben. Ze vragen aandacht voor de plek van kringen in het grotere geheel van het gemeenteleven. Een wat langer citaat is hier de moeite waard (25): “Bij het invoeren van een nieuwe kringstructuur wordt vaak te weinig nagedacht over hoe deze zich verhoudt tot de al bestaande structuren en groepen in de gemeente. Die al aanwezige groepen en structuren worden in veel gevallen in stand gehouden of leiden nog een informeel bestaan. Door deze stapeling kunnen er botsingen ontstaan. Bovendien kan het de inzet voor en deelname aan kleine groepen frustreren.” Deze waarschuwing wordt terecht gegeven, omdat zo’n stapeling van structuren inderdaad tot stagnatie van het kringwerk kan leiden en daardoor tot stagna-
21
2013 DIENST
Peter van de Kamp
Miniwijk, zorggroep of groeigroep: de naamgeving is niet zonder betekenis.
tie in het hele leven van een gemeente. Een in een gemeente en op het aandeel daarin heldere visie op kringen, die draagvlak heeft van onderling pastoraat via kringen noodzain de gemeente, is cruciaal voor het werken kelijk. Zij zorgen ervoor dat gemeenteleden met kringen. (een minimum aan) pastorale zorg ontvanHet handboek vraagt er aandacht voor dat gen, in de naam van Christus. In de gemeente steeds meer kerken ervoor kiezen om de on- van Christus moet gewaarborgd zijn dat er derlinge (pastorale) zorg bij de kleine groe- pastoraal voor mensen wordt gezorgd en het pen neer te leggen. Daar zit de positieve moet helder zijn wie daar verantwoordelijk overtuiging achter dat gelovigen elkaar voor is. basale pastorale zorg kunnen bieden, zoals het Nieuwe Testament daartoe oproept. De Vaardigheden auteurs wijzen erop dat dit de inzet van en Ruim de helft van het aantal hoofdstukbegeleiding door professionals of speciaal ken is gewijd aan de praktijk van het werdaarvoor aangestelde perken met kringen en aan de een heldere visie op sonen niet uitsluit. Voor de vaardigheden die daarvoor geestelijk leiders van een kringen, die draagvlak heeft nodig zijn. Dan gaat het gemeente is een doordachte over het opstarten van een in de gemeente, is cruciaal visie op het totale pastoraat kring, het voorbereiden en
22
DIENST 2013
Handboek: De kracht van kringen
vormgeven van kringbijeenkomsten, het ge- door de herkenbaarheid van de praktijkvoorzond houden van een kring (in verband met beelden. Het is een prestatie om met drie aude verschillende levensfasen van kringen!), teurs een boek op de markt te brengen dat een het voeren van goede geduidelijke eenheid vormt. sprekken. Er zijn hoofdDe kringleider niet neerzetten Ik zou nog wel wensen stukken over samen hebben. De auteurs geven als een super-gelovige Bijbel lezen en samen aan dat onderlinge zorg bidden en over de gastalleen door de kringen vrijheid van een kring en conflicten in een opgevangen kan worden, als de infrastruckring. tuur van de gemeente en het vangnet voor extra zorg en onvoorziene situaties goed gereEn, zoals ik al noemde, er zijn drie hoofd- geld zijn. Zij bepleiten terecht (hoofdstuk 10) stukken over de persoon van de kringleider. dat kringleiders moeten doorverwijzen naar Daarbij heeft elke auteur een hoofdstuk voor andere zorg. Daarmee bedoelen ze ook paszijn rekening genomen: Peter van Genderen torale zorg in de eigen gemeente. Maar hoe over wat is een goede kringleider, Hayo Wij- kringleiders dat praktisch kunnen aanpakken ma over zelf groeien als kringleider en Theo- en hoe samenwerking met bijvoorbeeld oudoor Meedendorp over hoe voorkom ik een derlingen er dan uitziet; daarover had ik wel kringleiderburn-out? Ik vind in deze hoofd- meer informatie willen hebben. En ook meer stukken vooral waardevol dat de auteurs praktijkvoorbeelden, omdat juist in zo’n conde kringleider niet neerzetten als een super- tact de verbinding van kringen met het grote gelovige. Dan zou de lat te hoog komen te geheel vorm krijgt. liggen, zoals zij zelf aangeven (37). Tegelij- Kringen die al wat langer functioneren, kunkertijd zijn ze er ook duidelijk over dat van nen er behoefte aan hebben om hun manier een kringleider wel het nodige verwacht van doen te veranderen. Soms gaat dat onmag worden: geestelijke volwassenheid en gemerkt. Dat ontdek je wanneer je over een stabiliteit, volhardend gebedsleven, lerende langere periode terugkijkt. Maar een kring en dienende