Diemensies
sinds 1969
38
e
jaargang, nummer 1
vakgroepsblad Psychologie verenigingsblad VIP
Verslaving Wat weet jij d’r nou van?
Koudwatervrees Hoe overleef je je eigen vooruitgang?
Hersenloos paintballen Laatste keer Diemensies POT?! Boven is alles stil en onderhuids speelt van alles Conformisme
COLOFON [DIEMENSIES] is het huisblad van de opleiding Psychologie van de Rijksuniversiteit Groningen en is het verenigingsblad van de VIP. Diemensies verschijnt zes maal per jaar in een oplage van 660 en wordt gratis verspreid. [KOPIJ] ontvangt de redaxie bij voorkeur per e-mail. Kopij kan ook ingeleverd worden in het postvakje van Diemensies bij de portiersloge of in de VIP kamer. De redaxie behoudt zich het recht voor stukken in te korten, fouten te verbeteren en/ of kopij niet te plaatsen. [BESTUUR] [VOORZITTER] Anouk de Kleijn [SECRETARIS] Hinke Hamer [PENNINGMEESTER] Patrick Noordhof [EINDREDACTEUR] Bestuur [ILLUSTRATIES] Albert Hietkamp [LAYOUT] Patrick Noordhof Rudolf Leermakers [REDAXIE] Anna Stuyling de Lange Ann Christin Uphaus Coosje de Vries Eke Poortinga Hinke Hamer Janiek Bartelds Jonas Rubrech Rachel Elsinga Roos Arends Tanja Witte Theo van Mourik Wouter Kerdijk [ADRES] Psychologisch Instituut Heymans Kamer 404a Grote Kruisstraat 2/1 9712 TS Groningen [E-MAIL]
[email protected] [INTERNET] WWW.DIEMENSIES.NL [TELEFOON] (050) 363 7614 [DRUK] Kerklaan 49-51 Groningen [©2007] Het is niet toegestaan zonder schriftelijke toestemming van de redaxie kopieën van Diemensies of delen daarvan te maken en/of te gebruiken.
2
Jaargang 38 nummer 1
Voorwoord Lieve lezers, En daar zijn we weer! De bikini’s en zwembroeken liggen weer achter in de kast, dat mooie bruine vakantiekleurtje is alweer aardig van je wangen vervaagd en je boekenkast heeft er een paar nieuwe aanwinsten bij. Het studiejaar is weer begonnen! Na een toch altijd weer moeilijke start van het jaar zijn ook de redactieleden van Diemensies weer in de pen gekropen en hebben hun best gedaan om er weer een mooi blad van te maken. Het resultaat ligt nu voor je neus. Als je nou denkt ‘dat wil ik ook!’ blader dan snel door naar pagina 8 voor onze advertentie van de zoektocht naar nieuw schrijftalent. Voor een aantal van jullie is dit, na de introductie-editie, de eerste echte Diemensies. Voor een ander aantal stapelt de verzameling zich al aardig op en plotseling kom je er achter dat je al in je laatste jaar zit. Je hebt zonder er bij stil te staan al aardig wat vooruitgang geboekt dus. Best angstaanjagend misschien en daarom vind je in deze editie een stuk over hoe je je eigen vooruitgang het best kunt overleven. Als dat op jou als ouderejaars nou niet van toepassing is, maar je nog geen praktijkervaring hebt, lees dan het pleidooi voor de student met praktijkervaring. Daarnaast zijn er boeiende ontdekkingen gedaan op het gebied van paintball, communicatie en snotjes, lees er alles over in de Kolom en in de Lulkoek. Ook het stukje geschiedenis mag natuurlijk niet ontbreken. Naast het verhaal van Buytendijk vind je deze keer ook een stuk over middeleeuwse psychologische praktijken. En nee, het gaat niet over heksenbrandstapels. Goed, wij gaan weer aan de slag met de volgende editie.Tot de volgende keer, of misschien wel tot binnenkort, op onze Diemensiesbijeenkomst op 2 oktober. Veel leesplezier! Groeten, Anouk de Kleijn
Inhoud 4
Prikbord
14
Al het nieuws op twee pagina’s 6
Die Middeleeuwers waren zo gek nog niet!
De studententijd van... Monicque Lorist
15
of...
INFOmeer Ik wil meer! Een gebruiksaanwijzing voor maximale ontwikkeling.
7
9
Kolom Hersenloos paintballen
16
Onderwijsevaluaties
De boekenlegger
18
VIP-Pagina’s
Boven is het stil en onderhuids speelt van
De vaste pagina’s van de VIP
alles 19 10
11
Lulkoek
Het verhaal van Frits Buytendijk
Open communicatie versus de kracht van
Frustrerende fenomenologie
snotjes
Lulkoek
20
Open communicatie versus de kracht van
Verslaving Wat weet je d’r nou van?
snotjes 12
22
Conformisme: Een noodzakelijk kwaad
23
Diemensies’ POT
Koudwatervrees Of hoe overleef je je eigen vooruitgang
Kaasfonduen met Janiek en Tanja
September 2007
3
PRIKBORD VIP Agenda 2 oktober VIP-borrel in de Negende Cirkel
9, 10 en 11 oktober VIP-Commissiemarkt
2, 3, en 4 oktober Theun-voorstelling
10 oktober Filmnacht Cinema
5 oktober Interstedelijk Psychologiecongres in Amsterdam
16 oktober Excursie Lexicom naar ‘t Poortje
Verspreekwoorden
Gedicht
- Dat slaat nergens over. - Het escaleert helemaal uit de hand. - Het is me door het hoofd geschoten. - Kut maar krachtig. - Huilen met de kraan open. - Iets uit de duim schudden. - Ik ben er helemaal infuus van. - Je brengt mij helemaal van mijn abrikoos. - Nu zakt m’n klomp af.
Een biefstuk is gewoonlijk Afkomstig van een koe. Als men een biefstuk pijn doet, Dan zegt de biefstuk: ‘Boe’
Vroeger toen je koe nog met een korte oe schreef. Vroeger... toen je van je leraar nog gewoon een beurt kon krijgen. Als het leven geen zin heeft, kan je er ook geen punt achter zetten. Welke kleur wordt een smurf als je hem wurgt? Ik praat niet te snel, je luistert te langzaam. Logica brengt je van A naar B. Verbeelding brengt je overal. Waarom heeft Noach destijds die twee muggen niet doodgemept?
4
Jaargang 38 nummer 1
Doch als een biefstuk hinnikt Bij onverwachte pijn, Dan zal er hoogst waarschijnlijk Iets niet in orde zijn
-Daan Zonderland-
Afgestudeerden Master- & Doctoraalbul W. Tukkers M. Meijer A. Pijl M. het Lam D. Molenhuis J.H. Keers K.A. Hoffschulte S.M. Bouwhuis W.M. Bohmers G.C. de Baas H.Y.J. Tjalma M. Potgieter F.J.G.M. Bastiaanssen H.B. Meindertsma E.S. Brouwer H. Scholtens M. van Dijke J. de Rooij M.C. Hoefsloot B. Poortland J.L. van der Molen M.H. van Olst N.E.M. Slaghekke I.E. Schulte M. Schouten V.S. Okken M. Broekstra M.M. Renckens B. Kok C.M. Kempt M. de Leeuw I.T. van der Krieke J.L. van Rijn C.A. Jaarsma M.E. Ruiter J.C. Pontier I.R. Kiers M. Cardol M. de Groot S. Kelder M.M.H. Beumee A. Boersma V.J. Kas N. Holwerda
Master- & Doctoraalbul K&O K&O K&O K&O K&O K&O K&O K&O K&O K&O K&O K&O K&O H&G AOP SPT S S SPT K&O K&O H&G SPT K&O S S K&O K&O K&O K&O H&G K&O K&O K&O H&G AOP SPT S S S K&O AOP AOP K&O
J.M. Papma Y. Deen L.E. Borleffs M. Prins S.N. van Dijk J.M.E.Versteeg M.A.A. van Lelyveld R. van Veelen A. Fokke M.M. van der Heijden N.K. de Vrieze C.J. Wijting L.M. Hogewind S. Kooke T. Broer E. Cozijnsen I.S. Schellevis W.J. Boersma J.J. Saris M. Scheperman L. Tiggelaar S. Spoelstra M. Bakker S. Soeters W.J. Spronk E. van der Werff M. Poll Jonker N. Rottiné S. van den Poll L. Drenth P.B.E. Hulshof A.A.C. Klok K.E. Meininger M.L. Klawer O.F.J. Arkes J.M. Adams A. Wolters I. Rooke A.D. Zijlstra A. Hageman K. Ballast I.D. Wolff C. Spoelstra W.S. van Dalfsenbla
H&G H&G K&O H&G K&O K SPT AOP K&O K&O H&G K&O K&O K&O AOP SPT K&O K AOP K&O K&O K SPT AOP SPT S K&O K&O K&O K&O H&G K&O K&O AOP K&O K&O K&O K&O K&O K&O SPT SPT K SPT
September 2007
5
AUTEUR: Anouk de Kleijn
Die Middeleeuwers waren zo gek nog niet! of...
In de geschiedenisboeken wordt veel geschreven over de oude Grieken en de heropleving van hun wijsheid vanaf de zestiende eeuw, de Renaissance. De tijd daartussen wordt meestal een beetje weggemoffeld als een stilstaand millennium; duizend jaar waarin maar weinig gebeurd. In de geschiedenis van de psychologie wordt dit tijdperk gekenmerkt door demonische praktijken en heksenbrandstapels, maar wat velen niet weten is dat een zekere Jacob van Maerlant, geïnspireerd door Aristoteles, in het jaar 1266 al een aardige beschrijving van de menselijke ontwikkeling gaf en daarnaast een aantal bijzondere volkeren beschreef. Maak je klaar voor een theorie met een hoog ‘huh?’ gehalte: de psychologie van de middeleeuwen. De ontwikkeling van de mens: De mens, de kroon op de schepping, komt ter wereld als een klein wezen dat nog zwakker is dan een dier. Het eerste levensjaar kan het vrijwel niks. Vanaf de zevende maand beginnen de tanden te groeien en deze zullen groter worden naarmate de moedermelk warmer wordt. Zodra de schedel is dichtgegroeid, kan het kind beginnen te praten en tegen de tijd dat het kind vijf jaar oud is, heeft het de helft van zijn lengte bereikt. Het tweede levenstijdperk, de kindertijd, eindigt met het vijftiende levensjaar, een leeftijd die gekenmerkt wordt door zuiverheid (pueritia). Ons woord pubertijd stamt natuurlijk van het Latijnse woord pueritia af, al is die zuiverheid daarin vaak ver te zoeken. De kindertijd wordt gevolgd door de adolescentie en deze duurt van het
“Ouderdom is het gevolg van een tekort aan bloed”
vijftiende tot het vijfendertigste levensjaar. Dit is de periode van de voortplanting. De menselijke aard laat zich in deze tijd echter zo meeslepen door toe te geven aan zijn lusten, dat de mens zichzelf verzwakt en de mens is het bijna niet meer waard om mens genoemd te worden. De mannelijkheid, het vierde tijdperk, wordt gekenmerkt door moed en kracht. De vleselijke lusten beginnen af te nemen en er wordt plaats gemaakt voor afgunst, hoogmoed en krijgslust. Het is tijd voor oorlog. Vanaf het vijftigste levensjaar komt men in de periode van ouderdom, wat het gevolg is van een tekort aan bloed. De kwade eigenschappen verdwijnen, maar worden vervangen door gierigheid. Dit levensstadium duurt tot het je zeventigste. Dan begint de aftakeling pas echt. Zodra je de grens van zeventig jaar overschrijdt, vermindert de helderheid van geest en wordt je gekenmerkt door dwaasheid.
