Henry Terlouw realiseert ambitieus klimaatbeleid in de Hofstad
Den Haag gaat voor klimaatneutraal in 2050
Ga even mee naar het Den Haag van 2050. Deze klimaatneutrale stad heeft volledig emissievrij vervoer. Den Haag kent geen uitstoot van CO2. Verder wordt alle Haagse energie schoon opgewekt. De situatie klinkt nu nog als een utopie. Hoe ambitieus die doelen ook zijn, het is beleidsmedewerker Klimaat Henry Terlouw van de gemeente menens.
Milieu en klimaat staan al jaren hoog op de agenda in Den Haag. “Als gemeente aan zee komen onderwerpen zoals klimaatverandering en een stijgende zeespiegel letterlijk heel dichtbij”, zegt Henry Terlouw van de gemeente. Hij legt uit waarom Den Haag zo ambitieus is en wat er bij komt kijken om deze plannen ook daadwerkelijk te realiseren. “Gezien onze ligging direct aan de kust kunnen we die ontwikkeling niet negeren. En hoewel de emissie van Den Haag op wereldschaal natuurlijk peanuts is, hebben we er bewust voor gekozen om onze verantwoordelijkheid te nemen. We zien het als taak van de gemeente om duurzame ontwikkelingen te stimuleren en goed voorbereid te zijn op de mogelijke effecten van klimaatverandering voor onze stad en burgers. Ook willen we als gemeente steeds het goede voorbeeld geven. Dus hebben we ook een stevige maar realistische doelstelling opgesteld. Per 1 januari 2010 is de gemeentelijke organisatie van Den Haag geheel CO2-neutraal.”
Gebrek aan definities Terlouw meldt verder dat Den Haag als stad in 2050 klimaatneutraal wil zijn. Als tussendoel moet de uitstoot in 2020 stadsbreed 30 procent zijn afgenomen. In 2010 moet de gemeentelijke organisatie CO2-neutraal zijn. Die ambities zijn ondergebracht in een plan van aanpak. Daaraan zitten volgens Terlouw echter wel heel wat haken en ogen. “Het lastige is dat er geen vastomlijnde definitie bestaat
32
Henry Terlouw 'Het is lastig dat er geen vastomlijnde definitie bestaat van klimaatneutrale organisatie.'
van het begrip ‘klimaatneutrale organisatie’. Er zijn heel veel interpretaties. In ons geval betekent het dat we 70 procent van de energiebehoefte CO2-neutraal opwekken en de andere 30 procent compenseren we in het Haags Klimaatfonds. Ook was het niet eenvoudig om de omvang van de gemeentelijke organisatie en de bijbehorende uitstoot te bepalen. Wat behoort er nu wel tot de gemeentelijke organisatie en wat niet? We hebben gekozen voor een praktische insteek en richten ons op het ambtenarenapparaat en de gemeentelijke diensten inclusief gebouwen en de voertuigen. Onze grootste emissiebronnen zijn dan gas, elektra en verwarming in de 120 gebouwen, elektra voor de openbare verlichting en gemalen en tot slot de brandstof voor de voertuigen.” De emissie van de gemeentelijke organisatie is op basis van het energieverbruik vastgesteld en bedroeg 41.000 ton CO2. Dit is een hoeveelheid die je niet zomaar wegwerkt of compenseert. “Het verzamelen van die gegevens was niet bepaald eenvoudig”, aldus Terlouw. “De brandstofgegevens van de 550 voertuigen zijn wel grotendeels beschikbaar via leasemaatschappijen maar zij hanteren wel verschillende systemen. Het energieverbruik van onze gebouwen valt lastiger in kaart te brengen. Beheerders konden in veel gevallen slechts gedateerde, gefragmenteerde gegevens aanleveren of de data besloeg verschillende jaren. Wat restte was een grove positiebepaling.”
