Deel 2
Informatief gedeelte
Inhoudsopgave Deel II: informatief gedeelte 1
Inleiding .....................................................................................7
2
Situering .....................................................................................8
3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.5 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.2.6 3.2.7 3.2.8 3.2.9 3.2.10 3.2.11 3.2.12 3.2.13 3.2.14 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3
Bestaande ruimtelijke structuur ..................................................9 Blankenberge in de ruimere omgeving: structuurbepalende elementen op bovengemeentelijk niveau .....................................9 Nederzettingsstructuur op macroniveau .....................................9 Open ruimte structuur op macroniveau ......................................9 Bedrijvigheid op macroniveau ....................................................9 Ontsluiting op macroniveau........................................................9 Relaties inzake dienstverlening en tewerkstelling ...................... 10 Ruimtelijke structuur van de stad Blankenberge ...................... 11 Inleiding ................................................................................... 11 Fysische karakteristieken.......................................................... 11 Globale structuur van Blankenberge......................................... 13 Hoofdstructuur van het stedelijk gebied ................................... 14 Hoofdstructuur van het buitengebied ....................................... 14 Structuur van de woon- en leefomgeving .................................. 16 Structuur van handel en commerciële dienstverlening ............... 18 Structuur van de openbare dienstverlening ............................... 21 Structuur van de toeristisch-recreatieve voorzieningen.............. 23 Structuur van bedrijvigheid ...................................................... 28 Agrarische structuur ................................................................. 29 Landschapsopbouw.................................................................. 30 Natuurlijke structuur................................................................ 32 Verkeersinfrastructuur.............................................................. 34 Bestaande ruimtelijke structuur van enkele aandachtgebieden . 38 Het stadscentrum...................................................................... 38 Oostkwartier ............................................................................ 40 Jachthaven ............................................................................... 40
4 4.1
Planningscontext ...................................................................... 42 Vlaams niveau .......................................................................... 42
4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4 4.1.5 4.1.6 4.2 4.2.1 4.2.2 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7 4.3.8 4.3.9 4.3.10
Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen ........................................... 42 Gewestplan en gewestplanwijzigingen........................................... 44 Vogelrichtlijn................................................................................ 45 Habitatrichtlijn............................................................................. 46 Vlaams Ecologisch Netwerk ......................................................... 46 Duinendecreet .............................................................................. 46 Provinciaal niveau ........................................................................ 47 Provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen ................. 47 Ruimtelijk uitvoeringsplan voor openluchtrecreatieve terreinen ... 49 Gemeentelijk niveau ..................................................................... 50 Inleiding ....................................................................................... 50 Algemeen plan van aanleg ............................................................ 50 Bijzondere plannen van aanleg ..................................................... 50 Verkavelingsvergunningen............................................................ 53 Herwaarderingsgebieden .............................................................. 53 Strategisch-commercieel plan ....................................................... 53 Mobiliteitsplan ............................................................................. 55 Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan ....................................... 56 Sociaal Impulsfonds ..................................................................... 57 Toelagen en bijzondere belastingen............................................... 58
5 5.1 5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.1.4 5.1.5 5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.2.5
Prognoses en behoeften ................................................................ 61 Raming van de behoefte aan ruimte voor wonen .......................... 61 Inleiding ....................................................................................... 61 Evolutie van de bevolking en van de gezinnen............................... 61 Bevolkings- en gezinsprognose...................................................... 67 Analyse van het (potentieel) woonaanbod .................................... 79 Confrontatie vraag-aanbod .......................................................... 80 Raming van de behoefte aan ruimte voor economische activiteiten .................................................................................... 82 Inleiding ....................................................................................... 82 Omvang en evolutie van de tewerkstelling..................................... 82 Behoefte aan ruimte voor bedrijvigheid ........................................ 84 Aanbod aan bedrijventerreinen..................................................... 85 Confrontatie vraag-aanbod .......................................................... 85
6 6.1 6.2
Kwaliteiten, aandachtspunten, ruimtelijke trends, potenties ......... 86 Inleiding ....................................................................................... 86 Kwaliteiten ................................................................................... 86 @Grontmij Belgroma
