Deel 2 Onderwijsvisie in de praktijk
71
72
Good practices onder de loep Vijf voorbeelden van de onderwijsvisie in de praktijk
5
73
Hoe leer je studenten statistische kennis te gebruiken voor het beoordelen van onderzoekspublicaties? Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen Vak: Methodologie en statistiek II Studie: Biologie en Biomedische wetenschappen Leerjaar: Bachelor 3 Aantal studenten: 120 - 150 Aantal docenten: 4 Omvang: 6 EC In het vak Methodologie en statistiek II gaat het niet alleen om het leren uitvoeren en toepassen van statistische toetsen, maar leren derdejaars FALW-studenten ook de statistieksectie van onderzoekspublicaties te begrijpen en beoordelen. Ze zien welke plaats statistiek inneemt bij de beantwoording van onderzoeksvragen uit hun eigen vakgebied en leren altijd kritisch te kijken naar de conclusies die aan statistische analyses worden verbonden. Belangrijke stappen in hun academische vorming!
74
Methodologie en statistiek II (M&S II) bouwt voort op het basisvak Methodologie en statistiek I (M&S I), dat studenten een jaar eerder hebben gevolgd. Docenten Cor Zonneveld en Lothar Kuijper vertellen: ‘De techniek staat in M&S I centraal. In M&S II gaat het om het toepassen en in context plaatsen van deze technieken. We laten studenten zien waarom en op welke wijze onderzoekers statis-
tiek gebruiken en leren ze hun kennis over statistiek te gebruiken voor de kritische analyse van onderzoekspublicaties.’ Statistiek in publicaties Het vak start met een aantal ‘klassieke’ hoorcolleges, waarin de docent de stof uit M&S I herhaalt en nieuwe statistische toetsen uitlegt. Daarna volgen de studenten werkcolleges in groepen van 35 studenten. In deze werkcolleges wordt de stap gemaakt van statistiek zoals beschreven in tekstboeken, naar statistiek zoals gebruikt en gepresenteerd in onderzoekspublicaties. Hoe ziet de statistieksectie van een onderzoeksartikel eruit? Welke rol spelen statistische analyses in het onderzoeksproces? Om dit soort vragen te beantwoorden bespreken en analyseren docent en studenten authentieke en recente artikelen, bijvoorbeeld uit de tijdschriften Nature en Science. Aan de hand van verschillende opdrachten leren studenten kritisch te kijken naar de statistieksectie van onderzoekspublicaties. In groepjes van twee tot vier studenten analyseren ze twee keer een onderzoeksartikel. Welke keuzes hebben de onderzoekers gemaakt? Is de gekozen methode geschikt? Worden de juiste conclusies getrokken? Ze beschrijven hun bevindingen in een verslag en presenteren hun analyses aan medestudenten en docent. Door onderzoek uit een gerenommeerd tijdschrift te analyseren ontdekken studenten dat statistiek niet altijd even objectief is en dat het gebruik van statistische methodes en analyses zelfs in prominente journals niet altijd feilloos is. Naast de analyseopdracht nemen de docenten hun studenten mee langs het wetenschappelijke reviewproces. Hoe komt een wetenschappelijk artikel tot publicatie? Op welke criteria worden artikelen beoordeeld? Ook hier kunnen studenten veel van leren.
Pittig maar waardevol De docenten zijn erg tevreden over de cursus. Zonneveld en Kuijper: ‘De cursus zit goed in elkaar. Het is gewoon een leuk vak!’ De studenten ervaren het vak als pittig, maar waardevol. ‘Hoewel het onderwerp van nature niet direct tot de verbeelding spreekt, geven studenten te kennen dat ze er veel van opsteken. Omdat de cursus voorafgaand aan de Bachelorstage geroosterd is, hebben veel studenten er direct profijt van. Tijdens die stage neemt de waardering voor het vak dan ook toe. Vooral het kritisch benaderen van elk artikel vinden studenten zeer waardevol – ondanks het feit dat ze in eerste instantie wel geschokt zijn als ze horen dat je artikelen uit Nature en Science niet zonder meer kunt vertrouwen!’
