Onderzoeksvoorstel
VERKENNING WONDBEHANDELING IN NEDERLAND IN OPDRACHT VAN
Dr. HEW de Laat PAH van Mierlo – van den Broek M ANP Nijmegen 17 april 2011
ONDERZOEKSVOORSTEL
VERKENNING WONDBEHANDELING IN NEDERLAND
Samenvatting Doel van het onderzoek Het onderzoek moet antwoord geven op de vraag welke materialen er in de huidige praktijk gebruikt worden bij complexe wondzorg en welke evidence hieraan ten grondslag ligt.
Werkwijze Het project wordt uitgevoerd door een junior onderzoeker en wordt daarbij begeleid door een wetenschappelijk onderzoeker. De onderzoekers stellen een expertgroep samen die een doorsnede vormt van voorschrijvers, gebruikers, leveranciers en zorgverzekeraars.
Methode Het onderzoeksontwerp bestaat uit 3 onderdelen: 1 Veldverkenning om: vast te stellen welke materialen bij de behandeling van de verschillende type complexe wonden in alle typen zorginstellingen worden gebruikt en het in kaart brengen van de organisatie en financiering van de wondzorg in alle typen zorginstellingen. 2 Quick-scan van de literatuur- en bronnenonderzoek voor een conceptverheldering en indeling(en) van “complexe wond” naar de wetenschappelijke onderbouwing van de productgroepen zoals ingedeeld in het WCS wondenboek voor het verzamelen, beoordelen en vergelijken van (inter)nationale richtlijnen op het gebied van wondzorg. 3 Inventarisatie en kostenberekening per behandeling van vergoede en niet vergoede zalven en crèmes afzonderlijk, in combinatie met een verband of als onderdeel van een verband. Het project wordt uitgevoerd in 9 maanden. De startdatum is 1 juli 2011 (week 26 en de eindproducten (zie punt 4) worden opgeleverd voor of op 31 maart 2012 (week 13).
2
ONDERZOEKSVOORSTEL
VERKENNING WONDBEHANDELING IN NEDERLAND
Introductie De rol van verband bij de behandeling van wonden heeft zich ontwikkeld van passief (afdekken en absorberen) naar interactief (controleren microklimaat) en actief (afgeven of aanmaak stimuleren van stoffen die een rol spelen bij de wondgenezing). In 1994 heeft het CVZ onderzoek laten doen naar verbandmiddelen. Daarna zijn vele nieuwe producten op de markt gekomen. De Woundcare Consultant Society (WCS) heeft een wondenboek uitgegeven, waarbij men de verschillende producten in 19 productgroepen heeft opgedeeld (zie bijlage). Om tot een aanpassing te komen van de wet- en regelgeving is een verkenning van het zorgproces noodzakelijk. In dit voorstel wordt een plan van aanpak beschreven voor deze verkenning.
1 Afbakening en operationalisatie van de onderzoeksvragen De onderzoeksvraag, zoals door het CVZ geformuleerd is: welke materialen worden er in de huidige praktijk gebruikt bij complexe wondzorg en welke evidence ligt daaraan te grondslag? Uit de hoofdvraag zijn de volgende subvragen afgeleid: Wat wordt verstaan onder een complexe wond en welke soorten zijn te onderscheiden? Hoe is de (moderne) wondzorg in Nederland georganiseerd? Welke materialen – niet zijnde geregistreerde geneesmiddelen – worden bij behandeling van welke type wonden gebruikt? Welke wetenschappelijke onderbouwing (EBM – Quick scan) is er voor de toepassing van middelen uitgaande van het wondenboek van WCS, de productgroepen B, C, D, G, H, I, J, K, L, N, O, P? (zie bijlage 1). Welke richtlijnen zijn er op het gebied van de wondzorg en beoordeel en beschrijf deze Hoe wordt de wondzorg – zowel zorgproces als middelen – nu gefinancierd? Welke zalven en crèmes worden in de huidige praktijk vergoed als zijnde verbandmiddelen en wat zijn de kosten per behandeling? Wat zijn de kosten als hetzelfde werkzame middel geïntegreerd met een verband wordt gebruikt? Welke zalven en crèmes met een werkzame stof (al dan niet geïntegreerd met een verband) worden op dit moment niet vergoed omdat het zelfzorggeneesmiddelen zijn, en wat zijn de kosten? In het onderzoeksdesign om de onderzoeksvragen te beantwoorden wordt de dagelijkse praktijk vergeleken met resultaten van wetenschappelijk onderzoek (evidence) naar de effecten van deze materialen en met de professionele consensus over het gebruik van deze materialen die is vastgelegd in richtlijnen. Derhalve bestaat het onderzoeksontwerp uit 3 onderdelen: 3
ONDERZOEKSVOORSTEL
VERKENNING WONDBEHANDELING IN NEDERLAND
1.1 Veldverkenning om vast te stellen welke materialen bij de behandeling van de verschillende type complexe wonden in alle typen zorginstellingen worden gebruikt, om de organisatie en financiering van de wondzorg in alle typen zorginstellingen in kaart te brengen.
