Herschepping 2.0
DEEL 6. Geloofszekerheid Dit is het geloofsaspect waarbij vooral het verstand (en het geweten) van de gelovige een rol speelt. Een fundament van geloofszekerheid wordt gelegd door Gods waarheid die we leren kennen vanuit de Bijbel. Daarnaast wil God gelovigen ook persoonlijk leiding geven op hun levensweg. Door een reine manier van leven kun je een zuiver geweten behouden. Gods Geest wil je helpen te leven volgens Gods levenswet.
Hoofdstuk 6.1. Bijbel De Bijbel is de belangrijkste bron van kennis, wijsheid en waarheid voor de christengelovige. Allerlei facetten van de Bijbel worden besproken en ook hoe we met het levende Woord van God kunnen omgaan.
Hoofdstuk 6.2. Gods levenswet Gods levenswet omvat al het onderwijs dat God gelovigen van alle tijden wil geven om te leven zoals de Schepper dat heeft bedoeld. Gods levenswet wijst de weg naar het leven met God, de weg naar het hoogste geluk. Gods levenswet heeft als doel mensen te helpen gerechtigheid te doen, met liefde als motivatie. Speciale aandacht wordt geschonken aan de Tien Geboden.
Hoofdstuk 6.3. Gods leiding God bestuurt de wereld volgens een eeuwig plan. God heeft zijn wil voor ons mensen in grote lijnen bekend gemaakt in zijn Woord. Daarnaast wil Hij persoonlijke leiding geven om de levens van gelovigen te leiden en hen te helpen bij het nemen van beslissingen. Soms roept God mensen voor bepaalde taken. Goddelijke leiding is niet voor alles nodig, want de gelovige heeft zelf ook de verantwoordelijkheid om zelfstandige keuzen te maken.
Hoofdstuk 6.4. Rein geweten Om een rein leven te leiden is het belangrijk dat gelovigen zonden leren ontdekken en die aan God belijden vanuit een houding van oprecht berouw. God vergeeft beleden zonden, waardoor het geweten wordt gereinigd. Zo nodig moeten begane zonden tegenover mensen worden goedgemaakt. Terechtwijzing kan nodig zijn om gelovigen te corrigeren en te bewaren voor morele scheefgroei.
Hoofdstuk 6.5. Waarheid en leugen Een goed fundament van waarheid is nodig voor een gelovige om hem in staat te stellen de vele leugens te ontmaskeren en te bestrijden, die op hem afkomen. Leugens zijn misschien wel de gevaarlijkste wapens waarmee de satan gelovigen probeert te laten struikelen. Veel leugens zijn moeilijk te herkennen, vooral als ze vermengd worden met een beetje waarheid. Ze komen ook binnen de eigen kerkelijke kring voor. Gelovigen zijn geroepen om eerlijk te zijn en vooral ook echt.
Hoofdstuk 6.6. Anders denken In het proces van geloofsgroei van de gelovigen vindt een voortdurende verandering van hun denken plaats. Er zijn veel verkeerde manieren van denken waarvan zij moeten loskomen, zoals een verkeerd zelfbeeld, perfectionisme, kritische gedachten, bezorgdheid en neerslachtigheid. De Bijbel wijst de weg naar positief denken vanuit Gods waarheid en een leven vol hoop.
Deel 6. Geloofszekerheid - 1 -
Herschepping 2.0
6.0. Inleiding Geloofszekerheid is het verstandsaspect van het geloof en die is vooral gebaseerd op het inzicht dat de gelovige ontvangt van de Heilige Geest op basis van Gods waarheid. Daardoor krijgt het geloof een krachtig fundament.
Verstand en geweten
Je verstand is de functie van je ziel waar je gedachten zich bewegen. Met je verstand verwerk je informatie en ideeën die vanuit de buitenwereld of van binnenuit komen. Je verstand heeft ook verbeeldingskracht en is in staat nieuwe ideeën te genereren. In je geweten is de functie van je hart (en de hulpfunctie van je verstand) waar je diepere gedachten en overwegingen plaatsvinden. Daarmee kun je ook beoordelen of iets goed of slecht is, waar of onwaar, echt of onecht. Daarmee kun je bijvoorbeeld ook zondebesef ervaren.
Zie meer over deze functies van ziel en hart in onderwerp 'Verstand en geweten' in hoofdstuk 'Menselijk wezen'.
Heilige Geest
Door de Heilige Geest ontvang je inzicht in de dingen van God. Hij helpt je om onderscheid te kunnen maken tussen waarheid en leugen, goed en kwaad, zonde en gerechtigheid. De Heilige Geest bewerkt zondebesef en een verlangen naar reinheid. En vooral helpt Hij je om daadwerkelijk te leven volgens Gods levenswet. Dit wordt uitvoeriger beschreven in onderwerp 'Heilige Geest en verstand' in hoofdstuk 'Heilige Geest'. De Heilige Geest wil je als wedergeboren gelovige helpen je verstand en geweten op God te richten, waardoor je kunt groeien in geloofszekerheid en wijsheid.
Groeien in geloofszekerheid
Het is belangrijk om een fundament van waarheid in je leven te hebben om het onderscheid te leren zien tussen waarheid en de leugens waar je mee geconfronteerd wordt. De waarheid wordt verwoord in de Bijbel, waaruit je God kunt leren kennen, en ook wat Gods bedoelingen met je leven zijn zoals beschreven in Gods levenswet. Ook leer je open te staan voor Gods leiding in je leven. Op grond daarvan ontwikkel je een gezonde, Bijbelse manier van positief denken. Het is van levensbelang om je geweten rein te houden door zonden te vermijden en zo nodig te belijden.
Deel 6. Geloofszekerheid - 2 -
Herschepping 2.0
6.1. Bijbel De Bijbel is de belangrijkste bron van kennis, wijsheid en waarheid voor de christengelovige. Allerlei facetten van de Bijbel worden besproken en ook hoe we met het levende Woord van God kunnen omgaan. 6.1.1. Doel van de Bijbel 6.1.2. Kenmerken van de Bijbel 6.1.3. De Bijbel is een bijzonder boek 6.1.4.
Inhoud van de Bijbel
6.1.5. Woord van God 6.1.6. Gezag van de Bijbel 6.1.7. Bijbellezen 6.1.8. Bijbelstudie 6.1.9. Memoriseren en mediteren 6.1.10. Liefde voor de Bijbel 6.1.11. Bijbelvertalingen 6.1.12. Nederlandse Bijbelvertalingen
Hoofdstuk 6.1. Bijbel - 1 -
Herschepping 2.0
6.1.1. Doel van de Bijbel Doel 1. God leren kennen
Het belangrijkste doel van de Bijbel is dat we God leren kennen. De Bijbel is erg open als het gaat om beschrijvingen van de manier waarop God denkt, spreekt en handelt. Je raakt nooit uitgeleerd over God en nooit uitgekeken op wie Hij is. Een mensenleven is daarvoor veel te kort, maar Gods kinderen hebben een eeuwigheid voor zich om Hem steeds beter te leren kennen. We zullen God nooit helemaal leren kennen, omdat God de Schepper van een veel hogere orde is dan de mensen die Hij geschapen heeft. Toch is God niet geheimzinnig, maar juist heel transparant. De Bijbel is de belangrijkste bron van waaruit we God leren kennen. Het kennen van God is vooral een persoonlijk kennen. Het belangrijkste doel van het leven van een mens om God te ontdekken en te leren kennen. Het kennen van God is DE bron van leven: "Het eeuwige leven, dat is dat zij u kennen, de enige ware God, en hem die u gezonden hebt, Jezus Christus." (Johannes 17:3, NBV2004) Zie ook onderwerp ' God leren kennen' in hoofdstuk 'Omgang met God'.
Doel 2. Gods plan met je leven leren kennen
Het op één na belangrijkste doel is dat we in de Bijbel kunnen leren wie we zelf zijn. God heeft de wereld geschapen en de mensheid doen ontstaan om die vanuit een liefdevolle verbondenheid met Hem tot volle ontplooiing te komen. Vanuit de Bijbel kunnen we een gedetailleerd inzicht krijgen over bijvoorbeeld: het ontstaan van het heelal en van menselijk leven wie Jezus is een waarom Hij op de is gekomen het ontvangen van nieuw leven in verbondenheid met God via de weg van bekering en wedergeboorte de manier waarop God wil dat je zal leven (Gods levenswet) Gods zegeningen, beloften en uitdagingen je toekomst in het hiernamaals
Doel 3. Bron van kennis en wijsheid voor het dagelijks leven "Elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust." (2 Timoteüs 3:16, NBG1951) 1. 2. 3.
De Bijbel is de belangrijkste kennisbron van Gods waarheid. De Bijbel is het fundament voor het geloofsleven. De Bijbel is er om de gelovige toe te rusten om op een geestelijk gezonde manier te leven. "Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad." (Psalm 119:105, NBV1951/ NBV2004)
Gods Woord is de Reisgids die je nodig hebt om op je levensweg niet te verdwalen, maar op de goede eindbestemming aan te komen. Als je Gods Woord je levenspad laat verlichten. Zie meer hierover in hoofdstukken 'Waarheid en leugen' en 'Anders denken'.
Doel 4. Levensverandering en geloofsgroei
De Bijbel is de belangrijkste voedingsbron voor het hart. "(Jezus zei:) 'Er staat geschreven: 'De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit de mond van God.'" (Matteüs 4:4, NBV2004)
Hoofdstuk 6.1. Bijbel - 2 -
Herschepping 2.0
Het bevat ruim voldoende voedingswaarde om een pas wedergeboren gelovige te doen opgroeien tot een volwassen gelovige: "Telkens als ik uw woorden hoorde, nam ik ze als voedsel tot mij. Uw woorden gaven mij een diepe vreugde, want ik behoor u toe, o H E ER , God van de hemelse machten." (Jeremia 15:16, NBV2004) "Wees als pasgeboren kinderen begerig naar de zuivere, geestelijke melk waardoor u zult groeien en gered zult worden." (1 Petrus 2:2, WV1995) De Bijbel kan je helpen bij je geloofsgroei als de basis voor geloofszekerheid. Daardoor heb je een fundament van waarheid dat je helpt om: leugen en waarheid te onderscheiden, zodat je op grond van die kennis verstandige beslissingen kunt nemen goed en kwaad te onderscheiden, zodat je op grond daarvan leert om rein te leven
6.1.2. Kenmerken van de Bijbel "De Bijbel is een stevige pil. Het is even slikken, maar je wordt er beslist beter van!"
De Bijbel is indringend
Menselijke woorden hebben hun beperkingen. Het Woord van God is vol met goddelijke wijsheid die tot diep in het hart doordringt. "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden." (Hebreeën 4:12, NBV2004) De Bijbel heeft een ongekende diepgang omdat het bedoeld is om je niet alleen in je ziel aan te sporen tot heilzaam gedrag, maar je vooral in je hart aan te raken en te motiveren. Uit je hart komen immers de verlangens en motivaties die je tot daden aanzetten. Als je de Bijbel alleen op het vlak van de ziel 'gebruikt', ontstaat er een oppervlakkige verbondenheid met het Woord. Als God je hart aanraakt, dan gebeurt er pas werkelijk iets. Dat is diepgang. zielaspect
De Bijbel
hartaspect
De Bijbel
verstand
... is een bron van eindeloze wijsheid en geeft informatie over God ... maakt je bekend met Gods beloften en zijn bedoelingen met je leven
geweten
... bevat de hoogst denkbare morele standaard ... wijst je op je zondige daden en gewoonten waar je vanaf moet
gevoel
... leert je om God te kennen en hoe je in verbondenheid met Hem kunt leven ... helpt je de blijdschap en vrede van God te ervaren
gemoed
... inspireert je om op God te vertrouwen en te verlangen naar de dingen van God ... stimuleert je tot verlangens naar de geestelijke rijkdommen die God geeft
wil
... geeft kracht om te overwinnen in de geestelijke strijd ... daagt je uit om het Koninkrijk van Jezus uit te dragen in woord en daad
loyaliteit
... wijst je op je verantwoordelijkheid om gerechtigheid na te streven ... roept je op tot liefdevolle toewijding aan God en je medemensen
gedrag
... spoort je aan om te handelen naar Gods wil en geeft talloze aanwijzingen om dat in praktijk te brengen
levensstijl
... helpt je de levensstijl van het Koninkrijk eigen te maken ... helpt je om geestelijk vrucht te dragen
De manier waarop de Bijbel de gelovige aanspreekt
Hoofdstuk 6.1. Bijbel - 3 -
Herschepping 2.0
Sommige mensen spreken over diepgang als ze het hebben over grondig bestuderen van de Bijbel en teksten uitpluizen. Dat noem ik geen diepgang, want het kan heel oppervlakkig zijn. Als het alleen je verstand aanraakt, blijft je hart onberoerd. Je verstand zit aan de oppervlakte (op hetzelfde niveau als het gevoel) terwijl geestelijke diepgang tot je hart reikt. Om de diepste bedoeling van de Bijbel te verstaan moet het hart geopend worden door de Heilige Geest, zodat het verstand als het ware verlicht wordt. Zonder de actieve betrokkenheid van de Heilige Geest blijft de Bijbel een gesloten boek, waar je hooguit over kunt discussiëren, maar de echte boodschap van het Woord komt dan niet over. De Bijbel is je beste vriend als het gaat om bemoediging, aansporing en vertroosting. Maar soms is het je ergste vijand omdat hij je zo ongezouten de waarheid zegt. De Bijbel houdt je vaak de spiegel voor waarin je jezelf ziet zoals je echt bent en wat je diepste motieven en verlangens zijn. Tegelijk wijst de Bijbel je de weg naar een heilzame levensstijl.
De Bijbel is een levend boek
De Bijbel is een levend boek en een bron van leven. Dat is moeilijk uit te leggen aan mensen die het leven met God niet kennen door wedergeboorte. Als je zelf nieuw leven van God hebt ontvangen, weet je uit ervaring dat de Bijbel telkens weer nieuwe dingen tot je hart spreekt, of oude, bekende dingen steeds weer als nieuw doet glanzen in je hart. Geen enkel ander boek heeft die sterke uitwerking in je leven. Andere geestelijk opbouwende boeken zijn niet meer dan hulpmiddelen voor gelovigen om kennis, blijdschap en kracht te putten uit het levende Woord zelf. De Bijbel is geen strak gestructureerd godsdienstig leerboek, maar een bundel met uiteenlopende inhoud, geschreven door allerlei soorten mensen in verschillende tijden. En steeds meer sta ik verbaasd over de uitstekende onderlinge samenhang tussen de Bijbelboeken, die in mijn ogen een prachtige levende eenheid vormen en allemaal op hun eigen manier iets zeggen over de levende God en over het leven met God. Dat maakt de Bijbel tot een blijvend boeiend boek. “De Bijbel is een schat die in waarde toeneemt naarmate je hart zich steeds meer met die schat vereenzelvigt.”
De Bijbel is invloedrijk
Het belangrijkste kenmerk van een 'heilig boek' van een godsdienst is het effect dat het had en heeft op de samenleving. De Bijbel geeft leefregels voor de omgang tussen mensen die nooit zijn geëvenaard of overtroffen. Overal waar mensen volgens deze leefregels zijn gaan leven, zijn opzienbarende veranderingen waargenomen. De Bijbel heeft de mensen bijvoorbeeld geleerd: respect voor anderen te hebben speciale zorg te hebben voor ouderen, zieken en mensen met gebreken of moeiten een respectvolle houding te hebben tegenover vrouwen hun kinderen verstandig op te voeden rijkdom te delen met mensen die slecht bedeeld zijn Bovenal is het de levensveranderende kracht van de Bijbel waardoor talloze mensen een nieuw leven hebben ontvangen en oplossingen voor diepliggende menselijke problemen. Het hoogtepunt van de Bijbelse boodschap is die van het verzoenend sterven van Jezus. Daardoor heeft Hij de mensheid met God verzoend en een oplossing gebracht voor het zondeprobleem dat als een vloek over de aarde is gekomen. De boodschap van nieuw leven door het geloof in Jezus is het goede nieuws voor de hele wereld, dat van de Bijbel uitgaat.
Geeft de Bijbel een antwoord op alle vragen?
De Bijbel geeft antwoorden op de belangrijkste levensvragen, maar niet op ALLE vragen. God houdt het recht aan zich om ons niet alles te laten weten over zijn plannen met de mensheid en hoeft ons geen verantwoording af te leggen van zijn beleid.
Hoofdstuk 6.1. Bijbel - 4 -
Herschepping 2.0
Mensen die in hun hart God afwijzen willen wel eens de nadruk leggen op allerlei schijnbare tegenstrijdigheden en ongerijmdheden in de Bijbel. Ze willen daarmee aantonen hoe onbetrouwbaar of hoe belachelijk de Bijbel is. Zij hanteren dit als een excuus om zich niet aan God te hoeven onderwerpen en proberen anderen te verleiden tot dezelfde denkwijze. Aan de andere kant zijn er talloze mensen die een diepe liefde voor Gods Woord hebben ontwikkeld. Ook zij durven diepgaande vragen aan de Bijbel te stellen, want een christen hoeft zijn intelligentie geen geweld aan te doen als hij de Bijbel leest. Gelovigen voelen beter aan waar het menselijke bevattingsvermogen ophoudt en waar Gods wijsheid verder gaat. In de Bijbel vinden ze steeds meer schatten van wijsheid en ze kunnen daardoor ook beter omgaan met onbeantwoorde vragen. Dat doen zij niet vanuit een zelf opgelegde domheid, die het christelijke geloof zou eisen, maar uit een zelf gekozen afhankelijkheid van hun Schepper. Hoe meer je in je dagelijkse leven geleerd hebt dat God te vertrouwen is, des te vanzelfsprekender het is om ook Zijn Woord betrouwbaar te achten.
6.1.3. De Bijbel is een bijzonder boek De Bijbel is uniek
De Bijbel is in veel opzichten een uniek boek. Om er maar een paar te noemen: 1. De Bijbel bevat een boodschap van bovennatuurlijke verlossing en zegen. 2. De Bijbel is het 'handboek soldaat' voor gelovigen die in de geestelijke strijd staan. 3. De Bijbel is de survival kit voor degenen die het moeilijk hebben. 4. De Bijbel heeft een zeer hoogstaand moreel karakter. 5. De Bijbel bevat zeer hoogstaande literatuur. 6. De Bijbel is feitelijk betrouwbaar en nauwkeurig. Kleine oneffenheden in de tekst raken geen essentiële geloofszaken. Er zijn slechts enkele Bijbelverzen met een onzekere oorsprong. Er zijn van Bijbelgedeelten veel meer oude handschriften beschikbaar dan van enig ander klassiek werk. 7. De Bijbel veroudert nooit. De boodschap is blijvend actueel. 8. De Bijbel bevat veel profetieën die daadwerkelijk zijn uitgekomen, soms eeuwen na het uitspreken van de profetie. 9. Zeer veel boeken en kunstwerken zijn door de Bijbel geïnspireerd.
Wereldrecords
Verder heeft de Bijbel nog een aantal interessante wereldrecords als: het eerst gedrukte boek (de Gutenberg Bijbel in 1452; in Nederland: de Delftse Bijbel in 1477) het eerst vertaalde boek van enige omvang (de Latijnse Vulgata in 382) het meest vertaalde boek (in 2010 waren vertaalde Bijbelgedeelten beschikbaar in ongeveer 2500 talen) het meest verkochte boek het meest gelezen boek het meest geliefde boek
De Bijbel is eeuwig "De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan." (Marcus 13:31, NBG1951) De Bijbel kan niet vernietigd worden. De Franse filosoof Voltaire (1694-1778) verwachtte dat hij het moment zou meemaken dat er geen enkele Bijbel meer zou zijn in de hele wereld. Hij ging ervan uit dat het een volledig achterhaald boek was. Nu lees je zelfs in het Guiness Book of Records dat de Bijbel het meest verkochte boek ter wereld is. Het huis van Voltaire bestaat ook nog, maar nu worden van daar uit Bijbels verzonden in veel talen en soorten. God heeft zo zijn eigen manier om te spotten met de grootspraak van zijn tegenstanders!
Hoofdstuk 6.1. Bijbel - 5 -
Herschepping 2.0
"... maar het woord van de Heer blijft eeuwig bestaan. woord is het evangelie dat u verkondigd is" (1 Petrus 1:25, NBV2004)
De Bijbel is oneindig
De Bijbel bevat een duidelijke openbaring van God en zijn waarheid en wijsheid. Niemand kan die waarheid en wijsheid volledig bevatten. Hoe zou een mens, die maar in één korte periode van de wereldgeschiedenis leeft, met alle eenzijdigheden van de overheersende denkpatronen van zijn tijd, en levend op één klein plekje op aarde, een volledig en zuiver inzicht kunnen hebben in het Woord van de oneindige, eeuwige God? Hoe meer ik Gods Woord bestudeer, hoe meer ik mijn eigen kleinheid besef tegenover mijn Schepper en zijn majestueuze Woord. Een mensenleven is veel te kort om de Bijbel helemaal te leren kennen...
De Bijbel is veelzijdig
Veel heilige boeken voor allerlei religies zijn opgesteld door één persoon, terwijl de bron van kennis waaruit deze auteurs hebben geput, niet geverifieerd kon worden door anderen. De Bijbel is niet 'uit de hemel gevallen' of opgesteld door een enkele auteur die beweerde goddelijke inzichten te hebben ontvangen, die ook niet door anderen kunnen worden nagetrokken. Integendeel! De Bijbel is ontstaan door allerlei schrijvers, ieder met zijn eigen achtergrond, stijl en waarnemingen van de feiten. Bijbelboeken of gedeelten ervan zijn geschreven: door zo'n 40 verschillende auteurs door profeten, priesters, koningen, apostelen, schriftgeleerden door vissers, ambtenaren, kunstenaars, dichters door rijken, armen, geleerden, eenvoudige mensen op zeer verschillende plaatsen over een periode van 1500 jaar. Ondanks dat vormt de Bijbel een uitstekend samenhangend geheel. Dit is een van de vele blijken van de geloofwaardigheid van de Bijbel.
6.1.4. Inhoud van de Bijbel Over de inhoud van de Bijbel is zo ontzettend veel te zeggen dat het ondoenlijk is om in het kort een overzicht te geven dat ook maar een klein beetje volledig is. Laten we ons beperken tot een paar algemene soorten kennis die we vanuit de Bijbel op kunnen doen en die van groot belang zijn voor het geloofsleven.
Geschiedenissen in de Bijbel
De Bijbel bevat een rijke schat aan geschiedkundige informatie. Een deel daarvan wordt ook wel 'heilshistorie' genoemd, als daarin feiten genoemd worden die een cruciale rol spelen in het christelijke geloof, zoals: schepping zondvloed ontstaan en ontwikkeling van het volk Israël Babylonische ballingschap en herstel van Israël als natie geboorte, leven, lijden, sterven, opstanding en hemelvaart van Jezus, de Zoon van God ontstaan en groei van de christelijke wereldwijde Gemeente In heel wat literatuur komen we geschiedenissen tegen die behoorlijk aangedikt zijn en waarin de hoofdpersonen duidelijk krachtiger en edeler worden voorgesteld dan ze waren. De Bijbel is ontwapenend eerlijk en laat niet alleen de goede, maar ook de slechte kanten van de personen zien, zelfs van de meest vooraanstaande leiders. Mede daardoor is de Bijbel zeer geloofwaardig als betrouwbare bron van informatie. Veel geschiedenissen worden verteld met aantekeningen over het waarom en waartoe van gebeurtenissen, zodat het meer dan zo maar geschiedenissen zijn. Ze zijn vaak erg leerzame voorbeelden Hoofdstuk 6.1. Bijbel - 6 -
Herschepping 2.0
van hoe mensen met God hebben geleefd en welke overwinningen en nederlagen ze daarbij hebben meegemaakt. "Wat hun overkwam, moet een voorbeeld voor ons zijn..." (1 Korintiërs 10:11, GNB1996)
Onderwijs in de Bijbel
De Bijbel geeft veel aansporingen tot een rein leven: "Waarmee houdt een jongeman zijn pad zuiver? Als hij dat bewaart overeenkomstig Uw woord. Ik zoek U met heel mijn hart, laat mij van Uw geboden niet afdwalen. Ik heb Uw belofte in mijn hart opgeborgen, opdat ik tegen U niet zondig." (Psalm 119:9-11, HSV2010) Het Woord van God laat zien wat waarheid en leugen, echt en onecht, goed en slecht is; het bevat Gods normen voor het leven. Het geeft ook talloze voorbeelden van mensen die zegen ontvingen als ze ernaar leefden of juist ernstig in de problemen kwamen als ze dat niet deden. De Bijbel geeft ook zicht op de belangrijkste waarden van Gods Koninkrijk. Vooral in de gelijkenissen van Jezus kunnen we daar veel over lezen.
Profetieën in de Bijbel
Als er één ding is waarin de Bijbel zich onderscheidt van alle heilige boeken van religies dan is dat de nauwkeurigheid waarmee Bijbelse profetieën gebeurtenissen later uitkwamen zoals ze voorzegd waren. Bijna 4000 Bijbelverzen bevatten profetieën over gebeurtenissen die daarna zouden plaatsvinden, korte of lange tijd nadat de profetieën waren uitgesproken. Profetieën zijn uitspraken van God die door de schrijvers van de Bijbelboeken zijn opgeschreven. Veel profetieën bevatten beeldende taal en kunnen betrekking hebben op meerdere gebeurtenissen of perioden. Daarom zijn de nog onvervulde profetieën vaak een voorwerp van discussie die tot verschillende conclusies kunnen leiden. Dat is niet erg. Eenmaal zullen we allemaal weten hoe ze in vervulling zijn gegaan. "... Wat ik, de H E ER , zeg, zal gebeuren ..." (Ezechiël 12:25, NBV2004)
Beloften in de Bijbel
De Bijbel bevat een enorme hoeveelheid beloften voor degenen die Hem volgen. We hebben het dan bijvoorbeeld over de volgende beloften aan gelovigen: Gods persoonlijke voortdurende verbondenheid en aanwezigheid in je leven alle vormen van hulp, voor zover dit past in Gods plannen met je leven het ontvangen van wijsheid, inzicht, leiding eeuwig leven en een stralende toekomst in de eeuwigheid We lezen in de Bijbel ook veel geschiedenissen die bevestigen dat God altijd zijn beloften vervult, soms op onverwachte, wonderlijke manieren, en ook niet altijd op de tijd waarop mensen het verwachten. God blijft God en Hij heeft een geheel eigen manier van omgaan met ons als mensen.
6.1.5. Woord van God "... Uw woord is de waarheid." (Johannes 17:17, NBV2004)
Wat is het Woord van God?
Strikt genomen is het begrip 'Woord van God' veel breder dan het fysieke boek dat wij de Bijbel noemen. Het heeft betrekking op alles wat God ooit gezegd heeft of tot uitdrukking heeft gebracht, alles wat Hij met de mensheid heeft gecommuniceerd. Slechts een deel daarvan kennen wij als de Bijbel. In het evangelie van Johannes wordt Jezus het mens geworden Woord genoemd omdat Hij de ultieme openbaring is van God zelf.
Hoofdstuk 6.1. Bijbel - 7 -
Herschepping 2.0
"Het Woord was in de wereld, de wereld is door hem ontstaan en toch kende de wereld hem niet ... Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader." (Johannes 1:10,14, NBV2004) Paulus schreef eens: "Laat Christus' woorden in al hun rijkdom in u wonen ..." (Kolossenzen 3:16, NBV2004) Daar zijn niet de geschreven Bijbelboeken van het Nieuwe Testament mee bedoeld, want die waren er nog niet of nauwelijks toen Paulus deze brief schreef. Ik geloof dat hij daarmee in de eerste plaats doelde op het geloofsonderwijs dat de gelovigen van Jezus hadden ontvangen en mondeling doorgegeven. Daarnaast waarschijnlijk ook wat de Heilige Geest tegen de gemeenten had gezegd, bijvoorbeeld door geïnspireerde profeten en leraren (vergelijk Handelingen 4:25). In ieder geval gaat het om woorden waarbij Jezus en het Koninkrijk van Jezus centraal staan.
Inspiratie
Ik geloof dat de Bijbel het geïnspireerde, levende Woord van God is. Inspiratie wil zeggen dat de Bijbel is opgeschreven onder de leiding van Gods Heilige Geest. Dat betekent niet dat alle Bijbelwoorden letterlijk van bovenaf gedicteerd of ingegeven zijn. Op zijn minst was de inhoud geïnspireerd, waarbij mensen er vorm aan hebben gegeven. Daardoor zien we dat bij verschillende Bijbelschrijvers hun eigen persoonlijkheid een rol speelt en herkennen we hun, karakteristieke stijl, woordkeuze en accentueringen. De Bijbel bevat veel uitspraken van God zelf, uitspraken van God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De Bijbel bevat bijna 600 teksten met directe aanhalingen, meestal ingeleid met woorden als "God zei...". In de Bijbelboeken Jesaja, Jeremia en Ezechiël lezen we ongeveer 200 korte of lange uitspraken van God met de vermelding dat het letterlijke boodschappen van God waren. Ongeveer 3800 keer wordt in de Bijbel duidelijk gemaakt dat bepaalde woorden rechtstreeks van God afkomstig zijn. Jezus, de Zoon van God, heeft passages uit niet minder dan 24 Bijbelboeken van het Oude Testament geciteerd en daarmee ingestemd met hun goddelijke oorsprong en waarheidsclaim. De geschiedenis van Jona en de vis wordt door veel critici smalend aan de kant gezet als een mythe. Maar Jezus haalt het aan als pure waarheid als Hij die ervaring van Jona vergelijkt met zijn eigen sterven en opstanding na drie dagen. Als we Jezus betrouwbaar achten, moeten we ook de Bijbel accepteren als het betrouwbare, goddelijk geïnspireerde Woord van de levende God. Daarom heeft de Bijbel onder christengelovigen het hoogste gezag, boven alle andere geschriften die door mensen zijn geproduceerd. De Heilige Geest is als het ware de zender, die het levende Woord heeft doorgegeven aan Bijbelschrijvers, die (menselijke) communicatiekanalen zijn geweest om het levende Woord op schrift te stellen. "Maar het is de geest van God in de mens, de adem van de Ontzagwekkende die inzicht brengt." (Job 8:32, NBV2004) "Elk schriftwoord is door God geïnspireerd ..." (2 Timoteüs 3:16, NBV2004) De Bijbel wordt ook wel eens het 'profetische Woord van God' genoemd om daarmee op een andere manier aan te duiden dat het door God geïnspireerd is. De apostel Petrus schrijft hierover: "Besef daarbij vooral dat geen enkele profetie uit de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat, want nooit is een profetie voortgekomen uit menselijk initiatief: mensen die namens God spraken werden daartoe altijd gedreven door de heilige Geest." (2 Petrus 1:20-21, NBV2004)
Communicatiemiddel
Via de Bijbel wil God vanuit zijn hart tot jouw hart spreken. Dan gebeurt het volgende: Hoofdstuk 6.1. Bijbel - 8 -
Herschepping 2.0
1. 2. 3.
Gods Geest leidt een Bijbelschrijver om iets te schrijven (schrijfinspiratie). Jaren later lees jij wat de Bijbelschrijver geschreven heeft. De Heilige Geest spreekt door het Bijbelwoord tot je hart (leesinspiratie).
Op die manier kan de oorspronkelijke geestelijke waarheid in je hart landen, waardoor het tot geestelijk voedsel wordt. Er is dus tweemaal een inspiratieslag nodig om de oorspronkelijke boodschap via het geschreven Woord in het hart van de gelovige te doen aankomen. Dit verklaart waarom ongelovigen de Bijbel kunnen lezen, zonder de boodschap te vatten. "In hen wordt de profetie van Jesaja vervuld, die zegt: Met uw oren zult u horen en niet begrijpen met uw ogen zult u kijken en niet zien." (Matteüs 13:14, WV1995) Pas als de Heilige Geest iets doet in iemands hart komt de boodschap over bij mensen die ervoor openstaan.
6.1.6. Gezag van de Bijbel Goddelijk gezag
Als je leven aan God hebt onderworpen en de waarheid van de Bijbel belijdt, kun je niet anders dan je onderwerpen aan het gezag van de Bijbel. Het gezag van de Bijbel wordt ontleend aan het feit dat het door God geïnspireerd is en daarom ook Woord van God wordt genoemd. De Bijbel staat boven de lezers en boven al wat de lezers er in ontdekken. Ook Jezus onderwierp zich aan het gezag van de oudtestamentische geschriften, ook al waren ze door mensen op schrift gesteld. Daardoor bevestigde de Zoon van God de goddelijke oorsprong van die geschriften. Daardoor kon Jezus ook met gezag de Schriftwoorden citeren toen de satan Hem in de woestijn tot zonde probeerde te verleiden. Tot driemaal toe begon Hij zijn antwoorden met "Er staat geschreven." (Matteüs 4:6,7,10). Het geschreven Woord heeft gezag. Ook bij brieven van de apostelen komen we deze woorden tegen als ze uit het Oude Testament citeren: "Er staat immers geschreven: Wees heilig, omdat ik heilig ben." (1 Petrus 1:16, GNB1996) De schrijvers erkennen daarmee het absolute gezag van Gods geschreven Woord.
Woorden van gezag
Jezus sprak met gezag omdat Hij namens God de Vader sprak die Hem gezonden had om Hem te vertegenwoordigen. "Ze waren diep onder de indruk van zijn onderricht, want hij sprak met gezag." (Lucas 4:32, NBV2004) Ware gelovigen, die leven onder het gezag van Gods Woord, kunnen datzelfde Woord ook met gezag naspreken. Gods Woord is de waarheid en zal op een of andere manier altijd blijven bestaan. "Het gras verdort en de bloem verwelkt, maar het woord van onze God houdt altijd stand." (Jesaja 40:8, NBV2004) Mensen die zichzelf boven de Bijbel plaatsen en daardoor de waarheid ondermijnen, zullen zelf krachteloos blijven. We hebben het dan over mensen die met bedekte woorden ongeveer dit zeggen: " De Bijbel zegt dit, maar IK VIND dat..." De Bijbel zal altijd zijn kracht behouden en kracht geven aan wie het gezag van de Bijbel respecteert. De volgende Bijbeltekst over Schriftgezag is zo verschillend vertaald dat het de moeite waard om een aantal varianten te bekijken: "... aangezien de Schrift niet gebroken kan worden ..." (Johannes 10:35, HSV2010) "De Schrift blijft altijd van kracht ..." (Johannes 10:35, NBV2004) "... de Schrift is onaantastbaar ..." (Johannes 10:35, WV1995) Hoofdstuk 6.1. Bijbel - 9 -
Herschepping 2.0
"De Schrift verliest nooit haar geldigheid..." (Johannes 10:35, GNB1996) Ik geloof dat dit allemaal waar is, zonder daarmee te willen zeggen dat het allemaal goed vertaald is.
Menselijke geschriften, tradities en ervaringen
Het is een illusie om menselijke geschriften te maken, waarin de Bijbelse boodschap zuiver en met al zijn facetten uit de verf komt. Ik ben me daar ook heel goed van bewust bij het schrijven en aanpassen van 'Herschepping', hoezeer ik ook mijn best doe om er een Bijbelgetrouw en gebalanceerd geheel van te maken. Menselijke geschriften kunnen bruikbaar zijn om Gods Woord dichter bij de mensen te brengen, zodat het beter begrepen en toegepast kan worden. Maar alles wat mensen schrijven over de Bijbel is tegelijk een beperking van de Bijbelse boodschap tot datgene wat de schrijvers er zelf van begrijpen. Mensen interpreteren Gods Woord bovendien vanuit een denkwijze, die sterk beïnvloed is door de heersende denkbeelden van de tijd waarin ze leven en door persoonlijke ervaringen. Ook belijdenisgeschriften, die in de loop der eeuwen zijn geschreven om de leer van de kerk te conserveren en de kerk voor afwijkingen van de 'zuivere leer' te bewaren, zijn per definitie beperkt en mogen nooit tot onaantastbare waarheid worden verheven. Ze hebben altijd eenzijdigheden en bevatten altijd interpretaties die door anderen op grond van de Bijbel betwist kunnen worden. Ze hebben ongetwijfeld zinvolle antwoorden gegeven op de vragen uit de tijd waarin ze ontstonden. Jaren later zijn nieuwe vragen belangrijk geworden, zodat zulke geschriften snel verouderen. Het is opvallend dat de Bijbel nooit veroudert, maar dat belijdenisgeschriften al na betrekkelijk korte tijd al zo gedateerd blijken te zijn. Ze kunnen dan ook nooit dezelfde autoriteit van de Bijbel hebben. Ik verwacht dat de meeste lezers dit wel zullen beamen, maar pas op. Het laten onderschrijven van zulke geschriften (zoals de Drie Formulieren van Enigheid) geeft ze in de praktijk een hogere autoriteit dan de Bijbel, omdat ze niet ter discussie mogen staan. Dat houdt een eerlijk gesprek tegen over zaken, die mogelijk niet juist zijn in zulke belijdenisgeschriften. Menselijke geschriften en interpretaties van de Bijbel mogen altijd ter discussie staan, alleen de Bijbel zelf staat er boven verheven. Niet voor niets wordt de Bijbel ook wel 'Heilige Schrift' genoemd...
De Bijbel als waarheidsnorm
Naast de Bijbel is er een schat van opbouwende lectuur, die nuttig kan zijn voor persoonlijk geloofsleven of kerkelijk leven. De betrouwbaarheid en het waarheidsgehalte van alle andere geschriften dient getoetst te worden aan de Bijbel. Wij dienen elke uitspraak af te wijzen die door de Bijbel weerlegd wordt. Dat geldt natuurlijk ook voor visioenen, profetieën, ervaringen, belevenissen of andere opbouwende verhalen en geschriften. De Bijbel geeft ons een krachtig fundament van waarheid en is ook DE toetssteen voor waarheid. "De joden in Berea ... bestudeerden dagelijks de Schriften om te zien of het inderdaad waar was wat er werd gezegd." (Handelingen 17:11, NBV2004) De Bijbel als boek heeft ook een grote waarde OMDAT het op schrift gesteld is. Door het geschreven Woord van God kunnen we een objectief beeld krijgen van wie God is en wat zijn bedoelingen zijn met de mensheid. Een van mond tot mond overgedragen boodschap kan in de loop der tijd veranderingen ondergaan, maar bij het geschreven woord is het risico veel kleiner. Door het geschreven Woord zijn we ook minder afhankelijk van de eigen gedachten die mensen over Bijbelse onderwerpen uitspreken. Zodoende zorgt vooral het GESCHREVEN Woord van God voor stabiliteit in de opvattingen van gelovigen door alle eeuwen heen en in alle culturen.
Onfeilbaarheid "De richtlijnen van de Heer zijn volmaakt, ze geven levenskracht. Wat de Heer afkondigt, is betrouwbaar, het maakt de onervarene wijs." (Psalm 19:8, GNB1996)
Hoofdstuk 6.1. Bijbel - 10 -
Herschepping 2.0
De Bijbel, die de door God geïnspireerde waarheid bevat, is via menselijke kanalen tot ons gekomen en geeft soms blijk van menselijke beperkingen. Daarom moeten we niet krampachtig omgaan met Bijbelgegevens die tegenstrijdig lijken. Laat ik daar twee voorbeelden van geven: 1. In 2 Samuël 24:1 lezen we dat God David ertoe aanzette om het volk te tellen, terwijl in 1 Kronieken 21:1 staat dat het een satanische influistering was. Wat is waarheid? In dit geval is het naar mijn mening de satan geweest, terwijl God het toeliet. God is nooit de oorzaak van verleiding (Jakobus 1:13-14). In het Bijbelboek Openbaring zien we meerdere plaatsen dat duivelse machten van alles kunnen uitspoken onder Gods toelating (bijv. Openbaring 13:7). In dit geval komen we eruit als we "Schrift met Schrift vergelijken". 2. Jezus ging eens naar de overkant van het meer van Galilea, waar Hij een heel legioen demonen uitdreef, die vervolgens een kudde varkens de afgrond in deed storten. Volgens Matteüs 8:2832 ging het om twee bezetenen, terwijl in Marcus 5:1-20 staat dat het er maar één was. Om hoeveel bezetenen ging het? Ik weet het niet, maar in beide gevallen is de boodschap gelijk. Het aantal is in dit geval een detail dat van ondergeschikt belang is. Ik maak me niet zo druk over zulke verschillen. Sommige van die verschillen blijken geen tegenspraken op te leveren, maar beschrijvingen van hetzelfde maar dan vanuit een verschillende gezichtshoek. Andere verschillen zijn moeilijker te verklaren, maar dan ga ik er in eerste instantie vanuit dat het aan mezelf ligt dat ik het niet begrijp. Je hebt ook mensen die dan meteen zeggen: zie je wel dat de Bijbel niet klopt. Het is maar net welke relatie je met de Bijbel hebt. Eigenlijk altijd gaat het om verschillen die niet de essentie van de Bijbelse boodschap aantasten.
Gezag erkennen
Het gezag van de Bijbel erkennen begint met het betrouwbaar achten ervan. Iedere gelovige hoort een Bijbelgetrouwe gelovige te zijn. Maar iedereen die zich een Bijbelgetrouwe gelovige noemt, behoort ook het doelbewuste verlangen te hebben om Gods Woord te gehoorzamen en zijn eigen mening zo nodig aan te passen. Wie daar met de pet naar gooit kan dan met de mond het gezag van de Schrift te vuur en te zwaard verdedigen, maar plaatst ZICHZELF buiten het gezag van het Woord. Daarbij gaat het natuurlijk niet om zondeloze perfectie, maar om de innerlijke houding om van harte God te willen gehoorzamen.
6.1.7. Bijbellezen Dagelijks voedsel
Het geschreven Woord van God is het voedsel voor ons hart dat we dagelijks tot ons moeten nemen om de noodzakelijke bouwstoffen voor ons geestelijke leven binnen te krijgen. Nadat iemand is wedergeboren, ontdekt hij meestal een sterk verlangen bij zichzelf om het Woord te lezen. Het tegenovergestelde is ook waar. Wie zijn Bijbel ongebruikt in de kast laat liggen is OF niet wedergeboren OF hij vertoont duidelijke symptomen van geestelijke bloedarmoede. Dit is een gevaarlijke conditie, die geestelijke dood ten gevolge kan hebben als er niets verandert.
Structuur in het Bijbellezen
Als je geen structuur aanbrengt in je dagelijkse Bijbellezen en meestal zo maar wat leest, loop je kans dat je geregeld je favoriete Bijbelboeken of -gedeelten leest en andere overslaat. Je kunt beter een van de volgende methoden gebruiken: Een Bijbelrooster gebruiken, al of niet met enige uitleg voor elk te lezen Bijbelgedeelte. Deze zijn te verkrijgen bij christelijke boekhandels of via een abonnement van bijvoorbeeld de 'Leidraad' van de Internationale Bijbelbond. Zulke Bijbelroosters hebben een prettige afwisseling in de gekozen Bijbelgedeelten per dag. Ook zijn er websites waar je Bijbelroosters kunt raadplegen of downloaden. Ook in christelijke tijdschriften kun je ze soms vinden. Steeds een Bijbelboek in zijn geheel 'afwerken'. In dat geval is het goed om een lijst bij te houden waarop je aangeeft welk Bijbelboek je wanneer hebt gelezen. Dan weet je steeds aan welk Bijbelboek je weer toe bent.
Hoofdstuk 6.1. Bijbel - 11 -
Herschepping 2.0
Relationeel proces
De Bijbel is een levend boek en het lezen in de Bijbel is ook een relationeel proces: een ontmoeting met God door zijn Woord. Ik raad je aan om de Bijbel biddend te lezen, het mag ook hardop. Praat al lezend met God over wat je eruit leert en zeg Hem eerlijk hoe je hart er op reageert. Vertel het als je iets niet begrijpt en vraag hoe je het gelezen Bijbelgedeelte in praktijk kunt brengen. Zie ook onderwerp ' Persoonlijke stille tijd' in hoofdstuk 'Omgang met God'.
De Heilige Geest maakt het Woord levend
De Bijbel is niet zomaar een godsdienstig boek, waarin de waarheden van het joodse en het christelijke geloof worden uitgelegd. Het is een levend boek, waarin God spreekt tot de gelovige: "In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen." (Johannes 1:4, HSV2010) De Bijbel is door de Heilige Geest tot stand gekomen en alleen door de actieve inwoning van de Heilige Geest kan het Woord van God tot voedsel voor het hart worden. Denk eens aan het verhaal van de twee mannen die op weg waren naar het dorp Emmaüs. Jezus zelf had hen onderweg iets van de Bijbel uitgelegd en later zeiden ze tegen elkaar: "...Was ons hart niet brandend in ons, toen Hij onderweg tot ons sprak en voor ons de Schriften opende?" (Lucas 24:32, HSV2010) De woorden die ze met hun verstand tot zich hadden genomen werden levend gemaakt in hun harten, zodat ze in hun hart een soort warmtegloed voelden, iets als een hartverwarmend vuur. En daar gaat het om. De Heilige Geest wil het Woord levend maken in je hart levend maakt zodat het een uitwerking in je leven gaat hebben. "Het menselijke verstand kan de echte waarheid niet vinden zonder verlichting door goddelijke openbaring." (Augustinus)
Doe er iets mee
Wees bereid om te doen waartoe de Bijbel je aanspoort, zonder uitstel. Hieruit blijkt of je bereid bent je aan Gods Woord te onderwerpen of dat je God wilt dienen zoals het jou het beste uitkomt. Zeg niet bij jezelf: "Daar zal ik eens goed over nadenken" want daar komt in negen van de tien keer niets van. Als je bijvoorbeeld leest dat Jezus van je vraagt om anderen zeven maal zeventig maal te vergeven (Matteüs 18:21-22), bid dan of de Heilige Geest je in gedachten brengt wie je nooit echt hebt vergeven. Lees niet verder voordat je in je hart deze mensen hebt vergeven en neem zo nodig stappen om hierover met hen te spreken. Direct reageren is de houding van de ware discipel die zijn Meester in alles wil navolgen. Bezig zijn met de Bijbel mag nooit een doel op zich zijn. De Bijbel is boven alles een boek dat je moet DOEN, om een uitdrukking van Anne van der Bijl te gebruiken. Kennis van Gods wil is bedoeld om je leven van binnenuit te veranderen, zodat in je hart de motivaties ontstaan om vrijwillig en van harte te doen wat het Woord zegt. Gehoorzaamheid aan wat de Bijbel aanreikt is de normale manier van het christenleven. Sterker nog: wie zijn geloof niet in daden omzet, heeft in feite geen deel aan het Koninkrijk, ook al is hij honderd keer tot geloof gekomen: "Niet iedereen die 'Heer, Heer' tegen mij zegt, zal het Koninkrijk van de Hemel binnengaan, alleen wie handelt naar de wil van mijn hemelse Vader." (Matteüs 7:21, NBV2004) Door te doen wat de Bijbel je aanreikt groei je dichter naar Jezus toe en ga je meer op Hem lijken. Dat is geloofsgroei.
Hoofdstuk 6.1. Bijbel - 12 -
Herschepping 2.0
Zie ook de onderwerpen ' Geloofsgehoorzaamheid' en 'Gehoorzaamheid en zegen' in hoofdstuk 'Toewijding'.
6.1.8. Bijbelstudie Je kunt op veel verschillende manieren met de Bijbel bezig zijn. Wie naast het persoonlijke Bijbellezen ook persoonlijk BijbelSTUDIE wil doen, doet er goed aan om drie processen voor ogen te houden die daarbij een rol spelen: 1. observeren 2. interpreteren 3. toepassen In die volgorde. We kunnen deze drie processen achtereenvolgens doorlopen, maar in de praktijk lopen ze nogal eens door elkaar heen.
1. Observeren
Dit kun je doen aan de hand van de volgende vragen: Wie zijn er aanwezig? Wat is het hoofdthema van het Bijbelgedeelte? Wat doen de betrokken personen? Wat gebeurt er eigenlijk? Wanneer en waar vond het plaats? Hoe gebeurde het?
2. Interpreteren
Dit kun je doen aan de hand van de volgende vragen: Wat betekende het voor de oorspronkelijke toehoorders of lezers? Waarom wordt dit hier genoemd? Waartoe leidt deze opmerking? Wat is de betekenis van de eventuele beeldtaal? Met welk doel is het geschreven?
3. Toepassen
Dit kun je doen aan de hand van de volgende vragen: Welke verbanden zijn er met mijn persoonlijke levenssituatie? Wat kan ik er mee doen? Welke les wil God mij hierdoor leren? Is er een gebod dat ik moet gehoorzamen? Is er een fout die ik kan vermijden? Is er een belofte van God waarop ik aanspraak kan maken? In welk opzicht moet ik veranderen?
Tips voor het bestuderen van de Bijbel
Om een Bijbelpassage beter te begrijpen zijn de volgende principes van belang: Bestudeer elk gedeelte vanuit de samenhang met de rest van het hoofdstuk of Bijbelboek. Als je een gedeelte of tekst uit zijn verband haalt, kun je gemakkelijk tot verkeerde interpretaties komen. Leg verbanden tussen verschillende Bijbelgedeelten die over hetzelfde onderwerp gaan om een duidelijker beeld van het geheel te krijgen. Vooral Bijbelgedeelten van dezelfde schrijver zijn goed met elkaar te vergelijken. Probeer zoveel mogelijk te begrijpen van de historische, aardrijkskundige en culturele achtergrond van een Bijbelgedeelte en vertaal die naar je eigen leefsituatie.
Hoofdstuk 6.1. Bijbel - 13 -
Herschepping 2.0
Bijbelse thema's bestuderen
Je kunt ter afwisseling ook thema's bestuderen door over een bepaald onderwerp na te gaan wat de Bijbel erover zegt. Een concordantie kan daarbij goed helpen. Ook is het heel leerzaam om bijvoorbeeld eens een lijst te maken van alle beloftes die je in de Bijbel tegenkomt, of alle bemoedigingen, voorbeelden van goddelijke leiding, enzovoort. Je hoeft geen theoloog te zijn om zulke studies uit te voeren. Iedereen kan het; het is een kwestie van doen. Je zult er versteld van staan wat je op die manier allemaal zult ontdekken!
Lees de Bijbel met een open hart
Probeer de Bijbel te lezen alsof je hem voor het eerst leest. Als je een open, ontvankelijke houding hebt en met aandacht leest, ontdek je steeds wat nieuws, ook al heb je het al heel vaak gelezen. Gods Woord is het levende Woord, dat blijft verrassen. Veel Bijbellezers lezen de Bijbel onbewust vanuit hun persoonlijke achtergrond en hun eigen denkkaders. Ze lezen steeds bevestigingen van hun eigen gelijk, terwijl ze weinig of geen aandacht besteden aan Bijbelgedeelten die het tegendeel beweren. Probeer dat nu juist niet te doen, want dan belemmer je God om je iets nieuw te leren. Wees altijd bereid om je eigen opvattingen te herzien als je in de Bijbel iets anders leest dan wat je altijd hebt aangenomen. Het is geen teken van zwakheid als je je mening bijstelt, maar van geloofsvertrouwen en flexibiliteit. Blijf een lerende houding houden, zodat je niet vastroest in oude geloofsopvattingen. Als het goed is zul je vaak in je leven nieuwe inzichten krijgen, zolang je leeft.
Hulpmiddelen
De Bijbel is in eerste instantie geschreven voor mensen die in een andere tijd leefden, in een ander land en in een andere cultuur. Het is daarom onvermijdelijk dat we bepaalde dingen niet zo goed begrijpen als de oorspronkelijke lezers. Daarvoor zijn goede hulpmiddelen beschikbaar om ons te helpen, zoals: 1. Bijbelse encyclopedie - Deze geeft per onderwerp allerlei achtergrondinformatie en een samenvatting van wat de Bijbel er over zegt. 2. Bijbels woordenboek - Dat helpt je om de betekenis van Bijbelse termen te begrijpen. 3. Concordantie - Die helpt je om Bijbelteksten te vinden, waarin een bepaald woord voorkomt. Concordanties zijn beschikbaar in boekvorm, maar ook op internet zijn uitstekende concordanties direct beschikbaar, bijvoorbeeld http://www.biblija.net/biblija.cgi?Bible=Bible&l=nl. Hier kun je zelfs verschillende vertalingen naast elkaar bekijken. Gewoon met Google lukt het ook nog aardig om direct de Bijbelteksten te vinden die je zoekt, uitgaande van enkele zoekwoorden. 4. Bijbelcommentaar - Dat geeft uitleg op grond van gedetailleerde bestudering van de grondtekst, vaak met een zekere inkleuring naar kerkelijke achtergrond.
Wat als je het niet begrijpt?
Helaas kom je Bijbelgedeelten tegen die je maar moeilijk of niet kunt begrijpen. Soms beschrijft de Bijbel hoe God in bepaalde situaties gehandeld heeft of bepaalde uitspraken heeft gedaan die lijnrecht tegen je gevoel ingaan. Maak dan niet de fout door kritisch over God te gaan denken of spreken. We moeten beseffen dat we niet alles hoeven te begrijpen. Dat is geen zwakheidargument, maar we moeten eerlijk de beperktheid van ons denken toegeven en vertrouwen op de almachtige, volkomen wijze God. Tenslotte moeten we ook bedenken dat we als mensen nooit in staat zullen zijn om de volle diepte van de Bijbel te bevatten. Evenals God oneindig is, zo is er iets oneindigs in het levende Woord. Er blijven mysteries over waar je nooit uit zult komen. We blijven worstelen met onbeantwoorde vragen, bijvoorbeeld over onverhoorde gebeden, het ontstaan van de zonde in een mensenhart, enzovoort. We moeten leren om wat we niet begrijpen maar gewoon terug te geven aan God die er WEL uitkomt, die voor alles een goede bestemming heeft en die er betekenis aan geeft . Dat is een vorm
Hoofdstuk 6.1. Bijbel - 14 -
Herschepping 2.0
van vertrouwen, maar geen BLIND vertrouwen omdat we God hebben leren kennen als een oneindig wijze, liefdevolle en machtige God. Ik heb gelezen dat joodse rabbijnen tegen hun leerlingen zeggen: "Als je iets van Gods Woord niet begrijpt, begin dan met gehoorzamen; wellicht krijg je er later meer inzicht over." Een grote fout die veel nieuwtestamentische gelovigen maken is dat ze pas het Woord willen gehoorzamen als ze het begrijpen, of als ze menen te begrijpen WAAROM God het van hen vraagt. "Ik maak me niet zo druk over wat ik in de Bijbel NIET begrijp, maar wel over wat ik WEL begrijp en niet in toepassing breng." (Corrie ten Boom)
6.1.9. Memoriseren en mediteren Voor degenen die Gods Woord krachtig willen laten werken in hun binnenste zijn er nog twee manieren om met de Bijbel om te gaan. De meeste christenen hebben er geen tijd voor of vinden het overdreven.
Memoriseren (Bijbelgedeelten uit het hoofd leren)
Het kost tijd en moeite, maar je hebt er ook wat aan. Bijvoorbeeld: De Heilige Geest kan je de uit het hoofd geleerde teksten op de juiste momenten te binnen brengen. Het kan je helpen precies te herinneren wat God zegt in zijn Woord in plaats van zo ongeveer. Je hebt Bijbelwoorden klaar om je te kunnen wapenen tegen verleidingen en bemoediging te putten als je te maken hebt met beproevingen. Een op de juiste manier aangehaald Bijbelvers kan zeer krachtig werken in een gesprek met gelovigen of ongelovigen. Uiteraard ga je anderen niet met Bijbelteksten te lijf om je eigen meningen aan anderen op te dringen. Als je eens geen Bijbel bij de hand hebt, kun je altijd putten uit een 'voorraad' uit het hoofd geleerde Bijbelgedeelten. Voor mensen, die gevangenschap moeten meemaken vanwege hun geloof, is dit zelfs hun enige bron van Bijbelwoorden! Uit het hoofd leren van Bijbelteksten (ook wel memoriseren genoemd) lijkt niet helemaal te passen in deze tijd, waarin we steeds meer gebruik maken van elektronische geheugens. Veel mensen lijken heel wat te moeten overwinnen om eraan te beginnen. In ons gezin hadden we een pakket met kaartjes met een aantal Bijbelteksten en als gezin repeteerden we er steeds een paar aan het einde van de maaltijd. Op die manier maakten de kinderen zich spelenderwijs een veertigtal sleutelverzen eigen waar ze de rest van hun leven veel aan hebben. Je leert vrijwel NOOIT een Bijbeltekst door hem eenmaal te leren. Een paar dagen later moet je het herhalen en een week later nog eens en twee weken later weer. Ieder moet daar zijn eigen weg in zoeken. Je zult merken dat je zo'n tekst steeds iets langer kunt onthouden, totdat hij definitief in je geheugen is gegrift. Maar het kost tijd en aandacht. Verder herhaling, herhaling en ... herhaling. Het leren van Bijbelteksten moet natuurlijk niet beperkt blijven tot mechanisch stampwerk. Overdenk deze teksten ook goed en laat de inhoud een deel van je leven worden.
Mediteren (biddend nadenken over een Bijbelgedeelte) "Gelukkig de mens die vreugde vindt in de woorden van de Heer, ze steeds weer overdenkt, overdag en 's nachts." (Psalm 1:2, GNB1996) Met mediteren bedoelen we: biddend Bijbelgedeelten overdenken en het een plaats geven in je hart. Dit is mogelijk de krachtigste manier om het Woord van God zodanig in je hart op te nemen, dat het er voorgoed blijft zitten. Het is een vorm van rustig 'herkauwen' van Gods Woord, waarbij je de maximale voedingswaarde uit het Woord krijgt. Daardoor word je als het ware helemaal gedrenkt
Hoofdstuk 6.1. Bijbel - 15 -
Herschepping 2.0
in de Bijbelwoorden en worden ze een deel van jezelf. Bedenk wel: je HAALT je voeding niet uit het Woord, je KRIJGT het (als je het zoekt...) Het woord mediteren doet je misschien denken aan oosterse godsdiensten, als iets wat DUS niet goed is om te doen. Ik kan het ook niet helpen dat aanhangers van niet-christelijke godsdiensten meer tijd besteden aan mediteren dan christenen! Want mediteren is heel Bijbels. David was bij uitstek een man die veel mediteerde. "Hoe lief heb ik uw wet, heel de dag is hij in mijn gedachten." (Psalm 119:97, NBV2004) Ook Jozua werd aangespoord om voortdurend het Woord van God te overdenken in zijn hart: "Dat wetboek van Mozes moet je onophoudelijk overdenken, bestudeer het dag en nacht. Laat je leiden door alles wat erin geschreven staat, want dan zal het je voorspoedig gaan, je zult je doel bereiken." (Jozua 1:8, GNB1996) Mediteren is eigenlijk iets tussen Bijbellezen en bidden in. Het is iets waarvoor je tijd moet nemen, op een rustige plek waar je niet gestoord kunt worden. Je kunt een Bijbelgedeelte rustig overlezen en elk woord of elke gedachte, die er in voorkomt, als het ware met God bespreken. Je leest, overdenkt, vraagt om uitleg als je het niet goed begrijpt, dankt Hem voor wat je ervan leert, praat met God over toepassing in je leven, en zo kun je een heel ontspannen ontmoeting hebben met God en zijn Levende Woord. Van alle manieren van omgaan met het Woord is dit de meest indringende manier en die de meeste impact op je hart heeft. Probeer het eens!
6.1.10. Liefde voor de Bijbel Liefdesbrief
De Bijbel is veel meer dan een kennisboek. Het is vooral ook een relatieboek. De Bijbel is geen boek OVER God, maar een geschenk VAN God om ons duidelijk te maken hoezeer Hij ernaar verlangt met mensen om te gaan. Het is in zekere zin Gods liefdesbrief aan de mens. Op vele bladzijden kunnen we direct of indirect lezen hoeveel wij waard zijn in Gods ogen en hoeveel Hij ervoor over had om de relatie met Hem te herstellen. Een mooie liefdesbrief lees je graag, en vaak... In een liefdesbrief leer je het hart van de schrijver kennen. Enkele voorbeelden: "Zo liefdevol als een vader is voor zijn kinderen, zo liefdevol is de H E E R voor wie hem vrezen." (Psalm 103:13, NBV2004) "Nee, ik ben stil geworden, ik heb mijn ziel tot rust gebracht. Als een kind op de arm van zijn moeder, als een kind is mijn ziel in mij." (Psalm 131:2, NBV2004) Een van de mooiste juwelen, die in de Bijbel heb gevonden, is de volgende tekst. Het is een gedeelte uit een profetie over de bevrijding van Jeruzalem, maar is ook breder toepasbaar: "De H E R E , uw God ... zal Zich over u met vreugde verblijden; Hij zal zwijgen in zijn liefde; Hij zal over u juichen met gejubel." (Sefanja 3:17, NBG1951) Probeer je eens voor te stellen: God, waarvan we denken dat Hij alleen maar altijd serieus is, staat te juichen als een vader die aan de kant van het voetbalveld staat te juichen en te springen als zijn zoontje een doelpunt maakt. En waarover juicht God? Over mensen zoals jij en ik. Hoe is het mogelijk! Ja, ook dat is God...
Schatgraven
Gods Woord is een bron waar je steeds rijkdom uit kunt putten. Iemand die Gods Woord heeft herkend als een enorme schat, was de schrijver van Psalm 119, verreweg de langste Psalm in de Bijbel. Vermoedelijk is deze Psalm geschreven door de Schriftgeleerde Ezra. Een echte tekst voor schatgraververs uit deze Psalm is het volgende: "Ik verblijd mij over uw Woord als iemand die rijke buit vindt." (Psalm 119:162, NBG1951)
Hoofdstuk 6.1. Bijbel - 16 -
Herschepping 2.0
De schrijver steekt zijn enthousiasme over Gods Woord niet onder stoelen of banken: "Leven naar uw richtlijnen geeft mij vreugde, meer vreugde dan rijkdom en overvloed." (Psalm 119:14, NBG1951) "Aan alles, hoe volmaakt ook, zag ik een einde, maar uw gebod is grenzeloos ruim. Hoe lief heb ik uw wet, heel de dag is hij in mijn gedachten." (Psalm 119:96-97, NBV2004) Ik hoop dat je iets kent van de bruisende blijdschap die uit deze tekstvoorbeelden spreekt. Gods Woord is immers bedoeld om je dichter bij God te brengen en dus ook dichter bij de vreugde die God met je wil delen.
Honger naar Gods Woord
Mensen die zijn wedergeboren hebben een nieuwe relatie met Gods Woord gekregen: ze hebben honger gekregen naar het zuivere Woord, dat door de Heilige Geest in hun hart tot leven komt. Het is een van de duidelijkste kenmerken van wedergeboorte. Daarover schrijft de apostel Petrus het volgende: "En verlang vurig, als pasgeboren kinderen, naar de zuivere melk van het Woord, opdat u daardoor mag opgroeien...," (1 Petrus 2:2, HSV2010) Mensen die de Bijbel lezen uit een soort verplichting weten niet wat het is om enthousiast te worden van Bijbellezen. In die woorden herken ik mezelf uit de tijd dat ik nog geen nieuw leven had. Ik ging trouw naar de kerk, meende alles te doen wat een christen hoort te doen en las keurig de Bijbel aan tafel bij de maaltijd. Zo hoorde het en ik zou niet anders willen. Toen ik nieuw leven van God had gekregen, kreeg ik als het ware een nieuwe Bijbel. Daarna werd het een levend boek voor me met een levende boodschap van een levende Heer, met wie ik door Gods genade een levende relatie had gekregen. Al lezend begon ik steeds nieuwe dingen in de Bijbel te ontdekken. Ook nu na heel wat jaren geeft het lezen van de Bijbel me nog veel meer vreugde dan voorheen. Daarover blijf ik me verbazen.
6.1.11. Bijbelvertalingen John Wycliffe
Omdat de Bijbel voor christenen geen heilig relikwie uit het verleden is, maar een levend boek dat waarheid communiceert, hechten christenen er veel belang aan dat zij de Bijbel zelf kunnen lezen. Tot in de late Middeleeuwen bestonden er geen Bijbelvertalingen in enige volkstaal. De geestelijken, die zelf wel toegang hadden tot de Latijnse Bijbelvertaling, wilden het monopolie op de waarheid niet verliezen, want daarmee zou hun macht over het volk verminderen. John Wycliffe, een professor aan de universiteit van Oxford, was geen slaafse navolger van kerkelijke leerstellingen. Hij bestudeerde de Bijbel en bestreed door middel van zijn colleges, geschriften en preken de dwalingen die hij in de kerk ontdekte. Voor Wycliffe was de Bijbel de enige norm voor geloof en leven. Hij vond dat iedere christen het recht had om de Bijbel in zijn eigen taal te lezen. Hij zag zijn visie werkelijkheid worden toen de Bijbel vertaald werd in het Engels. Vanaf 1380 werd er aan de vertaling gewerkt, waarbij werd uitgegaan van de Vulgaat, de Latijnse Bijbel. Er waren toen nauwelijks Griekse en Hebreeuwse handschriften beschikbaar. Wycliffe was de grote stimulator achter dit gewaagde vertaalproject. De eerste vertaling was enkele jaren later gereed, maar die was nog heel letterlijk en daardoor onbegrijpelijk. Daarom werd direct aan een herziening begonnen, die in 1388 verscheen. Wycliffe heeft deze uitgave niet met zijn eigen ogen gezien, want op oudejaarsdag van 1384 stierf hij aan een beroerte. De interkerkelijke, internationale organisatie van de Wycliffe Bijbelvertalers is genoemd naar John Wycliffe. Deze organisatie legt zich vooral toe op het vertalen van Gods Woord voor taalgroepen die het nog niet in hun eigen taal hebben.
