Diaspora-links van migrantenondernemers in Nederland Een verkenning
drs. A. Bruins
Zoetermeer, april 2013
ISBN:
978-90-371-1062-3
Rapportnummer:
A201317
Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl)
Panteia BV
Panteia BV
Bredewater 26
P.o. box 7001
2715 CA Zoetermeer
2701 AA Zoetermeer
079 322 22 00
The Netherlands
www.panteia.nl
+31 79 322 22 00
Voor alle informatie over MKB en Ondernemerschap: www.ondernemerschap.nl
De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia/EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Panteia/EIM. Panteia/EIM aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
The responsibility for the contents of this report lies with Panteia/EIM. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia/EIM. Panteia/EIM does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.
Inhoudsopgave
1
Inleiding
4
2
Literatuur
6
2.1
Diaspora-links en internationale handel
6
2.2
Diaspora-links en netwerken van migrantenondernemers
6
2.3
Diaspora-links bij innovatie en internationalisering
7
2.4
Migrantenondernemers en (ondernemers)organisaties
7
3
Interviews
9
3.1
Etniciteit als kracht voor diaspora-links
9
3.2
Links met het land van herkomst
9
3.3
Links met diasporagemeenschappen in andere landen
11
4
Conclusie
12
3
1
Inleiding
De meerwaarde van multicultureel ondernemerschap (en werknemerschap) is een onderwerp dat in de internationale theoretische literatuur vaak wordt genoemd, maar waarnaar betrekkelijk weinig onderzoek is gedaan. Dat geldt in het bijzonder voor de kansen van zogenaamde ‘diaspora-links’. Diaspora-links zijn niet alleen een vehikel voor meer internationalisering langs etnisch-culturele lijnen. Ook uitwisseling van ideeën, kennis, arbeid, kapitaal vindt plaats via wereldwijde uitwaaiering van bevolkingsgroepen. De geografische spreiding van bevolkingsgroepen over de hele wereld wordt ook wel de diaspora van een volk genoemd. Gestoeld op gedeelde historie en gedeelde culturele normen en waarden, zorgen de etnisch-culturele lijnen voor een bepaalde mate van vertrouwen en bekendheid. Dit zijn twee grondbeginselen van sociale interactie en ze leveren de mogelijkheid tot het versneld leggen van contacten. Contacten die op deze wijze zijn ontstaan, noemen wij hier de ‘diasporalinks’. De diaspora-links bieden dus een vergrote kans op economische betrekkingen. Hier zitten kansen verscholen voor meer en beter ondernemerschap van migranten in Nederland. Bij uitstek kunnen via diaspora-links internationale handelsverbanden tot stand komen. Maar het is bijvoorbeeld ook voor te stellen dat via diaspora-links markten ontsloten kunnen worden voor autochtone ondernemers. Om de vraag te kunnen beantwoorden of diaspora-links mogelijkheden bieden bij het verruimen en verbeteren van internationale handelsverbanden en in het verlengde daarvan of diaspora-links (meer) gestimuleerd moeten worden, is antwoord nodig op met name de volgende vragen: In welke mate en op welke wijze maken migrantenondernemers gebruik van diaspora-links? Welke lessen kunnen worden geleerd uit ervaringen van ondernemers die hun diaspora-links benutten? Hoe kan het bewustzijn van ondernemers inzake de kansen van diaspora-links worden vergroot? Zijn er belemmeringen die optimaal gebruik van diaspora-links voorkomen? Zoals gezegd, is er naar het benutten van diaspora-links betrekkelijk weinig onderzoek gedaan. Dat geldt zeker wat betreft de benutting van diaspora-links door migrantenondernemers in Nederland. Als aanzet om hierin verandering te brengen, is in het kader van het Programma MKB en Ondernemerschap een verkenning naar dit onderwerp uitgevoerd. De belangrijkste basis voor de verkenning wordt gevormd door interviews. In de eerste plaats is nagegaan wat in de veertien interviews met experts, ondernemers en vertegenwoordigers uit de kring van etnische ondernemers, die zijn gehouden voor de Monitor vrouwelijk en etnisch ondernemerschap 2010 over betekenis van diaspora-links naar voren is gebracht. In de Monitor worden diaspora-links slechts aangestipt, maar in de interviews zijn zij wel uitgebreider aan de orde geweest.