houding (om een paar zaken uit kan er ook bewust voor kiezen om een andere het kringleider-profiel te noemen). Ze geven werkwijze te gaan hanteren. In de termen van er ruimte voor dat iemand tot de ontdekking het boek: een mini-wijk wil meer een zorgkomt dat de functie van kringleider niet bij groep worden. Of een zorggroep wil zich onthaar/hem past, “al moet je misschien wel wat wikkelen naar een groeigroep. Zo’n interne overwinnen om dat toe te geven” (106). ontwikkeling van een groep zou als zelfstandig thema wel aandacht verdienen in hoofdOvertuigend stuk 7. In dit verband ben ik ook wel beEr zijn meer bezinningsboeken over het nieuwd naar de mening van de auteurs over werken met kringen. Maar dat zijn voor het de relatie tussen bijbelstudie van de kring merendeel boeken die afkomstig zijn uit (hoofdstuk 12) en allerlei leeractiviteiten in de Amerikaanse context (zoals die van Bill de gemeente als geheel. Donahue vanuit Willow Creek), zonder een Iets heel anders is nog het intrigerende gegeadequate vertaalslag naar de Nederlandse ven dat we in het Nieuwe Testament huisgesituatie. Alleen al daarom voorziet dit boek meenten tegenkomen. Wat is de verhouding in een behoefte. Ik vind het ook een overtui- tussen die huisgemeenten van toen en de gend boek, vooral door het accent op visie en ‘huiskringen’ van nu? Maar ik geef toe dat
23
2013 DIENST
Peter van de Kamp
die vraag ingegeven wordt door mijn theologische interesse. Aanrader In de eerste plaats voor kringleiders zelf is dit handboek een aanrader. Maar in hun voetspoor zeker ook voor kringleden en niet te vergeten voor ambtsdragers. Vooral ouderlingen die in hun kerkelijke gemeente te maken hebben met kringen en samenwerken met kringleiders, worden door dit boek bepaald bij de noodzaak van een visie op krin-
gen en op het totaal van pastoraat. Ze worden ook gewaarschuwd voor de opstapeling van structuren die zich voordoet bij een al te voorzichtig kerkenraadsbeleid. En ze krijgen de tip mee om mensen met geestelijk verantwoordelijke taken (zoals kringleiders) niet ook voor andere taken te vragen (103). Mede daarom is het een aanrader: het gaat herkenbaar over onze kerkelijke praktijk, waarin de kracht van kringen hopelijk steeds meer zichtbaar zal worden.
Blinde vlek in herziene kerkorde
*
Inderdaad, in steeds meer kerken wordt gewerkt met kleine groepen of kringen. Dat geldt ook voor de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKv). Daarom vind ik het merkwaardig dat in de recente, maar nog niet officiële ‘herziene kerkorde’ (2012) niets terug te vinden is over dit fenomeen. Ook niet een indirecte verwijzing. Of die zou al moeten zitten in de nieuwe ‘afspraak’ (B23.4) dat gemeenteleden de ouderlingen kunnen assisteren in de pastorale zorg. Zelfs in hoofdstuk C over het leven van de gemeente wordt met geen woord gerept over de mogelijkheid om te werken met kringen, laat staan dat er zinvolle afspraken over gemaakt worden. Het risico hiervan is dat het tijdrovende werk van deputaten herziening KO en van een generale synode het contact met de werkelijkheid verliest en daarom als niet relevant wordt beschouwd. De ‘herziene kerkorde’ hernieuwt wel afspraken over het huisbezoek aan gemeenteleden door de ouderlingen (B23.2), “tenminste eenmaal per jaar”. Maar de kerkelijke werkelijkheid is niet alleen maar dat door gebrek aan ouderlingen veel gemeenteleden niet tenminste eenmaal per jaar bezocht worden. Die werkelijkheid is ook dat onderling pastoraat in kringen groeit en dat daardoor de bepaling dat gemeenteleden eenmaal per jaar bezocht moeten worden in een ander licht komt te staan. Ouderlingen stellen de vraag hoe de verhouding is tussen huisbezoek en onderling pastoraat in kringen. Er zijn ook ouderlingen die hun tijd investeren in goed, coachend overleg met kringleiders en die hun pastorale aandacht Hoe is de verhouding tussen geven aan gemeenteleden die extra pastorale zorg nodig hebben (die door een kring niet jaarlijks huisbezoek en geboden kan worden). De blinde vlek in de heronderling pastoraat in kringen? ziene kerkorde betreffende kleine groepen, in samenhang met de bepaling over het jaarlijkse huisbezoek door ouderlingen, werkt de stapeling van structuren in de hand waarvoor in het ‘Handboek voor kringleiders’ wordt gewaarschuwd.