1.2 Quick-scan van de literatuur- en bronnenonderzoek voor een conceptverheldering en indeling(en) van “complexe wond”, naar de wetenschappelijke onderbouwing van de productgroepen zoals ingedeeld in het WCS wondenboek, voor het verzamelen, beoordelen en vergelijken van (inter)nationale richtlijnen op het gebied van wondzorg.
1.3 Inventarisatie en kostenberekening per behandeling van vergoede en niet vergoede zalven en crèmes afzonderlijk, in combinatie met een verband of als onderdeel van een verband.
2
Werkwijze
Bij aanvang van het onderzoek wordt een expertgroep samengesteld. Deze expertgroep is een doorsnede van voorschrijvers, gebruikers, leveranciers en zorgverzekeraars. De experts worden betrokken bij het verfijnen van de onderzoeksmethode, lezen en beoordelen van (tussentijdse) rapportages, dienen als vraagbaak, verstrekken informatie over het werkveld en zijn de sleutelfiguren tussen het veld en onderzoekers voor het verzamelen van informatie. Tevens wordt van de experts verwacht dat zij binnen hun werkveld in de rol van “opinion leaders” draagvlak creëren voor de uitkomsten van het project. De expertgroep bestaat uit: Onderzoeker (vz) Begeleider Verpleegkundig specialist Wondconsulent (klinisch) Wondconsulent (wijk) Wondconsulent (verpleeghuis) Praktijkondersteuner
Paramedicus (podotherapeut of huidtherapeut) Huisarts Medisch specialist Leverancier hulpmiddelen Beleidsmedewerker zorgverzekeraar Beleidsmedewerker CvZ
De expertgroepsleden worden geworven via de desbetreffende beroepsverenigingen en nemen zitting in de expertgroep zonder last of ruggespraak. 4
ONDERZOEKSVOORSTEL
VERKENNING WONDBEHANDELING IN NEDERLAND
De expertgroep komt vier keer bij elkaar. 2.1 Veldverkenning Het veld wordt gevormd door de patiënt, zorgprofessionals, de leverancier(s) en zorgfinancier (verzekeraar). Hoewel de patiënt centraal staat gaat het bij de beantwoording van de vragen in dit voorstel om de structuur van de zorgverlening en het professioneel gedrag van de zorgverleners. De veldverkenning bestaat uit 2 onderdelen: Focusgroepgesprekken met als doel om de aard van de wondzorg te beschrijven waar het gaat om de structuur (welke actoren) en de werkwijzen (voorschrift, verwijzing en uitvoering). Enquête met het doel om de omvang van de wondzorg te beschrijven 2.1.1 Focusgroepgesprekken Een focusgroepsgesprek is in dit verband een groepsinterview van professionals die zorg leveren vanaf het moment dat een patiënt met een complexe wond een zorgvraag heeft tot het beëindigen van de behandelingsrelatie. Dit onderzoeksvoorstel betreft uitsluitend de zorgvraag die samenhangt met de lokale behandeling van de (complexe) wond met materialen die onder de productgroepen vallen, zoals ingedeeld in het WCS wondenboek (zie bijlage 1). Daarmee is de diagnostiek en behandeling van de onderliggende oorzaak van de complexe wond, bijvoorbeeld diabetes, vaatlijden of COPD, geen onderdeel van dit onderzoek. Een veldverkenning door een focusgroepgesprek levert meer informatie op dan afzonderlijke interviews, omdat de betrokken professionals gestimuleerd worden op elkaar te reageren. Dit is belangrijk in een situatie waar de structuur waarlangs de zorg verleend wordt, het professioneel gedrag (voorschrijven, verwijzen, uitvoeren) en de verantwoordelijkheden onduidelijk zijn. De kern van het focusgroep gesprek is exploratie, waarbij het minder gaat om het verzamelen van individueel vergelijkbare data, maar om een overzicht te krijgen van motieven en gedragingen binnen de groep. Onder begeleiding van een gespreksleider wordt aan de hand van een lijst met te behandelen topics een gesprek gevoerd omtrent een aantal concrete thema’s binnen het zorgproces. Deze thema’s zijn: diagnostiek, verwijzing, behandeling & voorschrift, (bekendheid met) vergoeding uit (basis) verzekering, uitvoering van zorg, continuïteit van zorg/ coördinatie van zorg/ rapportage, evaluatie & nazorg, hoofdbehandelaarschap Potentiële deelnemers worden via hun beroepsorganisatie benaderd, waarbij het belang van deelname aan het interview wordt onderstreept. Echter, 5
ONDERZOEKSVOORSTEL
VERKENNING WONDBEHANDELING IN NEDERLAND