Hoofdstuk 6.1. Bijbel - 17 -
Herschepping 2.0
Statistieken over Bijbelvertalingen
De volgende statistieken zijn ontleend aan gegevens van de Wycliffe Bijbelvertalers. De is een grote interkerkelijke, internationale organisatie die Gods Woord vertalen voor etnische groepen die het nog niet in hun eigen taal hebben. Zie de Wycliffe website (www.wycliffe.nl) voor de meest actuele getallen. Er leven 6,9 miljard mensen op de wereld. 353 miljoen mensen hebben geen enkel Bijbelgedeelte in hun eigen taal. Er worden 6860 talen gesproken in de wereld. In ruim 2500 talen is (een deel van) de Bijbel beschikbaar. In 457 talen is de gehele Bijbel vertaald. In 1211 talen is alleen het Nieuwe Testament vertaald. In 897 talen zijn alleen nog maar enkele Bijbelgedeelten vertaald. In 2025 talen wordt gewerkt aan een Bijbelvertaling. In 2078 talen moet waarschijnlijk nog een Bijbelvertaalproject worden gestart. De Bijbel is het meest vertaalde boek ter wereld.
Vertaalproces
Het doel van een Bijbelvertaling is om de oorspronkelijk opgeschreven boodschap zo helder mogelijk uit te drukken in onze eigen taal. Dat is geen eenvoudige opgave. Er is kennis van de oorspronkelijke talen (Hebreeuws, Aramees, Grieks) nodig om de oorspronkelijke tekst te kunnen begrijpen. Ook is het nodig de culturele achtergronden te kennen, want woorden van duizenden jaren geleden betekenen niet altijd hetzelfde als wat wij ons er nu bij voorstellen. Er zijn ook uitdrukkingen in de oorspronkelijke taal, die iedereen destijds kende, maar die niet begrepen worden als ze letterlijk vertaald worden. Moeten die uitdrukkingen dan toch maar letterlijk vertaald worden, of worden vervangen worden door uitdrukkingen die wij in zulke gevallen zouden gebruiken? Dat is maar één van de talloze dilemma's waar Bijbelvertalers mee te maken hebben. Een van de meest bijzondere feiten van de eerste Pinksterdag was dat alle omstanders in hun eigen taal over God hoorden spreken: "Ze waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: ‘Dat zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken? Hoe kan ieder van ons hen dan horen in zijn moedertaal?" (Handelingen 2:7-8, GNB1996) De omstanders hadden nog een vraag: "...Ze zeiden tegen elkaar: ‘Wat zou dit betekenen?’" (Handelingen 2:12, GNB1996) Het antwoord op die vraag is dat God ieder mens in principe wil aanspreken in zijn eigen taal, de taal van het hart is. Daarom moet het geschreven Woord van God, de Bijbel, worden vertaald. Als we het hebben over de rechten van de mens zou ik willen zeggen dat het meest fundamentele recht voor ieder mens is dat hij de woorden van zijn Schepper in zijn eigen taal kan lezen, zodat hij zijn Schepper kan leren kennen.
Wat is de beste Bijbelvertaling?
Bij elke vertaling gaat iets van de oorspronkelijke inhoud verloren, omdat alle nuances van de oorspronkelijke woorden nooit in een andere taal kunnen worden overgebracht. Het blijft een moeilijk proces waarbij de vertalers voortdurend afwegingen moeten maken. Er zijn verschillende manieren van vertalen en elk vertaalteam moet bepalen wat de doelgroep van de lezers is, wat het beoogde gebruik van de vertaling is, en vervolgens de bijpassende criteria en vertaalprincipes vastleggen. Enkele kenmerken voor Bijbelvertalingen: 1. nauwkeurig - De betekenis van de oorspronkelijke tekst (Hebreeuws, Aramees, Grieks) moet zo volledig mogelijk en zo nauwkeurig mogelijk worden weergegeven, met zo min mogelijk interpretaties van de Bijbelvertalers. Dat resulteert in een relatief letterlijke vertaling.
Hoofdstuk 6.1. Bijbel - 18 -
Herschepping 2.0
2.
3.
begrijpelijk - De betekenis van de oorspronkelijke boodschap wordt in relatief eenvoudige woorden weergegeven, rekening houdend met wat het beste communiceert naar de doelgroep. Moeilijke woorden worden vermeden, lange zinnen worden opgesplitst, speciale Bijbelse termen worden vertaald. Zo nodig worden woorden toegevoegd als uitleg zonder de betekenis te veranderen. vloeiend - De vertaling is vooral prettig leesbaar, klinkt heel natuurlijk en communiceert daardoor de tekst zo effectief mogelijk. Het roept dezelfde emoties en reacties op als de oorspronkelijke tekst deed bij de oorspronkelijke lezers. Zo'n vertaling is vrijer (minder letterlijk) en bevat de meeste interpretaties en afwijkingen van de letterlijke tekst.
Geen enkele Bijbelvertaling kan tegelijk én maximaal nauwkeurig én maximaal begrijpelijk én maximaal vloeiend zijn. De criteria 'begrijpelijk' en 'vloeiend' liggen in de praktijk overigens dicht bij elkaar. Taal is een communicatiemiddel en het Woord van God moet vooral goed worden gecommuniceerd. Hoe beter spreker en toehoorder op elkaar afgestemd zijn, hoe meer er van de oorspronkelijke boodschap bij de toehoorder overkomt. Omdat de taal voortdurend verandert, zijn er in de loop der tijd nieuwe vertalingen nodig om de boodschap optimaal te blijven communiceren naar de lezers. Wantrouw iedereen die zegt dat hij weet wat de enige goede vertaling is. Elke Bijbelvertaling heeft zijn sterke en zwakke kanten. Het Woord van God is geïnspireerd, maar dat geldt niet voor de vertalingen ervan, want vertalen is en blijft mensenwerk.
Soorten Bijbelvertalingen
Als je verschillende Bijbelvertalingen naast elkaar legt zul je merken dat ze bij sommige gedeelten erg op elkaar lijken, maar bij andere gedeelten opmerkelijke verschillen vertonen. In veel gevallen betekent dit dat je te maken hebt met verschillende interpretaties. De meer letterlijke vertalingen blijven dichter bij de grondtekst. De vrijere vertalingen bevatten meer interpretaties, die niet allemaal correct hoeven te zijn. In 'vlot leesbare' vertalingen worden ook nogal eens stukjes betekenis 'wegvertaald' voor een betere leesbaarheid, maar dat gaat natuurlijk ten koste van de nauwkeurigheid. Dan kunnen we het ook nog hebben over concordante vertalingen. Daarbij wordt hetzelfde woord in de grondtekst in doeltekst zoveel mogelijk op dezelfde manier vertaald. De meest concordante vertalingen vind je bij de meest letterlijke vertalingen. Dat zijn de oude Statenvertaling, de NBG1951 vertaling en de TELOS1982 vertaling; de HSV2010 vertaling is minder concordant dan de NBG1951 vertaling. De meer letterlijke vertalingen zijn over het algemeen beter voor grondige Bijbelstudie; de vrijere vertalingen zijn geschikter voor bijvoorbeeld voorlezing in het gezin en ook begrijpelijker voor jongeren en mensen die minder vertrouwd zijn met de Bijbel.
6.1.12. Nederlandse Bijbelvertalingen Statenvertaling (SV1977) - letterlijke vertaling
De Statenvertaling uit 1637 (laatst herzien in 1977) is ruim drie eeuwen lang de 'officiële' Nederlandse Bijbelvertaling geweest. De Statenvertaling is een soort monument, dat veel invloed heeft gehad op het de Nederlandse taal van die tijd. Het is de eerste Nederlandse Bijbelvertaling die direct uit de oorspronkelijke grondteksten is vertaald. De daarvoor verschenen vertalingen waren vertaald uit de Latijnse Bijbelvertaling, de Vulgata. De Statenvertaling is een letterlijke vertaling en ook een concordante vertaling. Dat wil zeggen: hetzelfde woord in de grondtekst is zoveel mogelijk vertaald met hetzelfde woord in het Nederlands. Daardoor is de vertaling aan de ene kant betrouwbaar, maar aan de andere kant onduidelijk, omdat een woord in de grondtekst in het Nederlands meerdere betekenissen kan hebben en dat geeft vaak verwarring bij het lezen. Hoofdstuk 6.1. Bijbel - 19 -
Herschepping 2.0
Veel behoudende christenen lezen graag de Statenvertaling, omdat de tekst qua woordkeus aansluit bij hun gevoelens van heiligheid en respect. Daardoor LIJKEN de woorden misschien dieper, rijker en verhevener dan moderne woorden, maar in feite zijn het alleen maar verouderde woorden en gaat het om gevoelswaarden die door de Bijbellezers aan die woorden gehecht zijn. Er zijn gelovigen die beweren dat de Statenvertaling een door God geïnspireerd werk is, maar dat klinkt in mijn oren als afgoderij omdat een goddelijke kwaliteit wordt toegekend aan een werk van mensen. Nadelen van de Statenvertaling zijn: zeer verouderd Nederlands houterig klinkende zinnen doordat grammaticale vormen van de grondtaal gedeeltelijk in het Nederlands zijn overgebracht onduidelijk of zelfs onbegrijpelijk Nederlands; alleen te lezen na uitleg van de betekenis van de verouderde woorden en uitdrukkingen slechte aansluiting bij het leefklimaat van vandaag, waardoor de Bijbel ver weg lijkt van het leven van elke dag niet geschikt voor jongeren en mensen die niet vertrouwd zijn met de Bijbel
Nederlands Bijbelgenootschap (NBG1951) - letterlijke vertaling
Deze vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap werd tot 2004 'nieuwe vertaling' genoemd, maar die naam is nu natuurlijk niet meer toepasselijk. Het was bedoeld als de vervanging van de Statenvertaling en werd bijna als vanzelfsprekend de meest gebruikte Bijbelvertaling in veel Nederlandse kerken. De vertaling is gebaseerd op betrouwbaardere bronteksten dan de Statenvertaling en een betere kennis van de grondtalen. Veel fouten in de Statenvertaling zijn verbeterd. Toch was het taalgebruik al vanaf het begin ouderwets te noemen en leek het toch nog veel op die van de Statenvertaling. De vertaling is behoorlijk betrouwbaar en geschikt voor Bijbelstudie, maar minder geschikt voor jongeren vanwege het verouderde taalgebruik. Na het verschijnen van de Nieuwe Bijvertaling in 2004 en de Herziene Statenvertaling in 2010 is het gebruik van de NBG vertaling sterk afgenomen.
TELOS Vertaling (TELOS1982) - letterlijke vertaling
Deze relatief onbekende vertaling (alleen het Nieuwe Testament!) lijkt veel op de NBG1951 vertaling, maar is iets moderner van taalgebruik en nauwkeuriger vertaald. Waar nodig bevat het alternatieve vertalingen tussen haakjes. Zeer geschikt voor Bijbelstudie, omdat dit misschien wel de meest nauwkeurige Nederlandse vertaling is. Toch is deze vertaling nooit echt populair geworden, misschien wel OMDAT die niet veel afwijkt van de NBG vertaling.
Willibrordvertaling (WV1995) - letterlijke vertaling
Deze nieuwste versie van de Willibrordvertaling is nog steeds een behoorlijk moderne vertaling van de Katholieke Bijbelstichting. Deze heeft hier en daar een wat ander woordgebruik dan in andere vertalingen. Binnen protestantse kringen is deze vertaling niet erg gangbaar, misschien voornamelijk vanwege de rooms-katholieke oorsprong. Maar daardoor krijgt deze vertaling niet de waardering die ze verdient. Deze Bijbelvertaling heeft een mooi evenwicht tussen nauwkeurige vertaling van de grondtekst en een goed gebruik van modern Nederlands. Het kan verfrissend zijn om eens kennis te nemen van deze vertaling en deze naast andere vertalingen te gebruiken. Hij is behoorlijk geschikt voor studiedoeleinden en om bijvoorbeeld naast de NBV2004 vertaling te gebruiken wanneer meer nauwkeurigheid gewenst is.
Herziene Statenvertaling (HSV2010) - letterlijke vertaling
Deze vertaling is bedoeld als een vervanger van de Statenvertaling. In deze vertaling zijn de vertaalprincipes van de Statenvertaling in stand gehouden, dezelfde bronteksten zijn aangehouden en dezelfde interpretaties worden gehanteerd als die van de Statenvertaling. Het is dus geen nieuwe vertaling, maar een hertaling of restauratie van de Statenvertaling. Hoofdstuk 6.1. Bijbel - 20 -
Herschepping 2.0
De vertaling is in zekere zin wel modern te noemen, maar lang niet alle verouderde woorden, onduidelijke woorden zijn vervangen. Een groot bezwaar is ook dat veel grammaticale vormen van de grondtekst in het Nederlands terug zijn te vinden. Daardoor komen veel gedeelten houterig, ouderwets en onduidelijk over. Een ander bezwaar is dat bij deze vertaling is uitgegaan van de zelfde bronteksten als de oorspronkelijke Statenvertaling. Dat levert nogal eens verschillen op met de meeste andere Nederlandse Bijbelvertalingen, die uitgaan van meer betrouwbare bronteksten. Ondanks al deze bezwaren vormt deze vertaling voor studiedoeleinden een goed alternatief voor de NBV2004. Voor jongeren en mensen die niet erg vertrouwd zijn met de Bijbel is de vertaling minder geschikt. Door veel andere Bijbellezers, die de Statenvertaling ontgroeid zijn of die teleurgesteld zijn in de Nieuwe Bijbelvertaling, is deze vertaling hartelijk verwelkomd. Vanwege de positieve en negatieve kanten van zowel de Nieuwe Bijbelvertaling als de Herziene Statenvertaling lijkt me een uitgave van deze beide vertalingen in één boek een goede keuze als die er ooit komt. Beide vertalingen hebben immers veel goeds te bieden en op die manier heeft de Bijbellezer 'het beste van allebei' in handen. Wanneer je dan iets uit de Nieuwe Bijbelvertaling leest en je afvraagt "Staat het wel echt zo in de Bijbel?" dan kijk je in de tekst van de Herziene Statenvertaling. Lees je iets in de Herziene Statenvertaling en je vraagt je af wat het betekent, dan kan de Nieuwe Bijbelvertaling daar in veel gevallen bij helpen.
Groot Nieuws Bijbel (GNB1996) - vertaling in eenvoudig Nederlands
Deze vertaling was indertijd een prima aanvulling op de NBG1951 vertaling, met moderner en eenvoudiger taalgebruik, vooral geschikt voor jongeren. Juist door dat eenvoudige taalgebruik zijn veel Bijbelgedeelten op veel plaatsen wat oppervlakkiger van inhoud, waardoor deze vertaling minder geschikt is voor studiedoeleinden. Toch heeft deze vertaling soms verrassende gedeelten, die scherper dan de andere vertalingen de juiste betekenis van de grondtekst kort en duidelijk weergeven. Na de verschijning van Het Boek is deze vertaling wat meer op de achtergrond terechtgekomen.
Het Boek (HB1987, HB2008) - vrije, vlot leesbare vertaling; parafrase
Een vloeiende gedachte-voor-gedachte vertaling in goed hedendaags Nederlands, maar wel iets minder modern dan de Nieuwe Bijbelvertaling. Het Boek is duidelijk, levendig en begrijpelijk. Het geeft een frisse kijk op de Bijbeltekst voor lezers die met een andere vertaling vertrouwd zijn. Het nadeel is dat er veel interpretaties in voorkomen die te vaak onnodig veel afwijken van de oorspronkelijke tekst. Het Boek houdt het midden tussen een parafrase en een vertaling. Het Boek is uitstekend geschikt voor beginnende Bijbellezers. Of het nu gaat om mensen die weinig vertrouwd zijn met de Bijbel, jongeren die weinig Bijbelervaring hebben, migranten, nieuwe Nederlanders, oude Nederlanders zonder christelijke achtergrond: zij blijken in de praktijk allemaal goed overweg te kunnen met de tekst van Het Boek. De eerste versie van Het Boek in het Nederlands dateert uit 1987. In de nieuwste versie van 2008 zijn verbeteringen aangebracht, maar de verschillen met de oudere versie zijn niet spectaculair. Vooral de brieven van Paulus komen in Het Boek goed uit de verf vanwege de goede leesbaarheid. De interpretaties die je daarin tegenkomt vormen een belangrijke meerwaarde waardoor moeilijke teksten veel leesbaarder worden. Voor Bijbelstudie is deze vertaling alleen geschikt NAAST een letterlijke vertaling. Ga bij het bestuderen van een Bijbelgedeelte bij twijfel uit van een letterlijke vertaling. Als de letterlijke vertaling moeilijk te begrijpen is, kijk dan in Het Boek. "Het leven" is een speciale uitgave van Het Boek met beknopte commentaren, achtergronden en toepassingen. Zeer aan te bevelen voor Bijbelstudie, vooral voor (leiders van) Bijbelkringen.
Nieuwe Bijbelvertaling (NBV2004) - vlot leesbare vertaling
De Nieuwe Bijbelvertaling is een oecumenische vertaling die de ambitie heeft om de standaardvertaling te zijn in kerken en publieke ruimtes. De vertaling probeert het taalregister van het oorspronkelijke Hebreeuws en Grieks recht te doen. Daardoor is de woordkeuze niet voor iedereen gemakkelijk te lezen.
Hoofdstuk 6.1. Bijbel - 21 -
Herschepping 2.0
Wat opvalt is het voortreffelijke, moderne taalgebruik en de prettige leesbaarheid. Ook wordt recht gedaan aan de verschillende stijlen van de Bijbelschrijvers. Zo komt bijvoorbeeld de poëtische stijl van de Psalmen uitstekend tot zijn recht; jammer dat we daar nog wel enkele ouderwetse termen tegenkomen. Toch bevat de vertaling te veel onnauwkeurigheden, er worden te vaak betekeniselementen 'wegvertaald' ten behoeve van de leesbaarheid, en lang niet alle interpretaties zijn acceptabel. Hoewel in deze vertaling veel fouten van de NBG1951 zijn verbeterd, zijn er ook weer nieuwe fouten geïntroduceerd. Hopelijk worden er in de aangekondigde revisie veel van de bezwaren weggewerkt. Al met al vind ik deze Bijbelvertaling ondanks goede kwaliteiten eigenlijk maar matig geschikt voor Bijbelstudie, vooral het Nieuwe Testament. Het is aan te raden om er een andere vertaling naast te gebruiken als het gaat om de werkelijke betekenis.
Gebruik van Bijbelvertalingen in 'Herschepping'
In 'Herschepping' vind je relatief veel citaten uit de Nieuwe Bijbelvertaling, vanwege de goede leesbaarheid en uitstekende woordkeuze in veel gevallen. Maar er zijn veel Bijbelgedeelten waarvan andere vertalingen naar mijn mening een betere weergave bieden. Er is veelvuldig gebruik gemaakt van wisselende vertalingen, ook om lezers kennis te laten maken met goede kwaliteiten van andere Nederlandse vertalingen.
Engelse Bijbelvertalingen
Er zijn zo langzamerhand al enige tientallen Bijbelvertalingen in de Engelse taal. Aan degenen die goed met Engels overweg kunnen raad ik vooral de Engelse NIV (New International Version) te gebruiken, die wereldwijd zeer geliefd is vanwege uitstekende betrouwbaarheid EN leesbaarheid. Engelstalige gelovigen noemen de NIV vertaling wel eens liefkozend "Nearly Infallible Translation" (bijna feilloze vertaling) en dat is een welverdiend compliment. De Nederlandse Bijbelvertaling die daar het dichtst bij in de buurt komt is naar mijn mening de Willibrordvertaling.
Hoofdstuk 6.1. Bijbel - 22 -
Herschepping 2.0
6.2. Gods levenswet Gods levenswet omvat al het onderwijs dat God gelovigen van alle tijden wil geven om te leven zoals de Schepper dat heeft bedoeld. Gods levenswet wijst de weg naar het leven met God, de weg naar het hoogste geluk. Gods levenswet heeft als doel mensen te helpen gerechtigheid te doen, met liefde als motivatie. Speciale aandacht wordt geschonken aan de Tien Geboden. 6.2.1. Gods universele levenswet 6.2.2. Wet van het geweten 6.2.3. Wet van Mozes 6.2.4. Nieuwtestamentische wet 6.2.5. Voldoen aan Gods levenswet 6.2.6. Wet, genade en Geest 6.2.7. Tien Geboden 6.2.8. Geen andere goden dienen 6.2.9. Gods naam niet misbruiken 6.2.10. Sabbatdag in ere houden 6.2.11. Ouders respecteren 6.2.12. Niet moorden 6.2.13. Niet echtbreken 6.2.14. Niet stelen 6.2.15. Niet liegen 6.2.16. Niet begeren
Hoofdstuk 6.2. Gods levenswet - 1 -
Herschepping 2.0
6.2.1. Gods universele levenswet Vervelend onderwerp?
De meesten van ons vinden het woord 'wet' geen prettig woord. Je denkt daarbij al gauw aan dingen die niet mogen en die je juist wel graag wilt doen, of aan dingen die je moet doen en die je juist niet wilt doen. Bij de wet denk je misschien ook aan die keren dat je in de kerk de Tien Geboden hoorde voorlezen: gij zult niet dit doen en gij zult niet dat doen. Daar werd je nooit vrolijk van. Het klonk allemaal zo van: denk erom dat je ALLES doet wat in Gods levenswet staat en anders zwaait er wat voor je! En je weet maar al te goed dat je NIET alles doet volgens de wet. Zo dacht ik er in mijn jongere jaren ook over, maar later ben ik het anders gaan zien en ging ik steeds beter begrijpen dat Gods levenswet juist iets heel moois is en een boeiend onderwerp om over na te denken.
Gods levenswet geldt voor alle mensen
Gods levenswet is de morele standaard die God heeft vastgesteld als de eeuwige, onveranderlijke norm voor het menselijk gedrag. Gods levenswet hangt ook nauw samen met Gods eigen morele eigenschappen: God is volkomen goed en rechtvaardig. Omdat de mens als evenbeeld van God is geschapen, heeft God Zichzelf als norm gesteld voor het gedrag van de mens. Die norm is natuurlijk erg hoog, maar dat mag ook als God ons met zoveel mogelijkheden heeft geschapen en ons als mensen 'bijna goddelijk' heeft gemaakt (Psalm 8:6). We zijn als Gods schepselen dus van zeer hoge komaf en ... adeldom verplicht.
Gods levenswet is bovenal een morele wet
De meest bekende betekenis van het woord 'wet' is: een verzameling regels waarnaar de mensen binnen een samenleving hun gedrag moeten richten. De meest fundamentele wetten zijn morele wetten die er zijn om ieders rechten te beschermen en recht te doen aan iedereen. Zonder zulke wetten glijden mensen immers vanzelf af naar het kwaad en een samenleving waar de sterken de zwakken onderdrukken. Kijk eens naar het volgende citaat: "Een eerste vereiste voor beschaving is dat mensen bereid zijn hun laagste instincten en begeerten te onderdrukken; als ze daar niet in slagen, dan worden ze, vanwege hun intelligentie, veel erger dan de dieren. Als mensen niet actief worden aangespoord het goede te doen, zal het kwade overheersen." (Theodore Dalrymphe, Duitse psychiater) De mensen binnen de samenleving zijn geacht de wetten te kennen en verplicht om ernaar te handelen. Om de wetten te handhaven hoort de overheid eventuele overtreders sancties, boetes of straffen op te leggen om zo ieders rechten te beschermen. Een samenleving die wordt bestuurd vanuit rechtvaardige wetten, en waar de mensen er naar leven, is een gelukkige samenleving. Daar heersen vrede en vrijheid. "En de vrucht der gerechtigheid zal vrede zijn, de uitwerking der gerechtigheid rust en veiligheid tot in eeuwigheid." (Jesaja 32:17, NBG1951)
Gods levenswet is ook een soort natuurwet
Naast wetten met regels voor een samenleving of groepen mensen kennen wij ook natuurwetten. Dat zijn wetmatigheden in de natuur waarvan is geconstateerd dat die altijd zo werken: er is een oorzaak en een gevolg. Een van de meest bekende natuurwetten is de wet van de zwaartekracht zoals we die op onze aarde kennen: wat je op een bepaalde hoogte boven de grond loslaat valt altijd naar beneden. We hebben veel profijt van die wet, want daardoor blijft alles op zijn plaats liggen en gaat niet alles zweven. Voor aardbewoners is het noodzakelijk om rekening te houden met de wet van de zwaartekracht. Wie deze wet negeert moet er de gevolgen van dragen. Als iemand bijvoorbeeld niet wil geloven in de wet van de zwaartekracht en van een hoog dak afstapt, valt toch naar beneden, of hij in die wet gelooft of niet. Hoofdstuk 6.2. Gods levenswet - 2 -
Herschepping 2.0
Wet van gerechtigheid
Gods levenswet is in de eerste plaats een wet van gerechtigheid. 1. Het is verplicht om gerechtigheid te doen (alles wat in moreel opzicht goed en eerlijk is). 2. Het is verboden om ongerechtigheid te doen ofwel zonde (alles wat in moreel opzicht slecht en oneerlijk is). Het doen van gerechtigheid betekent in de praktijk dat we recht doen: 1. tegenover God - doordat we Hem respecteren en we ons gedragen zoals Hij wil 2. tegenover onze medemensen - doordat we hen respecteren en ons inzetten voor hun welzijn 3. tegenover het overige van de schepping - doordat we respectvol met de schepping omgaan uit respect voor de Schepper "Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de H E RE van u vraagt: niet anders dan RECHT te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God." (Micha 6:8, NBG1951) De twee eerder genoemde betekenissen van het woord 'wet' vinden we ook in Gods levenswet: 1. morele wet - Leefregels dienen om de rechten van God en de mensen te waarborgen. 2. geestelijke natuurwet - Gerechtigheid leidt tot het leven, ongerechtigheid (zonde) leidt tot de dood. Gods levenswet is geen strafwet, bedoeld om overtreders te straffen, maar een levenswet, bedoeld om mensen de weg te wijzen naar het overvloedige leven dat God wil geven.
Wet van liefde
Veel lezers denken misschien: Gods levenswet is toch een wet van liefde, waarom die nadruk op gerechtigheid? Wel, bij Gods levenswet gaat het om allebei: 1. gerechtigheid - wat we moeten DOEN 2. liefde - als MOTIVATIE om gerechtigheid te doen Bij vrijwel alle wetten van wereldse overheden hanteert de overheid een bepaalde mate van DWANG om aan de wetten te voldoen. God heeft ervoor gekozen om geen dwang uit te oefenen, maar aan de mensen te vragen Hem vrijwillig te gehoorzamen. God buit de mensen niet uit, zoals veel wereldheersers en wereldse overheden, maar doet al het mogelijke om hen gelukkig te maken. God vraagt de mensen zijn leefregels op te volgen uit liefdevolle toewijding en in vertrouwen dat Hij het beste weet wat goed is.
Nut van Gods levenswet
Gods levenswet is een wegwijzer voor Gods volk: om God te leren kennen om Gods wil te leren kennen om kennis te verkrijgen over goed en kwaad, gerechtigheid en zonde om te weten hoe men een rein en geheiligd leven kan leiden
Verschillende vormen van Gods levenswet
God heeft in de loop der eeuwen verschillende vormen van Gods levenswet geïntroduceerd: periode van Adam tot Mozes van Mozes tot Jezus van de eerste tot de tweede komst van Jezus
vorm van de wet wet van het geweten wet van Mozes nieuwtestamentische wet
Ook in het Messiaanse Vrederijk zal Gods levenswet functioneren, wellicht weer op een andere manier. Daarover schrijft de profeet Jesaja: "Op het einde der dagen zal het gebeuren ... alle volken stromen naar hem (=Messias Jezus) toe; en zij zeggen: 'Kom, laat ons optrekken naar de berg van de H E E R , naar het huis van
Hoofdstuk 6.2. Gods levenswet - 3 -
Herschepping 2.0
Jakobs God: dan zal Hij ons zijn wegen wijzen, en wij zullen zijn paden bewandelen. Want uit Sion komt de Wet, uit Jeruzalem het woord van de H EE R .' (Jesaja 2:2-3, WV1995) De eerste drie genoemde verschijningsvormen van Gods levenswet gaan we in de volgende onderwerpen verder bespreken.
6.2.2. Wet van het geweten Godsbesef
In alle culturen gedurende alle eeuwen is er een natuurlijke behoefte geweest aan religie en een besef van hogere machten in de onzichtbare wereld. Het besef dat er een Schepper moet zijn die de wereld en de natuur in al zijn complexiteit heeft gemaakt, is ingebouwd in het menselijk geweten. Dat is veel natuurlijker en aannemelijker dan te veronderstellen dat alles is ontstaan door blind toeval. Dat is namelijk erg onlogisch en vanuit het oogpunt van kansberekening (een onderdeel van de wiskunde) zo goed als onmogelijk. Het ontkennen van een Godsbestaan is naar mijn mening zeer tegennatuurlijk en een opzettelijke daad van ingaan tegen het normale religieuze besef dat we overal in de wereld tegenkomen. "Want wat een mens van God kan weten, is hen bekend; God heeft het hun geopenbaard. Vanaf de schepping van de wereld wordt zijn onzichtbaar wezen door de rede in zijn werken aanschouwd, zijn eeuwige macht namelijk en zijn godheid..." (Romeinen 1:19-20, WV1995) In de voortijd, tussen Adam en Noach, en in de periode daarna, voorafgaande aan de wetgeving bij de berg Sinaï, konden mensen kennis over God hebben van hun voorouders, die uiteindelijk hun kennis konden ontvangen van Adam en Eva. Omdat mensen in die tijd erg oud werden en vele generaties nakomelingen kenden, waren alle wereldbewoners waarschijnlijk behoorlijk op de hoogte van wie God was en van het gedrag dat Hij van de mensen verwachtte. Ook waren er predikers als Henoch en Noach die in contact stonden met God en de mensen waarschijnlijk hebben onderwezen over Hem en zijn wil. In de loop der eeuwen is de overgedragen kennis over God bij veel volken weggeëbd en zijn zij zelf bedachte goden gaan aanbidden in plaats van de levende God. "Terwijl ze beweren wijs te zijn, zijn ze dwaas en hebben ze de majesteit van de onvergankelijke God ingewisseld voor beelden van vergankelijke mensen, vogels, lopende en kruipende dieren ... Ze hebben de waarheid over God ingewisseld voor de leugen; ze vereren en aanbidden het geschapene in plaats van de schepper, die moet worden geprezen tot in eeuwigheid. Amen." (Romeinen 1:22-25, NBV2004) Momenteel zijn er massa's mensen op de aarde die geen enkel besef hebben van de WARE God.
Besef van goed en kwaad
Gedurende alle eeuwen voorafgaande aan de wetgeving aan het volk Israël bestond er, voor zover wij weten, geen gedocumenteerde weergave van Gods levenswet. Maar toch waren de mensen van die tijd niet onwetend. In de Romeinenbrief lezen we dat mensen een natuurlijk godsbesef hebben en een natuurlijk besef van goed en kwaad. Daar speelt vooral het geweten een rol, dat door de Schepper 'voorgeprogrammeerd' lijkt te zijn. God heeft de mensen ook een natuurlijk besef van goed en kwaad gegeven: "Wanneer namelijk heidenen, die de wet niet hebben, de wet van nature naleven, dan zijn ze zichzelf tot wet, ook al hebben ze hem niet. Ze bewijzen door hun daden dat wat de wet eist in hun hart geschreven staat; en hun geweten bevestigt dit, omdat ze zichzelf met hun gedachten beschuldigen of vrijpleiten." (Romeinen 2:14-15, NBV2004) Dat blijkt ook uit het feit dat in alle religies er een verwachting is dat mensen na het aardse leven voortleven in een andere vorm, in een geestelijke wereld, en dat zij in dat volgende leven de vruch-
Hoofdstuk 6.2. Gods levenswet - 4 -
Herschepping 2.0
ten zullen plukken van hun gedrag op aarde: een goed leven voor goede mensen of een slecht leven voor slechte mensen. Een duidelijk besef dus van verantwoordelijkheid voor gedrag. Elke samenleving heeft ongeschreven of geschreven gedragsregels en manieren om verkeerd gedrag te voorkomen of af te straffen. Ik denk dat we rustig kunnen stellen dat elke wereldbewoner van nature op zijn klompen een aantal dingen weet over de manier waarop mensen met elkaar horen om te gaan: dat het goed is om mensen lief te hebben en dat het slecht is om mensen te haten dat het goed is om anderen te helpen en dat het slecht is om hen pijn of verdriet te doen dat het goed is om trouw te zijn tegenover je man of vrouw en dat het slecht is om ontrouw te zijn dat het goed is om voor je kinderen te zorgen en dat het slecht is om hen te verwaarlozen dat het goed is om je ouders te respecteren en dat het slecht is om hen te minachten En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Zonder het te weten kom je met zulke uitspraken al heel dicht bij de laatste zes van de Tien Geboden die God als grondwet voor het volk Israël heeft gegeven. Het zijn heel natuurlijke, voor de hand liggende regels. En eigenlijk weet iedereen dat.
Leven volgens je geweten
Als mensen geen overgedragen kennis hebben van God en zijn wil over het menselijke gedrag, zijn ze aangewezen op hun geweten. Hun geweten is dan hun enige wet.
6.2.3. Wet van Mozes Wat is de wet van Mozes?
De wet van Mozes is de vorm van Gods levenswet zoals die onder het Oude Verbond gestalte heeft gekregen en die geldig is voor het joodse volk. In de eerste vijf Bijbelboeken van het Oude Testament vinden we ruwweg de volgende soorten leefregels: 1. Tien Geboden (grondwet) - de samenvatting van Gods levenswet voor Israël met algemene bepalingen over de relatie met God en medemensen 2. inzettingen (ceremoniële voorschriften) - uitgewerkte voorschriften over het onderhouden van de relatie met God, zoals regels over feestdagen, rustdagen, offers en rituelen 3. verordeningen ( voorschriften voor de inrichting van de samenleving en voor de persoonlijke levensstijl) - uitgewerkte voorschriften over de relatie met de medemens en wetten om de joodse samenleving te reguleren, zoals levenswetten over seksualiteit en huwelijk, vrijsteden, armenzorg, enzovoort. In de geschiedenissen van de koningen van Israël en Juda zien we dat het welzijn van het volk nauw samenhing met de wijze waarop het met de wet van Mozes omging.
Tora
Het begrip 'wet' zoals het in het Oude Testament voorkomt (de joden gebruiken de term 'Tora') betekent letterlijk 'onderwijzing'. Dat woord doet veel meer recht aan de betekenis van Gods levenswet. "De H ER E had er behagen in ter wille van zijn gerechtigheid een grote, heerlijke onderwijzing te geven." (Jesaja 42:21, NBG1951) Laten we de diepste betekenis van Gods onderwijzing in ons hart vasthouden: De ONDERWIJZING van God wijst de WEG van God naar het HART van God en naar het LEVEN met God.
Hoofdstuk 6.2. Gods levenswet - 5 -
Herschepping 2.0
God heeft zijn schepping lief en wil graag dat zijn schepping het hoogst denkbare geluk ervaart. Gods onderwijzing is een levensgids die de weg wijst naar dit gelukkige leven. "Neem de sluier van mijn ogen - dan zal ik zien hoe wonderlijk mooi uw wet is." (Psalm 119:18, NBV2004)
Het ontvangen van de wet van Mozes
In het boek Exodus lezen we dat God zijn levenswetten pas aan zijn volk gaf nadat ze door de Rietzee waren getrokken, dus nadat ze 'Gods volk Israël' waren geworden. In Exodus 15:25 lezen we voor het eerst dat God enige 'inzettingen en verordeningen' gaf. Dat was bij Mara, de plaats waar God ondrinkbaar water drinkbaar had gemaakt. Zo'n vijftig dagen na de uittocht uit Egypte had het volk een bijzondere ontmoeting met God bij de berg Sinaï. Gods heerlijkheid verscheen met vuur en donderslagen en met veel vertoon van goddelijke macht om de wet aan zijn volk te presenteren. Dit was een buitengewoon gewichtige gebeurtenis, waarbij God zelf de Tien Geboden uitsprak, hoorbaar voor het hele volk Israël. "U daalde neer op de Sinaï, u sprak met hen vanuit de hemel, u gaf hun juiste rechtsregels, deugdelijke wetten en goede voorschriften en geboden." (Nehemia 9:13, NBV2004) Het ontvangen van Gods levenswet kan ook wel het oudtestamentische Pinksteren worden genoemd Het heeft voor de joden dezelfde betekenis als de eerste Pinksterdag voor de nieuwtestamentische gelovigen. Er zijn veel overeenkomsten tussen beide gebeurtenissen en de diepere betekenis daarvan.
Blij met de wet de Mozes (Tora)
Christenen beseffen veel te weinig dat de Tora voor de joden ongeveer dezelfde gevoelswaarde heeft als de Heilige Geest bij geestvervulde gelovigen. Het is Gods genadegeschenk en de belangrijkste bron van inspiratie en geestelijke kracht. Het was een buitengewoon voorrecht voor het volk Israël dat ze de Tora van God hadden ontvangen. Door goed onderwijs leerden de Israëlieten de diepere betekenis van Gods leefregels te ontdekken en God beter te kennen, omdat de Tora een uitdrukking is van Hem zelf. Daaraan gekoppeld waren de vele en krachtige beloften aan degenen die zich er aan hielden. De langste Psalm uit de Bijbel is een loflied op de Tora. De dichter raakt niet uitgesproken over de zegen van Gods levenswet: "Leven naar uw richtlijnen geeft mij vreugde, meer vreugde dan rijkdom en overvloed." (Psalm 119:14, NBV2004) "Ik verheug mij in uw geboden, ik heb ze lief." (Psalm 119:47, NBV2004) "Hoe lief heb ik uw wet, heel de dag is hij in mijn gedachten." (Psalm 119:97, NBV2004) "Zij die uw wet liefhebben, hebben grote vrede..." (Psalm 119:165, NBG1951) Ook in Psalm 19 lezen we woorden van deze strekking: "De wet van de H E ER is volmaakt: levenskracht voor de mens. De richtlijn van de H EE R is betrouwbaar: wijsheid voor de eenvoudige. De bevelen van de H EE R zijn eenduidig: vreugde voor het hart. Het gebod van de H EE R is helder: licht voor de ogen. Het ontzag voor de H E E R is zuiver, houdt stand, voor altijd. De voorschriften van de HEE R zijn waarachtig, rechtvaardig, geheel en al. Ze zijn begeerlijker dan goud, dan fijn goud in overvloed, en zoeter dan honing, dan honing vers uit de raat. Uw dienaar laat zich erdoor verlichten, wie ze opvolgt wordt rijk beloond." (Psalm 19:8:12, NBV2004)
Hoofdstuk 6.2. Gods levenswet - 6 -
Herschepping 2.0
God wilde de omliggende volken jaloers maken op Israël, omdat God goed voor hen was, geen onmenselijk zware offers van hen vroeg zoals de andere 'goden', en dat ze heilzame leefregels hadden gekregen. Daardoor werden ze immers een wijs en welvarend volk. Door de eeuwen heen heeft het joodse volk onevenredig veel bekwame mensen voortgebracht. Hun gemiddelde IQ is hoger dan die van bijna alle andere volken. Met hun wetenschappelijke prestaties en uitvindingen hebben ze meer voor de mensheid betekend dan de meeste mensen vermoeden. Bij zijn afscheid van het volk Israël, aan het einde van zijn leven, zei Mozes over Gods geboden: "Neem ze in acht en doe ze; want dat zal uw wijsheid en uw inzicht zijn voor de ogen van de volken, die al deze verordeningen horen zullen en zullen zeggen: Werkelijk, dit grote volk is een wijs en verstandig volk! Want welk groot volk is er waar de goden zo dicht bij zijn als de H E E R E , onze God, bij ons is, altijd als wij tot Hem roepen? En welk groot volk is er dat zulke rechtvaardige verordeningen en bepalingen heeft als heel deze wet, die ik u heden voorhoud?" (Deuteronomium 4:6-8, HSV2010) Zie ook onderwerp 'Het Oude Verbond' in hoofdstuk 'Gods verbonden'.
6.2.4. Nieuwtestamentische wet Jezus is gekomen om de wet van Mozes te vervullen
Jezus heeft nooit een nieuwe serie leefregels uitgegeven als vervanging of aanvulling voor de wet van Mozes en daarbij gezegd: "Dit is mijn wet, de wet van het Nieuwe Verbond; hierin staat hoe je moet leven van nu af aan. Deze wet vervangt de wet van Mozes." "Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen. Ik verzeker jullie: zolang de hemel en de aarde bestaan, blijft elke jota, elke tittel in de wet van kracht, totdat alles gebeurd zal zijn. Wie dus ook maar een van de kleinste van deze geboden afschaft en aan anderen leert datzelfde te doen, zal als de kleinste worden beschouwd in het Koninkrijk van de Hemel. Maar wie ze onderhoudt en dat aan anderen leert, zal in het koninkrijk van de Hemel in hoog aanzien staan." (Matteüs 5:17-19, NBV2004) Hierin kunnen we drie betekenissen onderscheiden: 1. Jezus, die onder het Oude Verbond is geboren, heeft als enige de wet van Mozes volledig nageleefd, niet alleen naar de letter maar ook naar de geest van Gods leefregels. Jezus heeft nooit gezondigd door Gods leefregels te overtreden (Hebreeën 4:15). 2. Jezus heeft een groot aantal profetieën vervuld die op Hem betrekking hadden. Niet voor niets had Hij het in het aangehaalde Bijbelgedeelte over vervulling van wet van Mozes én wat de profeten hebben geschreven. 3. Jezus heeft de offerwetten van Mozes tot hun volle betekenis laten komen doordat Hij door zijn sterven aan het kruis, als het hoogste offer aan God. Daardoor is op een nieuwe manier verzoening mogelijk tussen God en de mensen. Christengelovigen zijn geroepen om Jezus in alles na te volgen ... dus ook in het zich houden aan Gods levenswet. Alleen wel op een nieuwtestamentische manier die past bij het Koninkrijk van de hemel dat Jezus introduceerde en bij het bijbehorende Nieuwe Verbond.
Wet van liefde
In antwoord op een vraag van een farizeeër gaf Jezus aan wat de kern van de Tora was: "... Gij zult de H E RE , uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het grote en eerste gebod. Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten." (Matteüs 22:37-40, NBG1951)
Hoofdstuk 6.2. Gods levenswet - 7 -
Herschepping 2.0
Jezus vertelde daarmee niets nieuws ten opzichte van de wet van Mozes, want daarin lezen we: "Luister, Israël: de HE E R , onze God, de H E ER is de enige! Heb daarom de H E ER , uw God, lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten." (Deuteronomium 6:5, NBV2004) "... Heb je naaste lief als jezelf. Ik ben de HE E R ." (Leviticus 19:18, NBV2004) Deze samenvatting van de Tora is tegelijk de grondwet van de nieuwtestamentische wet. Het wordt ook wel de wet van Jezus of de wet van liefde genoemd.
Vreemde wet?
Eigenlijk is de wet van liefde is een heel rare wet. Is het wel een wet? Want zeg nu zelf eens: hoe kun je nu iemand BEVELEN om lief te hebben? Het doet me denken aan de verplichte, slaafse liefdeuitingen aan de 'grote leider' Kim Il Sung en de 'geliefde leider' (Kim Yong Il) in Noord-Korea. De Noord-Koreanen doen het uit lijfsbehoud, want wie de grote leider niet in zijn hart heeft gesloten is zijn leven niet zeker. Verplichte liefde is geen liefde, maar duidt op hersenspoeling en geestelijke manipulatie. God kan alles maken, behalve ... de vrijwillige liefdevolle toewijding van mensen. En dat is het kostbaarste wat Hij van mensen begeert. Niet om er zelf beter van te worden of zich te verrijken ten koste van de mensen, maar om de hoogste vorm van leven aan te reiken en een eeuwig liefdefeest met hen te kunnen vieren. Ja het is een rare wet, met veel meer AANbod dan GEbod en VERbod. Het is een juweel! Lees hem, bestudeer hem, leef hem en je bent de rijkste persoon van de wereld.
Terug naar het hart van de wet
De godsdienstige praktijk van de joden in de dagen van Jezus was meer gericht op de uiterlijke vervulling van Gods leefregels; de innerlijke kant kwam niet aan de orde. Daarmee was het HART uit de wet gehaald, terwijl in de wet van Mozes genoeg te ontdekken was over de innerlijke kant van de leefregels. Jezus gaf geen NIEUWE leefregels, maar bracht de mensen terug naar het HART van die leefregels. Jezus verweet de godsdienstige leiders dat zij op een slechte manier met de wet van Mozes omgingen en de mensen ondraaglijke lasten oplegden door hun wettische levensstijl en onderwijs: "Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie geven tienden van munt, dille en komijn, maar veronachtzamen wat in de wet zwaarder weegt: recht, barmhartigheid en trouw, terwijl men het een zou moeten doen zonder het andere te laten. (Matteüs 23:23, NBV2004) In zijn onderwijs ging Jezus steeds uit van de wet van Mozes en daarbij legde Hij aan de mensen uit wat de diepere bedoeling van Gods leefregels was. De wet kijkt naar de buitenkant, maar God kijkt naar de binnenkant.
Maakte Jezus het nog moeilijker?
Toch lijkt het wel of Jezus een nieuwe wet bracht die veel strenger was dan de wet van Mozes, vanwege uitspraken als deze: "U hebt gehoord dat tegen onze voorouders gezegd is: 'U mag niemand doodslaan' en 'wie iemand doodslaat, zal veroordeeld worden.' Maar ik zeg zelfs: iedereen die kwaad is op een ander, zal veroordeeld worden." (Matteüs 5:21-22, HB2008) Jezus' toehoorders werden mogelijk nog meer ontmoedigd door de volgende uitspraak van Jezus: "Want ik zeg jullie: als jullie gerechtigheid niet groter is dan die van de schriftgeleerden en de farizeeën, zullen jullie zeker het Koninkrijk van de Hemel niet binnengaan." (Matteüs 5:20, NBV2004)
Hoofdstuk 6.2. Gods levenswet - 8 -
Herschepping 2.0
Moesten ze zich dan nog meer inspannen om Gods wil te volbrengen dan de farizeeën die hun hele leven wijdden aan het nauwgezet vervullen van de wet van Mozes? Deze mensen waren de beste gelovigen onder de joden en heus niet allemaal huichelaars. Wat bedoelde Jezus hiermee? Dat het niet alleen gaat om WAT je doet, maar met welke motivatie je het doet. Niet vanuit een dwangmatig plichtsbesef, ijver voor de wet, afgedwongen gehoorzaamheid of dankbaarheid, maar uit oprechte liefde. Het motief van je daden bepaalt of ze als gerechtigheid voor God gelden, of dat het menselijke prestaties zijn. Bekende voorbeelden van oudtestamentische leefregels op een nieuwtestamentische manier uitleggen, vinden we in de Bergrede van Jezus (Matteüs 5-7): Bijbelgedeelte Matteüs 5:21-26 Matteüs 5:27-30 Matteüs 5:31-32
oudtestamentisch niet doodslaan
nieuwtestamentisch geen boosheid koesteren in je hart
niet echtbreken
Matteüs 5:33-37
je houden aan gezworen eden, maar bij bepaalde formuleringen kun je er onderuit komen oog-om-oog en tand-om-tand principe
geen begeerte koesteren naar ongeoorloofde seksuele omgang niet je vrouw wegzenden omdat je met een ander wil trouwen; het mag alleen als zij vreemd is gegaan altijd de waarheid spreken, dan is zweren niet nodig
Matteüs 5:38-42 Matteüs 5:43-47
je vrouw wegzenden mag, maar dan wel met een bewijs van scheiding
je medemens liefhebben, maar je vijand haten
liever de ander nog meer tegemoet komen dan vergelding opeisen iedereen liefhebben, zelfs je vijand
Wat moeten wij met oudtestamentische leefregels?
De schrijver van de Hebreeënbrief toont aan dat allerlei leefregels uit de wet van Mozes nog steeds waarde hebben voor nieuwtestamentische gelovigen, want er zijn veel geestelijke lessen uit te leren. Maar ze moeten wel worden gezien in het licht van de persoon van Jezus en wat Hij heeft gedaan, vooral door zijn plaatsvervangend sterven en opstanding: "De wet laat slechts een schaduw zien van de goede dingen die moesten komen, niet hun ware gedaante..." (Hebreeën 10:1, WV1995) Veel oudtestamentische leefregels kunnen dan ook worden vertaald naar nieuwtestamentische begrippen. Voorbeelden: De oudtestamentische offerregels en andere verordeningen voor de eredienst zijn vervuld door het offer van Jezus aan het kruis. Er hoeven dus geen rituele offers meer te worden gebracht. De nadruk op het offeren van dieren bepaalt ons bij de hoge prijs die God betaald heet voor onze redding, en dat er berouw en herstel nodig is om de vernietigende effecten van de zonden op te heffen. Sabbatten en feestdagen hebben ook hun nieuwtestamentische betekenis gekregen in Jezus. Vieringen zijn nuttig ter ondersteuning van het geloofsleven en gemeenteleven, maar het zijn geen opgelegde geboden meer. Reinigingswetten zijn vervangen door de mogelijkheid van vergeving ontvangen voor beleden zonden op basis van Jezus' offer aan het kruis. Spijswetten, vooral het verbod om onreine dieren te eten, zijn vervangen door het gebod tot levensheiliging en afstand nemen van wereldse invloeden. Toch blijft het eten van bepaalde onreine dieren af te raden om gezondheidsredenen. Wetten voor het organiseren van de joodse samenleving zijn niet van toepassing op nieuwtestamentische gelovigen die immers geen natie vormen, maar een 'volk uit de volken' zijn. Zij dienen de wetten van hun eigen land te volgen.
Hoofdstuk 6.2. Gods levenswet - 9 -
Herschepping 2.0
Veel wetten illustreren de heiligheid van God en de noodzaak voor een heilige, reine levenswandel.
Andere wetten zijn van alle tijden, zoals leefregels voor huwelijk en seksualiteit, omgang met medemensen en levensheiliging. Deze worden door Jezus en ook in de brieven van Paulus en andere apostelen bevestigd en onderstreept. Ze worden eerder aangescherpt dan afgezwakt. Voorbeelden De criteria voor toegestane echtscheiding zijn beperkt tot het geval van overspel van de andere partner. Het zweren wordt sterk afgeraden; in plaats daarvan is eerlijkheid altijd verplicht.
6.2.5. Voldoen aan Gods levenswet We kunnen niet aan Gods levenswet voldoen
Als gelovigen hebben we een probleem met Gods levenswet: Niemand, hoe ver hij ook gevorderd is in de dagelijks wandel met God, is in staat om in eigen kracht volledig aan Gods levenswet te voldoen. Want niemand is goed, behalve God. En als mensen zijn we allemaal geneigd om te zondigen, vanwege onze oude natuur die gedurende heel ons aardse leven invloed heeft op wat we doen. Elke menselijke daad, hoe goed die ook lijkt, heeft tekortkomingen. Hoe moeten we dat oplossen? In Romeinen 1-3 gaat de apostel Paulus uitvoerig in op deze kwestie. Daarin onderstreept hij dat mensen dit probleem nooit en te nimmer kunnen oplossen. Dat is het slechte nieuws. Maar het goede nieuws is dat God twee oplossingen heeft gegeven om wel aan Gods levenswet te kunnen voldoen.
Genade en vergeving van zonden
Hier komt de eerste oplossing als een wezenlijk onderdeel van het Nieuwe Verbond: Gods genade maakt het mogelijk om af te rekenen met begane zonden. De volmaakte gerechtigheid van Jezus, vanwege zijn plaatsvervangend sterven aan het kruis, staat daartoe tot je beschikking. "Thans is echter, buiten de wet om, Gods gerechtigheid openbaar geworden, waarvan de Wet en de Profeten getuigenis afleggen: Gods gerechtigheid, die zich door het geloof in Jezus Christus meedeelt aan allen die geloven, zonder enig onderscheid." (Romeinen 3:21-22, WV1995) Deze volmaakte gerechtigheid van Jezus is de basis voor vergeving van zonden. Dit heeft niet alleen betrekking op de reiniging van zonden die plaatsvindt bij je wedergeboorte, maar ook op de zonden die je rest van je leven doet en aan God belijdt. Als je gezondigd hebt tegen Gods levenswet, en je belijdt je zonden aan God, worden deze vergeven op grond van Gods genade. "Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid." (1 Johannes 1:9, HSV2010) Dit is Gods oplossing om begane zonden, overtredingen van Gods levenswet, weg te doen. Als zonden zon vergeven, bestaan ze niet meer voor God. Zie ook onderwerp 'Zonden belijden' in hoofdstuk 'Rein geweten'.
Leven vanuit Gods Geest
De tweede oplossing van God is ook een genadegeschenk: de Heilige Geest die woont in elke wedergeboren gelovige. Want in hun hart is Gods liefde uitgestort (Romeinen 5:5) en dat is de bron waaruit de gelovige kan leven. Het is een bron van echte, zuivere liefde tot God en tot de medemens. Alles wat uit die bron komt voldoet geheel aan de eisen van Gods levenswet. Vanuit dat perspectief moeten we de woorden van de apostel Johannes lezen: "... Ieder die in Hem blijft, zondigt niet ... want Gods zaad is blijvend in hem. Hij KAN zelfs niet zondigen, want hij is uit God geboren." (1 Johannes 3:6,9 NBV2004)
Hoofdstuk 6.2. Gods levenswet - 10 -
Herschepping 2.0
Naarmate de gelovige meer vanuit de verbondenheid met de Heilige Geest leeft, zal hij meer putten uit de bron van de Geest. Andersom ook. Naarmate de gelovige meer vanuit eigen krachtbronnen put, zal hij minder putten uit de bron van de Geest. Het is een levenslang groeiproces om steeds minder vanuit eigen kracht en steeds meer vanuit de verbondenheid met de Heilige Geest te leven. Daarom benadrukte Jezus in zijn onderwijs aan de discipelen steeds het leven vanuit die verbondenheid als de kern van het christenleven: "... blijf in mij, dan blijf ik in jullie." (Johannes 15:3, NBV2004) Alleen dan komt er iets goeds voort uit de gelovige en dat wordt gerechtigheid genoemd. De Heilige Geest helpt de gelovige om de levenswet van de liefde te vertalen naar de praktijk van elke dag. "Wat uzelf betreft: de zalving die u van hem ontvangen hebt, is blijvend, u hebt geen leraar nodig. Zijn zalving leert u alles naar waarheid, zonder bedrog. Blijf daarom in hem, zoals zijn zalving u geleerd heeft." (1 Johannes 2:27, NBV2004)
We kunnen wel aan Gods levenswet voldoen
Vanwege de bovenstaande oplossingen van Gods kant kun je als gelovige dus voldoen aan Gods levenswet en wel op een manier die de mogelijkheden van het Oude Verbond ver overstijgt. De inhoud van de nieuwtestamentische wet is in grote lijnen gelijk aan die van de oudtestamentische wet, maar het verschil zit vooral in de nieuwe mogelijkheden die beschikbaar zijn gesteld. Onnodig te zeggen dat niet de nieuwtestamentische gelovige zelf voldoet aan Gods levenswet, maar dat God het als het ware door hem heen doet. En dat alles via de actieve werkzaamheid van Gods Geest in het hart van de gelovige. Tegelijk moet gezegd worden dat een en ander niet vanzelf gaat. De gelovige zelf heeft de verantwoordelijkheid om zo goed mogelijk Gods leefregels op te volgen en om zich in geloof uit te strekken naar vergeving van zonden en naar de vervulling met de Heilige Geest.
6.2.6. Wet, genade en Geest Het zijn geen tegenstellingen We lezen in de Bijbel:
"Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade." (Romeinen 6:14, HSV2010) Betekent dit dan toch dat Gods levenswet voor Nieuwtestamentische gelovigen niet meer van toepassing is? Nee, maar wel dat de zonde en de levenswet niet het laatste woord hebben in het leven van de gelovige. Gods levenswet en genade zijn geen tegenstellingen, waardoor de levenswet verkeerd is en de genade goed. De genade is ook geen vervanging van Gods levenswet, zodat we die kunnen afschaffen en kunnen teren op de genade die Jezus gebracht heeft. Gods levenswet is gegeven om de weg naar het leven te wijzen. De genade is het middel om tot het leven te komen en Gods Geest te ontvangen. Het ontvangen van de volle zegen van God is het doel van zowel Gods levenswet als van Gods genade.
Wetticisme
Gods levenswet functioneert alleen goed waar mensen een levende relatie met God hebben en een actieve inwoning van de Heilige Geest. Dan werken Gods levenwet en Gods Geest samen om gerechtigheid te bewerken vanuit het hart van de gelovige. Gods levenswet is geen complete verzameling gedragsregels voor elke situatie. De Bijbel geeft veel aanwijzingen en voorbeelden van gedrag dat hoort bij het leven naar Gods levenswet, maar dat dekt natuurlijk niet alle gebieden van het dagelijkse leven af.
Hoofdstuk 6.2. Gods levenswet - 11 -
Herschepping 2.0
Ooit probeerden de farizeeën de 'mazen' in de wet van Mozes te dichten door talloze gedetailleerde regels toe te voegen om zo nauwkeurig mogelijk aan Gods wensen te voldoen. De bedoeling was goed, maar hoe meer ze de wet dicht timmerden met extra regels, hoe meer ze zichzelf gingen beroemen op hun voortreffelijke navolging van die regels. En daarmee haalden ze het leven er uit. Ze maakten Gods levenswet tot een beknellende wet, die ondraaglijke lasten op de mensen legde, zoals Jezus dat uitdrukte: "Maar Jezus zei: ‘Wee ook jullie, wetgeleerden! Want jullie leggen de mensen ondraaglijke lasten op, maar raken die zelf met geen vinger aan." (Lucas 22:16, NBV2004) Hoe meer Gods levenswet wordt omgebogen tot een regeltjeswet, hoe meer het leven eruit verdwijnt en hoe minder ruimte Gods Geest heeft om door mensen heen te werken. Gods Geest werkt prima samen met Gods levenswet, maar dan moet die wel op een levende manier worden toegepast. Wetticisme kan zich uiten in: te veel nadruk op de zuiverheid van de kerkelijke leer een overmaat aan structuur in de organisatie van het kerkelijk leven te veel nadruk op tradities en regels Waar zulke uitingen van wetticisme nadrukkelijk aanwezig zijn kan het geestelijke klimaat zo verstikkend zijn dat de Heilige Geest nauwelijks ruimte heeft om iets te doen. Want waar wetticisme de overhand heeft, kan Gods Geest niet werken. En waar Gods Geest niet werkt komen geen mensen tot levend geloof, hooguit leren ze er een verstandelijke geloofsovertuiging op na te houden. Elke vorm van wetticisme is een blusmiddel voor de Heilige Geest.
Christelijke vrijheid
De nieuwtestamentische levenswet laat heel wat speelruimte voor gelovigen, ook wel 'de christelijke vrijheid' genoemd. Maar die moet wel op een volwassen, verstandige manier gebruikt worden, anders ontaardt het gegarandeerd in losbandigheid. "Ik mag alles, zegt u. Zeker, maar niet alles leidt tot iets goeds. Ik mag alles. Ja, maar ik laat me van niemand en niets de slaaf maken." (1 Korintiërs 6:12, GNB1996) Vrijheid kan bestaan als de grenzen aan die vrijheid worden erkend. De grenzen van onze christelijke vrijheid worden ruwweg bepaald door Gods levenswet en andere aanwijzingen uit de Bijbel. Als je vooral je best doet om die grenzen op te zoeken, ben je al verkeerd bezig, want in feite wil je dan Gods levenswet ombuigen naar je eigen inzicht. Op dat moment sta je niet meer onder de zegenende invloed van Gods levenswet... "Broeders en zusters, u werd geroepen tot vrijheid. Alleen, misbruik de vrijheid niet als een voorwendsel voor een zondig leven, maar dien elkaar door de liefde." (Galaten 5:13, WV1995) Die waarschuwing van Paulus kwam natuurlijk niet uit de lucht vallen. In alle gemeenten zag hij hoe verschillend gelovigen hun 'christelijke vrijheid' omgingen en hoe velen ervan de fout ingingen. En waar zonde heerst kan Gods Geest evenmin werken als waar wetticisme heerst.
Gods Geest in plaats van Gods levenswet
Er zijn ook gelovigen die Gods Geest als het ware tegenover de wet plaatsen. Wie de Geest heeft ontvangen, hoeft zich niet zozeer om Gods levenswet te bekommeren, want Jezus heeft die wet vervuld en het ook namens alle gelovigen gedaan. Vergeving van zonden is een gepasseerd station, daar hoef je je dan niet meer zo druk over te maken. Vier het feest van de vrijheid, geniet van Gods aanwezigheid en richt je op wat de Geest doet en kan doen. Daar put je genoeg kracht uit om te leven. Natuurlijk moet je je wel aan Gods levenswet houden, maar dat gebeurt vanzelf als de Geest bij je is. Dus niet moeilijk doen want het oude is voorbij en het nieuwe is gekomen!
Hoofdstuk 6.2. Gods levenswet - 12 -
Herschepping 2.0
Deze gedachtegang komen we tegenwoordig veel tegen in een toenemend aantal nieuwe kerkelijke gemeenten, waarvan sommige zijn uitgegroeid tot megakerken. Veel Geest en weinig wet. Dat spreekt aan, want dat klinkt voor veel mensen een stuk prettiger en gemakkelijker dan een rein en heilig leven leiden. Het ontgaat hen wellicht dat waar Gods levenswet wordt geminacht, dit een belediging is van Gods heiligheid. En waar dat gebeurt kan Gods Geest ook niet werken. Gods genade, Gods Geest en Gods levenswet zijn nu eenmaal niet los verkrijgbaar. Ik heb kennisgemaakt met een gemeente in oprichting waar maar één traditie was: het ontbreken van tradities. Alles moest 'volgens de Bijbel' worden gedaan en de Heilige Geest zou in alles wel leiden. Ik dacht bij mezelf: jongens, wanneer worden jullie een keer volwassen? In zulke kerkelijke gemeenten is het echt niet alleen Gods Geest die werkt, maar de willekeur van menselijke ingevingen zorgt voor een rommeligheid die geen eer brengt aan Gods naam. De gemeente waar ik het net over had is enige jaren na de oprichting al gesplitst; het conflict ging over manipulerend leiderschap. Het hoeft ons niet te verbazen.
Balans
Hoe kunnen we de balans blijven bewaren tussen wet en Geest en de gevaarlijke klippen van de genoemde drie uitersten omzeilen? We zouden het zo kunnen samenvatten: Gods levenswet, Gods genade en Gods Geest horen bij elkaar. Hoe meer ze alle drie in balans zijn in ons persoonlijk leven en in onze kerkelijke gemeente, hoe meer Gods Geest werkzaam kan zijn en hoe overvloediger Gods leven zich in ons ontwikkelt. Zodra we het een boven het ander plaatsen of ze tegen elkaar uitspelen ontstaat er schadelijke scheefgroei.
6.2.7. Tien Geboden Grondwet
De Tien Geboden vinden we in Exodus 20:2:17 en in een wat uitgebreidere vorm in Deuteronomium 5:6-21. We zouden ze de grondwet kunnen noemen van de Wet van Mozes.
Verboden en geboden
Als we de Tien Geboden doorlezen, merken we al gauw dat ze bijna allemaal in de VERbiedende wijs staan. De nadruk lijkt niet te liggen bij wat we wel moeten doen, maar wel wat we niet mogen doen. Bij de opvoeding van kleine kinderen gaat dat ook vaak op die manier. Van nature probeert een kind immers alles uit en dat gaat wel eens mis. Het kind moet dus veel leren over wat niet mag: niet op de tafel klimmen, niet in stopcontacten peuteren en niet de hete kookplaat aanraken. Omdat vader of moeder het zegt. Bij het groter worden kunnen de ouders ook uitleggen waaróm iets niet mag, om hen vervolgens te vertellen wat wél een goed gedrag is. Als kinderen eenmaal groter zijn hebben ze geleerd voorzichtig te zijn, rekening te houden met anderen, enzovoort. Op die leeftijd is het verbieden minder nodig en ligt de nadruk steeds meer op het ontwikkelen van goede relaties als basis voor goed gedrag. Zodra ze echt volwassen zijn vinden ze het normaal om zich bij hun ouders thuis te gedragen zoals die dat prettig vinden. De periode van het Oude Verbond kan ook wel het jeugdstadium van Gods volk worden genoemd, vandaar de nadruk op de verbiedende kant. Het Nieuwe Verbond is het meer volwassen stadium, een verdere, diepere doorwerking van Gods plan met zijn volk. Daar ligt de nadruk meer op de innerlijke houding en vooral liefde als motivatie voor goed gedrag.