24
DIENST 2013
Column
Ik zendeling? Nee dank u! Janita Geertsema
Zendeling. Dat is het beroep dat ik moet invullen op alle officiële documenten. Ik vind dat altijd wat vreemd, voor mij is zendeling geen beroep maar een context. Net zoals ‘ex-pat’ niets zegt over je beroep, maar over het gegeven dat je buiten je eigen land je beroep uitoefent. Onder de vele zendelingen die er zijn, zijn net zo veel beroepen vertegenwoordigd: dokters, ingenieurs, verpleegsters, kerkstichters, projectmanagers, vertalers en wat al niet meer. Ik zelf ben gewoon docent, maar dan in Bolivia. Grote vergissing Het grootste probleem van de speciale categorie ‘zendelingen’ is niet zo zeer administratief. Het probleem is dat de uitvoering van de Grote Opdracht (Mat.28:19-20) voor zendelingen gereserveerd wordt. Zij zijn degenen die het evangelie gaan verkondigen en de rest kan thuis blijven want die taak is gedelegeerd. Ideaal, want je zit waarschijnlijk niet te wachten om naar een ver land te vertrekken. Maar als we zo denken, begaan we een grote vergissing. Want het is geen gebod waarvan we de uitvoering kunnen uitbesteden aan een paar enthousiastelingen. Het is een gebod voor ons allemaal. Maar wacht even, pak je koffers nog niet. Want de nadruk in het Grote Gebod ligt niet op het ‘gaan’, waardoor iedereen die naar een ander land gaat automatisch voldoet aan de eisen. In deze manier van denken is zending iets dat je ergens anders doet, zolang het maar niet in je eigen land of je eigen stad is. Deze vergissing komt omdat het werkwoord ’gaan’ vertaald is als een gebod: ’ga!’. Maar het is geen gebiedende wijs; ’gaan’ geeft de context aan waarin het maken van discipelen gebeurt: terwijl je gaat, terwijl je bezig bent. Daarna volgt pas het enige gebod van de hele
tekst: maak discipelen. Maak alle volken tot mijn discipelen. Dat gaat om verre en exotische volken waar ze nog nooit van God hebben gehoord, maar dat gaat ook gewoon om ons eigen volk, Nederland. Ook daar hebben velen nog nooit van God gehoord. Dat betekent dat iedereen van ons aan dit gebod gehoor kan geven, dat iedereen aan dit gebod gehoor moet geven. Dus helaas, je kunt dit gebod toch niet delegeren. Inspireren Gelukkig hoef jij niet direct te emigreren. Beginnen bij waar je bent en waar je mee bezig bent, is een heel goed startpunt en daar dan discipelen maken. Mensen inspireren Jezus na te volgen. Dat kan door mooie preken en goede bijbelstudies, maar dat kan ook door het voor te leven. Gewoon praktisch. Door zelf Jezus na te volgen anderen motiveren hetzelfde te doen. Gewoon door te laten zien dat, hoewel je iedere zondag in je nette pak vooraan zit, jij toch niet zo saai bent als je eruit ziet. Janita Geertsema werkt sinds 2009 als zendeling in Cochabamba (Bolivia) en geeft les aan het Theologisch Seminar.
25
2013 DIENST
Deputaten
Samen zoeken naar Gods wegen
Bouwen aan sterke kerken met zending, hulpverlening en training
Clement Mol
De Verre Naasten is de landelijke organisatie van onze kerken voor zending en hulpverlening en het uitvoerend orgaan van Deputaten Zending, Hulpverlening en Training (ZHT). De organisatie helpt wereldwijd kerken met groeien, Gods liefde bekendmaken en armoede en onrecht bestrijden. Dat gebeurt in samenwerking met de plaatselijke GKv-kerken in Nederland. Samen met deze zendende kerken wordt de komende jaren gewerkt aan vereenvoudiging van bestaande structuren. Doel: de betrokkenheid bij zending en hulpverlening van gemeenteleden en plaatselijke kerken vergroten. Het landelijke deputaatschap ZHT vormt zending en hulpverlening is het uitdragen het bestuur en de werkgever van De Verre van het evangelie”, stelt Blok nadrukkelijk. Naasten. Zij heeft hoofdzakelijk een toe- “Je kunt nog zoveel geld en goederen de wezichthoudende taak, de verantwoordelijk- reld insturen, maar zonder daarbij de boodheid voor de dagelijkse uitvoering ligt bij de schap van vergeving van zonden te vertellen, directie van De Verre Naasten. “Dat is ook zijn al die goederen feitelijk een druppel op vrij logisch”, geeft Thijs Blok, huidig voor- een gloeiende plaat.” zitter van deputaten ZHT en predikant te Nijkerk aan. “Als deputaten zien we ons als een Cultuurverschillen schakel tussen de Generale Synode van de Klaas Harink, directeur bij De Verre kerken en het uitvoerende deel van het zen- Naasten, kan maar moeilijk stilzitten. Vol dingswerk, dat door De Verre Naasten wordt geestdrift is hij in januari aan de slag gegaan. uitgevoerd. Wij brengen en houden de syno- Het enthousiasme voor zijn nieuwe werkdeleden op de hoogte van het reilen en zeilen kring steekt hij niet onder stoelen of banken. van De Verre Naasten en komen met voor- Vol vuur vertelt hij over zijn stap van direcstellen voor de toekomst.” teur van VluchtelingenDe stichting De Verre Werk Noord Nederland Zonder evangelie zijn al die Naasten is al vele jaren naar De Verre Naasten. goederen een druppel op een actief, inmiddels in meer Harink en Blok zijn ovegloeiende plaat dan 25 landen. Volgens rigens geen onbekenden Blok is het ondersteunen voor elkaar. Dat heeft zo van kerken op allerlei plaatsen in de we- zijn voordelen. Als ze het over het werk in het reld een belangrijke drijfveer voor zending. buitenland hebben, is er direct een stuk her“Maar de belangrijkste taak in de wereld van kenning. Want Harink heeft een groot deel