deelname gebeurt zonder last of ruggespraak. Vooralsnog worden de volgende beroepsbeoefenaren in het veldverkenning betrokken: huisarts, praktijkondersteuner, doktersassistent, wijkverpleegkundige, verpleegkundig specialist in de wijk, wondverpleegkundige of wondconsulent in de wijk, apotheker, medisch specialist, o dermatoloog, o vaat en/of plastisch) chirurg, o internist, o revalidatiearts, verpleegkundig specialist wondpolikliniek/ wondcentrum, wondverpleegkundige of wondconsulent op polikliniek. In dit voorstel wordt uitgegaan van 3 focusgroepbijeenkomsten om de benodigde gegevens te verzamelen. Het eerste en tweede gesprek leveren input voor verfijningsvragen in het tweede en derde gesprek. Voor de rol van gespreksleider zal een ervaren (kwalitatief) onderzoeker worden geworven binnen het onderzoeksinstituut van IQ-helathcare. De beoogd onderzoeker en begeleider zullen bij de gesprekken aanwezig zijn en de rol van notulist op zich nemen. De bijeenkomsten duren ongeveer drie uur en vinden plaats in een neutrale omgeving in het midden van Nederland. Elk gesprek zal met de gespreksleider worden voorbereid door de beide onderzoekers. Behalve de schriftelijke notulen worden van de gesprekken een audio-opname gemaakt. Voor de analyse van het verkregen materiaal worden de audio-opnames uitgeschreven. Vervolgens worden de interviews geanalyseerd, waarbij uitspraken onder de hierboven genoemde thema’s worden gerubriceerd. Als deze thema’s niet voldoen, zullen aanvullende thema’s worden gedefinieerd. Hierbij zijn de verslagen van de notulisten aanvullend. Vervolgens wordt een verslag voorgelegd aan de individuele leden van de focusgroep waarin de structuur en gedragingen (zorgactiviteiten) van de wondzorg worden beschreven. Het commentaar van deze schriftelijke ronde wordt verwerkt en indien nodig volgt er nog een tweede schriftelijke ronde. Ook kunnen korte aanvullende persoonlijke (telefonische) interviews worden overwogen voor nadere verheldering. Twee belangrijke partijen in het veld worden niet in de focusgroepbijeenkomsten betrokken, namelijk de zorgverzekeraars en de leveranciers van hulpmiddelen. Zij hebben geen rol in de directe zorg voor de patiënt. Met deze partijen worden door de onderzoeker afzonderlijke interviews gevoerd waar met name de thema’s de verwijzing, behandeling & voorschrift, uitvoering van zorg, hoofdbehandelaarschap besproken worden. Aanvullend zal in het 6
ONDERZOEKSVOORSTEL
VERKENNING WONDBEHANDELING IN NEDERLAND
interview met de zorgverzekeraar (door)gevraagd worden op de vergoeding van de productgroepen uit de (basis)verzekering en in het gesprek met de leverancier de inkoop en levering van producten. 2.1.2 Enquête Om de omvang van de wondzorg in Nederland in kaart te brengen wordt een enquête ontwikkeld en uitgetest door en voor behandelaars: (wond)verpleegkundigen, praktijkondersteuners, huisartsen en medisch specialisten. Deze behandelaars zijn lid van de expertgroep. De opdracht voor de expertgroep is het vaststellen van een vragenlijst. Voorlopig en zonder volledigheid na te streven liggen de volgende variabelen voor de hand: Demografische gegevens (leeftijd, geslacht, postcodegebied) Professionele discipline Type zorginstelling Afdeling Opleiding/ scholing Ervaring Vakkennis Rol: voorschrijver/ gebruiker Patiëntengroep(en) met wond, die door respondent het meest wordt behandeld. Type wond (waarin respondent zich het meest deskundig acht) Welk(e) proble(e)m(en) doet(n) zich het meest voor in de patiëntengroep/type wond waar de respondent zich het meest deskundig in acht, bijvoorbeeld: verminderde genezingstendens, infectie, exsudaat, pijn, geur, jeuk, etc. Type materiaal bij probleem volgens WCS productgroepen. Voorgeschreven gebruik, waaronder verbandwisselfrequentie. Geschatte tijdsduur voor de wondbehandeling per dag of per behandeling. Problemen bij feitelijk gebruik. Ervaringen met andere producten bij probleem. Organisatie van de wondzorg in de zorginstelling, zoals verwijzingsstructuur, verantwoordelijkheden, assortimentsbeheer. Deze opsomming van variabelen is voorlopig en sluit andere ideeën van leden van de expertgroep niet uit. Het ontwikkelen, uittesten van de invoerapplicaties, het ontwerp van een database en de verwerking van de data worden uitgevoerd door de datamanagementafdeling van IQ-healthcare in het UMC St Radboud. Voor de oproep om de vragenlijst in te vullen en de reminders wordt gebruik gemaakt van adresbestanden van de relevante beroepsorganisaties. De vragenlijst wordt via het internet op een beveiligde website (zie punt 5) ingevuld en wordt via de netwerken van de experts aangeboden aan: verpleegkundig specialisten in alle relevante zorginstellingen, wondconsulenten in alle relevante zorginstellingen, praktijkondersteuners, 7
ONDERZOEKSVOORSTEL
VERKENNING WONDBEHANDELING IN NEDERLAND
paramedici: o podotherapeut, o huidtherapeut, huisartsen, relevante medisch specialisten: o dermatologen, o internisten, o vaatchirurgen, o algemeen chirurgen, o plastisch chirurgen, o revalidatieartsen. Het invullen van de vragenlijst wordt gestimuleerd door verloting van een cadeau onder de respondenten. De analyse van de gegevens gebeurt met het statistisch analyse pakket SPSS® 18.0 of hoger. De resultaten zullen beschrijvend van aard zijn en worden gepresenteerd in overzichtelijke (kruis)tabellen (zie ook punt 3).
