EXPLORE SWEDEN MONSTER – ATLANTIC 2 BALTIC – 2010 “Veel te hoog gegrepen” was mijn eerste ingeving toen Wiebren en Nick als beginnende Adventure Racers voorstelden deel te nemen aan de Explore Sweden 2010. Ik was oud genoeg om hun vader te zijn maar terugdenkend aan mijn eigen “avontuurlijke carrière” veranderde mijn mening over deelname aan dit avontuur. Als ik mij in het verleden iets had aangetrokken van de risico’s en mogelijke onhaalbaarheid van de uitdagingen waar ik aan begon dan beschikte ik niet over de schat aan uiteenlopende bijzondere levenservaringen. En had ik ook niet al die bijzondere mooie mensen onderweg ontmoet die het leven zo rijk maken. Die gedachte inspireerde mij om samen met Wiebren, Nick en Team AMI Femke een team te vormen voor dit ultieme avontuur. Winfried Bats Zaterdag 10 juli. Het regent. Om exact 10 uur start ons team aan de 820 km route van de Explore Sweden Monster 2010 expeditie race. De Zweedse race director Mikael Lindnord heeft ons gisteren een presentatie gegeven waar menig hart van is gaan kloppen. Niet alleen vanwege de afstanden maar ook van de geschatte duur van de etappes en zijn welkomstwoord waarin hij zegt: "this is the toughest race I've ever done". Dat komende van iemand die zelf in de top racet wekt nu wel zeker de verwachting van een pittige race. Dat het tijdens de race veel gaat regenen halen we nog niet uit de briefing en de weersberichten.
Een natte start!
Ons team is van een nieuwe samenstelling. Wiebren en Nick van Explore Adventure Sports. Femke en ik van Team AMI. En Rob en Jan Fokko vormen ons zo belangrijke supportteam. In totaal doen 14 overwegend topteams mee aan de race. We fietsen al direct in de 7 km ATB etappe achteraan, dat voldoet aan onze verwachtingen want we zijn de underdog in deze editie van de Explore Sweden die dit jaar in de Lofoten in Noorwegen start. Bij de eerste materiaalwissel starten we met de coasteering etappe van 21 km. Dit is meer een trekking met tussendoor een zwemetappe van 7 km door een Fjord dan het een coasteering etappe te noemen is. We worden warm onthaald door een nat, modderig en glibberig pad die langs de fjord het binnenland inloopt en wanen ons meer in een natte jungle dan op een pad koud Noorwegen. Het Amerikaans team Zero 2 Hero heeft moeten wachten bij de TA omdat ze niet de loopschoenen hadden aangetrokken en moeten wachten op het supportteam om de fietsschoenen in te wisselen voor loopschoenen. Aan het einde van de fjord trekken ze bij, maken een praatje en lopen gestaag weer verder. Voor ons geen probleem, wij hebben ons ingesteld op een beleving, minder op een race. Dat de 820 km Monsterrace voor ons een kans is in een prachtige omgeving te racen brengt wel met zich mee dat we aan iets beginnen waarvan we de grootte ons nog niet kunnen voorstellen. Ons 2e doel is te overleven met harmonieus team dat met een goed gevoel kan terugkijken op een mooi avontuur. Twee eenvoudige doelen die in de praktijk niet zo eenvoudig zijn. De Amerikanen zijn vanaf boven op de berg weer in de verte in ons vizier en we verhogen het tempo in de afdaling. Rustig stijgen, snel dalen. We lopen tussen twee meren door over een kam, het regent nog lichtjes maar onophoudelijk. De afdaling wordt steiler en we kijken uit op het meer waar we straks in zullen zwemmen.
