Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers
DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2010
HALFJAARLIJKSE STATISTIEKEN NR 142
Verantwoordelijk uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor alle inlichtingen, zich wenden tot de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW), Departement Ondersteuning - Research en Financiën Trierstraat 70 - 1000 Brussel Website www.rkw.be of www.kindergeld.be Bijkomende exemplaren kunnen op verzoek bekomen worden Deze inlichtingen mogen gereproduceerd worden mits vermelding van de bron
Dit document is louter informatief en mag niet beschouwd worden als een rechtsgeldig document.
INHOUDSOPGAVE Pagina's I. BEGRIPSBEPALINGEN
1
II. SAMENVATTENDE TABEL
9
III. STELSEL VAN DE WERKNEMERS
13
IV. STELSEL VAN DE GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAGEN
45
V. BETALINGEN DOOR DE RKW VOOR REKENING VAN DERDEN V.A - GEWEZEN AMBTENAREN VAN DE STAAT, DE GEMEENSCHAPPEN EN DE GEWESTEN (art. 101, al.3, 2°-4°, KBW)
53
V.B - LEERKRACHTEN V.B.1. - Tijdelijke leerkrachten (art. 101, al. 3, 7°, KBW) en vaste leerkrachten (art. 101, al. 3, 8°, KBW): totaal van de 3 Gemeenschappen
63
V.B.2. - Tijdelijke leerkrachten (art. 101, al. 3, 7°, KBW) in de Vlaamse, Franse en Duitstalige Gemeenschap
70
V.B.3. - Vaste leerkrachten (art. 101, al. 3, 8°, KBW) in de Vlaamse, Franse en Duitstalige Gemeenschap
77
V.C - PERSONEEL VAN OVERHEIDSINSTELLINGEN (art. 101, al.4, KBW)
85
V.D - OORLOGSLACHTOFFERS (Buiten het toepassingsveld van de KBW)
98
VI. BETALINGEN TEN LASTE VAN HET GLOBAAL BEHEER
105
CATEGORIEËN VAN BEHARTENSWAARDIGE PERSONEN (huispersoneel, grensarbeiders,…) (art. 102, KBW) VII. UITGAVEN VOOR GEZINSBIJSLAGEN
112
VIII. DOCUMENTATIE VIII.A - BAREMA'S VIII.A.1. Kinderbijslag voor werknemers van kracht op 1 juli 2009 VIII.A.2. Kinderbijslag voor werknemers van kracht op 1 september 2010 VIII.A.3. Gewaarborgde Gezinsbijslag van kracht op 1 juli 2009 VIII.A.4. Gewaarborgde Gezinsbijslag van kracht op 1 september 2010 VIII.B - INDEXCIJFER VAN DE CONSUMPTIEPRIJZEN
115 118 121 123 125
BEGRIPSBEPALINGEN
BEGRIPSBEPALINGEN
1
STELSEL VAN WERKNEMERS
Aangesloten werkgevers Werkgevers die verzekeringsplichtig zijn volgens de Kinderbijslagwet, moeten zich aansluiten bij een kinderbijslagfonds. Is verzekeringsplichtig, al wie - hetzij in een industriële, een handels-, een landbouw of een andere onderneming, hetzij in de uitoefening van een beroep, hetzij op een andere manier - één of meer personen tewerkstelt, zonder onderscheid naar leeftijd of geslacht.
Verzekeringsplichtige werknemers Vallen onder de kinderbijslagregeling voor werknemers: - werknemers die verzekeringsplichtig zijn t.a.v. de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) voor de sector van de kinderbijslag; - werknemers die niet verzekeringsplichtig zijn t.a.v. de sociale zekerheid, maar wel ten opzichte van de kinderbijslagregeling voor werknemers en voor wie hoofdelijke bijdragen verschuldigd zijn.
Hoofdelijke bijdragen Elke werkgever die personeel in dienst heeft dat niet verzekeringsplichtig is t.a.v. de sociale zekerheid, maar wel t.a.v. de kinderbijslagregeling, moet voor die werknemers bijdragen betalen aan het kinderbijslagfonds waarbij hij aangesloten is. Die bijdragen worden niet berekend op het loon, maar op het aantal gewerkte dagen. Sinds 1 januari 1999 is dit systeem enkel nog van toepassing op het personeel dat al in dienst was vóór die datum. De werknemers die na die datum aangeworven werden door de betrokken werkgevers (NMBS, universiteiten, ...), zijn verzekeringsplichtig t.a.v. de sociale zekerheid.
Nationale verdeling De kinderbijslag gefinancierd door de socialezekerheidsbijdragen van de werkgevers die verzekeringsplichtig zijn ten aanzien van de sociale zekerheid en de hoofdelijke bijdragen van de werkgevers die niet onder de sociale zekerheid vallen. Het gaat zowel om de kinderbijslag uitgekeerd in het werknemersstelsel als om de kinderbijslag uitbetaald in het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag (zie hierna): twee verschillende stelsels met eenzelfde financiering.
GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG Residuair stelsel van kinderbijslag voor gezinnen die in geen enkel ander stelsel recht hebben op kinderbijslag en van wie het inkomen bepaalde plafonds niet overschrijdt. De inkomsten van dit stelsel komen van de Nationale Verdeling (zie hiervoor). Het zijn dus de bijdragen voor het werknemersstelsel die het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag financieren.
31.12.2010
BEGRIPSBEPALINGEN
2
BETALING DOOR DE RKW VOOR DERDEN Buiten zijn taken in het werknemersstelsel en het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag, betaalt de RKW ook de kinderbijslag voor de werknemers van overheidsinstellingen. Het gaat om:
Gewezen ambtenaren van de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten en sommige overheidsinstellingen (art. 101, 3, 2o-4o, KBW) Artikel 101, 3de lid, 2o tot 4o, van de Kinderbijslagwet belast de RKW met de uitbetaling van de kinderbijslag, het kraamgeld en de adoptiepremie, onder dezelfde voorwaarden als de kinderbijslagfondsen: 1) aan de zieke of gepensioneerde gewezen ambtenaren van de Staat, de Gemeenschappen of de Gewesten, Belgacom, De Post, Biac, Belgocontrol en de overheidsinstellingen die zich bij de RKW hebben aangesloten; 2) aan de wezen die recht hebben op kinderbijslag ten laste van de Staat, de Gemeenschappen of de Gewesten, de autonome overheidsbedrijven en de overheidsinstellingen bedoeld onder 1; 3) aan de kinderen die recht geven op kinderbijslag uit hoofde van een weduwe van een gewezen ambtenaar die een overlevingspensioen geniet wegens de beroepsactiviteit van de overleden echtgenoot, indien verschuldigd door de Staat, de Gemeenschappen of de Gewesten, de autonome overheidsbedrijven of de overheidsinstellingen bedoeld onder 1, conform art. 56quater. Ook de gewezen ambtenaren, hun weduwen en de wezen van ambtenaren van sommige autonome overheidsbedrijven, die vroeger deel uitmaakten van de Staatsadministraties, worden door de RKW onder dezelfde voorwaarden uitbetaald. De uitgekeerde kinderbijslag krijgt de RKW terugbetaald door de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de autonome overheidsbedrijven of overheidsinstellingen bedoeld onder 1, conform artikel 111 van de Kinderbijslagwet.
Tijdelijke leerkrachten (art. 101, al. 3, 7o, KBW) o
Artikel 101, 3de lid, 7 , van de Kinderbijslagwet belast de RKW vanaf 1 april 1990 met de betaling van de kinderbijslag, het kraamgeld en de adoptiepremie, onder dezelfde voorwaarden als de kinderbijslagfondsen, aan de tijdelijke leerkrachten en het tijdelijke personeel van het onderwijs, ingericht of gesubsidieerd door de Gemeenschappen. De Gemeenschappen betalen de kinderbijslag voor de eerste drie kwartalen terug aan de RKW. Het vierde kwartaal is ten laste van de Nationale Verdeling (de tijdelijke leerkrachten worden beschouwd als al dan niet vergoede werklozen in de loop van de maand augustus, de referentiemaand voor de betalingen van het vierde kwartaal volgens de trimestrialiseringsregels).
Vaste leerkrachten (art. 101, al. 3, 8o, KBW) Artikel 101, 3de lid, 8o, van de Kinderbijslagwet verruimt de bevoegdheid van de RKW tot de betaling van de gezinsuitkeringen aan alle categorieën vast personeel van de onderwijsinstellingen, ingericht of gesubsidieerd door de Gemeenschappen. Sinds september 1993 betaalt de RKW kinderbijslag aan de leerkrachten van de Vlaamse Gemeenschap. Sinds 1 mei 1995 is de RKW ook bevoegd voor de betaling van kinderbijslag aan de vaste leerkrachten van de Franse en de Duitstalige Gemeenschap en dat ten laste van die gemeenschappen.
31.12.2010
BEGRIPSBEPALINGEN
3
Personeel van overheidsinstellingen (Art. 101, 4, KBW) Artikel 101, 4de lid, van de Kinderbijslagwet machtigt de RKW om de kinderbijslag te betalen aan het vast personeel van de werkgevers uit de openbare sector. De instellingen storten de betaalde uitkeringen terug aan de RKW. Sinds 1 april 2007 zijn de overheidsinstellingen, die zelf de kinderbijslag betalen aan hun vast personeel, verplicht om hun dossiers te integreren in het 'Kadaster van de kinderbijslag', dat beheerd wordt door de RKW1. De werkgevers die deze verplichting niet nakomen, moeten vanaf 1 oktober 2008 hun kinderbijslagdossiers overdragen aan de Rijksdienst, die dan bevoegd zal zijn voor het betalen van de kinderbijslag aan de betrokken werknemers 2.
Oorlogsslachtoffers Buiten het toepassingsveld van de Kinderbijslagwet, is de RKW belast met het betalen van de kinderbijslag voor de invaliden en de wezen van de oorlog van 1940-1945 en de slachtoffers van bepaalde feiten die zich voordeden in Congo, Rwanda en Burundi. De kinderbijslag wordt teruggestort door de FOD Sociale Zekerheid of door de FOD Financiën.
BETALINGEN TEN LASTE VAN HET GLOBAAL BEHEER Volgens artikel 102 van de Kinderbijslagwet keert de RKW kinderbijslag uit aan sommige categorieën van behartigenswaardige personen die geen aanspraak kunnen maken op kinderbijslag op een andere basis: huispersoneel, grensarbeiders, gezinnen van verdwenen kinderen, ... Het is de koning die deze categorieën vastlegt op voorstel van het Beheerscomité van de RKW. Vóór 1 januari 1997 werden deze uitkeringen gefinancierd door het Reservefonds van de RKW. Sindsdien neemt het globaal beheer de financiering op zich.
Onder "globaal beheer" verstaat men het geheel aan inkomsten van de sociale zekerheid, buiten de eigen inkomsten van de verschillende sectoren. Het gaat om het financieringssysteem ingevoerd door de wet van 30 maart 1994 en van kracht sinds 1 januari 1995. Volgens dat systeem worden de inkomsten van de sociale zekerheid niet langer op voorhand vastgelegd voor alle sectoren, maar jaarlijks herverdeeld volgens de behoeften van elke sector. Het globaal beheer financiert grotendeels alle gezinsuitkeringen die niet betaald worden voor de rekening van derde overheidsinstellingen. Een klein gedeelte wordt gefinancierd door hoofdelijke bijdragen.
1 2
Programmawet van 20 juli 2006, Belgisch Staatsblad van 28 juli 2006. Programmawet van 27 april 2007, Belgisch Staatsblad van 08 mei 2007.
31.12.2010
BEGRIPSBEPALINGEN
4
ALGEMENE BEGRIPPEN Enkele begrippen die gelden voor alle bovengenoemde stelsels en gezinsuitkeringen:
Rechthebbenden op kinderbijslag De rechthebbende is de persoon die het recht op kinderbijslag opent. Eenzelfde rechthebbende kan die hoedanigheid hebben voor kinderen uit verschillende bijslagtrekkende gezinnen.
Er bestaan verschillende categorieën van rechthebbenden: - Met relatie tot arbeid: a) de actieve werknemer; b) de gelijkgestelde werknemer: bepaalde situaties worden "gelijkgesteld" met arbeidsprestaties: staking, legerdienst, jaarlijkse vakantie, niet-gepresteerde dagen waarvoor een loon betaald wordt, ...; c) de werknemer getroffen door ziekte of ongeval; d) de gepensioneerde werknemer; e) de werkloze werknemer; f) de werknemer in loopbaanonderbreking; g) de wees van een werknemer; h) de weduwe van een actieve of gelijkgestelde werknemer; i) de gedetineerde; j) de verlaten echtgeno(o)t(e). - Zonder relatie tot arbeid: a) de persoon met een handicap (voor zijn kinderen); b) de student, de leerling, de werkzoekende (voor zijn kinderen); c) de persoon met een handicap (voor zichzelf).
Bijslagtrekkende gezinnen De bijslagtrekkende gezinnen zijn die gezinnen waaraan de kinderbijslag effectief wordt uitbetaald. De kinderbijslag wordt betaald aan de persoon die het kind opvoedt. Dat is normalerwijs de moeder of de natuurlijke persoon of rechtspersoon die haar rol vervult. De kinderbijslag kan uitgekeerd worden aan het kind zelf als het gehuwd is, ontvoogd is, de leeftijd van 16 jaar bereikt heeft en gedomicilieerd is op een ander adres dan zijn ouders, of als het zelf bijslagtrekkende is.
31.12.2010
BEGRIPSBEPALINGEN
5
Kinderbijslagschalen Alle rechtgevende kinderen ontvangen een basisbedrag (artikel 40, KBW), dat varieert naargelang de rang. Aan dat basisbedrag kan een sociale toeslag toegevoegd worden indien de rechthebbende werkloos, gepensioneerd of invalide is en de voorwaarden vervult om beschouwd te worden als rechthebbende met personen ten laste. Er bestaat bovendien een specifiek bedrag voor bepaalde weeskinderen: de verhoogde wezenbijslag. Onder "Gewone schaal" verstaat men het basisbedrag zonder enige sociale toeslag. Als er aan het basisbedrag een sociale toeslag wordt toegevoegd of als het de specifieke bijslag voor wezen betreft, spreekt men van "Verhoogde schaal".
Gewone schaal De gewone schaal wordt toegekend aan: - kinderen van actieve werknemers en van tijdelijke werklozen; - wezen waarvan de overlevende ouder hertrouwd is of een feitelijk gezin vormt; - kinderen van volledige werklozen, tijdens de eerste zes maanden werkloosheid; - kinderen van arbeidsongeschikten, tijdens de eerste zes maanden arbeidsongeschiktheid; - kinderen van gepensioneerden, volledig werklozen vanaf de zevende maand werkloosheid, invaliden en arbeidsongeschikten vanaf de zevende maand arbeidsongeschiktheid als het gezinsinkomen van het gezin waar de kinderen worden opgevoed, het toegelaten plafond (afhankelijk van de gezinssituatie) overschrijdt.
Verhoogde schalen Er bestaan drie categorieën van verhoogde schalen: 1) de verhoogde schalen van artikel 50bis, KBW: voor wezen waarvan de overlevende ouder niet hertrouwd is of geen feitelijk gezin vormt; 2) de verhoogde schalen van artikel 50ter, KBW: voor kinderen van invaliden of arbeidsongeschikte werknemers vanaf de zevende maand van de arbeidsongeschiktheid als het gezinsinkomen van het gezin waar de kinderen worden opgevoed, het toegelaten plafond (afhankelijk van de gezinssituatie) niet overschrijdt; 3) de verhoogde schalen van artikel 42bis, KBW: voor kinderen van gepensioneerden of volledig werklozen vanaf de zevende maand werkloosheid als het gezinsinkomen van het gezin waar de kinderen worden opgevoed, het toegelaten plafond (afhankelijk van de gezinssituatie) niet overschrijdt. Sinds 1 januari 2007, wordt in geval van werkhervatting en op voorwaarde dat de inkomsten het toegelaten plafond niet overschrijden, het recht op de verhoogde schaal voor de duur van 8 kwartalen gehandhaafd.
Toeslag voor éénoudergezin Sinds 1 mei 2007, genieten de éénoudergezinnen van wie de inkomsten de toegelaten plafonds niet overschrijden, van een toeslag per rechtgevend kind. Dit supplement wordt echter slechts vanaf het derde kind toegekend aan de gezinnen welke reeds verhoogde schalen ontvangen. Vanaf 1 oktober 2008 hebben meer éénoudergezinnen recht op een toeslag op de kinderbijslag. Niet alleen werd de toegelaten inkomensgrens opgetrokken. Ook het bedrag van de éénoudertoeslag voor het eerste en tweede kind werd verhoogd.
31.12.2010
BEGRIPSBEPALINGEN
6
Rechtgevende kinderen Het kind waarvoor kinderbijslag uitgekeerd wordt, wordt het rechtgevend kind genoemd. Iedere werknemer heeft recht op kinderbijslag voor: 1) de eigen kinderen, de eigen kinderen van zijn echtgenote en de gemeenschappelijke kinderen; 2) de kinderen die door hem of zijn echtgenote geadopteerd zijn of gewettigd door adoptie of van wie hij of zijn echtgenote de pleegvoogd is; 3) de kleinkinderen of achterkleinkinderen, neven en nichten die minstens drie maanden deel uitmaken van zijn gezin; 4) de broers of zussen die deel uitmaken van het gezin, op voorwaarde dat zij geen kinderbijslag genieten in de zelfstandigenregeling of volgens een Belgische of buitenlandse bepaling; 5) de broers of zussen die geen deel uitmaken van het gezin en nog geen kinderbijslag genieten volgens een Belgische of buitenlandse bepaling; 6) de kinderen van de persoon met wie hij een feitelijk gezin vormt en de kinderen van de ex-echtgenoot die deel uitmaken van het gezin; de kinderen van de persoon met wie hij wettelijk samenwoont of samenwoonde, en geen feitelijk gezin meer vormt, op voorwaarde dat die kinderen tot zijn gezin behoren; 7) de kinderen die in zijn gezin geplaatst zijn ten laste of door bemiddeling van een openbare overheid; 8) de kinderen die deel uitmaken van het gezin en over wie hijzelf, zijn echtgenote of de persoon met wie hij een feitelijk gezin vormt het ouderlijke gezag heeft door een vonnis van de jeugdrechtbank. De Minister van Sociale Zaken kan in (categorieën van) behartigenswaardige gevallen stellen dat een werknemer recht heeft op kinderbijslag voor kinderen die deel uitmaken van zijn gezin. Sinds 16 juli 2007 kan, in bepaalde gevallen, de afwijking toegekend worden op eenvoudige vraag of automatisch door het kinderbijslagfonds. Er is in principe geen kinderbijslag verschuldigd voor kinderen opgevoed buiten het Rijk. Maar in toepassing van Europese verordeningen, bilaterale overeenkomsten of afwijkingen kan toch kinderbijslag worden uitbetaald onder welbepaalde voorwaarden.
Studenten Kinderen van 18 tot en met 24 jaar die verder dagonderwijs volgen, stage lopen of een eindverhandeling schrijven.
Werkzoekenden Kinderen van 18 tot en met 24 jaar die ingeschreven zijn als werkzoekende en hun studies of leertijd beëindigd hebben.
Leerjongens/-meisjes Kinderen van 18 tot en met 24 jaar die een leerovereenkomst of leerverbintenis hebben gesloten, die erkend is en gecontroleerd wordt door een bevoegde overheid.
31.12.2010
BEGRIPSBEPALINGEN
7
Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening (Art. 47, KBW) In het oude systeem dat nog steeds van kracht is gaat het om kinderen met een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van minimum 66% die tot de leeftijd van 21 jaar op één van de bijkomende bijslagen voorzien in artikel 47, KBW aanspraak maken. De erkenning van de aandoening wordt toegekend door de medische dienst van de FOD Sociale Zekerheid. De bijkomende bijslag is afhankelijk van de zelfredzaamheidsgraad van het kind die bepaald wordt door een schaal van 0 tot 9 punten in functie van 6 functionele categorieën. De bijkomende bijslag is progressief vanaf 0 punten, 4 punten en 7 punten. Vanaf 1 mei 2003 is er een nieuwe regeling van kracht voor de kinderen die geboren zijn na 1 januari 1996. Vanaf 1 januari 2007 is deze regeling uitgebreid tot de kinderen die vanaf 1 januari 1993 geboren zijn. Vanaf 1 mei 2009 is deze nieuwe regeling ook van toepassing op kinderen geboren voor 1 januari 1993 bij een nieuwe aanvraag, een herziening van de handicap en bij een nieuwe evaluatie. De bijkomende bijslag wordt toegekend in functie van de gevolgen van de aandoening gemeten volgens drie pijlers: de lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid (pijler 1), de activiteit en de participatie van het kind (pijler 2) en de gevolgen voor de familiale omgeving (pijler 3). De evaluatie gebeurt op een schaal van 0 tot 36 punten. Het kind moet voor de 1e pijler minstens 4 punten hebben ofwel minstens 6 punten voor de drie pijlers samen. De bijkomende bijslag is progressief vanaf 4, 6, 9, 12, 15, 18 en meer dan 20 punten. Bij de 6 tot 8 en de 9 tot 11 punten is de bijkomende bijslag aanzienlijk lager indien het minimum van 4 punten niet behaald wordt in pijler 1. De bijkomende bijslag ten gunste van het rechtgevend kind met een aandoening is niet langer verschuldigd als het rechtgevend kind een activiteit uitoefent waardoor het verzekeringsplichtig wordt t.a.v. een van de sociale zekerheidsregelingen, behalve als het tewerkgesteld is in een beschutte werkplaats of een leerovereenkomst gesloten heeft.
Gehandicapte kinderen ouder dan 25 jaar De personen met een handicap die geboren zijn vóór 1 juli 1966 en erkend zijn als volledig arbeidsongeschikt of tewerkgesteld zijn in een beschutte werkplaats ontvangen de gewone schaal.
Geplaatste kinderen (Art. 70 en 70ter, KBW) De kinderbijslag verschuldigd ten behoeve van een kind dat door bemiddeling of ten laste van een openbare overheid geplaatst is in een instelling, wordt betaald ten belope van: 2/3 aan de instelling of aan de plaatsingsoverheid, in toepassing van de regelgeving met betrekking tot de jeugdbescherming; 1/3 aan de persoon die de bijslagtrekkende was vóór de plaatsing. Als de plaatsing een maatregel inzake jeugdbescherming is, beslist de jeugdrechter of de overheid over het overige derde. Ze kunnen aan dat derde een andere bestemming geven, bijvoorbeeld een storting op een spaarrekening of een uitbetaling aan een bijzondere voogd. Wanneer een kind bij een particulier geplaatst is, wordt de kinderbijslag in haar geheel betaald aan het opvanggezin. Sinds 1 januari 2003, wordt ook een forfaitaire bijslag betaald aan de persoon die het kind opvoedde vóór de plaatsing, zolang die nauw contact onderhoudt met het kind.
Jaarlijkse bijslag Sinds het schooljaar 2006-2007 wordt voor kinderen van 6 tot 17 jaar een jaarlijkse bijslag betaald. Deze maatregel werd uitgebreid voor de jongeren van 18 tot 24 jaar in 2008 en voor de kinderen van 0 tot 5 jaar in 2009. De kinderen van minder dan 1 jaar moeten geboren zijn vóór 1 juli om van een bijslag te kunnen genieten. De bijslag wordt gestort in de maand augustus tezamen met verschuldigde kinderbijslag voor de maand juli.
