Definitief Rapport Duurzame Energie Scan Inventarisatie Duurzaam Energie Potentieel Gemeente Bloemendaal
Betrokkenen: Mevr. J. Glorie Dhr. J. van Kessel Dhr. M. Maris Mevr. M. Baurdoux
BECO Groep Vestiging Amsterdam, Versie februari 2006
Gemeente Bloemendaal Milieudienst IJmond BECO Groep BECO Groep
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
INHOUD
1
INLEIDING...................................................................................................................................1
2
STAND VAN ZAKEN ...................................................................................................................4
3
RESULTATEN PER DOELGROEP.............................................................................................6 3.1 DE-potentieel Gemeentelijk Vastgoed ..............................................................................6 3.2 DE-potentieel Sport en Recreatie......................................................................................8 3.3 DE-potentieel Volkshuisvesting.........................................................................................9 3.4 DE-potentieel Onderwijs (basisscholen, VO, MBO, HBO, WO)......................................14 3.5 DE-potentieel Zorgsector (verzorgings-/verpleegtehuizen, ziekenhuizen) .....................16 3.6 DE-potentieel Infrastructuur ............................................................................................18 3.7 DE-potentieel Bedrijven en Kantoren..............................................................................21 3.8 DE-potentieel Agrarische sector......................................................................................23 3.9 DE-potentieel Bio-energie ...............................................................................................25 3.10 DE-potentieel Grootschalige Windenergie ......................................................................29 3.11 DE-potentieel Kleinschalige / gebouwgebonden Windenergie .......................................30
4
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN......................................................................................32 4.1 Huidige stand van zaken en het potentieel aan duurzame energie ................................32 4.2 Beoordeling kansrijkheid geïnventariseerd DE-potentieel ..............................................33 4.3 Afbakening te onderzoeken doelgroepen/opties tijdens de marktverkenning ................37 4.4 Vervolgstappen ten behoeve van de Marktverkenning...................................................39
BIJLAGE 1 ..................................................................... DETAILS GEMEENTE BLOEMENDAAL ..1 BIJLAGE 2 ..................... UITGANGSPUNTEN BIJ DE BEREKENING VAN HET DE POTENTIEEL ..5 BIJLAGE 3 ........................................................................ KANSRIJKHEIDSSCORES/CRITERIA ..5 BIJLAGE 4 .................................................... OVERZICHT POTENTIEEL DUURZAME ENERGIE ..7
BECO Groep
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
1
INLEIDING
De gemeente Bloemendaal heeft in 2004 een gemeentelijk klimaatsbeleidsplan opgesteld. Het klimaatsbeleidsplan bevat een aantal projecten gericht op duurzame energie. Hieronder valt ook het uitvoeren van een Duurzame Energie scan met daaropvolgend een marktverkenning ten aanzien van enkele van de gevonden duurzame energie mogelijkheden. Niet alleen de gemeente Bloemendaal wil nader invulling geven aan de toepassing van duurzame energie en de inhoud van het klimaatbeleid. In de vorm van een regionale DE-scan wil de Milieudienst IJmond nader invulling geven aan de toepassing van duurzame energie en de inhoud van het klimaatbeleid binnen de regio. De Milieudienst behartigt hierin de belangen voor gemeenten in de regio IJmond en Zuid-Kennemerland, waaronder de gemeente Bloemendaal. De door SenterNovem ontwikkelde “Duurzame Energiescan Gemeenten” is toegepast bij 4 gemeenten in de regio IJmond: Beverwijk, Uitgeest, Heemskerk en Velsen en bij 3 gemeenten in de regio ZuidKennemerland: Bloemendaal, Zandvoort en Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Met als doel te bepalen wat het potentieel voor Duurzame Energie is en wat de haalbaarheid is. Een regionale aanpak van de DE-scans levert synergievoordeel ten opzichte van de uitvoer van afzonderlijke DE-scans Gemeenten. Zo hoeft maar één keer de informatie verzameld te worden die relevant is voor alle gemeenten (biomassa en windenergie), kan schaalgrootte gerealiseerd worden (biomassastromen), waardoor duurzame energieopwekking mogelijk eerder interessant wordt en hebben de gemeenten de kans om met elkaar ervaringen uit te wisselen. In het kader van dit project is voor elke gemeente afzonderlijk een rapportage met de lokale kansen voor duurzame energieopwekking opgesteld. Daarnaast zal een regionaal document worden opgesteld met aandacht voor collectieve kansen. Deze rapportage presenteert de resultaten van de inventarisatiefase van de Duurzame Energiescan bij de gemeente Bloemendaal. De rapportage biedt: inzicht in het theoretisch duurzame energie potentieel per doelgroep (gebouwgebonden); inzicht in het theoretisch potentieel per duurzame energieoptie (niet gebouwgebonden). Werkwijze DE-scan Met de DE-scan Gemeenten heeft gemeente Bloemendaal, in april tot augustus 2005, per doelgroep gegevens verzameld om het theoretisch duurzame energiepotentieel in de gemeente vast te kunnen stellen. De volgende gebouwgebonden (doelgroepen) en niet gebouwgebonden opties zijn gedefinieerd: Gebouwgebonden opties gemeente vastgoed onderwijs volkshuisvesting zorgsector bedrijven en kantoren sport en recreatie infrastructuur agrarische sector BECO Groep
1
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
kleinschalige/gebouwgebonden windenergie
Niet-gebouwgebonden opties windenergie bio-energie aardwarmte waterkracht Als we ook de gebouwgebonden opties vertalen in duurzame energie varianten, dan is voor de volgende duurzame energie opties het theoretische potentieel vanuit de gemeente Bloemendaal vastgesteld: thermische zonne-energie (zonnecollectoren/zonneboilers); fotovoltaïsche zonne-energie (PV-panelen); warmtepompen; bio-energie (biomassa, stortgas, biogas); energieopslag; windenergie; Voor de niet-gebouwgebonden opties is veelal regionale afstemming noodzakelijk met omringende gemeenten en de provincie. De niet-gebouwgebonden opties waterkracht en aardwarmte vallen buiten de reikwijdte van de DEscan, onderstaand wordt uitgelegd waarom. Waterkracht Omdat Nederland een vlak land is, is er weinig verval en dus weinig potentieel voor grootschalige waterkracht [Grootschalige waterkracht in Nederland, Novem 1996]. Novem heeft het potentieel aan waterkracht energie in Nederland uitgebreid in kaart gebracht. Dit potentieel is allemaal technisch exploiteerbaar (geschat op hooguit 100MW) en dat is op haar beurt weer niet allemaal economisch haalbaar (geschat op 15MW). Momenteel is 37,6 MW gerealiseerd door middel van waterkracht met een gemiddelde productie van in totaal circa 100 GWh per jaar. Technisch-economisch potentieel geschikte locaties die in aanmerking komen voor realisatie zijn in Borgharen, Born, Maasbracht, Roermond, Belfeld, Sambeek en Grave. In de DE-Scan Gemeenten wordt aangesloten bij deze studie. Daarnaast is lokaal op sommige plaatsen potentieel aanwezig voor kleine waterkrachtcentrales bij stuwen en sluisjes. De kleine waterkrachtcentrales zijn veelal (net) niet financieel haalbaar, maar kunnen wel een voorbeeldfunctie vervullen. Alleen in de door Novem genoemde gemeenten is potentieel voor grootschalige waterkracht. Vandaar dat dit onderwerp in deze duurzame energiescan voor de gemeente Bloemendaal niet besproken is. Aardwarmte Ten aanzien van aardwarmte bestaat in Nederland nagenoeg geen praktijkervaring. In de huidige budgetten van het Ministerie van Economische Zaken, zijn alleen middelen BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
gereserveerd voor een onderzoeksprogramma. Denkbaar is dat dit programma later zal leiden tot proefprojecten, waarbij met name gedacht moet worden aan glastuinbouw of in de gebouwde omgeving. De toepassing van grondbuizen is een uitontwikkelde techniek die in de agrarische sector toegepast kan worden voor het verwarmen/koelen van stallen. De betreffende agrariërs kunnen er zonodig op worden gewezen bij de bouw van stallen (bouwaanvraag). Dit kan overal in Nederland worden toegepast. Een gemeente kan zich aanmelden voor een proefproject voor andere toepassing van aardwarmte dan grondbuizen. Over het algemeen brengt de toepassing van lage temperatuur verwarmingssystemen (LT-systemen) de toekomstige toepassing van aardwarmte dichterbij. De gemeente kan de toepassing van LT-systemen bevorderen in de gebouwde omgeving (nieuwbouw). Opbouw rapportage Deze rapportage beschrijft de resultaten van de inventarisatiefase van de DE-scan Gemeenten in de gemeente Bloemendaal. Hoofdstuk 2 geeft een beschrijving van de huidige stand van zaken ten aanzien van Duurzame Energie in de gemeente Bloemendaal. Hoofdstuk 3 is een beschrijvend hoofdstuk, de volgende onderwerpen worden per doelgroep beschreven: het totale theoretische DE-potentieel van de gemeente uitgesplitst naar duurzame energieoptie; het totale theoretische DE-potentieel per doelgroep. Hoofdstuk 4 bevat de conclusies op basis van het geïnventariseerde potentieel in de gemeente Bloemendaal. Aan de hand van deze conclusies zijn aanbevelingen gedaan aan de gemeente Bloemendaal om een selectie te maken uit de doelgroepen / duurzame energieopties die tijdens de marktverkenning nader kunnen worden beschouwd. In overleg met de gemeente Bloemendaal zal een definitieve keuze worden gemaakt tijdens de presentatie van de resultaten uit deze inventarisatie. Met u zal worden nagegaan welke marktpartijen benaderd worden voor de marktverkenning. De marktverkenning is bedoeld om te bepalen welke partijen een rol kunnen spelen bij de realisatie van duurzame energie in de gemeente Bloemendaal en op welke wijze zij hieraan kunnen bijdragen. In bijlage 1 zijn vanuit de inventarisatie detailgegevens van de gemeente Bloemendaal weergegeven. Bijlage 2 geeft de uitgangspunten bij de berekening van het DE potentieel aan, in bijlage 3 is een overzicht opgenomen van de waarden die zijn gehanteerd bij de kansrijkheidsscore (§ 4.2). In bijlage 4 is een overzicht opgenomen van de verdeling van het potentieel naar doelgroepen en opties waarbij tevens is weergeven of dit potentieel in de bestaande of in de nieuwbouw aanwezig is.
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
2
STAND VAN ZAKEN
In mei 2004 is het opgestelde klimaatsbeleidsplan goedgekeurd door het college. Het klimaatsbeleidsplan bevat 13 projecten waaronder een aantal gericht op duurzame energie. Hieronder valt onder andere de taakstelling om minimaal 2 randvoorwaarden voor het verbeteren van de toepassing van duurzame energiebronnen te realiseren. Een andere taakstelling gericht op uitbreidingsplannen is om bij nieuwbouw minimaal 70% zongericht te verkavelen. Eén project is al gerealiseerd: de gemeente koopt al sinds begin 2003 100% duurzame energie in. Alle gemeentelijke energiebehoeften, waaronder zowel de gemeentelijke gebouwen als de openbare verlichting en dergelijke vallen, maken dus gebruik van 1000% duurzame energie.
Er hebben vanuit de gemeente nog geen activiteiten plaatsgevonden om duurzame energiebronnen te realiseren of om het gebruik te bevorderen. De focus in het verleden was meer gericht op energiebesparing. In figuur 2.1 is een globale inschatting weergegeven van de hoeveelheid duurzame energie die gemeente Bloemendaal reeds opwekt. Dit wordt gerealiseerd door de energie die uit huishoudelijk afval wordt opgewekt in verbrandingsovens. Deze fractie mag als ‘groen’ in deze methodiek worden aangemerkt. Figuur 2.1 – Inschatting reeds opgewekte Duurzame Energie (in GJ/jaar)
12.000
140
10.000
120 100
8.000
Energieopbrengst per jaar in GJ 6.000
80 11.295
123
4.000
# huishoudens
60 40
2.000
20
0
0 Raming energieopbrengst (GJ/Jaar)
Aantal huishoudens dat van energie voorzien kan w orden
De gemeente Bloemendaal heeft circa 17.000 inwoners en een woningenbestand van 6.923 woningen. Het gemiddelde huishouden verbruikt jaarlijks 92 GJ aan energie (gemiddelde landelijk verbruik per huishouden). Het totale energieverbruik binnen de gemeente Bloemendaal door huishoudens bedraagt circa 636.916 GJ per jaar (6.923 woningen x 92 GJ). Uit kentallen blijkt dat
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
1
huishoudens verantwoordelijk zijn voor 15% van het totale energieverbruik binnen een gemeente. De overige 85% komt voor rekening van de bedrijvigheid (kleinschalige industrie, maar ook horeca e.d.) en infrastructurele voorzieningen. Dit is echter een landelijk kengetal en omdat Bloemendaal zich kenmerkt door relatief weinig (industriële) bedrijfsactiviteiten ligt de verhouding iets anders. Voor Bloemendaal ligt de verdeling meer in de richting van 40% van het totale energieverbruik veroorzaakt door huishoudens en 60% veroorzaakt door kleinschalige bedrijfsactiviteiten. Dit houdt in dat het totale energieverbruik in de gemeente Bloemendaal ongeveer 1.500 – 2.000 TJ per jaar bedraagt. De Nederlandse overheid heeft de volgende doelen gesteld: o Het aandeel duurzame energie in de totale energievoorziening moet in 2010 liggen op 5% en in 2020 op 10%; o Het aandeel duurzaam opgewekte elektriciteit moet in 2005 liggen op 6 procent en in 2010 op 9 procent. (bron: SenterNovem.nl) De huidige hoeveelheid opgewekte DE binnen de gemeente Bloemendaal dekt een aandeel van 0,71% van het totale energieverbruik binnen de gemeente. Hiermee is de gemeente nog ver verwijderd van de doelstelling in 2020.