Fabelachtige mensenrassen: In de tijd van de middeleeuwen volgde niet iedereen de ontwikkeling zoals hierboven beschreven. Er waren een aantal wonderbaarlijke volkeren, die het gevolg waren van een paring tussen mens en dier. Deze waren niet in staat zich normaal te ontwikkelen, maar waren wel in het bezit van een aantal merkwaardige eigenschappen. In een gebied in het Oosten ligt een eiland omgeven door rivieren genaamd Amazonia. Op dit eiland wonen enkel vrouwen die eens per jaar hun man bezoeken. Als zij een jongetje baren zullen zij het zeven jaren bij zich houden om het vervolgens naar hun vader te zenden. Geboren meisjes blijven voor altijd bij hun moeder op het eiland. De vrouwen zijn afkomstig uit Zweden, waar ze door een groep mannen met grof geweld van hun echtgenoten beroofd zijn. Om zich te wreken doodden ze alle mannen om zich daarna te vestigen in Amazonia en nooit meer onder mannelijke heerschappij te hoeven leven.
“In veel dalen in India wonen vrouwen met een baard tot op hun borsten.” Verreweg de meeste merkwaardige mensen komen uit India. Daar leven onder andere vrouwen die maar één keer een kind krijgen, dat grijs ter wereld komt en pas zwart haar krijgt als het oud wordt. Ook wonen daar mensen zonder hoofd, met ogen in hun schouders en twee openingen in hun borst die doorgaan voor neus en mond. In veel dalen in India wonen vrouwen met een baard tot op hun borsten. Zij lopen rond in dierenhuiden en voor de jacht richten ze tijgers, leeuwen en luipaarden af. Op de toppen van de bergen wonen de Pygmeeën. Deze kleinste mensen op aarde krijgen kinderen op hun derde en zijn op hun achtste al oud. Zij hebben een uitermate druk bestaan door de jaarlijkse gevechten met de kraanvogels. In de rivier ‘de Brixant’ leven zeer blanke mensen van drie en een halve meter lang en een gezicht dat in tweeën is gesplitst. En in de nachtelijke uurtjes kun je de ogen van sommige mensen zien branden als kaarsjes. Ook in andere verre oorden was sprake van fabelachtige mensen. Wat te denken van het ras dat buitengewoon hard kan lopen op slechts één voet. Die ene voet is bovendien zo breed dat ze zich daarmee kunnen beschermen tegen de hitte van de zon als ze even liggen uit te rusten. Dan hebben we nog de appelmensen. Deze mensen leven slechts van de geur van appels. Zodra ze gaan reizen houden ze een appel voor hun gezicht omdat ze bezwijken door de geur van stank. Tevens zijn er in de middeleeuwen wilden te vinden. Deze zijn te
6
Jaargang 38 nummer 1
Kolom Patrick Noordhof
Hersenloos paintballen Een vriend aan de telefoon: “Ga je mee paintballen vanmiddag?” Bij het horen van het magische woord ‘paintball’ begint de adrenaline door mijn aderen te pompen en mijn hart sneller te kloppen. “Ja absoluut; ik ga mee! Zie je vanmiddag!”.
herkennen aan het feit dat ze aan elke hand zes vingers hebben. Nou denk je misschien dat rare mensen alleen voorkwamen in landen hier ver vandaan, maar nee. In het westen van Europa, met name in Duitsland, vind je de restanten van reuzenlevens. Eenmaal is er een vermoorde vrouw aangespoeld met een gat in haar voorhoofd van maar liefst vijfendertig meter lang. Daarnaast is het algemeen bekend dat er in Frankrijk mensen leven die tussen hun benen zowel de geslachtsdelen van de man als van de vrouw dragen. Tot besluit: Ach ja, de middeleeuwen hebben altijd bekend gestaan om hun fabels, maar het merkwaardige aan deze verhalen is dat de mensen er in die tijd heilig van overtuigd waren dat dit de waarheid was. Of zoals Jacob van Maerlant het zelf zegt: “Ik heb hier alles neergeschreven wat ik in betrouwbare geschriften kon vinden over wonderbaarlijke volkeren.” “Maar of u het gelooft interesseert mij niet.” “Wat mijzelf betreft, ik twijfel er niet aan dat wat ik zeg de zuivere waarheid is, precies zoals ik die beschreven vond.” Aan geschreven literatuur werd dus waarheid toegekend, want ja, wie kon schrijven was een wijs man. Wel moet gezegd worden dat die ontwikkelingstheorie nog niet eens zo’n rare is. Zoek maar eens op hoe lang je was op je vijfde en op welke leeftijd van een kind is zijn schedel helemaal dichtgegroeid? Wat betreft de fabelachtige mensenrassen kunnen we alleen nog maar concluderen: ach, die mensies toch! Bronnen Deze informatie komt uit het eerste hoofdstuk, “de mens” van ‘Der Nature Bloeme’ van Jacob van Maerlant. Op de dbnl-site is dit stuk en tevens een vertaling terug te vinden. http://www.dbnl.nl/tekst/maer002dern01_02/ maer002dern01_02_002.htm
Daar staan we dan, veertien man (geen vrouwen natuurlijk) in groene overalls gehesen, maskers op die het geheel een nog sterkere post-apocalyptische sfeer geven, wat duidelijk weerspiegeld wordt in het taalgebruik van de deelnemers. (“Ik schiet je straks recht tussen je ogen, je zult bloeden! Muhaha!”) en in de rode of gele gaashemdjes om duidelijk onderscheid te kunnen maken wie je af mag maken en wie je vrienden zijn. Na een korte uitleg (“Als je geraakt bent roep je ‘hit!’ en er geldt een minimale schietafstand van tien meter”) start het spel en rennen we als wilde indianen het veld in. Het veld is een stuk land met wat heuveltjes, bomen, en bosjes. Ik lig in m’n eentje achter een heuveltje. Een paar gedachten gaan door mijn hoofd: “Ik lig me hier nu echt gigantisch te vervelen. Al tien minuten! En waarom? Om zelf blauwe plekken te ontvangen of om anderen te bezeren. Om als kinderen van vijf achter elkaar aan te rennen en te proberen elkaar te raken met verfgeweren die een afwijking hebben van één meter op elke 10 meter afstand. Dat is dus ook geen kunst. Ik kan nu twee dingen doen. Of ik ga als een idioot het veld in rennen, hopend dat ik 100 kogels op kan vangen met mijn superkrachten, of ik blijf hier nog langer zitten.” Ik besluit het eerste te doen (ja ik heb behoorlijk vertrouwen in mijn superkrachten). Ik kruip de heuvel omhoog en sta ineens oog in oog met een geel shirtje op zo’n anderhalf meter. “Niet schieten!” Maar voor ik het wist kreeg ik drie kogels in mijn lichaam geboord. Ik roep “hit!”. Hij kijkt vertwijfelt, wacht twee seconden en vuurt nog maar twee kogels op me af. “Zeker weten dat ie dood is”. Ik was af en stapte uit het veld (ondertussen nog 10 kogels incasseerend van mensen die niet zagen dat ik mijn hand hoog in de lucht stook en heel hard ‘hit’ riep). Fascinerend spelletje, dat paintball. Het primitieve oerinstinct van de man krijgt de vrije loop en daar lijkt hij maar al te graag van te genieten. Spelregels hebben geen nut, daar deze in een nieuwer gedeelte van de hersenen begrepen worden dat bij dit spelletje uitgeschakeld lijkt te worden. Uiteindelijk gaat iedereen tevreden naar huis vol blauwe plekken of zelfs mank lopend. Ik zie er het plezier niet van in. Begrijp me niet verkeerd, ik zie wel degelijk nuttige applicaties. Hele oorlogen zouden uitgevochten kunnen worden op het paintball terrein. Bush aan de ene kant in het rood en de Bin Laden aan de andere kant in het geel. Als je dan geschoten bent roep je “hit!” en loop je het veld uit. Je zou het zelfs nog wat verder kunnen doortrekken: Tanks met gigantische verfkanonnen en mijnen die verf spuiten. Eén groot kleurenfestijn. Let the game begin!
