‘Deze aanpak bespaart veel geld’ ‘We zijn gelijkgestemden’ ‘Er is geen peil op te trekken’
2012
Inhoud 4 VSV in de kinderschoenen
22 Bijeenkomst
7 Burenplicht
traumaregistr atie
8 Samenwerking ROAZ-regio’s 10 Meetperiode 13 Code Rood 16 Steunpunt OTO 18 Emergo Train System
6 GHOR verbindt en coördineert
19 CBRN-trein 21 Landelijke Traumaregistratie 24 Gezamenlijke visitatie 28 Overzichten MICU 29 FDM in Hollands jasje 30 AKO: what’s in a name?
17
HaROP ziet levenslicht
26 Buiten de gebaande paden en
15
Monique Bugel
‘ZiROP.nl maakt veel los’ 2
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
In het netwerk van het Netwerk Acute Zorg Zwolle worden veel afkortingen en namen gebruikt. Hieronder een overzicht van de afkortingen gebruikt in deze uitgave Afkortingenlijst: AIS Abbreviated Injury Scale AKO Acute Kinder Opvang BRN Biologisch, Radiologisch, Nucleair CBRN Chemisch Bacteriologisch Radiologisch Nucleair CVA Cerebro Vasculair Accident ETS Emergo Train System FDM Fundamental Disaster Management GGD Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst GGZ Geestelijke Gezondheidszorg GHOR Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen HAP Huisartsenpost HaROP Huisartsen Rampenopvangplan IC Intensive Care IGZ Inspectie voor de Gezondheidszorg ISS Injury Severity Score LHIC Landelijk Hoofdenoverleg Intensive Care LNAZ Landelijk Netwerk Acute Zorg MICU Mobiele Intensive Care Unit NICE stichting Nationale Intensive Care Evaluatie OK Operatiekamer OTO Opleiden, Trainen en Oefenen ProMISe datamanagementsysteem RAV Regionaal Ambulance Vervoer ROAZ Regionaal Overleg Acute Zorg RTT Regionale Trauma Training RvB Raad van Bestuur SEH Spoedeisende Hulp TAZ Thema-avond Acute Zorg UT Universiteit Twente VSV Verloskundig Samenwerkings Verband ZiROP Ziekenhuis RampenOpvangPlan
De inrichting van de acute zorg is volop in beweging en de uitkomst is allerminst zeker. De ene zorgaanbieder beschouwt concentratie en spreiding als een uitdaging, voor de andere is het een regelrechte bedreiging. ‘Daarom is het mooi dat we elkaar steeds beter weten te vinden. Niet alleen binnen het Netwerk Acute Zorg Zwolle, maar ook als netwerken onderling. Want problemen én oplossingen stoppen niet bij de eigen voordeur of bij de regiogrens’, verzekert
Olie in de motor H
et feit dat ketenpartners in de acute zorg elkaar steeds beter weten te vinden en zelfs over regiogrenzen heen kijken, biedt nieuwe kansen. Die wil om er samen de schouders onder te zetten, geeft mij veel energie en voldoening.
Gijs van Aken, hoofd Netwerk Acute Zorg Zwolle.
Verbinden om te verbeteren
D
e toenemende samenwerking is op meer niveaus zichtbaar. Een goed voorbeeld is de nauwe band tussen Acute Zorg Euregio in Enschede en het Netwerk Acute Zorg Zwolle. ‘Sinds 2012 wordt de visitatie op het gebied van traumachirurgie gezamenlijk opgepakt. Daarmee hebben Enschede en Zwolle samen een landelijke primeur.’ Een ander voorbeeld is het uitrollen van de regionale traumatraining (RTT). Een training die enkele jaren geleden in de Euregio is ontwikkeld en die nu - onder regie van Netwerk Euregio - in de Zwolse regio wordt aangeboden. ‘Waarom zelf iets ontwikkelen als je ook gebruik kunt maken van elkaars initiatieven?’ Het overleg van de managers Acute As heeft eveneens vruchten afgeworpen. Van Aken verwijst naar het opzetten van een periodiek overleg voor IC-hoofden in de regio. Een ander wapenfeit betreft het realiseren van gestructureerde regionale (bij)scholing van SEHen IC-medewerkers.
Het Netwerk Acute Zorg Zwolle doet er alles aan om deze samenwerking te bevorderen. Wij ondersteunen, begeleiden, initiëren en organiseren. We zetten onze ketenpartners bij elkaar en geven hen de gewenste ondersteuning om de acute zorg in regionale samenhang zo goed mogelijk in te richten. In die zin fungeert het netwerk als smeermiddel, we zijn als olie in de motor. Maar onze partners in de regio houden altijd de inhoudelijke regie. Ook in 2013 blijven we investeren in onze functies: registratie binnen de acute zorg, het bevorderen van kennis en kunde en het verbinden van onze ketenpartners. Die verbinding leidt naar mijn stellige overtuiging tot meer afstemming, kortere lijnen en uiteindelijk betere acute zorg. Het belang van de patiënt met een acute zorgvraag staat altijd centraal. Want daarvoor zijn de Netwerken Acute Zorg opgericht!
•
Uitdagingen
FOTO: GERLINDE SCHRIJVER
Tegelijkertijd zijn er ook uitdagingen. ‘In 2013 ligt de focus op onderzoek en opleiding, daar is zowel verdieping als verbreding mogelijk.’ Verder wil Van Aken de bekendheid van zijn organisatie verder verbeteren. ‘Niet alle ketenpartners hebben altijd even scherp wat de netwerken Acute Zorg voor hen zouden kunnen betekenen. Als netwerk kunnen wij ondersteunen, begeleiden, faciliteren, verbinden of onderzoeken, maar altijd op aangeven van de ketenpartners. De ketenpartners houden zelf de regie op de inhoud’, benadrukt Van Aken. Uitgangspunt is en blijft om de acute zorg zodanig in te richten dat we continuïteit en kwaliteit van de acute zorg in onze regio te allen tijde borgen. En dat in het belang van de patiënt met een acute zorgvraag.’
•
Gijs van Aken, hoofd Netwerk Acute Zorg Zwolle
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
3
KETENPARTNERS
VSV in de kinderschoenen Samen de best mogelijke verloskundige zorg van Nederland leveren. Dat is de primaire doelstelling van het Verloskundig Samenwerkings Verband (VSV) Zwolle, dat in 2012 geleidelijk vorm kreeg. ‘De tijd waarin alle ketenpartners in de geboortezorg hun eigen koers volgden, is voorbij. We kunnen niet meer zonder elkaar’, betoogt Dokie de Bont, eerstelijns verloskundige en secretaris van het Zwolse VSV-bestuur.
D
e oprichting van het VSV Zwolle (per 1 januari 2013) is geen puur regionale aangelegenheid; lande-
lijk schieten dit soort samenwerkingsverbanden als paddenstoelen uit de grond. Aanleiding: de relatief hoge perinatale
sterfte in Nederland en de roep om een expliciet en goed functionerend VSV. De strengere inspectie-eisen betekenen overigens niet dat de Zwolse geboortezorg nu volledig op de schop moet. ‘Integendeel, in deze regio bestonden al talloze overlegstructuren. Van de verloskundemiddagen en het transmuraal overleg tot perinatale audits en complicatie- en echobesprekingen’, somt De Bont op. ‘Het is vooral zaak om deze activiteiten beter op elkaar te laten aansluiten en de samenwerking tussen de ketenpartners te verbeteren. Het gaat om meer eenduidigheid, transparantie en coördinatie.’
Paraplu
Het Zwolse VSV-bestuur met v.l.n.r. Jose van Dalen, eerstelijns verloskundige en algemeen bestuurslid, Sanne Beens, tweedelijns verloskundige en penningmeester, Dokie de Bont, eerstelijns verloskundige en secretaris, en Hans Beekhuis, gynaecoloog en voorzitter.
Volgens de secretaris krijgt het VSV een cruciale rol in dat proces. ‘Het VSV vormt de paraplu waar alle ketenpartners onder geschaard worden. ‘Het VSV vormt het centrale aanspreekpunt, coördineert en initieert.’ Een concreet voorbeeld is het opstellen van transmurale protocollen die voor alle betrokkenen goed toegankelijk zijn. ‘In 2013 lanceren we een website waarop alle relevante informatie wordt gebundeld.’ Daarnaast wordt een actieve inzet van alle VSV-partners verwacht. ‘De nadruk ligt op een gezamenlijke inbreng en terugkoppeling. Korte lijntjes, daar draait het om.’
•
Samen sterk in crisissituaties Samen sterk! Onder die titel hield GGNet op 7 november 2012 een werkconferentie over de meerwaarde van krachtenbundeling in de 7x24-uurs dienst. ‘In crisissituaties hebben huisartsen, ambulancemedewerkers, politieagenten en crisisdienstmedewerkers elkaar hard nodig. Samenwerking is
4
De noodzaak om de rijen te sluiten, werd eind jaren negentig steeds duidelijker. Bij de verschillende ketenpartners bestond veel onduidelijkheid over ieders rol en verantwoordelijkheden in acute psychiatrische situaties. Voor GGNet was die situatie reden genoeg om te investeren in communicatie en samenwerking. ‘Door tijdig goede afspraken te maken, voorkom je verwarring en onbegrip in acute situaties.’
essentieel om in acute situaties goede zorg te kunnen
Kruisbestuiving
bieden’, benadrukt Karin Freriks, manager bij GGNet.
Het bleef niet bij mooie woorden. Zo verzorgt GGNet regelmatig scholingen op de Politieacademie. Verder zijn met zowel ambulance-
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
Buren spreken dezelfde taal Acute Zorg Euregio en het Netwerk Acute Zorg Zwolle zijn al jaren goede buren. Aanvankelijk bleef het contact beperkt tot afstemming op hoofdlijnen, maar sinds 2011 krijgt deze samenwerking steeds meer vorm. ‘Door gezamenlijk op te trekken, spreken we dezelfde taal. Daardoor kunnen we bij rampen en crises sneller én beter handelen’, verklaart Joost Hofhuis, coördinator
E
en goed voorbeeld van deze samenwerking is het gezamenlijk overleg van ZiROP-beheerders. ‘Zij volgen hetzelfde opleidingstraject en dat leidt tot uniformiteit op het gebied van opleiden, trainen en oefenen. Als zich een calamiteit voordoet, hanteren alle ziekenhuizen binnen beide regio’s dezelfde werkwijze. Die uniformiteit komt de kwaliteit van de opgeschaalde zorg ten goede’, verklaart Hofhuis.
Informatiecoördinatoren Een tweede grensoverschrijdend project is de samenwerking op het gebied van netcentrisch werken. Beide regio’s hebben besloten om hun informatiemanagement tijdens rampen op dezelfde leest te schoeien. In het verlengde daarvan is ervoor gekozen om de scholing van de nieuwe informatiecoördinatoren op elkaar af te stemmen. Om de drempels verder te verlagen, zijn in 2012 pilotdagen georganiseerd. ‘Voor de informatiecoördinatoren een mooie gelegenheid om ervaringen uit te wisselen’, vindt de coördinator. Op CBRN-gebied weten beide regio’s elkaar eveneens te vinden. Zo maakt Acute Zorg Euregio dankbaar gebruik van de handreiking die door de westerburen is opgesteld. Ook de opleiding van kwartiermakers wordt gezamenlijk opgepakt.
FOTO: NETWERK ACUTE ZORG ZWOLLE
OTO bij Acute Zorg Euregio.
Joost Hofhuis, coördinator OTO bij Acute Zorg Euregio: ‘Uniformiteit komt de kwaliteit van de opgeschaalde zorg ten goede.’
Bereidheid Volgens Hofhuis verloopt het contact met ‘Zwolle’ in een prima sfeer. ‘We hebben bijna dagelijks contact, die lijnen zijn heel kort.’ Bovendien bestaat er een grote wederzijdse bereidheid om informatie te delen. ‘Als je samenwerking nastreeft, is dat natuurlijk een randvoorwaarde.’ En ook al is Acute Zorg Euregio veel kleiner dan zijn Zwolse buurman, van Calimerogevoelens is geen sprake. ‘We streven dezelfde doelen na en daarin versterken we elkaar. In onze samenwerking zijn we volstrekt gelijkwaardig.’