1
Gebaseerd op landelijke kentallen – 15% van het energieverbruik van een gemeente wordt gemiddeld gezien door huishoudens veroorzaakt terwijl de overige 85% voor rekening komt van bedrijven. Dit is een landelijk kengetal. Omdat Bloemendaal zich kenmerkt door relatief weinig (industriële) bedrijfsactiviteiten kan de verhouding iets anders liggen, nadere uitspraken zijn hierover niet te doen, waardoor wij ons op meer algemene getallen hebben moeten baseren.
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
3
RESULTATEN PER DOELGROEP
3.1
DE-potentieel Gemeentelijk Vastgoed
Het potentieel aan Duurzame Energie dat het Gemeentelijk Vastgoed kan bijdragen is 760 GJ (ter vergelijk: energie voor circa 8 huishoudens). In figuur 3.1.1 is weergegeven welke bijdrage de verschillende subcategorieën kunnen leveren binnen de doelgroep Gemeentelijk Vastgoed. Figuur 3.1.1 – Aandeel subcategorieën (in GJ/jaar)
Gemeentehuis
173
Bibliotheken
413
Werven 175
Overige gebouw en -
50
100
150
200
250
300
350
400
450
In figuur 3.1.2 is weergegeven wat de onderverdeling is van het theoretische DE-potentieel per optie (zon-pv en warmtepompen) bij zowel nieuwe en bestaande gemeentelijke gebouwen. De optie voor gebouwgebonden windenergie is niet in de resultaten van de doelgroep verwerkt, maar wordt als aparte optie behandeld. Warmtepompen zijn alleen van toepassing bij nieuwbouwplannen. Figuur 3.1.2 – DE Potentieel Gemeentelijk Vastgoed (in GJ/jaar)
Zon-PV
760 -
Warmtepompen
Score Nieuw bouw in GJ Score Bestaande bouw in GJ
-
0
200
400
600
800
Plannen en Ontwikkelingen Er zijn momenteel geen belangrijke ontwikkelingen binnen het gemeentelijke vastgoed. Er loopt weliswaar een discussie over het samenvoegen van het Gemeentehuis aan de Bloemendaalse weg en de Gemeentewerf aan de Brouwerskolkweg, op één unilocatie. Deze discussie is echter al sinds 1995 in gang. Grootschalige renovatie van deze twee locaties is dan ook op korte termijn niet te verwachten. Beide gebouwen voldoen echter niet aan de huidige eisen voor een gebruikersvergunning. In dit verband zal dan ook dit jaar nog de elektra, brandvluchtwegen brandwerendheid en dergelijke aangepast worden om deze minimaal op het wettelijke vereiste niveau te brengen. Duurzame energietoepassingsmogelijkheden en Vervolgacties Voor het bestaande gemeentelijk vastgoed kan gekeken worden naar de toepassing van PVpanelen en/of de plaatsing van een gebouwgebonden windmolen. BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
Hoewel het potentieel bij het gemeentelijk vastgoed niet zo hoog ligt, is duurzame energie in de eigen gebouwen wel relatief eenvoudig te realiseren, je hebt tenslotte geen partners nodig. Daarnaast geeft de gemeente hiermee invulling aan haar voorbeeld functie. Dat kan de meerprijs van PV-panelen rechtvaardigen. Naast het gemeentehuis en de gemeentewerf beschikt de gemeente Bloemendaal ook nog over een relatief nieuw dorpshuis (bouw 2000). Voor het berekenen van het DE-potentieel is ook de muziekschool bij het gemeentelijk vastgoed geteld. Beide gebouwen hebben relatief weinig dakoppervlak vergeleken met het gemeentehuis en de gemeentewerf en bieden daardoor geringe kansen voor het realiseren van DE-potentieel op basis van Zon-PV. Interessante partijen voor realisatie: de gemeente; energie maatschappij; lokale leveranciers/installateurs van zonnepanelen.
Energy Performance of Buildings Directive Per 4 januari 2006 wordt in Europa de Energy Performance of Buildings Directive (EPBD) van kracht. Deze Europese directive beoogt dat alle utiliteitsgebouwen worden voorzien van een energiecertificaat. Dit energiecertificaat geeft de mate
3.2
DE-potentieel Sport en Recreatie
Het potentieel aan duurzame energie dat het thema Sport en Recreatie kan bijdragen is 308 GJ (ter vergelijk: energie voor circa 3 huishoudens). In figuur 3.2.1 is weergegeven welke bijdrage de verschillende subcategorieën kunnen leveren binnen
de doelgroep Sport en Recreatie. Figuur 3.2.1 – Aandeel subcategorieën (in GJ/jaar)
Sportaccomodaties 308
Zw embaden (openlucht)
-
Zw embaden (Overdekt & Combi)
-
-
50
100
150
200
250
300
350
In figuur 3.2.2 is weergegeven wat de onderverdeling is van het theoretische potentieel per DEoptie bij zowel nieuwe als bestaande Sport en Recreatie gebouwen.
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
Figuur 3.2.2 – DE-potentieel Sport & Recreatie (per optie/nieuw-bestaand) (in GJ/jaar)
Warmtepompen
-
Zonneboilers
50 -
Score Nieuw bouw in GJ Score Bestaande bouw in GJ
258 -
Zon pv 0
100
200
300
Plannen en Ontwikkelingen De kansen voor toepassing van duurzame energie binnen de Sector Sport en Recreatie is beperkt. De Gemeente Bloemendaal beschikt over slechts één echte sporthal, de Tetterodehal. Overige ‘sportgebouwen’ zijn een sportschool (met fitnes- en aerobicruimte en een klein zwembad) en een paar kleedruimtes bij sportvelden. Geen van deze locaties zijn in het beheer van de Gemeente, ook de Tetterodehal niet. In de binnen- en buitensport faciliteiten wordt het energieverbruik voornamelijk veroorzaakt door de vraag naar warm water van douches en door de verlichting. Zonneboilers en PV-panelen zijn de vormen van duurzame energie die bij deze faciliteiten kunnen worden toegepast. Duurzame energietoepassingsmogelijkheden en Vervolgacties De Tetterodehal heeft echter voor een groot deel bolle daken, waardoor het beschikbare oppervlak voor de toepassing van zowel zonneboilers als PV-panelen beperkt wordt. Het Tetterodecomplex bestaat in feite uit 2 hallen met ieder een boldak waarvan de ene helft op het Zuidwesten en de ander helft op het Noordoosten ligt. Slechts de op de Zuid-West-zijde gelegen helften komen in aanmerking voor de plaatsing van PV-panelen of zonneboilers. Beide hallen worden verbonden door een middengedeelte met een plat dak. Ook hier geldt weer dat slechts de helft beschikbaar is voor de eerder genoemde DE-opties, ditmaal in verband met de schaduw van de bolle daken van 2 de hallen. Voor de berekening van het DE-potentieel is daarom uitgegaan van de helft (1.873 m ) 2 van het totale dakoppervlak van de Tetterodehal (3.745m ). Voor deze faciliteiten worden in de komende jaren geen ingrijpende renovaties verwacht. Het energiegebruik bij de zwembaden wordt onder andere bepaald door de vraag naar warm water van douches of zwembadverwarming. Zonneboilers en warmtepompen zijn dan de meest logische vorm van duurzame energie. Warmtepompen zijn echter meestal niet haalbaar voor bestaande zwembaden of er moeten ingrijpende renovaties aankomen. De Gemeente Bloemendaal beschikt niet over een openbaar zwembad, en heeft geen plannen voor de nieuwbouw van een zwembad. Wel heeft Bloemendaal meer particuliere zwembaden binnen de gemeentegrenzen dan de gemiddelde gemeente. Waarschijnlijk zijn bij deze particuliere zwembaden geen warmtelevering of WKK toegepast. Wellicht zijn er wel zonnecollectoren toegepast, maar of en om hoe veel zonnecollectoren het dan gaat is niet bekend. Renovatie plannen van de zwembaden zijn veelal niet bekend bij de Gemeente. Gezien ook het aantal zwembaden niet bekend, zijn deze niet meegenomen in de berekening van het potentieel aan Duurzame Energie. BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
Toch is er naar verwachting een behoorlijk potentieel dat via de toepassing van zonnecollectoren gerealiseerd kan worden. De gemeente kan proberen om de particuliere zwembadeigenaren te stimuleren Duurzame Energie toe te passen. Dit kan onder andere via het verspreiden van informatie en door het aanbieden van subsidies. In het kader van project 8 uit het Plan van aanpak Klimaatbeleid, heeft de gemeente Bloemendaal al plannen om een actie zonnepanelen/zonneboiler op te zetten. Eveneens als onderdeel van project 8 wordt een checklist gemaakt met het doel deze als informatiebron te verspreiden. De checklist zal informatie bevatten over bijvoorbeeld wat een geschikt dak is voor zonnepanelen en zonnecollectoren, welke installateurs ervaring hebben, aan welke regels voldaan moet worden en welke kosten men kan verwachten. Het informatiemateriaal zou eveneens voorlichting kunnen geven over de mogelijkheden en voordelen van het toepassen van duurzame energie (zonnecollectoren) bij een particulier zwembad. Interessante partijen bij realisatie: de gemeente energiemaatschappij eigenaar/beheerder van Tetterodecomplex, sportverenigingen, eigenaar sportschool eigenaren particulieren zwembaden
3.3
DE-potentieel Volkshuisvesting
Het potentieel aan duurzame energie dat Volkshuisvesting kan bijdragen is 28.280 GJ (ter vergelijk: energie voor circa 307 huishoudens), zie figuur 3.3.1. Hierbij is het potentieel dat aanwezig is bij de privé zwembaden niet meegenomen in de berekening. Figuur 3.3.1 – Totaal DE-potentieel Volkshuisvesting (in GJ/jaar)
28.280
-
5.000
10.000
15.000
20.000
25.000
30.000
In figuur 3.3.2 is weergegeven wat de onderverdeling is van het theoretische potentieel per DEoptie bij zowel nieuwe als bestaande woningen. Het zonneboilerpotentieel ligt dus waarschijnlijk nog ruim hoger in verband met de mogelijkheden bij particuliere zwembaden.
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
Figuur 3.3.2 – DE-potentieel Volkshuisvesting (per optie/nieuw-bestaand [in GJ/jaar])
Warmtepompen
-
565 20.284
Zonneboilers
596 6.369 Score Nieuw bouw in GJ Score Bestaande bouw in GJ
187 279
Zon pv Zon Passief
0
10000
20000
30000
In de meeste gevallen bieden nieuw te ontwikkelen gebouwen en grootschalige renovatie betere mogelijkheden voor het toepassen van duurzame energie dan bestaande gebouwen. Bovendien zijn warmtepompen bij nieuwbouwwoningen (en mogelijk bij grootschalige renovatie) een goed toepasbare DE-optie. Voor het toepassen van warmtepompen is het nodig dat een lage temperatuur verwarmingssysteem beschikbaar is. Kenmerken Volkshuisvesting Bloemendaal De gemeente Bloemendaal bestaat uit de kernen Bloemendaal, Overveen, Aerdenhout en Vogelenzang. De gemeente heeft circa 17.000 bewoners en een woningenbestand van 6.923 woningen. Van het aantal woningen binnen de gemeente behoren 1.328 woningen tot de categorie sociale verhuur (19%) en ongeveer 5.600 woningen zijn koopwoningen (81%). Met een gemiddelde waarde van de woningen van € 578.000 heeft Bloemendaal de hoogste gemiddelde WOZ-waarde van Nederland (bron: CBS, 2005). Verder kenmerkt Bloemendaal zich door: 1. groot aantal eigenwoning bezitters; 2. hoog gemiddeld inkomen (rangnummer 2 op de lijst van rijkste gemeenten van Nederland) 3. grotere, duurdere huizen binnen de gemeente. Deze kenmerken hebben invloed op de energievraag per huishouden (naar verwachting hoger dan gemiddeld) en de mate van kansrijkheid van de toepassing van bijvoorbeeld zonneboilers (kansrijker per huishouden vanwege grotere warmtevraag en hoger besteedbaar inkomen).
3.3.1
Algemene aandachtspunten op het thema Volkshuisvesting
Het potentieel binnen het thema volkshuisvesting wordt vooral veroorzaakt door het grote aantal plaatsen waar DE kan worden toegepast. Bij bestaande woningen zijn vooral zonneboilers en PVpanelen interessant. Dit is echter het potentieel dat het moeilijkst te realiseren valt. Vooral wijken waar wordt gerenoveerd bieden kansen om duurzame energie toe te passen. Zonneboilers en PVpanelen zijn de vormen van duurzame energie die bij renovatie het eenvoudigst kunnen worden toegepast. Ook vervangingsinvesteringen (particuliere en huursector) bijvoorbeeld van CV-ketels bieden mogelijkheden voor toepassing van zonnecollectoren en/of warmtepompen.