2.2 Quick-scan van de literatuur - en bronnenonderzoek Het begrip “complexe wond” kan naar verschillende situaties verwijzen: De normale wondgenezing is vertraagd of verstoord. De wondgenezing is normaal, maar de verzorging van de wond is complex en vereist specifieke kennis van vaardigheden. De wond bevindt zich in een moeilijk te verzorgen gebied, bijvoorbeeld vlak bij het oog. Gezien het projectdoel van de opdrachtgever lijkt definitie en de afbakening betrekking te hebben op de eerste situatie. Op basis van richtlijnen en de literatuur wordt de “complexe wond” gedefinieerd en afgebakend. In deze bronnen wordt gezocht naar definities van “vertraagde wondgenezing” (delayed wound healing) en verstoorde wondgenezing (disturbed wound healing). Synoniemen voor “complexe wond” (complex wound) zijn: chronische wond (chronic wound), slecht genezende wond (difficult/ hard to heal wound), zweer (ulcer). De definitie wordt voorgelegd aan de expertgroep en eventueel bijgesteld. Op basis van consensus wordt de definitie uiteindelijk vastgesteld. Vervolgens wordt een systematisch literatuur onderzoek verricht naar de wetenschappelijke onderbouwing van de productgroepen zoals ingedeeld in het WCS wondenboek. Hiervoor worden studies gezocht in elektronische databases. De databases waarin literatuur wordt gezocht zijn: MEDLINE, CINAHL, EMBASE, ISI web of science, Cochrane: systematic reviews en trialregisters: Cochrane: controlled trial register, Current Controlled Trials, ClinicalTrials.gov, Centre for Reviews and Dissemination (CRD): DARA, NHSEED, HTA. In de thesaurus van de databases worden de zoektermen of combinaties van zoektermen gezocht (z.g. MeSH Descriptors) waaronder onderzoeken naar de 8
ONDERZOEKSVOORSTEL
VERKENNING WONDBEHANDELING IN NEDERLAND
productgroepen zijn op te zoeken. Deze zoektermen worden gecombineerd (operator=AND) met relevante onderzoeken: ((comparative-study) or (controlled-clinical-trial) or (meta-analysis) or (multicenter-study) or (randomized-controlled-trial)) AND primaire uitkomstmaat: (mate van) wondgenezing en secondaire uitkomstmaten: wondgerelateerde problemen ( pijn, geur, exsudaat, etc.) De wetenschappelijke en vakliteratuur in het Nederlands zal gezocht worden via de Index van de Nederlandstalige Tijdschriftliteratuur: INVERT. Onderzoeken worden geïncludeerd voor verdere beoordeling aan de hand van een zogenaamde PICO-systematiek: P=Patiënt met nader gedefinieerde complexe wond I=Interventie met minstens één van de omschreven productgroepen. C=Controle interventie. O=Outcome/uitkomstmaat: De geselecteerde studies worden beoordeeld op relevantie, kwaliteit en bewijskracht. Indien een systematic review of meta-analyse naar de effecten van een bepaald(e) product(groep) voor handen is zal deze eerst op kwaliteit worden beoordeeld. Bij voldoende kwaliteit zullen de afzonderlijke studies waar de conclusies op zijn gebaseerd niet meer worden beoordeeld en worden de resultaten uit de systematic review of meta-analyse overgenomen. De data-extractie, beoordeling van de kwaliteit van de studies en het samenvatten van de resultaten gebeurt volgens Cochrane Handbook for Systematic Reviews of Interventions 5.1.0. (march 2011). Voor het beoordelen van de kwaliteit van systematic reviews wordt het AMSTAR-instrument gebruikt. De zoekstrategie wordt vooraf aan de leden van de expertgroep voorgelegd evenals de selectie van studies. De selectie gebeurt door beide onderzoekers onafhankelijk van elkaar. Hierbij wordt de selectie stap voor stap vastgelegd. De geselecteerde onderzoeken die in aanmerking komen voor een Quick-scan worden onafhankelijk door de onderzoeker en begeleider gelezen en beoordeeld. Het derde onderdeel van het literatuur- en bronnenonderzoek is het selecteren en beoordelen van richtlijnen waarin complexe wondzorg wordt voorgeschreven. De richtlijnen worden gezocht het National Guideline Clearinghouse (VS), National Library of Guidelines (GB), CBO bv (voorheen Stichting Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg CBO) en beroepsorganisaties. De kwaliteit van deze richtlijnen wordt beoordeeld aan de hand van het AGREE-instrument. Het AGREE Instrument is een product van The AGREE Collaboration (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation). Dit is een internationaal samenwerkingsverband van onderzoekers uit 13 landen met als doel de methodologie van richtlijnontwikkeling en -implementatie te 9
ONDERZOEKSVOORSTEL
VERKENNING WONDBEHANDELING IN NEDERLAND
onderzoeken en op elkaar af te stemmen. Het AGREE Instrument en de Nederlandse vertaling ervan zijn (mede) tot stand gekomen door de inbreng IQhealthcare, het onderzoekscentrum op het terrein van kwaliteit en veiligheid van het UMC St Radboud (zie ook punt 8) en de Universiteit Maastricht en het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO.