26
DIENST 2013
Deputaten: Samen zoeken naar Gods wegen
Een man met het Nieuwe Testament in het Perzisch
van zijn werkzame leven in Suriname (voor leen kerkplanting zijn gewoon voorbij. VroeSOS Kinderdorpen) en in Congo (voor De ger was het gebruikelijk om gezinnen naar de Verre Naasten) gewerkt. In Congo heeft ook diverse zendingsgebieden te sturen om daar Thijs Blok gewerkt. Beiden zijn daar actief de blijde boodschap van Jezus Christus te geweest om de plaatselijke kerken te onder- brengen. Daarbij werden tegelijkertijd kersteunen in zelfstandig kerk-zijn in hun eigen ken gesticht en scholen opgericht. Maar die context. Ze geven toe dat een dergelijke op- aanpak is in de loop van jaren toch wel wat dracht minder eenvoudig is dan op het eerste veranderd. Terwijl we in het verleden nog gezicht lijkt. zo’n elf gezinnen naar zendingsgebieden “De cultuurverschillen en het verschil in fi- stuurden, zijn dat er nu niet meer dan vier. nanciële mogelijkheden tussen de Westerse Onze taak op het terrein van zending, hulpmaatschappij en het leven in een van de der- verlening en training heeft een heel andere dewereldlanden zijn enorm”, stelt Harink, inhoud gekregen. Tegenwoordig houden we terwijl hij op het puntje van zijn stoel gaat zit- ons veel meer bezig met het ondersteunen ten. “Terwijl onze kerkvan plaatselijke kerken Het dicteren van vroeger is diensten strak en zonder en hun gemeenteleden, in veel poespas verlopen, de vorm van trainingen en gewijzigd in het opleiden van gaan in Congo de handen opleidingen bijvoorbeeld. plaatselijke kerkmensen op elkaar en stromen juiHet dicteren van vroeger chende klanken de kerkis gewijzigd in het opleizaal in. En zo zijn er nog veel meer verschil- den van plaatselijke kerkmensen. Er is veel len in leven en werk tussen de westerling en meer oog voor gelijkwaardigheid en wederbijvoorbeeld een Congolees aan te geven.” kerigheid. Het samen zoeken naar Gods wegen heeft een steeds zwaarder accent gekreVeranderende wereld gen. Deze verandering in het zendingswerk In de loop van jaren is het zendingswerk vergt ook een andere aanpak en benadering.” behoorlijk veranderd. Blok: “Laten we eer- De Verre Naasten werkt, waar mogelijk, salijk zijn. De oude tijden van uitsluitend en al- men met een zendende instantie; één kerk of
27
2013 DIENST
Clement Mol
De Verre Naaste begeleidt en ondersteunt kerkdiensten van onder meer de Reformed Presbyterian Church of Noord-Oost India
(meestal) een regionaal samenwerkingsver- woordelijkheid voor zending en hulpverleband van kerken rond zending en hulpver- ning bij de plaatselijke kerk. Vaak zijn plaatlening. Doel van zo’n samenwerking is het selijke gemeentes in een bepaalde regio of samen delen van kennis, ervaring, middelen classis, verbonden aan hetzelfde project of en contacten. Het aantal land. Harink: “Zo verDe geest van God weet veel samenwerkingen is in de zorgt de groep kerken in afgelopen jaren flink geharten van mensen in derdewe- Drenthe het zendingsgroeid. “We willen van elwerk onder andere in reldlanden te bereiken kaar leren en voorkomen Brazilië en Venezuela, dat het wiel steeds opterwijl kerken in Groninnieuw wordt uitgevonden”, stelt Harink. Ze- gen en Friesland zich bezighouden met het ker met het oog op de toekomst; de wereld is zendingswerk in Zuid-Afrika. Om de geimmers behoorlijk veranderd. Zo neemt het meenteleden te informeren over het werk in aantal christenen in westerse landen af, ter- die landen, verschenen bijdragen van zenwijl we het omgekeerde in derdewereldlan- dingsmedewerkers in het periodiek ‘Tot aan den signaleren. “De geest van God weet veel de einden der aarde’. Dit orgaan is inmiddels harten van mensen in deze derdewereldlan- overgegaan in ‘Naast/’. den te bereiken”, stelt Blok. ”Dat is gewoon Het werk van de zendende instanties wordt hartverwarmend en bemoedigend.” gefinancierd via ‘quota’: een vast bedrag per kerklid, dat jaarlijks wordt afgedragen via Zendende instanties de gemeente. De Verre Naasten is voor haar Binnen ons kerkverband ligt de verant- werk grotendeels afhankelijk van giften en
28
DIENST 2013
Deputaten: Samen zoeken naar Gods wegen
Deze doelgroep krijgt van ons de nodige aandacht.”
