Diemensies sinds 1969
IN DIT NUMMER:
“Een spits die last heeft van faalangst, wordt nooit een grote spits”
Exclusief interview met Foppe de Haan (p. 8) “Niet voor niks blijkt dat de gemiddelde kijker van Sesamstraat 49 jaar is” De psychologie achter Sesamstraat (p. 14)
“Van de meestverkochte producten van ‘IKEA’ tot aan de WC-borstel van ‘evasolo’ voor €99,-” Architectuurpsychologie (p. 12)
“Wat hebben Arnold Schwarzenegger en neurowetenschap met elkaar gemeen? Juist, het einde van de mensheid.” Schwarzenegger en neurowetenschap (p. 20) EN NOG VEEL MEER!
39e jaargang, nummer 2 vakgroepsblad Psychologie verenigingsblad V IP
omslag: Albert Hietkamp
COLOFON [DIEMENSIES] is het huisblad van de opleiding Psychologie van de Rijksuniversiteit Groningen en is het verenigingsblad van de VIP. Diemensies verschijnt zes maal per jaar in een oplage van 660 en wordt gratis verspreid. [KOPIJ] ontvangt de redaxie bij voorkeur per e-mail. Kopij kan ook ingeleverd worden in het postvakje van Diemensies bij de portiersloge of in de VIP kamer. De redaxie behoudt zich het recht voor stukken in te korten, fouten te verbeteren en/ of kopij niet te plaatsen. [BESTUUR] [VOORZITTER] Anouk de Kleijn [EINDREDACTEUR] Stephanie Bennett [PENNINGMEESTER] Rudolf Leermakers [PROMO] Ann Christin Uphaus [ILLUSTRATIES] Albert Hietkamp [LAYOUT] Rudolf Leermakers, Jonas Rubrech [REDAXIE] Anouk de Kleijn Ann Christin Uphaus Carlijn van Munster Coosje de Vries Edo Grevers Eke Poortinga Floris Odding Indira Pliska Jonas Rubrech Jorn Verhagen Peter Stukker Roos Arends Rudolf Leermakers Sandra Lucas Stephanie Bennett Susanne Dieudonné Theo van Mourik [ADRES] Psychologisch Instituut Heymans Kamer 004a Grote Kruisstraat 2/1 9712 TS Groningen [E-MAIL]
[email protected] [INTERNET] WWW.DIEMENSIES.NL [TELEFOON] (050) 363 7614 [DRUK] Kerklaan 49-51 Groningen [©2008] Het is niet toegestaan zonder schriftelijke toestemming van de redaxie kopieën van Diemensies of delen daarvan te maken en/of te gebruiken.
2
Jaargang 39 nummer 2
Jaargang 39, no. 2 Woord van de voorzitter Vroeger, toen de politie nog op varkens reed, Michael Jackson nog zwart was en een oranje verkeerslicht nog betekende dat je moest afremmen. Vroeger… iedereen weet het aan te vullen en zodra het woord vroeger valt, volgt er vaak een hele stroom van jeugdsentimenten. Geheime hutten, slootje springen, knikkeren, elastieken en ga zo maar door. Ook passeren er vele tv-programma’s de revue. Voor de mensen met RTL was Telekids helemaal hot, de rest stelde zich tevreden met Villa Achterwerk met de fameuze Pé en Trut. Veel overeenkomsten en veel verschillen als je de jeugdsentimenten bespreekt, maar er is één jeugdsentiment dat we allemaal delen: Sesamstraat! De grappen en grollen van Tommie en Ieniemienie, de norse Bert en Ernie met z’n banaan in z’n oor. We kennen ze allemaal en ieder heeft z’n favoriet. Niet alleen onder studenten is Sesamstraat bekend, ook docenten putten regelmatig voorbeelden uit het grote scala aan Sesamstraatmateriaal. Wat is het toch dat Sesamstraat zo populair maakt? Je leest het in Diemensies! De afgelopen weken hebben wij een aantal nieuwe mensen in onze redactie mogen verwelkomen. Carlijn, Indira, Edo en Floris zullen vanaf nu ook de pen ter hand nemen en zorgen voor verrassende aanvullingen! Van Floris kun je nu alvast een artikel lezen. Hij schrijft over de crisis en hoop in Amerika. Verder kun je in deze editie alles lezen over onder andere Hitchhike, Foppe de Haan, Body Dismorphic Disorder en de combinatie tussen psychologie en technologie. Ook ontbreken de vaste rubrieken natuurlijk niet. De studententijd van heeft deze keer studiebegeleider Ton Rooijers in de hoofdrol en in de Pot nemen we een kijkje in het turbulente leven van de pas afgestudeerde Steffie van der Steen. Genoeg leesvoer om je weer even mee te vermaken! Ik wens jullie veel leesplezier! Liefs, Anouk de Kleijn
In dit nummer... 2
Woord van de voorzitter
14
Anouk de Kleijn
Schuif gezellig aan, ...laat je boeken staan, voor Sesamstráát!
Eke Poortinga 4
Prikbord 17
6
8
Floris Odding
CU in Benelux Hitchhike contest 2008 1373 kilometer in vier dagen
Sandra Lucas
18
VIP-pagina’s
Goede en slechte fouten Interview met Foppe de Haan
20
Arnold Schwarzenegger ...en neurowetenschap?!
Jorn Verhagen
Coosje de Vries | Ann Cristin Uphaus 9
Boekenlegger Emotionele Intelligentie
Peter Stukker 10
Veranderingen in de vakevaluaties
11
De studententijd van ... Ton Rooijers
Susanne Dieudonné | Coosje de Vries 12
Crisis en hoop in Amerika
Architectuurpsychologie Laat ons zien hoe je woont, en wij vertellen je wie je bent.
21
Opleidingscommissie ‘07-’08 Verslag van de werkzaamheden
22
Het schoonheidsideaal Bosy Dysmorphic Disorder
Coosje de Vries 22
Diemensies’ POT ...met Steffie van der Steen, PhD op de afde ling K&O
Ann christin Uphaus | Eke Poortinga
Ann Christin Uphaus
november 2008
3
prikbord ever!
vormg Diemensies zoekt
spoed op zoek et m ij w jn zi , rs van onze lay-oute n ee an v de Diemensies? n ek aa tr er en v ev g te Met het rm o t het je leuk om v k ij L e. w u ie n n ee naar leem. Onze b ro p n ee g k r! o O ee g ? Rea je geen ervaring eb h r aa m , k u le Lijkt het je n handomdraai! ee in je et h n re le ervaren lay-outers
[email protected] en m ie d r: aa n l ai Stuur snel een e-m
De ronde van AC Voortaan zal AC elke editie een vraag stellen aan de hele redactie en de spontane ingevingen van de schrijvers plaatsen op het prikbord. Dit om ervoor te zorgen dat de lezer en een indruk krijgt van onze productieve vergaderingen en de redactie beter leert kennen. Deze week wordt de redactie gevraadg om de volgende zin te completeren: ‘Enthousiasme is…’ Eke: …iets wat ik altijd in een sollicitatie gesprek zou gebruiken. Anouk: …JAaaaa! Albert: …Wat is enthousiasme? Roos: …Kan het niet volgende week? Patrick: …Enthousiasme is het tegenovergestelde van ingetogen zijn. (reactie Jonas: …Gebakken lucht) Rudolf: …Zo snel praten dat niemand het verstaat. Edo: …Sarah de Rijke. Indira: …vrolijk! Wil je reageren? Hoe had jij de zin afgemaakt? Of heb je een goede zin/vraag voor de volgende editie? Mail naar:
[email protected].
4
Jaargang 39 nummer 2
Relatie aangetoond tuss
en stoornis en parkeerg
edrag
Lezerstip 153: “Ga altijd met een goed boek naar bed of ten minste met iemand die er een gelezen heeft.”