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
Bij nieuwbouw liggen kansen om passieve zonne-energie te gebruiken. Dat kan door zongericht te verkavelen en op gebouwniveau veel glasoppervlak op het zuiden te creëren zonder het aspect oververhitting uit het oog te verliezen (bv. met een serre). Door het dakvlak op het zuiden te oriënteren neemt ook de effectiviteit van eventueel (later) te plaatsen zonneboilers en PV-panelen toe. PV-panelen zijn overigens ook in architectonisch opzicht interessant en geven een nieuwbouwwijk een eigentijdse, duurzame uitstraling. Het toepassen van warmtepompen zou met de in Bloemendaal geplande bouwvolumes tot de mogelijkheden behoren. Het toepassen van een warmtepomp kan zowel op woningniveau plaatsvinden als op clusterniveau (rij/ blok van woningen). De laatste optie is zowel met het oog op de betrouwbaarheid van de installatie als de investeringskosten gunstiger. Randvoorwaarde hiervoor is wel dat de woningen beschikken over lage temperatuur verwarming (LTV). Er wordt gesproken van een LTV-systeem als de temperatuur van het aangevoerde water niet hoger is dan 55°C en de temperatuur van het retourwater niet lager is dan 45°C. Ter vergelijking, de traditionele verwarmingssystemen werken met een aanvoerwatertemperatuur van 90°C en een retourwatertemperatuur van 70°C. Voorbeelden van LTV-systemen zijn vloerverwarmings- en wandverwarmingsystemen, LT-luchtverwarming, LT-radiatoren, en andere. De installatie van LTverwarmingssystemen brengen geringe meerkosten met zich mee. Deze systemen moeten echter afgewogen worden tegen de economische voordelen op de langere termijn. Voordelen van LTVsystemen zijn bijvoorbeeld minder warmteverlies in warmtedistributienetten, de mogelijkheid om duurzame energiebronnen (efficiënter) in te zetten, zoals zonne-energie en in de toekomst aardwarmte. Voor het toepassen van warmtepompen is een LTV-systeem zelfs noodzakelijk. Het toepassen van LTV-verwarming is niet als doel in het klimaatbeleid opgenomen. Er zijn geen plannen voor het toepassen van LTV-verwarming in de voorgenomen nieuwbouwwoningen bekend. Toch is bij het bepalen van het potentieel aangenomen dat LTV-verwarming voor de nieuwbouw is gepland, omdat dit in principe in de toekomst goed toe te passen is bij de nieuwbouwontwikkeling. Ook bij een aantal nieuwbouwwoningen dat gepland staat is het nog mogelijk om te sturen in de ontwikkeling c.q. planning van de woningen. Bovendien is LTV bij een verdere verlaging van de EPC naar 0,8 per 1 januari 2006 een vrijwel onontkoombare maatregel. Dit zorgt er al met al voor dat op het thema Volkshuisvesting een relatief hoog DE-potentieel in de gemeente Bloemendaal aanwezig is. In de praktijk is al meermalen gebleken dat voor innovatieve concepten niet gekozen wordt, vanwege onbekendheid. Maar al te vaak blijkt: onbekend maakt onbemind, waardoor aan kansen in geval van nieuwbouw te gemakkelijk voor bij gegaan wordt. Deze DE-scan gecombineerd met een marktverkenning opent als het goed is ‘ogen’, waarmee de realisatie van duurzame energieopties dichterbij komt. 3.3.2
Bouwprojecten in de gemeente Bloemendaal
Met name bij de nieuwbouwlocaties liggen kansen voor de toepassing van duurzame energie.
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
Veel uitbreidingslocaties zijn in de gemeente Bloemendaal niet aanwezig. Het gaat bij nieuwbouw dan ook vaak om inbreidingsprojecten. De komende jaren staat een aantal (sloop)nieuwbouwprojecten gepland. In geen van deze projecten is stadsverwarming of LTV gepland. ▪ ▪ ▪ ▪
circa 10 woningen aan de Prof. van Vlotenweg in Bloemendaal in de periode 2004 – 2005; circa 5 woningen aan de Deken Zondaglaan in Vogelenzang in de periode 2006 – 2007; circa 67 seniorenwoningen aan de Bloemendaalseweg in Bloemendaal periode 2005–2007; circa 28 woningen aan de Wietze Noormanlaan in Bloemendaal in de periode 2005 – 2008.
Prof. Van Vlotenweg (10 woningen) De plannen aan de Prof. van Vlotenweg betreffen inbreidingsplannen. De woningen worden gebouwd door een projectontwikkelaar. Voor zover bekend bij de gemeente zijn er geen plannen om in de woningen LTV, zonneboilers of zonnecellen toe te passen. De bouw is al dit jaar (2005) gestart. Mogelijkheden voor de gemeente om hier alsnog op aan te sturen zijn dus niet meer voorhanden. Deken Zondaglaan (5 woningen) De woningen aan de Deken Zondaglaan worden eveneens gebouwd door een projectontwikkelaar. Voor deze woningen is een vrijstellingsprocedure gevolgd en is de bouwvergunning al verleend. Ook hier geldt dat voor zover bekend bij de gemeente er geen plannen zijn om in de woningen LTV, zonneboilers of zonnecellen toe te passen. Seniorenwoningen de Rijp (67 woningen) Het betreft hier een sloop- en nieuwbouwproject. Verpleeghuis/woonzorgcentrum de Rijp heeft plannen om een vleugel te slopen en daarvoor in de plaats 67 seniorenwoningen te laten bouwen. Gezien het zelfstandige wooneenheden betreft, vallen deze bij de berekening van het DEpotentieel onder Volkshuisvesting en niet onder het thema Zorgsector. Voor de woningen is al een bouwaanvraag ingediend. Ten aanzien van energiezuinige en duurzame energietechnieken geldt hier dat de gemeente nog kan bijsturen om maatregelen te realiseren. Tegelijkertijd loopt voor dezelfde locatie een bestemmingsplan wijzigingstraject. In de planvorming is de toepassing van lage temperatuurverwarming niet meegenomen. Begin 2006 is de sloop gestart.
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
Wietze Noormanlaan (28 woningen) Woningbouwvereniging Brederode gaat aan de Wietze Noormanlaan 20 woningen slopen en 28 woningen voor terug zetten. De sloop is gepland voor 2007 en de nieuwbouw voor 2008. Er lopen geen afspraken of een convenant op het gebied van energiebesparing tussen de gemeente en WBC Brederode. De WBC Brederode is wel bezig met het opleiden van een eigen EPA-adviseur. Dit project kan in samenwerking met de WBC duurzaam worden ingevuld. Het toepassen van lage temperatuurverwarming is niet in de plannen meegenomen. Voormalige PZ-terrein Het terrein van het voormalige ziekenhuis Santpoort in Bloemendaal wordt de komende jaren herontwikkeld. Op het terrein is woningbouw en een park gepland. Waarschijnlijk zal het aantal woningen uiteindelijk tussen 275 en 310 liggen. Een globaal bestemmingsplan is voor het terrein reeds aanwezig maar de uitwerkingsplannen worden nog opgesteld. Ecofys stelt een energievisie op voor het terrein. De energievisie biedt mogelijkheden voor de gemeente om te sturen op het gebruik van duurzame energiemaatregelen. Voormalig Marine Hospitaal terrein Ook op het terrein van het voormalige Marine Hospitaal is inmiddels duidelijk wat de definitieve inrichting gaat worden. De locatie wordt ontwikkeld door BAM Vastgoed. De huidige bebouwing wordt gesloopt om plaats te maken voor circa 90 appartementen in vijf gebouwen. Er zullen appartementen voor zowel de huur- als koopsector gerealiseerd worden. De huurappartementen zullen verhuurd worden door Woningbouwvereniging Brederode. De gemeente heeft in een eerder stadium reeds afspraken gemaakt met BAM Vastgoed. In het programma van eisen voor dit project is slechts opgenomen dat de kostenneutrale maatregelen uit het Nationaal DuBo-pakket getroffen moeten worden. Het toevoegen van milieueisen bleek op een later tijdstip niet meer mogelijk wegens de eerder gemaakte afspraken. De gemeente zou desondanks kunnen proberen om via een informatief gesprek, BAM Vastgoed en woningbouwvereniging Brederode te wijzen op mogelijkheden van het toepassen duurzame energieopties. 3.3.3
Vervolgacties
Als partners zijn bij het thema Volkshuisvesting projectontwikkelaars (nieuwbouw koopwoningen) en de woningbouwverenigingen (nieuwbouw en renovatie huur) onmisbaar. Het is belangrijk om als gemeente tijdig op de hoogte te zijn van nieuwe plannen, zodat de gemeente behalve toetsend ook adviserend of normstellend kan zijn. Dat laatste kan lang niet altijd, en dat is vooral een knelpunt voor gemeenten die de lat hoger willen leggen dan een wettelijk minimum niveau. Mogelijkheden voor het invullen van ambities zijn er dan echter wel in de sfeer van convenanten, het aanbieden van (of verwijzen naar) subsidies of indien de gemeente grondeigenaar is, het stellen van voorwaarden bij verkoop van de grond of differentiatie in de prijs afhankelijk van de duurzaamheidambities van de kopende partij. Zeker bij particuliere kavels is communicatie belangrijk als middel van kennisoverdracht en advies om deze mensen te interesseren voor de toepassing van duurzame energievormen. Interessante partijen voor realisatie: BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
3.4
Woningbouwverenigingen; Projectontwikkelaars; Verpleeghuis/woonzorgcentrum de Rijp; de gemeente.
DE-potentieel Onderwijs (basisscholen, VO, MBO, HBO, WO)
In potentie kan Onderwijs 3.726 GJ bijdragen aan de opwekking van duurzame energie (ter vergelijk: energie voor circa 40 huishoudens). In figuur 3.4.1 is weergegeven welke bijdrage de verschillende subcategoriën leveren binnen de doelgroep Onderwijs. Figuur 3.4.1 – Aandeel subcategorieën (in GJ/jaar)
Basisscholen Voortgezet ow MBO/HBO/WO
2.070
1.656 -
-
500
1.000
1.500
2.000
2.500
In de gemeente Bloemendaal is een groot aantal basisscholen (14 stuks) aanwezig. Verder zijn er binnen de gemeente vier scholen voor voortgezet onderwijs gevestigd. Andere onderwijsvormen zoals MBO/HBO/WO-onderwijs zijn niet aanwezig binnen de gemeente Bloemendaal. In figuur 3.4.2 is weergegeven wat de onderverdeling is van het theoretisch potentieel per DE-optie bij zowel nieuwe en bestaande onderwijsgebouwen. Figuur 3.4.2 – DE-potentieel Onderwijs (per optie/nieuw-bestaand [in GJ/jaar])
-
Zon Passief
3.726 ZON PV
-
Score Nieuw bouw in GJ Score Bestaande bouw in GJ
-
Warmtepompen
-
0
1000
2000
3000
4000
Plannen en Ontwikkelingen Per 1 januari 2005 vallen de openbare scholen niet langer onder gemeentelijk beheer. De vier openbare scholen vallen sindsdien onder een regionaal bestuur. Drie bijzondere scholen vallen onder het bestuur van VCPO en drie andere bijzondere scholen worden bestuurd door stichting de la Salle. De overige scholen hebben ieder een eigen bestuur. Er is de komende jaren geen nieuwbouw voor schoolgebouwen gepland. Ook waren er eind 2004 geen grootschalige renovatieprojecten aan bestaande schoolgebouwen bij de gemeente bekend. De scholen moeten in het kader van aangevraagde voorzieningen in de huisvesting hun
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
onderhoudsplannen ter toetsing voorleggen aan de gemeente. De plannen komen pas in de bestekfase bij de gemeente binnen. De plannen gaan dan eerst langs de taakgroep Onderwijs die ze toetst aan de hand van huisvestingsregels en vervolgens worden ze op technische punten getoetst door de taakgroep Bouwkunde. Omdat de plannen dan al in de bestekfase zijn, zijn de mogelijkheden voor de gemeente om te sturen gering. Wel biedt het aanknopingspunten om naast energiebesparingsmaatregelen ook DE-opties in ieder geval onder de aandacht te brengen en zo de toepassing ervan te stimuleren. Ook scholen vallen onder de noemer openbare utiliteitsgebouw waarop de EPBD betrekking heeft. Ontwikkelingen hieromtrent zullen ook scholen op de voet moeten volgen. Een voorbeeld van een stimuleringsproject is het “Hou de zon in huis”-project dat bij 22 basisscholen uit Heemskerk, Beverwijk en Uitgeest gedaan wordt in 2005. Het project bevat een technisch onderdeel (EPA-U, begeleiding bij uitvoeren van energiebesparende maatregelen, gezamenlijke inkoop van energie e.d.) en een educatief onderdeel (lespakket over energiebesparing en klimaatverandering) en wordt medegefinancierd door subsidies van de Provincie Noord-Holland en van de gemeentes zelf. Duurzame Energietoepassingsmogelijkheden en Vervolgacties Voor scholen of beheerders kan het moeilijk zijn om (grote) investeringen te doen die pas na een aantal jaren via de energierekening worden terugverdiend. Als mogelijke oplossing hiervoor bieden diverse energiebedrijven leaseconstructies aan. Ook zijn er leveranciers van energiezuinige of duurzame energievoorzieningen die financiering (deels) op basis van besparingen regelen. Het energiebedrijf betaalt de installatie en regelt de vaak interessante fiscale subsidies en houdt de besparingen op de energierekening, totdat de installatie is terugbetaald. Het energiebedrijf heeft er voordeel bij (een extra klant) en de school bespaart na afloop van de terugverdientijd op de energierekening. Bestaande schoolgebouwen hebben geen koudevraag en veelal een traditioneel “hoog” temperatuur verwarmingsysteem, wat de toepassing van warmtepompen en warmte-koude opslag in de weg staat. Zon PV is volgens de methodiek één van de belangrijkste potentiële opties omdat de vaak platte daken van scholen zich uitstekend lenen voor het plaatsen van zonnepanelen. De Bloemendaalse scholen zijn echter vooral gevestigd in gebouwen met schuine daken. Dit staat de plaatsing van zonnepanelen niet in de weg mits de oriëntatie van de daken deels op het zuiden of zuidwesten is. Zonnepanelen vallen als optie echter meestal af vanwege de prijsstelling tenzij er een andere toegevoegde waarde kan worden gevonden. Deze kan echter wel gevonden worden als de componenten techniek en duurzaamheid in het onderwijs als educatief element wordt meegenomen. Dan kan een stukje financiering voor dergelijke duurzame technieken vanuit het onderwijspakket worden verkregen. De school kan vervolgens een deel van haar lessen om duurzame energie of energiebesparing heen opbouwen. Scholen zijn uiteraard ook ontmoetingsplaatsen waar leerlingen en bezoekers vertrouwd kunnen worden gemaakt met duurzame energie. Zeker de meer zichtbare toepassingen als PV en zonnecollectoren wekken de nieuwsgierigheid op en zijn ook in educatief opzicht interessant.
