ü¿¿
DEFENSIE EN TNO: EEN VITAAL PARTNERSCHAP 60 JAAR TOEGEPAST ONDERZOEK
"INHOUD
qÈG
VOORWOORD VOORAF
1,
3
WOORD
HET LUCHTVERDEDIGINGSCONCEPT
VOOR HET
LCF
MUNITIE GEVECHTSVELDSIMUI-ATIE BIOLOGISCHE BESCHERMING GOALKEEPER LEGERKORPSCOMMUNICATIE FUNCTIONERING EN VEILIGHEID VAN
':I SOLDAATEFFECTIVITEIT ll-
M ENS- MACH I N E- I NTERFACES
CHEMISCHE BESCHERMING .ä- MULTIIATERALE INTEROPERABILITEIT
SIGNATUREN BESCHERMING VAN PI-ATFORMS OPERATIONELE ANALYSE TRAINING EN SIMUI-ATIE THEATRE MISSILE DEFENCE EFFECTIVITEIT VAN WAPENSYSTEMEN ONDER ERAKOESTTEK -_ VERDRAG CHEMISCHE WAPENS
6 1-O
L2 T4
18 a
22 24 26 28 30
¡
I
34 36 38 40 42 44
46 , 48 Ðfu..,,
\
j,Ê
OPRICHTING SCHEIKUNDIG IABORNTORIUM
IN
SCHEIKUNDIG
DELFT
LABORATORIUM WORDT SCHEIKUNDIG ;LNEORATORIUM DER ARTILLERIE.INRICHTTNGEN (Ar) rN ZAANDAM OPNICHTING COMMISSIE VOOR PHYSISCHE INGEBRUIKNEMING LABORATORIUM VAN DE COMMISSIE
STRIJ DM IDDELEN
i
vooR pHysrscHE
STRTJDMTDDELEN
OPRICHTING TNO
(vrËrcEBouw) rN DEN HAAG
TNO-WET
OPRICHTING CENTRAAL LABORATORIUM IN LEIDEN
SCHEIKUNDIG I-ABORATORIUM DER ARTILLERIE.INRICHTINGEN NAAR TECHNISCHE
HOGESCHOOL DELFT
ScHETKUNDTG LABORATORTUM
DER ARTTLLERTE-
INRICHTINGEN DUIKT ONDER ALS TNO LABORATORIUM POORTI-,ANDI
cENTRAAL LABoRAToRTuM ourrl oNDER I
LABORATORTUM AFDELTNG LONDEN
i
LABoRAToRTuM vAN HET DE'ARTEMENT
DELFT
^^NcENTRAAL rN ENGEI-,AND ALS
MEETGEBOUW WORDT PHYSISCH
pHysrscH iHgoRAToRruM
LABORATORIUM PTT
IN
uh* ooRloc
prr woRDT pHystscH OPRICHTING RIJKSVERD
TNo (RVo.TNo) OPRICHTING MARINE RADIO DIENST, AFDELTNG BEpRoEVTNG EN oNTwrnnrilruc rN oEGSTGEEST OPRICHTING EDIGINGSoRGANISATIE
i
MEDTSCH BTOLOGTSCH LABORATORTUM (MBL)
PHYSISCH I-ABORATORIUM VAN
HET DEPARTEMENT VAN OORLOG WORTDT PHYSISCH I-,ABORATORIUM RVO-TNO (LATER: PHYSISCH I-,ABORATORIUM TNO)
CHEMISCH LABORATORIUM RVO-TNO
CENTRAAL LABORATORIUM WORDT i
SCHEIKUNDIG LABORATORIUM DER
ARTILLERIE-INRICHTINGEN WORDT TECHNOLOGISCH HBORATORIUM RVO-TNO
OPRICHTING WERKGROEP WAARNEMING BINNEN DE RVO.TNO
IN
SOESTERBERG
MARINE RADIO DIENST, AFDTUruC. BEPROEVING EN ONTWIKKELING VORMT BEGIN VAN LABORATORIUM ELECTRONISCHE ONTWIKKELINGEN VOOR DE KONINKLIJKE
MARTNE (LEO)
LABORATORIUM ELECTRONISCHE ONTWTKKELTNGEN VOOR DE
KRTJGSMACHT (LEOK)
OVERGANG MEDISCH.BIOLOGISCH LABORATORIUM, I
CHEMISCH I-ABORATORIUM RVO-TNO EN TECHNOLOGISCH LABORATORIUM RVO-TNO NAAR PRINS MAURITS GEBOUW IN RIJSWIJK
WERKG ROEP WAARN EM I NG WORDT
a
SUMMARY ln 1947, the Dutch government decided to commission the Netherlands Organisation for Applied Scientific Research (TNO) to conduct the major part of its defence research. This was a remarkable choice considering that in most countries defence research labs are paft of the defence organisation itself. But although this decision increased the distance between TNO and its client, it has mostly had positive consequences for knowledge suppoft of the Ministry of Defence. For sixty years now, the thorough scientific research conducted by TNO has been a basis for important decisions in the armed forces. It ¡s no coincidence that the sixty-year relationship lletween the lVinistry of Defence and TNO coincides with a period of dramatic changes in the world. Key not¡ons such as the Cold War, NATO, nuclear weapons and shifting international relationships mark the L947-2OO7 period. The dynamic nature of conflicts calls for a different type of armed forces to be deployed in a diflerent way: all overthe world, on a wide range of missions, in close collaboration with civilian entities and often with small units specifically tailored to the situation. ln addition, the Ministry of Defence has become a 'structural partner' in safeguarding national security during crises, after disasters and against attacks. The need for technolory as a critical success factor for military operations is also changing. The ever-increasing importance of intelligence places high demands on sensors, information systems and networks. Operating in conditìons in which apparent calm can suddenly turn into an extremely violent situation creates a need for special protection measures. Unmanned systems, for example, can make a substantial contribution to long-term or dangerous tasks. However, the human factor is and will remain decisive in many situations. Adequate schooling and training and proper embedment of soldiers in a high-tech environment is crucial, now more than ever. lt is also important to note that ìn some cases, the operational pressure of ongoing missions requires the instant introduction of innovative system concepts in the field. Over the past sixty years,
the lVinistry of Defence and TNO have established a firm foundation for further co-operation. The more or less noncommittal relationship has changed into a strategic partnership in which both pafties express theìr commitmentto each other, with all the associated rights, duties and responsibil¡ties. Together, the partners will be able to continue responding adequately to the technological, socìal and military developments of the future. The Ministry of Defence and TNO: a vital paftnership.
SCHEIKUNDIG ARTILLERIE-INRICH.
VOOR PHYSISCHE N DE COMMISSIE TNO-WET
G
M IN LEIDEN
AAR TECHNISCHE
DER ARTILLERIENDI-,AAN
IN DELFT
D ALS CENTRAAL ORDT PHYSISCH ORDT PHYSISCH HTING RIJKSVERD
INE RADIO DIENST, OPRICHTING
BORATORIUM VAN
]ORIUM
RVO.TNO
RATORIUM WORDT
ORATORIUM DER
M RVO-TNO
IN SOESTERBERG IKKELING VORMT R DE KONINKLIJKE
ELINGEN VOOR DE LABORATORIUM,
ATORIUM RVO-TNO RNEMING WORDT
t
PAG
20 Grote hoeveelheden hout
en get
n de jaren tacht¡g
richting Soesterberg. :i. Daar v er rijzen m oc k- u P s'
. t.:
#qt-
-' E
1fë -iD
1
t:i':*/
a
__-¡ .*-*llì
{
,.ìù,
|
.,t ,æ"x i..H.
PAG 23 Beproeving van de Goalkeeper - met zeven lopen en een enorme wursnelheid - vraagt om aanpassing van het'trefferbeeldregistrat¡eapparaat'.
^'f
DEFENSIE EN TNO: EEN VITAAL
t
PARTNERSCHAP 60 JAAR TOEGEPAST ONDËRZOEK
VOORWOORD Generaal Dick Berliln Conrrnandant der Strijdkrachten
Met veel genoegen geef ik gehoor aan het verzoek om een voorwoord te schrijven over 60 1aar defensteonderzoek bij TNO. lVet veel genoegen, omciat ik trots ben op de betekenis van TNO voor Defellsie.
ln 1947 heeft cle overhejd het overgrote deel van het defensieonderzoek ondergebracht. Deze keuze was opmerkel¡k omdat in de meeste cJeel bleven uitmaken van de defendefensieondeaoekslaboratoria landen sieorganisatie zelf. Hoewel door dit besluìt de afstand tot de opdrachtgever werd vergroot, kan ik vandaag de dag constateren dat deze beslissing vooral positieve gevolgen heeft gehad voor de kennisondersteuning van b¡j TNO
Defensie. De afgelopen 60 jaar is veel veranderd b¡ Defensie. Een van die veranderingen is natuurl¡k dat onze middelen tegenwoordig technisch hoogwaardigerz¡n. Ook is het duidel¡k dat Defensie in de afgelopen 60 jaar voortdurend is geconfronteerd met uitdagingen die nieuwe kennis en innovatieve oplossingen vroegen. TNO heeft altijd aangetoond goed te kunnen reageren op de veranclerende behoeften van Defensie. Er ztjn zelfs operationeel anaiisten van TNO als reserveofficìer ingedeeld bij eenheden en daadwerkel¡k mee geweest op uitzending. TNO speelt een belangnjke ondersteunende rol bij de ontwikkeling over de volle breedte van activiteiten van de krijgsmacht. Daarnaast anticipeert TNO continu op toekomstige ontwikkelingen.
De Nederlandse defensieorgan isatie is tegenwoord ig wereldw¡ d actief. Veiligheid en stabiliteit staan daarbij centraal. TNO levert een onmisbare bijdrage in dit geheel. IVlede dankz¡ TNO kan Defensie duizenden militairen goed voorbereid en uitgerust op pad sturen. Graag wil il< dan ook de vele medewerkers van TNO die zich dagel¡jks inspannen voor Defensie bedanken voor hun geweldige inzet. En uiteraard feliciteer ik TNO met
het fantastische jubileum.
:f.
-t
rl tl'
lq
OORD VOORAF . Lex Hendrichs Directeur Defensie lVaterieel Organisatie 1O-jarige verbintenis van Defensie en TNO valt niet toevalligeruvijs met een periode waarin de wereld in een relatief korte t¡d gr¡jpend is veranderd. Kernbegrippen als de Koude Oorlog, NAVO, kernwapens en veranderende internationale verhoudingen typeren dit tijdvak !547-2007. Het karakter van de Nederlandse krugsmacht is in die 60 jaar drastisch veranderd van een groot staand leger met wereldw¡de koloniën tot wat zlj nu is: modern, doelmatifl en ingebed
in internationale samenwerking. De focus van de Nederlandse kr¡gsmacht is verschoven van oorlogsvoorbereiding naar vredesoperaties en bescherming. Met name na september 2001- is de toenemende samenwerking met civiele organisaties daaraan toegevoegd om de maatschappelijke veiligheid van de Nederlandse burger bl¡vend te kunnen garanderen. lVeer dan ooit staat Defensie midden in de maatschapp¡. Het defensieonderzoek en de samenwerking met TNO zljn b¡ al deze veranderingen van cruciaal belang geweest. lmmers het gedegen wetenschappelijk ondeaoek van TNO vormt al 60 jaar een basis voor belangr¡jke beslissingen b¡ de knjgsmacht. Steeds opnieuw heeft Defensie een beroep kunnen doen op de kennis en kunde van de mensen van TNO als het gaat om b¡voorbeeld de aankoop enlof ontwikkeling van nieuw materieel, over de verantwoorde inzet van mensen en middelen en de aard en grootte van de krìjgsmacht in het algemeen. TNO heeft daarb¡ alt¡d bl¡k gegeven van een vooruitziende blik. Zo is regelmatig ondezoek verricht naar defensie-zaken die op dat moment minder relevant leken, maar op (middel)lange termijn van groot belang bleken. Daarnaast levert TNO in samenwerking met de Nederlandse defensie-industrie een belangr¡ke bijdrage aan de ontwikkeling van defensietechnologie. Mede dankz¡ het ondezoek van TNO is de Nederlandse kr¡gsmacht in staat aan de meest moderne eisen te voldoen en in te spelen op actuele situaties. Het laatste decennium is de samenwerking tussen TNO en Defensie alleen maar hechter geworden. De min of meer vr¡blrjvende verbintenis is omgezet in een strategrsch partnerschap, waarin beide partrjen hun commitment hebben uitgesproken naar elkaar met alle rechten, plichten en verantwoordelijkheden clie daarbij horen.
ln de afgelopen 60 jaar hebben Defensie en TNO een stevig fundament gelegd voor verdere samenwerking. Samen zullen we ook in de toekomst adequaat kunnen inspelen op actuele technologische, maatschappelijke en militaire ontwikkelingen. Het paftnerschap is niet alleen al 60 jaar vitaal in de betekenis van 'levendig', maar ook vitaal vanwege het grote belang voor onze beide organisaties. Rest mU niets anders dan TNO te complimenteren met haar aandeel in dit 'vitale paftnerschap' met Defensie en te feliciteren met het 75-jarig bestaan als organisat¡e.
:flË)ËB\j Cees vatr DuwendUk Voorzitter lNO Raad voor het Defensieonderzoek
partnerschap. Een atnbitieuze titel. lo4aar wie Defensje en TN0: een vitaal leest die in dit boek zijtr beschreven, ontt¡ril
in clit boek.
60 jaar toegepast onclerzoek. Een inrposante subtitel. 60 jaar geleden het overgrote deel vatl het defensieonderzoek ondergebrae ht bij TNCI. De fleschiedenis van cie afzonderlijke laboratoria en onclerzoeksinstltuten gaat echter veel vereler terug. Zo slartten tn L927 twee medewerkers in cle cluinen van Den Haag met de o1:clracht om fusische principes toe te llassen in militaire uitrListing" Nog langer geleden - in 1838 - werd het Scheikundig Laboratorium opgericht. Daar vond onderzoek plaats näar explosreve materialen en de uitwerking van wapens. rvercJ
Een lange geschiedenis vraagt ook om een blik in de toekomst. Wat betekent c1e huiriige trend van exclusief clefensleonderzoek ¡raar integraal defensie- en veiligheiclsonderzoek? Hoe houden Defensie en TNO aansluiting bij de razendsnelle en omvangrtjke technologische ontwìhkelingen? U leest het in de beschreven ontwikkelingen en in het hoofdstuk'De toel
Geschiedenis en toekomst. Beide konren in dit lroel< aan de orde. lk wens lu veel leesplezier. lVaar bovenal feliciteer ik Defensie en alle medewerkers van TN0 Defensie en Veìlìgheid met deze prachtige rnijlpaal. Defensie en TNO: partners om werkelijk trots op te zijn.
APAR EN SMART-L Ei nd 1a ren tacht¡g studeren NAVO- pa rlne rs op uchtver decl I
¡gi
ngssystemen
die niet alleen zichzelf moeten kunnen verdedigen, maar ool< anclere schepen binnen een zekere afstand: de zogenaarncle gebiedsverdeciiging. Canada, Duitslancl, Nederland, Spanje, het Veren¡gd Koninkr¡k en cle Verenigde Staten werken samen in het programma NATO Anti-Air Warfare System. De inbreng van TNO bestaat onder meer uit missÍlesimulatres en propagatieoncle rzoek voor radar en infraroocj. Twee industriele consortia, beide met Nederlanelse betrokkenheiej, kr¡gen opdracht voor een systeemstudie. Eén consorlium wil komen tot een verl¡eterde versie van het Amerikaanse Aegis-systeem. Het anclere consortium bedenkt een geheel nieuw concept. Het gro[e verschil betreft de verdeling van de radaffuncties over twee radars en cJe keuze van cje irequentiebanden. De radars moeten in staat zijn doelen te detecteren - ook op zeer lage hoogte onder slechte propagätiecondities, veruolgens een groot aantal doelen te volgen, en ten slotte de verdecligingsnrissiles te geleicìen naar het doel. De oplossing van het tweede consor[ium biecit als voorrjelen cle detectie van doelen op lage hoogte (de seaskhnmers), en tle mogel¡kheicl om tegelükertrjd een groter aantal doelen te bestrijden. Als de landen het niet eens kulrnen worden, neemt Nederlanci het initiatief om samen met Duitsland en Canada de geprefereerde tweede oplossing verder te ontwikkelen. De sterke technologiepositie van Thales Neclerland en TNO maakt dit mogelijk. TNO heeft eruarlng met cle ontwikkeling van phased array radar-prototypes: radars waarbij c1e radarburrdel elektronisch wordt bestuurd en niet mechanisch door lreweging van de antenne. Bovendien zet TNo de toon met N4onolithic Microwave lntegratecl eircuits (lVMlC's) die de bouw van moderne vormen van radars mogel¡k maken. Thales past de technologie toe in de Active Phased Array Radar (ApAR). Thales voert de regie over de ontwikkeling en productie van het systeem met APAR en de langeafstandsradar SIVIART-1. Het wordt geinstalleercl op de vier Nederlanclse luchtverdeciigings- en commandofregatten (LCF's) die in de periocle 2OO2-2OO5 te waterworden gelaten en op drie Duitse Fl2{-fregallen. De Deense marine koopt ApAR en SI\IIART-L voor drje schepen.
Í
I
I
TL
tINGSVOOR ìers op luchtverdedigingssystemen verdedigen, maar ook anciere : zogenaamde gebiedsverdediging. het Verenigd Koninkrryk en de programma NATO Anti-Air Warfare .lder meer uit missilesimulaties en lrood. ederlandse betrokkenheid, krilgen ¡onsortium wil komen tot een verJrs-systeem. Het andere consort¡um I grote verschil betreft cie verdeling n de keuze van de frequentieban_ len te detecteren - ook op zeer ndities, vervolgens een groot aantal digingsmissiles te geleiden naar ;onsortium biedt als voordelen de seaskimmers), en de mogel¡kheid n te bestfljden. Cen, neemt Nederland het in¡tiatief geprefereerde tweede oplossi ng
ogiepositie van Thales Neclerland varing met de ontwikkej¡ng van aarbq de radarbundel elektronisch beweging van de antenne. ric Microwave lntegratecl Circuits nen van radars mogel¡k maken. ive Phased Array Radar (APAR). g en productie van het systeem
\RT-l. Het wordt geïnstalleerd ;- en commandofregatten (LCF,s) orden gelaten en op drie Duitse
t
APAR
en SMART-L voor drie
I
RR EEN LANGE GESCHIEDENIS; EEI,-I GEZONDE TÛEKÛMST Eind jaren twlnt¡g ontwikhelt de Commissle voor Physische Strijdmiddelen (later onelerSebracht bU TNO) ten behoeve van de Koninkl¡ke Lanclmacht een akoestisch luistertoesiel. De grote stalen 'orelr' stellen een waarnemer in staat de richting van een vliegtuig tot op één graad nar:wke ur¡g te bepa, len. Tijcìens beproevingerr met de radiozenderlontvänger worclt het principe ontdelrt van doeldetectie nret elektromagnetische goirren. llet elelrtrìsche luistertoestel - later radar genoemd - ciateert van 1.938. l-leL bepaalt de locatre van een vliegtuig aan de hand van zelf urtgezoncJen en via weer' kaatsing terugontvangen radiostraling. lnnovatief is de schakelÌng clie de zendpuls uitschakelt op het moment dat de ontvanger z.i1n werk clc¡et. Danltz¡ d¡t gepulste signaãl l
Na :1940 maakt radartechnologie een grote evolutie cloor. Aan zenclerzìjde is de magnetronbuis de eerslvolgencle onlwikkeling, gevolgd door de breedbandige microgolfuersterkerbuis en de huidige ltlonol i thlc lVicrowave lntegrated Circuits (fVlVlC's) . Aan radarontvangerzrjde wordt cle radiobuis al snel opgevolgd door de transistor en inrnlddels verschrjnt ook daar het VlMlC. De opkomst van cligitale techniehen en de computer maakt cle stap mogelijk naar geavanceerde signaalvenverkingsalgoritmen. n cle h Ltidige generatie actieve phased array raclar is alles verenigd. I
MIVIC-technologie maakt het mogelijk om van eik antenne-element eÊn radar toegepast ¡n onder meer het Patrìot-raketsysteem maal
ln 2007 kent radar een grote diversiteit aan toepassingen, van navigatie en gevechtsveldbewa king tot mijnopsporing en vogelwaarsch uw¡ng. N4et de combinatie van [\4l\/llC-technologie en geavanceerde cligitale signaalvenverking liggen nog talloze radartoepassingen in het verschiet. Naast toepassing in het mjlitaire clomein, cle zeevaaft en luchtverkeersleiding bestaatr tal van maatschappelijk georiönteerde toepassingen zoals het bepalen van de hoogte van het vloeistofniveau in olietanks, verkeersregelingssystemen en radarsystemen die door muren kunnen kijken.