Wees gerust Wees gerust je weet het van tevoren blijheid wordt uit droefenis geboren en uit het zand ontspringt de held’re bron in elke regendruppel zit ’n vonkje zon. Toon Hermans (1916-2000)
m Ienie
dat d e o eel g straat) h g m o eet n ver Sesa w “ I k e rt o (Alb
er ienie
b
am” ji kw
boek bladie bla yada yada test test ander boekje 1234 ljsdf jsd kj sksf
? kdjsd sdkfj test bladie yada lalalalksj bord k i r kjsdlkjsksljf et p
l Mai
.nl ph or o w@rug o v gm ts e ie ensies. j b He p diem o ons
november 2008
5
CU in Benelux Hitchhike 1373 kilometer in vier dagen
Met 210 kilometer per uur vliegt de Daimler over de Belgische autobaan richting de Luxemburgse grens. ‘We will rock you’ van Queen klinkt uit de krakende speakers terwijl de zakken sweet chili chips en steak flavoured nacho’s door worden gegeven. De Britse Ben laat het gaspedaal even los om daarna een witte bestelbus voorbij te vliegen zodra deze weer naar rechts is verdwenen. Samen met de andere Britten Ian en Simon doet hij mee aan de Stapels to Napels race. De bedoeling is om vanuit Calais, Frankrijk naar Rome, Italië te rijden in auto’s die niet meer dan 200 pond hebben gekost. Na anderhalf uur bij ze in de auto te hebben gezeten, bereiken we uiteindelijk Luxemburg-stad. De Britten zetten ons af bij een kathedraal waar Suus en ik foto’s nemen en de tijd doorbellen aan de organisatoren. We hebben vandaag de tweede plaats behaald, acht minuten nadat team The Bitchhikers hun bestemming had bereikt. Toch een hele mooie prestatie. Na een high five, felicitaties van de Britten en nog meer foto’s nemen we afscheid van onze helden van die dag. De Daimler scheurt er weer vandoor en Suus en ik kijken even om ons heen. Daar staan we dan in Luxemburg, heel anders dan het Belgische Brugge van die ochtend. Moe maar voldaan zoeken we een hostel en genieten van de zonnige namiddag. Na zelf gelift te hebben naar Albanië, besluiten Arjan van den Haak en Peter van Keeken een eigen liftwedstrijd te organiseren à la Peking Express. Ze ronselen acht reislustige vrienden bij elkaar en leggen het plan voor om in koppels van twee van plaats naar plaats te liften. Enthousiast wordt er ingestemd. In de daarop volgende dagen worden een datum geprikt, t-shirts gedrukt en verzinnen de organisatoren de route die we zullen afleggen. Mijn vriendin Suzanna, alias Suus, en ik vormen het team Ganz Geil! Daarnaast zijn er nog de Bitchhikers, Thelma and Louise, The Indianas en L’e(t)ScarGot. 17 september is het zover. Om 07.00 in de ochtend verzamelen de vijf teams zich op het Neude in Utrecht. Acht paar onzekere en nog slaperige oogjes kijken vragend naar de twee organisatoren. ‘Jongens, wij zien jullie vanavond om acht uur in het Hardrock café aan de Montmartre Boulevard in Parijs. Het doel is de Eiffeltoren, doe voorzichtig.’ De eerste reactie is ‘nee, dat halen we nooit in één dag, Parijs!’ Toch pakt iedereen zijn backpack en vertrekt, onzeker maar met goede hoop. Als we elkaar later die avond daadwerkelijk in het Hardrock café treffen, is iedereen verbaasd, trots en blij. Niemand had verwacht zomaar naar Parijs te kunnen liften, maar
6
Jaargang 39 nummer 2
toch is het gelukt. Onze vermoeide maar voldane stemming is niet kapot te krijgen. Suus en ik krijgen onze eerste lift van een man en zijn vrouw op weg naar hun werk. ‘We moeten eigenlijk gewoon in Utrecht zijn maar jullie staan hier zo kut dat we jullie even afzetten bij een tankstation langs de snelweg.’ Hij had gelijk. De binnenstad uitkomen bleek één van de moeilijkste dingen. De meeste mensen die langskomen leggen slechts kleine afstanden af naar hun werk en verlaten de stad niet. Dankbaar proppen we ons in de kleine ruimte achter de banken van zijn tweepersoons truck. Eenmaal bij een tankstation langs de snelweg houden we ons bordje Parijs omhoog en springen en roepen zo hard we kunnen. De tweede auto stopt. We stappen in en de jonge man verteld ons bij Gorinchem te kunnen afzetten. Prima. Een derde korte rit brengt ons naar Breda. Daar stopt Feisel zijn enorme truck voor ons. Eigenlijk mogen vrachtwagenchauffeurs geen lifters meenemen om verzekeringstechnische redenen. Maar Feisel had het gezelschap nodig. De Turkse chauffeur woont in zijn eentje in Maastricht en leeft voor de uren dat hij onderweg is. ‘Maak het maar gezellig’, zegt hij tegen ons en dat doen we. We hangen ballonnen op in zijn cabine en dansen op de liedjes van de radio. Maar de 90 kilometer per uur die Feisel rijdt zijn niet voldoende om de wedstrijd te winnen. Bij de tolweg rond Lille stappen we uit en worden we opgepikt door de snelle Fernando. De Argentijnse Parijzenaar vertelt ons vroeger zelf veel gelift te hebben. ‘Mijn eigen dochter van tien gaat over vijftien jaar waarschijnlijk ook zulke dingen doen als jullie. Ik hoop dan maar dat ze net zo’n veilige lift kan krijgen als die ik jullie geef.’ Fernando brengt ons tot aan de voet van de Eiffeltoren. We zijn kapot, maar we hebben het gehaald. 411 kilometer hebben we afgelegd, zonder een stuiver te betalen. In het Hardrock café wordt ons verteld dat we elkaar de volgende dag om acht uur ’s avonds treffen op de Eiermarkt in Brugge. Een eitje! Om half acht ’s ochtends staan Suus en ik alweer langs de Franse rondweg. Na een uur worden we eindelijk opgepikt door een dame die ons net buiten de stad kan afzetten. Vervolgens stappen we in bij Samir, een Turkse vrachtwagenchauffeur. Hij spreekt geen woord Engels en wij nauwelijks Frans. De rit is lang en ongemakkelijk. Maar Samir blijkt een lieverd. Zonder woorden biedt hij ons verse vijgen aan en maakt duidelijk dat ze bij hem in de tuin groeien. Samir dropt ons bij Lille waar we weer
AUTEUR: Sandra Lucas
contest 2008 instappen bij de Belgische Luc, vader van twee kinderen. Je kan het zo gek niet verzinnen, zo vreemd zijn soms de verhalen die je onderweg hoort. Luc is een mooi voorbeeld. Hij zit namelijk in de bacteriënhandel. Luc verkoopt zogenaamde ‘goede’ bacteriën die bij vlees gestopt kunnen worden om de schadelijke bacteriën te doden. Een goede business, zo blijkt, want Suus en ik kunnen gemakkelijk onderuit hangen in zijn met leer bekleedde stationwagon. Luc zet ons af in hartje Brugge en dit keer behalen we de eerste plaats. Voor de mannen in het team blijkt het liften veel moeilijker. Waar de vrouwen er drie en een half uur over doen om naar Brugge te komen, kost het hen twaalf uur. Het is waar, als vrouw heb je een voordeel. Mensen zijn minder bang om je mee te nemen. Uit de verhalen die aan het eind van de dag over en weer gaan, blijkt dat we allemaal leuke liften hebben gekregen. Geen moment heeft iemand zich zorgen gemaakt over veiligheid of getwijfeld of hij wel in moest stappen. Het liften heeft er voor gezorgd dat vrijwel iedereen een positievere kijk heeft gekregen op ‘de mens’. Geen creeps, geen betastingen, allemaal brave burgers die gewillig zijn om mee te helpen en genieten van het praatje tijdens de lange autorit. Wat verder opvalt is dat alle mensen die ons oppikken enthousiast reageren op onze wedstrijd. Allemaal zouden ze ook wel zoiets willen doen, vrij nemen, reizen, aan een liftwedstrijd meedoen. Even is daar de twinkeling in de ogen. Daarna verschijnt de frons weer. De realiteit komt boven. De zin die het gesprek over liften en reizen vervolgens direct de nek omdraait volgt: ‘Maar ja, mijn werk laat het niet toe’. And that’s that. Door een vertegenwoordiger van Coca Cola worden we afgezet bij een tankstation in de buurt van Namen. De bestemming voor vandaag is de grote kathedraal in Luxemburg. Springend en schreeuwend staan Suus en ik bij de oprijlaan naar de snelweg. De Daimler met nummer 51 op de zijkant en een stel doldwaze Britten stopt en scheurt ons hartje Luxemburg in. Een tweede plaats voor die dag. ’s Avonds gaan we de kroeg in. Het is de laatste avond abroad. Morgen liften we weer terug naar Utrecht. Hoewel het erg leuk is en we blij zijn mee te doen aan de wedstrijd, hakt het liften er wel in. Langs de kant van de weg en in open terrein staan roepen om een lift, instappen, uitstappen, kennis maken, gesprekken onderhouden, het vergt wat. Als de eerste zonnestralen van de laatste dag dan ook door het gordijn heen komen, wens ik even dat ik al thuis was.
Het blijkt zwaar om Luxemburg stad uit te komen en het lood in mijn eigen schoenen maakt het niet gemakkelijker. Luxemburg is een vreemde stad. Met de nette heggen, de netjes gekapte en overduidelijk rijke mensen en de keurige huizen lijkt het net een scenario uit de film ‘The Stepford wives’. Veel burgers blijken dan ook te goed om te stoppen voor twee vermoeide lifters. Uiteindelijk stopt een Française voor ons die ons weer bij een tankstation dropt net buiten de stad. Daar vinden we een Nederlander die ons van een saaie rit naar Nederland voorziet. We stappen uit in Nieuwegein en een andere auto stopt. We worden achterin gepropt bij een Stafford Shire terriër van een kale vent met gouden oorbel die duidelijk de rave tijd van vroeger nog niet ontgroeid is. De hond leunt met zijn volle gewicht op me, likt mijn gezicht af en kwijlt over mijn spullen. Ik hou van dieren maar dat is het moment waarop de maat vol is. Wat ben ik blij de Utrechtse Domtoren te zien! Eindelijk thuis. Na een douche en een uurtje slaap, ziet iedereen elkaar weer in Turks restaurant Pamukkale voor een afsluitend diner. De puntentelling toont een gedeelde eerste plaats voor team Ganz Geil! en het team Thelma and Louise. De prijs? Eeuwige roem voor een jaar! De verhalen van de weg gaan nog een laatste maal over tafel. Nog een laatste drankje en de CU in Benelux Hitchhike contest 2008 zit er weer op. Volgend jaar krijgen Suus en ik de mogelijkheid om onze titel te verdedigen. Wil je ook meedoen aan de contest van volgend jaar of op de hoogte gehouden worden van andere wedstrijden, meld je dan aan bij de Hyves van CU in Benelux Hitchhike contest. Je kunt ook één van de organisatoren een mailtje sturen. Arjan van den Haak:
[email protected] of Peter van Keeken:
[email protected].
november 2008
7
Goede en slechte fouten
Interview met Foppe de Haan,
Een interview met Foppe de Haan. Wie wil dat nou niet? Donderdag 16 oktober was er in de Beurs een lezing over sportpsychologie met niemand minder dan de charismatische trainer van Jong Oranje Foppe de Haan als gastspreker. De avond werd georganiseerd door het SPS-NIP, de Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen. Na afloop van de lezing zitten wij bij De Haan aan tafel. Wij grijpen onze kans en vragen hem het hemd van het lijf. Waarom is aandacht voor de psyche binnen de topsport zo belangrijk? Ik denk dat een topsporter de top niet haalt omdat de mentale processen niet goed getraind zijn. Niet omdat hij fysiek niet goed genoeg is. Leren je op het juiste moment te concentreren, leren met spanningen om te gaan, met tegenslagen. Dat is belangrijk. Iemand die dat niet kan blijft toch op de 85% hangen. Wat is volgens u de invloed van sport op de psyche? Goede sport leert je om te gaan met winnen en verliezen. Krijgt elke speler individuele begeleiding van een sportpsycholoog? In de teamsport is het niet nodig dat iedereen individuele begeleiding krijgt van een psycholoog. Pas wanneer het omgaan met spanning een probleem wordt, moet je een psycholoog inschakelen. Of beter is nog vóórdat het een probleem wordt, voordat je iemand als trainer niet meer kunt bereiken.