•
‘De spin-off is groot’ diensten als huisartsenposten heldere afspraken gemaakt over ieders inzet in crisissituaties. Daarnaast verzorgt GGNet periodiek een werkconferentie voor alle ketenpartners in de regio. Het doel is tweeledig: deskundigheidsbevordering én een ontmoetingsplek creëren. Volgens Freriks leidt dit soort bijeenkomsten tot structurele kruisbestuiving. ‘Ik merk dat zo’n werkconferentie tot nieuwe samenwerkingsinitiatieven leidt. Ambulancediensten nodigen ons uit voor hun eigen scholingssessies en de huisartsenposten hebben ons gevraagd een scholing voor de doktersassistentes te organiseren. Kortom, de spin-off is groot.’
•
Karin Freriks, manager GGNet: ‘In crisissituaties hebben ketenpartners elkaar hard nodig.’
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
5
ZiROP EN OTO
‘GHOR verbindt
en coördineert’ ‘Als zich ergens een ramp voltrekt, moet je als overheid adequaat kunnen reageren. Daar ben je alleen toe in staat als je vooraf goede afspraken maakt met alle betrokken hulpverleningsdiensten en zorginstellingen. Tegelijkertijd moet je erop toezien dat die afspraken worden nageleefd en dat men voldoende is voorbereid. Die coördinerende en verbindende rol voor de geneeskundige hulp is bij het GHOR-bureau in goede handen’, verzekert Nicolette Rigter, directeur Publieke Gezondheid, verantwoordelijk voor het GHOR-bureau en de GGD van IJsselland.
H
et GHOR-bureau werkt samen met een groot aantal partijen binnen de gezondheidszorg: van ziekenhuizen, RAV en huisartsen tot GGD, GGZ en verpleeghuizen. Hetzelfde geldt voor vrijwilligersorganisaties zoals het Rode Kruis en EHBO’ers. Volgens Rigter bestaat er een wezenlijk verschil in de aansturing van de witte kolom ten opzichte van de andere onderdelen van de calamiteitenorganisatie zoals gemeente, politie en brandweer. ‘De witte kolom is namelijk niet één organisatie, maar een verzameling van partijen met een eigen verantwoordelijkheid. Het GHOR-bureau heeft in de geneeskundige hulpverleningsorganisaties geen hiërarchische bevelstructuur.’
ROAZ Om ervoor te zorgen dat de witte kolom tijdens een grote calamiteit adequaat reageert en functioneert, is goede voorbereiding en afstemming door oefenen, trainen en opleiden, essentieel. Volgens de directeur Publieke Gezondheid is het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) een uitstekend platform om daar met relevante partijen juiste afspraken over te maken. Daarnaast heeft het ROAZ de taak om witte vlekken in de acute geneeskundige zorg te voorkomen. ‘Dat doet het ROAZ prima. Als er een witte vlek dreigt, dan wordt daar tijdig op geanticipeerd.’ Rigter verwijst naar de sluiting van de acute verloskunde v in Meppel. ‘Toen dat plan be bekend werd, hebben verschillende ROAZ-r ROAZ-regio’s meteen actie ondernomen en aan aanvullende maatregelen getroffen.’ Daarm Daarmee doelt ze op de opening van een extra a ambulancepost in Vollenhove en extra sscholing van de betrokken ketenpartners. ‘D ‘Dit voorbeeld onderstreept de meer-
waarde van het ROAZ. Zonder dekkende voorzieningen is opschaling bij een ramp immers onmogelijk.’
Vertalen De directeur Publieke Gezondheid vindt het ‘logisch en noodzakelijk’ dat haar organisatie deel uitmaakt van het ROAZ. ‘Als Den Haag nieuwe richtlijnen uitvaardigt, zullen wij die binnen dit overleg agenderen. Het is belangrijk dat landelijke wetgeving wordt vertaald in het verbeteren van de organisatie van de geneeskundige hulpverlening.’ Dat laatste lukt alleen als alle partijen zich gedegen voorbereiden op calamiteiten. ‘Een goed OTO-programma is dus onmisbaar.’ Dat die gelden bij het Netwerk Acute Zorg Zwolle zijn ondergebracht, deert Rigter niet. ‘Het gaat erom dat de OTO-gelden goed worden besteed én dat daar jaarlijks transparant verantwoording over wordt afgelegd. Tot dusver wordt aan beide eisen ruimschoots voldaan.’
•
GHOR in een notendop De Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) is de overheidsorganisatie die verantwoordelijk is voor de coördinatie van geneeskundige hulpverlening bij zware ongevallen, rampen en crises. Zij moet ervoor zorgen dat de keten van verschillende zorgverleners goed functioneert tijdens rampen en crises. Naast brandweer, politie en gemeente is de GHOR één van de ‘kolommen’ (lees: witte kolom) van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Elke GHOR is onderdeel van één van de 25 veiligheidsregio’s.
Directeur Publieke Gezondheid Nicolette Rigter: ‘Een goed OTO-programma is onmisbaar.’
6
Jaaroverzicht Ja Jaa aarov aaro ro ovverz errzzic er icch ich ht 22012 012 0 01 12 N 12 Netwerk etw et e tw twer errkk Ac erk A Acute cu ute ut te Z te Zo Zorg org rg Zwo Zw Z Zwolle wolle wo le e
De huisartsenpost van Hardenberg is gevestigd binnen de muren van het Röpcke-Zweers Ziekenhuis en op loopafstand van de SEH. Dankzij de korte lijnen en een open transmuraal vizier weten SEH-artsen en huisartsen elkaar goed te vinden. ‘Als het druk is op de huisartsenpost, zijn we altijd bereid een handje te helpen’, benadrukt SEH-arts Mark-Jörg Meijer.
Burenplicht
FOTO: KO OOST
in Hardenberg
SEH-arts Mark-Jörg Meijer en huisarts Henk Koelemeijer: ‘We weten elkaar goed te vinden.’
H
et uitgangspunt is helder: in principe melden alle patiënten - ook zelfverwijzers - zich eerst voor medische triage op de huisartsenpost. ‘Na beoordeling door de huisarts wordt de patiënt in complexe spoedeisende situaties doorverwezen naar de SEH, die dan aan zet is’, verduidelijkt Henk Koelemeijer, huisarts in Coevorden. Hij hecht veel waarde aan de poortwachtersfunctie van huisartsen. Bij drukte op de huisartsenpost willen de SEH-artsen (zo mogelijk) graag bijspringen. ‘Als een huisarts visite rijdt, kunnen ze ons altijd bellen om even mee te kijken of een wondje te hechten’, verzekert Meijer. Met eerstelijns problemen bemoeit hij zich echter niet. ‘De huisartsengeneeskunde is een vak apart, daar hebben wij als SEH-artsen minder kaas van gegeten.’
Eén loket, twee deuren
Gescheiden De afstand tussen SEH en huisartsenpost mag gering zijn, feit blijft dat beide disciplines fysiek van elkaar gescheiden zijn. ‘Dat maakt het lastig om laagdrempelig met elkaar mee te kijken’, vindt Koelemeijer. Verschillen op het gebied van informatietechnologie vormen eveneens een remmende factor. ‘De huisartsenen ziekenhuisinformatiesystemen sluiten niet op elkaar aan, dat kan zeker beter.’ Hoe ziet zijn ideale transmurale plaatje eruit? ‘Een SEH en huisartsenpost die functioneel van elkaar zijn gescheiden, maar wel aanpalend zijn. Dus één loket met twee deuren’, verwoordt de huisarts. Ook een geïntegreerd zorginformatiesysteem staat hoog op zijn verlanglijstje. ‘Dat voorkomt dubbele werkzaamheden en verhoogt de efficiency.’
•
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
7
‘Meppel’ goede testcase samenwerking ROAZ-regio’s Met de dreigende sluiting van klinische verloskunde in Meppel ontstond in 2012 een bijzondere situatie. Want formeel behoort de regio Meppel tot het ROAZ Drenthe, maar door het wegvallen van klinische verloskunde verplaatste een deel van de acute zorg zich naar het werkgebied van het ROAZ Zwolle. Om de bereikbaarheid en beschikbaarheid van de acute verloskundige zorg te kunnen blijven garanderen, sloegen het Acute Zorg Netwerk Noord Nederland en het Netwerk Acute Zorg Zwolle de handen ineen. ‘De wijze waarop deze kwestie door twee regio’s is opgepakt, verdient een compliment’, oordeelt Carin Kaagman, manager van het Acute Zorg Netwerk Noord Nederland.
Carin Kaagman, manager van het Acute Zorg Netwerk Noord Nederland, en Roelf Lindeboom, adviseur Beleid & Ondersteuning bij het
Leidraad Hiermee was de kous echter niet af. Want door het verplaatsen van klinische verloskunde naar Zwolle, zou in de regio Meppel een witte vlek ontstaan in het aanbod van de acute verloskundige zorg. Voor de ROAZregio’s Drenthe en Zwolle was dit aanlei-
‘Dit traject verdient een compliment’ ding om de hoofden bij elkaar te steken en de Leidraad wijziging acuut zorgaanbod uit de kast te halen. ‘Deze leidraad is in het ROAZ-platform vastgesteld en beschrijft de procesgang en de criteria die gehanteerd moeten worden’, verduidelijkt Roelf Lindeboom, adviseur Beleid & Ondersteuning bij het Netwerk Acute Zorg Zwolle.
8
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
Netwerk Acute Zorg Zwolle.
Hij benadrukt dat het ROAZ zich alleen richt op het toetsen van de wijziging in het zorgaanbod en de mogelijke ‘witte vlekken’. Ook draagt het ROAZ in samenspraak met de ketenpartners suggesties aan voor oplossingen. ‘De eindverantwoordelijkheid ligt echter bij de individuele instellingen’, verklaart Lindeboom. ‘Het ROAZ kijkt alleen naar de inhoud en consequenties van een besluit om het acute zorgaanbod te wijzigen.’
Snel schakelen Vanwege de tijdsdruk moest er in ROAZverband snel geschakeld worden. ‘Anders zouden patiënten de dupe worden’, waarschuwt Kaagman. Om de aanrijdtijden van
ambulances in de regio Meppel te garanderen, moesten de betrokken ambulancediensten adequate maatregelen nemen. Zo heeft RAV IJsselland een extra ambulancepost in Vollenhove geopend en is er geïnvesteerd in aanvullende scholing van de betrokken ketenpartners. Ook is een verloskundig samenwerkingsverband opgericht. Terugkijkend op de wijze waarop de ‘testcase’ Meppel door de ROAZregio’s is opgepakt, overheerst de tevredenheid. ‘Door onze krachten te bundelen, is de acute verloskundige zorg in de regio Meppel gegarandeerd’, concluderen Kaagman en Lindeboom. ‘Een resultaat waar we als samenwerkende ROAZ-regio’s trots op mogen zijn.’
•
FOTO: JAN BUWALDA
I
n januari 2012 besloten de Isala klinieken en Zorgcombinatie Noorderboog (Meppel) hun samenwerking te intensiveren, onder meer door de vorming van een regiomaatschap Gynaecologie. In de loop van het jaar viel het besluit om de klinische verloskunde per 1 januari 2013 in Zwolle te concentreren. Aan professor Blijham werd gevraagd om de consequenties van dit besluit met de betrokken ketenpartners in kaart te brengen. Hij constateerde dat er geen zwaarwegende argumenten waren om de klinische verloskunde in Meppel te behouden. Sterker nog, het verplaatsen van deze zorg naar Zwolle zou de kwaliteit zelfs een impuls geven.
De Nederlandse acute zorg verkeert in woelig vaarwater. De sector wordt geconfronteerd met strengere volumenormen, concentratie van complexe zorg en proefballonnen die sluiting van kleine SEH’s propageren. Hoe gaan kleinere ziekenhuizen daarmee om en hoe kunnen zij elkaar versterken? Rob Mutsaers, directeur van Gelre ziekenhuizen Zutphen, pleit voor een regionale aanpak.
Acute zorg maakt regionale vuist
Beter en efficiënter Wat is volgens Mutsaers dan wél de oplossing? ‘Als regio moeten we er nog meer naar streven om patiënten met een acute zorg rechtstreeks naar het juiste ziekenhuis te brengen.’ Als voorbeeld noemt hij het transport van acute myocardinfarctpatiënten. ‘Die categorie wordt door de ambulance meteen naar een interventiekliniek vervoerd. Dat is beter voor de patiënt en het is efficiënter.’ Deze werkwijze zou volgens hem breder kunnen worden toegepast. ‘Op het gebied van de CVA-zorg is eveneens winst te behalen.’ Ook het (verder) integreren van huisartsenpost en SEH komt de doelmatigheid ten goede, meent Mutsaers. ‘De SEH van Gelre Zutphen en de lokale huisartsenpost werken al zeer intensief samen. De triage en de behandeling van lichte trauma’s gebeurt door huisartsen, ernstiger letsels worden doorverwezen naar onze SEH.’ Deze aanpak bespaart veel geld. ‘Huisartsen willen een kwaal aantonen, terwijl een ziekenhuis aandoeningen wil uitsluiten. Dat is een belangrijk verschil.’