NDE TOEKOMST
ie voor Physische Str¡dmiddelen
:
van de Koninkl¡ke Landmächt alen 'oren'stellen een waarnemer ,p één graad nauwkeurig te bepa, ¡der/ontvanger wordt het principe netische golven. Het elektrische eeft van 1938. Het bepaalt cie zelf uitgezonden en via weerrovatief is de schakellng die at de ontvanger z¡n werk cloet. rtoestel met slechts éón antenne t heeft Defensie twee van 'rsch luistertoestel doet clienst seker van het eerste uur 3n naar Groot-Brittannië, met de documentatie. Samen met aar aan de vervolmaklng van
wikkeling, gevolgd door de le huidige f\4onolithic Microwave .vangerzrjde wordt de radioburs niddels verschijnt ook rjaar het r en de computer maakt de stap l
:s verenigd. van elk antenne-element een ,ed array radar
-
toegepast in
akt plaats voor actieve phased tieve phased array radar (APAR) werkel¡k een multifunctieradar: zing, vuurleitiing en belichting
n toepassingen, vãn navigatie
en vogelwaarschuwing. lVet ;avanceerde cligitale signaalrgen in het verschiet. Naast aart en luchtverkeersleiding rrde toepassingen zoals het :au in olietanks, verkeersrer muren kunnen kijken" 1
FUNCTIONERING EN VEILIGHEID VAN MUNITI E OPTIMAAL ADVIES SINDS 1838 De geschiedenis van het onderzoek aan munitie begint al in 1838. Van oorsprong betreft dit het keuren en onderzoeken van explosieve stoffen en munitiecomponenten, vooral op het gebied van prestatie, betrouwbaarheid en gevaarzetting. Eind jaren zestig en begin laren zeventig wordt onderzoel< verricht aan een heat flow calorimeter waarmee de zelfontbranding van kru¡ten kan worclen voorspeld. Voor Defensie ontwikkelt TNO een methode om de totale kruitvoorraad regelmat¡g door te meten op zelfontbrandingsgevaar. De methode geldt inm¡ddels als een NAVO-standaard, en wordt in 2005 als hardware aan Brazilie geleverd. Terzijde: TNO heeft in haar kruitcollectie Muiclerkruit met een ouderdom van 1-05 jaar dat nog stabiel is - een uitzondering die de kwaliteit van dat Necierlandse product onder-
streeptl De afgelopen decennia worden steeds meer testmethoden ontwikkeld, veelal in internationaal samenwerklngsverband. Ook ontstaat een groter begrip van uiteenlopende gevaarsaspecten die eryoor zorgen dat explosieven onbedoeld detoneren, zoals wrijving, vonkontsteking, verhitting en mechanische schok. TNO is actief betrokken brj het opstellen van civiele regelgeving voor het omgaan met gevaarlijke stoffen, waaronder het 'oranje boek' van de Verenigde Naties. De NAVO en ook de Nederlanclse Defensie nemen deze standaard voor gevarenclassificatie over ten behoeve van munitieopslag en voor het vaststellen van veiligheidscirkels. Veiligheid en functionering gaan hand in hand. lmmers, honderd procent veilige munitie kan niet functioneren. ln de jaren zeventig ontwikkelt TNO de detonatietrein voor de NINA-nab¡heidsbuis van de Koninkl¡ke Landmacht. Ook evalueert zij het ontwerp van kruitladingen voor wat betreft mogelijke drukgolven. En zij onderzoekt weigeraars , flares (warmtebronnen die infraroodgeleide raketten misleiden), levensduur van munitje, en minder gevoelige explosieven. Een civiele spin-offvormen de ontwikkeling en productie door Aerospace Propulsion Products van turbinepompstarters en ontstekers voor de Ariane 5 van de Europese Ruimtevaar-torganisatie (ESA). Exploform, een andere civiele spin-off, maakt gebruik van het met behulp van explosieven vormen van complexe metaalclelen.
Nationale en internat¡onale samenwerking staan hoog op de agenda. Zo heeft TNO al decennialang z¡tting in het NAVO-panel AC/326 dat testmethoden voor munitie standaardiseert. Op deze wijze is het mogelijk om munitie en explosieve stoffen in internationaal kader te kwalificeren en Defensie optimaal te advjseren b¡ de kwalificatie van alle nieuwe munitie.
tI
]RING IEID VAN munjtie begint al in 1838. Van :rzoeken van explosieve stoflen en ied van prestatie, betrouwbaarheid 'gin laren zeventig wordt onrjerzoek
aarmee de zelfontbranding van :nsie ontwikkelt TNO een methode )or te meten op zelfontbrandingseen NAVO-standaard, en wordt :rd. Terzijde: TNO heeft in haar Jom van 105 jaar dat nog stabjel
dat Nederlandse product oncler-
reer testmethoden ontwikkeld,
rband. Ook ontstaat een groter ¡n die ervoor zorgen dat explosievonkontsteking, verhitting en ken blj het opstellen van civiele ¡ke stoffen, waaronder het e NAVO en ook de Nederlandse ,arenclassificatie over ten behoeve r
van veiligheidscirkels.
rand. lmmers, honderd procent laren zevent¡g ontwikkelt heidsbuis van de Koninkl¡ke van kruitladingen voor wat zoekt weigeraars, flares (warmte;leiden), levensduur van munrtie, ele spin-off vormen de ontwikkeon Products van turbinepomprn de Europese Ruimtevaartciviele spin-off, maakt gebruik 3n van complexe metaaldelen. le
I
staan hoog op de agenda.
t NAVO-panel ACl326 dat tesr)p deze wijze is het mogelr1k om naal kader te kwalrficeren en
lificatie van alle nieuwe munitie.
SOLDAATEFFECTIVITEIT VAN GI NAAR LOPEND WAPENSYSTEEM ln de periode na de Tweede Wereldoorlog bezit de soldaat een geweer, moet hrj naast de tank lopen en heeft h¡ z¡n handen vol aan het in stand houden van zichzelf. Zrjn uitrusting bestaat uÌt niet meer dan de moderniserlngen die Napoleon heeft ingevoerd, zoals de webbing en de tassen, en biedt nauwelijks bescherming. Weliswaar wordt in de jaren zestig het optreden van de infanterie gemechaniseerd, maar pas in de late jaren zestig dringt het besef door dat ook de persoonlijke uitrusting moderner moet worden. Echteç de soldaat vragen wat hU wil is niet de gewoonte.
Ondezoek van kleding komt op gang als in de jaren zeventis de NBCpakken (pakken voor nucleaire, biologische en chemische bescherming) moeten worden vervangen door veel betere, maar dikkere pakken waarin de soldaat het veel te warm krìjgt. De Koninkl¡ke Landmacht begrijpt dat kennis van draagbaarheid moet worden opgebouwd, en geeft TNO daartoe opdracht. TNO brengt de ongewone boodschap dat comfort geen overbodige luxe is, maar een voorwaarde voor functioneren. Dan volgt een stroomversnel n g, N ieuwe basisgevechtskled n g, waterdichte bu lten kleding, nieuwe gevechtslaarzen en sokken, een kunststof helm, een warme slaapzak en andere uitrusting worden gezamenl¡k door de landmacht, TNO en de industrie tot stand gebracht en door het KPU-bedrijf veruvorven. I i
i
Het einde van de Koude Oorlog betekent een enorme verandering voor de uitrusting die volledis is afgestemd op het optreden op de Noord-Duitse laagvlakte. De taakstelling en het operatiegebied worden in korte t¡d aangepast. Er moet jungle- en desert-uitrusting komen. Het risico op de Balkan blijkt veel groter dan in het rustige Dultsland en dus komen veiligheid en bescherming op de agenda. Ballistische vesten met harde platen en scheúruerende helmen worden ingevoerd. TNO ondezoekt de beschermende werking en hamert erop dat het goed dragen van de bescherming ook belangr¡k is. De omvorming naar een beroepsleger is de tweede revolutie. Uitrusting die te duur was voor dienstplichtigen, ligt nu binnen bereik. Na de Eerste Golfoorlog besluiten de VerenÌgde Staten tot een technologische sprong vooruit, die uitgroeit tot Soldier Modernisation. De Nederlandse krijgsmacht volgt met ondersteuning van TNO. De soldaat dient beter zicht te kr¡gen, betere Situational Awareness, meer vechtend vermogen en vooral een meer flexibele inzetbaarheid. Naar ven¡vachting wordt in 2OIO een eerste soldaatsysteem met zulke eigenschappen in Nederland ingevoerd.
EIT
\
¡.\ï
v I
I bezit cle soldâat een geweer, zijn handen vol aan het in stancl at uit niet meer dan de modernioals de webbing en de tassen, aar wordt in de jaren zestig het
ì
\ I
ì!
rrd, maar pas in de lale laren :rsoon ijke uitrusting moclerner \iat hrj wil ¡s niet de gewoonte. I
in de jarerr zevent¡g de NBCre en chemische bescherming) re. maar clikkere pakhen waarin rinkl¡ke Landmacht begrlpt rn opgebouwd, en geeft TNO ne boodschap dat comfort geen voor functioneren. Dan volgt een rleding, waterd ichte buiten kleeen kunststof helm, een warme rmenl¡k door de landmacht, r door het KPU-bedr¡f verworuelr.
I je
-àt-a
het optreden op de Noord-Duitse gebied worden in korte tijd rsting komen. Het risico op de Dujtsland en dus komen veiligtische vesten met harcle pla[en rd. TNO onderzoekt de beschered dragen van de bescherming beroepsleger is de tweede revotplichtigen, ligt nu binnen bereik. rigde Staten tot een technolo-
iier fVlodernisation. De Nederg van TNO. De soldaat client
-
f.i': t-.
I
,.i.
','þh*
:1.,te,-5rl
\ I
2006
len enorme verandering vor:r
/areness, meer vechtend veraarheid. Naar venvachting wordt rlke eigenschappen in Neclerland
tot effectief optreden ligt bij snelle informatie. Door de studies van TNO en de realisatie van de Commun¡catie en lnformatie Module door Thales bereikt informatie nu de ¡ndividuele soldaat. De sleutel
-år{
GEVECHTSVELD SIMULATI E EEN KUNSTMATIGE WERKELIJKHEID ALS BASIS VOOR OBJECTIEVE ANALYSE Tot de tweede helft van de jaren zeventig is voor het analyseren en plan-
nen van het gevecht de warg,ame het belangr¡kste instrument. Traditioneel is wargaming een handmatige exercitie, maar de verdergaande informatisering opent de mogel¡kheid tot computerondersteuning en zelfs tot zogenaamde gesloten gevechtssim ulatlemodel len. Computera lgoritmen zijn in staat om zonder menselijke tussenkomst talloze ¡nzetopties door te rekenen. TNO heeft hiervoor het Duitse model EINFALL beschikbaar. Het besch rijft gevechtsha ndel ngen met Lanchester-vergel ijki ngen : een grove benadering van de werkel¡kheid, als uitkomst van abstracte wiskundige analyse. Vrij snel volgen diverse verbeteringen, zoals een driedimensionaal beeld van het terrein en een gedetailleerde weergave van de vuurkracht, mobilite¡t, kwetsbaarheid en logistlek van de wapensystemen. Het leidt tot grotere objectiviteit en onderbouwing omdat in de analyses reèle tt.¡d-, ruimte- en logistieke factoren kunnen worden meegenomen in plaats van moeilijk toetsbare aannames. i
De voorgenomen een-op-eenvervanging van de Centurion-tank is aanleiding tot de studie PABfVllX. Een specifiek aanvalswapen zoals een tank l¡kt strUdig met de verdedigende taak van de Nederlandse krijgsmacht op de Noord-Duitse laagvlakte. Een deel van de gevechtskracht kan ook worden geleverd door een verdedigend wapen: de antitankmissile TOW (tube launched, optically tracked, wire command l¡nk gulded). Met PABN/lX brengt TNO de optimale samenstelling van het Eerste Legerkorps binnen het NAVO-optreden gedetailleerd in kaaft. Defensie volgt het advies en besluit tot aanschaf van zowel tanks als TOW's. Begin jaren tachtig vraagt ook de veldartillerie van het Eerste Legerkorps om modernisering. ln de Operations Research Studie Veld Artillerie (ORSVA) bestudeeft TNO de effectiviteit van de veldartillerie, afgemeten aan de invloed op het manoeuvregevecht. Uitkomst van de studle ¡s dat grondwapensysteembestrìjding hoge prioriteit verdient. Het leidt tot de aanschaf van het Amerlkaanse Multiple Launch Rocket System, naast de modernisering van de aftillerievuurmonden. Bovendien worden de nfanterie-een heden standaard versterkt met ta nks tot pantseri nfanteriei
eenheden.
Met het einde van de Koude Oorlog verschuift de aandacht naar kleinere aantallen en scenario's die zich afspelen op lager organisatieniveau. De Verenigde Staten ontwikkelen samen met Nederland het lnfantry Warrior Simulation-model (IWARS), Het model, dat de soldaat beschouwt als systeem, simuleeft ook vredesmissies met gebruik van Network Enabled Capabilities, inclusief operaties in verstedel¡kt gebied. Sinds eind 2006 is de eerste versie van IWARS beschikbaar.
/ELD-
\
F\
BASIS VOOR OBJECTIEVE
voor het analyseren en planrgrUkste instrument. Traditioneel
rar de verdergaande informatirndersteuning en zelfs tot
rdellen. Computeralgoritmen ¡mst talloze inzetopties door te
del EINFALL beschikbaar. Het ,ster-vergelijkingen: een grove rst van abstracte wiskundige ¡en, zoals een driedimensionaal weergave van de vuurkracht,
(aMlGO Research zetTNO ook in ten behoeve van de Koninklijke actief betrokken bij een aantal projecten rond optreden (lGO). Het grote lGO-project @MIGO - spreek uit:
Haar kennis van Operations N4arechaussee. Zo is de organisatie
rnformatiegestuurd
Amigo_heeftalsdoelstellinghetmobieletoez¡chtopVreemdel¡ngenteVerbeteren
gekoppelde databases en uitge,,""|. r¡OO"l van betrouwbare kentekenherkenning, project werken de marechaussee en TNO breide analysemogelijkheden. Binnen het samen op het grensvlak van de hedendaagse technolog¡e.
'\
e wapensystemen. Het leidt ndat in de analyses reële tijd-, en meegenomen in plaats
r de Centurion-tank is aanleirnvalswapen zoals een tank
le Nederlandse kr¡gsmacht n de gevechtskracht kan ook ,en: de antitankmissile TOW
MATERIEELAANSCHAF
mand link guided). Met PABÍVIX het Eerste Legerkorps binnen )efensie volgt het advies en
De mogelijkheid om via computermodellering snel en gedeta¡lleerd inzetscenario's door te lopen, al dan niet met menselijke interactie, geeft een nieuwe impuls aan de analytische onderbouwìng van wapenm¡xstudies. Deze analyses zrjn vooral nuttig om te exper¡menteren met heel nieuwe systemen en wijzen van optreden. Zo wordt in de jaren negentig gevechtsveldsi mu latie onder meer toegepast bij de aanschaf van de Apache-helikoptel verschietbare mijnen en Copperhead-aftiller¡emunitie.
W's. rie van het Eerste Legerkorps 'ch Studie Veld Artillerie r de veldartiller¡e, afgemeten J¡tkomst van de studie is dat :it verdient. Het leidt tot de tnch Rocket System, naast en. Bovenclien worden de rt tanks tot pantserinfanterie-
rift de aandacht naar kleìnere r lager organisatieniveau. De Jederland het lnfantry Warrior de soldaat beschouwt als gebruik van Network Enabled Ukr
1982
gebied. Sinds eind 2006
Een spin-off van gevechtsveldsimulaties ten behoeve van materieelaanschaf, is de toepassing voor trainingsdoeleinden en voor het opstellen van doctrines. De commando- en staftrainer KIBOWI simuleert realtime en zeer gedetailleerd de gevechtsomgeving, de eenheden en de
processen op het gevechtsveld. KIBOWI is bovendien transportabel, zodat het op iedere gewenste locatie kan worden gebruikt. De faciliteit is in gebruik bij de Koninklijke Landmacht sinds 1982 - in eerste aanleg als SOLTAU en vanaf 1990 als KlBOWl. ln 2OO4 verschijnt de nieuwe versie KIBOWI Multi Platform.
ROBIN VOGELTREKMETING MET RADAR
De kans op aanvaringen met vogels wordt door de Konink|1ke Luchtmacht bijzonder serieus genomen. Factoren van belang zijn onder meer de risico's voor de vlieger en de kosten van moderne straalvliegtuigen.Vogelaanvaringen en route laten zich, anders dan aanvaringen boven het vfiegveld, alleen bestrrjden door zogenaa mde vogeltrekwaarschuwingen. De u ¡tdag¡ng is dus om grote vogelvliegactiviteit snel en op grote schaal te meten, en liefst met redelljke nauwkeurigheid te voorspellen. Radar is het meest geschikte instrument voor het meten van vogelvlieg-
activiteit. Dit instrument heeft een groot afstandsbereik, kent de mogeltjkheid om vogeldichtheid te meten en is onafhankel¡k van daglicht. Doordat vogels de gewoonte hebben om zich t¡dens de trek in groepen te verplaatsen, tamelijk gelljkmatig boven het aardoppervlak verspreid, kunnen ze worden onderscheiden van overige objecten, zoals vliegtuigen, neerslag en landmassa's met begroeiing en bebouwing. Om het aanvaringsgevaar tussen vogels en vl¡egtuigen van de luchtmacht zo veel mogelijk te beperken wordt.¡arenlang gebruikgemaakt van observatie van de vogeltrek door een radaroperator. ln 1976, als de nieuwe Radar Post Noord in het Friese Wier voor dit doel wordt bestemd, wenst de luchtmacht over te stappen op een elektronisch vogeltrekdetectie- en registratiesysteem. Het beoogde systeem is gebaseerd op Faust, een toepassing van de Deense luchtmacht. Een en ander resulteert in l_978 in de opdracht aan TNO tot vervaardiging van het analoge systeem Kast met lntegrale Elektronische Vogeltrek lntensiteit Tellers (KlEVIT), later gevolgd door het digitale systeem Radar Oberseruation of Bird lntensity (ROBIN), dat met beeldven¡verklng en patroonherkenning tot nog betere resultaten leidt.
