nieuws Dit is het achtentwintigste nummer van de CREMnieuwsbrief. In deze twee keer per jaar verschijnende nieuwsbrief wordt een aantal projecten van CREM BV besproken. Reacties naar: CREM BV Spuistraat 104d 1012 VA Amsterdam telefoon 020 - 6274969 fax 020 - 6266539 e-mail:
[email protected] Website: www.crem.nl Oplage: 3000 Ontwerp: Frank Beekers Opmaak: LandGraphics
voorjaar/zomer 2007
Terugblikken en vooruitzien: Voortgang maatschappelijk verantwoord ondernemen Wat is de stand van zaken ten aanzien van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) in Nederland en hoe kan MVO de komende tijd verder worden gestimuleerd? Dit zijn de twee vragen die centraal stonden in het voortgangsonderzoek MVO dat CREM in samenwerking met NovioConsult Van Spaendonck in februari heeft afgerond. In het onderzoek is een overzicht gegeven van de richtlijnen en instrumenten die de afgelopen jaren zijn ontwikkeld, zijn belangrijke trends beschreven en zijn op basis van de voortgang en de ervaringen de afgelopen jaren aanbevelingen geformuleerd voor de toekomst. Belangrijke trends zijn bijvoorbeeld de groeiende aandacht voor ketenverantwoordelijkheid (bedrijven spreken ook hun toeleveranciers aan op duurzaamheid), de groeiende rol van de financiële sector (aandacht voor duurzaamheid in kredietverstrekking en beleggen) en een trend van niche naar mainstream. Deze laatste trend speelt zowel op het terrein van keurmerken als bedrijven. Voorbeelden zijn de Rainforest Alliance en Utz Kapeh keurmerken voor agrarische producten die zich, in tegenstelling tot het vertrouwde Max Havelaar keurmerk, veel meer op een mainstream markt richten. Deze trends, én de 1000ste CREM project! oproepen vanuit het Nederlands grootIn april van dit jaar heeft CREM de 1000e opdracht bedrijf en het MKB in haar bestaan gekregen. Het betrof een project aan de Nederlandse voor het Centrum ter Bevordering van Import uit overheid om sterontwikkelingslanden (CBI). Het CBI geeft op diverse ker in te zetten op manieren ondersteuning en voorlichting aan duurzaam ondernebedrijven in ontwikkelingslanden die naar de EU men, illustreren het willen exporteren. Het eerste CREM project dateert momentum dat is overigens uit 1989. Dit was een opdracht van de ontstaan om MVO toenmalige AVI Noord in Amsterdam die tot doel de komende jaren had om verschillende verwijderingopties voor afge(nog) sterker van de dankte (personen)autobanden te analyseren. grond te krijgen.
MVO trend: steeds meer aandacht voor duurzaamheid in ‘mainstream’ ketens (foto: Steve Dibblee)
Het Voortgangsonderzoek Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen 2001-2006 is in februari door de voormalige staatssecretaris van Economische Zaken Van Gennip aangeboden aan de Tweede Kamer. Het rapport is te downloaden via de website van het ministerie van Economische Zaken. Meer informatie: Wijnand Broer (
[email protected])
CREM nieuwsbrief
2
Voedselverspilling meetbaar door sorteeranalyses aanbieden. CREM zal voedselverspilling standaard mee blijven nemen in de sorteeranalyses.Aandeel voedselverspilling in huishoudelijk restafval (najaar 2006)
Meer informatie: Marcel van Westerhoven (
[email protected])
B uw bo og
ho
bo
uw
A
uw
og
bo w ni e
w
ho
eu
eu eu ni
ou
de
ni
la e gs
rlo
w
bo ag
w lla
0,7 1,9
vo
or
oo
bo
uw
en ijk
ijk vi
w
uw
la
2,1 3,1
1,3 2,9
0,2 2,3
uw
1,1 2,4
en
en
rp
1,4 4,6
ag
bo
brood voedselresten
1,2 6,4
gewicht - %