Klaas Harink, directeur De Verre Naasten
ontvangt daarnaast een bijdrage uit quota via de Generale Synode, € 2,85 per ziel, per jaar. Ongeveer eenderde van de inkomsten van De Verre Naasten komt van particulieren. Voorzitter Blok is erg dankbaar dat De Verre Naasten nog steeds mag rekenen op giften van zoveel trouwe donateurs. “Helaas zien we wel dat onze inkomsten in 2012 lager zijn dan in het jaar ervoor, daarin merken we toch ook de gevolgen van de crisis.” Blok: “Voor de toekomst is ook de betrokkenheid van jongere generaties bij ons werk erg belangrijk.
Jeugd Zendingsdeputaten en De Verre Naasten streven ernaar om in de nabije toekomst jongeren meer voor het zendingswerk te interesseren. Om dit te bereiken wordt onder meer overlegd met de zendende instanties en plaatselijke Z&H-commissies. “Plaatselijke Z&H-commissies zouden niet alleen ouderen in hun commissie moeten benoemen, maar ook enthousiaste jongeren in hun gelederen opnemen. Dat pleidooi willen we de komende jaren voeren”, aldus Harink. De Verre Naasten is daarnaast met haar, onlangs vernieuwde, jongerenmerk (DVN-J) volop actief op social media en lanceerde recent de jongerenactie ‘Maak Meer Marathon’. Ook worden er jongerenreizen naar het buitenland georganiseerd. Jongeren
Avondmaal vieren: dit is de beker van de dankzegging
29
2013 DIENST
Clement Mol
krijgen daarbij de kans om de projecten van dichtbij te zien en jonge medechristenen uit andere culturen te ontmoeten. Diakenen Behalve het betrekken van jongeren bij Thijs Blok, het plaatselijk zendingswerk breken Blok voorzitter deputaten ZHT en Harink een lans voor meer betrokkenheid van de diakenen bij alle zendingsactiviteiten. Binnen kerkelijk Nederland en zeker gezette Internationale Cursus. De tendens is ook binnen de vrijgemaakte kerken is de rol dat het begeleidingstraject zich steeds vaker van de diaken aan het veranderen. Nu op veel naar het buitenland verplaatst. Capaciteitsplaatsen in ons land de kerkelijke activiteiten opbouw is daarin een belangrijk speerpunt: zich verbreden, lijkt het Blok en Harink een bouwen aan sterke kerken die zelfstandig goed idee om ook diakenen deel te laten uit- kerk kunnen zijn in hun eigen context. Er komaken van de vele zendingscommissies, die men veel vragen uit het buitenland voor ononze kerken telt. Diakenen zijn van nature dersteuning en begeleiding. bekwaam om hulp te bieden daar waar dat nodig is. “Oog hebben voor de nood van de Contacten naaste geldt als een eerste vereiste voor het Tenslotte blijkt De Verre Naasten in Neambt van diaken”, stellen Blok en Harink. derland niet alleen met de zendende instan“Daarom lijkt het ons een goede zaak hun ties nauw samen te werken, maar onderhoudt ambtelijk werk uit te breize ook een reeks van Bouwen aan sterke kerken die andere contacten om de den tot de bestaande zendingscommissies. Wanzelfstandig kerk kunnen zijn in eigen organisatie te verneer het lid zijn van een sterken. “Vaak gaat het hun eigen context zendingscommissie wat om een win-win situatie, teveel gevraagd is, kan waarin we over en weer een diaken nog altijd als adviseur zijn steen- veel aan elkaar hebben”, verklaart Harink. tje bijdragen in de zendingsactiviteiten van “Bijvoorbeeld met het Diaconaal Steunpunt, de kerkelijke gemeenschap.” de Theologische Universiteit in Kampen, deputaten Buitenlandse Betrekkingen Kerken, Training de Nederlandse zendingsraad en deputaatEén van de vaak onderbelichte werkter- schap Financiën & Beheer. Met bestaande en reinen van De Verre Naasten is het onderdeel nieuwe contacten proberen we in de komenadvisering en training. Het opleiden en be- de jaren de doelmatigheid en duidelijkheid geleiden van predikanten in het buitenland van onze organisatie te versterken. Maar privergt een speciale benadering. Zoals al eer- mair gaat het over het werk dat God in en op der is aangegeven, wordt dit werk steeds va- de zendingsvelden tot stand brengt. Wij zijn ker in het buitenland zelf gedaan. Dat geldt slechts instrumenten in Zijn hand.” ook voor advisering en training. Met een zekere regelmaat worden trainingen voor Clement Mol belicht in deze serie deputaatbuitenlandse zendelingen en predikanten in schappen binnen de GKv. Nederland georganiseerd, zoals de groots op-
30
DIENST 2013
*
Diaconaal Steunpunt Als het om de centen gaat…
Nieuwe brochure over diaconale steun bij financiële problemen
Derk Jan Poel