4
Aanvullend zijn begin 2013 interviews gehouden in ondernemerskringen van drie migrantengemeenschappen in Nederland: de Surinaams-Hindoestaanse, de Poolse en de Turkse, omdat de diaspora-links van deze gemeenschappen – samen met die van de Chinese – in het bijzonder veelbelovend lijken te zijn.
5
2
Literatuur
2.1
Diaspora-links en internationale handel Peter Nijkamp 1 stelt het thema van de diaspora-links aan de orde vanuit het macroperspectief van de internationale handel op basis van bestudering van internationale literatuur. Daarbij voert hij verschillende aspecten aan die zijn terug te voeren op kwalificaties en gedrag van ondernemers. Deze aspecten lijken universeel, waarmee een link wordt gelegd naar het thema van onze verkenning. Volgens Peter Nijkamp kunnen migranten een grote rol spelen bij buitenlandse investeringen en – in nog sterkere mate – bij internationale handel. Door culturele factoren zullen migranten vaak gemakkelijker aanspreekpunten in het land van oorsprong weten te vinden. Uit studies naar de relatie tussen migratie en handel blijkt volgens hem dat er diverse mechanismen zijn waardoor migratie de internationale handel tussen land van oorsprong en bestemming bevordert. In de eerste plaats zijn er generieke inkomens- en handelseffecten ten gevolge van welvaartsgroei voortvloeiend uit economische efficiencytoename in relatie tot internationale arbeidsmigratie. Daarnaast leidt de vaak specifieke positie van migranten ertoe dat zij heel vaak in de handel terechtkomen en vanuit sterke marktniches een bijdrage leveren aan de bloei van de internationale handel. Vervolgens houden migranten meestal de contacten met hun land van oorsprong aan, en juist via deze kanalen wordt handel bevorderd. Eveneens houden migranten vaak een voorkeur voor de lokale producten uit hun thuisland, en ook deze vraag naar ‘nicheproducten’ zal internationale handel in de vorm van importen stimuleren. En ten slotte hebben migranten meer kennis van en inzicht in het functioneren van de economie in hun land van oorsprong. Daardoor zullen ook de transactiekosten van handel tussen twee landen lager uitvallen, een voordeel dat nog versterkt wordt door een betere beheersing van de taal in het land van oorsprong. Volgens Peter Nijkamp is de algemene conclusie uit de empirische literatuur dat migratie handelsbevorderend en dus welvaartsverhogend werkt. De omvang van importen en exporten kan per situatie verschillen, maar in het algemeen zullen de importeffecten groter zijn dan de exporteffecten. Hierbij speelt het opleidingsniveau van migranten een rol, evenals de verblijfsduur van een migrant: een hoger opleidingsniveau van migranten zal de transactiekosten van handel helpen verminderen, terwijl anderzijds een langere verblijfsduur van migranten tot minder contacten met het thuisland zal leiden, en dus tot minder communicatie en handel.
2.2
Diaspora-links en netwerken van migrantenondernemers Katja Rušinović 2 stelt het thema aan de orde vanuit het microperspectief van het gedrag van migrantenondernemers in Nederland. 1
Peter Nijkamp, Migratie in balans; Een ‘quick scan’ van migratie-impact analyses en tentatieve
implicaties voor Nederland, maart 2010, p. 41-42. 2
Katja Rušinović, Dynamic entrepreneurship; First and second-generation immigrant entrepreneurs in Dutch cities, Amsterdam, 2006, pag. 196-197.