Sinds de invoer van het ROBIN-systeem brj de luchtmacht is het aantal botsingen tussen vogels en vliegtuigen rond luchtmachtbases met meer dan v¡ftig procent afgenomen. ln 2005 neemt ook de Belgische luchtmacht ROBIN in gebruik.
door de Koninkl¡ke Luchtmacht )elang zijn onder meer de risico's straalvl iegtu gen.Vogelaanvavaringen boven het vl¡egveld, ekwaarschuwingen. De uitdaging op grote schaal te meten, en spellen. i
cor het meten van vogelvliegstandsbereik, kent de mogelijkrfhankelijk van daglicht. Doordat s de trek in groepen te verplaatpervlak verspreid, kunnen ze n, zoals vliegtuigen, neerslag
)
>
l(ennis van trekstrategieën van versch¡l lende soorten vogels gecombineerd met kennis op het geb¡ed van radar en signaalverwerking leidt tot lìet un¡eke Product.
rrnS.
vliegtuigen van de luchtmacht
lg gebru¡kgemaakt van obsertor. ln 1976, als de nieuwe it doel wordt bestemd, wenst itron isch vogeltrekdetectie- en s gebaseerd op Faust, een
r en ander resulteert in 1978 an het analoge systeem Kast siteit Tellers (KlEVlT), later lerservation of Bird lntensity ronherkenning tot nog betere
de luchtmacht is het aantal luchtmachtbases met meer :mt ook de Belgische lucht-
i
PRESENTATIESYSTEEM ROBIN bestaat u¡t een registratiesysteem en een presentat¡esysteem. Het registratiesysteem bevindt zich bij de radar, maar het presentatiesysteem kan op iedere gewenste locatie worden opgesteld. Beeldverwerking en patroonherkenntng ondersteunen de gebruiker bij de interpretatre van de radarbeelden. Criteria die worden
gebruikt zijn: omvang en sterkte van de echo's, ruimtelijke spreiding, samenhang van reflecties, bewegingsrichting en snelheid.
BIOLOGISCHE BESCHERMING SNELLE EN BETROUWBARE DETECTIE Tot eind jaren negentig staat de belangstelling voor biologische dreiging in de schaduw van die voor chemische dreiging. Eerst in R¡sw¡k en later in Leiden beperkt TNO zich tot diagnostiek en vaccinatie. ln R¡sw¡k richt het
ondezoek zich met bescheiden inspanning op dreigingsanalyse. ln 2001 brengt het doelfi nancieringsprogram ma' Passieve verded igì ng tegen N BCwapens' daarin verandering. Om haar kennis en prakt¡kervaring op het gewenste hoge niveau te brengen, investeert TNO in expertises, verkennend ondezoek, faciliteiten en stammencollecties. Bovendien werkt zij samen met universiteiten en internationale organisaties. Een deel van de inspanning is een afspiegeling van het ondezoek aan chemische bescherm ing: onderwerpen als dreigingsanalyse, detectie en d lagnose, identificatie, besmettingsbeheersing, fysieke bescherming en medische tegenmaatregelen z¡n van toepassing op zowel biologische als chemische beschermÌng. Nieuw te verweruen kennis betreft onder meer genoomen proteoomtechnologie, nanotechnologie en medische microblologie. Opnieuw beschouwd wordt het ondenverp aerosolfusica. Ook in de civiele wereld ontstaat bijzondere aandacht voor de dreiging van biologische str¡dmiddelen. De voor Defensie opgebouwde kennis kan goed worden gebruikt voor veiligheidsdoeleinden. Zo wordt naast hef 24 uurs emer1iency response-team voor chemische dreiging een soortgelijke dienst ingericht, die in geval van biologische incidenten snel kan worden opgeroepen.
ln internationaal verband wordt onderkend dat de bescherming van nationale krrjgsmachten tegen N BC-str¡d middelen verbetering behoeft om het voortzettingsvermogen te waarborgen - juist ook out of area (buiten het grondgebied van de NAVO) en urban (in verstedel¡kt gebied). Bij diverse internationale initiatieven en behoeftestellìngen om in te spelen op de veranderende veiligheidssituatie, speelt NBC-bescherming dan ook een nadrukkel¡ke rol. Met de relatief jonge technologie 'Biologische bescherming' wordt in korte t¡d veel bereikt, met name op het gebied van snelle detectie. Bij de ontwikkelìng van het Bioaerosolalarm maakt TNO strategisch gebruik van de sterke kennispositie die z¡ heeft opgebouwd op het gebied van chemische str¡dmiddelen en massaspectrometrie. ln 2OO7 werkt de organisatie samen met de Technische Universiteit Delft en de Duitse firma Bruker Daltonics aan de vercommercialisering van het detectiesysteem. Defensie hecht groot belang aan het alarmeringsapparaat omdat snelle, zeer specifieke alarmering nog nergens in de wereld verkr¡gbaar is.
BIOAEROSOLAI-ARM
JE
ING
tor
,-'11 ng voor biologische dreiging in g. Eerst in Rijswrjk en later in
vaccinatie. ln R¡sw¡k richt het op dreigingsanalyse. ln 2001;sjeve verdediging tegen NBCs en prakt¡kervaring op het rt TNO in expeftises, verkenllecties. Bovendien werkt zij organisaties. Een deel van ndeaoek aan chemische rlyse, detectie en diagnose, : bescherming en medische wel biologische als chemische rtreft onder meer genoomln medische microbiologie. erosolñ7sica.
aandacht voor de dreiging
:nsie opgebouwde kennis leleinden. Zo wordt naast ' chemische dreiging een t biologische incidenten snel
lat de bescherming van ldelen verbeterìng behoeft n - juist ook out of area
,ban (in verstedelUkt gebied). oeftestellingen om in te ie, speelt NBC-bescherming
le bescherming' wordt in ied van snelle detectie. B¡ rakt TNO strategisch gebruik ebouwd op het gebied van
netrie, ln 2007 werkt de rsiteit Delft en de Duitse firma rg van het detectiesysteem. ringsapparaat omdat snelle,
: wereld verkrijgbaar is.
Het geoctrooieerde bioaerosolalarm is gebâseerd op aeroso/ time-of-fl¡ght-massa-
¿t;
il
iilj
minder gevoelig voor valse alarmeringen.
COMMAND)o CENTRALE S EN SCHEEPSB3R UGGEN DE MENSELIJKE MAAT AAN BOORD Grote hoeveelheclen hout en pvc worden in de jaren tachlig getranspor, teerd richting Soesterberg. Daar verrijzen mock-ups (schaalmodellen tot op ware grootte) van delen van het N/-fregat en de Walrusl
eeftTNO in opdracht van de Koninkl¡ke Marine de ruimtebenutting en de fysiek-ergonomische aspecten, en kan zrj irr een vroeg stadium de nodige verbeteringen aangegeven in het complexe olrtwerp. ln de jaren negentig wordt de modelbouw verrijlrt met digitale ontwerptechnieken en toepassingen van Viftual Environment-technologie. De gebruiker wordt 'ondergedompeld' in een virtuele versie van zijn toekomstige werkomgeving, en ervaart hoe de diverse ergonomische aspecten leiden tot een functionele indeling. Maar de rol van de houten mock-up is nog niet uitgespeeld. Voor de commandocentrale van het LCF en cle Joint Operations Room van het Landing Platform Dock Hr.N4s. Johan cle Witt bew¡st de mock-up nog duidellk zijn nut in het beoorelelen van ruimten gericht op samenwerking in groter teamverband. lnmiddels veftegenwoordigen de adviezen een breed pakket aan onderzoek dat vele kanten van de menselijke maat laät zien. De toenenrencje stroom aan informatie die in de operationele ruimten moet worden veruerkt en de complexiteìt van de systemen leiden tot gew¡zigde behoeften. Die betreffen bijvoorbeeld de cognitieve belast¡ng die taakuitvoering met zich meebrengt en de wijze waarop computerondersteuning deze belasting kan doen verminderen. 0nder de noemer mens-systeemtaakintegratie onderzoel<,t TNO nieuwe vormen van samenwerking en ondersteun¡ng, zoals adaptieve interfaces en adaptieve automatisering. Ook het streven naar bemanningsreductie wordt een belangrijk onderuverp. Hoe kunnen pieken in taakbelasting worden opgevangen in kleiner teamverband en met een meer dynamische taakverdeling? De eerste vruchten van het denkwerk worden geplukt in het ontwerp van de nieuw te bouwen patrouilleschepen en het Joint Support Ship. fVet name voor het patrouilleschip realiseert TNO vernieuwende stappen in het werken met kleine, flexibele tearns en een volledige integratie van traditioneel gescheiden operationele ru¡mten zoals brug, commandocentrale en technische centrale. De vele bezoeken die ook buitenlandse marines aan de schepen brengen maken duidel¡k dat in gerealiseerde functionaliteit en integratie de marine een voortrekkersrol vervult die veel bewondering afdwingt.
EN
UGGEN jaren tachtig getranspor.ups (schaalmodellen tot
l de Wal rusklasse-onderzeeran de Walrus die op basis and van de mock-ups evalu-
de ruimtebenutting en de n vroeg stadium de nodige
¡
werp.
lkt met digitale ontwerptechrt-technologie. De gebruiker nn zijn toekomstige werksche aspecten leiden tot ruten mock-up is nog niet et LCF en de Joint ck Hr.l\4s. Johan de Witt t beoordelen van ruimten
JOINT OPERATIONS ROOM Aan de hand van een mock-up van de Joint Operations Room op het Landing Platform Dock (LPD2) ondezoekt TNO het optimale ontwerp van een
operationele ruimte waarin landmacht, luchtmacht en marine aan boord van een schip op een efficiënte en effect¡eve manier kunnen samenwerken.
d.
breed pakket aan onderzoek
en. De toenemende stroom noet worden verwerkt en ,v¡zigde behoeften. Die
jie taakuitvoering met zich steuning deze belasting s-systeemtaa ki ntegratie 'king en ondersteuning, atisering. Ook het streven ondenverp. Hoe kunnen kleiner teamverband en :erste vruchten van het e nieuw te bouwen patrouilìe voor het patrouilleschip :rken met kleine, flexibele eel geschetden operationele hnische centrale. aan de schepen brengen li[eit en integratie de marine rs
ìg afdwìngt.
KLEURENBEELDSCHERM Op het M-fregat doet het kleurenbeeldscherm zijn intrede. Voor diverse toepassingen specificeert TNO hoe kleuren op een effect¡eve wijze kunnen worden gebru¡kt.
r tt
r tt
r rt
J J J J
!i ,li
) J
rl ¡
tÍi rìt lrtr)r
9: t(.1
¡lËüilÉ
irIIr,l gr o[t:t e r;pllcrvliilii csr:l Ir:¡tci I vLtI ,rijn rttocr dair vlji'iì¡1 :jyriorrr,)il vcrl,i{)(
r
H6¡lg
t t
J
¡
J
J
,ehoefte aan een luch[ve r-
l
snelle en laagvliegenele ret in staat zijn om missiles rle tijd oP voldoende
le
Í\AVO formulecrL sL¿l'ei
l<e
ontwikkelìng. Nederland
e GoalkeePer.
klijke I\larine, llollandsclrt:
¡dar en systeemveranluithoorn (munitie). TNO rttlikkeltrrP;. van de elrcin met de €valuatie valr schouwl TN0 vooral ele 3erl- en sPecil'iceer-t zil deze rspellend onderzc¡eh naar de acle aan lrel anlischiPmissile ,nelheid 'valt de keuze oP kaanse aanvalsvliegtu ig kaliber met een harde kern,
rreri
netratlevermogen. ,.
antischiPmissiles blijkt dat
lreiging vormen. Een allesook dat een warheacl kill lol risslle op volcloetlde afstand rt de munitie de gehele voor,aarna voldocnde cnergic rgen. Om aan deze strenge r Data Exchange Agreement lenter, waarin essentiöle ,an dergelijke munltie worden : TNO een standaarcltest voor Bovendien komt zij tot it van de GoalkeePer te rt 1984, waarna de industrie rct.
opperulakteschePen van c1e n vrlftlg systemen verkocht.
LEGERKORPSCOMMUNICATI E VAN LIJN NAAR SATELLIET ln de decennia na de Tweede Wereldoorlog heeft het Eerste Legerkorps een overzichtel¡ke taak: het verdecligt een gebied van tachtig b¡ honderd
kilometer op de Noord-Duìtse laagvlakte. Comlnunicatie tussen comman- steeds handmatig aan te leggen - lijnverblnclingen of via in c1e loop der t¡d gerealiseerde opstijgpunten. Halvenvege de jaren vrlftig worclt cìe lrjnverbinding veruangen door een straalverl¡inding die radiogolven in een bepaalde richting uitzendt. Niet alleen levert het opbouwen van de draadloze straalverbinding een aanzienlijke tUdwinst op; ook kan het telefoon- en telexverkeer tussen commatrdoposten nu over grotere afstanden plaatsvinden. cloposten gebeuft via
Aanvankelijk worden de straalverbindingen alleen gebruikt tLtssen de commandoposten. Om nog sneller te kunnen verplaatsen, bestäat behoefte aan een geb¡edbedekkend communicatiestelsel. De oplossing is het zogenaamde rayonverbìndingsstelsel: een stelsel van zes knooppunten, onderling verbonden met twaalfkanaalsstraalverbinding. 0mdat de knooppunten ook kunnen worden gekoppeld met civiele telefoonlijnen aan het territoriale verbindingsstelsel, kunnen de commandoposten op iedere plaats in het vermaasde netwerk 'inhaken'. ln I97I ziln alle eenheden tot en met brigadeniveau op dit systeem aangesloten. De expertise van TN0 wordt ìngezet om het systeem, dat gepaard gaat met vijftien meter hoge masten en drietonners vol technische apparatuur, draalend te krugen. Ook onclerzoekt TNO de propagatie- en antenne-eìgenschappen, om onder meer te weten te komen hoe ver de antennemasten uìt elkaar kunnen
worden gezet. Volledige automatisering vindt plaats in de jaren tachtig met de invoering van het beveiligde netwerk ZODIAC (zone, digitaal, automatisch, cryptografisch beveiligd). TNO is sparringpartner van Defensie in het specificeren en testen van het revolutionaire door Hollandsche Signaalapparaten N.V. (nu Thales Nederland) ontwikkelde systeem" Ook voeft TNO deelontwikkelingen uit, en verricht zij experimenten met clatacommunìcatie. De uitdag¡ng is om ZODIAC in nationaal verband te optimaliseren én om het te koppelen aan alle verschillende systemen van de NAVO-paftners. lVlet het einde van de Koude Oorlog en de veranderende rol van de kr¡gsmacht in onbekende en uitgestrel(te operatiegebieden, veranderen opnieuw de eìsen aan het communlcatiestelsel. Defensie kiest nlet voor een rnidlife-update van ZODIAC, maar zi1 besluit tot eigen ontwikkeling van TITAAN: een digitaal systeem, opgebouwd uit militaire componenten en civiele onderdelen, dat geschikt wordt gemaakt voor militair gebruik. Naar behoefte kunnen in rap tempo netwerken in de commandoposten worden uitgerold die met straalverbindingen, radio, glasvezel en met behulp van satellietverbindingen onderling zijn verbonden. TNO mederichtingbepalend voor de concepten en de technologie - denkt mee, specificeeft, ontwikkelt mee en levert inhoudel¡ke bijdragen zoals de FM2OO-adapterbox.
ret Eerste LegerkorPs van tachtig bij honderd licatie tussen commaneggen - l¡nverbindingen :n. Halveruege de jaren ;traalverbinding die radlo:n levert het oPbouwen tljdwinst oP; ook kan )sten nu over grotere
gebruikt tussen de )laatsen, bestaat estelsel. De oPlossing is lseì van zes knooPPunten'
nding. Omdat de knooPtelefoonlijnen aan het rdoposten oP iedere 71zi1n alle eenheden r
:ten. De exPertise
van
gaat met vijftlen meter ratuur, draaiend te krijgen. :igenschaPPen, om onder ten ult elkaar kunnen
tachtig met de invoering l, automatisch, cryPtograrsie in het sPecificeren en ignaalapparaten N.V. (nu rrt TNO deelontwikkelingen nicatie. De uitdaging is r én om het te koPPelen trtners.
lerende rol van de iegebieden, veranderen Defensie kiest niet voor tot elgen ontwlkkeling van litaire comPonenten en ¡oor milìtair gebru¡k. Naar :ommandoPosten worden lezel en met behulP van NO - mederichtingbeparkt mee, sPecificeert, ontls de FN/200-adaPterbox.
FM2OO-ADAPTERBOX Omdat in TITMN nog wordt gebruikgemaaK van de straalzenders van ZODIAC, bestaat behoefte aan een interface. ln nauwe samenwerking met de Koninklijke Landmacht ontwerpt TNO de FM2OO-adapterbox.
MENS-MACHINE' INTERFACES WAARNEMEN, VERWERKEI\, BESLISSEN EN HANDELEN gebied van Als TNO in de jaren zeventig de eerste schreden zet op het snijvlal< van problemen het op met Human Factors, houdt zij zich al bezig veruverbeter informatie visuele mensen kunnen mens en systeem. Hoe nlet alleen vergen De kwestles verstaan? beter zrj spraak ken? Hoe kunnen van kennis ooh om zilvragen maar waarneming, menseltjke de in inzicht cle sys[emen waarmee mensen werken. Het ondeaoek leidt tot adviezen over kleurgebruik en verlichting op cle scheepsbrug en bij radaroperators. gebruilrte Een ander resultaat is de revolutionaire, inmiddels wereldwijd radio zoaìs methode om cle kwalite¡t van spraakcommunicatiemiddelen systemen mensen waarop w¡ze de te meten. Latere vragen betreffen besturen zoals een mammoettanker die de Nieuwe waterweg binnen-
-
vaart - en hoe operators zoals verkeersleiclers informatie ven¿verken. Een en ancler leidt tot integrale studies van de gehele cyclus van waarnemen, verwerken, besìissen en handelen. ìn 2OO7 is kennls van de cyclus nog altijti relevant, of het nu gaat om het gebruik van mobiele interfaces in het veld, om het op afstand besturen van voertuigen, of om het aankoppelen van de brandstoftoevoerslang van een tankervliegtuig. Om het waarnemen en ven¡lerken sneller en gemakkelijker te maken, ontwlkkeltTNO Ìn de loop cler jaren een palet aan'intujÏieve' intefaces die informatle driedimensionaal in cle ruimte weergeven of zelfs met trillers op de huicl voelbaar maken. Hierdoor kan de piloot van een F-16 horen waar een dreiging vandaan komt en op een 3D-display zien welke informatie relevant is, en kan een helìkoptervlieger beter voelen hoe een landìng lr¡ slecht zicht verloopt. Om het beeld van een nachtzichtkiil<er beter te kunnen interpreteren wordt een intultieve inter-face ontwikkeld die zorgt voor weergave in rratuurlijke kleuren, en die als handzaam vizier op een wapen kan worden gemonteerd. De kennis over menselijke waarneming worclt niet alleen toegepast in de studie van mens-machine-inteffaces. TNO ontwikkelt verschillende middelen ten behoeve van visuele en auditieve keurlng, zoals de gezichtsscherptel(aart (1969) en de dieptezientest (I975). En mede dankzij het onder-
zoek naar de subjectieve hinder van schietgeluid kunnen militairen in het clichtbevolkte Neclerlancl blijven oefenen zonder grote weerstand van omwonenden oP te wekken'
TANKER REMOTE VISIONSYSTEM De Koninklijke Luchtmacht voert sinds 1995 bijtankoperat¡es uit in de lucht met tankervliegtuigen van het type KDC-10. ln 2003 vraagt de luchtmacht aan TNO om met het Nederlandse bedrijfsleven een upgrade uit te voeren van het camerazichtsysteem. ln de prototypefase wordt samen met de luchtmacht een compleet nieuw zichtsysteem ontwikkeld dat vele malen beter is dan het origineel. Op bas¡s hiervan wordt besloten over te gaan tot productie. Levering: najaar 2OO7.