Hoofdstuk 6.2. Gods levenswet - 13 -
Herschepping 2.0
In het volgende overzicht zie je bij elk van de Tien Geboden de verbiedende en de gebiedende kant ervan: verbod 1. geen andere goden dienen 2. geen afgodsbeelden maken en die aanbidden 3. Gods naam niet onheilig gebruiken 4. niet werken op de Sabbatdag 5. niet rebelleren tegenover je ouders 6. niet moorden 7. niet echtbreken 8. niet stelen 9. niet liegen 10. niet begeren wat anderen hebben Tien verboden en geboden
gebod alleen God dienen, die je bevrijd heeft uit je slavernij God aanbidden zoals Hij aanbeden wil worden Gods naam met diep respect gebruiken de Sabbatdag eerbiedigen als een geschenk van God je ouders respecteren respect hebben voor menselijk leven het huwelijk in ere houden het goede voor je medemensen zoeken goed spreken over anderen tevreden zijn, anderen het beste gunnen
God en de medemensen liefhebben
De eerste vier leefregels hebben betrekking op de relatie met God: in de eerste plaats het dienen en eren van de enige ware God en in de tweede plaats het sabbatsgebod waardoor het volk Israël zich moest onderscheiden van de andere volken. De laatste zes leefregels hebben te maken met de omgang met andere mensen. Deze gedragsregels zijn zo fundamenteel voor een gezonde samenleving dat ze ook buiten de sfeer van het joodse en christelijke geloof toepasbaar zijn. In de mate waarin samenlevingen functioneren volgens deze principes vinden we vrijheid, rechtvaardigheid, welvaart en psychisch gezonde mensen.
6.2.8. Geen andere goden dienen De eerste twee van de Tien Geboden "Vereer naast mij geen andere goden." (Exodus 20:3, NBV2004) "Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want ik, de H E E R , uw God, duld geen andere goden naast mij. Voor de schuld van de ouders laat ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze mij haten; maar als ze mij liefhebben en doen wat ik gebied, bewijs ik hun mijn liefde tot in het duizendste geslacht." (Exodus 20:4-6, NBV2004) Deze geboden zijn sterk met elkaar verweven. De kernboodschap is dat er slechts één God is die gerespecteerd en gediend moet worden, en dat het niet is toegestaan andere goden of voorwerpen van aanbidding er op na te houden.
God wil alleen aanbeden worden
God heeft als Schepper het alleenrecht op onze aanbidding en liefdevolle toewijding. God is terecht jaloers op het andere waar wij ons hart aan onderwerpen. Niet voor niets luidt het eerste van de Tien Geboden: "Vereer naast mij geen andere goden. Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want ik, de H E E R , uw God, duld geen andere goden naast mij..." (Exodus 20:3-5, NBV2004) Het tegenovergestelde van toewijding aan de Koning is afgoderij. Op een indirecte manier is dat toewijding aan de bezettende machthebber van de aarde: de satan. Het is vanzelfsprekend dat toewijding aan de Koning en aan de satan niet samen kunnen gaan.
Hoofdstuk 6.2. Gods levenswet - 14 -
Herschepping 2.0
"U kunt niet drinken uit de beker van de Heer en ook uit die van demonen..." (1 Korintiërs 10:21, NBV2004)
De satan en afgoden
Op veel plaatsen in het Oude Testament legt God uit dat afgodsbeelden op zich geen enkele macht hebben (bijvoorbeeld in Psalm 135:15-18; Jeremia 10:3-6,15) en in feite bespottelijke maaksels van mensen zijn. Toch is er ook een andere kant aan het verhaal: demonen maken dankbaar gebruik van de afgodendienst van mensen door zich achter vermeende afgoden te verschuilen en vanuit die positie macht over hen uit te oefenen. Vandaar dat het soms lijkt alsof afgoden echt iets doen voor degenen die hen vereren. "(de Israëlieten) vereerden hun godenbeelden en raakten verstrikt in hun netten. Zij brachten hun zonen en dochters ten offer aan de demonen." (Psalm 106:37-38, NBV2004) De satan was er in het paradijs niet in de eerste plaats op uit om Adam en Eva zover te krijgen dat ze hem gingen aanbidden. Hij was al dik tevreden toen ze besloten zichzelf te gaan dienen in plaats van God. Sindsdien doet de meerderheid van de wereldbevolking dit door het najagen van eigen zondige verlangens en begeerten. De allerergste vorm van afgoderij in deze tijd is het bewust dienen van Gods tegenstander, de satan zelf. In onze westerse wereld denken we dan aan satanisme.
Afgoderij toen en nu
In de tijd van het Oude Testament vervielen de Israëlieten geregeld tot afgoderij. Ze bogen zich neer voor de afgoden van de omwonende volken. In die tijd heerste de gedachte dat elk stuk grondgebied zijn eigen goden had en dat het heel belangrijk was om die goden tevreden te stellen. De Israëlieten wilden vaak wel de echte God dienen, wat ze daar ook maar mee bedoelden, maar daarnaast ook de afgoden, gewoon voor de zekerheid. Daardoor voelden ze zich een stuk veiliger. Afgoderij was de belangrijkste zonde van de Israëlieten en de belangrijkste reden voor de grootste straf van God voor zijn volk: de Babylonische ballingschap: "Dit alles gebeurde omdat de Israëlieten zondigden tegen de H E E R , hun God, die hen had bevrijd uit de handen van de farao, de koning van Egypte, en hen uit Egypte had weggeleid. Ze waren andere goden gaan vereren en volgden de levenswijze van de volken die de H E E R voor hen verdreven had en de bepalingen die de koningen van Israël zelf uitvaardigden." (2 Koningen 17:7-8, NBV2004) Dit heeft ons heel veel te zeggen. We moeten de zonde van afgoderij zeer ernstig nemen, ook vandaag. Het is het grootste struikelblok en het grootste gevaar voor elke christengelovige. Vooral het vermengen van het dienen van God met afgoderij. Een dergelijk compromis is niet acceptabel voor God: je kunt nu eenmaal geen twee heren dienen, zoals Jezus dat noemde in een gelijkenis: "Niemand kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten..." (Matteüs 6:24, NBV2004) In onze tijd en cultuur zijn de afgoden iets subtieler. Een afgod kan alles zijn waar we ons vertrouwen op stellen naast God. Jezus noemde de mammon verschillende malen als een belangrijke afgod van het hart. Dat was de verpersoonlijking van de geldzucht, die door Paulus de wortel van alle kwaad genoemd wordt (1 Timoteüs 6:10). Het hangt natuurlijk nauw samen met begrippen als hebzucht en materialisme. Als we ons geluk laten afhangen van materiële zaken, doen we stevig mee aan afgodendienst, ook al buigen we ons niet voor een letterlijk afgodsbeeld neer.
Waarden en afgoden
Laten we als gelovigen niet te snel denken dat WIJ geen afgoden dienen: "Een afgod is datgene waar je je toevlucht zoekt voordat je naar God gaat."
Hoofdstuk 6.2. Gods levenswet - 15 -
Herschepping 2.0
In feite kunnen al je persoonlijke waarden, die niet onder de heerschappij van Jezus staan, zich in je leven ontwikkelen tot afgoden. Hoe herken je afgoden in je leven? Bijvoorbeeld aan een of meer van de volgende kenmerken: Je bent bereid aanzienlijke offers aan ze te brengen (bijvoorbeeld: onevenredig veel tijd en geld er aan besteden). Ze hebben je in hun macht, zodat je niet vrij kunt kiezen wat je doet. Je zou er niet zonder kunnen. Je ontleent er een gevoel van veiligheid aan. Ze houden je af van het dienen van God. Wat kunnen we zoal tot afgoden maken? Een paar voorbeelden: werk, status, populariteit sport, hobby's geld, huis, auto, andere bezittingen relatienetwerk, materiële zaken een bepaald persoon die je kritiekloos navolgt iets waar je aan verslaafd bent horoscopen alles wat raakvlakken heeft met occultisme Het is natuurlijk moeilijk om precies te bepalen wanneer iets een afgod voor je is. Hoe meer je aan een iets vastzit, hoe eerder je kunt spreken van afgoderij. Let wel dat ook goede dingen een afgod kunnen worden, zoals een geliefd persoon, je kerk of zelfs je Bijbelkennis of geloofsopvattingen. Het hangt er dus maar van af hoe je er mee omgaat. Pas op. Afgoden zijn enorm gevaarlijk, vooral de afgoden die niet op afgoden lijken. Ze trekken je hart van God af zijn oorzaken van veel zonden in je leven. En of je ervan bewust bent of niet, de satan verschuilt zich achter je afgoden waardoor HIJ macht over je krijgt. Zo werkt dat.
Wegdoen van afgoden
Op heel veel plaatsen in de Bijbel lezen we oproepen om afstand te doen van afgoden en alles wat daarmee te maken heeft, soms als een onderdeel van daadwerkelijke toewijding aan God. Als aan die oproepen gehoor werd gegeven, had dat vaak heel zegenrijke gevolgen, omdat God daarna zijn volle zegen weer kon uitdelen. Als je wilt kun je de volgende Bijbelgedeelten bestuderen: Bijbelfiguur Jakob (Genesis 35:1-15) Gideon (Rechters 6:25-32) Koning Asa (2 Kronieken 15:8-19) Efeziërs (Handelingen 19:19-20)
wegdoen afgoden Hij droeg zijn familie op om afgoden weg te doen, omdat hij in Bethel een offer aan God wilde brengen. Hij moest eerst de gewijde paal van zijn familie omhakken voordat hij door God gebruikt kon worden. Hij verwijderde de afgodsbeelden uit zijn land. Enkele mensen verbrandden hun occulte boeken.
gevolgen Ontzag voor God viel op de omliggende steden en hij ontving een zegenende openbaring van God. Daardoor werd hij door God geschikt geacht om Israël te bevrijden van de oppermachtige vijandelijke legers. Er was geen oorlog tijdens zijn regeringsperiode. Het woord van de Heer zette krachtig door in dat gebied
Heb jij misschien nog voorwerpen in bezit die met moderne afgoden te maken hebben? Verwijder en vernietig ze en let eens op hoe God je op een nieuwe manier zal gaan zegenen.
Godsbeelden
De Bijbel verbiedt ons ook om beelden van God te maken. Daarmee wordt naar mijn mening bedoeld: beelden met het oog op religieuze aanbidding. Dat betekent niet dat we geen tekeningen mogen maken van Jezus, bijvoorbeeld als illustratiemateriaal, of van andere Bijbelfiguren; die zijn immers bedoeld om de Bijbelse boodschap te communiceren. Datzelfde kan gezegd worden van films, waarbij Jezus wordt uitgebeeld door een acteur. Wel vind ik het ongepast om beelden of
Hoofdstuk 6.2. Gods levenswet - 16 -
Herschepping 2.0
beeldjes van Jezus te maken om te gebruiken bij aanbidding en eredienst, zoals crucifixen. Daardoor wordt het zicht op Jezus beperkt door wat door die beelden wordt benadrukt. Nee, het is vooral belangrijk dat we God dienen en vereren zoals Hij zich heeft geopenbaard in de Bijbel. Laten we nu de overstap maken van fysieke beelden van God naar beelden in onze eigen verbeelding. Veel mensen houden er een eenzijdig Godsbeeld op na, zoals: God als een strenge rechter, die geen zonde over het hoofd ziet en die altijd vol ontzetting het hoofd schudt over wat de mensen allemaal verkeerd doen. God als een soort sinterklaas, die er wel streng uitziet, maar als het er op aankomt iedereen over de bol aait en cadeautjes geeft. God als een soort vriend, die er alleen maar om je gelukkig te maken zonder eisen te stellen. God als een onpersoonlijk iets, inpasbaar in alle wereldreligies en persoonlijke ideeën over een hoger wezen. Door zulke eenzijdige en dus verkeerde beelden van God kunnen we Hem niet aanbidden zoals Hij is. Zie een aantal onderwerpen in hoofdstuk 'Karakter van God' over een gebalanceerd Bijbels Godsbeeld.
6.2.9. Gods naam niet misbruiken Het derde van de Tien Geboden "Misbruik de naam van de H E E R , uw God, niet, want wie zijn naam misbruikt laat hij niet vrijuit gaan." (Exodus 20:7, NBV2004)
Gods naam
De naam van God vertegenwoordigt zijn identiteit, alles wat God is en doet. Joden spreken de naam JHWH nooit uit, uit respect voor de heiligheid van God. In plaats daarvan gebruiken ze verschillende omschrijvende benamingen zoals 'de Heer' of 'de Almachtige'. Wij spreken als gelovigen vaak over 'God' om daarmee zijn goddelijkheid te benadrukken of 'Vader' om de geestelijke relatie aan te duiden. "... Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden..." (Matteüs 6:9, NBV2004) Gods naam is buitengewoon heilig en verdient alle mogelijke eerbied en respect. De manier waarop mensen omgaan met de naam van God laat horen in welke relatie ze tot Hem staan: aan de ene kant zijn er mensen die zijn naam zegenen en met respect uitspreken. Aan de andere kant zijn er mensen die zijn naam misbruiken door te vloeken, lasteren of respectloos te gebruiken.
Niet vloeken of God lasteren
Het volgende Bijbelgedeelte geeft aan hoe ernstig God het vloeken of lasteren van God aanrekent aan degenen die het doen: "Wie zijn God vervloekt, zal de gevolgen van zijn zonde dragen. Wie de naam van de H E E R lastert moet ter dood gebracht worden, die moet door de voltallige gemeenschap worden gestenigd..." (Leviticus 24:15-16, NBV2004) Het ergste zijn de vloeken waarin de naam van God of de naam van Jezus voorkomt. Bedenk ook dat bastaardvloeken dezelfde betekenis hebben als de oorspronkelijke vloeken, ook al klinken ze iets anders! Zo hoor je ook kerkmensen wel de afschuwelijke GVD vloek uitspreken, maar dan met veranderde klinkers zodat het niet zo vloekerig klinkt (bijvoorbeeld beginnend met 'gad' of 'ged'). Dat zou dan ineens geen GVD meer zijn? Grote flauwekul natuurlijk. Alsof door een verandering van klinkers de betekenis van de woorden verandert!
Hoofdstuk 6.2. Gods levenswet - 17 -
Herschepping 2.0
Gods naam niet onnodig of respectloos gebruiken
Gebruik de naam van God of die van Jezus nooit als stopwoord, ook niet in verbasterde vorm. Woorden als "Gô", "Jee", "Jeetje" en andere krachttermen of uitroepen die met die klanken beginnen hebben steevast betrekking hebben op God en Jezus. Het zijn geen betekenisloze klanken, ook al bedoel je er zogenaamd niets mee! Woorden als 'Jasses' zijn verbasterde vormen van Jezus' naam. Wie liefde en respect heeft voor God, heeft geen behoefte aan zulke termen. Er zijn genoeg andere woorden waar we uit kunnen kiezen.
Respectvol leven
Het heiligen van Gods naam houdt meer in dan respect voor God te tonen in ons woordgebruik. Het houdt vooral in dat de belangen van Gods Koninkrijk de eerste plaats in ons leven krijgen en dat we als gelovigen ons hart erop zetten om eerst en vooral tot zijn eer te leven. Dat is een leven met liefdevolle toewijding aan God als het hoogste doel, niet alleen als theorie, maar in woord en daad, ook bij de kleine dagelijkse beslissingen. Gelovigen treden op als ambassadeurs van hun Schepper; anderen moeten iets van Gods morele kwaliteiten in hen kunnen herkennen. Ook daarmee kunnen zij de naam van God eren.
6.2.10. Sabbatdag in ere houden Het vierde van de Tien Geboden "Houd de sabbat in ere, het is een heilige dag. Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, maar de zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de H E ER , uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw vee, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen. Want in zes dagen heeft de H E E R de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft, en op de zevende dag rustte hij. Daarom heeft de H EE R de sabbat gezegend en heilig verklaard." (Exodus 20:8-11, NBV2004)
Geschenk van God
In het Oude Testament wordt in verband met de sabbatdag de nadruk gelegd op: 1. het niet werken (uit respect voor God) en 2. het ontvangen van een gezegende dag (om van te genieten). Jezus vertelde dat het gebod om een dag per week te rusten was gegeven voor de mens om de nodige rust in zijn leven te hebben en 'op adem te komen'. Dat was een geschenk van God en het behoort ook als zodanig te worden gewaardeerd. "De sabbat is er voor de mens, en niet de mens voor de sabbat." (Marcus 2:27, NBV2004) Tegelijk was het een testgebod voor de Israëlieten om te zien of zij er op vertrouwden dat God ondanks het onderbreken van menselijk inspanning in al het nodige zou voorzien. Aan het sabbatsgebod hangen ook de geboden over de overige sabbatten (Leviticus 25), maar de wekelijkse sabbatdag gold als het belangrijkste van de sabbatten. Door het onderhouden van de sabbatdag moesten de Israëlieten zich onderscheiden van de omliggende volken, die geen rustdag kenden. Het volk kon met dankbaarheid constateren dat zij ondanks de rustdag minstens even goede oogsten hadden en voorspoed ondervonden dan de omliggende volken die zichzelf afbeulden door zeven dagen per week te werken. Wetenschappelijk onderzoek bevestigt dat een rustdag eens per zeven dagen een heilzame uitwerking heeft op de mens, en ook dat de verhouding één rustdag per zeven dagen optimaal is. Dat verbaast me niets, want zo heeft de Schepper de mens immers ontworpen...
Hoofdstuk 6.2. Gods levenswet - 18 -
Herschepping 2.0
Gedenkdag
De Sabbatdag heeft alles te maken met de rust van God op de zevende scheppingsdag. Gods rust houdt verband met volmaaktheid, het uiteindelijke doel. Voor nieuwtestamentische gelovigen betekent dit: je uitstrekken naar de vervolmaking in je leven door het proces van geestelijk groei, die de Heilige Geest bewerkstelligt. In Deuteronomium 5 lezen we nog een andere toepassing van de wekelijkse Sabbatdag: dankbaarheid voor de vrijheid die het volk Israël had ontvangen doordat God het eenmaal verlost had van de slavernij in Egypte: "Bedenk dat u zelf slaaf was in Egypte totdat de H E E R , uw God, u met sterke hand en opgeheven arm bevrijdde. Daarom heeft hij u opgedragen de sabbat te houden." (Deuteronomium 5:13, NBV2004) De Sabbatdag was ook bedoeld om in het bijzonder na te denken over Gods genadegeschenken in het algemeen en om stil te staan bij de dingen van God. In de tijd van Jezus was het gebruikelijk dat op die dag ook leerbijeenkomsten werden gehouden in de synagogen. "Hij (=Jezus) kwam ook in Nazaret, waar hij was opgegroeid, en volgens zijn gewoonte ging hij op sabbat naar de synagoge..." (Lucas 4:16, NBV2004)
Ceremoniële rustdag of de geestelijke betekenis volgen
Alle Tien Geboden worden op de een of andere manier ook in het Nieuwe Testament genoemd als een geldige leefregel die even letterlijk moet worden opgevolgd als in het Oude Testament. De enige uitzondering is het vierde gebod over het onderhouden van de Sabbat. Dat gebod wordt zelfs sterk gerelativeerd door de apostel Paulus in uitspraken die op alle sabbatten en feestdagen betrekking kunnen hebben: "De een maakt onderscheid tussen de dagen, voor de ander zijn ze alle gelijk. Gun ieder zijn eigen overtuiging." (Romeinen 14:5, WV1995) "Laat niemand u iets voorschrijven op het gebied van eten en drinken of het vieren van feestdagen, nieuwemaan en sabbat. Dit alles is slechts een schaduw van wat komt – de werkelijkheid is Christus." (Kolossenzen 2:16, NBV2004) De reden daarvan ligt tamelijk voor de hand: het gebod valt onder de categorie ceremoniële geboden. Hoe nuttig het onderhouden van een wekelijkse rustdag ook is, het heeft niet hetzelfde gewicht als de andere van de Tien Geboden. Voor nieuwtestamentische gelovigen spreekt het vierde gebod in de eerste plaats over een leefwijze, waarin we geen goddelijke zegen verwachten van eigen inspanningen maar van het werk van Jezus en van Gods voorzienigheid. Dat is een levenshouding van innerlijke rust in verbondenheid met Jezus. Die is wel essentieel voor nieuwtestamentische gelovigen en die was nog niet bekend onder het Oude Verbond. Daarom noemde Paulus onder andere de Sabbat als een schaduwbeeld van Jezus. Het apart zetten van de zondag als rustdag om die innerlijke rust te beoefenen en als gelovigen samen te komen is een praktische en zinvolle traditie binnen onze kerkelijke kringen, ook al gebeurt het op de verkeerde dag van de week (zondag in plaats van zaterdag). Zie ook onderwerpen ' Sabbatten' en 'Sabbatdag en zondag' in hoofdstuk 'Rust'.
Hoofdstuk 6.2. Gods levenswet - 19 -
Herschepping 2.0
6.2.11. Ouders respecteren Het vijfde van de Tien Geboden "Heb eerbied voor je vader en je moeder. Dan zul je een lang leven hebben in het land dat ik, de Heer, je God, je ga geven." (Exodus 20:12, GNB1996) Dit is de enige positief gestelde leefregel van de Tien Geboden. "Kinderen, wees gehoorzaam aan je ouders uit ontzag voor de Heer, want zo hoort het. 'Toon eerbied voor uw vader en moeder,' dat is het eerste gebod waaraan een belofte verbonden is: 'Dan zal het u goed gaan en zult u lang leven op aarde.'" (Efeziërs 6:1-3. NBV2004) Voor kinderen is dit zelfs de belangrijkste leefregel. Het gaat om het gehoorzamen van je ouders, zolang je jong bent en onder het ouderlijk gezag staat, en het respecteren van je ouders ongeacht je leeftijd.
Voorbeelden
Jezus zelf heeft hierin een goed voorbeeld gegeven. Hij was gehoorzaam aan zijn aardse ouders (Lucas 2:51) en sprak altijd met het grootste respect over zijn hemelse Vader. Een voorbeeld van respectloos omgaan met ouders vinden we in het verhaal van Noach en zijn drie zonen Sem, Cham en Jafet (Genesis 9:18-27). Cham zag dat zijn vader een keer in een genante positie lag te slapen en haalde zijn broers erbij om hem daarover te bespotten. Zijn broers hadden meer respect voor hun vader: ze wendden hun blik af en bedekten zijn lichaam. Toen Noach ervan hoorde sprak hij een vloek uit over het nageslacht van Cham en dat zou verstrekkende gevolgen hebben voor zijn afstammelingen. Deze geschiedenis illustreert het enorme belang van het vijfde gebod; het is belangrijker dan de meesten denken...
Effect van opstandigheid en kritiek op ouders
Rebellie tegenover ouders (en andere personen of instanties met gezag) wordt in de Bijbel altijd scherp veroordeeld. Kinderen die met ruzie het ouderlijk huis verlaten om op zichzelf te gaan wonen maken een slechte start in hun zelfstandige leven en lopen een groot risico om het verkeerde pad op te gaan. Er zijn mensen die tot ver in hun volwassen leeftijd nog steeds hun ouders bekritiseren. Dat komt ook onder gelovigen voor en hun innerlijk leven kan daardoor ernstig misvormd worden, terwijl het een verhindering blijft voor hun geloofsgroei. Zulke mensen geven hun ouders de schuld van hun eigen ontwikkelingsproblemen en tekortkomingen. Wat ze niet doorhebben is dat ze daardoor nooit geleerd hebben om echt volwassen te worden en om op eigen benen te staan. Niemand krijgt een volmaakte opvoeding, maar de meeste ouders doen wel hun best om hun kinderen te geven wat ze te geven hebben. Zie meer hierover in onderwerp 'Levensaanvaarding' in hoofdstuk 'Beproevingen'. Voor volwassen geworden kinderen betekent het dat ze ondanks de onvolkomenheden in hun opvoeding: hun ouders dankbaar zijn voor wat ze voor hen hebben gedaan naar beste weten en kunnen zelf de verantwoordelijkheid nemen voor de verdere ontwikkeling van hun leven goed spreken over hun ouders en niet hun tekortkomingen benadrukken oprecht vriendelijk en goed voor hen zijn "Luister naar je vader, hij die je verwekt heeft, veracht je moeder niet wanneer ze oud is." (Spreuken 23:22, NBV20004)
Hoofdstuk 6.2. Gods levenswet - 20 -
Herschepping 2.0
Als we zover zijn worden we pas echt volwassen. Natuurlijk moet loyaliteit aan onze hemelse Vader een belangrijkere plaats in ons leven hebben dan loyaliteit aan onze aardse ouders. Daarom zei Jezus eens: "Wie meer van zijn vader of moeder houdt dan van mij, is mij niet waard." (Matteüs 10:37, NBV2004)
Belofte
Alleen aan het vijfde gebod is een belofte gekoppeld: de zegen van een lang leven. Kinderen die op jonge leeftijd hebben geleerd om hun ouders te gehoorzamen maken een zoveel gezondere ontwikkeling mee tijdens hun jeugd dan kinderen die een opstandige instelling hebben. Ze zijn ook beter in staat om de juiste plaats in de samenleving in te nemen en ook dat is winst. Het is gewoon een feit dat hoe gezonder iemands zielenleven is, hoe hoger zijn levensverwachting is. Die belofte van een lang leven komt niet zomaar uit het niets: het is een kwestie van oorzaak en gevolg. Bovendien is voor gehoorzame kinderen gemakkelijker om Gods autoriteit over hun leven te accepteren en hun leven aan Hem over te geven. Alle redenen voor ouders om hun kinderen gehoorzaamheid aan te leren vanaf het begin van hun leven. Ze krijgen dan erg veel van thuis mee.
6.2.12. Niet moorden Het zesde van de Tien Geboden "Pleeg geen moord." (Exodus 20:13, NBV2004) Jezus scherpte deze leefregel nog verder aan door de innerlijke houding van de mens te benadrukken en zei: "U hebt gehoord dat tegen uw voorouders gezegd is: U mag niet doden. Wie iemand doodt, moet zich verantwoorden voor de rechtbank. Maar ik zeg u: ieder die kwaad is op een ander, moet zich voor de rechtbank verantwoorden." (Matteüs 5:21-22, GNB1996) Daarmee geeft Jezus aan dat de bedoeling van dit gebod eigenlijk is om geen negatieve, boosaardige of dreigende houding in ons hart toe te laten ten opzichte van onze medemensen. Zulke gedachten kunnen uiteindelijk leiden tot ruzie, gevechten en doodslag. "Want de woede van een mens brengt niets voort dat in Gods ogen rechtvaardig is." (Jakobus 1:20, NBV2004) "Iedereen die zijn broeder of zuster haat, is een moordenaar, en u weet dat een moordenaar het eeuwige leven niet blijvend in zich heeft." (1 Johannes 3:15, NBV2004)
De waarde van het leven
Uit heel de Bijbel blijkt dat God het leven van zeer hoge waarde acht. Een voorbeeld vinden we in het Bijbelboek Jona, waar we lezen dat Jona zich ergerde over het feit dat God de stad Nineve niet had verwoest. God sprak hem aan op zijn gebrek aan bewogenheid: "... zou ik dan geen verdriet hebben om Nineve, die grote stad, waar meer dan honderdtwintigduizend mensen wonen ... en dan nog al die dieren!" (Jona 4:11, NBV2004) Ook wij dienen dus met respect om te gaan met zaken van leven en dood. Ook moeten we ons onthouden van alle vormen van wraak, geweld en onderdrukking en ons inzetten om zwakkeren te beschermen. Deze leefregel houdt ook in dat we het leven van anderen en van onszelf belangrijk achten, uit respect voor de Schepper van het leven. Dus aandacht besteden aan een gezonde levensstijl en niet je gezondheid schade toebrengen door ongezonde gewoonten als roken, overmatig eten of overmatig alcoholgebruik.
Hoofdstuk 6.2. Gods levenswet - 21 -
Herschepping 2.0
Beschermwaardigheid van het leven
Dat is in deze tijd geen vanzelfsprekendheid. We denken dan natuurlijk in de eerste plaats aan het gemak waarmee abortussen worden uitgevoerd en goedgepraat. Het zelfbeschikkingsrecht van de zwangere vrouw wordt belangrijker geacht dan de belangen van het ongeboren kind. De grote aantallen mensen die gedurende de eerste twee wereldoorlogen zijn gedood vallen in het niet bij het aantal ongeboren kinderen dat sinds die tijd wereldwijd is vermoord. Deze stroom van onschuldig vergoten bloed schreeuwt ten hemel. We hebben het hier naar mijn mening over een van de grootste misdaden van onze mensheid, over bloed vergieten op grote schaal. Ook het gemak waarmee steeds meer mensen hun leven willen beëindigen omdat ze er genoeg van hebben gaat naar mijn mening in tegen Gods wil. Het is God die het leven heeft gegeven en die het eenmaal zal terugnemen.
Wraakzucht
Als gelovige mag je geen wraak nemen tegenover mensen van wie je vindt dat ze je hebben benadeeld. Natuurlijk mag je vragen om de geleden schade te vergoeden, excuses aan te bieden of wat ook maar nodig is om het weer goed te maken, maar niet meer dan dat. Wraakzucht en het verlangen het de ander betaald te zetten is een ernstige zonde. "Wreek uzelf niet, geliefden, maar laat dat over aan Gods toorn; er staat immers geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal vergelden, zegt de Heer." (Romeinen 12:19, WV1995) Het bekendste Bijbelse voorbeeld is David, die tot tweemaal toe het leven van zijn aartsvijand Saul heeft gespaard, terwijl hij de kans had hem te doden. Hij zei hierover tegenover koning Saul: "Laat de H E E R beslissen wie van ons beiden in zijn recht staat en laat de H E E R mij op u wreken; ik zal mijn hand niet tegen u opheffen." (1 Samuël 24:13, NBV2004) Op die manier bezondigde David zich niet en dwong hij respect af van vriend en vijand. In navolging van Jezus, die zelfs gebood om vijanden lief te hebben, schreef de apostel Paulus: "Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede." (Romeinen 12:21, NBV2004)
Vergeven
Een christengelovige behoort een vergevende houding te hebben tegenover anderen, ook als ze ons iets heel ergs hebben aangedaan. "Breng het leven van een ander niet in gevaar door lasterpraat over hem rond te strooien. Ik ben de H E E R . Wees niet haatdragend ... laad niet omwille van een ander schuld op je door je te wreken of wrok te blijven koesteren. Heb je naaste lief als jezelf. Ik ben de HE E R ." (Leviticus 19:16-18, NBV2004) Respecteren is het sleutelwoord in de relatie tussen mensen en liefde is de motivatie om het ook te doen.
6.2.13. Niet echtbreken Het zevende van de Tien Geboden "U zult niet echtbreken." (Exodus 20:14, HSV2010) Het huwelijk (ofwel 'de echt') is een heilige verbintenis die door man en vrouw 'voor Gods aangezicht' wordt gesloten en nooit verbroken mag worden. Het huwelijk is de hoogste verplichting van de ene mens tegenover een ander mens en gaat boven de verplichting tegenover ouders en kinderen. De Bijbel gebruikt het huwelijk dikwijls als afbeelding van de relatie tussen God en zijn volk (zie ook Efeziërs 5:25-32). Door een goed huwelijksleven eren we onze Schepper meer dan we denken en
Hoofdstuk 6.2. Gods levenswet - 22 -
Herschepping 2.0
daaraan moet de nodige aandacht worden besteed. Het huwelijk heeft dan ook zeer grote waarde voor God en daar moeten we dus met zorg en aandacht mee omgaan. "... Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één worden; ze zijn dan niet langer twee, maar één. Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden." (Matteüs 19:5-6, NBV2004)
Echtbreken en echtscheiding
In veel moderne vertalingen wordt het woord 'echtbreken' in de Tien Geboden ten onrechte vervangen door 'overspel'. Echtbreken betekent 'een huwelijk kapot maken' en dat kan gebeuren door overspel, maar ook bijvoorbeeld door verwaarlozing of mishandeling. Het zevende gebod zegt overigens niet direct dat gehuwden niet mogen scheiden, maar dat ze hun huwelijk goed moeten houden en niet mogen stukmaken. Is een huwelijk eenmaal stuk, dan is daar gezondigd door het echtpaar en moet er gezocht worden naar herstel van het huwelijk. Als dit onmogelijk blijkt, dan is echtscheiding op zich niet verboden, maar in extreme gevallen kan het de beste optie zijn. In dat geval is echtscheiding niet meer dan de consequentie van echtbreuk, die wel een zonde is. Deze gedachtegang is geheel in lijn met de stijl van Jezus, die Gods leefregels vooral toepaste op de hartsgesteldheid van de mens, want waar de liefde verdwijnt uit de harten gaat de huwelijksband stuk. Veel echtparen die worstelen met een beschadigd huwelijk denken dat scheiden hen gelukkiger zal maken. De praktijk wijst uit dat dit gemiddeld in 70% van de gevallen juist niet zo is. Het is bijna altijd een schadelijk vluchtweg. Christengelovigen hebben natuurlijk een extra motivatie om herstel van hun huwelijk te zoeken, omdat zij kunnen worden aangesproken op de belangrijke belofte die ze elkaar hebben gedaan, hun verantwoordelijkheid voor eventuele kinderen en om Gods geboden op te volgen. Bovendien weten ze dat herstel mogelijk is door elkaar te vergeven en door de krachtige ondersteuning van de Heilige Geest als de gehuwden Gods weg willen gaan. Bovendien moeten zij er rekening mee houden dat zij juist als echtpaar geroepen zijn om in hun huwelijk iets af te beelden van Gods liefde en zorg. Daarom is echtbreuk een zeer ernstige zonde, die God zwaar aanrekent: "Houd het huwelijk in ere, in alle omstandigheden, en houd het echtelijk bed zuiver, want overspeligen en echtbrekers zal God veroordelen." (Hebreeën 13:4, NBV2004) Jezus scherpte de leefregel aan door te zeggen dat niet alleen echtbreuk een grote zonde is, maar ook datgene wat daar aan vooraf kan gaan: "'U hebt gehoord dat er gezegd is: Pleeg geen echtbreuk. Maar ik zeg u: wie met begeerte naar de vrouw van een ander kijkt, heeft in zijn hart al echtbreuk met haar gepleegd." (Matteüs 5:27-28, GNB1996)
Seksuele onreinheid
Onzedelijk gedrag op seksueel gebied is evenmin toegestaan, omdat ons lichaam een woonplaats is van de Heilige Geest (1 Korintiërs 6:18-19). "Laat er bij u geen sprake zijn van ontucht of zedeloosheid ... deze dingen horen niet bij heiligen." (Efeziërs 5:5, NBV2004) De Bijbel maakt duidelijk dat seksualiteit behoort bij het huwelijk tussen één man en één vrouw. Alle seksuele omgang buiten deze huwelijksstaat is verboden, dus ook: seksuele omgang bij ongehuwd samenwonen (Deuteronomium 22:20-29) seksuele omgang tussen mensen van hetzelfde geslacht (Leviticus 18:22) seksuele omgang met dieren (Leviticus 18:23) In het Oude Testament is dit allemaal vrij duidelijk beschreven. Alle morele leefregels uit het Oude Testament worden in het Nieuwe Testament bevestigd: nooit afgezwakt maar dikwijls aangescherpt. Het is dus ongepast om bepaalde vormen van seksuele omgang voor nieuwtestamentische gelovigen goed te praten, die in het Oude testament worden verboden.
Hoofdstuk 6.2. Gods levenswet - 23 -
Herschepping 2.0
Natuurlijk is over dit onderwerp veel meer te zeggen, vooral over de pastorale kant van problemen rondom seksualiteit, maar dat valt buiten het kader van 'Herschepping'. Zie ook onderwerp 'Seksuele verleidingen' in hoofdstuk ' Verleidingen'.
6.2.14. Niet stelen Het achtste van de Tien Geboden "Steel niet." (Exodus 20:15, NBV2004) Dit gebod houdt in dat we als mensen elkaar moeten geven waar de ander recht op heeft. Stelen is niet alleen inbraken plegen of ordinair gappen, maar ook: geleende spullen niet teruggeven een toegezegde beloning achteraf niet geven een vergissing van een caissière in je voordeel niet aangeven zwart werken volgens de regels van de belastingdienst sjoemelen met de belasting niet werken in de baas zijn tijd alle vormen van bedrog Nog enkele Bijbelgedeelten die in verband worden gebracht met het achtste gebod: "... Jullie mogen niemand afpersen en je ook niet laten omkopen ..." (Lucas 3:14, NBV2004) "Schaad of bedrieg uw broeder of zuster in dit opzicht niet, want de Heer vergeldt dit alles, zoals wij u vroeger al nadrukkelijk hebben voorgehouden." (1 Tessalonicenzen 4:6, NBV2004) "dieven, uitbuiters ... oplichters, zij zullen geen deel hebben aan het Koninkrijk van God." (1 Korintiërs 6:10, WV1995)
Goed doen voor anderen
De Bijbel leert ons niet alleen het kwade na te laten, maar ook het goede te doen. De beste manier voor een dief om zijn leven te verbeteren is, nadat de diefstal op zich in orde is gemaakt: "Wie een dief was moet niet meer stelen; laat hij zich liever inspannen om met eigen handen de kost te verdienen, zodat hij de behoeftige iets kan geven." (Efeziërs 5:28, WV1995) Gevonden voorwerpen niet teruggeven is ook een vorm van stelen: "Wanneer je een verdwaald rund of een verdwaalde ezel van een vijand van je aantreft, moet je hem het dier zonder uitstel terugbrengen." (Exodus 23:4, NBV2004) Ook moeten we op een verantwoorde manier omgaan met onze materiële bezittingen, bereid zijn met anderen te delen, niet gierig zijn en er geen verkwistende levensstijl op na houden. Het komt er op neer dat we juist het beste zoeken voor onze medemensen (Filippenzen 2:3-4).
6.2.15. Niet liegen Het negende van de Tien Geboden "Leg over een ander geen vals getuigenis af." (Exodus 20:16, NBV2004) De woordkeuze in deze leefregel doet vooral denken aan getuigen in een rechtspraak. Maar het gebod kan ook breder opgevat worden over het kwaadpreken in het algemeen. "Verspreid geen valse geruchten ..." (Exodus 23:1, GNB1996)
Hoofdstuk 6.2. Gods levenswet - 24 -
Herschepping 2.0
Negatief spreken over anderen
Door negatief over anderen te spreken, bestelen we die personen van hun eer en bovendien kan het bij die personen veel schade veroorzaken. We mogen andermans woorden niet verdraaien, niet liegen of lasteren, maar met respect over anderen spreken. Negatief gepraat over iemand kan de werking hebben van een vloek, waardoor de satan meer ruimte krijgt om die ander kwaad te doen. Hieraan verwant is ook het Bijbelse verbod van het waardeoordelen uitspreken over medegelovigen. Jakobus legt uit dat dit wie dit doet, eigenlijk 'op Gods plaats gaat zitten': "Broeders, spreek geen kwaad van elkaar. Wie van zijn broeder kwaad spreekt en over zijn broeder oordeelt, spreekt kwaad over de wet en oordeelt over de wet. Als u over de wet oordeelt, bent u geen dader van de wet, maar een rechter. Er is één Wetgever, namelijk Hij Die kan zalig maken én te gronde richten. Maar wie bent u, die over de ander oordeelt?" (Jakobus 4:11-12, HSV2010) Het tegenovergestelde is ook waar: door positief over iemand te spreken ontvangt de ander een zegen en bouwen we zijn leven op. We moeten beseffen dat wat een mens zegt, ook een bepaalde werking heeft in de geestelijke wereld. Onze woorden hebben meer effect dan we denken, ook tegenover mensen die onze woorden niet horen! Zie ook onderwerp ' Zegenen' in hoofdstuk 'Zegenende liefde'.
Eerlijkheid
Paulus schreef hierover: "Leg daarom de leugen af en spreek de waarheid tegen elkaar, want wij zijn elkaars ledematen." (Efeziërs 4:25, NBV2004) Deze woorden kunnen ook worden toegepast op het geven van een goed, waarheidsgetrouw getuigenis van andere mensen. Zie meer hierover in onderwerp 'Eerlijkheid' in hoofdstuk 'Waarheid en leugen'.
6.2.16. Niet begeren Het tiende van de Tien Geboden "Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort." (Exodus 20:17, NBV2004) Het gaat hier over verkeerde verlangens, waarvan hebzucht een van de meest voorkomende is. Jezus zei: "... 'Pas op, hoed je voor iedere vorm van hebzucht, want iemands leven hangt niet af van zijn bezittingen, zelfs niet wanneer hij die in overvloed heeft." (Lucas 12:15, NBV2004) Deze leefregel heeft ook betrekking op allerlei vormen van afgunst en jaloezie: "Want waar afgunst en eigenbelang is, daar heersen wanorde en allerlei kwade praktijken." (Jakobus 3:16, HSV2010)
Zondige begeerten
Paulus had het over vleselijke begeerte in het algemeen: "... Ik ben me echter pas door de wet bewust geworden van de zonde. Ik zou immers niet weten wat begeerte was als de wet niet zei: ‘Zet uw zinnen niet op wat van een ander is." (Romeinen 7:7, NBV2004) Dit is de enige van de Tien Geboden die innerlijk gericht is en niet direct door anderen waar te nemen is. Het gebod geeft inzicht in de werking van het menselijk hart, omdat immers verkeerde verHoofdstuk 6.2. Gods levenswet - 25 -
Herschepping 2.0
langens de bron zijn van de meeste verkeerde daden. Ze kunnen veel schade veroorzaken in ons zielenleven. "... ik vraag u dringend niet toe te geven aan zelfzuchtige verlangens, die uw ziel in gevaar brengen." (1 Petrus 2;11, NBV2004) De beste manier om zondige begeerten van ons af te houden is dat we ons richten op de zegeningen die God geeft en tot ons te laten doordringen hoe kostbaar die zijn. "Maar doet de Here Jezus Christus aan en wijdt geen zorg aan het vlees, zodat begeerten worden opgewekt." (Romeinen 13:14, NBG1951) Deze regel heeft ook betrekking op dankbaarheid voor wat we zelf bezitten. Zie ook onderwerpen 'Zondige verlangens' en 'Dankbaarheid' in hoofdstuk 'Gelukkig leven'.
Hoofdstuk 6.2. Gods levenswet - 26 -
Herschepping 2.0
6.3. Gods leiding God bestuurt de wereld volgens een eeuwig plan. God heeft zijn wil voor ons mensen in grote lijnen bekend gemaakt in zijn Woord. Daarnaast wil Hij persoonlijke leiding geven om de levens van gelovigen te leiden en hen te helpen bij het nemen van beslissingen. Soms roept God mensen voor bepaalde taken. Goddelijke leiding is niet voor alles nodig, want de gelovige heeft zelf ook de verantwoordelijkheid om zelfstandige keuzen te maken. 6.3.1. Hoe leidt God? 6.3.2. Gods eeuwige plan 6.3.3. Gods leiding voor Israël 6.3.4. God bestuurt je leven 6.3.5. Persoonlijke leiding van God 6.3.6. Gods leiding zoeken 6.3.7. Gods leiding ontvangen 6.3.8. God om een teken vragen 6.3.9. Indirecte leiding van God 6.3.10. Merkwaardige leiding van God 6.3.11. Gods leiding herkennen 6.3.12. Is Gods leiding altijd nodig? 6.3.13. Verkeerd omgaan met leiding 6.3.14. Roeping 6.3.15. Heb je een roeping nodig?
Hoofdstuk 6.3. Gods leiding - 1 -
Herschepping 2.0
6.3.1. Hoe leidt God? Vormen van goddelijke leiding
God wil zijn kinderen leiden, zowel groepsgewijs als individueel. Met welk doel? Dat wordt mooi beschreven in Psalm 23: "... Hij leidt mij op het rechte spoor, omwille van zijn naam." (Psalm 23:3, WV1995) We lezen hier dat God wil dat we de juiste, de beste koers volgen in ons leven. Dat is in ons belang, maar vooral ook in het belang van God en zijn Koninkrijk. Bij goddelijke leiding kunnen we denken aan de volgende factoren: 1. Gods eeuwige beleidsplan - Dit is de basis voor Gods handelen in grote lijnen. 2. Gods besturing - Op basis van Gods beleidsplan bestuurt God je leven, vaak onmerkbaar, maar soms zie je achteraf Gods hand in de gebeurtenissen in je leven. 3. Gods Woord - De Bijbel geeft inzicht in Gods wil en zijn bedoelingen met je leven. 4. Persoonlijke goddelijke leiding - Hiermee wil God je persoonlijk helpen bij beslissingen en keuzen. 5. Gods roeping - Dit is persoonlijke leiding voor hoofdtaken.
Blijf nuchter en vooral dicht bij Gods Woord
In dit hoofdstuk ligt de nadruk meer op persoonlijke goddelijke leiding tegen de achtergrond van de andere vormen van goddelijke leiding die hiervoor zijn genoemd. Voordat je verder gaat lezen even enkele waarschuwende opmerkingen om het een en ander in balans te houden. De Bijbel is verreweg de belangrijkste bron van goddelijke leiding, laat dat voorop staan. Het is de verantwoordelijkheid van elke gelovige om zich te verdiepen in Gods Woord en zijn leven daardoor te laten vormen. God leidt gelovigen door zijn Woord, niet alleen voor de grote lijnen, maar ook voor de dagelijkse dingen. Lees de volgende Bijbeltekst maar eens aandachtig: "Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad." (Psalm 119:105, NBG1951) Dit heeft betrekking op elke stap die je zet in je leven, op grote en kleine stappen. Vanuit het Woord krijg je inzicht en wijsheid om te gaan doen wat Jezus zou doen in jouw plaats. Het is dan ook geen goede insteek om voor alle details van het leven specifieke persoonlijke leiding te zoeken want dan krijg je zweverige toestanden. God wil je door zijn Woord en door de Heilige Geest opvoeden tot geestelijke volwassenheid, niet om voor elk wissewasje bij Hem aan te kloppen. Gelovigen die dat doen worden gemakkelijk misleid door hun eigen opkomende gevoelens die ze dan beschouwen als goddelijke ingevingen. Daar komt alleen maar scheefgroei van. Wees dus gewaarschuwd, maar lees vooral verder... Zie ook onderwerp 'Is persoonlijke leiding altijd nodig?' in dit hoofdstuk.
6.3.2. Gods eeuwige plan "H E E R , u bent mijn God. Ik zal u hulde bewijzen, uw naam loven. Want wonderbaarlijk zijn uw daden, u hebt uw beleid sinds mensenheugenis trouw en betrouwbaar uitgevoerd." (Jesaja 25:1, NBV2004)
Eindeloos plan
Het eeuwige plan van God met de schepping omvat veel meer dan wij ons kunnen voorstellen. In het Bijbelboek Openbaring lezen we over de geestvervoering van de apostel Johannes naar de geestelijke wereld. Terwijl hij gezichten kreeg die illustraties waren van de uitwerking van Gods plannen met de wereld, hoorde hij een keer uitspraken die klonken als donderslagen. Toen hij die wilde noteren werd hij daarvan weerhouden:
Hoofdstuk 6.3. Gods leiding - 2 -
Herschepping 2.0
"Ik wilde opschrijven wat de zeven donderslagen hadden gezegd, maar een stem uit de hemel zei: 'Houd geheim wat de donderslagen hebben gezegd. Schrijf het niet op." (Openbaring 10:4, HB2008) Ik geloof dat geen enkele Bijbeluitlegger alle raadsels van het Bijbelboek Openbaring kan ontcijferen. Dat blijkt wel uit de vele uiteenlopende verklaringen over dit Bijbelboek.
Niet te begrijpen, wel te vertrouwen
Hoe langer ik met God wandel, hoe vaker ik aanloop tegen gebeurtenissen waar ik niets van begrijp waar God die toelaat. De oneindige God is niet na te rekenen door eindige mensen. Neem bijvoorbeeld het grote raadsel van het lijden dat onschuldige mensen moeten ondergaan zonder dat God ingrijpt. Dat is een van de dingen waar alle gelovigen over struikelen. Wie kan daar een sluitende verklaring voor bedenken? Ik geloof dat de oplossing voor dit raadsel en vele andere raadsels van de geschiedenis verborgen zijn in God. "Net zoals de hemel hoger is dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan die van u. Evenzo zijn mijn gedachten hoger dan de uwe." (Jesaja 55:9, HB2008) In het hiernamaals zullen we veel meer begrijpen van Gods wijze beleid, maar ik denk dat we nooit alles zullen begrijpen. God blijft God en zijn gedachten zullen altijd uitstijgen boven die van ons. Gelukkig maar. Ik begrijp God niet, maar al de dingen die ik vanuit Gods woord WEL heb leren begrijpen wijzen erop dat God volkomen betrouwbaar is. Hoe langer we christen zijn, hoe meer we begrijpen dat we onze eigen gedachten en gevoelens niet kunnen vertrouwen, maar die van God wel. Dat is geen domme goedgelovigheid, maar verstandig geloof, gebaseerd op feiten en waarheid, en bovendien bevestigd door levenservaring.
Gods plan is flexibel
Het lijkt erop dat in Gods eeuwige plan de grote lijnen vastliggen, maar dat de details onderweg worden ingevuld in samenhang met de omstandigheden zoals die zich ontwikkelen. Daarmee is Gods beleid niet onderworpen aan een soort noodlot, zoals we bij andere religies tegenkomen. God staat boven alle gebeurtenissen. God laat toe dat sommige gebeurtenissen zich spontaan ontwikkelen en in andere gevallen vormt Hij gebeurtenissen volgens zijn soevereine wil, door persoonlijk ingrijpen. Een boeiend onderwerp is het feit dat God zijn detailplannen aanpast op basis van gebeden van gelovigen. God veranderde bijvoorbeeld zijn plannen voor het volk Israël in de woestijn na de voorbede van Mozes (Exodus 33:12-17). Ook jouw en mijn gebeden kunnen aanleidingen zijn voor veranderingen van Gods plannen, ook hier natuurlijk weer binnen de grenzen van zijn wijze beleid. Alles moet ertoe bijdragen dat God maximaal wordt verheerlijkt. Maar God laat vaak ook toe dat anderen (de satan, mensen) van alles doen, maar ook weer binnen de grenzen van zijn beleid. Zo liet God toe dat de dubieuze ziener Bileam naar de koning van Moab ging, die hem vroeg om het volk Israël te vervloeken. God stuurde de situatie wel bij, want Hij zorgde ervoor dat Bileam het volk niet ging vervloeken maar zegenen. God laat wel het een en ander toe, maar het vervloeken van zijn eigen geliefde volk Israël, dat laat God niet toe: vroeger niet, nu niet en nooit niet. Gods eeuwige plan wordt nooit door wie dan ook in de war geschopt, want God blijft alles volledig onder controle houden. Niets glipt uit zijn almachtige hand. Ook uit de geschiedenis van Job leren we dat God de satan een bepaalde vrijheid van handelen gaf om Job te benadelen, maar ook daar stelde God een grens: laat hem in leven. God liet de satan toe om hem zwaar te beproeven en tegelijk hielp Hij Job om in die situatie tot overwinning te komen. Ook hier werden Gods plannen uiteindelijk uitgevoerd en had de satan het voor het nakijken. Het slechte van de satan en het slechte van mensen dat God toelaat, wordt steevast door God gebruikt om winst op te leveren voor zijn kinderen en voor het Koninkrijk. Heel jammer voor Gods tegenstanders. Ze lijken soms veel succes te hebben, maar ze kunnen God geen blijvende schade toebrengen en spelen Hem op indirecte manieren alleen maar in de kaart. Dat zal ongetwijfeld heel wat tandengeknars opleveren in het rijk van de duisternis... Hoofdstuk 6.3. Gods leiding - 3 -
Herschepping 2.0
6.3.3. Gods leiding voor Israël Door de hele Bijbel heen zien we hoe God specifieke aanwijzingen geeft aan mensen om keuzen te maken of opdrachten uit te voeren. Enkele voorbeelden: God gaf Noach de opdracht om de ark te bouwen (Genesis 6:7-22). God zei Abraham (toen hij nog in Ur woonde) dat hij op reis moest gaan naar een land waar God hem heen zou leiden (Genesis 12:1-4). God gaf Mozes de opdracht om het volk Israël uit de slavernij van Egypte naar het beloofde land te brengen (Exodus 3:7-22).
Wolk- en vuurkolom
De meest spectaculaire en meest zichtbare manier waarop God zijn volk Israël heeft geleid was ongetwijfeld de wolk- en vuurkolom tijdens hun lange verblijf in de woestijn. Het was het bijna tastbare bewijs van Gods persoonlijke aanwezigheid, waarmee Hij het volk de weg wees. "De H E E R ging voor hen uit om hun de weg te wijzen, overdag in een wolkkolom, 's nachts in een lichtende vuurzuil." (Exodus 13:21, NBV2004) Overdag gaf God de looprichting aan met een wolk die zich bewoog in de richting van het reisdoel. Tegelijk was die wolk een bescherming tegen de brandende zon. De wolkkolom was een symbool van stabiliteit, kracht en zichtbare zekerheid. 's Nachts was er een vuurzuil die voorop ging om de weg te wijzen en die tegelijk zorgde voor licht en warmte. Hoe dichter iemand bij deze vuurzuil kampeerde, hoe meer hij daarvan kon genieten. In de nabijheid van God is altijd de grootste zegen te vinden. Het volk voelde zich veilig onder de bescherming van de machtige God, die hen op zo'n wonderbaarlijke manier had verlost van de slavernij en hen zo concreet de weg wees. "Maar liefdevol als u bent, hebt u hen zelfs toen, daar in de woestijn, niet verlaten. Boven hen stond steeds de wolkkolom om hun bij dag de weg te wijzen, en 's nachts was er de vuurzuil die de weg verlichtte waarlangs ze moesten gaan." (Nehemia 9:19, NBV2004)
Orakelstenen
In de tijd van het Oude Testament konden mensen naar de priester gaan om Gods leiding te vragen bij persoonlijke beslissingen. Dit kon gebeuren met behulp van de efod, ook wel orakeltas genoemd. Men veronderstelt dat er twee bijzondere (edel)stenen in die orakeltas zaten. Deze konden gebruikt worden zoals wij wel eens een munt opgooien als we een keus uit twee mogelijkheden laten beslissen door het lot. Uit elk van beide orakelstenen kon een antwoord 'urim' (=nee) of 'tummim' (=ja) komen. Iemand kon dus een vraag aan God stellen, die met ja of nee beantwoord kon worden. Als de uitslag van de stenen tweemaal ja was, dan was er een 'ja' antwoord van God, was het tweemaal nee, dan was het een 'nee' antwoord. Eenmaal 'ja' en eenmaal 'nee' betekende dat God niet wilde antwoorden. Toen David op de vlucht was voor koning Saul, vroeg hij zich af of hij Kehila moest bevrijden van de Filistijnen. Hij wilde weten wat God ervan vond en hij kreeg het antwoord via de priester. Alles wijst erop dat hier gebruik werd gemaakt van de Urim en Tummim stenen: "... Toen vroeg David de HE R E : Zal ik heengaan en deze Filistijnen verslaan? De H E R E antwoordde David: Ga heen, versla de Filistijnen en bevrijd Kehila ... Toen vroeg David de H E R E opnieuw en de H ER E antwoordde hem: Trek op, ga naar Kehila, want ik zal de Filistijnen in uw macht geven ... Toen David vernam, dat Saul kwaad tegen hem in de zin had, beval hij de priester Abjatar: Breng de efod hier. En David zeide: "... Zal Saul komen? ... De HE R E antwoordde: Hij zal komen. Daarna vroeg David: Zullen de burgers van Kehila mij en mijn mannen aan Saul uitleveren? De H E R E zeide: zij zullen u uitleveren." (1 Samuël 23:1-12, NBG1951) Zoals je ziet: allemaal 'ja' en 'nee' antwoorden, ook al worden die in de Bijbel vaak met meer woorden omschreven, alsof het hoorbaar uitgesproken woorden van God waren. Hoofdstuk 6.3. Gods leiding - 4 -
Herschepping 2.0
Gaf de efod een 'ja' en een 'nee' antwoord, dan betekende dat 'geen antwoord van God' en dan moest de vraagsteller zich afvragen waarom God hem niet antwoordde. Meestal was er dan een bepaalde zonde die in de weg stond; die zou eerst beleden moeten worden voordat God weer zou gaan spreken. Een voorbeeld hiervan zien we bij koning Saul, die door ernstige ongehoorzaamheid van God was vervreemd. Toen hij God om leiding vroeg, kwam er geen antwoord: "Hij raadpleegde de H E ER , maar de HE E R gaf geen antwoord: noch in dromen, noch door middel van orakelstenen, noch bij monde van profeten." (1 Samuël 28:6, NBV2004)
Profeten en engelen
In het Oude Testament lezen we honderden malen dat God via profeten sprak. De belangrijkste profeet was Mozes, aan wie God al zijn leefregels, inzettingen (voor de eredienst) en verordeningen (sociale regels) doorgaf. Ook kreeg Mozes als leider van het volk vaak zeer gedetailleerde instructies over de manier waarop hij met het volk moest omgaan. We lezen in de Bijbel ook dat Mozes een praktijkgevallen voor God neerlegde en dan kwam God met aangepaste regelgeving (bijvoorbeeld Numeri 9:1-14). Vooral kunnen we lezen over mensen die gevraagd of ongevraagd boodschappen van God ontvingen, soms via engelen. Enkele voorbeelden: De engel van de Heer sprak de Israëlieten toe met een oproep tot bekering (Rechteres 2:1-5). De ouders van Simson kregen van de engel van de Heer instructies over de opvoeding van hun zoon (Rechters 13). De boerenzoon Saul vroeg aan de profeet Samuël waar zijn verdwaalde ezelinnen waren (1 Samuël 9:6-10). David wilde een tempel voor God bouwen en vertelde dit aan de profeet Natan, die dit een goed idee vond. God vond van niet en bracht zijn reactie via de profeet aan David over (2 Samuël 7:417). Zo waren profeten en engelen instrumenten in Gods hand om mensen te leiden op hun levensweg en hen te helpen bij beslissingen.
6.3.4. God bestuurt je leven Goddelijke besturing is Gods autonome handelen met groepen mensen en individuele mensen, zonder hen daar persoonlijk over aan te spreken of in te lichten.
God is betrokken met je leven
De Bijbel maakt op veel plaatsen duidelijk dat God geen toeschouwer is bij jouw leven, maar dat Hij er persoonlijk bij betrokken is. God bestuurt het leven van individuele mensen en dat geldt speciaal voor mensen die Hem liefhebben. "Maar nu weet ik mij altijd bij u, u houdt mij aan de hand en leidt mij volgens uw plan ..." (Psalm 73:23-24, NBV2004) Deze besturing vindt voor een groot deel buiten ons waarnemingsvermogen plaats. Zeker is dat dit allemaal valt binnen zijn eeuwige, volmaakte beleidsplan met zijn schepping. Ook zeker is dat we onder alle omstandigheden er zeker van kunnen zijn dat het bij God nooit uit de hand loopt en dat Hij alles vast onder controle heeft. "... de H E E R is mijn erfdeel, mijn levensbeker, mijn lotsbestemming ligt in uw handen." (Psalm 16:5, WV1995) "in uw hand liggen mijn lot en mijn leven..." (Psalm 31:16, NBV2004)
Ontdek de patronen in je leven
Kleine kinderen hebben niet door wat hun ouders allemaal doen om hen te beschermen en om hun leven in goede banen te leiden. Bij het volwassen worden beginnen ze daar meestal pas oog voor te
Hoofdstuk 6.3. Gods leiding - 5 -
Herschepping 2.0
krijgen. Zo werkt het ook met wat God allemaal doet om je leven te besturen. Vaak werkt God zonder dat je het als leiding opmerkt. Hoe dichter je bij God hebt leren leven, hoe beter je zijn besturing van je leven leert zien. Je leert ontdekken op welke manieren God in het verleden door jou heen iets waardevols heeft gedaan. Daarin zijn vaak patronen te ontdekken en een rode draad die door alles heen loopt. De een merkt dat hij vaak een aandrang heeft om een persoon te bezoeken, terwijl dan achteraf blijkt dat dit precies het juiste moment was. Anderen merken dat medegelovigen dichter bij God komen als ze met hen bidden of met hen uit de Bijbel lezen. Weer anderen merken dat het anderen opvallend veel goed doet als ze hen komen helpen als ze hulp nodig hebben. Het gaat hierbij niet om JOUW activiteiten en dat JIJ lekker bezig bent, maar dat God iets kan doen. Daarbij ben je als het ware de handschoen waardoor Gods hand iets gaat doen. Het ontdekken van die patronen in je leven kon je wel eens helpen om de levensbestemming te vinden en zich te krijgen op jouw plek in Gods Koninkrijk...
Goddelijke besturing en leiding
Er zijn gelovigen die bij het begrip 'goddelijke leiding' alleen denken aan deze onzichtbare besturing van de soevereine God die alles beslist en niets aan het toeval overlaat. Daar valt immers niets aan te veranderen en wat zouden we nog meer verlangen? Zo'n standpunt is wel zo overzichtelijk en veilig, want je kunt dan ook niet al te veel fouten maken als gelovige. Maar de Bijbel geeft zo onnoemelijk veel voorbeelden van persoonlijke goddelijke leiding, waarin Hij persoonlijk spreekt tot gelovigen, dat we er niet omheen kunnen dat dit belangrijk is in Gods ogen. Voor alle duidelijkheid: we spreken over goddelijke besturing als het gaat om wat God onmerkbaar doet om richting te geven aan onze levens, vaak door omstandigheden. Met goddelijke 'leiding' bedoelen we meestal een persoonlijk spreken van God tot de gelovige, op wat voor manier dan ook. In de volgende onderwerpen gaan we verder in op allerlei vormen van persoonlijke leiding.
6.3.5. Persoonlijke leiding van God God wil je persoonlijk leiden
Naast de meestal onzichtbare goddelijke besturing van je leven is er ook zoiets als specifieke goddelijke leiding. Die bestaat uit aanwijzingen van God die je als individuele gelovige ontvangt om bijvoorbeeld een bepaalde beslissing te nemen. "Ik geef inzicht en wijs de weg die je moet gaan. Ik geef raad, op jou rust mijn oog." (Psalm 32:8, NBV2004) Dit is een heel waardevolle belofte van God. Het motief van God om je persoonlijk te willen leiden is dat Hij jou kent en dat zijn 'ogen op je rusten'. Die laatste uitdrukking zegt iets van Gods permanente liefde en waakzaamheid over je leven. Als een liefdevolle, wijze Vader wil Hij niets liever dan dat je een weg volgt die op lange termijn het meeste levensgeluk brengt en dat je op de bestemming van je leven uitkomt. Daarom geeft God je inzicht door zijn Woord in algemene zin en specifieke aanwijzingen voor je persoonlijke situatie. Gods raad is beter dan wat jij kunt bedenken en zijn raad leidt altijd in de richting van het Leven.
Vertrouwen op Gods persoonlijke leiding
Als God het belangrijk genoeg vindt om jou raad te geven, dan is het geen vrijblijvende raad. Aan de ene kant dwingt God je niet om zijn raad op te volgen, maar als je het niet doet geef je wel een signaal af dat je het beter meent te weten dan God en dat is niet zonder gevolgen. Ik denk niet dat God je daarna nog vaker raad gaat geven omdat je er kennelijk toch niets mee doet, tenzij je een andere houding aanneemt. In de manier waarop je omgaat met Gods leiding laat je zien in hoeverre je eigen baas wilt zijn of een volgeling van Jezus. "... Hij leidt mij op het rechte spoor, omwille van zijn naam." (Psalm 23:3, WV1995)
Hoofdstuk 6.3. Gods leiding - 6 -
Herschepping 2.0
God wil dat je een RECHT spoor volgt, de juiste weg bewandelt. Niet alleen om je het doel van je leven te laten bereiken, of omdat dit het beste is voor jou, maar God heeft ook een Naam hoog te houden: Hoe meer Gods kinderen zijn rechte spoor volgen, hoe meer zijn Naam indirect wordt geeerd. Ook Jezus vertrouwde in alles wat Hij deed op de leiding van zijn Vader. Let eens op met welke woorden Hij hierover sprak: "...niet door mijn eigen wil laat Ik me leiden, maar alleen door de wil van Hem die Mij gezonden heeft." (Johannes 5:30, WV1995) Als we het hebben over goddelijke leiding, dan moeten we het ook hebben over de wil van God en je eigen wil. De manier waarop Jezus zich door de Vader liet leiden was: zijn eigen wil afstemmen op de wil van de Vader. En dat is ook HET sleutelbegrip bij goddelijke leiding voor jou en mij...
Op weg naar welk doel?