verschillende bebouwingstypen doet, is het mogelijk verbanden te zoeken tussen voedselverspilling en achtergrondkenmerken. Figuur 1 geeft als voorbeeld een overzicht van recent in restafval aangetroffen aandelen aan voedselresten (inclusief brood) voor verschillende bouwtypen in twee Noordhollandse regio’s. De figuur laat opvallende verschillen in de mate van voedselverspilling zien: 8 van 2,5% van al het afval 7 (in gewicht) in een oude 6 nieuwbouwwijk tot maar 5 liefst 7,6% in een villawijk. 4 De hoeveelheid brood 3 varieert van minimaal 0,4 2 2,5 0,2% tot maximaal zelfs 1 2,1% van het restafval. 0 Overigens konden al deze woningtypen hun GFT-afval ook gescheiden do
CREM voert voor gemeenten regelmatig sorteeranalyses van huishoudelijk restafval uit. Hierdoor wordt niet alleen zichtbaar welk deel van de herbruikbare afvalstromen nog in het afval zit, maar tevens geven de sorteeranalyses inzicht in de mogelijkheden om de hoeveelheid restafval via hergebruik en preventie terug te dringen. Eén van die stromen, die momenteel sterk in de belangstelling staat, is voedselresten. Hiermee worden de voor de mens eetbare producten bedoeld, die in het restafval zitten. Hierbij kan nog onderscheid worden gemaakt tussen “onaangeroerd” (bijvoorbeeld een hele appel of een onaangebroken pak koekjes) en “aangeroerd” (bijvoorbeeld een half pak vla of een paar plakken brood). CREM levert deze informatie aan de opdrachtgevende gemeenten, maar ook aan andere instanties, zoals Milieu Centraal. Omdat CREM regelmatig sorteeranalyses voor
Training EU-markttoegang voor ontwikkelingslanden In opdracht van het CBI (Centrum ter Bevordering van Import uit ontwikkelingslanden) geeft CREM regelmatig presentaties en workshops over Europese markteisen voor producten uit ontwikkelingslanden. De exacte focus van deze presentaties en workshops verschilt per keer, al naar gelang de sector en doelgroep, en is sector-specifiek, maar heeft altijd tot doel exporteurs en intermediaire organisaties in ontwikkelingslanden te informeren over díe aspecten waarvoor importeurs in de Europese Unie
eisen stellen op het terrein van productveiligheid en de milieu- en sociale aspecten van productie. Door exporteurs te informeren over díe aspecten die Europese importeurs belangrijk vinden, kunnen zij beter anticiperen op deze markteisen, en er uiteindelijk ook aan voldoen. Daarnaast wordt in deze presentaties altijd aandacht besteed aan de informatie die CBI beschikbaar heeft voor haar doelgroep, en hoe exporteurs en Business Support Organisations uit CBI doelgroeplanden deze vaak complexe informatie het beste kunnen
interpreteren en vervolgens toepassen. Enkele voorbeelden van onderwerpen waar CREM een bijdrage aan heeft geleverd zijn: • Workshop Market Access Requirements for Garments (Karachi, Pakistan). CREM’s bijdrage was gericht op de MVO onderwerpen productveiligheid en sociale en milieuaspecten van de productie van kleding en textiel. • Workshop Market Access Requirements for Processed fruits and vegetables (Belgrado, Servië). Marieke Weerdesteijn van CREM zal in deze workshop aandacht besteden aan de Europese wetgeving voor voedingsmiddelen. • Verschillende presentaties over Market Access Requirements tijdens seminars die door CBI worden gegeven in Rotterdam of op locatie, voor exporteurs, medewerkers van Business Support Organisations of commercial attachés. Voor meer informatie: Marieke Weerdesteijn (
[email protected])
(Foto CREM)
CBI’s market information database: www.cbi.nl/marketinfo
CREM nieuwsbrief
3