Als diaken kun je te maken krijgen met situaties van schulden, financiële tegenslagen en soms zelfs armoede. Dergelijke situaties doen zich voor zowel in als buiten de gemeente. Als diaken mag je dan hulp bieden zodat nieuw perspectief ontstaat en niemand gebukt gaat onder de gevolgen van armoede. Maar het vinden van een goede werkwijze is niet altijd zo eenvoudig. ‘Als het om de centen gaat...’ wil je helpen om op een barmhartige en verantwoorde wijze steun te bieden bij financiële nood. De brochure is opgesteld door de diaconale steunpunten van de GKV, NGK en CGK. Met het uitkomen hiervan is zeker niet het laatste woord gezegd. De maatschappij verandert. De rol van de overheid en van de kerk verandert. En daarmee veranderen ook de vragen waar diakenen tegenaan kunnen lopen en de mogelijke oplossingen daarvoor. Praktijkervaringen, aanvullingen en suggesties zijn van harte welkom en zullen worden gebruikt voor een volgende versie. In de brochure hebben we ons bewust be-
perkt tot de aspecten van het financieel ondersteunen. Maar vanzelfsprekend hebben bemoediging, begeleiding en gebed daarbij een belangrijke plaats! We hopen dat deze brochure je zal helpen om de liefde van Christus in en buiten de gemeente zichtbaar handen en voeten te geven. Je kunt de brochure gratis downloaden of bestellen via de webwinkel. De nieuwe, prachtig uitgegeven fullcolour brochure kost slechts € 5,95.
31
2013 DIENST
Derk Jan Poel
Eigen mailadres is goud waard Komt de mail voor de diaconie binnen op je privé mailadres of heeft de diaconie een eigen mailadres? Inmiddels heeft een groot deel van de diaconieën de voordelen ontdekt van zo’n eigen emailadres voor de diaconie. Zo’n duidelijk herkenbaar mailadres is belangrijk én gemakkelijk. Stap daarom ook over en vraag een eigen mailadres aan voor de diaconie. Heeft je gemeente een eigen website? Vraag dan bij de websitebeheerder een mailadres aan (bijvoorbeeld
[email protected]). Je kunt ook een gkv.nl mailadres aanvragen zoals
[email protected]. nl. Kijk daarvoor op www.gkv.nl/hosting of neem contact op met het Diaconaal Steunpunt. Voordelen van een eigen mailadres voor de diaconie Een eigen adres is: duidelijk herkenbaar en betrouwbaar, iedereen weet dat het om de diaconie gaat goed te scheiden van je privé mail, belangrijk i.v.m. privacy van de diaconiemail snel toe te voegen aan je mailprogramma makkelijk en snel overdraagbaar aan je opvolger
minder werk, bij wijziging van secretaris hoef je niemand te informeren over een nieuw mailadres voor de diaconie zorgvuldig, want bij wijziging van secretaris blijft de mail voor de diaconie op het juiste adres binnenkomen Een doorstuuradres Sommige diaconieën maken gebruik van een zogenaamd doorstuur gkv emailadres. Zo’n doorstuur adres is dan gekoppeld aan een privé mailadres. Zo kan het adres
[email protected] bijvoorbeeld gekoppeld zijn aan martin.deboer@gmail. com. Mail die dan binnenkomt op diaconie@ steenwijkerland.gkv.nl wordt direct doorgestuurd naar het gekoppelde privé adres
[email protected]. Hoewel al een stuk beter, is dit nog geen ideale oplossing. Voor- en nadelen van een doorstuuradres: duidelijk herkenbaar voor iedereen je hoeft niemand te informeren over een nieuwe mailadres je hoeft niets aan je mailprogramma toe te voegen niet te scheiden van privé mail minder eenvoudig overdraagbaar aan een opvolger, omdat het doorstuur adres moet worden gewijzigd minder zorgvuldig, want pas na wijziging komt mail op het nieuwe adres binnen Meer weten? Wil je meer weten over de voordelen van een eigen mailadres? Of wil je een eigen mailadres aanvragen? Neem dan gerust contact op met het Diaconaal Steunpunt voor informatie.
32
DIENST 2013
*
Kerkrecht
Wanneer staat iemand buiten?
Nieuwe kerkorde begeleidt bij de uitgang
Kornelis Harmannij
Evert de Jong komt al jaren niet meer in de kerk, laat staan op catechisatie. Hij is nog steeds dooplid, en inmiddels een behoorlijk eind in de twintig. Maar nu wordt er verteld dat hij is ingetrokken bij een meisje ergens aan de andere kant van de stad. Ze schijnt Rooms te zijn. En men zegt dat hij regelmatig met haar meegaat naar de R.K. kerk. ‘Mooi’, zegt een ouderling, ‘wie weet vindt hij zo God terug’. ‘Ja maar’, komt een ander, ‘hij is wel gaan samenwonen, is dat geen reden tot tucht?’ ‘O nee’, zegt een derde, ‘dan kun je nog beter constateren dat hij zich feitelijk heeft onttrokken; hij gaat nu immers naar de Roomse kerk’.