Als we Gods leiding zoeken dan willen graag weten wat we moeten doen. Maar ... WAARHEEN wil GOD ons uiteindelijk leiden? Het antwoord op die vraag is voor iedere gelovige hetzelfde: naar Hem zelf. "Zend uw licht en uw waarheid, laten zij mij geleiden en brengen naar uw heilige berg, naar de plaats waar u woont." (Psalm 43:3, NBV2004) God zelf is dus het reisdoel van elke gelovige en het einddoel van zijn leven. Het belangrijkste van ons aardse leven is niet wat we doen, maar de mate waarin we Hem leren kennen, met Hem leren wandelen en van Hem leren genieten. Ook dat laatste. De dichter van Psalm 43 had dit goed begrepen: "Dan zal ik naderen tot het altaar van God, tot God, mijn hoogste vreugde..." (Psalm 43:4, NBV2004)
Lessen van de Goede Herder
De meest bekende en geliefde Psalm uit de Bijbel is ongetwijfeld Psalm 23 over God, die zijn volk leidt als een Goede Herder. Het beeld dat we daarbij voor ogen hebben is dat van een schaapherder die voorop loopt terwijl de schapen gedwee achter hem aan hobbelen. Dat is niet altijd het geval. Soms loopt de herder vooraan, vooral als hij weet dat de schapen de route niet kennen. Soms loopt hij achteraan, vooral als hij weet dat de schapen de weg zelf kunnen vinden. Maar als er een schaap ergens vooraan van de kudde afdwaalt, dan schiet hij steentjes naar hem toe om hem daarmee te corrigeren, of hij gaat ernaar toe om hem weer bij de kudde te krijgen. Zie ook onderwerp 'Goede Herder' in hoofdstuk 'Gelijkenissen van Jezus'. Zo gaat het ook met goddelijke leiding. Soms geeft God nadrukkelijk aanwijzingen om het doel te bereiken. Soms vertrouwt Hij erop dat je de koers wel ongeveer weet zodat Hij alleen zo nu en dan wat moet bijsturen. Dat doet God bijvoorbeeld door omstandigheden waardoor de ene weg wordt afgesloten en een andere weg zichtbaar wordt.
Gevraagde of ongevraagde leiding
Bij persoonlijke leiding kunnen we onderscheid maken tussen: 1. leiding die je van God ontvangt in antwoord op je eigen verzoek en 2. leiding die God ongevraagd geeft, bijvoorbeeld omdat Hij je leven een andere wending wil geven. Veel gelovigen zoeken Gods leiding voor bepaalde beslissingen die ze moeten nemen, zoals: het kiezen van een huwelijkspartner het kiezen van een (beroeps)opleiding het kiezen van een woonplek
Hoofdstuk 6.3. Gods leiding - 7 -
Herschepping 2.0
het al of niet aannemen van een taak of verantwoordelijkheid je houding bepalen bij de opvoeding van je kinderen
Toch geeft de Bijbel meer voorbeelden van ongevraagde dan van gevraagde leiding. Laten we dat nooit vergeten. God is niet in de eerste plaats een vraagbaak voor gelovigen, nee, God wil de LEIDER van je leven zijn. Gelovigen kunnen namelijk de fout maken door God te zien als adviseur, van wie ze graag advies ontvangen, terwijl ze zelf de regie van hun leven in eigen hand willen houden. Pas op, ons hart is sluw. We maken onszelf wijs dat we o zo onderworpen zijn aan Gods wil, maar onderhand maken we zelf de dienst uit. Wie Gods persoonlijke leiding zoekt, moet de regie van zijn leven echt uit handen hebben gegeven, anders hoef je nergens op te rekenen...
6.3.6. Gods leiding zoeken In de Bijbel zien we veel voorbeelden dat God uit eigen initiatief mensen leidt of aanspoort bepaalde dingen te gaan doen. Het initiatief kan ook van de gelovige komen, die aan God vraagt om inzicht en aanwijzingen om beslissingen te kunnen nemen.
Leren wandelen met God
God wil veel intensiever met ons mensen communiceren dan wij voor mogelijk houden. Het is een deel van zijn wezen om daar naar te verlangen. We zijn als gelovigen geroepen om één te zijn met Jezus: "Getrouw is de God die u geroepen heeft tot gemeenschap met zijn Zoon, onze Heer Jezus Christus." (1 Korintiërs 1:9, WV1995) Wandelen met Jezus en één zijn met Jezus heeft te maken met de persoonlijke relatie met Jezus, waarbij ook wederzijdse communicatie een rol speelt. Die communicatie vindt voor een belangrijk deel plaats tijdens ontmoetingen met God in gebed. Maar één zijn met Jezus houdt ook in dat we Jezus navolgen in onze manier van leven en Hem gehoorzamen. Kort na de vernietiging van het gouden kalf (Exodus 32) zette Mozes een tent op buiten het kamp van de Israëlieten in de woestijn. Mozes noemde het de tent van samenkomst (tussen God en mensen). Er staat heel duidelijk dat iedere Israëliet naar die tent mocht gaan om God te ontmoeten. "... Ieder die de H E E R wilde raadplegen, ging naar de ontmoetingstent buiten het kamp." (Exodus 33:7, NBV2004) Je zou verwachten dat er elke dag een lange wachtrij bij die tent stond. Een spreekuur met de levende God is een geweldige buitenkans, of niet soms? Lees eens goed hoe het volk omging met die mogelijkheid om God te ontmoeten: "Telkens als Mozes zich erheen begaf, gingen allen voor de ingang van hun tent staan en keken Mozes na tot hij naar binnen was gegaan. Zodra hij in de tent was daalde de wolkkolom neer, en deze bleef bij de ingang staan. Dan sprak de H E E R met Mozes. Wanneer het volk de wolkkolom bij de ingang van de tent zag staan, boog ieder zich voor de ingang van zijn tent neer." (Exodus 33:8-10, NBV2004) Helaas, er stonden geen lange wachtrijen met dranghekken bij de tent van samenkomst. Alleen Mozes ging er geregeld heen en ook Jozua bleef vaak in de tent. Verder kwam er geen sterveling. Maar de Israëlieten gedroegen zich wel heel vroom. Als Mozes naar de tent liep, gingen ze keurig naast de tent staan. Heel eerbiedig. Maar God zit niet op plechtige plichtplegingen te wachten. Hij wil ontmoetingen van hart tot hart, niet alleen met geestelijke leiders, maar met iedere gelovige. Veel mensen lezen in christelijke boekjes hoe God vaak op een bijzondere manier persoonlijke leiding gaf aan bepaalde mensen. Anderen lezen er regelmatig over in christelijke romans. Wat mooi is dat toch! Maar verder komen ze niet. Ze ontvangen geen goddelijke leiding omdat ze die niet zoeken. Dat geldt voor heel veel andere zegeningen en beloften van God: we moeten ze zoeken, ons
Hoofdstuk 6.3. Gods leiding - 8 -
Herschepping 2.0
hart erop zetten om te ontvangen wat God voor ons beschikbaar gesteld heeft. Wat we niet zoeken, ontvangen we niet. Ook hierbij gelden de volgende woorden van Jezus: "... zoek en je zult vinden..." (Matteüs 7:7, NBV2004)
Wil je graag Gods stem horen?
Hoe komt het toch dat gelovigen het vaak wel kunnen opbrengen om in een gebed van alles tegen God te zeggen, maar zo moeilijk naar God kunnen luisteren? Misschien omdat ze niet verwachten dat Hij tot hen wil spreken. En dan gebeurt het ook niet. Denk maar aan het verhaal van de roeping van Samuël. Pas toen hij tegen God zei: "...Spreek, uw dienaar luistert." (1 Samuël 3:10) begon God te spreken. De kleine Samuël deed drie belangrijke dingen: 1. Hij vroeg God om te spreken. 2. Hij was klaar om naar God te luisteren. 3. Hij deed wat God hem opdroeg. Het klinkt allemaal eenvoudig genoeg, niet waar? Samuël stond open voor Gods leiding, luisterde en gehoorzaamde. God vroeg hem zijn boodschap aan de priester Eli door te geven, en dat wat een flinke uitdaging voor zo'n jong kind. (God geeft vaak opdrachten die een uitdaging zijn en waardoor Hij mensen helpt om hun grenzen te verleggen...) Daarna werd Samuël Gods belangrijkste gesprekspartner op aarde (1 Samuël 3:10-4:1). Maar ... als Samuël wel geluisterd had, maar de boodschap niet aan Eli had doorgegeven, had God waarschijnlijk nooit meer op zo'n manier tot hem gesproken. Wat een kansen zou hij dan verspeeld hebben...
Waarom ervaar ik zo weinig van Gods leiding?
Veel mensen verlangen naar meer persoonlijke leiding van God in hun leven en vragen zich af waarom ze er zo weinig van merken. Meestal is de oplossing van dit vraagstuk erg simpel: we verstaan de stem van God beter naarmate we dichter bij Hem zijn... Daarbij is het volgende van belang: ontvankelijkheid voor Gods leiding een rein hart tijd om omgang met God te hebben in gebed bereidheid om Gods opdrachten uit te voeren (God dwingt je nergens toe; leiding geeft Hij alleen als Hij een zekere bereidheid in je hart kan ontdekken!)
Open houding
Corrie ten Boom, een evangeliste die gedurende haar actieve leven heel veel persoonlijke leiding van God heeft ontvangen, schreef eens het volgende: "Leiding is er voor alle kinderen van God die ervoor openstaan en erom vragen. Het komt niet vanzelf. Leiding ontvangen is een kunst die geleerd moet worden, geen methode. Het is een uiterst persoonlijk gebeuren." We mogen God om leiding vragen, bijvoorbeeld als we een belangrijke beslissing moeten nemen. Maar we moeten het wel aan God overlaten HOE Hij ons die leiding wil geven. Vertrouw er op dat je te maken hebt met de levende God die duidelijk spreekt. God spreekt niet met vage orakeltaal die moeilijk te ontcijferen is, maar op zo'n manier dat het helder bij je overkomt. In de volgende onderwerpen worden een aantal manieren beschreven waarop God zoal tot mensen spreekt. Sommige gelovigen zijn bang dat God alleen maar vervelende en moeilijke dingen van hen vraagt. Andere gelovigen denken dat ze in Gods Koninkrijk alleen maar leuke dingen moeten doen. Het hangt er misschien van af of iemand een optimist of een pessimist is en in welke kerkelijke kring hij is opgegroeid.
In beweging komen
Voor ons lichaam is het belangrijk dat we voldoende bewegen. Voor ons geestelijk leven geldt hetzelfde. Goddelijke leiding heeft vaak te maken met in beweging komen, iets gaan doen of iets anders Hoofdstuk 6.3. Gods leiding - 9 -
Herschepping 2.0
gaan doen. Er zit beweging in groeiprocessen. Er zijn ook wel momenten van rust, maar we worden geleid naar een hoger doel en om ergens te komen moet je in beweging komen en in beweging blijven. Persoonlijke leiding van God is altijd een onderdeel van een veranderingsproces in je leven. De meeste leiding leidt rechtstreeks tot verandering en soms kan je leven er door op de kop gezet worden. Wil je nog steeds leiding van God ontvangen? Of blijf je liever 'gewoon' geloven en voel je je veiliger zonder al die persoonlijke dingen? Geloof me, er is geen veiliger weg dan de weg die God wijst.
6.3.7. Gods leiding ontvangen Stem van God horen
In de Bijbel vinden we talloze voorbeelden van mensen die de stem van God gehoord hebben, te veel om op te noemen. Is het je wel eens opgevallen hoe ontzettend vaak er in de Bijbel staat: "De Heer zei tot Mozes" of tot andere mensen? Alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. En dat terwijl het toch eigenlijk heel bijzonder is dat God duidelijk en persoonlijk tot een mens spreekt. Er is geen enkele reden waarom God in de Bijbelse tijden wel tot de mensen zou spreken en nu niet meer. Als we het persoonlijk of in eigen kerkelijke kring niet of nauwelijks meemaken ligt het niet aan God... Hoe klinkt de stem van God? Toen de jonge Samuël de hoorbare stem van God vernam, dacht hij eerst dat het de priester Eli was (1 Samuël 3:2-8). Kennelijk klonk de stem van God heel vertrouwd. Ook in deze tijd komt het voor dat mensen letterlijk Gods stem horen. Mensen die de stem van God hebben gehoord zeggen er onder andere het volgende van: Gods stem klinkt vriendelijk, als de stem van iemand die je goed kent. Het is net is alsof de stem uit je binnenste komt, als een goddelijke ingeving. Het is niet zozeer een woord voor woord uitgesproken boodschap, maar een impressie die als geheel in je hart wordt gelegd. Deze stem is nooit haastig, nooit opdringerig, nooit resulterend in vrees of zorgen, maar blij makend, dicht bij God brengend. Het spreken van God laat een diepe vrede in je hart achter. Heel vaak zegt God dingen waar je zelf niet zo gauw op zou komen.
Dromen ontvangen
Van diverse Bijbelse personen weten we dat zij in dromen goddelijke leiding ontvingen: Jakob droomde van een ladder die tot de hemel reikte, en van God die hem toesprak over zijn toekomstige positie (Genesis 28:10-18). Jozef (de zoon van Jakob) droomde tweemaal dat hij ooit een leidende rol binnen zijn familie zou krijgen (Genesis 37:5-10). Salomo kreeg een verschijning van God in een droom waarin hem een belofte van wijsheid werd gegeven voor de rechtspraak die een belangrijke taak van zijn koningschap zou worden (2 Koningen 3:3-16). Jozef (de man van Maria) kreeg aanwijzingen om naar Egypte te vluchten met Maria en Jezus, en later om weer terug te gaan (Matteüs 2:13-23) En ook vandaag de dag spreekt God tot vele gelovigen door dromen. Let bijvoorbeeld eens op dromen die extra duidelijk zijn, waarbij je sterk aanvoelt dat ze een bijzondere betekenis kunnen hebben. Vaak hebben zulke dromen een symbolische betekenis die te maken heeft met iets wat je de laatste tijd heeft bezig gehouden. Het kan zijn dat God daarin een boodschap aan je doorgeeft, of een waarschuwing, bemoediging of aansporing. "God antwoordt zelfs op meer dan één manier, maar niemand schenkt er aandacht aan. Hij antwoordt 's nachts in dromen en visioenen, als de mens in diepe slaap is gevallen of ligt te Hoofdstuk 6.3. Gods leiding - 10 -
Herschepping 2.0
sluimeren op zijn bed. Dan fluistert hij de mens in het oor en drukt hem op het hart, het kwaad uit de weg te gaan en zich niet hoogmoedig te gedragen. en behoedt hem voor de dood." (Job 33:14-18, GNB1996) Veel mensen staan er niet voor open dat God tot hén kan en wil spreken door dromen en ja, dan gebeurt het meestal ook niet. Vraag God of Hij zo nodig tot je wil spreken en ga slapen met een op God gerichte houding. Schrijf dromen op als ze iets lijken te zeggen en vraag de Heilige Geest om de betekenis duidelijk te maken. Bespreek bijzondere dromen eventueel met verstandige medechristenen. Toch moeten we voorzichtig zijn met dromen. Het is veiliger ze beschouwen als bevestigingen van bestaande overtuigingen dan als een 'hoofdbron' van goddelijke leiding. We moeten voldoende nuchterheid bewaren. Het is bekend dat in deze tijd veel Moslims tot geloof in Jezus komen doordat Hij in hun dromen verschijnt.
Visioenen ontvangen
Visioenen ontvang je terwijl je waakt en dromen terwijl je slaapt. Een visioen of droom waarin God je iets wil duidelijk maken kenmerkt zich doordat het buitengewoon duidelijk is en een impressie achterlaat van: dit was belangrijk. De boodschap is soms verpakt in goed te begrijpen symbolen en geeft vaak een aansporing tot actie. Handelingen 2:17 beschrijft het ontvangen van dromen als een algemeen, veel voorkomend verschijnsel; waarschijnlijk worden daar zowel dromen als visioenen mee bedoeld. Visoenen waren vooral bekend bij profeten, denk bijvoorbeeld aan de visoenen die beschreven zijn in de Bijbelboeken die door profeten zijn geschreven. Vandaar dat profeten soms zieners werden genoemd, niet zonder reden dus. Het bekendste Bijbelboek met beschrijvingen van visioenen is de Openbaring van Johannes. In Handelingen 10 vinden we een heel mooi voorbeeld van goddelijke leiding door een visioen in het leven van Petrus. Hij had zich tot dusver afzijdig gehouden van niet-joden, ook al had Jezus de opdracht gegeven om het evangelie aan de hele wereld door te geven. Hij stond niet open voor contacten met Romeinen. Maar ergens in het land had een Romein tot God gebeden en Petrus moest daarvoor worden ingezet. Hij kreeg een visioen van reine en onreine dieren met de opdracht ervan te eten. Petrus vond dat weerzinwekkend omdat dit tegen de joodse levenswet inging, maar God benadrukte dat hij dat mocht en moest doen: "... Wat God rein heeft verklaard, zul jij niet als verwerpelijk beschouwen.'" (Handelingen 10:15, NBV2004) Direct daarna kreeg Petrus bezoek van een paar Romeinse soldaten om mee te gaan naar hun commandant. Toen begreep Petrus de betekenis van de droom pas, namelijk dat hij ook bereid moest zijn om het evangelie aan niet-joden te brengen. Petrus pakte Gods aanwijzing onmiddellijk op en ging gewillig met de soldaten mee. Zowel de commandant als een flinke groep mensen om hem heen kwamen tot geloof en werden vervuld met de Heilige Geest.
Verschijning van engelen
In de Bijbel komen we veel verschijningen van engelen tegen als dienaren van God ter ondersteuning van gelovigen: "Wat zijn de engelen anders dan geesten die God dienen en die worden uitgestuurd om hen te helpen voor wie het heil is weggelegd?" (Hebreeën 1:14, GNB1996) Zij geven vaak boodschappen door in de vorm van praktische opdrachten, aansporingen of aanwijzingen in een bepaalde situatie. Zij geven nooit een nieuwe goddelijke openbaring of onderwijs. Verder accepteren ze geen aanbidding (Openbaring 22:8-9).
Hoofdstuk 6.3. Gods leiding - 11 -
Herschepping 2.0
Er zijn door alle eeuwen heen veel mensen geweest die engelen ontmoet hebben of gezien hebben terwijl deze hen beschermden, hielpen of een belangrijk advies gaven. Dus niet anders dan in Bijbelse tijden.
6.3.8. God om een teken vragen We moeten heel voorzichtig zijn met het bidden om goddelijke leiding door middel van een teken.
Enkele voorbeelden
Het vragen om een teken is een bekende manier van bidden om leiding. In de Bijbel komen we onder andere de volgende twee voorbeelden tegen: 1. Eliëzer, de belangrijkste dienaar van Abraham moest naar Mesopotamië om een vrouw te zoeken voor Abrahams zoon Isaak. Toen hij daar aankwam wist hij niet hoe hij het aan moest pakken en dus vroeg hij aan God of Hij de vrouw wilde aanwijzen. Hij bad: "... 'H E E R , God van mijn meester Abraham, als u mijn meester Abraham genegen bent, laat het mij dan zo vergaan: Ik sta nu bij deze bron, en de meisjes uit de stad komen hier straks water putten. Het meisje dat ik vraag haar kruik van haar schouder te nemen om mij te drinken te geven en dat antwoordt: 'Ga uw gang, ik zal ook uw kamelen te drinken geven,' laat dat het meisje zijn dat u bestemd hebt voor uw dienaar Isaak. Als zij zo reageert, zal ik weten dat u mijn meester genegen bent.'" (Genesis 24:12-14, NBV2004) 2.
Jonatan, de zoon van koning Saul, kwam bij een wachtpost van de Filistijnen die op dat moment Israël overheersten. Hij overwoog of hij omhoog zou klimmen naar de heuvel waar hij ze zag staan, maar wilde eerst van God weten of dat een goed plan was. Hij maakte een soort afspraak met zichzelf, dat we als een indirect gebed tot God kunnen opvatten. Hij zei bij die gelegenheid het volgende tegen zijn schildknaap: "'Luister,' zei Jonatan, 'we steken over en zorgen dat de soldaten ons zien. Misschien zeggen ze tegen ons: 'Halt! Verroer je niet tot we bij jullie zijn!' Dan blijven we staan en gaan we niet naar ze toe. Of ze zeggen: 'Kom maar op!' En dan klimmen we naar boven, want dat is voor ons het teken dat de H E E R ze aan ons uitlevert.'" (1 Samuël 14:8-10, NBV2004)
In beide gevallen waren het toegewijde mensen die deden wat ze behoorden te doen. In beide gevallen werd God niet gevraagd om een 'ja' of 'nee' signaal te geven, maar wordt er gewacht op een heel specifieke actie die God zou kunnen laten gebeuren. Alleen wanneer die actie plaatsvindt werd het beschouwd als een 'ja' signaal van God. In de beide voorbeelden gebeurde dit ook. Uit het vervolg van beide geschiedenissen bleek dat de juiste keuzen waren gemaakt.
Hoe het niet moet
Sommige gelovigen hebben de volgende aanpak. Zij slaan de Bijbel willekeurig ergens open en wat ze het eerst lezen grijpen ze aan als Gods speciale boodschap voor hen op dat moment. Er zijn gevallen bekend, waarin mensen daardoor beslist goddelijke leiding hebben ontvangen. Maar je mag van de Bijbel geen orakelboek maken. Je hoort ook wel van gelovigen die om een teken bidden alsof ze een munt opgooien. Zoiets als: "Heer, als ik beslissing A moet nemen, laat het dan morgen om twaalf uur regenen. Als het dan droog is neem ik aan dat U wilt dat ik beslissing B moet nemen." Dit voorbeeld klinkt misschien vergezocht, maar je hoort echt van 'gebeden om leiding' die hier maar al te veel op lijken! Ik heb het zelfs gehoord van iemand die op zo'n manier gekozen heeft voor zijn huwelijkspartner, maar later grote twijfels kreeg over de juistheid van zijn keuze. Ik vind dit een dwingerige en onverstandige manier van vragen om leiding. Het is beter om God eenvoudigweg het vraagstuk voor te leggen, Hem niet te beperken tot de opties die je zelf kunt bedenken en Hem te vragen een duidelijk antwoord te geven op de manier zoals God dat Zelf wil en op een tijdstip dat God bepaalt.
Hoofdstuk 6.3. Gods leiding - 12 -
Herschepping 2.0
Hoe het wel kan
Bevestigende tekenen van God zijn over het algemeen bedoeld om een eerder afgegeven boodschap of leiding van God te BEVESTIGEN. Als je denkt dat al eerder persoonlijke leiding meent te hebben ontvangen, maar toch niet helemaal zeker weet of het wel van God komt, kun je aan God vragen of Hij het op een of andere manier nog eens wil bevestigen. In de geschiedenis van Gideon (Rechters 67) zien we dat God bereid is om dat te doen, zelfs meer dan eens als het nodig is.
6.3.9. Indirecte leiding van God God geeft gelovigen soms aanwijzingen op een indirecte manier, bijvoorbeeld via engelen, medegelovigen of door omstandigheden.
Indirecte leiding via profetieën
Goddelijke leiding in de vorm van profetieën komen we meestal tegen bij groepsbijeenkomsten, waar openheid is voor profeteren als gave van de Geest. De meeste geestelijke gaven zijn immers bedoeld voor plaatselijke gemeenten. Een voorbeeld van een profetie in een van de eerste christelijk gemeenten vinden we in Handelingen 11:28, waarin Agabus een hongersnood voorspelde, zodat de gelovigen zich daar op konden voorbereiden. Vaak blijkt goddelijke leiding door een profetie een bevestiging te zijn van wat God al eerder aan de persoon of personen in kwestie heeft duidelijk gemaakt. Een Bijbels voorbeeld daarvan is de uitzending van Barnabas en Saulus als zendelingen, terwijl Saulus daartoe al eerder persoonlijk door God was aangesproken. "Zij hielden een eredienst en een vasten toen de heilige Geest sprak: ‘Stel Mij Barnabas en Saulus ter beschikking voor de taak waarvoor Ik hen heb geroepen.’" (Handelingen 13:2, WV1995) Wellicht de meest bekende profetieën voor plaatselijke gemeenten vinden we in Openbaring 2-3: de zeven brieven aan gemeenten in Asia, die Jezus dicteerde aan de apostel Johannes. Het zijn geweldige documenten waaruit de persoonlijke betrokkenheid van Jezus met zijn volgelingen blijkt. Hoewel Hij vanuit de hemel opereert, is Hij in de Geest heel dicht bij zijn mensen. Maar pas op voor mensen die aankomen met opmerkingen als: "de Heer maakte me duidelijk dat jij dit en dat moet gaan doen" zonder dat de Heer het eerder tegen jou zelf heeft gezegd. Dergelijke boodschappen komen vaak voort uit deze mensen zelf en kunnen voor veel verwarring zorgen! Soms kan het manipulatie zijn: menselijke woorden en meningen waaraan ten onrechte goddelijke autoriteit wordt toegekend. Ik denk dan aan kerkelijke kringen, waarin de geestelijke leiders ongewoon veel autoriteit uitoefenen over gemeenteleden. Goed bedoeld menen zij beslissingen te moeten nemen waar de gemeenteleden zelf verantwoordelijk voor zijn. Er zijn veel gevallen bekend van mensen die hierdoor in ernstige problemen zijn geraakt.
Indirecte leiding via medechristenen
Ook kan God spreken via medechristenen, vaak zonder dat die het zelf weten. Ze kunnen bijvoorbeeld bevestigen, wat God je al eens persoonlijk heeft duidelijk gemaakt. Zelf stond ik jaren geleden voor een moeilijke uitdaging. In de jeugdgroep waar ik de leiding over had, was een meisje dat demonisch gebonden was en dat uitte zich op verschillende bizarre manieren. Ze vroeg me om hulp en ik maakte een afspraak voor een gesprek, ondanks dat ik nog nooit zoiets bij de hand had gehad. Ik zag er vreselijk tegen op en wist niet zeker of ik wel geschikt was om deze taak uit te voeren. De volgende zondag, de dag voor de afspraak, sprak onze voorganger precies over dit onderwerp. Hij gaf daarbij aanwijzingen die nauwkeurig aansloten bij mijn situatie, en dat terwijl deze voorganger nooit over dergelijke onderwerpen sprak! Het was precies de ondersteuning die ik nodig had en God heeft me gebruikt om haar tot bevrijding te brengen. Zoiets vult je met ontzag voor God en dankbaarheid voor zijn leiding, en je beseft dat het alleen Gods werk is geweest.
Hoofdstuk 6.3. Gods leiding - 13 -
Herschepping 2.0
Indirecte leiding via omstandigheden
Niet zelden wil God leiding geven door bepaalde omstandigheden of gebeurtenissen. Je weet bijvoorbeeld dat God je wil gebruiken voor zendingswerk. Je wint inlichtingen in bij een aantal organisaties, bidt om Gods leiding, en vervolgens merk je dat de ene na de andere deur dichtgaat, op één na. Dan mag je er rustig vanuit gaan dat die ene open deur je naar het juiste doel leidt. God kan dus bijvoorbeeld leiden door omstandigheden die je plannen onmogelijk maken of juist bevestigen. Je kunt natuurlijk zo goed mogelijk plannen maken, maar altijd met het voorbehoud van Gods besturing van de omstandigheden. "maar hij (=Paulus) nam afscheid met de woorden: ‘Ik zal later bij jullie terugkomen, als God het wil.’ Zo vertrok hij uit Efeze." (Handelingen 18:21, NBV2004) Paulus en Silas maakten eens mee dat ze verhinderd werden bepaalde plannen uit te voeren. De Bijbel vermeldt niet op welke manier de Heilige Geest hen leidde, maar wel welke aanwijzingen ze hadden ontvangen: "Ze trokken door Frygië en de landstreek Galatië, omdat ze door de heilige Geest werden verhinderd Gods woord in Asia te verkondigen. Toen ze bij de grens van Mysië kwamen, wilden ze doorreizen naar Bitynië, maar dat stond de Geest van Jezus hun niet toe. Daarom trokken ze door Mysië tot ze de kust bereikten en in Troas aankwamen." (Handelingen 16:6-8, NBV2004) Soms ben je overtuigd dat je een bepaalde kant op moet gaan in je leven en dan gebeurt er plotseling iets waardoor het onmogelijk wordt. Vaak laat God dergelijke dingen toe om je te weerhouden om een onverstandige stap te nemen of om die stap uit te stellen. Het is niet altijd even gemakkelijk om Gods leiding in je levensomstandigheden vast te stellen. Ook moeten we rekening houden met de mogelijkheid dat de satan verhinderingen doet ontstaan voor het doen van Gods wil. Bij twijfel kan het geen kwaad om te praten met mensen die er meer ervaring mee hebben dan jezelf. Bedenk dat je medechristenen een geschenk van God zijn dat je niet zomaar mag negeren!
Kracht voor de uitvoering
Bedenk wel dat God je niet alleen leiding wil geven, maar ook de noodzakelijke kracht om je taken uit te voeren. Zijn opdrachten zijn alleen uitvoerbaar in verbondenheid met Hem. Dat is het unieke van het leven in het Koninkrijk van Jezus. Het is uitdagend en stimulerend om 'de weg omhoog' te bewandelen, op weg naar het doel dat God met je leven heeft.
6.3.10. Merkwaardige leiding van God "Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen heeft God in het verleden tot de voorouders gesproken door de profeten..." (Hebreeën 1:1, NBV2004)
Omleiding door de woestijn
Na de uittocht uit Egypte leidde God het volk Israël niet rechtstreeks naar het beloofde land maar tot ieders verbijstering trokken ze de woestijn in: "Toen de farao het volk had laten vertrekken, leidde God hen niet langs de weg die door het gebied van de Filistijnen loopt, ook al was dat de kortste route. God dacht namelijk: Als ze strijd zouden moeten leveren, konden ze wel eens spijt krijgen en teruggaan naar Egypte. Daarom liet hij het volk een omweg maken en door de woestijn naar de Rietzee trekken..." (Exodus 13:17-18, NBV2004) Toen de Israëlieten na de uittocht uit Egypte niet langs de hoofdroute mocht trekken, maar dwars door de woestijn moest gaan, sloeg de schrik hen op het hart: hoe kunnen we als miljoenenvolk overleven in een gebied zonder water, voedsel, brandhout en andere noodzakelijke voorzieningen? Dit kan gewoon niet. Hier lezen we iets van Gods motivatie voor die woestijntocht:
Hoofdstuk 6.3. Gods leiding - 14 -
Herschepping 2.0
"Denk aan de tocht die de H E E R , uw God, u door de woestijn heeft laten maken, veertig jaar lang. Hij wilde u zijn macht laten voelen en u op de proef stellen, om te ontdekken wat er in uw hart leefde: gehoorzaamheid aan zijn geboden of niet. U hébt zijn macht leren kennen: hij liet u honger lijden en gaf u toen manna te eten, voedsel dat u nooit eerder had gezien en uw voorouders evenmin. Zo maakte hij u duidelijk dat een mens niet leeft van brood alleen, maar van alles wat de mond van de H EE R voortbrengt. Veertig jaar lang raakten uw kleren niet versleten en zwollen uw voeten niet op. Laat ieder van u dan beseffen dat de H E E R , uw God, u opvoedt zoals een vader zijn kind opvoedt." (Deuteronomium 8:2-5, NBV2004) God wilde dat het volk dwars door de Rietzee zou lopen, die Hij voor die gelegenheid even zou droogleggen. Het volk zou een paar benauwde dagen krijgen, maar uiteindelijk het meest spectaculaire wonder uit de Bijbelse geschiedenis meemaken en een enorme overwinning behalen over de Egyptische keurtroepen. Laten we hieraan denken als we twijfelen aan Gods leiding over ons leven, iets dat elke gelovige wel eens meemaakt die Gods leiding zoekt. De woestijntocht was een waardevolle leerperiode voor het volk om te leren leven in afhankelijk van God allee, want in de woestijn is praktisch geen water en voedsel te vinden. Toch heeft God het volk door de woestijn geleid en voorzien van alles wat nodig was. De woestijntocht van het volk Israël had niet langer hoeven duren dan een jaar of twee. Door het ongeloof van het volk in Gods leiding en voorziening heeft het veertig jaar langer geduurd. Maar dat is weer een ander verhaal.
Omwegen
Nog enkele Bijbelse voorbeelden van omwegen: 1. Jozef wist uit zijn bijzondere dromen dat God een plan met zijn leven had en dat hij eens hoge positie zou ontvangen. Maar voordat het zover was moest hij een diepe weg gaan: hij werd als slaaf verkocht en kwam zelfs in de gevangenis terecht. Zijn levensgeschiedenis is een intrigerend voorbeeld van Gods bijzondere leiding met een happy-end (Genesis 37-47). 2.
Voordat Mozes de leider van het volk Israël kon worden om het uit Egypte te laten vertrekken, moest hij veertig jaar een suffig baantje uitvoeren door met een kudde schapen door de woestijn te trekken. Denk je eens in: een leidersfiguur met de hoogst denkbare opleiding aan het Egyptische hof zat daar bij die schapen. En al die tijd moest het volk wachten en moesten ze lijden onder de zware slavenarbeid. Was dat wel verstandig van God om dit zo lang te laten duren?
3.
David werd al jong gezalfd tot koning over Israël, maar hij moest nog vele jaren wachten op het koningschap, terwijl hij voortdurend werd achtervolgd door de koning Saul die hem naar het leven stond. Dit was Gods manier om hem klaar te maken voor het koningschap over Israël.
4.
En wat denk je van de geschiedenis van Jezus? Zijn weg naar de troon werd geleid via zijn menswording, plaatsvervangend sterven voor de hele wereld, zijn opstanding uit de dood en zijn hemelvaart. Jezus' levensweg is een extreem krachtige illustratie van een belangrijk principe: leven komt voort uit de dood. Dit principe komen we tegen in talloze levens van gelovigen die Gods leiding hebben gevolgd en door moeilijkheden heen zijn gevormd, verrijkt en klaargemaakt voor de eeuwigheid. Dat geldt ook voor Israël als volk en voor de wereldwijde Gemeente van Jezus.
5.
Na zijn bekering verbleef Paulus eerst drie jaar in Arabië en in Damascus (Galaten 1:17-18). Vervolgens kwam hij in Jeruzalem, maar daar was hij niet erg welkom en dus ging hij maar naar zijn geboortestreek terug (Handelingen 9:26-30). Wat een verspilling van tijd en wat een onnodige uitstel van zijn levenstaak! Of misschien niet? God heeft zo zijn eigen gedachten over de beste voorbereiding voor onze levenstaken. En die gedachten leiden feilloos tot het allerbeste resultaat.
Hoofdstuk 6.3. Gods leiding - 15 -
Herschepping 2.0
Het irritante van Gods leiding is dat Hij ons nogal eens via een omweg naar een doel wil leiden. Als we visie hebben voor een bepaalde activiteit dan denken we dat God ons zo snel mogelijk wil klaarstomen om er te komen. Dat is ons idee van efficiëntie, dat ons met de paplepel is ingegoten in onze 'tijd is geld' cultuur. God heeft zelden haast. Wij willen ONS doel bereiken, maar God heeft zijn eigen doelen die Hij wil bereiken terwijl Hij ons leidt. We kunnen ook geconfronteerd worden met onverwachte tegenslagen of moeilijkheden waardoor we het idee hebben dat God ons de verkeerde kant opleidt. Veel gelovigen die zich vandaag de dag voorbereiden voor taken in Gods Koninkrijk maken dit soort irritante vertragingen mee en vragen zich wanhopig af of de satan hen misschien tegenhoudt. Dat zal best wel eens voorkomen, maar God heeft daarbij toch de hoogste leiding en Hij vergist zich niet.
Vreemde leiding van God
In de Bijbel lezen we voorbeelden van heel vreemde manieren waarop God spreekt, direct of indirect. Enkele voorbeelden: De waarzegger Bileam werd aangesproken door een engel en daarna zelfs door zijn eigen ezel (Numeri 22:21-35). Koning Belsassar zag een hand die een boodschap van God op de muur schreef (Daniël 5). De profeet Daniël was er voor nodig om de boodschap te kunnen lezen en uitleggen. God sprak tot Mozes vanuit een brandende struik (Exodus 3). Echt, God kan soms op de meest wonderlijke manieren spreken en daarmee leiding geven. En elk van de bovengenoemde vormen van leiding had zijn eigen betekenis, want God doet nooit zomaar iets. Zelf stond ik eens voor een dilemma. Mijn vrouw en ik waren ons aan het voorbereiden om een aantal jaren te werken bij een zendingsorganisatie in het buitenland. Zelf meende ik dat we op een bepaalde tijd zouden moeten vertrekken, maar mijn vrouw had meer vrede bij een wat later tijdstip. Toen ik op het postkantoortje in een boekhandel van onze woonplaats stond te wachten, viel mijn oog op een boekje dat mijn aandacht trok. Het heette: 'Waarom vrouwen zo gemeen zijn'. Voor alle duidelijkheid: ik heb een schat van een vrouw, dus zoek er niet teveel achter. Op de achterkant van het boekje stond ongeveer dit: 'Mannen zijn soms net ongeleide projectielen. Ze hebben een vrouw nodig om hen zo nu en dan af te remmen." Het schoot als een flits door mij heen dat dit precies op mijn situatie sloeg. God maakte me duidelijk dat ik niet zoveel haast moest hebben en dat het tijdsplan van mijn vrouw beter was dan het mijne. Ik moest inwendig vreselijk lachen om Gods humoristische manier van leiding geven. We zijn inderdaad wat later vertrokken en de timing bleek achteraf goed te zijn. Heerlijk om een God te mogen kennen die de vragen van je hart beantwoordt en soms op een heel creatieve manier.
Duidelijkheid
God wil je leiden op een manier die voor JOU verstaanbaar is. Omdat alle mensen verschillend zijn, spreekt God op heel veel verschillende manieren. Daarom, als je God om leiding vraagt, laat het dan altijd aan God over om te bepalen HOE Hij je iets wil duidelijk maken. Gods leiding is duidelijk en als 'leiding' niet duidelijk is, is het niet GODS leiding. In de Bijbel lezen we nergens over onduidelijke leiding van Gods kant. Als geen ander verstaat God de kunst van het communiceren...
Hoofdstuk 6.3. Gods leiding - 16 -
Herschepping 2.0
6.3.11. Gods leiding herkennen Waar komen geestelijke impressies vandaan?
Hoe weet je nu of God tot je gesproken heeft of dat de boodschap, waarvan je vermoedt dat die van God komt, ook ECHT van God komt? Er zijn drie mogelijkheden. In al deze gevallen gaat het om impressies die via je intuïtie naar je toe komen, en met je verstand en gevoel worden ervaren: 1. leiding van God 2. misleiding van de satan 3. opwellingen uit het eigen hart
Kenmerken van Gods leiding
Hier volgen enkele criteria voor leiding die van God komt: Het is helder en duidelijk. Het is niet in tegenspraak met de Bijbel of met eerdere leiding van God, want God spreekt zichzelf nooit tegen. Het laat een diepe vrede achter en tegelijk een gevoel van sterke verbondenheid met God. Het wekt verlangens in je op om God te gehoorzamen en te vertrouwen. Hoe meer van deze criteria van toepassing zijn, hoe zekerder je kunt zijn dat God tot je gesproken heeft. Hoe beter je iemand kent, hoe gemakkelijker je de stem van die persoon herkent. Hoe meer je geoefend bent in de omgang met God, hoe minder moeilijk het is om zijn leiding steeds te herkennen. "Mijn schapen luisteren naar mijn stem, ik ken ze en zij volgen mij." (Johannes 10:27, NBV2004)
Satans leiding herkennen
Veel wat God doet, wordt door de satan geïmiteerd. Zowel God als de satan opereren in het geestelijke circuit en maken gebruik van hetzelfde communicatiekanaal van de mens: zijn intuïtie. Ook de satan kan visioenen of dromen geven, duidelijk waarneembare boodschappen influisteren, enzovoort. Demonische engelenverschijningen zijn ook waargenomen. Maar het resultaat is precies het tegenovergestelde van het spreken van God. Demonische leiding heeft minstens een van de volgende kenmerken: Het is verwarrend of op zijn minst gedeeltelijk onduidelijk. Het laat een sfeer van onrust of gejaagdheid na. Het komt dwangmatig over. Het spoort je aan om dingen te doen of te bedenken die tegen de Bijbel ingaan. De satan zal altijd zijn best doen om zijn boodschappen op die van God te doen lijken. Door er een kern van waarheid in te verwerken probeert hij mensen te laten denken dat zijn leugens van God afkomstig zijn.
Opwellingen uit eigen hart
Veel intuïtief ingestelde mensen met een goed inbeeldingsvermogen hebben de neiging om te denken dat God tot hen gesproken heeft, terwijl het roerselen uit het diepste van hun eigen hart waren. Vrouwen zijn hiertoe over het algemeen eerder geneigd dan mannen, eenvoudigweg omdat hun intuïtie meestal beter ontwikkeld is dan die van mannen. Als je een intuïtief of fantasierijk persoon bent, wacht dan op duidelijke bevestigingen voordat je een ingeving als leiding van God beschouwt. Extra voorzichtigheid is dan geboden.
Als het een keer mis gaat...
Als je een keer de mist in bent gegaan doordat je iets voor goddelijke leiding hebt aangezien, wat het achteraf niet bleek te zijn, raak dan niet te snel van slag. Maak dan niet de fout door God de schuld
Hoofdstuk 6.3. Gods leiding - 17 -
Herschepping 2.0
te geven dat Hij je op het verkeerde been heeft gezet. Maak ook niet de fout door je dan maar voor alle vormen van goddelijke leiding af te sluiten. Ga er van uit: ... dat God altijd de waarheid spreekt ... dat jouw kennen van God beperkt is ... dat je in een leerproces zit Daar kom je het verst mee.
6.3.12. Is Gods leiding altijd nodig? "Mensen geven goede raad. God geeft leiding." (Leonard Ravenhill)
God spreekt door de Bijbel
De Bijbel is en blijft de belangrijkste bron van Gods spreken tot ons als gelovigen. Het Woord van God geeft aanwijzingen, die bestemd zijn voor alle gelovigen, voor het leven van elke dag. Als je er naar uitziet dat God persoonlijk tot je spreekt door zijn Woord, gebeurt het meestal ook. Maar niet altijd en niet altijd wanneer je het graag wilt. Niet op commando natuurlijk, want God bepaalt wanneer Hij spreekt. Maar je eigen houding is mede bepalend voor de communicatie tussen God en jou. God dringt zich namelijk niet op en spreekt niet als je geen luisterend oor hebt. Een open, ontvankelijke houding is nodig om goddelijke leiding te ontvangen uit het Woord. Vaak spreekt God via de Bijbel door een bepaald Bijbelgedeelte te laten oplichten. Dan krijg je opeens door dat het precies zegt wat je op dat moment nodig hebt of iets zegt over wat je persoonlijk erg bezig houdt. Vandaar dat de Bijbel zegt: "Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad." (Psalm 119:105, NBG1951).
Actief zijn
Bij een stilstaande auto heeft het geen effect als je aan het stuur draait, maar pas als een auto rijdt, kun je hem besturen. Zo werkt het ook als je de Heer oprecht wilt dienen: geef het stuur ofwel je wil over aan de Heer en kom in actie. Pak aan wat je kunt en vraag God om je bij te sturen wanneer dat nodig is, zodat je uitkomt op de route die Hij voor je heeft. Ik denk dat God meer plezier heeft in gelovigen, die in hun enthousiasme voor Jezus allerlei gekke activiteiten op hun hals halen en dan wel eens flink bijgestuurd moeten worden, dan mensen die op een passieve manier jarenlang op leiding van de Heer zitten te wachten.
Eigen verantwoordelijkheid nemen
God wil dat je zijn Woord als levengids hanteert en daarbij je eigen verstand leert gebruiken. Daarbij hoef je God niet bij elk wissewasje om leiding te vragen. Vaak is het in het leven met God eenvoudigweg een kwestie van je gezonde verstand gebruiken en gewoon te handelen 'in de geest van de Heer'. Je ziet bijvoorbeeld iemand in nood, dus ga je zo iemand helpen, zonder eerst een bidstond te houden om de leiding van de Heer te vragen. Toen ik nog maar pas tot bewust geloof was gekomen, verlangde ik er eigenlijk naar dat God mij heel gedetailleerd op alle kleine stapjes van mijn leven zou leiden. Later heb ik geleerd dat God mij wil laten opgroeien tot een volwassen gelovige, met een eigen stuk verantwoordelijkheid en zelfstandigheid om keuzen te maken. God wil mij bedreven maken in het maken van goede keuzen binnen de ruimte die Hij voor mij bepaald heeft. Voor een volwassen gelovige geldt: 1. Hij vindt zijn kracht in de afhankelijkheid van God en laat zich leiden door God en zijn Woord. 2. Hij heeft ook geleerd keuzen te maken 'in de geest van God'. We zijn immers bestemd om later met Hem mee te regeren op de Nieuwe Aarde. Welnu, Hij wil ons in dit leven trainen in gehoorzame zelfstandigheid. Daarom geeft God de ene keer persoonlijke leiding om de weg te wijzen, en laat Hij ons de andere keer zelf een eigen beslissing nemen. Misschien
Hoofdstuk 6.3. Gods leiding - 18 -
Herschepping 2.0
wil Hij wel kijken hoe je omgaat met je keuzevrijheden, omdat je daardoor aangeeft wat je prioriteiten zijn...
Tips
Wat als je een ja-of-nee beslissing moet nemen op een bepaalde tijd (zoals het volgen van een opleiding, de aankoop van een huis of het ondertekenen van een belangrijke overeenkomst) en wilt weten wat God er van denkt? Ik heb geen pasklaar antwoord op die vraag, want elke situatie is weer verschillend. Wel een paar algemene tips die kunnen helpen: Onderwerp de situatie aan God; geef Hem de leiding over alle facetten van je leven die met de beslissing te maken hebben. Onderzoek welke optie naar je beste weten het beste past bij de belangen van Gods Koninkrijk en beschouw dit als je optie van voorkeur. Bedenk daarbij welk effect de opties hebben op je huwelijk, je gezinsleven, op de mogelijkheid om God te dienen in de plaatselijke gemeente, enzovoort. Vraag of God je wil leiden door tot je te spreken of door op een andere manier aanwijzingen te geven om tot de juiste keuze te komen. Als je een keus moet maken en God geeft geen bepaalde aanwijzingen, vraag dan of God de omstandigheden zo wil leiden dat je bij Gods wil terechtkomt, bijvoorbeeld door de deuren naar de verkeerde opties te sluiten. In alle andere gevallen: handel zo veel mogelijk 'in de geest van God' of stel jezelf de vraag: wat zou Jezus doen? Vertrouw dan maar dat God die keuze zal zegenen en ga er ontspannen mee om. Zie ook het onderwerp 'Roeping' in dit hoofdstuk.
6.3.13. Verkeerd omgaan met leiding Bileam
Het schoolvoorbeeld van iemand die op een verkeerde manier omging met Gods leiding was de bekende waarzegger Bileam, die door de koning van Moab werd gevraagd om het volk Israël te vervloeken. Vertegenwoordigers van deze koning boden hem van tevoren geld aan voor zijn diensten. Bileam was gewend zich afhankelijk op te stellen van de geestelijke wereld en zocht de leiding van God. Het antwoord van God was een duidelijk 'nee'. Bileam gehoorzaamde God, maar het moet hem wel gespeten hebben dat hij de boden terug moest sturen, want dat geld kon hij best gebruiken. Toen Bileam voor de tweede keer bezoek kreeg en hem namens de koning gevraagd werd alsnog Israël te vervloeken zocht hij weer Gods leiding. Dit was niet goed, want als God eenmaal 'nee' zegt, dan blijft het ook 'nee'. Als je God om leiding vraagt nadat Hij al een antwoord heeft gegeven betekent dit dat je hart zich verzet tegen zijn wil. Volg dit voorbeeld van Bileam nooit na, want daar kan geen goeds uit voortkomen! Vreemd genoeg zei God deze keer 'ja', maar niet omdat Hij deze onderneming goedkeurde. Integendeel. Er waren trouwens ook voorwaarden aan verbonden: "... Als die mannen gekomen zijn om je te ontbieden, ga dan maar met hen mee. Maar je mag alleen doen wat ik je opdraag." (Numeri 22:20, NBV2004) Wanneer je bijvoorbeeld uit de Bijbel weet dat overspel zondig is en toch aan God vraagt of je naar die ene persoon toe mag gaan die een grote verleiding voor je is, wat dan? Misschien zegt God dan soms ook wel 'ja' met de bijgedachte: "Dan moet je de consequenties maar ondergaan, want je weet heel goed dat Ik dit niet goedkeur!" Er volgt in zulke gevallen altijd een pijnlijke les en veel ellende die je jezelf had kunnen besparen als je niet geprobeerd had onder Gods wil uit te komen... Bileam ging dus mee naar het land Moab, maar onderweg kwam hij de Engel van de Heer tegen, die zich als tegenstander tegenover hem opstelde. Hij zou zijn gedood als zijn pratende ezelin hem niet
Hoofdstuk 6.3. Gods leiding - 19 -
Herschepping 2.0
beschermd had. Wat een wonderlijke methoden gebruikt God soms. De engel zei de volgende betekenisvolle woorden tegen Bileam: "... Ik ben hier gekomen om je tegen te houden, want deze reis is tegen mijn wil ondernomen, deze weg voert naar de afgrond." (Numeri 22:32, NBV2004) Bileam wilde een spelletje met God spelen; God speelde het spelletje mee en won doordat Hij Bileam het volk Israël juist liet zegenen in plaats van vervloeken (Numeri 23-24). We kunnen God niet voor de gek houden; hoe dan ook zal GODS wil worden uitgevoerd, linksom of rechtsom! Bileam werd dus zonder beloning weggestuurd door de koning van Moab maar ... dit verhaal heeft nog een venijnig staartje. Bileam moet (op grond van Numeri 31:16) zoiets tegen de koning gezegd hebben als: "God heeft dat volk gezegend, maar ik weet nog wel een list. Ik wil er natuurlijk wel goed voor betaald worden. Organiseer een offerfeest voor uw goden met vooral een stel bloedmooie vrouwen en nodig de Israëlieten ervoor uit. Gegarandeerd dat ze de beest uit gaan hangen en dat God hen genadeloos zal afstraffen. Let maar op!" En zo gebeurde het (Numeri 25). Het werd inderdaad een ramp die 24.000 slachtoffers onder de Israëlieten kostte. Bedankt, Bileam! Later zou Jozua bij de verovering van het land Kanaän de waarzegger Bileam doden (Jozua 1:22). Zijn weg leidde inderdaad tot de dood...
Gods wil zoeken
Wat kunnen we hieruit leren: Zoek niet in de eerste plaats Gods leiding, maar Gods WIL. Gods wil is in grote lijnen al in de Bijbel bekendgemaakt. Zoek zo nodig Gods leiding voor details of voor de manier waarop iets moet worden gedaan. Als je van plan bent je eigen wil te volgen en toch nog even Gods leiding te zoeken om je keuze te bevestigen, dan bewandel je een heilloze weg die je veel narigheid zal bezorgen.
God leidt
De grote fout die we als gelovigen gemakkelijk maken is dat we wel Gods leiding zoeken, maar stiekem toch zelf de regie van ons leven in handen willen houden. Het liefst zien we Gods leiding als vrijblijvende adviezen die we graag opvolgen als we ze begrijpen en goedkeuren, maar die we ook naast ons neer kunnen leggen als het ons beter uitkomt. Wil je leiding van God ontvangen? Prima, heel goed zelfs. Maar laat God wel de Leider blijven, van begin tot eind...
6.3.14. Roeping We gaan het nu hebben over een bijzondere manier van goddelijke leiding, namelijk de roeping voor een levenstaak in de dienst van God.
Roeping van God
Als we het hebben over roeping, moeten we beginnen bij degene die roept, en dat is God. Het is een bijzonder voorrecht als God je uitkiest om een bepaalde taak uit te voeren. Veel Bijbelgedeelten, die over uitverkiezing tot behoud lijken te gaan, hebben in werkelijkheid betrekking op roeping voor een bepaalde taak of om te worden tot de persoon die God van je wil maken (bijvoorbeeld Efeziërs 1:4). Zo heeft God bijvoorbeeld Jakob boven zijn iets oudere tweelingbroer Esau verkozen om stamvader van zijn volk te zijn (Romeinen 9:13). God koos David om koning te worden en niet zijn oudere broers (1 Samuël 16:1-13). Waarom God de ene persoon voor een bepaalde taak uitkiest en een ander niet, is meestal verborgen voor ons als mensen. Een van de factoren is dat God mensen uitkiest op grond van wat Hij in hun hart ziet (1 Samuël 16:7).
Hoofdstuk 6.3. Gods leiding - 20 -
Herschepping 2.0
Als God iemand roept tot een levenstaak, dan mag dat nooit gezien worden als een soort beloning, maar als een voorrecht. Iemands roeping zegt weinig over iemands kwaliteiten, maar wel over de kwaliteiten die God in de persoon wil ontwikkelen.
Roeping voor een taak
Veel mensen ervaren heel concrete leiding van de Heer om een levenstaak binnen zijn Koninkrijk uit te voeren. Zelf heb ik dat ook meegemaakt toen God me liet weten dat ik Hem mocht dienen bij de Wycliffe Bijbelvertalers. God sprak door een innerlijke stem, die gepaard ging met een plotseling bovennatuurlijk en intens verlangen om dit werk te gaan doen. Dat was opmerkelijk, want voor die tijd was ik van mening dat Wycliffe de meest oninteressante zendingsorganisatie was die ik me kon bedenken. Daarom was het voor mij een volslagen verrassing dat God dit verlangen in mijn hart legde en wist ik des te zekerder dat het geen eigen bedenksel was. Toen ik deze ervaring voor het eerst deelde met een goede vriend, begon hij te lachen. Het verbaasde hem niets, zei hij, want hij had er een half jaar voor gebeden! Mijn mond viel open van verbazing. Fijn om zo’n bevestiging te krijgen, zodat je nog zekerder weet dat het leiding van God was.
Welke mensen worden zoal geroepen?
Bij het begrip 'roeping' moet je niet de fout maken door alleen te denken aan taken als predikant, zendingswerker of andere opvallende taken. Elke taak in het Koninkrijk is voor God belangrijk. Gods belang zit vooral in de manier waarop je je taak uitvoert: in afhankelijkheid van God of in eigen kracht. God weet welke taak het beste bij je past. Naar mijn mening spelen de volgende zaken een rol bij een goddelijke roeping: 1. Gods plan en bedoeling met het leven van de gelovige. 2. De bereidheid van de gelovige om de taak te aanvaarden. 3. De mate van afhankelijkheid en gehoorzaamheid van de gelovige.
Een roeping die bij je past
Uit de praktijk blijkt dat God mensen roept tot levenstaken die bij hen passen. Dat kan betekenen dat Gods roeping aansluit bij je passie en bij je natuurlijke bekwaamheden die bij je karakter horen. Je bent er als het ware voor in de wieg gelegd. Soms beseffen gelovigen pas achteraf dat hun roeping zo goed bij hen past. En toch kan het ook wel eens anders uitpakken. In de karakterstudies van Mozes, Petrus, Paulus en Abraham zien we voorbeelden van Bijbelfiguren die wel eens roepingen kregen die lang niet zo goed bij hun persoonlijke karakter pasten. Door Gods krachtige hulp waren ze in staat om tot bovennatuurlijke prestaties te komen. Bekwaamheden van de gelovige spelen natuurlijk ook een duidelijke rol, maar ze zijn niet beslissend. Laten we nooit vergeten: God heeft in feite onze bekwaamheden niet nodig, wel onze beschikbaarheid. "Hij heeft ons gered en ons geroepen tot een heilige taak, niet op grond van onze daden, maar omdat hij daartoe uit genade besloten had." (2 Timoteüs 1:9, NBV2004)
God roept mensen die bezig zijn
Ook al zijn er veel manieren waarop God mensen roept tot een bepaalde taak, er is een belangrijk principe dat we niet mogen negeren. Het wordt geïllustreerd in het volgende Bijbelgedeelte over de roeping van Barnabas en Saulus (later Paulus) voor het zendingswerk: "Toen Barnabas en Saulus de bijdrage uit Antiochië hadden overhandigd, gingen ze van Jeruzalem naar Antiochië terug ... Er waren in de gemeente van Antiochië profeten en leraren, onder wie Barnabas ... en Saulus. Eens, toen zij aan het vasten waren en een dienst hielden ter ere van de Heer, sprak de heilige Geest: 'Maak Barnabas en Saulus vrij voor de taak waartoe ik hen geroepen heb.' (Handelingen 12:25-13:1, GNB1996) Barnabas en Saulus waren actief in het werk van de Heer. Zij deden allerlei taken. Bij Barnabas lag de nadruk op diaconaal werk, bij Saulus op onderwijs. Hier werden mensen geroepen die bezig waren te DIENEN waar ze nodig waren. Vanuit die positie werden ze GEROEPEN. Datzelfde geldt voor vanHoofdstuk 6.3. Gods leiding - 21 -
Herschepping 2.0
daag de dag. God roept mensen die al in beweging zijn in het Koninkrijk en luie gelovigen worden nooit geroepen.
Kan ik het wel aan?
Soms roept God mensen die helemaal niet op een roeping zitten te wachten. Bovendien, als God je voor een taak roept kan het heel goed zijn dat je ervoor terugdeinst omdat je er stellig van overtuigd bent dat je het niet aankunt. Als dat voor jou geldt zou ik zeggen: welkom bij de club. Je bent niet de eerste. Velen zijn je daarin voorgegaan, zoals: Mozes: "Maar wie ben ik? ... Wat moet ik dan zeggen? ... Ze zullen me vast niet geloven en niet naar me luisteren ... Ik kan nooit de juiste woorden vinden ... stuur toch iemand anders" (Exodus 3-4, NBV2004) Gideon: "hoe zou ik Israël kunnen bevrijden? Mijn familie heeft in onze stam, Manasse, niets in te brengen, en ikzelf ben de jongste van de familie" (Rechters 6:15, NBV2004) Jeremia: "Nee, HE E R , mijn God! Ik kan het woord niet voeren, ik ben te jong." (Jeremia 1:6, NBV2004) Het zijn alle drie kanjers van Godsmannen geworden. Als God roept voor een taak dan zorgt Hij ervoor dat je de taak kunt volbrengen. God maakt kanjers van mensen die zichzelf onbekwaam vinden terwijl ze zich wel beschikbaar stellen. God zou het ook heel goed ZONDER jou kunnen doen. Maar Hij wil jou de eer geven met Hem samen te werken, jou vormen en alles uit je halen wat in je zit. Je kunt het, in afhankelijkheid van Hem.
6.3.15. Heb je een roeping nodig? Is het een absolute vereiste voor een gelovige om een roeping te ervaren om een taak in Gods Koninkrijk uit te voeren?
Taak en roeping
Elke taak zou je kunnen zien als een last of juist als een mogelijkheid om God ermee te eren. "Wat u ook doet, doe het van harte, alsof het voor de Heer is en niet voor de mensen" (Kolossenzen 3:23, NBV2004) Ik moet denken aan het verhaal dat ik gehoord heb over een Chinese man met een hoge opleiding, die alleen werk kon vinden als straatveger, omdat hij christen was. Hij deed zijn werk met blijdschap en wilde gewoon de allerbeste straatveger van zijn stad zijn om daarmee God te eren. Dat beschouwde hij als zijn roeping. Hij eerde zijn Schepper met zijn straatbezem en was een stralende ambassadeur van het Koninkrijk... Toch heb Ik eens de volgende uitspraak gehoord: "De meeste christenen hebben geen roeping nodig, maar een schop onder hun achterste." Dat klinkt wat simpel, want het is een feit dat God mensen roept voor bepaalde taken. Maar er schuilt toch heel wat waarheid in deze uitspraak. In zijn boek 'De Roeping' schrijft Anne van der Bijl dat een roeping niet altijd nodig is als je gegrepen bent door de nood van de wereld. Daarvoor geeft hij de volgende uitgangspunten: 1. We kennen God en weten wie Hij is, zoals de Bijbel het ons laat zien. 2. We hebben een boodschap die mensen verandert. 3. We hebben een bestemming waar we de boodschap kunnen brengen. Anne schrijft verder: Het is dus niet de vraag of we een roeping hebben, want die hebben we al in het Woord. Het is hooguit de vraag WAAR we die roeping moeten uitvoeren. Er zijn veel gebieden, waar we actief kunnen zijn voor het Koninkrijk van God in de praktische aspecten van de geestelijke strijdvoering:
Hoofdstuk 6.3. Gods leiding - 22 -
Herschepping 2.0
bestrijden van onrecht en goddeloze praktijken (protestacties, autoriteiten aanschrijven, enzovoort) hulp verstrekken aan de lijdende kerk in 'gesloten' landen positieve invloed uitoefenen in de samenleving (schoolbestuur, politiek, maatschappelijke organisaties) het evangelie uitdragen in woord en daad (allerlei zendingsactiviteiten, evangelisatie, noodhulp, enz.)
Nehemia
Een Bijbels voorbeeld van iemand die een bijzondere taak van God uitvoerde zonder een nadrukkelijke roeping (maar wel met een innerlijke overtuiging) vinden we in Nehemia, die met een grote groep ballingen uit Babylonië terugkeerde naar Jeruzalem om daar de stad te herbouwen. Hoe kwam hij daartoe? 1. Informatie -Zijn broer en een paar anderen waren in Jeruzalem geweest en vertelden dat het daar een puinhoop was (Nehemia 1:1-5). 2. Bewogenheid - Nehemia was een tijd van streek. Hij was bewogen met de situatie en verontwaardigd over de schande voor Gods Naam. Hij bracht tijd door met vasten en bidden voor zijn volksgenoten in en rondom Jeruzalem (Nehemia 1:1-11). 3. Plan - Er groeide een plan in zijn hart: hij zou aan de koning om toestemming vragen of hij er zelf heen mocht gaan. Dat was een riskant plan, want hij was de schenker van de koning en stel je voor dat hij daardoor in ongenade zou vallen, en dan... (Nehemia 1:11) 4. Gebed - Nehemia vroeg God om de weg te banen voor de uitvoering van zijn plan (Nehemia 1:11). 5. Doen - Hij vroeg het aan de koning en ... de koning gaf hem toestemming. Wat een gebedsverhoring! 6. Bonus - En ... de koning gaf hem nog een flinke hoeveelheid bouwmaterialen mee: een extra zegen onder Gods besturing (Nehemia 2). Door dit alles zag Nehemia dat Gods hand op hem was (Nehemia 2:8) en de regie had over de onderneming. Nehemia's plan paste in Gods plan en dus vertrouwde Nehemia erop dat God hem zou helpen en zegenen bij zijn taak. En zo gebeurde het. Doordat God de benodigde deuren opende, gaf Hij blijk van zijn goddelijke goedkeuring en ondersteuning van het plan. In dit voorbeeld zien we dat een levenstaak kan worden opgestart vanuit bewogenheid en persoonlijke betrokkenheid.
Roeping en dienen
Tenslotte nog dit. Er zijn gelovigen die een belangrijk deel van hun leven bezig zijn met wachten op hun roeping voor die geweldige taak die God voor hen moet hebben uitgedacht. Natuurlijk moet het een taak zijn die perfect bij hen past zodat al hun bekwaamheden daarbij goed in uit de verf zullen komen. Ze zien wel taken die gedaan moeten worden, maar die ene taak waar ze naar uitzien is er steeds niet bij. Ze blijven maar zoeken en wachten en de tijd gaat voorbij... Waarom roept God hen toch nergens voor? Het kan zijn dat ze zo gefixeerd zijn op een bepaald soort werk dat ze niet zien dat God hen iets anders aanbiedt. Het kan ook zijn dat hun verlangen naar een roeping eigenlijk een verlangen naar zelfrealisatie is. Ze zijn bereid hun wereldse carrière op te geven om er een mooie carrière in Gods Koninkrijk voor terug krijgen. Laten we maar eerlijk zijn: zelfs in onze meest zuivere verlangens zitten altijd motieven verscholen die van de oude zelfzuchtige natuur afkomstig zijn. God roept geen mensen voor een levenstaak die alleen maar in hun luie stoel zitten te wachten tot ze geroepen worden. Zulke gelovigen kunnen wachten tot ze een ons wegen, want ze zijn niet bruikbaar voor God. Gelovigen die geen specifieke roeping van God hebben gekregen kunnen wel dienen waar ze nodig zijn. God zoekt geen topspecialisten voor de belangrijkste taken in zijn Koninkrijk, maar mensen die beschikbaar zijn en trouw zijn bij het uitvoeren van ogenschijnlijk geringe taken. Gedurende de tijd van eenvoudigweg dienen worden ze misschien wel voorbereid op een taak
Hoofdstuk 6.3. Gods leiding - 23 -
Herschepping 2.0
waarvoor God hen op een speciale manier gaat roepen, maar misschien ook niet. Er is niets mis met dienen en dienen is niet minder dan een taak uitvoeren waarvoor je geroepen bent. Voor roepingzoekers kan het een heel stuk bevrijding geven als ze hiervan doordrongen zijn en vrede hebben met het feit dat ze nog nergens voor geroepen zijn. Er zijn gelovigen die hun leven lang dienen zonder nadrukkelijk een roeping te hebben ontvangen. Ze zagen bijvoorbeeld een nood, gaven zichzelf aan God om daar iets aan te doen, ze gingen aan de slag en ze bleven aan de slag. Ook dat zijn de ware discipelen van Jezus.