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
In de zomer van 2005 zijn de scholen in Bloemendaal benaderd door de gemeente om mee te doen aan het provinciale project “Scholen sparen energie”. Dit is het vervolg van het pilotproject “Hou de zon in huis”. Interessante partijen: schoolbesturen; de gemeente; energiebedrijf.
3.5
DE-potentieel Zorgsector (verzorgings-/verpleegtehuizen, ziekenhuizen)
Het potentieel aan duurzame energie dat de Zorgsector kan bijdragen is 5.844 GJ (ter vergelijk: energie voor circa 64 huishoudens). In figuur 3.5.1 is weergegeven welke bijdrage de verschillende subcategorieën leveren binnen de doelgroep Zorgsector. Figuur 3.5.1 – Aandeel subcategorieën (in GJ/jaar)
Ziekenhuizen
-
Verzorgings en verpleegtehuizen
5.844
-
1.000
2.000
3.000
4.000
5.000
6.000
7.000
In figuur 3.5.2 is weergegeven wat de onderverdeling is van het theoretisch potentieel per DE-optie voor zowel nieuwe als bestaande gebouwen in de Zorgsector. Figuur 3.5.2 – DE-potentieel Zorgsector (per optie/nieuw-bestaand [in GJ/jaar])
-
Warmtepompen
1.271
Zonneboilers -
1.795
Zon PV
-
Zon-passief
Score Nieuw bouw in GJ Score Bestaande bouw in GJ 2.778
Energieopslag
-
0
1000
2000
3000
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
Kenmerken Zorgsector Bloemendaal In de gemeente Bloemendaal is geen ziekenhuis gevestigd. Wel zijn er de volgende verzorging- en verpleeghuizen gevestigd: Naam
Locatie
Aanbod
De Rijp
Bloemendaal
Oldenhove Denneheuvel
Overveen Bloemendaal
Klooster Euphrasia Wildhoef
Bloemendaal Bloemendaal
Alverna
Aerdenhout
▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪
Ouderenwoningen: 58 flats Verzorgingshuis: 105 plaatsen Somatisch verpleeghuis: 42 105 plaatsen (waaronder een afdeling dagbegeleiding) Verzorgingshuis: 21 plaatsen Lichte verstandelijke beperkingen: 20 plaatsen Lichte psychische stoornissen: 6 plaatsen Verzorgingshuis: 22 plaatsen Verzorgingshuis: 64 plaatsen PG-verpleegunit: 15 plaatsen (verzorgd door SHDH) Twee logeerkamers voor tijdelijke opname Extramurale zorg voor bewoners Aelbertsberg Verzorgingshuis: 60 plaatsen
In totaal bieden deze huizen plaats aan 496 bedden. Gezien het feit dat een aantal van de verzorgingshuizen ook een dagbehandelingfunctie hebben, bedraagt het equivalent aantal verpleegdagen circa 163.000. In deze sector wordt veel warmte gebruikt, zodat zonneboilers en warmtepompen interessante 2 opties zijn. Daarnaast is vanwege het dakoppervlak (totaal circa 13.170 m ) ook PV een interessante optie. Plannen en Ontwikkelingen Verzorgingshuis de Rijp heeft sloop-nieuwbouwplannen. Het gaat hier om de nieuwbouw van 67 seniorenwoningen die vanwege het zelfstandige woonkarakter binnen het thema Volkshuisvesting zijn meegenomen (ook genoemd onder Volkshuisvesting). Verzorgingshuis Oldenhove heeft voornemens om intern te gaan verbouwen. Concrete plannen zijn er nog niet. Verzorgingshuis Wildhoef werkt samen met seniorencomplex Aelbertsberg om extramurale zorg aan ouderen te bieden. Samen hebben zij voornemens om het aanbod aan seniorenwoningen te vergroten, maar ook hier geldt dat, voor zover bekend bij de gemeente, nog geen concrete plannen zijn opgesteld. Het Klooster Alverna is net gerenoveerd en ook voor de verzorgingshuizen Dennenheuvel en Klooster Euphrasia staan geen nieuwbouw of renovatieplannen op stapel.
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
Duurzame Energietoepassingsmogelijkheden en Vervolgacties Ondanks het ontbreken van concrete nieuwbouw of grootschalige renovatieplannen zijn er toch kansen voor de toepassing van duurzame energie in de verpleeg- en verzorgingshuizen. In het bijzonder de toepassing van warmtepompen en zonneboilers verdient op dit thema aandacht. De ervaring in andere delen van het land leert dat het toepassen van grootschalige zonneboilersystemen voor het opwekken van warmwater relatief rendabel uit te voeren valt, vanwege de grote vraag naar warm tapwater in deze organisaties. Daarnaast weten verschillende zorginstellingen ook met bijvoorbeeld een overdekte binnentuin of atrium op een aantrekkelijke manier gebruik te maken van passieve zonne-energie. Maar ook met lage temperatuurverwarming (zoals vloer- of wandverwarming) in combinatie met een warmtepomp worden duurzame energie en comfort goed samengebracht. Door de ontwikkelingen ten aanzien van nieuwbouw of renovatie scherp in de gaten te houden en hierover geregeld contact te hebben met de zorginstellingen, kan de gemeente zorgen dat duurzame ambities tijdig in de plannen worden verwerkt. Net als voor scholen geldt ook voor verzorgingshuizen dat wanneer de Energy Performance of Buildings Directive van kracht wordt, een energiecertificaat verkregen moeten worden en dat het uitvoeren van een EPA-U voordelen biedt waarop de gemeente de verzorgingshuizen kan attenderen. Ontwikkelingen hieromtrent zijn echter omgeven door politieke onzekerheden. Interessante partijen voor realisatie: zorginstellingen zelf; overkoepelende zorgorganisaties (Stichting SHDH, Stichting Sint Jacob); de gemeente; energiebedrijf.
3.6
DE-potentieel Infrastructuur
De doelgroep infrastructuur heeft betrekking op de toepassing van zonnepanelen (PV) op geluidsschermen en het toepassen van zonnecollectoren geïntegreerd in asfaltwegen. Het totaal aan potentieel binnen het thema infrastructuur is 40.225 GJ (ter vergelijking: energie voor circa 437 huishoudens). In figuur 3.6.1 is weergegeven welke bijdrage de verschillenden subcategorieën leveren binnen de doelgroep Infrastructuur. Figuur 3.6.1 – Aandeel subcategorieën (in GJ/jaar)
Geluidschermen
250 39.975
Asfaltw egen -
5.000
10.000
15.000
20.000
BECO Groep
25.000
30.000
35.000
40.000
45.000
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
In figuur 3.6.2 is weergegeven wat de onderverdeling is van het theoretisch potentieel per DE-optie voor zowel nieuwe als bestaande gebouwen op het thema Infrastructuur. Figuur 3.5.2 – DE-potentieel Infrastructuur (per optie/nieuw-bestaand [in GJ/jaar])
Geluidschermen-zon pv
Score Nieuw bouw in GJ Score Bestaande bouw in GJ
Asfaltcollectoren
39.975
0
10000
20000
30000
40000
50000
GJ
Plannen en Ontwikkelingen In de gemeente Bloemendaal is 1.653 m geluidsscherm geplaatst. De locaties, lengtes en beheerders zijn: Locatie Beheerder Lengte (in m) Vogelenzang Oost Kennemerpark spoorbaan Kennemerpark westelijke Randweg Leidsevaart Blekersveld Westelijke Randweg
Gemeente Bloemendaal NS Vastgoed Gemeente Bloemendaal NS Gemeente Bloemendaal
270 200 348 600 235
Voor de geluidsschermen in Vogelenzang Oost loopt momenteel een vervangproject. Het project is dusdanig gevorderd dat het geen mogelijkheden meer biedt voor de toepassing van zonnepanelen. Alle overige geluidsschermen zijn pas circa 6 jaar oud en op korte termijn nog niet toe aan vervanging. Een groot deel van het potentieel voor duurzame energie komt voor rekening van een vrij nieuwe techniek: de asfaltcollector. Asfaltcollectoren worden meestal toegepast in combinatie met energieopslag in de bodem. Bij een aantal toepassingen van energieopslag, zoals woonwijken, is de warmtevraag vaak groter dan de koudevraag. Bij het toepassen van energieopslag geldt echter de voorwaarde dat het bronsysteem in balans gehouden wordt, met andere woorden er moet over de tijd evenveel energie (warmte of koude) teruggevoerd worden naar de bron als dat er aan de bron onttrokken wordt. Bij woonwijken, waar de levering van warmte over het jaar vaak groter is dan de levering van koude (als dit al gebeurt), dient dus extra warmte opgewekt te worden om zo het bronsysteem in balans te houden. Dit kan gerealiseerd worden door het toepassen van warmtecollectorsystemen, zoals asfaltcollectoren die energie terugvoeren (bij woonwijken veelal warmte) om het bronsysteem in balans te houden. Voor wegen heeft een asfaltcollector als bijkomend voordeel dat de weg in de winter vorstvrij kan worden gehouden, dat niet hoeft te worden gestrooid en dat door een constantere materiaaltemperatuur de levensduur van de weg vermoedelijk verlengt.
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
Op verschillende plekken in de gemeente Bloemendaal vindt reconstructie van bestaande wegen plaats in combinatie met de aanleg/vervanging van riolering: 2 Locatie Planvorming en realisatie Aantal m gedurende de periode: Julianalaan Brederodelaan Zandvoorterweg Houtvaartkade
2004 –2005 2007–2008 Begin 2006 – najaar 2006 2005 – 2006
6.350 10.500 6.500 3.300
In alle gevallen zijn geen plannen voor de toepassing van asfaltcollectoren gemaakt. In totaal zal 2 ongeveer 26.650 m asfalt gelegd worden. Duurzame energietoepassingsmogelijkheden en Vervolgacties De Houtvaartkade loop langs het Haringbuisterrein. Dit terrein wordt naar verwachting in 2010 herontwikkeld. Op het moment zijn er dus nog geen concrete activiteiten met betrekking tot nieuwbouw op dit terrein waaraan de warmte van eventueel geplaatste asfaltcollectoren aan afgegeven kan worden. 2
Anders is het voor de Brederodelaan en de 10.500 m asfalt die daar gelegd word. De Brederodelaan loopt deels langs het PZ-terrein. Dit terrein wordt momenteel herontwikkeld en plaats bieden aan 275 à 310 nieuwbouwwoningen. De reconstructie van de Brederodelaan loopt parallel aan de nieuwbouwplannen voor het PZ-terrein. De kansen voor toepassing van een asfaltcollector zijn hierdoor bijzonder goed te noemen. In combinatie met warmteopslag in de bodem en een warmtepomp kan zo in een nieuwbouwsituatie in theorie zowel worden voorzien in warmte- als koelingsvraag. Asfaltcollectoren zijn niet meegenomen in de voor het Park Brederode opgestelde Energievisie. Op het terrein zelf zullen geen asfalt- maar klinkerwegen worden aangelegd. Interessante partijen voor realisatie: bedrijvenverenigingen; individuele bedrijven; projectontwikkelaars; gemeente; lokaal asfaltbedrijf.
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
3.7
DE-potentieel Bedrijven en Kantoren
De doelgroep Bedrijven en Kantoren is niet de gemakkelijkste sector binnen de DE-Scan Gemeenten. Er zijn veel verschillende bedrijven en kantoren met elk hun eigen producten, productieprocessen en specifieke kenmerken. Om een betrouwbaar beeld te krijgen van het DEpotentieel binnen deze doelgroep zal voor elk (vooral industrieel) bedrijf apart moeten worden bekeken wat de mogelijkheden voor toepassing van duurzame energie zijn (uitvoer individueel haalbaarheidsonderzoek DE). De DE-Scan Gemeenten geeft alleen voor Kantoren een kwantitatieve inschatting van het DEpotentieel. Voor de industriële bedrijven is een kwalitatieve inschatting gemaakt. Daarbij is geïnventariseerd in hoeverre in de gemeente bedrijven aanwezig zijn die vallen onder het regime van zogenaamde Meer Jaren Afspraken Energie (MJA-2). In de MJA’s zijn afspraken vastgelegd (tussen het Rijk-branche-individueel bedrijf) over onder andere het onderzoeken van de mogelijkheden tot toepassing van duurzame energie. Dit zijn in principe de bedrijven waarvoor de gemeente een stimulerend beleid kan voeren. Voor wat betreft de mogelijkheden van bio-energie in de industrie wordt verwezen naar paragraaf 3.8. Het potentieel aan duurzame energie dat de doelgroep Bedrijven en Kantoren kan bijdragen is 15.933 GJ (ter vergelijk: energie voor circa 173 huishoudens) – zie figuur 3.7.1. Figuur 3.7.1 – Totaal DE-potentieel Kantoren (in GJ/jaar)
15.933
-
2.000
4.000
6.000
8.000
10.000
12.000
14.000
16.000
18.000
2
Hierbij moet de kanttekening geplaatst worden dat aangezien het aantal m dakoppervlak en bruto vloeroppervlak van de bestaande kantoren en bedrijven niet bekend is, het potentieel is gebaseerd op kentallen per inwoner. In figuur 3.7.2 is weergegeven wat de onderverdeling is van het theoretische potentieel per DEoptie bij zowel nieuwe als bestaande Kantoren(locaties).