Houdt u rekening met verschillende persoonlijkheden van de spelers? Ja, door de wijze waarop je ze aanpakt. Om verbetering aan te brengen kijken we waar elke speler gevoelig voor is. Iemand die heel cognitief is benaderen we op een verstandige manier. Bij iemand die erg emotioneel is spelen we op de emoties in. De posities in het veld zeggen ook iets over het karakter van de speler. Er is een verschil tussen een spits en een verdediger. Een verdediger denkt anders, heeft ook een ander soort commitment met het team. Een spits is veel individualistischer. Die kan per definitie minder goed achter de bal aan rennen, dat zit gewoon niet in z’n karakter. Wat doet u als een speler onder de maat presteert? Persoonlijke aandacht schenken. Moeilijkheden individualiseren, maar wel binnen de context van het team. Ik vind dat trainers over het algemeen teveel individualistisch aan het werk gaan met spelers. Maar een speler is ook altijd afhankelijk van anderen. Hoe gaat iemand met een ander om, hoe wordt de bal aangespeeld, is er waardering voor de kwaliteiten van een ander. De trainingsvormen moeten dus gericht zijn op het individu in samenwerking met het team. Worden spelers getraind in het nemen van juiste beslissingen op het veld? Schieten op het goal kan een speler alleen maar als hij vrij is, anders kan het niet. Dat moment kun je nooit aanleren, dat is zijn moment en daar moet hij voor kiezen. Jongens die faalangstig zijn of kansen voorbij laten gaan uit onzekerheid, die missen het moment. Maar een speler die zich lekker voelt en in een flow zit, die mist dat moment nooit. Van Nistelrooij bijvoorbeeld, als die in de buurt van het goal komt scoort hij altijd. Daar ligt zijn focus, dat is zijn grote doel. Wat als een speler last heeft van faalangst? Een spits die last heeft van faalangst wordt nooit een grote spits. Bent u van mening dat een positieve benadering meer resultaat boekt dan een negatieve? Als voetballer maak je ongelofelijk veel fouten, want voetbal is heel complex. Maar er zijn goede fouten en slechte fouten. De goede fouten maak je met een idee. Dat is een kwestie van herkennen. Zo van: dat mislukte wel, maar
8
Jaargang 39 nummer 2
AUTEURS: Coosje de Vries | Ann Cristin Uphaus
De Boekenlegger
door Peter Stukker
Emotionele Intelligentie, emoties als sleutel tot succes. Daniel Goleman. Uitgeverij Olympus, 2006. ISBN 90 254 2760x.
coach van Jong Oranje
Hoe wordt er omgegaan met conflicten tussen de spelers onderling? Individueel toespreken. Sommige conflicten moet je helemaal geen aandacht aan schenken, want die zijn de volgende dag over. Pas als je er aandacht aan schenkt wordt het juist een probleem. Wat bijvoorbeeld vaak gebeurt, is: je speelt een partijtje en dan geeft per ongeluk of niet per ongeluk de één de ander een schop. Dat kan gebeuren en dan heb je een conflict. Daar kun je op wachten. Dan op dat moment op het veld moet je dat als trainer aanpakken. Van: oké, hij schopt, inpakken en wegwezen. Klaar. Hupakee. Vandaag wil ik je niet meer zien, zeg ik dan. Het zijn ook harde jongens hoor, die kunnen wel wat hebben. SPS-NIP organiseert vaker activiteiten voor aankomende psychologen. Check www.spsnip.nl.
Diemensies
eigenlijk was het hartstikke goed. Die fouten moet je bevestigen. Al die andere momenten waarbij het slordig is en niet geconcentreerd, dat accepteer ik niet! Dus ik wil altijd dat die momenten steeds minder worden. Daar kijken we naar. En op het moment dat een speler teveel van die momenten krijgt of dat je daar in vervalt, is ook prima. Dan kom je naast me op de bank te zitten, klaar.
november 2008
9
Netjes uitknippen over de stippellijn
Emocratie De mens wordt in zijn leven dagelijks geconfronteerd met emoties. Van lichte frustraties (“Verdorie, de trein gemist!”) tot wanhopige gevoelens aan toe (“Het liefst spring ik nu voor de trein..”). In tal van opwindende situaties is het de emotie die regeert en heeft het verstand het nakijken. Daniel Goleman laat in zijn schrijven zien dat emotionele intelligentie (EQ), een empirisch onvolgroeid concept, een volwassen betekenis heeft in de praktijk. Emotionele intelligentie is daarmee de sleutel tot succes in werk, relaties en lichamelijke gezondheid. Voor een goede baan wordt algemene intelligentie (IQ) vaak als kritische succesfactor gezien. Maar dat IQ niet zaligmakend is blijkt uit onderzoek waarin mensen met een lager IQ vaak mensen aansturen met een hoger IQ. Het verschil zit hem in emotionele vaardigheden als het geven van de juiste kritiek, mensen kunnen motiveren en omgaan met diversiteit. Emotionele intelligentie komt ook terug in relaties, waarin twee geslachten niet vanzelfsprekend dezelfde taal spreken. Zo doen vrouwen in de opvoeding vaak meer ervaring op in het delen en praten over gevoelens. In een huwelijksconflict heeft dit consequenties voor de man wanneer een beroep wordt gedaan op zijn empathische vaardigheden; zijn vrouw aanhoren en uit laten praten. Ook staan emoties niet los van lichamelijke klachten. Zo zijn mensen die rondlopen met verwarde gevoelens van woede, angst, depressie, pessimisme en eenzaamheid extra vatbaar voor ziekte. Het is hierbij dan ook van belang de psychische component te onderkennen die in het geval van stressklachten bijvoorbeeld een voorname rol speelt. Daniel Goleman laat met vele aansprekende voorbeelden zien dat emoties een niet te onderschatten rol spelen. De rondleiding door het emotionele brein lijkt een wat vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid maar dat valt in het niet bij de vele ‘eyeopeners’ rond relevante kwesties op zowel individueel als maatschappelijk emotioneel niveau. Emotionele Intelligentie is een must read voor een ieder die het gevoel heeft dat zijn gevoel er toe doet.
Veranderingen in de vakevaluaties Zoals je tijdens de afgelopen tentamens wellicht is opgevallen is het vakevaluatieformulier veranderd: minder gesloten vragen, nieuwe open vragen en natuurlijk geheel in nieuwe Rug-huisstijl. Maar dit is niet de enige verandering op het gebied van de vakevaluaties. Ook de inspraak door studenten en de bekendmaking van de evaluatieresultaten verlopen vanaf dit collegejaar anders. Het evaluatieproces De bedoeling van het nieuwe formulier is om aan de hand van een klein aantal kernvragen een goed beeld te krijgen van de waardering van de cursus. Vervolgens zullen alleen de cursussen die matig tot slecht worden geëvalueerd nader worden besproken met de docent en eventueel de leidinggevende. De andere docenten ontvangen een overzicht van de reacties op de gesloten vragen en een samenvatting van de antwoorden op de open vragen. Hen wordt gevraagd om hier een reactie op te geven. Zowel de samenvatting van de gesloten vragen als de reacties van de docenten zijn voor studenten in te zien op Nestor (My Organizations – Bachelor/Master Psychologie – Vakevaluaties). Op dit moment zijn al bijna alle vakken uit 2007-2008 hier te vinden. Studentinvloed Tot afgelopen collegejaar werd na het tentamen een evaluatieverslag geschreven door de jaarvertegenwoordiging. Dit verslag bespraken zij vervolgens met de betrokken docenten. Vanaf dit collegejaar zullen de jaarvertegenwoordigers (dit jaar alleen BA1 en BA2) al tijdens de collegeweken bezig gaan met het verzamelen van de mening van studenten over de vakken. Dit gaan zij doen door enkele korte interviews met medestudenten te houden. Indien nodig gaan zij dan al tijdens het blok een gesprek aan met een docent. Nieuw is ook dat de jaarvertegenwoordigingen sinds kort onderdeel van de VIP zijn geworden. Belang De vakevaluaties zijn van groot belang voor de opleiding. Het is dé manier om erachter te komen wat studenten vinden van het gegeven onderwijs. De evaluaties worden zeer serieus genomen, zo zijn ze bijvoorbeeld input voor de ontwikkelingsgesprekken met docenten en voor de vergaderingen van de Opleidingscommissie. Vul het evaluatieformulier dus altijd in en laat ons weten wat je vindt! De tweedejaarsvertegenwoordiging is al wel bekend:
v.l.n.r. Tooske, Indira, Floor, Judith, Akkefrouk. Lieke staat helaas niet op de foto AUTEURS: Aukje Molenaar | Ton Rooijers
10
Jaargang 39 nummer 2
De studententijd van ...
Ton Rooijers
Tekst: Susanne Dieudonné Interview: Coosje de Vries
Ton Rooijers, studie-adviseur aan onze faculteit, begon in 1979 met studeren aan de universiteit in Amsterdam. “Ik heb een 5-jarig curriculum doorlopen en heb mijn studie in 1984 cum laude afgerond. De eerste drie jaar van mijn studie waren algemeen, dit was mijn kandidaatsexamen. De laatste twee jaar koos ik de richting Sociale Psychologie. Het leuke aan Sociale Psychologie vind ik dat het gaat om de mensen om je heen. Mij intrigeerde vooral wat de mechanismen en de theorieën zijn die bij mensen een rol spelen. Zowel groepsprocessen als interpersoonlijke processen”.
weinig ruimte meer om af te wijken van het programma. Daar tegenover staat dat studenten vandaag de dag daarom wel veel meer met hun studie bezig zijn. Vooral Duitse studenten zijn erg gemotiveerd en besteden veel tijd aan hun studie. Het nadeel van studeren nu is dat er minder ruimte is voor het ontwikkelen van bestaande ambities”.
Bijbaantjes, ook een terugkerend onderwerp in de smalltalk met docenten. Meneer Rooijers was niet te lui om wc’s schoon te maken op Schiphol. Een vreselijk baantje naar eigen zeggen. “Mijn enige reden waarom ik daar werkte was dat mijn ziektekosten werden”. Verder is hij een tijdje “En daarom ben ik cum vergoed vakkenvuller geweest bij Simon de Wit, wat tegenwoordig Albert Heijn is. laude afgestudeerd”
Van jongs af aan wilde Rooijers al kok worden. “Ik ben op zoek gegaan naar een opleiding om kok te worden. Ik kwam terecht bij de LTS (tegenwoordig vmbo), maar werd vanwege mijn te hoge vooropleiding helaas niet aangenomen”. Verder zoekende werd hij uiteindelijk toch nog aangenomen als leerlingkok in een steakhouse in Haarlem en werd zijn droom bijna werkelijkheid. Helaas volgde na een half jaar een periode van ziekte en werd hij gedwongen te stoppen met dit werk.