75
Hoe laat je een grote groep studenten participeren in onderzoek? Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Vak: Knowledge management Studie: Business Studies Leerjaar: Bachelor 3 Aantal studenten: 300 Aantal docenten: 6 Omvang: 6 EC In het vak Knowledge management gaan derdejaars bachelorstudenten bedrijfswetenschappen aan het werk met onderzoeksprojecten van hun docenten. Zo krijgen ze inzicht in de onderzoeksgebieden van hun docenten. Bovendien ervaren ze hoe het is om bij te dragen aan een echt onderzoek. In dit vak staat het onderzoekend leren centraal: studenten gaan actief om met de stof door authentiek onderzoeksmateriaal te analyseren en te bespreken met elkaar en de docent. Met een studentenaantal van ongeveer driehonderd is Knowledge management een grootschalig vak. Toch lukt het de docenten om samen met studenten vorm te geven aan een community of learners.
76
Tutorials: eigen onderzoek als case De betrokken docenten maken één van hun eigen onderzoeksprojecten geschikt als case voor een onderzoekstutorial. In de tutorial geven ze studenten informatie over hun project en gaan in op
specifiek relevante theorie. Vervolgens gaan studenten aan de slag. Docent Marc Bahlmann geeft studenten bijvoorbeeld toegang tot opnames van interviews die hij heeft gehouden met ondernemers. De studenten analyseren de opnames en bespreken hun bevindingen met elkaar en de docent. Daarna interviewen ze, met de ervaringen van hun docent in het achterhoofd, zelf een ondernemer. De cases die de docenten inbrengen komen voort uit lopende onderzoeksprojecten van de onderzoeksgroep Knowledge, Information and Networks. Zo zijn er tutorials over kennismanagement in ontwikkelingsorganisaties en over kennisdeling in ondernemersnetwerken. De tutorials zijn georganiseerd in groepen van vijfentwintig studenten. Coördinator Maura Soekijad vertelt: ‘de studenten mogen zelf bepalen voor welke tutorial ze zich inschrijven. Zo kunnen ze kiezen voor het onderwerp dat hen het meest aanspreekt.’ Waardevol voor student én docent De betrokkenheid van studenten bij het onderzoek van hun docent is waardevol voor zowel de studenten als de docenten. Studenten krijgen een ‘kijkje in de keuken’ bij hun docent en doen hands on ervaring op met het doen van onderzoek. ‘Studenten zien welke stappen er in zo’n onderzoekstraject zitten, met welke problemen je als onderzoeker te maken kunt krijgen en hoe je daar inhoudelijk mee omgaat’, zo vertelt Soekijad. Uit studentenevaluaties blijkt dat studenten de tutorials als zeer leuk en leerzaam ervaren. Maar ook voor docenten bieden de tutorials een meerwaarde. Soekijad: ‘Wat leuk is voor de docenten is dat ze het over hun ‘eigen’ onderwerp kunnen hebben, zodat de studenten hun passie kunnen zien.’ Soms levert het werk van studen-
ten concreet materiaal op voor de docent: Marc Bahlmann kan de resultaten van de interviews die studenten hebben gehouden met ondernemers bijvoorbeeld gebruiken als data voor zijn eigen onderzoek. Bovendien helpt de discussie over gebruikte methodes en gemaakte keuzes de docent te reflecteren op zijn of haar eigen onderzoek. Dit kan leiden tot nieuwe ideeën of inzichten en verdere verbetering van het onderzoek. Een winwinsituatie dus! De werkgroep als community Iedere tutorialgroep functioneert als community. Elke week krijgen de studenten een opdracht, die te maken heeft met een van de fases van het onderzoeksproces. Uiteindelijk werken ze toe naar een onderzoeksrapport over het onderwerp van de tutorial. In de bijeenkomsten legt de docent steeds links naar zijn of haar eigen onderzoekservaringen. De studenten werken in groepjes en presenteren hun bevindingen regelmatig aan medestudenten. Omdat iedereen in de werkgroep bezig is met hetzelfde onderwerp, komt er makkelijk discussie tot stand en kunnen studenten elkaar adviseren en inspireren. Soekijad: ‘De docent besteedt ook veel aandacht aan feedback: studenten krijgen zowel mondelinge als schriftelijke feedback op de opdrachten. Dat stellen ze erg op prijs.’ In de laatste bijeenkomst van het vak reflecteren docent en studenten samen op hun manier van werken en hun functioneren als community of learners.