Marktonderzoek voor exporteurs uit ontwikkelingslanden CBI, een afdeling van het Nederlands Ministerie van Buitenlandse zaken, heeft als doel de invoer uit ontwikkelingslanden te bevorderen door het verstrekken van uitgebreide marktinformatie. CBI heeft CREM gevraagd om verscheidene marktonderzoeken te actualiseren. Op het moment concentreert CREM zich op onderzoeken naar de markten natuursteen én medische instrumenten en wegwerpproducten binnen de Europese
Unie en haar lidstaten. Hierna volgen vergelijkbare onderzoeken naar andere markten, waaronder die van keramische producten. Naast het leveren van de meest recente handelscijfers, concentreren de onderzoeken zich op ontwikkelingen in productie, consumptie, markttoegang en distributiemogelijkheden. Elk marktonderzoek zal bestaan uit een EU-overzicht alsmede afzonderlijke landoverzichten van de
meest interessante lidstaten. In de natuursteenmarkt is een groeiende markt voor producenten uit ontwikkelingslanden, evenals in de markt van medische instrumenten en wegwerpproducten binnen de EU. In de natuursteenmarkt is de grootste groei gerealiseerd in de markt van de bewerkte eindproducten. Hierdoor is de groei van de invoer van onbewerkt natuursteen, zoals blokken en plakken, verminderd. In de markt van medische
instrumenten en wegwerpproducten, concentreren ontwikkelingslanden zich vooralsnog op producten en componenten met een hoog volume en lage waarde. Er zijn echter wel aanwijzingen dat de EU steeds meer technologisch geavanceerde producten uit ontwikkelingslanden invoert. Meer informatie: Patrick Peters (
[email protected]) of Maarten de Jong (
[email protected])
Toeristen betalen voor koraalbehoud in de Rode Zee? Het prachtige koraal met haar bewoners is de belangrijkste toeristische attractie van de Rode Zee kust in Egypte. In 2005 trok met name dit koraal zo’n 2 miljoen buitenlandse toeristen. De populariteit van dit gebied vormt echter steeds meer een bedreiging voor het rif,en daarmee ook voor de toeristische sector zelf. Er zijn op sommige plekken te veel snorkelaars en duikers, waardoor het koraal beschadigd raakt. Met name de snelle toeristische ontwikkeling van het zuidelijk deel van de Egyptische Rode Zee baart veel mensen zorgen. Tegen deze achtergrond hebben TUI Nederland, OAD, WWF Nederland en het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken (DGIS) het initiatief genomen om te onderzoeken wat de toeristische sector zelf zou kunnen doen om het Rode Zee koraal en dus de kwaliteit van het toeristische product te behouden. In dit kader wordt gedacht aan ‘Public-Private Partnerships’. In maart heeft CREM samen met een Egyptisch consultantbedrijf (EQI in Caïro) de aan toerisme gerelateerde problemen geanalyseerd, bekeken welke maatregelen al door de Egyptenaren zelf zijn genomen, aan welke aanvullende maatregelen behoefte is, welke Egyptische stakeholders van belang zijn, en met name in hoeverre de Egyptische toeristische sector, de overheid en lokale NGO’s geïnteresseerd zijn om met internationale partners (zoals Europese tour operators) samen te werken om de
problemen op te lossen. De conclusie is dat die belangstelling bij alle lokale partijen aanwezig is. Men is ervan doordrongen dat er meer werk moet worden gemaakt van de bescherming van het koraal omdat het gebied anders op den duur uitsluitend low budget bezoekers zal trekken.
crete afspraken gemaakt moeten worden. Eén van de gesprekspunten is de mogelijke oprichting van een fonds dat zal worden gevuld met inkomsten uit of via de toeristische sector zelf. Uit dit fonds kunnen vervolgens diverse concrete beschermende maatregelen worden gefinancierd.