http://www.dbnl.nl/tekst/maer002dern01_01/ maer002dern01_01_002.htm
September 2007
7
8
Jaargang 38 nummer 1
De Boekenlegger Netjes uitknippen en dubbelvouwen over de stippellijn
door Hinke Hamer
Boven is het stil en onderhuids speelt van alles
Diemensies
Mien waikschilde bonen, die komen zo slecht op, en de sputters vreten d’aalbeerns op.* Een ieder die zich in deze woorden herkent –niet omdat zijn of haar bonen slecht opkomen, maar omdat hij of zij van het Groninger land komt– zal zich kunnen vinden in het boek ‘Boven is het stil’ van Gerbrand Bakker. Zij die van grootse en meeslepende vertellingen houden, weinig affiniteit hebben met het Groninger landschap en denken dat Ede Staal een legering van ijzer en koolstof is, kunnen het boek beter links laten liggen. In de titel ‘Boven is het stil’ slaat ‘boven’ op de plek waar hoofdpersoon Helmer zijn vader naartoe heeft verhuisd. Helmer, boer van beroep, heeft een afstandelijke en koele relatie met zijn lichamelijk en geestelijk gestagneerde vader. Hij vindt een klein kamertje meer dan voldoende voor zijn oude vader, om zijn laatste dagen te slijten. De bekoelde relatie met zijn vader en de teleurstellende relatie met het leven maken Helmers dagen eenzijdig. Frustratie en gemiste kansen in een leven dat haast geruisloos voorbij gaat zijn de aan de orde van de dag. Deze, door verspilling gekenmerkte verhaallijn, staat in sterk contrast met de lieflijke landschapsbeschrijvingen waarvan het boek overloopt. Hoewel het boek niet op het Groninger land, maar in een weidegebied bij Amsterdam speelt, zijn de omgevingsbeschrijvingen uitwisselbaar. Prachtige, uitgebreide visualisaties van het landschap vormen de rode draad door het boek. Door sommigen bemind (“een stilistisch wonder”, Dagblad van het Noorden), door anderen verguisd (“bleke beschrijvingen van provinciaal leed, gebracht door een beginneling die overduidelijk een probleem heeft met de delete-toets van zijn tekstverwerker”, HP/ De Tijd). De twee belangrijkste kenmerken van het boek, Helmers frustratie en de landschappelijke uitgebreidheid, maken dat er relatief weinig ‘gebeurt’. Dit leidt tot een wat onbevredigd gevoel wanneer het open einde nadert. Toch is het een heerlijk leesbaar werk voor zowel Groninger als niet-Groninger, al was het alleen maar om de prachtige kaft. Boven is het stil, Gerbrand Bakker, Uitgeverij Cossee, 2006 *uit: Mien Toentje, Ede Staal
September 2007
9
AUTEUR: Anouk de Kleijn
Het verhaal van
Frits Buytendijk
Frustrerende fenomenologie
Tijdens onze studie worden we gebombardeerd met pioniers en theorieën uit de geschiedenis van de psychologie. Veel van de bij ons bekende stromingen en personen komen uit Amerika of Duitsland. Van de Nederlandse geschiedenis van de psychologie weten wij echter weinig af.Toch zijn er in Nederland wel degelijk personen geweest die theorieën gelanceerd hebben die later in Amerika gevolg kregen. Een goed voorbeeld daarvan is de fenomenologie. De persoon die daarmee verbonden was is de heer F.J.J. Buytendijk.Tijd voor een stukje vaderlandse geschiedenis van de psychologie, tijd voor het verhaal van Frits Buytendijk. Levensloop: Frederik Jacobus Johannes, oftewel Frits, Buytendijk werd op 29 april 1887 geboren te Breda. Zijn vroege interesse in natuur, in het bijzonder voor zijn verzameling planten, kevers en vlinders, zorgde er in1904 voor dat hij na de HBS geneeskunde ging studeren. Na zijn artsexamen specialiseerde hij zich in de fysiologie waar dierpsychologische experimenten zijn aandacht kregen. In zijn fysiologische periode gold hij als een bedreven wetenschapsbeoefenaar en in 1932 liep hij zelfs op een haar na de Nobelprijs voor de fysiologie mis. Buytendijk was een leergierige en reislustige man. Hij hield zich bezig met fysiologie, biologie en neurologie en pendelde daarvoor regelmatig tussen Amsterdam en Utrecht en ging tevens zo nu en dan de grens over om laboratoria elders te bezoeken. Vanaf 1919 bloeide zijn interesse in de fenomenologie op en naarmate die interesse groeide veranderde zijn visie op de wetenschap. De Utrechtse school was voor Buytendijk de kroon op de schepping van de fenomenologie. Hierover wordt verderop meer verteld. Gedurende zijn leven is Frits benoemd tot hoogleraar in de fysiologie aan de Vrije Universiteit en aan de Rijksuniversiteit in Groningen en daarna in de algemene psychologie aan de universiteit van Utrecht en Nijmegen. Zijn benoeming tot hoogleraar in de psychologie was echter opmerkelijk aangezien hij toen nog geen enkele psychologische publicatie op zijn naam had staan en zelf verkondigde dat hij nog nooit een handboek over psychologie gelezen had. Op 21 oktober 1974 overleed hij te Nijmegen en liet hij zijn vrouw en vier kinderen achter.
Fenomenologie en de Utrechtse school: Buytendijk heeft de meeste bekendheid verkregen door zijn interesse en werk in de fenomenologie. Deze filosofische stroming was vooral populair in de jaren vijftig van de vorige eeuw en was tevens te vinden in Frankrijk, Zwitserland en Duitsland. De zoektocht naar een beschrijving van de fenomenologie vergt echter veel geduld en doorzettingsvermogen. Na van het kastje naar de muur gestuurd te zijn ben ik van de regen in de drup beland en tenslotte heb ik een aantal zinnen op papier gekregen die een aardige indruk geven. Volgens Buytendijk vraagt een empirische wetenschap om een transempirische doorlichting. Hij bedoelde daarmee dat in wetenschappen als fysiologie, psychologie en geneeskunde niet enkel naar causale wetten gekeken moest worden, zoals ze dat in de natuurwetenschappen deden. Nee, zulke wetenschappen vragen om een verklaring waarbij rekening gehouden wordt met de menselijke beleving van de wereld om hen heen. De mens is daarnaast ook niet vanuit het dier te onderzoeken. Dierlijk handelen wordt gekenmerkt door instincten terwijl wij mensen met onze vrije wil regelrecht tegen onze instincten in kunnen handelen. Klinkt allemaal heel logisch en intuïtief en misschien is dat dan ook wel het hoofdkenmerk van de fenomenologie. Er zijn boeken vol geschreven met gebakken lucht en citaten die net zo logisch als nietszeggend zijn. Vele begrippen en beschrijvingen vliegen je om de oren zodra je een boek over fenomenologie openslaat, maar een concrete beschrijving? Tja, wie mij daar aan kan helpen wordt verzocht een mail te sturen naar
[email protected] Toch moet het een bijzonder invloedrijke wetenschapsbenadering zijn geweest, want het was belangrijk genoeg om er de ‘Utrechtse school’ voor op te richten. Een zeer prominente school die bestond uit een aantal psychologen, pedagogen, artsen en andere wetenschappers die zich bezig hielden met de fenomenologische benadering van hun vakgebied. Buytendijk was een zeer belangrijk man in dit gezelschap aangezien hij de aanvoerder was van de fenomenologie in Nederland. Opmerkelijkheden: Allereerst rijzen er twee vragen op: Hoe heeft deze man
10
Jaargang 38 nummer 1
hoogleraar psychologie kunnen worden zonder enige publicatie? Ten tweede: Waarom was deze man zo invloedrijk? Om de eerste vraag goed te kunnen beantwoorden schort het helaas aan tijd en levende mensen die kunnen vertellen hoe dat heeft kunnen gebeuren. De tweede vraag is wellicht te beantwoorden door het feit dat Buytendijk een heel veelzijdig persoon was. Hij was van vele markten thuis en kon zich net zo goed in het Duits of Frans verstaanbaar maken als in het Nederlands. Hij was tevens van verschillende markten thuis op het gebied van religie en ook op dit gebied was hij niet te beroerd om te switchen. Na tien jaar lang streng protestants te zijn geweest gooide hij het roer om en liet zich in 1937 nogmaals dopen, maar dan in de katholieke kerk. Als voorzitter van de Roomsch-Katholieke Charitatieve Vereeniging voor de Geestelijke Volksgezondheid heeft hij onder andere gepleit voor een niet moraliserende visie op neurotische en psychische aandoeningen. Waar de katholieken zeiden dat een neurose het gevolg is van een ontsporing op het gebied van geloof en seksuele moraal, daar zei Buytendijk dat dwangmatige denkbeelden en handelingen van een neuroticus het gevolg waren van de afwezigheid van geestelijke vrijheid. Bij het ontbreken van deze fundamentele menselijke waarde komt moraal niet aan de orde. Ook het taboe op de behandeling van deze geestesziekte bij de katholieken, die bidden tot God als voornaamste medicijn zagen, werd opgeheven door Buytendijk. “Natuurlijk is het voortreffelijk om veel te bidden en staat het God vrij de mens door een wonder te genezen van een neurose, maar zolang dat wonder uitblijft, is behandeling door een psychiater nodig en gewenst!” aldus Buytendijk. Toch mist er nog een aantal puzzelstukjes in het hele verhaal. Met wat vage citaten en liefdadigheidswerk voor de kerk word je normaal gesproken niet zo bekend. Sommige mensen, zoals Jomanda, komen met charisma een heel eind, maar als ik dan naar zijn foto kijk, geloof ik daar ook niet zo in. Een vlotte babbel en goede ideeën had de beste man wel. Het zou alleen leuk geweest zijn als hij die ideeën ook in mensentaal opgeschreven had. Bere-interessant dus, maar voorlopig vind ik die fenomenologie maar frustrerend.
LULKOEK
Theo van Mourik
Open communicatie versus de kracht van snotjes Als ondertussen zevende jaars student krijg ik steeds beter zicht op de wereld. En hoe wijzer ik word, hoe meer ik inzie dat open communicatie heel belangrijk is. Je kan heel kwaad worden als je iemand al driemaal een biertje hebt aangeboden, maar hij jou nooit wat aanbiedt. Als je hem ernaar vraagt kan echter blijken dat hij een goede reden heeft. Hij is bijvoorbeeld zijn portemonnee vergeten, hij doneert al zijn geld altijd automatisch aan “De vrienden van het Pieterpad” of hij is klinisch gediagnosticeerd met de conditie ‘gierige krent’ en kan er dus niks aan doen. Ik heb al menig vriendschap gered door stomweg te vragen, ‘waarom doe je dat?’ Ook als je zelf iets doet is het heel belangrijk om te zeggen waarom je iets doet. Zo moet je altijd eerst zeggen “zit stil, er zit daar een mug”, voordat je iemand in zijn gezicht slaat. Het is ook heel belangrijk om er stil bij te staan tegen wie je praat. Als je tegen een computer praat is het bijvoorbeeld heel belangrijk om eerst system.out.println(“ … ) te zeggen, voordat je verder gaat praten. Terwijl, als je dat tegen een medestudent in een collegezaal zegt, dan zal die je angstig aankijken en een paar plekken verder van je af gaan zitten. Ook met de gevoelens van de persoon tegen wie je praat moet je rekening houden. Als je als vrouw bijvoorbeeld een verliefde man duidelijk probeert te maken dat je niet geïnteresseerd in hem bent, dan kan je wel duidelijk heel oppervlakkig over koetjes en kalfjes gaan praten, maar dat heeft een gezonde Hollandse jongen niet door. Zeker niet als je net met zijn tweeën over de gang loopt en je heupen bevallig heen en weer wiegt, of als je naar hem toegekeerd staat en je vanuit zijn ooghoeken inkijk hebt, of als de geur van je shampoo in zijn neus kietelt, of als je hem lief lachend in de ogen kijkt, of überhaupt als je iets doet waarbij je niet hard stinkt of snotjes wegschiet in zijn koffie. Dus hou alsjeblieft eens op met dat slappe afwijzingsgedoe. Ik heb al veel te veel vrienden moeten troosten die niet door hadden dat jouw warme hand op zijn schouder, de ‘veel liefs’ onder aan je mail, of het gezellig bij hem op schoot gaan zitten, puur vriendschappelijk bedoeld was. Als je alleen maar goede vrienden wilt zijn, maar je dat niet letterlijk wilt zeggen, gooi er dan af en toe een opmerking tussendoor als ‘goh, wat heeft mijn vriend mij gister gigantisch klaar laten komen zeg’. Ik hoorde laatst van een bejaard echtpaar waar de vrouw al dertig jaar lang altijd de kapjes van het brood aan haar man gaf. Ze hield zelf heel erg van kapjes, maar ze hield nog meer van haar man, dus gunde ze haar man al die lekkere kapjes. U ziet hem natuurlijk al aankomen, die man hield helemaal niet van kapjes, maar wel van zijn vrouw. Dus heeft hij dertig jaar lang nooit geklaagd over het feit dat hij altijd alle kapjes kreeg.