Zwemmen in de koude fjord…
Femke valt plotseling en komt met een smak gepaard met een gil terecht op de natte stenen. Direct lijkt zij veel pijn te hebben aan haar knie. Hier start een mooi staaltje teamwork, een testcase voor het verdere verloop. Want Femke's val kan na nog geen halve dag racen het einde van de race betekenen. Voor haar maar daardoor ook voor het hele team. Iedereen denkt dat maar ieders aandacht gaat in eerste instantie uit naar Femke. Binnen een minuut na de val ligt Femke op een van de body boards en is zij gewikkeld in een nooddeken die haar direct lekker warm houdt. We proberen de toestand te beoordelen, checken de telefoonverbinding en kijken al zonder het te zeggen naar eventuele noodzakelijk evacuatie opties. Femke wil proberen te lopen. Hinkend tussen Wiebren en Nick in overbrugt zij de afstand naar het zwempunt. Ik draag haar rugzak. Het is inmiddels droog maar we lopen over een smal pad met natte struiken aan weerszijden dus het effect is het zelfde als dat het zou regenen. Bij het startpunt van het zwemmen staat de gealarmeerde doktor van het Rode Kruis. Terwijl Femke wordt onderzocht trekt de rest van het team vast de swimsuits aan om afkoeling te voorkomen. Iemand van ons slaat tussendoor een nooddeken om haar heen en een ander brengt wat te eten. De doktor zit in een boot afgeladen met rode kruis personeel maar niemand heeft een pijnstiller bij zich. Het is bijna grappig maar tegelijkertijd ook verbazingwekkend. Femke besluit het zwemonderdeel van 7 km in het koude water te proberen. Terwijl het rode kruis in de verder opgelegen haven op zoek gaat naar paracetamol stapt ons team in het water. Het is koud maar het valt ons mee. We hebben alle spullen in drybags gestopt en op onze body boards gebonden met spanbanden. Allemaal dragen we een zwemvest, helm en flippers. In tegenstelling tot vele andere teams horen we van de media boot dat wij samen als één team zwemmen. Dat zwemmen gaat met onze borden en ondanks Femke's knie erg goed en snel. Sterker nog, het water verdooft haar knie. Al zwemmend rust zij wat uit, doet de ogen dicht terwijl we met een lijntje zorgen dat zij op koers blijft. De kracht van ons team heeft zich in deze fase al bewezen. We passeren aan het einde van de zwemetappe het Amerikaans team die een lek luchtbed heeft. We zullen elkaar nog later tegenkomen in deze race. Halverwege de zwemetappe worden de pijnstillers gebracht door het rode kruis.
Met verdoofde benen kruipen we als zeehondjes over de gladde met wier bedekte stenen uit het water aan land. De meeste drybags hebben hun naam niet waargemaakt en is alles in de bag drijfnat. Gelukkig is de meeste kleding waterdicht verpakt in ziplock zakjes. Achter een stenen muurtje kleden we ons uit de wind om. Dat is nodig want het regent nu even niet maar de wind is genadeloos koud. In een aan Femke aangepast tempo beginnen we aan een klim over de zadel om het meer achter ons te laten. In het volgende dal bereiken we onze eerste checkpoint. We zijn dan al uren bezig. Het laatste stuk van de trekking voert ons door dichtbegroeid en sompig terrein. Je voeten droog houden is onmogelijk in deze en latere etappes. We worden hartelijk begroet door het supportteam, Martijn de cameraman en Hans, Nick's vader. Na een heerlijke warme maaltijd gaan we vergezeld met wat kreuntjes van Femke verder. Het is duidelijk dat Femke langzaam wat hersteld en dat we deze race in onze steady-state-tactiek proberen voort te zetten. Na 500 meter eindigt het pad en lopen we weer door sompige velden naar de voet van de klim. Door met muggen bezet gebied banen we ons een weg door de wilde begroeiing en steken we hier en daar een riviertje over. We passeren de boomgrens en klimmen over de steen- en sneeuwvelden naar de zadel die ons naar het volgende dal leidt. Het waait hard boven en het is er koud maar het uitzicht naar beide zijden van de Lofoten is fantastisch. We nemen er heel even de tijd voor om er van te genieten. De zon schijnt nog, de stemming is prima en met Femke's knie gaat het redelijk. We volgen de graat naar het meer waar we bij CP 2 uitkomen, we zijn dan al 36 uur bezig. Het terrein leent zich er uitstekend voor om weinig CP’s nodig te hebben. Dat is wel even wennen wanneer je in NL en omstreken racet en je dan in die tijd misschien al aan je vijftigste CP bezig bent.