We noemen het wel eens ‘randkerkelijkheid’. Maar de werkelijkheid is vaak ernstiger: het gaat dan om leden die op weg zijn naar de uitgang of zelfs al buiten staan. Ze nemen alleen niet de moeite om dat te melden; de kerkenraad moet er zelf maar achter komen. En wat doe je dan? De nieuwe kerkorde biedt in deze situatie meer aanknopingspunten dan de oude. Ook al is de oude kerkorde nog van kracht, niets verhindert kerkenraden om zich op dit punt al te oriënteren op de nieuwe. Ik noem enkele relevante artikelen. De volgorde is van belang: zie het als een soort ‘checklist’. Verhuisd C42.3 Het kerklidmaatschap sluit aan bij het feitelijke woonadres en de vastgestelde kerkgrenzen. Afwijking hiervan is alleen mogelijk bij onderlinge overeenstemming tussen de betrokken kerkenraden. Evert woont nu in een andere stadswijk en valt daarmee onder een zusterkerk. Dat bete-
kent in ieder geval dat wanneer de oorspronkelijke kerkenraad mogelijkheden ziet om hem ook op termijn te blijven bearbeiden, hij daarover in contact moet treden met de kerkenraad uit die andere stadswijk. C44 Kerkleden die verhuizen, ontvangen op hun verzoek en na mededeling aan de gemeente een attestatie voor de kerkenraad in de plaats waarheen zij vertrekken, met gelijktijdige kennisgeving aan die kerkenraad. Let op het verschil met de huidige kerkorde (art. 63). Daarin stond dat de kerkenraad, zonder overleg met Evert, een attest kan opsturen naar de kerkenraad van de nieuwe woonplaats. In de nieuwe kerkorde is die mogelijkheid vervallen. Er worden geen ongevraagde attestaties opgestuurd, maar alleen op aanvraag meegegeven aan betrokkenen. Evert heeft geen attestatie aangevraagd. De kerkenraad kan hem daar alsnog toe aansporen, maar mogelijk zonder resultaat. Wat dan te doen?
33
2013 DIENST
Kornelis Harmannij
Onttrokken? hij daar deelneemt aan de sacramenten en of C45.1 hij zich door die andere gemeenschap pasWanneer iemand aangeeft niet langer tot toraal laat bearbeiden. Is dat alles het geval, de gemeente te willen behoren, zich zonder dan is er weinig ruimte meer voor twijfel; in kennisgeving bij een andere kerkgemeen- andere gevallen is een afweging noodzakeschap aansluit of bij verhuizing naar elders lijk. geen attestatie aanvraagt, en daar ondanks Bij Evert lijkt het in ieder geval nog niet zoinspanningen van de kerkenraad en de ge- ver. Kunnen we hem dan als ‘onttrokken’ meente bij blijft, berust de kerkenraad daarin opgeven omdat hij is verhuisd zonder een aten doet hij van de beëindiging van het lid- testatie aan te vragen? Wat meeweegt is dat maatschap mededeling aan de gemeente. hij nog steeds woont in dezelfde stad. Wel De kerkenraad heeft in een andere wijk, maar Evert opgespoord en aan‘Berusten’ betekent niet dat je mogelijk zijn er meer gesproken. Misschien leden die ‘net over de er mee instemt zegt hij niet langer bij de grens’ zijn gaan wonen, kerk te willen horen. De maar in goed overleg met kerkenraad mag dan daarin berusten. Let op de andere kerkenraad nog steeds bij de oude de gebruikte term: ‘berusten’ betekent niet gemeente behoren. Art. C45 doelt op iemand dat je er mee instemt. Nog steeds is ‘onttrek- die door zijn verhuizing buiten de kring is geking’ geen kerkelijk handelen, ook al staat de raakt waar de gemeente met hem kan meeleterm nu wel in de kerkorde. Berusten bete- ven en de ambtsdragers hem kunnen bearbeikent slechts dat je je er niet tegen verzet. We den. Dan komt het ‘berusten’ weer in beeld: kunnen Evert niet tegen zijn zin vasthouden. we kunnen ontrouwe gemeenteleden niet Wel kunnen we hem nog proberen te over- overal achterna blijven reizen. Dat is in het tuigen van de dwaasheid van deze stap. Dat geval van Evert nog niet aan de orde. Hij kan hoeft echter niet eindeloos te duren. redelijk simpel worden bezocht. Wel moet hij Maar misschien heeft Evert niet gereageerd dan de deur opendoen. op de aansporing van de kerkenraad. Kun je hem dan als ‘onttrokken’ beschouwen van- C45.2 wege zijn kerkgang bij de Roomse vriendin? Wanneer iemand lange tijd elk contact met Niet zonder meer. Er is bij artikel C45 niet de ambtsdragers onmogelijk maakt, vergedacht aan incidenteel kerkbezoek elders. klaart de kerkenraad na instemming van de Dat doen gemeenteleden wel vaker en meest- gemeente zijn lidmaatschap voor beëindigd. al zonder kennisgeving, maar geen kerken- Die instemming van de gemeente wordt raad die hen daarom uit de eigen ledenlijst zal verkregen op de gebruikelijke manier: de verwijderen. Dat is pas aan de orde voor wie kerkenraad deelt aan de gemeente mee dat zich aansluit bij die andere gemeenschap. hij geen contact kan krijgen met Evert de Hoe constateer je dat? Eenvoudig is uiteraard Jong. Als iemand dat contact nog wel heeft wanneer iemand dat zelf te kennen geeft of of denkt te kunnen leggen, wordt hij uitgewanneer je inzage krijgt in het ledenregister nodigd om zich te melden bij de kerkenraad. van die andere gemeenschap. Maar dat laat- Komen er echter uit de gemeente geen signaste is tamelijk uitzonderlijk. Blijft over om len, dan kan de verklaring van beëindiging te letten op drie andere aspecten: of iemand lidmaatschap worden uitgesproken. structureel de kerkdiensten elders bezoekt of De instemming van de gemeente wordt ook
34
DIENST 2013
Kerkrecht: Wanneer staat iemand buiten?