Investeren De ziekenhuisdirecteur verwacht dat het stroomlijnen en integreren van de acute zorg de goedkeuring krijgt van minister en zorgverzekeraars. ‘Ik denk dat deze initiatieven hen ervan zullen overtuigen om niet verder in te grijpen in de acute zorg.’ Tegelijkertijd hoopt hij dat de besparingen niet onmiddellijk worden afgeroomd. ‘Het geld dat we besparen, zou je moeten investeren in de honorering van de aanbieders van deze geïntegreerde acute zorg.’ Mutsaers wil graag vasthouden aan de regionale koers. ‘Binnen het Netwerk Acute Zorg Zwolle bestaan korte lijnen, waardoor je goede afspraken kunt maken over de beschikbaarheid en het niveau van de
acute zorg in de regio. Dat is heel belangrijk, want een patiënt in Harderwijk heeft recht op dezelfde kwaliteit als een patiënt in Zutphen.’ Ook voor wat betreft de formatie van SEH-artsen kunnen regionale ziekenhuizen veel voor elkaar betekenen. ‘Stel een regionale pool van SEH-artsen samen zodat zij tussen verschillende ziekenhuizen kunnen rouleren’, oppert Mutsaers. ‘Daardoor blijven hun vaardigheden op peil én zijn ze verzekerd van voldoende variatie in het werk.’ Dus samenwerken in plaats van concurreren? ‘Precies. Respecteer elkaars grenzen en versterk elkaar. Dat is dé manier om de acute zorg in de regio te behouden.’
•
Rob Mutsaers, directeur van Gelre ziekenhuizen Zutphen: ‘Respecteer elkaars grenzen en versterk elkaar.’
FOTO: ARCHIEF GELRE ZIEKENHUIZEN
V
olgens de Gelderse ziekenhuisdirecteur is het rücksichtslos sluiten van kleine SEH’s zeer onverstandig. ‘Circa 13.000 patiënten die onze SEH jaarlijks bezoeken, moeten voor spoedzorg dan uitwijken naar Deventer, Apeldoorn of Doetinchem. Daarmee vergroot je de kans op overdiagnostiek en een dag later vindt er een transfer plaats naar het eigen ziekenhuis. Die extra patiëntbewegingen verminderen de doelmatigheid en dus schiet je je doel voorbij.’
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
9
ZiROP EN OTO
Op maandag 16 april 2012 klonk in de regio Zwolle het startschot van de Meetperiode. In het najaar kregen alle deelnemende ziekenhuizen een eindrapport en werd een evaluatiebijeenkomst georganiseerd. De uitkomsten waren voor Monique Doosje, leidinggevende IC van Ziekenhuis St Jansdal in Harderwijk, geen verrassing. ‘Wij registreren al jaren een groot aantal indicatoren.’
Meetperiode
gesneden koek voor IC Harderwijk
T
ijdens de Meetperiode worden talloze onderdelen van het acute zorgproces geregistreerd. Van patiëntkarakteristieken tot diagnose en vervolgtraject. Hierdoor komen eventuele hiaten aan het licht en met die informatie kan het zorgproces gericht worden verbeterd. Zoals gezegd heeft de IC in Harderwijk al langer ervaring met het fenomeen registratie. ‘Wij registreren al jaren data. Sinds eind 2011 leveren we de gegevens aan bij de stichting NICE. Aan deze registratiemodule hebben we een Excelsheet gekoppeld, waarop de specifieke gegevens voor de Meetperiode zijn ingevoerd.’
Monique Doosje,
Wim Heupers
leidinggevende IC van Ziekenhuis St Jansdal in Harderwijk: ‘De basis ligt er, nu is het zaak om een kwaliteitsslag te maken.’
Digitale vinkjes
FOTO: ARCHIEF ST JANSDAL
Doosje omschrijft het invoeren van de gegevens voor de Meetperiode als ‘betrekkelijk eenvoudig’. ‘Enerzijds hebben we al veel ervaring met registratie en anderzijds beschikken we over een
‘De volgende keer mag het best wat specifieker’
10
goede registratiemodule. Onze IC-verpleegkundigen hoefden alleen maar digitale vinkjes te plaatsen, dat viel reuze mee.’ Voorafgaand aan de evaluatiebijeenkomst (op 18 november 2012) kregen alle deelnemende ziekenhuizen een eindrapport toegestuurd. ‘De belangrijkste conclusie was dat onze gegevens als valide werden bestempeld, dus dat was goed nieuws.’ Wat viel nog meer op? ‘Dat onze resultaten in lijn zijn met die van andere ziekenhuizen. Alleen qua productie blijven we enigszins achter.’ De verklaring is simpel: met acht bedden is de Harderwijker IC krap geëquipeerd. ‘Dat aspect heeft onze aandacht.’
specifieker.’ Het gezamenlijk bespreken van de meetresultaten vond Doosje zeer positief. ‘Zo’n bijeenkomst vormt - net als het regionale IC-hoofdenoverleg - een goede gelegenheid om ervaringen en tips uit te wisselen. Naarmate we elkaar beter leren kennen, neemt de bereidheid om elkaar te helpen toe. Het uitwisselen van protocollen is inmiddels de gewoonste zaak van de wereld.’
Maat en getal
Overzichtelijk
Volgens Doosje was de Meetperiode in 2012 vooral een registratie in maat en getal. ‘Het geeft een beeld van patiëntenaantallen en -stromen, maar het zegt niets over de kwaliteit van de zorg.’ Een volgende editie van de Meetperiode zou wat haar betreft meer mogen inzoomen op de factor kwaliteit. ‘De Meetperiode van 2012 was heel algemeen van opzet, de volgende keer mag het best wat
Terugkijkend op de eerste Meetperiode overheerst de tevredenheid. ‘Onze registratie is valide en qua uitkomsten lopen we goed in de pas.’ Ook het overzichtelijke evaluatierapport zoals dat door ‘Zwolle’ is aangeleverd, oogst waardering. Doosje hoopt dat de Meetperiode een vervolg krijgt. ‘De basis ligt er, nu is het zaak om een kwaliteitsslag te maken.’
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
•
IC-hoofden vinden elkaar in Zwolle De IC-hoofden in de regio Zwolle en Euregio zijn in 2012 gestart met een periodiek overleg. Ze komen vier keer per jaar bijeen om de actualiteit te bespreken, kennis te delen en ervaringen uit te wisselen. ‘Een goed initiatief’, vindt Petra Blessinga, hoofd IC en SEH van Gelre ziekenhuizen Zutphen. ‘In de acute zorg moet je niet in je eentje het wiel uitvinden, als regio hebben we elkaar hard nodig.’
E
en deel van de IC-hoofden hoefde niet met elkaar kennis te maken. ‘De meeste deelnemers kennen elkaar al van het Landelijke Hoofdenoverleg Intensive Care (LHIC).’ Maar als er al afstemming tussen IC-hoofden bestaat, waarom is er dan een tweede overleg in het leven geroepen? ‘Het LHIC beslaat een andere regio dan het Netwerk Acute Zorg Zwolle’, verduidelijkt Blessinga.
die voordelen, want dan ben je een veel te kleine partij.’ Ze is blij met de faciliterende rol van het Netwerk Acute Zorg Zwolle. ‘Het netwerk gaat op zoek naar geschikte aanbieders van scholingen, maakt een relevante
Concullega’s
selectie waarna wij een keuze kunnen maken. Dat is super.’ Verder neemt het Zwolse netwerk de voorbereiding en verslaglegging van het IC-hoofdenoverleg voor zijn rekening. ‘Daar wil ik ze graag een pluim voor geven.’
Het nieuwe IC-overleg, dat plaatsvindt op de burelen van het Netwerk Acute Zorg, begint met een nieuwsronde. ‘Tijdens dat onderdeel wisselen we wetenswaardigheden uit: van bestuurlijke nieuwtjes tot innovatieve ontwikkelingen.’ Daarna passeren items als patiëntveiligheid, kwaliteit, formatie en protocollen de revue. Volgens Blessinga is er bij alle IC-hoofden bereidheid om kennis en ervaringen te delen. ‘We beschouwen elkaar als concullega’s: natuurlijk heeft iedereen zijn eigen belang, maar er is vooral het besef dat we elkaar kunnen versterken. Daardoor zijn we heel open naar elkaar, van verborgen agenda’s is geen sprake.’
‘We zijn gelijkgestemden’
Prioriteit De hoge opkomst onderstreept volgens Blessinga de meerwaarde van het IC-hoofdenoverleg. ‘Er wordt door iedereen veel prioriteit aan gegeven. Alle deelnemers onderkennen de voordelen van regionale samenwerking. Daarnaast is het natuurlijk ook prettig om met collega’s zo nu en dan stoom af te blazen.’ Een belangrijk fundament onder het IC-hoofdenoverleg is de goede sfeer. ‘We zijn gelijkgestemden, de wederzijdse erkenning en herkenning is groot. Dat verstevigt onze relatie en maakt regionale drempels nog lager.’
•
Petra Blessinga, hoofd IC en SEH van Gelre ziekenhuizen Zutphen: ‘We zijn heel open naar elkaar, van verborgen agenda’s is geen sprake.’
Ondanks het prille bestaan van het Zwolse IC-hoofdenoverleg zijn er al spijkers met koppen geslagen. Het Zutphense hoofd verwijst naar de afspraak om de (bij)scholing van IC- en SEH-verpleegkundigen in een regionaal vat te gieten. ‘Door die scholing centraal in te kopen, hebben we meer zeggenschap over de inhoud en kunnen we een lagere prijs bedingen’, verzekert Blessinga. ‘Als individueel ziekenhuis mis je
Rudy Hoogenberg, hoofd crisisdienst bij de GGz in Harderwijk: ‘In deze regio bestaat bij iedereen de wil om de opvang van suïcidale patiënten goed te regelen.’
FOTO: ARCHIEF GELRE ZIEKENHUIZEN
Scholing
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
11
MAGNEETBORD
‘Niet lukraak kleinere IC’s sluiten’
I
20 gingen stemmen op om n 2012 IC rg in Nederland te conde IC-zo centreren. Maar het bundelen IC-capaciteit en het sluiten van van ICer IC’s brengt grote nadelen kleinere risi o’s met zich mee, betoogt en risic n Kruizinga, medisch adviSuzanne A e Zorg bij het Netwerk seur Acut Acute Zorg Zwolle. ku beter investeren in het ‘Je kunt verstterken en de toegankelijkheid d acute zorg in de regio.’ van de
Een herverdeling van IC-capaciteit heeft volgens een onderzoek van de Regieraad ingrijpende gev lgen voor wat betreft de gevo ber ikbaarheid van IC-centra. Na bere ee regionale herverdeling zou een éé op de acht patiënten meer één da een half uur moeten reizen dan ga zin ui Kr e en één op de veertig patiënten Suzann is dan zelfs drie kwartier onderbov ndien grote consequenties weg. Dit plan heeft bove e i n zonder IC. ‘Het heeft vergaand huize i kenh voor ziek n’, ome nstr ënte pati e) acut e gevolgen voor de (met nam aan. bij daar zich sluit a vindt de Regieraad. Kruizing en om hoogcom‘Niemand zal er iets op tegen hebb eren. Maar het entr conc p e IC-geïndiceerde zorg te plex de toegankelijkgt bren IC’s lu aak sluiten van kleinere lukr in de regio zorg e acut de en bereikbaarheid van h heid regionale de hoe t blijf g e tig in gevaar.’ Grote vraa erns tbestendig oms toek en kost acute zorg qua kwaliteit en overlaten je t moe oord gemaakt. ‘Dat antw k worden g kan laat dus is, kenn de en aan zorgprofessionals. Zij hebb hen de criteria formuleren.’
ga, Kruizin , zanne te Zorg u c Drs. Su A r eu h advis e c ll is o d w e Z m org dviseur Acute Z beleidsa Netwerk entink, M n re olle MSc. Ka org Zw pideAcute Z nisch e li k Netwerk , n e gg o D e n te wen Dr. Cari rsiteit T ch g Unive , medis mioloo n e ld e van H gie lo to a Dr. Sven um ator Tra olle coördin Zorg Zw te u c A rk e tw e N
In 2012 is de Onderzoeksraad van het Netwerk Acute Zorg Zwolle opgericht. De Onderzoeksraad coördineert en faciliteert onderzo ek naar acute zorg in de regio. Belangrijke uitgangspunten van de onderzoeksraad zijn: · Onderzoeken op het gebied van de acute zorg; · Van, voor en door het veld; · Meerdere ketenpartners per ond erzoek betrokken; · Bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van de patiëntenzorg.