2.3 Inventarisatie en kostenberekening Zalven en crèmes die als wondverzorgingsmiddel worden geleverd en verbanden die deze stoffen bevatten worden geselecteerd uit catalogi. Van de geselecteerde producten worden de kosten per behandeling berekend. De kosten worden bepaald door de productprijs, materialen voor de verwerking en arbeidstijd. De arbeidstijd is een onderdeel van de enquête onder de behandelaars en zorgverleners. Bovendien kan door deskundigen in de expertgroep een inschatting van de arbeidstijd worden gemaakt. Indien het resultaat van de enquête op dit punt en de inschatting van de expertgroepleden in belangrijke mate van elkaar verschillen kan een tijdsmeting in een proefopstelling in een skills-lab overwogen worden.
3 Beoogd tijdspad Het project wordt uitgevoerd in 9 maanden. De startdatum is 1 juli 2011 (week 26 en de eindproducten (zie punt 4) worden opgeleverd voor of op 31 maart 2012 (week 13). Het project wordt als volgt gefaseerd: Van
Tot
(weeknr)
(weeknr)
26(2011) 26(2011) 26(2011) 30(2011) 34(2011) 34(2011) 44(2011) 32(2011) 37(2011) 49(2011) 3(2012) 6(2012)
13(2012) 13(2012) 29(2011) 33(2011) 41(2011) 43(2011) 47(2011) 36(2011) 52(2011) 2(2012) 8(2012) 12(2012) 13(2012) (zie bijlage2)
Activiteit “Over all” organisatie en coördinatie van het project Samenstellen van een werkgroep + onderhouden contacten Ontwikkelen van vragenlijst(en) Uittesten van invoerapplicaties Focusgroepbijeenkomsten Mobiliseren en stimuleren van respondenten in relevante netwerken Bewerken/ analyseren van verkregen data Literatuuronderzoek: definiëren en afbakenen van de "complexe wond" Literatuuronderzoek (evidence) Zoeken en beoordelen van relevante richtlijnen Catalogusonderzoek + ( tijdsmeting indien nodig) Schrijven van het eindrapport Eindpresentatie van resultaten aan de opdrachtgever
10
ONDERZOEKSVOORSTEL
VERKENNING WONDBEHANDELING IN NEDERLAND
4 Op te leveren producten Tussentijdse presentatie van de resultaten van de focusgroepbijeenkomsten, de eerste resultaten van het literatuur/bronnenonderzoek en de algehele voortgang van het project aan de opdrachtgever. De inhoud van de presentatie zal vooraf aan de expertgroep worden voorgelegd. Eindrapport in 3 delen: veldverkenning, literatuuronderzoek, kostenberekening. In dit rapport wordt van elk onderdeel de opdracht of vraagstelling, de methode, de werkwijze en de resultaten beschreven met daaraan toegevoegd een beschouwing en eindconclusies. Presentatie van resultaten aan de opdrachtgever. De onderzoekers zullen na de afronding van het project zich inspannen om de resultaten te verspreiden door: De verzorging van presentaties op relevante nationale congressen in 2012/2013. publicatie van resultaten in vakliteratuur. afhankelijk van de resultaten wordt een (Engelstalige) wetenschappelijke publicatie aangeboden aan een nog nader te bepalen tijdschrift.
5 (beschikbaarheid van) in te zetten personeel De onderzoekswerkzaamheden worden verricht door een verpleegkundig specialist die voor de duur van 9 maanden hier full time voor wordt vrijgesteld. Deze verpleegkundig specialist wordt daarbij begeleid door een gepromoveerd wetenschappelijk onderzoeker en tevens verpleegkundig specialist. Beiden werken in het UMC St Radboud. De begeleider heeft een directe relatie met de leerstoelhouders Verplegingswetenschap en Paramedische Wetenschappen. Deze leerstoelen zijn onderdeel van IQ-healthcare, een international centre of excellence; één van de grootste onderzoekscentra op het terrein van kwaliteit en veiligheid van zorg in Europa. De gespreksleider voor de focusgroepdiscussie wordt geworven binnen het onderzoeksteam van IQ-healtcare. Deze bijeenkomsten zijn gepland in september/oktober. Over deze termijn is de beschikbaarheid geen probleem.