Toen kwam de vraag, wat dan? “Mede doordat een oom van mij ook psycholoog was ben ik psychologie gaan studeren. Hij heeft me uiteindelijk geïnspireerd om voor deze studie te kiezen”. Al pratende over studeren toen en nu valt het vooral op dat er tegenwoordig meer druk van bovenaf is om zo snel mogelijk af te studeren. “Vroeger had je dat minder, toen had je nog studenten die eeuwig lang student waren. Ook is het programma tegenwoordig erg dichtgetimmerd, er is
De liefde van zijn leven ontmoette Rooijers al op de middelbare school. Samen hebben ze heel knus gewoond in een klein schippershuisje vlak buiten de stad Haarlem. Liever ging hij naar toneelvoorstellingen en concerten dan op stap met ruige vrienden. “Een sensatiezoeker ben ik zeker niet, wat saai misschien wel”. “Ik ben altijd een serieuze hardwerkende student geweest en ben daarom ook cum laude afgestudeerd. Het leuke aan mijn functie van studieadviseur is dat ik niet alleen maar studieadvies aan studenten geeft, maar dat ik ook andere onderwijsondersteunende taken heb. Ik heb rechtstreeks contact met studenten, maar aan de andere kant houd ik me bezig met onderwijsevaluaties en de kwaliteit van tentamens. En wat ik nog aan jullie studenten wil meegeven is dat het niet zozeer je intellect is dat leidt tot succes in de studie, maar het aantal uren dat je eraan besteedt om dit te bereiken!”
november 2008
11
Architectuur psychologie Laat ons zien hoe je woont,
Overal kom je advies tegen over hoe je een woning zo mooi mogelijk kan inrichten. Zo zijn er woonbladen en interieurmagazines waar naast veel pagina’s met reclame voor designmeubelen, ook foto’s van schitterende ruimtes in staan. Niet alleen ‘basics’ zoals stevige klerenkasten of een tijdloos tapijt vindt je daarin terug, ook ‘hot items’, die je woning sfeervoller of juist stylish laten lijken. Sommigen betaalbaar, anderen schandalig duur. Van de meestverkochte producten van ‘IKEA’ tot aan de WC-borstel van ‘evasolo’ voor €99,-. Traditioneel merkporselein dat lijkt op die van Oma vind je even snel terug als de bonte mokken van ‘koziol’, die ze tegenwoordig in veel szene-café’s gebruiken. Waar je ook van houdt – er is voor ieders wat. Naast de maganzines heb je ook nog TV-shows die je het A tot Z van inrichten willen leren. ‘Samenwonen’, ‘TV makelaar’, ‘De Bouwkeet’, ‘Het Blok’, ‘Stijlloos’, ‘Huizenjacht’, ‘Eigen Huis en Tuin’, noem maar op... Een hele rij dus. Ter illustratie voor de leek: In dit soort shows laten hulpeloze mensen hun huizen professioneel grondreinigen en omtoveren, dit alles gevolgd door de genadeloze camera. Dat de hele wereld een kijkje kan nemen in hun privéleven, lijkt de protagonisten niet veel uit te maken. Ze zijn juist trots op het resultaat. De door de TV-zender betaalde nieuwe inrichting compenseert voor het blootstellen van hun heilige eigen vier muren. Vervolgens weten niet alleen de buren en vrienden welk merk tandpasta ze gebruiken, maar ook alle trouwe toeschouwers. Wie inspiratie nodig heeft voor zijn eigen droomkasteel zal dat vast over het hoofd zien, want die is toch meer geïnteresseerd in de roestvrij stalen beker waar de tandpasta in staat. Wie dit nog niet genoeg vindt moet maar eens
12
Jaargang 39 nummer 2
naar prominente homestory’s kijken. Daar krijg je pas te zien wat écht wonen is! Alleen heb jij niet zomaar de Porsche, Chevrolet en 3 Daimler’s in de garage staan - zó veel geld heeft de zender er dan ook niet voor over. Bij sommigen begint het woondilemma al bij de geboorte. Een blauwe kamer met modelauto’s voor de jongen en een roze kamer met poppen voor het meisje. Het interieur aangepast op de bewoner. Maar er zijn nog meer voorbeelden te bedenken: Stel je loopt een kamer binnen met een reuzen boekenkast, een CD standaard gevuld met klassieke muziek, de muren versierd met lijsten van vakantiefoto’s uit verre landen en indrukwekkende schilderijen. Daarna kom je terecht in een kamer met een vitrine vol tafeltennis-bokalen, boven het bed hangen posters van populaire films, op de deur zijn oude concert- en festivaltickets en foto’s van feestjes geplakt. Bij beide kamers heb je al snel een beeld voor ogen van de persoon die er in leeft… Het MTV-programma ‘Room Raiders’ maakt gebruik van dit fenomeen. Laat een meisje drie jongenskamers zien en haar vervolgens op grond daarvan beslissen met wie van de drie ze wil daten. De grootste kans maakt diegene zonder vieze sokken onder het bed, met een paar komedies in de DVD kast en een lekker mannenparfum op het aanrecht. Dit zijn nogal betaalbare tips, maar er zijn weinig mensen die een nieuw huis laten bouwen en daarbij een binnenshuisarchitect om advies vragen. Dan is het toch goedkoper om wat tijdschriften door te bladeren, TV shows te kijken, en vervolgens de
AUTEUR: Ann Christin Uphaus
en wij vertellen je wie je bent.
meest h i p p e trends te combineren. Alhoewel, wie wil nou zijn eigen woning puur en alleen inrichten volgens de ideeën van anderen? Graag houden we het ook een beetje individueel. Daar komt het uiteindelijk op neer; het combineren van de behoeftjes: ‘erbij horen’ en ‘jezelf zijn’. Hier en daar een beetje de lifestylewinkels nadoen, of af en toe een kleinigheidje in huis veranderen - dat vinden de meeste mensen wél leuk. Een fotolijst, kaarsjes of meer planten op de vensterbank; al gauw kun je met dit soort accessoires een woning opfrissen. Individualisme als massale trend, de contradicto in terminis. Wat je trouwens ook ziet, is dat meubels en huishoudsapparatuur tegenwoordig niet alleen praktisch moeten zijn, maar ook leuk om naar te kijken. De eerder genoemde WC-borstel voor 99,-€ is hier een goed voorbeeld van, want die is niet alleen functioneel - hij staat tegelijkertijd voor goede smaak en luxe. De heer des huizes zal wel een bepaald imago willen uitstralen. Als je foto’s van Oma’s huis vergelijkt met moderne woonprospecten, is er wel een hoop gezelligheid verloren gegaan. De nieuwe plaatjes lijken bijna op wachtkamers bij de arts, zo steriel zijn de ruimtes ingericht. Het schrille contrast tussen een uitnodigende, knusse sofa en een bank met loungekarakter. Woonkamers krijgen simpele, lichte, strakke vormen. Daar zit je dan even ongemakkelijk als op de banken in de ingangshal van het gemeentehuis. Kennen mensen nog wel de tegenstelling
tussen privé en openbaar? Het heet niet voor niks “Voel je thuis!”. Dat mensen steeds meer proberen om thuis tot rust te komen zie je aan moderne wellnessbaden. Ontspanning in het bubbelbad, relaxen in de sauna, het liefst in je eigen kelder. Dát is pas echt privé! Dankzij moderne multimedia hoef je voor entertainment ook niet meer de deur uit. De flatscreen zorgt voor bioscoop-feeling op de eigen bank. Daar bespaar je geld voor chips en cola, kun je gerust je schoenen uitdoen en de voeten op tafel leggen. Oh, nee, wacht. Voeten op de stylish glastafel is misschien toch niet zo’n goed idee. Dat is dan ook het probleem van het nieuwe interieur, het is nauwelijks “woonbaar”. Mooi om aan gasten te laten zien, maar niet geschikt om dagelijks in te leven. Wie durft er nog zichzelf te zijn in een omgetoverd paradijs dat lijkt op een filmset? Dus als je van plan bent om te renoveren of zelfs een eigen huisje te gaan bouwen: Houd in je achterhoofd dat meubels én praktisch én mooi én sfeervol kunnen zijn, dat je er dagelijks tegenaan zult kijken en niet zomaar met de buurban kunt ruilen. Dat het leuk is om af en toe gasten te ontvangen, maar dat je je vooral op je gemak wilt voelen. Daarvoor is het uiteindelijk JOUW eigen thuis.