De vervolgstap voor dit initiatief is een ronde tafel conferentie in september, waarin con-
Meer informatie: Victor de Lange (
[email protected]) (Foto Dejan Sarman)
CREM nieuwsbrief
4
Van theorie naar praktijk: de gedragscode voor de natuursteensector Het rapport ‘From Quarry to Graveyard’, dat door CREM in samenwerking met SOMO in opdracht van de Landelijke India Werkgroep en SNM in 2006 is opgesteld, heeft geleid tot de oprichting van een Werkgroep Duurzame Natuursteen. In deze groep zijn behalve de genoemde vier organisaties, ook enkele bedrijven én brancheorganisatie ABN vertegenwoordigd. Het doel is om maatschappelijk verantwoord ondernemen in de natuursteensector vorm te geven. Een eerste product van de Werkgroep, bedoeld om de duurzaamheid van de keten te verbeteren, is een concept gedragscode. Deze gedragscode belicht de eisen en normen voor arbeids- en sociale kwesties, én milieuen economische aspecten, zodat internationale ketenverantwoordelijkheid handen en voeten kan worden gegeven. Maar hoe haalbaar is implementatie van deze gedragscode in de praktijk? Welke aspecten vragen in het bijzonder de aandacht? Hoe kan naleving worden gecon-
troleerd? In één van de belangrijkste natuursteenproducerende landen – India – heeft CREM tijdens veldwerk de code besproken met Indiase stakeholders. Centraal stond de keten van RMP Grafmonumenten uit Schimmert (Limburg), die haar monumenten door Heritage Granites in India laat produceren. CREM heeft met RMP verschillende granietgroeves, de verwerkingsfabriek, de brancheorganisatie, vakbonden en NGO’s bezocht en geïnterviewd. Een journaliste van Radio Nederland Wereldomroep maakte tegelijkertijd een reportage over de werkzaamheden van RMP. Alle betrokken partijen ondersteunen het invoeren van een gedragscode. Wel zijn er duidelijk tegenstrijdige geluiden te horen als het gaat over de mate waarin bepaalde aspecten echt een duurzaamheidprobleem zijn. Op basis van de resultaten uit India zal de Werkgroep zich verder concentreren op veldwerk in China, het vervolmaken van de gedragscode, het implementatieproces en het creëren van draagvlak binnen de natuursteensector in Nederland, Europa en producerende landen. Meer informatie: Jolanda van Schaick (
[email protected])
Duurzaam inkopen
(Foto Radio Nederland Wereldomroep)
Kiezen voor duurzaam papier De keuze voor duurzamer papier is voor drukkerijen en vormgevers niet eenvoudig. Duurzaamheid is slechts één van de mogelijke criteria in de papierkeuze, er zijn verschillende keurmerken op de markt en ook de producenten zelf communiceren over hun duurzaamheidsprestaties via duurzaamheidsverslagen en zogenaamde ‘paper profiles’ (een overzicht van milieugegevens voor een specifieke papiersoort). Drukkerij Raddraaier heeft, in samenwerking met verschillende andere partijen, waaronder Green Wish, het initiatief genomen om een instrument te
ontwikkelen dat goed aansluit bij de praktijk van drukkers en vormgevers, en waarmee een duurzame papierkeuze wordt vereenvoudigd. CREM zal zich binnen dit project buigen over de duurzaamheidsaspecten van papier en de keuzemogelijk heden. Natuurlijk wordt één en ander afgestemd op de ontwikkelingen rond duurzaam inkopen door de Nederlandse overheid (papier is hierbinnen een belangrijke productgroep). Meer informatie: Wijnand Broer (
[email protected])