6 beoogde inzet/samenwerking met andere organisaties dan wel onderzoekers van buiten de eigen organisatie De beoogd onderzoeker en begeleider zijn beiden werkzaam in het UMC St Radboud respectievelijk op de afdeling Heelkunde en Plastische chirurgie Daarnaast hebben zij relevante posities binnen (inter)nationale netwerken waar 11
ONDERZOEKSVOORSTEL
VERKENNING WONDBEHANDELING IN NEDERLAND
experts langs korte lijnen geraadpleegd kunnen worden en waarbinnen vragenlijsten ontwikkeld en verspreid kunnen worden: Trustee van de European Pressure Ulcer Avisory Panel (EdL) Lid van de V&VN wondconsulenten (EdL) Lid van de Nederlandse Organisatie Voor Wondverpleegkundigen (NOVW) (EdL) Voorzitter van de commissie chirurgische wond- en stomazorg / lid van het bestuur bij de WCS (Woundcare Consultant Society) (PvM). Lid van de recent opgerichte Nederlandse AdviesRaad Wondzorg (Dutch Advisory Board Woundcare) (EdL) Lid van de ledenraad van het Wondplatform Nederland (EdL/PM) Lid van de projectgroep voor de ontwikkeling van de richtlijn “decubitus” en “smetten” binnen V&VN (EdL) Via deze netwerken en professionele contacten is er laagdrempelig contact met (leden van) netwerken van gebruikers, voorschrijvers en leveranciers, die voor een verkenning van de wondzorg in Nederland van belang zijn, zoals: V&VN Eerstelijnsverpleegkundigen V&VN Verpleegkundig specialisten / nurse practitioners De Nederlandse Vereniging van Praktijkondersteuners (NVvPO) De beroepsorganisatie voor diabeteszorgverleners (EADV) Nederlandse Vereniging van Podotherapeuten (NVvP) Nederlandse Vereniging van Huidtherapeuten (NVH) Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVH) Nederlandse Vereniging voor Plastische chirurgie (NVPC) Nederlands Huisartsengenootschap (NHG) Nederlandse Internisten Vereniging (NIV) Vereniging van specialisten in ouderengeneeskunde (Verenso) Cluster wondbehandeling van de brancheorganisatie voor medische hulpmiddelen (Nefemed).
7 gewenste inzet van het CVZ Een korte laagdrempelige ingang bij het CVZ is een waarborg voor de voortgang van het project. Het voorstel is om een beleidsmedewerker van het CVZ zitting te laten nemen in de expertgroep. De beleidsmedewerker is beschikbaar voor: de beantwoording van vragen in het algemeen m.b.t. zorgverzekering(swet) en tarieven, het verschaffen van relevante en actuele (interne) notities, rapporten en catalogi.
8 competentieprofielen / CV's van de in te zetten medewerkers evenals de naam van de eindverantwoordelijke medewerker
12
ONDERZOEKSVOORSTEL
VERKENNING WONDBEHANDELING IN NEDERLAND
Profiel van de onderzoeker Personalia Naam: Voornamen: Geboortedatum: Functie: Afdeling: Bedrijf: Adres: Postcode/ plaats: Telefoon : Email:
Patricia van Mierlo-van den Broek Patricia Arnoldina Hendrina 14 december 1973 verpleegkundig specialist Heelkunde/ Orthopedie UMC St Radboud Postbus 9101 6500 HB Nijmegen 024-3613807
[email protected]
Mevr. PAH (Patricia) van Mierlo – van den Broek M ANP is momenteel werkzaam op de afdeling heelkunde / orthopedie van het UMC St Radboud te Nijmegen als verpleegkundig specialist traumatologie en wondzorg. Haar specialisatie op het gebied van wondzorg omvat de behandeling van acute en chronische / slecht genezende wonden. Huidige werkzaamheden bestaan o.a. uit poliklinische spreekuren waar patiënten komen voor het evalueren van de wondgenezing en het indiceren / uitvoeren van wondgerelateerde (be)handelingen. Verder worden ook klinische consulten t.a.v. de behandeling en verzorging van wonden verleend. Daarnaast heeft ze aan diverse afdelings- en ziekenhuisbrede projecten meegewerkt (bijvoorbeeld het opzetten van een gezamenlijk wondspreekuur voor de specialismen heelkunde, orthopedie, kinderchirurgie en plastische chirurgie en de Europese aanbesteding van Negatieve Druk Therapie). Buiten het UMC St Radboud is zij landelijk actief op vakinhoudelijk terrein als commissielid bij de WCS (Woundcare Consultant Society). Activiteiten die hieruit voortvloeien liggen op het gebied van lesgeven, artikelen schrijven voor nieuwsblad en het organiseren van een tweejaarlijks wondcongres in de Jaarbeurs in Utrecht. Ze geeft regelmatig (nationaal en internationaal) scholingen en presentaties tijdens (wondgerelateerde) congressen en masterclasses.