31.12.2010
SAMENVATTENDE TABEL
SAMENVATTENDE TABEL
9
VERDELING VAN DE RECHTHEBBENDEN, DE BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN EN DE RECHTGEVENDE KINDEREN VOLGENS HET STELSEL TOESTAND OP 31 DECEMBER 2010 RECHTHEBBENDEN WERKNEMERS waarvan Kinderbijslagfondsen RKW
1.109.708 962.570 147.138
GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG VOOR REKENING VAN DERDEN waarvan Gewezen ambtenaren van de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten of van sommige autonome openbare instellingen en bedrijven (art. 101, al.3, 2°-4°, KBW) Vlaamse Gemeenschap Tijdelijke leerkrachten (art.101, al.3, 7°, KBW) Vaste leerkrachten (art.101, al.3, 8°, KBW) Franstalige Gemeenschap Tijdelijke leerkrachten (art.101, al.3, 7°, KBW) Vaste leerkrachten (art.101, al.3, 8°, KBW) Duitstalige Gemeenschap Tijdelijke leerkrachten (art.101, al.3, 7°, KBW) Vaste leerkrachten (art.101, al.3, 8°, KBW) Personeel van overheidsinstellingen (art. 101, al.4, KBW) Oorlogsslachtoffers (buiten de KBW)
RECHTGEVENDE KINDEREN
1.144.021 992.421 151.600
1.975.504 1.716.507 258.997
8.214
8.303
16.911
97.600
99.230
172.817
10.200
10.437
14.079
6.581 32.863
6.654 33.222
11.805 62.018
4.899 24.538
5.003 24.973
8.811 44.739
72 410
73 416
126 783
17.882
18.288
30.283
155
164
173
TEN LASTE VAN HET GLOBAAL BEHEER (art. 102, KBW) TOTAAL waarvan Kinderbijslagfondsen RKW
BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN
768
770
1.216.290 962.570 253.720
966
1.252.324 992.421 259.903
2.166.198 1.716.507 449.691
31.12.2010
SAMENVATTENDE TABEL
10
AANTAL BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN EN RECHTGEVENDE KINDEREN BIJ DE RKW EN DE KINDERBIJSLAGFONDSEN TOTAAL VAN DE STELSELS
RECHTGEVENDE KINDEREN
BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN
449.691
259.903
RKW
1.716.507
KINDERBIJSLAGFONDSEN
992.421
0
500.000
1.000.000
1.500.000
2.000.000
Aantallen
31.12.2010
SAMENVATTENDE TABEL
11
AANTAL BIJSLAGTREKKENDEN EN RECHTGEVENDEN BIJ DE RKW VERDELING PER STELSEL BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN
RECHTGEVENDE KINDEREN
258.997 300.000
250.000 Aantallen
172.817 200.000
151.600
150.000 99.230 100.000
16.911 50.000
966 8.303
0
770 WERKNEMERS VOOR REKENING VAN DERDEN
GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG
GLOBAAL BEHEER
31.12.2010
WERKNEMERS
III. STELSEL VAN WERKNEMERS Tabellen A. Aangesloten werkgevers 1. Aantal aangeslotenen, ingeschreven op de laatste dag van het semester 2. Aantal aangeslotenen die werknemers tewerkstellen die niet onder de sociale zekerheid ressorteren
Pagina's 14 14
B. Werknemers die niet verzekeringsplichtig zijn ten aanzien van de sociale zekerheid 1. Werknemers in dienst op de laatste dag van het semester 2. Aantal maandelijkse forfaitaire hoofdelijke bijdragen in de loop van het semester
14 14
C. Rechthebbenden op kinderbijslag: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin
15
D. Bijslagtrekkende gezinnen: verdeling per categorie van het recht en volgens het aantal kinderen in het gezin 1. Totaal van het stelsel 2. Totaal van de kinderbijslagfondsen 3. RKW (NMBS inbegrepen)
17 19 20
E. Rechtgevende kinderen: verdeling per categorie van het recht en per leeftijdsgroep 1. Totaal van het stelsel 2. Totaal van de kinderbijslagfondsen 3. RKW (NMBS inbegrepen)
21 23 25
F. Rechtgevenden volgens leeftijdsgroep en rang (14 tabellen: 1 tabel per categorie + totalen)
26 tot 39
G. Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW) 1. Oud systeem (Verdeling volgens de zelfredzaamheid) 2. Nieuw systeem (Verdeling volgens de ernst van de gevolgen van de aandoening) van kracht sedert 1 mei 2003 3. Totaal van de twee systemen
40 40 40
H. Kraamgeld: aantal geboorten die aanleiding hebben gegeven tot de toekenning van een kraamgeld - Tweede semester 2010 - Jaar 2010
41 41
I. Adoptiepremies: aantal kinderen waarvoor een adoptiepremie werd betaald 1. Verdeling volgens de rang in het onthaalgezin (2de semester 2010 en jaar 2010) 2. Verdeling per leeftijdsgroep (2de semester 2010 en jaar 2010)
42 42
J. Geplaatste kinderen 1. Geplaatste kinderen in een instelling (art. 70, KBW) 2. Geplaatste kinderen bij een particulier (art. 70ter, KBW)
43 43
Grafieken - Aantal bijslagtrekkende gezinnen en rechtgevende kinderen bij de RKW en de kinderbijslagfondsen in het stelsel van de werknemers - Het percentage bijslagtrekkenden per categorie - Vergelijking van de RKW en de kinderbijslagfondsen met de Nationale Verdeling - Het percentage rechtgevende kinderen per schaal - Vergelijking van de RKW en de kinderbijslagfondsen met de Nationale Verdeling - Het percentage rechtgevende kinderen per leeftijdsgroep - Vergelijking van de RKW en de kinderbijslagfondsen met de Nationale Verdeling
16 18 22 24
Opmerkingen 1. Sommige werknemers die niet verzekeringsplichtig zijn t.a.v. de sociale zekerheid zijn dat wel t.a.v. de Kinderbijslagwet voor werknemers. Hun werkgever moet voor hen zogenaamde "hoofdelijke" bijdragen betalen aan het kinderbijslagfonds waarbij hij aangesloten is. Sinds 1 januari 1999 is dit systeem enkel nog van toepassing voor het personeel dat reeds in dienst was vóór die datum. De werknemers die na die datum aangeworven zijn door de betrokken werkgevers (voornamelijk de NMBS en de universiteiten) zijn verzekeringsplichtig t.a.v. de sociale zekerheid. 2. De kinderbijslag in het werknemersstelsel wordt gefinancierd door de "Nationale Verdeling", zijnde het geheel aan socialezekerheidsbijdragen van de werkgevers die verzekeringsplichtig zijn t.a.v. de sociale zekerheid en de hoofdelijke bijdragen van de werkgevers die niet onder de sociale zekerheid vallen. 3. In de cijfers van de RKW zitten ook die van de NMBS. De NMBS is aangesloten bij de RKW, maar betaalt zelf de kinderbijslag aan haar actieve werknemers. 4. Voor de overige begrippen, zie het deel "Algemene begrippen", p. 1 - 7
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
14
A. AANGESLOTEN WERKGEVERS (2de semester 2010) A 1. AANTAL AANGESLOTENEN, INGESCHREVEN OP DE LAATSTE DAG VAN HET SEMESTER TOTAAL STELSEL
TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN
RKW (NMBS inbegrepen)
242.891
196.175
46.716
A 2. AANTAL AANGESLOTENEN DIE WERKNEMERS TEWERKSTELLEN DIE NIET ONDER DE SOCIALE ZEKERHEID, MAAR ONDER DE KINDERBIJSLAGWET VOOR WERKNEMERS RESSORTEREN TOTAAL STELSEL
TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN
RKW (NMBS inbegrepen)
14
10
4
B. WERKNEMERS DIE NIET VERZEKERINGSPLICHTIG ZIJN TEN AANZIEN VAN DE SOCIALE ZEKERHEID (2de semester 2010) B 1. WERKNEMERS IN DIENST OP DE LAATSTE DAG VAN HET SEMESTER Mannen
TOTAAL STELSEL Vrouwen TOTAAL
TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN Mannen Vrouwen TOTAAL
RKW (NMBS inbegrepen) Mannen Vrouwen TOTAAL
Arbeiders
14.389
226
14.615
45
1
46
14.344
225
14.569
Bedienden
8.647
1.988
10.635
1.736
484
2.220
6.911
1.504
8.415
TOTAAL
23.036
2.214
25.250
1.781
485
2.266
21.255
1.729
22.984
B 2. AANTAL MAANDELIJKSE FORFAITAIRE HOOFDELIJKE BIJDRAGEN IN DE LOOP VAN HET SEMESTER Mannen
TOTAAL STELSEL Vrouwen TOTAAL
TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN Mannen Vrouwen TOTAAL
RKW (NMBS inbegrepen) Mannen Vrouwen TOTAAL
Arbeiders
86.397
1.282
87.679
271
5
276
86.126
1.277
87.403
Bedienden
51.254
11.380
62.634
10.048
2.754
12.802
41.206
8.626
49.832
TOTAAL
137.651
12.662
150.313
10.319
2.759
13.078
127.332
9.903
137.235
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
15
C. RECHTHEBBENDEN OP KINDERBIJSLAG AANTAL RECHTHEBBENDEN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN
TOTAAL STELSEL
TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN
RKW (NMBS inbegrepen)
1
503.335
430.039
73.296
2
418.193
370.356
47.837
3
137.763
119.890
17.873
4
36.630
31.002
5.628
5
9.344
7.651
1.693
6
2.932
2.446
486
7
911
719
192
8
343
264
79
9
140
111
29
10
68
53
15
11
21
17
4
12
15
14
1
13
6
3
3
14
3
2
1
15
1
1
-
16
-
-
-
17 en +
3
2
1
TOTAAL
1.109.708
962.570
147.138
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
16
AANTAL BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN EN RECHTGEVENDE KINDEREN BIJ DE RKW EN DE KINDERBIJSLAGFONDSEN IN HET STELSEL VAN DE WERKNEMERS
RECHTGEVENDE KINDEREN
BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN
258.997
151.600
RKW
1.716.507
KINDERBIJSLAGFONDSEN
992.421
0
500.000
1.000.000
1.500.000
2.000.000
Aantallen
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
17
D. BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN VERDELING PER CATEGORIE VAN HET RECHT EN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN 1°TOTAAL VAN HET STELSEL GEWONE SCHAAL
VERHOOGDE SCHAAL
ARTIKEL 40, KBW AANTAL KINDEREN
Arbeidsprestaties en tijdelijke werklozen
Wezen
Volledig werklozen van minder dan 6 maanden
Volledig werklozen van meer dan 6 maanden
Gepensioneerden
Invaliden
ARTIKEL 42bis, KBW TOTAAL GEWONE SCHAAL Toeslag art. GepensioTotaal 42bis neerden schaal werklozen art. 42bis 42bis (1)
TOESLAG ARTIKEL TOTAAL VERALGEMEEN 50bis, ARTIKEL HOOGDE TOTAAL KBW 50ter, SCHAAL KBW wezen (2)
1
375.867
16.375
10.092
31.387
5.750
15.546
455.017
52.086
3.288
55.374
25.029
14.772
95.175
550.192
2
332.546
1.310
5.574
17.957
1.109
8.218
366.714
30.936
1.091
32.027
13.343
5.499
50.869
417.583
3
97.646
286
2.104
6.486
273
2.631
109.426
14.195
408
14.603
5.945
1.477
22.025
131.451
4
21.442
63
620
2.035
75
793
25.028
5.540
139
5.679
2.335
338
8.352
33.380
5
4.247
18
192
570
13
199
5.239
1.767
41
1.808
856
78
2.742
7.981
6
1.172
3
47
149
4
57
1.432
606
14
620
275
18
913
2.345
7
306
1
25
41
1
20
394
182
3
185
98
5
288
682
8
107
-
8
17
-
4
136
75
2
77
30
2
109
245
9
49
-
2
5
-
1
57
30
-
30
13
1
44
101
10
14
1
1
-
-
1
17
13
-
13
4
-
17
34
11
7
-
-
2
-
-
9
4
-
4
2
-
6
15
12
3
-
-
-
-
1
4
2
-
2
-
1
3
7
13
2
-
-
-
-
-
2
1
-
1
1
-
2
4
14
-
-
-
-
-
-
-
1
-
1
-
-
1
1
15
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
16
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
17 en +
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
833.408
18.057
18.665
58.649
7.225
27.471
963.475
105.438
4.986
110.424
47.931
22.191
180.546
1.144.021
TOTAAL
(1) Toeslag art. 42bis voor werklozen, ex-werklozen, ex-gewaarborgde (2) Toeslag art. 50ter voor invaliden, ex-invaliden
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
18
HET PERCENTAGE BIJSLAGTREKKENDEN PER CATEGORIE VERGELIJKING VAN DE RKW EN DE KINDERBIJSLAGFONDSEN MET DE NATIONALE VERDELING
RKW
NATIONALE VERDELING
72,85%
76,91%
80%
KINDERBIJSLAGFONDSEN
60%
50%
46,25%
1,94%
2,77%
1,81%
4,19%
9,17%
3,43%
0,44%
0,60%
0,41%
7,32%
2,40%
2,83%
2,34%
0,98% 0,63%
0,58%
5,13%
4,43%
1,63%
4,25%
1,23%
1,58%
10%
1,80%
20%
9,71%
30%
9,22%
21,64%
40%
1,54%
Aantal bijslagtrekkenden in %
70%
0% Arbeidsprestaties en tijdelijke werkloosheid (art.40)
Wezen (art.40)
Volledig werklozen van minder dan6 maanden (art.40)
Volledig werklozen van meer dan 6 maanden (art.40)
Gepensioneerden (art.40)
Invaliden (art.40)
Volledig werklozen van meer dan 6 maanden (art.42bis)
Gepensioneerden (art.42bis)
Invaliden (art.50ter)
Wezen (art.50bis)
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
19
D. BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN VERDELING PER CATEGORIE VAN HET RECHT EN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN 2° TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN GEWONE SCHAAL
VERHOOGDE SCHAAL
ARTIKEL 40, KBW AANTAL KINDEREN
Arbeidsprestaties en tijdelijke werklozen
Wezen
Volledig werklozen van minder dan 6 maanden
Volledig werklozen van meer dan 6 maanden
Gepensioneerden
Invaliden
ARTIKEL 42bis, KBW TOTAAL GEWONE SCHAAL Toeslag art. GepensioTotaal 42bis neerden schaal werklozen art. 42bis 42bis (1)
TOESLAG ARTIKEL TOTAAL VERALGEMEEN 50bis, ARTIKEL HOOGDE TOTAAL KBW 50ter, SCHAAL KBW wezen (2)
1
340.792
13.884
6.609
23.733
4.582
12.776
402.376
36.332
2.651
38.983
17.724
11.769
68.476
470.852
2
307.208
1.122
3.712
13.524
865
7.235
333.666
21.089
897
21.986
9.588
4.603
36.177
369.843
3
90.079
244
1.376
4.691
225
2.292
98.907
9.555
356
9.911
4.248
1.249
15.408
114.315
4
19.791
55
379
1.455
57
654
22.391
3.789
116
3.905
1.593
279
5.777
28.168
5
3.893
15
106
376
10
163
4.563
1.227
35
1.262
585
67
1.914
6.477
6
1.088
3
29
101
3
50
1.274
431
11
442
190
15
647
1.921
7
276
1
13
31
1
14
336
122
3
125
66
3
194
530
8
101
-
2
11
-
1
115
48
2
50
20
2
72
187
9
43
-
2
3
-
1
49
23
-
23
9
1
33
82
10
12
1
1
-
-
1
15
8
-
8
2
-
10
25
11
6
-
-
1
-
-
7
1
-
1
2
-
3
10
12
3
-
-
-
-
1
4
2
-
2
-
1
3
7
13
2
-
-
-
-
-
2
1
-
1
-
-
1
3
14
-
-
-
-
-
-
-
1
-
1
-
-
1
1
15
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
16
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
17 en +
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
763.294
15.325
12.229
43.926
5.743
23.188
863.705
72.629
4.071
76.700
34.027
17.989
128.716
992.421
TOTAAL
(1) Toeslag art. 42bis voor werklozen, ex-werklozen, ex-gewaarborgde (2) Toeslag art. 50ter voor invaliden, ex-invaliden
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
20
D. BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN VERDELING PER CATEGORIE VAN HET RECHT EN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN 3° RKW (NMBS inbegrepen) GEWONE SCHAAL
VERHOOGDE SCHAAL
ARTIKEL 40, KBW AANTAL KINDEREN
Arbeidsprestaties en tijdelijke werklozen
Wezen
Volledig werklozen van minder dan 6 maanden
Volledig werklozen van meer dan 6 maanden
Gepensioneerden
Invaliden
ARTIKEL 42bis, KBW TOTAAL GEWONE SCHAAL Toeslag art. GepensioTotaal 42bis neerden schaal werklozen art. 42bis 42bis (1)
TOESLAG ARTIKEL TOTAAL VERALGEMEEN 50bis, ARTIKEL HOOGDE TOTAAL KBW 50ter, SCHAAL KBW wezen (2)
1
35.075
2.491
3.483
7.654
1.168
2.770
52.641
15.754
637
16.391
7.305
3.003
26.699
79.340
2
25.338
188
1.862
4.433
244
983
33.048
9.847
194
10.041
3.755
896
14.692
47.740
3
7.567
42
728
1.795
48
339
10.519
4.640
52
4.692
1.697
228
6.617
17.136
4
1.651
8
241
580
18
139
2.637
1.751
23
1.774
742
59
2.575
5.212
5
354
3
86
194
3
36
676
540
6
546
271
11
828
1.504
6
84
-
18
48
1
7
158
175
3
178
85
3
266
424
7
30
-
12
10
-
6
58
60
-
60
32
2
94
152
8
6
-
6
6
-
3
21
27
-
27
10
-
37
58
9
6
-
-
2
-
-
8
7
-
7
4
-
11
19
10
2
-
-
-
-
-
2
5
-
5
2
-
7
9
11
1
-
-
1
-
-
2
3
-
3
-
-
3
5
12
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
13
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
-
1
1
14
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
15
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
16
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
17 en + TOTAAL
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
70.114
2.732
6.436
14.723
1.482
4.283
99.770
32.809
915
33.724
13.904
4.202
51.830
151.600
(1) Toeslag art. 42bis voor werklozen, ex-werklozen, ex-gewaarborgde (2) Toeslag art. 50ter voor invaliden, ex-invaliden
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
21
E. RECHTGEVENDE KINDEREN VERDELING PER CATEGORIE VAN HET RECHT EN PER LEEFTIJDSGROEP 1° TOTAAL VAN HET STELSEL GEWONE SCHAAL
VERHOOGDE SCHAAL
ARTIKEL 40, KBW LEEFTIJD VAN DE RECHTGEVENDEN
Arbeidsprestaties en tijdelijke werklozen
Wezen
Volledig werklozen van minder dan 6 maanden
Volledig werklozen van meer dan 6 maanden
Gepensioneerden
Invaliden
ARTIKEL 42bis, KBW TOTAAL GEWONE SCHAAL Toeslag art. GepensioTotaal 42bis neerden schaal werklozen 42bis art. 42bis (1)
TOESLAG ARTIKEL ARTIKEL 50bis, KBW 50ter, KBW wezen (2)
TOTAAL VERHOOGDE SCHAAL
ALGEMEEN TOTAAL
0-2 jaar
223.326
86
6.885
16.852
167
4.897
252.213
28.582
155
28.737
8.048
345
37.130
289.343
3-5 jaar
217.068
218
5.606
16.518
230
4.392
244.032
29.991
263
30.254
8.923
1.177
40.354
284.386
6-11 jaar
396.791
1.514
8.774
27.687
891
10.871
446.528
54.608
1.030
55.638
22.837
5.465
83.940
530.468
12-15 jaar
254.178
1.918
4.704
15.943
1.289
9.120
287.152
35.232
1.423
36.655
19.059
7.142
62.856
350.008
16-17 jaar
124.992
1.233
2.154
7.553
1.031
5.149
142.112
17.333
1.201
18.534
10.556
5.125
34.215
176.327
18-20 jaar
156.561
1.586
2.375
9.283
1.894
6.572
178.271
19.460
2.050
21.510
11.803
7.905
41.218
219.489
studenten
139.396
1.227
1.931
7.570
1.616
5.217
156.957
15.651
1.690
17.341
8.990
6.365
32.696
189.653
leerlingen
1.747
31
44
149
28
122
2.121
358
18
376
245
147
768
2.889
werkzoekenden
12.665
239
330
1.244
194
919
15.591
2.757
235
2.992
1.852
1.074
5.918
21.509
gehandicapten
2.753
89
70
320
56
314
3.602
694
107
801
716
319
1.836
5.438
21-24 jaar
78.441
826
1.041
5.216
1.661
3.141
8.337
90.326
1.454
4.712
9.791
4.964
19.467
109.793
studenten
64.846
618
840
4.120
1.361
2.494
74.279
6.619
1.161
7.780
3.672
3.991
15.443
89.722
leerlingen
343
7
11
25
5
25
416
53
11
64
34
36
134
550
13.252
201
190
1.071
295
622
15.631
1.665
282
1.947
1.006
937
3.890
19.521
werkzoekenden +25 jaar
293
12.849
2
81
2.020
445
-
15.690
-
-
-
-
-
15.690
volledig ongeschikten
192
9.543
-
57
1.337
289
11.418
-
-
-
-
-
-
11.418
in een besch. werkplaats
101
3.306
2
24
683
156
4.272
-
-
-
-
-
-
4.272
20.230
31.541
99.133
7.576
201.119
85.938
32.123
319.180
1.975.504
TOTAAL
1.451.650
9.183
44.587
1.656.324
193.543
(1) Toeslag art. 42bis voor werklozen, ex-werklozen, ex-gewaarborgde (2) Toeslag art. 50ter voor invaliden, ex-invaliden
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
22
HET PERCENTAGE RECHTGEVENDE KINDEREN PER SCHAAL VERGELIJKING VAN DE RKW EN DE KINDERBIJSLAGFONDSEN MET DE NATIONALE VERDELING
1,53%
2,24%
3,54%
8,09%
1,63% 4,35%
9,70%
10,18%
Aantal rechtgevenden in %
24,03%
86,83%
83,84%
GEWONE SCHAAL
64,04%
KINDERBIJSLAGFONDSEN
RKW
VERHOOGDE SCHAAL WEZEN (art.50 bis) VERHOOGDE SCHAAL INVALIDEN (art.50 ter) VERHOOGDE SCHAAL (art. 42 bis)
NATIONALE VERDELING
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
23
E. RECHTGEVENDE KINDEREN VERDELING PER CATEGORIE VAN HET RECHT EN PER LEEFTIJDSGROEP 2° TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN GEWONE SCHAAL
VERHOOGDE SCHAAL
ARTIKEL 40, KBW LEEFTIJD VAN DE RECHTGEVENDEN
Arbeidsprestaties en tijdelijke werklozen
ARTIKEL 42bis, KBW TOTAAL GEWONE SCHAAL Toeslag art. GepensioTotaal 42bis neerden schaal werklozen 42bis art. 42bis (1)
TOESLAG ARTIKEL ARTIKEL 50bis, KBW 50ter, KBW wezen (2)
Volledig werklozen van minder dan 6 maanden
Volledig werklozen van meer dan 6 maanden
Gepensioneerden
Invaliden
76
4.224
11.969
99
4.229
223.805
18.807
109
18.916
Wezen
0-2 jaar
203.208
3-5 jaar
198.255
185
3.564
11.742
149
3.708
217.603
19.961
179
20.140
6-11 jaar
364.644
1.256
5.666
19.942
639
9.169
401.316
36.281
772
37.053
12-15 jaar
235.005
1.587
3.102
11.908
969
7.632
260.203
24.259
1.168
25.427
16-17 jaar
115.548
1.032
1.431
5.814
798
4.394
129.017
12.278
994
18-20 jaar
144.640
1.347
1.737
7.597
1.496
5.686
162.503
14.585
1.763
5.398
TOTAAL VERHOOGDE SCHAAL
ALGEMEEN TOTAAL
289
24.603
248.408
6.091
942
27.173
244.776
15.641
4.334
57.028
458.344
13.491
5.744
44.662
304.865
13.272
7.686
4.157
25.115
154.132
16.348
8.892
6.641
31.881
194.384
studenten
128.531
1.040
1.395
6.229
1.279
4.606
143.080
11.685
1.459
13.144
6.810
5.356
25.310
168.390
leerlingen
1.631
28
29
123
19
103
1.933
269
17
286
186
124
596
2.529
werkzoekenden
11.977
211
262
1.002
155
799
14.406
2.148
206
2.354
1.439
927
4.720
19.126
gehandicapten
2.501
68
51
243
43
178
3.084
483
81
564
457
234
1.255
4.339
21-24 jaar
72.391
739
790
4.460
1.330
2.784
studenten
59.521
547
632
3.506
1.072
2.191
leerlingen
311
7
9
23
5
23
12.559
185
149
931
253
570
werkzoekenden +25 jaar volledig ongeschikten in een besch. werkplaats TOTAAL
286
10.968
2
71
1.810
388
6.468
82.494
1.270
67.469
5.041
1.008
378
40
10
14.647
1.387
252 -
13.525
3.627
7.738
4.214
15.579
98.073
6.049
2.781
3.357
12.187
79.656
50
27
33
110
488
1.639
819
824
3.282
17.929
-
-
-
-
-
13.525
187
8.231
-
51
1.204
248
9.921
-
-
-
-
-
-
9.921
99
2.737
2
20
606
140
3.604
-
-
-
-
-
-
3.604
17.190
20.516
73.503
6.255
138.894
60.826
26.321
226.041
1.716.507
1.333.977
7.290
37.990
1.490.466
132.639
(1) Toeslag art. 42bis voor werklozen, ex-werklozen, ex-gewaarborgde (2) Toeslag art. 50ter voor invaliden, ex-invaliden
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
24
HET PERCENTAGE RECHTGEVENDE KINDEREN PER LEEFTIJDSGROEP VERGELIJKING VAN DE RKW EN DE KINDERBIJSLAGFONDSEN MET DE NATIONALE VERDELING
16,67%
26,64%
NATIONALE VERDELING
17,04% 14,22%
26,74%
26,00%
RKW
26,85%
27,85%
31,10%
29,04%
26,70%
Aantal rechtgevenden in %
28,73%
KINDERBIJSLAGFONDSEN
0,79% 0,84% 0,79% 0-5 jaar
6-11 jaar
12-17 jaar
18-24 jaar
+25 jaar
Leeftijdsgroepen
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
25
E. RECHTGEVENDE KINDEREN VERDELING PER CATEGORIE VAN HET RECHT EN PER LEEFTIJDSGROEP 3° RKW (NMBS inbegrepen) GEWONE SCHAAL
VERHOOGDE SCHAAL
ARTIKEL 40, KBW LEEFTIJD VAN DE RECHTGEVENDEN
Arbeidsprestaties en tijdelijke werklozen
Wezen
Volledig werklozen van minder dan 6 maanden
Volledig werklozen van meer dan 6 maanden
Gepensioneerden
Invaliden
ARTIKEL 42bis, KBW TOTAAL GEWONE SCHAAL Toeslag art. GepensioTotaal 42bis neerden schaal werklozen 42bis art. 42bis (1)
TOESLAG ARTIKEL ARTIKEL 50bis, KBW 50ter, KBW wezen (2)
TOTAAL VERHOOGDE SCHAAL
ALGEMEEN TOTAAL
0-2 jaar
20.118
10
2.661
4.883
68
668
28.408
9.775
46
9.821
2.650
56
12.527
40.935
3-5 jaar
18.813
33
2.042
4.776
81
684
26.429
10.030
84
10.114
2.832
235
13.181
39.610
6-11 jaar
32.147
258
3.108
7.745
252
1.702
45.212
18.327
258
18.585
7.196
1.131
26.912
72.124
12-15 jaar
19.173
331
1.602
4.035
320
1.488
26.949
10.973
255
11.228
5.568
1.398
18.194
45.143
16-17 jaar
9.444
201
723
1.739
233
755
13.095
5.055
207
5.262
2.870
968
9.100
22.195
18-20 jaar
11.921
239
638
1.686
398
886
15.768
4.875
287
5.162
2.911
1.264
9.337
25.105
studenten
10.865
187
536
1.341
337
611
13.877
3.966
231
4.197
2.180
1.009
7.386
21.263
leerlingen
116
3
15
26
9
19
188
89
1
90
59
23
172
360
werkzoekenden
688
28
68
242
39
120
1.185
609
29
638
413
147
1.198
2.383
gehandicapten
252
21
19
77
13
136
518
211
26
237
259
85
581
1.099
21-24 jaar
6.050
87
251
756
331
357
1.869
7.832
184
1.085
2.053
750
3.888
11.720
studenten
5.325
71
208
614
289
303
6.810
1.578
153
1.731
891
634
3.256
10.066
leerlingen
32
-
2
2
-
2
38
13
1
14
7
3
24
62
693
16
41
140
42
52
984
278
30
308
187
113
608
1.592
werkzoekenden +25 jaar
7
1.881
-
10
210
57
-
2.165
-
-
-
-
-
2.165
volledig ongeschikten
5
1.312
-
6
133
41
1.497
-
-
-
-
-
-
1.497
in een besch. werkplaats
2
569
-
4
77
16
668
-
-
-
-
-
-
668
117.673
3.040
11.025
25.630
6.597
165.858
60.904
1.321
62.225
25.112
TOTAAL
1.893
5.802
93.139
258.997
(1) Toeslag art. 42bis voor werklozen, ex-werklozen, ex-gewaarborgde (2) Toeslag art. 50ter voor invaliden, ex-invaliden
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
26
F. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG ALGEMEEN TOTAAL LEEFTIJDSGROEP
RANG
1ste 2de 0-5 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 6-11 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 12-17 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 18-24 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de + 25 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de TOTAAL 3de 4de 5de en + TOTAAL
TOTAAL STELSEL gehand.(*) 270.214 193.432 70.827 22.627 10.968 568.068 253.778 177.733 61.908 16.828 5.876 516.123 296.143 168.106 39.063 6.830 1.342 511.484 267.091 51.528 4.809 404 58 323.890 15.362 279 37 12 15.690 1.102.588 591.078 176.644 46.701 18.244 1.935.255
2.511 1.860 812 305 173 5.661 7.053 4.707 1.799 557 229 14.345 8.927 4.456 1.193 218 57 14.851 4.507 796 78 8 3 5.392
22.998 11.819 3.882 1.088 462 40.249
TOTAAL 272.725 195.292 71.639 22.932 11.141 573.729 260.831 182.440 63.707 17.385 6.105 530.468 305.070 172.562 40.256 7.048 1.399 526.335 271.598 52.324 4.887 412 61 329.282 15.362 279 37 12 15.690 1.125.586 602.897 180.526 47.789 18.706 1.975.504
TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN gehand.(*) TOTAAL 232.706 168.599 59.918 18.570 8.709 488.502 218.910 155.310 53.293 14.261 4.882 446.656 255.787 149.226 34.614 6.058 1.166 446.851 236.594 46.752 4.388 375 55 288.164 13.243 242 30 10 13.525 957.240 520.129 152.243 39.274 14.812 1.683.698
2.061 1.576 666 238 141 4.682 5.707 3.920 1.440 443 178 11.688 7.149 3.776 990 177 54 12.146 3.542 680 63 5 3 4.293
18.459 9.952 3.159 863 376 32.809
234.767 170.175 60.584 18.808 8.850 493.184 224.617 159.230 54.733 14.704 5.060 458.344 262.936 153.002 35.604 6.235 1.220 458.997 240.136 47.432 4.451 380 58 292.457 13.243 242 30 10 13.525 975.699 530.081 155.402 40.137 15.188 1.716.507
RKW (NMBS inbegrepen) gehand.(*) TOTAAL 37.508 24.833 10.909 4.057 2.259 79.566 34.868 22.423 8.615 2.567 994 69.467 40.356 18.880 4.449 772 176 64.633 30.497 4.776 421 29 3 35.726 2.119 37 7 2 2.165 145.348 70.949 24.401 7.427 3.432 251.557
450 284 146 67 32 979 1.346 787 359 114 51 2.657 1.778 680 203 41 3 2.705 965 116 15 3 1.099
4.539 1.867 723 225 86 7.440
37.958 25.117 11.055 4.124 2.291 80.545 36.214 23.210 8.974 2.681 1.045 72.124 42.134 19.560 4.652 813 179 67.338 31.462 4.892 436 32 3 36.825 2.119 37 7 2 2.165 149.887 72.816 25.124 7.652 3.518 258.997
(*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW)
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
27
F. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG GEWONE BIJSLAG LEEFTIJDSGROEP
RANG
1ste 2de 0-5 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 6-11 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 12-17 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 18-24 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de + 25 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de TOTAAL 3de 4de 5de en + TOTAAL
Artikel 40, KBW TOTAAL STELSEL gehand.(*) 213.655 153.369 50.235 13.815 5.579 436.653 192.839 137.443 44.177 10.388 3.088 387.935 210.393 127.128 28.168 4.408 706 370.803 188.610 39.762 3.589 275 36 232.272 286 6 1 293 805.783 457.708 126.170 28.886 9.409 1.427.956
1.715 1.276 501 166 83 3.741 4.370 3.080 1.014 286 106 8.856 4.894 2.707 647 96 23 8.367 2.204 479 42 3 2 2.730
13.183 7.542 2.204 551 214 23.694
TOTAAL 215.370 154.645 50.736 13.981 5.662 440.394 197.209 140.523 45.191 10.674 3.194 396.791 215.287 129.835 28.815 4.504 729 379.170 190.814 40.241 3.631 278 38 235.002 286 6 1 293 818.966 465.250 128.374 29.437 9.623 1.451.650
Arbeidsprestaties en tijdelijke werklozen
TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN gehand.(*) TOTAAL 193.592 140.667 45.939 12.669 5.153 398.020 176.252 126.957 40.795 9.630 2.851 356.485 193.561 118.203 26.257 4.139 639 342.799 173.816 37.089 3.351 262 36 214.554 279 6 1 286 737.500 422.922 116.343 26.700 8.679 1.312.144
1.572 1.175 464 154 78 3.443 4.016 2.844 932 267 100 8.159 4.497 2.532 613 90 22 7.754 1.994 440 39 2 2 2.477
12.079 6.991 2.048 513 202 21.833
195.164 141.842 46.403 12.823 5.231 401.463 180.268 129.801 41.727 9.897 2.951 364.644 198.058 120.735 26.870 4.229 661 350.553 175.810 37.529 3.390 264 38 217.031 279 6 1 286 749.579 429.913 118.391 27.213 8.881 1.333.977
RKW (NMBS inbegrepen) gehand.(*) TOTAAL 20.063 12.702 4.296 1.146 426 38.633 16.587 10.486 3.382 758 237 31.450 16.832 8.925 1.911 269 67 28.004 14.794 2.673 238 13 17.718 7 7 68.283 34.786 9.827 2.186 730 115.812
143 101 37 12 5 298 354 236 82 19 6 697 397 175 34 6 1 613 210 39 3 1 253
1.104 551 156 38 12 1.861
20.206 12.803 4.333 1.158 431 38.931 16.941 10.722 3.464 777 243 32.147 17.229 9.100 1.945 275 68 28.617 15.004 2.712 241 14 17.971 7 7 69.387 35.337 9.983 2.224 742 117.673
(*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW)
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
28
F. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG GEWONE BIJSLAG LEEFTIJDSGROEP
RANG
1ste 2de 0-5 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 6-11 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 12-17 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 18-24 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de + 25 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de TOTAAL 3de 4de 5de en + TOTAAL
Artikel 40, KBW TOTAAL STELSEL gehand.(*) 170 74 32 13 11 300 753 464 143 61 38 1.459 2.034 758 193 35 11 3.031 2.038 258 33 4 2.333 12.600 209 29 11 12.849 17.595 1.763 430 124 60 19.972
3 1 4 23 19 10 2 1 55 79 32 7 2 120 75 4 79
180 56 17 4 1 258
TOTAAL 173 75 32 13 11 304 776 483 153 63 39 1.514 2.113 790 200 37 11 3.151 2.113 262 33 4 2.412 12.600 209 29 11 12.849 17.775 1.819 447 128 61 20.230
Wezen
TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN gehand.(*) TOTAAL 145 63 25 13 11 257 617 381 120 53 35 1.206 1.659 654 171 34 11 2.529 1.758 233 33 4 2.028 10.758 179 22 9 10.968 14.937 1.510 371 113 57 16.988
3 1 4 21 18 9 2 50 61 24 4 1 90 55 3 58
140 46 13 3 202
148 64 25 13 11 261 638 399 129 55 35 1.256 1.720 678 175 35 11 2.619 1.813 236 33 4 2.086 10.758 179 22 9 10.968 15.077 1.556 384 116 57 17.190
RKW (NMBS inbegrepen) gehand.(*) TOTAAL 25 11 7 43 136 83 23 8 3 253 375 104 22 1 502 280 25 305 1.842 30 7 2 1.881 2.658 253 59 11 3 2.984
2 1 1 1 5 18 8 3 1 30 20 1 21
40 10 4 1 1 56
25 11 7 43 138 84 24 8 4 258 393 112 25 2 532 300 26 326 1.842 30 7 2 1.881 2.698 263 63 12 4 3.040
(*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW)
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
29
F. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG GEWONE BIJSLAG LEEFTIJDSGROEP
RANG
1ste 2de 0-5 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 6-11 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 12-17 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 18-24 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de + 25 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de TOTAAL 3de 4de 5de en + TOTAAL
Artikel 40, KBW TOTAAL STELSEL gehand.(*) 6.597 3.499 1.447 526 291 12.360 4.338 2.705 1.058 326 132 8.559 4.148 1.927 502 82 20 6.679 2.831 453 53 8 3.345 2 2 17.916 8.584 3.060 942 443 30.945
59 36 27 7 2 131 114 58 30 8 5 215 98 52 22 6 1 179 60 10 1 71
331 156 80 21 8 596
TOTAAL 6.656 3.535 1.474 533 293 12.491 4.452 2.763 1.088 334 137 8.774 4.246 1.979 524 88 21 6.858 2.891 463 54 8 3.416 2 2 18.247 8.740 3.140 963 451 31.541
Volledig werklozen van minder dan 6 maanden
TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN gehand.(*) TOTAAL 4.020 2.289 918 317 157 7.701 2.802 1.768 674 192 78 5.514 2.716 1.294 335 50 14 4.409 2.094 332 42 7 2.475 2 2 11.634 5.683 1.969 566 249 20.101
39 25 18 3 2 87 86 35 21 6 4 152 65 37 16 5 1 124 42 9 1 52
232 106 56 14 7 415
4.059 2.314 936 320 159 7.788 2.888 1.803 695 198 82 5.666 2.781 1.331 351 55 15 4.533 2.136 341 43 7 2.527 2 2 11.866 5.789 2.025 580 256 20.516
RKW (NMBS inbegrepen) gehand.(*) TOTAAL 2.577 1.210 529 209 134 4.659 1.536 937 384 134 54 3.045 1.432 633 167 32 6 2.270 737 121 11 1 870 6.282 2.901 1.091 376 194 10.844
20 11 9 4 44 28 23 9 2 1 63 33 15 6 1 55 18 1 19
99 50 24 7 1 181
2.597 1.221 538 213 134 4.703 1.564 960 393 136 55 3.108 1.465 648 173 33 6 2.325 755 122 11 1 889 6.381 2.951 1.115 383 195 11.025
(*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW)
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
30
F. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG GEWONE BIJSLAG LEEFTIJDSGROEP
RANG
1ste 2de 0-5 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 6-11 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 12-17 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 18-24 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de + 25 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de TOTAAL 3de 4de 5de en + TOTAAL
Artikel 40, KBW TOTAAL STELSEL gehand.(*) 15.504 10.396 4.624 1.694 818 33.036 13.987 8.445 3.106 989 342 26.869 14.395 6.535 1.525 288 81 22.824 12.117 1.843 199 21 2 14.182 80 1 81 56.083 27.220 9.454 2.992 1.243 96.992
147 111 48 17 11 334 404 258 104 38 14 818 429 178 48 13 4 672 274 39 4 317
1.254 586 204 68 29 2.141
TOTAAL 15.651 10.507 4.672 1.711 829 33.370 14.391 8.703 3.210 1.027 356 27.687 14.824 6.713 1.573 301 85 23.496 12.391 1.882 203 21 2 14.499 80 1 81 57.337 27.806 9.658 3.060 1.272 99.133
Volledig werklozen van meer dan 6 maanden
TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN gehand.(*) TOTAAL 11.047 7.519 3.209 1.151 544 23.470 10.035 6.098 2.231 746 249 19.359 10.683 5.049 1.200 235 64 17.231 10.061 1.565 170 18 2 11.816 70 1 71 41.896 20.232 6.810 2.150 859 71.947
109 79 33 12 8 241 285 192 72 21 13 583 313 131 34 9 4 491 201 36 4 241
908 438 143 42 25 1.556
11.156 7.598 3.242 1.163 552 23.711 10.320 6.290 2.303 767 262 19.942 10.996 5.180 1.234 244 68 17.722 10.262 1.601 174 18 2 12.057 70 1 71 42.804 20.670 6.953 2.192 884 73.503
RKW (NMBS inbegrepen) gehand.(*) TOTAAL 4.457 2.877 1.415 543 274 9.566 3.952 2.347 875 243 93 7.510 3.712 1.486 325 53 17 5.593 2.056 278 29 3 2.366 10 10 14.187 6.988 2.644 842 384 25.045
38 32 15 5 3 93 119 66 32 17 1 235 116 47 14 4 181 73 3 76
346 148 61 26 4 585
4.495 2.909 1.430 548 277 9.659 4.071 2.413 907 260 94 7.745 3.828 1.533 339 57 17 5.774 2.129 281 29 3 2.442 10 10 14.533 7.136 2.705 868 388 25.630
(*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW)
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
31
F. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG GEWONE BIJSLAG LEEFTIJDSGROEP
RANG
1ste 2de 0-5 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 6-11 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 12-17 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 18-24 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de + 25 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de TOTAAL 3de 4de 5de en + TOTAAL
Artikel 40, KBW TOTAAL STELSEL gehand.(*) 172 123 60 28 8 391 464 251 89 33 12 849 1.442 603 165 28 7 2.245 3.017 445 35 4 2 3.503 1.967 50 3 2.020 7.062 1.472 352 93 29 9.008
3 2 1 6 21 11 5 4 1 42 51 17 6 1 75 45 7 52
117 38 13 6 1 175
TOTAAL 172 126 62 29 8 397 485 262 94 37 13 891 1.493 620 171 29 7 2.320 3.062 452 35 4 2 3.555 1.967 50 3 2.020 7.179 1.510 365 99 30 9.183
Gepensioneerden
TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN gehand.(*) TOTAAL 102 78 44 16 3 243 312 187 73 26 8 606 1.067 481 133 24 7 1.712 2.380 371 30 4 2 2.787 1.763 44 3 1.810 5.624 1.161 283 70 20 7.158
3 1 1 5 14 9 5 4 1 33 37 13 4 1 55 34 5 39
85 30 10 6 1 132
102 81 45 17 3 248 326 196 78 30 9 639 1.104 494 137 25 7 1.767 2.414 376 30 4 2 2.826 1.763 44 3 1.810 5.709 1.191 293 76 21 7.290
RKW (NMBS inbegrepen) gehand.(*) TOTAAL 70 45 16 12 5 148 152 64 16 7 4 243 375 122 32 4 533 637 74 5 716 204 6 210 1.438 311 69 23 9 1.850
1 1 7 2 9 14 4 2 20 11 2 13
32 8 3 43
70 45 17 12 5 149 159 66 16 7 4 252 389 126 34 4 553 648 76 5 729 204 6 210 1.470 319 72 23 9 1.893
(*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW)
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
32
F. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG GEWONE BIJSLAG LEEFTIJDSGROEP
RANG
1ste 2de 0-5 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 6-11 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 12-17 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 18-24 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de + 25 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de TOTAAL 3de 4de 5de en + TOTAAL
Artikel 40, KBW TOTAAL STELSEL gehand.(*) 4.047 2.892 1.289 541 287 9.056 4.826 3.431 1.368 422 139 10.186 8.110 4.201 950 171 46 13.478 8.045 1.237 111 10 3 9.406 427 13 4 1 445 25.455 11.774 3.722 1.145 475 42.571
149 50 23 7 4 233 408 174 82 13 8 685 576 170 37 8 791 272 33 2 307
1.405 427 144 28 12 2.016
TOTAAL 4.196 2.942 1.312 548 291 9.289 5.234 3.605 1.450 435 147 10.871 8.686 4.371 987 179 46 14.269 8.317 1.270 113 10 3 9.713 427 13 4 1 445 26.860 12.201 3.866 1.173 487 44.587
Invaliden
TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN gehand.(*) TOTAAL 3.517 2.550 1.120 431 215 7.833 4.155 3.017 1.154 353 119 8.798 6.878 3.638 833 148 43 11.540 7.055 1.127 103 10 3 8.298 371 12 4 1 388 21.976 10.344 3.214 943 380 36.857
40 37 17 6 4 104 158 131 64 10 8 371 320 133 26 7 486 146 24 2 172
664 325 109 23 12 1.133
3.557 2.587 1.137 437 219 7.937 4.313 3.148 1.218 363 127 9.169 7.198 3.771 859 155 43 12.026 7.201 1.151 105 10 3 8.470 371 12 4 1 388 22.640 10.669 3.323 966 392 37.990
RKW (NMBS inbegrepen) gehand.(*) TOTAAL 530 342 169 110 72 1.223 671 414 214 69 20 1.388 1.232 563 117 23 3 1.938 990 110 8 1.108 56 1 57 3.479 1.430 508 202 95 5.714
109 13 6 1 129 250 43 18 3 314 256 37 11 1 305 126 9 135
741 102 35 5 883
639 355 175 111 72 1.352 921 457 232 72 20 1.702 1.488 600 128 24 3 2.243 1.116 119 8 1.243 56 1 57 4.220 1.532 543 207 95 6.597
(*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW)
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
33
F. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG GEWONE BIJSLAG LEEFTIJDSGROEP
RANG
1ste 2de 0-5 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 6-11 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 12-17 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 18-24 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de + 25 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de TOTAAL 3de 4de 5de en + TOTAAL
Artikel 40, KBW TOTAAL STELSEL gehand.(*) 240.145 170.353 57.687 16.617 6.994 491.796 217.207 152.739 49.941 12.219 3.751 435.857 240.522 141.152 31.503 5.012 871 419.060 216.658 43.998 4.020 322 43 265.041 15.362 279 37 12 15.690 929.894 508.521 143.188 34.182 11.659 1.627.444
2.073 1.477 601 198 100 4.449 5.340 3.600 1.245 351 135 10.671 6.127 3.156 767 126 28 10.204 2.930 572 49 3 2 3.556
16.470 8.805 2.662 678 265 28.880
TOTAAL 242.218 171.830 58.288 16.815 7.094 496.245 222.547 156.339 51.186 12.570 3.886 446.528 246.649 144.308 32.270 5.138 899 429.264 219.588 44.570 4.069 325 45 268.597 15.362 279 37 12 15.690 946.364 517.326 145.850 34.860 11.924 1.656.324
Totaal van de gewone schaal
TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN gehand.(*) TOTAAL 212.423 153.166 51.255 14.597 6.083 437.524 194.173 138.408 45.047 11.000 3.340 391.968 216.564 129.319 28.929 4.630 778 380.220 197.164 40.717 3.729 305 43 241.958 13.243 242 30 10 13.525 833.567 461.852 128.990 30.542 10.244 1.465.195
1.763 1.320 533 176 92 3.884 4.580 3.229 1.103 310 126 9.348 5.293 2.870 697 113 27 9.000 2.472 517 46 2 2 3.039
14.108 7.936 2.379 601 247 25.271
214.186 154.486 51.788 14.773 6.175 441.408 198.753 141.637 46.150 11.310 3.466 401.316 221.857 132.189 29.626 4.743 805 389.220 199.636 41.234 3.775 307 45 244.997 13.243 242 30 10 13.525 847.675 469.788 131.369 31.143 10.491 1.490.466
RKW (NMBS inbegrepen) gehand.(*) TOTAAL 27.722 17.187 6.432 2.020 911 54.272 23.034 14.331 4.894 1.219 411 43.889 23.958 11.833 2.574 382 93 38.840 19.494 3.281 291 17 23.083 2.119 37 7 2 2.165 96.327 46.669 14.198 3.640 1.415 162.249
310 157 68 22 8 565 760 371 142 41 9 1.323 834 286 70 13 1 1.204 458 55 3 1 517
2.362 869 283 77 18 3.609
28.032 17.344 6.500 2.042 919 54.837 23.794 14.702 5.036 1.260 420 45.212 24.792 12.119 2.644 395 94 40.044 19.952 3.336 294 18 23.600 2.119 37 7 2 2.165 98.689 47.538 14.481 3.717 1.433 165.858
(*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW)
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
34
F. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG VERHOOGDE SCHAAL LEEFTIJDSGROEP
RANG
1ste 2de 0-5 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 6-11 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 12-17 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 18-24 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de + 25 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de TOTAAL 3de 4de 5de en + TOTAAL
Artikel 42bis, KBW TOTAAL STELSEL gehand.(*)
TOTAAL
Werklozen, ex-werklozen, ex-gewaarborgde
TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN gehand.(*) TOTAAL
RKW (NMBS inbegrepen) gehand.(*) TOTAAL
23.315 17.690 9.759 4.343 2.706 57.813 24.373 16.308 7.692 2.910 1.344 52.627 30.090 14.796 4.235 1.027 287 50.435 23.042 3.615 374 59 11 27.101
286 248 132 58 36 760 954 591 273 118 45 1.981 1.253 604 223 36 14 2.130 596 88 11 1 696
23.601 17.938 9.891 4.401 2.742 58.573 25.327 16.899 7.965 3.028 1.389 54.608 31.343 15.400 4.458 1.063 301 52.565 23.638 3.703 385 59 12 27.797
15.531 11.693 6.362 2.871 1.800 38.257 16.053 10.742 5.194 2.051 984 35.024 20.326 10.577 3.124 800 230 35.057 17.398 2.803 310 49 9 20.569
197 175 86 31 22 511 623 368 159 82 25 1.257 865 424 153 25 13 1.480 417 62 4 1 484
15.728 11.868 6.448 2.902 1.822 38.768 16.676 11.110 5.353 2.133 1.009 36.281 21.191 11.001 3.277 825 243 36.537 17.815 2.865 314 49 10 21.053
7.784 5.997 3.397 1.472 906 19.556 8.320 5.566 2.498 859 360 17.603 9.764 4.219 1.111 227 57 15.378 5.644 812 64 10 2 6.532
89 73 46 27 14 249 331 223 114 36 20 724 388 180 70 11 1 650 179 26 7 212
7.873 6.070 3.443 1.499 920 19.805 8.651 5.789 2.612 895 380 18.327 10.152 4.399 1.181 238 58 16.028 5.823 838 71 10 2 6.744
100.820 52.409 22.060 8.339 4.348 187.976
3.089 1.531 639 212 96 5.567
103.909 53.940 22.699 8.551 4.444 193.543
69.308 35.815 14.990 5.771 3.023 128.907
2.102 1.029 402 138 61 3.732
71.410 36.844 15.392 5.909 3.084 132.639
31.512 16.594 7.070 2.568 1.325 59.069
987 502 237 74 35 1.835
32.499 17.096 7.307 2.642 1.360 60.904
(*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW)
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
35
F. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG VERHOOGDE SCHAAL LEEFTIJDSGROEP
RANG
1ste 2de 0-5 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 6-11 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 12-17 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 18-24 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de + 25 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de TOTAAL 3de 4de 5de en + TOTAAL
Artikel 42bis, KBW TOTAAL STELSEL gehand.(*)
TOTAAL
Gepensioneerden
TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN gehand.(*) TOTAAL
RKW (NMBS inbegrepen) gehand.(*) TOTAAL
128 108 87 50 35 408 409 285 180 83 36 993 1.360 801 266 65 26 2.518 2.869 467 56 4 3.396
6 3 1 10 16 14 6 1 37 68 23 9 5 1 106 95 12 1 108
134 111 88 50 35 418 425 299 186 83 37 1.030 1.428 824 275 70 27 2.624 2.964 479 57 4 3.504
81 72 68 37 26 284 284 211 149 70 32 746 1.073 686 238 59 25 2.081 2.482 416 50 3 2.951
2 2 4 11 10 4 1 26 46 20 9 5 1 81 71 11 82
83 74 68 37 26 288 295 221 153 70 33 772 1.119 706 247 64 26 2.162 2.553 427 50 3 3.033
47 36 19 13 9 124 125 74 31 13 4 247 287 115 28 6 1 437 387 51 6 1 445
4 1 1 6 5 4 2 11 22 3 25 24 1 1 26
51 37 20 13 9 130 130 78 33 13 4 258 309 118 28 6 1 462 411 52 7 1 471
4.766 1.661 589 202 97 7.315
185 52 17 5 2 261
4.951 1.713 606 207 99 7.576
3.920 1.385 505 169 83 6.062
130 43 13 5 2 193
4.050 1.428 518 174 85 6.255
846 276 84 33 14 1.253
55 9 4 68
901 285 88 33 14 1.321
(*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW)
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
36
F. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG VERHOOGDE SCHAAL LEEFTIJDSGROEP
RANG
1ste 2de 0-5 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 6-11 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 12-17 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 18-24 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de + 25 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de TOTAAL 3de 4de 5de en + TOTAAL
Totaal van de schaal 42bis TOTAAL STELSEL gehand.(*)
TOTAAL
TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN gehand.(*) TOTAAL
RKW (NMBS inbegrepen) gehand.(*) TOTAAL
23.443 17.798 9.846 4.393 2.741 58.221 24.782 16.593 7.872 2.993 1.380 53.620 31.450 15.597 4.501 1.092 313 52.953 25.911 4.082 430 63 11 30.497
292 251 133 58 36 770 970 605 279 118 46 2.018 1.321 627 232 41 15 2.236 691 100 12 1 804
23.735 18.049 9.979 4.451 2.777 58.991 25.752 17.198 8.151 3.111 1.426 55.638 32.771 16.224 4.733 1.133 328 55.189 26.602 4.182 442 63 12 31.301
15.612 11.765 6.430 2.908 1.826 38.541 16.337 10.953 5.343 2.121 1.016 35.770 21.399 11.263 3.362 859 255 37.138 19.880 3.219 360 52 9 23.520
199 177 86 31 22 515 634 378 163 82 26 1.283 911 444 162 30 14 1.561 488 73 4 1 566
15.811 11.942 6.516 2.939 1.848 39.056 16.971 11.331 5.506 2.203 1.042 37.053 22.310 11.707 3.524 889 269 38.699 20.368 3.292 364 52 10 24.086
7.831 6.033 3.416 1.485 915 19.680 8.445 5.640 2.529 872 364 17.850 10.051 4.334 1.139 233 58 15.815 6.031 863 70 11 2 6.977
93 74 47 27 14 255 336 227 116 36 20 735 410 183 70 11 1 675 203 27 8 238
7.924 6.107 3.463 1.512 929 19.935 8.781 5.867 2.645 908 384 18.585 10.461 4.517 1.209 244 59 16.490 6.234 890 78 11 2 7.215
105.586 54.070 22.649 8.541 4.445 195.291
3.274 1.583 656 217 98 5.828
108.860 55.653 23.305 8.758 4.543 201.119
73.228 37.200 15.495 5.940 3.106 134.969
2.232 1.072 415 143 63 3.925
75.460 38.272 15.910 6.083 3.169 138.894
32.358 16.870 7.154 2.601 1.339 60.322
1.042 511 241 74 35 1.903
33.400 17.381 7.395 2.675 1.374 62.225
(*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW)
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
37
F. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG VERHOOGDE SCHAAL LEEFTIJDSGROEP
RANG
1ste 2de 0-5 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 6-11 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 12-17 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 18-24 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de + 25 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de TOTAAL 3de 4de 5de en + TOTAAL
Artikel 50ter, KBW TOTAAL STELSEL gehand.(*)
TOTAAL
Invaliden, ex-invaliden
TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN gehand.(*) TOTAAL
RKW (NMBS inbegrepen) gehand.(*) TOTAAL
5.760 4.875 3.163 1.559 1.197 16.554 8.916 6.846 3.512 1.439 675 21.388 16.498 8.207 2.294 576 132 27.707 13.542 2.021 216 16 3 15.798
133 122 76 49 37 417 620 449 254 81 45 1.449 1.141 538 170 46 13 1.908 608 91 14 4 717
5.893 4.997 3.239 1.608 1.234 16.971 9.536 7.295 3.766 1.520 720 22.837 17.639 8.745 2.464 622 145 29.615 14.150 2.112 230 20 3 16.515
3.954 3.351 2.130 1.022 771 11.228 6.090 4.717 2.448 1.000 473 14.728 11.612 6.093 1.698 442 108 19.953 10.287 1.584 173 15 2 12.061
89 69 45 31 27 261 405 277 160 48 23 913 708 360 114 30 12 1.224 377 68 11 2 458
4.043 3.420 2.175 1.053 798 11.489 6.495 4.994 2.608 1.048 496 15.641 12.320 6.453 1.812 472 120 21.177 10.664 1.652 184 17 2 12.519
1.806 1.524 1.033 537 426 5.326 2.826 2.129 1.064 439 202 6.660 4.886 2.114 596 134 24 7.754 3.255 437 43 1 1 3.737
44 53 31 18 10 156 215 172 94 33 22 536 433 178 56 16 1 684 231 23 3 2 259
1.850 1.577 1.064 555 436 5.482 3.041 2.301 1.158 472 224 7.196 5.319 2.292 652 150 25 8.438 3.486 460 46 3 1 3.996
44.716 21.949 9.185 3.590 2.007 81.447
2.502 1.200 514 180 95 4.491
47.218 23.149 9.699 3.770 2.102 85.938
31.943 15.745 6.449 2.479 1.354 57.970
1.579 774 330 111 62 2.856
33.522 16.519 6.779 2.590 1.416 60.826
12.773 6.204 2.736 1.111 653 23.477
923 426 184 69 33 1.635
13.696 6.630 2.920 1.180 686 25.112
(*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW)
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
38
F. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG VERHOOGDE SCHAAL LEEFTIJDSGROEP
RANG
1ste 2de 0-5 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 6-11 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 12-17 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 18-24 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de + 25 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de TOTAAL 3de 4de 5de en + TOTAAL
Artikel 50bis, KBW TOTAAL STELSEL gehand.(*)
TOTAAL
Wezen
TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN gehand.(*) TOTAAL