Bronnen Ter Meulen, R. (1987) De deugd van een geboren heer. F.J.J. Buytendijk over deemoed, ontmoeting en seigneuriale cultuur. Psychologie en maatschappij 11 (1987) 5-23. http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn3/buijtendijk
September 2007
11
AUTEUR: Roos Arends
Koudwatervrees
Of hoe overleef je je eigen vooruitgang
Je studeert, hebt een doel, iets dat je interesseert, als je het in de kroeg vertelt klinkt het heel wat. Jij bent de toekomst, dat is duidelijk. Mensen van jouw leeftijd met een baan in de supermarkt en een startershuisje kijken soms afgunstig naar jou. Je studie gaat oké, je hebt je vakken gehaald met een gemiddeld cijfer, loopt nominaal in vergelijking met andere studenten. Commissietje hier, sportclubje daar. Leuke vrienden, waarmee je af en toe gaat stappen, maar zo wild als in je eerste jaar gaat het er niet meer aan toe. Het lijkt wel alsof je dat niet meer volhoudt. Na een nacht flink de beest uithangen kun je de volgende dag niks meer. De kater is op bezoek en blijft steeds langer hangen. Maar dat is nog niet eens het probleem. Ken je het liedje van Doe Maar: Is dit alles? Waarschijnlijk is het van voor jouw tijd, maar ongetwijfeld luisterden je ouders er vroeger naar. Henny Vrienten zingt: we komen niets te kort we hebben alles/ ‘n kind,’n huis ‘n auto en elkaar. En toch, ik zoek iets meer, ik weet alleen niet waar. De man is een dertiger, wil eigenlijk helemaal geen verandering, want zo moet het toch goed zijn? En toch blijft dat knagende gevoel. Misschien een andere baan, een ander huis, nog een kind of een minnares. Hij weet het niet en voelt zich schuldig dat hij niet tevreden is. Het is zo makkelijk om je ogen te sluiten en gewoon door te gaan zoals je al bezig was. Het normale nette burgerleven zoals het hoort, met af en toe de nodige afleiding van knetterlam worden op een personeelsfeestje of de buurtbarbecue. De buren doen het ook zo tenslotte. Het knagende gevoel dus. De ene keer duurt het een dag, de andere keer blijf je weken zitten met een gevoel dat het net
12
Jaargang 38 nummer 1
niet past. Het knelt, zit allemaal te krap en het ligt niet aan dat je teveel gegeten of gedronken hebt de laatste tijd. Dit soort momenten hoort blijkbaar bij het leven. Je hoopte dat je na de puberteit dat gevoel gehad had en nu gewoon vrolijk je leven kon leven zoals het op je af komt. Maar nee, daar komt dat gevoel, die onzekerheid ‘of dit het nou is’ weer. Met je middelbareschooldiploma op zak ben je er nog niet. Nu komt het erop aan, je moet kiezen! Wordt het rechten, geneeskunde, of geschiedenis? Of stel je je ouders teleur en kies je een hbo-cursus? Dacht je dat dit nog niet eens zoveel keuzes waren, dan vermeld ik voor de volledigheid ook nog een jaar door de halve wereld backpacken, eerst een half jaar werken en dan backpacken, vrijwilligerswerk in India of de keuze een jaar uitstellen en eerst een jaartje werken. Ondanks alle onzekerheid van op kamers wonen of niet, nieuwe vrienden maken en oude vrienden uit het oog verliezen, een veranderende relatie met je ouders en je zou het bijna vergeten; ook nog je nieuwe studie, overleef je deze periode en kom je na een tijdje in rustiger vaarwater terecht. Je voelt je een echte student en vindt de dingen die bij je passen. Als je over de helft van je studiejaren heen bent, denk je dat je het goed voor elkaar hebt. Je hebt een idee welke kant je op wil, leest de ‘Starters’ en ‘Solliciteren’ bijlagen van de Volkskrant of het NRC. Tijdens de uitverkoop loop je de duurdere kledingwinkels af op zoek naar een goede sollicitatieoutfit. In de kroeg gaat het over assessments en tertiaire arbeidsvoorwaarden. Om je heen studeren mensen af en steeds vaker word je geconfronteerd met werkenden om je heen. Op zich allemaal niks mis mee, sommigen zien zichzelf al in die starterswoning hun eerste kind maken. Het leven lacht je toe, straks zul je die spannende, flitsende wereld
“Sommigen zien zichzelf al in die starterswoning hun eerste kind maken“
van de werkenden betreden! Je bent rijp voor de leasebak en de crèche! En dan ineens, zonder dat je het aan zag komen, is het er weer. Ineens zie je je eigen afstudeerfeestje, gezellig met familie en vrienden. Op het volgende plaatje schud je opgelucht en trots tegelijk de hand van je toekomstige werkgever. Dan zie je jezelf met je partner dat eerste eigen huis betrekken. Even later til je of word je over je drempel getild, trouwen is tenslotte weer helemaal hip tegenwoordig. Daar hang je voor de tv en komt je eerste kind al om de hoek van de bank kruipen. En ja hoor, de buik is dik, de volgende is op komst! En het ziet er goed uit allemaal! Ja echt, jij gaat het niet zo doen als die burgerlijke sukkels met een saai leven, een stationwagon en een Ford Ka voor de vrouw. Jij maakt carrière, gaat het groots aanpakken, gaat iets betekenen! Op het plaatje in je hoofd lijkt het misschien of je een gewone burger net als iedereen bent, maar dat is gezichtsbedrog. Of zie je het een fractie van een seconde zo helder als het echt is, zonder de roze wolk eromheen? Want zoals ik je al waarschuwde, daar is het dus. Dat gevoel. Je probeert het te negeren, maar het kruipt langzaam van je buik naar je keel. Je gaat het leven dat je nu hebt achter je laten, zal je opnieuw moeten presenteren. Vanaf het begin weer zal je jezelf uit moeten vinden en anderen zullen anders naar je gaan kijken. Bij een nieuwe fase in je leven horen nieuwe verantwoordelijkheden en onzekerheden. Het klinkt allemaal zo leuk, maar eigenlijk heb je er helemaal geen zin in. Het gevoel zorgt nu voor een zachte gons in je oren, alsof je een avondje bent wezen stappen en te dicht bij de boxen gestaan hebt. Je bedenkt wat er allemaal níet meer kan straks. Al die leuke dingen uit de afgelopen periode in je leven zullen straks niet meer bij je horen. Mensen zullen van je verwachten dat je die achter je laat en je nieuwe gewoonten aanmeet. Je zult de rol die de maatschappij van je verwacht aan moeten nemen. Want daar is de mens tenslotte voor gemaakt, al die mensen om je heen zouden het niet doen als ze het eigenlijk niet zouden willen, toch? Of heb je nog andere mogelijkheden? Kan je naar het gevoel luisteren en weg lopen van je verantwoordelijkheden? Of moet je het niet zien als ergens voor vluchten, wanneer je je creatieve geest vrijmaakt van de beperkingen van onze maatschappij? Welke andere mogelijkheden heb je? In een kraakhuis gaan wonen en een origineel leven leiden met je elf
honden en eten uit je eigen groentetuintje. Of is dat misschien gewoon een andere rol die je in dit toneelstuk aan kan nemen? Je kan natuurlijk helemaal doen waar je zin in hebt en schijt hebben aan alles en iedereen, maar is dat nog leuk als Jambers bij je langskomt? Je kan het gevoel negeren, zoals alle onprettige dingen gaat ook dit over, of wordt het met de tijd in ieder geval minder. Maar als een echte psycholoog zoek ik naar het jeugdtrauma van dit gevoel, waar komt het vandaan? Er moet een reden zijn voor dit gevoel van beklemming. Het waarschuwt je ergens voor, wil je ergens voor behoeden. Of in ieder geval wil het dat je er nog een keer extra over nadenkt wat je kiest. Misschien wil dit gevoel wel gewoon dát je nadenkt. Dat je een bewúste keuze maakt. Als jij graag in een Vinex-wijk woont en tweeëneenhalf kind krijgt, is daar helemaal niks mis mee. Als jij liever in Afrika aidswezen gaat helpen ook niet. In plaats van gewoon te doen wat men van je verwacht, dwingt dit gevoel je een echte keuze te maken voor je toekomst, als je het tenminste toelaat en niet negeert. Zodat je daarna met hart en ziel voor jouw eigen toekomst kunt gaan, wat je ook kiest.
September 2007
13
De studententijd van...