6
Katja Rušinović laat in haar studie naar verschillen tussen eerste en tweede generatie immigranten ondernemers in Nederland zien dat transnationale netwerken en contacten voor beide groepen van belang zijn. Voor de tweede generatie zijn zij echter in mindere mate van belang dan voor de eerste generatie. Onder de eerste generatie heeft meer dan de helft van de ondernemers contacten in het herkomstland die van belang zijn voor het bedrijf, terwijl onder de tweede generatie dit percentage is afgenomen tot 35 procent. Deze contacten bestaan veelal uit familieleden en/of vrienden. De familieleden of vrienden helpen de ondernemers grofweg op drie manieren, namelijk met de financiering van de start, het leggen van zakelijke contacten in het herkomstland of het doen van zaken in het herkomstland voor de ondernemer. Een belangrijk verschil tussen de eerste en tweede generatie is de mate van transnationale betrokkenheid. Transnationale activiteiten zijn onder de tweede generatie minder vaak de hoofdactiviteit van het bedrijf, maar vormen een aanvulling op andere bedrijfsactiviteiten. Daarnaast reist de tweede generatie minder vaak naar het herkomstland voor transnationale activiteiten.
2.3
Diaspora-links bij innovatie en internationalisering Volgens de Monitor vrouwelijk en etnisch ondernemerschap1 kunnen diasporalinks een rol spelen bij innovatie bij etnische ondernemers. Gebaseerd op de binding van etnische ondernemers met het herkomstland (van de ondernemer zelf of van de ouders) kunnen vernieuwingen worden geïntroduceerd. Omdat etnische ondernemers kennis hebben van ondernemen in twee culturen en netwerken in twee landen kunnen hebben, kunnen er nieuwe zakelijke mogelijkheden worden aangeboord. Dit kan twee kanten uit: zakendoen vanuit Nederland met het herkomstland of introductie van producten en diensten vanuit het herkomstland op de Nederlandse markt. Een tussenvorm is het zakendoen met de bevolkingsgroep uit het herkomstland die zich heeft gevestigd in andere landen. Daarnaast wordt in de Monitor vrouwelijk en etnisch ondernemerschap aan diaspora-links gerefereerd in het kader van internationalisering. Over het algemeen is de zakelijke internationale dimensie van etnisch ondernemerschap beperkt, maar wel is sprake van een langzame toename. Het benutten van banden met twee landen geeft het zakendoen van de desbetreffende ondernemers een internationaal karakter. Daarnaast is er – nog steeds – een groep van importbedrijven die producten importeert vanuit de herkomstlanden van etnische groeperingen in Nederland. Vanouds waren deze bedrijven sterk gericht op afnemers uit dezelfde etnische groepering, maar er heeft inmiddels marktverbreding plaatsgevonden.
2.4
Migrantenondernemers en (ondernemers)organisaties Indien het vergroten van het bewustzijn van ondernemers inzake de kansen van diaspora-links en het aanpakken van belemmeringen die optimaal gebruik van diaspora-links voorkomen als beleidsthema’s worden geagendeerd, ligt het voor
1
Dennis Bleeker, Anne Bruins, Ro Braaksma, Monitor vrouwelijk en etnisch ondernemerschap 2010, EIM, Zoetermeer, maart 2011, pag. 77-79.
7
de hand organisaties die deel uitmaken van het ondernemerschapinstrumentarium en ondernemersorganisaties bij de implementatie daarbij een rol toe te denken. Volgens de Monitor vrouwelijk en etnisch ondernemerschap1 worden etnische ondernemers door organisaties die deel uitmaken van het reguliere ondernemerschapinstrumentarium echter nauwelijks bereikt. Dat is niet alleen een kwestie van taal. Ook verschillen in ondernemerschapscultuur spelen een rol. Voor veel etnische ondernemers is het instrumentarium niet, zoals voor autochtone ondernemers, een vanzelfsprekendheid. Daarnaast doet men makkelijk een beroep op (vermeende) deskundigheid in eigen kring. De organisaties uit het ondernemerschapinstrumentarium slagen er niet in hun meerwaarde duidelijk over te brengen. Ook wat betreft ondernemersorganisaties missen etnische ondernemers de aansluiting bij de reguliere organisaties. Zij organiseren zich bij voorkeur langs etnische lijnen, maar ook dat doet men niet in groten getale. Dit is de keerzijde van de grote mate van zelfredzaamheid, die kenmerkend is voor het etnische ondernemerschap. Het lijkt erop dat vooral de meer ambitieuze en grotere ondernemers van de tweede generatie zich organiseren. Met name onder deze ondernemers vinden businessclubs weerklank.