We volgen een pijplijn omhoog tegen een berg op. Er bovenop lopen is riskant maar het loopt stukken beter dan ernaast. Halverwege de klim naar deze nieuwe top stopt de leiding en klauteren we langs rotsen en gras naar de top. Een geluk dat het nu droog is want dit stuk in de regen zou heel riskant zijn geweest. Een nadeel is dat de droogte weer vrij baan geeft aan de muggen. Stoppen voor een toiletbezoek is dan ook alleen maar als je heel nodig moet want het is geen pretje om op je hurken zittend overgeleverd te worden aan een massa aanval van die grote agressieve bloeddorstige vliegmachines. Boven op de top waaien we bijna van de berg af wanneer we checkpoint 3 bereiken. We volgen de enorm lange afdaling over de graat naar beneden waar we aan de voet van een dorp uitkomen. Onderweg naar het dorp begin ik te slaapwandelen en loopt met de ogen dicht met het team mee terwijl ik de loopstokken van Femke vasthoudt om niet de berm in te lopen. Zo kan ik toch even rusten. De Geita is een wereldberoemde locatie voor klimmers. Wij mogen daar een mega jumar beklimming doen met een aansluitende abseil.
Onderaan de klimrots beslissen we een korte powernap te doen. We zijn allemaal aan slaap toe en willen geconcentreerd kunnen beginnen aan het klimonderdeel. Na een dutje van 20 minuten beginnen we aan de beklimming naar de special task. Eenmaal hier aangekomen horen we dat het klimonderdeel is gecanceld omdat de verantwoordelijke persoon zich geblesseerd heeft. Teleurgesteld door dit nieuws met amateuristische oorzaak klimmen we langs een touw van 20 meter naar een volgend plateau. Het zal de enige special taak zijn in de hele race en stukken minder uitdagend dan alle andere onbeveiligde beklimmingen die we in de race zullen meemaken. Na nog twee checkpoints te hebben gevonden komen we weer onderaan de berg uit. We hebben geen tijd om te mopperen over de tegenvallende special task want ons wacht een volgende uitdaging: het begint namelijk te gieten. Toevallig passeren we net een paar grote rotsblokken waaronder we kunnen schuilen. In elkaar gedoken in ons regenjassen vallen we een voor een luisterend naar de regen die op rotsen en de bladeren van de omliggende bomen neerslaan in slaap. Nat en koud worden we wakker. Femke neemt het voortouw en jaagt ons uit ons relatief comfortabele positie. Ze is misschien wel geblesseerd, maar mentaal is er nog niets mis mee.
In de stromende regen vervolgen we de etappe. We lopen aan elkaar gehaakt als een harmonieus treintje door het dorp de bossen in. Nick loopt nu achteraan met de ogen dicht te slapen. De wind neemt toe en na enkele kilometers lopen we over houten vlonders door enorm drassig terrein langs een meer waar de witte koppen op de golven verraden dat de wind wel heel hard is. We hebben nu nog wind mee maar na een kilometer eindigen de vlonders en komen we alleen nog klaarliggende bouwpakketten voor deze vlonders tegen. Binnen een mum van tijd zijn alles schoenen en kleren doorweekt. Ondanks de paclite jassen en broeken en soms of juist door de goretex schoenen. Aan de noordkant van het meer volgen we kort weer een pijpleiding alleen kunnen we er dit keer door de gladheid niet overheen lopen. We staan onder aan de voet van een berg waar we overheen moeten. De wind beukt genadeloos links van ons op ons in en neemt bij iedere stoot een lading regenwater
mee. Het is zaak snel boven te komen en ons uit deze situatie te krijgen. Wind, doorweekte kleding, kou, wolken en bergen is een combinatie die vraagt om moeilijkheden. De ervaring van het lopen in de bergen loopt uiteen en daarom lopen de snelsten voorop en haken de twee overige teamleden in. Zo overbruggen we snel hoogtemeters en komen we langzaam in de luwte van de wind naarmate we aan de noordzijde van de berg komen. Het pad is soms moeilijk zichtbaar. We lopen langs een voor de helft met ijs bedekt meer en slingeren economisch door het terrein. Met de wind in de rug dalen we af langs een enorm lang soms verdwijnend pad. Na bijna een dag lopen komen we aan bij de TA. Naast elkaar lopen we gebroederlijk over de weg. We zijn nat, koud en moe maar