Overheidsorganisaties geven jaarlijks een bedrag van €30 miljard uit aan inkopen en aanbestedingen en kunnen daardoor een belangrijke voorbeeldfunctie vervullen voor bedrijven en burgers én een belangrijk verschil maken in markten waar de overheid prominent aanwezig is. Werk maken van duurzaam inkopen is daarom een essentieel onderdeel van maatschappelijk verantwoord ondernemen door overheden. Bij de Rijksoverheid staat duurzaam inkopen inmiddels hoog op de agenda. De doelstelling is dat in 2010 de gehele rijksoverheid 100% duurzaam in gaat kopen. Voor andere overheden is dat 50% van het inkoopbudget. De ontwikkeling van de duurzaamheidscriteria en bijbehorende documenten wordt gecoördineerd door SenterNovem. CREM ondersteunt SenterNovem hierbij door middel van advies, marktverkenningen (welke eisen zijn haalbaar en voldoende ambitieus?), het opstellen van conceptcriteria en het uitwerken van de toelichtingen bij iedere productgroep (‘basisdocumenten’). Voor de criteria worden drie duurzaamheidsniveaus onderscheiden: eisen, wensen en innovatieve criteria. Met de eisen wordt vastgelegd wat de Nederlandse overheid als duurzame inkoop beschouwd (en dus meetelt in de 2010 doelstelling). De wensen en innovatieve criteria zijn bedoeld voor overheden die verder willen gaan dan de (minimum)eisen. In de basisdocumenten worden de criteria toegelicht, voorbeelden voor bestekteksten opgenomen en wordt de verificatie (controle van de eisen) uitgewerkt. Productgroepen waar CREM inmiddels aan heeft meegewerkt zijn bedrijfskleding, kantoormeubilair, kantoorpapier, drukwerk, catering, schoonmaak, computers, tonercartridges en kantoorapparatuur. Meer informatie: Wijnand Broer (
[email protected])
CREM nieuwsbrief
5
Maatschappelijk verantwoord ondernemen in Oeganda Met welke eisen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen krijg je als exporteur naar de Europese Unie te maken? Welke gedragscodes voor toeleveranciers hanteren supermarktketens en grootwinkelbedrijven en hoe kun je hier op inspelen? Deze vragen stonden centraal tijdens een driedaagse training van 19 tot en met 21 februari in Kampala, Oeganda. In opdracht van het CBI verzorgde CREM hier een training voor 35 bedrijvenen BSO’s (business support organisa
tions). Aan de hand van presentaties en opdrachten werden de deelnemers bekend gemaakt met de ins en outs rond maatschappelijk verantwoord ondernemen en de relevantie voor hun sector en bedrijf. De training stelt de bedrijven in staat om beter in te spelen op de sociale eisen en milieueisen eisen die afnemers in Europa stellen aan producten en productieprocessen in ontwikkelingslanden. Meer informatie: Wijnand Broer (
[email protected])
MVO training in Oeganda (Foto CREM)
Leren voor Duurzame Ontwikkeling in een mondiale context Door globalisering komen veel bedrijven in Noord-Brabant in aanraking met ontwikkelingslanden. Leveranciers, investeringen en afzetmarkten zijn divers en internationaal. Mede door deze ontwikkelingen is het relevant om MVO in een mondiale context te bezien. Maar hoe ga je in de praktijk om met cultuurverschillen? Wat doe je als de beïnvloedingsmogelijkheden in de keten beperkt zijn? Waar is informatie beschikbaar als het gaat om mogelijkheden of problemen? Een oplossing kan zijn om samenwerking te zoeken met een externe stakeholder, bijvoorbeeld NGO’s, universiteiten of overheden. Dergelijke partnerships worden zowel internationaal, als door de Nederlandse overheid sterk gestimuleerd. Het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling van de provincie Noord-Brabant, geeft Jumbo Supermarkten (Veghel),
groente- en fruitimporteur Van Dommele (Breda) en toeroperator Miles Travel de kans om hun kennis op het gebied van mondiaal MVO te verdiepen. Welke MVO problematiek en kansen komen zij tegen? Kunnen specifieke acties worden geïdentificeerd om actief op deze kansen in te spelen? Is het mogelijk om een partnership aan te gaan met een externe stakeholder? CREM ondersteunt de organisaties in dit traject. Vanuit de maatschappelijke organisaties nemen de COSsen in NoordBrabant aan het project deel. De ervaringen uit dit initiatief zullen worden verspreid onder stakeholders in Noord-Brabant en Nederland. Meer informatie:Jolanda van Schaick (