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
Figuur 3.7.2 – DE-potentieel Bedrijven en kantoren (per optie/nieuw-bestaand [in GJ/jaar])
-
Warmtepompen
413 14.771
Zon pv
232
Score Nieuw bouw in GJ Score Bestaande bouw in GJ
-
Energieopslag
517 0
5000
10000
15000
20000
Kenmerken Bedrijven en Kantoren gemeente Bloemendaal Energiebesparing en duurzame energie in bedrijven wordt gestimuleerd door landelijke Meerjaren Afspraken Energie (MJA's) van branches. Niet elke bedrijfstak heeft een MJA met afspraken over duurzame energie ondertekend. Bovendien kunnen individuele bedrijven zich niet hebben aangesloten bij een MJA. Het is dus zinvol dat de gemeente in haar contacten met bedrijven, zoals bij vergunningverlening en handhaving, na gaat welke bedrijven onder het MJA-regime vallen. Productie bedrijven met een hoog energieverbruik komen in de gemeente Bloemendaal niet voor. Er zijn geen bedrijven in de gemeente gevestigd die zich hebben aangesloten bij een MJA. In de gemeente Bloemendaal is slechts één groter bedrijf gevestigd, dat wil zeggen een bedrijf met meer dan 50 werknemers: het Gemeentelijk Waterleidingbedrijf Amsterdam (GWA). De gemeente Bloemendaal is sinds kort Bevoegd gezag voor het GWA. Voor zover bekend staan geen grote renovatie of nieuwbouwplannen op stapel. De bedrijfstak die het meest vertegenwoordigd is in de gemeente Bloemendaal is de Horeca. In totaal telt de gemeente circa 50 horecabedrijven, waaronder 7 strandpaviljoenhouders. Plannen en Ontwikkelingen Het laatste nieuwbouwproject op het gebied van bedrijvigheid betreft een kantoor op de locatie Elswout. Alle vergunningen voor dit project zijn al verleend en de bouw is al begin 2005 begonnen, waardoor eventuele kansen om te sturen in de toepassing van DE-opties niet aanwezig zijn. Voor verdere nieuwbouw van kantoren is binnen de bestemmingsplannen geen ruimte. Het beleid van de gemeente Bloemendaal is overigens om de vestiging van kantoren in villa’s te ontmoedigen vanwege de aantrekkende werking van verkeer. Duurzame Energietoepassingsmogelijkheden en Vervolgacties BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
De horecalocaties zijn natuurlijk ontmoetingsplaatsen waar een breed publiek vertrouwd kan worden gemaakt met duurzame energie. Zeker de meer zichtbare toepassingen als PV en zonnecollector, maar wellicht ook passieve zonne-energie (bijvoorbeeld groot glasoppervlak op het zuiden) wekken de nieuwsgierigheid op en kunnen uit architectonisch opzicht ook interessant zijn. In Zandvoort hebben de strandpaviljoenhouders al richting de gemeente aangegeven open te staan voor eventuele projecten op het gebied van duurzame energie. Bloemendaal en de andere kust gemeenten in de regio zouden kunnen overwegen om dit onderwerp regionaal op te pakken. Wel moet in de inschatting van de haalbaarheid ermee worden rekening gehouden dat bijna alle strandgebouwen /-paviljoens ’s winters afgebroken en opgeslagen. Dit heeft effect op het rendement van de duurzame energietoepassing en stelt tevens voorwaarden aan de degelijkheid van de duurzame energietoepassing. Gezien de welwillendheid van de strandpaviljoenhouders in Zandvoort en de publieke toegankelijkheid zou het interessant zijn om eventuele (technische) mogelijkheden en voorbeeldprojecten elders in of buiten Nederland op het gebied van duurzame energie op stranden verder te onderzoeken gedurende de marktverkenning. Het potentieel binnen het thema bedrijven en kantoren wordt voor een groot deel toegerekend aan kantoren en bedrijven die hun dakvlak 'vol' leggen met PV. Met de huidige prijsstelling voor PV zal dit echter niet zo snel gebeuren. Het is daarom beter in te zetten op de toepassing van warmteopslag en warmtepompen bij de realisatie van nieuwe kantoor / bedrijfslocaties. Gezien het kleine aantal nieuwbouwontwikkelingen op het gebied van kantoor/ bedrijfslocaties binnen de gemeente Bloemendaal zullen kansen hiervoor minimaal zijn. Naar verwachting wordt 4 januari 2006 de Energy Performance of Buildings Directive (EPBD) van kracht. Voor niet-openbare utiliteitsgebouwen zoals bedrijven en kantoorgebouwen (met minimaal 2 een bruikbaar oppervlak van 1.000 m ) geldt dat vanaf dat moment bij verkoop, verwisseling van huurder of grootschalige renovatie een energiecertificaat verkregen moet worden. Net als voor de openbare utiliteitsgebouwen geldt ook hier dat het uitvoeren van een EPA-U niet wettelijk verplicht is maar wel degelijk voordelen oplevert zoals een verlaging van het energieverbruik en de –kosten. De gemeente kan in haar communicatie met de bedrijven deze voordelen duidelijk naar voren laten komen om de bedrijven zo te stimuleren net die extra stap te doen voor een EPA-U. Interessante partijen voor realisatie: horeca vereniging / strandpaviljoens; bedrijvenverenigingen/ winkeliersverenigingen; individuele bedrijven; projectontwikkelaars; gemeente; energiebedrijf.
3.8
DE-potentieel Agrarische sector
In deze 'DE Scan Gemeenten' wordt het duurzame energie potentieel in de agrarische sector als volgt bepaald.
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
1. Windenergie wordt apart, ‘per optie’, bepaald. 2. Voor bio-energie geldt hetzelfde: voor de doelgroep 'Agrarisch' wordt het bio-energie potentieel kwantitatief beschouwd. Het gaat daarbij om de subsectoren Tuinbouw (Fruitteelt en Glastuinbouw), Veeteelt (met name mest) en Akkerbouw (met name braakliggend terrein). Er wordt dan met name geïnventariseerd welke en hoeveel biomassa er vanuit de agrarische sector voor handen is of zou kunnen komen voor energieopwekking. Voor wat betreft de mogelijkheden van bio-energie en windenergie in de Agrarische sector wordt verwezen naar respectievelijk paragraaf 3.9, 3.10 en 3.11. In deze paragraaf 3.8 wordt het duurzame energie potentieel weergegeven voor de overige duurzame energie opties zonnecollectoren, warmtepompen, E-opslag, aardwarmte en zon-PV. 3. Voor de overige duurzame energie opties (zonnecollectoren, warmtepompen, E-opslag, aardwarmte, zon-PV) wordt het potentieel kwantitatief bepaald. Dit gebeurt aan de hand van enkele specifieke gegevens, zoals het aantal dieren (vooral de warmtevraag is bepalend), het aantal hectares verwarmde glastuinbouw of het aantal boerderijen (voor zon-PV, zowel grof als in detail). Voor details met betrekking tot de exacte berekening wordt verwezen naar de rekenregels zoals die in de bijlage zijn opgenomen. Het potentieel aan duurzame energie dat het agrarische segment kan bijdragen is 824 GJ (ter vergelijk: energie voor circa 9 huishoudens). In figuur 3.8.1 is de verdeling van het DE-potentieel per agrarisch segment weergegeven. Figuur 3.8.1 – Verdeling DE-potentieel per agrarisch segment (in GJ/jaar)
Agrarische gebouw en Glastuinbouw
789 0 35
Veeteelt
0
500
1000
In figuur 3.8.2 is weergegeven hoeveel het DE-potentieel van de doelgroep agrarische sector is (exclusief wind- en bio-energie).
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
Figuur 3.8.2 – DE-potentieel Agrarische sector (in GJ/jaar)
789
Zon pv Energieopslag Aardw armte
0 0 14
Warmtepompen
21
Zonneboilers
0
500
1000
Kenmerken Agrarische Sector in Bloemendaal Omdat de agrarische sector met 3 bedrijven in de gemeente Bloemendaal van zeer beperkte omvang is in zowel aantal dieren als ook aantallen bedrijven ligt hier een relatief laag potentieel voor duurzame energie. In gemeente Bloemendaal zijn in totaal circa 130 stuks rundvee, geen vleesvarkens, geen fokvarkens en geen stuks pluimvee aanwezig. De verwarmde glastuinbouw is in gemeente Bloemendaal zeer gering vertegenwoordigd. Naast de drie rundveehouderijen zijn er ook nog 3 bloembollentelers. De laatste zijn niet aangemerkt als boerderijen en dus niet meegenomen in de berekening van het DE-potentieel. Hiervoor is gekozen omdat in tegenstelling tot traditionele veeboerderijen en de verwarmde glastuinbouw van groenten en fruit, bij het telen van bloemenbollen geen grote warmtevraag aanwezig is. Duurzame Energietoepassingsmogelijkheden en Vervolgacties Een groot deel van het DE potentieel zit in de zon-PV, wat echter een relatief dure optie is om te realiseren. De kans van slagen voor verwezenlijking van het percentage DE in de agrarische sector is daarom relatief klein. Daarnaast is windenergie niet meegenomen omdat ten eerste windenergie gescheiden in de DE-scan wordt behandeld en ten tweede omdat de windkansenkaart van Nederland laat zien dat er geen kansrijke locaties voor windenergie binnen de gemeentegrenzen van Bloemendaal liggen. Wellicht zijn er meer mogelijkheden voor kleinere windmolens in het buitengebied (zie ook paragraaf 3.11). Interessante partijen voor realisatie: regionale LTO individuele bedrijven met potentieel de gemeente energiebedrijf
3.9
DE-potentieel Bio-energie
In de DE Scan Gemeenten is voor bio-energie geïnventariseerd welke soorten en hoeveel biomassa er binnen de gemeenten voor handen zijn of beschikbaar zouden kunnen komen om omgezet (bv. door verbranding in een energiecentrale) te worden in duurzame energie. Bio-energie
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
is geen objectgebonden DE-optie. Voor de bepaling van het potentieel voor bio-energie zijn alleen de volgende doelgroepen van belang, omdat daar de biomassa vrijkomt of beschikbaar is: Gemeentelijk beheer (afvalinzameling, beheer openbare ruimte); Buiten gebied (aanwezigheid van bos-, recreatie- en natuurlijk terreinen); (agrarische) Bedrijven. Dat gebeurt op twee manieren. 1. Voor de doelgroep 'Agrarisch' is het DE-potentieel kwantitatief beschouwd. Het gaat daarbij om de subsectoren Tuinbouw (Fruitteelt en Glastuinbouw), Veeteelt (met name mest) en Akkerbouw (met name braakliggend terrein). 2. Voor de overige bedrijven is het potentieel kwalitatief beschouwd. Dat betekent dat er is geïnventariseerd of er binnen de gemeenten bedrijven aanwezig zijn die biomassa (in welke vorm dan ook) verwerken. Deze inventarisatie heeft plaatsgevonden aan de hand van SBIcodes. Bedrijven die biomassa verwerken beschikken meestal over reststromen, waarmee bioenergie opgewekt kan worden: daar komt dus biomassa vrij. Dat betekent dat er een kans is voor de opwekking van bio-energie. Bij kansrijke bedrijven kan met behulp van de door Novem ontwikkelde DE-scan Industrie gedetailleerd het DE-potentieel worden berekend.
3.9.1
Alleen elektriciteit, of zowel elektriciteit als warmte?
Voor het berekenen van het duurzame energiepotentieel van de omzetting van biomassa is het van belang dat dit zowel elektriciteit als warmte op kan leveren (= WKK, Warmte-Kracht-Koppeling). In het bijzonder kleinere, 'lokale' (regionale) installaties kunnen naast elektriciteitsopwekking ook warmte leveren aan een stadsverwarmingsnet of een nieuw te realiseren industrieterrein (waar dan uiteraard wel (industriële) vraag naar warmte aanwezig moet zijn). Wanneer zowel warmte als elektriciteit geproduceerd (WKK) en geleverd wordt, wordt er in principe meer duurzame energie uit de biomassa gehaald dan wanneer alleen maar elektriciteit wordt geproduceerd. Dit geldt zeker in de winter wanneer de vraag naar warmte groter is. Benutting van de geproduceerde warmte is dus altijd aan te bevelen. WKK is met name mogelijk en ook aan te bevelen met de volgende soorten biomassa: Gescheiden ingezameld oud en bewerkt hout (Gemeentelijk beheer) Snoeiafval (plantsoenen en parken) (Gemeentelijk beheer) Dunningshout uit bossen en recreatie en natuurterreinen (Buiten gebied) Snoeiafval (fruitteelt) (Bedrijven: agrarisch) Uienafval (akkerbouw) (Bedrijven: agrarisch) Pluimveemest (Bedrijven: agrarisch) Energie-teelt gewassen op braakliggend akkerbouw terrein (Bedrijven: agrarisch) De laatste vier soorten biomassa, allen afkomstig van agrarische bedrijven, zijn voor de gemeente Bloemendaal niet van toepassing.