hebben dit gevecht met moeder natuur weer overleefd. Het is droog. Op de TA worden we wederom perfect verzorgd door ons support team. We hebben er onderhand alle vertrouwen in en beseffen ons maar al te goed welke belangrijke rol zij hebben en nog zullen krijgen in dit gevecht met de Monster! Het valt wel op dat we nu al helemaal geen andere teams tegenkomen. We zijn helemaal alleen in een race zonder opponenten. Zijn we wel in een race? Onze racehesjes en het idee dat we een tracker bij ons hebben herinneren ons dat we dat wel zijn maar het had in feite ook een tocht van een stel mafkezen kunnen zijn geweest die iets hachelijks wilden ondernemen. Bij een WK doet al snel een viervoud aan team mee en zijn er meer teams van ons kaliber waarmee je een soort klassement uitvecht. Ook achterin geldt dat je een race loopt, dat er van alles kan gebeuren en dat het pas over is als het over is. We horen opeens dat er al twee teams zich hebben teruggetrokken. Dat levert gemengde gevoelens op: enerzijds mooi want daardoor zijn we al twee plaatsen opgeschoven in het klassement maar anderzijds heeft het ook aan hoe bruut en zwaar de race is. Er stonden tenslotte hele goede teams aan de start en daarvan zijn er dus twee gestopt. We denken er niet lang over na en voeren onze slaaptactiek uit. Vier uur slapen, om goed bij te tanken maar ook omdat we anders toch op de boot moeten wachten in de kou. De laatste boot halen we niet dus moeten we ons richten op de eerste boot in de ochtend om kwart over vijf. Het duurt even voor ik in slaap kan komen. Goed uitgerust maar met stijve spieren staan we op. Dit zal de laatste keer zijn dat mijn spieren stijf aandoen deze week. Bijzonder. Vrijwel direct na het verlaten van de TA fietsen we als een volledig ingehaakt treintje over de 179 km lange route. Onderweg stoppen we om bij middernacht voor Wiebren te zingen want hij is zojuist 22 jaar geworden. Voor gebak geen tijd want we moeten door dus eten we maar weer iets uit onze rugzakken terwijl we fietsen. Ons support team heeft het initiatief genomen alle wielen te voorzien van semislik banden waardoor we het tempo goed kunnen opvoeren op de overwegend geasfalteerde ondergrond. Op tweederde van de gehele fietsroute moeten we de boot halen. Onze keuze te slapen blijkt een goede te zijn. De route loopt langs de zee, fjorden, bergen en door kilometers lange tunnels. Het enige moment in de race dat het donker zal zijn vanwege de noordelijke ligging van het wedstrijdgebied. We racen voortdurend in daglicht, een bijzondere gewaarwording. Na een uur op de fiets begint het weer te waaien en te regenen. Langzaam zuigen onze kleren zich weer vol met het water. Net voor we een tunnel induiken komen we nog even in een zware regenbui terecht. Vlak voor het einde van de tunnel stoppen we en proberen we elkaar op te warmen met allerlei oefeningen terwijl we elkaar de enige mop die we ons kunnen herinneren uit ons moppen repertoire vertellen. Nog nat duiken we het staartje van de bui in. We zijn heel koud en beginnen nu af te dalen naar de boot die om 5.15 vertrekt. Verkleumd van het afdalen met natte kleren in bereiken we de zee waaraan onze boot in de haven moet liggen. Die zal ons naar het vaste land van Noorwegen brengen. Een paar kilometer voor de haven worden we, nu we bijna droog gewaaid zijn, verrast door een zware regenbui om vervolgens weer doorweekt de boot op te rijden.
Mocht je regen al niet leuk vinden, nu zou je het beginnen te haten. De aankomst is perfect getimed want we hebben nog een kwartier voor de boot vertrekt. Op de boot moeten we een dweil vragen want alles om ons heen is nat geworden. Na een kop koffie vallen we onder warmtedekens in slaap en moeten ons na een half uur slaap haasten om van de boot af te komen en niet weer terug te varen. Het is weer droog. Na enkele tientallen kilometers treffen we ons support team weer. We hebben de 179 km in 11 uur en 10 munten afgelegd, inclusief bootreis. 10 min langzamer dan wat de organisatie voor het snelste team berekend heeft. Het geeft ons een opsteker.
Altijd nat, drassig, sompig, vochtig, doorweekt….