1
Dennis Bleeker, Anne Bruins, Ro Braaksma, Monitor vrouwelijk en etnisch ondernemerschap 2010, EIM, Zoetermeer, maart 2011, pag. 78.
8
3
Interviews
3.1
Etniciteit als kracht voor diaspora-links De interviews maken in de eerste plaats duidelijk dat ondernemerschap van migrantenondernemers meerwaarde kan hebben. De meerwaarde zit dan in het gebruikmaken van kennis en kunde van de eigen etnische achtergrond. Er is echter alleen sprake van meerwaarde als die kennis en kunde strategisch wordt ingezet bij de keuzes die de ondernemer maakt voor klantgroepen en producten, want het gebruikmaken van de eigen etnische achtergrond kan ook een teken van zwakte zijn. Ook de keuze voor het gebruikmaken van een diaspora-link en de wijze waarop daaraan invulling wordt gegeven, is onderdeel van de strategische keuzes die de ondernemer maakt. Vermoedelijk is het een kleine groep migrantenondernemers die specifiek gebruikmaakt van de eigen etnische achtergrond om een comparatief voordeel te behalen op de Nederlandse markt. Dit betreft dan ondernemers die hun etniciteit weten in te zetten om hulpbronnen aan te boren die niches in Nederland blootleggen. Deze ondernemers maken instrumenteel gebruik van netwerken om etnische niches te vinden. Het zijn vooral tweede generatie migrantenondernemers die hun kennis van twee samenlevingen positief gebruiken voor het bedrijf. Zich richten op twee werelden is voor deze ondernemers gemakkelijker dan voor eerste generatie migrantenondernemers, omdat zij zijn opgegroeid en onderwijs hebben gehad die kennis en kunde heeft bijgebracht die nodig is om ook op de autochtone markt te kunnen opereren. Zij richten zich daardoor niet exclusief op de eigen kring. Daarbij maken deze ondernemers meer dan andere migrantenondernemers gebruik van zakelijke netwerken. Onderdeel van het gebruikmaken van netwerken in twee werelden is het onderhouden en gebruikmaken van contacten in het land van herkomst. Deze tweede (of latere) generatie migrantenondernemers onderscheiden zich van hun – veel grotere groep - generatiegenoten die hun verworven kennis en kunde aanwenden om hetzelfde ondernemerschap te bedrijven als autochtone ondernemers. Het kunnen bemiddelen tussen verschillende culturen en met de etnische achtergrond een brugfunctie vervullen, niet alleen tussen verschillende landen maar ook richting autochtone ondernemers, versterkt de concurrentiepositie en kan bijdragen aan innovatie. Het biculturele aspect heeft meerwaarde voor innovatie, doordat er nieuwe product-marktcombinaties worden ontwikkeld en er tevens iets wordt toegevoegd aan het bestaande spectrum van ondernemerschap in Nederland.