6.3 6.4 6.5
Aandachtspunten ....................................................................... 88 Ruimtelijke trends ...................................................................... 92 Potenties..................................................................................... 94
Bijlage 1:
Analyse van het aantal verblijfstoeristen ............................. 96
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 3
Lijst van figuren
Figuur 20
Landschapsopbouw
Figuur 21
Biologische Waarderingskaart: vegetatie-eenheden
Figuur 22
Biologische Waarderingskaart: waardering
Figuur 23
Natuurlijke structuur
Figuur 24
Hoofdstructuur van de lijninfrastructuren
Figuur 25
Ruimtelijke structuur van het stadscentrum
Figuur 26
Ruimtelijke structuur Oostkwartier
Figuur 27
Ruimtelijke structuur van de jachthaven
Figuur 28
Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen: ruimtelijke visie
Figuur 29
Gewestplan
Figuur 30
Aandachtspunten inzake huidige functie en de bestemming van het gewestplan
Figuur 1
Belangrijkste straatnamen
Figuur 2
Belangrijkste infrastructuren en voorzieningen
Figuur 3
Topografische kaart
Figuur 4 Figuur 5
Ruimtelijke structuur op macroniveau Belangrijkste fysische karakteristieken
Figuur 6
Synthese van de bestaande ruimtelijke structuur
Figuur 7
Structuur van de woon- en leefomgeving
Figuur 8
Typering van het woonaanbod
Figuur 9
Lokalisering tweede verblijven
Figuur 31
Beleidskader natuur
Figuur 10
Beschermde/geklasseerde monumenten
Figuur 32
Figuur 11
Structuur van het commercieel apparaat
Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen: Schematische weergave van de gewenste ruimtelijke structuur van West-Vlaanderen
Figuur 12
Situering van de commerciële dienstverlening
Figuur 33
Ontwerp algemeen plan van aanleg 1994
Figuur 13
Structuur van de openbare dienstverlening
Figuur 34
Figuur 14
Structuur van de toeristisch-recreatieve voorzieningen
Overzichtsplan ruimtelijke uitvoeringsplannen en bijzondere plannen van aanleg
Figuur 15
Structuur van de bedrijvigheid
Figuur 35
Situering verkavelingen
Figuur 16
Agrarische structuur
Figuur 36
Mobiliteitsplan: Categorisering van de wegen
Figuur 17
Bodemgebruikskaart
Figuur 37
Mobiliteitsplan: Verkeersmaatregelen voetgangers
Figuur 18
Bodemkaart
Figuur 38
Mobiliteitsplan: Verkeersmaatregelen fietsverkeer
Figuur 19
Landschapsatlas
Figuur 39
Mobiliteitsplan: Verkeersmaatregelen gemotoriseerd verkeer @Grontmij Belgroma
Figuur 40
Mobiliteitsplan: Verkeersmaatregelen openbaar vervoer
Figuur 41
Mobiliteitsplan: Parkeerbeleidsplan
Figuur 42
Analyse van het (potentieel) woonaanbod
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 5
Lijst van tabellen Tabel 1 Agrarisch grondgebruik.....................................................29 Tabel 2 Aantal land- en tuinbouwbedrijven, werkkrachten en oppervlakte cultuurgrond 1990-2002 .............................................30 Tabel 3 Bevolkingsevolutie stad Blankenberge ...............................61 Tabel 4 Bevolkingsevolutie arrondissement Brugge en Provincie WestVlaanderen ....................................................................................62 Tabel 5 Parameters van de bevolkingsevolutie ......................................62 Tabel 6 Leeftijdsopbouw van stad Blankenberge............................64 Tabel 7 Bevolking per statische sector: inwoners + toeristen (1996).66 Tabel 8 Bevolkingsprognose scenario gesloten bevolking voor de periode 1992-2007 .........................................................................70 Tabel 9 Bevolkingsprognose scenario open bevolking voor de periode 1992-2007 .........................................................................72 Tabel 10 Overzicht bevolkingsprognoses gesloten en open bevolking voor de periode 1992-2007.............................................................74 Tabel 11 Overzicht van de leeftijdsopbouw in gesloten en open bevolkingsscenario (1992-2007) .....................................................75 Tabel 12 Gezinsprognose scenario gesloten en open bevolking voor de periode 1992-2007 .........................................................................76 Tabel 13 Overzicht van de gezinsprognose in scenario's gesloten en open bevolking voor de periode 1992-2007 ....................................78 Tabel 14 Evolutie van de beroepsbevolking en de werkloosheid in Blankenberge ................................................................................82 Tabel 15 Werkende beroepsbevolking naar bedrijfsafdeling 1991......83
@Grontmij Belgroma
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
1
Inleiding Deel II : Informatief gedeelte
De opbouw van het informatief gedeelte is als volgt. Situering
In de 'Situering' wordt Blankenberge inleidend gelokaliseerd. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 de 'Bestaande Ruimtelijke Structuur' van Blankenberge geschetst. De analyse focust op verschillende niveaus: de regio, de stad in zijn totaliteit, alsook verschillende stadsdelen. Er wordt een beschrijving gegeven van de fysische karakteristieken. De bestaande ruimtelijke structuur wordt benaderd enerzijds vanuit de optiek hoofdstructuur stedelijk gebied- buitengebied, anderzijds vanuit de verschillende deelstructuren. Hoofdstuk 3 sluit af met een analyse van de ruimtelijke structuur van enkele aandachtsgebieden. In hoofdstuk 4 wordt de planningscontext doorgelicht. Hierbij worden juridische- en beleidsrandvoorwaarden behandeld. Hoofdstuk 5 omvat de prognoses en behoeften. In eerste instantie wordt de evolutie van de bevolking geschetst en wordt een prognose opgesteld van de verdere ontwikkeling van de bevolking en de behoefte aan bijkomende woningen. Daarnaast wordt de tewerkstelling behandeld en wordt een raming gemaakt van de behoefte aan ruimte voor economische activiteiten. Deze prognoses worden getoetst aan het aanbod. Teneinde de resultaten van de analyse overzichtelijk en doeltreffend voor te stellen, worden in hoofdstuk 6 kwaliteiten, aandachtspunten, ruimtelijke trends en potenties onderscheiden en dit voor zowel de woon- en leefstructuur, de natuurlijke structuur, de economische activiteiten en bedrijven, toerisme, recreatie en verkeersinfrastructuren. Met de opmaak van het structuurplan werd aangevangen in 1996. Bepaalde aspecten zijn niet steeds geactualiseerd tot 2003. Dit doet evenwel geen afbreuk aan het richtinggevend en bindend gedeelte.