Hoofdstuk 6.3. Gods leiding - 24 -
Herschepping 2.0
6.4. Rein geweten Om een rein leven te leiden is het belangrijk dat gelovigen zonden leren ontdekken en die aan God belijden vanuit een houding van oprecht berouw. God vergeeft beleden zonden, waardoor het geweten wordt gereinigd. Zo nodig moeten begane zonden tegenover mensen worden goedgemaakt. Terechtwijzing kan nodig zijn om gelovigen te corrigeren en te bewaren voor morele scheefgroei. 6.4.1. Gevolgen van de zonden 6.4.2. Zonden ontdekken 6.4.3. Zelfonderzoek 6.4.4. Schuldig geweten 6.4.5. Schuldgevoelens 6.4.6. Berouw na zondigen 6.4.7. Zonden belijden 6.4.8. Vergeving ontvangen 6.4.9. Onvergeeflijke zonden 6.4.10. Goedmaken na zondigen 6.4.11. Terechtwijzing
Hoofdstuk 6.4. Rein geweten - 1 -
Herschepping 2.0
6.4.1. Gevolgen van de zonden Zie hoofdstuk 'Zonde' voor meer onderwerpen over dit thema.
Effect van zonden
Elke zonde, hoe klein ook, levert brandstof aan het mechanisme van dood en verderf. Elke zonde maakt iets stuk en komt in de plaats van iets goeds dat gedaan had kunnen worden. Elke zonde heeft vernietigende effecten, zoals: 1. Door te zondigen ontstaat er verwijdering tussen God en de zondaar. Zonden verstoren de omgangsrelatie met God (Deuteronomium 31:18). 2. Zonden zijn even zoveel belemmeringen voor geloofsgroei en voor het ontvangen van Gods zegeningen. 3. Door zonden verlies je je geestelijke kracht (Psalm 32:4-7). 4. Zonden kunnen (mede)oorzaken zijn van lichamelijke of geestelijke ziekten. 5. Door te zondigen tast je de eer van God aan. 6. Door te zondigen ben je een slechte getuige van Jezus (Psalm 32:3-4). 7. In veel gevallen leidt je zondige voorbeeld ertoe dat anderen om je heen ook gaan zondigen. Dat geldt vooral voor ouders ten opzichte van hun kinderen, en voor anderen die een voorbeeldfunctie hebben. 8. In veel gevallen zijn andere mensen de dupe van je zonden, namelijk als je iets verkeerds doet tegenover andere mensen. Zonden zijn erg verslavend, ook voor gelovigen. Hoe meer je bepaalde zonden doet, hoe meer ze deel gaan uitmaken van je persoonlijke levensstijl. Des te vanzelfsprekender is het dan om diezelfde soort zonde weer te doen als daar aanleiding toe is. Kortom, elke zonde veroorzaakt veel schade bij God, bij jezelf en vaak ook bij anderen. Ook als zonden door God vergeven worden kunnen ze nog evengoed schade doen! Ik ken verschillende echtparen, die op latere leeftijd tot geloof zijn gekomen. Ze hebben hun kinderen een zondig voorbeeld gegeven en hen niet op Jezus gewezen, met als gevolg dat de meeste van hun kinderen nog steeds zonder Jezus leven. De zonden van de ouders zijn vergeven, maar de goddeloze opvoeding die ze hun kinderen hebben gegeven heeft nog steeds een schadelijke doorwerking.
Je oogst wat je gezaaid hebt
Dit is een geestelijke natuurwet, waar je moeilijk onderuit komen. Verkeerd gedrag heeft soms langdurige en ingrijpende consequenties. In veel gevallen is het effect niet direct zichtbaar maar werken de zonden als een langzaam werkend gif. Zo heeft een verkeerde levensstijl soms ernstige ziekten of kwalen als gevolg. Denk ook aan de gevolgen van echtscheidingen, driftbuien, dronkenschap, rookverslaving, enzovoort. Als je deze zonden aan God belijdt wordt je schuld weliswaar afgerekend (de geestelijke kant van de zaak), maar je blijft dan vaak toch nog met een aantal brokstukken zitten (de aardse kant). Voorbeelden: gebroken gezinnen, een ziek lichaam, een kortere levensduur, verstoorde of verbroken relaties. Maar ook daarin wil God ons helpen om onze weg te vinden. Zijn genade en hulp is ook onder die omstandigheden royaal aanwezig. Een paar Bijbelse voorbeelden: Abraham werd ongeduldig en verwekte een zoon (Ismaël, de stamvader van de Arabieren) bij zijn slavin in plaats van te wachten totdat God zijn belofte op zijn manier zou vervullen; tot op vandaag vormt de Arabische wereld de grootste bedreiging voor de staat Israël. Jakob bedroog zijn broer en zijn vader in verband met het eerstgeboorterecht; later werd hij door oom Laban op een vreselijke manier bedrogen doordat hij Lea tot vrouw kreeg in plaats van Rachel.; nog later werd hij bedrogen door zijn eigen zoons toen ze hun broer Jozef als slaaf hadden verkocht om van hem af te zijn.
Hoofdstuk 6.4. Rein geweten - 2 -
Herschepping 2.0
De farao van Egypte liet de eerstgeboren jongetjes in de Nijl verdrinken; laten zou zijn eigen zoon gedood worden tijdens de tiende plaag voor Egypte en zijn elitetroepen zouden verdrinken in de Schelfzee.
6.4.2. Zonden ontdekken Na de wedergeboorte wordt meer puin zichtbaar
Als het goed is worden mensen bij hun bekering onder meer overweldigd door zondebesef, waarna ze hun zonden belijden en een diepe reiniging van hun geweten meemaken. Maar naarmate je verstand wordt verlicht door het Woord van God, komen er ook na je wedergeboorte heel wat zonden en zondige gewoonten boven water. Veel nieuwtestamentische gelovigen hebben het gevoel dat ze na hun wedergeboorte nog slechter zijn dan daarvoor. Natuurlijk is dat niet zo, maar het geeft wel aan dat hun geweten al een stuk beter werkt en dat is een goed teken.
Hoe leer je je onbeleden zonden te ontdekken?
Van sommige zonden ben je voortdurend bewust. Vaak zijn dat gewoontezonden, zondepatronen waar je gewoon aan vast zit. De meeste van die zonden komen voort uit neigingen die verband houden met je karakter. Daarom is het belangrijk te weten voor welke valkuilen je met jouw karakter gevoelig bent. Andere zonden hebben te maken met iets wat je in het verleden hebt gedaan, maar nooit hebt goedgemaakt. Het zal je weinig moeite kosten om die zonden voor de geest te halen. Andere zonden liggen diep in je hart verborgen, zonder dat je ze als zonden herkent. Dat kunnen zonden zijn waarvan je jezelf hebt wijsgemaakt dat het GEEN zonden zijn. Het kan ook zijn dat je nog maar kort met God wandelt en daardoor eenvoudigweg van bepaalde dingen niet weet dat ze zondig zijn. Daarvoor is het nodig dat de Heilige Geest er met zijn schijnwerper op gaat schijnen zodat de zonden je in herinnering worden gebracht of dat je je eigen zondige patronen gaat herkennen. Vaak gebeurt dat wanneer je in de Bijbel leest die je dan de spiegel voorhoudt. "Een mens kiest in zijn eigen ogen altijd de rechte weg, de H E E R toetst wat hem innerlijk beweegt." (Spreuken 21:2, NBV2004) Als de Heilige Geest je overtuigt van duidelijk aanwijsbare zonden, geeft dat een pijnlijk schaamtegevoel. Maar tegelijk geeft het ook hoop: je mag er namelijk onmiddellijk mee naar God gaan om daar vergeving te krijgen. Als je echter geplaagd wordt door vage schuldgevoelens, ga dan niet te diep in jezelf zitten wroeten. Vraag liever de Heilige Geest om je zo nodig te overtuigen van echte zonden. Als dat niet gebeurt, accepteer dan de totale vergeving en reiniging, die Jezus aan het kruis voor je heeft bewerkstelligd en laat het daarbij. Dan zullen zulke schuldgevoelens verdwijnen, want negatieve gevoelens zijn vrijwel altijd het gevolg van negatieve en dus verkeerde gedachtepatronen. Als je gedachten weer op het goede spoor komen, zul je ook vrede in je gevoel ervaren.
Afkeer van je zonden
Onze voorganger maakte eens een opmerking die ik niet gauw zal vergeten: nadat je wedergeboren bent word je misselijk van je zonden. Ken je dat? Een van de meest ernstige symptomen van een zwak geestelijk leven is dat je NIET misselijk van je zonden bent. Tot onze beschaming moeten we erkennen dat we het ronduit prettig vinden om te zondigen. Waarom zouden we het anders zo vaak doen? "Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, toets mij en ken mijn gedachten; zie, of bij mij een heilloze weg is, en leid mij op de eeuwige weg." (Psalm 139:24, NBG1951)
6.4.3. Zelfonderzoek "Daarom tracht ook ik steeds mijn geweten zuiver te houden tegenover God en de mensen." (Handelingen 24:16, NBV2004)
Hoofdstuk 6.4. Rein geweten - 3 -
Herschepping 2.0
Grote Verzoendag
In het Oude Testament lezen we dat God de Grote Verzoendag heeft ingesteld als een jaarlijks ritueel voor boetedoening en reiniging van zonden (Leviticus 16). Je zou het een soort innerlijke 'grote schoonmaak' kunnen noemen. Nog steeds besteden joden op de dag voorafgaande aan de Grote Verzoendag (Jom Kippoer) om door zelfonderzoek na te gaan of er onbeleden zonden zijn die verzoend dienen te worden. Iets vergelijkbaars vinden we in veel kerkelijke kringen in de vorm van de 'voorbereiding op het Heilig Avondmaal'. Dat is gebaseerd op het volgende Bijbelgedeelte: "Wie dan op onwaardige wijze het brood eet of uit de beker van de Heer drinkt, bezondigt zich aan het lichaam en het bloed van de Heer. Iedereen moet zichzelf onderzoeken alvorens van het brood te eten en uit de beker te drinken." (1 Korintiërs 11:27-28, WV1995)
Moet er iets worden rechtgezet tussen God en jou?
Veel gelovigen vinden systematisch zelfonderzoek waarschijnlijk overdreven. Jezus is toch voor al je zonden gestorven? En zondebesef moet toch spontaan ontstaan in de relatie tussen God en de gelovige? Dat is zeker een belangrijke manier waarop God je helpt om rein te blijven, maar iedere gelovige heeft blinde vlekken voor bepaalde zonden. Bedenk ook dat elke gelovige de verantwoordelijkheid heeft om zichzelf rein van zonden te bewaren. Zelfonderzoek is dus heel nuttig, maar overdrijf het niet. Het mag niet ontaarden in een soort geestelijk perfectionisme, want dat is een ongeestelijke manier van zelfverbetering en zo werkt het niet in Gods Koninkrijk... Je zou zelfonderzoek kunnen uitvoeren als een gebed: ga langs de volgende lijstjes met zonden heen en vraag God om je hart aan te raken bij de soorten zonden die nog in jouw leven zijn en die nog uit de weg geruimd moeten worden.
Uiterlijke zonden
Uiterlijke zonden zijn daden, waardoor je God of je medemensen benadeelt, en die door anderen kunnen worden waargenomen. Enkele voorbeelden: 1. diefstal (stelen uit winkels, van school, van je eigen gezinsgenoten, van je werkgever; lenen zonder terug te geven, oplichterij) 2. oneerlijkheid (liegen, spieken, je beter voordoen dan je bent, huichelachtigheid, belastingfraude, oneerlijke winst) 3. kwaadsprekerij (negatief of liefdeloos spreken over anderen) 4. immoraliteit (seksuele omgang buiten het huwelijk tussen man en vrouw, huwelijksontrouw, porno, gore taal, schuine moppen) 5. vloeken (onnodig gebruik van Gods naam of bastaardvloeken) 6. geweld (ruzie, mishandeling, agressiviteit, drift, rivaliteit, onenigheid, moord) 7. afgoderij (spiritisme, occultisme, werkverslaving, sportverdwazing)
Innerlijke zonden
Innerlijke zonden zijn verkeerde grondhoudingen van het hart en denkwijzen die een deel van jezelf zijn geworden. Ze liggen op een dieper niveau dan uiterlijke zonden, maar zijn wel de bakermat van uiterlijke zonden. Enkele voorbeelden: 1. zelfzucht (hebzucht, gierigheid, gulzigheid, genotzucht, egoïsme, gemakzucht) 2. trots (jezelf beter vinden dan anderen, je eigen wil willen doorzetten, eigenzinnigheid, niemand boven je willen hebben, je fouten niet willen toegeven, anderen niet willen vergeven, verwaandheid, pronkzucht) 3. ondankbaarheid (onvoldoende waardering uiten voor wat anderen voor je hebben gedaan, bijvoorbeeld tegenover ouders, kinderen, vrienden, huwelijkspartner) 4. halfslachtigheid (niet durven uitkomen voor je christen-zijn, niet radicaal zijn, gebrek aan discipline, ontrouw, je beloften niet nakomen) 5. verkeerde verlangens (verlangens naar genot, populariteit, sensatie, ongeoorloofde seks, rijkdom)
Hoofdstuk 6.4. Rein geweten - 4 -
Herschepping 2.0
6.
slordigheid (geen ernst maken met reinheid en levensheiliging, gemakzucht, oppervlakkigheid, gebedsloosheid, ontrouw in bezoeken van kerkelijke samenkomsten) 7. vreesachtigheid (bezorgdheid, twijfel, lafheid, besluiteloosheid, luiheid) 8. blijvende boosheid (haat, wrok, wraakzucht, vergeldingsdrang) 9. onbeheerstheid (dronkenschap, onmatigheid) 10. onreinheid (onzuivere gedachten, kritische gedachten, bezig zijn met verkeerde dingen)
6.4.4. Schuldig geweten Wat is het geweten?
Het geweten is een belangrijke functie van het hart ter ondersteuning van het verstand. Het is vooral de bewakingsdienst van de ziel. In het volgende plaatje worden de belangrijkste functies van hart en ziel op een rijtje gezet.
Een van de functies van het geweten is om je gedachten en voornemens te beoordelen op grond van normen, principes en idealen. Als je bijvoorbeeld overweegt om iets te gaan doen, zegt het geweten je van tevoren of het akkoord is volgens je normen en idealen of juist niet. Ook nadat je iets gedaan hebt spreekt het geweten zich uit. Goedkeuring door het geweten resulteert vaak in een tevreden gevoel. Je hebt er dan vrede mee. Afkeuring zorgt voor schuldbesef in je verstand, en vaak ook gevoelens van schuld en schaamte. Zie meer hierover in onderwerp 'Verstand en geweten' in hoofdstuk ' Menselijk wezen'.
Geweten, de Heilige Geest en Gods levenswet
Bij een wedergeboren mens is Gods Geest in de geest van de mens komen wonen om vandaar uit een reinigende werking op het geweten uit te oefenen. Dit gebeurt telkens wanneer de wedergeboren mens vergeving ontvangt van de zonden waarmee hij zijn geweten heeft verontreinigd. Het geweten van de gelovige dient te worden afgestemd op Gods levenswet, zoals we die leren kennen in de Bijbel die een Levensgids is voor het dagelijks leven. Hierover is in het Oude Testament al geprofeteerd door Jeremia toen hij schreef over het Nieuwe Verbond: "... Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en hem in hun hart schrijven..." (Jeremia 31:33, NBV2004) Dat betekent niet dat je door de inwoning van Gods Geest de Bijbel niet meer nodig hebt om op het rechte spoor te blijven. Het betekent dat Gods Geest je helpt om te leren leven volgens Gods levenswet. De Bijbel zegt dat God je hart 'doorzoekt' (Romeinen 8:27, NBG51), je geweten dus. Dat is een taak van de Heilige Geest die in het hart van elke gelovige woont. De Heilige Geest geeft een waarschuwingssignaal in je geweten als er zonde in het spel is en vrede geeft als je op God gericht leeft. Door begane zonden te belijden voor God wordt je hart (je geweten dus) gereinigd van die zonden. "Gelukkig wie zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien." (Matteüs 5:8, NBV2004)
Hoofdstuk 6.4. Rein geweten - 5 -
Herschepping 2.0
In een vorig hoofdstuk hebben we het gehad over Gods levenswet die de norm is voor het menselijk gedrag. Iedere gelovige dient zich bewust te zijn van Gods norm en hoort er een eer in te stellen om er zo goed mogelijk naar te leven. Zie ook onderwerp 'Heilige Geest en verstand' in hoofdstuk 'Heilige Geest'.
Zondebesef en zondegevoel
Luister naar de stem van je geweten. Je geweten wordt op een goede manier ontwikkeld als je leeft volgens Gods levenswet. Je geweten wordt besmet en misvormd door herhaaldelijk te zondigen. Het geweten wordt dan het zwijgen opgelegd. En als je niet luistert naar je geweten, wordt de waarschuwende stem van het geweten steeds zwakker. Op het laatst spreekt het geweten helemaal niet meer. Door zich willoos over te geven aan de zonde wordt een mens geheel normloos. Dat hebben we kunnen zien aan de Nazi's in de tweede wereldoorlog. Zij konden de gruwelijkste daden verrichten zonder dat hun geweten nog sprak. Niet voor niets spreekt men dan over gewetenloze mensen. Als je bereid bent je gedragingen onder ogen te zien in het licht van Gods leefregels, dan zorgt je geweten voor heilzaam schuldbesef en heilzaam schuldgevoel. "Maar ook als ons geweten ons aanklaagt, is God toch groter dan ons geweten . Hij weet alles. Als ons geweten ons niet aanklaagt, vrienden, kunnen wij vol vertrouwen naar God opkijken." (1 Johannes 3:20-21, HB2008) Schuldgevoelens zijn pijnlijke gevoelens van schaamte tegenover God en een bijbehorend gevoel van afwijzing naar jezelf toe, kortom: onvrede met jezelf en met wat je gedaan hebt. Dit wordt ook wel berouw genoemd. Zie ook onderwerp 'Zonde en schuld' in hoofdstuk 'Zonde'
6.4.5. Schuldgevoelens Vage schuldgevoelens
Soms kun je geplaagd worden door vage schuldgevoelens, die je niet goed kunt thuisbrengen. Daarom is het goed om te weten waar ze vandaan komen. 1. Echt schuldbesef heeft altijd te maken met aanwijsbare zonden, daden die ingaan tegen Gods wil, die vooral in de Bijbel aan ons geopenbaard zijn. 2. Valse schuldgevoelens komen voort uit verkeerde denkwijzen en zijn meestal gebaseerd op leugens. Ook de satan doet soms zijn best om je valse schuldgevoelens aan te praten en je daarmee te ontmoedigen, zo van: Je deugt nergens voor. Het lukt je toch niet. Je hebt gefaald. Je bent tekort geschoten. Je blijft altijd maar zondigen. Geef het maar op.
Schuldgevoelens en aanwijsbare zonden
Kun je je schuldgevoelens verbinden met duidelijk aanwijsbare zonden? Bedank de Heilige Geest er dan maar voor en ga ermee naar de Heer om ze te belijden. Zo niet, dan kun je ze gewoon afwijzen in de naam van Jezus. Ze drukken je neer, dienen geen enkel positief doel en zijn verhinderingen om Gods vrede in je hart te ervaren. Weg ermee. Elke ware gelovige kan ze in Jezus' naam van zich afschudden en er afstand van nemen.
Verkeerd omgaan met schuldgevoelens
In de Bijbel vinden we heel wat voorbeelden van mensen die hun schuldgevoelens langzamerhand in slaap susten. Laten we er een kiezen die bekend stond als een godvrezende man: koning Salomo. Hij Hoofdstuk 6.4. Rein geweten - 6 -
Herschepping 2.0
wilde God van harte dienen en Hem alle eer van zijn leven geven. Maar hij hield er een gevaarlijke hobby op na: hij verzamelde vrouwen. Zijn eerste vrouw kwam uit Egypte en dat gaf hem natuurlijk een hoger aanzien in de regio. "Door de dochter van de farao tot vrouw te nemen, werd Salomo de schoonzoon van de koning van Egypte. Hij liet haar in de Davidsburcht wonen, totdat hij gereed was met de bouw van zijn paleis, de tempel van de H E E R en de muur rondom Jeruzalem." (1 Koningen 3:1, NBV2004) Het was onverstandig om met een heidense vrouw te trouwen. Salomo moet goed beseft hebben dat dit huwelijk een verleiding in zich meebracht en dat hij compromissen zou moeten maken met afgoderij. Deze koningsdochter was natuurlijk niet van plan haar Egyptische goden de rug toe te keren. Dus bouwde Salomo een aparte villa voor haar, mogelijk een eind van Jeruzalem vandaan. "Nadat de dochter van de farao uit de Davidsstad verhuisd was naar het paleis dat Salomo voor haar had laten bouwen, begon hij aan de bouw van het Millo." (1 Koningen 9:24, WV1995) Maar Salomo nam nog meer vrouwen en die gaf hij waarschijnlijk niet elk een aparte villa buiten het publieke leven van Israël: "Koning Salomo beminde vele buitenlandse vrouwen: behalve de dochter van de farao beminde hij ook vrouwen uit Moab, Ammon, Edom en Sidon, en Hethitische vrouwen. Ze waren afkomstig uit de volken waarover de H E E R tegen de Israëlieten had gezegd: 'Jullie mogen je niet met hen inlaten en zij mogen zich niet met jullie inlaten, anders zullen zij jullie ertoe verleiden hun goden te gaan dienen.' Juist tot die vrouwen voelde Salomo zich aangetrokken." (1 Koningen 11:1-2, NBV2004) Dit was spelen met vuur en de gevolgen laten zich raden. De heidense vrouwen nodigden Salomo uit om hun afgodische rituelen bij te wonen en voor hij het wist deed hij eraan mee. Je moet immers een beetje inschikkelijk zijn tegenover je vrouwen, toch? "Hij had zevenhonderd hoofdvrouwen en driehonderd bijvrouwen, en deze vrouwen maakten hem ontrouw: op zijn oude dag verleidden zij hem ertoe andere goden te gaan dienen en was hij de H E E R , zijn God, niet meer met hart en ziel toegedaan zoals zijn vader David dat was geweest. Salomo zocht zijn heil bij Astarte, de godin van de Sidoniërs, en Milkom, de gruwelijke god van de Ammonieten." (1 Koningen 11:3-5, NBV2004) Hij ging erg ver in zijn dienen van afgoden, terwijl hij toch zo goed begonnen was. Zijn val was groot. Vandaag de dag kan iedere inwoner van Jeruzalem je wijzen op de berg waarop Salomo afgodenoffers bracht. Om die reden heet de berg rechts van de Olijfberg (vanuit Jeruzalem gezien) nog steeds de 'berg van de schande'. Salomo was een kanjer van een gelovige, met meer wijsheid in Zijn hoofd dan alle andere wereldbewoners. Als zo'n verstandige man zijn geweten zo in slaap gesust heeft, zouden jij en ik dan GEEN gevaar lopen als we stapje voor stapje zouden toegeven aan de zonde? Een klein beetje zonde is toch zo erg niet? Je komt er wel achter! Wees gewaarschuwd, want elke zonde heeft de neiging om te groeien.
Schuld of pijn?
In deze tijd wordt veel minder over schuld nagedacht en gesproken dan voorheen. Dat heeft alles te maken met de normvervaging in ons land die in de afgelopen tientallen jaren heeft plaatsgevonden. Je komt wel mensen tegen die een conflict met anderen hebben en dan tegen anderen zeggen dat het hen zoveel pijn doet. Zoiets komt goed over, want daarmee wordt die persoon ogenblikkelijk gezien als slachtoffer en zo iemand heeft hulp en begrip nodig. Maar ... vaak wordt die pijn niet veroorzaakt door wat hen is aangedaan, maar doordat ze de ander niet kunnen vergeven vanwege hun
Hoofdstuk 6.4. Rein geweten - 7 -
Herschepping 2.0
gekrenkte trots. Hun gekwetste ego doet pijn. Ze willen de ander niet vergeven en dat is een zonde, waardoor hun hart niet in de vrijheid staat. Wie de ander vergeeft is ook bevrijd van zijn 'pijn'.
Anderen de schuld geven
De slechtste en domste manier van omgaan met schuldgevoelens is: andere mensen de schuld geven, of excuses zoeken voor je verkeerde gedrag. Als je dat doet kan het zijn dat je geweten langzaamaan tot zwijgen komt, maar dat is een schijnoplossing. Het is net zo gevaarlijk en dom als een waarschuwingslampje uit het dashboard van de auto verwijderen als het gaat branden. Toch kom je veel mensen tegen die niet met hun eigen schuldigheid kunnen omgaan, hun schuldigheid eenvoudweg ontkennen en anderen de schuld geven. Voorbeelden: Je ouders de schuld geven van je zondige gewoonten omdat ze je niet goed hebben opgevoed of een verkeerd voorbeeld hebben gegeven. Je geestelijke leiders of pastorale werkers de schuld geven van je zonden omdat ze je niet genoeg gewaarschuwd hebben. In een conflictsituatie de ander beschouwen als de enige schuldige, zonder zelf de verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen aandeel in de problematiek. De duivel de schuld geven van je eigen zonden. Eva begon er al mee in het paradijs toe ze tegen God zei: "Ik ben niet zelf verantwoordelijk voor mijn zonde. Dat beest heeft me ertoe aangezet." God stelde de duivel verantwoordelijk voor zijn verleidende rol bij de zondeval van de mens, maar de mens werd schuldig gehouden voor zijn eigen zonde. Dit is een heilloze weg en laat de schuld intact. Weggestopte schuld is als een kwaadaardig kankergezwel dat ongemerkt groeit en onverwacht tot een levensbedreigende situatie leidt. Elke zondeschuld moet via de weg van berouw en belijden bij het kruis worden gebracht. Het is vernederend, maar het is de enige weg.
Je verschuilen achter excuses
Ga je niet verschuilen achter allerlei excuses. Enkele bekende excuses voor zonden zijn: Ik ben nu eenmaal zo. Het is zogezegd de aard van het beestje. Het komt door mijn karakterzwakheden. Ik kan er dus niets aan doen dat ik deze zondige gewoonte heb. Ik moet wel eens wat sjoemelen, want anders gaat mijn zaak failliet. Ik lieg niet, ik overdrijf alleen soms een beetje. Het komt mijn levensomstandigheden, mijn slechte vrienden of mijn collega's. Ik kan het niet helpen. God heeft je een vrije wil gegeven om zelf te bepalen wat je doet. Daarbij hoort dat je op een volwassen manier de verantwoordelijkheid neemt voor je daden.
6.4.6. Berouw na zondigen "Wie ontzag heeft voor de H E E R haat het kwaad ..." (Spreuken 8:13, NBV2004)
Treuren over de zonde
Geen mens kan leven zonder te zondigen. Het belangrijkste is niet DAT je zondigt, maar wat je VERHOUDING is met de zonde: haat je de zonde of koester je de zonde. 1. Als je de zonde haat en worstelt met bepaalde zonden (meestal zondige gewoonten) dan is er de weg van berouw, vergeving en overwinning. 2. Je koestert de zonde als je die steeds goedpraat of met excuses aankomt. Dan is er geen vergeving omdat je het niet nodig vindt om te belijden, en je bent dan een slaaf van je zondige gewoonten, een loser. Als je de zonde hebt leren haten, heb je Jezus aan je zijde. Jezus heeft gezegd: "Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden." (Matteüs 5:4, NBV2004)
Hoofdstuk 6.4. Rein geweten - 8 -
Herschepping 2.0
Dit slaat niet op treuren om moeilijke levensomstandigheden, maar op hartgrondig berouw omdat je het benauwd krijgt van je zonden. Dat is heel iets anders dan alleen maar liedjes zingen als "Halleluja, al mijn zonden zijn vergeven." Alsof er na de wedergeboorte geen zonden meer te belijden zijn. Berouw is niet alleen nodig bij de bekering die vooraf gaat aan de wedergeboorte, maar ook bij de zonden van elke dag. "...Reinig de handen, zondaars, en zuiver de harten, dubbelhartigen! Besef uw ellendige staat en treur en huil. Laat uw lachen veranderd worden in treuren en uw blijdschap in droefheid. Verneder u voor de H E E R E , en Hij zal u verhogen." (Jakobus 4:8-10, HSV2010)
Spijt en berouw
Spijt en berouw zijn twee verschillende dingen. Spijt is oppervlakkiger, berouw gaat veel dieper. Spijt werkt op het niveau van de ziel: Met je verstand ben je ervan overtuigd dat je iets gedaan hebt wat je beter niet had kunnen doen. Je hebt een gevoel van schaamte omdat je je zonden ontdekt hebt, of omdat ANDEREN je zonden hebben ontdekt. In veel culturen (bijvoorbeeld in Aziatische culturen of binnen de islam) speelt eergevoel, gezichtsverlies en schaamte een belangrijkere rol dan schuldbesef. Daar is men geneigd zonden niet zo erg te vinden zolang niemand anders ze heeft ontdekt. In de westerse wereld, waar de Bijbel eeuwenlang veel invloed heeft gehad, zijn christengelovigen eerder geneigd tot schuldbesef, ongeacht of anderen ervan weten, en speelt schaamte een minder sterkere rol. In tegenstelling tot spijt speelt berouw (ook wel 'inkeer' genoemd) zich af op het diepere niveau van het innerlijk: het menselijke hart. Daarbij spreekt het geweten zijn veroordeling uit over ze zonden en dat is een gezond schuldbesef. Berouw richt zich bovendien tot God. Ook als je iets verkeerds hebt gedaan tegenover mensen, weet je je ook schuldig tegenover God. Daarvan was koning David zich ook heel sterk bewust nadat zijn zonde met Batseba was uitgekomen: "Ik beken: ik heb mij misdragen, mijn zonde klaagt mij voortdurend aan. Tegen U alleen heb ik gezondigd, ik heb gedaan wat in uw ogen slecht is." (Psalm 51:5-6, WV1995)
Zondebesef en berouw
Berouw is een heilzaam zondebesef dat tot innerlijke verandering leidt. Het is de enige juiste reactie van de gelovige, wanneer hij in zijn hart is overtuigd van zonde. Berouw is een pijnlijk zondebesef en tegelijk een ernstig voornemen om de betreffende zonde niet meer te doen. Laat ik een tweetal overbekende voorbeelden noemen van mensen uit de Bijbel die oprecht berouw hadden van hun zonden: 1. Petrus had berouw nadat hij Jezus had verloochend (Lucas 22:54-61). Hij had Jezus in de steek gelaten en zelfs ontkend dat hij bij Hem hoorde! Hij begon vreselijk te snikken (Lucas 22:62). Zijn diepe pijn verdween toen hij zijn opgestane Heer ontmoette (Lucas 24:34), die hem later in het openbaar in ere herstelde (Johannes 21:15-19). Petrus was er goed doorheen gekomen en Jezus liet aan alles merken dat Hij hem weer vertrouwde en dat hij een verantwoordelijke taak voor zijn Koninkrijk mocht uitvoeren. 2. Judas had ook berouw toen hij doorkreeg dat hij had meegewerkt aan de veroordeling van Jezus en zijn dood aan het kruis (Matteüs 27:3). De echtheid van zijn berouw blijkt uit zijn reactie: hij ging naar de tempel en bracht het verradersloon terug. Voor een dief is dat heel wat! Verder zei hij: "Ik heb gezondigd en onschuldig bloed vergoten!" Toen het geld niet werd aangenomen, smeet hij het in de tempel (Matteüs 27:3-5). In zijn berouw kwam Judas verder dan Petrus, want door deze daad toonde hij dat zijn berouw echt was. Laten we niet te snel oordelen over Judas! Ook voor hem zou er vergeving zijn geweest als hij naar Jezus was gegaan... We weten niet wat hem ervan weerhield. Schaamte? Dacht hij dat Jezus hem zijn verraad nooit zou kunnen of willen
Hoofdstuk 6.4. Rein geweten - 9 -
Herschepping 2.0
vergeven? Hoe het ook zij, hij zonk weg in het moeras van zonde en schuld en om zichzelf van pijn en wroeging te verlossen pleegde hij zelfmoord (Matteüs 27:5). Zie onderwerp 'Petrus en Judas' in hoofdstuk 'Lijden van Jezus'. De moraal van het verhaal is duidelijk: blijf niet zitten met je zonden, maar ga ermee naar Jezus. Nu! Als de zonde in je hart blijft zitten zal dat blijvend een oorzaak van onvrede zijn die je op vele manieren zal belemmeren. "Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid." (1 Johannes 1:9, HSV2010) Zie ook onderwerp 'Bekering en verstand' in hoofdstuk 'Bekering'.
6.4.7. Zonden belijden Davids schuldbelijdenis
Koning David had ernstig gezondigd. Hij had overspel bedreven met Batseba, de vrouw van Uria. Vervolgens had hij haar man bij oorlogshandelingen de dood in gejaagd om Batseba als vrouw te kunnen nemen (2 Samuël 11). Nadat God hem op zijn zonde had gewezen, toonde hij diep berouw (2 Samuël 12). In Psalm 51 vertolkte hij zijn gedachten en gevoelens als volgt: "Wees mij genadig, o God, naar uw goedertierenheid, delg mijn overtredingen uit naar uw grote barmhartigheid, was mij geheel van mijn ongerechtigheid, reinig mij van mijn zonde. Want ik ken mijn overtredingen, mijn zonde staat bestendig vóór mij. Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, en gedaan wat kwaad is in uw ogen... Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een vaste geest, verwerp mij niet van uw aangezicht, en neem uw Heilige Geest niet van mij; hergeef mij de blijdschap over uw heil (=zegen), en laat een gewillige geest mij schragen." (Psalm 51:3-13, NBG1951) Uit dit Bijbelgedeelte kunnen wij heel wat van David leren: David was zich bewust van wat hij verkeerd had gedaan. De zonde drukte als een zware last op hem. David besefte dat de relatie met God ernstig verstoord was door zijn zonden, want hij merkte dat Gods Geest van hem geweken leek te zijn. David wist dat die relatie met God koste wat kost hersteld moest worden. David noemde zijn zonden tegenover mensen bovenal zonden tegenover God. David toonde oprecht berouw en innerlijke gebrokenheid. David deed terecht een beroep op Gods vergevingsgezindheid. David besefte dat hij ook daarna afhankelijk zou zijn van de ondersteunende aanwezigheid van God
Wil je zonden belijden of alleen je geweten sussen?
Soms kunnen we zo nonchalant omgaan met het belijden van zonden: het kan zelfs een routine worden, waar we niet warm of koud van worden. Wat zit er achter je zondebelijdenis? Heb je écht een afkeer van jezelf door wat je gedaan hebt? Of wil je alleen maar toegeven dat je in het algemeen zondig bent? Wil je echt veranderen en een REIN geweten hebben? Of wil je alleen maar afkomen van je SCHULDGEVOEL en je geweten laten SUSSEN? Ter illustratie het volgende verhaal dat ik eens in de krant las. Jantje had het horloge van de pastoor gestolen, maar zijn geweten klaagde hem toch wel aan. Dus ging hij naar de pastoor om zijn zonde op te biechten. Jantje: "Ik heb een horloge gestolen en mijn geweten zegt me dat ik zonde gedaan heb. Hier is het horloge, mag ik het aan u geven?"
Hoofdstuk 6.4. Rein geweten - 10 -
Herschepping 2.0
Pastoor: "Nee Jantje, ik heb liever dat je het aan de eigenaar teruggeeft." Jantje: "Ik heb het de eigenaar aangeboden, maar hij wil het niet terug hebben." Pastoor: "Dan mag je het houden. Ga in vrede, mijn zoon!" Jantje ging naar huis met het horloge en met een schoon geweten. Of toch niet? Nee, alleen met een gesust geweten en dat geeft tijdelijk enige verlichting omdat je geweten een beetje in slaap gesust is. Als ik eerlijk ben moet ik toegeven dat ik soms net zo slim ben als Jantje: ik wil weer vrede met God hebben maar stiekem toch de zonde vasthouden. Herken je dat? Het lijkt zo gemakkelijk om het met God op een akkoordje te gooien. Alleen het werkt niet, want God weet alles. Jantje had de volle waarheid moeten zeggen en onder geen voorwaarde het horloge weer mee naar huis mogen nemen. Als jij en ik onze zonden belijden, moeten we het echt doen, met berouw en met het voornemen om afstand te nemen van die zonden en ze niet opnieuw te doen, met Gods kracht. Alleen dan ervaren we die kostbare vrede van een gereinigd hart.
Blijf niet zitten met onbeleden zonden
Als je blijft rondlopen met een schuldig geweten kun je daardoor veel schade oplopen. Het blijft een zieke plek in je innerlijk, die ongemerkt kan groeien en op onverwachte momenten tot een uitbarsting kan komen. Sommigen worden er onrustig of geprikkeld van, anderen worden bang dat anderen er achter komen. In een van de Psalmen schrijft David hierover in dichterlijke bewoordingen: "Gelukkig als de H E E R zijn schuld niet telt, als in zijn geest geen spoor van bedrog is. Zolang ik zweeg, teerden mijn botten weg, kreunend leed ik, de hele dag. Zwaar drukte uw hand op mij, dag en nacht, mijn kracht smolt weg als in de zomerhitte." (Psalm 32:2-4, NBV2004) David spreekt kennelijk uit eigen ervaring. Maar hij kent ook de zegen van de bevrijding van schuld: "Toen beleed ik u mijn zonde, ik dekte mijn schuld niet toe. Ik zei: 'Ik beken de H E E R mijn ontrouw' - en u vergaf mij mijn zonde, mijn schuld." (Psalm 32:5, NBV2004) Tenslotte een advies van David aan alle Bijbellezers': "Laten uw getrouwen dus tot u bidden als zij in zichzelf een zonde vinden. Stormt dan een vloed van water aan, die zal hen niet bereiken." (Psalm 32:6, NBV2004) David weet dat zonde belijden de weg is om meer geestelijke kracht te kunnen ontvangen.
Belijden van zonden en bekering van zonden
Wat is belijden? Letterlijk betekent het woord vanuit de Griekse grondtekst: 'hetzelfde zeggen'. Het houdt in dat je zonden heel duidelijk zonder omhaal van woorden tegen God zegt. Dus niet iets vaags als: "wilt U alle zonden vergeven die ik misschien gedaan heb" want dat is geen zonden belijden, maar het uitspreken van een soort vroom klinkende formule zonder inhoud. Zeg maar gewoon tegen God wat je gedaan hebt. Je moet echt 'met de billen bloot' en aan God vertellen wat je hebt uitgespookt. Uiteraard met het stellige voornemen om het niet meer te doen. Zonden belijden is noodzakelijk om vergeving te ontvangen. Berouw of spijt zijn niet voldoende. Je moet ermee naar God gaan die heeft beloofd je zonden te vergeven, met een beroep op het feit dat Jezus eenmaal al je zonden op het kruis heeft gedragen en de straf ervoor heeft gedragen. "Wie zijn zonden bedekt, zal geen voorspoed kennen, maar wie ze belijdt en ze nalaat, zal barmhartigheid ondervinden." (Spreuken 28:13, WV1995) Bij de wedergeboorte vindt vergeving in het groot plaats. Daardoor verander je van identiteit: van zondaar tot gerechtvaardigde. Als je na je wedergeboorte zondigt blijf je de identiteit van een gerechtvaardigde houden, maar er is elke keer een soort vervolgbekering nodig als je gezondigd hebt: "... Keer terug naar mij - zegt de H EE R van de hemelse machten -, dan zal ik naar jullie terugkeren ..." (Maleachi 3:7, NBV2004)
Hoofdstuk 6.4. Rein geweten - 11 -
Herschepping 2.0
En ook van die 'dagelijkse' zonden moeten we ons in afschuw afkeren en ons toekeren naar God, in het geloof dat Hij de zonden zal vergeven op basis van het plaatsvervangend sterven van Jezus aan het kruis. Voor een wedergeboren gelovige is er voor de vergeving van zonden slechts één voorwaarde: ze belijden aan God. Vergeving vragen is op zich niet nodig, belijden is genoeg. Na het belijden volgt vergeving. Daar mag van uitgaan op grond van Gods Woord: "Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid." (1 Johannes 1:9, HSV2010)
Zonden belijden is niet altijd gemakkelijk
Echte schuldbelijdenis is niet gemakkelijk. Schuldbelijdenissen, die gemakkelijk over je lippen komen, gaan meestal niet zo diep. Het kanveel moeite en strijd kosten om vast gewortelde zonden op tafel te durven leggen, omdat je ze diep in je hart niet graag wilt opgeven. Vooral als je terugdeinst voor de consequenties van het afleggen van die zonden. Belijden van zonden houdt immers ook in dat je ernstig voorneemt om je gedrag overeenkomstig te veranderen. Misschien moet je het wel goedmaken met iemand en dat kan gezichtsverlies betekenen. Misschien is het wel heel vernederend om daadwerkelijk te breken met je zonden. Het kan ook zijn dat je wel schaamt voor je zonden, maar diep in je hart dezelfde zonde de volgende keer weer wilt doen. Wil je de prijs betalen om echt rein te worden voor God? Zie ook de volgende onderwerpen: - 'Zonde en schuld' in hoofdstuk 'Zonde" - 'Zonden belijden' in hoofdstuk 'Omgang met God'
6.4.8. Vergeving ontvangen God vergeeft
Elk zondebewust kind van God mag rekenen op de open, vergevende armen van zijn hemelse Vader. Geen zonde is te groot. Wees niet bang dat Jezus kapot zal zijn van wat je Hem vertelt. Hij is er al eens 'kapot' aan gegaan toen Hij aan het kruis stierf. Je houdt het niet voor mogelijk welke vreselijke zonden al bedekt zijn onder zijn bloed. Jouw zonden kunnen er ook nog wel bij. Het offer van Jezus was daarvoor meer dan voldoende. Maar vergeet nooit dat vergeving niet goedkoop wis. Jezus heeft er een bittere, dure prijs voor betaald door zelf de consequenties van jouw zonden te dragen die JIJ had moeten dragen... Wie met oprechte schuldbelijdenis bij God komt, ontvangt altijd vergeving, zodat beleden zonden vanaf dat moment nooit meer tussen God en de gelovige 'ex-zondaar' instaan. Toen de verloren zoon (uit de gelijkenis van Jezus) thuis kwam, ging de Vader zijn zoon niet eerst inpeperen wat voor een verdriet hij Hem had gedaan, hoeveel geld hij had opgemaakt en dat hij als een beest had geleefd. Niets van dat alles. De vader rende zijn zoon tegemoet en smoorde diens hakkelende schuldbelijdenis met tranen van blijdschap over zijn wederkomst. De zoon kwam niet bij zijn Vader 'op het matje' terecht, maar in Vaders armen (Lucas 15:20-24). Asjeblieft, denk ook aan die armen als je nog wat aan God te belijden hebt. God vergeeft graag, want Hij wil dat je vrij bent, vrij van de gebondenheid en vrij van de duisternis die zonde met zich meebrengt. God is dolblij als je de weg tot bevrijding en vergeving hebt gevonden.
Grondige vergeving
Gods vergeving is heel grondig; Hij komt nooit meer op eenmaal vergeven zonden terug. "Zover het oosten is van het westen, zo ver heeft Hij onze overtredingen van ons gedaan." (Psalm 103:12, HSV2010) "Hij zal al onze zonden werpen in de diepten der zee." (Micha 7:19, NBG1951)
Hoofdstuk 6.4. Rein geweten - 12 -
Herschepping 2.0
God doet onze zonden zover bij zich vandaan, dat Hij er zelf niet meer bij kan! God heeft natuurlijk een perfect geheugen, maar eenmaal vergeven zonden wist Hij volkomen uit zijn herinnering (Hebreeën 10:17-18). Breng vooral een eenmaal beleden zonde niet voor de tweede maal bij God, want dan weet God niet meer waar je het over hebt. Als je zonden beleden en vergeven zijn, vormen ze geen belemmering meer tussen God en jou. Dat is dan voorgoed een gepasseerd station. Einde bericht. Je kent waarschijnlijk het verhaal van David, die overspel had bedreven met Batseba en vervolgens haar man de dood injoeg om met haar te kunnen trouwen (2 Samuël 11). Dat was een vreselijke zonde, vooral voor een 'man van God'! David toonde berouw en God vergaf hem (2 Samuël 12). Vanaf dat moment was God de geschiedenis bij wijze van spreken WEL vergeten en keek Hij weer naar David als een rechtvaardig mens, zonder negatieve bijgedachten. Lees maar eens hoe God jaren na zijn dood over David sprak tegen de goddeloze koning Jerobeam: "Jij bent anders dan mijn dienaar David, die mijn geboden in acht nam, mij met heel zijn hart toegewijd was en altijd deed wat goed is in mijn ogen..." (1 Koningen 14:7-8, NBV2004) Nou ja, ALTIJD? Ja, want God had Davids misstappen vergeven en ... vergeten. God kan vergeten als Hij daarvoor kiest. Ook dat is iets wat God wel kan en wij niet. En zo gaat Hij ook met jouw zonden als je die beleden hebt. Verbaas je over de diepte van zijn vergeving en ... laat je hart erdoor bevrijden en van de resterende schuldgevoelens.
Vergeving accepteren
Evenals er bij de bekering geloof nodig was om nieuw leven te ontvangen, zo is er ook geloof nodig om de vergeving van beleden zonden aan te nemen. Sommige mensen vinden het zo moeilijk om Gods vergeving te accepteren, dat ze zichzelf straffen gaan opleggen. Boetedoening heet dat. Dat idee is al duizenden jaren oud. "Ofschoon zo'n zelfgemaakte religie, met haar zelfkastijding en minachting voor het lichaam, voor wijsheid moet doorgaan, is zij van geen waarde ..." (Kolossenzen 2:23, WV1995) Maar dat gebeurt echt niet alleen in kloosters. Veel mensen, die iets verkeerds hebben uitgespookt, blijven zichzelf jarenlang veroordelen en straffen, lang nadat God hen heeft vrijgesproken. Zelftuchtiging is volstrekt nutteloos en zelfs schadelijk. Willen we soms zelf de prijs betalen die Jezus allang betaald heeft? Het ruikt naar de trots van de oude natuur die niet uit genade wil leven, maar alles zelf wil opknappen. Het komt ook voort uit een gebrek aan geloof in het volmaakte offer van Jezus. Accepteer Gods vergeving dan ook in geloof en kom er ook niet meer op terug. Als je dezelfde zonde een tweede maal belijdt, is dat het bewijs dat je niet in Gods vergeving gelooft en dat doet God ongetwijfeld verdriet. Veel gelovigen vinden het heel moeilijk om vervolgens zichzelf te vergeven. Ze blijven maar rondlopen met schaamte over wat ze gedaan hebben, zodat de vrede van Gods vergeving niet tot hen doordringt. Is dat een vorm van boetedoening? Willen zij zichzelf een straf opleggen om zichzelf daarmee te rechtvaardigen? Het is soms heel moeilijk om uit genade te leven, om vergeving van God te accepteren zonder er iets tegenover te kunnen stellen. Toch moeten we dat leren. Als we onze zonden berouwvol aan God beleden hebben, heeft Hij ze vergeven op grond van het plaatsvervangend sterven van Jezus aan het kruis. Vanaf dat punt kunnen we weer opnieuw beginnen. Laten we dat asjeblieft ook accepteren, want daarvoor is Jezus nu juist naar ons toe gekomen! Voor oprecht beleden zonden geldt het volgende: "... Onze zonden werpt u in de diepten van de zee." (Micha 1:19, NBV2004) En als zonden vergeven zijn, bestaan ze niet meer voor God. Mocht je er bij God weer over beginnen, dan weet God niet meer waar je het over hebt...
Hoofdstuk 6.4. Rein geweten - 13 -
Herschepping 2.0
Rechtvaardigmaking
Bij iemands wedergeboorte ontvangt hij niet alleen vergeving van zonden, maar is er ook sprake van rechtvaardigmaking. Dat is niet hetzelfde als vergeving, zoals veel mensen denken, maar zo ongeveer het tegenovergestelde. Beide komen we ook tegen na elke schuldbelijdenis van bepaalde zonde. De werking van het kruis is altijd tweeledig: 1. Door je belijdenis van zonden breng je die zonden bij het kruis, waar Jezus je schuld heeft 'betaald' door zijn plaatsvervangend sterven. 2. De gerechtigheid van Jezus wordt jou toegerekend. Een voorbeeld van rechtvaardigmaking in de praktijk: Toen de verloren zoon uit de gelijkenis bij zijn vader kwam, zei deze niet: "Fijn dat je er weer bent, jongen. Ik vergeef je zonden, je staat niet meer bij me in de schuld, maar ga toch maar op kamers wonen en zoek maar een baantje, want ik vertrouw je voor geen cent meer." Integendeel: de vader gaf zijn zoon de allerbeste kleren en maakte er een groot feest van. Hij gaf hem zijn zegelring te dragen, waarmee hij zijn zoon weer in zijn oude positie herstelde. De vader vertrouwde hem weer volledig (Lucas 15:22-24). Zo doet God ook met jou en mij. Als je berouwvol bij Hem komt geeft Hij je weer het volste vertrouwen. Ben je dat vertrouwen waard? Nee, natuurlijk niet, maar Hij geeft het je wel. Zo is God. Vergeving kunnen we misschien nog wel een beetje begrijpen, maar rechtvaardigmaking gaat ons helemaal boven de pet. Dat is een mate van genade die zo ver uitstijgt boven wat we zelf kunnen opbrengen voor onze medemensen, dat we Gods genade absoluut niet kunnen peilen. En daarom praten we er ook te weinig over...
Vergeving schenken
Bij het Onze Vader gebed geeft Jezus slechts één kanttekening, en wel bij het gedeelte "vergeef ons onze schulden...": "Want indien gij de mensen hun overtredingen vergeeft, zal uw hemelse Vader ook u vergeven; maar indien gij de mensen niet vergeeft, zal ook uw Vader uw overtredingen niet vergeven." (Matteüs 6:14-15) Dit is een buitengewoon belangrijke opmerking die we serieus moeten nemen. Ga voor jezelf eens na of er mensen zijn, waar je boos op bent, omdat je van mening bent dat ze je iets hebben aangedaan. Je mag de Heilige Geest vragen of Hij je geheugen op dat punt wil opfrissen. Wat anderen je ook hebben aangedaan, rust niet voordat je hen hebt vergeven en zeg dat dan ook tegen je hemelse Vader. Als je er moeite mee hebt, vraag Jezus dan om hulp, die de zondelast van de hele wereld op zich heeft genomen en onschuldig de straf voor al die onsympathieke mensen heeft gedragen. Jezus weet precies waar je het over hebt en Hij begrijpt hoe moeilijk het kan zijn om te vergeven. Het heeft Hem ook bloed, zweet en tranen gekost om jou te vergeven, weet je nog? Wat anderen je ooit hebben aangedaan, rust niet voordat je diepgaande vergeving hebt kunnen geven, desnoods met pastorale hulp. Pas dan valt er een loden last van je schouders af, die een ernstige belemmering was voor je gebeden. Zie ook onderwerp 'Vergeven' in hoofdstuk 'Beproevingen'.
6.4.9. Onvergeeflijke zonden Opzettelijke zonden
De Bijbel maakt onderscheid tussen vergeeflijke en onvergeeflijke zonden ofwel tussen zonden en doodzonden. In het Oude Testament had God de mogelijkheid voor het zondoffer gegeven, maar dat was alleen voor onopzettelijke zonden (Numeri 15:22-29). Als iemand met voorbedachten rade zondigde was het zondoffer niet toereikend, maar moest zo iemand uit het volk worden vergestoten. "Maar wanneer iemand willens en wetens iets misdoet, of het nu een geboren Israëliet is of een vreemdeling, spot hij met de H E E R . Zo iemand moet uit de gemeenschap gestoten Hoofdstuk 6.4. Rein geweten - 14 -
Herschepping 2.0
worden, omdat hij geen ontzag getoond heeft voor de woorden van de H E E R en zijn geboden geschonden heeft. Zo iemand moet uitgestoten worden, hij moet de gevolgen van zijn zonde dragen.” (Numeri 15:30-31, NBV2004) Dit is een buitengewoon ernstige boodschap en een gedeelte dat we bijna niet durven te lezen. Wie heeft er nog nooit opzettelijk gezondigd? Opzettelijk zondigen wordt gelijkgesteld met opstandigheid tegenover God, waarbij we zijn gezag als het ware uitdagen. Wie zulke zonden heeft gedaan moet zich daar nadrukkelijk van bekeren omdat die een ernstige belemmering vormen in de relatie met God.
David en Batseba
De Bijbel geeft een duidelijk voorbeeld van de uitwerking van opzettelijke zonden. Dat vinden we in de geschiedenis van het overspel van koning David tegenover Batseba en de moord op haar wettige echtgenoot (1 Samuël 11). God heeft hem niet verstoten en wel zijn zonden vergeven. Maar let eens op welke lessen hij moest leren en lees wat God via de profeet Natan tegen Hem zei: "Welnu, voortaan zullen moord en doodslag in je koningshuis om zich heen grijpen, omdat je mij hebt getrotseerd en de vrouw van Uria tot vrouw hebt genomen. Dit zegt de H E E R : Je eigen familie zal een bron van ellende voor je worden. Je zult moeten aanzien dat ik je vrouwen aan een ander geef, aan iemand van je eigen familie. Die zal met je vrouwen slapen op klaarlichte dag. Jij hebt in het diepste geheim gehandeld, maar ik zal dit laten gebeuren ten overstaan van heel Israël en in het volle daglicht.’" (2 Samuël 12:10-12, NBV2004) Gelukkig toonde David berouw en God vergaf hem: "David antwoordde Natan: ‘Ik heb gezondigd tegen de H E E R .’ Toen zei Natan: ‘De H E E R vergeeft u die zonde, u zult niet sterven. Maar omdat u de vijanden van de H EE R aanleiding hebt gegeven tot laster, moet wel uw pasgeboren zoon sterven.’" (2 Samuël 12:13-14, NBV2004) Davids zoon, die in overspel bij Batseba verwekt was, zou sterven en Davids reputatie werd ernstig geschaad 1 Samuël 12). In 2 Samuël 13-19 kunnen we lezen over de ellende binnen zijn eigen gezin met als dieptepunt de opstand van Absalom. David moest een dure prijs betalen voor zijn opzettelijke zonden. Voor zover we weten heeft David deze fout daarna niet weer gemaakt. Laten het een waarschuwing voor ons allemaal zijn. Er zit een duur prijskaartje aan opzettelijke zonden.
Houding tegenover zonden
In principe kan elke soort zonde vergeven worden als die met oprecht berouw aan God wordt beleden. Dat geldt ook voor 'verbondsbreuk' met God, zoals wordt geïllustreerd in Ezechiël 16. Dat is een beeldverhaal over Israëls geestelijke overspel door andere goden achterna te lopen en dat na berouw door God is vergeven. Of zonden vergeven worden of niet hangt niet zozeer af van de aard en de ernst van de zonden, maar van de houding die je tegenover je zonden inneemt. Wie zijn zonden haat en ze belijdt, vindt vergeving. Wie zijn zonden koestert en niet wil opgeven, blijft in zijn zonden.
Lastering van de Heilige Geest
In het Nieuwe Testament wordt gesproken over de lastering tegen de Heilige Geest, waarvoor geen vergeving mogelijk is. Voor alle duidelijkheid: de term 'zonde tegen de Heilige Geest' komt niet in de Bijbel voor. In de Bijbel zien we een voorbeeld van deze onvergeeflijke soort zonde: het werk van God toeschrijven aan de duivel. Jezus zei hierover het volgende: "... wie gelasterd zal hebben tegen de Heilige Geest, die heeft geen vergeving in eeuwigheid, maar is schuldig en verdient het eeuwige oordeel. Want zij (=schriftgeleerden) zeiden: Hij heeft een onreine geest." (Marcus 3:29-30, HSV2010)
Hoofdstuk 6.4. Rein geweten - 15 -
Herschepping 2.0
Sommige mensen zijn bang dat ze de onvergeeflijke zonde tegen de Heilige Geest hebben bedreven. Alleen al het feit dat ze er bang voor zijn betekent volgens mij dat ze zo'n zonde NIET hebben gedaan. Mensen kunnen onder zeer moeilijke omstandigheden wel eens tijdelijk opstandig worden en gekke dingen zeggen of doen; echte afwijzing van Jezus gaat zover dat men niets (meer) met Hem te maken wil hebben, en zo ver komen de meeste gelovigen nooit!
Verharding van het hart
Het radicaal en tegen beter weten in afwijzen van Jezus is een onvergeeflijke zonde. Als iemand zich bewust en definitief afkeert van God is er geen weg terug, omdat zijn hard zich dan zo verhardt dat hij zich afsluit voor de mogelijkheid van vergeving. Dat leidt tot een onvoorwaardelijke veroordeling in het hiernamaals. Een voorbeeld van verharding van hart vinden we bij de farao ven Egypte. In eerste instantie was het de farao zelf die zijn hart verhardde, telkens wanneer Mozes en Aäron hem namens God vroegen om het volk Israël te laten gaan. Dat waren zijn eigen keuzen. Bij de volgende plagen lezen we dat God zijn hart verder verhardde. "Maar toen Farao zag, dat er verlichting was ingetreden, liet hij zijn hart niet vermurwen en luisterde niet naar hen – zoals de H E R E gezegd had." (Exodus 8:15, NBG1951) "Maar de H E R E verhardde het hart van Farao, zodat hij de Israëlieten niet liet gaan." (Exodus 10:20, NBG1951) De farao was te ver gegaan en daarna was er geen weg terug meer. Ook vandaag de dag kunnen mensen in zo'n vreselijke conditie terecht komen.
6.4.10. Goedmaken na zondigen Zonden belijden tegenover mensen "Wie zijn zonden bedekt, zal geen voorspoed kennen, maar wie ze belijdt en ze nalaat, zal barmhartigheid ondervinden." (Spreuken 28:13, WV1995) Als je gezondigd hebt tegenover mensen is het vaak nodig dat je je zonden ook aan die mensen belijdt. Als de ander op de hoogte is van wat je hem hebt aangedaan, is het zonder meer nodig om naar hem toe te gaan, hoe moeilijk dat ook kan zijn. Zonden belijden tegenover mensen is meestal moeilijker dan het aan God vertellen. Als je aan mensen je zonden belijdt is het volgende belangrijk: er niet omheen draaien, maar concreet en duidelijk vertellen wat je fout hebt gedaan geen excuses opsommen, waardoor je het toch nog een beetje goed praat niet de ander beschuldigen omdat die ook wel een en ander heeft fout gedaan Zet er vervolgens iets tegenover waarbij ten minste de geleden schade wordt vergoed. In de oudtestamentische levenswetten zien we steeds dat de Israëlieten bij die gelegenheden de geleden schade ruim moesten vergoeden. We hebben het hier vooral over uiterlijke zonden. Als je bijvoorbeeld verkeerde gedachten tegenover een ander hebt gekoesterd, is het niet altijd wijs om die op te biechten. Stel dat je tegen je buurvrouw zegt: "Ik moet je een zonde belijden. Gisteren zag ik je naar buiten komen en ik dacht bij mezelf: wat is ze toch een lelijk mormel! Wil je me vergeven dat ik dit van je gedacht heb?" Ik ben bang dat de relatie daardoor niet echt beter zou worden...
Voorbeeld van goedmaken
In een afkickcentrum voor drugverslaafden werkte enige tijd geleden iemand die bezig was een schuld van 15,000 Euro af te lossen. Hij wilde aan zijn familieleden en vrienden het geld terug betalen dat hij van hen had gestolen of onder valse voorwendselen had 'geleend'. Hij was bereid een hoge prijs te betalen voor een zuiver geweten. Dat is het soort bekering waar God vreugde in heeft. Hoofdstuk 6.4. Rein geweten - 16 -
Herschepping 2.0
Zulke mensen brengen het ver in Gods Koninkrijk. Welke prijs ben jij bereid om te betalen voor een zuiver geweten?
Van zonde naar gerechtigheid
Als we echt berouw hebben over onze zonden, hebben we een oprecht voornemen om die zonden niet meer te doen. Maar veel mensen zijn zo druk bezig te vechten tegen hun zonden dat ze geen aandacht schenken aan de positieve kant van de zaak. We gaan kijken naar een paar voorbeelden, om positief met ons geweten om te gaan. Lees maar wat Paulus schreef over de zonde van diefstal: "Wie gestolen heeft, moet niet meer stelen, maar zich liever inspannen om met de handen goed werk te doen, om iets te kunnen delen met wie gebrek heeft." (Efeziërs 4:28, HSV2010) Door het tegenovergestelde te doen leer je dat positief gedrag veel meer voldoening geeft dan het zondigen. De voldoening van het geven is groter dan de voldoening over de opbrengst van de diefstal. Dat is de Bijbelse weg. Door dit principe toe te passen kan met recht het kwade door het goede worden overwonnen. Nog een paar voorbeelden waarin je kunt veranderen als je kiest het goede te doen in plaats van het verkeerde: niet roddelen, maar goed spreken over mensen niets meer stiekem doen, maar transparant willen zijn voor de mensen om je heen niet meer vitten op mensen, maar hen welgemeende complimenten geven voor wat ze goed doen anderen niet kwetsen, maar opbeuren en bemoedigen niet steeds anderen willen overtreffen, maar hen helpen zelf succes te hebben niet meer klagen en mopperen, maar dankbaar zijn en dat ook uiten Zoals je ziet, het gaat vaak om de kleine dingen van het dagelijks leven, maar die zijn ook o zo belangrijk.
6.4.11. Terechtwijzing Terechtwijzing en correctie
Als we geneigd zijn tot bepaalde zonden, hebben we correctie nodig, om ons leven weer recht te zetten. Die correctie van Godswege (of tuchtiging, zoals de NBG1951 vertaling dat noemt) is bedoeld om ons op te voeden tot volwassen inzicht, zoals we lezen in: "De terechtwijzing door de H E E R , mijn zoon, moet je niet verwerpen en je moet niet neerslachtig worden van zijn kastijding, want wie Hij liefheeft wijst de HE E R terecht, zoals een vader dat doet met zijn geliefde zoon." (Spreuken 3:11-12, WV1995) Het doel van Gods terechtwijzing is aanscherping van het geweten en terugkeer tot goed gedrag. Zo nodig past onze hemelse Vader correctieve maatregelen toe door ons bepaalde dingen te laten meemaken, waardoor we tot zondebesef komen en gaan leren om die zonden voortaan na te laten. Dat is dus geen vergeldingsstraf. Daar is elke gelovige van vrijgesteld, want de vergeldingsstraf heeft Jezus voor ons gedragen. In de Bijbel vinden we voorbeelden van gebeurtenissen die God toeliet om mensen een heilzame les te leren: Jakob werd door zijn oom Laban bedrogen als herinnering aan zijn eigen bedrog tegenover zijn vader om de zegen te verkrijgen. Tijdens zijn langverwachte eerste huwelijksnacht vond hij de verkeerde vrouw in bed (Genesis 29:21-27). Het was tegelijk een waarschuwing om niet meer te bedriegen. David kreeg problemen in zijn gezin vanwege zijn overspel met Batseba; later zou zijn zoon Absalom openlijk overspel plegen met Davids bijvrouwen (1 Samuël 12:11-12). Zacharias kon een tijd lang niet praten omdat hij met ongeloof had gereageerd op de boodschap van de engel Gabriël (Lucas 1:20).
Hoofdstuk 6.4. Rein geweten - 17 -
Herschepping 2.0
Het kwaad straft zichzelf
Dit bekende spreekwoord heeft betrekking op een morele natuurwet. Door te zondigen onttrekt een mens zich tot op zekere hoogte aan de invloedsfeer van God, want God haat het kwade. Daarmee staat hij tegelijk meer bloot aan de invloedsfeer van de satan. Hoe dichter bij God, hoe meer bescherming tegen het kwade; hoe dichter bij de satan, hoe kwetsbaarder voor onheil. Daarom is het soms moeilijk om na te gaan of een gelovige iets overkomt doordat 'het kwaad zichzelf straft' of dat God doelbewust bepaalde omstandigheden stuurt. Ook de volgende Bijbelse spreuk wijst in die richting: "Wie vaak terechtgewezen wordt en toch hardnekkig blijft, wordt plotseling geveld, zonder kans op redding." (Spreuken 29:1, NBV2004) Het is gevaarlijk om terechtwijzing af te wijzen.