We krijgen te horen dat het water te ruw is om te kanoën. Op de 1e 2 teams na is ieder team per boot over de 28 km lange kano route gebracht naar het startpunt van de trekking van 52 km. We eten en slapen een uurtje. Ik kan niet slapen en sta weer op om nog wat extra voetverzorging te plegen en mijn spullen te controleren. Zes weken van te voren ben ik op aanraden van Wim Vancrayenest van team Malheur, begonnen met het ´s avonds met Karité boter insmeren van de voeten. ´s Ochtends smeerde ik de voeten weer in met citroensap om de voeten uit te drogen. Als ervaringsdeskundige in pijnlijke voeten zoek ik al jaren naar de beste remedie. En dit lijkt te helpen. Tot nu toe ondervind ik nog geen enkel probleem met de voeten ondanks het natte weer. Ik ben Wim nu al dankbaar voor het delen van zijn kennis. De 52 km zal echter de ware testcase worden. We stappen in de speedboot waarin ik na vijf minuten wel opeens behoefte aan slaap krijg en na ruim een half uur wakker word aan het einde van de fjord. Ik schijn een mooie tocht te hebben gemist. Je kunt niet alles hebben. We beginnen droog aan de lange trekking en die voert langs een prachtige kloof met een grote waterval. Enorme dieptes en een rotslandschap die groots is. Nadat we op hoogte zijn gekomen en op de open vlaktes uitkomen neemt de wind weer toe en al snel regent het weer. Met nog droge voeten doen we de eerste water oversteken ons best om de voeten droog
te houden door de schoenen en sokken uit te doen maar na twee keer is toch alles in het natte terrein weer nat geworden en kunnen we in het vervolg ons die moeite ook besparen. Dat scheelt tenslotte ook weer veel tijd. De trekking leidt ons over de grens Zweden in. We lopen door drassige velden en steken kolkende rivieren over. Het regent en langzaam dringt het vocht weer door tot ons lichaam. Er komt meer begroeiing en de van team DART geleende peddels die we mee moeten dragen voor de volgende kano etappe blijven regelmatig irritant haken achter takken. Op een gegeven moment verdwijnt het pad, we vinden af en toe een spoor maar die loopt telkens dood. In de briefing is verteld dat het hier moeilijk navigeren is en dus gaan we over op het lopen op kompas koersen ervan uitgaande dat we geen paden meer zullen vinden. Sommige meren op de kaart zijn ogenschijnlijk open drassige velden maar ik maak een vergissing. In de briefing is gezegd dat deze kaartschaal 1 op 100.000 is maar ik ben nog uitgegaan van 1 op 50:000. Ik dacht dat de laatste packraft etappe een 1:100.000 kaart was. Mijn schuld, ondanks dat de teamcaptain’s meeting een zooitje was waarin vragen van teamcaptains persoonlijk werden beantwoord en ondanks telkens aandringen niet altijd werden gedeeld met de rest van de aanwezige teamcaptains. Door slaapgebrek is de scherpte er af en zo dwalen we door het moeilijk doordringbare terrein. Zelfs op hoogte krijgen we geen goed zicht op de omgeving. De kaart is lastig, zeker vanwege de vergissing in de schaal en de vele open vlaktes met moerassen die dus niet duidelijk op de kaart staan en die we aanzien voor meren die in de praktijk eigenlijk veel verder weg liggen.
Wiebren met big smile genietend van zijn avontuur….