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
3.9.2
Uitsplitsing naar technologie
Voor de opwekking van energie met biomassa bestaan verschillende technologieën. De mate waarin een technologie toegepast kan worden is afhankelijk van het aanbod van de bio-brandstof. Voor de genoemde technologieën geldt dat ze allen zowel mèt als zonder warmtebenutting kunnen worden toegepast. Echter zoals al eerder aangegeven, mèt warmtebenutting heeft altijd de voorkeur. Grofweg kan de volgende indeling worden gehanteerd: 1. Bij- / meestoken in kolencentrales: rechtstreekse vervanging van (een gedeelte van de) kolen door vaste, relatief droge biobrandstoffen. Voor de levering van bio-brandstof werken deze centrales meestal niet met individuele leveranciers. De biomassastromen die geïnventariseerd worden en voor bijstook in aanmerking komen zijn: oud en bewerkt hout. 2. Verbranden / vergassen (stand-alone; speciale kleinere biomassa-centrales): rechtstreekse verbranding/vergassing van (meestal) schone biobrandstoffen. Voor een WKK-installatie is minimaal 10.000 ton materiaal per jaar nodig, terwijl een installatie die alleen warmte levert mogelijk is vanaf zo’n 1.000 ton materiaal per jaar. De biomassastromen die geïnventariseerd worden en voor stand-alone verbranding / vergassing in aanmerking komen zijn: ▪ vers snoeihout uit plantsoenen, parken, recreatieterreinen of van fruitbomen; ▪ dunningshout uit bossen en van natuurterreinen; ▪ vers verhakseld houtig materiaal afkomstig van energieteelt. 3. Vergisting: biologische afbraak van natte biomassa-stromen (mest, GFT, slootmaaisel) door bacteriën onder uitsluiting van lucht, waarbij biogas ontstaat dat direct omgezet kan worden in elektriciteit en warmte. Voor vergisting is minimaal zo’n 2.500 ton per jaar nodig. De biomassastromen die geïnventariseerd worden en voor vergisting in aanmerking komen zijn: ▪ GFT; ▪ Bermgras / slootmaaisel; ▪ Bloembollenafval afkomstig uit de bloembollenteelt; ▪ Rundermest. Enige tijd geleden werd een discussie gevoerd over het mogelijk afschaffen van de wettelijke verplichting tot gescheiden inzamelen van het gft-afval. Uit milieuoogpunt zijn de technieken die momenteel in de praktijk worden gebruikt voor de verwerking van gft-afval gelijkwaardig. Een techniek die wel duidelijk milieuvoordeel biedt ten opzichte van de andere technieken is het vergassen van het gft-afval gevolgd door het bijstoken van gas in een elektriciteitscentrale. Deze techniek is helaas nog niet operationeel. Om dit alternatief op termijn toch te kunnen benutten is het nodig om het gft-afval gescheiden te blijven inzamelen. Dit is echter niet het enige voordeel van het gescheiden inzamelen van het gft-afval. Het gescheiden inzamelen en vervolgens composteren van gft-afval is voor veel gemeenten voordeliger (soms zo’n 10-20% goedkoper) dan het integraal inzamelen van het gft-afval bij het restafval en vervolgens verbranden. Een ander argument om het gft gescheiden te blijven inzamelen is dat de huidige capaciteit voor verbranding van afval niet voldoende is om deze extra afvalstroom te verwerken. Dit houdt in dat een deel van het afval (gemixt huishoudelijk- en gft-afval) alsnog gestort zal worden, wat tegen de Nederlandse en Europese doelstelling om de hoeveelheid gestort afval terug te dringen in gaat. Per 1 januari 2006 gaat de gemeente Bloemendaal over van het scheiden van GFT-afval naar het scheiden van uitsluitend tuinafval. Dit houdt in dat ook in de potentiële verwerkingsmogelijkheden BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
het een en ander verandert. Beide stromen zijn geschikt voor compostering. Voor het winnen van biogas/ -energie vanuit GFT-stromen is de bouw van een vergistinginstallatie een geschikte keuze. Ook worden GFT-stromen in een wervelbedoven in een afvalverbrandingsinstallatie bijgestookt waarmee energie kan worden gewonnen. In geval van zuiverdere en minder natte biomassastromen als tuin- en snoeihout wordt doorgaans ook voor (efficiëntere) verbrandingswijzen gekozen in een biomassacentrale, maar is ook vergassing een alternatief. In een regionaal verband moet met deze omslag in de inzameling binnen de gemeente Bloemendaal rekening gehouden worden in relatie tot de inzamelingswijzen en beschikbaarheid van diverse organische fracties in andere gemeenten. 3.9.3
Meest kansrijke vorm van bio-energie
Biomassa is de grootste bron van duurzame energie binnen de gemeente Bloemendaal. Bij biomassa gaat het bijvoorbeeld om snoeihout, sloophout, bermgras, huishoudelijk afval, slib, maar ook mest. Bij het verbranden en of vergisten hiervan komen broeikasgassen en andere schadelijke stoffen vrij. Maar omdat het om regenereerbare en kort-cyclische stoffen, gaat valt de energie die ermee wordt opgewekt geheel of gedeeltelijk onder de definitie van duurzame energie. Het gaat bovendien om stoffen die niet meer op een andere wijze nuttig kunnen worden toegepast. Het mes snijdt dus aan twee kanten: een verantwoorde manier van afvalverwijdering én opwekking van energie. In navolging van het advies van de Bloemendaalse milieuraad is de volgende taakstelling opgenomen in het klimaatbeleid van de gemeente Bloemendaal: ‘De gemeente voert actief beleid voor inzameling en ter beschikking stellen van biomassareststromen voor energie-opwekking.’ Het potentieel aan duurzame energie dat met behulp van biomassa kan worden opgewekt is 116.861 GJ overeenkomend met de energievraag van ongeveer 1.270 huishoudens. In figuur 3.9.1 is weergegeven welke bijdrage de verschillende sectoren (agrarisch, gemeentelijk beheer en buitengebied) potentieel kunnen leveren aan het opwekken van bio-energie. Figuur 3.9.1 – Potentieel Bio-energie per sector (in GJ/jaar)
Agrarische bedrijven
82
Gemeentelijk beheer
12889
Buitengebied
103890
-
20.000
40.000
60.000
80.000
100.000
120.000
In figuur 3.9.2 is op is per sector aangegeven wat de oorsprong is van het bio-energiepotentieel.
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
Figuur 3.9.2 – Potentieel Bio-energie per oorsprong (in GJ/jaar)
Gemeentelijk beheer Buitengebied Bedrijven
3301
Afvalinzameling Beheer openbare ruimte Bos Recreatief Tuinbouw Landbouw
9588 99450 4440 0 82
0
50000
100000
150000
In figuur 3.9.3 is aangegeven welke technieken binnen de gemeente ingezet kunnen worden. Figuur 3.9.3 – Potentieel Bio-energie per techniek (in GJ/jaar)
Bij- / meestook in kolencentrales
2572
Verbranden / vergassen (stand-alone) Vergisting
113478
811
0
50000
100000
150000
Het beschikbare potentieel voor bio-energie wordt grotendeels veroorzaakt door de hoeveelheid hectaren recreatie-/natuurterreinen en bossen binnen de gemeente Bloemendaal. Ruim 103.890 GJ van het bio-energie potentieel voor verbranding is afkomstig van het buitengebied. Het merendeel van deze gebieden zijn niet in gemeentelijk beheer. Staatsbosbeheer, PWN, Landschap N.H. en Natuurmonumenten laten zoveel mogelijk het op het terrein ontstane groenafval ook op het terrein liggen. Ook de gemeente heeft in het bosbeheersplan vastgelegd zoveel mogelijk houtafval achter te laten op de plek van herkomst. Veel hout is dus niet voor verbranding beschikbaar en het DE-potentieel zal in de praktijk daardoor veel lager uitvallen. Exactere cijfers kunnen uitgezocht worden in het kader van de marktverkenning. Voor de gemeente Bloemendaal zijn de hoeveelheden ingezamelde biomassa voldoende om te verbranden of te vergassen voor warmtebenutting en WKK. Voor vergisten zijn de hoeveelheden te gering, hiervoor is meer dan 2500 ton nat materiaal nodig. De gemeente Bloemendaal kan echter wel op dit gebied samenwerken met andere gemeenten uit de regio. De gemeente Haarlem heeft in 2003 reeds een studie uitgevoerd naar de mogelijkheden voor biogas in de regio Haarlem (bron: BioMove, Mogelijkheden voor biogas in de omgeving van Haarlem, Virage BV in opdracht van de Gemeente Haarlem, januari 2003).
De afvalstromen van de gemeenten uit de regio Zuid-Kennemerland zijn in deze studie ook meegenomen. De studie concludeerde dat het perspectief om bio-energie op te wekken uit afval bedrijfseconomisch goed is. Indien meerdere gemeentes participeren is er voldoende biomassa (of biogas) voorhanden. De benodigde technologie om biogas uit biomassa te winnen is beschikbaar en bewezen en er zijn reeds voorbeelden van geslaagde referentieprojecten. De biomassa uit de regio kan ter verwerking op de korte termijn aangeboden worden aan twee slibvergistinginstallaties van het Hoogheemraadschap Rijnland in Velsen-Zuid en in de Waarderpolder (Haarlem). De slibvergistinginstallatie in Velsen-Zuid verwerkt momenteel slechts BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
sporadisch afvalstromen afkomstig van buiten de eigen RWZI. In de studie van Haarlem stond als mogelijkheid op langere termijn de komst van een biomassa-vergistinginstallatie in Halfweg. Een scheidings- en vergistinginstallatie van afval zoals het Vagron-model in Groningen, zou in Halfweg toepasbaar zijn. Een biomassacentrale op het Afvalzorg terrein blijkt echter niet mogelijk door de beperkingen die de nabijheid van Schiphol met zich meebrengen. Dit neemt niet weg dat een regionale biomassacentrale een kansrijke mogelijkheid lijkt. Er kan een alternatieve locatie voor de centrale gezocht worden. Bij het benutten van de potentiële kansen is een belangrijke rol voor de gemeenten weggelegd in het bepalen van locaties voor (mest)vergisting en voor de logistieke kant van bio-energie: het bieden van mogelijkheden voor transport en op- en overslag. Interessante partijen voor realisatie: afvalverzamelaars- en/of verwerkers; gemeente Haarlem en andere gemeenten in de regio; voorbeeldprojecten elders; individuele bedrijven; de gemeente; energiemaatschappij.
3.10
DE-potentieel Grootschalige Windenergie
In de gemeente Bloemendaal is geen gebruik gemaakt van methodiek van de Quick Scan Windenergie van SenterNovem voor het bepalen van het grootschalige windenergie-potentieel. Dit is ook niet noodzakelijk gezien het feit dat de provinciale windkansenkaart geen kansrijke locaties binnen de gemeente grenzen van Bloemendaal toont. De gemeente zou echter wel kunnen overwegen om samenwerking aan te bieden aan andere gemeenten, waar wel kansrijke locaties aanwezig zijn voor het realiseren van windmolens of een windmolenpark. Immers, windenergie is een betaalbare en schone vorm van energie die onder de huidige marktcondities vrijwel de concurrentie met fossiele brandstoffen aankan.