AUTEUR: Susanne Dieudonné & Coosje de Vries
Monicque Lorist
“Het geven van colleges vind ik een enorme uitdaging” “Aan mijn studententijd heb ik absoluut mooie herinneringen. Een studentenkamer midden in het centrum, veel stappen, beetje dansen, drinken, ouwehoeren. Zaterdags altijd met moeite vroeg opstaan om bij te verdienen als verkoopster in een fotografiezaak. Daarom bel ik studenten ook nooit voor elf uur. Ik weet dat die hun slaap nodig hebben. Vrijwel meteen ben ik lid geworden van Albertus. Ik werd tapster op de kroeg en genoot van de gezelligheid. Ook leerde ik daar bier drinken. Op een gegeven moment voerde Vindicat een ledenstop in en meldden alle opstaande kraagjes zich bij Albertus aan. Toen begon de sfeer wat te veranderen en daar komt bij dat ik zelf natuurlijk ook ouder werd. Maar echt mensen: geniet van je studententijd want het is gewoon heel erg leuk. Het eerste jaar is het een beetje uitvogelen hoe je leert, waar en hoeveel tijd dit je kost. Maar van deze vaardigheden zul je de rest van je leven profijt hebben. Mijn idee om psychologie te gaan studeren, is ontstaan door het wegstrepen van mogelijke studies op een lijst. Van psychologie wist ik niet wat het was, dus vooruit, dan maar psychologie. Een hele ongemotiveerde keuze. Toch beviel het erg goed. Eén van mijn eerste vakken was fysiologie, gegeven door Bert Mulder. Een heel inspirerende man die goed verbanden kon leggen tussen wetenschap en de dagelijkse praktijk. Als je nu kijkt naar mijn cijferlijst van toen kun je precies zien welke vakken ik leuk vond en niet, het verschil tussen de 5,5 en de 8. In totaal heb ik acht jaar gestudeerd met als afstudeerrichting experimentele psychologie. Mijn stage in Engeland is me in het bijzonder bijgebleven. Een half jaar heb ik in St.Andrews gewoond en onderzoek gedaan met EEG. Ik heb hier ervaren dat een onderzoek op verschillende manieren uitgevoerd kan worden en om open te staan voor andere onderzoeksmogelijkheden. Na mijn afstuderen in 1988 ben ik onderzoek gaan doen naar emoties bij Nico Frijda in Amsterdam. Wat onderscheidt
14
Jaargang 38 nummer 1
mensen die wel en geen emoties tonen? Met fysiologisch onderzoek kom je er dan achter dat mensen die geen emoties tonen op een andere manier op emoties reageren. Na zeven maanden ben ik gestopt met dit onderzoek. Vanuit Groningen was ik gewend dat je best een inhoudelijk meningsverschil kan hebben maar de begeleiders van het project waren van de oude stempel. “Monicque ik ben aan het woord, hou je stil!” Een hiërarchisch ingestelde man die weinig weet van nieuwe technieken. Vervolgens ben ik ook in Amsterdam bij Jan Snel gepromoveerd op de effecten van koffie op informatieverwerking. De conclusie van dit onderzoek? Genieten mag! Normaal koffiegebruik van ongeveer 3,5 kop per dag heeft positieve effecten op het functioneren van onze hersenen en geen schadelijke gevolgen op de lange termijn. Zes jaar later ben ik terug gegaan naar Groningen. Docenten van vroeger zijn nu mijn collega’s. Het geven van colleges vind ik een enorme uitdaging. Daarnaast werk ik gemiddeld twee dagen in de week op het Neuroimaging centrum aan de Antonius Deusinglaan. Hier vertegenwoordig ik de psychologiefaculteit. Er staat een MRI scanner die gebruikt wordt voor onderzoek en er kan EEG gemeten worden. Het doet me ontzettend goed om bachelor- en masterstudenten te begeleiden die dan later tegen je zeggen: onderzoek is hartstikke leuk! In het algemeen wordt experimentele psychologie nog vaak aan computers gerelateerd maar het gaat wel om mensen; wat gaat er in hun hoofd om? Psychologen zijn vaak goed onderlegd in statistiek en dat maakt ze zeer geschikt voor onderzoek. Met EEG en fMRI technieken kijken we naar activiteit in de hersenen. Voordat je de resultaten kunt interpreteren komt er veel statistiek bij kijken. Tot slot nog een tip. Studenten, neem alsjeblieft je verantwoordelijkheid. Roep niet ‘ik heb geen tijd gehad om de presentatie voor te bereiden’ of ‘ja maar mijn collegastudenten zeiden…’ . Neem initiatief!
Is de studiegids een raadsel voor je? Infomeer brengt je elke editie op de hoogte van een onderwerp uit de studiegids. Kant en klare informatie, simpel als een magnetronmaaltijd van de Albert Heijn. Trek in meer? De complete studiegids staat ook op internet; http://www.rug. nl/psy/informatievoor/studenten/stgidsen0607.
INFO
MEER
AUTEUR: EKE POORTINGA
Ik wil meer! Een gebruiksaanwijzing voor maximale ontwikkeling. Veel mensen houden er een nogal clichématig beeld van studenten op na; een student drinkt ontzettend veel alcohol, neukt er maar wat op los, leeft in een goor studentenhuis en voert jarenlang niks nuttigs uit. Mensen die zelf ook een universitaire opleiding hebben genoten kunnen enig begrip voor de student opbrengen. Het is immers de bedoeling dat de studententijd een periode van ontwikkeling is waarin een academicus ontstaat. Waarschijnlijk zijn weinig studenten bewust met hun ontwikkeling bezig. Het is makkelijk om de werkweek te vullen met een beetje studeren, een bijbaantje ergens in de horeca of telemarketing en dan houd je nog voldoende ruimte over voor een commissietje en een lekker druk sociaal leven. Niks mis mee. Maar studeren is meer dan colleges volgen en tentamens halen. Waar wil je goed in worden? Waarom studeer je? Hier een gebruiksaanwijzing voor maximale ontwikkeling. De zesjescultuur raakt uit de mode! Studeren is veel leuker als je je echt in de stof verdiept. Je zou zelfs kunnen proberen om cum laude af te studeren. Volgens de Onderwijs- en Examenregeling (OER): “Aan de uitslag van het propedeutisch examen dan wel het afsluitend examen kan het predikaat ‘cum laude’ worden verbonden indien het gemiddelde van de beoordeelde onderdelen zonder afronding tenminste acht bedraagt en op géén van de beoordeelde onderdelen lager dan een zeven is behaald.” Verdiep je verder in je studie door extra vakken te volgen. Het is mogelijk om braaf het rooster van het betreffende studiejaar door te lopen, maar het kan anders. Je zou meer interessante keuzevakken kunnen doen, of tijdens het tweede studiejaar alvast differentiatievakken volgen. Kijk ook eens verder dan je eigen opleiding. Met betaling van collegegeld aan de RuG heb je in principe ook toegang tot andere studies van de RuG. Je kunt je voor losse vakken aanmelden of voor vakken die speciaal voor studenten van een andere opleiding zijn bedoeld. AVV’s bijvoorbeeld (vakken die studenten kennis laten maken met een andere discipline) volgen of minoren (uitgestippelde programma’s van twintig punten verspreid over een jaar). Kijk gewoon op de site van de RuG welke vakken van een studie je boeiend vindt Het is wel handig even contact op te nemen met de betreffende studieadviseur. Voor het aanbod van AVV’s en minoren zie www.rug.nl/ocasys/avv en www.rug.nl/let/ onderwijs/overOnderwijs/minorenaanbod. Nog steeds niet genoeg? Je kunt je zelfs voor een complete tweede studie inschrijven. Dit is ook interessant voor studenten die tegen een blokkaderegeling aan lopen. Zie de vertraging als een kans om kennis te maken met een andere discipline. Haal eruit wat erin zit; je betaalt tenslotte niet voor niks €1.538 collegegeld!
Zoek een studiegerelateerde bijbaan, in plaats van werk waar je niks van leert en waar je slechts een karig uurloon voor terug krijgt. Eigenlijk is dit soort werk zonde van je tijd. Het is niet rendabel; als je klaar bent met je studie is je loon veel hoger, dus tijdens je studie kun je je tijd beter nuttig besteden. Je zult iets meer moeite moeten doen om een ‘zinvol’ bijbaantje te vinden, maar als je er eenmaal eentje gevonden hebt dan kun je er veel leren. Je raakt door studie gerelateerd werk meer gemotiveerd voor bepaalde vakken en je komt er achter in welk gebied je interesses liggen. Kortom; inspirerend en ook nog motiverend. Ga vrijwilligerswerk doen. Schijnt erg in de mode te zijn, vooral bij fanatieke cv-builders. Over cv-building gesproken; het is goed om bestuursfuncties, buitenlandervaring, topsport en andere opmerkelijke nevenactiviteiten op je cv te kunnen vermelden, maar verlies het eigenlijke doel van die activiteiten niet uit het oog; daadwerkelijk ervaring opdoen en vaardigheden verwerven. Ook cultuur is een waardevolle toevoeging aan het studentenleven. De Usva bijvoorbeeld, heeft een groot aanbod van cursussen voor studenten. Niet alleen drama, muziek en dans, maar ook workshops als film- en tv maken. Verder zijn er regelmatig goede tentoonstellingen in het internationaal bekende Groninger museum. Van Herman Brood en Finse schilders tot modeontwerpers. Met een museumkaart heb je het hele jaar gratis toegang tot Nederlandse musea. Of wordt lid van CJP. Kijk eens op de website van CJP; je zult verbaasd staan hoeveel culturele activiteiten er te doen zijn. Last but not least: hou je van schrijven? Word redactielid bij Diemensies! Wat is nu de moraal van dit verhaal? Er zijn veel fantastische dingen die je kunt doen naast je studie. Het gaat niet om het halen van vakken, maar om het leren van dingen. Je kunt je maximaal verdiepen in één studie, een kijkje nemen bij een tweede studie of alvast een voorproefje nemen van de praktijk door studie gerelateerd werk. Grijp die mogelijkheden. Haal meer uit je studentenleven. Nog niet alles duidelijk? Maak een afspraak met één van de studieadviseurs of loop binnen op het spreekuur:
Dr. A.J. Rooijers Ma en wo van 11-12 uur
Munting 0009
Mw. drs. S. Weide Di en do van 11-12 uur
Munting 0001
Mw. drs. B.M.A. Munstra Vr van 11-12
Munting 0010
September 2007
15
AUTEUR: Aukje Molenaar
ONDERWIJSEVALUATIES Vakevaluaties 1e blok 2006-2007 Bachelor 1 & 2 Hieronder vind je een beknopte samenvatting van de vakevaluaties van de vakken uit het eerste blok van vorig jaar. Deze vakken worden op dit moment weer gegeven: doe er dus je voordeel mee! Zijn dingen hetzelfde gebleven terwijl ze aangepast zouden worden: geef het aan! Zijn dingen positief veranderd: laat het ons weten!