RKW (NMBS inbegrepen) gehand.(*) TOTAAL
866 406 131 58 36 1.497 2.873 1.555 583 177 70 5.258 7.673 3.150 765 150 26 11.764 10.980 1.427 143 3 1 12.554
13 10 2 25 123 53 21 7 3 207 338 135 24 5 1 503 278 33 3 1 315
879 416 133 58 36 1.522 2.996 1.608 604 184 73 5.465 8.011 3.285 789 155 27 12.267 11.258 1.460 146 4 1 12.869
717 317 103 43 29 1.209 2.310 1.232 455 140 53 4.190 6.212 2.551 625 127 25 9.540 9.263 1.232 126 3 1 10.625
10 10 2 22 88 36 14 3 3 144 237 102 17 4 1 361 205 22 2 1 230
727 327 105 43 29 1.231 2.398 1.268 469 143 56 4.334 6.449 2.653 642 131 26 9.901 9.468 1.254 128 4 1 10.855
149 89 28 15 7 288 563 323 128 37 17 1.068 1.461 599 140 23 1 2.224 1.717 195 17 1.929
3 3 35 17 7 4 63 101 33 7 1 142 73 11 1 85
152 89 28 15 7 291 598 340 135 41 17 1.131 1.562 632 147 24 1 2.366 1.790 206 18 2.014
22.392 6.538 1.622 388 133 31.073
752 231 50 13 4 1.050
23.144 6.769 1.672 401 137 32.123
18.502 5.332 1.309 313 108 25.564
540 170 35 8 4 757
19.042 5.502 1.344 321 112 26.321
3.890 1.206 313 75 25 5.509
212 61 15 5 293
4.102 1.267 328 80 25 5.802
(*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW)
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
39
F. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG VERHOOGDE SCHAAL LEEFTIJDSGROEP
RANG
1ste 2de 0-5 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 6-11 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 12-17 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 18-24 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de + 25 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de TOTAAL 3de 4de 5de en + TOTAAL
Artikels 42bis, 50ter en 50bis, KBW TOTAAL STELSEL gehand.(*)
TOTAAL
Totaal van alle verhoogde schalen
TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN gehand.(*) TOTAAL
RKW (NMBS inbegrepen) gehand.(*) TOTAAL
30.069 23.079 13.140 6.010 3.974 76.272 36.571 24.994 11.967 4.609 2.125 80.266 55.621 26.954 7.560 1.818 471 92.424 50.433 7.530 789 82 15 58.849
438 383 211 107 73 1.212 1.713 1.107 554 206 94 3.674 2.800 1.300 426 92 29 4.647 1.577 224 29 5 1 1.836
30.507 23.462 13.351 6.117 4.047 77.484 38.284 26.101 12.521 4.815 2.219 83.940 58.421 28.254 7.986 1.910 500 97.071 52.010 7.754 818 87 16 60.685
20.283 15.433 8.663 3.973 2.626 50.978 24.737 16.902 8.246 3.261 1.542 54.688 39.223 19.907 5.685 1.428 388 66.631 39.430 6.035 659 70 12 46.206
298 256 133 62 49 798 1.127 691 337 133 52 2.340 1.856 906 293 64 27 3.146 1.070 163 17 3 1 1.254
20.581 15.689 8.796 4.035 2.675 51.776 25.864 17.593 8.583 3.394 1.594 57.028 41.079 20.813 5.978 1.492 415 69.777 40.500 6.198 676 73 13 47.460
9.786 7.646 4.477 2.037 1.348 25.294 11.834 8.092 3.721 1.348 583 25.578 16.398 7.047 1.875 390 83 25.793 11.003 1.495 130 12 3 12.643
140 127 78 45 24 414 586 416 217 73 42 1.334 944 394 133 28 2 1.501 507 61 12 2 582
9.926 7.773 4.555 2.082 1.372 25.708 12.420 8.508 3.938 1.421 625 26.912 17.342 7.441 2.008 418 85 27.294 11.510 1.556 142 14 3 13.225
172.694 82.557 33.456 12.519 6.585 307.811
6.528 3.014 1.220 410 197 11.369
179.222 85.571 34.676 12.929 6.782 319.180
123.673 58.277 23.253 8.732 4.568 218.503
4.351 2.016 780 262 129 7.538
128.024 60.293 24.033 8.994 4.697 226.041
49.021 24.280 10.203 3.787 2.017 89.308
2.177 998 440 148 68 3.831
51.198 25.278 10.643 3.935 2.085 93.139
(*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW)
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
40
G. RECHTGEVENDE KINDEREN JONGER DAN 21 JAAR MET EEN AANDOENING EN RECHTGEVEND OP EEN TOESLAG G 1. OUD SYSTEEM (VERDELING VOLGENS ZELFREDZAAMHEID) ZELFREDZAAMHEIDSGRAAD
TOTAAL STELSEL
0-3 punten
1.320
TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN 1.017
4-6 punten
2.185
1.802
383
7-9 punten
1.173
937
236
TOTAAL
4.678
3.756
922
RKW (NMBS inbegrepen) 303
G 2. NIEUW SYSTEEM (VERDELING VOLGENS DE ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING) ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING
TOTAAL STELSEL
minimum 4 punten in de 1ste pijler en minder dan 6 punten over de 3 pijlers
51
TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN 39
6-8 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler
12.526
10.197
2.329
6-8 punten over de 3 pijlers en minimum 4 punten in de 1ste pijler
1.279
1.267
12
9-11 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler
5.247
3.461
1.786
9-11 punten over de 3 pijlers en minimum 4 punten in de 1ste pijler
3.352
3.320
32
12-14 punten over de 3 pijlers
5.433
4.451
982
15-17 punten over de 3 pijlers
3.136
2.532
604
18-20 punten over de 3 pijlers
1.958
1.654
304
+ 20 punten over de 3 pijlers
2.589
2.132
457
35.571
29.053
6.518
40.249
32.809
7.440
TOTAAL
RKW (NMBS inbegrepen) 12
G 3. TOTAAL VAN DE TWEE SYSTEMEN TOTAAL
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
41
H. KRAAMGELD AANTAL GEBOORTEN DIE AANLEIDING HEBBEN GEGEVEN TOT DE TOEKENNING VAN EEN KRAAMGELD
TWEEDE SEMESTER 2010 TOTAAL STELSEL GEBOORTERANG
TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN
RKW (NMBS inbegrepen)
Nietwerklozen (*)
Werklozen
TOTAAL
Nietwerklozen (*)
Werklozen
TOTAAL
Nietwerklozen (*)
Werklozen
TOTAAL
Eerste geboorten
22.950
2.740
25.690
20.410
1.344
21.754
2.540
1.396
3.936
Volgende geboorten
20.828
4.103
24.931
18.497
2.417
20.914
2.331
1.686
4.017
43.778
6.843
50.621
38.907
3.761
42.668
4.871
3.082
7.953
TOTAAL
JAAR 2010 TOTAAL STELSEL GEBOORTERANG
TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN
RKW (NMBS inbegrepen)
Nietwerklozen (*)
Werklozen
TOTAAL
Nietwerklozen (*)
Werklozen
TOTAAL
Nietwerklozen (*)
Werklozen
TOTAAL
Eerste geboorten
45.859
5.537
51.396
40.724
2.703
43.427
5.135
2.834
7.969
Volgende geboorten
42.291
7.976
50.267
37.735
4.612
42.347
4.556
3.364
7.920
88.150
13.513
101.663
78.459
7.315
85.774
9.691
6.198
15.889
TOTAAL
(*) Met niet-werklozen bedoelt men de actieve werknemers, de gepensioneerden, de invaliden en de wezen
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
42
I. ADOPTIEPREMIES AANTAL KINDEREN WAARVOOR EEN ADOPTIEPREMIE WERD BETAALD
I 1. VERDELING VOLGENS DE RANG IN HET ONTHAALGEZIN TWEEDE SEMESTER 2010
JAAR 2010
TOTAAL STELSEL
KINDERBIJSLAGFONDSEN
RKW (NMBS inbegrepen)
TOTAAL STELSEL
KINDERBIJSLAGFONDSEN
RKW (NMBS inbegrepen)
Eerste rang
133
112
21
284
243
41
Volgende rangen
31
27
4
89
82
7
164
139
25
373
325
48
ADOPTIERANG
TOTAAL
I 2. VERDELING PER LEEFTIJDSGROEP TWEEDE SEMESTER 2010
JAAR 2010
TOTAAL STELSEL
KINDERBIJSLAGFONDSEN
RKW (NMBS inbegrepen)
TOTAAL STELSEL
KINDERBIJSLAGFONDSEN
RKW (NMBS inbegrepen)
Minder dan 1 jaar
46
42
4
95
88
7
1 jaar
37
29
8
81
70
11
2 jaar
17
14
3
37
33
4
3-5 jaar
25
23
2
67
64
3
6-11 jaar
24
20
4
58
46
12
12-17 jaar
10
8
2
23
16
7
18-24 jaar
5
3
2
12
8
4
164
139
25
373
325
48
LEEFTIJDSGROEP
TOTAAL
31.12.2010
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
43
J. GEPLAATSTE KINDEREN J 1. GEPLAATSTE KINDEREN IN EEN INSTELLING (art. 70, KBW) AANTAL GEPLAATSTE KINDEREN
TOTAAL STELSEL
KINDERBIJSLAGFONDSEN
RKW (NMBS inbegrepen)
TOTAAL
14.285
11.146
3.139
J 2. GEPLAATSTE KINDEREN BIJ EEN PARTICULIER (art. 70ter, KBW) 1
1
AANTAL GEPLAATSTE KINDEREN
TOTAAL STELSEL
KINDERBIJSLAGFONDSEN
RKW (NMBS inbegrepen)
TOTAAL
2.936
2.429
507
Het gaat om het aantal bij een particulier geplaatste kinderen voor wie een forfaitaire uitkering betaald wordt aan de persoon die vóór de plaatsing de kinderbijslag ontving.
31.12.2010
GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG
IV. STELSEL VAN DE GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG Tabellen A. Rechthebbenden op kinderbijslag: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin
Pagina's 48
B. Bijslagtrekkende gezinnen: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin
48
C. Rechtgevende kinderen: verdeling per categorie van het recht en per leeftijdsgroep
49
D. Rechtgevenden volgens leeftijdsgroep en rang
50
E. Kraamgeld: aantal geboorten die aanleiding hebben gegeven tot de toekenning van een kraamgeld - Tweede semester 2010 - Jaar 2010
51 51
F. Adoptiepremies: aantal kinderen waarvoor een adoptiepremie werd betaald 1. Verdeling volgens de rang in het onthaalgezin (2de semester 2010 en jaar 2010) 2. Verdeling per leeftijdsgroep (2de semester 2010 en jaar 2010)
51 51
G. Geplaatste kinderen Geplaatste kinderen in een instelling (art. 70, KBW)
51
Grafieken - Aantal bijslagtrekkende gezinnen volgens het aantal kinderen - Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijd
46 47
Opmerkingen 1. Het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag werd ingevoerd in 1971 voor die gezinnen die geen recht hebben op kinderbijslag in een ander stelsel. De kinderen moeten ten laste zijn van een natuurlijk persoon die in België verblijft en van wie het inkomen het toegelaten plafond niet overschrijdt. 2. Alle aanvragen om gewaarborgde gezinsbijslag worden behandeld door de RKW. De RKW voert ook alle betalingen uit. 3. Het stelsel haalt zijn inkomsten uit de Nationale Verdeling (cf. het werknemersstelsel). Het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag wordt dus gefinancierd door de bijdragen van het werknemersstelsel. Tot 1980 was dit stelsel ten laste van de Staat. 4. Voor de overige begrippen, zie het deel "Algemene begrippen", p. 1 - 7.
GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG
46
AANTAL BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN
Gezinnen met 4 kinderen 585 7% Gezinnen met 3 kinderen 1.285 16%
Gezinnen met meer dan 5 kinderen 149 2%
Gezinnen met 1 kind 3.599 43%
Gezinnen met 2 kinderen 2.432 29%
31.12.2010
GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG
47
AANTAL RECHTGEVENDE KINDEREN VOLGENS LEEFTIJD
21-24 jaar 348 16-17 jaar 2% 1.265 18-20 jaar 7% 912 5%
0-2 jaar 3.495 21%
12-15 jaar 2.796 17% 3-5 jaar 3.065 18%
6-11 jaar 5.030 30%
31.12.2010
GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG
48
A. RECHTHEBBENDEN OP KINDERBIJSLAG AANTAL RECHTHEBBENDEN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN
RKW
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 en + TOTAAL
3.481 2.434 1.294 594 260 85 43 16 5 2 8.214
B. BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN AANTAL BIJSLAGTREKKENDEN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN
RKW
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 en + TOTAAL
3.599 2.432 1.285 585 253 85 43 14 5 2 8.303
31.12.2010
GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG
49
C. RECHTGEVENDE KINDEREN AANTAL RECHTGEVENDEN PER CATEGORIE VAN HET RECHT EN PER LEEFTIJDSGROEP
LEEFTIJD VAN DE RECHTGEVENDEN
RKW
0-2 jaar
3.495
3-5 jaar
3.065
6-11 jaar
5.030
12-15 jaar
2.796
16-17 jaar
1.265
18-20 jaar
912 studenten
825
leerlingen
5
werkzoekenden
82
21-24 jaar
348 studenten
302
leerlingen
1
werkzoekenden TOTAAL
45 16.911
31.12.2010
GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG
50
D. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG LEEFTIJDSGROEP
RANG 1ste 2de 3de 4de 5de en +
0-5 jaar
TOTAAL 1ste 2de 3de 4de 5de en +
6-11 jaar
TOTAAL 1ste 2de 3de 4de 5de en +
12-17 jaar
TOTAAL 1ste 2de 3de 4de 5de en +
18-24 jaar
TOTAAL 1ste 2de 3de 4de 5de en +
TOTAAL
TOTAAL
RKW 2.671 1.855 1.069 533 432 6.560 2.154 1.514 802 358 202 5.030 2.366 1.149 409 112 25 4.061 1.024 216 19 1 1.260 8.215 4.734 2.299 1.004 659 16.911
31.12.2010
GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG
51
E. KRAAMGELD AANTAL GEBOORTEN DIE AANLEIDING HEBBEN GEGEVEN TOT DE TOEKENNING VAN EEN KRAAMGELD GEBOORTERANG Eerste geboorte Volgende geboorten TOTAAL
TWEEDE SEMESTER 2010 340 528 868
JAAR 2010 615 992 1.607
F. ADOPTIEPREMIES AANTAL KINDEREN WAARVOOR EEN ADOPTIEPREMIE WERD BETAALD
F 1. VERDELING VOLGENS DE RANG IN HET ONTHAALGEZIN ADOPTIERANG Eerste rang Volgende rangen TOTAAL
TWEEDE SEMESTER 2010 -
JAAR 2010 -
-
-
TWEEDE SEMESTER 2010
JAAR 2010
-
-
F 2. VERDELING PER LEEFTIJDSGROEP LEEFTIJDSGROEP Minder dan 1 jaar 1 jaar 2 jaar 3-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar TOTAAL
G. GEPLAATSTE KINDEREN GEPLAATSTE KINDEREN IN EEN INSTELLING Aantal geplaatste kinderen
82
31.12.2010
GEWEZEN AMBTENAREN (art. 101, al. 3, 2°-4°, KBW)
V. BETALINGEN DOOR DE RKW VOOR REKENING VAN DERDEN V.A. GEWEZEN AMBTENAREN VAN DE STAAT, DE GEMEENSCHAPPEN EN DE GEWESTEN (art. 101, al. 3, 2°-4°) Tabellen A. Rechthebbenden op kinderbijslag: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin B. Bijslagtrekkende gezinnen: verdeling per categorie van het recht en volgens het aantal kinderen in het gezin C. Rechtgevende kinderen: verdeling per categorie van het recht en per leeftijdsgroep D. Rechtgevenden volgens leeftijdsgroep en rang E. Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW) 1. Oud systeem (Verdeling volgens zelfredzaamheid) 2. Nieuw systeem (Verdeling volgens de ernst van de gevolgen van de aandoening) van kracht sedert 1 mei 2003 3. Totaal van de twee systemen F. Kraamgeld: aantal geboorten die aanleiding hebben gegeven tot de toekenning van een kraamgeld - Tweede semester 2010 - Jaar 2010 G. Adoptiepremies: aantal kinderen waarvoor een adoptiepremie werd betaald 1. Verdeling volgens de rang in het onthaalgezin (2de semester 2010 en jaar 2010) 2. Verdeling per leeftijdsgroep (2de semester 2010 en jaar 2010) H. Geplaatste kinderen 1. Geplaatste kinderen in een instelling (art. 70, KBW) 2. Geplaatste kinderen bij een particulier (art. 70ter, KBW) Opmerkingen 1. Volgens artikel 101, 3de lid, 2°-4°, KBW is de RKW belast met de uitbetaling van de kinderbijslag aan de gewezen ambtenaren van de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, sommige autonome overheidsinstellingen (o.a. Belgacom, De Post, Biac en Belgocontrol) en de overheidsinstellingen aangesloten bij de RKW op basis van artikel 101, 4de lid, KBW (cf. p. 86-91). Het betreft dus de zieke of gepensioneerde gewezen ambtenaren van die overheden of instellingen. Ook de wezen van gewezen ambtenaren vallen hieronder, evenals de rechtgevende kinderen van wie de rechthebbende een weduwe van een gewezen ambtenaar is en een overlevingspensioen ontvangt wegens de beroepsactiviteit van die overleden ambtenaar. 2. De kinderbijslag wordt aan die gezinnen betaald onder dezelfde voorwaarden als in het werknemersstelsel. 3. De kinderbijslag wordt terugbetaald aan de RKW door de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de autonome overheidsinstellingen en de overheidsinstellingen bedoeld onder 1, in toepassing van artikel 111, KBW. 4. Voor de overige begrippen, zie het deel "Algemene begrippen", p. 1 - 7.
Pagina's 54 55 56 57 60 60 60 61 61 61 61 61 61
GEWEZEN AMBTENAREN VAN DE STAAT, DE GEMEENSCHAPPEN EN DE GEWESTEN
54
A. RECHTHEBBENDEN OP KINDERBIJSLAG AANTAL RECHTHEBBENDEN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN
AANTAL KINDEREN
TOTAAL
1
7.240
2
2.247
3
564
4
112
5
28
6
5
7
3
8
-
9
-
10
-
11
-
12 en +
1
TOTAAL
10.200
31.12.2010
GEWEZEN AMBTENAREN VAN DE STAAT, DE GEMEENSCHAPPEN EN DE GEWESTEN
55
B. BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN VERDELING PER CATEGORIE VAN HET RECHT EN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN GEWONE SCHAAL
VERHOOGDE SCHAAL ARTIKEL 42bis, KBW
ARTIKEL 40, KBW TOTAAL GEWONE SCHAAL
AANTAL KINDEREN Wezen
Gepensioneerden
Invaliden
Gepensioneerden
ARTIKEL 50ter, KBW
Invaliden
ARTIKEL 50bis, KBW
TOTAAL VERHOOGDE SCHAAL
ALGEMEEN TOTAAL
Wezen
1
1.706
2.962
369
5.037
299
553
1.720
2.572
7.609
2
147
815
154
1.116
73
254
743
1.070
2.186
3
30
184
50
264
15
87
150
252
516
4
2
38
11
51
2
22
25
49
100
5
1
6
2
9
1
6
1
8
17
6
-
-
1
1
1
1
2
4
5
7
-
2
-
2
-
1
-
1
3
8
-
-
-
-
-
-
-
-
-
9
-
-
-
-
-
-
-
-
-
10
-
-
-
-
-
-
-
-
-
11
-
-
-
-
-
-
-
-
-
12
-
-
-
-
-
-
-
-
-
13
-
-
-
-
-
-
-
-
-
14
-
-
1
1
-
-
-
-
1
15
-
-
-
-
-
-
-
-
-
16
-
-
-
-
-
-
-
-
-
17 en +
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1.886
4.007
588
6.481
391
924
2.641
3.956
10.437
TOTAAL
31.12.2010
GEWEZEN AMBTENAREN VAN DE STAAT, DE GEMEENSCHAPPEN EN DE GEWESTEN
56
C. RECHTGEVENDE KINDEREN VERDELING PER CATEGORIE VAN HET RECHT EN PER LEEFTIJDSGROEP GEWONE SCHAAL
VERHOOGDE SCHAAL
ARTIKEL 40, KBW TOTAAL GEWONE SCHAAL
LEEFTIJD VAN DE RECHTGEVENDEN Wezen
Gepensioneerden
Invaliden
ARTIKEL 42bis, KBW
ARTIKEL 50ter, KBW
Gepensioneerden
ARTIKEL 50bis, KBW
Invaliden
TOTAAL VERHOOGDE SCHAAL
ALGEMEEN TOTAAL
Wezen
0-2 jaar
-
83
147
230
10
61
11
82
312
3-5 jaar
18
150
66
234
21
79
78
178
412
6-11 jaar
147
599
178
924
66
297
431
794
1.718
12-15 jaar
174
884
176
1.234
103
346
697
1.146
2.380
16-17 jaar
120
672
124
916
72
225
584
881
1.797
18-20 jaar
176
1.247
128
1.551
132
284
1.110
1.526
3.077
studenten
158
1.135
108
1.401
114
231
994
1.339
2.740
leerlingen
2
13
4
19
3
4
18
25
44
werkzoekenden
12
63
7
82
11
32
66
109
191
gehandicapten
4
36
9
49
4
17
32
53
102
21-24 jaar
141
1.306
70
105
1.517
161
862
1.128
2.645
studenten
126
1.157
59
1.342
90
142
759
991
2.333
leerlingen
-
6
-
6
-
-
3
3
9
15
143
11
169
15
19
100
134
303
werkzoekenden +25 jaar volledig ongeschikten in een besch. werkplaats TOTAAL
1.327
399
12
-
1.738
-
-
-
1.738
1.098
314
8
1.420
-
-
-
-
1.420
229
85
4
318
-
-
-
-
318
2.103
5.340
901
8.344
509
1.453
3.773
5.735
14.079
31.12.2010
GEWEZEN AMBTENAREN VAN DE STAAT, DE GEMEENSCHAPPEN EN DE GEWESTEN
57
D. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG ALGEMEEN TOTAAL LEEFTIJDSGROEP
RANG
1ste 2de 0-5 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 6-11 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 12-17 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 18-24 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de + 25 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de TOTAAL 3de 4de 5de en + TOTAAL
TOTAAL VAN DE GEWONE SCHALEN gehand.(*) TOTAAL 248 3 251 128 4 132 56 2 58 15 15 8 8 455 9 464 450 23 473 301 11 312 101 2 103 22 2 24 11 1 12 885 39 924 1.331 46 1.377 591 27 618 121 5 126 20 20 9 9 2.072 78 2.150 2.605 41 2.646 363 6 369 44 2 46 7 7 3.019 49 3.068 1.706 1.706 27 27 4 4 1 1 1.738 1.738 6.340 113 6.453 1.410 48 1.458 326 11 337 65 2 67 28 1 29 8.169 175 8.344
TOTAAL VAN DE VERHOOGDE SCHALEN gehand.(*) TOTAAL 112 3 115 78 2 80 45 45 13 1 14 6 6 254 6 260 372 10 382 272 4 276 104 2 106 22 1 23 7 7 777 17 794 1.156 40 1.196 635 22 657 140 4 144 22 1 23 3 4 7 1.956 71 2.027 2.188 37 2.225 381 9 390 28 6 34 4 1 5 2.601 53 2.654
3.828 1.366 317 61 16 5.588
90 37 12 4 4 147
3.918 1.403 329 65 20 5.735
ALGEMEEN TOTAAL gehand.(*) TOTAAL 360 6 366 206 6 212 101 2 103 28 1 29 14 14 709 15 724 822 33 855 573 15 588 205 4 209 44 3 47 18 1 19 1.662 56 1.718 2.487 86 2.573 1.226 49 1.275 261 9 270 42 1 43 12 4 16 4.028 149 4.177 4.793 78 4.871 744 15 759 72 8 80 11 1 12 5.620 102 5.722 1.706 1.706 27 27 4 4 1 1 1.738 1.738 10.168 203 10.371 2.776 85 2.861 643 23 666 126 6 132 44 5 49 13.757 322 14.079
(*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW)
31.12.2010
GEWEZEN AMBTENAREN VAN DE STAAT, DE GEMEENSCHAPPEN EN DE GEWESTEN
58
D. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG GEWONE SCHAAL LEEFTIJDSGROEP
RANG
1ste 2de 0-5 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 6-11 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 12-17 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 18-24 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de + 25 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de TOTAAL 3de 4de 5de en + TOTAAL
Artikel 40, KBW GEPENSIONEERDEN gehand.(*) TOTAAL 108 2 110 74 3 77 34 34 8 8 4 4 228 5 233 291 18 309 201 5 206 61 2 63 15 1 16 5 5 573 26 599 973 33 1.006 424 13 437 90 3 93 17 17 3 3 1.507 49 1.556 2.155 29 2.184 315 6 321 41 1 42 6 6 2.517 36 2.553 386 386 9 9 3 3 1 1 399 399 3.913 82 3.995 1.023 27 1.050 229 6 235 47 1 48 12 12 5.224 116 5.340
Gepensioneerden, invaliden, wezen
132 50 18 7 3 210 79 53 25 5 6 168 177 85 18 2 6 288 168 18 2 1 189 11 1 12 567 207 63 15 15 867
INVALIDEN gehand.(*) 1 2 3 3 5 1 1 10 5 7 12 8 1 9
16 13 3 1 1 34
TOTAAL 132 51 20 7 3 213 82 58 25 6 7 178 182 92 18 2 6 300 176 18 3 1 198 11 1 12 583 220 66 16 16 901
8 4 4 1 17 80 47 15 2 144 181 82 13 1 277 282 30 1 313 1.309 17 1 1.327 1.860 180 34 3 1 2.078
WEZEN gehand.(*) 1 1 2 1 3 8 7 2 17 4 4
15 8 2 25
TOTAAL 9 4 4 1 18 82 48 15 2 147 189 89 15 1 294 286 30 1 317 1.309 17 1 1.327 1.875 188 36 3 1 2.103
(*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW)
31.12.2010
GEWEZEN AMBTENAREN VAN DE STAAT, DE GEMEENSCHAPPEN EN DE GEWESTEN
59
D. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG VERHOOGDE SCHAAL LEEFTIJDSGROEP
RANG
1ste 2de 0-5 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 6-11 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 12-17 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 18-24 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de + 25 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de TOTAAL 3de 4de 5de en + TOTAAL
Artikel 42bis, 50ter en 50 bis, KBW GEPENSIONEERDEN gehand.(*) TOTAAL 15 15 10 10 3 3 1 1 2 2 31 31 38 38 21 21 6 6 1 1 66 66 118 7 125 37 2 39 8 8 2 2 1 1 166 9 175 209 4 213 22 22 2 2 233 4 237
380 90 19 4 3 496
11 2 13
391 92 19 4 3 509
55 41 28 8 4 136 133 96 42 11 5 287 333 163 39 7 1 543 359 57 10 2 428
Gepensioneerden, invaliden, wezen INVALIDEN gehand.(*) 1 2 1 4 7 3 10 15 9 2 1 1 28 11 3 2 1 17
880 357 119 28 10 1.394
34 17 4 3 1 59
TOTAAL 56 43 28 9 4 140 140 99 42 11 5 297 348 172 41 8 2 571 370 60 12 3 445
42 27 14 4 87 201 155 56 10 2 424 705 435 93 13 1 1.247 1.620 302 16 2 1.940
914 374 123 31 11 1.453
2.568 919 179 29 3 3.698
WEZEN gehand.(*) 2 2 3 1 2 1 7 18 11 2 3 34 22 6 4 32
45 18 8 1 3 75
TOTAAL 44 27 14 4 89 204 156 58 11 2 431 723 446 95 13 4 1.281 1.642 308 20 2 1.972
2.613 937 187 30 6 3.773
(*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW)
31.12.2010
GEWEZEN AMBTENAREN VAN DE STAAT, DE GEMEENSCHAPPEN EN DE GEWESTEN
60
E. RECHTGEVENDE KINDEREN JONGER DAN 21 JAAR MET EEN AANDOENING EN RECHTGEVEND OP EEN TOESLAG E 1. OUD SYSTEEM (VERDELING VOLGENS ZELFREDZAAMHEID) ZELFREDZAAMHEIDSGRAAD 0-3 punten
17
4-6 punten
40
7-9 punten
24
TOTAAL
81
E 2. NIEUW SYSTEEM (VERDELING VOLGENS DE ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING) ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING minimum 4 punten in de 1ste pijler en minder dan 6 punten over de 3 pijlers 6-8 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler 6-8 punten over de 3 pijlers en minimum 4 punten in de 1ste pijler 9-11 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler 9-11 punten over de 3 pijlers en minimum 4 punten in de 1ste pijler
67 78 -
12-14 punten over de 3 pijlers
34
15-17 punten over de 3 pijlers
24
18-20 punten over de 3 pijlers
17
+ 20 punten over de 3 pijlers
21 TOTAAL
241
TOTAAL
322
E 3. TOTAAL VAN DE TWEE SYSTEMEN
31.12.2010
GEWEZEN AMBTENAREN VAN DE STAAT, DE GEMEENSCHAPPEN EN DE GEWESTEN
61
F. KRAAMGELD AANTAL GEBOORTEN DIE AANLEIDING HEBBEN GEGEVEN TOT DE TOEKENNING VAN EEN KRAAMGELD GEBOORTERANG Eerste geboorte Volgende geboorten TOTAAL
TWEEDE SEMESTER 2010 62 21 83
JAAR 2010 123 40 163
G. ADOPTIEPREMIES AANTAL KINDEREN WAARVOOR EEN ADOPTIEPREMIE WERD BETAALD
G 1. VERDELING VOLGENS DE RANG IN HET ONTHAALGEZIN ADOPTIERANG Eerste rang Volgende rangen TOTAAL
TWEEDE SEMESTER 2010 1 1
JAAR 2010 2 1 3
G 2. VERDELING PER LEEFTIJDSGROEP LEEFTIJDSGROEP Minder dan 1 jaar 1 jaar 2 jaar 3-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar TOTAAL
TWEEDE SEMESTER 2010 1 1
JAAR 2010 3 3
H. GEPLAATSTE KINDEREN H 1. GEPLAATSTE KINDEREN IN EEN INSTELLING
PARTICULIER (art. 70ter, KBW) 1
(art. 70, KBW)
Aantal geplaatste kinderen
H 2. GEPLAATSTE KINDEREN BIJ EEN
665
Aantal geplaatste kinderen
68
¹ Het gaat om het aantal bij een particulier geplaatste kinderen voor wie een forfaitaire uitkering betaald wordt aan de persoon die vóór de plaatsing de kinderbijslag ontving.