3.2
Links met het land van herkomst Goederen De interviews maken duidelijk dat de zakelijke relaties van migrantenondernemers met het land van herkomst voornamelijk leiden tot import naar Nederland. Daarbij gaat het vooral om import van producten. De producten vormen een verbreding van het productenaanbod in Nederland, waarvoor afzet is onder de eigen
9
etnische groepering maar ook andere groeperingen, waaronder autochtonen. Er zijn migrantenondernemers die voor de import van producten uit het herkomstland de krachten hebben gebundeld in een inkooporganisatie. Kansrijke producten zijn ook producten die in de herkomstlanden van de emigrantenondernemers goedkoper kunnen worden geproduceerd, maar die overigens gelijk zijn aan in Nederland geproduceerde producten. Het kostprijsverschil dat import aantrekkelijk maakt, vormt anderzijds een belangrijke verklaring voor het feit dat export naar de herkomstlanden van veel minder betekenis is. Ook is de koopkrachtige vraag in diverse herkomstlanden onvoldoende om export interessant te maken. D i e n s te n Het palet is echter breder. Migrantenondernemers zijn actief op de Nederlandse markt voor arbeidsbemiddeling voor landgenoten. Op dit moment is dit met name aan de orde wat betreft Polen. Deze benutting van de diaspora-link met Polen heeft twee pijlers: gespecialiseerde arbeid van hoog niveau en goedkope arbeid. De inzet van de arbeid is in principe tijdelijk en nauw verbonden met de conjuncturele ontwikkeling in Nederland. Slechts een beperkt deel van aangetrokken arbeidskrachten voegt zich als nieuwe immigrant bij de reeds in Nederland gevestigde Polen. Overigens zou de nieuwe wetgeving met betrekking tot arbeidsbemiddeling (de Waadi) de op arbeidsbemiddeling gebaseerde diaspora-link kunnen reduceren. Er zijn ook migrantenondernemers die voor ondernemingen in Nederland markten voor levering van producten of diensten ontsluiten in het land van herkomst. Dit kan ook gebeuren voor investeringen of voor infrastructuurprojecten. De intermediaire functie van de onderneming van de migrantenondernemer is gestoeld op kennis van de taal, kennis van de handelspraktijk en - zeer belangrijk – op het zakelijke en politieke netwerk in het land van herkomst. Anderzijds is voor het vervullen van de intermediaire functie een goede inbedding van de migrantenondernemer in de Nederlandse zakenwereld een voorwaarde. De intermediaire functie kan zich uitstrekken tot meerdere landen als daar dezelfde taal (of een gemeenschappelijk gesproken andere taal) wordt gesproken en er sprake is van een overeenkomstige ondernemingscultuur. De zakelijke lijnen lopen daarbij niet naar een aldaar gevestigde gemeenschap uit het herkomstland van de migrantenondernemer in Nederland. Voorbeelden zijn de Midden- en Oost-Europese landen (op basis van Russisch als taal), landen in de Arabische wereld en de Turks sprekende regio. Deze diaspora-link heeft met name een goede kans van slagen als de economie en de zakelijke infrastructuur van het bestemmingsland voldoende is ontwikkeld (Turkije). Migrantenondernemers in Nederland zouden omgekeerd ook ondernemers in het land van herkomst kunnen introduceren op de Nederlandse (of West-Europese) markt. Migrantenondernemers kunnen de relaties met het land van herkomst ook benutten door toeristenstromen daarnaartoe te leiden of door vakantiehuizen in het herkomstland te verkopen aan Nederlanders. Wil dit goede kans van slagen hebben, dan zijn de voorwaarden hiervoor dat het land toeristisch aantrekkelijke elementen heeft en dat de toeristische infrastructuur op behoorlijk pijl is, zoals bijvoorbeeld geldt voor Turkije.
10
3.3
Links met diasporagemeenschappen in andere landen Uit de interviews komt het beeld naar voren dat er weinig sprake is van producten of diensten die door migrantenondernemers in Nederland wereldwijd langs de etnisch-culturele lijnen worden afgezet. Wel wordt genoemd dat er sprake is van import van specifieke voedingsmiddelen en kleding uit India door SurinaamsHindoestaanse ondernemers in Nederland. Deze handel wordt gefaciliteerd doordat veel Hindoestanen in Nederland, evenals in Suriname, het Hindoestani beheersen. Dat Hindoestanen in andere landen van de Hindoestaanse diaspora (Zuid-Afrika, Mauritius, Jamaica, Guyana) het Hindoestani niet beheersen, werpt een drempel op voor het benutten van diaspora-links met de Hindoestaanse gemeenschappen aldaar. De lijnen kunnen nog complexer zijn. Hoewel in Nederland Poolse winkels zijn opgekomen, worden Poolse producten in Nederland veel door Turkse winkeliers aangeboden. Het feit dat er enige verwantschap is tussen Poolse en Turkse producten zou hierbij een rol kunnen spelen.