NDELEN
3t op het gebied van -nen op het snijvlak van
formatie beter ventrerwesties vergen niet alleen 1en ook om kennis van rzoek leidt tot adviezen g en bU radaroPerators. s wereldwijd gebruikte emtddelen zoals radio p mensen systemen uwe Waten¡veg blnnen-
ormatle venryerken. rhele cyclus van waar-
rt, of het nu gaat om het
;t op afstand besturen van stoftoevoerslang van een
r sneller en gemakkel¡ker )n palet aan 'intuitieve' ruimte weergeven of zelfs kan de Piloot van een op een 3D-disPlaY zien ervlieger beter voelen hoe ld van een nachtzichtkijker ¡e interface ontwikkeld die : als handzaam vizier oP
:t alleen toegePast in de kkelt verschillende midde1, zoals de gezichtsscherPmede dankzij het onderi kunnen militairen in het grote weerstand van
VISION SCREENER ln opdracht van de Koninklijke Luchtmacht ontwikkelt TNO de Vision Screener. Een computer is in staat is om 'zelfstand¡g' een ogentest u¡t te voeren en de testuitslag te bepalen. Het resultaat is een nog betrouwbaarder w¡jze van testen en een besparing van kostbaar per-
soneel. Bovendien kunnen nieuwe, dynamische visuele tests worden toegevoegd die specifiek zijn afgestemd op de veeleisende visuele taken van bijvoorbeeld het vliegen.
TRILVEST ln sommige situaties komt de militair letterlijk ogen en oren te kort. Tact¡ele displays - displays voor de huid zoals de trilfunctie van een mobiele telefoon - kunnen uitkomst bieden. TNO ontwikkelt het trilvest, en test de toepassing in brown-out-situaties (situaties waarbij opwaaiend stof het zicht belemmeft) samen met testvliegers van de Koninklijke Luchtmacht. Vliegen op gevoel verkleint mogelijk de gevaren van slecht zicht.
CHEMISCHE BESCHERMING
)z
tr:
EXPERTISE OP MONDIAAL NIVEAU
De eerste chemische wapens, waaronder het blaartrekkende mosterdgas, dateren uit de Eerste Wereldoorlog. T¡dens de Koude Oorlog ontstaat een trend naar steeds giftiger gassen zoals het zenuwgas VX en naar zogenaamde binaire wapens: wapens met twee ongevaarlijke en niet onder verbodsartikelen vallende bestanddelen die na samenvoeging een chemische react¡e geven. Nederland en veel andere NAVO-landen hebben afgezien van het gebruiken en in bezit hebben van de inmiddels verboden wapens. lVaar in 2OO7 zijn het niet alleen de 'klassieke' nucleaire, biologische en chemische middelen (NBC-middelen) die de wereld bedreigen. Terroristische groeperingen besch kken over gift ige chem ica ien, ziekteverwekkers en radiologische producten. ì
I
Beheersing van de volledige keten van passieve bescherming - van dreingsana lyse, detectie en d iagnose, identificatie, besmetti ngsbeheersi ng en fusieke bescherming tot en met medische tegenmaatregelen - vraagt om een forse onderzoeksinspanning. Synthese van ook de meest giftige stoffen is noodzakelijk om inzicht te verkrijgen in het werkingsmechanisme en de flislologische en lsische eigenschappen. Al sinds l-939 houdt TNO zich hiermee bezig. Yanaf de jaren zest¡g werkt zil aan de daadwerkel¡ke ontwikkeling en productie van beschermingsmiddelen. Zo worden een gasverkenn i ngsuitrusting, een gasdetectieknoop, een waterondeaoeksu itrusting en een mobiele drinkwaterinstallatie ontwikkeld en geproduceerd. Later verschuift de vraag van Defensie van het ontwikkelen van nieuwe producten naar het testen en evalueren van bestaande producten en het opstellen van eisen.
lr ¡iv. l,i
I
f-
gi
Risicoanalyse is vanaf het eind van de jaren zeventig een essentieel onderdeel van het onderzoek. Zo analyseeft TNO met computersimulaties chemische aanvallen om te beschouwen welke beschermingsmiddelen nodig en welke effectief z¡n. Van belang voor diagnose en medische tegen maatregelen is het toxicoki netisch ondezoek (d iepgaand ondezoek ten behoeve van de interpretatie van opnamesnelheid en metabolisme). Veel van het werk verricht TNO samen met partners vanuit internatlonale organisaties zoals de NAVO, de West-Europese mìlitaìre samenwerkingsorganisatie FINABEL en de IEPG (later de West-Europese defensiesamenwerkingsorganisatie WEAG). ln opdracht van het ministerie van Defensie van de Verenigde Staten bestudeert TNO onder meer de langetermijneffecten van lage concentratres gas, zoals bij het Golfoorlog-syndroom. Ook onderzoekt z¡ bloedmonsters van de slachtoffers van de terroristische aanval met het zenuwgas Sarin in de metro van Tokio in 1995. ln Nederland staat sinds v¡f jaar voor een dergelijke calamiteit het 24 uurs emer$ency response-team van TNO paraat voor monstername en identificatie van verdachte objecten.
)'¿ta;
I
#-,
{G laartrekkende mosterdgas, (oude Oorlog ontstaat een rwgas VX en naar zogeevaarlijke en niet onder vernenvoeging een chemische -landen hebben afgezien -niddels verboden waPens. nucleaire, biologische : wereld bedrelgen. ige chemicalien, ziekte-
I bescherming van drei-
:, besmettingsbeheersing )genmaatregelen vraagt van ook de meest giftige n het werkingsmechanisme Al sinds l-939 houdt TNO zij aan de daaclwerkelijke ldelen. Zo worden een p, een wateronderzoeksuittwikkeld en geproduceerd. ontwikkelen van nleuwe rstaande producten en het
ventig een essentieel lO met computersimuìaties : beschermingsmiddelen
liagnose en medische roek (diepgaand ondeaoek
nelheid en metabolisme). tners vanuit lnternationale mr litaire samenwerhings-Europese defensiesamen:t ministerie van Defensie
r meer de langetermijnret Golfoorlog-syndroom. ìtoffers van de terroristische n Tokio in 1995. ;elijke calamiteit het araat voor monstername
MULTI LATERALE
INTEROPERABILITEIT NAVO-BREED OPERATIONELE INFORMATIE UITWISSELEN lnteroperabiliteit en Situational Awareness zijn sinds jaar en dag belangrijke ondenruerpen binnen de NAVO. Hoe intensiever landen en strtjdkrachten samenwerken, hoe groter de behoefte wordt aan het delen van ìnfor-
matie. Met name ter ondersteuning van Command and Control dient informatie actueel en accuraat te zijn om fatale fouten, zoals schieten op coalitietroepen, te voorkomen. De systemen waarin dit soort informatle tegenwoordig veelal wordt bllgehouden, dienen daarom in staat te zijn hun gegevens onderling uit te wisselen. Tevens moeten die gegevens door de systemen kunnen worden $eÏnterpreteerd, bijvoorbeeld om er een integraal situatiebeeld van oP te bouwen. Een belangrijke aanjager voor het verbeteren van de interoperabiliteit tussen command and control-systemen in coalitieverband, is de Allied Tactical Command and Control lnteroperability Study (ATCCIS). ln de jaren negentig nemen de landmachten van diverse NAVO-landen hieraan deel. Doel van de studie is een multilateraal interoperabiliteitsconcept te ontwerpen en te testen. ln de beginfase wordt geconcludeerd dat landen de onderlinge interoperabiliteit kunnen verhogen door hun systemen te ontwì kkelen volgens gemeenschappel I ke tech nlsche standaa rden. Een permanente werkgroep definieert een standaard die bestaat uit afspraken over hoe gegevens kunnen worden uitgewisseld en wat ze precies betekenen. Zo ontstaan twee hoofdproducten: een replicatie-mechanisme waarmee gegevens tussen systemen kunnen worden uitgewisseld volgens een gestandaardiseerd protocol, en een uitwissel¡ngstaal in de vorm van een datamodel dat het formaat en de betekenis van de uìt te wisselen gegevens vastlegt. Het datamodel kr¡gl de naam Generic Hub, later bekend als Land C2 lnformation Exchange Data Model.
sinds l_991 spelen de Koninklijke Landmacht en TNO samen een actieve rol in ATCCIS. TNO levert veftegenwoordigers in alle technische werkgroepen, onder andere op het gebied van systeemarchitectuur, replicatie, databases en datamodellering. Ook wordt in l-995 de eerste grote ATCCISdemonstratie bU TNO in Den Haag georganiseerd. ln 2000 gaat ATCCIS op in het Multilateral lnteroperabllity Programme (MlP), waaraan medio 2007 24 landen meedoen. De Nederlandse delegatie kent twee TNO'ers: de voozitter van de System Engineering & Architecture-werkgroep en een vertegenwoord ger n de Data Modell ng-werkgoep. Het M P-datamodel, inmiddels bekend onder de naam Joint C3 lnformation Exchange Data Model, wordt algemeen gezien als een van de belangrÚkste NAVOnformatiestandaarden. i
i
i
i
I
LE
Het Battlefield Management System OSIRIS dat momenteel
._L
]ILITEIT
r'
: vu
l,ft:ì
rIv,,rvv,fv\e,,,,6,r'
is vergelijkbaar met
het NIMCIS
/ISSELEN
en dag belangrer landen en strtjdkrachaan het delen van inforrds Jaar
rd and Control dient
ruten, zoals schieten ¡aarin dit soort iniormatie aarom in staat te zijn hun rn die gegevens door de
'beeld om er een integraal
I
de interoperabilìteit ieverband, is de Allied udy (ATCCIS). ln de
de meerwaarde voor het operati-
se NAVO-landen hieraan roperabi iteitsconcePt te I
:concludeerd dat landen door hun systemen te ;che standaarden. Een die bestaat uit afsPraken 3n wat ze precies bete:plicatie-mechanisme rden uitgewisseld volgens ,llngstaal in de vorm van van de uit te wisselen l Generic Hub, later Model. r TNO
samen een actieve
llle technische werkgroechitectuur, rePlicatie, 95 de eerste grote ATCCISl. ln 2000 gaat ATCCIS oP 4lP), waaraan medio 2007 kent twee TNO'ers: de ture-werkgroep en een :p. Het lVllP-datamodel, mation Exchange Data elangrijkste NAVO-
JWID Tijdens het NAVOevenement Joint Warrior lnteroperabil¡ty Demonstration (JWID) in
2002 worden de positie en de status van internationale eenheden van
landmacht, luchtmacht en marine voor het eerst in één systeem samengebracht en gepresenteerd. TNO toont de technische haalbaarheid aan van een nationaal Joint Common Operational Picture, en zij
demonstreert de operationele mogelijkheden van geÏntegreerde informatievooaiening aan een breed defensiepubliek.
De eerste grote ATCC|S-demonstratie bij TNO in Den Haag.
TT
DESORIENTATI E EN BEWEGINGSZIEKTE EEN BEI-ANGRIJKE ROL IN HEI'KRIJGSVERLOOP ln en vlak na de Tweede Wereldoorlog wordt duidel¡k dat de nadelige effecten van beweging op mensen een belangr¡ke rol kunnen spelen in het kr¡gsverloop. Zo speelt zeeziekte een rol bij de troepen die op D-day aan land worden gezet. Een ander voorbeeld zijn de piloten die in de Koreaanse oorlog voor het eerst br1 nacht vanaf een vliegdekschip worden gekatapulteerd. Een aantal van hen stuurt z¡n vliegtuig door een dan nog onbegrepen evenwichtsìllusie direct na de staft in zee. Beide effecten vinden hun oonaak in de werking van het evenwichtsorgaan in het binnenoor. Na een hausse in de jaren v¡ftig van vooral Amerikaans ondezoek, laat sinds de jaren tachtig ook de Nederlandse kr¡gsmacht onderzoek verrichten door TNO onder andere door toenemende specialisatie in combinatie met een afnemende bemanningsomvang. Personeel kan elkaar niet meer vervangen bij uitval, wat een toenemend risico betekent. De eerste onderzoekservaringen met bewegingszìekte dateren uit de jaren zeventig. TNO doet ondezoek naar zeeziekheverschljnselen bij machinisten van kabelbaangondels die stenen moeten lossen voor de Deltawerken in de Oosterschelde. Om de verschijnselen te kunnen bestuderen wordt in 1-973 een 'hotsklots' gebouwd. Tijdens het project wordt beslist de Oosterschelde niet af te sluiten. Voottbouwend op deze ervaringen onderzoektTNO in opdracht van de Koninkl¡ke Marine de gevolgen van zeeziekte op onder meer Hr.Ms. lVakkum, Hr.lVs. Zeefakkel en Hr.Ms. Tromp. Vanaf 1994 bestaat de mogelijkheid om het onderzoek voott te zetten in een scheepsbewegi ngssi mu lator. TNO wisselt haar ondezoeksresu ltaten u it binnen het ABCD-overleg, een ad-hocwerkgroep van Amerikanen, Britten, Canadezen en de 'Dutch'. Bij het scheepsontwerpproces van de marine wordt nu expliciet rekening gehouden met de gevonden relatie tussen scheepsbewegingen, zeeziekte en taakprestatie. Voor vliegers van de Koninkl¡ke Luchtmacht is desoriëntatie een groot risico. ln l-986 en 1.992 onderzoekt TNO de mogel¡ke evenwichtsooaaak van twee ongelukken met Nederlandse F-l-6's. Ondezoek met een drie-
dimensionale draaistoel leert de ruimtelijke (des)oriëntatie beter begrUpen én voorspellen. Een en ander leidt tot aangepaste aannametests van asp¡ rant-vllegers en tot een grondcursus Desorièntatiedemonstratie. Hiervoor wordt vanaf 2007 gebruikgemaakt van Desdemona. Daarnaast wordt een cursus gegeven dìe (leerling)vliegers afhelpt van hun luchtziekteproblemen. Ook op deze gebieden deelt TNO haar kennis en ervaringen in internationaal verband, en is de organisatie vertegenwoordigd in diverse NAVO-werkgroepen.
IE EN IEKIE 1k dat de nadelige rol kunnen spelen ln het rpen die op D-daY aan rten dle in de Koreaanse ;hip worden gekatapuleen dan nog onbegrele effecten vinden hun het binnenoor. Na een dezoek, laat slnds de rrzoek verrichten door : in combinat¡e met een iaar niet meer veruangen
kte dateren uit de jaren rijnselen bij machinisten oor de Deltawerken ren bestuderen wordt )ct wordt beslist de deze ervaringen ondere gevolgen van zeeziekte :n Hr.Ms. TromP. Vanaf 'oort te zetten in een
ezoeksresultaten uit ln Amerikanen, Britten, lroces van de marine nden relatie tussen
orientatie een groot lij ke evenwichtsoozaa k derzoek met een drie-
riëntatie beter begrt1Pen aannametests van :atiedemonstratie. 3sdemona. Daarnaast relpt van hun luchtziektekennis en ervaringen in ;enwoordigd in diverse
DESDEMONA Pr¡mair ontworpen als desoriëntatiedemonstratieapparaat (gemaakt door Amst Systemtechnik GmbH) biedt Desdemona de mogelijkheid iemand rond willekeurig welke as onbeperkt rond te draaien, op en neer en heen en weer te bewegen en ook nog eens te centrifugeren. De visuele projectiemogelijkheden maken Desdemona bovendien geschiK voor ondezoek naar motion cueingin vlieg-, rij- en vaarsimuiatie, en naar alle vormen van bewegingsz¡eKe, waaronder zeezieKe, simulatoziekte en ruimteziekte.
MAAL BESCH ËI1M D TEG EN M U LTIS PEÛTRALË $EI\SÛREN Fìuim voorclat cle rliverse clefensierlnderzoe klaboratoria de krachten [¡unde-
OPTI
len in TNO, maken camouflage van personeel en materieel deel uit van het onderzoekprogramrna. Reductie van cle Raclar e ross Section (radarsìgnatUUr) en actieve verlaging van de inl'raroodsignatLlut'vortne n meer recente opties om c1e e igen zichtbaarheicl voor de tegenpart¡j te vermincleren. l\4et name sincls het einde van de Koucie 0orlog wordt de Nederlandse kr¡jgsmâcht werelclw¡ el i I gezet. De versc hei elen tleicj aa n ope raiionele achtergronclen vraagt om aanpassing van bestaande camouflagemiddele n. Bovendien worclt effect¡ef camoufleren steeds rnoeilijker omelat sensoren steecls geavanceerder worcle n" Het nieuwe uitgangspLlnt is clat camouflage een getntegreerel ondercleel vormt van lìet voeftuìg en eefl basislresche r'. ming bieclt tegen mul[ispectrale sensorerr. Wannee r cle nrissie dit loelaat worclt het basissysteem aangevultJ rnet arldltiotrele camouflagemidejelen.
ûp raelaigelriecl richtTNO zich in eerste ¡nstantie op heI meten van
de
grootte van de raciarsignaluur van voerlLl¡gen, vllegtuigen en schepen' De organisåtie ontwikkelt meeÏradars voor gellruil( in het veld of op zee' Een anclere mogelijkheicl is het meten aan schaalmoclellen. ln samenwerking met het Verenigd Koninkri.llt worden metingen uitgevoerd aan een schaalmoelel van het s-fregat" Rond 1"990 wordt gestart tnet cle ontwikkeling van een computermodel waarmee de radarsignatuur van voertuigen, sehepen en gebr:uwen kan worden berekend. N4et het lrlationaal Luchten Ruimter¡aarl-laboratorium worden de tnodellen verder uitgebouwd, in het bijzoncler voor gebruik bij vliegtuigen en voor het gebruik van radarab-loepassing van het TN0-computermoclel RAPPORT sorberencle materialen. het mogelUk om ìn alle fasen van het LCF maakt het van op het ontwerp ontwerp bijclragen te leveren die leiden tot vermindering van de grootte van de raclarsignatuur. Uit metingen aan een schaalmodel en ìatere metingen aan het schip zelf blijkt dit succesvol te ziln'
sinds de jaren zestig doet"l'NO ook onderzoe k naar verlaging van de zichtbaarheld van marinese hepen in het infraroodgebied. De adviczen voor verbetering worclen daac.lwerkelijk toegepast. Zo wordt via rehenmc¡delìen itt alle fasen van het ontwerp van het LCF inzichtverl(regen in de infraroodsignatuur en gebruikt het LCF prevrettitlg (koeling van de schee¡lsromp met behulp van de bestaancle deksproei-installatie) om de infraroodsignatuur actielte verlagen" llet is het eerste schip dat operationeel de beschikking lreeft over een Tactical Decisir¡n Aid clie adviseert hoe lang en hoe vaak cle verschillende pompgroepen in werking moeten zijn.
T
.æ lSt
LE SENSOREN
ltoria de krachten bundematerieel deel uit van het rss Section (radarsignalur vormen meer recente adij te verminderen. wordt de Nederlandse :id aan oPerationele
nde camouflagemìddelen. oeilijker omdat sensoren lgspunt is dat camouflage rig en een basisbeschereer de missie dit toelaat :le camouflagemiddelen'
,op het meten van
de
egtuigen en schePen' rik in het veld of oP zee. almodellen. ln samenweren uitgevoerd aan een t gestaft met de ontwikke;ignatuur van voeftuigen, let het Nationaal Luchtn verder uitgebouwd, in r het gebruik van radarabr-computermodel RAPPORT om in alle fasen van het rindering van de grootte haalmodel en latere me1!n.
raar verlaging van de zichtbied. De adviezen voor verordt via rekenmodellen in uerkregen In de infraroodsig-
van de scheepsromP met om de infraroodsignatuur ,peratloneel de beschikking :rt hoe Iang en hoe vaak
. +;.