november 2008
13
Schuif gezellig aan, ...laat je boeken staan, voor Sesamstráát! Geen enkel ander tv-programma is zo vaak het onderwerp van wetenschappelijk onderzoek geweest. Waarom zien psychologiestudenten zo vaak onderzoeken naar Sesamstraat voorbijkomen? Wat is er toch zo bijzonder aan Tommie, Ieniemienie en Pino? Het concept Sesamstraat is bedacht door een aantal ontwikkelingspsychologen. Dertig jaar geleden was experimenteel psycholoog Lloyd Morrisett voorzitter van de Carnegie Corporation, een non-profit organisatie gericht op vooruitgang en verspreiding van kennis en begrip. Hij wilde de trend die zich in het Amerikaanse onderwijs afspeelde tegengaan. Kinderen uit Amerikaanse getto’s gaan namelijk niet naar de kleuterschool en dus beginnen ze de basisschool met een grote leerachterstand. Morrisett wilde deze kinderen bijscholen, zodat ze een eerlijke start in het onderwijs zouden krijgen. Hij experimenteerde met onderwijsmethoden, maar wist tot zijn grote spijt slechts enkele honderden kinderen te bereiken met zijn lessen. Toen hij programmamaker Joan Gantz Cooney ontmoette, vroeg hij haar de mogelijkheden voor onderwijs via tv te onderzoeken. De vooruitzichten leken gunstig dus kon experiment Sesamstraat beginnen. Het Amerikaanse ministerie van Onderwijs stelde acht miljoen dollar subsidie beschikbaar om een programma te ontwerpen dat kinderen op een aantrekkelijke manier kan leren tellen en spellen. Non-profit organistatie Children’s Television Workshop (CTW) kreeg twee jaar de tijd om te sleutelen aan de ideale formule voor leuk en leerzaam. Het viel niet mee met televisie de aandacht van kleuters vast te houden en ze ook nog eens een boodschap te laten onthouden. Psycholoog Elisabeth Lorch heeft veel onderzoek gedaan (en doet dat nog steeds aan de universiteit van Kentucky) naar concentratie en tv-kijken bij kinderen. Voor Sesamstraat ontdekte ze dat kleine kinderen, in tegenstelling van wat volwassenen vaak denken, niet stil voor de tv hoeven te zitten om de boodschap van een programma op te vangen. Kinderen kunnen hun aandacht prima verdelen tussen verschillende activiteiten. Lorch onderzocht welke aspecten van een televisieprogramma de aandacht trekken en vasthouden. Als alleen opvallende flitsende scènes interessant zouden zijn voor kinderen –wat tot dan toe verondersteld werd- dan zou de volgorde van de verschillende scènes uit één aflevering niet uit moeten maken voor de gemiddelde aandacht die de aflevering krijgt. Dat bleek echter niet het geval te zijn en zo ontdekte Lorch dat kleine kinderen verbanden willen ontdekken in wat ze zien en dat ze als dat niet lukt wegkijken. Of kinderen wel of niet af-
14
Jaargang 39 nummer 2
geleid worden met speelgoed heeft daarom ook geen effect op wat ze van de inhoud van een aflevering onthouden. Ze kijken met speelgoed per saldo minder naar het beeldscherm, maar verdelen hun aandacht strategisch tussen spelen en kijken en zien daardoor de meest informatieve delen van het programma wel. Met behulp van zulke testresultaten werd het format van Sesamstraat steeds verder bijgeslepen. Deze unieke samenwerking van goede programmamakers en professionele wetenschappers leverde zo’n succesvol kinderprogramma op dat het dertig jaar na de eerste aflevering nog steeds onovertroffen is. Het enige kinderprogramma dat de aandacht van kleine kinderen nog beter weet vast te houden dan Sesamstraat is het Amerikaanse programma Blues Clues (gemaakt van 1996 tot 2002). Blues Clues is een educatief kinderprogramma dat in meer dan zestig landen, waaronder Nederland, is uitgezonden. Net als Sesamstraat is het een mix van fantasie en werkelijkheid. Het gaat over een acteur die in een getekende wereld rondloopt. Het tv-programma is door Sesamstraat geïnspireerd, maar beter toegespitst op de manier waarop een kleuter graag tv kijkt. Het eerste verbeterpunt van het format is het volgende: toen Sesamstraat eind jaren zestig werd ontworpen heerste de gedachte dat je via televisie kennis het beste kon verkopen in de vorm van reclamespots, namelijk één idee per fragment. Zo werd het oorspronkelijke Sesamstraat een verzameling sketches die onderling weinig met elkaar te maken hebben. Deze gedachte kwam overeen met theorie van kinderpsycholoog Jean Piaget, die vertelde dat peuters en kleuters hun aandacht niet lang bij een verhaal kunnen houden. Psychologen zijn er tegenwoordig echter van overtuigd dat voor kinderen de vertellende vorm voorop staat bij leren. Doordat kinderen dingen nog niet zoals volwassenen op basis van oorzaken, gevolgen en relaties met elkaar in verband kunnen brengen, maken ze overal maar een verhaaltje van. “ En dus,” vertelt psycholoog Jerome Buner van de universiteit van New York, “ kunnen kleine kinderen iets niet goed onthouden als ze het niet in een verhaalstructuur kunnen opnemen.” Op die wetenschap is het format Blues Clues aflevering afgestemd. Elke aflevering van het programma is hetzelfde opgebouwd; Steve, de gastheer, geeft een raadsel op over Blue, de hond uit de tekenfilm. Blue geeft drie aanwijzingen waarmee de kijkers het raadsel op kunnen lossen. Steve doet dan tussendoor nog wat spelletjes met de kijkers die hetzelfde thema hebben als het raadsel. Aan het einde van de aflevering gaat Steve in een grote stoel zitten
en piekert over de drie aanwijzingen om het goede antwoord proberen te vinden. Wat Blues Clues wel Sesamstraat heeft afgekeken is dat kinderen graag actief meedoen als ze tv kijken, maar Blues Clues heeft dit tot in het extreme doorgetrokken. Het is een super interactief programma: Steve is bijna voortdurend in beeld, praat rechtstreeks tegen de camera en vraagt telkens om hulp van de kijker. Als hij een vraag heeft gesteld is het heel lang stil, zodat de kijkende kinderen een antwoord kunnen geven voordat het onzichtbare publiek in de studio een antwoord roept. Een tweede idee dat Blues Clues van Sesamstraat heeft afgekeken en uitvergroot is het principe van herhaling. De makers van Sesamstraat waren er toevallig achtergekomen dat kinderen dol zijn op herhaling. Elke keer dat kinderen een fragment zien ervaren ze het weer op een nieuwe manier, omdat ze er telkens iets meer van begrepen hebben. Nieuwe items van Sesamstraat worden uitvoerig getest voor ze in een aflevering terecht gekomen. Zo ook een bepaald fragment waarin acteur James Earl Jones het alfabet opzegt. Eerst komt de letter in beeld, dan is er een pauze en vervolgens loeit Jones’ stem de naam van de letter. Naarmate het fragment vaker herhaald werd gingen de kinderen met steeds meer plezier in de tussenpauzes de naam van de letter al roepen. Het leren door ervaring is bij CTW naar aanleiding van deze observatie het Jeames Earl Jones-effect gedoopt en verder onderzocht. Palmer en Lesser, beide psychologen van Sesamstraat, lieten een bepaald fragment over de letter H drie dagen achter elkaar drie keer per dag zien aan een groep kleine kinderen. Je zou verwachten dat de ze er daarna wel spuugzat van zouden zijn, maar na één dag rust werd het fragment weer op een juichend onthaal getrakteerd. Dit experiment is wederom een goed voorbeeld van hoe lastig het maken van kinderprogramma’s is. De voorkeuren van kleine kinderen zijn compleet anders dan tv-makers op basis van intuïtie verwachten. Psycholoog Peter Levelt, sinds het begin nauw betrokken bij de Nederlandse coproductie van Sesamstraat: “ In het begin durfde het team van Sesamstraat niets te doen zonder wetenschappelijk onderzoek. Dat had te maken met de
enorme onzekerheid bij iedereen, niemand had een flauw idee hoe kleine kinderen televisie keken. En hoe verpakte je een aantal zo duidelijk omschreven doelstellingen in vijftien minuten? Een gevleugelde uitspraak van de regisseur was in die tijd: `en wat zegt Onderzoek daarvan?’.” De makers van Blues Clues hebben er dan ook nogal wat moeite voor moeten doen om de televisiedistributeur ertoe te bewegen om elke dag van de week dezelfde Blues Clues aflevering te herhalen. Dat kinderen dol zijn op herhaling wisten ze zeker, want een van de makers van Blues Clues liet dezelfde aflevering veertien (!) keer aan haar eigen kind zien dat er met niet aflatend enthousiasme door geboeid bleef. Er is echter één punt waarop Sesamstraat het ruimschoots van Blues Clues wint; Sesamstraat ziet er prachtig uit, ook voor niet-kleuters. De poppen van Henson zijn uniek, de poppenspelers zijn professioneel, de muziek wordt geschreven door goede liedjesschrijvers en de teksten, in Nederland gemaakt door een team van dertig schrijvers, steken goed in elkaar. Sesamstraat bevat ook veel grappen die voor volwassenen bedoeld zijn. Dit wordt weleens als zwakker punt van het programma aangemerkt, omdat kinderen het dan niet snappen. Maar er moet niet vergeten worden dat bij zo’n jonge doelgroep het de ouders zijn die de tv aanzetten en dat die het dus ook enigszins vermakelijk moeten vinden wil het programma bij de doelgroep terecht komen. Sesamstraat is leuk voor alle leeftijden. In Amerika is er nu een nieuw item waarin popster Chris Brown samen met Elmo zingt. In Nederland is Theo Maassen op 6 januari 2009 te zien in een prachtige gastrol. Niet voor niks blijkt uit een kijkcijferonderzoek van de VARA dat de gemiddelde kijker van Sesamstraat 49 jaar is. Ouders en grootouders kijken graag mee. Blues Clues krijgt dat niet voor elkaar. Volwassenen vinden het een verschrikkelijk programma. Als ze het er al niet lelijk uit vinden zien, dan vallen ze wel over de verschrikkelijke trage tempo van de afleveringen en de talloze herhalingen. Alleen Sesamstraat weet de perfecte balans te vinden; leuk èn leerzaam combineren en kleine kinderen vermaken zonder daarbij de volwassenen te vergeten. >>>
november 2008
15
AUTEUR: Eke Poortinga
Het is bij het interpreteren van onderzoeken naar Sesamstraat belangrijk in het achterhoofd te houden dat de Nederlandse coproductie inhoudelijk afwijkt van het Amerikaanse origineel. Zoals ik al eerder vertelde werd het Amerikaanse Sesamstraat gemaakt met het doel kinderen die niet naar de kleuterschool gaan bij te spijkeren. In Nederland gaan echter alle vierjarigen naar school, dus voor strikt cognitieve doeleinden als het leren van essentiële kennis over letters en cijfers, is Sesamstraat in Nederland niet zo nodig als in Amerika. Onze Sesamstraat besteedt daarom ook aandacht aan de sociaal emotionele ontwikkeling van kleine kinderen en promoot “ universeel geachte waarden als verdraagzaamheid, solidariteit en eerlijk delen”. De helft van de afleveringen van coproducties bestaan uit nagesynchroniseerd Amerikaans materiaal, namelijk de animatie- en poppenscènes zoals Bert en Ernie. De andere helft bestaat uit opnames op de eigen set van de straat met zijn bewoners. De rollen van de volwassenen worden vertolkt door acteurs en die van de kinderen door poppen. Die laatste vertegenwoordigen elke een bepaalde karaktereigenschap en elke coproductie van Sesamstraat in verschillende landen heeft zijn typisch eigen poppen. Zo heeft Nederland Ieniemienie, een “zelfbewuste, assertieve, vrouwelijke muis”. Psycholoog Levelt was naar eigen zeggen bij het begin van Sesamstraat een voorloper op het gebied van vrouwenemancipatie en antiracisme. Er kon in die tijd uren vergaderd worden of Ieniemienie zich in een bepaalde scene niet te typisch vrouwelijk gedroeg en de mannen stonden altijd achter het aanrecht, terwijl de vrouwen aan de straat stonden te timmeren. Sesamstraat maakte graag een statement door het er dik bovenop te leggen. Eindredacteur Ajé Boschhuizen: “Nu probeert Sesamstraat zich meer te richten naar wat kinderen in algemene zin bezighoudt. Met nog steeds een appèl op de emotie, maar wel zo natuurlijk mogelijk. In Sesamstraat mag ruzie zijn, mag angst zijn, maar er moet ook een oplossing zijn, want dat geeft een gevoel van opluchting. Het mooiste is als de poppen zelf in staat zijn hun problemen op te lossen. Dan geef je de kinderen een schouderklop; die pop kan het, dus jij kan het ook.” Niet alleen de inhoud, ook de inrichting van de set is met het verstrijken van dertig jaar Sesamstraat mee veranderd. Waar Sesamstraat ooit begon als een lekker burgerlijk straatje met bakstenen huisjes en klokgevels, is de set bij de laatste vernieuwing omgetoverd tot een soort futuristische blokkendoos met onder andere broccoli als grote bomen. De relaties tussen de personages en de woonvormen worden nog steeds expres vaag gehouden, omdat de kijkers zelf ook in allerlei verschillende situaties kunnen wonen en zo kan toch ieder kind zich met de figuren identificeren. Wel kruipt er sinds kort een nieuw karakter rond, een babyvarkentje genaamd Purk. Alle poppen van
16
Jaargang 39 nummer 2
Sesamstraat worden in Amerika gemaakt en onderhouden en CTW moet nog steeds om toestemming gevraagd worden voor veranderingen. Onze baby Purk werd niet zonder meer goedgekeurd door CTW; ze mocht niet te dik zijn in verband met de trend van overgewichtproblemen bij kinderen. Het Zuid-Afrikaanse Sesamstraat veroorzaakte met de introductie van hun pluizig oranje seropositieve aidsweesje Kami in eerste instantie voor opschudding in conservatief Amerika. Gelukkig mocht Kami doorspelen, want ook deze nieuwe pop is een goed voorbeeld van hoe in elk land Sesamstraat inhaakt op wat kinderen bezighoudt en ze daarbij oplossingen aanreikt. Na het lezen van dit alles zul je begrijpen waarom je Tommie, Ieniemienie en Pino niet alleen op tv, maar ook in de collegebanken zo vaak voorbij ziet komen. Nieuwe items van Sesamstraat worden nog steeds uitvoerig getest door de makers en de leereffecten die het programma heeft op kinderen zijn een dankbaar onderwerp van wetenschappelijk onderzoek. Sesamstraat is eerlijke tv die meegaat met de tijd zonder daarbij op leerzaamheid of schoonheid in te boeten. Eindredacteur Boschhuizen heeft dus terecht vertrouwen in een goede toekomst voor Sesamstraat; “Al weet je het met de huidige bezuinigingen in de publieke omroep maar nooit.”