Nieuwe colleg a Céline va n Elst
•
la rking met Isa e w n e m sa r o rd do nhuis verzeke e n het Röpckek ie Z rs e e van Bestuur va w ad -Z Ra e k de c en p ss ö de maatAfspraken tu IC-zorg R urgh Groep en van de Saxenb
Ondert ekenin g samen werkin g Inten Care afd sive elingen Röpcke -Zweers Zieken huis en Isala kli nieken Datum . : 11 okto ber 2012
12
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
de huis Zwolle binnen Zweers Zieken Intensive Care & e gi lo io es t van he schap Anesth dat patiënten ve zorgen ervoor st op intensie om ek Isala klinieken is ook in de to hu n en ne ek zi an e pl en de Hardenbergs n. Dit past binn blijven rekene al te waarbor td ch zorg kunnen Ve in de regio rg zo en n ss va tu it ng ite verbindi om de kwal Zwolle heeft de rg eld Zo e be ut or Ac vo k k n belangrij gen. Netwer acht. Dit is ee br ge d en iz an st hu t zieken beide IC’s to tussen beide samenwerking n’ de in van regionale rb door Ve to ‘Verbeteren onder het mot
Het fundament onder ZiROP.nl is in 2012 verder verstevigd. Dat blijkt onder meer uit het feit dat dit e-learningsprogramma is geaccrediteerd voor de verpleegkundige beroepsgroep. Sonja de Bruin, OTO-coördinator bij Code Rood, is blij met die erkenning. ‘ZiROP.nl staat inhoudelijk als een huis en voldoet nu aan alle eisen. Dat is goed nieuws.’
Scoren met E
en ander pluspunt van ZiROP.nl is het ingebouwde portfolio. Onder het motto ‘Meten is weten’ houdt deze applicatie de vorderingen van de gebruikers tot achter de komma bij. ‘Per individu, per afdeling of per groep sleutelfunctionarissen’, licht De Bruin toe. Volgens de OTO-coördinator kan het portfolio op verschillende manieren worden ingezet: als nulmeting én als effectmeting na afloop van een scholingtraject. ‘Daardoor weet je precies of deelnemers qua opleiding voldoende geprepareerd zijn om aan een training of oefening te kunnen beginnen. Wanneer de meting lacunes in het kennisniveau aan het licht brengt, dan kun je de betrokken functionaris(sen) gerichte scholing aanbieden.’
Verantwoording Deze registratie dient nog een tweede doel, verklaart De Bruin. ‘De meetwaarden kunnen ook worden gebruikt om verantwoording af te leggen over de mate van preparatie. Denk aan subsidieaanvragen voor OTO of richting IGZ na een calamiteit.’
De Bruin hoopt dat ziekenhuizen meer gebruik gaan maken van deze evaluatiemogelijkheid. ‘Elk ziekenhuis moet kunnen aantonen dat zijn preparatieniveau voldoende is. Dit instrument is zeer geschikt om het kennisniveau in je ziekenhuis te meten, dus doe er je voordeel mee’, adviseert de OTO-coördinator van Code Rood.
Sonja de Bruin, OTO-coördinator bij Code Rood: ‘Meten is weten!’
Accreditatie ZiROP.nl is compleet, inhoudelijk goed doortimmerd en de accreditatie voor verpleegkundigen is een feit. Tijd voor een break? ‘Nee hoor, we richten ons nu op de accreditatie voor medisch specialisten, nurse practitioners en physician assistants’, reageert De Bruin. Zo’n accreditatie betekent niet alleen dat de kwaliteit gegarandeerd is, de aantrekkingskracht van ZiROP.nl zal er ook door vergroten. ‘Iedere zorgprofessional moet jaarlijks een aantal scholingen volgen om up-to-date te blijven. Nu ZiROP.nl accreditatiepunten oplevert, zal men extra gemotiveerd zijn om deel te nemen’, voorspelt de OTO-coördinator.
‘Doe er je voordeel mee’
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
13
ZiROP EN OTO
Bijdrage Code Rood ‘zeer waardevol’ De Ziekenhuis Groep Twente (ZGT)
Op 6 juni 2012 kantelde nabij Hengelo een
heeft haar crisispreparatie goed op
bus vol Oranjesupporters. Alle hens aan dek voor LOTUS-slachtoffers en hulpverleners.
orde. Volgens Annelies Roording, coördinator ZiROP, is dat mede te danken aan de ondersteuning vanuit Code Rood. ‘Wat er nu staat, had ik in m’n eentje nooit kunnen realiseren. De bijdrage vanuit Zwolle ervaar ik als zeer waardevol.’
C
‘Zeer geslaagd én leerzaam’ drage geleverd aan twee grote oefeningen met lotusslachtoffers in Almelo en Hengelo. ‘Code Rood schreef de rampscenario’s en verzorgde de inzet van LOTUS-slachtoffers.’ Het opstellen van zo’n scenario omschrijft
FOTO: ARCHIEF ZGT
ode Rood is al jaren nauw betrokken bij de Twentse OTO-activiteiten. In 2011 bood ‘Zwolle’ ondersteuning bij het schrijven van het ZiROP en een jaar later nam ZGT het e-learningsprogramma ZiROP. nl in gebruik. Daarnaast verzorgt Code Rood regelmatig workshops en ETS-oefeningen over rampenopvang. In 2012 heeft ‘Zwolle’ een belangrijke bij-
Roording als een coproductie. ‘Wij leggen onze ideeën en wensen op tafel en daar gaat Code Rood mee aan de slag. Het is dus een gezamenlijke traject.’
D-day Op 6 juni en 22 september was het D-day in respectievelijk Almelo en Hengelo. Het
‘Code Rood weet van hoed en rand’ Het Diaconessenhuis in Meppel maakt al jaren gebruik van de diensten van Code Rood. Tot grote tevredenheid van Leenard de Vries, beleidsadviseur van het ZiROP. ‘De brede blik en het voortdurend meedenken, daarin schuilt de kracht van Code Rood.’
14
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
ziekenhuis in Almelo werd geconfronteerd met een gekantelde bus vol Oranjesupporters, in Hengelo waren twee treinen op elkaar gebotst. ‘Zeer geslaagd én leerzaam’, blikt Roording terug. ‘Hoe goed alles ook op papier staat, een praktijkoefening brengt altijd nieuwe verbeterpunten aan het licht.’
H
et eerste wapenfeit van Code Rood betrof het mede ontwikkelen van een ZiROP dat aan alle eisen voldoet. ‘Oftewel een goed draaiboek gebaseerd op de lokale situatie’, licht De Vries toe. Ook voor het bijbehorende OTO-programma klopte het Diaconessenhuis in Zwolle aan. ‘Wij zijn een zorginstelling, geen opleidingsinstituut. Als we specifieke kennis nodig hebben, halen we die elders.’
‘ZiROP.nl maakt veel los’ Voor Monique Bugel, ZiROP-beheerder in het Zaans Medisch Centrum en
van gedachten. ‘ZiROP.nl maakt veel los en dat is precies de bedoeling.’
het Amsterdamse Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, was 2012 een druk jaar. ‘We zijn gestart met e-learning, er zijn ZiROP-trainingen gehouden en
Inktzwart
er stond een CBRN-oefening op het programma. Op het gebied van
De samenwerking met Code Rood ging overigens verder dan het thema ZiROP.nl. In 2012 stond namelijk een serie trainingen op het programma voor de beleids- en operationele teams. Tijdens deze oefeningen werden de sleutelfunctionarissen geconfronteerd met een inktzwart scenario: een treinongeval met gevaarlijke stoffen en jeugdige slachtoffers. In korte tijd moesten zij concrete oplossingen aandragen om de (virtuele) rampspoed te pareren. Dat het ‘slechts’ een oefening betrof, was volgens de ZiROP-beheerder niet te merken. ‘De deelnemers waren zeer betrokken. Zelfs na afloop van de oefening bleven ze doorpraten over de beste strategie om slachtoffers op te vangen.’
crisispreparatie hebben we grote stappen gezet.’
Z
iROP.nl is goed ontvangen in het Zaans Medisch Centrum. ‘Medewerkers kunnen in hun eigen tempo en op elke gewenste locatie inloggen. Ook het feit dat de inhoud is gebaseerd op de lokale situatie wordt gewaardeerd. ‘ZiROP.nl is maatwerk en daardoor heel herkenbaar. Dat maakt dit e-learningsprogramma zo aantrekkelijk.’
De implementatie van ZiROP.nl betekende voor Bugel behoorlijk veel werk. ‘Het inrichten, controleren en beheren vergde veel tijd en aandacht. Maar die investering was het zeker waard.’ SEH-medewerkers raakten met elkaar in gesprek over e-learning. Ook medewerkers van de receptie en de beveiliging wisselden over dit onderwerp
Monique Bugel: ‘Wij profiteren van de expertise van Code Rood.’
Kettingbotsing Na een bewustwordingsfase werd een OTO-programma opgesteld. ‘Op verschillende niveaus werden artsen en verpleegkundigen vertrouwd gemaakt met crisispreparatie.’ Dit traject resulteerde eind 2012 in een grote oefening met lotusslachtoffers. Na een geënsceneerde kettingbotsing op de A28 werd het Meppeler ziekenhuis overspoeld met (LOTUS)slachtoffers. ‘Deze testcase is prima verlopen. Artsen en verpleegkundigen reageerden zeer profes-
sioneel en doortastend’, concludeert de ZiROP-beheerder. ‘De oefeningen hebben effect gehad.’ Hij hoopt dat de samenwerking met Code Rood blijvend is. ‘Goede crisispreparatie is nooit klaar, je moet altijd scherp blijven. Bij het doorvoeren van verbeteringen en het actualiseren van ons draaiboek kunnen we de hulp van Code Rood goed gebruiken. Zij weten van de hoed en de rand én het contact is altijd persoonlijk. Die combinatie stel ik zeer op prijs.’
De oefeningen laten zien dat de sleutelfunctionarissen goed op hun ZiROP-taken zijn voorbereid. ‘Het gros is bekend met de materie en weet hoe te handelen in opgeschaalde situaties.’ Ook de samenwerking met Code Rood krijgt een ruime voldoende. ‘Bij een concrete vraag krijg ik altijd een concreet antwoord’, reageert Bugel. De brede blik van de Zwolse partner oogst eveneens waardering. ‘Code Rood is in talloze ziekenhuizen actief en heeft dus veel kennis opgebouwd van lokale situaties en rampenopvangplannen. Doordat ze die expertise met ons delen, profiteren wij daar ook van.’
Leenard de Vries
FOTO: ARCHIEF NOORDERBOOG
ZiROP-beheerder
FOTO: ARCHIEF MONIQUE BUGEL
Brede blik
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
15
ZiROP EN OTO STEUNPUNT OTO
OTO: inzichtelijk, uniform en meetbaar In 2012 volgden de OTO-ontwikkelingen elkaar in hoog tempo op.
Wim Heupers
De OTO-kalender was niet alleen goed gevuld, er is ook nadrukkelijk meer structuur in het OTO-programma aangebracht. ‘De sleutelwoorden zijn meetbaar, uniform en inzichtelijk, want daarmee kun je de kwaliteit van de OTO-activiteiten borgen’, verklaart Wim Heupers, coördinator Opleiden, Trainen en Oefenen bij het Netwerk Acute Zorg Zwolle.
Landelijk kwaliteitskader
CBRN
Om de kwaliteit en effecten van OTOactiviteiten te kunnen meten, zijn landelijke normen en indicatoren opgesteld voor zorginstellingen met betrekking tot de voorbereiding op crises en rampen. Dit kwaliteitskader vormt het spoorboekje voor alle OTO-activiteiten.
In 2012 zijn er op het gebied van CBRN belangrijke stappen gezet. Zo hebben kwartiermakers overal in de regio hun intrede gedaan en zijn enkele honderden SEH-verpleegkundigen geschoold in de CBRN-materie. Volgens Heupers staat dit project zowel in Zwolle als in Enschede goed op de rails.