11
4
Conclusie
De verkenning laat zien dat migrantenondernemers op verschillende manieren gebruikmaken van diaspora-links. Ondernemers die dat doen, benutten de specifieke mogelijkheden van een diaspora-link binnen het kader van hun strategische keuzes. Het gebruik van diaspora-links betreft meestal zakelijke relaties met het herkomstland van de migrantenondernemer. Wanneer de migrantenondernemer een taal spreekt die ook in andere (naburige) landen wordt gesproken, kan een bredere geografische spreiding aan de orde zijn. Als het gaat om goederen, is het veel vaker import uit dan export naar het herkomstland. Als het gaat om diensten, is de balans minder eenzijdig. Zo zien we migrantenondernemers die actief zijn met arbeidsbemiddeling vanuit het herkomstland en migrantenondernemers die toerisme naar het herkomstland organiseren. Ook bieden migrantenondernemers diensten aan aan andere (ook autochtone) ondernemingen wanneer deze de markt in het herkomstland willen betreden. Ondernemers die gebruikmaken van een diaspora-link zien dit als kans. Dit kan verklaren waarom geen aanwijzingen zijn gevonden voor specifiek met diasporalinks samenhangende belemmeringen. Indien het vergroten van het bewustzijn van ondernemers inzake de kansen van diaspora-links als beleidsthema wordt geagendeerd, moet er rekening mee worden gehouden dat migrantenondernemers door organisaties die deel uitmaken van het reguliere ondernemersinstrumentarium nauwelijks worden bereikt en dat weinig migrantenondernemers lid zijn van een ondernemersorganisatie.
12
De resultaten van het Programma MKB en Ondernemerschap worden in twee reeksen gepubliceerd, te weten: Research Reports en Publieksrapportages. De meest recente rapporten staan (downloadable) op: www.ondernemerschap.nl.
Recente Publieksrapportages A201313
28-03-2013
Concurrentie in het MKB
A201312
25-03-2013
Alles flex, is dat een mismatch?
A201311
09-04-2013
Challengers: hun kenmerken en succesfactoren
A201310
04-04-2013
Wie wordt werkgever?
A201309
16-04-2013
Oudedagsvoorziening in het MKB
A201308
11-04-2013
Benchmark klanten Qredits
A201306
21-02-2013
De waarde van sociaal ondernemerschap
A201305
24-01-2013
Grondstofschaarste?
A201304
02-04-2013
Gezocht: werklocatie 3.0
A201303
24-01-2013
Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2012 en
A201302
08-01-2013
Financiering van innovatie in het MKB
A201218
15-01-2013
Samen starten
A201217
17-01-2013
Inkomen, vermogen en dynamiek van zelfstandigen zonder
A201216
9-1-2013
A201215
19-12-2012
A201214
7-12-2012
Meer innovatie door buitenlanders?!
A201213
4-12-2012
Meerwaarde van studentbedrijven
A201212
4-12-2012
Duurzaam ondernemen in het MKB
A201211
12-11-2012
Global Entrepreneurship Monitor 2011 The Netherlands
A201210
19-11-2012
Gebruikers en communities
A201209
8-8-2012
Wagenpark MKB en Grootbedrijf 2010
A201208
6-7-2012
Nieuwe financieringsvormen voor het MKB
A201207
20-6-2012
Monitor Inkomens Ondernemers
A201206
20-6-2012
Een typologie van ondernemers met lage inkomens
A201205
28-6-2012
Kleinschalig Ondernemen 2012
A201204
30-5-2012
Hoe ondernemend zijn zzp'ers?