Bronnen Bergeijk, van, J. (2003). Ieder land zijn eigen Ieniemienie. [WWW document]. URL http://www.vanbergeijk.com/artikelen/sesamstraat.html Boschhuizen, A. (2005). Brochure productieproces en de achtergronden Sesamstraat. [WWW document]. URL http://www.omroep. nl/nps/sesamstraat/sesamfolder2005.pdf Boschhuizen, A (2008). Interview Omroep Brabant. [Digitized sound file]. URL http://www.omroepbrabant.nl/?news/104801512/Theo+Ma assen+in+Sesamstraat.aspx Gladwell, M. (2001). Het omslagpunt, hoe kleine dingen een groot verschil kunnen maken. Amsterdam: Uitgeverij Contact. Hustinx , L. (2007). Leereffecten van TV: maker versus wetenschapper. [WWW document]. URL http://www.pedagogiek.net/content/artikel. php?contentID=1856&subname= Algemeen%20nieuws§ieNR=1&&rubriekID=4 Jaffe, E. (2005). Watch and learn. [WWW document]. URL http:// www.psychologicalscience.org/observer/getArticle.cfm?id=1900 Palmer, A. (2003). The ‘Street’ that changed everything. [WWW document]. URL http://www.apa.org/monitor/oct03/street.html Schavemaker, P (2004). Laat je speelgoed staan. Op bezoek in de beroemdste straat van Nederland: Sesamstraat. [WWW document]. URL http://home.planet.nl/~heins330/Sesamstraat1.htm
AUTEUR: Floris Odding
Crisis en hoop in Amerika In het land waar steaks zo groot zijn als wieldoppen en een kop koffie meer weg heeft van een jerrycan, zijn problemen en ernstige ook. De Verenigde Staten zijn de laatste tijd veel in het nieuws en niet alleen dankzij de verkiezingen. Er zijn verschillende crises aan de gang in de VS. Hiervan is de kredietcrisis de meest bekende, maar ook zijn er grote problemen op het vlak van milieu, gezondheidszorg, onderwijs, energie en de sterk verouderde infrastructuur. Ook is de supermacht verwikkeld in twee zeer kostbare en uitzichtloze oorlogen die alleen nog gesteund worden door de verbitterde en slecht geïnformeerde “Joe the Plumbers” uit redneckland. Bovengenoemde problemen zijn voor een groot deel te wijten aan een president die de afgelopen acht jaar weinig tot niets heeft ondernomen op deze vlakken. Bush laat een torenhoge staatsschuld na en een sociaal vangnet waar de lage sociale klasse naast valt. De erfenis die Bush nalaat is zo belabberd dat zelfs de doorsnee Amerikaan beseft dat wie ook de volgende president wordt, McCain of Obama, er vele jaren nodig zijn om de VS weer op de rails te krijgen. Na een lange nacht CNN kijken is er eindelijk in de ochtend van vijf november een uitslag; Barrack Obama is de vierenveertigste president van de Verenigde Staten. Hij mag de gigantische problemen en crises gaan oplossen. In de aanloop van de verkiezingen excelleerde zijn campagne al ver boven die van zijn tegenstander. Obama werd in de aanloop naar de verkiezingen zelfs vergeleken met een Messias, alle laster en fluistercampagnes van de republikeinen ten spijt. Hij haalde zelfs menig republikein over om op hem te stemmen. Deze republikeinen hadden natuurlijk ook geen goed alternatief, want sinds wanneer is de titel oorlogsheld genoeg om te solliciteren voor het hoogste ambt? McCain wordt gezien als een betere versie van George Bush en op Bush 2.0 zit niemand te wachten. Het eerste wat Obama nu gaat doen is zich omringen met mensen die hun sporen hebben verdiend in de politiek of
het bedrijfsleven. Zodra Obama zijn staf bij elkaar heeft kan hij gaan beginnen met het maken van een beleidsplan, om vanaf de presidentiële inauguratie op 20 januari het land te gaan regeren. De verwachtingen zijn hooggespannen bij de Amerikanen na de verkiezingscampagne waar Obama zich neerzette als de man die alle problemen kan oplossen. Bij de overwinningsspeech temperde hij dan ook het enthousiasme van zijn aanhangers en benadrukte dat het veel tijd vergt om de huidige problemen op te lossen. Allereerst wil Obama de vastgeroeste economie nieuw leven in blazen, al zal hij hier ijzeren longen voor nodig hebben aangezien beursen nog nooit zo snel zijn gedaald en er meer ontslagen vallen dan tijdens een normale conjuncturele neergang van de economie. Obama wil dit gaan doen met een belastingverlaging voor 95% van de bevolking, de rijkste 5% zal de Hummer moeten verkopen om de oorlog in Afghanistan te betalen. Wel gaat Obama de oorlog in Irak beëindigen om miljarden te besparen, goed nieuws dus voor Al Sadr die de nieuwe Saddam wordt van Irak. De gezondheidszorg in Amerika is een nog grotere ellende. Men heeft een systeem dat beter in een derde wereldland zou passen dan in de economische supermacht van de wereld. Wie geen zorgverzekering heeft, wordt gewoon met een acute blindedarmontsteking op straat gezet. En als je al een zorgverzekering hebt afgesloten dekt die vaak niet alle kosten en is het meer een kortingskaart voor gezondheidszorg. Obama heeft aangekondigd dat hij ervoor gaat zorgen dat elke Amerikaan een zorgverzekering heeft. Dit is op zich geen luxe als je bedenkt dat er in Amerikaanse kroegen op gigantische LCD schermen reclame wordt gemaakt voor wapens en munitie. Obama wil verder meer rekening houden met het milieu door middel van schone kolencentrales en miljarden investeren in de verouderde infrastructuur en het onderwijs. De energiecrisis gaat hij oplossen door meer te investeren in alternatieve energie en meer olie te boren in eigen land. Dit zijn echter meer doekjes voor het bloeden dan goede structurele oplossingen. Al denken veel mensen dat Jezus is herrezen in de vorm van een zwarte president, ze zijn er nog lang niet en Obama schijnt dat te beseffen. We zullen in de komende jaren gaan zien welke invloed Obamas beleid heeft op Europa en de rest van de wereld.
november 2008
17
VIP-PAGINA’S
persoonlijke dienstverlening met een professionele aanpak
Werkervaring Werkervaring op op doen doen met met kinderen? kinderen?
Humanitas organiseert voor kinderen en jongvolwassen met contact- en/of gedragsstoornissen uitdagend op jouw lijf geschreven vrijwilligerswerk. Heb je zin hieraan mee te doen of wil je er meer over weten, neem contact op met: Humanitas: Agaath Tammes T: 050-3126000 E:
[email protected] I: www.humanitas.nl
18
Jaargang 39 nummer 2
VIP-PAGINA’S
Forensische psychiatrie! Iets voor jou? In Forensisch Psychiatrisch Centrum Dr. S. van Mesdag verblijven 220 mensen met een tbs-maatregel. Deze mensen worden behandeld in een beveiligde gesloten instelling, zodat zij gedurende hun behandeling zo min mogelijk gevaar opleveren voor anderen. Daarnaast is de behandeling gericht op het verkleinen van de kans op herhaling van het gepleegde delict en op terugkeer in de samenleving.
Janke Jellema, oud-studente psychologie,
De problematiek heeft mede bijgedragen
liep in stage in de Mesdag. “Wat mij intrigeerde is hoe mensen zover kunnen
aan het plegen van het delict. En in veel gevallen speelde een vorm van verslaving
komen dat zij een zwaar delict plegen. Ik wilde meer weten over de pathologie van deze patiënten. Tijdens mijn stage heb ik op meerdere terreinen veel geleerd. Zo heb ik mijn aantekening psycho-
daarbij ook een rol.”
diagnostiek gehaald en heb ik samen met een vaardigheidstrainer de Libermanmodule ‘Omgaan met antipsychotische medicatie’ gegeven.” Ook het begrip ‘ontoerekeningsvatbaar’ werd haar duidelijk. “Het gaat hier niet om criminelen, maar om mensen met psychiatrische problematiek. De patiënten in de Mesdag zijn veelal mensen die een leven van verwaarlozing, mishandeling of misbruik achter de rug hebben, waardoor ze geworden zijn wie ze zijn.
In studeerde Janke af aan de RuG als basispsycholoog, richting klinische psychologie. Momenteel werkt ze als assistent behandelcoördinator/psycholoog op de afdeling Instroom. “Als behandelaar lever je een bijdrage aan het bieden van een tweede kans aan deze mensen. Dat motiveert mij. We genezen hier geen mensen, maar we leren ze – op basis van de cognitieve gedragstherapie – hoe ze beter in de samenleving kunnen functioneren, zodat ze niet langer een gevaar zijn voor zichzelf of hun omgeving. De meeste patiënten gaan langzaam vooruit. Stapje-voor-stapje. Maar elk stapje is er één op de weg naar buiten.”
