VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE SCHOOL MET DE BIJBEL RUITENBEEK
Locatie Brinnr. Plaats Registratienummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling rapport
VVE-rapport 13209
: : : : : : :
School met de Bijbel Ruitenbeek 04WM Lunteren 3045495 13209 26-10-2010 15-12-2010
Onderzoeksdatum: 26-10-2010
Pagina 1 van 7
1. INLEIDING
Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. In
dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: De voorwaarden van VVE De ouders De kwaliteit van de educatie Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden Het pedagogisch klimaat Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van VVE
Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.
Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4.
Groepsinformatie kleutergroepen: Aantal kleuters in groep 1/2: 26, waarvan 4 doelgroepkleuters
VVE-rapport 13209
Onderzoeksdatum: 26-10-2010
Pagina 2 van 7
2. HET TOTAALBEELD School met de Bijbel Ruitenbeek ligt in de buurtschap Overwoud (Lunteren gemeente Ede). Bij een periodiek kwaliteitsonderzoek in 2006 had 34% van de schoolpopulatie een leerlingengewicht. Intussen is dat percentage aan het dalen naar 25%. Van de 26 kleuters hebben er bovendien nog maar 4 een leerlingengewicht en daarvan is er één een leerling met een ‘rugzakje’. Tijdens het bezoek van 26 oktober 2010 constateerde de inspectie dat hoewel dit deel van de leerlingenpopulatie formeel tot de VVE-doelgroep behoort, er eigenlijk met name op het gebied van de taalontwikkeling weinig risico’s zijn op achterstanden. Op een enkeling na scoren kleuters positief bij observaties en toetsen en het totale aantal (extra) zorgleerlingen van de Ruitenbeek ligt onder de 10%. Van de 100 leerlingen die de school telt, krijgen er op dit moment 18 extra aandacht. Vier daarvan hebben een rugzakje en zes leerlingen zijn plus-leerlingen die meer verbreding en/of verdieping krijgen. In de groepen 1 en 2 is er voldoende aandacht voor de basisvaardigheden (het taal- en rekenonderwijs). De school heeft er echter, mede gezien de leerlingenpopulatie, voor gekozen geen VVE-beleid en/of –programma op te stellen. Wel overweegt het management, al dan niet in samenwerking met externen, een voorschool in het eigen gebouw te openen. Er blijkt behoefte aan een reguliere peuterspeelzaal te zijn, waarbij een herkenbare identiteit, contact met andere kinderen en de afstand school–huis een rol spelen. Ondanks de reisafstand hebben 12 van de 26 kleuters een vorm van voorschool gevolgd, onder andere in Barneveld en Lunteren. Een doorgaande lijn voor- en vroegschool kan zich dan in de toekomst ontwikkelen. Gezien het beperkte aantal ‘doelgroepkleuters’ is een aantal VVE-indicatoren niet van toepassing op de Ruitenbeekschool. Die zijn in het rapport ook als zodanig aangegeven. Aandachtspunt blijft (zie ook het inspectierapport van 2006) de afstemming en de differentiatiemogelijkheden in de groep. Er is nu al een combinatiegroep 1/2 van 26 kleuters die minimaal drie niveaus kent: jongste, middelste en oudste kleuters. Bovendien groeit deze kleutergroep in januari/februari 2011 door naar 32 kinderen. Daarbij gaat dan groep 1 net als groep 2 ook op maandagmiddag naar school, waarmee de differentiatiemogelijkheden afnemen. De uren die de onderwijsassistent heeft, zijn met name bedoeld voor de twee kleuters met een ‘rugzakje’. Het is dat er bekwame leraren voor de kleutergroep staan (onder andere de intern begeleider) en dat het team bezig is met het implementeren van het zelfstandig werken (BAS-model: Bouwen aan een Adaptieve School), anders zou de afstemming (C3.7) onvoldoende scoren.