Algemeen Om de kwaliteit van het onderwijs in de gaten te houden en continu te verbeteren worden alle vakken van de opleiding psychologie geëvalueerd. Dit wordt gedaan aan de hand van de evaluatieformulieren die na elk tentamen of na de laatste bijeenkomst van een practicum door de studenten worden ingevuld. Op de voorkant van deze formulieren staan algemene vragen over de vakken. Op de achterkant van het formulier kun je opmerkingen (positief en negatief) kwijt. Voor elk studiejaar is een jaarvertegenwoordiging samengesteld van ongeveer vier studenten. Zij schrijven naar aanleiding van de evaluatiegegevens een evaluatieverslag per vak. Deze verslagen worden vervolgens met de docenten besproken tijdens een semesterbespreking. Tijdens de bijeenkomst worden actiepunten geformuleerd. Deze actiepunten zijn afspraken over eventuele aanpassingen van de cursus qua vorm of qua inhoud naar aanleiding van de evaluatiegegevens. Het is dus van groot belang dat je de evaluatieformulieren invult! Ook de geschreven opmerkingen zijn van groot belang: laat ons weten wat je vindt! Contact met de jaarvertegenwoordiging?
[email protected]
Bachelor 1 BA1-01: Overzicht van de psychologie
De docenten hebben een verschillende stijl van college geven. Studenten verschillen met elkaar van mening over welke stijl het prettigst is. Het practicum wordt positief beoordeeld. Hoewel het aantal te behandelen onderwerpen ten opzichte van 2005-2006 is gereduceerd wordt de werkdruk nog steeds als te hoog beoordeeld. De slagingspercentages van de eerste en tweede kans verschillen sterk (84% vs. 22 %). De eerste kans bestaat uit drie deeltoetsen terwijl bij de tweede kans alle stof in één keer wordt getoetst, wat studenten minder makkelijk afgaat.
BA1-03: Psychologische intuïties
Studenten vinden dit een lastig vak. Ze vinden het moeilijk om te bepalen hoe ze de stof moeten bestuderen. Waarschijnlijk komt dit doordat de studenten nog moeten wennen aan het wetenschappelijk onderwijs en door de diversiteit van het wetenschapsgebied psychologie.
Slaagpercentages Bachelor I, 2006/2007 Vakcode Overzicht van de Psychologie Psychologische Intuïties
# = aantal deelnemers
16
Ba1-01 Ba1-03
% = slaagpercentage
Jaargang 38 nummer 1
Eerste kans # % 404 84 392 83
Tweede kans # % 68 22 59 63
Derde kans # % 28 29 7 29
Bachelor 2 Semester 1
Tijdens blok 1a hebben veel studenten hun aandacht gericht op statistiek 2 en testtheorie. Hierdoor hadden zij minder tijd voor AOP en Gespreksvaardigheden. Omdat Gespreksvaardigheden veel contacturen had kwam vooral AOP onder druk te staan.
Ba2-03: Arbeids-, Organisatie- en Personeelspsychologie
De kwantitatieve cijfers van de afgelopen jaren geven aan dat dit een stabiele cursus is. De meeste klachten over dit vak gaan over het twee-keuzetentamen. Volgend jaar zal een nieuw boek worden gebruikt en daarom ook een nieuw tentamen (drie-keuze) worden gemaakt. Het is opvallend dat er een hoog slagingspercentage is ondanks de lage opkomst bij de colleges. Dit zou eigenlijk niet moeten kunnen volgens Nico van Yperen. Met het oog op de invoering van het major-minor systeem zal het vak vanaf volgend jaar minder nadruk leggen op Organizational Behavior, maar meer op de psychologische onderwerpen als selectie, assessment, motivatie en leiderschap.
Ba2-06: Testtheorie en testgebruik
De evaluatie van het vak is minder positief dan vorige jaren. Waarschijnlijk zijn de meeste problemen terug te voeren op het uitvallen van Dick Barelds als coördinator van dit vak. Peter Tellegen en Jos ten Berge hebben het vak in 2006-2007 van de heer Barelds overgenomen. Hierbij hebben zij gebruik gemaakt van de opzet, literatuur, collegesheets en een tentamen van de heer Barelds. Voor de vervangende docenten was het lastig de cursus over te nemen. Komend jaar zal de cursus weer door de heer Barelds worden gegeven.
Ba2-07: Statistiek II
De deeltoetsen die dit jaar zijn ingevoerd worden erg positief beoordeeld. Ook over de colleges zijn de studenten erg positief. Studenten vinden dat er te veel practicumopdrachten zijn. Hierdoor krijgen ze de opdrachten niet af. Volgens Mark Huisman bereiden studenten zich niet voldoende voor op de practicumbijeenkomsten. Hierdoor verliezen ze tijd.
Ba2-11: Gespreks- en diagnostische vaardigheden
De nieuwe opzet van de cursus wordt positief beoordeeld. Studenten vonden de overgang tussen de twee gebruikte modellen te snel. Komend jaar zal de balans tussen de twee modellen in het practicum veranderen. Studenten vinden het programma VIP te lang duren en niet goed van kwaliteit. Mevrouw Heesink geeft aan dat het inderdaad lang duurt om het programma te doorlopen maar dat de kwaliteit goed is.
Slagingspercentages Bachelor II 2006/2007 Vakcode AOP-psychologie Testtheorie en testgebruik Statistiek II Gespreks- en diagnostische vaardigheden
# = aantal deelnemers
Ba2-03 Ba2-06 Ba2-07 Ba2-11
Eerste kans Tweede kans # % # % 399 70 146 48 362 36 239 51 423 48 212 56 practicum
% = slaagpercentage
September 2007
17
VIP-PAGINA’S Commissiemarkt
Once upon a time...
Op 9, 10 en 11 oktober is het weer zover, de commissiemarkt van de VIP! Tijdens deze markt beschikken alle 16 commissies, de verschillende structuren van de VIP en Diemensies over een tafeltje. Zij zullen deze drie dagen hun commissie promoten bij iedereen die belangstelling heeft. Dus heb je altijd al iets naast je studie willen doen en zie je een commissie of structuur bij de VIP wel zitten? Of zou je graag stukken willen schrijven in het verenigingsblad van de VIP, de Diemensies? Kom dan vooral langs tijdens de commissiemarkt en schrijf je in voor jouw favoriet! De markt zal gehouden worden op 9, 10 en 11 oktober van 11.00 – 14.00 uur in de zaaltjes 30 en 33 van het Sociologiegebouw.
Once upon a time, een paar weken geleden, was de VIPintro 2007. Hoewel korter dan voorgaande jaren (dit jaar maar één week) zoals altijd een heel groot succes! Één week lang nieuwe mensen leren kennen, leuke dingen doen, en natuurlijk veel feestvieren. Als commissie kunnen we terugkijken op een zeer geslaagde introductieperiode. Op het helden van vroeger feest op maandag waren de meest uiteenlopende helden te zien, een greep uit de selectie: rambo, catwoman, calimero, en de IC natuurlijk aanwezig als de zes musketiers. Bij het feest van woensdag stond tot laat in de nacht nog een rij voor de deur, en dat iedereen tot laat stevig gepartyd had was de volgende dag te merken aan algemene brakheid bij de sportactiviteiten van binnenpret. Het was zelfs zo erg, dat in plaats van naar de beachparty op donderdag, de meeste mensen regelrecht hun nest in gingen. Voor sommigen was de intro op donderdag klaar, maar voor 120 eerstejaars moest het mooiste nog komen! Het inmiddels traditionele kamp op ameland. Nog niet helemaal uitgeslapen van de week liep op vrijdagnacht iedereen in cowboypakjes en indianenoutfits rond. Op zaterdagmiddag werd er tijdens een tocht over het eiland met perzikken gesjoeld, met vla getrefbald, een bierkrattenrace gehouden en was er veel lol met verschillende opblaaszaken. Na weer een supermooi romeins feest, was het tijd voor opruimen en met ogen op stokjes weer terug naar het vasteland te gaan. En na een futuristisch eindfeest in de enzo was het dan toch gebeurt: de intro 2007 was een feit. Al met al heeft volgens mij iedereen een topweek gehad, hebben heel veel mensen elkaar leren kennen (Op de feesten regelmatig op intieme wijze, ik noem geen namen…), en is iedereen nu goed klaar om aan het studiejaar 2007/2008 te beginnen! Rest mij nog iedereen die zich heeft ingezet nogmaals heel hartelijk te bedanken, en te melden dat voor iedereen die de lol nog eens wil herbeleven, de foto’s inmiddels op de vipsite staan…..
Theun Hallo medestudenten, Wij zijn de Theun, dit is de toneelcommissie van de VIP. In samenwerking met acht getalenteerde psychologiestudenten onder leiding van een professionele regisseur gaan wij op 2,3 en 4 oktober een prachtstuk ten tonele brengen. Het stuk is een tragikomedie dat zich afspeelt aan de Côte d’Azur. Vakantie is de tijd om lekker tot jezelf te komen en waar kun je dat beter doen dan aan de Cote, maar of het de personages in dit stuk gaat lukken is maar de vraag. De personages krijgen te kampen met een hoop interne conflicten, ontluikende liefde, onmacht, verdriet en woede. Zijn jullie benieuwd geworden naar het stuk?? Kom kijken!! De voorverkoop is van 12:00 tot 13:30 vanaf woensdag 26 september t/m donderdag 4 oktober. Wees er snel bij, want afgelopen jaren waren de voorstellingen uitverkocht!! Hopelijk tot dan!
Excursie naar jeugdinrichting “Het Poortje”. Dinsdag 16 oktober heeft de Lexicom weer een excursie georganiseerd naar jeugdinrichting “Het Poortje”. Het Poortje is een justitiële jeugdinrichting voor opvang en behandeling van jongens en meisjes van 12 tot 24 jaar. Tijdens deze excursie zal een medewerker meer vertellen over “Het Poortje” en vervolgens zal er een rondleiding worden gegeven. Gezien het succes van de vorige excursie naar “Het Poortje” kunnen wij het iedereen aanraden! Datum: dinsdag 16 oktober 2007 Tijd: 14.00-16.00 uur (13.15 uur verzamelen) Kaartverkoop: 3 en 4 oktober van 12-14u in Hal Heymans Prijs: VIP: € 3,- niet-VIP: € 4,Wees er snel bij, want op=op.
18
Jaargang 38 nummer 1
Namens de Introductie Commissie 2007, Daan
Filmnacht De Cinema presenteert op woensdag 10 oktober om 20.30 de filmnacht. Het thema van de filmnacht is “Manipulatie”. We laten de volgende drie geweldige films zien: V for Vendetta, Thank you for smoking & das Experiment. Het belooft een geweldige avond te worden! Dit is de eerste keer in de geschiedenis van de Cinema en de VIP dat er een filmnacht wordt georganiseerd. Zorg dat je erbij bent! Voor kaartverkoop zie poster!!!