[email protected])
Milieurendementstoets in beeld De door CREM en de gemeente Oosterhout ontwikkelde milieurendementstoets is nu als website beschikbaar. De website is op maat gemaakt voor de gemeente Oosterhout, maar kan voor elke gemeente naar eigen inzicht en smaak worden aangepast. De website maakt het mogelijk om alternatieven voor een bepaalde activiteit te vergelijken op de milieueffecten (‘gebeurtenissen’) en het milieurendement. Natuurlijk is deze milieurendementstoets geen vervanging voor een milieueffectrapportage of een levenscyclusanalyse, maar voor veel vraagstukken is dat ook niet nodig. Het resultaat is een prioritering van de alternatieven, van de ‘Beste milieu-keus’ tot maximaal de ‘5e milieu-keus‘. Op een overzichtelijke manier worden alle relevante ingevoerde gegevens en informatie samengevat, zodat voor een ieder inzichtelijk is welke uitgangsKlinkers, beton of asfalt: de BESTE KEUS met de milieurendementstoets (Foto IStockphoto)
punten zijn gehanteerd. Dit maakt de discussie over de gemaakte keuzes helder en het resultaat controleerbaar. De milieurendementstoets kan veel tijd besparen omdat de gebruiker strak langs alle milieuthema’s wordt geleid en omdat de prioritering door het model zelf gebeurt. Andere betrokkenen kunnen (met een wachtwoord) toegang krijgen tot de ingevulde toets, een kopie maken en zelf zaken naar eigen inzicht aanpassen. In de praktijk blijkt dat de verschillen bij het invullen, zeker na overleg, klein zijn. Het model is ook goed te gebruiken om verbeteropties door te rekenen, die de prioritering van de alternatieven kunnen beïnvloeden. Meer informatie: Frits Steenhuisen (
[email protected])
CREM nieuwsbrief
6
Toekomst GFT De komende jaren loopt voor veel gemeenten het contract met verwerkers van GFT-afval af. CREM ondersteunt gemeenten en regio’s bij de keuze van de toekomstige GFT-verwerker. De eerste vraag waar gemeenten zich voor gesteld zien, is of ze wel of niet door moeten gaan met het inzamelen van GFT-afval. Vanwege de financiële en de milieuvoordelen kiezen de meeste gemeenten voor continuering van de inzameling.
De tweede vraag, is welke verwerkingswijze de voorkeur heeft. De twee technieken die in Nederland worden gebruikt, zijn composteren en vergisten. Het voordeel van vergisten is dat naast compost ook biogas wordt geproduceerd. De laatste jaren zijn nieuwe, veelbelovende technieken in opkomst. Hierbij ontstaan biobrandstoffen zoals biodieselproductie, pyrolyse en vergassen. Deze nieuwe technieken zijn op de middellange termijn wellicht op grote schaal toe te passen,
hetgeen voor gemeenten een reden kan zijn om geen lange termijn contracten af te sluiten. Tenslotte is van belang welke criteria gemeenten moeten hanteren bij de keuze tussen verwerkers. Daarbij gaat het niet alleen om de techniek (met zijn eigen kosten en milieuvoordelen), maar ook om bijvoorbeeld overslag, logistiek, transportafstand en transportmiddel. CREM kan behulpzaam zijn bij het ontwikkelen van afwegingscriteria om milieueffecten in de aanbeste-
ding mee te wegen, zoals een paar regio’s inmiddels hebben gedaan. Eventueel kan worden bekeken hoe hoog de potentiële verwerkers maatschappelijk verantwoord ondernemen in het vaandel hebben staan. Ook bij de aanbestedingsprocedure zelf kan CREM een rol spelen, bijvoorbeeld bij het opstellen van een eisenpakket.