Na uren lopen door nat terrein zijn we doorweekt. Ik ben nat tot het bot, mijn paclite geeft net zoveel bescherming als een spons. Ik merk dat ik niet meer goed kan nadenken en steeds meer in een overlevingsstand kom te staan. Ik ben nu vooral met mezelf bezig. Op een gegeven moment geef ik aan dat het niet goed gaat, dat ik onderkoeld begin te raken en dat er snel wat moet gebeuren. Het voelt veilig om dat te zeggen in dit team, en aan de andere kant heb ik ook weinig keus. Binnen
enkele minuten is al mijn kleding door het team omgewisseld voor het enige droge wat ik nog heb, mijn swimsuit. In de rugzak zit alleen nog een noodzakje met een droge trui en sokken die ik tot het laatste wil bewaren. En zo sta ik dan midden in het natte bos in mijn droge swimsuit die we verplicht mee moesten nemen voor de aansluitende kano etappe. Op een paar rillingen na voelt het weer even goed, vooral als ik weer loop. Na een uur ben ik weer doorweekt en waait de wind dwars door het pak tegen mijn huid aan. De temperatuur neemt weer snel af. Ondertussen weten we waar we zijn maar het stroomt het met bakken uit de lucht, uren lang achtereen. We merken het eigenlijk niet meer. We lopen al 12 uur non stop in de regen zonder pauze want er valt nergens te pauzeren zonder af te koelen. Bewegen is de beste keuze. Onderhand begint het hele team af te koelen. Bij een hutje wordt kort de optie besproken van het openbreken van de deur maar de kans is groot dat we daardoor het niet warmer krijgen. We verdelen taken in het team om iedereen een rol te geven in het proces van verplaatsen. Femke geeft de koerst aan van achterin het team aan, Wiebren telt de stappen en Nick onthoudt de honderdtallen. Ik loop voorop met het kompas en maak hoog tempo om mijzelf en het team warm te krijgen en te houden. Maar ook om zo snel mogelijk hier vandaan te komen. We moeten uit dit gebied. We moeten weer iets herkenbaars tegenkomen waaraan we ons kunnen vasthouden. Eigenlijk kan ik niet meer zo heel veel snelheid maken maar een langzaam tempo gaat ons nekken. Na een tijd doorstappen komen we uit bij het meer die we in oostelijke richting volgen. Onderweg zien we nog de achterwerken van een bruinige en grijzige mama en baby moose die vlak voor ons het struikgewas in verdwijnen. Het meer wordt smaller en gaat over in een klasse V wildwater rivier waar geen doorkomen aan is. En wij moeten nou juist uitgerekend naar de overkant. Naarmate we de rivier volgen wordt het terrein opener. Wiebren en Nick speuren het terrein af en vinden onverwachts een aantal vissers die hier kamperen. Volgens hen zijn hier eerder op de dag teams de rivier over gestoken maar de waterstand is enorm toegenomen en daarmee ook de stroming. We bestuderen de rivier maar zien geen optie om deze veilig te kunnen oversteken, laat staan met vier personen die tegen onderkoeling aan zitten. We hebben geen mobiele telefoon verbinding en kunnen niet overleggen met de organisatie. We maken met de vissers de afspraak om ons, met enige tegenzin, naar de overkant te brengen. Feitelijk een diskwalificatie maar onze veiligheid staat voorop en dan had de organisatie hier maar voor personeel moeten zorgen. Rillend schuilen we naast elkaar achter in de boot achter een nooddeken om ons tegen de koude wind te beschermen. Droogte, een klein streepje zon zou voldoende zijn om ons weer op de been te helpen. Maar het is ons niet gegund. Ik ril oncontroleerbaar, ondanks dat we warm tegen elkaar aan zitten. Aan wal wijzen de vissers ons naar een huisje waar we ons zouden kunnen opwarmen. We lopen snel naar het huisje om te ontdekken dat deze dicht is en dus schuilen we kort in het naastgelegen hutje. Hier lang blijven zitten heeft echter geen zin besluiten Femke en ik en we spreken met Wiebren en Nick af dat we ons opsplitsen om verbinding met de organisatie te krijgen. Nick heeft een overbelaste scheenbeen en Wiebren, Nick en ik hebben een flink gedaald lichaamstemperatuur. Ik wil liever bewegen en Femke en ik voelen ons zodanig fit dat we wel langs de rotsige kust kunnen lopen. We maken voor vertrek afspraken en starten dan aan de tocht naar de gearzone waar we in eerste instantie zouden moeten gaan kajakken. Omdat we hulp hebben gekregen van vissers en op moeten splitsen gaan we ervan uit dat we gediskwalificeerd zijn. Het is niet zo belangrijk. Femke en ik starten aan de tocht die al snel veel moeilijker en langer is dan we hadden verwacht. Even langs een strand lopen is er niet bij en moeten we net als destijds in Groenland van steen naar steen springen en klauteren. Na nog geen kilometer glij ik plotseling onverwachts uit over een grote diagonaal liggende steen en val zonder dat ik iets heb in te brengen met het volle gewicht op mijn echter ribben op een
naar een punt toe lopende recht opstaande steen. Deze rechtop en uit stekende steen geeft zoals stenen dat wel vaker niet doen geen enkele millimeter mee. Ik voel mijn ribben helemaal in mijn lichaam tegen mijn organen gedrukt worden en net zo snel als ik neerkom word ik weer gelanceerd en veer weer omhoog. Femke ziet het gebeuren en ziet ook hoe ik als een skippybal omhoog veer. Ik schreeuw het uit van de felle pijn die door mijn zij schiet. Ik sta uit reflex direct weer op maar weet niet waar ik het moet zoeken. Uit een soort automatisme of misschien wel eerder ontkenning vervolg ik vrijwel direct de tocht. Femke vraagt of we terug moeten naar de hut of op moeten splitsen maar beide zijn geen optie. Bij de hut is geen telefoon verbinding en Femke alleen laten lopen is zolang ik kan blijven lopen geen goed scenario. We bespreken terwijl we doorlopen snel en zo goed als het kan de opties. Mijn rib of ribben kunnen gebroken of gekneusd zijn. Voor de genezingsduur maakt het niet veel uit. Wel kunnen er vitale organen geraakt zijn en dan hebben we een probleem. Alleen kan dokter Femke dit nu niet vast stellen en stelt eerlijk en nuchter vast: "Als dat wel het geval is en de verkeerde organen zijn geraakt kan ik omdat we de buitenwereld niet kunnen bereiken alleen naast je komen zitten tot je dood gaat". Dat is ook niet een aantrekkelijke optie en als er al een extra motivatie was om door te lopen dan was dat het wel.