Interstedelijk Psychologiecongres Op 5 oktober organiseert de Stichting Studieverenigingen Psychologie Nederland het congres met het thema ‘Ontspanning’ en het zal plaatsvinden aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Tijdens deze dag maak je kennis met workshops en lezingen op psychologisch gebied rond het thema ‘ontspanning’. De eerste lezing gaat over de verschillende wegen en uitkomsten van ontspanning, deze wordt verzorgd door dr. Jan van Dixhoorn. Daarnaast wordt er een lezing georganiseerd met als thema hersengolven en ontspanning, verzorgd door drs. Pieter Langedijk. De verschillende workshops die gehouden zullen worden gaan over biofeedback, lachmeditatie, hypnotherapie, lucide dromen, ademhalingstherapie en haptonomie. Het congres begint op 5 oktober om 11.30 uur te Amsterdam en zal ongeveer tot 17.30 uur duren. De kosten zijn €7,50, dit is inclusief lunch, koffie/thee en een borrel. De kaarten zijn te koop in de VIP-ruimtes, elke werkdag tussen 11.00 en 15.00 uur. Kijk voor meer informatie op www.sspn.nl.
Gratis!!
Dat is het niet, maar goedkoop zijn we wel. Nu 10% korting op alle tijdschriften naar keuze op vertoon van je VIP-pas. (niet geldig in combinatie met andere kortingsacties)
Nieuwe Ebbingestraat 33, Groningen 050-3126966, www.letterbak.readshop.nl Ook TNT Postkantoor
Specialist in tijdschriften en buitenlandse kranten. Een grote collectie boeken, wens- en verjaardagskaarten, kantoor- en kado-artikelen.
September 2007
19
AUTEUR: Theo van Mourik
Verslaving Je kunt overal verslaafd aan zijn en iedereen is wel eens ergens verslaafd aan in zijn leven; is het niet aan de liefde, dan wel aan World of Warcraft. Met dit soort popie-jopie uitspraken zou menigeen wel een paar A4tjes kunnen vullen over verslaving, maar wat weet je nou echt van verslaving? In dit stuk zal ik een aantal aspecten van verslaving langslopen. Ik gok dat het meeste nieuw voor je is. In 2005 telde Nederland 16 305 526 inwoners (CBS, 2007), daarvan waren er 84520 een cliënt van de verslavingszorg. Dat is bijna 1 op de 200 inwoners en in deze verhouding zijn de tabaksverslaafden nog niet meegerekend (Nationale Drug Monitor, 2006). Ingedeeld per categorie was het aantal cliënten in 2005, met het middel als primair of secundair probleem, voor cannabis 11200, voor cocaïne 18000, opiaten 16200, ecstasy 1070, amfetamine 1850 en alcohol 36200. Voor tabak zijn de gegevens niet bekend. De verslavingszorg in Nederland is tegenwoordig erg gebundeld. Vele kleinere instellingen zijn gefuseerd. Alle verslavingszorg in Friesland, Groningen en Drente wordt tegenwoordig geregeld door de VNN, Verslavingszorg Noord Nederland. Risicofactoren Bij het verslaafd zijn worden twee belangrijke stappen onderscheiden. Ten eerste moet iemand beginnen met het middel te gebruiken en ten tweede moet de verslaving bij die persoon ontstaan en voortduren. De risicofactoren zijn relatief onafhankelijk van het verslavende middel. Maar bij de eerste stap zijn er andere risicofactoren die meespelen dan bij de tweede stap, zoals bijvoorbeeld blijkt uit een Nederlandse tweelingstudie. Hierin werd gevonden dat de kans op het experimenteren met sigaretten voor 44% verklaard werd door genetische factoren, voor 51% door omgevingsfactoren (sociale klasse) en voor 5% door unieke omgevingsfactoren (vrienden). Daarentegen werd de kans op nicotineafhankelijkheid voor 75% bepaald door genetische factoren en de rest door unieke omgevingsfactoren. Voor alcohol en illegale drugs zijn er vergelijkbare schattingen, maar wordt het percentage verklaarde variantie van genetische invloeden iets lager geschat (40-60%) (Van den Brink, 2006). Genetische invloed De genetische invloed gaat via het DRD2gen en het
Wat weet jij d’r nou van? serotoninetransportgen. Variatie in het DRD2gen bepaalt hoeveel dopaminereceptoren iemand heeft. Dopamine heeft een belangrijke rol in het beloningsproces bij zowel mensen als dieren. Iemand die weinig dopamine receptoren heeft, heeft om beloning te ervaren extremere ervaringen nodig, zoals bungeejumpen of drugsgebruik. Terwijl drugsgebruik het aantal dopaminereceptoren nog eens verder vermindert. Mensen met veel dopamine receptoren kunnen juist zo gevoelig zijn dat drugs een aversieve ervaring oplevert. Het serotoninetransportgen reguleert het extracellulaire serotoninegehalte in de hersenen door heropname van serotonine in de cel. Minder serotoninetransporters leidt in veel gevallen tot een verhoogde stressreactie, angst, en een verhoogde behoefte aan alcohol of drugs (Van den Brink, 2006). Het hersenziektemodel Volgens het hersenziektemodel zijn er 6 fasen in de ontwikkeling van een verslaving, namelijk: beloning, conditionering/craving, importantie, gewoontevorming, disinhibitie, en onthouding. In de eerste fase zal gebruik gewoon leiden tot beloning. Herhaald en frequent gebruik zal leiden tot een afname in het aantal dopaminereceptoren. Hierdoor heeft de persoon extremere stimuli nodig om beloning te ervaren. De drug wordt voor de persoon een nog belangrijkere bron van beloning, de importatie stijgt. De beloning wordt ondertussen steeds meer gekoppeld aan bij drugsgebruik aanwezige omgevingsfactoren en aan stress die met drugs bestreden wordt. Als de gebruiker weer in die (stress)situatie komt, zal er door conditionering een lichamelijke reactie van hunkering komen. Deze hunkering noemt men ook wel craving. Op gegeven moment gebruikt men niet alleen voor de beloning, maar gebruikt men ook uit gewoonte. Dat gaat dan bijna onbewust. Volgens sommige auteurs is dit een kritiek punt waarna de verslaving niet meer terug te draaien is. Vervolgens komt er disinhibitie, zelfs als men de nadelen van gebruik kent is het moeilijk het gebruik in bedwang te houden. De afweging, tussen positieve gevolgen op de korte termijn tegen negatieve gevolgen op de lange termijn, wordt gemaakt in de anterieure cingulate cortex. Dit hersengebied lijkt bij verslaafden minder goed te werken. Ook de gebieden voor motorische remming (dorsolaterale prefrontale cortex) en voor besluitvorming (ventromediale prefrontale cortex) lijken minder goed te werken, waardoor craving ongeremd lijkt te leiden tot gebruik. Als men er wel
20
Jaargang 38 nummer 1
in slaagt om het middel niet meer te gebruiken (onthouding) komen er bij de meeste middelen onthoudingsverschijnselen (Van den Brink, 2006). Therapie Een belangrijke aanname van de cognitiefgedragstherapeutische aanpak, is dat het stoppen met het gebruik in vijf stadia verloopt. In het voorstadium is de gebruiker zich nog niet bewust van de negatieve gevolgen van het gebruik. Bij het overwegen ziet hij de negatieve gevolgen wel, maar wegen ze niet zwaarder dan de positieve. Vervolgens komt het beslissen en voorbereiden, waarbij de gebruiker besluit te gaan stoppen. Bij het uitvoeren stopt hij daadwerkelijk. En in de laatste fase moet hij het stoppen volhouden (De Wildt & Schippers, 2004). Terugval Het volhouden is echter een stuk makkelijker gezegd dan gedaan. Terugval is een groot probleem in de verslavingszorg. Hoe groot het probleem echter precies is valt moeilijk te zeggen aangezien er slechts sporadisch onderzoek naar wordt gedaan. In vier gevonden onderzoeken, bij verschillende groepen, met verschillende onderzoeksperiodes, worden sterk verschillende terugval percentages genoemd. Namelijk 66%
terugval binnen drie maanden bij alcoholgebruik (Hunt en General, 1973). Bij heroïne verslaving valt 75% terug binnen 6 maanden, waarbij de terugvalcurve scherp breekt tussen de 3 tot 6 maanden (Hunt en Bespalec, 1974). (Merk op dat die twee onderzoeken dus meer dan 30 jaar geleden zijn uitgevoerd). Bij polydruggebruikers, dus mensen die bijvoorbeeld én drinken én weed gebruiken, viel 71% van de 354 onderzochte één of meerdere keren terug in een periode van 5 jaar. 50.3% viel zelfs vier of meer keer terug in die vijf jaar. Verslaving wordt gezien als een chronische ziekte waar je eigenlijk nooit meer helemaal vanaf komt. Dit wordt mooi geillustreerd door het feit dat 20% zelfs na drie jaar clean te zijn geweest nog terugviel (Laudet en White, 2004). In een Nederlands onderzoek met 148 abstinenten kwamen 123 deelnemers opdagen waarvan er 30 (24%) binnen een jaar terugvielen (Termorshuizen et al. 2005). Dit laatste lage percentage kan waarschijnlijk verklaard worden door de definitie van terugval, bij dit onderzoek werd een maand zwaar gebruik gezien als een terugval. Bij de andere onderzoeken werd een ‘uitglijer’, dat je tenminste éénmaal meer gebruikt dan je gepland had, wellicht ook al als een terugval bestempeld. Om dit stuk af te sluiten met een ‘wist-je-dat’je; wist jij dat weed en marihuana synoniemen zijn?
CBS Statline. Bevolking; leeftijd, geslacht, burgerlijke staat per 1 januari; 2005. Retrieved September 2, 2007 from http://statline.cbs.nl/StatWeb/ table.asp?PA=7461bev&D1=0&D2=0&D3=0&D4=55&DM=SLNL &LA=nl&TT=2 De Wildt, W.A.J.M. & Schippers, G.M. (2004). Protocollaire behandeling van patienten met alcoholproblemen; Motivering, zelfcontroletraining en terugvlpreventie. In: Keijsers, G.P.J., Van Minnen, A. & Hoogduin, C.A.L. (Eds.), Protocollaire behandeling in de ambulante geestelijke gezondheidszorgII. (p281-319). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. Hunt, W.A. & General, W.R. (1973). Relapse rates after treatment for alcoholism. Journal of Community Psychology, Vol. 1(1), Jan 1973. Hunt, W.A. & Bespalec, D.A. (1974). Relapse raten after treatment for heroin addiction. Journal of Community Psychology, Vol 2(1), Jan 1974.