77
Hoe kunnen goede en gemotiveerde studenten kennis maken met zelfstandig onderzoek? Faculteit der Rechtsgeleerdheid Vak: Capita selecta Studie: Criminologie Leerjaar: Bachelor 2 en 3 Aantal studenten: 6 à 8 Aantal docenten: 5 Omvang: 6 EC In het vak Capita selecta vormt een selecte groep excellente criminologiestudenten een onderzoeksgroep, die onder intensieve begeleiding van een aantal docenten, onderzoek doet naar een internationaal conflict. Het werk van de studenten sluit aan bij het onderzoek waarmee de faculteit zich profileert. Een mooi voorbeeld van een kleinschalige community of learners.
78
Binnen de Faculteit der Rechtsgeleerdheid wordt veel onderzoek gedaan naar internationale misdrijven en veiligheid. Onderzoekers zijn verenigd in het Amsterdam Centre of Interdisciplinary Research on International Crimes and Security (ACIC). In het vak Capita selecta kruipen acht geselecteerde bachelorstudenten in de rol van ACIC-onderzoeker om kennis te maken met het doen van zelfstandig onderzoek. Ze ontwikkelen hun onderzoeksvaardigheden en leren dat samenwerking en kennisdeling ook bij zelfstandig uitgevoerd onderzoek een belangrijke rol kunnen spelen.
In 2009 schreven studenten bijvoorbeeld gezamenlijk een country report over Angola, waar van 1975 tot 2001 een burgeroorlog heeft gewoed. Een jaar eerder onderzochten studenten het conflict in Sierra Leone. In de eerste weken van het vak werken ze samen aan een algemene beschrijving van het conflict. Wat heeft er zich afgespeeld? Wie waren erbij betrokken? Daarna gaat iedere student afzonderlijk aan de slag met een subthema. Docent Joris van Wijk vertelt: ‘De één onderzoekt bijvoorbeeld de rol van kindsoldaten, de ander maakt een profiel van de criminal mastermind van het conflict.’ De thema’s die studenten onderzoeken vallen binnen het expertisegebied van één van de vijf docenten die bij het vak betrokken zijn. Deze docent biedt de student intensieve begeleiding. De studenten als onderzoeksgroep Iedere student schrijft een artikel over het subthema dat hij of zij heeft gekozen. Deze artikelen vormen uiteindelijk de verschillende hoofdstukken van het country report. Hoewel elke student verantwoordelijk is voor zijn eigen hoofdstuk, wordt er ook veel samengewerkt. Regelmatig zijn er bijeenkomsten waarin de studenten hun vorderingen bespreken en ideeën uitwisselen. Tussendoor werken ze online in een SURFgroep. Dit is een digitale samenwerkingsomgeving, waarin studenten en docenten documenten kunnen uitwisselen, kunnen discussiëren en mededelingen kunnen plaatsen. De studenten werken in wiki’s, waar ze eenvoudig ideeën kunnen verzamelen en uitwisselen. Iedere student beheert een wiki over zijn of haar deelonderwerp, zodat alle groepsleden op de hoogte blijven van elkaars werk. Ook houden studenten online een gezamenlijke referentielijst bij.