A201203
22-5-2012
Duurzaam ondernemen in het kantoorhoudende MKB
A201202
16-4-2012
Vergrijzing en ondernemerschap
2013 - Update december
personeel Financieringsmonitor topsectoren 2012 Ondernemen zonder personeel
A201201
4-4-2012
A201113
22-11-2011
Ondernemen in de Sectoren 2011
A201112
22-11-2011
Zelfbewust een Zelfstandige Positie
A201111
21-9-2011
Kerngegevens MKB 2011
A201110
25-8-2011
Financieringsmonitor 2011
A201109
22-8-2011
Arbeidsproductiviteitstrends in klein-, midden- en grootbe-
A201108
14-7-2011
Global Entrepreneurship Monitor 2010 The Netherlands
A201107
19-5-2011
Ondernemen voor de toekomst
A201106
27-4-2011
Trendstudie MKB en Ondernemerschap: Synthese
A201105
20-4-2011
Uitvinders in Nederland
A201104
28-4-2011
Kleinschalig Ondernemen 2010
A201103
10-3-2011
Trendstudie MKB en Ondernemerschap
A201102
8-3-2011
Monitor vrouwelijk en etnisch ondernemerschap 2010
A201101
5-1-2011
Startende ondernemers
Hoe werken bedrijven samen in projecten?
drijf 1995-2015
13
A201012
8-12-2010
Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid Global Entrepreneurship Monitor 2009 The Netherlands
A201011
16-11-2010
A201010
9-11-2010
A201009
14-10-2010
De arbeidsmarkt van Midden-Nederland
A201008
14-10-2010
Monitor Inkomens Ondernemers
A201007
30-9-2010
Stand van Zaken Zonder Personeel
A201006
23-6-2010
Internationale benchmark ondernemerschap 2010
A201005
31-5-2010
Bedrijfsbeëindigingen in het kleinbedrijf
A201004
april 2010
Octrooien in Nederland
A201003
12-4-2010
Ondernemen voor anderen!
A201002
15-2-2010
Een kwestie van ondernemen
A201001
11-1-2010
Innovatief ondernemerschap in detailhandel, horeca en am-
Ondernemen in de sectoren 2010 – 10 brochures
bacht A200918
1-12-2009
Slim en gezond afslanken
A200917
2-11-2009
Ondernemen in de Sectoren
A200916
30-10-2009
A200915
17-8-2009
Criminaliteitspreventie door kleine bedrijven
A200914
16-6-2009
Global Entrepreneurship Monitor 2008
A200913
15-5-2009
Internationale benchmark ondernemerschap 2009
A200912
20-5-2009
Kleinschalig Ondernemen 2009
A200911
3-4-2009
Kopstaartbedrijven
A200910
1-4-2009
Ondernemerschap in de wijk
A200909
27-3-2009
A200908
half juni 2009
A200907
24-3-2009
Monitor Inkomens Ondernemers
A200906
19-3-2009
Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid
A200905
17-3-2009
Afhankelijkheid in de metaalsector
A200904
12-3-2009
Beter inzicht in multicultureel ondernemerschap
Springen over de Grens
The Netherlands
Van werknemer tot ondernemer Review: Internationalisering van het Nederlandse MKB
Ten years entrepreneurship policy: a global overview
A200903
5-2-2009
A200902
13-1-2009
Toekomst concurrentiepositie MKB
A200901
13-1-2009
MKB in regionaal perspectief
A200815
19-12-2008
Succes met samenwerking
A200814
16-12-2008
Tijdelijke samenwerkingsverbanden in het Nederlandse MKB
A200813
8-12-2008
Sociaal ondernemerschap
A200812
8-12-2008
Ondernemen in de Sectoren
A200811
28-10-2008
A200810
23-9-2008
A200809
8-9-2008
Internationale benchmark ondernemerschap
A200808
3-9-2008
Nalevingskosten van wetgeving voor startende bedrijven
A200807
september 2008
A200806
18-9-2008
A200805
8-7-2008
Ondernemerschap in de zorg In- en uitstroom in de detailhandel
Stimulering van ondernemerschap in middelgrote gemeenten HRM-beleid in het MKB Global Entrepreneurship Monitor 2007 The Netherlands
A200804
14-7-2008
Kleinschalig Ondernemen 2008
A200803
26-6-2008
Ondernemerschap in de regio
A200802
27-3-2008
Herstructurering van winkelgebieden
A200801
25-2-2008
Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid
A200714
21-12-2007
Technologiebedrijven in het MKB
A200713
19-12-2007
MKB in regionaal perspectief
14