Correctie in de opvoeding
In het Bijbelboek Spreuken lezen we heel wat aanwijzingen over tucht bij de opvoeding van kinderen. Voorbeelden: "Wie terugdeinst voor straffen, houdt niet van zijn kind, maar wie het liefheeft, straft het, al is het jong." (Spreuken 13:24, GNB1996) De meer letterlijke Bijbelvertalingen hebben het hier over straffen met een roede of stok als manier van straffen. In onze tijd is de pedagogische tik in de ban gedaan vanwege het risico op kindermishandeling. Natuurlijk promoot Gods Woord niet het mishandelen van kinderen: "Straf je kinderen zolang het nog zin heeft, maar ga niet zo ver dat je ze schade doet." (Spreuken 19:18, GNB1996) Maar billenkoek als een kind het verdiend heeft, is absoluut niet verkeerd en kan juist heel heilzaam zijn. Helaas zijn er veel Bijbellezers die het beter weten dan de Bijbel; zij onderschatten het veel grotere onheil dat het gevolg is van het NIET straffen. "Bespaar een kind de straf niet; van een stokslag gaat hij niet dood. Je geeft hem wel slaag, maar het is zijn redding." (Spreuken 23:13-14, GNB1996) "Stokslagen en vermaningen maken iemand wijs; een kind dat aan zichzelf wordt overgelaten, maakt zijn moeder te schande ... Voed uw kind met strengheid op en hij zal u geen zorgen geven, hij zal een vreugde voor u zijn." (Spreuken 29:15,17, GNB1996) Natuurlijk moeten we uit de genoemde teksten niet constateren dat straffen perse moet gebeuren met lijfstraffen, maar lijfstraffen zijn heel acceptabele opties, zolang het welzijn van het kind centraal staat en niet de boosheid of onmacht van de straffer. Deze gedachten staan haaks op de gangbare gedachten van deze tijd. Tegelijk zijn er in deze tijd meer ontspoorde jongeren dan ooit en de instanties voor jeugdzorg krijgen elk jaar meer aanvragen. Jongeren groeien op in overvloed en worden meer verwend dan alle generaties jongeren voor hen terwijl ze nauwelijks gecorrigeerd worden. Echt, de Bijbelse adviezen zijn zo gek nog niet. Laten we de Bijbel vooral lezen met een open hart en ons niet laten verblinden door de waan van onze cultuur die heel ver afstaat van Gods Woord.
Terechtwijzing: een negatief begrip?
Evenals correctie noodzakelijk is om kinderen te laten opgroeien tot sociale mensen met een gezonde levensstijl, hebben gelovigen van tijd tot tijd ook correcties nodig. Als iemand wordt wedergeboren, is hij in geestelijk opzicht een baby die moet opgroeien tot een volwassen gelovige. Het kan niet anders of hij gaat in geestelijke zin door dezelfde soorten leerprocessen als kinderen gedurende hun jonge jaren.
Hoofdstuk 6.4. Rein geweten - 18 -
Herschepping 2.0
Het terechtwijzen van iemand die zich verkeerd gedraagt in de kerkelijke gemeente is een Bijbelse opdracht: "En wij roepen u ertoe op, broeders, hen die ordeloos leven terecht te wijzen ..." (1 Tessalonicenzen 5:14, HSV2010) Begrippen als vermanen en terechtwijzen komen we geregeld in de Bijbel tegen, vooral in de brieven van Paulus. Ik denk dat er zelden een tijd is geweest dat deze begrippen zo sterk genegeerd worden als vandaag de dag. De verklaring is heel eenvoudig: we leven in de tijd van wetteloosheid en wetteloosheid, die kenmerkend is voor de periode vlak voor de wederkomst van Jezus (Matteüs 24:12). Onze maatschappij is dwangmatig tolerant ten opzichte van het kwade, want iedereen mag alles doen waar hij zich goed bij voelt. Er wordt alleen ingegrepen als de rechten van anderen worden aangetast. Deze denkwijze heeft ook invloed op het denken van gelovigen, veel meer dan we denken. We willen niet betutteld worden, niet door de overheid en niet door de leidinggevenden binnen onze kerk. Verschillen van inzicht mogen immers naast elkaar bestaan? Ieder kerklid is mondig genoeg om zelf te bepalen hoe hij wil leven. Een donderpreek is niet zo erg, die zijn we zo weer vergeten, maar persoonlijke terechtwijzing accepteren we niet, want we willen niet afgewezen worden. Iedereen weet toch hoe mensen kunnen lijden onder afwijzing? Onze gevoelens zouden eens beschadigd kunnen worden... Het is vooral Jay Adams geweest, die in de zeventiger jaren een lans brak voor Bijbelse terechtwijzing in het pastoraat. Hij kwam op tegen de vernietigende invloed van de bekende psychotherapeut Freud, waardoor mensen de verantwoordelijkheid voor hun problemen zo gemakkelijk gingen afschuiven naar hun omgeving. De invloedrijke Freud noemde zichzelf een volkomen goddeloze Jood en een hopeloze heiden. Hij heeft met zijn ideeën de strijd aangebonden tegen het op Gods Woord gebaseerde pastoraat van predikanten en helaas niet zonder succes. Veel seculiere therapeuten doen dagelijks hun best om hun cliënten wijs te maken wie er allemaal verantwoordelijk zijn voor hun problemen (ouders, opvoeders, huwelijkspartners, enzovoort). Daardoor leren die cliënten misschien wel om een beetje beter met hun probleem om te gaan, maar vaak ten koste van relaties en zonder het echte probleem op te lossen. En dat is zonde. "Wie zich laat terechtwijzen, is op weg naar een gelukkig leven, wie zich niet berispen laat, bevindt zich op een dwaalspoor." (Spreuken 10:17, NBV2004)
Terechtwijzing en pastoraat
Bijbelse terechtwijzing is een buitengewoon belangrijk onderdeel van Bijbels pastoraat is en biedt een effectieve oplossing voor diepgaande problematiek. Bijbelse terechtwijzing is altijd gericht op het welzijn van de ander. Lees eens hoe Paulus het in praktijk bracht: "... en bedenk dat ik drie jaar lang, nacht en dag, niet heb opgehouden iedereen onder tranen terecht te wijzen. En nu, broeders, ik draag u op aan God en aan het woord van Zijn genade..." (Handelingen 20:31-32, HSV2010) Dit is geen terechtwijzen met het strenge, opgeheven vingertje. Terechtwijzing is ook niet bedoeld om iemand beschaamd te maken, maar om een ontspoorde gelovige weer op het goede spoor te krijgen. "Ik schrijf dit alles niet om u te beschamen, maar om u als mijn geliefde kinderen terecht te wijzen…" (1 Korintiërs 4:14, NBV2004) Dit is zuivere pastorale bewogenheid en mensen verder op weg helpen om met God te wandelen, tegelijk streng en liefdevol! Het doel van terechtwijzing is: Het licht van Gods Woord laten schijnen over de persoon en zijn manier van denken en handelen in de gegeven levensomstandigheden.
Hoofdstuk 6.4. Rein geweten - 19 -
Herschepping 2.0
De persoon op grond van de Bijbel aanspreken op zondig gedrag of het vasthouden aan verkeerde manieren van denken. De persoon op weg helpen om zijn zonden te belijden, waardoor Gods kracht in de persoon vrijkomt om hem verder te helpen. De persoon aansporen om de leugen af te wijzen en Gods waarheid als leidraad te hanteren. De persoon aanmoedigen om op God gericht te leven en de rechte weg te bewandelen, zodat hij zijn doel zal bereiken en Gods zegen zal ervaren.
Vooral door het aspect van zonden belijden en vergeving ontvangen heeft Bijbelse terechtwijzing grote genezende waarde, waardoor er een werkelijke oplossing ontstaat voor de scheefgroei in mensenlevens. En bij scheefgroei is er vrijwel altijd een element van zonde dat een belangrijke rol speelt. En voor zonden heeft de Bijbel een duidelijke, concrete oplossing: het kruis van Jezus
Hoofdstuk 6.4. Rein geweten - 20 -
Herschepping 2.0
6.5. Waarheid en leugen Een goed fundament van waarheid is nodig voor een gelovige om hem in staat te stellen de vele leugens te ontmaskeren en te bestrijden, die op hem afkomen. Leugens zijn misschien wel de gevaarlijkste wapens waarmee de satan gelovigen probeert te laten struikelen. Veel leugens zijn moeilijk te herkennen, vooral als ze vermengd worden met een beetje waarheid. Ze komen ook binnen de eigen kerkelijke kring voor. Gelovigen zijn geroepen om eerlijk te zijn en vooral ook echt. 6.5.1. Wat is waarheid? 6.5.2. Fundament van waarheid 6.5.3. Wereldse leugens 6.5.4. Strijd om de gedachten 6.5.5. Satanische leugens 6.5.6. Christelijke leugens 6.5.7. Dwaalleringen 6.5.8. Bevrijding van leugens 6.5.9. Eerlijkheid 6.5.10. Echtheid
Hoofdstuk 6.5. Waarheid en leugen - 1 -
Herschepping 2.0
6.5.1. Wat is waarheid? Waarheidsvragen
De joodse leiders hadden Jezus gearresteerd en voor het gerecht gesleept. Zij wilden Hem ter dood laten brengen en Pilatus had de moeilijke taak om deze rechtszaak te behandelen. Als een onderdeel van dat proces had Pilatus een persoonlijk gesprek met Jezus om Hem te bevragen over de kern van zijn identiteit: zijn koningschap. "Pilatus zei: ‘U bent dus koning?’ ‘U zegt dat ik koning ben,’ zei Jezus. ‘Ik ben geboren en naar de wereld gekomen om van de waarheid te getuigen, en ieder die de waarheid is toegedaan, luistert naar wat ik zeg.’ Hierop zei Pilatus: ‘Maar wat is waarheid?’" (Johannes 18:37-38, NBV2004) Vervolgens liep Pilatus naar buiten om tegen de menigte te zeggen dat Jezus onschuldig was. Even later stemde hij in met zijn terechtstelling. Uit deze geschiedenis komen de volgende dringende vragen naar boven: 1. Wat is waarheid? 2. Hoe herken je de waarheid? 3. Wat doe je met de waarheid? Dat zijn vragen van levensbelang en het is goed om het beste antwoord te vinden op elk van deze drie vragen.
Materiële waarheid
Materiële waarheid is gekoppeld aan de waarneembare werkelijkheid en alles wat logisch te beredeneren valt. De meeste wetenschappers hebben zich vooral beziggehouden met de materiële wereld om daar hun waarnemingen en metingen te verrichten. Maar wetenschappers, die niet verder kijken dan het materiële, hebben geen antwoord op diepere levensvragen. Mensen zijn op zoek naar die antwoorden en alleen vanuit religies en godsdiensten worden serieuze zoektochten ondernomen om die antwoorden te vinden. Zij zoeken die op het spirituele vlak en houden terecht rekening met de geestelijke dimensie. Samenlevingen die zich alleen richten op materiële zaken en religies uitbannen zijn de meest ontaarde samenlevingen die we in de loop der geschiedenis zijn tegengekomen. Vooral in de vorige eeuw hebben we de verwoestende uitwerking gezien van politieke systemen die antigodsdienstig waren. De bekendste zijn: 1. de Sovjet-Unie (communisme) 2. het Duitse Rijk van Hitler (nationaal socialisme) 3. de Chinese Volksrepubliek (communisme, maoïsme) 4. de huidige volksrepubliek van Noord-Korea (communisme, het Juche systeem van zelfredzaamheid) Er wordt wel eens beweerd dat religies leiden tot oorlogen. Het zijn juist deze en andere antigodsdienstige regimes die tientallen miljoenen mensen hebben uitgemoord of een vroegtijdige dood hebben laten sterven door verhongering, concentratiekampen, slavernij, enzovoort. Met alleen materiële waarheid komen we dus letterlijk op een doodlopende weg terecht.
Historische waarheid
Een andere soort waarheid is historische waarheid. We hebben het dan over de beschrijving van feiten en gebeurtenissen. Geschiedkundigen vertellen wat er ooit is gebeurd en hoe het is gebeurd. Op het eerste gezicht lijken hun beschrijvingen waarheidsgetrouw, maar de betrouwbaarheid hangt sterk af van de keuzen die de geschiedschrijver maakt uit het beschikbare materiaal en van zijn eigen levensbeschouwing. Geschiedenissen worden nogal eens herschreven om beter aan te sluiten bij wat mensen willen horen. Het is dus niet zo eenvoudig om uit te maken of een geschiedenis ook echt de objectieve waarheid vertelt. Denk maar aan de discussie die ontstond toen er canon van de
Hoofdstuk 6.5. Waarheid en leugen - 2 -
Herschepping 2.0
Nederlandse geschiedenis werd vastgesteld. Iedereen heeft zo zijn eigen ideeën over wat de belangrijkste feiten uit onze geschiedenis zijn. Het NOS journaal is geacht een objectieve weergave van de recente gebeurtenissen te geven. Toch ligt het er duimendik bovenop dat de overheersende levensbeschouwing bij de media een seculiere levensbeschouwing is. Met als gevolg dat je in het nieuws relatief weinig positief nieuws tegenkomt over religie en veel nieuws over seculiere stokpaardjes, zoals vrouwenemancipatie, homoemancipatie, kritiek op alles wat christelijk is, kritiek op Israël, kritiek op de overheid en het overbelichten van conflicten tussen regeringspartijen en bevolkingsgroepen. Daarom is het vandaag de dag belangrijk om naast het seculiere nieuws betrouwbare nieuwsbronnen te hebben, om te voorkomen dat je overspoeld wordt met een vertekend beeld van de werkelijkheid. We hebben toegang tot een bijna oneindige berg met informatie via het internet, maar ook daar zit van alles tussen en niet alles is betrouwbaar. Enkele persoonlijke tips: 1. Lees een goede krant, met commentaren op het nieuws en opinies van mensen die nadenken. Zelf heb ik veel aan het Nederlands Dagblad omdat je daarin goed onderbouwde en gebalanceerde columns en artikelen tegenkomt, en ook de opiniepagina helpt je om actuele zaken van meerdere kanten te bekijken, en vooral vanuit het christelijk perspectief (zie ook www.nd.nl). 2. Wees geïnformeerd over wat er in de christelijke wereld gebeurt. Naast allerlei tijdschriften die verschillende kerkelijke kringen vertegenwoordigen is er ook het Christelijk Informatie Platform (www.cip.nl) met bijna dagelijks een nieuw, goed leesbaar nieuwsbulletin over uiteenlopende gebeurtenissen binnen en rondom de 'christelijke wereld'. 3. Wees goed geïnformeerd over Israël, want vooral daarover geven de seculiere media een eenzijdig negatief beeld. Zelf raad ik het behoorlijk gebalanceerde tijdschrift Israël Today aan, met het nieuws dat anderen niet brengen (zie ook www.israëltoday.nl).
Spirituele waarheid
Met alleen materiële waarheid komen we dus niet terecht bij wat het hart van mensen het diepste raakt. Om te weten wat er in het verleden is gebeurd en wat er vandaag de dag om je heen gebeurt heb je betrouwbare bronnen nodig, dus mensen of organisaties die je vertrouwt. Met spirituele waarheid ligt het nog moeilijker, want er zijn heel wat groepen mensen die de weg tot het ware geluk menen te weten en die spirituele waarheden zeggen te verkondigen. Daarvoor geldt nog veel sterker: waar halen ze hun kennis vandaan? Van wie kun je zeker weten dat ze je de juiste weg wijzen? En dan de hamvraag: is er een absolute spirituele waarheid die 100% waterdicht is? Hebben alle religies gelijk of hebben ze allemaal een beetje gelijk? Of is er één religie die de echte waarheid brengt en daarmee alle andere religies tot leugen mag verklaren? Of moet iedereen maar zelf bepalen wat waarheid is? Veel mensen steigeren als er iemand beweert dat hij met de absolute waarheid aankomt. Zij vinden dat er geen absolute waarheid bestaat. Dat is een vreemde stelling, want zodra iemand zegt dat er geen absolute waarheid bestaat, spreekt hij op dat moment zelf een absolute waarheid uit, die ook moeilijk te bewijzen is. Bovendien is het aannemelijker te maken dat er WEL een absolute waarheid bestaat. Is er dus toch een absoute waarheid waar we van op aan kunnen? In de volgende onderwerpen willen we hier verder op ingaan.
6.5.2. Fundament van waarheid Waarheid is ... persoonlijk
Waarheid is naar mijn overtuiging niet alleen objectief, beredeneerbaar en verstandelijk, maar ook afhankelijk van de bron en de persoon die iets als waarheid aanbiedt. Tijdens de tweede wereldoorlog geloofden de meeste Nederlanders niet wat er in de kranten stond, omdat ze de media niet vertrouwden die door de Nazi's gedomineerd werden. Waarheid heeft dus veel te maken met de be-
Hoofdstuk 6.5. Waarheid en leugen - 3 -
Herschepping 2.0
trouwbaarheid van degene die zegt de waarheid te spreken en de mate waarin we de persoon kennen.
Jezus is de waarheid
Gods waarheid (vooral vertolkt in de Bijbel) heeft niet een filosofie of manier van denken als basis, maar een persoon: Jezus, die van zichzelf gezegd heeft: "Ik ben de weg, de waarheid en het leven..." (Johannes 14:6, NBG1951) Jezus heeft ons geen religie of godsdienst gebracht, geen heilig boek met de stellige bewering dat dat boek de enige echte waarheid was, maar Hij kwam ... om zichzelf te brengen. Hij was zelfs bereid om zijn leven te geven, niet voor de waarheid, maar voor de mensheid. Jezus was zelf de waarheid en iedereen van zijn tijdgenoten kon dat met eigen ogen waarnemen: Ze luisterden naar zijn woorden die voor iedereen te begrijpen waren: voor eenvoudige mensen niet te ingewikkeld en voor ontwikkelde mensen niet te simpel. Ze zagen alles wat Hij deed, want Hij leefde gewoon als onopvallend mens tussen de mensen. Hij besteedde veel tijd aan vriendschappen, sprak met mensen uit alle lagen van de bevolking. Hij was transparant en beschikbaar voor iedereen die zijn hulp zocht. Ze zagen zijn wonderen, meer wonderen en grotere wonderen dan ooit, waarmee Hij bewees niet zo maar een mens te zijn, maar de Zoon van God, Medeschepper van hemel en aarde. Ze moesten constateren dat er een volkomen harmonie was tussen zijn woorden en daden. Hij gaf zichzelf niet het voorrecht dingen te doen die voor anderen verboden waren. Hij was integer en had een onbesproken gedrag. Zelfs zijn vijanden moesten dat toegeven. Zie meer over Jezus in deel 4: 'Jezus'.
Jezus is geloofwaardig
Al met al moeten we constateren dat Jezus een erg geloofwaardig persoon was. Ik daag je uit om een geestelijk leider of stichter van een godsdienst, religie of filosofie, of een willekeurig ander persoon te noemen: die oprechter, onbaatzuchtiger en liefdevoller was dan Jezus die zichzelf zo totaal heeft gegeven om de meest afschuwelijke marteldood te sterven om voor hen de weg te openen naar God die na zijn dood weer is opgestaan, wat door veel verschillende getuigen is bevestigd Vergelijk bijvoorbeeld eens de levens van Jezus en Mohammed en trek daaruit je conclusies over de betrouwbaarheid van hun beweringen. Bij wie van de twee zou je je het veiligst voelen? Wie van de twee was het meest begaan met jouw welzijn? Ik daag je bovendien uit om een godsdienstige boodschap te laten zien die rijker van inhoud is dan die van Jezus. Persoonlijk geloof ik dat er op de aarde nooit iemand heeft geleefd die zo vertrouwenswaardig is als Jezus. Er is niemand die ooit op aarde geleefd heeft die zelfs maar in zijn schaduw kan staan. Tenslotte nog een filosofisch argument over de waarheidsvraag. Als Bijbelgetrouwe gelovigen weten we dat er buiten God de Schepper niets is, dus ook geen objectieve maatstaf voor de waarheid. God, de bron van de waarheid is ook de maatstaf voor de waarheid. Er is dus geen waarheid buiten God om en de waarheid heeft altijd een relatie met een Persoon: onze Schepper.
Waarheid vraagt om een reactie
Maar het begrip waarheid, zoals we het in de Bijbel tegenkomen, gaat verder. Het is niet alleen informatie die je tot je kunt nemen, maar het vraagt ook om een reactie, namelijk om die waarheid te accepteren en er iets mee te doen. Laat ik een voorbeeld geven. Stel dat je beste vriend je belt en zegt: "Ik ben ernstig ziek en heb het erg moeilijk." Dat is geen kille informatie die je voor kennisgeving aanneemt. Maar omdat die vriend veel voor je betekent, weet je dat je er iets mee moet doen. Je maakt dus een plan om hem op te zoeken en hem te helpen. Als de Bijbelse boodschap tot je door gaat dringen dat er alleen leven is in Jezus (Johannes 14:6; Johannes 3:16), en je accepteert die
Hoofdstuk 6.5. Waarheid en leugen - 4 -
Herschepping 2.0
waarheid, dan zoek je net zolang totdat je dat leven hebt gevonden en ga je daarna dat leven léven en doorgeven aan anderen. Jezus bad tot God, de Vader: "Heilig hen (=gelovigen) door Uw waarheid; Uw woord is de waarheid." (Johannes 17:17, HSV2010) Gelovigen onderscheiden zich van ongelovigen doordat zij Gods waarheid hebben aanvaard als een solide, betrouwbaar en eeuwig fundament onder hun leven en die waarheid vervolgens toepassen. Daarom spreekt de Bijbel over 'wandelen in de waarheid' en 'wandelen in het licht'. "Groter blijdschap ken ik niet, dan dat ik hoor dat mijn kinderen in de waarheid wandelen." (3 Johannes 4, NBG1951) Gods waarheid is heilzaam, verhelderend en de basis voor stabiel levensgeluk. Het geeft diepgang en structuur aan je leven. Maar waarom wordt Gods waarheid door zoveel waarheidzoekende mensen niet verwelkomd? Omdat die mensen heel goed weten dat die waarheid niet los te koop is, maar een appèl op hen doet om hun leven te laten veranderen. En dat willen ze niet, want zij willen baas in eigen leven zijn. Daarom verwerpen zij de waarheid van de Bijbel en bedenken ze een eindeloze reeks redenen waarom ze die waarheid niet 'kunnen' accepteren. Ze kunnen het wel, maar ze willen het niet. Ze stellen liever hun eigen waarheid samen uit wat ze van her en der verzameld hebben. Het klinkt ook veel beter om je eigen waarheid te hebben. Dat bevestigt je eigen zelfstandigheid. Afhankelijkheid van God is iets voor watjes, die religie nodig hebben als een kruk om op te leunen. Denken ze.
Is er toch een absolute waarheid?
De Bijbel een belangrijke bron van Gods waarheid en tegelijk een openbaring van wie God zelf is. Enkele belangrijke pijlers van Gods waarheid zijn: God is de Schepper van alles wat bestaat. Alle ellende die we in de wereld tegenkomen is het directe of indirecte gevolg van de zonde. Jezus heeft het zondeprobleem in principe opgelost door aan een kruis te sterven voor de mensheid en zo de zondeschuld van de wereld op zich te nemen. Daardoor kan de relatie met God op individuele basis worden hersteld. Door geloof in Jezus komt men in een zegenrijke relatie met God te staan en ontvangt men eeuwig leven in verbondenheid met Hem. In Jezus kunnen mensen het hoogst denkbare geluk ervaren en de ultieme zingeving voor hun leven. Jezus is de enige weg tot God en tot het volmaakte leven zoals de Schepper het bedoeld heeft. En hierin zijn wezenlijke antwoorden te vinden op de diepste vragen van de mens. Gods waarheid is een betrouwbaar fundament waar je mee kunt leven en sterven.
Gods Woord
Ik geloof dat Gods Woord de onfeilbare waarheid is, ook al is het moeilijk om uit te leggen wat dat precies inhoudt. Gods waarheid is oneindig zuiver, omdat God oneindig zuiver is. Gods waarheid is oneindig diep omdat God oneindige diepgang heeft. Gods waarheid is bovendien geestelijk van aard. Daarom kan Gods waarheid nooit volledig door beperkte en aards denkende mensen worden bevat. Alleen door de Heilige Geest kan de gelovige de waarheid tot op zekere hoogte leren verstaan. "... wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid." (Johannes 16:13, NBG1951) Persoonlijk geloof ik dat Gods Woord waar is, ongeacht de mate waarin wij als mensen die waarheid kunnen begrijpen of in ons op kunnen nemen. Dat is tegelijk het spannende en het boeiende van Gods Woord. Je raakt er nooit op uitgekeken! Zie meer hierover in hoofdstuk 'Bijbel'.
Hoofdstuk 6.5. Waarheid en leugen - 5 -
Herschepping 2.0
Andere religies
Vanwege de waarheidsclaim van de Bijbel is het niet mogelijk om de Bijbelse waarheid te vermengen met het gedachten die we bij andere religies vinden en die de Bijbelse waarheid tegenspreken. Per definitie beschouwen christenen die als leugens. Dat klinkt natuurlijk erg intolerant en intolerantie is de ergste zonde binnen een cultuur waarin iedereen alles moet kunnen doen en bedenken wat hij wil. Maar het is niet anders. Elke Bijbellezer weet dat de Bijbel duidelijke tegenstellingen laat zien tussen waarheid en leugen, tussen goed en kwaad. Mensen hebben de vrije keus om dat te accepteren of te verwerpen. Als christengelovigen dienen we mensen met andere levensbeschouwingen en religies te respecteren en lief te hebben. Verder zijn er natuurlijk niet alleen maar tegenstellingen, maar ook gemeenschappelijke denkbeelden. Een inhoudelijk dialoog met andere religies is meestal zinloos. Het ontaardt niet zelden in een machtsspel dat nergens toe leidt. Nergens roept de Bijbel op tot zulke dialogen, wel om te getuigen van de waarheid in combinatie met een getuigende levensstijl.
6.5.3. Wereldse leugens Verduisterd verstand
Bij mensen die niet verlicht zijn met Gods waarheid is het verstand verduisterd: "... in de zinloosheid van hun denken, verduisterd in het verstand, vervreemd van het leven dat uit God is, door de onwetendheid die in hen is, door de verharding van hun hart." (Efeziërs 4:17-19, HSV2010) "Hun overpeinzingen zijn volkomen zinloos en hun onverstandig hart is verduisterd. Terwijl ze beweren wijs te zijn, zijn ze dwaas ... Ze hebben de waarheid van God ingewisseld voor de leugen." (Romeinen 1:22,25, NBV2004) We kunnen het ook andersom zeggen: ze zien Gods waarheid niet omdat ze verblind zijn door de leugens van de wereld, die worden gepromoot door de aartsleugenaar van alle tijden: de satan: "Zij geloven niet omdat de god van deze wereld (=satan) hun geest heeft verblind. Daardoor kunnen zij de lichtstralen niet opvangen van het evangelie dat de heerlijkheid verkondigt van Christus, die het beeld is van God." (2 Korintiërs 4:4. GNB1996) Door de verduistering van hun verstand en de blindheid van hun hart (dus ook het geweten, het verstandsaspect van het hart) hebben ze geen verweer tegen de zondige, zelfzuchtige verlangens en gedachten van de oude natuur. In Romeinen 1:20-32 legt Paulus uit wat de gevolgen zijn als mensen de waarheid inruilen voor de leugen: het geweten verliest zijn reinigende functie en men kan uiteindelijk ten prooi vallen aan de meest decadente zonden die je maar kunt bedenken. Het begint allemaal met een verkeerde manier van denken vanuit de leugen, en het eindigt met een totale degeneratie van het menselijke gedrag.
Wereldse manieren van denken
De Bijbel roept ons nadrukkelijk op om er niet dezelfde denkwijzen op na te houden als de wereld. "En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken.." (Romeinen 12:2, NBG1951) Er staat dus niet: verander jezelf door op een andere manier te leren denken, maar laat God je denken veranderen. Het veranderingsproces dat God bij de wedergeboorte is begonnen, gaat door. En daarbij is de verandering in het denken van groot belang. Maar gelovigen hebben ook verantwoordelijkheid in dit proces: het afwijzen van de denkwijze van de wereld voor zover die haaks staat op Gods waarheid. Laten we eens kijken naar een aantal eigentijdse manieren van denken die we in de wereld om ons heen tegenkomen. Sommige denkwijzen overlappen elkaar.
Hoofdstuk 6.5. Waarheid en leugen - 6 -
Herschepping 2.0
materialisme - geloven in materiële waarden, alles willen uitdrukken in geld consumentisme - steeds meer willen hebben; wel rechten laten gelden, maar geen eigen verantwoordelijkheid willen dragen humanisme en liberalisme - geloven in het kunnen van de mens, die volgens hen van nature goed is; de mens staat centraal; vrijheid is het hoogste goed; ieder moet zelf bepalen hoe hij zijn leven wil inrichten rationalisme - het denken van de mens staat centraal; wat niet verklaarbaar of meetbaar is, heeft geen waarde existentialisme - de mens en zijn behoeften en ervaringen staan centraal hedonisme - najagen van genot en alles wat comfortabel, leuk en fijn is individualisme en feminisme - ieder voor zich, met zelfontplooiing en zelfrealisatie als belangrijkste doelen, verschillen tussen man en vrouw bagatelliseren geloven in jezelf - zelfontplooiing beschouwen als het belangrijkste doel voor de mens
Als je dit rijtje bekijkt, valt het je waarschijnlijk wel op dat al die denksystemen één ding gemeenschappelijk hebben: het draait uiteindelijk allemaal om het eigen ik en om het bevredigen van de begeerten van het vlees. De Bijbelse manier van denken is gericht op God en leidt tot het hoogst denkbare levensgeluk. De wereldse manieren van denken zijn gericht op de mens. Ze lijken je gelukkig te maken, maar het is misleiding die op den duur alleen maar ellende en degeneratie tot gevolg heeft. Zie ook hoofdstuk ' Gelukkig leven'.
Invloed van wereldse leugens op gelovigen
De invloeden van deze denkwijzen zijn immens groot en ook diep doorgedrongen in de christelijke kerkelijke kringen en gezinnen. De meeste christenen hebben nauwelijks door hoezeer hun denken erdoor is aangetast. Let maar eens op de volgende voorbeelden: materialisme - Veel christenen willen het steeds een beetje beter hebben in materieel opzicht en hebben niet gauw genoeg, precies zoals niet-gelovigen consumentisme - Er is nauwelijks verschil tussen christenen en niet-christenen in de mate waarin ze kopen wat er in de winkels te koop is. humanisme: in onze samenleving heerst een dwangmatige tolerantie van allerlei kwaad: je mag alles doen, zolang je er anderen maar niet te veel mee irriteert. En wat niet mag, wordt gedoogd. Bij veel christenen zien we ook vaak dat ze compromissen sluiten met de zonde. Natuurlijk moeten we onze medemensen accepteren en respecteren, maar hun verkeerde gedrag hoeven we niet te relativeren. Vaak is er bij zoveel tolerantie eerder sprake van een gebrek aan eigen overtuiging en radicaliteit, een soort luiheid van denken. rationalisme: Veel christenen kunnen interessante, diepgaande gesprekken voeren over godsdienstige of filosofische onderwerpen, terwijl hun hart er koud onder blijft en zich niet openstelt om zich door God te laten vernieuwen. existentialisme - Ook bij christenen staan behoeften en ervaringen centraal. Het gaat hen meer om met elkaar een fijne kerkelijke gemeente te zijn dan om het evangelie naar buiten uit te dragen in woord en daad. hedonisme - Veel christenen lijken er op uit te zijn om alleen maar hun eigen behoeften te bevredigen; ze zijn eerder op zoek naar aards genot en zo nu en dan ook naar fijne geestelijke ervaringen in plaats van een discipel van Jezus te willen zijn. Als ze zich maar lekker in hun vel voelen. individualisme - Veel christenen zijn ook stevig carrièregericht, met zelfrealisatie hoog in het vaandel. feminisme - In veel kerkelijke kringen worden wereldse opvattingen over vrouwelijk leiderschap de kerk binnen gehaald en worden de Bijbelse richtlijnen genegeerd of als verouderd bestempeld.
Hoofdstuk 6.5. Waarheid en leugen - 7 -
Herschepping 2.0
geloven in jezelf - Ook bij veel christenen is zelfontplooiing belangrijker dan goed voor hen is; daarbij staat het eigen ik centraal en dat gaat in tegen de Bijbelse opdracht om God op de eerste plaats te zetten
Sta eens stil bij deze voorbeelden om biddend te overdenken in hoeverre jij je hebt laten meeslepen door deze denksystemen. Het zijn instrumenten van de satan om je af te houden van het echte leven met God. We hebben het zo nodig dat de Heilige Geest ons gaat omvormen (weer Romeinen 12:2) door een vernieuwing van ons denken, en er een positieve, op Gods Woord gebaseerde denkstijl op na te houden.
6.5.4. Strijd om de gedachten De strijd tussen Gods Koninkrijk en het rijk van satan is in de eerste plaats een strijd tussen waarheid en leugen, een strijd om de gedachten van de mens. De Engelsen noemen het 'the battle of the mind.', de strijd om de gedachten van de mens Niet voor niets noemt de apostel Paulus de waarheid als het eerste (en dus het meest fundamentele) onderdeel van de geestelijke wapenrusting: "Neem daarom de wapens van God op om weerstand te kunnen bieden op de dag van het kwaad, om goed voorbereid stand te kunnen houden. Houd stand, met de waarheid als gordel om uw heupen..." (Efeziërs 6:13-14, NBV2008) Laten we naar enkele van de gevaarlijkste stromingen van deze tijd kijken, die de gedachten van de mensen proberen af te houden van Gods waarheid.
Ietsisme
Dit is een denkwijze waarbij men meestal niet gelooft in een persoonlijk god, maar wel in bovennatuurlijke dingen: er moet toch wel 'iets' zijn. Ietsisten vinden dat iedereen kan zijn eigen beeld van het goddelijke erop nahouden en invullen naar eigen smaak met als motto: iedereen heeft recht heeft op zijn eigen waarheid. Tegelijk ergeren zij zich aan godsdiensten die menen de enige waarheid in huis te hebben. Volgens een opiniepeiling van 2004 in het dagblad Trouw bestaat ongeveer 40% van onze bevolking uit ietsisten. Deze denkwijze ligt in het directe verlengde van kerkverlating en vrijzinnigheid. Veel ietsisten zijn ook te vinden binnen vrijzinnige kerken. Ietsisten sprokkelen meestal hun waarheden bij elkaar door uit allerlei bronnen iets te halen wat hen aanspreekt en aannemelijk lijkt, dus ook uit het christelijke geloof en andere godsdiensten. Daarmee zijn ze in feite hun eigen god geworden. Ze willen zich niet onderwerpen aan een God aan wie ze verantwoording moeten afleggen van hun daden. Het is een vorm van goddeloosheid met een intellectueel tintje en een vage spiritualiteit. Heel wat ietsisten noemen zichzelf wel religieus en houden ook wel van religieus aandoende rituelen.
Secularisme
Dit is de denkwijze dat een samenleving het beste functioneert zonder religie en dat religies geen invloed mogen uitoefenen op de maatschappij. Religies worden wel getolereerd zolang ze niet op het publieke vlak bewegen. In de meeste westerse landen is de scheiding tussen staat en kerk verankerd in de wetgeving. Het doel van die wetgeving was om te voorkomen dat de staat zich zou bemoeien met godsdienstige aangelegenheden. Het bizarre is dat secularisten op grond van de scheiding van staat en kerk juist van overheidswege de invloed van het christendom (en andere godsdiensten of religies) uit het publieke leven willen verbannen. Daarmee zetten ze de zaak op zijn kop. Dit leidt tot de intolerante manier van denken die we de laatste tijd steeds meer tegenkomen vanuit de politiek en de samenleving. Het secularisme vindt zijn oorsprong in de Verlichting, waarin bepaalde filosofen zich afkeerden van elk godsbesef en beweerden alleen in menselijke kennis en de wetenschap antwoorden te kunnen vinden op zingevingvragen. Ik heb het idee dat het secularisme momenteel zo ongeveer de staatsgodsdienst in ons land is. Diverse politieke partijen en de media lijken steeds meer te handelen van-
Hoofdstuk 6.5. Waarheid en leugen - 8 -
Herschepping 2.0
uit deze manier van denken. Het proces van ontkerkelijking en normvervaging in ons land gaat gelijk op met de groei van het secularisme. Secularisten zijn blind voor het feit dat de christelijke godsdienst de drijvende kracht is geweest bij het ontstaan van onze natie en de vrijheid die we eeuwenlang hebben genoten. Ook onze politieke stabiliteit en de welvaart van ons land is voor een belangrijk deel te danken aan het christelijke erfgoed. Iedereen kan zelf zien welke soorten landen in de wereld je de meeste vrijheid en welvaart vindt: dat zijn de landen waar de Bijbel een belangrijke rol inneemt bij de bevolking. Naar mijn mening geldt ruwweg de volgende indeling: meeste welzijn en vrijheid: protestantisme en in mindere mate: rooms-katholicisme matige vrijheid en welzijn: secularisme, boeddhisme, hindoeïsme minste welzijn en vrijheid: islam, atheïsme, animisme, communisme
Atheïsme
Dit is de religie van de leegheid en de zinloosheid met als voornaamste dogma: "God bestaat niet". Omdat atheïsten heel goed weten dat ze in deze tijd niet met absolute waarheden aan kunnen komen hoor je ze ook vaak zeggen: "Waarschijnlijk bestaat God niet." Maar het is natuurlijk duidelijk dat ze niet in God geloven. Omdat atheïsten niet in een Schepper geloven, zijn de meesten van en overtuigde evolutionisten en geloven zij dus dat het leven ontstaan is uit toeval. Zij erkennen dus ook geen van 'bovenaf' gedicteerde morele wetten of regels. Atheïsme vloeit niet voort uit de zorgvuldige toepassing van de rede, maar vanuit weerzin en rebellie tegenover God. Atheïsme onderdrukt de waarheid door goddeloosheid. De Bijbel spreekt ongekend negatief over mensen die Hem willens en wetens ontkennen: "Dwazen denken bij zichzelf: Er is geen God. Verdorven zijn ze, en gruwelijk is hun onrecht, geen van hen deugt." (Psalm 53:2, NBV2004) Atheïsme kan gemakkelijk leiden tot immoraliteit. Ter illustratie hiervan het volgende. In de afgelopen honderd jaar zijn er diverse landen en wereldrijken geweest die het atheïsme als onderdeel van hun ideologie hebben geadopteerd, bijvoorbeeld: de communistische Sovjet-Unie (Stalin) het nationaalsocialisme (Hitler) het communistische Noord-Korea (Kim II Sung) We zien daarbij enkele overeenkomsten: Hun oprichters beloofden de bevolking een nieuwe toekomst en behaalden in eerste instantie veel succes. De leiders werden toegejuicht en op een bijna religieuze manier vereerd. Elk mens heeft een aangeboren behoefte aan religie (dit is wetenschappelijk bevestigd!) en als er geen godheden zijn om te aanbidden, dan vult het vereren van leiders die leegte. Minderheden werden achtergesteld, uitgebuit, vervolgd en vermoord. De overgebleven bevolking zakte weg in een moeras van ellende. Kortom: het liep uit op de grootste ramp uit de geschiedenis van het betreffende volk. Afwijzing van de God van het leven kan niet anders dan leiden tot vernietiging en dood.
Satanisme en hekserij
Satanisme zouden we een soort antireligie kunnen noemen omdat daarmee de satan en zijn demonen een direct of indirect worden vereerd in plaats van de God van de Bijbel. Hier zijn we bij de meest weerzinwekkende verschijnselen die we op geestelijk gebied tegenkomen in de wereld. Witte heksen en wicca's, geloven niet in satan, maar vereren wel hun eigen vermeende godheden en daarmee komen ze toch indirect in verbinding met de demonische wereld. Zij zien de hekserij als een natuurreligie en doen aan genezende energie. Zwarte heksen doen aan zwarte magie en vervloekingen; zij staan meestal in relatie met satanisten.
Hoofdstuk 6.5. Waarheid en leugen - 9 -
Herschepping 2.0
Satanisten zijn uit op de onderdrukking van Gods waarheid, promotie van leugenachtige denkwijzen en de vernietiging van elke christelijke invloed. Zij bestrijden het christelijke geloof met vervloekingen Voorgangers en belangrijke mensen in de evangelische wereld behoren tot hun belangrijkste doelwit en daarmee geven ze ongewild aan dat het christelijke geloof de enige geestelijke kracht in de wereld is die is opgewassen tegen hun praktijken.
Wetteloosheid van de eindtijd
Naar mijn mening behoren deze vier denkwijzen of stromingen tot de grootste bedreigingen van het welzijn van onze huidige samenleving. Het zijn even zoveel componenten van de wetteloosheid waarvan Jezus zei dat die de aarde zou overstromen vlak voor zijn wederkomst: "Er zullen talrijke valse profeten komen die velen zullen misleiden. En doordat de wetteloosheid toeneemt, zal bij velen de liefde bekoelen. Maar wie standhoudt tot het einde, zal worden gered. Pas als het goede nieuws over het koninkrijk in de hele wereld wordt verkondigd als getuigenis voor alle volken, zal het einde komen." (Matteüs 24:11-14, NBV2004) Veel christenen geloven dat er een antichristelijke wereldmacht of wereldleider zal zijn, met wetteloosheid als 'moraal': "... De dag van de Heer breekt niet aan voordat velen zich van het geloof hebben afgekeerd en de wetteloze mens verschenen is, hij die verloren zal gaan." (2 Tessalonicenzen 2:3, NBV2004) Gelovigen moeten ernst maken om grondige kennis te hebben van Gods waarheid, want dat is de belangrijkste bescherming tegen de leugens waarmee ze vanuit de wereld steeds krachtiger worden bestreden. Het christelijke geloof is de enige invloed die het kan opnemen tegen dit wereldwijde leugenoffensief. Het goede nieuws is dat Jezus overwinnaar is over de machten van de leugen. Gods kinderen nemen deel in de geestelijke strijd en zullen in verbondenheid met Jezus en de kracht van de Heilige Geest de eindoverwinning behalen. Jezus heeft voor zijn discipelen het volgende gebed uitgesproken, waarbij ook de gelovigen van vandaag zijn ingegrepen: "Heilig hen dan door de waarheid. Uw woord is de waarheid." (Johannes 17:17, NBV2004) Wat een voorrecht voor christengelovigen dat zij verbonden zijn met de waarheid van God die nooit zal worden overwonnen door de leugen.
6.5.5. Satanische leugens Vermenging van waarheid en leugen
Jezus noemde de satan de 'vader van de leugen' of de 'aartsleugenaar': "Hij (=satan) hoort niet bij de waarheid,omdat er geen waarheid in hem is. Wanneer hij liegt, spreekt hij zoals hij is: een aartsleugenaar, de vader van de leugen." (Johannes 8:44, NBV2004) Als geen ander weet de satan dat mensen een geweten hebben waarmee ze tot op zekere hoogte waarheid van leugen kunnen onderscheiden. Daarom zal hij zelden pure leugens verkopen, omdat die te gauw als zodanig herkend worden. Nee, hij mengt zijn leugens praktisch altijd met waarheid of met iets dat op waarheid lijkt. Vaak begint hij met een beetje leugen vermengd met behoorlijk wat 'waarheid'. Als mensen dat accepteren komt hij met een sterker gifmengsel: iets meer leugen met iets minder 'waarheid'. Dat gaat dan op die manier verder totdat mensen helemaal verstrikt zijn in de pure leugens. Eenmaal in dat stadium aangekomen zijn ze praktisch onbereikbaar voor de waarheid. Zo werkt het systeem van de satan. Wees gewaarschuwd en denk niet dat zijn trucs bij jou niet werken. Daarom is het belangrijk om heel alert te zijn en geen gedeeltelijke waarheden te accepteren, want dan begint de leugen al veel macht over je uit te oefenen. Christenen kunnen soms zo
Hoofdstuk 6.5. Waarheid en leugen - 10 -
Herschepping 2.0
slordig omgaan met deze dingen. Ga voor de volle, zuivere waarheid die altijd is verbonden met Jezus en aan Gods Woord, de Bijbel.
Het geheime wapen van de satan: dialectisch denken "... Weest afkerig van het kwade, gehecht aan het goede." (Romeinen 12:9, NBG1951) In zijn jaren geleden verschenen boek 'Anders denken' heeft Rob Matzken uitgelegd dat dialectisch denken de meest effectieve methode van de satan is om mensen te verleiden tot leugenachtige gedachten die vervolgens leiden tot zondigen. Dialectisch denken komt in het kort op het volgende neer: 1. slecht noemen wat goed is 2. goed noemen wat slecht is Over deze vorm van leugenachtigheid lezen we in de Bijbel: "Wee hen die het kwade goed noemen en het goede kwaad…" (Jesaja 5:20, NBG1951) Voordat mensen bereid zijn om zo te denken geeft de satan hen om te beginnen een mild gifmengsel dat op waarheid lijkt: 1. de slecht lijkende kanten van het goede benadrukken 2. de goed lijkende kanten van het slechte benadrukken De meeste mensen hebben daar geen enkele moeite mee. Dat is immers ook allemaal waar? Nee, dat is niet waar, want de balans ontbreekt en dan hebben we te maken met een verdraaide waarheid. Na een kort of lang proces lijken de gedachten over het goede steeds negatiever en de gedachten over het slechte steeds positiever. Totdat de balans doorslaat en de mensen kiezen voor het slechte, ook al beseffen ze wel dat er schaduwkanten aanzitten. Als dat eenmaal gebeurd is, heeft de satan de overwinning behaald. En bedenk wel: het is veel gemakkelijker vanuit de waarheid in de leugen terecht te komen dan andersom. Dat komt omdat onze aarde door de zonde is ontluisterd en onder de duistere heerschappij van de satan staat. "Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede." (Romeinen 12:21, NBG1951)
Voorbeelden van dialectisch denken
We zien de eerste toepassing van deze tactiek al in het paradijs plaatsvinden, bij de 'boom van de kennis van goed en kwaad'. De naam van die boom is op zich al een schoolvoorbeeld van dialectisch denken: de boom leidt tot de dood, maar presenteert zichzelf als bron van nuttige kennis. Daarom noem ik die boom liever bij zijn ware naam: 'doodsboom' want hij is het tegenovergestelde van de levensboom in het paradijs. In de gedaante van een serpent (een soort slang) zegt de satan onder meer het volgende tegen Eva om haar tot zonde te verleiden: "...Is het waar dat God gezegd heeft dat jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?" (Genesis 3:1, NBV2004) "Jullie zullen helemaal niet sterven, zei de slang. Integendeel, God weet dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet, dat jullie dan als goden zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad." (Genesis 3:4-5, NBV2004) 1.
2.
De satan suggereerde dat Gods (heilzame!) verbod om van de doodsboom te eten belachelijk en ronduit SLECHT is (je mag ook niks van God!). Daarmee verblindde hij Adam en Eva voor de goedheid van God. Bovendien overdrijft hij door te suggereren dat Gods verbod zou gelden voor ALLE vruchtbomen. De satan noemde het eten van de doodsboom juist GOED (je wordt er verstandig van en zo ongeveer gelijk aan God). Daarmee verblindde hij Adam en Eva voor zijn eigen slechtheid en deed hij zich voor als een weldoener, die het allerbeste met hen voorhad.
Hoofdstuk 6.5. Waarheid en leugen - 11 -
Herschepping 2.0
Deze leugentactiek werkte snel en effectief. De mens kwam in de ban van de zonde en we kunnen de rampzalige gevolgen van deze zondeval dagelijks waarnemen. Een voorbeeld van dialectisch denken over huwelijksproblematiek: 1. God zegt dat het huwelijk GOED is. Maar in ons geval is het op een RAMP uitgelopen. Waarom vechten voor een huwelijk dat al stuk is? 2. God zegt dat uit elkaar gaan SLECHT is. Maar als we gaan scheiden zullen we vast GELUKKIGER zijn dan nu. Dit is een misleidende manier van denken, want bij Jezus is kracht om te vergeven, om schuld te belijden en om liefde te ontvangen om verder te kunnen gaan. De satan stimuleert het stuk maken van wat goed is, in dit geval het huwelijk. God is gespecialiseerd in het heel maken wat stuk is. Luister je naar de leugens van de satan, of grijp je naar de waarheid van God? Tussen haakjes, het is een feit dat de meeste echtscheidingen mensen ongelukkiger maakt... Deze tactiek wordt dagelijks toegepast, ook op jou en mij. Je komt het vaak tegen bij de media, vooral aan de berichtgeving rond het Midden-Oosten conflict. Maar ook bij kerkelijke discussies, bijvoorbeeld als die gaan over het adopteren van wereldse denkwijzen in het gemeenteleven.
Standaardleugen van de satan
In zijn algemeenheid probeert de satan de volgende duivelse leugen aan gelovigen op te dringen: 1. Wat God te bieden heeft is niet van deze tijd, het is iets van een andere wereld en is niet relevant voor het leven van vandaag; bovendien word je beperkt in je vrijheid en in het genieten van het leven (het goede wordt beschouwd als schadelijk voor je levensgeluk). 2. Wat de wereld te bieden heeft is het echte. Je hoort er pas bij als je meedoet en daar word je gelukkiger van. Het gaat er toch om dat je lekker in je vel zit, of niet soms? (het slechte wordt mooi voorgespiegeld) De combinatie van deze beide leugens heeft een enorme uitwerking op het menselijk denken en heel velen zijn slachtoffer van deze vorm van misleiding. Je kunt ook zeggen: velen zijn zo stom geweest om zich niet vast te houden aan Gods waarheid en geen waarde te hechten aan zijn zegeningen en beloften. Want hoe dan ook, er kunnen allerlei leugens op je afkomen, je bent zelf verantwoordelijk voor het aanvaarden van de waarheid en het afwijzen van de leugen. Deze tactiek gebruikt de satan dagelijks om mensen te verleiden tot zonden als: seks buiten het huwelijk allerlei verslavingen kopen van onnodige luxe artikelen, stelen, fraude plegen, oneerlijk zijn enzovoort Zie ook hoofdstuk 'Geestelijke strijd'.
6.5.6. Christelijke leugens Leugens over het christelijke geloof
Er zijn ontelbare leugens in omloop, waar vooral niet-christenen zich aan vastklampen, zoals: Er is geen God. God is streng en gunt je geen plezier. God vindt alles goed, niemand hoeft bang te zijn om veroordeeld te worden. Alle godsdiensten komen op hetzelfde neer: een universele goddelijke macht, die in alle godsdiensten op een verschillende manier aanbeden wordt. Met een beetje Bijbelkennis kunnen zulke leugens snel ontmaskerd worden. Toch zou ik niet graag de kerkgangers de kost willen geven die een of meer van bovenstaande leugens als waarheden hebben omarmd...
Hoofdstuk 6.5. Waarheid en leugen - 12 -
Herschepping 2.0
Leugens die veel christenen geloven
Maar er zijn ook andere leugens, waardoor we ons als gelovigen behoorlijk laten inpakken. We zouden ze christelijke leugens kunnen noemen. Deze leugens lijken op Bijbelse waarheden, en daarom worden ze door te veel gelovigen geloofd. Voorbeelden: Ik ben zo slecht dat God afstand van me neemt. Ik ben onverbeterlijk; God kan me toch niet veranderen Ik word zo sterk beproefd dat ik er onderdoor ga. Ik kan bidden tot ik een ons weeg, want God doet toch niks met mijn gebed. Ik ben niet goed genoeg om God te dienen. Deze leugens worden in de praktijk helaas geloofd door veel christenen, ook al beweren ze het tegendeel.
Halve waarheden
We weten allemaal dat halve waarheden vaak erger zijn dan hele leugens. Halve waarheden zetten ons op het verkeerde been: ze hebben een schijn van waarheid, maar worden tot leugen omdat ze de volle waarheid niet weergeven. Een voorbeeld van zo'n gruwelijke halve waarheid: "Ja maar we blijven toch ellendige zondaars?" Dit is zeker een waarheid voor verstokte ongelovigen, maar het is een halve waarheid (en dus een leugen) voor ieder wedergeboren mens. Voor hen gelden de volgende waarheden: Ik ben gerechtvaardigd door het bloed van Jezus. Mijn identiteit is vanaf mijn wedergeboorte veranderd van 'zondaar' in 'rechtvaardige'. Deze identiteit raak ik niet kwijt wanneer ik zondig. Elke zonde die oprecht aan God wordt beleden, is vergeven en bestaat daarna niet meer. Dus accepteer het nooit als een gelovige zo'n uitspraak doet. Zeg ook niet dat hij voor een deel gelijk heeft. Hij heeft helemaal geen gelijk want hij doet tekort aan het werk van Jezus en de kracht van zijn bloed. We moeten op onze hoede zijn en ons niet laten inpakken door halve Bijbelse waarheden! Nog een paar voorbeelden hoe je schadelijke halve waarheden kunt veranderen in echte waarheden door de tweede helft erbij te noemen: Mijn oude natuur is zo sterk (maar Jezus die in mij woont is sterker!) In eigen kracht kom ik hier niet uit (maar met Jezus wel!) Ik ben zo zwak (maar door Jezus die in mij woont, ben ik sterk) Ik vind mezelf maar niks (maar Jezus vindt me waardevol!) Door eenzijdig het negatieve te benoemen (zonde, nederlagen, zwakheden, teleurstellingen, enzovoort) geven we eer aan de satan. Door het positieve te benoemen vanuit de werkelijkheid van Jezus, leren we te 'wandelen in de waarheid' (2 Johannes 1:4) en geven we eer aan Jezus.
6.5.7. Dwaalleringen We gaan het nu hebben over dwaalleringen, waarbij we ons beperken tot afwijkingen van de zuivere leer van de Bijbel die binnen het christendom zijn ontstaan. Dwaalleringen zijn van alle tijden. Ook vandaag zijn ze volop aanwezig. Sommige komen voor in bestaande kerkelijke kringen, andere hebben nog maar weinig raakvlakken met het christelijke geloof. Mensen die dwaalleringen verkondigen beweren natuurlijk dat hun opvattingen juist zijn. Je zult nooit iemand tegenkomen die zegt: "Ik breng een dwaalleer."
Hoe herken je dwaalleringen?
Enkele typische kenmerken van dwaalleringen zijn: Ze helpen mensen niet om dichter bij Jezus te komen, maar roepen vragen en discussie op (1 Timoteüs 1:4). Hoofdstuk 6.5. Waarheid en leugen - 13 -
Herschepping 2.0
Ze worden vaak verkondigd door geestelijke leiders die naam willen maken of die daarmee mensen willen manipuleren (1 Timoteüs 1:7). Ze zijn in strijd met de Bijbel (1 Timoteüs 6:7; 4:1-3). Bijzaken worden tot hoofdzaken gemaakt. Ze bevatten complexe, kunstmatig aandoende denkconstructies. De Bijbelse waarheid wordt zodanig verzwakt, uitgerekt of omgebogen dat wereldse denkbeelden acceptabel geacht worden. Niet Jezus, maar het welbevinden van de mens staat centraal.
De kans is heel groot dat je in je eigen kerkelijke kring leringen, tradities of opvattingen tegenkomt met een of meer van deze genoemde kenmerken.
Dwaalleringen die in de Bijbel worden genoemd
De Bijbel waarschuwt veelvuldig en nadrukkelijk voor dwaalleringen, die ingaan tegen het Woord. In het Oude Testament lezen we van valse profeten die beweerden boodschappen van God te hebben ontvangen, maar alleen beloften deden die de mensen graag wilden horen: "Ik heb die profeten niet gezonden, ... Ik heb niet tot hen gesproken, toch spreken zij of zij profeten waren." (Jeremia 23:21, NBV2004) Jezus waarschuwde tegen nepprofeten, waarvan sommigen zich zelfs voordoen als de Messias: "Want er zullen valse messiassen en valse profeten komen, die indrukwekkende tekenen en wonderen zullen verrichten om ook Gods uitverkorenen zo mogelijk te misleiden." (Matteüs 24:24, NBV2004) Ook Paulus (en anderen) noemen diverse dwaalleringen die door ware gelovigen gemeden moeten worden, zoals: het verbieden van het huwelijk (1 Timoteüs 4:3) terwijl het een instelling van God is het eten van bepaalde soorten voedsel verbieden (1 Timoteüs 4:3-4) beweren dat de opstanding van gelovigen al heeft plaatsgehad (2 Timoteüs 2:18) een losbandige levensstijl goedpraten (2 Petrus 2:2,13-14; Judas 4; Openbaring 2:20) Bijbels denken met werelds denken vermengen (Kolossenzen 2:6) De meeste van deze dwaalleringen vinden we ook in onze tijd terug, vooral de laatste twee uit het bovenstaande rijtje. Wat dat betreft is er maar weinig nieuws onder de zon.
Moderne dwaalleringen
Voorbeelden van andere religieuze en andere dwaalleringen van deze tijd zijn: vrijzinnigheid (het niet zo nauw nemen met de Bijbelse waarheid; allerlei Bijbelverhalen zien als niet echt gebeurd, zoals het scheppingsverhaal, allerlei wonderen; de maagdelijke geboorte en de lichamelijke opstanding van Jezus; er zijn zelfs vrijzinnige predikanten die niet geloven dat God bestaat hoe onzinnig dat ook klinkt) succestheologie (het is normaal voor een christen dat hij een overvloed van aardse zegeningen, succes, rijkdom en voorspoed ontvangt) dogmatisme (godsdienstige leerstellingen belangrijker achten dan naar de geest van de Bijbel te leven) traditionalisme - het zich houden aan kerkelijke tradities (of ongeschreven voorschriften voor kleding of gedrag) ervaringsgerichtheid (je verstand uitschakelen, vooral kicken op wonderen en geestelijke ervaringen) We doen er goed aan om vanuit het Woord van God gewapend te zijn om verkeerde denkbeelden op een afstand te houden.
Hoofdstuk 6.5. Waarheid en leugen - 14 -
Herschepping 2.0
Omgaan met dwaalleringen "Geliefde broeders en zusters, vertrouw niet elke geest. Onderzoek altijd of een geest van God komt, want er zijn veel valse profeten in de wereld verschenen. (1 Johannes 4:1, NBV2004 De Bijbelschrijvers roepen op om dwaalleringen aan de kaak te stellen en krachtig te bestrijden. Het zijn immers heel effectieve wapens van de satan om schade toe te brengen aan de Gemeente van Jezus. We moeten oppassen dat we niet 'om de lieve vrede' onze ogen sluiten voor binnensluipende on-Bijbelse leringen. Er is niemand geweest die zoveel van mensen hield als Jezus, maar dwalingen bestreed Hij buitengewoon fel. We leven nu in een tijd dat er een zekere apathie lijkt te heersen tegenover dwaalleringen. De meeste gelovigen laten alles maar over zich heenkomen en storen zich niet aan on-Bijbelse opvattingen van medegelovigen. Dat moet iedereen toch voor zichzelf uitmaken! We zijn toleranter geworden en we hebben geleerd ieders mening te respecteren. Is dat een vooruitgang of een teruggang? Toch denk ik dat de apathie in onze dagen tegenover dwaalleringen voortkomt uit geestelijke luiheid, in slaap gesust door het geruststellende 'don't worry, be happy' van onze welvaartsmaatschappij. Ga eens na wat de 'hot items' zijn in het wereldse denken van vandaag. De kerkelijke kringen staan er eerst vaak negatief of huiverig tegenover, maar na een aantal jaren zijn ze volop in veel kerkelijke kringen binnengehaald. Het is steeds weer de uitdaging voor Gods kinderen om een passend Bijbels antwoord te vinden op de trends van vandaag. De manier waarop we met deze dingen omgaan laat zien in welke mate we toegewijd zijn aan het dienen van onze Koning. De profeet Ezechiël werd in zijn dagen door God opgeroepen om als een wachter op de stadsmuur te zijn, die het volk moest waarschuwen tegen de vijand: "Mensenkind, ik stel jou aan als wachter over de Israëlieten: als je mij hoort spreken, moet je hen namens mij waarschuwen." (Ezechiël 3:17, NBV2004) Het zou een zegen zijn als er ook vandaag de dag veel gelovigen zouden zijn die als wachters op de muur staan om dwaalleringen te signaleren, om medegelovigen te waarschuwen en om weerstand te bieden...
Sekten
Het woord 'sekte' is afgeleid van het Latijnse woord 'sectare' dat 'afsnijden, afsplitsen' betekent. De meeste sekten onderscheiden zich van 'gewone' kerkelijke kringen door een of meer van de volgende kenmerken: Er is een leider met een zeer sterke uitstraling en persoonlijkheid (charisma). Soms ontstaat een ongezonde persoonsverheerlijking. Het is een gesloten geloofsgemeenschap met relatief sterke groepscontrole of zelfs groepsdwang. Er zijn specifieke, afwijkende geloofsopvattingen, soms ontvangen door 'openbaringen' die niet getoetst kunnen worden. Van de leden wordt verwacht dat zij hun bestaande sociale contacten opgeven. De leden zijn verplicht om veel geld te betalen aan de groep en veel persoonlijke inzet te leveren. Er zijn strakke regels waar niet van mag worden afgeweken. Het wordt leden moeilijk gemaakt om de sekte te verlaten. Of ze worden bedreigd met Gods toorn en hellevuur als ze het toch zouden doen. Hoe meer van deze kenmerken een geloofsgemeenschap heeft, hoe groter de kans dat het een echte sekte is. Helaas zijn er ook wel bestaande kerkelijke kringen die enkele van deze kenmerken hebben. Hoofdstuk 6.5. Waarheid en leugen - 15 -
Herschepping 2.0
Sommige sekten houden er zeer bizarre ideeën en gebruiken op na. Hersenspoeling, manipulatie en zelfs ritueel misbruik komen nogal eens voor. Er zijn zeer gevaarlijke sekten waarbij het extreem moeilijk is om ervan los te komen. Veel mensen die een sekte weten te verlaten hebben ernstige emotionele schade opgelopen.
6.5.8. Bevrijding van leugens Gebonden door de leugen
Zoals we hiervoor gezien hebben zijn er veel leugens in omloop. Waarschijnlijk hebben we het niet door, maar ieder van ons zit vast aan bepaalde leugens. En we kunnen er letterlijk gebonden door raken. We weten van volken, die door een totalitair regime zo worden volgegoten met leugens, dat ze het op den duur blindelings geloven. De leiders van dergelijke volken kennen het principe van de hersenspoeling: als je een leugen maar lang genoeg herhaalt, gaan de mensen het uiteindelijk geloven. Maar laten we ons niet vergissen. De leugen heeft in het 'vrije' westen minstens evenveel succes, alleen anders. Ook wij zijn gehersenspoeld door een samenleving die zijn geluk zoekt in succes, materiële zaken en de zucht naar genot, om maar een paar dingen te noemen. Voordat we het weten gaan we daar ook een deel van ons geluk zoeken, en langzamerhand wordt dat deel steeds groter.
Leugens ontdekken
Lees vooral je Bijbel dagelijks en vul je innerlijk met waarheid. Vraag God of Hij je ogen wil openen voor de leugens die je bent gaan geloven en die ongemerkt een plaats hebben gekregen in je leven. Als Gods waarheid je verstand verlicht, dan ga je van binnenuit de leugenachtigheid ontdekken van gedachten die je tot dusver als waarheden had beschouwd. Dat proces gaat dieper dan in je verstand overtuigd worden van de leugenachtigheid. Er gebeurt iets in je hart. Met je intuïtie ontvang je dat bevrijdende licht van Gods waarheid waardoor je het met je geweten gaat ZIEN zodat je WEET dat het leugens zijn. Zo werkt dat. Enkele voorbeelden: Je bent een kooplustig persoon en denkt dat je niet gelukkig kan zijn zonder dat ene te hebben. Maar de zucht naar meer is onverzadigbaar en maakt nooit echt gelukkig. Tevredenheid (met minder) maakt wel gelukkig. Als je zelfrealisatie belangrijk vindt, kun je gaan geloven dat dit de enige manier is om te overleven in een harde maatschappij. Maar deze houding is een ernstige barrière om te leren in gezegende afhankelijkheid van God te leven, waardoor je verder komt dan alleen overleven. Als je gewend bent aan een losbandige manier van leven denk je dat het vreselijk saai is om eerbaar met anderen en zichzelf om te gaan. Als je bepaalde zonden hebt gedaan kun je gaan denken ze te erg zijn om er vergeving voor te ontvangen. Je houdt niet voor mogelijk hoeveel soorten zonden God al vergeven heeft. Je hebt iets erg moeilijks meegemaakt en je bent bang dat je er niet bovenop komt. Je bent een werkverslaafde vader en je kunt jezelf proberen wijs te maken dat je het allemaal doet voor je gezinsleden, om hen te kunnen geven wat ze nodig hebben. Tijd vrijmaken voor de gezinsleden leidt tot veel betere onderlinge relaties en voldoening; bovendien verdwijnt daardoor de stress van de werkverslaving. Je hebt een negatief zelfbeeld omdat je niet zo veel succes hebt gehad, minder sterk of mooi bent, minder denkt te kunnen dan een ander of voor welke reden ook. Je kunt vast zitten aan allerlei soorten leugens, er door gebonden zijn en ... je mist daardoor zoveel kostbare zegeningen van God. Als iets dergelijks ook voor jou geldt: heb de moed om de waarheid onder ogen te zien: 1. de waarheid over het schadelijke van de leugen en 2. de zegen die hoort bij het toepassen van de waarheid in je leven
Hoofdstuk 6.5. Waarheid en leugen - 16 -
Herschepping 2.0
En wat denk je van de volgende stelling: De meeste mensen zijn geneigd de leugens te aanvaarden die hun eigen egoïstische overtuigingen versterken.