OTO-toolkit
16
Hoe ver zijn individuele zorginstellingen in hun OTO-ontwikkeling? Het antwoord op die vraag wordt gegeven door de OTOtoolkit. Deze ‘gereedschapskist’ omvat een diagnose-instrument dat eventuele verbeterpunten en blinde vlekken haarscherp aan het licht brengt. ‘Dit zelfevaluatieinstrument laat ketenpartners duidelijk zien in hoeverre zij aan de afgesproken kwaliteitsnormen voldoen.’
ETS
Netcentrisch werken
HaROP
Omdat calamiteiten niet stoppen bij geografische grenzen én regio’s veel van elkaar kunnen leren, hebben de Netwerken Acute Zorg Zwolle en Euregio de handen ineengeslagen. Op het gebied van netcentrisch werken hebben beide regio’s in 2012 operationele testdagen georganiseerd. Hieruit kwam naar voren dat informatiecoördinatoren in geval van calamiteiten een duidelijk toegevoegde rol hebben bij het verzamelen van relevante informatie. De testdagen onderstreepten eveneens de noodaak van een actueel totaalbeeld voor hulpverleners.
In 2012 hebben vijf regio’s in de traumaregio Zwolle hun (eigen) Huisartsen RampenOpvangPlan gepresenteerd. Uitgangspunt van het HaROP is continuïteit van de huisartsenzorg. Naast een generiek deel bevat elk HaROP een specifiek gedeelte, gebaseerd op de lokale situatie. Ook is geïnvesteerd in het maken van een opleidingsplan voor een crisisteam, ondersteuners en coördinatoren.
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
Het Emergo Train System, kortweg ETS, is in 2012 uitgebreid met een CBRN-module. In nauwe samenwerking met de Zweedse eigenaar is een simulatieprogramma opgesteld voor de opvang van chemisch besmette patiënten. De slachtofferbeelden zijn door ‘Zweden’ en het Netwerk Acute Zorg Zwolle gezamenlijk vertaald naar de Nederlandse situatie.
Conclusie ‘Gezien de vele OTO-ontwikkelingen in 2012 zitten we op het goede spoor.
‘Collectiviteit leidt tot kruisbestuiving’ Binnen en tussen regio’s wordt vaker samen opgetrokken, in dezelfde richting en in hetzelfde tempo’, oordeelt Heupers. ‘De wil om ervaringen te delen en elkaar te helpen is groot. En collectiviteit leidt tot kruisbestuiving.’
•
Beschikken ziekenhuizen al jaren over een rampenopvangplan, de eerstelijns variant liet veel langer op zich wachten. In 2012 was het zover: vijf regio’s in de traumaregio Zwolle presenteerden hun Huisartsen RampenOpvangPlan, kortweg HaROP. Margreet Zeelen, directeur van de huisartsenpost Zutphen en projectleider van de projectgroep HaROP, maakt de balans op. ‘Dit onderwerp staat nu goed op de kaart.’
HaROP ziet levenslicht D
e late aansluiting van de eerste lijn heeft verschillende oorzaken. ‘Ten eerste zijn huisartsen een radertje in een veel groter geheel’, schetst Zeelen. Ook nut en noodzaak van een HaROP werden door het veld jarenlang betwijfeld. Want wees eerlijk, hoe groot is de kans dat een HaROP in werking wordt gesteld? ‘Die kans is weliswaar klein, maar niet denkbeeldig. Dus kun je je maar beter voorbereiden’, reageert de projectleider. ‘Als zich nu een ramp voltrekt, zijn ieders taken en verantwoordelijkheden glashelder. Dat is een geruststellende gedachte.’
Bij een grote calamiteit - van het kaliber vuurwerkramp Enschede - kunnen extra huisartsen door het crisisteam worden opgetrommeld voor de triage van grote groepen mensen die na kantooruren huisartsenzorg nodig hebben. Het is overigens niet de bedoeling dat huisartsen op de rampplek gewonden gaan verzorgen. Nu de basis is gelegd, is het zaak om de theorie te (blijven) oefenen. Andere prioriteiten voor 2013 zijn het houden van
bereikbaarheids- en simulatieoefeningen. Ook het verbinden van HaROP en ZiROP vraagt aandacht. Terugkijkend op 2012 overheerst de tevredenheid. ‘Op het gebied van crisispreparatie hadden huisartsen jarenlang een achterstand in de keten. De beweging die is ingezet, is een stap in de goede richting. Nu is het zaak om die beweging vast te houden.’
•
Specifiek Bij de totstandkoming van het HaROP heeft de projectgroep zich gebaseerd op het landelijke model. Er is overigens niet één centraal HaROP ontwikkeld; de vijf regio’s Apeldoorn, Deventer, Harderwijk, Zutphen en Zwolle hebben allemaal een eigen rampenopvangplan. Naast een generiek deel bevat elk HaROP een specifiek gedeelte, geënt op de lokale situatie. Parallel aan het opstellen van het HaROP is geïnvesteerd in het opleiden van een crisisteam, ondersteuners en coördinatoren. ‘Per huisartsengroep (hagro) is een hagro-coördinator aangesteld, die verantwoordelijk is voor de uitwisseling van informatie met zowel het crisisteam als de eigen hagro.’
‘Dit thema staat goed op de kaart’
Uitgangspunt van het HaROP is continuïteit van de huisartsenzorg. ‘Stel dat een groepspraktijk volledig afbrandt, dan moet men direct naar een vervangende ruimte - zoals een huisartsenpost - kunnen uitwijken.’ En als een team van praktijkassistentes door grieppandemie is uitgeschakeld? ‘Dan proberen we dat eerst op hagroniveau op te lossen en zo nodig kiezen we een regionale aanpak.’
Margreet Zeelen
FOTO: ARCHIEF MARGREET ZEELEN
Pandemie
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
17
ZiROP EN OTO
De oorsprong van ETS ligt in Zweden. Wat is de kracht van ETS en hoe verloopt de samenwerking tussen Zweden en Nederland? Heléne Nilsson, RN en PhD, manager Educatie, en Johan Hornwall, manager ETS, vertellen.
Samenwerking met Zweden,
scientific knowledge What is the connection with the University of Linköping?
‘The main purpose of ETS is to provide a quality assured training concept and educational materials for exercises and simulations in disaster and emergency medicine.’
What makes ETS unique? ‘The core of the system is based on scientific knowledge. We strongly believe in comparability and quality assurance. The framework of ETS is an organization that ensures the quality for those who use the system. The development of ETS is always linked to research and (inter)national subject matter expertise. All development and research is made in collaboration with the Linköping University. ETS is also unique in the sense that it is a very interactive simulation tool that is based on modern simulation techniques, theories of adult learning and learning by doing.’
‘The KMC – Centre for Teaching & Research in Disaster Medicine and Traumatology activities - is connected to the Linköping University as a national center for research in Disaster Medicine where a professor in Disaster Medicine is employed and three PhD students.’
What about the developments in ETS? ‘There are several ongoing developments, but we are always very careful to change the most important ETS success factor: the simplicity. Underlying information about patient outcome categories requires high skill expertise and research but the final training material must for the instructor be easy to set up, use and evaluate simulation exercises with.’
Is there a difference between the Dutch CBRN-version and the Swedish (English) version? ‘The English and Dutch material does not differ significantly. Both the Dutch and English material contains of the Dutch guideline ‘Care of Chemically Contaminated Patients at the ED’. The English users are free to use it or can choose their own guidelines.’
18
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
FOTO: ARCHIEF ETS
How was the Dutch version developed?
Johan Hornwall
FOTO: ARCHIEF ETS
What is the main purpose of ETS?
‘The Dutch version was developed in collaboration with expertise from Isala Klinieken, Netwerk Acute Zorg Zwolle, the KMC/ETS Competence centre in Linköping Sweden and expertise from specialists in CBRNE at SPC – Stockholm Prehospital Centre.’
Helène Nilsson
What are your ambitions for the future of ETS? ‘Our ambition with ETS is that it will continue to be a strong and very interactive simulation tool for training and educations to be used by instructors to provide simulation trainings with high quality and useful for testing the capacity in different medical organizations around the world.’
What do you think of the collaboration with Zwolle? ‘Instructors and educators in ETS Zwolle faculty have a long experience of using ETS and we appreciate our partnership with ETS Zwolle as very important, for ourselves and for ETS in the Netherlands. The proof of this is that KMC uses teachers in our own international instructor courses from ETS Zwolle. Finally, we are looking forward to continuing our strong collaboration with ETS Zwolle.’
•
Kwartiermakers zetten eerste stappen Het feit dat CBRN-besmettingen weinig voorkomen, is
Peter van Dijk
geruststellend en tegelijkertijd een probleem. Want door de lage incidentie bleef dit onderwerp lange tijd onderbelicht. Met de aanstelling van CBRN-kwartiermakers moet het tij worden gekeerd. ‘De eerste stappen zijn gezet’, verzekert Peter van Dijk, kwartiermaker in
N
a een landelijke scholingsdag kregen de kersverse kwartiermakers een duidelijke opdracht: breng in je eigen ziekenhuis de potentiële besmettingsrisico’s plus de persoonlijke beschermingsmiddelen in kaart. Van Dijk ontdekte dat die risico’s ook in de regio Hoogeveen aanwezig zijn. ‘Van mogelijke incidenten in gierkelders tot het vermengen van schoonmaakmiddelen.’ Tegelijkertijd stelde de hij vast dat zijn SEH - net als elders - niet over adequate beschermingsmiddelen beschikt. ‘Terwijl arboregels voorschrijven dat ziekenhuizen hun medewerkers te allen tijde moeten beschermen tegen potentiële risico’s’, aldus Van Dijk. De kwartiermaker inventariseerde de behoefte en stelde vervolgens een wensenlijstje samen. Waarschijnlijk krijgt Ziekenhuis
FOTO: SANDER DROOGLEVER
Ziekenhuis Bethesda.
Bethesda in 2013 de beschikking over een ontsmettingsunit en persoonlijke beschermingsmiddelen. Gecombineerd met periodieke scholing over dit onderwerp is de Hoogeveense SEH dan goed voorbereid op chemische besmettingen. ‘Dat is goed nieuws voor patiënten én voor SEH-medewerkers’, vindt de kwartiermaker. ‘Je kunt pas voor anderen zorgen als je zelf goed beschermd bent.’
•
CBRN-trein in beweging In 2012 zijn de kwartiermakers van start gegaan en zijn 220 SEH-verpleegkundigen geschoold in de CBRN-materie. ‘Dit thema staat bij iedereen op het netvlies, dat is winst’, oordeelt projectleider ir. Pieter Janssen.
Ir. Pieter Janssen: ‘Ik hoef dit project niet te verkopen.’
FOTO: ARCHIEF IR. P.A.C.L. JANSSEN
D
at de implementatie van de CBRN-handreiking niet overal in 2012 werd afgerond, wijdt hij aan tijdgebrek en verschillen in prioritering. Janssen wil er alles aan doen om de CBRN-trein in beweging te houden. ‘Het formuleren van nieuwe speerpunten stimuleert achterblijvers een tandje bij te zetten.’ Daarmee doelt de projectleider op een tweeledige verbreding van de handreiking. Ten eerste krijgen de thema’s Biologisch, Radiologisch en Nucleair (BRN) in 2013
nadrukkelijk meer aandacht. Tegelijkertijd wordt het werkveld uitgebreid naar huisartsen en ambulancemedewerkers. ‘Ook die ketenpartners moeten zich optimaal kunnen voorbereiden om adequate CBRNzorg te kunnen bieden.’ Dat dit project in de regio’s Zwolle en Enschede goed in de steigers staat, heeft alles te maken met de motivatie vanuit het veld. ‘De roep om een gedegen CBRNbeleid komt vanuit de SEH’s zelf. Ik hoef dit project niet te verkopen, het wordt breed gedragen.’
•
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
19
Een sterker netwerk van mensen Bij grote calamiteiten blijkt de informatievoorziening vaak de zwakste schakel. Kreeg de crisiscommunicatie rond Chemie-Pack in 2011 een dikke onvoldoende, een jaar later ging het in Haren mis. De introductie van netcen-
beeld voor hulpverleners essentieel is om een calamiteit effectief te kunnen bestrijden.’
trisch werken kan helpen om herhaling te voorkomen. ‘In 2012 hebben we
Olievlek
mooie stappen gezet’, vindt Eric-Jan Broeken, adviseur netcentrisch werken.