Ik loop achter Femke aan die de beste weg langs de kust kiest en er voor zorgt dat we zo hoog mogelijk tempo maken. En zo wordt na honderden kilometers de rollen omgedraaid. In Nederland had ik reeds bij Wiebren en Nick voorspeld dat Femke rustig op gang komt om ons over een paar dagen over de bergen te slepen en ik krijg gelijk. Daar waar zij in het begin afhankelijk was van het team om verder te kunnen na haar val zijn we nu afhankelijk van Femke die het team nu leidt. Die wetenschap en acceptatie dat je allemaal je minder sterke momenten mag hebben maakt ons team sterk en kan AR zo mooi maken. Het kan AR ook tot een hel maken wanneer je dat niet kunt
accepteren. Kun je er niet mee overweg dan wordt de sport een marteling. Na 10 km hebben we telefonisch contact met de organisatie die hulp gaat regelen. Twee kilometer voor het eindpunt passeert de oppikboot met daarin onze verzorger Rob. Ik sla het aanbod van een lift af. Als het mij gelukt tot zo ver te komen onder deze omstandigheden dan halen Femke en ik dat laatste deel ook wel. En daarbij weten we niet hoe Wiebren en Nick er aan toe zijn. We zijn er vanuit gegaan dat we door onze redding uit de race zijn, en feitelijk zou dat ook zo moeten zijn. Later blijkt echter dat dit niet zo is en dat er ook teams op andere plekken in de race uit het water zijn gered. Het is niet zo belangrijk, hier eindigt ons mooie avontuur, maar die was al geëindigd toen we Nick en Wiebren achter lieten. Zij hebben na ons vertrek besloten om het raampje in te tikken van het huisje om binnen op te kunnen warmen. Dit kost ons 200 euro schadevergoeding maar is de veiligheid waard geweest. Achteraf gezien hadden we dit misschien als team ook hebben kunnen doen maar dat was een beslissing van dat moment en later vanuit je warme stoel beslissingen analyseren laten we maar de stuurlui aan wal over. Eigenlijk valt er niet te zeggen waar we exact zijn gestopt te racen, we hebben allemaal onze tegenslagen en dieptepunten mogen ervaren. Het besluit is gekomen als een bijna natuurlijk proces. Het is nu eenmaal zo.
Blijven lachen….