31.12.2010
LEERKRACHTEN (art. 101, al. 3, 7°-8°, KBW)
V. BETALINGEN DOOR DE RKW VOOR REKENING VAN DERDEN V.B. LEERKRACHTEN V.B.1. Tijdelijke leerkrachten en vaste leerkrachten (Totaal van de 3 Gemeenschappen) Tabellen A. Rechthebbenden op kinderbijslag: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin B. Bijslagtrekkende gezinnen: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin C. Rechtgevende kinderen: verdeling per categorie van het recht en per leeftijdsgroep D. Rechtgevenden volgens leeftijdsgroep en rang E. Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW) 1. Oud systeem (Verdeling volgens zelfredzaamheid) 2. Nieuw systeem (Verdeling volgens de ernst van de gevolgen van de aandoening ) van kracht sedert 1 mei 2003 3. Totaal van de twee systemen F. Kraamgeld: aantal geboorten die aanleiding hebben gegeven tot de toekenning van een kraamgeld - Tweede semester 2010 - Jaar 2010 G. Adoptiepremies: aantal kinderen waarvoor een adoptiepremie werd betaald 1. Verdeling volgens de rang in het onthaalgezin (2de semester 2010 en jaar 2010) 2. Verdeling per leeftijdsgroep (2de semester 2010 en jaar 2010) H. Geplaatste kinderen 1. Geplaatste kinderen in een instelling (art. 70, KBW) 2. Geplaatste kinderen bij een particulier (art. 70ter, KBW) Opmerkingen 1. Volgens artikel 101, 3de lid, 7° en 8°, KBW is de RKW belast met de uitbetaling van de kinderbijslag aan de tijdelijke en vaste leerkrachten en het tijdelijk en vast personeel van het onderwijs, ingericht of gesubsidieerd door de Gemeenschappen. 2. De kinderbijslag wordt aan die gezinnen betaald onder dezelfde voorwaarden als in het werknemersstelsel. 3. Voor de vaste leerkrachten betalen de Gemeenschappen de kinderbijslag volledig terug aan de RKW (voor de vier kwartalen) 4. Voor de tijdelijke leerkrachten betalen de Gemeenschappen de kinderbijslag voor de eerste drie kwartalen terug aan de RKW. Het vierde kwartaal is ten laste van de Nationale Verdeling (de tijdelijke leerkrachten worden beschouwd als al dan niet vergoede werklozen in de loop van de maand augustus, de referentiemaand voor de betalingen van het vierde kwartaal volgens de trimestrialiseringsregels). 5. Voor de overige begrippen, zie het deel "Algemene begrippen", p. 1 - 7.
Pagina's 64 64 65 66 67 67 67 68 68 68 68 69 69
TIJDELIJKE EN VASTE LEERKRACHTEN (Totaal van de 3 Gemeenschappen)
64
A. RECHTHEBBENDEN OP KINDERBIJSLAG AANTAL RECHTHEBBENDEN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN
TIJDELIJKE LEERKRACHTEN
VASTE LEERKRACHTEN
TIJDELIJKE + VASTE LEERKRACHTEN
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 en + TOTAAL
4.861 4.704 1.588 321 52 20 3 3 11.552
21.704 25.065 8.929 1.785 248 51 12 12 2 3 57.811
26.565 29.769 10.517 2.106 300 71 15 15 2 3 69.363
B. BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN AANTAL BIJSLAGTREKKENDEN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN
TIJDELIJKE LEERKRACHTEN
VASTE LEERKRACHTEN
TIJDELIJKE + VASTE LEERKRACHTEN
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 en + TOTAAL
5.112 4.707 1.532 304 52 19 2 2 11.730
22.736 25.189 8.710 1.687 221 46 11 9 2 58.611
27.848 29.896 10.242 1.991 273 65 13 11 2 70.341
31.12.2010
TIJDELIJKE EN VASTE LEERKRACHTEN (Totaal van de 3 Gemeenschappen)
65
C. RECHTGEVENDE KINDEREN VERDELING PER CATEGORIE VAN HET RECHT EN PER LEEFTIJDSGROEP
LEEFTIJD VAN DE RECHTGEVENDEN
TIJDELIJKE LEERKRACHTEN
VASTE LEERKRACHTEN
TIJDELIJKE + VASTE LEERKRACHTEN
0-2 jaar
5.062
10.036
15.098
3-5 jaar
3.872
11.871
15.743
6-11 jaar
5.596
25.315
30.911
12-15 jaar
2.902
19.819
22.721
16-17 jaar
1.198
11.068
12.266
18-20 jaar
1.425
17.153
18.578
studenten
1.356
16.500
17.856
leerlingen
7
57
64
werkzoekenden
38
393
431
gehandicapten
24
203
227
21-24 jaar
687
12.272
12.959
studenten
632
11.094
11.726
leerlingen
1
15
16
54
1.163
1.217
werkzoekenden + 25 jaar
-
6
6
volledig ongeschikten
-
1
1
in een beschutte werkplaats
-
5
5
TOTAAL
20.742
107.540
128.282
31.12.2010
TIJDELIJKE EN VASTE LEERKRACHTEN (Totaal van de 3 Gemeenschappen)
66
D. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG LEEFTIJDSGROEP
RANG
1ste 2de 0-5 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 6-11 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 12-17 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 18-24 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de + 25 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de TOTAAL 3de 4de 5de en + TOTAAL
TIJDELIJKE LEERKRACHTEN gehand.(*) TOTAAL 4.841 33 4.874 2.925 12 2.937 884 10 894 169 2 171 58 58 8.877 57 8.934 2.789 44 2.833 1.917 28 1.945 633 6 639 143 2 145 34 34 5.516 80 5.596 2.291 40 2.331 1.304 30 1.334 344 10 354 63 1 64 16 1 17 4.018 82 4.100 1.626 19 1.645 415 3 418 41 2 43 5 5 1 1 2.088 24 2.112 11.547 136 11.683 6.561 73 6.634 1.902 28 1.930 380 5 385 109 1 110 20.499 243 20.742
VASTE LEERKRACHTEN gehand.(*) TOTAAL 9.571 64 9.635 8.302 65 8.367 3.035 23 3.058 671 1 672 175 175 21.754 153 21.907 11.208 176 11.384 9.329 147 9.476 3.438 50 3.488 761 19 780 181 6 187 24.917 398 25.315 14.790 245 15.035 11.500 204 11.704 3.492 44 3.536 530 5 535 76 1 77 30.388 499 30.887 22.239 129 22.368 6.277 63 6.340 675 9 684 29 29 3 1 4 29.223 202 29.425 6 6 6 6 57.814 614 58.428 35.408 479 35.887 10.640 126 10.766 1.991 25 2.016 435 8 443 106.288 1.252 107.540
TIJDELIJKE + VASTE LEERKRACHTEN TOTAAL gehand.(*) TOTAAL 14.412 97 14.509 11.227 77 11.304 3.919 33 3.952 840 3 843 233 233 30.631 210 30.841 13.997 220 14.217 11.246 175 11.421 4.071 56 4.127 904 21 925 215 6 221 30.433 478 30.911 17.081 285 17.366 12.804 234 13.038 3.836 54 3.890 593 6 599 92 2 94 34.406 581 34.987 23.865 148 24.013 6.692 66 6.758 716 11 727 34 34 4 1 5 31.311 226 31.537 6 6 6 6 69.361 750 70.111 41.969 552 42.521 12.542 154 12.696 2.371 30 2.401 544 9 553 126.787 1.495 128.282
(*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW)
31.12.2010
TIJDELIJKE EN VASTE LEERKRACHTEN (Totaal van de 3 Gemeenschappen)
67
E. RECHTGEVENDE KINDEREN JONGER DAN 21 JAAR MET EEN AANDOENING EN RECHTGEVEND OP EEN TOESLAG (art. 47, KBW) E 1. OUD SYSTEEM (VERDELING VOLGENS ZELFREDZAAMHEID) ZELFREDZAAMHEIDSGRAAD
TIJDELIJKE LEERKRACHTEN
VASTE LEERKRACHTEN
TIJDELIJKE + VASTE LEERKRACHTEN
0-3 punten
3
23
26
4-6 punten
12
90
102
7-9 punten
6
49
55
TOTAAL
21
162
183
TIJDELIJKE LEERKRACHTEN
VASTE LEERKRACHTEN
TIJDELIJKE + VASTE LEERKRACHTEN
-
3
3
89
352
441
-
-
-
42
255
297
-
-
-
12-14 punten over de 3 pijlers
36
163
199
15-17 punten over de 3 pijlers
22
130
152
18-20 punten over de 3 pijlers
15
86
101
+ 20 punten over de 3 pijlers
18
101
119
222
1.090
1.312
243
1.252
1.495
E 2. NIEUW SYSTEEM (VERDELING VOLGENS DE ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING) ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING minimum 4 punten in de 1ste pijler en minder dan 6 punten over de 3 pijlers 6-8 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler 6-8 punten over de 3 pijlers en minimum 4 punten in de 1ste pijler 9-11 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler 9-11 punten over de 3 pijlers en minimum 4 punten in de 1ste pijler
TOTAAL
E 3. TOTAAL VAN DE TWEE SYSTEMEN TOTAAL
31.12.2010
TIJDELIJKE EN VASTE LEERKRACHTEN (Totaal van de 3 Gemeenschappen)
68
F. KRAAMGELD AANTAL GEBOORTEN DIE AANLEIDING HEBBEN GEGEVEN TOT DE TOEKENNING VAN EEN KRAAMGELD
GEBOORTERANG
TWEEDE SEMESTER 2010 TIJDELIJKE + TIJDELIJKE VASTE TIJDELIJKE VASTE LEERKRACHTEN LEERKRACHTEN LEERKRACHTEN LEERKRACHTEN
JAAR 2010 VASTE LEERKRACHTEN
TIJDELIJKE + VASTE LEERKRACHTEN
Eerste geboorten
602
616
1.218
1.311
1.262
2.573
Volgende geboorten
433
807
1.240
953
1.643
2.596
1.035
1.423
2.458
2.264
2.905
5.169
TOTAAL
G. ADOPTIEPREMIES AANTAL KINDEREN WAARVOOR EEN ADOPTIEPREMIE WERD BETAALD
G 1. VERDELING VOLGENS DE RANG IN HET ONTHAALGEZIN
ADOPTIERANG Eerste rang Volgende rangen TOTAAL
TWEEDE SEMESTER 2010 TIJDELIJKE + TIJDELIJKE VASTE TIJDELIJKE VASTE LEERKRACHTEN LEERKRACHTEN LEERKRACHTEN LEERKRACHTEN 1 12 5 13 1 12 13 5
JAAR 2010 VASTE LEERKRACHTEN 18 18
TIJDELIJKE + VASTE LEERKRACHTEN 23 23
G 2. VERDELING PER LEEFTIJDSGROEP
LEEFTIJDSGROEP Minder dan 1 jaar 1 jaar 2 jaar 3-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar TOTAAL
TWEEDE SEMESTER 2010 TIJDELIJKE + TIJDELIJKE VASTE TIJDELIJKE VASTE LEERKRACHTEN LEERKRACHTEN LEERKRACHTEN LEERKRACHTEN 2 1 2 5 1 5 1 2 2 3 1 1 1 2 2 1 12 13 5
JAAR 2010 VASTE LEERKRACHTEN 5 6 3 1 3 18
TIJDELIJKE + VASTE LEERKRACHTEN 6 7 5 2 3 23
31.12.2010
TIJDELIJKE EN VASTE LEERKRACHTEN (Totaal van de 3 Gemeenschappen)
69
H. GEPLAATSTE KINDEREN H 1. GEPLAATSTE KINDEREN IN EEN INSTELLING (art. 70, KBW)
Aantal geplaatste kinderen
TIJDELIJKE LEERKRACHTEN
VASTE LEERKRACHTEN
TIJDELIJKE + VASTE LEERKRACHTEN
-
149
149
TIJDELIJKE LEERKRACHTEN
VASTE LEERKRACHTEN
TIJDELIJKE + VASTE LEERKRACHTEN
-
130
130
H 2. GEPLAATSTE KINDEREN BIJ EEN PARTICULIER (art. 70ter, KBW) 1
Aantal geplaatste kinderen 1
Het gaat om het aantal bij een particulier geplaatste kinderen voor wie een forfaitaire uitkering betaald wordt aan de persoon die vóór de plaatsing de kinderbijslag ontving.
31.12.2010
V. BETALINGEN DOOR DE RKW VOOR REKENING VAN DERDEN V.B. LEERKRACHTEN V.B.2. Tijdelijke leerkrachten in de Vlaamse, Franse en Duitstalige Gemeenschap (art. 101, al. 3, 7°, KBW) Tabellen A. Rechthebbenden op kinderbijslag: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin B. Bijslagtrekkende gezinnen: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin C. Rechtgevende kinderen: verdeling per categorie van het recht en per leeftijdsgroep D. Rechtgevenden volgens leeftijdsgroep en rang E. Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW) 1. Oud systeem (Verdeling volgens zelfredzaamheid) 2. Nieuw systeem (Verdeling volgens de ernst van de gevolgen van de aandoening) van kracht sedert 1 mei 2003 3. Totaal van de twee systemen F. Kraamgeld: aantal geboorten die aanleiding hebben gegeven tot de toekenning van een kraamgeld - Tweede semester 2010 - Jaar 2010 G. Adoptiepremies: aantal kinderen waarvoor een adoptiepremie werd betaald 1. Verdeling volgens de rang in het onthaalgezin (2de semester 2010 en jaar 2010) 2. Verdeling per leeftijdsgroep (2de semester 2010 en jaar 2010) H. Geplaatste kinderen 1. Geplaatste kinderen in een instelling (art. 70, KBW) 2. Geplaatste kinderen bij een particulier (art. 70ter, KBW) Opmerkingen 1. Volgens artikel 101, 3de lid, 7°, KBW is de RKW belast met de uitbetaling van de kinderbijslag aan de tijdelijke leerkrachten en het tijdelijk personeel van het onderwijs, ingericht of gesubsidieerd door de Gemeenschappen. 2. De kinderbijslag wordt aan die gezinnen betaald onder dezelfde voorwaarden als in het werknemersstelsel. 3. De Gemeenschappen betalen de kinderbijslag voor de eerste drie kwartalen terug aan de RKW. Het vierde kwartaal is ten laste van de Nationale Verdeling (de tijdelijke leerkrachten worden beschouwd als al dan niet vergoede werklozen in de loop van de maand augustus, de referentiemaand voor de betalingen van het vierde kwartaal volgens de trimestrialiseringsregels). 4. Voor de overige begrippen, zie het deel "Algemene begrippen", p. 1 - 7.
Pagina's 71 71 72 73 74 74 74 75 75 75 75 76 76
TIJDELIJKE LEERKRACHTEN IN DE VLAAMSE, FRANSE EN DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
71
A. RECHTHEBBENDEN OP KINDERBIJSLAG AANTAL RECHTHEBBENDEN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN
VLAAMSE GEMEENSCHAP
FRANSE GEMEENSCHAP
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
TOTAAL GEMEENSCHAPPEN
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 en + TOTAAL
2.705 2.777 895 171 25 5 2 1 6.581
2.121 1.901 686 147 27 14 1 2 4.899
35 26 7 3 1 72
4.861 4.704 1.588 321 52 20 3 3 11.552
B. BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN AANTAL BIJSLAGTREKKENDEN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN
VLAAMSE GEMEENSCHAP
FRANSE GEMEENSCHAP
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
TOTAAL GEMEENSCHAPPEN
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 en + TOTAAL
2.807 2.779 872 165 25 4 1 1 6.654
2.269 1.901 654 136 27 14 1 1 5.003
36 27 6 3 1 73
5.112 4.707 1.532 304 52 19 2 2 11.730
31.12.2010
TIJDELIJKE LEERKRACHTEN IN DE VLAAMSE, FRANSE EN DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
72
C. RECHTGEVENDE KINDEREN VERDELING PER CATEGORIE VAN HET RECHT EN PER LEEFTIJDSGROEP
LEEFTIJD VAN DE RECHTGEVENDEN
VLAAMSE GEMEENSCHAP
FRANSE GEMEENSCHAP
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
TOTAAL GEMEENSCHAPPEN
0-2 jaar
3.159
1.874
29
5.062
3-5 jaar
2.217
1.632
23
3.872
6-11 jaar
3.031
2.530
35
5.596
12-15 jaar
1.588
1.292
22
2.902
16-17 jaar
632
558
8
1.198
18-20 jaar
792
627
6
1.425
studenten
760
594
2
1.356
leerlingen
1
3
3
7
werkzoekenden
16
21
1
38
gehandicapten
15
9
-
24
21-24 jaar
386
298
3
687
studenten
359
270
3
632
leerlingen
1
-
-
1
26
28
-
54
werkzoekenden + 25 jaar
-
-
-
-
volledig ongeschikten
-
-
-
-
in een beschutte werkplaats
-
-
-
-
TOTAAL
11.805
8.811
126
20.742
31.12.2010
TIJDELIJKE LEERKRACHTEN IN DE VLAAMSE, FRANSE EN DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
73
D. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG LEEFTIJDSGROEP
RANG
1ste 2de 0-5 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 6-11 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 12-17 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 18-24 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de + 25 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de TOTAAL 3de 4de 5de en + TOTAAL
VLAAMSE GEMEENSCHAP gehand.(*) TOTAAL 2.960 18 2.978 1.769 9 1.778 500 6 506 95 95 19 19 5.343 33 5.376 1.501 23 1.524 1.059 13 1.072 349 3 352 66 1 67 16 16 2.991 40 3.031 1.201 28 1.229 742 18 760 186 5 191 32 1 33 6 1 7 2.167 53 2.220 893 13 906 242 1 243 26 1 27 2 2 1.163 15 1.178 6.555 82 6.637 3.812 41 3.853 1.061 15 1.076 195 2 197 41 1 42 11.664 141 11.805
FRANSE GEMEENSCHAP gehand.(*) TOTAAL 1.853 15 1.868 1.140 3 1.143 378 4 382 73 2 75 38 38 3.482 24 3.506 1.273 21 1.294 843 15 858 282 3 285 75 1 76 17 17 2.490 40 2.530 1.070 11 1.081 556 12 568 156 5 161 30 30 10 10 1.822 28 1.850 724 6 730 173 2 175 15 1 16 3 3 1 1 916 9 925 4.920 53 4.973 2.712 32 2.744 831 13 844 181 3 184 66 66 8.710 101 8.811
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP gehand.(*) TOTAAL 28 28 16 16 6 6 1 1 1 1 52 52 15 15 15 15 2 2 2 2 1 1 35 35 20 1 21 6 6 2 2 1 1 29 1 30 9 9 9 9 72 1 73 37 37 10 10 4 4 2 2 125 1 126
TOTAAL GEMEENSCHAPPEN gehand.(*) TOTAAL 4.841 33 4.874 2.925 12 2.937 884 10 894 169 2 171 58 58 8.877 57 8.934 2.789 44 2.833 1.917 28 1.945 633 6 639 143 2 145 34 34 5.516 80 5.596 2.291 40 2.331 1.304 30 1.334 344 10 354 63 1 64 16 1 17 4.018 82 4.100 1.626 19 1.645 415 3 418 41 2 43 5 5 1 1 2.088 24 2.112 11.547 136 11.683 6.561 73 6.634 1.902 28 1.930 380 5 385 109 1 110 20.499 243 20.742
(*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW)
31.12.2010
TIJDELIJKE LEERKRACHTEN IN DE VLAAMSE, FRANSE EN DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
74
E. RECHTGEVENDE KINDEREN JONGER DAN 21 JAAR MET EEN AANDOENING EN RECHTGEVEND OP EEN TOESLAG E 1. OUD SYSTEEM (VERDELING VOLGENS ZELFREDZAAMHEID) ZELFREDZAAMHEIDSGRAAD
VLAAMSE GEMEENSCHAP
FRANSE GEMEENSCHAP
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
TOTAAL GEMEENSCHAPPEN
0-3 punten
3
-
-
3
4-6 punten
5
7
-
12
7-9 punten
4
2
-
6
TOTAAL
12
9
-
21
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
TOTAAL GEMEENSCHAPPEN
E 2. NIEUW SYSTEEM (VERDELING VOLGENS DE ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING) ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING minimum 4 punten in de 1ste pijler en minder dan 6 punten over de 3 pijlers 6-8 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler
VLAAMSE GEMEENSCHAP
FRANSE GEMEENSCHAP
-
-
-
-
60
29
-
89
-
-
-
-
21
21
-
42
-
-
-
-
12-14 punten over de 3 pijlers
19
16
1
36
15-17 punten over de 3 pijlers
10
12
-
22
18-20 punten over de 3 pijlers
9
6
-
15
+ 20 punten over de 3 pijlers
10
8
-
18
129
92
1
222
141
101
1
243
6-8 punten over de 3 pijlers en minimum 4 punten in de 1ste pijler 9-11 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler 9-11 punten over de 3 pijlers en minimum 4 punten in de 1ste pijler
TOTAAL
E 3. TOTAAL VAN DE TWEE SYSTEMEN TOTAAL
31.12.2010
TIJDELIJKE LEERKRACHTEN IN DE VLAAMSE, FRANSE EN DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
75
F. KRAAMGELD AANTAL GEBOORTEN DIE AANLEIDING HEBBEN GEGEVEN TOT DE TOEKENNING VAN EEN KRAAMGELD TWEEDE SEMESTER 2010 GEBOORTERANG
VLAAMSE GEMEENSCHAP
FRANSE GEMEENSCHAP
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
367 252 619
228 177 405
7 4 11
Eerste geboorten Volgende geboorten TOTAAL
JAAR 2010 TOTAAL GEMEENSCHAPPEN 602 433 1.035
VLAAMSE GEMEENSCHAP
FRANSE GEMEENSCHAP
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
791 561 1.352
509 382 891
11 10 21
TOTAAL GEMEENSCHAPPEN 1.311 953 2.264
G. ADOPTIEPREMIES AANTAL KINDEREN WAARVOOR EEN ADOPTIEPREMIE WERD BETAALD
G 1. VERDELING VOLGENS DE RANG IN HET ONTHAALGEZIN TWEEDE SEMESTER 2010 ADOPTIERANG Eerste rang Volgende rangen TOTAAL
VLAAMSE GEMEENSCHAP
FRANSE GEMEENSCHAP
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
1 1
-
-
JAAR 2010 TOTAAL GEMEENSCHAPPEN 1 1
VLAAMSE GEMEENSCHAP
FRANSE GEMEENSCHAP
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
3 3
2 2
-
TOTAAL GEMEENSCHAPPEN 5 5
G 2. VERDELING PER LEEFTIJDSGROEP TWEEDE SEMESTER 2010 LEEFTIJDSGROEP Minder dan 1 jaar 1 jaar 2 jaar 3-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar TOTAAL
VLAAMSE GEMEENSCHAP
FRANSE GEMEENSCHAP
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
1 1
-
-
JAAR 2010 TOTAAL GEMEENSCHAPPEN 1 1
VLAAMSE GEMEENSCHAP
FRANSE GEMEENSCHAP
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
1 1 1 3
1 1 2
-
TOTAAL GEMEENSCHAPPEN 1 1 2 1 5
31.12.2010
TIJDELIJKE LEERKRACHTEN IN DE VLAAMSE, FRANSE EN DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
76
H. GEPLAATSTE KINDEREN H 1. GEPLAATSTE KINDEREN IN EEN INSTELLING (art. 70, KBW)
Aantal geplaatste kinderen
VLAAMSE GEMEENSCHAP
FRANSE GEMEENSCHAP
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
TOTAAL GEMEENSCHAPPEN
-
-
-
-
VLAAMSE GEMEENSCHAP
FRANSE GEMEENSCHAP
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
TOTAAL GEMEENSCHAPPEN
-
-
-
-
H 2. GEPLAATSTE KINDEREN BIJ EEN PARTICULIER (art. 70ter, KBW)
Aantal geplaatste kinderen 1
1
Het gaat om het aantal bij een particulier geplaatste kinderen voor wie een forfaitaire uitkering betaald wordt aan de persoon die vóór de plaatsing de kinderbijslag ontving.