33
Voortgang bewaken Die inschatting was voldoende als vertrekpunt. Om de voortgang van het project effectief te bewaken, zijn er eenduidige en betrouwbare gegevens nodig, vindt Terlouw. “Het is van belang om data te gebruiken uit hetzelfde jaar en op basis van dezelfde meeteenheden. Alleen dan zijn we in staat om de CO2-equivalenten nauwkeurig te berekenen. Ook de schaal is dan belangrijk. We willen het plaatje voor de hele gemeente inzichtelijk hebben, maar ook per individueel gebouw. Het gaat om een betrouwbaar beeld van verbruik van gas in kubieke meter, elektriciteit in kilowattuur en stadswarmte in GigaJoule. Op basis van deze gegevens bepalen we de emissie op verschillende toetsingsmomenten. Minstens zo belangrijk is dat we de voortgang van de CO2-neutrale organisatie verder eenvoudig kunnen monitoren. Als er dan afwijkingen of andere bijzonderheden zijn, hebben we de mogelijkheid om oorzaken vast te stellen en bij te sturen.” De gemeente overweegt ook de invoer van slimme energiemeters in haar gebouwen om het verbruik en de uitstoot beter te kunnen meten. Er zijn wel maatregelen nodig voordat er überhaupt iets te monitoren valt. Om een CO2-neutrale organisatie te worden, zet Den Haag in op drie sporen: besparen, verduurzamen ofwel zoveel mogelijk schone energie gebruiken en het compenseren van de restuitstoot broeikasgas. “Binnen deze doelstellingen verschilt de schaal van de maatregelen enorm”, aldus Terlouw. “Op het vlak van nieuwbouw kunnen we meteen grote sprongen maken. Den Haag groeit en er zijn plannen voor 30.000 tot 40.000 nieuwbouwwoningen. Voor deze woningen geldt een levensduur van 50 tot
34
100 jaar. Door nu al goed na te denken over maatregelen om energieverbruik en uitstoot terug te dringen, komt het doel van 2050 concreet dichterbij. Voor de bestaande bouw ligt dat anders. Dat vraagt een helder actieplan waarbij we de krachten bundelen met corporaties, bedrijfsleven en burgers. Die krachtenbundeling stimuleren we door overlegplatforms op te zetten en met gerichte informatievoorziening. Maar ook door een energielabel verplicht te stellen voor de panden die we als gemeente huren. De categorie van dit label speelt zeker mee in de uiteindelijke keuze.”
Haags Klimaatfonds Met deze laatste opmerking stipt Terlouw het onderwerp duurzaam inkopen aan. Het inkoopbeleid is verantwoordelijk voor directe en indirecte emissie. “We kopen bijvoorbeeld alleen maar groene stroom in. Daarmee is de emissie meteen gezakt naar 16.000 ton. Daarnaast moeten we rekening houden met de indirecte effecten van onze inkoopactiviteiten. Zo worden ook de vliegreizen meegenomen in het mobiliteitsgedeelte van het plan van aanpak. Klimaatneutraal opereren betekent dat we die reizen moeten beperken en in ieder geval compenseren. In dat geval kiezen we bewust voor een eigen compensatieregeling in het Haags Klimaatfonds. Niet voor deelname aan initiatieven elders in de wereld. In het Klimaatfonds stort de gemeente het compensatiegeld en het fonds investeert uitsluitend in lokale energiebesparende projecten. Op zich is deze aanpak kostbaarder dan de reguliere manieren. Daar staat tegenover dat we concreet bijdragen aan onze eigen doelstellingen en boven-
35
dien komt de compensatie gegarandeerd ten goede aan het klimaat.” Om de armslag van het fonds te vergroten, stimuleert de gemeente andere grote organisaties in de stad tot deelname.
Besparen kost geld De kosten voor compensatie vormen een van de financiële aspecten van de Haagse ambities. Op zich resulteert het terugdringen van energieverbruik naast minder uitstoot ook in minder uitgaven. “Die besparingen vereisen in veel gevallen wel investeringen en voor die investeringen staat een reële terugverdientijd centraal. Daarom zijn investeringskredieten aangevraagd voor de financiering van besparende maatregelen. Met de besparingen wordt het krediet afbetaald. Alle maatregelen met een terugverdientijd korter dan 25 jaar komen hiervoor in aanmerking. Om de potentie van besparing aantoonbaar te maken, was het nodig om de betreffende gebouwen aan een energieprestatieonderzoek te onderwerpen.” Daaruit bleek dat besparingen van 20 procent zeer reëel zijn. Inmiddels zijn al diverse aanpassingen uitgevoerd of ingepland in de onderhouds- of renovatieplannen. Waar mogelijk kiest Den Haag voor de inzet van innovatieve technieken. “Als eerste in Nederland gebruiken we geothermie voor het verwarmen van woningen. Een speciale installatie pompt water van zo’n twee kilometer diepte omhoog. Dit water heeft een temperatuur van circa 70° Celsius en die warmte benutten we om 4.000 woningen in Den Haag Zuidwest te verwarmen. Voor delen van de wijk Duindorp aan de kust gebruiken we de warmte van zeewater, gemiddeld circa 11°, om 800 woningen te verwarmen.”