Leugens afleggen
Als we de leugens ontdekt hebben, laten we die dan vervolgens als het ware inleveren bij God, en er zijn waarheid voor terug ontvangen. Dit lijkt gemakkelijker dan het is. Vaak zijn leugens in ons leven vergroeid met ingesleten slechte gewoonten waar we niet van af willen. Je oude natuur biedt weerstand. Door de waarheid onder ogen te zien van de schadelijke gevolgen van leugens kan men een begin maken met het vrijkomen ervan. Laten we beginnen de waarheid te omarmen, ook als dat betekent dat je er iets voor moet opgeven. Nu een heel ander soort voorbeeld. Jaren geleden heb ik eens gesproken met een meisje dat op de basisschool veel geplaagd werd. Haar klasgenoten maakten haar duidelijk dat ze niets waard was en alles verkeerd deed. Die leugens zijn als het ware in haar innerlijk vast gaan zitten in haar binnenste en deden daar hun vernietigende werk: ze ging er in geloven en werd innerlijk erg onzeker van zichzelf. Jaren later had ze er nog een faalcomplex aan overgehouden. Totdat ze ontdekte dat God heel anders over haar dacht en dat haar gedachten over zichzelf niets anders dan opgelegde leugens waren. Toen kon ze die leugens inleveren en Gods waardering en acceptatie aannemen. In een paar weken tijd was ze een ander persoon: ze begon van het leven te genieten, ze wist dat ze een waardevol persoon was en ging er ook naar leven. Trouwens, ze leeft er nog steeds naar! Kijk eens naar de volgende Bijbeltekst: "De wapens van onze strijd zijn immers niet vleselijk, maar krachtig door God, tot afbraak van bolwerken. Want wij breken valse redeneringen af en elke hoogte die zich verheft tegen de kennis van God, en wij nemen elke gedachte gevangen om die te brengen tot de gehoorzaamheid aan Christus ..." (2 Korintiërs 10:4-5, HSV2010) Sommige leugens kunnen zich in je hart hebben vastgehecht. Als we het moeilijk vinden om ze uit ons denken te weren, helpt deze tekst ons om de overwinning te behalen op de leugen in ons. Die leugens zijn als bolwerken die zijn opgeworpen tegen de 'kennis van God' omdat ze Gods zegenende waarheid tegenhouden. Onze wapens zijn niet vleselijk, maar 'krachtig voor God': het zijn geestelijke wapens en ze geven je de kracht om te overwinnen. In de strijd tegen hardnekkige leugens hebben we niets aan onze eigen kippenkracht. Maar door het geestelijke wapen van het geloof, komt Gods kracht in werking, zodat we alles wat niet van God is, aan Hem kunnen uitleveren. Gods waarheid is letterlijk een bevrijdende waarheid. Jezus zegt hierover: "... Als u in Mijn woord blijft, bent u werkelijk Mijn discipelen, en u zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u vrijmaken." (Johannes 8:31-32, HSV2010) In hoofdstuk 'Anders denken' worden veel voorkomende verkeerde manieren van denken besproken, waarbij het steeds gaat om negatieve, leugenachtige gedachten te vervangen door positieve gedachten en waarheid.
6.5.9. Eerlijkheid Spreek de waarheid
God spreekt altijd de waarheid. "God is geen man, dat Hij liegen zou; of een mensenkind, dat Hij berouw zou hebben. Zou Hij zeggen en niet doen, of spreken en niet volbrengen?" Numeri 23:19, NBG1951)
Hoofdstuk 6.5. Waarheid en leugen - 17 -
Herschepping 2.0
God wil dan ook dat wij als gelovigen de waarheid spreken om daarin Hem te eren. Door leugens onteren we Gods naam en geven we ongelovigen aanleiding om God te minachten. "... lieg niet en bedrieg je naaste niet. Leg geen valse eed af als je bij mijn naam zweert, want daarmee ontwijd je de naam van je God. Ik ben de H E E R ." (Leviticus 19:11-12, NBV2004) Omdat leugen en bedrog veel voorkomende ondeugden zijn, hebben mensen iets bedacht om bij belangrijke zaken zeker te weten of iemand de waarheid spreekt: het afleggen van een eed. In onze cultuur kennen we het gebaar van het opsteken van twee vingers. Dat betekent: God is mijn getuige dat ik de waarheid spreekt. De joden in Jezus' dagen hadden allerlei regeltjes gemaakt, waarmee je onder bepaalde geloften uit kon komen. Het doel daarvan was: het toedekken van bedrog. Daarom zei Jezus: "En ik zeg jullie dat je helemaal niet moet zweren ... Laat jullie ja ja zijn, en jullie nee nee; wat je daaraan toevoegt komt voort uit het kwaad." (Matteüs 5:34,37, NBV2004) Dat betekent niet dat je als christengelovige geen eed mag afleggen, maar wel dat je ALTIJD de waarheid moet spreken, zodat de mensen op je aankunnen. "Ik heb begrepen wat u ons opdraagt, daarom haat ik alle leugen en bedrog." (Psalm 119:104, GNB1996)
Leugen en bedrog
Je kent waarschijnlijk het Bijbelverhaal van Ananias en zijn vrouw Saffira, gelovigen die deel uitmaakten van de eerste christengemeente in Jeruzalem (Handelingen 5:1-11). Zij verkochten een stuk land en brachten een deel van de opbrengst naar de apostelen, zodat het kon worden uitgedeeld aan de armen. Ze zeiden dat het de volle opbrengst was om zo veel mogelijk eer van mensen te ontvangen. In zijn geest doorzag Petrus het bedrog en zei: "... U hebt niet tegen mensen gelogen, maar tegen God." (Handelingen 5:4, HSV2010) Om deze ernstige leugen doodde de Heer hen om zo de gemeente een indringende les te leren: God haat elke vorm van leugen en bedrog. Schijnheiligheid is een zeer gevaarlijke zonde. Als God op zo'n ingrijpende, opzienbarende manier optreedt tegen een bepaalde zonde, dan moeten wij daaruit opmaken dat dit een bijzonder ernstige zonde is. Voor Ananias en Saffira was het dodelijk, in de letterlijke betekenis van het woord. Voor ons allemaal is het een les dat leugenachtigheid dodelijk is voor ons geestelijke leven en ons van God verwijdert. Veel voorkomende vormen van liegen en bedriegen zijn: je afspraken niet nakomen omdat je op de afgesproken tijd liever iets anders wilt doen niet doen wat je beloofd hebt leugens, smoesjes of halve waarheden vertellen om jezelf te verontschuldigen als je iets verkeerds hebt gedaan spieken of afkijken bij proefwerken of examens liegen of overdrijven in CV's en bij sollicitaties Eerlijkheid is altijd de beste manier van leven. Van leugen en bedrog gaat de kwaliteit van je geweten achteruit. Je geweten is een zeer kostbaar instrument dat bedoeld is om je te bewaren voor zonden. Ga daar zorgvuldig mee om. Als je niets te verbergen hebt, zul je een heilzame vrede vanuit je geweten ervaren. Als je wel iets te verbergen hebt, klaagt je geweten je voortdurend aan en dat maakt je onrustig. "...Als u ja zegt, moet het ja zijn, en als u nee zegt, moet het nee zijn. U wordt dan niet veroordeeld." (Jakobus 5:12, GNB1996)
Hoofdstuk 6.5. Waarheid en leugen - 18 -
Herschepping 2.0
En dan nog dit...
Toen Jezus Natanaël voor het eerst ontmoette, die een van zijn twaalf discipelen zou worden, zei Hij het volgende over hem: "... Daar heb je een echte Israëliet, in wie geen oneerlijkheid is." (Johannes 1:47, WV1995) Wat een compliment! Ik hoop dat Jezus zoiets ook van jou en mij zou kunnen zeggen...
6.5.10. Echtheid Huichelarij
Tijdens zijn leven op aarde had Jezus begrip voor alle mogelijke soorten mensen, tot en met tollenaren en prostituees. Maar er was één categorie 'gelovigen' waar Hij niets mee kon beginnen en waarmee Hij constant overhoop lag: schijnheilige mensen. Deze mensen gingen zeer nauwgezet om met Gods leefregels. De evangelist Matteüs heeft wel liefst een heel hoofdstuk besteed aan een toespraak van Jezus tegenover schriftgeleerden en farizeeën, die Hij op een heel kenmerkende manier als schijnheiligen aan de kaak stelde: "Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, want u bent als de witgepleisterde graven, die van buiten wel mooi lijken, maar van binnen zijn ze vol doodsbeenderen en allerlei onreinheid." (Matteüs 23:27, HSV2010) Hun huichelarij bestond onder meer uit het volgende: Ze konden mooi bidden, maar op ander gebied waren ze keihard en onmenselijk (Matteüs 23:14). Ze voldeden stipt aan hun financiële verplichtingen zoals Gods levenswet die voorschreef, maar barmhartigheid kenden ze niet (Matteüs 23:23). Ze hielden zich nauwkeurig aan godsdienstige tradities en rituelen, maar hun hart was allesbehalve rein (Matteüs 23:25). Jezus sprak hen ongekend heftig aan: " Slangen, adderengebroed, hoe zou u aan de veroordeling tot de hel ontkomen?" (Matteüs 23:33, HSV2010). Dit Bijbelgedeelte maakt wel duidelijk dat schijnheiligheid een zeer ernstige en gevaarlijke levenshouding is. Huichelarij is ook een bekende valkuil voor de kerkgangers van vandaag. Het kan de volgende vormen hebben: een houding van gearriveerd zijn, jezelf rechtvaardig achten omdat je alles zo goed weet nadruk leggen op het onderhouden van christelijke tradities, zonder aan de geestelijke waarheid achter die tradities toe te komen voor het oog christelijke leefregels in acht nemen, maar er stiekem een andere levenswijze op na houden jezelf vromer voordoen dan je bent bij de kerkelijke samenkomst een ander gezicht zetten dan doordeweeks
Wees echt
Wees altijd eerlijk tegenover: 1. God - Open alle schuilhoeken van je hart voor Hem; maak Hem deel van je diepste verlangens, gevoelens en gedachten; vertel Hem je diepste motieven om bepaalde dingen te doen. 2. Jezelf - Houd jezelf niet voor de gek en houd er een realistisch zelfbeeld op na. Dek je tekortkomingen niet af, wees blij met je bekwaamheden, en denk niet te goed of te slecht over jezelf. 3. Anderen - Wees oprecht en echt tegenover de mensen; besef dat je minder voor de mensen kunt verbergen dan je denkt; onechte mensen worden door anderen gemeden! Stel je kwetsbaar op zodat anderen ook je zwakkere kanten mogen zien. Laat de mensen maar zien hoe je
Hoofdstuk 6.5. Waarheid en leugen - 19 -
Herschepping 2.0
worstelt met je eigen levensproblemen. Dat is beter dan de indruk te wekken dat bij jou alles van een leien dakje gaat omdat je geloof zo sterk zou zijn. Vraag God of er in jouw leven onechtheid is en of de Heilige Geest je dat wil laten zien. En neem het stellige besluit om elke vorm van onechtheid af te leggen. Alleen een ECHT leven met God geeft diepe en blijvende vreugde, en ook kracht om onder moeilijke omstandigheden stand te houden. Als er moeilijkheden op je weg komen zal onecht geloof door de mand vallen, want je zult daar geen kracht aan ontlenen. God gebruikt vaak beproevingen om je jezelf te leren kennen en om voor echtheid te gaan. Een echt christenleven is de sterkste getuigenis van wat God doet in mensen. Ongelovige mensen zijn niet gek; ze prikken haarfijn door onechtheid heen. Maar ze letten ook extra goed op je wanneer je moeilijkheden meemaakt om te zien of jij er anders mee omgaat dan zijzelf.
Hoofdstuk 6.5. Waarheid en leugen - 20 -
Herschepping 2.0
6.6. Anders denken In het proces van geloofsgroei van de gelovigen vindt een voortdurende verandering van hun denken plaats. Er zijn veel verkeerde manieren van denken waarvan zij moeten loskomen, zoals een verkeerd zelfbeeld, perfectionisme, kritische gedachten, bezorgdheid en neerslachtigheid. De Bijbel wijst de weg naar positief denken vanuit Gods waarheid en een leven vol hoop. 6.6.1. Verandering van denken 6.6.2. Zelfbeeld 6.6.3. Zelfoverschatting 6.6.4. Minderwaardigheidsgevoelens 6.6.5. Realistisch zelfbeeld 6.6.6. Perfectionisme 6.6.7. Volmaakt worden 6.6.8. Kritische gedachten 6.6.9. Bevrijd van kritische gedachten 6.6.10. Bezorgdheid 6.6.11. Bevrijd van bezorgdheid 6.6.12. Neerslachtigheid 6.6.13. Neerslachtigheid van Elia 6.6.14. Bevrijd van neerslachtigheid 6.6.15. Positief denken 6.6.16. Hoop doet leven
Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 1 -
Herschepping 2.0
6.6.1. Verandering van denken WORD veranderd "En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word innerlijk veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is..." (Romeinen 12:2, HSV2010) Gods doorgaande herscheppingswerk van een wedergeboren mens is in de eerste plaats een verandering van DENKEN die God tot stand brengt door de actieve werking van Gods Geest vanuit het hart van de gelovige. Jammer genoeg kent een groot deel van de kerkgangers dat leven vanuit Gods Geest niet of nauwelijks. Daardoor zijn ze voornamelijk aangewezen op hun eigen wilskracht als ze willen veranderen. Als zij in de Bijbel aansporingen lezen tot vernieuwing van denken vatten zij die onmiddellijk op als opdrachten om dat proces ZELF uit te voeren. Dat geeft natuurlijk niet veel resultaat, zodat de gelovige het dan maar laat zitten en zich schikt in een plichtmatig geloofsleven waar niet veel kracht van uitgaat. Gelukkig zijn er andere gelovigen die door die woorden juist een sterker verlangen krijgen naar vervulling met Gods Geest. Dan zijn ze op de goede weg. Ik kan niet genoeg benadrukken dat de Bijbel in de eerder aangehaalde Bijbeltekst zegt: "WORD veranderd" en niet: "VERANDER JEZELF" Sommige vertalingen poetsen dat stukje betekenis weg, zoals de NBV2004 vertaling waarin we lezen: "U moet ... veranderen door uw gezindheid te vernieuwen." Door deze vertaling word je precies op het verkeerde been gezet omdat je het kunt lezen als een aansporing om jezelf te veranderen. Bij het veranderingsproces is de wil van de gelovige zeker ook betrokken, maar het gaat in de eerste plaats over de doorwerking van Gods Geest in de gelovige. Alleen daardoor ben je met de Bron verbonden. In de grondtekst staat letterlijk: "Laat er een metamorfose plaatsvinden in je innerlijk." Vrij weergegeven: "Stel je open om door Gods Geest van binnen te worden veranderd zodat je op een totaal nieuwe manier gaat denken." Het gaat dus niet om een paar kleine aanpassingen, maar om een herschepping van je denkwijze.
Innerlijke verandering
Aan de ene kant is het dus de Heilige Geest die je verstand verlicht met zijn waarheid; dan gaan de woorden van God voor je 'open'. Aan de andere kant heb je als gelovige de opdracht en uitdaging om de waarheid te zoeken en je gedachten ermee te vullen: "Verder, broeders, al wat waar is, al wat eerbaar is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat lieflijk is, al wat welluidend is, als er enige deugd is en als er iets prijzenswaardigs is, bedenk dat." (Filippenzen 4:8, HSV2010) Als je je hart openstelt voor Gods Woord en verlangt om vanuit zijn kracht te leven, zul je deze vernieuwing van denken ook ervaren. God verlangt ernaar je te vernieuwen. De enige beperkende factor ... ben je zelf. Er is een immens verschil tussen wie jij vandaag bent en wat God van je zou willen maken. Ik hoop van harte dat jij en ik altijd blijven verlangen om steeds weer verder door Gods Geest vernieuwd te worden. Bij elke levende relatie moet er altijd gewerkt worden aan groei en verdieping. Dat geldt voor het huwelijk, voor vriendschappen; voor het leven in verbondenheid met God geldt hetzelfde.
Denken vanuit de hemel
De nieuwe manier van denken, die Jezus aan de mensen probeerde uit te leggen, was vooral: denken vanuit de hemel. Deze denkwijze staat in veel gevallen lijnrecht tegenover de wereldse manier van denken. Wat God goed noemt, vindt de wereld slecht; wat God slecht noemt, vindt de wereld goed. Wat God belangrijk noemt, vindt de wereld onbelangrijk; en andersom.
Vrede van God
Denken vanuit de hemel begint bij het besef dat God goed is en uitsluitend het allerbeste met je voor heeft. Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 2 -
Herschepping 2.0
"elke goede gave, elk volmaakt geschenk komt van boven, van de Vader van de hemellichten; bij hem is nooit enige verandering of verduistering waar te nemen." (Jakobus 1:17, NBV2004) God houdt van je; God KAN je het allerbeste geven, God WIL het en Hij ZAL het doen. Deze kernwaarheid moet je in geloof vastgrijpen, je eigen maken en nooit meer loslaten, ongeacht je levensomstandigheden en wat er ooit met je gebeurt. Ook dat is een leerproces. Maar geloofsvertrouwen is geen zaak van verstandelijk iets accepteren, maar iets wat je leert door ervaring, door te leven met God. De nieuwe manier van denken heeft vrede als belangrijkste kenmerk: de vrede die God geeft, die je bevrijdt van onrust en krampachtigheid, van je beklemmende afhankelijkheid van je omstandigheden: "Dan zal de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren." (Filippenzen 4:7, NBV2004) Hier zien we bevestigd wat eerder genoemd is: Gods werkt via het geweten (de diepere verstandsfunctie van het hart) naar het verstand waarin onze bewuste gedachten plaatsvinden. Vanuit je hart komt die vrede, die ook je gedachten tot rust kunnen brengen en die de rust in je hart en je gedachten kan BEWAREN.
Eigen verantwoordelijkheid voor je gedachten
In het leven met God gaat het om geestelijke dingen, die verband houden met de verbondenheid van de gelovige met God. Maar als mens heb je ook een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om je gedachten. God heeft je een wil gegeven om ZELF te bepalen wat je denkt. God bestuurt je gedachten niet, want dat behoor je zelf te doen. Net zo goed als je zelf als eerste verantwoordelijk bent voor de gezondheid van je lichaam en ervoor moet zorgen dat je op een verantwoorde manier eet, rust neemt, enzovoort, bent je ook zelf verantwoordelijk voor je gedachten. Oefen je dus in een gezonde discipline van denken. Geloof me, de volgende eenvoudige tips zijn goud waard: Laat je gedachten geënt zijn op waarheid en niet op leugen. Als er verkeerde gedachten bij je opkomen, wijs ze af en denk er niet verder over na. Maak er een gewoonte van om 's nachts niet of bijna niet te denken; God heeft je de nacht gegeven om te rusten en de dag om dingen te bedenken.
Kom uit de gevangenis van je gedachten
Veel mensen, ook gelovigen, zijn slaaf van gedachtestromen die hun innerlijke vrede ontnemen. Vaak zijn het gedachten die gebaseerd zijn op leugens of op eigen verbeelding. Daarvan worden in de volgende onderwerpen van dit hoofdstuk een aantal voorbeelden uitgewerkt. Soms zijn het steeds terugkerende gedachten waar op zich niets verkeerds in zit. Als je vastzit in bepaalde gedachtepatronen die je bezighouden en waar je soms van wakker ligt, dan ben je in feite de gevangene van je gedachte, hoe vreemd dat misschien ook klinkt. Erken het maar. Het erge is dat de satan deze uitstekend kan gebruiken om je van God te verwijderen en je je rust te ontnemen. Zo kun je ongemerkt onder zijn invloed staan... Tot zover het slechte nieuws. Maar het goed nieuws is dat je als gelovige in staat bent om los te komen uit die gevangenis. De knop om de deur van je gevangenis te openen zit namelijk aan de binnenkant. God heeft je geroepen tot vrijheid. Die gedachten, die je zo beheersen, moet je in Jezus' naam afwijzen en van je afschudden. Het zijn je vijanden geworden en die horen zich niet in je innerlijk te nestelen. Ze maken je onrustig en zoiets is NIET van God. Er is soms heel wat innerlijke geestelijke strijd nodig om tot rust te komen, maar de Heilige Geest, die in elke wedergeboren gelovige woont, is je kracht en je overwinning. Ga ervoor!
Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 3 -
Herschepping 2.0
6.6.2. Zelfbeeld Wie ben ik?
Deze vraag houdt talloze mensen bezig. Je identiteit wordt voor een groot deel bepaald door: 1. wat je doet (studie, werk, activiteiten in kerkelijke gemeente en samenleving, hobby's, vrijetijdsbesteding, sport) 2. wat anderen van je vinden of zeggen (reputatie, aantrekkelijkheid, uitstraling, succes) 3. wat je hebt (gezondheid, relaties, zekerheid, geld, bezit) Je bent geneigd de meeste energie steken in het vasthouden of verbeteren van deze drie dingen, die bepalend voor je geluksgevoel. Sommige mensen lijken het beter te hebben getroffen dan anderen. Het hangt er maar vanaf onder welke omstandigheden je geboren bent en opgegroeid bent. Dat vasthouden en verbeteren van die drie identiteitsfactoren is een levenslange strijd waarbij je uiteindelijk het onderspit moet delven. Je maakt teleurstellingen en mislukkingen mee, je wordt langzaam aan ouder en dan moet je steeds meer stukjes van je identiteit prijsgeven en als je sterft ben je alles kwijt. Kortom: het is een hopeloze strijd om vast te houden wat je kunt en zult kwijtraken.
Wat is je zelfbeeld?
Je zelfbeeld is een totaalplaatje van de manier waarop je over jezelf denkt. Als je een positief zelfbeeld hebt, dan versterkt dat je zelfvertrouwen. Als je negatief over jezelf denkt, krijg je gevoelens van minderwaardigheid en schaamte. De laatste decennia is het ontwikkelen van een goed zelfbeeld een populair thema voor boeken, artikelen en in de media. Veel mensen verheffen het bijna als een doel op zich om een goed zelfbeeld te hebben, want zelfvertrouwen wil iedereen wel graag hebben. Dat wordt gezien als een belangrijke sleutel tot succes en populariteit. Ongemerkt kun je daarmee in de val terechtkomen van het opfokken van het trotse eigen ik!
Zelfbeeld en karakter
Er is een vrij duidelijk verband tussen iemands karakter en het beeld dat hij van zichzelf heeft. karakteraspect verstandelijk Doordat zij een sterk ontwikkeld geweten hebben, vinden ze al gauw dat ze in van alles en nog wat tekort schieten. Als gelovigen vinden ze dat ze te veel zondigen en niet snel genoeg groeien in hun geloof. Verder zijn ze eerder geneigd zichzelf de schuld van iets te geven, ook wanneer dat niet nodig is. Ze vinden zichzelf gauw onhandig, weinig sportief en minder toeschietelijk in hun omgang met andere mensen waardoor ze niet gauw tot de meest populaire mensen horen. gevoelsmatig Zij hebben eerder het tegenovergestelde probleem: zij hebben de neiging zichzelf te overschatten door hun optimistische instelling en door de populariteit vanwege hun levendigheid en spontaniteit. Doordat ze niet erg diep nadenken hebben ze een minder realistisch beeld van zichzelf. De meer zorgzame karakters onder hen kunnen ook wel last hebben van minderwaardigheidsgevoelens door misplaatste schuldgevoelens: ze vinden het moeilijk 'nee' te zeggen als hen iets gevraagd wordt en vinden daarom vaak dat ze tekortschieten tegenover andere mensen. wilskrachtig Zij weten niet wat minderwaardigheidsgevoelens zijn want zij menen alles te kunnen (ze kunnen inderdaad ook veel!) en ze hebben eerder een winnaarmentaliteit. Daardoor kunnen ze tot zelfoverschatting komen en ze moeten oppassen om niet trots te worden. evenwichtig Zij vinden zichzelf al gauw verbleken vergeleken bij andere typen die allemaal wel ergens goed in zijn, terwijl ze zichzelf zo gewoon, alledaags en middelmatig vinden. Ze vergeten dat hun veelzijdigheid en gelijkmoedigheid prachtige karaktereigenschappen zijn waarin ze boven alle andere typen uitblinken. Zelfbeeld en karakteraspect
Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 4 -
Herschepping 2.0
Een te positief zelfbeeld kan leiden tot narcisme, een te negatief zelfbeeld tot minderwaardigheidsgevoelens. Heel veel mensen, ook gelovigen, zijn daar mee behept.
Realistisch zelfbeeld
Laten we dit onderwerp bekijken vanuit het perspectief van Gods Koninkrijk. De sleutel tot een gezond, evenwichtig zelfbeeld kunnen we in de Bijbel vinden: "Laat de onaanzienlijke gelovige trots zijn op zijn hoge waarde, en de rijke op zijn nederige staat..." (Jakobus 1:9-10, NBV2004) Wie zich aan die gouden regel houdt, is al een aardig eind op weg om een realistisch zelfbeeld te hebben. Maar je bent er dan nog niet, want de enige die precies weet hoeveel je waard bent is ... je Schepper. De Bijbel helpt je om te zien dat je vanuit jezelf (vanwege je zondige natuur) helemaal niets waard bent. Dat klinkt erg plomp, vooral als je een laag zelfbeeld hebt, maar het is goed te beseffen dat je vanwege de zonde in je leven vanuit jezelf niets hebt waar God vreugde in heeft. Het goede nieuws is dat God de wereld liefheeft en dat geldt vooral voor al die nietswaardige mensen die weer met Hem verzoend kunnen worden. Jezus vond je belangrijk en kostbaar genoeg om voor je te sterven en dat heeft Hij ook gedaan. Als je door geloof in Hem en oprechte bekering bent wedergeboren, ben je een kind van God geworden en heb je een ongekend hoge waarde voor je Schepper, door Jezus. En dat is de belangrijkste factor van een gezond en evenwichtig zelfbeeld.
6.6.3. Zelfoverschatting Narcisme
De psychologische term 'narcisme' is afkomstig van een verhaal uit de Griekse mythologie over een zekere Narcissus, die bekend stond om zijn uitzonderlijke schoonheid. Hij was zo geobsedeerd van zijn eigen uiterlijk dat hij ervan hield zijn eigen spiegelbeeld in het water te bekijken. Hij werd zelfs verliefd op zijn spiegelbeeld, maar als hij dat wilde kussen leek het te verdwijnen. Uiteindelijk stierf hij van onvervulde verlangens naar zichzelf. Er zijn allerlei varianten van dit verhaal in omloop. De algemene moraal van het verhaal is dat eigenliefde en trots tot je eigen ondergang leiden. Vooral in deze tijd zijn er veel mensen (vooral jongeren) die een opgeklopt zelfbeeld hebben en zichzelf wijsmaken dat ze echt geweldig zijn. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat van jongeren van 16-24 jaar maar liefst 34% narcistisch gedrag vertoont. Bij ouderen is dat veel lager. Waar komt dat vandaan? Psychologen vertellen ons dat het vooral een gevolg is van moderne opvoeding. Vroeger kregen kinderen zelden of nooit complimentjes of bevestigingen van hun ouders en onderwijzers. Dat zorgde ervoor dat veel kinderen opgroeiden met veel onzekerheid over zichzelf en met een negatief zelfbeeld. Tegenwoordig is het tegenovergestelde het geval. Ouders en andere opvoeders hebben geleerd dat je kinderen voortdurend moet bevestigen om ze meer zelfvertrouwen te geven. Voor de kleinste prestaties worden ze de hemel in geprezen en wordt er gezegd dat ze de beste van de hele wereld zijn. Het gevolg is dat jongeren gaan denken dat ze alles kunnen, zonder er veel moeite voor te doen. Ze staan niet meer zo open voor correctie en krijgen een ongezond zelfvertrouwen. En als ze na hun schoolopleiding de maatschappij ingaan, merken ze tot hun schrik dat niemand op hen zit te wachten en dat hun geweldige droom over zichzelf uiteenspat. Het is een van de redenen van de sterk toenemende vraag naar jeugdzorg. Een opgeklopt zelfbeeld is heel schadelijk voor de ontwikkeling tot volwassenheid en een grote barrière voor een gezond geestelijk leven. Het leidt tot trots, zelfzucht en individualistisch gedrag. Maar let op: vaak gaat achter een opgeklopt zelfbeeld heel wat onzekerheid schuil. Narcisme wordt vaak veroorzaakt door ouders en opvoeders; de jongeren moeten er de wrange vruchten van plukken. De balans is doorgeslagen van te negatieve naar te positieve zelfbeelden. Het is de vraag wat erger is. Wat is het toch moeilijk om in balans te blijven.
Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 5 -
Herschepping 2.0
Populariteit en succes
Een andere belangrijke oorzaak van zelfoverschatting is succes of populariteit, die mensen naar het hoofd stijgt. Ze denken dat ze het helemaal gemaakt hebben door hun vlotte babbel, hun krachtige uitstraling, hun aantrekkelijke persoonlijkheid of wat dan ook. Ze ontlenen hun identiteit aan datgene wat hun populair of succesvol heeft gemaakt en meestal is dat iets aan de buitenkant van hun leven. Tegelijk is hun innerlijk vaak arm gebleven. Ze zijn daardoor heel kwetsbaar geworden. Populariteit en succes kunnen immers van de ene op de andere dag zo maar verdwijnen en wat dan? Voor mensen die geneigd zijn zichzelf te overschatten is het van belang om zicht te krijgen op wat God van hen vindt. Wie ben je in zijn ogen? Je werkelijke waarde ontleen je aan wat God over je zegt en denkt, aan het feit dat God je kent en van je houdt. Je bent daarom niets minder, maar ook niets méér waard dan een ander. Zonder God ben je niets, met God ben je wat God van je gemaakt heeft. Mensen die gewend zijn zichzelf te overschatten hebben twee problemen: 1. Ze leven niet in de realiteit. Anders gezegd: ze hebben geen zicht op de waarheid, maar leven in een leugen. Dat kan nooit goed gaan. 2. Ze zijn in diepste wezen trotse mensen. Zij moeten bedenken dat trots een van de dingen is waar God zich het meest aan ergert.
6.6.4. Minderwaardigheidsgevoelens Voorbeelden
Veel mensen worden geremd door een negatief zelfbeeld. Ze hebben een soort valse schaamte, voelen zich onwaardig en zijn bang dat anderen negatief over hen denken. Er zijn ook veel te veel christenen die balen van zichzelf omdat ze: niet zo intelligent zijn als anderen niet zo'n mooi uiterlijk hebben als ze zouden willen niet zo vlot en sportief zijn als we zouden willen niet blij zijn met hun karaktereigenschappen ouder zijn dan ze zouden willen zijn, of juist jonger minder begaafd of minder handig zijn dan anderen minder goed contacten kunnen leggen dan anderen
Minderwaardigheidsgevoelens zijn leugens
Omdat de Bijbel leert dat God elk mens even waardevol vindt, zijn minderwaardigheidsgevoelens altijd gebaseerd op een verkeerde visie, zeg maar gewoon: op leugens. Het is belangrijk te weten dat negatieve gevoelens bijna altijd het gevoelig zijn van negatieve gedachten. De oplossing voor een ontregeld gevoelsleven begint daarom meestal bij het ontdekken van verkeerde manieren van denken. Laten we eerst eens een aantal veel voorkomende oorzaken van minderwaardigheidsgevoelens onder de loep nemen om zodoende het leugenachtige van de achterliggende gedachten te ontmaskeren.
Minderwaardigheidsgevoelens door afwijzing
In veel gevallen ontstaat een negatief zelfbeeld tijdens de jeugd op grond van wat anderen over hen zeggen. Ouders moeten ervoor waken om geen negatieve waardeoordelen over hun kinderen uit te spreken. Ongewenste kinderen en kinderen die achtergesteld worden bij hun broertjes of zusjes hebben vooral geleden onder hun afwijzing. Ook door pesterijen op school, op straat of thuis, kan er bij kinderen een grondig vertekend zelfbeeld ontstaan. Als ze steeds horen dat ze stom, lelijk, lastig of nog erger zijn, gaan ze op een gegeven moment geloven wat er over hen gezegd wordt en gaan ze
Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 6 -
Herschepping 2.0
zich er ook steeds meer naar gedragen. Van zulke minderwaardigheidsgevoelens vanuit de jeugd kunnen ze hun leven lang last houden.
Minderwaardigheidsgevoelens door schaamte
Veel mensen schamen zich voor wie ze zijn. Dat komt dan altijd doordat ze niet voldoen aan de eisen die ze zichzelf stellen of die hun omgeving aan hen stelt. Veel mensen gaan gebukt onder schaamtegevoelens vanwege hun familie, hun lage opleidingsniveau, mislukkingen of misstappen uit het verleden. Het zelfbeeld van schoolkinderen wordt vooral door één factor bepaald: een jongen moet sportief en sterk zijn, een meisje moet aantrekkelijk zijn, en iedereen moet tegenwoordig vooral bijdehand zijn. Val je in dat opzicht een beetje buiten de boot, dan kan er gemakkelijk een negatief zelfbeeld ontstaan, hoeveel andere dingen er ook tegenover staan.
Minderwaardigheidsgevoelens door de mediacultuur
Onze cultuur werkt ook minderwaardigheidsgevoelens in de hand. Ik heb een aantal jaren in Papoea Nieuw Guinea gewoond, en ook daar kom je natuurlijk ook mooiere en minder mooie mannen en vrouwen tegen. Het viel me op dat het uiterlijk daar nauwelijks invloed leek te hebben op de manier waarop mensen over zichzelf dachten. Daardoor straalden bijvoorbeeld de minder mooie vrouwen in dat land dezelfde gezonde zelfbewustheid uit als degenen die een mooier uiterlijk hadden. Dat kwam weldadig over en het viel me zo op omdat onze westerse cultuur vergeven is van ongezond opgeklopte schoonheidsidealen. Onze mediacultuur probeert ons er dagelijks talloze keren van te overtuigen dat een mooi uiterlijk het belangrijkste is om je gelukkig te voelen. In films zijn mooie mensen lief en aardig, en lelijke mensen zijn meestal de schurken en gemeneriken. En al die beeldschone mensen in de films en in de reclamefolders dan? Dat is maar een kleine groep modellen, die het mooi zijn tot hun beroep hebben gemaakt. Ze werken vaak met grote hoeveelheden make-up en met computerprogramma's worden hun laatste onvolkomenheden nog eens bijgewerkt. Wat een schijnwereld! Moeten we ons daarmee vergelijken? En ... zouden al die kunstmatige typetjes echt de gelukkigste en aardigste mensen van de wereld zijn? Ik geloof er niets van. Want mensen die overdreven aandacht aan hun uiterlijk besteden zijn meestal erg verwaand.
Prestatiegerichte maatschappij
Veel jongeren voelen zich erg onzeker wanneer ze hun opleiding of studie hebben afgerond en de maatschappij ingaan om werk te zoeken. Ze ervaren een enorme druk van onze prestatiegerichte maatschappij, die vaak alleen waardering heeft voor de allerbesten en de meesten behoren nu eenmaal niet tot die toplaag.
Valse schuldgevoelens
Bij anderen (vooral bij vrouwen) spelen valse schuldgevoelens een belangrijke rol. Zij vinden dat ze alle mensen in hun directe omgeving voldoende aandacht moeten geven en gelukkig moeten maken. Zij voelen zich schuldig als ze menen niet aan de verwachtingen van anderen te kunnen voldoen. Daarom vinden ze het moeilijk om 'nee' te zeggen als hen iets gevraagd wordt en zo kunnen ze lasten op hun schouders nemen waar ze onder dreigen te bezwijken. Ze komen dan in een neergaande spiraal terecht komen en een negatief zelfbeeld is dan het onvermijdelijke gevolg. Met die zelfgekozen schuldgedachten straffen ze zichzelf als het ware voor hun tekortkomingen en dat kan hen erg ongelukkig maken.
Zware prediking
Een negatief zelfbeeld komt ook relatief vaak voor bij kerkmensen die onderworpen zijn aan een prediking, waar sterk de nadruk ligt op de verdorvenheid van de mens en zijn onvermogen om aan Gods eisen te voldoen. Als hierbij de boodschap van Gods genade niet krachtig tegenover staat, slaat de balans door naar een sombere geloofsbeleving. Je krijgt dan het neerdrukkende gevoel dat je het nooit goed doet en dat God altijd afkeurend naar je kijkt. Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 7 -
Herschepping 2.0
Gevolgen van negatief zelfbeeld
Bij een aantal mensen leidt een negatief zelfbeeld tot verslavingen, waarvan seksverslaving en pornoverslaving misschien wel de gevaarlijkste zijn. Dat werkt dan weer zo vervuilend voor hun innerlijk, zodat ze het laatste beetje respect voor zichzelf ook nog kwijtraken en totaal vereenzamen. Zo krijgen ze nog meer minachting voor zichzelf en komen ze in een ernstige conditie terecht waar ze meestal niet zonder professionele hulp uit kunnen komen.
Vergelijking met anderen
Samenvattend kunnen we zeggen: een van de belangrijkste oorzaken van een negatief zelfbeeld is het feit dat we geneigd zijn onszelf steeds te vergelijken met anderen. Dat is niet alleen dom, maar ook erg schadelijk en het kan ernstige scheefgroei van je persoonlijkheid ten gevolge hebben. Laten we eens kijken naar een paar voorbeelden van zulke vergelijkingen: 1. Een psychologische studie die in 1995 in Engeland gehouden werd, wees uit dat zeven van de tien vrouwen zich vanwege hun uiterlijk depressief, schuldig en beschaamd voelden nadat ze drie minuten naar foto’s van modellen in tijdschriften hadden gekeken. 2. Veel jongeren hebben een negatief zelfbeeld, doordat ze op televisie voornamelijk mensen zien met de meest fantastische kwaliteiten, waar zij zelf nooit aan kunnen voldoen. 3. Als je bijvoorbeeld een mooi meisje een compliment geeft over haar uiterlijk, terwijl er een minder mooi meisje naast staat, is dit gewoon heel dom en schadelijk. In de eerste plaats geef je het eerste meisje een compliment over iets waar ze niets voor gedaan heeft, waardoor ze trots wordt op haar schoonheid. In de tweede plaats bezorg je het minder bedeelde meisje een gevoel van minderwaardigheid. Vergelijking met anderen is erg onverstandig en het leidt tot niets goeds. Wie kan de waarde van iemands leven bepalen? Wie zich meer waard voelt dan een ander lijdt aan hoogmoed en wie zich minder waard voelt dan een ander lijdt aan minderwaardigheidsgevoelens. Dus ... gewoon niet vergelijken. Wie heeft respect voor mensen uit welgestelde kringen die niets presteren en zich gedragen als luie flapdrollen? Wie durft neer te kijken op laag geschoolde arbeiders, die hun uiterste best doen om hun werk goed te doen? Als je al een waardeoordeel zou moeten uitspreken dan zou je iemand moeten beoordelen naar wat hij heeft gepresteerd ten opzichte van wat hij heeft meegekregen. En dan ook nog eens rekening houden met alle levensomstandigheden en sociale omgeving. Wie is daartoe in staat? Inderdaad, jij en ik niet. Alleen God kan dat beoordelen... Het onderwerp ' Positief denken' in dit hoofdstuk kan je ook helpen om minderwaardigheidsgevoelens te voorkomen.
6.6.5. Realistisch zelfbeeld Zelfbeeld en identiteit van Jezus
Als je negatief over jezelf denkt of meent dat andere mensen negatief over je denken, ben je niet de enige. Jezus begrijpt je volledig, want: Jezus had wellicht geen uiterlijke aantrekkelijkheid (Jesaja 53:2). Jezus werd belachelijk gemaakt (Marcus 3:21; Johannes 8:48). Jezus werd niet geaccepteerd (Johannes 1:11). Jezus werd vernederd en bespot (Jesaja 53:3; Lucas 23:8-12). Jezus had geen materiële bezittingen (Matteüs 8:20). Maar toch ... dat was niet bepalend voor zijn gevoel van eigenwaarde. Hij wist namelijk wie Hij WERKELIJK was en altijd zou zijn. Bij zijn doop in de rivier de Jordaan door Johannes de Doper bevestigde God wie Jezus werkelijk was: "... er klonk een stem uit de hemel: 'Jij bent mijn geliefde Zoon, in wie Ik vreugde vind.'" (Lucas 3:22, WV1995) Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 8 -
Herschepping 2.0
Jezus was zich bewust van zijn positie als geliefde Zoon van God. Daarom kon Hij ermee omgaan, ook als alle aardse identiteitsfactoren Hem ontvielen. Toen Hij stierf aan het kruis had Hij helemaal niets meer over maar Hij wist nog steeds hoe zijn Vader over Hem dacht en dat zijn Vader Hem nooit zou loslaten. Dat was zijn kracht.
Hoe God over je denkt
Ook in dit opzicht geldt dat Gods waarheid vrij maakt. Om een goed en realistisch zelfbeeld te krijgen is het van het grootste belang om te gaan denken vanuit de hemel. Laten we zien hoe God over je denkt en welke maatstaven Hij hanteert: Al ver voor je geboorte kende God je en had Hij al een plan met je leven. Een goed plan. Omdat God je geschapen heeft, ben je extreem kostbaar voor Hem. Je bent op een unieke manier zijn evenbeeld.. Door te zondigen ben je volstrekt waardeloos geworden. Ondanks dat bleef God je zo waardevol vinden dat Hij de allerhoogste prijs betaald heeft om je vrij te kopen van de macht van zonde en dood. Als je bent wedergeboren woont de Heilige God met zijn Geest in je. God wil graag een intieme relatie met je hebben en onderhouden zodat je voortdurend in verbondenheid met Hem leeft. God stelt je gezelschap zo op prijs dat Hij je als gelovige heeft bestemd om eeuwig bij Hem te mogen zijn, zodat Hij langdurig van je aanwezigheid kan genieten. God heeft je lief met een eeuwige liefde, vanaf het begin van de tijd tot en met de eeuwigheid in de toekomst. Altijd. Al deze waarheden kom je op vele plaatsen in de Bijbel tegen. Kortom, je bent van enorme waarde voor God. Als God zo positief over jou denkt en jou volkomen accepteert, WIE GEEFT JOU DAN HET RECHT OM JEZELF AF TE WIJZEN? "Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? ... God is het die rechtvaardigt, wie zal veroordelen? ..." (Romeinen 8:31,33, NBG1951) Dit heeft niet alleen betrekking op vergeving van zonden, maar ook op Gods volmaakt liefdevolle acceptatie van zijn kinderen. Eens hoorde ik een man spreken die het grootste deel van zijn leven had geworsteld met gevoelens van minderwaardigheid. Hij had zich als kind voortdurend achtergesteld gevoeld bij zijn oudere broer en hij schaamde zich voor zijn uiterlijk. Hij vertelde hoe hij tot vrijheid in Jezus was gekomen en die vrijheid straalde van hem af. Hij vertelde dat hij nog steeds bijna elke morgen in de spiegel kijkt en het volgende Bijbelvers citeert: "Ik prijs U, omdat U mij zo prachtig hebt gemaakt. Alles wat U doet, is wonderbaarlijk. Alles in mij getuigt daarvan." (Psalm 139:14, HB2008) Als je weet hoeveel de almachtige God van je houdt en hoe Hij over je denkt, leef daar dan ook naar.
Zelfafwijzing is zonde
Als je jezelf steeds naar beneden haalt vanuit een negatief (en dus verkeerd) zelfbeeld, dien je dit als zonde aan God te belijden en zijn waarheid over jezelf te accepteren. Door je verkeerde gedachten als zonden te belijden kun je er afstand van nemen. In het accepteren van de waarheid over jezelf ligt een diepe vrede, die je beschermt tegen allerlei neerdrukkende gedachten en gevoelens waar niemand iets aan heeft. Het gevolg is dat je een gezond zelfvertrouwen ontwikkelt, dat niet gebaseerd is op eigen vermeende kwaliteiten, maar wel op het feit dat God je accepteert en het feit dat God je waardevol vindt. De oplossing ontstaat als je door de Heilige Geest bevrijd wordt van de tirannie van de leugen en je gedachten worden gevuld met Gods waarheid. Die bevrijding begint nadat je deze waarheid in geloof hebt vastgegrepen en wordt compleet als je volhardend aan deze waarheid blijft vasthouden. Een negatief zelfbeeld, dat je jarenlang gekoesterd hebt verdwijnt niet in één dag. Door telkens weer Gods waarheid als medicijn Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 9 -
Herschepping 2.0
in te nemen voor de genezing van je hart, zal die waarheid een deel van je leven worden en zul je van binnenuit veranderen.
Mozes
In de Bijbel lezen we over Mozes die na zijn vlucht uit Egypte een sterk gevoel van zelfafwijzing en faalangst had. Dat bleek toen God hem riep als de bevrijder van het volk Israël (Exodus 3). Hij stapelde het ene excuus op het andere. Kort samengevat kwamen ze op het volgende neer: Ik kan niks. Ik weet niks. Mensen nemen niets van mij aan. Ik kan niet goed spreken. Daarom wil ik niet gaan. God weerlegde al zijn excuses en zette daar zijn goddelijke hulp en kracht tegenover. Mozes zei: "Ik ben NIETS." God zei (vrij weergegeven): "Ik ben ALLES en als Ik bij je ben, ben jij ook ALLES." Pas toen Mozes uiteindelijk zei dat hij niet wilde gaan werd God boos op hem, omdat hij vanuit ongeloof Gods hulp en waarheid had afgewezen. Gelukkig had God genoeg geduld met Mozes om hem over die barrière heen te helpen. Al de bovengenoemde excuses van Mozes heeft God in het tegendeel veranderd. De onderwerpen 'Positief denken' en 'Hoop' in dit hoofdstuk kunnen je helpen om negatieve gedachten te voorkomen.
6.6.6. Perfectionisme Wat is perfectionisme?
Perfectionisme het streven naar volmaaktheid. Op zich is daar niets mis mee, maar perfectionisme als eigenschap of geneigdheid wordt meestal gebruikt om een overdreven streven naar perfectie aan te duiden. Perfectionisten laten zich tiranniseren door hun geweten. Ze zijn verstrikt geraakt in hun hoge normen en raken voortdurend gefrustreerd door hun onvermogen om er aan te voldoen. Immers, zodra ze in de buurt komen van hun zelfbepaalde norm, verhogen ze de norm zodat ze NOOIT hun doel bereiken. Niet zelden hebben perfectionisten tegelijk last van minderwaardigheidsgevoelens, faalangst en zijn ze ook kritisch tegenover mensen die er andere normen of principes op na houden. Perfectionisme staat bekend als de belangrijkste oorzaak van stress. Toch denken de meeste mensen dat stress wordt veroorzaakt door hun omstandigheden of door andere mensen. Heb je veel last van stress? Ga voor jezelf eens na of je niet te hoge eisen aan jezelf stelt. Je bent zelf verantwoordelijk om een goede balans tussen inspanning en ontspanning te bewaren.
Perfectionisme en karakter
De ene persoon heeft een sterkere neiging tot perfectionisme dan de ander. Dat hangt samen met het karakter. Maar geen enkel karaktertype is er immuun voor; perfectionisme heeft namelijk veel gezichten.
Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 10 -
Herschepping 2.0
karakteraspect verstandelijk Doordat hun geweten sterker ontwikkeld is dan dat van de andere typen, hebben zij de sterkste neiging tot perfectionisme. Ze laten zich opjagen door hun hoge taakopvatting en hun hoge normen. Ze zijn erg streng in het beoordelen van zichzelf en vinden te gauw dat ze ergens in tekort schieten. gevoelsmatig Zij zijn het minst geneigd tot perfectionisme, maar hebben vaker het tegenovergestelde probleem: zij zijn gauw tevreden met hun prestaties, omdat ze die minder belangrijk vinden dan bijvoorbeeld goede relaties met mensen en een plezierig leven. Wel kunnen ze perfectionistisch zijn als het gaat om uiterlijke verzorging, kleding en andere uiterlijke dingen omdat ze het heel belangrijk vinden hoe ze overkomen bij anderen. wilskrachtig Zij kunnen ook behoorlijk perfectionistisch zijn vanwege hun sterke prestatiegerichtheid. Vergeleken met verstandelijke typen zijn ze veel minder krampachtig omdat ze meer realiteitszin hebben en dus beter kunnen relativeren. Wel willen ze het graag winnen van anderen en dat motiveert hen sterk om tot het uiterste door te zetten. Zij stellen hoge eisen aan zichzelf en aan anderen. evenwichtig Door hun praktische instelling verliezen ze zichzelf niet gauw in het overdreven najagen van allerlei opzienbarende prestaties. Hun motto is: doe maar gewoon, en daarbij hoort geen perfectionisme. Maar toch kunnen ze wel degelijk perfectionistisch zijn op het gebied van bijvoorbeeld overdreven aandacht voor veiligheid, structuur, regels, zuinigheid, netheid en punctualiteit. Perfectionisme en karakteraspect
Farizeïsme
Het woord farizeeër klinkt in onze tijd bijna als een scheldwoord. Toch heeft het Jodendom veel aan de oorspronkelijke farizeeën te danken. Het farizeïsme was oorspronkelijk een soort opwekkingsbeweging als tegenhanger van een steeds toenemende wereldgelijkvormigheid van de joden, die steeds verder van Gods levenswetten gingen leven. Met hun nauwkeurige navolging van de levenswet wilden zij doen wat God hen had opgedragen en waren zij voorbeelden voor anderen. Niet voor niets stonden zij in hoog aanzien bij het volk. De grote fout die de farizeeën in de tijd van Jezus maakten was dat ze het opvolgen van Bijbelse regels tot een doel op zichzelf gingen maken en dat is een vorm van perfectionisme. Zij werden trots op hun prestaties, zagen die als verdiensten om door God als rechtvaardigen te worden aangemerkt. Het streven naar perfectie kwam in de plaats van het dienen van de levende God en daarom noemde Jezus hen huichelaars. Lees Matteüs 23 maar eens door en let op de ongekend scherpe bewoordingen waarmee Jezus hen de kast uitveegde. Dat houdt tegelijk een waarschuwing in voor ons als gelovigen, want wij lopen allemaal het risico om in dezelfde val terecht te komen.
Vormen van perfectionisme
Zoals eerder gezegd heeft perfectionisme veel gezichten. De meeste van die gezichten lijken op het eerste gezicht positief, maar als je even doorprikt, kom je trots tegen. Voorbeelden van perfectionisme: overdreven taakopvatting en plichtsbesef overdreven netheid in het huishouden jezelf overwerken terwijl je geen taken kunt delegeren, omdat je vindt dat jij het beter kunt dan anderen bang zijn om de controle te verliezen jezelf het vuur uit de sloffen lopen om het iedereen naar de zin te willen maken, omdat je de perfecte vriend, hulpverlener, gastvrouw of vriendin wilt zijn baas boven baas willen zijn altijd maar willen winnen overdreven nadruk op bepaalde christelijke tradities en de eigen 'zuivere leer' overdreven nastreven van bepaalde geestelijke ervaringen overdreven nastreven van Gods volmaakte doel met je leven op aarde
Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 11 -
Herschepping 2.0
Bij sommige mensen is hun perfectionisme zover doorgeschoten dat ze deskundige hulp nodig hebben. Anderen leiden een krampachtig leven vanwege hun opvoeding door perfectionistische ouders die veel te hoge eisen aan hen stelden en dat duidelijk lieten merken. Dat komt allemaal ook onder christenen voor, vooral onder de meer serieuze christenen.
6.6.7. Volmaakt worden God is volmaakt
Het streven naar zo goed mogelijke resultaten in ons leven is een goede zaak. God zelf is een uitgesproken perfectionist, maar wel in de goede betekenis van het woord. God is namelijk volmaakt in alles wat Hij bedenkt, zegt en doet. God deed dat bijvoorbeeld toen Hij zijn schepping schiep. Het resultaat was: zeer goed, zo goed als het maar geschapen had kunnen worden, tot in de details volmaakt. "God keek naar alles wat hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was..." (Genesis 1:31, NBV2004) Door de zondeval is de volmaakte schepping ontluisterd. Gods plannen voor de herschepping van de mens, waarin het kruis van Jezus een centrale rol speelt, zijn ook volmaakt. Er had geen beter herscheppingplan ontworpen kunnen worden. In feite is God het summum van onovertroffen perfectie in alles. Gods plannen voor een Nieuwe Hemel en een Nieuwe Aarde overtreffen zijn ontwerp voor de huidige hemel en aarde. We zullen daar van de ene verbazing in de andere vallen en dingen zien die onze hoogste verwachtingen te boven gaan.
De Bijbel spoort aan tot volmaaktheid
Wij zijn als evenbeelden van God geschapen en dus ook ons verlangen en streven naar volmaaktheid is ons door de Schepper als het ware ingebakken. Toen Adam en Eva geschapen werden, zette God hen op de weg naar de volmaaktheid en gaf hen de levensboom om dat doel te kunnen bereiken. Door de zondeval is het hele systeem van de schepping in elkaar gevallen, maar God gaf later een nieuwe levensboom in de persoon van Jezus, de volmaakte Zoon van de volmaakte God. Door het geloof in Hem kan een mens wedergeboren worden en dan komt dat volmaakte leven weer beschikbaar voor de mens. Tijdens het leven op aarde kan die volmaaktheid maar voor een klein deel doorwerken, maar het begin is er. Pas in het volgende leven, als we in de hemel zijn en later op de Nieuwe Aarde, zullen we volmaakt zijn omdat Jezus dan al het onvolmaakte van ons zal wegnemen. Voordat het zover is, moeten we genoegen nemen met een leven dat sterk tekortschiet. Daarom is het dwaasheid om perfectie van jezelf te eisen. Met de perfectie die het product is van menselijk kunnen, kun je God nooit een plezier doen. Integendeel, want het heeft iets van menselijke trots in zich. Jezus spoort ons onomwonden aan om volmaakt te zijn in moreel opzicht, want volmaaktheid hoort bij het doel dat God met ons heeft: "Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is." (Matteüs 5:48, NBV2004) Hoe kon Jezus zoiets zeggen terwijl Hij wist dat dit een onbereikbaar doel is voor sterfelijke mensen? Het Griekse woord voor 'volmaakt' in de grondtekst is 'teleios' en daarin zit het woord 'telos' dat 'doel' betekent. Het woord dat met 'volmaakt' is vertaald heeft dus vooral te maken met de toewijding waarin we ons op het einddoel richten dat God heeft met ons leven. De Bijbel spoort ons aan om onverdeeld te zijn in onze liefdevolle toewijding aan God en de medemens.
Jezus is volmaakt
Het is goed te bedenken dat alleen Jezus volmaakt is en dat alleen door genade zijn volmaaktheid overgaat op mensen die zijn wedergeboren. Accepteer het feit dat je vanuit jezelf onvolmaakt bent en dat je niets kunt doen om je zondigheid te verbloemen of goed te maken door allerlei goede daHoofdstuk 6.6. Anders denken - 12 -
Herschepping 2.0
den. Dan kom je bij het kruis uit en dan kijk je naar Jezus die het allemaal voor je in orde HEEFT gemaakt. Jezus is vrijwillig gestorven om jou rechtvaardig te maken. Die rechtvaardigheid is een genadegeschenk. Wees daar blij mee en probeer er niets aan toe te voegen, want Gods genade is al volmaakt. Je hoeft dus niet te streven naar een zelfgeproduceerde perfectie, want perfectie staat al tot je beschikking. Door dat te bedenken krijg je het hemelse perspectief en een gezonde kijk op presteren.
Jezus ontmoet een perfectionist
Jezus ontmoette eens een hooggeplaatste man die op zoek was naar volmaaktheid om het hoge doel te bereiken dat Gods Woord hem aanreikte, maar dat toch zo onbereikbaar leek te zijn. Hij vroeg aan Jezus: "Goede meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?'" (Lucas 18:18, NBV2004) De man had overduidelijk zijn hart gezet op het volbrengen van Gods levenswet, maar hij was kennelijk tegen zijn beperkingen opgelopen en wist daar geen raad mee. Wel had hij in Jezus iets buitengewoon goeds gezien, iets wat hem volmaakter toescheen dan hij ooit had gezien. Met nadruk noemde hij Jezus 'GOEDE Meester' en Jezus haakte daar meteen op in: "Jezus antwoordde: ‘Waarom noemt u mij goed? Niemand is goed, alleen God." (Lucas 18:19, NBV2004) Jezus was ongetwijfeld aangenaam verrast om iemand te ontmoeten die goddelijke kwaliteiten in Hem ontdekt had! Jezus lokte de man een beetje uit de tent door hem eraan te herinneren dat hij eenvoudigweg Gods levenswet moest volgen, omdat dat DE weg naar de volmaaktheid was. "Gods weg is volmaakt, het woord van de H E E R is zuiver..." (Psalm 18:31, NBV2004) De jonge man vertelde dat hij zich nauwgezet aan Gods levenswet had gehouden, maar ondanks dat niet volmaakt was geworden. Jezus ging hem die weg wijzen: "Jezus antwoordde hem: 'Als je volmaakt wilt zijn, ga dan naar huis, verkoop alles wat je bezit en geef de opbrengst aan de armen; dan zul je een schat in de hemel bezitten. Kom daarna terug en volg mij.' Na dit antwoord ging de jongeman terneergeslagen weg; hij had namelijk veel bezittingen." (Matteüs 19:21-22, NBV2004) Het antwoord van Jezus was verrassend en de man wenste waarschijnlijk dat hij het nooit gevraagd had. Hij wilde graag een antwoord, maar niet zo'n antwoord. De regels van het Koninkrijk, zoals Jezus die verkondigde en voorleefde, zijn zo anders dat wat hij in de Tora had gelezen. Ze zijn ook anders dan wat WIJ willen horen. Volmaakt worden is namelijk een proces van zelfverloochening, jezelf kwijtraken en groeien in liefde voor God en de medemens. Volmaaktheid is wat wij, evenals de man uit deze geschiedenis, willen grijpen, willen bereiken als resultaat van ons eigen streven. Maar we vinden volmaaktheid als we leren geven... We worden niet volmaakt door groter te worden, maar juist door kleiner te worden.
Volmaaktheid en liefde
De weg naar de volmaaktheid is een groeiproces dat begint met het ontvangen van Gods liefde: "... want Gods liefde is in ons hart uitgestort door de heilige Geest die ons werd geschonken." (Romeinen 5:5, WV1995) In 1 Korintiërs 12 spreekt Paulus over de gaven van de Heilige Geest. Die gaven zijn volmaakt en Paulus spoort gelovigen aan om zich ernaar uit te strekken: "Streeft dan naar de hoogste gaven. En ik wijs u een weg, die nog veel verder omhoog voert." (1 Korintiërs 12:31, NBG1951)
Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 13 -
Herschepping 2.0
Er zijn gelovigen die zich sterk concentreren op het ontvangen van bijzondere geestelijke gaven, in de hoop dat ze daarmee dichter bij de volmaaktheid in Jezus komen. Geestelijke gaven zijn volmaakt, maar de ontvanger van die gaven is het niet en hij wordt ook niet volmaakter DOOR die gaven. Hoe belangrijk geestelijke gaven ook zijn, de hoogste weg is die van de liefde, de zichzelf niet zoekende, zegenende liefde. Daar zegt Paulus in 1 Korintiërs 13 zulke prachtige dingen over die elke geestelijke perfectionist op de goede weg helpt: Gods liefde door je heen laten werken is de weg van de volmaaktheid. De liefde is ons gegeven, de werkzaamheid van de Heilige Geest die Gods liefde laat stromen is het werk van God. Alle volmaaktheid is van God en elke volmaaktheid in de mens is ... een geschenk van God en NOOIT het resultaat van menselijke inspanning.
Volmaaktheid: geschenk en opdracht "Dat moet de gezindheid zijn van ons allen die volmaakt zijn..." (Filippenzen 3:15, GNB2004) Hierbij doelt Paulus op het volmaakte leven dat een ware christen heeft ontvangen door wedergeboorte. Maar tegelijk weet Paulus maar al te goed dat we slechts OP WEG zijn naar de volmaaktheid van onze totale persoonlijkheid en die nog niet bereikt hebben. "Niet dat ik het al verkregen heb of al volmaakt ben, maar ik jaag ernaar om het ook te grijpen. Daartoe ben ik ook door Christus Jezus gegrepen." (Filippenzen 3:12, HSV2010) Paulus zelf was van nature ook een perfectionist. Om te beginnen was hij een farizeeër en voordat hij Jezus had ontmoet was hij de meest fanatieke christenvervolger en hij ging daarbij tot het uiterste. Na zijn bekering ging Paulus ook tot het uiterste, maar dan voor de navolging van Jezus. Toch heeft hij ontdekt dat niet geestelijk succes (hij was ten slotte de meest succesvolle zendeling) maar de liefde de hoogste mate van volmaaktheid heeft binnen het Koninkrijk. "... als we elkaar liefhebben, blijft God in ons en is zijn liefde in ons volmaakt geworden." (1 Johannes 4:12. GNB1996) Dat is de opdracht voor het leven van hier en nu. Het is een leerproces van geestelijke volwassenwording. Paulus legt dat ook in het volgende Bijbelvers: "Hem verkondigen wij wanneer we iedereen waarschuwen en in alle wijsheid onderrichten, om iedereen tot volmaaktheid in Christus te brengen." (Kolossenzen 1:28, NBV2004) De ultieme volmaaktheid in de vorm van een perfecte persoonlijkheid zal ons dan uiteindelijk worden geschonken, maar niet eerder dan wanneer we het aardse leven hebben verlaten...
Bevrijding van perfectionisme
De psycholoog Ulrike Zollner heeft eens een boek geschreven met als titel: "De kunst om niet perfect te zijn." Alleen die titel geeft al heel wat stof tot nadenken. Kom uit je gevangenis van angst voor het niet voldoen aan verwachtingen van anderen en van jezelf. Wees niet langer je eigen slavendrijver, maar rust in het feit dat Jezus in jou een volmaakte prestatie heeft geleverd en ... geniet ervan! Dit kan heel moeilijk zijn als je een perfectionistische instelling hebt. De oplossing ligt zoals altijd in het gelovig accepteren van wat Jezus voor je heeft gedaan. Het is een verandering van DENKEN.
6.6.8. Kritische gedachten Goede kritiek
Kritisch denken betekent dat je onafhankelijk van anderen informatie analyseert en beoordeelt. Het is een nuttige vaardigheid voor wetenschappers, studenten, politici, en uiteindelijk voor iedereen die zelfstandig iets wil onderzoeken. Het gaat dan om beoordelingen waarbij iets goed of slecht, waar of onwaar, goed of fout genoemd kan worden. Jezus zei eens: "Oordeel niet over anderen... (Matteüs 7:1, GNB1996)
Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 14 -
Herschepping 2.0
Wat bedoelde Jezus hier met oordelen? Mogen we geen mening uitspreken over iemands gedrag, uitlatingen of denkwijze? In de Bijbel worden we aangespoord om wel degelijk kritisch te luisteren naar wat mensen beweren. Ook de apostelen schrijven: "... toetst alles en behoudt het goede." (1 Tessalonicenzen 5:21, NBG1951) "... vertrouw niet elke geest. Onderzoek de geesten, om te zien of ze wel van God komen..." (1 Johannes 4:1, WV1995) "... Geloof niet iedereen, maar onderzoek of iemand door de Geest van God bezield wordt." (1 Johannes 4:1, GNB1995) En als we merken dat er onwaarheden worden beweerd, worden we aangespoord om die wel degelijk aan de kaak stellen. De brieven van de apostelen bevatten veel kritische opmerkingen over dwaalleraren en dringende waarschuwingen tegen hun leringen en levensstijl.
Slechte kritiek
In het dagelijks leven van mensen onder elkaar heeft het woord kritiek meestal een negatieve klank. Het is dan vaak een waardeoordeel over iemands opvattingen, uiterlijk of gedrag. En omdat het vanwege de erfzonde gemakkelijker is kwaad te doen dan goed te doen, vallen veel van die waardeoordelen over mensen onbarmhartig negatief uit. Dat leidt tot negatieve kritische gedachten en daarover gaat dit onderwerp. Heel veel mensen (ook gelovigen) worstelen met kritische gedachten over anderen en hebben niet in de gaten welke schadelijke uitwerking die kunnen hebben op anderen en op zichzelf... We gaan nu de opmerking van Jezus over het 'niet oordelen' verder bekijken, vanuit een andere (vrijere) vertaling die de betekenis erg scherp naar voren brengt: "Werp je niet op als rechter, opdat je niet onder het oordeel valt." (Matteüs 7:1, WV1995) Het gaat dus niet over het toetsen van iemands gedrag, maar om het vellen van een vonnis, iemand aan de kaak te stellen als een ondeugdelijk persoon. Ieder mens heeft gebreken en we mogen best aanmerkingen maken op iemands gedrag, maar daarmee niet de PERSOON afwijzen en veroordelen. Dan ontnemen we de ander zijn waardigheid en dat is een ernstige zonde. Kijk in dit verband eens naar de volgende uitspraak van Jezus: "Want God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om de wereld te veroordelen, maar om door Hem de wereld te redden." (Johannes 3:17, WV1995) Als Jezus alles doet om mensen juist te redden van de veroordeling, wie zijn wij dan om WEL mensen te willen vonnissen? Daarmee gaan we in tegen de belangrijkste missie van onze Heer. Jezus kwam juist naar de aarde om mensen te leren hoe ze van veroordeling door God kunnen worden gered.