In 2013 wordt het fundament onder netcentrisch verder verstevigd. Dan worden de informatiecoördinatoren geschoold en zal een online informatienetwerk worden
D
ie vooruitgang is onder meer zichtbaar in het toenemende besef dat netcentrisch werken de ‘juiste route’ is. ‘Landelijk is er veel enthousiasme om het voorbeeld van de Netwerken Acute Zorg Zwolle en Euregio te volgen.’ Beide regio’s hebben in 2012 operationele testdagen georganiseerd om de meerwaarde van netcentrisch werken te bepalen. Wat bleek? ‘Ten eerste hebben informatiecoördinatoren bij calamiteiten een duidelijk toegevoegde rol bij het verzamelen van relevante informatie. Daarnaast kwam naar voren dat een actueel totaal-
Eric-Jan Broeken
‘We hebben mooie stappen gezet’ opgetuigd en ingericht. Broeken verwacht dat netcentrisch werken zich vanaf 2013 als een olievlek over het land gaat verspreiden. ‘Deze methodiek brengt verschillende werelden bijeen en laat schotten verdwijnen. Netcentrisch werken versterkt ook vooral het netwerk van mensen, dát is de grootste winst.’
•
Informatiecoördinator maakt eind aan geruchten Bij calamiteiten is het vaak lastig om een juist en volledig beeld te krijgen van de rampspoed. ‘Veel berichten zijn gebaseerd op veronderstellingen en geruchten. De komst van informatiecoördinatoren en een gedegen communicatiesysteem maakt daar gelukkig een eind aan’, verklaart Jaco van Bloemendaal, zorgmanager Acute & Intensieve Zorg van het Deventer Ziekenhuis.
I
Jaco van Bloemendaal
20
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
FOTO: ACHIEF DZ
n opgeschaalde situaties waren de Deventer zorgmanagers tot voor kort voornamelijk belast met het voorzitten van het operationele team. In 2012 zijn de vijf zorgmanagers ook klaargestoomd om de functie van informatiecoördinator te vervullen. Hoe zit dat precies? ‘Bij een calamiteit geeft de ene zorgmanager leiding aan het operationele team, terwijl een collega als informatiecoördinator fungeert.’
Echte waarheid Dankzij een directe koppeling met andere ketenpartners beschikt de informatiecoördinator altijd over de juiste en actuele
gegevens van de ramp. Door die informatie vervolgens te filteren op relevantie, ontstaat een compleet en reëel beeld van de situatie. Tegelijkertijd draagt deze coördinator ook relevante informatie over naar
‘De echte waarheid naar boven’ de ketenpartners’, licht Van Bloemendaal toe. ‘De informatiecoördinator haalt de echte waarheid naar boven, daarin schuilt zijn toegevoegde waarde.’
•
Landelijke Traumaregistratie
wordt volwassen Met de introductie van het datamanagementsysteem ProMISe gaat de landelijke
traumaregistratie een nieuwe fase in. Het is een intensief traject met grote consequenties voor de gebruikers, beseft Leontien Sturms, projectleider Landelijke Traumaregistratie bij het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ). De inspanningen worden echter beloond: de traumaregistratie in ProMISe levert namelijk een schat aan informatie.
D
FOTO: NETWERK ACUTE ZORG ZWOLLE
it laatste was juist het manco van de oude systematiek. ‘De voorloper van ProMISe was niet goed toegankelijk en leverde gebruikers onvoldoende informatie. Kortom, de oude database voldeed niet meer aan de eisen’, resumeert Sturms. ProMISe daarentegen maakt zijn beloften wél waar. De gebruikers kunnen online gegevens handmatig invoeren of bestanden importeren en hebben goede toegang tot hun eigen data. Op basis van de gegevens in ProMISe worden ook online standaardrapportages geboden. Wetenschappelijk onderzoek behoort eveneens tot de mogelijkheden. Bovendien, stelt Sturms, kent ProMISe een hoge mate van flexibiliteit. ‘Afhankelijk van je wensen kun je als traumacentrum variabelen aan het systeem toevoegen.’
Wegwijs De toepassingen van ProMISe mogen dan veel uitgebreider zijn, de dataset is vooralsnog onveranderd gebleven. ‘We wilden allereerst de basisset veilig naar het nieuwe systeem overbrengen voordat we nieuwe items gaan vastleggen’, vertelt de projectleider. Niettemin had de introductie van ProMISe veel voeten in de aarde. ‘De nieuwe systematiek vergt veel van de gebruikers. Zij moeten veelvuldig met het programma werken om er wegwijs in te worden. De gebruiksvriendelijkheid is en blijft een aandachtspunt.’ Om vertrouwd te raken met ProMISe zijn in 2012 scholingsbijeenkomsten georganiseerd. Volgens de projectleider waren de deelnemers zeer gemotiveerd. ‘Het is een enthousiaste club mensen die zich maximaal inzet en ervoor gaat.’ Hun oordeel over ProMISe steken ze niet onder stoelen of banken. ‘Die positief-kritische houding kan ik wel waarderen.’
‘De gebruiksvriendelijkheid blijft een aandachtspunt’
Leontien Sturms
Spiegelinformatie Stond 2012 in het teken van de introductie van ProMISe, vanaf 2013 ligt de focus op het geven van spiegelinformatie. Sturms erkent dat die openheid aanvankelijk best confronterend kan zijn. ‘Maar uiteindelijk moet meer transparantie de discussie ondersteunen om te komen tot een hoge kwaliteit van de traumazorg.’ Daarnaast wordt op dit moment gewerkt aan een uitbreiding van de te registreren gegevens zodat we ons ook kunnen gaan meten met andere Europese landen. ‘Door de traumazorg zowel binnen als buiten onze landgrenzen langs de meetlat te leggen, kun je een vergelijking maken. Deze transparantie biedt mogelijkheden om van elkaar te leren en zodoende de traumazorg over de hele linie te versterken.’
•
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
21
TRAUMAREGISTRATIE
Bijeenkomst traumaregistratie
valt in goede aarde
Kennismaken, ervaringen delen en informatie uitwisselen. Die aspecten stonden op 15 maart 2012 centraal tijdens de allereerste regionale bijeenkomst voor traumaregistratiemedewerkers. Een zinvol initiatief, vindt Niels Don Griot, medewerker traumaregistratie en SEH-verpleegkundige in Gelre ziekenhuizen Apeldoorn. ‘Zo’n bijeenkomst is een goede gelegenheid om collega’s te ontmoeten en elkaar op weg te helpen.’
H
Niels Don Griot, medewerker traumaregistratie in Gelre ziekenhuizen Apeldoorn ‘Ik ben geïnteresseerd in het verhaal achter de getallen.’
FOTO: ARCHIEF NIELS DON GRIOT
et programma van die eerste bijeenkomst was zeer gevarieerd. Na een inleiding door traumachirurg Sven van Helden stond een kennismakingsronde gepland. Vervolgens gaf Jacqueline Coenraads, beleidsmedewerker Traumaregistratie Netwerk Acute Zorg Zwolle, een toelichting op
de landelijke richtlijnen. Ook passeerde een aantal aansprekende casussen de revue. Alle deelnemers hadden de opdracht gekregen om vooraf enkele trauma’s te voorzien van AIS-coderingen. Op 15 maart werden de antwoorden plenair besproken. Niels had zijn huiswerk goed gedaan: 90 procent van zijn coderingen bleek juist. Wat viel verder op? ‘Bij mij bestond de neiging om ontbrekende waarden naar eigen inzicht in te vullen. Dus om bij een goede bloeddruk en dito pols ook de ademhaling - als die niet is geregistreerd - als voldoende aan te merken. Dat is nadrukkelijk niet de bedoeling’, onderstreept Niels. ‘Als een bepaalde waarde ontbreekt, mag je daar niet je eigen interpretatie aan geven.’
Continuïteit In Gelre ziekenhuizen Apeldoorn wordt de traumaregistratie verzorgd door SEH-verpleegkundigen. Dat blijkt een bewuste keuze. ‘Als je die taak bij arts-assistenten neerlegt, komt de continuïteit in gevaar. En secretaresses hebben doorgaans te weinig kennis van de medisch-inhoudelijke kant.’ Niels heeft zich eind 2011 weloverwogen gemeld voor de functie van medewerker traumaregistratie. ‘Ik hou wel van cijfertjes. Niet zozeer vanuit een boekhoudkundig perspectief, als wel vanwege het verhaal achter de getallen. Als SEH-verpleegkundige heb je meestal geen idee hoe het met je patiënten afloopt en dat vind ik jammer. Als medewerker traumaregistratie krijg je die informatie wél en dat vind ik zeer interessant.’
Toereikend Niels kan één dag in de week besteden aan de traumaregistratie. Aanvankelijk was dat ‘best krap’, vooral omdat hij zich de materie en (Engelse) coderingen eigen moest maken. ‘Maar inmiddels is die acht uur toereikend.’ In verreweg de meeste gevallen is de informatie van de statussen ‘ruim voldoende’ om de letsels te kunnen coderen. ‘Het gros van de dossiers is compleet. Als er toch nog gegevens missen, pak ik het röntgenverslag erbij of vraag ik de desbetreffende traumachirurg om een toelichting. Zij zijn hiervoor altijd bereikbaar.’ Het feit dat de traumaregistratie in Apeldoorn goed op de rails staat, is mede te danken aan de wijze waarop Niels zijn collega’s motiveert. ‘Ik wijs hen voortdurend op het belang van een goede traumaregistratie en volgens mij werkt dat wel. De een is wat enthousiaster dan de ander, maar uiteindelijk neemt iedereen deze taak serieus. En daar gaat het om.’
•
22
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
‘Traumaregistratie nu écht van start’ Een mijlpaal. Zo omschrijft Sven van Helden, medisch coördinator Traumatologie bij het Netwerk Acute Zorg Zwolle, de deelname van nagenoeg alle regiozieken-
D
at de traumaregistratie moeizaam van de grond kwam, wijdt Van Helden aan vrijblijvendheid. ‘Nu die registratie als prestatie-indicator wordt aangemerkt, komt de vaart erin. Dat is een goede ontwikkeling.’
huizen aan de traumaregistratie. ‘Vanaf 2013 is onze regionale traumaregistratie compleet en kunnen we de data analyseren en de uitkomsten duiden. Dan zal de registratie zijn échte waarde gaan bewijzen.’
Injury Severity Score (ISS) Netwerk Acute Zorg Zwolle Om patiënten met meerdere letsels te kunnen beschrijven en een totale ernstscore toe te kennen, is de Injury Severity Score (ISS) ontwikkeld. Op basis van de ISS worden de traumapatiënten ingedeeld in vier categorieën: ISS 1/m 3, ISS 4 t/m 8, ISS 9 t/m 15 en ISS 16 of hoger.
Congres Een tweede agendapunt dat in 2012 veel aandacht vroeg, was de organisatie van de Gevorderden Cursus Traumatologie op 6 en 7 juni 2013 in Zwolle. Onder de titel ‘Fijnproeven aan de IJssel’ worden sessies georganiseerd over fracturen op leeftijd, pols en carpus alsmede botdefecten en pseudoartrose. Verder komen de financiering van traumazorg, traumaregistratie en actuele trials aan bod. Naast buitenlandse sprekers geven ook specialisten uit de regio Zwolle acte de presence. ‘De hele regio levert een bijdrage’, verzekert de initiatiefnemer. De organisatie van dit congres - een primeur voor het Netwerk Acute Zorg Zwolle - zet volgens Van Helden de hele regio op de kaart. ‘Binnen ons netwerk gebeurt heel veel, maar tot dusver is daar weinig ruchtbaarheid aan gegeven.’ Dat moet anders, vindt de initiatiefnemer. ‘Wees niet te bescheiden, laat zien wat je doet.’
•
2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 ISS 1-3
ISS 4-8
2011 Totaal: 3.011
ISS 9-15
ISS 16
2012 Totaal: 4.743
Registrerende ziekenhuizen Netwerk Acute Zorg Zwolle 8 7 6 5 4 3 2 1 0 2008
2009
2010
2011
2012
Niet alle ziekenhuizen hebben in 2012 een volledig jaar geregistreerd.