Den Haag zet in op drie sporen: besparen, verduurzamen van energie en compenseren van broeikasgas. Rekening houden met innovaties Met de doelstelling om in 2050 klimaatneutraal te zijn, is Den Haag in Nederland op zich geen koploper. Andere gemeentes hebben vergelijkbare doelstellingen bekend gemaakt en onderschrijven het Klimaatakkoord tussen het Rijk en de Nederlandse gemeenten. Toch is Den Haag wel koploper in haar ambities voor 2010. “We lopen voorop met onze concrete aanpak”, zegt Terlouw trots. “We kiezen duidelijk voor een realistisch doel dat we invullen met de mogelijkheden die ons nu ter beschikking staan. Door het ambitieuze karakter van onze plannen houden we zeker rekening met de verwachte innovaties op het gebied van energieverbruik en -besparing. Daar willen we echter niet volledig op gokken. Om ons doel te bereiken hebben we iedereen in en om de stad nodig. In veel gevallen zullen we het bedrijfsleven en de burgers echter over de streep moeten trekken om binnen hun vermogen ook een bijdrage te leveren.”
Gunstig emissieplaatje bedrijfsleven Een belangrijk argument om mee te doen is het feit dat het onderwerp iedereen raakt, zowel het bedrijfsleven als de burgers. Minder CO2-uitstoot betekent bijna automatisch een gezonder leefklimaat. “We zullen met de stad tot een klimaatakkoord moeten komen en zijn daarom gesprekken gestart met alle betrokkenen. De hamvragen zijn; wat is er nodig om het doel te realiseren en wat
36
Henry Terlouw 'Het emissieplaatje van het Haagse bedrijfsleven is relatief gunstig.'
kunnen we er samen aan doen? De communicatie verloopt nu nog vrij versnipperd. We moeten eerst een eenduidig beeld scheppen. Zo hebben we de Haagse klimaatambities kortgeleden overzichtelijk op papier gezet in een publieksfolder. Op die manier willen we duidelijk maken waarom het ons menens is en dat het in ieders belang is.” Het bedrijfsleven, groot en klein, vormt eveneens een onmisbare schakel in dit initiatief. “Het emissieplaatje van het Haagse bedrijfsleven is relatief gunstig. De gemeente herbergt nauwelijks industrie maar vooral veel zakelijke dienstverlening. Bovendien zijn heel wat kantoorpanden in Den Haag in beheer van de Rijksgebouwendienst die eigen doelstellingen hanteert om klimaatneutraal te zijn. Met het bedrijfsleven zitten we regelmatig om tafel en in het Platform Duurzaamheid overleggen we hoe we het klimaatbeleid gezamenlijk vorm kunnen geven. We willen ze bewegen om een actieve rol te spelen in onze doelstellingen.” Den Haag is volgens Terlouw zeer goed op weg. Hoewel de doelstellingen ambitieus zijn en ook het onderwerp duurzaamheid veel aspecten heeft. “Het korte termijndoel van een klimaatneutrale gemeentelijke organisatie ligt binnen handbereik. Dat betekent echter niet dat we dan op dat moment ontspannen achterover gaan leunen. Een deel is nog gebaseerd op de compensatie en het energieverbruik moet echt nog verder afnemen. Dat is nodig omdat onze horizon nog veel verder ligt. Het blijft cruciaal dat we het einddoel in het vizier houden en elke stap die we op dat vlak zetten inzichtelijk te maken voor alle betrokkenen. Voor Den Haag is klimaatneutraal in 2050 zeker geen utopie.”
37