3. BEOORDELING KWALITEITSASPECTEN EN TOELICHTING ALS DIT NODIG IS A CONDITIES
School met de Bijbel Ruitenbeek
A1 Een integraal VVE-programma A1.1 Naam/namen van programma(s)
Werken volgens de GOVK-leerlijnen en –doelen met als bronnen Schatkist, Idee, Fonemisch Bewustzijn, Ik ben Bas, Sova, ed. nvt nvt
A1.2 Wat is de kwaliteit van het programma? A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") A5 Kwaliteit beroepskrachten A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend geschoold (voor het vve-programma)
3 3 nvt
VVE-rapport 13209
Pagina 3 van 7
Onderzoeksdatum: 26-10-2010
Aan nog geen 20% van de leerlingen in de groepen 1 en 2 is een extra leerlingengewicht toegekend. Er zijn bovendien geen grote verschillen tussen de leerlingen (tamelijk homogene schoolpopulatie zonder al te nadrukkelijke invloed van dialect of anderszins). De beide kleuters die extra zorg nodig hebben, zijn leerlingen met een ‘rugzakje’. Bijna de helft van de leerlingen heeft een vorm van voorschool gevolgd en wel buiten de buurtschap omdat er in Overwoud geen voorschool is. Het bestuur onderkent de toenemende behoefte aan een reguliere peuterspeelzaal en overweegt, al dan niet in samenwerking met externen, een inpandige voorschool op te zetten. De doorgaande lijn tussen voor- en vroegschool wat betreft aanbod, aanpak, identiteit en pedagogisch handelen is zo eenvoudig(er) te realiseren. Bovendien hoeft er dan minder gereisd te worden. De leraren in groep 1/2 werken thematisch volgens de leerlijnen en tussendoelen van het Gouds Ontwikkelings Volgsysteem Kleuters (GOVK) met onder andere ‘Ik ben Bas’, ‘Schatkist’, ‘Idee’, ‘Fonemisch Bewustzijn’ en ‘Sova’ als bronnenboeken. Dit aanbod voldoet voor deze schoolpopulatie. Er is eigenlijk geen sprake van VVE-doelgroepleerlingen, ondanks het feit dat een aantal leerlingen een leerlingengewicht heeft. Daarom is bij A1.2, A3 en A5.4 geen oordeel gegeven: de VVE-normen voor het programma, de begeleiding en de scholing van de leraren zijn niet van toepassing. B OUDERS B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7
Gericht ouderbeleid Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd Intake Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen Participatie in VVE-activiteiten in de vroegschool Informeren over de ontwikkeling van hun kind Rekening houden met de thuistaal
School met de Bijbel Ruitenbeek nvt 3 3 3 nvt 3 nvt
Het ouderbeleid is logischerwijs (zie hierboven) niet specifiek VVE maar algemeen van karakter. Ontwikkelpunt is wel om in kwalitatieve en kwantitatieve zin aan te geven wat de doelen zijn van de ouderbetrokkenheid. Daarnaast ontbreekt een analyse van de ouderpopulatie. De geplande ouderenquête kan helpen om hier meer zicht op te krijgen. Omdat het bij B1 echter gaat om een beoordeling van gericht VVE-ouderbeleid is hier geen oordeel gegeven. Ouders zijn bij diverse activiteiten betrokken en voeren ook ondersteunende activiteiten uit zoals het thuis voorlezen van het wekelijkse prentenboek (schooluitleen). Er is echter geen sprake van specifieke VVE-activiteiten en er hoeft doorgaans ook geen rekening gehouden te worden met de thuistaal. Vandaar dat B5 en B7 niet beoordeeld zijn. C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de leerkrachten is respectvol C2.2 De leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen
VVE-rapport 13209
Onderzoeksdatum: 26-10-2010
School met de Bijbel Ruitenbeek nvt 3 3 3 3 3
Pagina 4 van 7
C2.3 De leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen C2.4 De leerkrachten tonen respect voor de autonomie van het kind C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taaluitlokkend C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken C3.5 De leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de leerkrachten met de kinderen is responsief C3.7 De leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