gevraagd om te voorkomen dat de kerkenraad al te gemakkelijk naar dit middel grijpt. Het gaat immers om iemand die zich niet zelf heeft afgemeld. Hij is ook niet naar elders vertrokken. Hij is evenmin overgegaan naar een andere kerkgemeenschap. Misschien is hij moeilijk bereikbaar, maar dat is nog geen reden om alle banden met hem te verbreken. De gemeente mag tegen de kerkenraad zeggen: dit gaat te snel. Wij zien nog mogelijkheden om u met hem in contact te brengen. Dat moet dan wel gebeuren.
De bezoekende ouderling kan daarom niet volstaan met een vriendelijke uitnodiging. Bij een volgend bezoek wijst hij op de noodzaak van een andere houding. Je bent gedoopt, je kunt je aan God niet onttrekken.
D59.1 Wanneer een belijdend lid of volwassen dooplid ondanks het vermaan in zijn ernstige zonde blijft volharden, gaat de kerkenraad over tot publieke tuchtoefening door bekendmaking aan de gemeente. Het besluit van de kerkenraad behoeft vooraf de goedkeuring Tucht van de classis. Hierbij is art. D54.1 van toeD58.1 passing. Wanneer iemand als kind is gedoopt, maar De afkondiging die bij C45.2 werd gedaan, als volwassene niet komt tot openbare ge- vroeg niet zo’n zware voorbereiding als deze. loofsbelijdenis van geloof, blijven de ge- Maar toen was de inhoud neutraler: ‘we zijn meenteleden en de ambtsdragers hem daar- Evert de Jong kwijt, wie heeft er nog contoe stimuleren en vermanen. tact?’ Nu gaat het om een oordeel: ‘Evert de Als het goed is, waren er dus al vaker contac- Jong maakt zich los van God’. Dat oordeel ten geweest tussen ambtsdragers, gemeen- moet door een onafhankelijke partij worden teleden en Evert de Jong. Daar kun je nu op bevestigd: de classis. Nieuw is dat de classis voortbouwen. Maar ook als het er al jaren hierbij niet enkel afgaat op het rapport van niet van kwam, is dit een goede gelegenheid de kerkenraad, maar ook aan Evert zelf geom hem alsnog op te zoelegenheid biedt om zich evert maakt zich los van God, uit te spreken. Of hij daar ken. Dit artikel heeft met opzet wij klemmen ons nog eens extra gebruik van maakt, is aan een positieve insteek: we hem; maar de mogelijkaan hem vast willen je niet kwijt, maar heid is er. we roepen je op om de Let wel: deze afkondiging God van je doop weer op te zoeken. is, anders dan in het huidige art. 82 KO, geen opmaat naar buitensluiting. Evert maakt zich D58.2 los van God, wij klemmen ons nog eens exWanneer een volwassen dooplid zich in tra aan hem vast. Pas wanneer duidelijk is dat woord en daad afkerig toont van de dienst Evert werkelijk met God gebroken heeft (en van God, roepen de ambtsdragers hem op tot alle inspanning om hem terug te halen, niet bekering. zal baten), gaat de kerkenraad opnieuw naar Het contact met Evert loopt stroef. Hij vindt de classis en vervolgens naar de gemeente, dat de kerk zich niet met hem moet bemoei- om de banden met Evert te kunnen verbreken en. Hij leeft zoals hij wil leven. En ach, die (art. D60). kerk van zijn vriendin, ja, hij is wel eens geweest, maar dat heeft hij ook wel weer ge- Kornelis Harmannij is predikant in Nijmegen zien. en werkt mee aan de nieuwe kerkorde.
*
35
2013 DIENST
auteur
auteur
36
DIENST 2013