31.12.2010
V. BETALINGEN DOOR DE RKW VOOR REKENING VAN DERDEN V.B.LEERKRACHTEN V.B.3. Vaste leerkrachten in de Vlaamse, Franse en Duitstalige Gemeenschap (art. 101, al. 3, 8°, KBW)
Tabellen A. Rechthebbenden op kinderbijslag: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin B. Bijslagtrekkende gezinnen: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin C. Rechtgevende kinderen: verdeling per categorie van het recht en per leeftijdsgroep D. Rechtgevenden volgens leeftijdsgroep en rang E. Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW) 1. Oud systeem (Verdeling volgens zelfredzaamheid) 2. Nieuw systeem (Verdeling volgens de ernst van de gevolgen van de aandoening) van kracht sedert 1 mei 2003 3. Totaal van de twee systemen F. Kraamgeld: aantal geboorten die aanleiding hebben gegeven tot de toekenning van een kraamgeld - Tweede semester 2010 - Jaar 2010 G. Adoptiepremies: aantal kinderen waarvoor een adoptiepremie werd betaald 1. Verdeling volgens de rang in het onthaalgezin (2de semester 2010 en jaar 2010) 2. Verdeling per leeftijdsgroep (2de semester 2010 en jaar 2010) H. Geplaatste kinderen 1. Geplaatste kinderen in een instelling (art. 70, KBW) 2. Geplaatste kinderen bij een particulier (art. 70ter, KBW) Opmerkingen 1. Volgens artikel 101, 3de lid, 8°, KBW is de RKW belast met de uitbetaling van de kinderbijslag aan de vaste leerkrachten en het vast personeel van het onderwijs, ingericht of gesubsidieerd door de Gemeenschappen. 2. De kinderbijslag wordt aan die gezinnen betaald onder dezelfde voorwaarden als in het werknemersstelsel. 3. De Gemeenschappen betalen de kinderbijslag terug aan de RKW. 4. Voor de overige begrippen, zie het deel "Algemene begrippen", p. 1 - 7.
Pagina's 78 78 79 80 81 81 81 82 82 82 82 83 83
VASTE LEERKRACHTEN IN DE VLAAMSE, FRANSE EN DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
78
A. RECHTHEBBENDEN OP KINDERBIJSLAG AANTAL RECHTHEBBENDEN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN
VLAAMSE GEMEENSCHAP
FRANSE GEMEENSCHAP
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
TOTAAL GEMEENSCHAPPEN
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 en + TOTAAL
11.552 14.884 5.272 987 120 27 8 9 1 3 32.863
10.010 10.003 3.580 786 128 23 4 3 1 24.538
142 178 77 12 1 410
21.704 25.065 8.929 1.785 248 51 12 12 2 3 57.811
B. BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN AANTAL BIJSLAGTREKKENDEN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN
VLAAMSE GEMEENSCHAP
FRANSE GEMEENSCHAP
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
TOTAAL GEMEENSCHAPPEN
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 en + TOTAAL
11.994 14.971 5.160 945 113 25 6 7 1 33.222
10.591 10.041 3.474 731 108 20 5 2 1 24.973
151 177 76 11 1 416
22.736 25.189 8.710 1.687 221 46 11 9 2 58.611
31.12.2010
VASTE LEERKRACHTEN IN DE VLAAMSE, FRANSE EN DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
79
C. RECHTGEVENDE KINDEREN VERDELING PER CATEGORIE VAN HET RECHT EN PER LEEFTIJDSGROEP
LEEFTIJD VAN DE RECHTGEVENDEN
VLAAMSE GEMEENSCHAP
FRANSE GEMEENSCHAP
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
TOTAAL GEMEENSCHAPPEN
0-2 jaar
6.396
3.586
54
10.036
3-5 jaar
7.161
4.637
73
11.871
6-11 jaar
14.335
10.800
180
25.315
12-15 jaar
11.253
8.411
155
19.819
16-17 jaar
6.427
4.547
94
11.068
18-20 jaar
9.779
7.234
140
17.153
studenten
9.488
6.886
126
16.500
leerlingen
13
35
9
57
werkzoekenden
148
242
3
393
gehandicapten
130
71
2
203
21-24 jaar
6.663
5.522
87
12.272
studenten
6.210
4.807
77
11.094
leerlingen
2
11
2
15
451
704
8
1.163
werkzoekenden + 25 jaar
4
2
-
6
volledig ongeschikten
1
-
-
1
in een beschutte werkplaats
3
2
-
5
TOTAAL
62.018
44.739
783
107.540
31.12.2010
VASTE LEERKRACHTEN IN DE VLAAMSE, FRANSE EN DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
80
D. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG LEEFTIJDSGROEP
RANG
1ste 2de 3de 0-5 jaar 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 3de 6-11 jaar 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 12-17 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 18-24 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de 3de + 25 jaar 4de 5de en + TOTAAL 1ste 2de TOTAAL 3de 4de 5de en + TOTAAL
VLAAMSE GEMEENSCHAP gehand.(*) TOTAAL 6.046 45 6.091 5.208 37 5.245 1.754 14 1.768 352 352 101 101 13.461 96 13.557 6.296 115 6.411 5.332 93 5.425 1.938 28 1.966 416 15 431 97 5 102 14.079 256 14.335 8.172 143 8.315 6.729 127 6.856 2.111 33 2.144 313 3 316 48 1 49 17.373 307 17.680 12.229 86 12.315 3.662 38 3.700 405 5 410 14 14 3 3 16.313 129 16.442 4 4 4 4 32.747 389 33.136 20.931 295 21.226 6.208 80 6.288 1.095 18 1.113 249 6 255 61.230 788 62.018
FRANSE GEMEENSCHAP gehand.(*) TOTAAL 3.484 19 3.503 3.041 28 3.069 1.253 8 1.261 317 1 318 72 72 8.167 56 8.223 4.840 59 4.899 3.920 53 3.973 1.478 22 1.500 339 4 343 84 1 85 10.661 139 10.800 6.496 98 6.594 4.684 74 4.758 1.354 9 1.363 213 2 215 28 28 12.775 183 12.958 9.836 42 9.878 2.571 25 2.596 263 3 266 15 15 1 1 12.685 71 12.756 2 2 2 2 24.658 218 24.876 14.216 180 14.396 4.348 42 4.390 884 7 891 184 2 186 44.290 449 44.739
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP gehand.(*) TOTAAL 41 41 53 53 28 1 29 2 2 2 2 126 1 127 72 2 74 77 1 78 22 22 6 6 177 3 180 122 4 126 87 3 90 27 2 29 4 4 240 9 249 174 1 175 44 44 7 1 8 225 2 227 409 7 416 261 4 265 84 4 88 12 12 2 2 768 15 783
TOTAAL GEMEENSCHAPPEN gehand.(*) TOTAAL 9.571 64 9.635 8.302 65 8.367 3.035 23 3.058 671 1 672 175 175 21.754 153 21.907 11.208 176 11.384 9.329 147 9.476 3.438 50 3.488 761 19 780 181 6 187 24.917 398 25.315 14.790 245 15.035 11.500 204 11.704 3.492 44 3.536 530 5 535 76 1 77 30.388 499 30.887 22.239 129 22.368 6.277 63 6.340 675 9 684 29 29 3 1 4 29.223 202 29.425 6 6 6 6 57.814 614 58.428 35.408 479 35.887 10.640 126 10.766 1.991 25 2.016 435 8 443 106.288 1.252 107.540
(*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW)
31.12.2010
VASTE LEERKRACHTEN IN DE VLAAMSE, FRANSE EN DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
81
E. RECHTGEVENDE KINDEREN JONGER DAN 21 JAAR MET EEN AANDOENING EN RECHTGEVEND OP EEN TOESLAG E 1. OUD SYSTEEM (VERDELING VOLGENS ZELFREDZAAMHEID)
0-3 punten
VLAAMSE GEMEENSCHAP 11
FRANSE GEMEENSCHAP 12
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP -
TOTAAL GEMEENSCHAPPEN 23
4-6 punten
54
36
-
90
7-9 punten
33
15
1
49
TOTAAL
98
63
1
162
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
TOTAAL GEMEENSCHAPPEN
ZELFREDZAAMHEIDSGRAAD
E 2. NIEUW SYSTEEM (VERDELING VOLGENS DE ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING) ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING minimum 4 punten in de 1ste pijler en minder dan 6 punten over de 3 pijlers 6-8 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler
VLAAMSE GEMEENSCHAP
FRANSE GEMEENSCHAP
3
-
-
3
266
82
4
352
-
-
-
-
153
98
4
255
-
-
-
-
12-14 punten over de 3 pijlers
100
62
1
163
15-17 punten over de 3 pijlers
71
57
2
130
18-20 punten over de 3 pijlers
42
42
2
86
+ 20 punten over de 3 pijlers
55
45
1
101
690
386
14
1.090
788
449
15
1.252
6-8 punten over de 3 pijlers en minimum 4 punten in de 1ste pijler 9-11 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler 9-11 punten over de 3 pijlers en minimum 4 punten in de 1ste pijler
TOTAAL
E 3. TOTAAL VAN DE TWEE SYSTEMEN TOTAAL
31.12.2010
VASTE LEERKRACHTEN IN DE VLAAMSE, FRANSE EN DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
82
F. KRAAMGELD AANTAL GEBOORTEN DIE AANLEIDING HEBBEN GEGEVEN TOT DE TOEKENNING VAN EEN KRAAMGELD TWEEDE SEMESTER 2010 GEBOORTERANG
VLAAMSE GEMEENSCHAP
FRANSE GEMEENSCHAP
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
375 513 888
240 290 530
1 4 5
Eerste geboorten Volgende geboorten TOTAAL
JAAR 2010 TOTAAL GEMEENSCHAPPEN 616 807 1.423
VLAAMSE GEMEENSCHAP
FRANSE GEMEENSCHAP
DUITSE GEMEENSCHAP
805 1.043 1.848
455 587 1.042
2 13 15
TOTAAL GEMEENSCHAPPEN 1.262 1.643 2.905
G. ADOPTIEPREMIES AANTAL KINDEREN WAARVOOR EEN ADOPTIEPREMIE WERD BETAALD
G 1. VERDELING VOLGENS DE RANG IN HET ONTHAALGEZIN TWEEDE SEMESTER 2010 ADOPTIERANG Eerste rang Volgende rangen TOTAAL
VLAAMSE GEMEENSCHAP
FRANSE GEMEENSCHAP
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
7 7
5 5
-
JAAR 2010 TOTAAL GEMEENSCHAPPEN 12 12
VLAAMSE GEMEENSCHAP
FRANSE GEMEENSCHAP
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
10 10
8 8
-
TOTAAL GEMEENSCHAPPEN 18 18
G 2. VERDELING PER LEEFTIJDSGROEP TWEEDE SEMESTER 2010 LEEFTIJDSGROEP Minder dan 1 jaar 1 jaar 2 jaar 3-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar TOTAAL
VLAAMSE GEMEENSCHAP
FRANSE GEMEENSCHAP
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
1 3 1 1 1 7
1 2 1 1 5
-
JAAR 2010 TOTAAL GEMEENSCHAPPEN 2 5 2 1 2 12
VLAAMSE GEMEENSCHAP
FRANSE GEMEENSCHAP
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
1 4 2 1 2 10
4 2 1 1 8
-
TOTAAL GEMEENSCHAPPEN 5 6 3 1 3 18
31.12.2010
VASTE LEERKRACHTEN IN DE VLAAMSE, FRANSE EN DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
83
H. GEPLAATSTE KINDEREN H 1. GEPLAATSTE KINDEREN IN EEN INSTELLING (art. 70, KBW)
Aantal geplaatste kinderen
VLAAMSE GEMEENSCHAP
FRANSE GEMEENSCHAP
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
TOTAAL GEMEENSCHAPPEN
113
36
-
149
VLAAMSE GEMEENSCHAP
FRANSE GEMEENSCHAP
DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
TOTAAL GEMEENSCHAPPEN
96
33
1
130
H 2. GEPLAATSTE KINDEREN BIJ EEN PARTICULIER (art. 70ter, KBW)
Aantal geplaatste kinderen 1
1
Het gaat om het aantal bij een particulier geplaatste kinderen voor wie een forfaitaire uitkering betaald wordt aan de persoon die vóór de plaatsing de kinderbijslag ontving.
31.12.2010
OVERHEIDSINSTELLINGEN (art. 101, al. 4, KBW)
V. BETALINGEN DOOR DE RKW VOOR REKENING VAN DERDEN V.C. PERSONEEL VAN OVERHEIDSINSTELLINGEN (art. 101, al. 4, KBW)
Tabellen A. Cijfers per instelling B. Rechthebbenden op kinderbijslag: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin C. Bijslagtrekkende gezinnen: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin D. Rechtgevende kinderen: verdeling per categorie van het recht en per leeftijdsgroep E. Rechtgevenden volgens leeftijdsgroep en rang F. Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW) 1. Oud systeem (Verdeling volgens zelfredzaamheid) 2. Nieuw systeem (Verdeling volgens de ernst van de gevolgen van de aandoening) van kracht sedert 1 mei 2003 3. Totaal van de twee systemen G. Kraamgeld: aantal geboorten die aanleiding hebben gegeven tot de toekenning van een kraamgeld - Tweede semester 2010 - Jaar 2010 H. Adoptiepremies: aantal kinderen waarvoor een adoptiepremie werd betaald 1. Verdeling volgens de rang in het onthaalgezin (2de semester 2010 en jaar 2010) 2. Verdeling per leeftijdsgroep (2de semester 2010 en jaar 2010) I. Geplaatste kinderen 1. Geplaatste kinderen in een instelling (art. 70, KBW) 2. Geplaatste kinderen bij een particulier (art. 70ter, KBW) Opmerkingen 1. Volgens artikel 101, 4de lid, KBW is de RKW belast met de uitbetaling van de kinderbijslag aan het personeel van de werkgevers van de openbare sector. De bedoelde overheidsinstellingen staan in tabel A, p. 86-91. In deze tabel zijn geen gegevens opgenomen over het personeel van de "Centra voor Leerlingenbegeleiding" van de Vlaamse Gemeenschap, deze zijn opgenomen in de tabellen over de leerkrachten van de Vlaamse Gemeenschap (zie ook p.70 - 76). 2. De kinderbijslag wordt aan die gezinnen betaald onder dezelfde voorwaarden als in het werknemersstelsel. 3. De betrokken overheidsinstellingen betalen de kinderbijslag terug aan de RKW. 4. Voor de overige begrippen, zie het deel "Algemene begrippen", p. 1 - 7.
Pagina's 86 92 92 93 94 95 95 95 96 96 96 96 96 96
OVERHEIDSINSTELLINGEN
86
A. CIJFERS PER INSTELLING BEGINDATUM
RECHTHEBBENDEN
BIJSLAGTREKKENDEN
RECHTGEVENDEN
Universitair Ziekenhuis Gent (UZG)
1/10/1995
776
785
1.440
Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB)
1/01/1997
279
279
467
Institut Scientifique de Service Public (ISSeP)
1/01/1998
14
15
19
Vast Comité van Toezicht op de Politiediensten (Comité P)
1/01/1999
9
10
17
Vast Comité van Toezicht op de Inlichtingendiensten (Comité I)
1/05/1999
8
8
13
Kind en Gezin
1/10/1999
113
113
202
Radio-Télévision Belge de la Communauté française (RTBf)
1/10/1999
575
595
999
Vlaamse Landmaatschappij (VLM)
1/06/2000
183
185
383
College van de federale ombudsmannen
1/01/2001
12
13
21
Universiteit Hasselt
1/01/2001
101
101
200
Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap
1/03/2002
72
72
135
Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem (OPZC Rekem)
1/01/2003
44
44
82
Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT)
1/01/2003
92
92
152
Brussels International Airport Company (BIAC)
1/04/2003
125
134
210
Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel (OPZ Geel)
1/10/2003
50
52
92
Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH)
1/04/2004
39
39
66
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen (AGIV)
1/04/2006
30
30
62
Centre Hospitalier Universitaire de Liège (CHU de Liège)
1/07/2006
260
271
499
Belgacom (statutairen)
1/07/2006
2.695
2.730
4.382
Belgocontrol (statutairen)
1/10/2006
240
245
454
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV)
1/04/2007
222
226
357
De Post (statutairen)
1/01/2008
5.663
5.853
9.147
Institut für Aus- uns Weiterbildung im Mittelstand und in kleinen mittelständischen Unternehmen (IAWM)
1/04/2008
2
2
3
Kamer van Volksvertegenwoordigers
1/04/2008
300
306
538
INSTELLINGEN
31.12.2010
OVERHEIDSINSTELLINGEN
87
(VERVOLG) BEGINDATUM
RECHTHEBBENDEN
BIJSLAGTREKKENDEN
RECHTGEVENDEN
Pensioendienst voor de Overheidssector (PDOS)
1/04/2008
92
93
145
Senaat
1/04/2008
113
113
200
Vlaams Parlement
1/04/2008
172
176
317
Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
1/04/2008
436
441
749
Brusselse Maatschappij voor Waterbeheer (BMWB)
1/04/2008
6
6
10
Fonds voor Beroepsziekten (FBZ)
1/04/2008
40
40
69
Rijksinstituut voor Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ)
1/07/2008
132
135
211
Fonds voor Arbeidsongevallen (FAO)
1/07/2008
41
42
69
Rijksdienst voor Pensioenen (RVP)
1/07/2008
342
348
543
Dienst voor Overzeese Sociale Zekerheid (DOSZ)
1/07/2008
34
34
56
Rekenhof
1/07/2008
177
179
331
Brussels Hoofdstedelijk Parlement
1/07/2008
69
71
123
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten (RSZPPO)
1/07/2008
57
58
100
Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV)
1/07/2008
46
47
73
Waterwegen en Zeekanaal
1/10/2008
230
236
385
Scholengroep 28 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
8
8
16
Hulp- en voorzorgkas voor zeevarenden (HVKZ)
1/10/2008
5
5
5
BLOSO
1/10/2008
93
98
152
Université Mons-Hainaut (UMH)
1/10/2008
123
125
201
Parlement de la Communauté française
1/10/2008
40
40
58
Agence Wallonne des Télécommunications (AWT)
1/10/2008
1
1
1
Centre Hospitalier Psychiatrique Les Marronniers (CHP Les Marronniers)
1/10/2008
10
10
14
Agence Wallonne pour la Promotion d'une Agriculture de Qualité (APAQ-W)
1/10/2008
11
12
18
Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT)
1/10/2008
54
54
107
INSTELLINGEN
31.12.2010
OVERHEIDSINSTELLINGEN
88
(VERVOLG) BEGINDATUM
RECHTHEBBENDEN
BIJSLAGTREKKENDEN
RECHTGEVENDEN
SYNTRA
1/10/2008
21
21
39
Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGIOn)
1/10/2008
18
18
31
Universiteit Gent
1/10/2008
806
822
1.577
Maatschappij der Brugse Zeevaartinrichtingen (MBZ)
1/10/2008
37
38
70
Nationale Arbeidsraad (NAR)
1/10/2008
8
9
14
Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB)
1/10/2008
10
10
17
ACTIRIS
1/10/2008
64
66
116
Pool der Zeelieden
1/10/2008
-
-
-
Hogere Zeevaartschool Antwerpen
1/10/2008
-
-
-
Hogeschool West-Vlaanderen
1/10/2008
14
14
23
Toerisme Vlaanderen
1/10/2008
39
39
72
Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW)
1/10/2008
40
41
69
Vlaamse Onderwijsraad (VLOR)
1/10/2008
6
6
13
Institut der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Sonderunterricht (IDGS Eupen)
1/10/2008
-
-
-
Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM)
1/10/2008
7
7
11
Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (ESRBHG)
1/10/2008
1
1
2
Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM)
1/10/2008
96
98
171
Centrum voor Informatica voor het Brussels Gewest (CIBG)
1/10/2008
1
1
1
Port autonome de Liège
1/10/2008
11
12
23
Institut wallon de Formation en Alternance et des indépendants et des PME (IFAPME)
1/10/2008
8
8
11
Société Wallonne du Logement (SWL)
1/10/2008
26
26
40
Scholengroep 1 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
13
13
24
Scholengroep 2 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
3
3
9
Scholengroep 3 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
3
3
5
INSTELLINGEN
31.12.2010
OVERHEIDSINSTELLINGEN
89
(VERVOLG) BEGINDATUM
RECHTHEBBENDEN
BIJSLAGTREKKENDEN
RECHTGEVENDEN
Scholengroep 4 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
6
6
9
Scholengroep 5 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
7
7
12
Scholengroep 6 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
17
17
21
Scholengroep 7 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
9
9
15
Scholengroep 8 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
67
67
109
Scholengroep 9 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
16
17
23
Scholengroep 10 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
16
17
27
Scholengroep 11 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
4
4
5
Scholengroep 12 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
6
6
9
Scholengroep 13 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
5
5
7
Scholengroep 14 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
6
6
7
Scholengroep 15 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
5
5
6
Scholengroep 16 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
7
7
10
Scholengroep 17 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
1
1
1
Scholengroep 18 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
4
4
5
Scholengroep 19 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
1
1
1
Scholengroep 20 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
3
3
5
Scholengroep 21 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
8
8
15
Scholengroep 22 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
15
16
22
Scholengroep 23 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
4
4
6
Scholengroep 24 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
8
8
12
Scholengroep 25 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
14
14
20
Scholengroep 26 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
6
6
8
Scholengroep 27 (Vlaamse Gemeenschap)
1/10/2008
12
12
20
Koninklijke Schenking
1/10/2008
6
6
12
INSTELLINGEN
31.12.2010
OVERHEIDSINSTELLINGEN
90
(VERVOLG) BEGINDATUM
RECHTHEBBENDEN
BIJSLAGTREKKENDEN
RECHTGEVENDEN
Autonome Haven van Brussel
1/10/2008
30
31
48
Exécutif de la Communauté germanophone
1/10/2008
8
8
12
Autonome Hochschule (Deutschsprachigen Gemeinschaft)
1/10/2008
1
1
2
GO! (Administratie van het Gemeenschapsonderwijs)
1/10/2008
57
59
96
Service Médiation du Parlement de la Communauté française
1/10/2008
4
4
6
Königliches Atheneum Sankt-Vith (Deutschsprachigen Gemeinschaft)
1/10/2008
3
3
5
Robert Schuman Institut "RSI Eupen" (Deutschsprachigen Gemeinschaft)
1/10/2008
2
2
3
Königliches Atheneum C. Franck (Deutschsprachigen Gemeinschaft)
1/10/2008
1
1
2
Grundschule für diffentzierten Unterricht (CDU Elsenborn-Sankt-Vith) (Deutschsprachigen Gemeinschaft)
1/10/2008
-
-
-
IDGS Eupen (Institut der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Sonderunterricht)
1/10/2008
2
2
2
Königliches Atheneum Eupen (Deutschsprachigen Gemeinschaft)
1/10/2008
1
1
1
Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO (HRZKMO)
1/11/2008
3
3
7
Vlaamse Milieumaatschappij (VMM)
1/11/2008
273
275
480
Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW)
1/12/2008
69
69
103
Centrale Dienst voor Sociale en Culturele Actie (Ministerie van Landsverdediging) (CDSCA)
1/12/2008
36
37
53
Institut d'encouragement de la Recherche Scientifique et de l'environnement de Bruxelles (IRSIB)
1/12/2008
3
3
4
FOD Sociale Zekerheid
1/01/2009
326
334
543
Personnel ouvrier et administratif (cadre PAPO, surtout des écoles, de la Communauté française)
1/01/2009
719
735
1.213
Office de la Naissance et de l'Enfance (ONE)
1/01/2009
127
128
226
Arbeitsambt der Deutschsprachigen Gemeinschaft (ADG)
1/01/2009
12
12
22
Office wallon de la Formation professionnelle et de l'emploi (FOREM)
1/01/2009
103
106
161
Centrum voor gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding
1/01/2009
24
25
39
Vlaamse Reguleringinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG)
1/01/2009
6
6
12
Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM)
1/01/2009
60
62
120
Institut bruxellois francophone pour la formation professionnelle
1/02/2009
11
11
20
INSTELLINGEN
31.12.2010
OVERHEIDSINSTELLINGEN
91
(VERVOLG) BEGINDATUM
RECHTHEBBENDEN
BIJSLAGTREKKENDEN
RECHTGEVENDEN
Entreprise publique des Technologies Nouvelles de l'Information et de la Communication (ETNIC)
1/02/2009
55
55
94
Institut de la Formation en Cours de Carrière (IFC)
1/02/2009
3
3
6
Conseil Supérieur de l'Audiovisuel (CSA)
1/02/2009
6
6
13
Artesis Hogeschool Antwerpen
1/03/2010
28
28
51
188
194
321
17.882
18.288
30.283
INSTELLINGEN
Statutaire ambtenaren van de RKW (Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers)
TOTAAL
31.12.2010
OVERHEIDSINSTELLINGEN
92
B. RECHTHEBBENDEN OP KINDERBIJSLAG AANTAL RECHTHEBBENDEN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN
TOTAAL
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 en + TOTAAL
8.531 6.888 1.988 393 60 18 1 2 1 17.882
C. BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN AANTAL BIJSLAGTREKKENDEN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN
TOTAAL
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 en + TOTAAL
9.121 6.849 1.901 349 51 13 1 2 1 18.288
31.12.2010
OVERHEIDSINSTELLINGEN
93
D. RECHTGEVENDE KINDEREN VERDELING PER CATEGORIE VAN HET RECHT EN PER LEEFTIJDSGROEP
LEEFTIJD VAN DE RECHTGEVENDEN
TOTAAL
0-2 jaar
2.356
3-5 jaar
3.031
6-11 jaar
7.384
12-15 jaar
6.346
16-17 jaar
3.461
18-20 jaar
4.870 studenten
4.538
leerlingen
25
werkzoekenden
205
gehandicapten
102
21-24 jaar
2.811 studenten
2.545
leerlingen
10
werkzoekenden
256
+ 25 jaar
24 volledig ongeschikten
12
in een beschutte werkplaats
12
TOTAAL
30.283
31.12.2010
OVERHEIDSINSTELLINGEN
94
E. RECHTHEBBENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG LEEFTIJDSGROEP
RANG
TOTAAL gehand.(*) 26 17 10 1 1 55 77 58 20 4 1 160 138 75 20 3 1 237 82 20 102
TOTAAL 2.421 2.447 2.002 2.019 0-5 jaar 712 722 162 163 35 36 TOTAAL 5.332 5.387 1ste 3.463 3.540 2de 2.679 2.737 6-11 jaar 3de 863 883 4de 173 177 5de en + 46 47 TOTAAL 7.224 7.384 1ste 5.688 5.826 2de 3.151 3.226 12-17 jaar 3de 636 656 4de 80 83 5de en + 15 16 TOTAAL 9.570 9.807 1ste 6.297 6.379 2de 1.194 1.214 18-24 jaar 3de 83 83 4de 5 5 5de en + TOTAAL 7.579 7.681 1ste 23 23 2de 1 1 + 25 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 24 24 1ste 17.892 323 18.215 2de 9.027 170 9.197 TOTAAL 3de 2.294 50 2.344 4de 420 8 428 5de en + 96 3 99 TOTAAL 29.729 554 30.283 (*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW) 1ste 2de 3de 4de 5de en +
31.12.2010
OVERHEIDSINSTELLINGEN
95
F. RECHTGEVENDE KINDEREN JONGER DAN 21 JAAR MET EEN AANDOENING EN RECHTGEVEND OP EEN TOESLAG F 1. OUD SYSTEEM (VERDELING VOLGENS ZELFREDZAAMHEID) ZELFREDZAAMHEIDSGRAAD 0-3 punten
19
4-6 punten
50
7-9 punten
23 TOTAAL
92
F 2. NIEUW SYSTEEM (VERDELING VOLGENS DE ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING) ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING minimum 4 punten in de 1ste pijler en minder dan 6 punten over de 3 pijlers 6-8 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler 6-8 punten over de 3 pijlers en minimum 4 punten in de 1ste pijler 9-11 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler 9-11 punten over de 3 pijlers en minimum 4 punten in de 1ste pijler
143 1 118 -
12-14 punten over de 3 pijlers
75
15-17 punten over de 3 pijlers
60
18-20 punten over de 3 pijlers
27
+ 20 punten over de 3 pijlers
38 TOTAAL
462
F 3. TOTAAL VAN DE TWEE SYSTEMEN TOTAAL
554
31.12.2010
OVERHEIDSINSTELLINGEN
96
G. KRAAMGELD AANTAL GEBOORTEN DIE AANLEIDING HEBBEN GEGEVEN TOT DE TOEKENNING VAN EEN KRAAMGELD GEBOORTERANG
TWEEDE SEMESTER 2010
JAAR 2010
167 185 352
369 389 758
Eerste geboorte Volgende geboorten TOTAAL
H. ADOPTIEPREMIES AANTAL KINDEREN WAARVOOR EEN ADOPTIEPREMIE WERD BETAALD
H 1. VERDELING VOLGENS DE RANG IN HET ONTHAALGEZIN RANG
TWEEDE SEMESTER 2010
JAAR 2010
2 2
2 2
TWEEDE SEMESTER 2010
JAAR 2010
1 1 2
1 1 2
Eerste rang Volgende rangen TOTAAL
H 2. VERDELING PER LEEFTIJDSGROEP LEEFTIJDSGROEP Minder dan 1 jaar 1 jaar 2 jaar 3-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar TOTAAL
I. GEPLAATSTE KINDEREN I 1. GEPLAATSTE KINDEREN IN EEN INSTELLING (art. 70, KBW)
Aantal geplaatste kinderen
102
I 2. GEPLAATSTE KINDEREN BIJ EEN PARTICULIER (art. 70ter, KBW) 1
Aantal geplaatste kinderen
30
¹ Het gaat om het aantal bij een particulier geplaatste kinderen voor wie een forfaitaire uitkering betaald wordt aan de persoon die vóór de plaatsing de kinderbijslag ontving.