3.11
DE-potentieel Kleinschalige / gebouwgebonden Windenergie
Grote turbines in het open land zijn inmiddels een bekende verschijning. Kleinere turbines staan op of naast gebouwen in de gebouwde omgeving. Het onderscheid tussen grote en kleine windturbines kan gemaakt worden op basis van het vermogen van de turbine. Het vermogen is de maximale hoeveelheid energie die een turbine in een seconde kan leveren. Grote turbines hebben inmiddels een vermogen dat op kan lopen tot 2.500 kilowatt (kW) of meer, terwijl kleine windturbines voor de gebouwde omgeving enkele kilowatts groot zijn. Onderzoek van het bureau Royal Haskoning (2002) wijst uit dat er in Nederland ruimte is voor 65 megawatt (MW) aan kleine windturbines in de gebouwde omgeving. Ter vergelijking: een windpark
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
heeft vaak een vermogen van enkele megawatts. De windturbine voor de gebouwde omgeving is marktrijp. Op provinciaal niveau, gemeentelijk niveau en bij individuele organisaties komen initiatieven van de grond voor de plaatsing van kleinschalige windturbines. Inmiddels zijn de 3 noordelijke provincies met behulp van SenterNovem subsidie een project gestart om 20 tot 30 kleine turbines in de 3 noordelijke provincies te plaatsen om zo ervaring op te kunnen doen en de behaalde resultaten te kunnen monitoren en te verspreiden. Plaatsing op of aan gebouwen stelt eisen aan de gebouwconstructie. Dit geldt voor zowel het gewicht van de turbine als de weerstand die de turbine bij hoge windsnelheid ondervindt. Trillingen moeten zoveel mogelijk worden voorkomen. De bouwtechnische eisen verschillen per turbine. Plaatsing op woningen is meestal alleen mogelijk met versterking van de dakconstructie. Ook voor plaatsing op kleine kantoren en andere utiliteitsgebouwen is in sommige gevallen een hulpconstructie nodig. Sommige turbines kunnen ook naast gebouwen worden geplaatst, onder voorwaarde dat er voldoende open ruimte is of dat de turbine hoger dan het gebouw wordt geplaatst. Voor de meeste turbines geldt een minimale onderlinge afstand. Wordt hiermee geen rekening gehouden, dat zal de energieopbrengst lager zijn. Voor het aansluiten van een windturbine op het elektriciteitsnet gelden regels ten aanzien van veiligheid, aansluiting en functioneren van de turbine. Momenteel zijn al diverse modellen van gebouwgebonden windmolens te verkrijgen. In deze scan is voor de potentieel bepaling van gebouwgebonden windenergie uitgegaan van plaatsing van 200 kleine windturbines op gebouwen in de diverse dorpen in de gemeente Bloemendaal met een vermogen van 4 kW. Hierbij is uitgegaan van plaatsing van een Windwall turbine. Andere gebouwgebonden windturbines leveren minder energie, een Turby levert een vier keer kleinere hoeveelheid energie dan de Windwall. Per windwall wordt op jaarbasis circa 30.000 kWh opgewekt. Stel dat 200 windwalls worden geplaatst, dan zullen deze in totaal 6.000.000 kWh leveren, dit komt overeen met 21.600 GJ (circa 235 huishoudens) – zie figuur 3.11.1. Figuur 3.11.1 – DE-potentieel kleinschalige/gebouwgebonden Windenergie (in GJ/jaar)
21.600
0
5.000
10.000
15.000
20.000
25.000
Onderzocht kan worden in hoeverre dergelijke grootschalige installatie van windwalls mogelijk is in de gemeente Bloemendaal. Bij de installatie van een even groot aantal Turby’s bedraagt de hoeveelheid energie op jaarbasis ca. 1.500.000 kWh, wat overeenkomt met 5.400 GJ (circa 57).
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
4
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
4.1
Huidige stand van zaken en het potentieel aan duurzame energie
Met het uitvoeren van de duurzame energiescan is de eerste fase van inventarisering afgesloten. De mogelijkheden voor toepassing van duurzame energie zijn in de gemeente aanwezig. Wanneer alle mogelijkheden voor de opwekking van duurzame energie in de gemeente Bloemendaal optimaal worden benut, kan in totaal 234.261 GJ aan duurzame energie worden opgewekt. Bij een 3 gemiddeld verbruik van 92 GJ per jaar per huishouden (3.300 kWh en 1.940 m aardgas), kunnen in vergelijking 2.547 huishoudens in hun jaarlijkse energiebehoefte worden voorzien. Dit komt overeen met een potentieel aan duurzame energie die de energiebehoefte van 30% van de Bloemendaalse huishoudens afdekt, oftewel circa 10% van de totale energievraag van de gemeente Bloemendaal. In figuur 4.2 is weergegeven welke bijdrage de verschillende doelgroepen kunnen leveren aan het opwekken van duurzame energie. Figuur 4.2 – Potentieel in GJ per doelgroep (in GJ/jaar)
Volkshuisvesting 28.280 Zorgsector 12,1% 5.844 2,5% Bedrijven/kantoren 15.933 6,8%
Windenergie Gemeente vastgoed kleinschalig/gebouwg 760 Onderwijs ebonden 0,3% 3.726 21.600 1,6% 9,2% Windenergie grootschalig 0 0,0%
Sport en recreatie 308 0,1% Infrastructuur 40.225 17,2%
Agrarische sector 824 0,4%
Bio-energie 116.861 49,9%
In het voorgaande hoofdstuk staan de in de DE-scan onderzochte doelgroepen beschreven voor wat betreft hun potentieel en de DE-maatregelen die mogelijk toepasbaar zijn om dat potentieel ook te benutten. Hieronder staan in volgorde van hoogte van het bepaalde potentieel de doelgroepen weergegeven, hierbij is ook weergegeven hoeveel huishoudens met dit potentieel van energie kunnen worden voorzien, welk percentage het potentieel per doelgroep/optie van het totale potentieel betreft en welk percentage het potentieel oplevert ten opzichte van het totale energieverbruik van de gemeente Bloemendaal.
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
Tabel 4.1 – Potentieel in GJ per doelgroep
Doelgroep / opties
Windenergie grootschalig Bio-energie Agrarische sector Volkshuisvesting Bedrijven/kantoren Windenergie kleinschalig/gebouwg ebonden Zorgsector Onderwijs Sport en recreatie Gemeente vastgoed Infrastructuur Totaal
Potentieel (in GJ)
Aantal huishoudens te voorzien van energie
% t.o.v. Totaal potentieel
% t.o.v. Totale Energieverbruik *
0
0
0,00%
0,00%
116.861 824 28.280 15.933 21.600
1.270 9 307 173 235
49,86% 0,35% 12,07% 6,80% 9,22%
7,34% 0,05% 1,78% 1,00% 1,36%
5.844 3.726 308 760 40225
64 41 3 8 437
2,49% 1,59% 0,13% 0,32% 17,16%
0,37% 0,23% 0,02% 0,05% 2,53%
234.361
2.547
100,00%
14,72%
Uit tabel 4.1 blijkt dat de gemeente Bloemendaal met het bepaalde potentieel maximaal voor 14,72% met duurzame energie kan voorzien in haar totale energiebehoefte. Inclusief de hoeveelheid duurzame energie die momenteel al wordt opgewekt ligt het percentage Duurzame Energie voor de gemeente Bloemendaal daarmee op circa 15,43%. Met het potentieel Duurzame Energie binnen de gemeentegrenzen kan de gemeente Bloemendaal de landelijke doelstelling van 10% Duurzame Energie in 2020 dus zelf realiseren. Hierbij moet rekening gehouden worden dat de berekening van de potentiëlen gebeurt door middel van de standaard SenterNovem methodiek welke deels gebaseerd is op (landelijke) kengetallen zodat de werkelijkheid kan afwijken.
4.2
Beoordeling kansrijkheid geïnventariseerd DE-potentieel
Voor het beoordelen van de kansrijkheid van het geïnventariseerde DE-potentieel is onder andere gebruik gemaakt van de DE-Ranking tool. Dit hulpmiddel biedt de mogelijkheid om een oordeel te geven over de kansrijkheid om bij een bepaalde doelgroep ook daadwerkelijk het geïnventariseerde DE-potentieel te realiseren. De DE-Ranking tool genereert automatisch de geïnventariseerde DE-potentiëlen. Vervolgens is bepaald hoe de doelgroep op een zestal criteria scoort, dit zijn de volgende criteria: maatschappelijke acceptatie; juridische haalbaarheid; benodigde investeringen door de gemeente; realisatie termijn; vereiste inspanning van de gemeente; voorbeeldfunctie.
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
Indien voor alle in de DE-scan meegenomen doelgroepen/opties de scores zijn ingevuld, is bekend welke doelgroepen het hoogste scoren (100% is de maximale score). In bijlage 4 zijn de scores per criteria weergegeven. De resultaten worden in figuur 4.3 in een grafiek weergegeven. Figuur 4.3 – Kansrijkheid per doelgroep / optie
- gemeente vastgoed - onderwijs - volkshuisvesting - zorgsector - bedrijven en kantoren - sport en recreatie - infrastructuur - agrarische sector - windenergie - bioenergie - aardwarmte - waterkracht 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Hieruit blijkt dat de best scorende doelgroepen/gebieden zijn: Volkshuisvesting; Bio-energie. In de figuur 4.4. 'Positionering kansrijkheid doelgroepen' kan vervolgens een keuze gemaakt worden uit twee beoordelingscriteria (X-as en Y-as). De DE-Ranking tool berekent dan voor de verschillende doelgroepen op basis van de geselecteerde criteria hoe de doelgroepen onderling gepositioneerd zijn. De grootte van de bolletjes geeft de omvang van het DE-potentieel van de betreffende doelgroep aan. In figuur 4.4 is de maatschappelijke acceptatie van de gemeente tegen de benodigde investeringen uitgezet. Een positieve score op maatschappelijke acceptatie betekent dat het toepassen van de besproken DE-mogelijkheden maatschappelijk gewenst is.. Een positieve score op het gebied van ‘benodigde investeringen’ houdt in dat de gemeente weinig hoeft te investeren en dat de investeringen vooral liggen bij degene die de duurzame energie optie zal gebruiken.
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
Figuur 4.4 – Positionering kansrijkheid doelgroepen/opties
Zorgsector; 5844 Bedrijven/kantoren; 15933
Volkshuisvesting; 28280
Agrarische sector; 824 Bio-energie; 116860,7
Inf rastructuur; 40225
Criterium voor verticale as Benodigde investeringen
Gemeente vastgoed; 760
Onderw ijs; 3726
Sport en recreatie; 308
Criterium voor horizontale as
Maatschappelijke acceptatie
Algemeen geldt dat bij implementatie van duurzame energie herinrichting, nieuwbouw en renovatie natuurlijke momenten zijn om duurzame energie opties te realiseren. Belangrijk is dat duurzame energie al vroegtijdig in het stadium van planvorming wordt meegenomen. Wanneer een verdeling wordt gemaakt naar het potentieel in de bestaande bouw en het potentieel aan duurzame energie in nieuwbouw binnen de doelgroepen / opties ontstaat het volgende beeld.
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
Tabel 4.2 – Potentieel in GJ per doelgroep – Bestaande en nieuwbouw
Totaal potentieel (in GJ)
Potentieel bestaande bouw (in GJ)
Potentieel nieuwbouw (in GJ)
Gemeente vastgoed
760
-
760
Sport en recreatie
308
308
-
Volkshuisvesting
28.280
26.653
1.627
Onderwijs
3.726
3.726
-
Zorgsector
5.844
5.844
-
Bedrijven en kantoren
15.933
14.771
1.162
Infrastructuur
40.225
250
39.975
824
-
-
116.861
-
-
-
-
-
21.600
-
-
Doelgroepen / opties
Agrarische sector Bio-energie Windenergie - grootschalig Windenergie - gebouwgebonden
Met name nieuwbouwontwikkelingen vormen een goede gelegenheid om in te zetten op duurzame energietoepassingen. Daarbij kan ook worden gezocht naar de mogelijkheid om duurzame energietechnologie functioneel in nieuwbouw ontwerp toe te passen. Denk daarbij aan combineren van zonnewering met behulp van PV-panelen, of het integreren van PV-panelen in gevels, wanneer ‘dure’ gevelmaterialen overwogen worden. Ook kan met warmtepomptechnologie/ warmte-koudeopslag de aanschaf van een airconditioning systeem in een aantal gevallen worden uitgespaard. In dat soort gevallen is het dus mogelijk om de investeringen en terugverdientijden van duurzame energietoepassingen te bezien vanuit het licht van meer-investeringen ten opzichte van de alternatieve, functionele toepassing. Dit verkort de terugverdientijd van de investering in duurzame technologie. Tevens is een verdeling van het duurzame energiepotentieel gemaakt naar de diverse Duurzame Energie-opties. Dit wordt weergegeven in tabel 4.3, hierin wordt ook weergegeven of het potentieel in de bestaande of in de nieuwbouw aanwezig is.
BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
Tabel 4.3 – Potentieel in GJ per Duurzame Energie optie – Bestaande en nieuwbouw
Totaal potentieel (in GJ)
Potentieel bestaande bouw (in GJ)
Potentieel nieuwbouw (in GJ)
29.137
27.169
1.968
992
-
992
22.222
21.605
617
279
-
279
Energie-opslag
3.295
2.778
517
Asfaltcollectoren
39.975
-
-
Aardwarmte
-
-
-
Bio-energie
116.861
-
116.861
-
-
-
21.600
-
21.600
Duurzame Energie- Opties Zon-PV Warmtepompen Zonneboilers Zon passief
Wind-energie grootschalig Wind-energie gebouwgebonden
In bijlage 4 is een overzicht opgenomen van de verdeling van het potentieel naar doelgroepen en opties waarbij tevens is weergeven of dit potentieel in bestaande of nieuwbouw aanwezig is. Geconcludeerd kan worden dat het potentieel voor wat betreft gebouwen veelal in bestaande bouw aanwezig is. Het potentieel binnen het thema Volkshuisvesting ligt in werkelijkheid hoger, omdat het niet mogelijk was om het potentieel voor privé zwembaden (mogelijkheden voor zonnecollectoren) mee te rekenen. Ook het potentieel voor Zon-PV zal hoger uitvallen indien de mogelijkheden bij de Horeca en dan vooral bij strandpaviljoens en strandhuisjes gekwantificeerd worden. Het grote potentieel binnen het thema Infrastructuur wordt veroorzaakt door de mogelijkheden voor asfaltcollectoren. Hierbij moet ermee rekening gehouden worden dat asfaltcollectoren alleen toepasbaar zijn wanneer deze gekoppeld word aan een (nieuwbouw)project op het gebied van volkshuisvesting, gemeentelijk vastgoed of bedrijven en kantoren, of in geval van zeer grootschalige renovaties. Het potentieel binnen het thema Bio-energie zal in de praktijk lager uitvallen omdat zowel de gemeente als ook de beheerders van de buitengebieden erna streven om snoeiafval zoveel mogelijk op de plek van herkomst achter te laten. 4.3
Afbakening te onderzoeken doelgroepen/opties tijdens de marktverkenning
Op basis van voorgaande gegevens wordt in deze paragraaf per doelgroep/sectie aangegeven of deze potentie bieden voor daadwerkelijke implementatie van duurzame energie. Op basis daarvan kan de gemeente Bloemendaal een selectie maken voor de doelgroepen/opties die nader worden onderzocht in de Marktverkenning. De Marktverkenning is bedoeld om te bepalen welke partijen een rol kunnen spelen bij de realisatie van duurzame energie in de gemeente Bloemendaal en op welke wijze zij hier aan kan bijdragen. BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
Daartoe betreft de Marktverkenning een globale inventarisatie van de belangrijkste marktpartijen en hun visie op duurzame energie en hun mogelijke bijdrage aan de realisatie van concrete projecten Gemeentelijk Vastgoed:
Klein potentieel Insteken op nieuwbouwprojecten Duurzame energie-technieken: warmtepompen.