Bronnen Laudet, A.B. (2006). Review of Relpase Prevention, Mantenance Strategies in the Treatment of Addictive Behaviors, 2nd ed. American Journal of Psychotherapy, 00029564, 20060101, Vol. 60, Issue 3 Nationale Drug Monitor, Jaarbericht (2006). Trimbos-instituut: Utrecht, 2007. Van den Brink, W. (2006). Verslaving: een chronisch recidiverende hersenziekte. Justitiele verkenningen, jrg. 32, nr 8 2006 Termorshuizen, A.K., Krol, A., Prins, M. & Van Ameijden, E.J.C. (2005?). Abstinent worden, abstinent blijven en de determinanten van een terugval in harddruggebruik. Resultaten van het subcohort abstinenten die deelnemen aan de Amsterdamse Cohort Studie onder druggebruikers. Unpublished Manuscript. GGGD, gemeente Utrecht. Retrieved September 2, 2007 from http://www.ggdkennisnet.nl/kennisnet/uploaddb/downl_object. asp?atoom=29238&VolgNr=128
September 2007
21
AUTEUR: Anna Stuyling de Lange
Conformisme: Een noodzakelijk kwaad Wie van ons twee heeft de ander bedacht? Paul Éluard Het is vrijdagmiddag in de Drie Gezusters; een slechtere locatie-timing combinatie is bijna niet te verzinnen. Het zit er stampvol natgeregende scholieren die elkaar op alle mogelijke manieren proberen te imponeren. Het is er rokerig, lawaaiig en muf. De smalle paden waarover obers heen en weer rennen, liggen vol schooltassen en jassen met bontkragen. Terwijl mijn vriendin en ik onze bestellingen doorgeven, kijk ik om me heen. De zogenaamde ‘individualistische cultuur’ waarin wij leven steekt vreemd af tegen de talloze overeenkomsten in kledingstijl en gespreksonderwerpen die de verschillende groepjes scholieren tonen. Een ober haalt gespeeld wanhopig zijn schouders op naar zijn collega, die op haar beurt begrijpend glimlacht; ‘de jeugd van tegenwoordig!’ Ik zie ze denken: blij dat ik de tijd van erbij willen horen gehad heb. Maar niet alleen hier, op vrijdagmiddag in de Drie Gezusters, en niet alleen onder de jeugd, speelt zich een constante strijd af tussen uiterlijk en innerlijk, tussen anderen imponeren en jezelf blijven. We humans are intensely social animals. We are designed, by evolution, to depend on one another for even our most basic needs. (…) we need the help of others and the knowledge that is shared by members of a human community (Gray, P. 2002). Het is voor mensen van belang zich te conformeren en hier moeten onherroepelijk offers voor worden gebracht. Freud was één van de eersten toen hij, eind 19e eeuw, wees op dergelijke offers. Hij maakte een tweedeling van de menselijke geest in bewustzijn en onderbewustzijn. Hierbij gold het onderbewuste als schuilplek voor gedachten en gevoelens die een individu als ‘slecht’ of ‘te afwijkend van de groep’ beschouwde. Door te verbannen wat niet gezien, gedacht of gevoeld mocht worden, konden mensen zijn wie ze ‘hoorden’ te zijn. Dit met als hoogste doel te worden geaccepteerd door de groep. Welke groep dan ook. Dit streven naar acceptatie ligt in de menselijke aard en uit zich in conformisme: we passen ons gedrag aan aan het gezelschap waarin we ons bevinden. Dit is onontkoombaar en noodzakelijk voor ieder mens. Volgens Freud echter, zou dit conformeren aanleiding zijn tot psychische stoornissen. Met dit als uitgangspunt probeerde hij bij zijn cliënten zoveel mogelijk informatie van hun onderbewuste terug naar hun bewuste te krijgen. Los van het feit dat hij in zijn werk praktisch al het onderdrukte aan seksuele zaken relateerde, had hij wel een goed punt. Ongeacht de mate van betrouwbaarheid en validiteit van Freuds gedachten en behandelingsmethoden, had hij gelijk wat betreft de nare consequenties die conformisme met zich mee kan brengen. Maar wat zijn de consequenties eigenlijk? En hoe ernstig zijn deze consequenties precies? Het dragen van dezelfde kleding en ontkennen van ‘ongepaste’ gevoelens, lijken in eerste instantie geen groot kwaad. Misschien is het in sommige gevallen zelfs beter zo. Echter, het wordt anders wanneer we dieper op dergelijke onbenulligheden ingaan. Conformisme kan in extreme vorm namelijk rechtstreekse effecten hebben, die uiteen lopen van zelfverloochening tot racisme. Een subtiele manier van zelfverloochening is bijvoorbeeld het achterwege
22
Jaargang 38 nummer 1
laten van eigen cognities, uit angst dat anderen het er niet mee eens zullen zijn. Hiermee wordt de mening van anderen op de eerste plaats gezet, ten koste van de eigen mening. Bij de extremere variant hierop, wordt niet alleen eigen informatie achtergehouden, maar ook nieuwe informatie – die in eerste instantie niet eigen was – eigen gemaakt (denk bijvoorbeeld aan het antisemitisme van de Tweede Wereldoorlog). Om het groepsgevoel en de eigenheid ervan te benadrukken, zullen groepen zich veelal afzetten tegen andere groepen. Dit proces, dat begint als zelfverloochening, kan uiteindelijk dus leiden tot het kortzichtig benaderen van alles dat buiten de voorkeuren van de eigen groep valt, het vergeten van persoonlijke voorkeuren, stereotypering en in het ergste geval racisme.
Wees eens in strijd met jezelf en anderen! Bovenstaande uitspraken bedekken de menselijke neiging tot conformisme onder een zwart laken. Vanuit een wat genuanceerder oogpunt valt er natuurlijk ook vóór conformisme te pleiten. Om te beginnen is het een menselijke eigenschap, voortgekomen uit eeuwen van evolutie, dat als doel heeft de overlevingskans te vergroten. Immers, conformisme bevordert de groepsvorming en dus de samenwerking; en samen sta je sterker. Daarnaast biedt conformisme ons de kans een positiever zelfbeeld te ontwikkelen: bij sociale interactie wordt ons een spiegel voorgehouden door de mensen waar wij conform aan zijn (looking-glass self (Cooley, C. 1902)). Zo kiezen we als het ware onze eigen ‘spiegel’ en vermijden we ‘ongewenste spiegelbeelden’. Tot slot zou het een chaos worden als iedereen volkomen zichzelf zou zijn en zijn/haar eigen gang zou gaan! We hebben het nodig met elkaar samen te werken, een standpunt in te nemen en een plaats op de wereld te veroveren, en dat moeten we ook blijven doen. Maar wanneer je op een vrijdagmiddag tussen de uitslovende pubers in een chaotische Drie Gezusters zit, laat de tijd je dan niet voor de gek houden. Wees je ervan bewust dat we allemaal constant blijven vervallen in oude (denk)patronen, voorkeuren en meningen. Maak het jezelf niet te gemakkelijk door je daar aan over te geven. Want eerlijk, hoe eerlijk zijn we werkelijk tegen elkaar? Hoeveel lijken we nog op de persoon van het spiegelbeeld dat we als klein kind zagen? Hoeveel van ons kennen hun werkelijke voorkeuren? Hoeveel van ons weten wat ze willen? En hoeveel daarvan dóen daadwerkelijk wat ze willen? Als het waar is dat we worden geboren als een onbeschreven blad, zorg er dan voor dat jij zelf de meeste pagina’s volschrijft. Het is onnodig om het scala aan opties die deze wereld ons biedt zo smal te maken dat we last krijgen van zaken als cognitieve dissonantie. Overweeg je cognitief dissonante gedrag eens door te zetten; wees eens in strijd met jezelf en anderen! Want ergens bijhoren biedt je tot op zekere hoogte controle en zelfbewustzijn, maar de gewaarwording van een hele wereld waar je bij hoort, een wereld die alleen maar ís, zonder goed of fout te zijn, zou wel eens de hoogst haalbare mate van bewustzijn kunnen betekenen. Serieus: Bestel eens melk.
Diemensies’ POT
[SCHRIJVERIJ] Tanja Witte | Janiek Bartelds [ETERIJ] Tanja Witte | Janiek Bartelds
Kaasfonduen met Janiek en Tanja Nog een laatste keer de Pot met Janiek en Tanja... Zucht, traan, snik. Nostalgisch beginnen we aan ons laatste maal voor de Pot. Omdat het voor ons beiden de laatste keer zou worden, hadden we dit maal zelf gekookt: kaasfondue... Voor Tanja is dit de laatste pot omdat ze vanaf september stage is gaan lopen bij Hay Group in Zeist en dit helaas niet kan combineren met Diemensies. Voor Janiek zal dit ook de laatste pot zijn die ze schrijft. Na drie jaar samen de Pot geschreven te hebben met Tanja vond ze dat andere mensen ook een kans zouden moeten krijgen om dit allerleukste onderdeel (vinden wij dan) van Diemensies te mogen schrijven. Wie de nieuwe schrijvers worden is tot nog toe onbekend. Maar de Pot zal zeker niet ophouden met bestaan!
een laatste keer de Pot
Ingrediënten recept 2 personen: 400 gram geraspte kaas 400 cl witte wijn 20 gram maizena klein beetje knoflook stokbrood (of iets anders om erin te dopen)
Recept (Koop geraspte kaas op de markt) Breng de 400 cl wijn met de knoflook aan de kook.Verspreid de maizena door de geraspte kaas en voeg deze beetje voor beetje toe aan de kokende wijn, terwijl je dit geheel blijft doorroeren. Zorg dat de kaas en maizena goed oplosssen in de wijn. Als het geheel kookt is het klaar. (wil je de kaasfondue dikker dan kun je er voorzichtig, al roerende, maizena aan toevoegen. Wil je het dunner, dan voeg je een klein beetje wijn toe. )
Terwijl we kookten en aten haalden we herinneringen op aan de 3 jaar waarin wij de pot hebben gehouden en geschreven. Overal was het ontzettend leuk en er is altijd goed voor ons gekookt! We hebben nooit een gerecht gehad wat we niet lustten of wat minder goed voorbereid was. Elke Pot weer gingen we enthousiast naar de nieuwe Snij genoeg brood of groenten(naar keuze) om erin te dopen gegadigden en genoten volop van de leuke gesprekken en en geniet met een wijntje van dit heerlijke maal! openheid. Bij deze willen we dan ook alle mensen die de afgelopen jaren hebben meegewerkt aan de pot ontzettend bedanken voor alles! We hopen dat we de afgelopen jaren al deze leuke dingen over hebben kunnen brengen op jou, de lezer, en dat jullie er ook zo van hebben kunnen genieten!
September 2007
23