Algemene Leden Vergadering van de VIP 27 november 2008 Op 27 november zal het huidige VIP-bestuur het stokje overdragen aan het huidige Kandidaatsbestuur. Dit alles zal gebeuren tijdens de algemene leden vergadering in het Newscafé om 20:00 uur. Het kandidaatsbestuur zal daarbij haar beleidsplan presenteren. Eventueel kan er over het aanstellen van dit Kandidaatsbestuur gestemd worden. Mocht deze stemming niet nodig zijn, of positief uitpakken, dan zal vanaf dat moment het huidige bestuur u allen vaarwel zeggen. Omdat het huidige bestuur momenteel erg positief tegen de uitkomst van de eventuele stemming aankijkt, wil zij u dan ook nu alvast bedanken voor het afgelopen jaar. We hebben genoten van het jaar en zijn er enorm trots op zo’n gezellige vereniging te hebben mogen leiden met jullie hulp. Mocht u niet in de gelegenheid zijn om de 27e november langs te komen, dan willen wij graag via deze weg onze blijk van dankbaarheid met u delen. Bedankt, namens het VIP-bestuur 2007-2008!
november 2008
19
AUTEUR: Jorn Verhagen
Arnold Schwarzenegger ... en neurowetenschap?! Wat hebben Arnold Schwarzenegger en neurowetenschap met elkaar gemeen? Juist, het einde van de mensheid. In het volgende stuk een doemscenario die voor de voorspelling van Nostradamus niet onderdoet. Het betreft namelijk de voorspelling van robots die de wereld overnemen. Als ware terminators zullen ze de mensheid aan zich onderwerpen en elimineren. Dit door de vooruitgang in zijn algemeen, en in het specifiek die van de computer- en neurowetenschap. In tegenstelling tot de mier die al miljoenen jaren zijn ding doet, moet het bij de mens altijd beter. De mensheid eist vooruitgang. Daarom zijn wij vanaf onze begindagen al bezig met uitvinden. De holbewoners begonnen met het uitvinden van het wiel en vele jaren later zijn we zover dat we met zijn allen naar het programma “Het beste idee van Nederland” kijken, waarin amateur-Willie-Wortels een poging doen erkenning te krijgen voor hun eigen unieke bijdrage aan de vooruitgang.
Wat het meest tot zorgen baart is een bepaald punt in de geschiedenis, genaamd: “the singularity”. De singularity wordt gedefinieerd als het punt in de geschiedenis waarin technologie zo ver is dat het een vorm van intelligentie kan creëren dat verder is dan dat van de mens. Ofwel, het punt waarop robots de mensheid qua intelligentie voorbij stevenen. Vanaf dan hebben de eerste kunstmatige intelligenties of “posthumans” (verbeterde mensen met een opgevoerde intelligentie) hun verdere ontwikkeling in eigen hand en kunnen ze zichzelf zo snel gaan ‘verbeteren’ dat de wereld kort daarop onbegrijpelijk wordt voor de dan hedendaagse mensen. Dit betekent dus niet een onverslaanbare schaakcomputer, maar kunstmatige intelligentie met bewustzijn. Dat de singulariteit er ooit zal komen staat voor de doemdenkers vast, de vraag is echter wanneer? 2029? 2045? Er zijn verschillende voorspellingen gedaan, maar erg ver van ons bed staan deze voorspellingen niet. Gedacht wordt dat met de huidige technologische vooruitgang de singulariteit binnen aanzienlijk korte tijd realiseerbaar is.
Vooral de laatste eeuw lijkt aan de vooruitgang maar geen einde te komen. Was het honderd jaar geleden nog ondenkbaar dat iedereen in een auto zou rijden, tegenwoordig hebben we er allemaal één. In fabrieken is het werk geautomatiseerd, op boerderijen melken robots de koeien en we versturen onze post meer en meer elektronisch (lees: mailen). Voor onze bankzaken en boodschappen hoeven we door het internet de deur niet meer uit, en als je zou willen kun je je eigen schaap of stier klonen. Zo kan ik eindeloos doorgaan met het opnoemen van zaken die een eeuw geleden ondenkbaar waren en ons leven nu een stuk gemakkelijker maken. Leve de digitale en technologische revolutie, toch?
Eén van de wetten waarop deze voorspelling werd gebaseerd is “de Wet van Moore”, die halverwege vorige eeuw een voorspelling deed over het aantal transistoren op een computerchip. De Wet van Moore stelt dat het aantal transistoren op een computerchip door de technologische vooruitgang elke twee jaar verdubbelt. Ofwel, de capaciteit van geheugen- en processorchips zal iedere twee jaar verdubbelen. Deze wet baseerde hij op de door hem gemaakte observatie dat er voorlopig geen principiële belemmeringen waren voor het plaatsen van meerdere componenten op hetzelfde processoroppervlak. In feite komt het er op neer dat de computer steeds krachtiger, sneller en slimmer wordt. Volgens Moore neemt deze groei exponentieel toe.
Volgens een aantal mensen is deze vooruitgang echter een reden tot zorg. Zij denken namelijk dat de vooruitgang zal leiden tot een wereld waarin robots het voor het zeggen krijgen en de mens ondergeschikt of uitgeroeid is. Ik neem aan dat er bij de gemiddelde lezer nu op zijn minst een glimlach op het gezicht verschijnt, maar probeer toch even serieus te blijven. Het beestje heeft zelfs een naam, namelijk de positronische robot. Een robot die beschikt over een eigen bewustzijn. Dat deze robots vandaag de dag nog niet bestaan betekent echter niet dat er geen speculaties over hun eventuele invloed op de mensheid worden gedaan.
20
Jaargang 39 nummer 2
Raymond Kurzweil veralgemeniseerde deze Wet van Moore door te beweren: “What applies to computerscience, also applies to neuroscience”. De neurowetenschap ontrafelt stukje bij beetje steeds meer van het menselijk brein. Volgens Kurzweil zal ook kennis van de neurowetenschap exponentieel toenemen tot we het punt bereiken waarin we de werking van het brein volledig kennen. Dit gaat hand in hand met de verbeterde computertechniek. Zoals Kurzweil in zijn boek ‘Kurzweil on the edge - The intelligent universe’ (2002) zegt: Een analyse van de geschiedenis van de technologie toont aan dat tech-
Opleidingscommissie ‘07-’08 Verslag van de werkzaamheden De OpleidingsCommissie (OC) Psychologie bewaakt de kwaliteit van de studie psychologie. Dit verslag geeft een samenvatting van de werkzaamheden van de OC in het studiejaar 2007-2008. De OC heeft gevraagd en ongevraagd adviezen uitgebracht aan de onderwijsdirecteur, prof. dr. Addie Johnson, waarvan de belangrijkste hier worden besproken. Het belangrijkste, jaarlijkse terugkerende, advies is over de Onderwijs en Examen Reglementen (OER) van zowel de Bachelor als Master opleidingen Psychologie. Omdat er in september gestart zal worden met een Engelstalige opleiding Psychologie heeft de OC ook nauwkeurig gekeken naar de OERen voor de Engelstalige Bachelor en Master van Psychologie. De OC bewaakt tevens de uitvoering van de evaluatie van de vakken die gegeven worden. Het Faculteitsbestuur is dit jaar bezig geweest met een plan voor een nieuwe evaluatieprocedure. De OC heeft het plan hiervoor zorgvuldig bekeken en heeft suggesties gedaan ter verbetering, vooral over het cursusevaluatie formulier. De suggesties van de OC zijn grotendeels overgenomen. De OC heeft advies gegeven over het vrijgeven van de tentamensleutel op Nestor na een tentamen. Een meerderheid van de OC was tegen het vrijgeven van de tentamensleutel. Daarom is door het Faculteitsbestuur besloten dat de tentamensleutel alleen vrijgegeven hoeft te worden als docenten niet kunnen garanderen dat de uitslag van het tentamen binnen vijf dagen bekend wordt gemaakt via Progress. In hoeverre het
nologische verandering exponentieel is, in tegenstelling tot de gebruikelijke ‘intuïtieve lineaire’ visie. We zullen dus geen 100 jaar van verandering ervaren gedurende de 21ste eeuw - het zullen er eerder 20.000 zijn (gemeten aan ons huidige idee van verandering). Ook Kurzweil voorspelt dat binnen enkele decennia machine-intelligentie de menselijke intelligentie zal overstijgen; de singulariteit. Volgens hem houden de gevolgen onder andere in: het samengaan van biologische en non-biologische intelligentie en onsterfelijke op software gebaseerde menselijke wezens. De singulariteit; blijft het bij science fiction of is het een realistische bedreiging? Wat in elk geval aan de orde van de dag is, is het integreren van verschillende soorten wetenschappelijke (sub)-disciplines: computerscience, nanotechnologie, biotechnologie, cognitieve wetenschap. Daar worden op dit moment ook de vruchten van geplukt. Zo is het nu al mogelijk voor een verlamd persoon de cursor
voor docenten mogelijk zal zijn om deze garantie te verlenen valt in de toekomst nog te zien. De OC heeft dit jaar verschillende suggesties gedaan ter verbetering van de voorlichting. De OC vindt het belangrijk dat studenten duidelijke informatie krijgen over de vijf verschillende Masterroutes van psychologie. Zo vindt de OC dat studenten de kans moeten krijgen om tijdens de voorlichtingsbijeenkomst van de Master bij de voorlichting van tenminste drie verschillende Masterroutes aanwezig te kunnen zijn. Bij de voorlichting moet ook duidelijke informatie gegeven worden over welke mogelijkheden er bij de verschillende Masters zijn om stage te lopen. Ter verbetering van de voorlichting over het derde jaar heeft de OC de onderwijsdirecteur gevraagd om studenten die naar het derde jaar gaan in de zomer een brief te sturen over hoe het jaar er uit zal zien, zodat dit niet pas duidelijk wordt bij de opening van het academisch jaar begin september. De OC heeft dit jaar geprobeerd de bekendheid van de OC te vergroten, onder andere door tijdens de introductieperiode van de eerstejaars een quiz te houden over de OC. Mocht u in de toekomst tegen een probleem aanlopen of een idee hebben om de opleiding psychologie te verbeteren, aarzel dan niet om dit met ons te delen via ons e-mail adres: ocpsychologie@rug. nl. Onze contactinformatie staat ook in de Nestor Docenten Omgeving. In het studiejaar 2007-2008 bestond de OC uit de docenten Linda Steg (voorzitter), Sabine Otten, Marieke Timmerman en Wiljo van Hout. De studentgeleding werd gevormd door Madelijne Gorsira (vice-voorzitter), Annemarie Mennes, Paul Santing, en Eveline de Vries.