¡
MOBI EL CAMOU FLAG ESYSTEEM
Ç
Het verkenningsvoeftuig Fennek kan worden uitgerust met een multispectraal mobiel camouflagesysteem.
DECOY Voor grote en minder mobiele installaties zoals het Patr¡ot-luchtverdedigingssysteem is camouflage weinig effectief. De locatie is immers veelal bekend. Een opblaasbare decoy van de kwetsbare radarunit, met een vrijwel identieke radar- en infraroodsignatuur, kan de vijand toch misleiden. Rond hetjaar 2000 wordt
de decoy in samenwerking met Duitsland en de KoninklUke Luchtmacht ontwikkeld en beproefd.
[en zUn.
STEALTH ln de media wordt wel gesproken over onz¡chtbare vliegtuigen en
schepen. Deze stea/th platforms z¡jn natuurlijk niet echt onz¡chtbaar. De signatuur is zodanig gereduceerd dat ze pas op zeer korte afstand kunnen worden gedetecteerd. D¡t levert een belangrijk tactisch voordeel. Bovendien vergroot een lagere signatuur de effectiviteit van tegenmaatregelen zoals jarnrnrng (versto-
ring) en decoy (afleidinÐ.
["ti VAht
þnnntlMûlltri.i{}"[ G!-.\il\l¡Dt:f:l¿D OV[[¡!tìll¡\{ìitVtll{lvl{.}t}i1þllvi{ilitll.
ln cle |:weec]e helfl van de jaren zerrcni.i€ bouwi l'N0 een cenvnr,relig drie tjimensionaal rjraadmocjel varr een ieeptcht¡g voer[rig. I let is dc !]lari' voor cle lalere sçphisticaterl moclellen waalrrce de kwelsba¿lrhcicl van ¡llaLlorrns 'lwce e lcnrenle n zljtr esse nlioel: het bouwctr tr¡n kan worcle¡ vastgestelcl. van lril/'criLeria van cott.rponentclr ln cje bepaii:n hellrct moclel zellen scherotslijn
M, ["
.
Kwet$baarheiclmorlcileritrg kl'ugt ee n gewelcligc llo0sjt in de iare n t¡rchtÌg" [-,en eerste tnoclelvaliclatie vinclt plaats aan dc hanti vârì expCrirÌrcnì-Ct'¡ irlci .'lì-7ô5. l)an volgt eer] een arlilleriegranåat tegen het ìnlanterievoei'[uig Yf
mincler irwetsbaar is cjan een vcrgel¡klratar slalen voertrtig' l:"etr Nederlands stalen AlvlX-pantseruoertuig wordt ingezet als ve rgelijkingsrr;teriaal. ln de uiteinclelijke testen worclt ìxei- tani{mLlnil,ie en-l ÛW-misslles op de voertuigen geschoLen, vvaarbij cl(] efiecten op cle inzitterrden in beiele vocrluigen Worden gemcte¡l aan cle hand van hoi-ttetl dutnnry's. Door cje SanTenwer il e hing kan een benchmarlt plaatsvinclen van de Nederlandse en lt geaväncecrele ri rìe1. cver beschìkking moclellen. 0ok krijgL t'N0 ele
rnissiles en het t.JS5 Stark"inciclenl groeit de behoefte otn de k\,velsbaar heicj van schepen te vcrmincleren. [xplosieproeven met tlvee comf]lel-e fregatlen van cle lìool'dierklass gevon een volgende þoost aan de valiclalie van cle l<wetsbaarheicJmoelellet g. ln de tweede helft van clc jare n negentig wortlt het systee melenken $terk verbeterd cloor het schillenmodel; ee n
model daI naast lralìistische beschertning ook ande te tnechanismes van bescherming besclrouwl, zoals camouflage en actieve beschcrming. Nog recenter is een benaclering afl
de houwitser Nl10942, cJe tratria x -188 en cie [:cnnel<. Acl.ueel tr.ì2aa'l is cle bescherming legen lnrprovised F,xploslve llevices. Voor de Kr';rtinltijl<e [,4arine vergt met name het gewenste incasseringsverrrìogelr van het lClr het uiterste van cle innovatieve t.le nkltracht van TNO. Ëen vertaling wordl gemaakt van kwetsbaarheirj naar operatìone le gereedheid, waai'bij cle resterende operalionele gereeciheir.l na een treffer wr:¡rcll beschr:uwd. Een laaiste ontwikkelìng ìs het bestuderen van het herstelverr-nogerl van ecn getroffen schip, bijvooi.lrcelci cioor lrrandbestrijditrg te modelieren. Voor de Koninklrlkc l.uchtmacht ten slotte, wordt samen nret lret Vere nigd Koninkrilk de kwetsbaarheicl van moderne vliegtuige n zoals ile NecJe rlatrdse I'-1-6 voor mocierne munilies oB volle se haal getest e n geévalueercl'
Ë ,}
\-ri
T
,u,
w
ti
!\
M,
["t\
I,iu
M ["\
!r\
M ['\
!\r
M
G
M NGSVERMOGENMODEL
) een eenvoudig drietu¡g. Het is de staft voor tsbaarheìd van Platforms ntieel: het bouwen van
MINESI
:omponenten ln de
rst in de jaren tachtig. d van experimenten met PR-765. Dan volgt een ìten wensen aan te
rnterievoeftulg BradleY roerluig. Een Nederlands :lijkingsmateriaal. ln de /-missiles oP de troertuijen in beide voeftuigen "s. Door de samenwererlandse en Amerikaanse geavanceerde grafische ing van een factor vijf' an Russische antischiPrefte om de kwetsbaarn met twee comPlete de boost aan de validatie
-
.É.:
MIJNBESCHERMING
-.":L
Samen met Du¡tsland wordt ondeaoek gedaan aan de bescherming tegen mijnen. Voor zowel materiële als personele bescherming worden testmethodes en simulat¡etools ontwikkeld. Op het gebied van personele bescherming maakt TNO furore met het gebruik van crashdummy's en de crashsimulatiesoftware MADYMO. De proeven maken het mogelijk om beschermende maatregelen te treffen voor de tankbemanning. Zo wordt een mijnbeschermingsk¡t voor de Leopard 2 internationaal ontwikkeld en door Duitsland en Zweden ingevoerd.
elft van de jaren negentig rt schillenmodel: een lere mechanismes van
lieve bescherming. Nog ;triele risicoanalYse: het vormen de organlsatle rcl gaande risico's de
-andmacht zijn in de i, de Leopard L en 2, ennek. Actueel in 2OO7 rvices. Voor de Koninkijke lsvermogen van heL LCF \O. Een veftaling wordt :reedheid, waarb¡ de resrordt beschouwd. Een :rstelvermogen van een gte modelleren" Voor Jn met het Veren¡gd igen zoals de Nederlandse :st en geëvalueerd.
.¡-3;
# \\Êq\
sl\
$tsl
\l\
\\\Ès1 \\lÍt \l\ \l'\
Explosive Reactive Armour (ERA) van Warschaupact-landen heeft in de tweede helft van de jaren tachtig een dramatische impact op de eigen antitankwapens. Via geheime briefings van het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten wordt dit aangetoond, zonder het werkingsmechanisme tot ¡n het vereiste detail te vermelden. ln de internat¡onale arena geldt nu eenmaal het voor-wat-hoort-watprincipe. Eind jaren tachtig staft het eigen ERA-ondezoek. Uiteindelijk leiden de eigen experimenten en de gegevens van derden tot een goed inzicht hoe ERA werkt. ERA wordt in veel landen als extra bepantsering ingevoerd. Ook de Nederlandse YPR'S in Afghanistan zijn ermee uitgerust.
{
å_
res van besluitvorming rke tt uit cle wiskutlele,
r¿¡lioneel analislen eede Wcreldoorlog oP il opsporen v¿n onder Sincls :1953 heelt ool< e Analyse bezighLluclt. Ljkingen, vuurkrachlrg van aanschatfProces
-
vreclesoperalies rnieuw passen de
e1e
lrehoeften; ditmaal rcn van missies naar
veel NAVO landet¡ en hoger. Oolt de ln 2003 worden aan orce (ISAF) ln Afghanistan -.ven ir-r dienst zìjn van iken hun exBertise om ren bil zijn besluitvortning. uleren of cl:or te rel.<ene n, verloopt. Het werken in .ie en etvaringen. Niet
et beleiclsond erzael<, r toekomstig advie s ,1
:ìnnen en VroUWen werken ril
te stellen. Het getuigt rk, maar ook van verlrouvan bereidheld om z-ich
r de vuurhaarclen van
Tþ
TRAINING EN SIMULATI E EFFECTIEF EN EFFICIENT ONDERWIJS ln 1956, als de eerste psycholoog brj TNO in Soesterberg in diensttreedt, zijn leerpsychologie en onderuvijskunde nog onbekend. Het LEOK in Oegstgeest levert in delaren zestig en zeventig al trainers aan de krrjgsmacht: een schietbioscoop voor tanks voor de Koninkl¡ke Landmacht en
een onderzeebootbestrijdìngssimulator voor de Koninkl¡ke lVarine. Pas in de jaren zevent¡g komt leerondezoek op gang. De introductie binnen de landmacht van trainingssimulatoren zoals de Pantser-Lua Trainer in 1980, de Leopard- en YPR-r¡simulatoren in 1986 en computergebaseerd onderwijs geven een sterke impuls aan de kennisopbouw over leerprocessen en geavanceerde onderwrjsleermiddelen. B¡ herhaling blUkt dat bezinning vooraf over leerdoelen, leertraJect en functionele specìficaties zeer kostenbesparend kan zljn. In Soesterberg venverft TNO een leidende posltie in enkele zeer omvangrijke Europese projecten. Het resulteeft in de behoeftestel ngsmethode voor geavanceerde ondenvljsleerm iddelen (GOLN/) en in de ontwikkeling van een zeer kosteneffectieve rijsimulator met vlftuele I i
instructeur. Parallel aan de ontwikkelingen ln Soesterberg realiseeft het LEOK samen met Hollandsche Signaalapparaten N.V. (nu Thales Nederland) een trainingssimulator voor het antiluchtdoelgeschut PRTL die het instructieproces verregaand automatiseert. ln l_980 volgt de mobiele Mech-Lua Trainer. Het opleidingssysteem is vele jaren ¡n gebruik. Beg¡n jaren negentig ontwikkelt TNO ten behoeve van de landmacht en de Duitse krrjgsmacht een geheel nieuwe versie, voortbouwend op het eerste succesvolle ontwerp.
ln de jaren tachtig worden de activiteiten uitgebreid met bijvoorbeeld pc-gebaseerde training, intelligente leermiddelen en tactische teamtrain¡ng (INTACT en TACTIS). ln Den Haag wordt een complete experimenteeren oefenruimte ingericht: de Electronic Battlespace Facility. Ook worden experimenten gedaan met virtual reality, wat resulteert in de FACSIVì, een trainer voor de Fonryard Air Controller. Ten behoeve van training op de hoogste niveaus ontwikkelt TNO de staftrainer KlBOWI. Sinds het einde van de jaren negentig breiden de vragen zich u jt naar onderhoudstra¡ n ing, stori ngzoeken, tactische tra n ng en toepassl ng va n allerhande nieuwe digitale en multimediatechnieken. De sterke penetrat¡e en het steeds goedkoper worden van ICT en simulatietechnoloSie leìdt tot het idee dat het mogel¡k moet zijn om intelligente agents te ontwikkelen die aìs virtuele instructeur, virtueel teamlid of tegenstander de eflectiviteit van militaire trainingen op zowel individueel niveau als op teamniveau geweldig kunnen bevorderen. ln 2OO7 wordt hieraan gewerkt door specialisten op het gebied van cognitieve kunstmat¡ge lntelligent¡e, leerpsychologie en lCT. De nieuwste ontwìkkeling speelt in op de opkomst van computer- en videospellen. Hoe kan een militair- al spelend - competenties zoals tactisch inzicht verweruen of onderhouden? i
i
sterberg in dienst treedt, <end. Het LEOK in trainers aan de krijgsrninklìjke Landmacht en rninklijke Marine. Pas in e introductie binnen de tser-Lua Trainer in 1980, rmputergebaseerd onderrw over leerprocessen raling bl¡kt dat bezinning specificaties zeer kosten-
een leidende Positie in resulteeft in de behoefte:rmiddelen (GOLM) en in ;imulator met virtuele
FORWARD AIR CONTROLLER ¡liseeft het
LEOK
nu Thales Nederland) PRTL die het )80 volgt de mobiele .1aren in gebruik. Begin le landmacht en de rrtbouwend oP het
;hut
Eind jaren negentig weten experts vanuit Defensie en TNO de groeiende mogelijkheden van simulatietechnologie met succes in te zetten voor een nijpend trainingsprobleem dat ontstaat door het wegvallen van mogelijkheden voor live training. ln een virtuele omgevlng kunnen de Foruard Air Controllers van de Koninklijke Landmacht zich optimaal voorbereiden op
het 'echte werk' in het veld. ln 2OOI neemt de landmacht de trainingssimulator in gebruik.
eid met b¡voorbeeld
l en tactische teamtraining rplete experimenteerace Facility. Ook worden
ulteert in de FACSIM, :hoeve van training oP r KlBOWl. e vragen zìch uit naar ining en toepassing van lken. De sterke Penetrat¡e
ulatietechnologie leidt tot Ite agents te ontwikkelen genstander de effectivìteit au als op teamnìveau raan gewerkt door sPeciaintelligentie, leerPsYcholop de opkomst van comPu-
relend 2
-
competenties
Voor de optimale uitwerking van het luchtdoelgeschut lvlech-Lua zün het opleidingsniveau en de graad van geoefendheid van het bedienend personeel sterk bepalend. Daarom
schenkt de Koninklijke Landmacht reeds in een vroeg stadium aandacht aan de ople¡dingsmogelijkheden. De Mech-Lua Trainer combineert een wapensysteemsimulator en een gevechtsomstandighedensimu lator met een moderne ople¡dingsmethode.
THEATRE MISSILE DEFENCE ACTIEVE BESCHERMING TEGEN BALLISTISCHE RAKETTEN
Actieve bescherming tegen ballistische raketten ls ondenverp van discussle sinds de eerste V-2's t¡dens de Tweede Wereldoorlog hun vernletigende werk doen. Gedurende de Koude Oorlog is de mogel¡kheid voorbehouden aan de supermogendheden. ln 7972 tekenen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie de Anti-Ballistic Missile Treaty (ABM Treaty), waarin beperkingen zt1n uitgewerkt voor de verdediging tegen ballistische raketten. De aandacht is vooral gericht op aanvallen met langedrachtwapens en op het in stand houden van de mogelijkheid tot Mutual Assured Destruction. De Initiatieven van Presldent Ronald Reagan, bekend onder de naam Star Wars, ruimteschild en - officieel - Strategic Defence lnitiative, moeten tegen deze achtergrond worden gezien. Na de val van de Berlijnse Muur ontstaat een totaal andere dreiging.
'Schurkenlanden' kopen en ontwikkelen betaalbare kofte- en middellangeafstandsraketten zoals de Scud, en deinzen er niet voor terug die daadwerkel¡k in te zetten. Omdat de ABIVI Treaty verbiedt om technologie en kennis op het gebied van antiraketverdediging te delen, wordt het verdrag op 13 juni 2OO2 opgezegd. Het opent de mogel¡kheid voor de Verenigde Staten om via internationale samenwerking de nieuwe dreiging de baas te kunnen. NAVO-breed wordt erkend dat Theatre Missile Defence, als onderdeel van Extended Air Defence, een essentlele b¡drage levert aan luchtverdediging. De Nederlandse krijgsmacht beschikt daarom over een aantal belangrijke wapensystemen in dit veld. De Patriots uit de Eerste Golfoorlog z¡n gemoderniseerd en ons land beschikt nu over PAC-3-raketten met een substan-
tieel grotere capaciteit. Sinds 2001- part¡cipeeft Nederland in de Theatre Ballistic Missile Defence-activite¡ten van de NAVO. TNO werkt via een doelfinancieringsprogramma om de haalbaarheidsstudie Active Layered Theatre Ballistic Missile Defence (ALTBIVID) te evalueren. Het programma vergt een veelheid aan ondezoeksdisciplines, van dreigingsanalyse en onderschepping tot operationele analyse en interoperabìlìteit. Ook leverl TNO een internationaal erkende btjdrage op het gebied van Joint Project Optic Windmill (JPOW) - een serie oefeningen met Duitsland en de Verenigde Staten in het opsporen en vernietigen van tactìsche ballistische raketten, kruisvluchtwapens en vliegtuigen. TNO wordt onder meer gewaardeerd voor de Ìnbreng van het simulatiemodel JROADS en voor haar ondersteuning op het gebied van Consequence lVanagement (het gebruik van militaire middelen ter ondersteuning van civiele autoriteiten b¡ het omgaan met de gevolgen van terroristische aanslagen). Begin 2007 start het nieuwe doelfinancieringsprogramma Joint Alr and Missile Defence. Het is gericht op dreig¡ng, sensors en shooters, conseq uence management, luchtverded gi n gsoperaties en de mensel ij ke factor. Gezamenl¡k trainen en opereren zr.ln het uitgangspunt. Als strategisch partner van Defensie vervult TNO een ondersteunende rol. i
SILE RAKETTEN s onclerwerp van discussle
)rlog hun vernietigende ¡gel ijkheid voorbehouden Verenigde Staten en lM Treaty), waarin be-
:n ballistische raketten. angedrachtwaPens en oP ual Assured Destruction.
rend onder de naam Star nce lnitiative, moeten
aal andere dreiging. kor-te- en middellangetet voor terug die daadiedt om technologie en delen, wordt het verdrag jkheid voor de Verenigde ieuwe dreiging de baas te
lre
2001-
st ì
ñs
Ër ! F
rrste Golfoorlog zijn gemo-
raketten met een substan-
,!
lt
ri
: Ballistic f\4issile l een doelfinancierings-
het gebruik van militaire ten bìj het omgaan met
rrogramma Joint Air and sors en shooters, conse3s en de menselijke factor. gspunt. Als strategisch
ln 2001 pafticipeert TNO in een consortium dat de haalbaarheidsstudie ALTBMD uitvoert. Met de resultaten zet de NAVO een belangrUke stap voorwaarts om te komen tot een expeditionair inzetbaar Command and Control-systeem. ln het geval van ontplooide activiteiten leveren de NAVO-landen de sensoren en verdedigingsraketten. TNO neemt deel aan dit vervolgtraject.
gr EI $ t¡
rvert aan luchtverdediging' /er een aantal belangrijke
ayered Theatre Ballistic )gramma vergt een veelralyse en onderschePPing rk levert TNO een interrint Project OPtìc Windmill n de Verenigde Staten llistische raketten, kruisneer gewaardeerd voor voor haar ondersteuning
STUDIES
ffit ê
*ø¿
:fence, als onderdeel van
PARTICIPATIE IN NAVO-
lth ltq tt
ñ
$ À'
g
ãr
JI Ét
tBl
Éi #r #t,
FfiI
;"tl
[¡l i:';:
"+
/r!
JÈiã.r:
A:
rnende rol.