Aanleidingen tot kritische gedachten
Negatief kritische gedachten kunnen bijvoorbeeld ontstaan uit: jaloezie (vooral bij vrouwen) wedijver (vooral bij mannen) onwil om anderen te vergeven onprettig ervaren behandeling door andere mensen verschillen in karakter, opvattingen of levensstijl conflictsituaties Er zijn dus heel veel verschillende aanleidingen tot kritische gedachten denkbaar. Dat betekent dat je erg op je hoede moet zijn en je eigen innerlijke reacties op gebeurtenissen goed in de gaten moet houden.
Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 15 -
Herschepping 2.0
Gevolgen van kritische gedachten
Hier zijn een paar voorbeelden van gedragingen die voortkomen uit kritische gedachten: vitten - op een irriterende manier iemand wijzen op dingen die hij niet doet of niet goed genoeg doet proberen anderen steeds te verbeteren kleine tekortkomingen van anderen uitvergroten zonder goed onderscheid tussen hoofdzaken en bijzaken roddelen, kwaadspreken onnodig negatieve opmerkingen maken over anderen beschuldigen, afwijzen, vijandigheid, boosheid
Oorzaken van kritische gedachten
Veel kritische gedachten vinden hun oorsprong in ordinaire trots: als je jezelf in enig opzicht beter vindt dan de ander, dan is het heerlijk om die ander met jezelf te vergelijken. Het is dan gemakkelijk om kritiek te hebben. Kijk eens naar de volgende gelijkenis van Jezus: "Met het oog op sommigen die zichzelf rechtvaardig vinden en anderen minachten, vertelde hij de volgende gelijkenis.'Twee mensen gingen naar de tempel om te bidden, de een was een farizeeër en de ander een tollenaar. De farizeeër stond daar rechtop en bad bij zichzelf: 'God, ik dank u dat ik niet ben als de andere mensen, die roofzuchtig of onrechtvaardig of overspelig zijn, en dat ik ook niet ben als die tollenaar. Ik vast tweemaal per week en draag een tiende van al mijn inkomsten af.' (Lucas 8:9-13, NBV2004) De zeer godsdienstige farizeeër verhief zichzelf mijlenver boven de tollenaar op wie hij met minachting neerkeek. Hij had niet door dat zijn innerlijke zonden van trots al zijn uiterlijke 'goede daden' teniet deden. Trotse mensen worden immers door God vernederd, maar bescheiden mensen worden door Hem juist verhoogd. "... God keert zich tegen hoogmoedigen, maar aan nederigen schenkt hij zijn genade." (1 Petrus 5:5, NBV2004) Zie ook onderwerp 'Farizeeër en tollenaar' in hoofdstuk 'Gelijkenissen van Jezus'.
Kritische gedachten en karakter
De ene persoon heeft een sterkere neiging tot kritische gedachten dan de ander. Dat hangt samen met het temperament. Maar je mag nooit je temperament als excuus gebruiken voor je kritische gedachten. Hierna volgt een overzicht van de manieren waarop het temperament een rol kan spelen bij het ontwikkelen van een kritische houding:
Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 16 -
Herschepping 2.0
karakteraspect verstandelijk Doordat hun geweten sterker ontwikkeld is dan dat van de andere typen, hebben zij de sterkste neiging tot kritische gedachten. Alles wat onder hun aandacht komt wordt gewogen en getoetst. Daarbij zijn ze geneigd de waarheid belangrijker te vinden dan de liefde, en normen belangrijker dan waarden. gevoelsmatig Erg kritisch ingesteld zijn ze niet, omdat ze van mensen houden en graag willen dat anderen hen aardig blijven vinden. Als ze kritische gedachten hebben is dat vaak tegenover dominante mensen en mensen die niet zo spontaan of sociaal zijn als zij zelf. Ze kunnen wel jaloers zijn op anderen. wilskrachtig Zij kunnen scherpe kritiek hebben op mensen die hun werk niet goed doen of die in hun ogen traag, slap of lui zijn. Ze hebben van nature weinig geduld met zwakkeren. Ze beseffen niet hoezeer anderen hierdoor gekwetst kunnen worden. evenwichtig
Zij zijn het minst geneigd tot kritische gedachten vanwege hun vriendelijke, gemoedelijke aard en hun behoefte aan harmonie met hun leefomgeving. Wel ergeren zij zich aan dominante en typen en mensen die zich niet aan regels houden.
Kritische gedachten en karakteraspect
Afbrekende kritiek
Met afbrekende kritiek wijs je iemand alleen op tekortkomingen, zonder een houding van liefde, vergeving, acceptatie en respect. Zulke kritiek heeft ALTIJD een schadelijke uitwerking. Aan de ontvangende kant is er veel zachtmoedigheid nodig om afbrekende kritiek te kunnen accepteren en positief te verwerken. Als gelovigen moeten we oppassen voor een kritische instelling. Onze kritiek kan zich richten op medegelovigen, omdat we vinden dat zij niet goed genoeg denken of handelen. We kunnen soms ook neerkijken op ongelovigen, omdat ze dingen doen die we op grond van Gods Woord afkeuren. "Wees niet te spoedig geërgerd in uw geest, want ergernis huist in de boezem der dwazen." (Prediker 7:9, NBG1951) De Bijbel maakt ons heel duidelijk dat we anderen niet op een hoogmoedige manier iemands eigenschappen of gedrag moeten afwijzen, zeker niet als we zelf in dat opzicht ook verre van foutloos zijn: "... Het oordeel dat u over anderen velt, velt u over uzelf, want de dingen die u veroordeelt doet u zelf ook." (Romeinen 2:1, NBV2004) We kunnen andere mensen niet echt de maat nemen, omdat we vooral geneigd zijn hen met onszelf te vergelijken. Meestal gaan we uit van een van onze sterke eigenschappen en vergelijken we onszelf daarin met andere mensen, die deze eigenschap in mindere mate hebben. Het resultaat is geweldig. Het streelt onze ego: we voelen ons BETER dan die ander. Tegelijk vergeten we te kijken naar wat zij beter doen dan wijzelf. Alleen God kent de harten en begrijpt waarom iemand zich gedraagt zoals hij doet. Alleen God kan iemands gedrag beoordelen en op een eerlijke manier rekening houden met iemands achtergronden en omstandigheden. Daarom zei Jezus: "Waarom kijkt u naar de splinter in het oog van een ander, en merkt u de balk niet op in uw eigen oog? Hoe durft u tegen een ander te zeggen: Laat mij die splinter eens uit uw oog halen, terwijl u zelf een balk in uw oog hebt?" (Matteüs 7:1-4, GNB1996) Jezus zei dus niet dat we nooit iemands gedrag negatief mogen beoordelen, maar wel dat we de balk van zelfgenoegzaamheid voor onze ogen moeten laten verwijderen. Alleen dan, gereinigd van zelfgenoegzaamheid, trots en kritiek, kunnen we de ander beter bekijken. We kunnen hem dan gaan zien vanuit het hemelse perspectief. En alleen dan mogen we ander in liefde aanspreken op zijn fouten.
Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 17 -
Herschepping 2.0
6.6.9. Bevrijd van kritische gedachten Gelovigen die wel eens last hebben van negatief kritische gedachten (alle gelovigen dus) doen er goed aan de volgende tips ter harte nemen:
1. Eigen verantwoordelijkheid voor je kritische gedachten accepteren
De mensen op wie je kritiek hebt zijn verantwoordelijk voor hun eigen daden, maar jij bent verantwoordelijk voor de manier waarop je over hen denkt. Accepteer die verantwoordelijkheid dan ook en de verplichting om op een Bijbelse manier over anderen te denken. Belijd je zonden van zelfgenoegzaamheid en veroordeling van anderen. Noem daarbij de namen van mensen waarover je kritische gedachten koestert. Belijd ook de zonden van negatief spreken over deze mensen tegenover anderen. Je hebt daarmee hun reputatie beschadigd en misschien ook anderen op negatieve gedachten gebracht over die betreffende personen.
2. Vergeef en accepteer de personen op wie je kritiek hebt
Wanneer je meent dat de mensen, op wie je kritiek had, jou iets hebben aangedaan, vergeef hen dan. Als je dat niet doet, ontstaan er bitterheid in je hart en dat is een ernstige conditie. "Wie vriendschap wil bewaren, moet fouten vergeven, wie ze telkens ophaalt, jaagt zijn vrienden weg." (Spreuken 17:9, GNB1996) De volgende stap is het accepteren van deze mensen als personen voor wie Jezus ook gestorven is. Hoe slecht ze misschien ook zijn in jou ogen, God houdt van ze en wil hen verder op weg helpen, zoals Hij dat ook bij jou doet. Kies ervoor om andere mensen te willen zien zoals God ze ziet. "Aanvaard elkaar dus net zoals Christus ons allen aanvaard heeft. Dat is tot eer van God." (Romeinen 15:7, HB2008) Je hebt als gelovige het voorrecht dat God je ziet als een volkomen rechtvaardig persoon, vanwege alles wat Jezus in jouw plaats heeft gedaan. De Bijbel roept je op om op dezelfde manier naar je medegelovigen te kijken. Dan kijk je naar ze zoals God naar ze kijkt en dan word je milder in je denken. Acceptatie van mensen houdt je geest soepel, zodat Gods liefde door je heen kan stromen naar de ander toe. Gods Geest wil elke gelovige helpen om vrij te komen van kritische gedachten.
3. Neem een positieve houding aan tegenover deze personen
Om vrij te blijven van kritische gedachten over mensen waar je moeite mee hebt zou je het volgende kunnen doen, telkens wanneer kritische gedachten weer in je opkomen: Bid voor hen, dat God hen helpt dichter bij Hem te komen, en da God hen zegent met alles wat ze nodig hebben. Wanneer je voor hen bidt, verdwijnen kritische gedachten vanzelf. Denk na over hun positieve eigenschappen, over de dingen waarin ze beter zijn dan jij zelf. Tenslotte een belangrijk Bijbels advies: "... maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf..." (Filippenzen 2:3, NBV2004) Het onderwerp ' Positief denken' verderop in dit hoofdstuk kan je helpen om kritische gedachten te voorkomen.
Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 18 -
Herschepping 2.0
6.6.10. Bezorgdheid Wat is bezorgdheid?
Bezorgdheid kan een heel verstandige reactie zijn als je plotseling iets moeilijks meemaakt of als er onheil dreigt. Als het je aanzet om de oorzaak van de bezorgdheid weg te nemen of om goed met de situatie om te gaan, dan is het een gezonde vorm van bezorgdheid. Het wordt erger als de bezorgdheid onnodig is of als je te lang bezorgd blijft en vooral als bezorgdheid een levenspatroon wordt. Verkeerde bezorgdheid is een vorm van negatief, vreesachtig denken over de toekomst. Veel bezorgde mensen weten niet precies waarover ze zich zoveel zorgen maken. Ze reageren op een overdreven manier op alle mogelijke signalen die hen bang maken voor wat er zou kunnen gebeuren. Er zijn ook mensen die heel specifieke zorgen hebben, waaronder ze gebukt gaan en waarvoor ze geen uitkomst zien. We kunnen piekeren over financiële zorgen, schoolproblemen, zorgen over kinderen die verkeerde levenskeuzen hebben gemaakt, onopgeloste problemen, dreigende conflicten, de toekomst in het algemeen, enzovoort. Hoe langer we ergens over piekeren, hoe erger het lijkt te worden. Wat is dan het nut van piekeren? Geen enkel nut. Het is een verkeerde en schadelijke manier van denken waar iets aan gedaan moet worden.
Bezorgdheid en karakter
De ene persoon heeft een sterkere neiging tot bezorgdheid dan de ander. Dat hangt samen met het karakter. karakteraspect verstandelijk Deze denkers kunnen hun uitstekende denkvermogen ook misbruiken door zich te kwellen met bezorgde gedachten. Niemand kan zo goed piekeren als mensen met verstandelijke eigenschappen. Ze zoeken naar oplossingen, maar kunnen die niet altijd vinden. Ze vragen zich af wat ze hadden moeten doen en toch niet gedaan hebben en komen daar ook niet uit; ze zijn bang dat het allemaal fout zal gaan. gevoelsmatig Als geboren optimisten zijn ze gewend in het heden te leven, snel klaar te zijn met het verleden en niet na te denken over de toekomst. Daarom hebben zij de minst sterke neiging tot bezorgdheid. Soms zouden ze juist bezorgder moeten zijn, maar dan in de goede betekenis van het woord: verantwoordelijkheid dragen om goed voorbereid te zijn op de toekomst, waardoor ze veel problemen kunnen voorkomen. wilskrachtig Zij hebben doorgaans voldoende zelfvertrouwen om de toekomst zonder al te veel zorgen tegemoet te zien. In tegenstelling tot gevoelsmatige mensen denken zij wel vooruit, maar weten uit ervaring dat ze eigenlijk overal goed doorheen komen. Zij begrijpen niet zo goed waarom anderen zo bezorgd kunnen zijn. evenwichtig
Zij zijn geneigd bang te zijn voor het onbekende en daarom maken zij zich ook vaak zorgen. Hun bezorgdheid wordt niet zozeer gevoed door eindeloze piekergedachten, maar door vreesachtigheid en onzekerheid over zichzelf, over hun veiligheid en over de toekomst. Bezorgdheid en karakteraspect
Bezorgdheid relativeren
Jezus gaf in de Bergrede onderwijs over dit onderwerp, nadat Hij had gesproken over materialisme en het najagen van rijkdom: "... maak u geen zorgen over eten, drinken en kleren. Uw leven is belangrijker dan het voedsel! En uw lichaam is belangrijker dan kleding." (Matteüs 6:25, HB2008) Jezus begint met een belangrijk advies voor bezorgde mensen: relativeren. Vaak maken we ons namelijk bezorgd over relatief onbelangrijke zaken. Sterker nog: het zijn vaak de minder belangrijke zaken waar we om het vaakst druk om maken. Is je dat wel eens opgevallen? Als het in grote lijnen goed gaat in je leven, dan is het geen ramp als een paar minder belangrijke dingen niet zo goed geregeld zijn.
Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 19 -
Herschepping 2.0
"Kijk naar de vogels in de lucht: ze zaaien niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren, het is jullie hemelse Vader die ze voedt. Zijn jullie niet meer waard dan zij?" (Matteüs 6:26, NBV2004) Vogels leven bij de dag. Ze maken zich geen zorgen voor later. Dat hoeft ook niet, want God zorgt voor ze. Geldt dat niet veel meer voor zijn kinderen? "Al die zorgen maken uw leven geen dag langer." (Matteüs 6:27, HB2008) Dit is een vrije vertaling, maar die slaat de spijker wel op de kop. Jezus leert ons namelijk dat bezorgdheid de meest onproductieve manier van denken is: het levert NIETS op, alleen maar somberheid. Van zorgen maken wordt je leven niet langer, maar eerder korter. Het is aangetoond dat het niet de piekeraars zijn maar vooral de optimisten die hoge leeftijden bereiken van negentig, honderd jaar. En dat wil heel wat zeggen.
God zorgt
De Bijbel spoort ons aan om de zichtbare werkelijkheid op aarde te bezien vanuit de geestelijke werkelijkheid van boven. God is namelijk oneindig veel groter dan alles waar we ons bezorgd over kunnen maken. God heeft je niet beloofd dat je leven zonder zorgen zou zijn, maar wel dat Hij er altijd bij zal zijn. Vraag God om deze werkelijkheid levend voor je te maken. Naarmate je meer met God hebt meegemaakt en vaker door Hem geholpen of bemoedigd bent in moeilijke omstandigheden, zal het gemakkelijker zijn om Gods helpende hand aan te pakken. "Uw hemelse Vader weet heel goed wat u allemaal nodig hebt. Geef het Koninkrijk van God en het doen van zijn wil de hoogste plaats in uw leven. Al het andere zal u dan geschonken worden." (Matteüs 6:31-33, HB2008) De Bijbel maakt duidelijk dat God graag die zorgen van je overneemt. Als je God kunt vertrouwen voor het in stand houden van de wereld met al haar complexiteit, dan is Hij ook te vertrouwen voor jouw leven. Of niet soms? In deze tekst spoort Jezus je namelijk aan om je focus te verleggen door je ogen af te wenden van de voorwerpen van bezorgdheid, en je richten op de dingen van Gods Koninkrijk. Geef daar je energie maar aan. Dat is immers de belangrijkste taak van alle gelovigen. First things first! Dit is een heel wonderlijke Bijbeltekst, want het houdt een krachtige belofte in. Als je bezig bent met de dingen van God: 1. dan raak je je bezorgdheid kwijt 2. dan draag je vrucht in het Koninkrijk 3. dan ontvang je waar je je anders druk om gemaakt zou hebben Dat is een heel productieve en heilzame tijdsbesteding. Vergelijk die eens met die onproductieve, schadelijke bezorgdheid. Wat een praktische wijsheid van Jezus en wat een briljant psychologisch inzicht heeft Hij! Vraag: Wat zijn de verschillen tussen gezonde bezorgdheid en ongezonde bezorgdheid?
6.6.11. Bevrijd van bezorgdheid We gaan het nu hebben over de manier waarop we van bezorgdheid af kunnen komen.
1. Realiteit onder ogen zien
Bij bezorgdheid speelt vrees een belangrijke rol. Laat je gevoelens niet de baas spelen over je leven, maar laat je verstand het stuur overnemen van het gevoel. Door je gezonde verstand te gebruiken om de werkelijkheid onder ogen te zien, komen de negatieve emoties meer op de achtergrond terecht en dan zijn ze beter beheersbaar. Het is een feit dat over het algemeen meer dan 90% van de dingen die we vrezen, in werkelijkheid niet zullen gebeuren. Dat betekent dus dat verreweg de meeste bezorgde gedachten volstrekt on-
Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 20 -
Herschepping 2.0
nodig zijn en dat geldt voor ieder mens. Is het dan niet veel slimmer als we ons pas zorgen gaan maken zodra het werkelijk gaat gebeuren, waar we zo bang voor zijn? Meestal is dat dan vroeg genoeg. Als de werkelijkheid echt zorgwekkend is, bijvoorbeeld bij een dreigend ontslag, een voortslepende ziekte, of bij een reëel dreigend gevaar, dan moeten we beginnen met de situatie zo helder en realistisch mogelijk onder ogen te zien. Daarbij kan het helpen om je zorgen te delen met andere mensen. Dat helpt om de emoties tot rust te brengen en om alle feiten keurig op een rijtje te zetten. Tien tegen één dat het plaatje er dan al een stuk beter uit komt te zien.
2. Eigen verantwoordelijkheid accepteren De apostel Paulus schreef over dit onderwerp:
"Wees in geen ding bezorgd..." (Filippenzen 4:6-7, HSV2010) Wat kun je daar mee als je juist wel bezorgd bent? Je kunt het toch niet helpen dat je bezorgd bent, dat komt toch door de omstandigheden? Als Gods Woord zegt dat je niet bezorgd moet zijn, is dat een OPDRACHT en dus iets waarvoor je ZELF de verantwoordelijkheid draagt. Je bent zelf verantwoordelijk voor je gedachten en die verantwoordelijkheid neemt God niet bij je weg! Je moet ook erkennen dat je jezelf niet mag laten beheersen door bezorgdheid. Bezorgdheid is een vorm van ongeloof en ongeloof is zonde en zonden moeten aan God beleden worden. De tweede stap op weg naar bevrijding van beknellende bezorgde gedachten is dus dat je je eigen verantwoordelijkheid voor je gedachten accepteert. Spreek het uit tegenover God. Daarmee erken je tegelijk dat bezorgdheid geen normale manier van denken is voor een gelovige. God weet ook wel dat je er mee kunt worstelen en dat die bezorgde gedachten een levensecht probleem kan zijn. Maar als God je zegt dat je niet bezorgd moet zijn, geloof dan dat Hij je helpt om dat in je gedachteleven uit te werken. Je hoeft namelijk niet bezorgd te BLIJVEN.
3. Zorgen aan de Heer geven
Bij het ontvangen van Gods hulp en zegen is er altijd een daad van geloof nodig en dat geldt ook in dit geval. We gaan verder met de eerder genoemde Bijbeltekst: "Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God...," (Filippenzen 4:6-7, HSV20108) In dit Bijbelgedeelte lees je dat je problemen in gebed bij de Heer mag en moet brengen. Geloof is de sleutel tot de oplossing. Zoals het hiervoor aangehaalde Bijbelgedeelte aangeeft, moeten we onze zorgen bij Hem brengen ... en bij Hem laten. Dat betekent ook echt je bezorgdheid LOSLATEN. De Bijbel zegt: "Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u." (1 Petrus 5:7, HSV2010) Zelf ben ik best geneigd tot bezorgdheid. Een aantal jaren geleden, toen ik te worstelen had met twee grote zorgen in mijn leven, volgde ik deze Bijbeltekst een keer heel letterlijk op. Ik schreef mijn bezorgdheden op twee stukjes papier, ging op de top van een heuvel staan en gooide de propjes papier zo ver mogelijk weg. Het was een symbolische daad van geloof en dan helpt het als je iets tastbaars doet. Het hielp me om mijn innerlijke rust te krijgen. Maar daar bleef het niet bij. Nog geen twee jaar later had God de twee bijna onoplosbare problemen binnen één maand op een heel bijzondere manier opgelost...
4. Bevrijding en dankzegging
Wie in geloof zijn zorgen aan de Heer heeft gegeven in het vertrouwen dat Hij ze van je overneemt, zal de bevrijding meemaken die Gods Woord belooft: "...en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus". (Filippenzen 4:7, HSV2010)
Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 21 -
Herschepping 2.0
Als je je zorgen bij God gebracht hebt, vertrouw Hem dan voor het feit dat Hij de zorg op zich genomen heeft en ... bedank God ervoor. Ook dat is weer een geloofsdaad en zoals we weten is geloof altijd de sleutel voor het ontvangen van wat God heeft beloofd. Het resultaat is dan dat de Heilige Geest ervoor zorgt dat je vervuld wordt met Gods bovennatuurlijke vrede, die het tegengif is tegen bezorgde gedachtestromen. Zo werkt het. Zorgen cirkelen rond in je gedachten, in je VERSTAND dus (op het niveau van je ZIEL). Gods vrede daalt niet neer in je gedachten, maar in je HART, je diepere innerlijk dat bij elke ware gelovige verbonden is met Gods Geest. Daar vindt de bevrijding plaats. Vandaar uit ontstaat de impuls om vervolgens anders te gaan denken, namelijk op Gods manier. Als dit op jou van toepassing is, doe het dan en je zult het zelf meemaken. God houdt zich aan zijn beloften.
5. Onbezorgd blijven Veel gelovigen worden moedeloos als ze merken dat de zorgen, die ze bij God gebracht hebben, weer terugkomen. Ze vragen zich af wat ze fout hebben gedaan of ze denken 'dat het toch niet werkt'. Vergeet niet dat bezorgdheid een ingesleten gedachtepatroon, een routine die zichzelf in stand probeert te houden. Door herhaaldelijk je vertrouwen toch bij God te zoeken overwin je de bezorgdheid. Zo werken heel veel dingen in het geloofsleven: je begint met God om een goede start te maken, maar er is volharding nodig om bezorgdheid als karaktertrek helemaal kwijt te raken. Filippenzen 4:8-9 je helpen om een gezonde discipline te leren van positief denken. Zie meer hierover in onderwerp 'Positief denken' in dit hoofdstuk. "Iemand zei eens tegen mij: Als ik mij zorgen maak, ga ik voor de spiegel staan en zeg tegen mijzelf: 'Voor die grote zorg van mij bestaat geen oplossing. Het is veel te moeilijk voor de Here Jezus om ermee klaar te komen.' En als ik dat gezegd heb, glimlach ik en schaam ik mij." (Corrie ten Boom, evangeliste)
6.6.12. Neerslachtigheid Depressief
Depressiviteit is een van de meest voorkomende problemen in onze samenleving. Er zijn heel veel oorzaken te noemen voor depressiviteit, variërend van beklemmende levensomstandigheden of onverwerkte problematiek tot lichamelijke problemen of gebruik van bepaalde medicijnen. Depressieve mensen hebben niet genoeg veerkracht om met hun totale levenssituatie om te gaan. Ze voelen zich vaak slachtoffer van hun omstandigheden en hebben een sombere toekomstverwachting. Ze hebben de neiging om contacten met andere mensen te schuwen, terwijl ze hun hulp juist zo goed kunnen gebruiken. Uit een in 2000 door de American Psychiatric Association uitgevoerd onderzoek is gebleken dat depressieve klachten voorkwamen bij 10% van mensen die actief protestant christelijk waren, tegenover 37% bij niet-gelovige mensen. De onderzoekers constateerden dat vooral bij ouderen het uitzicht op eeuwig leven na de dood een belangrijke factor bleek te zijn. Het grote verschilpercentage is natuurlijk eenvoudig te verklaren vanuit hun vertrouwen op God. Er worden op grote schaal antidepressiva gebruikt, maar onderzoek heeft uitgewezen dat die niet werken bij minstens 60% van de lichtere gevallen van depressiviteit. Vooral voor deze lichtere gevallen is het verstandiger andere oplossingen te zoeken.
Neerslachtigheid of depressiviteit
Er zijn natuurlijk ernstige gevallen van depressiviteit, waarbij mensen hun leven als een bijna ondoordringbare duisternis ervaren. Hun conditie is moeilijk te peilen of te begrijpen door mensen die zoiets nooit hebben meegemaakt. Zulke depressieve mensen hebben doorgaans deskundige hulp nodig. Voor hen zijn deze onderwerpen in 'Herschepping' nadrukkelijk NIET bedoeld. Het gaat hier
Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 22 -
Herschepping 2.0
dus alleen over depressiviteit die het gevolg is van een verkeerde denkwijze en waar men van af kan komen door Bijbelse uitgangspunten toe te passen. Om misverstanden te voorkomen is er daarom voor gekozen om daarbij steeds de term 'neerslachtigheid' te gebruiken en niet 'depressiviteit'.
Neerslachtigheid en karakter
De ene persoon heeft een sterkere neiging tot neerslachtigheid dan de ander. Dat hangt samen met het karakter. Deze samenhang loopt tamelijk parallel met die van bezorgdheid. karakteraspect verstandelijk Doordat zij vooral denkers zijn, kunnen ze hun uitstekende denkvermogen ook misbruiken door zich te kwellen met onnodige negatieve gedachten die tot neerslachtigheid leiden. Zij zijn van nature meer geneigd tot pessimisme dan tot optimisme. Als zij zich daarvan bewust zouden zijn, zouden ze hun probleemsituatie misschien wat beter kunnen relativeren en alles wat minder somber inzien. gevoelsmatig Als geboren optimisten zijn ze gewend in het heden te leven en daar geweldig van te genieten. Maar als er iets mis gaat kunnen ze zo omslaan en in het andere uiterste vervallen: neerslachtigheid. Ze voelen zich erg afhankelijk van hun omstandigheden en vinden het moeilijk om zich te laten opvrolijken door betere vooruitzichten voor de toekomst. Een gevoelsmatig persoon kan vooral last hebben van wisselende stemmingen met hoge pieken van uitbundigheid en diepe dalen van neerslachtigheid. wilskrachtig Zij hebben doorgaans voldoende zelfvertrouwen om niet neerslachtig te worden. Ze zijn in staat om zich bijna overal doorheen te slaan. Wel kunnen ze vreselijk balen als iets hun tegenzit waar ze niets aan kunnen doen, zoals een ziekte of een blessure waardoor ze langdurig moeten stilzitten. Maar of je dat neerslachtigheid moet noemen? evenwichtig
Zij zijn geneigd tot vreesachtigheid en onzekerheid over zichzelf en over de toekomst. Daarom komt neerslachtigheid ook bij deze typen wel voor. Zij hebben van nature een stabiel emotioneel karakter met weinig uitschieters. Daardoor zal hun neerslachtigheid lang niet die diepte hebben als bij verstandelijke of gevoelsmatige typen, bij wie emoties een sterkere rol spelen. Neerslachtigheid per karakteraspect
Hoe ga je er mee om?
Neerslachtigheid ontstaat als iemand zijn levenssituatie uitzichtloos VINDT. Het zijn niet de omstandigheden op zich die je neerslachtig maken, maar de manier waarop je erop reageert. Voor verreweg de meeste problemen geldt dat sommige mensen er onderdoor gingen, terwijl anderen er goed doorheen kwamen en er juist sterker van werden. Een ware gelovige heeft hierin veel voor op een ongelovige, doordat hij niet is aangewezen op eigen krachtbronnen, maar kan putten uit de volgende hulpbronnen: het levende Woord van God dat inzicht geeft over een gezonde manier van denken en hoop die doet leven de daadwerkelijke hulp en kracht van Heilige Geest die in hem woont
6.6.13. Neerslachtigheid van Elia Elia
Het bekendste Bijbelse voorbeeld van neerslachtigheid vinden we in de geschiedenis van de profeet Elia (1 Koningen 19). Hij had de meest succesvolle en spectaculaire actie van zijn leven uitgevoerd op de berg Karmel, maar er was niets veranderd in de harten van koning Achab en zijn vrouw Izebel. Veel mensen komen in een dip terecht nadat ze een hoogtepunt hebben meegemaakt of een inspannend project hebben voltooid. De teleurstelling over het uitblijven van de gehoopte verandering deed voor Elia de deur dicht: hij had geen hoop meer. Waarvoor zou hij nog verder leven? Niet zelden worden mensen neerslachtig na een mislukking, een tegenslag, een diepe teleurstelling, het verlies van een geliefd persoon, verlies van werk, gezondheid of wat dan ook. Ze zien hun toekomst en hun idealen wegvallen en hebben het gevoel niets meer te hebben om voor te leven. Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 23 -
Herschepping 2.0
Neerslachtigheid is voor een deel een vlucht uit het leven en wegkruipen in je eigen hoekje, dat vervolgens je zelfgebouwde gevangenis wordt. Elia vluchtte ook, ver weg naar de woestijn in zuidelijk Judea, en hoopte daar te sterven. Voordat hij zijn ogen voorgoed wilde sluiten bad hij nog een 'laatste gebed': "... Het is genoeg geweest, H E E R . Neem mijn leven, want ik ben niet beter dan mijn voorouders." (1 Koningen 19:4, NBV2004) Veel neerslachtige mensen hebben de neiging om het bijltje erbij neer te gooien. Bij sommigen komt dan het verlangen om dan maar te sterven wel eens boven. Elia was duidelijk ook zover. Voor God is het bijltje erbij neergooien of sterven NOOIT een acceptabele oplossing voor neerslachtigheid. God was het dus hartgrondig oneens met Elia en stuurde een engel om hem te ondersteunen. Dat was het begin van zijn leerproject om zijn neerslachtigheid te leren overwinnen. Talloze neerslachtige gelovigen van vandaag kunnen baat hebben bij de lessen die Elia daarbij geleerd heeft.
Les 1 - Zorg voor je lichaam
God stuurde de engel in de eerste plaats om Elia extra lichamelijke kracht te geven. Neerslachtige mensen gaan soms zo op in hun neerdrukkende gedachten dat zij hun lichamelijke conditie verwaarlozen en verzwakken. Sommigen verliezen hun eetlust of lijden aan slapeloosheid. Anderen hebben geen behoefte meer om van alles te ondernemen en dan blijven ze maar thuis zitten. Neerslachtigheid is behoorlijk uitputtend en ook de bijbehorende stressgevoelens kunnen heel wat van een persoon vergen. De eerste les is dus heel simpel: je lichaam goed verzorgen en voldoende rust nemen. Alleen dat al kan meer verlichting geven dan je denkt. Een flink eind wandelen of fietsen kan wonderen doen. Voor mensen die bijvoorbeeld overspannen zijn is dat ook een goede therapie. Als je lichaam er weer tegen kan lijkt de wereld dan al weer heel anders. "... er kwam een engel, die hem aanraakte en zei: 'Word wakker en eet wat.' Elia keek op en ontdekte naast zijn hoofd een brood, in gloeiende kooltjes gebakken, en een kruik water. Nadat hij had gegeten en gedronken ging hij weer onder de struik liggen." (1 Koningen 19:5-6, NBV2004) Elia kreeg van God wat hij het meest nodig had: geen preek, geen verwijten maar voedsel en water, want dat had hij mogelijk teveel laten staan in zijn neerslachtigheid. Hij was ook volledig uitgeput en dus had hij rust nodig. Daarna sliep hij nog een poos verder. Toen hij genoeg uitgerust was maakte de engel Elia voor de tweede keer wakker en gaf hem weer te eten. Toen pas was hij voldoende aangesterkt.
Les 2 - Ga naar God
In de Bijbel kun je het niet woordelijk lezen, maar uit het verhaal blijkt dat de engel Elia de opdracht had gegeven om naar de berg Horeb te gaan. "Maar de engel van de H E E R kwam terug, raakte hem opnieuw aan en zei: 'Sta op en eet wat, anders is de reis te zwaar voor je.' Elia stond op, en toen hij had gegeten en gedronken liep hij, gesterkt door dit voedsel, veertig dagen en veertig nachten door de woestijn, tot hij bij de Horeb kwam, de berg van God." (1 Koningen 19:7-8, NBV2004) De bedoeling was duidelijk: God wilde een bijzondere ontmoeting met Elia hebben. Elia gehoorzaamde en ging. Waarom was hij niet uit zichzelf het gesprek met God aangegaan? Hij was vol van zijn neerdrukkende gedachten en was zijn visie kwijt en dus ook zijn zicht op God. Maar God hielp hem op weg. Alleen al door de opdracht van God om Hem te gaan ontmoeten kon Elia weten dat God hem niet had afgeschreven. Hij ontving bovennatuurlijke kracht om zonder extra voedsel of water lange tijd door de woestijn te kunnen lopen. Ook daaruit kon hij weten hij dat God nog steeds bij hem was.
Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 24 -
Herschepping 2.0
Elia's neerslachtigheid is heel herkenbaar voor neerslachtige gelovigen van vandaag. Zij weten maar al te goed dat God naar hen luistert en dat ze met hun moeiten naar Hem toe mogen gaan, maar soms kunnen zelfs de meest geestelijk volwassen gelovigen verstrikt raken in hun neerslachtige manier van denken. Ze zijn als het ware geblokkeerd. Wat een voorrecht dat er dan soms medegelovigen zijn die de moeite nemen om hen op weg te helpen. Het is niet gemakkelijk om neerslachtige personen te helpen. Zij willen vaak niet geholpen worden, tenminste zo lijkt het. Daardoor stoten ze dikwijls de hulp van zich af die ze zo hard nodig hebben. Elia ging naar God toe. Hij moest van ver komen, maar hij ging en ... hij vond God. Als jij 'toevallig' een neerslachtige lezer bent: doe hetzelfde en God zal zich laten vinden. Neem er de tijd voor. Ga ergens heen waar je bijvoorbeeld al wandelend of op een rustige plek zittend met God kunt praten. Open je hart voor God en verwacht een ontmoeting.
Les 3 - Ontdek de rust in God
De ontmoeting van God met Elia was beslist bijzonder te noemen. "'Kom naar buiten,' zei de H E E R , 'en treed hier op de berg voor mij aan.' En daar kwam de H E E R voorbij. - Er ging een grote, krachtige windvlaag voor de H E ER uit, die de bergen spleet en de rotsen aan stukken sloeg, maar de H E E R bevond zich niet in die windvlaag. - Na de windvlaag kwam er een aardbeving, maar de H E E R bevond zich niet in die aardbeving. - Na de aardbeving was er vuur, maar de H EE R bevond zich niet in dat vuur. - Na het vuur klonk het gefluister van een zachte bries." (1 Koningen 19:11-12, NBV2004) Als God tegen iemand spreekt, is het altijd op een manier waarbij de boodschap duidelijk overkomt. God spreekt niet in raadsels. Elia begreep de boodschap onmiddellijk: God werkt niet altijd met een manifestatie van kracht, zoals op de berg Karmel was gebeurd. Net als heel veel gelovigen meende Elia dat zijn succes afhing van eigen inspanningen en van grote evenementen. God werkt vaak vanuit het kleine, vanuit de stilte van het mensenhart dat zich aan God toevertrouwt. God manifesteert zich tijdens massabijeenkomsten van gelovigen, maar de belangrijkste dingen gebeuren vaak in de rust en de stilte van een persoonlijke ontmoeting met God. Dat was wellicht het geheim van de zachte bries. Voordat God tot Elia ging spreken moest hij in Gods rust komen. Voor de gelovigen van vandaag is dat nog net zo belangrijk.
Les 4 - Een nieuwe uitdaging
Elia ging op weg naar de berg Horeb om daar God te ontmoeten. De Heer vroeg Elia wat hij kwam doen en liet hem zijn verhaal vertellen, dat hij tijdens de voetreis misschien wel tientallen malen aan zichzelf had verteld: "... 'Ik heb me met volle overgave ingezet voor de H EE R , de God van de hemelse machten, maar de Israëlieten hebben uw verbond met hen naast zich neergelegd, uw altaren verwoest en uw profeten vermoord..." (1 Koningen 19:14, NBV2004) Tijdens zijn lange voetreis naar de berg Horeb had Elia tijd genoeg gehad om erover na te denken, maar het lijkt er niet op dat hij veel verder was gekomen en dat hij de dingen vanuit Gods perspectief was gaan zien. God gaf Elia geen preek en verweet hem niet dat hij neerslachtig was. Maar God zei ook niet dat Hij Elia heel erg zielig vond, een slachtoffer van omstandigheden. Wat God wel deed? Hij gaf hem een nieuwe opdracht. "De H EE R zei tegen Elia: 'Keer terug en ga naar de woestijn van Damascus. Daar aangekomen moet je Hazaël tot koning van Aram zalven. Jehu, de zoon van Nimsi, moet je zalven tot koning van Israël..." (1 Koningen 19:15-15, NBV2004) Neerslachtige mensen zijn zo vol met zelfmedelijden dat ze eerder een aansporende trap onder hun gat nodig hebben dan een troostend gesprek dat hen bevestigt in hun gevoelens. Zo ging God name-
Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 25 -
Herschepping 2.0
lijk ook om met zijn geliefde profeet. Hij moest in het buitenland iemand tot koning zalven. Dat betekende dat Elia's bediening niet over en uit was, maar wel een andere wending kreeg. God stuurt zijn volgelingen niet gauw met pensioen. Elia's toekomstige taak zou zich tot in het buitenland uitstrekken en dat was iets geheel nieuws en een vergroting van zijn werkgebied. Dat was toch een behoorlijke uitdaging. Bovendien moest hij een nieuwe koning over Israël zalven en dat hield in dat God klaar was met Achab, en ook dat was positief nieuws: eindelijk gerechtigheid! Deze goddeloze koning had alle kansen gehad om tot inkeer gekomen, maar hij weigerde voor God te buigen, terwijl hij Gods macht met zijn eigen ogen had gezien. God had hem afgeschreven en Elia mocht een belangrijke rol spelen in deze machtswisseling. Een van de beste medicijnen tegen neerslachtigheid is om je in te zetten voor andere mensen. Neerslachtige mensen hebben veel te veel aandacht voor zichzelf. Die aandacht moet omgebogen worden naar anderen. Ik ken een vrouw, die een sterke neiging tot neerslachtigheid heeft. Toen haar man plotseling ernstig ziek werd en hij een behoorlijk stuk zorg nodig had, knapte ze daar zichtbaar van op. Nog nooit heb ik zoveel vitaliteit in haar gezien als in die periode. Het geheim is heel eenvoudig. Als je liefde en aandacht op jezelf richt, verteert het je. Als je je liefde op anderen richt, put je daar nieuwe vitaliteit uit. Als jij een neerslachtige gelovigen bent, trek je op aan het voorbeeld van Elia. Vertrouw God voor een toekomst waarin Hij je kan gebruiken en zoek zijn wil voor je leven te kennen. Zolang je het 'grote doel' voor je leven nog niet kent, wees dienstbaar in het Koninkrijk waar taken voor de hand liggen. Dit zal een goed medicijn zijn voor je neerslachtigheid.
Les 5 - Trek op met je medegelovigen
Toen Elia uitgesproken was gaf God hem niet alleen een nieuwe opdracht, maar voegde er nog twee belangrijke zaken aan toe. Eerst gaf God hem een vriend waar hij intensief mee kon optrekken. "... Elisa, de zoon van Safat, uit Abel-Mechola, moet je tot je eigen opvolger zalven." (naar 1 Koningen 19:9-14) Neerslachtige personen zijn geneigd hun sociale contacten te verwaarlozen omdat ze menen dat toch niemand hen begrijpt. Ze hebben dan juist vrienden nodig om samen met hen op te trekken. Daardoor kan hun tot stilstand gekomen leven weer op een natuurlijke manier op gang komen. Elisa zou een uitstekende partner voor Elia blijken te zijn en de best denkbare opvolger. Juist door Elia's opvolger aan te wijzen gaf God Elia een duidelijk langtermijn perspectief. Zijn bediening zou niet eindigen wanneer hij zou sterven, maar zelfs DOORGAAN in de persoon van Elisa die in zijn voetsporen zou treden. Wat een geweldige steun in de rug voor Elia! Maar God had nog meer te zeggen: "Maar ik zal ervoor zorgen dat er in Israël zevenduizend man overblijven die zich niet buigen voor Baäl en zijn beeld niet kussen.'" (1 Koningen 19:18, GNB1996) Neerslachtige mensen moeten opnieuw leren dat ze niet de enigen zijn die het moeilijk hebben en ook dat ze niet alleen staan. Zij moeten bedenken dat er waarschijnlijk heel veel anderen iets soortgelijks hebben meegemaakt, en er vaak goed doorheen gekomen zijn. Het kan hen helpen om eens te praten met zulke mensen om uit hun isolement van eenzame neerslachtigheid te komen.
6.6.14. Bevrijd van neerslachtigheid Naast de belangrijke lessen die we kunnen leren uit de geschiedenis van Elia zijn er nog meer aspecten van neerslachtigheid die een rol kunnen spelen. Dit onderwerp gaat over de mogelijke oplossingen om door God bevrijd te worden van neerslachtigheid.
Stop zelfbeklag
Bijna alle neerslachtigheid is terug te voeren tot zelfbeklag, dat voortkomt uit een denkpatroon dat voornamelijk op jezelf gericht is. Door zelfbeklag verschuif je de verantwoordelijkheid voor je leven Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 26 -
Herschepping 2.0
naar de omstandigheden of naar andere mensen of zelfs naar God! Je ontwijkt je eigen verantwoordelijkheid om verstandig met je leven om te gaan. Je negeert dan de Bijbelse waarheid dat God alles toelaat voor je bestwil: "Intussen weten wij dat voor wie God liefhebben, alles zich ten goede keert, voor hen die volgens zijn raadsbesluit geroepen zijn." (Romeinen 8:28, WV1995) Deze tekst wordt vaak meteen terzijde gelegd door neerslachtige mensen, omdat ze er van overtuigd zijn dat het in hún situatie toch niet werkt. Ze kunnen er zelfs boos om worden als je er mee aankomt. Waarom? Ze willen vaak geen oplossing, maar ze willen dat je hen gelijk geeft, hen beklaagt en hen daarmee bevestigt in hun zelfbeklag. Ze willen niet dat je de verantwoordelijkheid niet bij hen zelf legt, maar bij anderen. Natuurlijk is er een tijd om gewoon luisterend naast neerslachtige mensen te gaan staan en hen te ondersteunen met je begrip en zorg. Natuurlijk is er tijd nodig om moeilijke gebeurtenissen of situaties te verwerken, maar het is ongezond om in zelfbeklag te blijven steken. Het kan een gevangenis worden waar je maar met heel veel moeite uit kunt komen... Zelfbeklag is niet zomaar een begrijpelijke en acceptabele reactie. Het is een zonde die moet worden beleden voor God. Accepteer je levenssituatie die God in zijn wijsheid heeft toegelaten in je leven en vertrouw er op dat God je er doorheen wil helpen, zodat je er zelfs sterker en innerlijk rijker van zult worden. Talloze mensen zijn je daarin voorgegaan. Zie ook de onderwerpen 'Zelfbeklag' en 'Levensaanvaarding' in hoofdstuk 'Beproevingen'.
Vertrouw op Gods zorgzame hulp
Neerslachtige gelovigen hebben meer hulpbronnen beschikbaar dan ze weten. Neerslachtigheid is immers een verkeerde manier van denken: God zelf is bij hen, kent hun moeite en weet waarom ze het moeilijk vinden om zich eroverheen te zetten. Een actief geloof in Gods hulp en zorgzame liefde is de sleutel tot Gods handelend optreden. Het is verstandig om de oorzaak van je neerslachtigheid te denken, maar je kunt daarin ook te ver gaan. Als je in de put zit, is het meestal erg onverstandig om nog dieper te graven. Als je bijvoorbeeld probeert uit te pluizen wat je allemaal ooit fout hebt gedaan, kom je meestal nog dieper in de put. Het wordt dan nog donkerder om je heen en je komt dan nog verder van de werkelijkheid af te staan. Kijk liever naar boven, naar de lichte opening van de put. Daar is Jezus, die zijn hand naar je uitsteekt. "Hij beurde mij op uit een kuil vol kolkend water, uit modderig slijk; Hij zette mijn voeten op een rots ... Hij legde mij een nieuw lied in de mond, een lofzang voor onze God...," (Psalm 40:3-4, HSV2010) Deze tekst heeft voor mij persoonlijk veel betekenis. In een periode dat ik zelf wat neerslachtig was had ik een bijzondere droom. Ik stond ergens waar de grond langzaam onder me wegzakte. Voor ik het wist gleed ik in een soort glibberige kuil, waarvan ik wist dat ik er nooit zelf uit kon komen. Plotseling voelde ik me van bovenaf beetgegrepen door twee sterke handen, die me optilden uit de kuil en me op vaste grond neerzetten. Nog steeds kan ik in mijn herinnering die sterke armspieren voelen trillen van Degene die mij optilde: Ik zag zijn gezicht niet, maar ik ga ervan uit dat het Jezus was. Het heeft me enorm bemoedigd en versterkt. Het hielp me daarna om op Gods helpende kracht te vertrouwen wanneer dat hard nodig was. "... al ben ik gevallen, ik sta op, al is het donker om mij heen, de H E ER is mijn licht." (Micha 7:8, NBV2004)
Gods waarheid maakt vrij
Hoe kom je weer in de vrijheid als je neerslachtig bent? Gods woord wijst je een uitweg, maar sommige mensen hebben te worstelen met complexe problematiek, zoals onverwerkte levensproblemen of trauma's. In dat geval zal dat eerst opgelost moeten worden en deskundige hulp zal dan wel-
Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 27 -
Herschepping 2.0
licht nodig zijn om ermee klaar te komen. In heel veel andere gevallen is het voldoende om zelf de Bijbelse principes toe te passen, al of niet met enige ondersteuning van medegelovigen. De oplossing begint met het erkennen dat neerslachtigheid vooral een zaak is van een verkeerde manier van denken. Voor alle gelovigen, die vastzitten aan een verkeerde manieren van denken, geldt dat zij: 1. een verwrongen beeld hebben van de werkelijkheid 2. geen goed zicht hebben op Gods waarheid 3. God niet de juiste plaats geven in hun denken Deze verkeerde manier van denken kan veranderen door de kracht van het Woord van God. Jezus deed eens de volgende uiterst krachtige uitspraak: "U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u bevrijden.'" (Johannes 8:32, NBV2004)
Veranderingsproces
Het veranderingsproces zou er zo uit kunnen zien: 1. Accepteer het Woord van God als de bron van bevrijdende waarheid. Dat is de basis voor de oplossing van je neerslachtigheid. Spreek vooral na wat de Bijbel zegt over je probleemgebied. 2. Besef dat je negatieve gedachtepatronen niet op de volle waarheid berusten en ontmasker ze als leugens. Je zou dit kunnen doen door een blad papier te nemen en op de linkerkant neer te schrijven wat je ziet als de oorzaken van je neerslachtigheid. Zoek vervolgens op wat de Bijbel daar over zegt en schrijf die op de rechterkant van het papier. Bedank God voor die waarheden en accepteer ze. 3. Belijd dat je hebt vastgehouden aan de leugen en belijd het als zonde tegenover God. Je bent geen slachtoffer van de leugen, maar hebt de leugenachtige gedachten zelf vastgehouden en gekoesterd. Wijs de leugens, die je gedachten beheersen, af in de naam van Jezus. 4. Doe dingen die je nieuwe manier van denken ondersteunen. Denk daarbij aan nieuwe uitdagingen en contacten met andere mensen. Kijk ook naar wat is beschreven bij het vorige onderwerp over Elia en zijn ontmoeting met God op de berg Horeb. 5. Geniet van je nieuw ontvangen vrijheid. 6. Wees trouw in je dagelijkse ontmoeting met God (gebed en Bijbellezing). 7. Zoek hulp en ondersteuning van andere mensen voor zover nodig. God heeft je niet voor niets medegelovigen in je omgeving gegeven die een deel van de oplossing kunnen zijn. Sluit je zo nodig aan bij een positief christelijke kerkelijke gemeente. Zie ook de onderwerpen 'Positief denken' en 'Hoop' in dit hoofdstuk.
6.6.15. Positief denken Bij alle manieren van verkeerd denken, die in dit hoofdstuk aan de orde zijn gekomen, zit zowel een psychische kant als een geestelijke kant. Ongelovigen zijn alleen op de psychische kant en de hulp van psychologen. Gelovigen kennen bovendien de geestelijke kant en kunnen daarbij hulp ontvangen van pastorale helpers en predikanten. Wel moeten gelovigen ervoor oppassen dat ze de psychische kant verwaarlozen en psychische problemen op een geestelijke manier willen oplossen.
De psychologie en positief denken
Er zijn heel wat boeken in omloop over positieve manieren van denken met een benadering vanuit de psychologie. Daarin is veel goeds te vinden dat ook voor christenen heel nuttig kan zijn. Een gezonde discipline in het denken aanleren en het tegengaan van nutteloze negatieve gedachtestromen, daar is natuurlijk niets verkeerds mee. Je leert daarbij bijvoorbeeld om steeds na te gaan of je gedachten zijn gebaseerd op (1) waarheid en feiten of op (2) onwaarheid of verbeelding.
Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 28 -
Herschepping 2.0
De wereldse methoden gaan min of meer uit van de eigen wilskracht van de mens als energiebron en maken gebruik van de menselijke verbeeldingskracht. Afhankelijk van je mentale conditie en je levensomstandigheden heb je dan veel of weinig bij te zetten.
Positief denken als on-Bijbelse geestelijke stroming
Jaren geleden werd het boek van Norman Vincent Peale, "de kracht van positief denken" een bestseller. De schrijver gebruikte de Bijbel weliswaar als uitgangspunt, maar voegde een stevige dosis verbeeldingskracht en eigen wilskracht toe aan zijn adviezen. Als je het leest lijkt het op het eerste gezicht heel Bijbels, maar dat is verraderlijk. Het komt uiteindelijk neer op het gebruiken van Bijbelse waarheden in het streven naar zelfverbetering. Dezelfde stijl vinden we tot op zekere hoogte ook bij bekende voorgangers als Joel Osteen, die in de Verenigde Staten veel bekendheid heeft gekregen. Om te beginnen heb ik hem horen beweren dat iedereen een kind van God is en dat iedereen alles kan bereiken als hij maar wil. Het geloof kan gezien worden als een geweldige springplank naar succes. Het kruis van Jezus wordt nauwelijks genoemd, want dat is een gepasseerd station: je mag ervan uitgaan dat Jezus alles voor ons in orde heeft gemaakt. We leven nu in de tijd van de overwinning. We kunnen van de satan terugpakken wat hij van ons heeft afgenomen. We zijn niet langer slachtoffer, maar overwinnaar, "from victim to victor" (van slachtoffer naar overwinnaar). En God heeft voor iedere gelovige een podium van succes. Deze stijl is eigenlijk een oproep tot zelfrealisatie, waarbij het christelijk geloof als hulpmiddel wordt gebruikt. Deze misleidende vorm van positief denken kom je allerlei gradaties tegen bij populaire kerkelijke stromingen.
Bijbelse manier van positief denken
Positief denken heeft een natuurlijke kant (zelf kiezen om positieve dingen te willen bedenken) maar ook een geestelijke kant (je laten leiden door Gods waarheid). Bijbels positief denken ontstaat waar een gezonde denkdiscipline en Bijbels denken samengaan. De Bijbel is een bron van waarheid waar je op bouwen kunt, zodat je niet afhankelijk bent van je eigen verbeeldingskracht. De Bijbel laat het verschil zien tussen waarheid en leugen, tussen echt en onecht, tussen waardevol en waardeloos. Door de Bijbel krijg je zicht op de echte werkelijkheid en dat is de werkelijkheid waarin God de hoofdrol speelt. Als je soms moeite hebt met negatieve gedachten zoals: angst en vrees negatief zelfbeeld bezorgdheid neerslachtigheid kritische gedachten (en wie heeft dat niet?) dan word je aangespoord om je gedachten te vullen met positieve zaken. Dat is: leren denken vanuit de hemel: "Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn." (Kolossenzen 3:2, NBG1951) Het is belangrijk dat we onze gedachten onder de autoriteit van het Woord brengen en onze hoofden niet laten vullen met gedachten die gebaseerd zijn op gevoelens of leugens. In het volgende Bijbelgedeelte (direct na dat gedeelte over bezorgdheid!) vinden we een goede checklist met positieve dingen, waarvan Paulus ons aanspoort om daarop onze aandacht te richten. "Voorts, broeders, al wat waar, al wat waardig, al wat rechtvaardig is, al wat rein, al wat beminnelijk, al wat welluidend is, al wat deugd heet en lof verdient, bedenkt dat" (Filippenzen 4:8, NBG1951)
Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 29 -
Herschepping 2.0
Laten we het allemaal nog eens op een rijtje zetten: al wat waar is (de Bijbel bevat de volle waarheid) al wat waardig is (alles wat respectvol is en waar je Jezus bij kunt uitnodigen, zonder dat je je hoeft te schamen) al wat rechtvaardig is (alles wat eerlijk en oprecht is en positieve resultaten oplevert) al wat rein is (al wat geestelijk onbesmet is; onder onreinheid verstaan we vooral ook seksuele onreinheid) al wat beminnelijk is (al wat mooi is, vooral wat innerlijke waarde betreft) al wat welluidend is (goede woorden, muziek waar iets positiefs van uitgaat) al wat deugd heet (goede daden en levensstijl) al wat lof verdient (eerbare zaken) Alle vormen van negatief denken kunnen overwonnen worden door ervoor te kiezen Gods waarheid en Gods beloften te accepteren en te overdenken. Kies doelbewust voor een positieve levenssfeer, want die geeft aanleiding tot positieve gedachten. De hoofdregel voor positief denken is het volgende: Als je met negatieve gedachten bezig bent, vraag je af of die op waarheid berusten. Zo niet, bedenk dan het tegenovergestelde.
Het goede of het slechte willen zien
Wie vast zit aan negatieve denkpatronen ziet overal het slechte in. Wie in vrede met God, zijn omgeving en zichzelf leeft, heeft veel meer oog voor de goede dingen. Dus ... je eerste reactie op dingen die je hoort, ziet of meemaakt zegt veel over het feit of je een negatieve of een positieve denker bent. En dus ook van de mate waarin je Gods vrede in je hart meedraagt. Daarom is het eerbaar voor christengelovigen om in gesprekken het positieve altijd te laten overheersen boven het negatieve. Dat kost vaak moeite. omdat negatieve dingen vaak veel boeiender lijken te zijn om te bespreken. En ... als er geroddeld wordt over iemand, zegt iets goeds over de persoon en je zult zien dat het geroddel ophoudt. En als je dat vaker doet, roddelt niemand meer als jij erbij bent...
Dankbaarheid
De Bijbel geeft nog een belangrijke aansporing over positief denken: "dank God onder alle omstandigheden, want dat is wat hij van u, die één bent met Christus Jezus, verlangt." (1 Tessalonicenzen 5:18, NBV2004) Accepteer wie je bent, accepteer je levensomstandigheden als geschenken van God, als de achtergrond waartegen God zijn zegeningen aan jou geeft. Het komt er op neer dat we alles vanuit Gods perspectief gaan bekijken, het enige perspectief waarmee we goed zicht krijgen op de werkelijkheid. Dat zal de grootste aanleiding zijn tot gezond en positief denken, en dat is de frisse lucht die je geestelijke leven zo hard nodig heeft. Zie ook onderwerp 'Dankbaarheid' in hoofdstuk 'Gelukkig leven'.
6.6.16. Hoop doet leven De manier waarop mensen met het heden omgaan, wordt sterk beïnvloed door de visie die zij op de toekomst hebben. Hoop is een gerichtheid van de geest, een gerichtheid van het hart, verankerd voorbij de horizon.
Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 30 -
Herschepping 2.0
Bijbelse hoop
We zeggen in het dagelijks leven wel eens: "Ik geloof niet dat het droog blijft, maar ik hoop van wel!" Met 'hopen' bedoelen we dan dat we niet verwachten dat het droog blijft, maar wel verlangen dat het zal gebeuren, zo van: je weet maar nooit. Het Bijbelse begrip 'hoop' is van een totaal andere orde. Het is niet een klein kansje tegen beter weten in, maar 100% zekerheid dat iets gaat gebeuren omdat God het gezegd heeft. Hoop is een vorm van geloofszekerheid. Dat is het vaste besef dat je toekomst er prima uitziet, ondanks de misschien hopeloos lijkende situatie van vandaag. Terwijl geloofsvertrouwen meer betrekking heeft op het heden, is hoop eigenlijk geloof in Gods beloften voor de nabije en verre toekomst. Hoop kan dus ook toekomstgerichte geloofszekerheid genoemd worden. "Geloven is zeker zijn van de dingen waar je op hoopt..." (Hebreeën 11:1, GNB1996) Evenals geloof richt hoop zich op wat nog niet gezien kan worden. "... Als we echter nu al zouden zien waarop we hopen, zou het geen hoop meer zijn. Wie hoopt er nog op wat hij al kan zien? Maar als wij hopen op wat nog niet zichtbaar is, blijven we in afwachting daarvan volharden." (Romeinen 8:24-25, NBV2004)
Hoop is een anker voor de ziel
De Bijbelse hoop wordt een anker voor de ziel genoemd: "... een krachtige aansporing om ons vast te klampen aan de hoop op wat voor ons ligt. De hoop is het veilige en vaste anker voor onze ziel. Zij reikt tot achter het voorhangsel in het heiligdom." (Hebreeën 6:18-19, WV1995) Onze toekomstverwachting is verankerd in Gods diepste wezen en in al zijn macht en kracht. Mensen brengen hun spaargeld naar een bank in de hoop dat ze hun geld eenmaal met rente terug zullen krijgen. De recente kredietcrisis heeft aangetoond dat het niet vanzelfsprekend dat elke bank die belofte altijd waar kan maken. De hoop die God ons geeft heeft een ongekende, onovertroffen zekerheid. Een anker wordt gebruikt om een schip op een bepaalde plaats te houden en om te voorkomen dat het door de golven een bepaalde kant op wordt gestuwd. Als in figuurlijke zin de golven over je heen slaan ofwel als je het moeilijk krijgt en je heen en weer wordt geslingerd door emoties en negatieve gedachten, angst en bezorgdheid, dan kun je niet zonder anker. God heeft alles onder controle en zal niet toelaten dat je schip zal wegdrijven of omslaan. Hoop is een belangrijke factor bij de overwinning over twijfel, bezorgdheid en andere vormen van negatief denken. Een spreekwoord zegt: hoop doet leven, en zo is het ook. De hoop, die gebaseerd is op geloofszekerheid op grond van het Woord, is een krachtige ondersteuning op je levensweg. Het gevolg van een hoopvolle levensinstelling is optimisme en blijdschap. Hoop is een anker dat je wordt aangereikt. Zelf moet je als gelovige deze hoop uit Gods hand aanpakken en je eraan vastklampen (Hebreeën 6:18). Dat is een daad van geloof. We zien in de Bijbel steeds weer die wonderlijke samenwerking tussen God en mens, waarbij alles voor 100% van God komt en de mens voor 100% verantwoordelijk is om het in geloof uit Gods hand aan te nemen.
Beloften
Onze hoop heeft betrekking op allerlei beloften over wat God ons zal geven of voor ons zal doen, gebaseerd op het Woord, zoals: zeker weten dat God alle omstandigheden laat meewerken voor je bestwil, ook al zit je nu nog volop in de moeilijkheden. "En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn." (Romeinen 8:28, HSV2010) Het komt helemaal aan op Bijbelse hoop wanneer de toekomst er menselijkerwijs gesproken hopeloos uitziet. Maar Gods belofte staat vast als een huis: Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 31 -
Herschepping 2.0
"Want Ik weet, welke gedachten Ik over u koester, luidt het woord des H E RE N , gedachten van vrede en niet van onheil, om u een hoopvolle toekomst te geven." (Jeremia 29:11, NBG1951) Een gelovige heeft altijd voldoende reden om hoop te hebben! De manier waarop God dat allemaal uitwerkt kan natuurlijk anders zijn dan wat we zelf zouden willen, maar God houdt zich hoe dan ook aan zijn beloften.
Hoopvolle beloften
De Bijbelse hoop is de stellige verwachting dat God iets goed voor je gaat doen. "Wat ben je bedroefd, mijn ziel, en onrustig in mij. Vestig je hoop op God, eens zal ik hem weer loven, mijn God die mij ziet en redt." (Psalm 42:6, NBV2004) De Bijbel reikt een overvloed van allerlei beloften aan over onze toekomst. Enkele voorbeelden: wederkomst van Jezus (Johannes 14:2; Handelingen 1:11; 2 Petrus 2:4) blijvende hereniging met Jezus (1 Tessalonicenzen 4:17; Openbaring 19:6-8) eeuwig leven (Johannes 3:16; Jakobus 1:12; 1 Johannes 2:25) Nieuwe Hemel en Nieuwe Aarde (2 Petrus 3:13) Er is geen verzekeringspolis, geen pensioenverzekering die zulke hoge uitkeringen belooft. Al Gods beloften hebben met Jezus te maken. Immers, het is Jezus, die de verzekeringspremie heeft betaald. Die premie was ongelooflijk hoog: zijn eigen volmaakte leven! Daarom mag je weten dat de uitkering van die verzekering ook enorm hoog zal zijn. Je zult er nooit door teleurgesteld worden. De Bijbel spreekt natuurlijk niet over verzekeringspolissen, omdat die toen nog niet bestonden. De Bijbel gebruikt een nog veel krachtiger woord: 'erfenis' die beloofd is aan alle wedergeboren gelovigen: "Gezegend is God, de Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons in zijn grote barmhartigheid herboren liet worden tot een leven van hoop door de opstanding van Jezus Christus uit de dood, tot een onvergankelijke, onbederfelijke en onaantastbare erfenis, die voor u is weggelegd in de hemel." (1 Petrus 1:3-4, WB1995) Alles in je leven gaat verloren, maar je schat in de hemel is onvergankelijk. Van deze erfenis hebben ware gelovigen op aarde al een voorschot door de inwoning van de Heilige Geest. "In Hem hebt ook u het woord van de waarheid gehoord, het evangelie van uw redding; in Hem bent u ook tot het geloof gekomen; u bent verzegeld met de beloofde heilige Geest, het voorschot op onze erfenis, tot verlossing van het volk dat Hij zich verworven heeft, en tot lof van zijn heerlijkheid." (Efeziërs 1:13-14, WV1995)
Hoop op eeuwig leven
In de Bijbel wordt het begrip hoop vaak gekoppeld aan de zekerheid van eeuwig leven na de dood. De opstanding van Jezus wordt daarbij genoemd als de onaantastbare zekerheid van die hoop. Zo zeker als Jezus als eerste is opgestaan uit de dood, zo zeker zal de gelovige opstaan tot eeuwig leven met God. Jezus legt dat uit aan Marta met de krachtige woorden: "Ik ben de opstanding en het leven; wie in mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft, en ieder die leeft en in mij gelooft zal nooit sterven. Geloof je dat?" (Johannes 11:25-26, NBV2004). In het leven van ongelovigen neemt angst voor de dood een grotere plaats in dan de meeste christenen vermoeden. Wie tijdens zijn leven op aarde aan zichzelf gestorven is en tot een nieuw leven opgestaan (door wedergeboorte), zal aan het einde van zijn aardse leven opstaan tot een nieuw leven met God, en altijd bij Hem wonen.
Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 32 -
Herschepping 2.0
Vrede
Je leeft in vrede: 1. als je bevrijd bent van je zonden en je verleden hebt verwerkt, 2. tevreden bent met het heden en 3. hoop hebt voor de toekomst. Die vrede vind je alleen bij God.
Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 33 -
Herschepping 2.0
Hoofdstuk 6.6. Anders denken - 34 -