Sven van Helden
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
23
Gezamenlijke visitatie Onderlinge visitaties verbeteren de kwaliteit van de opvang van traumapatiënten. Dat is de mening van leden van het regionaal traumaoverleg (RTO) in de traumaregio Zwolle. Daarom besloten de leden van traumaregio Zwolle tot een onderlinge visitatie waar alle acht ziekenhuizen in de traumaregio aan meewerken. In 2012 hebben de traumachirurgen binnen het netwerk Acute Zorg Euregio gezamenlijke visitatie geïnitieerd. Dat wil zeggen; een visitatiecommissie bestaand uit leden vanuit alle ziekenhuizen in de beide netwerkregio’s. De eerste gezamenlijke visitatie in 2012 vond plaats in het ZGT Almelo. Tevens zijn in 2012 de voorbereidingen gestart voor de nieuw te vormen visitatiegroep uit de beide netwerkregio’s. Met de invulling van de visitaties worden de traumacentra in de beide regio’s door elkaar gevisiteerd.
Visitatiecommissie: Staand van links naar rechts Gijs van Aken, Hans Frima, Erik Dasselaar, Herbert van de Pavert Zittend: Henze van den Hof, Petra Krijgsman, Jan van Beveren (niet op foto: Suzanne Kruizinga)
SEH-visitaties komen kwaliteit ten Zes jaar lang nam een visitatiecommissie van artsen en verpleegkundigen de SEH’s in de regio Zwolle onder de loep. Eind 2012 zat hun werk erop en gaven ze het stokje door aan hun opvolgers. Jan van Beveren, orthopedisch chirurg/traumatoloog in Hardenberg en visitator van het eerste uur, blikt
Blinde vlekken
terug. ‘Zo’n visitatie biedt een uniek kijkje in andermans keuken.’
Vanaf 2010 herhaalden de visitatieteams hun rondje door de regio. ‘In dezelfde samenstelling, want op die manier konden we een goede vergelijking maken met onze eerste bevindingen.’ Volgens Van Beveren zijn de aanbevelingen van de eerste ronde in grote lijnen gerealiseerd. ‘Men stond open voor onze suggesties en heeft daar ook daadwerkelijk iets mee gedaan.’ Hij is van mening dat de visitaties wezenlijk bijdragen aan de kwaliteit van de SEHzorg in de regio. ‘Het feit dat onze eigen
N
a een eendaagse (stoom)cursus werden de pioniers in 2007 op pad gestuurd. De eerste afspraak in Zutphen kan Van Beveren zich nog goed herinneren. ‘Voor ons als visitatoren was het destijds net zo spannend als voor de betrokkenen op de SEH’, bekent hij. In de daaropvolgende periode onderwierp zijn commissie ook de SEH’s in Hoogeveen
24
gebrek aan en de onduidelijke rol van de SEH-artsen binnen de organisatie werd als aandachtspunt genoteerd.
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
en Apeldoorn aan een kritische blik. Grosso modo is hij best tevreden met wat hij aantrof. ‘De spoedeisende zorg was overal goed georganiseerd, grote hiaten heb ik niet kunnen ontdekken.’ De verbeterpunten hadden vooral betrekking op de communicatie (bijvoorbeeld tussen ambulance en SEH), alsmede de protocollering en de borging van de SEH-zorg. Ook het
‘Iedereen speelde open kaart’ Zeer nuttig. Zo omschrijft Hans Frima, traumatoloog in het Deventer Ziekenhuis, de visitatierondes in de regio. ‘Ik schat dat zeventig procent van onze adviezen is gerealiseerd. Daar ben ik niet ontevreden over.’
W
at hem tijdens zijn bezoeken aan Meppel, Zwolle en Harderwijk het meest opviel, was de openheid van zijn gesprekspartners. ‘Er was geen enkele intentie om zaken te verdoezelen, er werd volledig open kaart gespeeld.’ Kan hij die transparantie verklaren? ‘Ten eerste kennen we elkaar al jaren waardoor het contact sowieso soepel verloopt.’ Ook de positiefkritische insteek van de visitatoren droeg daaraan bij. ‘Het doel was niet om collega’s op de tenen te trappen, maar om in opbouwende zin verbeterpunten aan te dragen’, aldus de Deventer visitator.
Vooroordeel De geconstateerde aandachtspunten waren op alle door Frima gevisiteerde ziekenhuizen van toepassing. ‘Het vooroordeel dat kleinere instellingen slechter scoren dan grote ziekenhuizen is pertinent onjuist gebleken. Over de hele linie bestond de wil om de traumachirurgie goed neer te zetten, maar de situatie was nergens volmaakt.’
goede SEH recent als goed is beoordeeld door de IGZ, is mede te danken aan de visitatierondes. Als je anderen in je eigen keuken toelaat, voorkom je blinde vlekken.’ Na zes
‘Visitatie voorkomt blinde vlekken’ jaar is een nieuwe generatie visitatoren aan zet. ‘Met hun frisse blik brengen zij ongetwijfeld nieuwe verbeterpunten aan het licht.’
•
‘De vrijblijvendheid zal verdwijnen’ De aard van de verbeterpunten was zeer gevarieerd. ‘Protocollen waren niet overal goed toegankelijk en soms ontbrak het aan goede afspraken tussen specialismen.’ Verder constateerde Frima een aantal logistieke en bouwkundige beperkingen. ‘Denk aan een te grote afstand tussen SEH en CT- of röntgenvoorzieningen.’ Ook het werken op twee locaties wordt door hem als ‘niet ideaal’ bestempeld.
Mooie winst Volgens Frima hebben de gevisiteerde instellingen de adviezen ter harte genomen. ‘Tijdens de tweede rond bleek dat circa tweederde van onze aanbevelingen was gerealiseerd. Dat beschouw ik als een mooie winst.’ Dat die ‘score’ niet honderd procent is, vindt Frima jammer doch begrijpelijk. ‘Sommige verbeteringen vergen een grondige en dus kostbare verbouwing. Hetzelfde geldt voor het ontwikkelen van een nieuw EPD, die middelen zijn niet altijd voorhanden.’ Hij verwacht dat de visitaties in de toekomst op een meer zakelijke leest worden geschoeid. ‘Ik vermoed dat verbeterpunten strikter moeten worden opgevolgd, de vrijblijvendheid zal verdwijnen’, voorspelt Frima.
•
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
25
ZiROP EN OTO MICU
Buiten de gebaande paden Het MICU-transport is primair bedoeld om IC-patiënten veilig naar een ander ziekenhuis te vervoeren. Deze ritten dienen echter nóg een doel: ze bevorderen de afstemming tussen intensivisten in de regio. ‘De MICU verlaagt drempels en vergroot de regionale samenwerking’, oordeelt Jasper Haringman, intensivist in de Isala klinieken. Jasper Haringman
H
aringman heeft al jaren ervaring met de MICU. Enkele jaren geleden vormde het UMC Utrecht zijn thuisbasis, sinds oktober 2010 is hij in Zwolle gestationeerd. Haringman moest aanvankelijk even wennen aan de Zwolse trolley. ‘Ik vond het eerst maar een eenvoudig ogend geval.’ Inmiddels heeft hij zijn mening drastisch bijgesteld. ‘De trolley is compact, licht, handzaam en alles zit erop. Ideaal dus.’
Stabiel
‘Hoe saaier de rit, hoe beter’
Voorafgaand aan een MICU-transport wordt Haringman door de aanvragende arts uitgebreid geïnformeerd over de desbetreffende IC-patiënt. ‘We weten dus wat we kunnen verwachten. Heeft de patiënt specifieke problemen, dan houden we daar qua apparatuur en medicatie rekening mee.’ Eenmaal op de bestemming beoordeelt de intensivist of de patiënt stabiel genoeg is voor transport. Pas als alle seinen (zoals bloeddruk, hartritme en zuurstoftoevoer) op groen staan, kan er worden vertrokken.
‘De afwisseling spreekt mij aan’ Trijnie van Triest, IC/CC-verpleegkundige in de Isala klinieken, is in haar werk IC/CC-verpleegkundige Trijnie van
altijd op zoek naar een nieuwe uitdaging. Vanuit dat gegeven is het dus heel
Triest: ‘Alles gaat in
logisch dat ze zich in 2008 aanmeldde voor de MICU-pool. ‘De afwisseling en
samenspraak.’
een kijkje in een nieuwe keuken spreken mij zeer aan.’
D
e wereld van de ambulancezorg is Trijnie niet geheel vreemd; eind jaren negentig werkte ze twee jaar op een reguliere ambulance. De afgelopen vijftien jaar vormt de IC van locatie Weezenlanden haar thuisbasis. ‘Op de thorax-IC verblijven patiënten met een vrij smal ziektebeeld. Hoewel ik daar uitstekend op m’n plek ben, zoek ik altijd naar afwisseling. De MICU past prima in dat
26
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
plaatje.’ Voordat Trijnie met de MICU op pad ging, kreeg ze - net als haar collega’s eerst uitleg over het voertuig, de indeling en procedures. Volgens de Zwolse verpleegkundige zijn er grote parallellen tussen het werk op de MICU en de IC. ‘In beide situaties gaat het om ernstig zieke en vaak zeer kwetsbare patiënten, die je zo goed mogelijk verzorgt. Het grootste verschil is de beperkte ruimte in de MICU. Daardoor heb
Wisselwerking Tijdens de rit is de verpleegkundige verantwoordelijk voor het logistieke deel, terwijl de intensivist de medische situatie beoordeelt. Haringman spreekt van een uitstekende wisselwerking. ‘Omdat we in ons dagelijkse werk ook al samenwerken, zijn we goed op elkaar ingespeeld. We weten wat we aan elkaar hebben.’ Dankzij de gedegen voorbereiding verlopen de meeste transporten probleemloos. Dat is ook precies wat Haringman nastreeft. ‘Hoe saaier de rit, hoe beter. Want dat is een teken dat wij ons werk goed doen.’ Tot slot heeft hij nog een boodschap voor zijn collega-intensivisten in de regio. ‘Ik wil benadrukken dat wij in Zwolle altijd beschikbaar zijn om mee te denken. We hebben de wijsheid niet in pacht, maar wel de mogelijkheden en ervaring om bij ingewikkelde problematiek actief mee te denken en te helpen. Dus neem bij vragen of twijfel gerust contact met ons op. Daar zijn we voor.’
MICU als reddende engel Arthur de Meijer, intensivist in Deventer en Hardenberg, is bijzonder tevreden over het functioneren van de Mobiele Intensive Care Unit. ‘Als het MICU-team op onze IC verschijnt, heb ik altijd het gevoel: de redding is nabij. De bemanning handelt ongelooflijk professioneel, dat is perfect.’
Intensivist Arthur de Meijer: ‘Het MICU-team handelt ongelooflijk professioneel.’
je als verpleegkundige voortdurend afstemming met de intensivist, alles gaat in samenspraak.’
Stabiel De Zwolse MICU-pool bestaat uit vijftien IC-verpleegkundigen. ‘Soms is er wekenlang geen transport tijdens jouw MICU-dienst, daarna ben je drie keer achter elkaar aan de beurt. Er is geen peil op te trekken.’ De meeste MICU-transporten zijn bedoeld om patiënten naar een hoger level IC te vervoeren. De zorg bestaat grotendeels uit observeren, bewaken en zo nodig actie ondernemen. ‘De MICU vertrekt pas als de patiënt stabiel is’, verduidelijkt Trijnie. ‘Door je goed te prepareren, voorkom je dat de patiënt tijdens het transport verslechtert. Een gedegen voorbereiding is dus essentieel.’
•
FOTO: ACHIEF DZ
•
J
aarlijks worden vanuit Deventer circa tien patiënten per MICU vervoerd, vanuit Hardenberg is dat ongeveer vier keer zoveel. ‘Een level 1-IC heeft meer behoefte aan de back-up van een topklinisch of academisch ziekenhuis dan een level 2-IC’, weet De Meijer. Een deel van de patiënten gaat naar Zwolle, maar er zijn ook MICU-transporten naar andere windstreken. Op het moment dat hij een patiënt wil overplaatsen, neemt hij eerst contact op met het desbetreffende ziekenhuis. ‘Pas als een collega-arts de patiënt heeft geaccepteerd, bel ik de MICU-coördinator.’ Volgens de intensivist wordt doorgaans snel gehoor gegeven aan een verzoek tot overplaatsing. ‘De MICU is meestal binnen enkele uren ter plaatse.’
Zorgvuldig Nadat het MICU-team van koffie is
voorzien, vindt de overdracht plaats. De MICU-bemanning controleert de vitale functies van de patiënt alsmede de werking van infuuspompen en beademingsapparatuur. ‘Voordat de patiënt op de MICU-trolley ligt, ben je zo een half uur verder. Dat is een zeer zorgvuldig proces.’