PATRIOT ln de Eerste Golfoorlog blijken de door Nederland aan lsraël geleverde Patriot-raketten redel¡jk effectief om de lrakese Scuds uit te schakelen, maar de oorlog is goed voor twee belangrUke lessen: een land zonder scrupules neemt inderdaad zun toevlucht tot deze wapens, en de verded¡ging tegen deze wapens is van groot belang voor een hedendaagse militaire operatie.
t0 an '
a :\ trj
o a
EFFECTIVITEIT VAN
WAPENSYSTEMEN VAN GRANAATWERPER TOT HOUWITSER EN VAN MIJN TOT HELIKOPTER. BEWAPENING
Het bepalen van de eflectiviteit van wapensystemen vraagt om een reeks gevalideerde modellen. Daarom zoekt TNO in de tweede helft van de jaren zeventig samenwerking met de Verenigde Staten. Met name Data Exchange Agreement 1-182 is sterk bepalend voor de TNO-ontwikkelingen. De gerubriceerde Joint Munition Effectiveness Manuals die via deze overeenkomst worden ontsloten beschrijven hoe de effectiviteit van een bepaald wapen tegen diverse doelen kan worden lrerekend, en hoe een bepaald platform zìch het beste tegen verschillende wapens kan beschermen. Het wederzijdse vertrouwen resulteeft onder meer in een gezamenlijke proevenserie die kennis opleveft over het effect van antitankwapens op gepantserde infanterievoeftuigen. ln de jaren tachtig zet TNO de ontwikkeling van de modellenreeks voort, en past zij deze toe in grote wapensysteemstudìes voor Defensie zoals PAB l\4 lX voor ta n kvervangi ng en ORSVA voor veldarti lerieveruangi ng. De effectiviteitsgegevens van de individuele wapensystemen staan aan de basis van diverse gevechtsveldsimulaties. Uiteindel¡k worden de gerubriceerde gegevens opgenomen in de Database Wapenindlcatoren. Om alle mogelijke wapensystemen in te voeren maakt TNO gebruik van andere bronnen zoals de Militaire lnlichtingendÌenst. Voor nieuwe systemen worden de gegevens zo betrouwbaar mogel¡k vastgesteld aan de hand van experimenten, simulatie of gegevensuitwisseling. Bijvoorbeeld ter bepaling van de effectiviteit van artillerie-, missile- en kanonsystemen komen veel modellen tot stand. Ook wordt in cleze periode de internationale samenwerking uitgebreid, onder meer met de Duitse onderzoeksorganisatie IABG. I
Verdieping van de wapensysteemkennis is de logische volgende stap. Door middel van simulaties en experlmenten wordt vooral de betrout¡lbaarheid van de effectiviteitsgegevens van de wapensystemen onder de loep genomen. ln opdracht van Defensie evalueert TNO wapensysteemaankopen voor alle kr¡gsmachtdelen, van granaatwerper tot houwitser en van mljn tot helikopterbewapening. Ook voor kapitale missilesystemen voeft zij evaluaties uit. Zo passen de Verenigde Staten - na uitgebreide berekeningen door TNO - het ontwerp aan van de warhead van het Evolved Sea Sparrow lVissile. De oorspronkelr.¡ke scherfuerdeling van cle warhead en
t
t
t
I
)'.)
ra
de buisfunctie bl¡ken onvoldoende gedimensioneerd om effectief te zìjn tegen zowel antischipmissiles als tegen vlìegtuigen. Ten behoeve van de Koninkl¡ke Luchtmacht evalueeft TNO de Advanced l\4edium Range Airto-Air Missile. En ìn 2007 optimaliseert zij Vulcano, de langedrachtmunitie voor het 127 mm-scheepskanon. De nieuwste trend vormen niet-letale wapens of schaalbare munities, waarbij nlet een maximaal effect het doel is, maar dosering van de schadelijke gevolgen van wapens en gevechten.
I
t
t
ì
II
l¡ ¡a
.l .'¡.. a
.
:.
I
I
Þ\.
Ml"ll\'l Û"f ll[:l'l KÛF'l t:l{)n vraagt onr een ree k:, veeele helft van de ¡ien. lVlet name Data "l de NO-ontwikitelinge n'
rrrals elie via dcze overl'eci:iviteìt van eerr ¡ereketld, en hoe een le wapÊns kan l¡esctletrneer in een gezamerl)ct varl antitan klva¡letrs
r nrodelìenree ks voott, ; voor Defensie zoals
t
)
t .n
rrlillerieveruanglng" lrsysteme n staan aan rndeli.lk wordcn de geruVapentndicatc¡ren. Om t l-NO gebruih van andere r nieuwe systemen wor-
-teld aan de hand vatr Bijvoorbeelcl [er be¡ralìng rnsystemen komen veel ) lnlerna[ionale sametlderzoeksorgarrisatie IABG' rsche volgencìe stap. clt vooral de betrouwbaarlysteme n otlcler de loeP O warPensYsteerl la¿nko
:r tot houttiilser en van , missilesystemen voelt
na uilgebreide berekeeacJ van het Evoìvecl Sea ürg van de warhead en :erd om cffeotìef te z-ijn -fen behoeve van de :n. red Medium Rarrge Airno, c1e langedrachtmutritie
schaalbare munities, ,ar doserìtrg van de
-fl
't
I
t
ì{-'*rt
Ë-ã--F FRAI\GIBLE MUNITIE lnterñãtionaal aanzien verwerft TNO me-t zogFnaamde ftangible munitie. Deze munitie bevat geen e¡plosjeÊ maqr þreekt'na inslag in stèeds kleinere stukkên: Voor het 20 mm-boordkanon vân de F:16 ontwikkett de induËtrie in samehwerking met TNo de FAI (Frangble Amour Plefcing en voof,het infanÌe-
na
iiegèveohts'úoertuig de
25 mm-FAPÞS
(FAP- DîEcar'
dind $aþat). Voo¡ de JSF is een 2srmm-EAP eeh
5cm
trfr ONDERWATER. AKOESTIEK HOREN EN NIET GEHOORD WORDEN ONDER WATER gebruik van Gedurende de Tweede Wereldoorlog maakt de Britse marine (Allied Detection Submarine ASDIC de eerste actieve-sonaftechnologie: n uitzending de . Aan lnvestigation Committee) aroperator 'ping' terugontvangst en van een cle afstand
tot een v¡andelijke
on
actieve sonar
isdaidegeluidnwezigheidverraadt.DaaromWerkende Koninkl¡keMarhetbeginvandeKoudeOorlogaande ontwikkeling lulsteft.
va
een Sonar die niet zendt, maar alleen
onder water heerst een kakofonie van geluiden. Het onderscheiden van is cle tegenstander vraagt dus om goede fìlters. Een veelgebruikte techniek die ván de Towed Array: een gesleepte antenne met meerdere hydrofoons
in het akoestisch bassin als op zee vanaf Hr.Ms' Tydeman' Begin .¡aren negentig verplaatst de dreiglng ztch naar kustwateren, waar dieselelektrische onderzeeboten - waaronder de Nederlandse walrus-
klasse veel minder geluid maken dan cle nucleaire onderzeeboten ult de
regelen zijn daarom een belangrilk Ruìs iedt de organisatie in 1979 punt van aandacht ng van het Geruis Analyse Centrum technische onderst van de Koninklijke Marine (dat in 1996 opgaat in het centrum voor operationele Data Analyse). Door het geluid van een doel te analyseren, kunnen gegevens worden herkend zoals het aantal schroefomwentelingen en schroefbladen, het geluid van de motoren en de tandwielkasten, et cetera. Vergelijklng met de gegevens in een database maakt het mogel¡jk het doel te classificeren. Koude oorlog.
å
Als de nìeuwe ondezeebootdreiging te stil is geworden om te detecteren met passieve sonaç wordt teruggegrepen op actìeve sonar' ALF (Actief Laag Frequent) is een van de eerste moclerne ondezeebootbestrijdingsonars. De opvolger socRATES heeft meer bandbreedte en een hogere resolutie en is daarmee adequaat uitgerust voor expeditionaire operaties in zeer ondieP water.
,trfr )
\
{t
TER
ìe marine gebru¡k van
lubmarlne Detection arva I
tussen uitzending
¡alt de sonaroperator ladeel van actieve sonar dt. Daarom werken de Koude 0orlog aan de ,t zendt, maar alleen
-.t onderscheiden van
reelgebruikte techniek is :t meerdere hYdrofoons n de hydrofoonsìgnalen :palen, en gelu¡d uìt ) aan een lange kabel ioor het geluid van het tijdens de Koude en de signaalvenverking )pten, en test deze zowel ydeman.
lar kustwateren, waar lederlandse Walrusre onderzeeboten ult de n daarom een belangrljk ganisatie in 1979 t Geruis Analyse Centrum het Centrum voor ren doel te analYseren, rl schroefomwenteli ngen
le tandwielkasten, et rase maakt het mogelijk
rrden om te detecteren )ve sonar. ALF (Actief jezeebootbestrUd
¡
ng-
¡reedte en een hogere rxpeditionaire oPeraties
De gesleepte gelu¡dsbron SOCRATES ¡s slechts drie meter lang. Ondanks dat bescheiden formaat heeft het systeem een groot bereik en kan het opereren tot een diepte van 7OO meter. Hoewel primair bedoeld voor ondezeeþootbestrijding, is SOCRATES ook te gebru¡ken als kunstdoel tijdens militaire oefeningen, voor de
evaluatie en kalibratie van andere sonarsystemen, en voor de ontwikkeling van tegenmaatregelen tegen laagfrequente actieve sonar.
tt ÐF";
i
47
..t !EÉ ild¡ d.¡r
VHRMRAG ÜHË ISffiHE
l;i:¡
r
ttstlt
PEhJS t\ - t'rRO Ll FEftrA fi E, ONTWAPË ru I N ü E N WAp EN B E Ef: lìS I N ü B¡ ratificerlng van het Protocol van Genève uit 1-925 behoudt in die tijd or¡k Neclerland zich het re cht voor otr chemische wapens te gebruÌl<en tegen een aanvallend land claIze als eerste inzet" ln dat kader maken de Arlillerie lnriclrtingerr te Hembrug (van 1-973 tot 2002 gedeeJtelijk NO
I-N
voortgezet als Ëurornetaal) in de jaren clonig proefproducties van mosterelgas. Eincl jarcn negertig onderzoekt TNO op het faLlriel<sterrein de milieuaspecten van deze ¡rroefproclucties.
-ñ -- -! ñt.E
> -:-
.I ñ- -ri. -a ù- .aiE
-
ûl
Ð t I ã il I
úÉ aA at
tÉF ttrP t9ê ú1t
zii
>\ --il i¡ñ¡ ùa¡
tú
-.Í
ûl
it
¡F tP tr!
)\ T
I I
t
al i-
liâä t
>:l¡E l¡r
t¡r
iiäi )'\
D\ i
tii
-
Onder anclere omdat het Protocol van Genòve geen verificatieregime kent, ontstaat eind jaren zestig behoefte aan een nieuw verclrag. Na jarenlang onclerhandelen treedt lret 'Verdrag chemische wapens' in 1997 in werhing. De I82 lidstaten verplichten zich eftoe nimmer chemische wapens te gebruiken of te ontwikkelen, produceren, bezitten of over te dragen en ool< anderelr n¡et daãrtoe aan te moedigen of aan te zetten. ln l-969 is 0oms cle eerste wetenschapper die wordt toegevoegd aan een politieke clelegatie - een gebruik rJat laler ook in andere lanclen raakt ingeburgerd. De wetenschapper betoogt dat een verdrag ¡:as echt werkt als verificatie daarmee onafscheidelijl< is verbonden, en onclersteunt dat met experimenten. De verdragsorgan¡sat¡e Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons (OPCW) wordt gevestigd in Den Haag. lVede aanleiding claartoe vormen cle beoogde opleiding van 180 inspecteurs door TlrlO en de gewenste nab¡heid van een laboratorium met eruâr¡ng in verificatieprocedures. Sinds 1997 heeft TNO de rol van consultant err Designated Laboratory, wat betekent dat zij stand-by is om vermeencl gebruik van chemische strudmiddelen eencluicJig aan te tonen door middel van het analyseren van monsters.
E6
-t il IE IaúÍ EF âtt .
Na de Tweede Wereldoorlog kent de geschiedenis vÊle voorbeelden valr (verrreend) gebruik varr chemische wapens. ln de jaren tâchtig is een aantal malen spral<e varr inzet van clremische wapens cioor lrak: tegen lran en tegen de Koerden t¡clens cle rnassamoord met ze nuwgas in Halabja. ln 1984 en 1986 analyseertTNO urinemonsters van Koerdische slachtoffers van mosterdgasaanvallen op de aanwezigheicl van het basisingrediënt thiodiglycol. De Veiligheidsraad verplicht lrak in 1991 om inspecteurs van de Uniteei Natiorrs Special Commission (UNSCOM) toe te laten om het chemische-wapenarsenaal door te lichlen. Dr. Koos Ooms, oud-clirecteur van het TNO Prins Maurits Lal¡oratorium, Ìs een prominent lid van UNSCOM. Andere specialisten van TNO verrichten ter plaatse verificatieproced u res.
G
-.t
)
;rl
ú6 n"I t ';i: t ag D
i,ii
d
.:rj
J---ür¡õl¡,i ¡.--Ér!1::,rl a.Ía-rt:;r' trn¡¡rt3-¡¡r -f
-ñ ¡ -'.t rii:i r ¡¡¡¡ I - ãat ¡ Í- -fÍ ii';:l
ät flú ¡t at tJ ftr
a
if
t at I ta
'ti:
ú fl'.
I ",; li
iliii¿
;,
)\
>\
-¡ .. fits -
)-
>\-
D\
õ --Et .ii.t
ùÉrr --dÉ
n
D\ I.i
ï;,
¡a
-f -l - ail I
-
r¡üÍ
)\-
)\-
:HEERSING 5 l¡ehouclt in die tijd apens te gebruiken n clat kader maken
2002 gedeeltelijk roducties van mosterdrriel<sterrei n
)'\-
-.--a ) -.-
ele voorbeelden van aren tachtlg is een :ns cloor lrak: tegen net zenuwgas in nsters van Koerdische z¡gheid van het basis-
>'r-
lrak in 1-991om sion (UNSCOIVl) toe
lichten. Dr. Koos Ooms, um, is een prominent chten ter plaatse
F
+
verificatieregime kent, verdrag. Na jarenlang :ns' ln 1997 in werking. >mische wapens te rf over te dragen en ook I
tten. ln 1969 is Ooms r een politieke rjelegatie ingeburgerd. De wetenls verificatie daarmee ret experimenten. tion of Chemical rde aanleidin g daar:urs door TNO en rvaring in verificatieultant err Designated neend gebruik van
loor middel van het
-. -- Eilii! a
al ai
)\T:zri'i
)\-
BESCHERMING INFRASTRUCTUUR GOEDE BESCHERMINGSCONSTRUCTIES EN VEILIGE MUNITIEOPSLAG
De dreiging ten t¡de van de Koude Oofog betreft een oost-westconfrontatie op de Noord-Duitse laagvlakte met conventionele en mogelijk nucleaire
wapens. Voor het realiseren van goede beschermingsconstructies en veilige munitieopslag is het TNO-ondezoek gedurende die jaren geconcentreerd op het gedrag van constructies en beton onder extreem dynamische belastingscondities, zoals explosies. Om een antwoord te vinden op de ontw¡kkeling van bunker busters richt de organisatie zich in het bijzonder op dekkingslagen voor commandoposten en schuilonderkomens. Vredesmissies vragen om een heel nieuwe aanpak. Beschermingsconstruc-
ties dienen ter plaatse te worden opgebouwd, met beschikbare materialen en beperkte bouwtijd en mankracht. Ook de dreiging is anders van aard. De krijgsmacht heeft nu te maken met een asymmetrische dreiging, en met kleinschalige tot grootschal¡ge conflicten waarbrl de tegenpaftij een eindeloze variëteit aan middelen in de strijd kan brengen' ln 2000 zet Defensie met het doelfi nancieri ngsprogram ma'Vei ¡gheid Defensieinfrastructuur' een grote stap naar verhoogde bescherming van semipermanente constructies. I
Het ondezoek van TNO richt zich op het kwantificeren van explosieeffecten en op het vergroten van inzicht in de dynamische respons op construct¡es, met btjzondere aandacht voor het gebru¡k van nieuwe materialen. De bestaande en de nieuw verworuen kennis wordt gebru¡kt voor advies omtrent de inrichting en het gebruik van compounds (militaire bases) bij vredesmissies. Een praKische tool is het softwareprogramma Compound.Nl. De software - ontwikkeld om de compound zo te ontwerpen dat de dreigingseffecten zo veel mogelijk worden geminimaliseerd wordt onder andere toegepast in Uruzgan. Het ondezoek kr|gt internationaal erkenning. Met het NAVO-programma Defence Against Mortar Attacks vervult Nederland binnen de NAVO zelfs een voortrekkersrol.
-
Samen met de industrie ontwikkelt TNO diverse prefabconstructies zoals een observatiepost, schu ilonderkomens en mod u lai re pantsercontainers. De constructies worden bij diverse grote veldexperimenten in Australië en Canada beproefd en ze kr'tjgen een plaats in de handboeken van de genie' Voor aanvullende bescherming van een observatiepost ontwikkelt TNO het RPG-net. De vuurwerkramp van Enschede zet de bescherming van infrastructuur in
Nederland nog eens extra op de kaart. Met gebruikmaking van de inzichten verkregen uit de Defensieondezoeksprogram ma's, herberekent TNO al le veiligheidsafstanden rondom munitiecomplexen. Bovendien ondezoekt z¡ in opdracht van het Nederlands Forensisch lnst¡tuut en het Openbaar Ministerie het ontstaan van de ramp van Enschede en hoe dezezich heeft kunnen ontwikkelen tot de desastreuze massa-explosie'
\ a
JUR :
MUNITIEOPSLAG
oost-westconfrontaen mogelijk nucleaire ;constructies en vellie jaren geconcenr extreem dYnamische d te vinden oP de ¿ich ln het bijzonder rderkomens. ìescherml ngsconstruc-
:schikbare materialen is anders van aard. -rische dreiging, en i de tegenpartij een rgen. ln 2000 zet iheid Defensie;rming van seml-
:n van exPlosierische respons oP uik van nieuwe lnnis wordt gebruikt compounds (militaire softwareProgramma rpound zo te ontwern geminimaliseerd
-
zoek krrjgl internatior
Against Mortar voortrekkersrol.
labconstructies zoals re pantsercontainers. nenten in Australië en rdboeken van de genie' ost ontwikkelt TNO
g van infrastructuur ln
making van de inzichten herberekent TNO alle rvenclien ondezoekt uut en het OPenbaar en hoe deze zich a-explosie.
PROEVEN IN AUSTRALIE Om explosie-effecten te kwantifjceren doet zich van l-998 tot 2006 de mogelijkheid voor om samen met andere landen testen te doen met explosies op volle schaal. ln Australié worden achtereenvolgens testen u¡tgevoerd mel 40,27 en 5 ton. De effecten van de explos¡es worden gemeten op allerlei materialen en constructies. De schat aan gegevens wordt onder meer gebruikt in het softwareprogramma RISK.NL. De gevalideerde software is essentieel voor de herberekening van de veiligheidsafstanden rondom munitiecomplexen in Nederland.