De Ruitenbeekschool maakt, zoals gezegd, geen integraal gebruik van een VVE-programma. De school heeft in groep 1 en 2 het leerstofaanbod aan de hand van GOVK-leerlijnen en -doelen planmatig (jaar-, week- en dagplanningen) vormgegeven en is bezig om het aanbod door middel van het BAS-model verder vorm te geven. Het aanbod voor de taalontwikkeling is voor deze leerlingenpopulatie dekkend, mede door het gebruik van materialen als ‘Schatkist’, ‘Idee’, ‘Ik ben Bas’ en ‘Fonemisch Bewustzijn’. Er is ook voldoende aandacht voor de brede ontwikkeling, onder andere door systematisch te werken aan spel en beweging en aan sociale vaardigheden (Sova). Mede door de vakbekwaamheid van de beide leraren in groep 1/2 zijn de differentiatiemogelijkheden voor deze kleutergroep op dit moment voldoende. Vooral omdat het aantal kleuters na december 2010 nog toeneemt en de differentiatietijd dan afneemt (groep 1 gaat dan ook op maandagmiddag naar school), zou de afstemming in de groep (C3.7) toch een punt van aandacht moeten blijven. D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De leidstersleerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
VVE-rapport 13209
Onderzoeksdatum: 26-10-2010
School met de Bijbel Ruitenbeek 3 3 3 3 3 3
Pagina 5 van 7
De interne begeleider van de school is tevens één van de leraren van groep 1/2. De kinderen worden dan ook goed gevolgd, via het GOVK-observatiesysteem, het Cito-leerlingenvolgsysteem en een instrument voor het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling (‘Eggo’). Hierbij wordt gebruik gemaakt van de computer (‘ParnasSys’-systeem). Eén kanttekening hierbij: de kleutergroep wordt erg groot (32 à 33 leerlingen) en daarmee wordt het lastig(er) om bijvoorbeeld regelmatig in de kleine kring op niveau te werken. Het management heeft dat onderkend en zoekt naar oplossingen bijvoorbeeld door het inzetten van stagiaires van Pabo en MBO. E Kwaliteitszorg binnen de voor- c.q. vroegschool E1 Er is VVE-coördinatie in de vroegschool E2 De vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig E3 De vroegschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen E4 De vroegschool formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit E5 De vroegschool borgt de kwaliteit van haar educatie E6 In de kwaliteitszorg van de basisschool wordt ook specifiek naar VVE gekeken
School met de Bijbel Ruitenbeek nvt nvt -3 3 nvt
Zoals hiervoor is aangegeven: er is geen VVE-beleid en/of –programma nodig. Daarom is er ook geen VVE-coördinatie of evaluatie van VVE (E1 en E2). Bij de kwaliteitszorg wordt ook niet specifiek naar VVE gekeken (E6). Voornoemde punten zijn niet van toepassing (nvt). De inspectie beoordeelt E3 niet omdat de gemeente Ede geen afspraken heeft vastgelegd over de resultaten. F Doorgaande lijn F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool F2 Voldoende kinderen stromen door naar een vroegschool F3 De basisschool wint doelmatige informatie in bij de voorschool over de instromende peuters en maakt daar aantoonbaar gebruik van F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd
School met de Bijbel Ruitenbeek nvt 3 2 nvt nvt nvt nvt
Ook hier geldt dat door het ontbreken van de noodzaak van een specifiek VVE-beleid en programma een aantal punten niet beoordeeld zijn (F1, F4, F5, F6 en F7).
VVE-rapport 13209
Onderzoeksdatum: 26-10-2010
Pagina 6 van 7
Desalniettemin heeft bijna de helft van de kinderen een vorm van voorschool bezocht (F2). Van al die kinderen krijgt de basisschool een schriftelijke rapportage. Er vindt echter geen warme overdracht plaats (F3). G OPBRENGSTEN VAN VVE G1 De resultaten worden gemeten conform de afspraken G2 De resultaten zijn van voldoende niveau G3 Verlengde kleuterperiode
School met de Bijbel Ruitenbeek --3
De inspectie doet geen uitspraken over de resultaten wanneer op gemeentelijk niveau nog geen afspraken gemaakt zijn over de resultaten van VVE (G1 en G2).
4. VERVOLGAFSPRAKEN Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken.
VVE-rapport 13209
Onderzoeksdatum: 26-10-2010
Pagina 7 van 7