31.12.2010
OORLOGSSLACHTOFFERS (BUITEN KBW)
V. BETALINGEN DOOR DE RKW VOOR REKENING VAN DERDEN V.D. OORLOGSSLACHTOFFERS (BUITEN KBW)
Tabellen
Pagina's
A. Rechthebbenden op kinderbijslag: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin
99
B. Bijslagtrekkende gezinnen: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin
99
C. Rechtgevende kinderen: verdeling per categorie van het recht en per leeftijdsgroep
100
D. Rechtgevenden volgens leeftijdsgroep en rang
101
E. Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW) 1. Oud systeem (Verdeling volgens zelfredzaamheid) 2. Nieuw systeem (Verdeling volgens de ernst van de gevolgen van de aandoening) van kracht sedert 1 mei 2003 3. Totaal van de twee systemen
102 102 102
F. Kraamgeld: aantal geboorten die aanleiding hebben gegeven tot de toekenning van een kraamgeld - Tweede semester 2010 - Jaar 2010
103 103
G. Adoptiepremies: aantal kinderen waarvoor een adoptiepremie werd betaald 1. Verdeling volgens de rang in het onthaalgezin (2de semester 2010 en jaar 2010) 2. Verdeling per leeftijdsgroep (2de semester 2010 en jaar 2010)
103 103
Opmerkingen 1. Buiten het toepassingsveld van de Kinderbijslagwet, betaalt de RKW, voor rekening van de FOD Financiën, de kinderbijslag voor oorlogswezen, groot-oorlogsinvaliden, wezen uit de vredestijd, wezen als gevolg van de gebeurtenissen in Congo en kinderen van het gewezen beroepspersoneel in Afrika. Voor rekening van de FOD Sociale Zekerheid, betaalt de RKW ook de kinderbijslag voor de kinderen van de burgerlijke invaliden en de wezen van burgerslachtoffers van de oorlog 1940 - 1945. 2. De kinderbijslag wordt aan die gezinnen betaald onder dezelfde voorwaarden als in het werknemersstelsel. 3. De FOD Financiën en de FOD Sociale Zekerheid betalen de kinderbijslag terug aan de RKW. 4. Voor de overige begrippen, zie het deel "Algemene begrippen", p. 1 - 7.
OORLOGSSLACHTOFFERS
99
A. RECHTHEBBENDEN OP KINDERBIJSLAG AANTAL RECHTHEBBENDEN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN
TOTAAL
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 en + TOTAAL
145 5 3 1 1 155
B. BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN AANTAL BIJSLAGTREKKENDEN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN
TOTAAL
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 en + TOTAAL
159 3 1 1 164
31.12.2010
OORLOGSSLACHTOFFERS
100
C. RECHTGEVENDE KINDEREN VERDELING PER CATEGORIE VAN HET RECHT EN PER LEEFTIJDSGROEP
LEEFTIJD VAN DE RECHTGEVENDEN
TOTAAL
0-2 jaar
2
3-5 jaar
1
6-11 jaar
8
12-15 jaar
3
16-17 jaar
1
18-20 jaar
1 studenten
1
leerlingen
-
werkzoekenden
-
gehandicapten
-
21-24 jaar
3 studenten
3
leerlingen
-
werkzoekenden
-
+ 25 jaar
154 volledig ongeschikten in een beschutte werkplaats TOTAAL
153 1 173
31.12.2010
OORLOGSSLACHTOFFERS
101
D. RECHTHEBBENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG TOTAAL gehand.(*) TOTAAL 1ste 2de 0-5 jaar 3de 1 1 4de 1 1 5de en + 1 1 TOTAAL 3 3 1ste 2 1 3 2de 4 4 6-11 jaar 3de 1 1 4de 5de en + TOTAAL 7 1 8 1ste 3 3 2de 1 1 12-17 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 4 4 1ste 4 4 2de 18-24 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 4 4 1ste 154 154 2de + 25 jaar 3de 4de 5de en + TOTAAL 154 154 1ste 163 1 164 2de 5 5 TOTAAL 3de 2 2 4de 1 1 5de en + 1 1 TOTAAL 172 1 173 (*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW) LEEFTIJDSGROEP
RANG
31.12.2010
OORLOGSSLACHTOFFERS
102
E. RECHTGEVENDE KINDEREN JONGER DAN 21 JAAR MET EEN AANDOENING EN RECHTGEVEND OP EEN TOESLAG E 1. OUD SYSTEEM (VERDELING VOLGENS ZELFREDZAAMHEID) ZELFREDZAAMHEIDSGRAAD 0-3 punten
-
4-6 punten
-
7-9 punten
-
TOTAAL
-
E 2. NIEUW SYSTEEM (VERDELING VOLGENS DE ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING) ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING minimum 4 punten in de 1ste pijler en minder dan 6 punten over de 3 pijlers
-
6-8 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler
1
6-8 punten over de 3 pijlers en minimum 4 punten in de 1ste pijler
-
9-11 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler
-
9-11 punten over de 3 pijlers en minimum 4 punten in de 1ste pijler
-
12-14 punten over de 3 pijlers
-
15-17 punten over de 3 pijlers
-
18-20 punten over de 3 pijlers
-
+ 20 punten over de 3 pijlers
TOTAAL
1
E 3. TOTAAL VAN DE TWEE SYSTEMEN TOTAAL
1
31.12.2010
OORLOGSSLACHTOFFERS
103
F. KRAAMGELD AANTAL GEBOORTEN DIE AANLEIDING HEBBEN GEGEVEN TOT DE TOEKENNING VAN EEN KRAAMGELD GEBOORTERANG Eerste geboorte Volgende geboorten TOTAAL
TWEEDE SEMESTER 2010 -
JAAR 2010 -
G. ADOPTIEPREMIES AANTAL KINDEREN WAARVOOR EEN ADOPTIEPREMIE WERD BETAALD
G 1. VERDELING VOLGENS DE RANG IN HET ONTHAALGEZIN RANG Eerste rang Volgende rangen TOTAAL
TWEEDE SEMESTER 2010 -
JAAR 2010 -
TWEEDE SEMESTER 2010 -
JAAR 2010 -
G 2. VERDELING PER LEEFTIJDSGROEP LEEFTIJDSGROEP Minder dan 1 jaar 1 jaar 2 jaar 3-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar TOTAAL
31.12.2010
ARTIKEL 102, KBW
VI. BETALINGEN TEN LASTE VAN HET GLOBAAL BEHEER CATEGORIEEN VAN BEHARTENSWAARDIGE PERSONEN (huispersoneel, grensarbeiders, …) (art. 102, KBW)
Tabellen A. Rechthebbenden op kinderbijslag: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin
Pagina's 106
B. Bijslagtrekkende gezinnen: verdeling volgens het aantal kinderen in het gezin
106
C. Rechtgevende kinderen: verdeling per categorie van het recht en per leeftijdsgroep
107
D. Rechtgevenden volgens leeftijdsgroep en rang
108
E. Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW) 1. Oud systeem (Verdeling volgens zelfredzaamheid) 2. Nieuw systeem (Verdeling volgens de ernst van de gevolgen van de aandoening) van kracht sedert 1 mei 2003 3. Totaal van de twee systemen
109 109 109
F. Kraamgeld: aantal geboorten die aanleiding hebben gegeven tot de toekenning van een kraamgeld - Tweede semester 2010 - Jaar 2010
110 110
G. Adoptiepremies: aantal kinderen waarvoor een adoptiepremie werd betaald 1. Verdeling volgens de rang in het onthaalgezin (2de semester 2010 en jaar 2010) 2. Verdeling per leeftijdsgroep (2de semester 2010 en jaar 2010)
110 110
Opmerkingen 1. Volgens artikel 102, KBW betaalt de RKW kinderbijslag voor sommige "behartigenswaardige gevallen" die geen recht hebben op kinderbijslag op een andere basis. Het is de Koning die deze categorieën vastlegt op voorstel van het Beheerscomité van de RKW. Het gaat onder meer om huispersoneel, grensarbeiders, gezinnen van verdwenen kinderen,… 2. De kinderbijslag wordt aan die gezinnen betaald onder dezelfde voorwaarden als in het werknemersstelsel. 3. De kinderbijslag wordt rechtstreeks ondergebracht bij het "globaal beheer". De uitgaven in kwestie worden dus geïntegreerd in de algemene rekening van de sociale zekerheid. Vóór 1997 was die kinderbijslag ten laste van het Reservefonds van de RKW. 4. Voor de overige begrippen, zie het deel "Algemene begrippen", p. 1 - 7.
CATEGORIEEN VAN BEHARTENSWAARDIGE PERSONEN (huispersoneel, grensarbeiders, …)
106
A. RECHTHEBBENDEN OP KINDERBIJSLAG AANTAL RECHTHEBBENDEN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN
TOTAAL
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 en + TOTAAL
603 136 25 4 768
B. BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN AANTAL BIJSLAGTREKKENDEN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN AANTAL KINDEREN
TOTAAL
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 en + TOTAAL
607 134 25 4 770
31.12.2010
CATEGORIEEN VAN BEHARTENSWAARDIGE PERSONEN (huispersoneel, grensarbeiders, …)
107
C. RECHTGEVENDE KINDEREN VERDELING PER CATEGORIE VAN HET RECHT EN PER LEEFTIJDSGROEP
LEEFTIJD VAN DE RECHTGEVENDEN
TOTAAL
0-2 jaar
26
3-5 jaar
47
6-11 jaar
101
12-15 jaar
75
16-17 jaar
46
18-20 jaar
413 studenten
398
leerlingen
2
werkzoekenden
12
gehandicapten
1
21-24 jaar
244 studenten
223
leerlingen
1
werkzoekenden
20
+ 25 jaar
14 volledig ongeschikten in een beschutte werkplaats TOTAAL
12 2 966
31.12.2010
CATEGORIEEN VAN BEHARTENSWAARDIGE PERSONEN (huispersoneel, grensarbeiders, …)
108
D. RECHTHEBBENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG LEEFTIJDSGROEP
RANG 1ste 2de 3de 4de 5de en +
0-5 jaar TOTAAL
1ste 2de 3de 4de 5de en +
6-11 jaar TOTAAL
1ste 2de 3de 4de 5de en +
12-17 jaar TOTAAL
1ste 2de 3de 4de 5de en +
18-24 jaar TOTAAL
1ste 2de 3de 4de 5de en +
+ 25 jaar TOTAAL
1ste 2de 3de 4de 5de en +
TOTAAL TOTAAL
50 18 4 1 73 77 17 5 1 100 98 18 5 121 528 112 15 1 656 14 14 767 165 29 3 964
TOTAAL gehand.(*) TOTAAL 50 18 4 1 73 77 17 5 1 2 1 101 98 18 5 121 1 529 112 15 1 1 657 14 14 1 768 165 29 1 4 2 966
(*) Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW) 31.12.2010
CATEGORIEEN VAN BEHARTENSWAARDIGE PERSONEN (huispersoneel, grensarbeiders, …)
109
E. RECHTGEVENDE KINDEREN JONGER DAN 21 JAAR MET EEN AANDOENING EN RECHTGEVEND OP EEN TOESLAG E 1. OUD SYSTEEM (VERDELING VOLGENS DE ZELFREDZAAMHEIDSGRAAD) ZELFREDZAAMHEIDSGRAAD 0-3 punten
-
4-6 punten
1
7-9 punten
-
TOTAAL
1
E 2. NIEUW SYSTEEM (VERDELING VOLGENS DE ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING) ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN DE AANDOENING minimum 4 punten in de 1ste pijler en minder dan 6 punten over de 3 pijlers
-
6-8 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler
-
6-8 punten over de 3 pijlers en minimum 4 punten in de 1ste pijler
-
9-11 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler
1
9-11 punten over de 3 pijlers en minimum 4 punten in de 1ste pijler
-
12-14 punten over de 3 pijlers
-
15-17 punten over de 3 pijlers
-
18-20 punten over de 3 pijlers
-
+ 20 punten over de 3 pijlers
TOTAAL
1
TOTAAL
2
E 3. TOTAAL VAN DE TWEE SYSTEMEN
31.12.2010
CATEGORIEEN VAN BEHARTENSWAARDIGE PERSONEN (huispersoneel, grensarbeiders, …)
110
F. KRAAMGELD AANTAL GEBOORTEN DIE AANLEIDING HEBBEN GEGEVEN TOT DE TOEKENNING VAN EEN KRAAMGELD GEBOORTERANG Eerste geboorte Volgende geboorten TOTAAL
TWEEDE SEMESTER 2010 156 126 282
JAAR 2010 349 285 634
G. ADOPTIEPREMIES AANTAL KINDEREN WAARVOOR EEN ADOPTIEPREMIE WERD BETAALD
G 1. VERDELING VOLGENS DE RANG IN HET ONTHAALGEZIN RANG Eerste rang Volgende rangen TOTAAL
TWEEDE SEMESTER 2010 5 1
JAAR 2010 9 1
6
10
TWEEDE SEMESTER 2010 1 1 1 2 1 6
JAAR 2010 2 2 2 2 2 10
G 2. VERDELING PER LEEFTIJDSGROEP LEEFTIJDSGROEP Minder dan 1 jaar 1 jaar 2 jaar 3-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar TOTAAL
31.12.2010
UITGAVEN
112
VII. UITGAVEN VOOR GEZINSBIJSLAGEN (Economische rekeningen)
A. NATIONALE VERDELING In miljoenen Euro
NATIONALE VERDELING
TWEEDE SEMESTER 2010
JAAR 2010
2.140,58
4.162,01
25,01
47,02
1. WERKNEMERS Totaal werknemers 2. GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG Totaal GGB 3. ARTIKEL 102, KBW1 Totaal artikel 102
TOTAAL NATIONALE VERDELING
1,14
2,18
2.166,73
4.211,21
B. BETALINGEN VOOR DERDEN BETALINGEN VOOR DERDEN 1. Gewezen ambtenaren (art. 101, al. 3, 2°-4°, KBW) Totaal gewezen ambtenaren 2. Tijdelijke leerkrachten (art. 101, al. 3, 7°, KBW) a) Vlaamse Gemeenschap b) Franse Gemeenschap c) Duitstalige Gemeenschap Totaal tijdelijke leerkrachten 3. Vaste leerkrachten (art. 101, al. 3, 8°, KBW) a) Vlaamse Gemeenschap b) Franse Gemeenschap c) Duitstalige Gemeenschap Totaal vaste leerkrachten 4. Overheidsinstellingen (art. 101, al. 4, KBW) Totaal overheidsinstelligen 5. Oorlogsslachtoffers (buiten KBW) Totaal oorlogsslachtoffers
TOTAAL DERDEN 1
In miljoenen Euro
TWEEDE SEMESTER 2010 22,03
JAAR 2010 43,12
8,64 7,03 0,16 15,83
20,88 17,04 0,42 38,34
64,51 46,28 0,88
124,59 89,84 1,70
111,67
216,13
31,63
61,80
0,35
0,71
181,51
360,10
Behartenswaardige categorieën die bij toepassing van artikel 102 KBW uitbetaald werden ten laste van het globaal beheer (zie p.105 -110).
31.12.2010
DOCUMENTATIE
VIII. DOCUMENTATIE Titels A. Barema's 1. Kinderbijslag voor werknemers van kracht op 1 juli 2009 I. Basiskinderbijslagen II. Supplementen III. Kraamgeld IV. Adoptiepremie V. Jaarlijkse bijslag VI. Grensbedragen voor de inkomsten of sociale uitkeringen VII. Hoofdelijke bijdragen
Pagina's
115 115 117 117 117 117 117
2. Kinderbijslag voor werknemers van kracht op 1 september 2010 I. Basiskinderbijslagen II. Supplementen III. Kraamgeld IV. Adoptiepremie V. Jaarlijkse bijslag VI. Grensbedragen voor de inkomsten of sociale uitkeringen VII. Hoofdelijke bijdragen
118 118 120 120 120 120 120
3. Gewaarborgde gezinsbijslag van kracht op 1 juli 2009 I. Kinderen die niet voor een volledige maand kinderbijslag genieten in een andere regeling II. Kinderen die al voor een volledige maand in een andere regeling kinderbijslag genieten III. Kraamgeld IV. Grensbedrag van de bestaansmiddelen per kwartaal
121 122 122 122
4. Gewaarborgde gezinsbijslag van kracht op 1 september 2010 I. Kinderen die niet voor een volledige maand kinderbijslag genieten in een andere regeling II. Kinderen die al voor een volledige maand in een andere regeling kinderbijslag genieten III. Kraamgeld IV. Grensbedrag van de bestaansmiddelen per kwartaal
123 124 124 124
B. Indexcijfers van de consumptieprijzen
125
BAREMA'S
115 EURO/MAAND
A.1. KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS VAN KRACHT OP 1 JULI 2009 SCHAAL TEGEN SPILINDEX 110,51 (BASIS 2004 = 100) Aanpassingen : 1) Uitbreiding van de toeslag voor kinderen met een aandoening jonger dan 21 jaar tot de kinderen geboren vóór 1993, vanaf 1 mei 2009 2) Toekenning van een jaarlijkse bijslag voor kinderen jonger dan 6 jaar, van kracht vanaf 1 juli 2009 3) Wijziging van het bedrag van de jaarlijkse toeslag voor jongeren van 18 tot 24 jaar, van kracht vanaf 1 juli 2009
I. BASISKINDERBIJSLAGEN 1. GEWONE KINDERBIJSLAG(1) 1ste kind……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 83,40 2de kind…………………………………………………………………………...………………………………………………………………………………………………………………$ 154,33 3de kind en elk der volgende…………………………………………………………….………………..………….…………………………………………………………………………….. 230,42
2. WEZEN(2) per weeskind…….……………………………………………………………………………….…………………………………………………………………………………………… 320,40
3. FORFAITAIRE KINDERBIJSLAG VOOR KINDEREN GEPLAATST BIJ EEN PARTICULIER (art. 70ter, KBW) per geplaatst kind……………………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………… 55,96
II. SUPPLEMENTEN 1. SUPPLEMENT VOOR ÉÉNOUDERGEZINNEN MET DE GEWONE SCHAAL(3) 1ste kind………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 42,46 2de kind…………………………………………………………………………...….……..………………………………………………………………………………………………….. 26,32 3de kind en elk der volgende………………...…………………………………………….………………..………….……………………………………………………………………. 21,22 2. SUPPLEMENTEN VOOR KINDEREN VAN INVALIDE WERKNEMERS (art. 50ter, KBW)(4) 1ste kind………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 91,35 2de kind…………………………………………………………………………...….……..………………………………………………………………………………………………….. 26,32 3de kind en elk der volgende - éénoudergezin………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 21,22 - ander gezin………………………………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………….. 4,62
3. SUPPLEMENTEN VOOR KINDEREN VAN WERKLOZEN VAN MEER DAN ZES MAANDEN EN VAN GEPENSIONEERDEN (art. 42bis, KBW)(4) 1ste kind………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 42,46 2de kind…………………………………………………………………………...….……..………………………………………………………………………………………………….. 26,32 3de kind en elk der volgende - éénoudergezin………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 21,22 - ander gezin………………………………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………….. 4,62 (1) Sinds 1 oktober 2006, geldt dit ook voor alle gehandicapten die vóór 1 juli 1966 geboren zijn. (2) Het weeskind waarvan de overlevende ouder hertrouwd is of een huishouden heeft gevormd, geniet de gewone kinderbijslag. (3) Het supplement wordt toegekend als de beroeps- of vervangingsinkomsten van het éénoudergezin, dat de gewone bijslag geniet, een grensbedrag niet overschrijdt (cfr. punt VI in het barema). (4) Om van de verhoogde schaal te genieten, moeten enkele voorwaarden inzake kinderlast, gezinsinkomen en beroepsactiviteit vervuld worden. Indien aan deze voorwaarden niet is voldaan, wordt de kinderbijslag aan de gewone schaal uitbetaald. Onder bepaalde voorwaarden, kan de verhoogde schaal verder betaald worden in geval van werkhervatting door ex-invaliden, ex-werklozen of ex-rechthebbenden op de gewaarborgde gezinsbijslag.