GliIRl
G;ii:l¡l
NABIJ H EIDSBU IZEN VERHOOGDE EFFECTIVITEIT VAN MUNITIE
Een nabijheidsbuis is een elektronisch ontstek¡ngsmechanisme, gemonteerd op een artillerieprojectiel. De buis bevat een radiozender/ontvanger die een signaal uitzendt. Wanneer dat signaal door een voorwerp of oppervlak in de onmiddellijke nabijheid (circa 1 tot 30 meter) wordt gereflecteerd, dan reageeeft de buis daarop en ontsteekt de explosieve ladingvan het projectiel. Nab¡heidsbuizen worden onder meer gebruikt op munitie van luchtdoelgeschut, bijvoorbeeld voor de bestr|ding van vliegtuigen en missiles, en op munitie tegen gronddoelen. De eerste nab¡heidsbuizen worden t¡dens de Tweede Wereldoorlog in het diepste geheim ontwikkeld in de Verenigde Staten. Met de nieuwe toepassing wordt de effectiviteit van munitie enorm vergroot. Om een doel uit te schakelen ls geen voltreffer meer nodig, maar is een passage op enige meters afstand al voldoende. Honderden vijandelijke jagers worden op deze wijze onschadel¡k gemaakt. Rond L960 wordt het LEOK in Oegstgeest betrokken b¡ de ontwikkeling, beproeving en beoordeling van nabijheidsbuizen. Dit gebeuft in nauwe samenwerking met de kr¡gsmacht en met de producent Philips USFA (later ondergebracht in Thales). Voor wat betreft de betrouwbare ontsteking en optimale uitwerking van de granaat wordt samengewerkt met TNO op de locatie R¡sw¡k. De eerste generatie nab¡heidsbuizen is uitgerust met miniatuurelektronenbuisjes. Vanaf de jaren zestig wordt de transistor toegepast. Bij de Nederlandse ontwikkelingen blr1ft de vacuümbuis nog relatief lang in gebruik. Wel wordt in de jaren zeventig in de NINA (Nieuwe NabUheidsbuis) naast transistors ook een geïntegreerde schakel¡ng toegepast. DergelUke elektronica wordt door een kanon afgeschoten, en moet versnellingen
SI
-å'!'i
LT
-¡Ç
van 20.000 tot 60.000 g-kracht kunnen doorstaan! Tot de jaren negentig worden diverse generaties buizen voor Koninklijke Marine en de Koninklijke Landmacht ontwikkeld en geproduceerd. ln de jaren negentig ontwikkelen Thales en TNO een nieuwe nabrjheidsbuis voor de 76 mm-luchtdoelmunitie van de marine, de NH9-DARWIN (Digital Advanced Radio Wave lntelligent Naval fuze). De nabijheidswerking is toegespitst op het bestrijden van Anti-Ship Seaskimming Missiles die op zeer lage hoogte komen invliegen. Dit is zeer complex omdat onderscheid moet worden gemaakt tussen reflecties van het zeeoppervlak en het doel. Ook is de NH9 in staat om high diver missiles - die op grote hoogte inkomen - te bestrijden. Bovendien biedt deze nab¡heidsbuis de mogelUkheid om ingezet te worden tegen oppervlakteschepen en voor een walbombardement ter ondersteuning van kustoperaties. De meest recente ontwikkeling is de N H l-o-N/l EDEA (M ultifu nction Extended range Digita I Electron ic Arti lery I
fuze). :
!I
)IZEN
l-985
MONA
I lchanisme, gemondiozender/onWanger en voorwerp of opper.er) wordt gereflecexplosieve lading van Sebruikt op munitie g van vliegtuigen en
/i :
Wereldoorlog in ,n. Met de nieuwe /ergroot. Om een naar is een passage
Bij de ontwikkel¡ng van een nieuwe nabijheidsbuis is simulatie m¡nder kostbaar dan sch¡etproeven in de praktijk. De Modelbaan Nab¡jhe¡dsbuis (MONA) simuleert passeersituaties tussen een nabijheidsbuis op schaal en diverse typen luchtdoelen op schaal. Computergestuurde passeerbanen registreren de ontvangen signalen, waarna signaalveruerking informatie geeft over de specifieke springposities ten opz¡chte van het luchtdoel.
iandelijke jagers
960 wordt het
LEOK
'ing en beoordeling
:rking met de kr¡gs)rgebracht in Thales). rale uitwerking van rtie R¡sw¡k.
t miniatuurelektrotoegepast. B¡ de ¡ relatief lang in Jieuwe Nab¡heidsbuis) oegepast. Dergelrjke roet versnellingen Tot de jaren negentig arine en de Koninklijke
nieuwe nab¡heidsbuis NH9-DARWIN (Digital rijheidswerking is toeg Missiles die op zeer
'L::".
ldat onderscheid moet rlak en het doel. Ook is
e hoogte inkomen te nogelÛkheid om inger walbombardement nte ontwikkeling is de Electronic Artillery
NH9 T
o' -r1 =t
ln 2000 wordt de NHg ¡n productie genomen en geleverd aan de marine.
VERVANGING F-1-6 OBJECTIEF KIEZEN VOOR DE BESTE KANDIDMT
De Koninkl¡ke Luchtmacht vliegt sinds 1979 met de F-16. Door de levensduur te verlengen kunnen de toestellen langer mee dan vooaien, maar rond 2OIO zijn de eerste F-16's echt aan het einde van hun operationele, technische en economische levensduur. Belangr¡kste kandidaat voor de vervanging is de F-35 Joint Strike Fighter (JSF). Om de vervanging van de F-16 in goede banen te leiden ondersteunt TNO in nauwe samenwerking met het Nationaal Lucht- en Ruimtevaaftlaboratorium (NLR) de projectorganisatie 'Vervanging F-1_6' al sinds de aanvang van het project. ln l-998 - na goedkeuring van de behoeftestelling - begint de gecombineerde fase van voorstudie en studie. ln deze tweede fase wordt TNO betrokken bij de evaluatle van de kandidaten: Eurofighter Typhoon, Rafale, Advanced F-I6, F/A-I8 ElF, JAS-39 Gripen en JSF. TNO en NLR realiseren een objectieve technische evaluatie op het gebied
van operationele effectiviteit, materieellogistiek en levensduurkosten: alle potent¡ële leveranciers onwangen een Request for lnformation gebaseerd op een evaluatiestructuur waaraan ruim zevenhonderd vragen zijn gekoppeld. TNO evalueert de antwoorden binnen alle geledingen van haar drie defensieonderzoeklocaties. Specialisten in Den Haag richten zich op sensoren, operationele aspecten en materieellogistiek. Op de locatie R¡sw¡k worden de NBC-bescherm¡ng en kwetsbaarheid bestudeerd. En in Soesterberg worden de mens-mach ine- nterfaces, antropometische aspecten, arbo en veiligheid onder de loep genomen. Voor een vergehiking van de systeemeffectiviteit maakt de luchtmacht gebruik van een multicriteria-analyse, TNO is verantwoordelijk voor de procesgang en de systematiek van de analyse. Ook worden de levensduurkosten bepaald met behulp van de TNo-methodiek FELSALDO, zodat ook voor dit aspect een rangorde van kandidaten ontstaat. De JSF bl¡kt uiteindel¡k de meest kosteneffectieve kandidaat. i
Gelijkt¡dig met de kandidatenevaluatie ondezoekt Defensie de voor- en nadelen van deelname in de ontwikkel¡ngsfase. ln februari 2002 oordeelt het kabinet positief over deelname aan deze fase, en de Tweede Kamer stemt hiermee in. Het is de staft van de derde fase: de venvervingsvoorbereidingsfase. Na opnieuw een groot aantal studies en analyses, resulteert deze fase in 2006 in onder meer het zogenaamde D-document: een document van bijna vierhonderd pagina's, dat wordt onderbouwd door meer dan drieduizend pagÍna's aan onderliggende studies. lnbegrepen zijn concepten en plannen die z¡n opgesteld ter voorbereiding op de overgang van de F-1-6 naar de F-35. TNO leve¡t aanzienl¡ke b¡dragen aan het operationele concept en aan het onderhouds-, bevoorradings- en trainingsconcept van de F-35. Op basis van de resultaten uit fase 3 besluiten de regering en de Tweede Kamer om te blUVen particìperen in de ontwikkeling van de F-35. Met een formele ondertekening start eind 2006 de vierde fase: de ìntroductievoorbereidingsfase. Wederom breed ondersteund doorTNO .,.
F-1_6 ) F-l-6. Door de r mee dan voozren, einde van hun rr. Belangrijkste Fighter (JSF). 'iden ondersteunt ht- en Ruimtevaartt_F-1"6' al sinds de van de behoeftedie en studie. luatie van de F-!6, FIA-Lg E/F,
¡aluatie op het gebied :vensduurkosten: alle nformation gebaseerd :rd vragen zijn gekopdìngen van haar drie g richten zich op ek. Op de locatie reid bestudeerd.
ces, antropometische r. Voor een vergel¡king bruik van een multicrisgang en de systema:n bepaald met behulp it aspect een rangorde l meest kosteneffec-
NAEüC[trELtr EAG et geene
)efensie de voor- en :bruarl 2002 oordeelt n de Tweede Kamer de verwervingsvoorbe-
tot het financieele eenige betrekking heeft'- sinds r79ó ONDERNEMEN UIT NOODZAAK
,R :iè e )
In de meste landen is ondemememchap geen kwestie van hoge ambitie HeL is zuiver ee¡ manier om te overleven
>
rn analyses, resulteert
PAGINA 9
MISTIGE KABINETSUITGAVEN De Algemene Rekenl
tweede paæe kabinet qtra geld voor zorg en ondewijs effectief heeft besteed
>
PAGINA 5
)-document: een docuerbouwd door meer . lnbegrepen zijn conng op de overgang van
NI
gen aan het operatiols- en trainingsconeept
ING
For ING he( kæht. I ke¡aar
:gering en de Tweede van de F-35. I\4et een se: de introductievoor-
het regr leSgin& van 35, voor €i De pcn! de wijh hun pro
NO...
D6 bêdr in de et gedaald
Hat åar sen mor b€tere ( LijkeHu
Dconz een'not
SOESTERBERG- Te¡ gelegenheid van de ondefrekeninS vÐ hel @nEactvoor vân het ñnùikÂæe gevechNliegruig JSF heñen dmisionai¡ mitúser van Ec en
hogeDilitãiren hetßlæ.
Atos Oriein wint strii
De ondertekening van het Memorandum of Understanding - dat Nederland verbindt aan
de ontwikkeling van de F-35 - markeert het einde van de B/C-fase (de gecombineerde fase van voorstudie en studie).
t¡:
4 il ì¡
lr. lraul
.t
:..
Kori.in¡1
Al¡y,riri:r:r r l)it cc
[r-'u
r I hl() l]r: lcnlic cn \/ei
I
iqlreirl
Oorlog bestaat niet langer. Zo begint ele Britse oud-generaal lìupert Smith zijn boel<'The utility of force: lhe art of'war in the moclern wr¡rld'. Snrith becjoelt niet dat er een einde is gekomen aðn gewapende conflicten integcrrJcel. \,Vcl is vcrdwcncn cl,'rlgclìe w¿t dc lncesle menscn associercn rnet het tregrip 'oorlog'. De trassale veldslagen vatr soidaten, [anks, fregatte n en vliegtuigen ot'n ee n conflict tussen staten te beslissen ziln veivangen door wat Smith aancluìdt als 'sirijd temidr.len valr dc bevolking' (war arnongst the peop/e). De ve randerencje aard van eonflicten vraagt om een arrdere krijgsmacht die op ecn andere manier worclt ingezet; over' de gehele wereld, in een scala aan ntissies, ln nauwe samenwerl
lle behoefte aan technologie als kritische succesfactor voor militair optreclen verandeft mee. Het steeds grotere belang van inlichtingen stelt hoge
*
eisen aan serlsoren, infortratiesystet.rten en tretwerken. Het optreelen in omsl,andÍgheden waarin een schijnbare rust opeens kan omslaan in een toestand van moorddadig geweld vraagl orn lrijzondere lleschermitlgsmaatregelen. Onbemancle systeine n k;nnen een wezenlilke bijdrage levere n aan langdurige of gevaarlilke tal<en. Aan cie anclere kanl is en bltllt cJe menselijke factor in vee i situaties doorslaggevend. Adequate opleiding en training en een goede inbedding van cle militair in een hoogtechnologische omgeving zijn meer dan ooit cruciaal. Een belangrìjl<e constatering is veF cler clat cle operatione le drult van lopende missies soms noopt tot ultrasnelle invoering van ìnnovatieve systeÊmconcepten 'in het veld'" Defensie mag van TNO ven¡vachten clat zij ¡troactief op dergel¡jke ontwilt' kelingen inspeelt" Onder tneer omdat civie le techtlologie op steeels meer gebieden leidend is, gebeurl clat in een defensiemarl
Ook rn de toekornst;al TNO soms ci(cnwi¡s zijn. Wc lcpcn rrye I ee ns vcor dc nruziek uil oi doen cnderzoek n¿lar zarkcn die in I'roi' bcleid en dr: plan.
icchnolo¡¡ir,. in co t|exl
tlcn van l)eí'ensie (nog) geen p aats irebben. l,:en voorbee lcl i-iii, he I. verLeden is dc ontwikkeìing vail ¡oge naårrrde tVonolithic l\¡llcrowave lttLcgräleC 0ircujl"s (MivilC':;), eelr specifiek ty¡rc chip die aal de i:asi:; hccfi: gesliran van srccesvolle n¡lronalr: r¡d¡rsysiernen als de Al)Aiì. /\ctLreie i.¡oorbeelclen z¡tl hel ondel¿ocl< na¡r l-lirected frncrgy Weapcrtì, cll trcl¿li rrilili Cr irltCi'o saie llrelcn. {)ie r:igenw|shoid hoorl óók bij iret strÐicgische pari_rre rsclrarp il-ls:rcrì Delensie r:n I'NO. Dal. laalsle is en blijlt del l¡asi:, voor on:l lrande. en" Zc¡al: in de lreginselve rklaring cle rrrissic - v¿ìn ÌNl) )c[eltsie en Vr-.ilighr:itl gcsl.cld: '1,ì¡ alle ¡¡esr:helsic oni-wikkrllingcn ltlijii. lrci" liìgâng.;. puni v,ìN r.lc ¿cliviteitr:n van llct kcin{Êbic(l llcfenric cn Veili¡,lrcieì de, i,r tJe lyci. lreranke rde m¡ar ook door i:eidc parLijr:n zo l¡¡leeicie, ltijzondcle rrlillri: lr-r..;¡cn ltei l\,'lÌilili0iic vt}.t L)eletnric ûn lt\l(1.'Als hei er |oe dor:]. stalr we ki¿,1 voi¡r Dcfunstr. /\llijel, overi;i ün rrei allc:; wal we ltcbhon. Vlndâ¿ìp,, mo¡'gcl ón overntor¡1e rr.
ln clr: kernlaal< rr¿;n lret. de i'cnlieondnztek bij lNO, het ütepllb;,rar nrakcn van it-.c;hnologie vcor milriaire tocpassirrgcn, is Coor dr: 1;i'ln her:n ¡el
f
le ilcrnût"l . Lle riclcn:;ieorgailisi..rlir: ir; ¡|irtricr iI sit¡_li crr gcncgcn ¡1ede lailiccrc.lc tcchnischr: kcn¡is lc: ab$ot"bcre¡. l)ii. lrell.kl,:ni rlat.'lNO gi"ccds; mcer zéli clr,. toepa:balrhcid voor eit itìpi,tlblj;..rrhr:id in de krilgsnrachr vc¡r h;¡rr kelnÌs cn prorìL-tcLcl n'roet iooi.soi't" l)i:lr krtrri lL¡ dai, rncl rir: huirligr: veiiighcidssiiuatie in clc rvucirl rJe keLl,¡os ov¡:r inzct cn opborrw van dt¡ kr ijg::n.lachT , cit rlarunnr:r: Ltileilciel¡i< ook rl¡l lìel¡:¿rclt anii l)evclcprni:rri--¡lioniciir,:n eoN si.ced:j grclt ra: ¡.roltiicl
r
veilig-lrcid:iL"rilela¡¿ingen. l)e eoilbirai_ie hiervan mei de tcchlologtschc ertr rncihoclische experlise v¡ln lN0 blilkl tc vooizicn in eerr Cuideiìjki,. l.¡chc¡cllc':" lrlÍcl in elt: laalsir: l¡l¡riJi.s binr)çri 't l\O zetli-, clai. op rlczc wijze in sla¿11. ir hear act.ivii.eilen, pi'oduci.r:n er¡ rlienllcr r ltcler lc: lai.cn aan rlurlen op c.1c verarrde r:irdc bchocilcn van dc rlele n:ieorgairil¡i.ict. Kcnni¡¡¡eLwr¡rk¡:n
Brtrncn do ili:icnsieorganirai"ir,: i¡; r.je []cft:nsic lÌesei;rch;rrrd l)c,.vclo¡;rrenl. organisalie (lllì&ll) vr:i'aniwoordelr.lk voor cÈi-ì z() r.liktclicl cn ci'iir;ii:n'i mogclijke lrcstr:ding val hei. I(Iirl j-bLtrJge L, l:crì bclangrijk inl;il rrncnl. is clc vortrin¿ vlllt eÊl klcinc iirvinli$ kolrrrisrrclr¡¡elken, ¡r,r.:rit;hi ctlt [ltetrra':; als iVluiriiie, training e n OpleldÌng, r,:n lll rhtirgr,'n. l)cze orrllvikkr:1tn¡j : uiI na¡rdir'¡os a.1f a)p hel ovr:rhcielslrrecie inÌiialie]'v¡.ìll 'vrír¡lg¡j(,.sLuurcle prografl]i'r]eriIf{' van irci. ctnderuoek. irr rle ltcnIi¡rtr:Lwci'kr:n kol-itt:rl dÙ cxperis lezanten on'] voor hci bcircift:ndr: llrr:m¿: clo br,:ltor:ii_cn ¡;:rn lìiìL )
DE VERANDERENDE AAF VRAAGT OM EEN ANDER EEN ANDERE MANIER W
HET STEEDS GRI INLICHTINGEN S AAN SENSOREN EN NETWERKEN
Ook in de toekomst zal TNO soms eigenw¡s z¡n. We lopen wel eens voor de muziek uit of doen onderzoek naar zaken die in het beleid en de plannen van Defensie (nog) geen plaats hebben. Een voorbeeld uit het verleden is de ontwikkeling van zogenaamde Monolithic Microwave lntegrated Circuits (lr4MlC's), een specifiek type chip die aan de basis heeft gestaan
van succesvolle natlonale radarsystemen als de APAR. Actuele voorbeelden z¡n het ondeaoek naar Directed Energr Weapons en naar mini- en microsatellieten. Die eigenw¡sheid hoort óók bij het strategische paftnerschap tussen Defensie en TNO. Dat laatste is en bl¡ft dé basis voor ons handelen. Zoals in de beginselverklaring - de mlssìe - van TNO Defensie en Veiligheid gesteld: 'B¡ alle geschetste ontwikkelingen bl¡ft het uitgangspunt van de activitelten van het kerngebied Defensie en Veiligheid de, in de wet verankerde maar ook door beide part¡en zo beleefde, bijzondere relatie tussen het lVinisterie van Defensie en TNO.'Als het er toe doet staan we klaar voor Defensie. Alt¡d, overal en met alles wat we hebben. Vandaag, morgen én overmorgen.
RENDE AAFI D VAN CONFLICTEN EN ANDERE KRIJGSMACHT DIE OP MANIER WORDT INGEZET.