Als alle hoofdstukken zijn afgerond, schrijven studenten een gezamenlijke inleiding en conclusie voor het rapport. In de laatste bijeenkomst presenteren de studenten hun rapport aan de staf, geïnteresseerde studenten en een externe deskundige. Aandacht voor excellentie Docenten hebben in dit vak de ruimte om aandacht te schenken aan excellente studenten, die in grootschalige vakken weinig begeleiding vragen. Van Wijk: ‘Dit vak biedt goede en gemotiveerde studenten echt de kans om te ontdekken of de rol van onderzoeker iets voor hen is. Doordat we werken met geselecteerde studenten worden ze niet ‘tegengehouden’ door ongemotiveerde of inactieve medestudenten, en kunnen ze op constructieve wijze met elkaar samenwerken.’ De opzet van Capita selecta vergt wel een relatief grote tijdsinvestering van docenten en is daarom alleen geschikt voor kleine groepen studenten. ‘Opschaling zou moeilijk zijn’, zo beaamt Van Wijk. ‘Een vak als dit is dan ook vooral waardevol om een aantal zeer goede en gemotiveerde studenten de kans te geven het onderzoeksdomein te ontdekken en zich verder te ontwikkelen.’
Het vak Capita selecta is in 2009 voor het laatst gegeven. Daarna werd besloten dat het aantal studenten te laag was om het aantal docenturen dat in de begeleiding van het vak ging zitten te rechtvaardigen. Joris van Wijk: ‘Zo zie je helaas hoe best practices soms verloren gaan in de strijd om best budgets.’
79
Hoe laat je studenten al in het eerste jaar zelf onderzoek doen? Faculteit Geneeskunde Vak: Leeronderzoek 1 Studie: Geneeskunde Leerjaar: Bachelor 1 Aantal studenten: 350 Aantal docenten: 5 Omvang: 2 EC Eerstejaarsstudenten al in het eerste semester zelf onderzoek laten doen? Bij het VUmc doen ze het, in het leeronderzoek. Studenten bedenken hun eigen onderzoeksvragen en gebruiken data die ze zelf verzameld hebben. Na twee weken hard werken presenteren ze op een minisymposium hun eerste eigen onderzoek. De naam leeronderzoek zegt het al: in dit vak staat het leren onderzoeken centraal. De studenten werken in groepjes van vier studenten gedurende twee weken fulltime aan hun eigen onderzoek. Zo maken ze op een actieve manier kennis met het opzetten en uitvoeren van medisch wetenschappelijk onderzoek.
80
Eigen data Voor hun onderzoek gebruiken studenten data die ze zelf verzameld hebben. In eerdere practica genereerden de studenten gegevens over de leefstijl en gezondheid van zichzelf en medestudenten. Docentes Femke van der Linden en Wiesje van der Flier: ‘Tijdens een practicum Longfunctie hebben studenten bijvoorbeeld elkaars conditie bepaald. Ook heeft iedere student vragenlijsten
ingevuld over onderwerpen als voeding, genotsmiddelen, beweging en slaap- en leefritme. Al deze gegevens zijn samengevoegd in een SPSS database: de Leeronderzoek database. Hiermee gaan studenten aan de slag.’ Onderzoeksvaardigheden Ieder groepje formuleert zelf een onderzoeksvraag, maakt een analyseplan en voert dit uit. Omdat de eerstejaarsstudenten nog weinig ervaring hebben met wetenschappelijk onderzoek, wordt tijdens colleges, practica en groepsbijeenkomsten aandacht besteed aan de nodige basiskennis en onderzoeksvaardigheden. Van der Flier: ‘In de eerste week staat het opstellen van de onderzoeksvraag en het verwerken van data centraal. In de tweede week verschuift de focus naar het analyseren van de zelf verzamelde data en het interpreteren van resultaten.’ Slotsymposium Het vak wordt, geheel in wetenschappelijke stijl, afgesloten met een slotsymposium. Hier presenteren de studenten een poster met de resultaten van hun onderzoek. In totaal worden er op die dag zo’n 90 posters gepresenteerd en beoordeeld door een jury van docenten en onderzoekers, die in tweetallen de posters beoordelen. Van der Linden: ‘Het symposium is een mooie afsluiting van twee weken hard werken!’ Academische vorming Het leeronderzoek in het eerste jaar is een belangrijke eerste stap in de wetenschappelijke vorming van studenten. In latere studiejaren keren onderzoeksvakken terug en krijgen die steeds meer diepgang. Zo ontwikkelen studenten Geneeskunde zich stapsgewijs tot competente onderzoekers.