Meer informatie: Marcel van Westerhoven (
[email protected])
Partnerships voor Habitat Het Habitat Platform heeft CREM gevraagd partnerships tussen Nederlandse bedrijven en NGO’s tot stand te brengen, die zich gezamenlijk willen inzetten voor het oplossen van habitatproblemen in ontwikkelingslanden. De kracht van partnerships schuilt vooral in de samenwerking op het gebied van expertise, netwerken, naamsbekendheid bij specifieke doelgroepen en toegang tot nieuwe subsidiestromen. Het project heeft geleid tot drie voorgenomen samenwerkingsrelaties. De eerste potentiële partnership heeft betrekking op een NGO op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, en een grote multinationale onderneming die diverse ‘bottom of the pyramid’ producten maakt voor arme bewoners in ontwikkelingslanden. De tweede samenwerking is tussen een gemeente, een woningbouwcoöperatie en een bedrijf gespecialiseerd in duurzame energie, en handelt over een duurzaam huisvestingsproject in Zuid-Afrika. Het derde initiatief is van een Nederlands-Ethiopische joint-venture en een onderwijsinstelling, en is gericht op het stimuleren van duurzaam en ‘community-based’ toerisme
(Foto Vera Bogaerts)
in Ethiopië. Ook zal binnen dit voorgenomen partnership worden gewerkt aan de realisatie van een toerisme opleiding in Ethiopië. In het kader van dit Habitat project is ook bijgedragen aan een matchmaking bijeenkomst tijdens de Wereld Habitat dag, en is een brochure samengesteld met praktische tips voor het aangaan van dergelijke samenwerkingsrelaties gemaakt. De brochure is verkrijgbaar bij CREM of het Habitat Platform (zie www.habitatplatform.nl). Meer informatie: Victor de Lange (
[email protected])
Diftar: preventie of lekverliezen? Het gebruik van gedifferentieerde tarieven (diftar) voor de huisvuilinzameling kan diverse redenen hebben: meer preventie en hergebruik, eerlijkheid volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’ en zuiverheid door minder bedrijfsafval bij het huisvuil.
heid deze kosten te beïnvloeden. Uit onderzoek is gebleken dat de totale hoeveelheid afval in gemeenten zonder diftar en met een volumesysteem toeneemt, terwijl het in dezelfde periode in gemeenten met de flexibele diftarsystemen sterk is afgenomen.
Bij diftar worden verschillende systemen gebruikt, zoals betalen naar volume van de container en de meer flexibele systemen: betalen per lediging, betalen per kilogram, combinaties hiervan, en de ‘dure afvalzak’. Via diftar worden de burgers bewust van de kosten die afvalverwijdering met zich meebrengt en hebben ze tevens een mogelijk-
CREM is van mening dat deze afname voor een deel veroorzaakt wordt door preventie en minder bedrijfsafval, maar ook voor een substantieel deel door het ‘weglekken’ van afval naar: een container op het werk, de open haard, in vrij toegankelijke containers binnen of buiten de eigen gemeente etc. In sommige gemeenten is het percentage
huishoudens dat nooit afval aanbiedt zelfs gestegen tot 10%. CREM vindt dat de gemeente verantwoordelijk is voor deze ‘lekverliezen’ en de soms schadelijke milieu-effecten er van. Voordat een gemeente besluit over te gaan tot diftar werkt het verhelderend ook deze kant van de zaak te belichten. In enkele gemeenten heeft CREM hierover een presentatie gegeven aan het bestuur en de raad. Meer informatie: Frits Steenhuisen (
[email protected])