‘Structurele terugkoppeling zou ik zeer op prijs stellen’ De Deventer intensivist heeft nog wel een suggestie omtrent de feedback. ‘Als het MICU-team een patiënt bij ons heeft opgehaald, is hij letterlijk uit zicht. Structurele terugkoppeling over de verdere behandeling én het wel en wee van de patiënt zou ik zeer op prijs stellen.’
•
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
27
Totaal
108
Gemiddelde ritduur 2010-2012
2010 2011 2012
02:55 02:54 02:26
109
126
108
Incidentie MICU-ritten: avond-, weekend-, dagdienst
2010
■ Avond
■ Weekend
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
■ Dag
Zutphen
1
5 6
5
Winterswijk
1
1
Apeldoorn
1
1
Hardenberg
13
2
Harderwijk
3
3
Meppel
1
2
ZwolleSZ
1 5
2
1 6
1
6
1
29
3 1
1
2
1
1
12
1
1
1
1
1
4
1
10
1
16
Almelo
1
1
Enschede
1
1
Hengelo
5
1
2
2
2 1
2
1
Emmen
1
Assen
1
1 2
1
Sneek
1
1
Drachten
1
1
Martini
1
1
Heerenveen
2
1
Meppen DE
1
Overig
1 1
8
36
12 3
1
Zwolle Wl
Totaal
Beverwijk
AVL A’dam
Zuidhorn
1
Almere
UMCU
1
Tilburg
Martini
AMC
Leiden
1
Assen
1
Amersfoort
1
Arnhem
Insturend Deventer
Totaal
28
2012
MICU ritten 2012, insturend en ontvangend
Hoogeveen
Toelichting: De genoemde ritduur is gerekend vanaf het moment van vertrek uit de Isala klinieken, locatie Sophia, tot terugkomst bij de Isala klinieken, locatie Sophia. Dit is de totale duur dat het MICU-team onderweg is (zowel met als zonder patiënt).
2011
UMCG
13 64 18 5 2 1 5
Totaal
Non Invasief beademend
Emmen
Intern SZ- Wl Hoger level Plaatsgebrek Terug naar woonomg. Bekend in Beademingscentrum Brandwondencentrum
100 8
Enschede
108
120 2 4
Almelo
Totaal
Spontaan met O2
103 1 5
Beademend Invasief
Zwolle Wl
30 2 7 4 7 2 7 4 2 2 1 1 1 2 1 1 1
2012
ZwolleSZ
9
2011
Apeldoorn
23 1
2010
Deventer
Sepsis/MOF H1N1/ARDS/Ecmo Infarct/Dec.cor. OHCA/ cardiomyopathie Pneumonie/Resp insuff/ langdurige beademing CVVH/nierfalen Neurochirurgisch/neurologie Abd chirurgie Thoraxchirurgie/card Second opinion Brandwonden Trauma Coiling/stenting (geen neuro) Oesophagus bloeding/Perf (Necrotiserende)pancreatitis Nabloeding na sectio VAP Niet gedef. Kind (lever-milt#) Leverbloeding Impella
MICU ritten
Ontvangend
Indicaties MICU ritten 2012
1 1 11
5
4
8
9
3
1
1
2
2
7
5
1
1
1
1
1
1
MICU: van smeerolie tot aandrijfas Het aantal MICU-ritten in 2012 mag bescheiden worden genoemd. Stond de teller in 2011 op 126, een jaar later werden 108 ritten uitgevoerd. Van een trend is echter geen sprake, benadrukt Koos van de Wetering, intensivist en medisch coördinator MICU. ‘IC-zorg is onvoorspelbaar, blijkbaar was de vraag naar MICU-transporten in 2012 iets kleiner. Maar dat is tijdelijk.’
P
Koos van de Wetering
arallel aan de introductie van de MICU in 2009 zag ook het IC-netwerk het levenslicht. Vormde de Mobiele Intensive Care Unit destijds de smeerolie voor de realisatie van het netwerk, in 2012 fungeert de MICU als aandrijfas. ‘Mede dankzij de MICU-transporten hebben we als intensivisten in deze regio veelvuldig contact met elkaar. Dat maakt de drempel voor collegiaal overleg steeds lager.’ Die samenwerking stopt volgens de medisch coördinator niet bij de regiogrenzen. ‘De weekenddiensten hebben we verdeeld met onze collega’s in Groningen
en die afstemming verloopt prima.’ Ook bij technische malheur stond de noordelijke buurman klaar. ‘In 2012 vertoonde onze MICU een paar keer motorische problemen
‘IC-zorg is onvoorspelbaar’ en toen heeft Groningen meteen zijn hulp aangeboden.’ Van de Wetering verwacht die assistentie in 2013 niet meer nodig te hebben. ‘Dan krijgen we de beschikking over een nieuwe MICU én een NICU voor het vervoer van neonaten. In 2013 is ons wagenpark weer helemaal up-to-date.’
•
FDM in Hollands jasje Het van origine Amerikaanse Fundamental Disaster Management (FDM) course is in een Hollands jasje gehesen. ‘Het oorspronkelijke programma is herschreven naar de Nederlandse setting. In 2012 hebben we de eerste twee cursussen georganiseerd zonder Amerikaanse ondersteuning. Daarmee is het Nederlandse FDM-model een feit’, verklaart Harry Naber, medisch coördinator Educatie Netwerk Acute Zorg Zwolle.
F
DM is een eendaagse cursus die professionals voorbereidt op rampenopvang op de IC. De cursus rust op de twee pijlers: kennis van specifieke rampen en de medische gevolgen daarvan én goede organisatie van de IC-zorg. Parallel aan het aanbieden van deze cursus is in 2012 gestart met het opstellen van een FDM-handreiking. ‘De combinatie van cursus en handreiking leidt tot een geïntegreerd geheel’, vindt Naber.
Sedatievaardigheden Harry Naber
In 2012 waren er nog meer ontwikkelingen op het gebied van educatie. De medisch
coördinator noemt de presentatie van de eendaagse herhalingscursus Acute Kinder Opvang, kortweg AKO Herhaling. Verder is de reguliere ABCDE-cursus (voor artsassistenten) aangepast ten behoeve van medisch specialisten. ‘We hebben het programma herschreven en uitgebreid met een hoofdstuk sedatievaardigheden.’ Ook de samenwerking met Acute Zorg Euregio is verstevigd. ‘Zo maakt Enschede gebruik van onze AKO-scholing, terwijl wij hun regionale traumatraining hebben overgenomen. Deze verbinding verhoogt de kwaliteit en doelmatigheid’, aldus Naber.
•
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
29
AKO: what’s in a name? Om de zorg voor acuut zieke kinderen te verbeteren, ontwikkelde het Netwerk Acute Zorg Zwolle in 2008 de basiscursus Acute Kinder Opvang 1 (AKO1). Eind 2011 kreeg deze eendaagse ‘stoomcursus’ een volwaardige opvolger: AKO2. Een jaar later ging AKO1 op de schop om als AKO3 aangeboden te worden aan afdelingsverpleegkundigen. Kortom, verwarring alom!
Willem-Jan van der Sluijs
FOTO: GELRE ZIEKENHUIZEN
O
m duidelijkheid te scheppen, is in 2012 de naamgeving aangepast. AKO2 is omgedoopt in AKO (lees: de tweedaagse basisopleiding) en in datzelfde jaar is een herhalingscursus gepresenteerd. Onder de noemer AKO Herhaling heeft het Netwerk Acute Zorg Zwolle een eendaagse herhalingscursus Acute Kinder Opvang ontwikkeld. Dit programma, dat qua uitvoering is ondergebracht bij de Isala Academie, dient om de kennis en vaardigheden van SEH-medewerkers op te vijzelen.
Bijspijkeren Willem-Jan van der Sluijs, hoofd SEH van Gelre ziekenhuizen Apeldoorn, is blij met de herhalingscursus. ‘De opvang van acuut zieke kinderen is aanmerkelijk anders dan bij volwassen. Vanwege dit specifieke karakter is het van groot belang dat SEH-medewerkers hun kennis en vaardigheden op het gebied van acute kinderopvang tijdig bijspijkeren.’ AKO Herhaling is gebaseerd op de ABCDEmethodiek. Deze benadering biedt volgens Van der Sluijs een goede kapstok voor veilige en kwalitatief hoogwaardige zorg. ‘AKO Herhaling omvat een mix van theorie, scenariotrainingen en toetsing en borgt zowel herhaling als verdieping’, aldus de samenstellers (waaronder de vakgroep Kindergeneeskunde van de Isala klinieken). De lessen worden verzorgd door ervaren verpleegkundigen uit verschillende ziekenhuizen en werkvelden in de regio.
Overzicht regionale scholingen en activiteiten 2012 RAMPmeester.nu 26 januari 2012: Samen beelden delen: Netcentrisch werken 1 november 2012: Communicatie: Hoe publiek is een ramp?
CBRN- kwartiermakers Eindhoven 29 mei 2012
FDMcourse.nl Geen wachtlijsten
5 en 6 november 2012
Van der Sluijs is verheugd dat ‘zijn’ SEH-verpleegkundigen ook voor de herhalingscursus dichtbij huis terecht kunnen. ‘Bovendien voldoet AKO Herhaling aan de eisen van de IGZ en wachtlijsten ontbreken.’ Grote vraag is wat de (jeugdige) patiënt hieraan heeft. ‘Tijdig en goed bijgeschoolde SEH-verpleegkundigen garanderen dat zij up-to-date zijn op het gebied van acute kinderopvang. Daar worden deze patiënten letterlijk beter van.’
•
30
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
Thema avonden acute zorg/SEH refereeravonden 7 februari 2012: CBRN 17 april 2012: wondbehandeling op de SEH 30 mei 2012: het bloed(t)!!! 12 september 2012: nekletsel en traumatisch vaatletsel 16 oktober 2012: infectie en
infectiepreventie op de SEH 21 november 2012: sportletsels
Regionale (na)scholingsdagen voor SEH-verpleegkundigen Onderwerpen: - CBRN (basiskennis en rol en positie van de GAGS) - Bedrijfsopvang Team – opvang van personeel na schokkende gebeurtenissen - (Party) Drugs en alcohol Gehouden op: 3-10-2012, 8-11-2012, 4-12-2012, (8-01-2013)
Regionale refereeravonden traumazorg: 24 januari 2012, Apeldoorn 7 juni 2012, Deventer 25 september 2012, Zwolle
Ketenpartners: Alle aanbieders van acute zorg in de regio, waaronder; GGZ, huisartsen, huisartsenposten, verloskundigen, regionale ambulancevoorzieningen, meldkamers ambulancezorg, ziekenhuizen en daarnaast de GHOR en andere netwerken acute zorg (traumacentra).
Medewerkers Netwerk Acute Zorg Zwolle 2012 Hoofd
Medisch Coördinatoren
Gijs van Aken
Educatie Harry Naber
Traumatologie Sven van Helden
MICU en IC-netwerk Koos van de Wetering
Acute Zorg Suzanne Kruizinga
Jacqueline Coenraads
Petra Krijgsman
Céline van Elst
Adviseurs Beleid en Ondersteuning
Roelf Lindeboom
Karen Mentink
Coördinator OTO
Verpleegkundig Coördinatoren MICU
Colofon Dit is het jaaroverzicht 2012 van het Netwerk Acute Zorg Zwolle
Wim Heupers
Elina Versluis
E-mail:
[email protected]
Simone Hof
Code Rood Coördinatoren Opleiden, Trainen en Oefenen
Beleidsmedewerker
Teksten: Tjerk Ykema Eindredactie: Petra Krijgsman, Netwerk Acute Zorg Zwolle
Sonja de Bruin
Mark Hekkert
Jan Atsma
Anita Brouwer Fotografie: Frans Paalman (tenzij anders vermeld)
Secretariaat
Vormgeving: Haagsblauw, Den Haag
Jolanda Kloosterman Yvonne van der Perk
Irmgard Wilke
Drukwerk: Upmeyer, Zwolle
Jaaroverzicht 2012 Netwerk Acute Zorg Zwolle
31
‘Doe er je voordeel mee’ ‘We hebben één loket en twee deuren’ ‘Hoe saaier de rit, hoe beter’ ‘Ik hoef dit project niet te verkopen’
www.netwerkacutezorg.nl