;TEEDS GROTERE BELANG VAN ¡ITINGEN SIELT HOGE EISEN ìENSOREN, I N FORMATI ESYSTEM EN ]TWERKEN,,
lopen wel eens voor beleid en de planrrbeeld uit het verle-
Technologie in context
:t
licrowave lntegrated basis heeft gestaan ì. Actuele voorbeelden naar mrnl- en mtcrogische partnerschap rsis voor ons handeTNO Defensie en blljft het uitgangsen Veiligheid de, in eleefde, bijzondere ls het er toe doet les wat we hebben.
ln de kerntaak van het defensieondezoek bij TNO, het toepasbaar maken van technologie voor militaire toepassingen, is door de jaren heen een verschuiving waar te nemen. De defensieorganisatie is minder in staat en genegen gedetailleerde technische kennis te absorberen. Dit betekent dat TNO steeds meer zélf de toepasbaarheid voor en inpasbaarheid in de kr¡gsmacht van haar kennis en producten moet toetsen. Daar komt b¡ dat met de huidige veiligheidss¡tuatie in de wereld de keuzes over inzet en opbouw van de krugsmacht - en daarmee uiteindel¡k ook van Research and Development-prioriteiten - een steeds grotere politieke dimensie kr¡gen. Het antwoord van het kerngebied Defensie en Veiligheid op deze ontwikkelingen is een versterking van de kennis van de context van Defensje en het militair optreden. De oprichting begin 2007 van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies, een zelfstandig centrum onder TNO, is hier de belichaming van. Het HCSS biedt kennis van zaken op gebieden als de geopolitieke ontwikkelingen en toekomstige veilig-heidsu jtdagingen. De combinatie hieruan met de technologische en methodische expertise van TNO blijkt te voorzien in een duidel¡ke behoefte. Niet in de laatste plaats binnen TNO zelf, dat op deze wijze in staat is haar activiteiten, producten en drensten beter te laten aansluiten op de veranderende behoeften van de defensieorganisatie. Kennisnetwerken
Binnen de Defensieorganisatie is de Defensie Research and Developmentorganisat¡e (DR&D) verantwoordel¡k voor een zo effectief en efficient mogelUke besteding van het R&D-budget. Een belangr¡k instrument is de vorming van een kleine twìntig kennisnetwerken, gericht op thema's als Munitie, Training en Opleiding, en lnlichtingen. Deze ontwikkeling sluit naadloos aan op het overheidsbrede initiatief van 'vraaggestuurde programmering'van het ondeaoek. ln de kennisnetwerken komen de expefts tezamen om voor het betreffende thema de behoeften aan R&D
DE OPERATIONELE DRU VAN LOPEN DE MISSIES NOOPT SOMS OTU LTRASN ELLE EVE SYSTEEMINVOERING VAN INNOV CONCEPTEN 'IN HET VE Dt. OOK IN DE TOEKOMST ZAL TNO SOMS EIGENWIJS ZIJN. op de kofte en lange termijn te formuleren. Het gaat in de eerste plaats om veftegenwoordigers van de Defensieonderdelen die de resultaten van het onderzoek moeten gaan toepassen. Maar ook de kennisinstituten Marin, NLR en TNO zitten in de netwerken, en soms ook de industrìe. Op deze wijze worden vraag en aanbod vroegtijdig met elkaar geconfronteerd. Dit moet leiden tot zogenaamde roadmaps waarin de R&D-ìnspanningen, de onderzoeksresultaten en de mogel¡ke toepassingen ìn samenhang in kaart zijn gebracht. Zo'n roadmap is een belangrijk hulpmiddel om bewustzijn en inzichtte scheppen, te ondersteunen btj het nemen van beslissingen en deze op heìdere wijze te communìceren en onderbouwen. Operationeel analisten te velde De krijgsmacht wordt ¡ngezet in complexe en veeleisende missies, zoals ln Afghanistan. Binnen TNO z¡n diverse expefts dagelUks bezig met het analyseren van scenario's om tot optimale inzet van militaire middelen te komen. Waarom zou deze denkkracht alleen worden losgelaten op fictieve scenario's en niet op wérkel¡ke operaties? Dat is de gedachte achter het in¡tiatief 'OA te velde' van de Koninkl¡ke Landmacht en TNO. De btjzondere
vorm van ondersteuning blijkt een succes, en kr¡gt in 2006 een structureel karakter. ls er een betere illustratie van de lotsverbondenheid die TNO Defensie en Veilìgheicl voelt met de Defensieorganisatle? Zelforganiserende draadloze netwerken
ln het moderne militaire optreden is het constant beschikbaar hebben van een hoogwaardig omgevingsbeeld een belangruke randvoonvaarde voor succes. Dit omgev¡ngsbeeld zal voordurend gevoed moeten worden door een scala aan sensoren, verbonden in een netwerk. De toepassing van hleine en goedkope sensoren gekoppeld aan een zend-ontvangsteenheid biedt de mogel¡kheid om zeer flexibel een draadloos netwerk te installeren dat direct beschikbaar is voor gebruik. TNO ontwjkkelt hieftoe een Self Organising Wireless Network (SOWNet): een netwerk dat is
opgebouwd urt onafhankel¡ke nodes die via een radioverbinding communiceren en samenwerken om een taak te volbrengen. SOWNet-controlenetwerken verbruiken zeer weinig stroom en de nodes kunnen, afhankelijk van de concrete toepassing, soms jarenlang op één AA-batterutje functioneren. Oorspronkelijk ontwikkeld voor militaire toepassingen, blUkt SOWNet ook geschikt voor andere toepassingsdomeinen, waaronder het terrein van de maatschappelijke veiligheid. Om beter te kunnen inspelen op de behoefte aan dergelijke draadloze controle- en stuurnetwerken in industrie en dienstverlening, besluit TNO in 2006 tot oprlchting van een aparte BV. SOWNet is een voorbeeld van de kruisbestuiving tussen toepassingsgebieden, alsmede van de stimulans voor de bedrijvigheid in Nederland die TNO kan bewerkstelligen. Een voorbeeld waarvan er in de toekomst nog vele moeten volgen.
DE OPERATIONELE DRU MISSIES NOOPT SOMS INVOERING VAN INNOVA CONCEPTEN 'IN HET VE
op de kofte en lange termrjn te formuleren. Het gaat in de eerste plaats om vertegenwoordigers van de Defensieonderdelen die de resultaten van het ondeaoek moeten gaan toepassen. lVaar ook de kennisinstituten Marin, NLR en TNO zitten in de netwerken, en soms ook de industrie. Op deze wijze worden vraag en aanbod vroegt¡dig met elkaar geconfronteerd. Dit moet leiden tot zogenaamde roadmaps waarin de R&D-inspanningen, de onderzoeksresultaten en de mogelijke toepassingen in samenhang in kaarltziin gebracht. Zo'n roadmap is een belangr¡k hulpmiddel om bewustzijn en inzichtte scheppen, te ondersteunen bij het nemen van beslissingen en deze op heldere wijze te communiceren en onderbouwen. Operationeel analisten te velde De kr¡gsmacht wordt ingezet in complexe en veeleisende missies, zoals in Afghanistan. Binnen TNO z¡n diverse expefts dagelUks bezig met het analyseren van scenario's om tot optimale inzet van milìtaire middelen te komen. Waarom zou deze denkkracht alieen worden losgelaten op fictieve scenario's en niet op wérkelt.1ke operaties? Dat is de gedachte achter het inltìatief 'OA te velde' van de Koninkl¡ke Landmacht en TNO. De bijzondere vorm van ondersteuning blijkt een succes, en kr¡gt in 2006 een structureel karakter. ls er een betere illustratie van de lotsverbondenheid die TNO Defensie en Veiligheid voelt met de Defensieorganisatie?
Zelforganiserende draadloze netwerken
ln het moderne militaire optreden is het constant beschikbaar hebben van een hoogwaardig omgevingsbeeld een belangr¡Jke randvoorwaarde voor succes. Dit omgevingsbeeld zal voordurend gevoed moeten worden door een scala aan sensoren, verbonden in een netwerk. De toepassing van kleine en goedkope sensoren gekoppeld aan een zend-ontvangsteenheid biedt de mogelukheid om zeer flexibel een draadloos netwerk te installeren dat direct beschikbaar is voor gebruik. TNO ontwikkelt hiertoe een Self Organising Wireless Network (SOWNet): een netwerk dat is
\ ELE DRU
VAN LOPENDE
PT SOMS OT U LTRASN ELLE \N INNOVA IEVE SYSTEEMIN HET VE Dr.
, n de eerste plaats
:
de resultaten van ken nisinstituten ok de industrie. Op ;'aar geconfronteerd. R&D-lnspanningen,
r
in samenhang in lpmiddel om bewust)men van beslissinlerbouwen.
lde missies, zoals ks bezig met het rilitaire middelen te rsgelaten op fictieve ,edachte achter het
r TNO. De bijzondere 2006 een structureel lenheid dìe TNO ie?
:hikbaar hebben randvoorwaarde
ld moeten worden :rk. De toepassing zend -ontva ngsteen-
cos netwerk te ontwikkelt hieftoe retwerk dat is
OOK IN DE TOEKOMST ZAL TNO SOMS EIGENWIJS ZIJN. opgebouwd uit onafhankel¡ke nodes die via een radioverbinding communiceren en samenwerken om een taak te volbrengen. SOWNet-controlenetwerken verbruiken zeer weinig stroom en de nodes kunnen, afhankel¡k van de concrete toepassing, soms jarenlang op één AA-batter¡tje functìoneren. Oorspronkelijk ontwikkeld voor militaire toepassingen, blijkt SOWNet ook geschikt voor andere toepassingsdomeinen, waaronder het terrein van de maatschappel¡ke veiligheid. Om beter te kunnen inspelen op de behoefte aan dergelijke draadloze controle- en stuurnetwerken in industrie en dienstverlening, besluit TNO in 2006 tot oprichting van een aparte BV. SOWNet is een voorbeeld van de kruisbestuiving tussen toepassingsgebieden, alsmede van de stimulans voor de bedrìjvlghe¡d in Nederland die TNO kan bewerkstelligen. Een voorbeeld waarvan er in de toekomst nog vele moeten volgen.
I
l ,0
Þ .P /t! e
f
I
{
NAWOORD lr. Hans Huis in 't Veld Vootzitter TNO Raad van Bestuur
2007 is een bijzonder jaar. 75 jaar TNO, 60 jaar defensieondezoek. Maar het is ook 50 jaar geleden dat het initiatief werd genomen om te komen tot wat nu de Europese Unie is: de oprichting van de EEG met het Verdrag van Rome. lk durf te stellen dat al deze bijzondere gebeurtenissen hebben b¡gedragen aan de stabiliteit en economische voorspoed van Europa en Nederland in het brjzonder. ln een slotbeschouwìng past het echter niet terug te blikken, maar juist vooruit: is er een toekomst voor nog eens 60 jaar defensieonderzoek? lk zou de vraaggraag willen verbreden tot veillgheidsondezoek in meer algemene zin. Onze wereld, ons continent Europa en ons land Nederland staan voor grote uitdagingen. De mondiale welvaart groeit (helaas nog lang niet voor iedereen), de bevolking groe¡t (gelukkig niet meer overal) en er is nog nooit zo'n verkeer van mensen, goederen en informatie geweest. De meeste mensen leven in steden of sterk verstedelijkte gebieden. Technologie maakt dit mogelijk. Tegel¡kert¡d leggen deze ontwikkelingen een enorme druk op beschikbare hulpbronnen, en heeft een trjdelijke verstoring in bijvoorbeeld de energievooaiening consequenties voor grote delen van Europa. Met relatief eenvoudige middelen is onze samenleving ook moedwillig te verstoren. Onze samenleving is (te) kwetsbaar geworden. Ook hier kan technologie een oplossing bieden, maar niet alleen. Ook ethische en geopolitieke aspecten dienen in de overuvegingen te worden meegenomen. Onze samenleving is complex, de vraagstukken ook. Antwoorden kunnen alleen worden gegeven door multidisciplinaire inzet. Dat geldt met name voor veil¡gheidsondeaoek. De behoefte is er. Defensie feliciteer ik van harte met dit bijzondere jubileum. En vanzelfsprekend gaan m¡n gelukwensen ook naar onze medewerkers. Zonder hun deskundigheid en gedrevenheid hadden w¡ dit jubileum niet in deze opgetogen stemming samen kunnen vieren.
Z¡n w¡ klaar voor de volgende 60 jaar? Ja, als wij erin slagen om daadwerkel¡k in nauwe samenwerking met anderen - als partner of als ¡nitiatiefnemer - de noodzakel¡ke kennis te mobiliseren. lk ben ervan overtuigd dat dat gaat lukken.
SUMMARY ln 1947, the Dutch government decided to commission the Netherlands Organisation for Applied Scientific Research (TNO) to conduct the major part of its defence research. This was a remarkable choice considering that in most countries defence research labs are paft of the defence organisation itself. But although this decision increased the distance between TNO and its client, it has mostly had positive consequences for knowledge suppoft of the Ministry of Defence. For sixty years now, the thorough scientific research conducted by TNO has been a basls for imporlant decisions in the armed forces. It is no coincidence that the sixty-year relationship between the Mìnistry of Defence and TNO coincides with a period of clramatic changes in the world. Key notions such as the Cold War, NATO, nuclear weapons and shifting international relationshlps mark the 1.947-2OO7 period. The dynamic nature of confllcts calls for a different type of armed forces to be deployed in a different way: all over the world, on a wide range of missions, in close collaboration with civilian entities and often with small units specifically tailored to the situation. ln addition, the Ministry of Defence has become a 'structural partner' ìn safeguarding national security during crises, after disasters and against attacks. The need for technologr as a critical success factor for military operations is also changing. The ever-¡ncreasing imporlance of intelligence places high demands on sensors, information systems and networks. Operating in conditions in which apparent calm can suddenly turn into an extremely violent situation creates a need for special protection measures. Unmanned systems, for example, can make a substantial contribution to long-term or dangerous tasks. However, the human factor is and will remain decìsive in many situations. Adequate schooling ancl training and proper embedment of soldiers in a high-tech environment is crucial, now more than ever. lt is also impoftant to note that in some cases, the operational pressure of ongoing missions requires the ¡nstant introduction of rnnovative system concepts in the field. Over the past sixty years, the Ministry of Defence and TNO have
established a firm foundation for further co-operatlon. The more or less noncommittal relationship has changed into a strateg/c partnership in which both parties express their commitment to each other, with all the associated rights, duties and responsibilities. Togethe¡ the padners will be able to continue responding adequately to the technological, social and military developments of the future. The Ministry of Defence and TNO: a vital par-tnership.
OPRICHTING SCHEIKUNDIG IABORNTORIUM
IN
SCHEIKUNDIG
DELFT
LABORATORIUM WORDT SCHEIKUNDIG ;LNEORATORIUM DER ARTILLERIE.INRICHTTNGEN (Ar) rN ZAANDAM OPNICHTING COMMISSIE VOOR PHYSISCHE INGEBRUIKNEMING LABORATORIUM VAN DE COMMISSIE
STRIJ DM IDDELEN
i
vooR pHysrscHE
STRTJDMTDDELEN
OPRICHTING TNO
(vrËrcEBouw) rN DEN HAAG
TNO-WET
OPRICHTING CENTRAAL LABORATORIUM IN LEIDEN
SCHEIKUNDIG I-ABORATORIUM DER ARTILLERIE.INRICHTINGEN NAAR TECHNISCHE
HOGESCHOOL DELFT
ScHETKUNDTG LABORATORTUM
DER ARTTLLERTE-
INRICHTINGEN DUIKT ONDER ALS TNO LABORATORIUM POORTI-,ANDI
cENTRAAL LABoRAToRTuM ourrl oNDER I
LABORATORTUM AFDELTNG LONDEN
i
LABoRAToRTuM vAN HET DE'ARTEMENT
DELFT
^^NcENTRAAL rN ENGEI-,AND ALS
MEETGEBOUW WORDT PHYSISCH
pHysrscH iHgoRAToRruM
LABORATORIUM PTT
IN
uh* ooRloc
prr woRDT pHystscH OPRICHTING RIJKSVERD
TNo (RVo.TNo) OPRICHTING MARINE RADIO DIENST, AFDELTNG BEpRoEVTNG EN oNTwrnnrilruc rN oEGSTGEEST OPRICHTING EDIGINGSoRGANISATIE
i
MEDTSCH BTOLOGTSCH LABORATORTUM (MBL)
PHYSISCH I-ABORATORIUM VAN
HET DEPARTEMENT VAN OORLOG WORTDT PHYSISCH I-,ABORATORIUM RVO-TNO (LATER: PHYSISCH I-,ABORATORIUM TNO)
CHEMISCH LABORATORIUM RVO-TNO
CENTRAAL LABORATORIUM WORDT i
SCHEIKUNDIG LABORATORIUM DER
ARTILLERIE-INRICHTINGEN WORDT TECHNOLOGISCH HBORATORIUM RVO-TNO
OPRICHTING WERKGROEP WAARNEMING BINNEN DE RVO.TNO
IN
SOESTERBERG
MARINE RADIO DIENST, AFDTUruC. BEPROEVING EN ONTWIKKELING VORMT BEGIN VAN LABORATORIUM ELECTRONISCHE ONTWIKKELINGEN VOOR DE KONINKLIJKE
MARTNE (LEO)
LABORATORIUM ELECTRONISCHE ONTWTKKELTNGEN VOOR DE
KRTJGSMACHT (LEOK)
OVERGANG MEDISCH.BIOLOGISCH LABORATORIUM, I
CHEMISCH I-ABORATORIUM RVO-TNO EN TECHNOLOGISCH LABORATORIUM RVO-TNO NAAR PRINS MAURITS GEBOUW IN RIJSWIJK
WERKG ROEP WAARN EM I NG WORDT
a
SUMMARY ln 1947, the Dutch government decided to commission the Netherlands Organisation for Applied Scientific Research (TNO) to conduct the major part of its defence research. This was a remarkable choice considering that in most countries defence research labs are paft of the defence organisation itself. But although this decision increased the distance between TNO and its client, it has mostly had positive consequences for knowledge suppoft of the Ministry of Defence. For sixty years now, the thorough scientific research conducted by TNO has been a basis for important decisions in the armed forces. It ¡s no coincidence that the sixty-year relationship lletween the lVinistry of Defence and TNO coincides with a period of dramatic changes in the world. Key not¡ons such as the Cold War, NATO, nuclear weapons and shifting international relationships mark the L947-2OO7 period. The dynamic nature of conflicts calls for a different type of armed forces to be deployed in a diflerent way: all overthe world, on a wide range of missions, in close collaboration with civilian entities and often with small units specifically tailored to the situation. ln addition, the Ministry of Defence has become a 'structural partner' in safeguarding national security during crises, after disasters and against attacks. The need for technolory as a critical success factor for military operations is also changing. The ever-increasing importance of intelligence places high demands on sensors, information systems and networks. Operating in conditìons in which apparent calm can suddenly turn into an extremely violent situation creates a need for special protection measures. Unmanned systems, for example, can make a substantial contribution to long-term or dangerous tasks. However, the human factor is and will remain decisive in many situations. Adequate schooling and training and proper embedment of soldiers in a high-tech environment is crucial, now more than ever. lt is also important to note that ìn some cases, the operational pressure of ongoing missions requires the instant introduction of innovative system concepts in the field. Over the past sixty years,
the lVinistry of Defence and TNO have established a firm foundation for further co-operation. The more or less noncommittal relationship has changed into a strategic partnership in which both pafties express theìr commitmentto each other, with all the associated rights, duties and responsibil¡ties. Together, the partners will be able to continue responding adequately to the technological, socìal and military developments of the future. The Ministry of Defence and TNO: a vital paftnership.
commissron the Netherlands (TNO) to conduct the major rarkable choice considering rs are paft of the defence ¡n increased the distance rd positive consequences fence. For sixty years now, by TNO has loeen a basis for
onship between the Ministry of dramatic changes ln the \TO, nuclear weapons and 1947-2007 period. The 3nt type of armed forces to ,vorld, on a wide range of entities and often with on. ln addition, the l\4lnistry r' in safeguarding national lainst attacks. I
s factor for military operations
ance of intelligence places ¡ms and networks. Operating rddenly turn into an extremely )rotection measures. ) a substantial contribution he human factor is and will le schooling and training -tech environment is crucial, rote that in some cases, the quires the instant introduction
[ence and TNO have operation. The more or less a strateg¡c partnership in rt to each other, with all the ;. Together, the partners will -o the technologlcal, social ; Ministry of Defence and
--] L\--
,-
ì-
!ËP TNO I Kennis voor zaken
fii 't'