Profiel van de begeleider/ eindverantwoordelijke medewerker Personalia Naam: Voornamen: Geboortedatum: Functie: Afdeling: Bedrijf: Adres: Postcode/ plaats: Telefoon : e-mail:
Erik de Laat Henricus Embertus Wilhelmus 10 december 1956 verpleegkundig specialist Plastische Chirurgie UMC St Radboud Postbus 9101 6500 HB Nijmegen 06-53355278
[email protected] 13
ONDERZOEKSVOORSTEL
VERKENNING WONDBEHANDELING IN NEDERLAND
Dr HEW (Erik) de Laat is werkzaam op de afdeling plastische chirurgie van het UMC St Radboud te Nijmegen als verpleegkundig specialist en behandelt patiënten met slecht genezende wonden. Tevens is hij is voorzitter van de Adviesraad Verpleegkundigen en Paramedici (VAR) in het UMC St Radboud en is als opleider verbonden aan de Radboudzorgacademie (zie punt 9). In een netwerk van onderzoekers (Nursing Science Nijmegen) is hij nauw verbonden met de leerstoel Verplegingswetenschap van het UMC St Radboud. Deze leerstoel staat onder leiding van zijn promotor prof. dr. Th. Van Achterberg. De leerstoel is onderdeel van IQ-healthcare. IQ healthcare is het afgelopen decennium uitgegroeid tot een international centre of excellence; één van de grootste onderzoekscentra op het terrein van kwaliteit en veiligheid van zorg in Europa. Buiten het UMC St Radboud is hij landelijk en internationaal actief in commissies op vakinhoudelijk (EPUAP, Wondplatform) en professioneel (V&VN) terrein.
9
Een beschrijving van recent uitgevoerde, soortgelijke opdrachten De projectmatige ontwikkeling en implementatie van een ziekenhuisbrede en ICspecifieke richtlijn decubitus. Dit project heeft geleid tot een proefschrift in 2006. (zie punt 10). Daarnaast heeft de Laat in 2009 een unieke opleiding “wondverpleegkunde” opgezet. Deze opleiding is tot stand gekomen nadat hij van 2004-2006 meewerkte aan de opzet van de tweejarige opleiding tot decubitus- en wondconsulent van het Erasmus MC. In die periode constateerde hij een groot verschil tussen de tot dan toe zonder enige opleiding functionerende wondverpleegkundige/consulent en het ambitieniveau van de nieuwe Rotterdamse opleiding waar een masterniveau werd nagestreefd. Samen met een werkveldadviescommissie ontwikkelde hij een verpleegkundige vervolgopleiding. Dit resulteerde in een 9 maanden durende praktijkopleiding die qua opzet en zwaarte overeenkomt met andere door het College Zorg Opleidingen (CZO) erkende opleidingen, zoals de opleiding tot Dialyseverpleegkunde. In 2010 startte 18 studenten met de opleiding en studeerden er 16 in 2011 af. Eén student die voortijdig de met opleiding stopte is dit jaar opnieuw gestart en één student heeft de praktijkstage uitgesteld. Dit jaar zijn in april 20 studenten gestart met de opleiding.
10 lijst met sleutelpublicaties van uw organisatie Proefschrift De Laat E. Critical Pressure: pressure ulcer care in critically ill patients and hospitalised patients at large [thesis] Radboud University Nijmegen Medical Centre; 2006
Wetenschappelijke (scientific peer reviewed) publicaties De Laat EHEW, Van den Boogaard MHWA, Spauwen PHM, Van Kuppevelt HJM,
14
ONDERZOEKSVOORSTEL
VERKENNING WONDBEHANDELING IN NEDERLAND
Van Goor H, Schoonhoven L. Faster Wound Healing With Topical Negative Pressure Therapy in Difficult to Heal Wounds. A Prospective Randomized Controlled Trial. Annals of Plastic Surgery 2011. In Press. Van den Boogaard MHWA, De Laat EHEW, Spauwen PHM, Schoonhoven L. The effectiveness of topical negative pressure in the treatment of pressure ulcers: a literature review. European Journal of Plastic Surgery 2008 De Laat E, Schoonhoven L, Grypdonck M, Verbeek A, de GR, Pickkers P, et al. Early postoperative 30 degrees lateral positioning after coronary artery surgery: influence on cardiac output. Journal of Clinical Nursing 2007 Apr;16(4):654-61. De Laat EH, Pickkers P, Schoonhoven L, Verbeek AL, Feuth T, Van Achterberg T. Guideline implementation results in a decrease of pressure ulcer incidence in critically ill patients. Crit Care Med 2007 Jan 23;35:815-20. De Laat EH, Schoonhoven L, Pickkers P, Verbeek AL, Van Achterberg T. Epidemiology, risk and prevention of pressure ulcers in critically ill patients: a literature review. J Wound Care 2006 Jun;15(6):269-75. De Laat EH, Schoonhoven L, Pickkers P, Verbeek AL, Van Achterberg T. Implementation of a new policy results in a decrease of pressure ulcer frequency. Int J Qual Health Care 2006 Apr;18(2):107-12 De Laat EH, Scholte Op Reimer WJ, Van Achterberg T. Pressure ulcers: diagnostics and interventions aimed at wound-related complaints: a review of the literature. J Clin Nurs 2005 Apr;14(4):464-72. Heinen MM, Van Achterberg T, op Reimer WS, van de Kerkhof PC, De Laat E. Venous leg ulcer patients: a review of the literature on lifestyle and pain-related interventions. J Clin Nurs 2004 Mar;13(3):355-66. Bours GJ, De Laat E, Halfens RJ, Lubbers M. Prevalence, risk factors and prevention of pressure ulcers in Dutch intensive care units. Results of a cross-sectional survey. Intensive Care Med 2001 Oct;27(10):1599-605. De Laat E. Drukletsel bij IC-patiënten; een literatuuronderzoek. Verpleegkunde, 1997 (12), 4-14.