31.12.2010
BAREMA'S
116 EURO/MAAND
4. BIJKOMENDE BIJSLAG VOOR KINDEREN VAN MINDER DAN 21 JAAR MET EEN AANDOENING (Bijslag per kind)
a) Oud systeem (volgens de zelfredzaamheidsgraad) 0 - 3 punten : ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 375,22 4 - 6 punten : ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 410,73 7 - 9 punten : ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 439,07 (1) b) Nieuw systeem (volgens de ernst van de gevolgen van de aandoening) minstens 4 punten in de 1ste pijler en minder dan 6 punten over de drie pijlers : ………………………………………………………………………………………………………… 73,14 6 - 8 punten over de drie pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler : ……………………………………………………………………………………………………………… 97,41 6 - 8 punten over de drie pijlers en ten minste 4 punten in de 1ste pijler : ………………………………………………………………………………………………………………… 375,22 9 - 11 punten over de drie pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler : ……………………………………………………………………………………………………………… 227,31 9 - 11 punten in de drie pijlers en ten minste 4 punten in de 1ste pijler : ………………………………………………………………………………………………………………… 375,22 12 - 14 punten over de drie pijlers : ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 375,22 15 - 17 punten over de drie pijlers : ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 426,65 18 - 20 punten over de drie pijlers : ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 457,13 + 20 punten over de drie pijlers : ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 487,60
5. LEEFTIJDSBIJSLAGEN
a) Eerste kind van de gewone schaal (dat geen supplement voor éénoudergezinnen of sociale toeslag ontvangt en dat niet door een aandoening getroffen is) Kinderen geboren na 31 december 1990 14,53 Kind van 6 tot en met 11 jaar…………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 22,12 Kind van 12 tot en met 17 jaar…………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 25,50 Kind van 18 tot en met 24 jaar(2)………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 28,98 Kind dat eerste rang wordt ter vervanging van een ouder kind, vanaf 12 jaar (3)………………………………………………………………………………………………… 31,12 Kind dat eerste rang wordt ter vervanging van een ouder kind, vanaf 18 jaar (3)………………………………………………………………………………………………… Kinderen geboren vóór 1 januari 1991 31,12 Kind geboren tussen 1.01.1985 en 31.12.1990, vanaf 18 jaar…………………………………………………………………………..…………………… Kind geboren tussen 1.01.1981 en 31.12.1984…………………………………………………………………………..…………………… 46,42 b) Andere kinderen (dus inclusief alle kinderen die een supplement voor éénoudergezinnen of een sociale toeslag ontvangen en alle kinderen met een aandoening) 28,98 Kind van 6 tot en met 11 jaar…………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 44,27 Kind van 12 tot en met 17 jaar…………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Kind van 18 tot en met 24 jaar…………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 56,29 c) Gehandicapten die vóór 1 juli 1966 geboren zijn 48,86 Kinderen van 1ste rang die geen supplement voor éénoudergezinnen ontvangen……………………………………………………………………………………………… Andere kinderen………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 56,29 (1) Dit systeem is sinds 1 mei 2009 uitgebreid tot de kinderen met een aandoening geboren vóór 1993 en jonger dan 21 jaar. De oude regeling blijft van kracht als overgangsmaatregel. (2) Vanaf 1 januari 2009 (3) Alleen voor kinderen geboren tussen 1 januari 1991 en 31 december 1996
31.12.2010
BAREMA'S
117 IN EURO
III. KRAAMGELD
1ste geboorte ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 1.129,95 2de geboorte en elk der volgende ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 850,15 elk kind uit een meerlingenzwangerschap ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 1.129,95 Het kraamgeld kan worden aangevraagd vanaf de zesde maand zwangerschap en de uitbetaling ervan kan bekomen worden twee maanden vóór de vermoedelijke bevallingsdatum.
IV. ADOPTIEPREMIE
per geadopteerd kind…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 1.129,95
V. JAARLIJKSE BIJSLAG(1)
Kind van 0 tot en met 5 jaar…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 25,50 Kind van 6 tot en met 11 jaar…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 54,12 Kind van 12 tot en met 17 jaar………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 75,77 Kind van 18 tot en met 24 jaar………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 50,00
VI. GRENSBEDRAGEN VOOR DE INKOMSTEN OF SOCIALE UITKERINGEN 1. GRENSBEDRAG VOOR HET RECHTGEVEND KIND Bedrag van het loon of de sociale uitkering op maandbasis waarboven de betrokken rechtgevenden niet langer recht hebben op kinderbijslag……………………………………….. 480,47 Zijn betrokken : - de jongere met een leerovereenkomst; - de werkzoekende die een winstgevende activiteit uitoefent of een sociale uitkering ontvangt; - de rechtgevende die niet langer onderworpen is aan de leerplicht en één van de types van secundair onderwijs met beperkt leerplan volgt die georganiseerd worden volgens de door de gemeenschappen bepaalde normen en daarnaast een winstgevende activiteit uitoefent of een sociale uitkering ontvangt; - de student die een bezoldigde stage verricht waarvan het volbrengen een voorwaarde is tot het verkrijgen van een wettelijk gereglementeerd diploma, getuigschrift of brevet.
2. GRENSBEDRAG VOOR DE RECHTHEBBENDE Totaal bruto maandbedrag van de vervangingsinkomsten en de inkomsten uit werk (toegelaten activiteit en/of activiteit van de echtgenoot of partner) waarboven geen toeslag verleend wordt voor een rechthebbende die invalide is, gepensioneerd, langer dan 6 maanden werkloos, werkhervatter is of voor een éénoudergezin (cf. p. 1, II. 1-2-3.), als: - de rechthebbende of de bijslagtrekkende alleen woont met de kinderen……………………………………………………………………………………………….; 2.060,91 - de rechthebbende en zijn echtgenoot of partner samenwonen met de kinderen………………………………………………………………………………………….; 2.131,19 Kind geboren tussen 1.01.1981 en 31.12.1984…………………………………………………………………………..……………………
VII. HOOFDELIJKE BIJDRAGEN(2) Bedrag per dag…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. 7,52 Bedrag per maand…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. 158,04 (1) Alleen kinderen met recht op kinderbijslag in juli 2009 ontvangen dit bedrag. (2) Bedragen vanaf 1 oktober 2008
31.12.2010
BAREMA'S
118 EURO/MAAND
A.2. KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS VAN KRACHT OP 1 SEPTEMBER 2010 SCHAAL TEGEN SPILINDEX 112,72 (BASIS 2004 = 100) Aanpassing : Ingevolge een stijging van het indexcijfer der consumptieprijzen zijn de bedragen van de kinderbijslag tegen de spilindex 112,72 (basis 2004=100) als volgt vastgesteld:
I. BASISKINDERBIJSLAGEN 1. GEWONE KINDERBIJSLAG(1) 1ste kind……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 85,07 2de kind…………………………………………………………………………...………………………………………………………………………………………………………………$ 157,41 3de kind en elk der volgende…………………………………………………………….………………..………….…………………………………………………………………………….. 235,03
2. WEZEN(2) per weeskind…….……………………………………………………………………………….…………………………………………………………………………………………… 326,82
3. FORFAITAIRE KINDERBIJSLAG VOOR KINDEREN GEPLAATST BIJ EEN PARTICULIER (art. 70ter, KBW) per geplaatst kind……………………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………… 57,08
II. SUPPLEMENTEN 1. SUPPLEMENT VOOR ÉÉNOUDERGEZINNEN MET DE GEWONE SCHAAL(3) 1ste kind………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 43,31 2de kind…………………………………………………………………………...….……..………………………………………………………………………………………………….. 26,85 3de kind en elk der volgende………………...…………………………………………….………………..………….……………………………………………………………………. 21,65 (4) 2. SUPPLEMENTEN VOOR KINDEREN VAN INVALIDE WERKNEMERS (art. 50ter, KBW) 1ste kind………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 93,18 2de kind…………………………………………………………………………...….……..………………………………………………………………………………………………….. 26,85 3de kind en elk der volgende - éénoudergezin………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 21,65 - ander gezin………………………………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………….. 4,71
3. SUPPLEMENTEN VOOR KINDEREN VAN WERKLOZEN VAN MEER DAN ZES MAANDEN EN VAN GEPENSIONEERDEN (art. 42bis, KBW)(4) 1ste kind………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 43,31 2de kind…………………………………………………………………………...….……..………………………………………………………………………………………………….. 26,85 3de kind en elk der volgende - éénoudergezin………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 21,65 - ander gezin………………………………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………….. 4,71 (1) Sinds 1 oktober 2006, geldt dit ook voor alle gehandicapten die vóór 1 juli 1966 geboren zijn. (2) Het weeskind waarvan de overlevende ouder hertrouwd is of een huishouden heeft gevormd, geniet de gewone kinderbijslag. (3) Het supplement wordt toegekend als de beroeps- of vervangingsinkomsten van het éénoudergezin dat de gewone bijslag geniet een grensbedrag niet overschrijdt (cfr. punt VI in het barema). (4) Om van de verhoogde schaal te genieten, moeten enkele voorwaarden inzake kinderlast, gezinsinkomen en beroepsactiviteit vervuld worden. Indien aan deze voorwaarden niet is voldaan, wordt de kinderbijslag aan de gewone schaal uitbetaald. Onder bepaalde voorwaarden, kan de verhoogde schaal verder betaald worden in geval van werkhervatting door ex-invaliden, ex-werklozen of ex-rechthebbenden op de gewaarborgde gezinsbijslag.
31.12.2010
BAREMA'S
119 EURO/MAAND
4. BIJKOMENDE BIJSLAG VOOR KINDEREN VAN MINDER DAN 21 JAAR MET EEN AANDOENING (Bijslag per kind)
a) Oud systeem (volgens de zelfredzaamheidsgraad) 0 - 3 punten : ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 382,73 4 - 6 punten : ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 418,95 7 - 9 punten : ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 447,86 (1) b) Nieuw systeem (volgens de ernst van de gevolgen van de aandoening) minstens 4 punten in de 1ste pijler en minder dan 6 punten over de drie pijlers : ………………………………………………………………………………………………………… 74,60 6 - 8 punten over de drie pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler : ……………………………………………………………………………………………………………… 99,36 6 - 8 punten over de drie pijlers en ten minste 4 punten in de 1ste pijler : ………………………………………………………………………………………………………………… 382,73 9 - 11 punten over de drie pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler : ……………………………………………………………………………………………………………… 231,86 9 - 11 punten in de drie pijlers en ten minste 4 punten in de 1ste pijler : ………………………………………………………………………………………………………………… 382,73 12 - 14 punten over de drie pijlers : ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 382,73 15 - 17 punten over de drie pijlers : ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 435,19 18 - 20 punten over de drie pijlers : ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 466,28 + 20 punten over de drie pijlers : ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 497,36
5. LEEFTIJDSBIJSLAGEN
a) Eerste kind van de gewone schaal (dat geen supplement voor éénoudergezinnen of sociale toeslag ontvangt en dat niet door een aandoening getroffen is) Kinderen geboren na 31 december 1990 14,82 Kind van 6 tot en met 11 jaar…………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 22,57 Kind van 12 tot en met 17 jaar…………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 26,01 Kind van 18 tot en met 24 jaar(2)………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 29,56 Kind dat eerste rang wordt ter vervanging van een ouder kind, vanaf 12 jaar (3)………………………………………………………………………………………………… 31,74 Kind dat eerste rang wordt ter vervanging van een ouder kind, vanaf 18 jaar (3)………………………………………………………………………………………………… Kinderen geboren vóór 1 januari 1991 31,74 Kind geboren tussen 1.01.1985 en 31.12.1990, vanaf 18 jaar…………………………………………………………………………..…………………… b) Andere kinderen (dus inclusief alle kinderen die een supplement voor éénoudergezinnen of een sociale toeslag ontvangen en alle kinderen met een aandoening) Kind van 6 tot en met 11 jaar…………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 29,56 45,16 Kind van 12 tot en met 17 jaar…………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 57,42 Kind van 18 tot en met 24 jaar…………………………………………………………………………………………………………………………………………………… c) Gehandicapten die vóór 1 juli 1966 geboren zijn
Kinderen van 1ste rang die geen supplement voor éénoudergezinnen ontvangen……………………………………………………………………………………………… 49,84 57,42 Andere kinderen………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… (1) Dit systeem is sinds 1 mei 2009 uitgebreid tot de kinderen met een aandoening geboren vóór 1993 en jonger dan 21 jaar. De oude regeling blijft van kracht als overgangsmaatregel. (2) Vanaf 1 januari 2009 (3) Alleen voor kinderen geboren tussen 1 januari 1991 en 31 december 1996
31.12.2010
BAREMA'S
120 IN EURO
III. KRAAMGELD
1ste geboorte ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 1.152,57 2de geboorte en elk der volgende ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 867,17 elk kind uit een meerlingenzwangerschap ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 1.152,57 Het kraamgeld kan worden aangevraagd vanaf de zesde maand zwangerschap en de uitbetaling ervan kan bekomen worden twee maanden vóór de vermoedelijke bevallingsdatum.
IV. ADOPTIEPREMIE
per geadopteerd kind…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 1.152,57
V. JAARLIJKSE BIJSLAG(1) (aan spilindex 110,51 geldig in juli 2010)
Kind van 0 tot en met 5 jaar…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 25,50 Kind van 6 tot en met 11 jaar…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 54,12 Kind van 12 tot en met 17 jaar………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 75,77 Kind van 18 tot en met 24 jaar………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 51,00
VI. GRENSBEDRAGEN VOOR DE INKOMSTEN OF SOCIALE UITKERINGEN 1. GRENSBEDRAG VOOR HET RECHTGEVEND KIND Bedrag van het loon of de sociale uitkering op maandbasis waarboven de betrokken rechtgevenden niet langer recht hebben op kinderbijslag……………………………………….. 490,09 Zijn betrokken : - de jongere met een leerovereenkomst; - de werkzoekende die een winstgevende activiteit uitoefent of een sociale uitkering ontvangt; - de rechtgevende die niet langer onderworpen is aan de leerplicht en één van de types van secundair onderwijs met beperkt leerplan volgt die georganiseerd worden volgens de door de gemeenschappen bepaalde normen en daarnaast een winstgevende activiteit uitoefent of een sociale uitkering ontvangt; - de student die een bezoldigde stage verricht waarvan het volbrengen een voorwaarde is tot het verkrijgen van een wettelijk gereglementeerd diploma, getuigschrift of brevet.
2. GRENSBEDRAG VOOR HET GEZIN Totaal bruto maandbedrag van de vervangingsinkomsten en de inkomsten uit werk (toegelaten activiteit en/of activiteit van de echtgenoot of partner) waarboven geen toeslag verleend wordt voor een rechthebbende die invalide is, gepensioneerd, langer dan 6 maanden werkloos, werkhervatter is of voor een éénoudergezin (cf. p. 1, II. 1-2-3.), als: - de rechthebbende of de bijslagtrekkende alleen woont met de kinderen……………………………………………………………………………………………….; 2.102,22 - de rechthebbende en zijn echtgenoot of partner samenwonen met de kinderen………………………………………………………………………………………….; 2.173,88 Kind geboren tussen 1.01.1981 en 31.12.1984…………………………………………………………………………..……………………
VII. HOOFDELIJKE BIJDRAGEN(Vanaf 01/10/2010) Bedrag per dag…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. 7,67 Bedrag per maand…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. 161,21 (1) Alleen kinderen met recht op kinderbijslag in juli 2009 ontvangen dit bedrag.
31.12.2010
BAREMA'S
121
A.3. GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG VAN KRACHT OP 1 JULI 2009 SCHAAL TEGEN SPILINDEX 110,51 Aanpassingen : 1) Toekenning van een jaarlijkse bijslag voor kinderen jonger dan 6 jaar van kracht vanaf 1 juli 2009 2) Wijziging van het bedrag van de jaarlijkse toeslag voor jongeren van 18 tot 24 jaar van kracht vanaf 1 juli 2009
EURO/MAAND
I. KINDEREN DIE NIET VOOR EEN VOLLEDIGE MAAND KINDERBIJSLAG GENIETEN IN EEN ANDERE REGELING 1. BASISKINDERBIJSLAGEN(1)
1ste kind………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 83,40 2de kind…………………………………………………………………………...…………………………………………………………………………………………………………………… 154,33 3de kind en elk der volgende…………………………………………………………….………………..………….………………………………………………………………………………… 230,42
2. SOCIALE SUPPLEMENTEN
(2)
1ste kind………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 42,46 2de kind………………………………………………………………………………...……………………………………………………………………………………………………………… 26,32 3de kind en elk der volgende (3)
- éénoudergezin ………………………………………………………………………………...……………………………………………………………………………………………… 21,22 - ander gezin………………………………………………………………………………………………...…………………………………………………………………………………… 4,62
3. WEZEN
per weeskind………………………………………………………………………………...………………………………………………………………………………………………………… 320,40
4. LEEFTIJDSBIJSLAG
Kind van 6 tot en met 11 jaar…………………………………………………………………………………………………………...……………………………………………………………… 28,98 Kind van 12 tot en met 17 jaar………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 44,27 Kind van 18 tot en met 24 jaar…………………………………………………………………………………………………...…………………………………………………………………… 56,29
5. BIJZONDERE BIJSLAG VOOR KINDEREN GEPLAATST IN EEN INSTELLING
per geplaatst kind……………………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………………………… 55,96
6. JAARLIJKSE BIJSLAG*
EURO/JAAR
Kind van 0 tot en met 5 jaar………………………………………………………………………………………………...………………………………………………………………………… 25,50 Kind van 6 tot en met 11 jaar………………………………………………………………………………………………...………………………………………………………………………… 54,12 Kind van 12 tot en met 17 jaar………………………………………………………………………………………………...……………………………………………………………………… 75,77 Kind van 18 tot en met 24 jaar………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 50,00 (1) Als bepaalde voorwaarden van de wet tot instelling van de gewaarborgde gezinsbijslag niet vervuld zijn, keert de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers de basiskinderbijslag uit als voorschot. (2) Een sociaal supplement wordt bij het basisbedrag gevoegd als alle voorwaarden vervuld zijn. (3) De toeslag wordt toegekend als de bijslagtrekkende alleen woont met de kinderen. * Alleen kinderen met recht op gewaarborgde gezinsbijslag in juli 2009 ontvangen dit bedrag.
31.12.2010
BAREMA'S II. KINDEREN DIE AL VOOR EEN VOLLEDIGE MAAND KINDERBIJSLAG IN EEN ANDERE REGELING GENIETEN
122 EURO/MAAND
De bedragen aan gewaarborgde gezinsbijslag gestort voor een kind dat reeds voor een volledige maand kinderbijslag geniet in een andere regeling, zijn dezelfde als de bedragen toegekend in de regeling van de kinderbijslag voor zelfstandigen.
1. KINDERBIJSLAG
1ste kind………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 78,00 2de kind 154,33 3de kind en elk der volgende…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 230,42
2. LEEFTIJDSBIJSLAG In de eerste rang
Kind van 6 tot en met 11 jaar………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 28,98 Kind van 12 tot en met 17 jaar………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 44,27 Kind van 18 tot en met 24 jaar………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 48,86
In de andere rangen
Kind van 6 tot en met 11 jaar………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 28,98 Kind van 12 tot en met 17 jaar………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 44,27 Kind van 18 tot en met 24 jaar………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 56,29
3. BIJZONDERE BIJSLAG VOOR KINDEREN GEPLAATST IN EEN INSTELLING per geplaatst kind……………………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………… 78,00
4. JAARLIJKSE BIJSLAG*
EURO/JAAR
Kind van 0 tot en met 5 jaar………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 25,50 Kind van 6 tot en met 11 jaar………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 54,12 Kind van 12 tot en met 17 jaar………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 75,77 Kind van 18 tot en met 24 jaar………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 50,00
III. KRAAMGELD
IN EURO
1ste geboorte en meerlingen geboorten………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 1.129,95 2de geboorte en elk der volgende…………………………………………………………………………...….……..………………………………………………………………………………………… 850,15
IV. GRENSBEDRAG VAN DE BESTAANSMIDDELEN PER KWARTAAL De grensbedragen per kwartaal van de bestaansmiddelen waarmee rekening wordt gehouden voor de toekenning van de gewaarborgde gezinsbijslag belopen:
1 kind……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 3.753,37 2 kinderen……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 4.504,04 3 kinderen……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 5.254,72 4 kinderen……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 6.005,39 5 kinderen……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 6.756,07 6 kinderen……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 7.506,74 Elk volgend kind………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… + 20% * Alleen kinderen met recht op gewaarborgde gezinsbijslag in juli 2009 ontvangen dit bedrag.
31.12.2010
BAREMA'S
123
A.4. GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG VAN KRACHT OP 1 SEPTEMBER 2010 SCHAAL TEGEN SPILINDEX 112,72 Aanpassing : Ingevolge een stijging van het indexcijfer der consumptieprijzen zijn de bedragen van de kinderbijslag tegen de spilindex 112,72 (basis 2004 = 100) als volgt vastgesteld :
I. KINDEREN DIE NIET VOOR EEN VOLLEDIGE MAAND KINDERBIJSLAG GENIETEN IN EEN ANDERE REGELING 1. BASISKINDERBIJSLAGEN
EURO/MAAND
(1)
1ste kind………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………...…… 85,07 2de kind…………………………………………………………………………...………………………………………………………………………………………………………………………………… 157,41 3de kind en elk der volgende…………………………………………………………….………………..………….……………………………………………………………………………………………… 235,03
2. SOCIALE SUPPLEMENTEN(2)
1ste kind………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………...…… 43,31 2de kind………………………………………………………………………………...…………………………………………………………………………………………………………………………… 26,85 3de kind en elk der volgende (3)
- éénoudergezin ………………………………………………………………………………...…………………………………………………………………………………………………………… 21,65 - ander gezin………………………………………………………………………………………………...………………………………………………………………………………………………… 4,71
3. WEZEN
per weeskind………………………………………………………………………………...………………………………………………………………………………………………………………………… 326,82
4. LEEFTIJDSBIJSLAG
Kind van 6 tot en met 11 jaar…………………………………………………………………………………………………………...…………………………………………………………………………… 29,56 Kind van 12 tot en met 17 jaar……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 45,16 Kind van 18 tot en met 24 jaar…………………………………………………………………………………………………...…………………………………………………………………………………… 57,42
5. BIJZONDERE BIJSLAG VOOR KINDEREN GEPLAATST IN EEN INSTELLING
per geplaatst kind……………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………………… 57,08
6. JAARLIJKSE BIJSLAG* (aan spilindex 110,51 geldig in juli 2010)
EURO/JAAR
Kind van 0 tot en met 5 jaar………………………………………………………………………………………………...………………………………………………………………………………………… 25,50
Kind van 6 tot en met 11 jaar………………………………………………………………………………………………...……………………………………………………………………………………… 54,12
Kind van 12 tot en met 17 jaar………………………………………………………………………………………………...……………………………………………………………………………………… 75,77
Kind van 18 tot en met 24 jaar……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 51,00 (1) Als bepaalde voorwaarden van de wet tot instelling van de gewaarborgde gezinsbijslag niet vervuld zijn, keert de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers de basiskinderbijslag uit als voorschot. (2) Een sociaal supplement wordt bij het basisbedrag gevoegd als alle voorwaarden vervuld zijn. (3) De toeslag wordt toegekend als de bijslagtrekkende alleen woont met de kinderen. * Alleen kinderen met recht op gewaarborgde gezinsbijslag in juli 2010 ontvangen dit bedrag.
31.12.2010
BAREMA'S II. KINDEREN DIE AL VOOR EEN VOLLEDIGE MAAND KINDERBIJSLAG IN EEN ANDERE REGELING GENIETEN
124 EURO/MAAND
De bedragen aan gewaarborgde gezinsbijslag gestort voor een kind dat reeds voor een volledige maand kinderbijslag geniet in een andere regeling, zijn dezelfde als de bedragen toegekend in de regeling van de kinderbijslag voor zelfstandigen.
1. KINDERBIJSLAG
1ste kind………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 79,57 2de kind 157,41 3de kind en elk der volgende…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 235,03
2. LEEFTIJDSBIJSLAG In de eerste rang
Kind van 6 tot en met 11 jaar………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 29,56 Kind van 12 tot en met 17 jaar………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 45,16 Kind van 18 tot en met 24 jaar………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 49,84
In de andere rangen
Kind van 6 tot en met 11 jaar………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 29,56 Kind van 12 tot en met 17 jaar………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 45,16 Kind van 18 tot en met 24 jaar………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 57,42
3. BIJZONDERE BIJSLAG VOOR KINDEREN GEPLAATST IN EEN INSTELLING per geplaatst kind……………………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………… 79,57
4. JAARLIJKSE BIJSLAG* (aan spilindex 110,51 geldig in juli 2010)
EURO/JAAR
Kind van 0 tot en met 5 jaar………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 25,50 Kind van 6 tot en met 11 jaar………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 54,12 Kind van 12 tot en met 17 jaar………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 75,77 Kind van 18 tot en met 24 jaar………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 51,00
III. KRAAMGELD
IN EURO
1ste geboorte en meerlingen geboorten………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 1.152,57 2de geboorte en elk der volgende…………………………………………………………………………...….……..………………………………………………………………………………………… 867,17
IV. GRENSBEDRAG VAN DE BESTAANSMIDDELEN PER KWARTAAL De grensbedragen per kwartaal van de bestaansmiddelen waarmee rekening wordt gehouden voor de toekenning van de gewaarborgde gezinsbijslag belopen:
1 kind……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 3.828,50 2 kinderen……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 4.594,20 3 kinderen……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 5.359,90 4 kinderen……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 6.125,60 5 kinderen……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 6.891,30 6 kinderen……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 7.657,00 Elk volgend kind………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… + 20% * Alleen kinderen met recht op gewaarborgde gezinsbijslag in juli 2010 ontvangen dit bedrag.
31.12.2010
125
C. INDEXCIJFERS VAN DE CONSUMPTIEPRIJZEN Ter uitvoering van de reglementering die de sociale uitkeringen koppelt aan de index van de consumptieprijzen, wordt de gezinsbijslag verhoogd de 1ste dag van de 1ste maand nadat het gemiddelde van vier maandindexen (gezondheidsindex) de spilindex die de verhoging van de gezinsbijslag uitlokt, overschreden heeft. De spilindexen (basis 2004 = 100) welke in de toekomst vatbaar zijn voor een wijziging van de bijslag: 112,72 en 114,97. De indexcijfers van de consumptieprijzen vastgesteld door de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie in de jaren 2010 en 2011:
INDEXCIJFER DER CONSUMPTIEPRIJZEN 2010
2004 = 100
Gezondheidsindex (*)
Gezondheidsindex laatste 4 maanden
2004 = 100
Gezondheidsindex (*)
Gezondheidsindex laatste 4 maanden
januari
112,05
111,36
110,93
115,66
114,38
113,81
februari
112,52
111,90
111,24
116,33
115,05
114,21
maart
112,94
112,11
111,58
116,91
115,39
114,67
april
113,33
112,34
111,93
117,20
115,57
115,10
mei
113,78
112,72
112,27
117,59
115,98
115,50
juni
113,77
112,74
112,48
0,00
0,00
86,74
juli
113,82
112,86
112,67
0,00
0,00
57,89
augustus
113,89
112,94
112,82
0,00
0,00
29,00
september
114,25
113,29
112,96
0,00
0,00
0,00
oktober
114,41
113,46
113,14
0,00
0,00
0,00
november
114,55
113,55
113,31
0,00
0,00
0,00
december
115,00
113,84
113,54
0,00
0,00
0,00
Maand
Basis
2011 Basis
(*) Het Koninklijk Besluit van 24 december 1993 genomen in uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen vervangt de index der consumptieprijzen door de "gezondheidsindex" vanaf 1 januari 1994. bron: Het Belgisch Staatsblad
31.12.2010