In de volgende TA evalueren we de afgelopen etappe en de totale race in het algemeen. Allemaal zitten we in een rondje met zachte luie stoelen. Het supportteam, Martijn de cameraman, Nick's vader Hans en het race team. Ik raak in gedachten verzonken terwijl de warmte van de nieuwe kop koffie door de wand van mijn mok mijn handen verwarmen. Terwijl ik glazig en dromerig naar buiten staar staat Wiebren onopgemerkt op, schuift aan bij de piano die in dezelfde ruimte opgesteld staat
en speelt plotseling het mooiste stukje piano wat ik ooit heb gehoord. Misschien dat het onder alle andere omstandigheden minder briljant had geklonken maar op dit moment klinkt het als de perfecte soundtrack titel bij de slotscène van een boeiende film. Maar toch is de film niet over. De organisatie heeft formeel nog niet echt overlegd en besloten wat we gaan doen. Onderweg bij een stop bij een tankstation ontmoeten we het Amerikaans team die in de berm liggen te slapen. Een van hun fietsen heeft alleen nog een heel licht verzet en moet daardoor bijna voortdurend gesleept worden. "Ride with us" stellen de Amerikanen voor en een half uur later staat het team weer klaar om in vol ornaat op de trappers richting de finish te fietsen. Ik test hoe het fietsen voor mij voelt en dat gaat wonderbaarlijk goed. Dit moment wil ik niet aan mij voorbij laten gaan. Als gecombineerd VS en NL team naar de finish, Jan Fokko fiets het gehele stuk met ons mee op de fiets van de Amerikaan waarvan de versnellingen kapot zijn. Haar hebben we onze reserve fiets gegeven. De Amerikanen zijn erg blij met onze steun want ze zaten er een beetje doorheen en waren onderweg ook uit een etappe gestapt om vervolgens het laatste deel te fietsen. De kilometers vliegen voorbij waarbij we onze nieuwe teamleden slepend en duwend over de laatste heuveltjes heen helpen.
Officiële huldiging. Femke, het kleinst doch groots!
Ook al liggen we technisch gezien al lang uit de race we hebben moreel gezien een finish verdiend en die gaan we nu ervaren. De finish is zoals alle finishes. Vaak zijn in je hoofd en achteraf mooier dan de werkelijkheid. Aan deze zit een randje want we waren eigenlijk heel sterk als team. Fysiek, sociaal en mentaal. De uitzonderlijk bizarre elementen van de natuur hebben ons na uren, dagen pijnigen genekt. Die elementen hadden het voor ons gevoel echt op ons gemunt want nog geen halve dag na het einde van de lange natte en koude trekking schijnt de zon volop en oogt de natuur als een prachtige Canadese ansichtkaart. Het voelt enerzijds wrang wetende dat je verder had kunnen
komen als het weer ons beter gezind was geweten. Als, als, als…. Iedereen beseft dat er meer in had gezeten en dat dit nu eenmaal de feiten zijn. “The Monster” kan in vele vormen komen. In de vorm van hitte, nat weer, blessures, slaap, uitputting, onderlinge ruzies, wantrouwen, je eigen donkere kant. Vooraf weet je niet hoe. Het blijft in deze sport een verassing. De grootste verassing was niet zozeer dat we niet alles hebben kunnen doen maar dat we met een prachtig team een logistieke, fysieke en mentale prestatie hebben neergezet waarin geen onvertogen woord is gevallen Dat de race op papier misschien wel te hoog gegrepen was voor ons heeft ons niet weerhouden de strijd aan te gaan en een herinnering voor het leven te creëren. De monster van de Explore Sweden heeft ons dus eigenlijk niet gebroken maar alleen maar sterker gemaakt. En als we één ding hebben geleerd van onze nieuwe vrienden van Team Zero2Hero is wel hun uitspraak: "Never miss out on the oppertunity to make a friend". Winfried Bats Team AMI Explore TEAM AMI EXPLORE: Rob en Jan Fokko Martijn en Xander (vervroegd naar huis ivm ziekte) Hans van Aken (vader van Nick) René Schraa Wiebren en Nick Femke en Winfried
-
supportteam, grote kanjers filmcrew onze (tijdelijke) papa en morele steun AR Fotograaf team Explore Adventure Sports team AMI: Macpac & Icebreaker
EXPLORE SWEDEN – THE MOVIE: Martijn en Xander maken in het kader van hun opleiding aan de Instituut voor Communicatie en Media aan de Hanze Hogeschool in Groningen een film over ons avontuur. Xander werd helaas op de heenreis ziek en moest naar huis terugkeren. Dit was voor hem en ons heel jammer. Zij hebben in de aanloop naar dit avontuur ook opnames gemaakt tijdens de trainingswedstrijden Falke Raid The North en de Vollenhove AR met aansluitende nachttraining. Deze beelden in combinatie met videobeelden onderweg gemaakt door het team en door Martijn gemaakte interviews, opnames vanuit een helikopter en een speedboot vormen de ingrediënten voor een boeiende documentaire. We benieuwd wat zij hier van gaan maken. In het najaar verwachten we het resultaat samen met het team te kunnen bekijken. En wie weet krijg jij deze film ook ooit te zien.