Overige Publicaties Van Mierlo- van den Broek P, De Laat E. Negatieve druktherapie. Nurse Academy 2010; nummer 4: 31-36 De Laat E. Wondere wondgenezing. Nurse Academy 2010; nummer 2: 18-24 De Laat E. Onderzoeksbespreking. Madentherapie bij patiënten met een open been. Tijdschrift voor Verpleegkundigen (TVZ) 2010;120(4):39. Van Mierlo – van den Broek P. Multi center studies kunnen meer inzicht geven in de werkzaamheid van producten en behandeling. Nederlands Tijdschrift voor Wondverzorging; 2009; nummer 10: 26 De Laat E. Palliatieve wondzorg. Voorkom decubitus, óók in de palliatieve fase. Nursing 2009;15(maart):20-2. De Laat E. Onderzoeksbespreking. Effect van hars uit de Noorse Spar op decubituswonden. Tijdschrift voor Verpleegkundigen (TVZ) 2009;119(2):18. Van Mierlo – van den Broek P. Chronische wonden reinigen: het gebruik van een spoelvloeistof, gel of verband met polyhexanide eventueel gecombineerd met betaine. WCS Nieuws; 2009; nummer 2: 43-44 De Laat HEW, Kemps HHLM. Diagnostiek en interventies bij decubitusgerelateerde pijn, een literatuuronderzoek. Pijn Info 2008;(17):25-35. De Laat E. Wondoppervlakte als maat voor wondgenezing [onderzoeksbespreking]. Tijdschrift voor Verpleegkundigen (TVZ) 2008;118(2):39. Van Mierlo – van den Broek P Casus van een patiënt met een (traumatische) wond aan het onderbeen. WCS-website 2004. http://www.wcs.nl/wiki/bekijk/307
Hoofdstukken in boeken 15
ONDERZOEKSVOORSTEL
VERKENNING WONDBEHANDELING IN NEDERLAND
Van Mierlo – van den Broek. Wonden en wondverzorging. In: Sesink EM, Jüngen IJD, Kerstens JAM. De verpleegkundige in de AGZ. Algemene verpleegkundige zorg. 1e druk. Houten; Bohn Stafleu van Loghum, 2010: 187-225. De Laat HEW. Wondzorg. In: Van Achterberg T, Bours GJJW, Eliens AM, Strijbol NCM (editors). Effectief Verplegen 1: Handboek ter onderbouwing van het verpleegkundig handelen. 3e geheel herziene druk. Dwingeloo: Kavanah; 2008. p. 513-49. De Laat HEW, Spauwen PHM, Van der Vleuten CJM. Wondzorg bij patiënten met decubitus. In: Poot E, Mintjes-de Groot J, Weststrate J, Van der Eerden L, Adriaansen M. (editors). Decubitus te lijf. Houten: Bohn Stafleu van Lochum; 2008. p. 116-50
16
ONDERZOEKSVOORSTEL
VERKENNING WONDBEHANDELING IN NEDERLAND
BIJLAGE 1 De Woundcare Consultant Society (WCS) heeft een wondenboek uitgegeven, waarbij men de verschillende producten in 19 productgroepen heeft opgedeeld. De onderzoeksvragen in dit onderzoek betreffen alleen de vetgedrukte productgroepen. A. Absorberende, niet verklevende verbanden B. Alginaten; C. Antibacteriële producten; D. Enzymatische en andere necrose-oplossers; E. Fixatiemateriaal; F. Gazen en kompressen; G. Geurneutraliserende verbanden; H. Hemostatische materialen; I. Huidvervangende wondbedekkers; J. Hydro-actieve verbanden; K. Hydrocolloïden; L. Hydrogels; M. Reinigende vloeistoffen en verbanden; N. Schuimverbanden; O. Siliconen verbanden; P. Transparante wondfolies; Q. Vette gazen en wondcontactmaterialen; R. Wondrand- en huidbeschermers; S. Overige producten.
17
Samenstellen van een expertgroep + onderhouden contacten Ontwikkelen van vragenlijst(en) Uittesten van invoerapplicaties Mobiliseren en stimuleren van (respondenten in) relevante netwerken Bewerken/ analyseren van verkregen data Literatuuronderzoek: definiëren en afbakenen van de "complexe wond" Literatuuronderzoek (evidence): selecteren en beoordelen van de literatuur Zoeken en beoordelen van relevante richtlijnen
2011
reminders
2012
mei juni juli augustus september oktober november december januari februari maart 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
respontieperiode
eindrapportage
Focusgroepbijeenkomsten (voorbereiding, uitvoering en verslaglegging)
start project
tussentijdse rapportage
Catalogusonderzoek + ( tijdsmeting indien nodig) Schrijven van het eindrapport Eindpresentatie van resultaten aan de opdrachtgever “Over all” organisatie en coördinatie van het project,
BIJLAGE 2
VERKENNING WONDBEHANDELING IN NEDERLAND ONDERZOEKSVOORSTEL
18