Sport en Recreatie:
Klein potentieel Insteken op renovatie- en nieuwbouwprojecten Duurzame energie-technieken: zonneboilers.
Volkshuisvesting:
Redelijk- groot potentieel Insteken op nieuwbouw- en renovatieprojecten; hogere duurzaamheidsambities voor inbreidingslocaties (zoals bijv. LTV en een warmtepomp op blokniveau voor de 67 seniorenwoning); stimuleren DE bij de bouwaanvaag of bij vergunningverlening voor nieuwbouw of renovatie van particulier (individuele) woningen. Duurzame energie-technieken: zonneboilers e.a. (bij o.a. privé zwembaden); LTV, warmtepomp
Onderwijs:
Klein – redelijk potentieel Insteken op toekomstige nieuwbouwprojecten Duurzame energie-technieken: passieve zonneenergie
Zorgsector:
Klein-Redelijk potentieel Insteken op nieuwbouwprojecten of zonneboilers bij renovatie, aansluiten bij onderhoudsplanning Duurzame energie-technieken: warmtepompen, zonneboilers, energie-opslag, Passieve zonneenergie
Bedrijven en kantoren:
Redelijk potentieel Regionaal de mogelijkheden voor DE bij de Horeca en strandpaviljoens onderzoeken Duurzame energie-technieken: zonneboiler, zonPV
Infrastructuur:
Groot potentieel Alleen in geval van nieuwbouwprojecten in combinatie met wegenaanleg Duurzame energie-technieken: Zoek naar koppelingsmogelijkheden warmtevraag en aanbod asfaltcollector BECO Groep
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
Agrarische Sector:
Klein potentieel Insteken op renovatie- en nieuwbouwprojecten Duurzame energie-technieken: warmtepompen
Bio-energie:
Groot potentieel Duurzame energie-technieken: vergisting, verbranden/vergassen, bij-/meestook in kolencentrales
Grootschalige windenergie:
Geen potentieel
Kleinschalig/gebouwgebonden windenergie:
Redelijk potentieel
4.4
Vervolgstappen ten behoeve van de Marktverkenning
Tijdens de terugkoppelingsbijeenkomst van de inventarisatiefase heeft de gemeente Bloemendaal een selectie gemaakt uit de verschillende doelgroepen/sectoren. Het voorgaande betekent niet dat de gemeente met de overige doelgroepen/sectoren niets kan doen, maar voor het vervolg van de DE-scan krijgen deze even wat minder prioriteit. Tijdens deze bijeenkomst is tevens een globale inventarisatie gemaakt van de belangrijkste marktpartijen welke tijdens de marktverkenningfase benaderd zullen worden (zie tabel 4.6). De marktverkenning kan bestaan uit het informeren naar de visie van een marktpartij op duurzame energie maar ook het interesseren van de partijen en het helder maken van de mogelijkheden speelt een rol. Tijdens de marktverkenning zullen 2 lokale onderwerpen verder uitgediept worden. Daarnaast zal eveneens een regionale marktverkenning plaatsvinden, waarbij 6 onderwerpen uitgewerkt zullen worden die relevant zijn voor meerdere gemeenten in de regio. Tabel 4.6 – Gekozen marktpartijen
Gemeente/ Regio Regionaal 1 Regionaal 2
Marktpartij
Hoe?
Ronde Tafel Bijeenkomst Bezoek Woningbouwcorporaties Regionale inzamelstructuur biomassa verkenning (1): Interviews met provincie/ Servicepunt/ CO2 Afvalinzamelaars Telefonisch A. Afval Overleg Orgaan: Herman Huisman B.
Huisvuilcentrale Alkmaar
Telefonisch
Gemeente Haarlem De Telefonisch heer P.Tromp of R.J.A. van Noort Duurzame energie op Telefonisch strandpaviljoens Strandpaviljoenhouders in C.
Regionaal 3
BECO Groep
Opmerkingen + planning medio november 2005 plannen i.s.m. Milieudienst IJmond
Interview mbt faciliteiten voor verwerking biomassa (tuin/snoeihout) Project: Mogelijkheden Biogas in omgeving Haarlem. Bloemendaal incl. Horeca
4
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
Gemeente/ Regio
Regionaal 4
Regionaal 5
Regionaal 6
Bloemendaal
Bloemendaal
Marktpartij Heemskerk, Velsen, Bloemendaal, Zandvoort CO2 Servicepunt in het kader van subsidiemogelijkheden vervolgprojecten Architecten/ Ontwerpers duurzaam ontwerpen, via SenterNovem Ontwikkelingen rond de toepassingen van de asfaltcollector Ontwikkeling Marinehospitaal terrein Dhr. Van Marwijk Bouw- en Woningtoezicht Dhr. R. van Heyst
Hoe?
Opmerkingen + planning
Bezoek
Duurzame Energiepakket Holland e.d. bespreken
Telefonisch
SenterNovem – Utrecht Fenke Rond
Bezoek
Ooms Avenhorn – Schagen
Bezoek
BAM Vastgoed – Amsterdam
Bezoek
Gemeente Bloemendaal
in
Noord-
De vervolgstappen ten behoeve van de Marktverkenning zijn: 1. Gesprekken met de meest relevante lokale marktpartijen zoals gekozen door de gemeente Bloemendaal; 2. Gesprekken met de meest relevante regionale marktpartijen zoals gekozen door meerdere gemeenten; 3. Rapportage marktverkenning; 4. Gezamenlijke slotbijeenkomst presentatie marktverkenning.
BECO Groep
40
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
BIJLAGE 1
DETAILS GEMEENTE BLOEMENDAAL
Biomassagegevens: Hoeveelheid afval in ton: 1.350 ton GFT; 167 ton oud en bewerkt hout. 940 ton snoeiafval uit plantsoenen en parken; 0 ton bermgras van maaien bermen en lanen. Aantal hectaren: 1.500Bos 150 Recreatie en natuurgebied; 0 Fruitteelt; 0 Glastuinbouw; 0 Akkerbouwgrond braakliggend. Hoeveelheid aan veeteelt in de gemeente: Vleeskalveren: 130 stuks; Overig rundvee: 0 stuks; Fokvarkens: 0 stuks; Vleesvarkens: 0 stuks; Pluimvee: 0 stuks. Er zijn 3 boerderijen in de gemeente Bloemendaal aanwezig.
BECO Groep
B1
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
BIJLAGE 2
UITGANGSPUNTEN BIJ DE BEREKENING VAN HET DE POTENTIEEL
In deze bijlage wordt een toelichting gegeven op de belangrijkste aannames en voorwaarden en tevens worden de algemene uitgangspunten besproken. Algemene uitgangspunten: 1. Theoretisch potentieel = het potentieel dat theoretisch gezien met de huidige stand van de techniek gerealiseerd kan worden. Financiële motieven spelen hierbij dus geen rol. Exotische en experimentele toepassingen worden niet meegenomen. Met de DE-ranking tool kunt u de financiële overwegingen voor het bepalen van een DE-optie laten meewegen. 2. Het potentieel wordt uitgedrukt in GJ opgewekte duurzame energie, in GJ/jaar primaire energie. Voor omrekening van het totaal aantal GJ naar energieverbruik per huishouden moet het totale DE-potentieel worden gedeeld door 92 GJ (per huishouden gemiddeld per jaar: 3.300 kWh en 1.940 m3 aardgas) 3. Sommige toepassingen zijn praktisch alleen toepasbaar in nieuwbouw (bijvoorbeeld warmtepompen), of kennen in de potentieelbepaling een "geschiktheidsfactor" die verschilt tussen bestaande bouw en nieuwbouw (bijvoorbeeld zonneboilers of zon-PV). In die gevallen is ook de potentieelbepaling verschillend. 4. Bij bio-energie-projecten is het aanbod van biomassa bepalend voor het potentieel. Bovendien speelt de mogelijkheid tot warmte-afzet mee. De gemeente en/of adviseur moet bekijken of er voldoende warmte-afzet mogelijkheden zijn om de beoogde bio-energie optie toe te passen. 5. Er wordt onderscheid gemaakt tussen vraag- en aanbodsopties. Bij de aanbodsopties (bioenergie, wind en waterkracht) wordt alleen gekeken hoeveel energie (elektriciteit) er mee opgewekt kan worden. De energievraag in de gemeente is niet direct relevant voor de bepaling van het potentieel (NB: voor bio-energie wordt wel gekeken naar de mogelijkheid van warmte-afzet). Bij de vraag-opties (alles behalve bio-energie, wind en waterkracht) is juist de energievraag de eerste bepalende factor. 6. Er wordt gewerkt met landelijke kentallen. Dit levert onvermijdelijk een bepaalde onzekerheid op. 7. Voor wat betreft het realiseren van de niet-object gebonden opties (wind en biomassa) zal in de meeste gevallen afstemming noodzakelijk zijn met omliggende gemeenten en de betreffende provincie. Referentie rendementen en uitgangspunten voor de potentieelberekening: Voor het berekenen van de bijdrage van duurzame energie aan de energievoorziening, zijn in het ‘Protocol Monitoring Duurzame Energie’ (Ministerie van EZ, Novem, EnergieNed) de uitgangspunten, rekenmethodiek en specifieke informatie per energiebron omschreven. De rekenmethodiek uit het Protocol omvat afspraken voor het berekenen van de vermeden primaire energie (brandstofbesparing) en vermeden emissies. Voor het berekenen van het DE-potentieel binnen een gemeente, is aangesloten bij de uitgangspunten en aannames uit dit protocol. De volgende referentie rendementen/uitgangspunten (volgens protocol DE) zijn gehanteerd: Gas Primaire energie (onderwaarde)
0.0317 GJ prim/m
BECO Groep
3
B2
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
Elektra, mix, rendement bij verbruiker (ow, incl transport)
41.7%
Tapwater -
50 °C 4.18 KJ/kg/K
Temperatuurverschil warm-koud Warmtecapaciteit
Gas ketel > 100 kWth (utiliteit) - Rendement ruimteverwarming - Rendement tapwater - Gemiddeld rendement tap+ruimteverwarming
90% Ow 50% Ow 80% Ow
Gasketel < 100 kWth (huishoudens) - Rendement ruimteverwarming - Rendement tapwater - Gemiddeld rendement tap+ruimteverwarming - Gemiddeld rendement tap+ruimteverwarming
95% Ow 65% Ow 85% Ow 82% Ow
BECO Groep BV
B6
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
Juridische haalbaarheid
Benodigde investeringen door gemeente
Realisatie termijn
Vereiste inspanning van de gemeente
Kansrijkheidsscore (%)
KANSRIJKHEIDSSCORES/CRITERIA
Maatschappelijke acceptatie
BIJLAGE 3
Bio-energie
10
7
8
3
3
62%
Agrarische sector
2
1
8
7
1
38%
Infrastructuur
6
3
5
4
3
42%
Sport en recreatie
1
1
3
5
3
26%
Bedrijven/kantoren
4
1
10
3
3
42%
Zorgsector
4
5
10
5
5
58%
Volkshuisvesting
8
3
10
7
4
64%
Onderwijs
1
8
4
8
7
56%
Gemeentelijk vastgoed
1
1
5
1
3
22%
BECO Groep
B5
OVERZICHT POTENTIEEL DUURZAME ENERGIE
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
BIJLAGE 4
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
B7
21.600
Wind-energie gebouwgebonden
-
-
-
-
-
-
-
Wind-energie grootschalig
-
-
-
-
-
-
-
Bio-energie
0 0
50 0
0 279
0 0
-
-
-
Aardwarmte
0 760
0 0
20.284 596
0 0
2.778 0
39.975
-
Asfaltcollectoren
Gemeentelijk Vastgoed - bestaande bouw - nieuwbouw
258 0
0 565
0 0
0 0
-
-
Energie-opslag
Sport & Recreatie - bestaande bouw - nieuwbouw
6.369 187
0 0
1.271 0
-
0 517
Zon passief
Volkshuisvesting - bestaande bouw - nieuwbouw
3.726 0
0 0
-
0 0
Zonneboilers
Onderwijs - bestaande bouw - nieuwbouw
1.795 0
-
0 0
Warmtepompen
Zorgsector - bestaande bouw - nieuwbouw
250 0
0 413
Zon-PV
Infrastructuur - bestaande bouw - nieuwbouw
14.771 232
POTENTIEEL (GJ primair/jaar)
Bedrijven/Kantoren - bestaande bouw - nieuwbouw
21.600
-
0
116.861
116.861
-
-
0
0 0
0
-
39.975
0 0
3.295
0 0
279
0 21
22.222
0 14
992
0 789
29.137
Agrarische sector - bestaande bouw - nieuwbouw Alle sectoren TOTAAL
BECO Groep
Duurzame Energie Scan Gemeente Bloemendaal, Februari 2006
BECO Groep BV
B7