Via dialoog tot oordeelsvorming - en terug. Faculteit der Godgeleerdheid Vak: Oosterse filosofie B Studie: Religie en Levensbeschouwing Leerjaar: Bachelor 2 Aantal studenten: 18 Aantal docenten: 1 Omvang: 3 EC Docente Annewieke Vroom beoogt studenten niet alleen inhoudelijk te ontwikkelen, maar ze ook te leren de dialoog aan te gaan binnen en buiten de universiteit. Daarom ontwikkelde zij met Bodhitv, de jongerenwebsite van de boeddhistische omroep, het vak Oosterse wijsbegeerte. Tweedejaarsstudenten werken in dit vak aan een gefundeerde, persoonlijke visie op boeddhistische inzichten en gaan via Bodhitv op het web en live de dialoog aan met boeddhisten. Dialoog is een belangrijk aspect van academische oordeelsvorming. Studenten moeten leren om met anderen in gesprek te gaan om een oordeel te vormen en aan te scherpen. ‘En dialoog kun je maar op één manier leren en dat is door het te doen’, aldus Vroom. Ontwikkelen van een visie Studenten lezen verschillende boeddhistische teksten en krijgen te maken met verschillende perspectieven op het oosterse denken. In werkcolleges bespreken de studenten de gelezen teksten met elkaar. Ze discussiëren over hun interpretaties van en ideeën over de belangrijkste inzich-
ten uit de boeddhistische filosofie: het leven is onbevredigend, er is geen zelf, en alles verandert voordurend. Deze discussies hebben tot doel de studenten zich een persoonlijke, gefundeerde visie te laten vormen op het boeddhisme. Om studenten te helpen bij het vormen en verwoorden van deze visie, laat Vroom hen essays schrijven. De studenten lezen ook de conceptessays van hun medestudenten en geven hier feedback op. Zo krijgen ze inzicht in de visie van anderen en helpen ze elkaar hun ideeën te verhelderen. In dialoog met boeddhisten Bodhitv Bodhitv publiceert de essays van studenten op haar website. Ook interviewt Bodhitv alle studenten over hun visie op het boeddhisme en publiceert het resultaat op de website. ‘Echte’ boeddhisten reageren op het werk en de visie van de studenten. Zo ontstaat een virtuele dialoog, waarin studenten zich als (toekomstig) religiedeskundige profileren. Vroom nodigt de boeddhisten uit voor een slotmanifestatie op de VU. Daar zetten de betrokkenen de dialoog in fysieke vorm voort. Oordelen en aanscherpen Door met hun visie naar buiten te treden, ervaren studenten hoe anderen reageren op hun ideeën. Ze leren hiermee niet alleen kritisch te kijken en zich een oordeel te vormen over het boeddhisme, maar leren tegelijkertijd ook open te staan voor feedback en kritische vragen van anderen, zowel binnen als buiten de opleiding. Deze dialoog kan studenten vervolgens weer helpen bij het aanscherpen en onderbouwen van hun visie. Nieuwsgierig geworden? Bekijk de essays en filmpjes van de studenten op www.bodhitv.nl (zoekterm VUkeleku). Van de good practice is ook een filmpje gemaakt, te bekijken op: www.vu.nl/onderwijsvisie.
81