op een computerscherm te doen bewegen met de kracht van de hersenen en een beetje hulp van een computerimplantaat. Ook zijn er computerchips ontwikkeld die mensen met de ziekte van Parkinson kunnen helpen het beven te vermijden. Het zijn maar twee voorbeelden van evoluties die een paar jaar geleden nog uitsluitend tot het rijk van de sciencefiction leken te behoren. De technologische bloei lijkt een zege en de mogelijkheden zijn eindeloos. Terminators die de mensheid uitroeien? Zegt u het maar.
november 2008
21
AUTEUR: Coosje de Vries
Het schoonheidsideaal Body Dysmorphic Disorder
Heeft iemand met Body Dysmorphic Disorder gewoon te vaak in de spiegel gekeken? Er is nog steeds maar weinig over bekend. Theo Bouman, docent aan onze faculteit, heeft zich gespecialiseerd in BDD. Diemensies sprak met hem. Body Dysmorphic Disorder houdt in: een obsessie met betrekking tot bepaalde lichaamsdelen. Mensen in de omgeving van iemand met deze stoornis kunnen nog zo vaak zeggen dat er niets raars is aan het uiterlijk van iemand die zichzelf erg lelijk vindt, het is tevergeefs. De obsessie houdt aan en wordt alleen maar sterker. Het beeld van het vervormde lichaamsbeeld brandt zich als het ware in op het netvlies. Men vermoedt dat 1 à 2 % van de bevolking aan BDD lijdt, en dat het evenveel mannen als vrouwen betreft. Van de mensen die een bezoek brengen aan de plastisch chirurg of de dermatoloog, bestaat het vermoeden dat één op de tien eigenlijk meer aan psychologische behandeling heeft omdat er sprake is van BDD. De diagnose BDD stellen is vrij lastig, omdat het beeld ook wel lijkt op dat van andere problemen, zoals depressie, sociale fobie, agorafobie of dwangstoornis. Er zijn nog maar een paar diagnostische hulpmiddelen, zoals interviewschema’s en vragenlijsten, voorhanden om te helpen bij het in kaart brengen van het probleem. Zo snel mogelijk hulp zoeken is de beste oplossing. Helaas komen mensen met Body Dysmorphic Disorder zelden bij een psycholoog terecht. Omdat het gaat om een obsessie met het eigen uiterlijk, heeft de patiënt zelf vaak geen idee van het pathologische karakter. De obsessie kan samengaan met andere stoornissen, voornamelijk depressie en sociale fobie. Die worden veel vaker herkend, omdat psychologen en psychiaters daarmee meer bekend zijn. En dat maakt op zijn beurt weer dat BDD niet voldoende herkend en dus ook niet voldoende behandeld wordt. De media van tegenwoordig bieden genoeg redenen om je onzeker te voelen. Perfecte afbeeldingen van perfecte beroemdheden zijn overal aanwezig. Je moet wel heel sterk in je schoenen staan om een eigen beeld te creëren van wat aantrekkelijk is.
22
Jaargang 39 nummer 2
Theo Bouman: “Iemand met een eetstoornis is te herkennen aan ernstige vermagering, aan iemand met BDD is per definitie niets te zien. Het is een stoornis die ontzettend moeilijk te herkennen is. Je kunt als BDDer vinden dat je huid absoluut afwijkt van wat normaal is, maar wat is normaal? Een strakke gladde huid zoals je die ziet in de reclames, zogenaamd bereikt met behulp van een nieuw potje ‘Oil of OLAZ’, komt in het dagelijks leven bijna niet voor. Zelfs de vrouw in de reclame is waarschijnlijk gephotoshopt. De obsessie kan gaan over je algemene verschijning, bijvoorbeeld omdat je vindt dat je erg lang of kort bent. Of specifiek gericht zijn op de huid, neus of lippen. Een echt probleem heb je feitelijk vanaf het moment dat je klinisch significante hinder ondervindt; dat wil zeggen dat je persoonlijk sociaal en beroepsmatig functioneren in het gedrang komt. Een belangrijk kenmerk is het sociale isolement waar mensen zich in werken. Iedereen heeft wel eens een ‘bad hair day’ en besluit daarom een avondje kroeg over te slaan. Maar als je onvrede constant is, je jezelf elke dag negatief toespreekt in de spiegel, altijd het gevoel hebt dat er iets mis met je is, dan is het tijd om hulp te zoeken. En iemand die zich nooit meer onder de mensen begeeft, zal ook nooit positieve feedback ontvangen. De meest effectieve behandeling voor BDD waarnaar onderzoek is gedaan, is cognitieve gedragstherapie. Je leert een patiënt om een goed begrip te krijgen van zijn BDD-gedachten en hoe deze werken. Vaak is er ook aandacht voor de subtiele interpersoonlijke vaardigheden, deze zijn niet altijd even goed ontwikkeld. Ook blijkt dat mensen met BDD een heleboel dingen doen en laten die ongemerkt de BDD in stand houden. Voorbeelden daarvan zijn: heel vaak in de spiegel kijken, verhullende kleren dragen, niet naar het zwembad gaan, intiem contact vermijden. Overigens, bij iemand met een dijk van een depressie, moet een aanpak voorafgaan of gesteund worden door medicijnen. Bij deze mensen bestaat namelijk ook een neiging tot suïcide. Bij een vroegtijdige herkenning is het goed mogelijk om BDD effectief te bestrijden.”
Diemensies’ POT
[AUTEURS] Ann Christin Uphaus & Eke Poortinga
...met Steffie van der Steen, PhD op de afdeling K&O Als we onze fietsen neerzetten voor het huisje van Steffie en haar vriend Ralph, zien we ze al zwaaiend op de bank zitten. Steffie leidt ons trots rond in hun nieuw gekochte huisje, waar ze net een maand wonen. Straks woont ze er weer alleen, want Ralph vertrekt naar Noorwegen om zijn droom om helikopterpiloot te worden te verwezenlijken, maar dan neemt ze twee konijntjes. Nu leren ze samen Noors. Terwijl Ralph in de keuken staat te kokkerellen, vragen wij Steffie de oren van het hoofd over haar studententijd op Harvard. Harvard!? Ja, nadat Steffie haar Bachelordiploma hier in Groningen haalde, vertrok ze naar Amerika. Als cum laude afgestudeerde student ontdekte ze dat ze een beurs kon aanvragen en dus heeft ze twee weken voor het verlopen van de aanmeldingstermijn toch nog gesolliciteerd. Ze heeft de Master ‘Mind, Brain and Education’ gevolgd, een multidisciplinaire combinatie van psychologie, ontwikkeling van de hersenen en onderwijs. Programmadirecteur Kurt Fischer, die zich erg lovend over Steffie uitlaat op de website van Harvard, is een goede bekende van haar huidige AIO-begeleider Paul van Geert. De Harvard Master sluit dus perfect aan bij het onderwerp waar zij nu aan de RuG op promoveert. Ze doet onderzoek naar de lange termijn ontwikkeling van talent voor bèta-vakken in jonge kinderen van drie tot vijf jaar, een onderdeel van het landelijke project ‘Talentenkracht’ waar verschillenden universiteiten bij betrokken zijn. Ze bestudeert kinderen met en zonder ontwikkelingstoornis. Uiteindelijk hoopt ze dat de onderzoeksresultaten het speciaal onderwijs kunnen verbeteren. Steffie is ontzettend enthousiast wanneer ze hierover vertelt: “Ik wordt gewoon he-le-maal blij van kinderen!” Ze straalt gewoonweg, zo gepassioneerd is ze. Dat vond ze ook zo fijn aan Harvard, daar vond ze een stukje herkenning. “Zo van, mensen begrijpen het als je vertelt dat je op vrijdagavond ook graag zit te studeren.” Steffie vertelt heel enthousiast, maar heel bescheiden. Ze bekent dat ze op de vraag waar in Amerika ze gestudeerd heeft wel eens antwoord “in de buurt van Boston”. Steffie is niet zo zelfverzekerd als je zou verwachten van iemand met zo’n prachtige CV. Wat dat betreft heeft Harvard haar een flinke boost gegeven, zegt ze. Uiteraard heeft ze in Amerika niet alleen maar achter de
boeken gezeten. Zo is ze gaan skiën in Vermont, heeft ze Niagara Falls bekeken en heeft ze in New York rondgehuppeld. Of ze nog avonturen beleefd heeft? Dat haar vliegtuig bijna was neergestort vind ze best spectaculair. “ Ralphie?” vraagt ze, “ Is er nog iets bijzonders gebeurd?” Blijkt dat ze door Ralph, sinds haar veertiende haar vriend, ten huwelijk is gevraagd onder het standbeeld van John Harvard. Eigenlijk, geeft Steffie toe, houdt ze niet van veranderingen. Maar de afgelopen jaren heeft ze geleerd dat je “je eigen kansen creëert”. “Er komt iets voorbij en dan moet je erop springen, zoals Harvard en mijn promoveren.” En Ralph voegt daar vanachter de computer lekker droog aan toe: “En bak aubergine in de pan.” Ingrediënten 225 gram couscous 150 ml olijfolie het sap van 2 citroenen, de geraspte schil 4 gehakte lente-uitjes 2 aubergines 3 eetlepels pijnboompitten 1 rode ui 1 teentje knoflook 2 eetlepels rozijnen 100 gram feta 10 gram gehakte peterselie Bereidingswijze Couscous: Doe 225 gram couscous in een kom en schenk er 600 ml kokend water op. Laat het staan totdat het water geabsorbeerd is. Roer er 150 ml olijfolie, het sap van 2 citroenen, de geraspte schil en 4 gehakte lente-uitjes doorheen. Aubergines: Grill voorverwarmen op de hoogste stand. 2 Aubergines wassen en in de lengte in circa 6 plakken snijden. Bestrijk de plakken met olijfolie en een beetje zout. Leg ze dan 5 minuten onder de grill tot ze een beetje bruin zijn, halverwege keren. Fruit 3 eetlepels pijnboompitten met een in stukken gesneden rode ui in de pan, pers 1 teentje knoflook er boven uit. Roer er 2 eetlepels rozijnen door en 100 gram feta. Circa 2 minuten verwarmen, van het vuur halen en op smaak brengen met zout, peper en 10 gram gehakte peterselie. Toetje: Maak van aluminiumfolie een pakketje waar je twee halve perziken uit blik in stopt, een paar gepelde walnoten en een scheutje Amaretto. Laat het pakketje in de oven warm worden en serveer met vanille-ijs.
november 2008
23