Bestaande ruimtelijke structuur
Planningscontext
Macroniveau : de regio
Juridisch en beleidskader bovengemeentelijk niveau gemeentelijk niveau
Mesoniveau : de stad Fysische karakteristieken Globale opbouw stedelijkbuitengebied Bespreking deelstructuren (Woon- en leefomgeving Natuur, e.a.) Microniveau : aandachtsgebieden
Prognoses en behoeften Bevolking Huisvesting Economische activiteiten
Samenvatting Kwaliteiten Aandachtspunten Trends Potenties
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 7
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
2
Situering
De kuststad Blankenberge telde op 1 januari 2003 17.894 inwoners. Blankenberge is een fusiegemeente bestaande uit het toeristische Blankenberge en de woongemeente Uitkerke. De gemeente heeft een oppervlakte van 1 742 ha. Binnen de oostkust bekleedt Blankenberge een eigen niche. Het bezit een voldoende aanbod stedelijke en toeristische infrastructuur om als badstad getypeerd te worden. Daardoor verschilt het van de naburige kustplaatsen De Haan, Wenduine, Zeebrugge en Heist. Aan de westzijde van Blankenberge ligt Wenduine dat als een beperkt uitgeruste, familiale badplaats kan getypeerd worden. Aan de oostzijde bevindt zich Zeebrugge waar het gewicht bij de havenactiviteiten ligt. Ruimer regionaal wordt een gebied afgebakend door verkeersinfrastructuren. Dit gebied kan getypeerd worden als de groene oase van de oostkust waarbinnen zich enkele stedelijke kernen bevinden (De Haan, Wenduine, Zuienkerke en Blankenberge).
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 8
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
3
Bestaande ruimtelijke structuur
Figuur 4 3.1
3.1.1
3.1.3
Blankenberge in de ruimere omgeving: structuurbepalende elementen op bovengemeentelijk niveau
Nederzettingsstructuur op macroniveau
De ruimtelijke context waarbinnen Blankenberge moet gesitueerd worden betreft de driehoek Oostende, Brugge en Knokke-Heist. Deze gemeenten zijn naast Blankenberge de drie belangrijke kernen inzake bevolking en economische activiteit voor deze ruimte. Blankenberge maakt deel uit van het stedelijk netwerk van de kust. Deze omvat de kuststrook en strekt zich uit over de ganse Vlaamse kust. Dit stedelijk netwerk is zeker tussen Oostende en Knokke-Heist geen aaneengesloten stedelijk gebied maar een aaneenrijging van stedelijke kernen met daartussen open ruimte. 3.1.2
Bepaalde delen van de polders bezitten bovenop hun agrarische functie een prioritaire natuurfunctie. Enkele grote natuurwaarden onderscheiden zich: de Uitkerkse Polder te Blankenberge en het poldergebied van Damme en van Meetkerke. Het betreft hoofdzakelijk waardevolle weilanden; de agrarische activiteit blijft derhalve ook in deze gebieden in meerdere of mindere mate steeds aanwezig.
Open ruimte structuur op macroniveau
De open ruimte wordt ingevuld door enerzijds het waardevolle kustlandschap (strand,duinen) en anderzijds door uitlopers van de polders. Ter hoogte van Blankenberge zijn er belangrijke natuurwaarden met het natuurreservaat de Fonteintjes. Plaatselijk is er versnippering van de natuurlijke structuur door enkele grote campings. Het polderlandschap omvat het ganse hinterland achter deze kuststrook. Dit landschap is een zeer coherent, aaneengesloten open ruimte gebied. Met uitzondering van Lissewege, zijn de kernen in het hinterland van Blankenberge, zoals Zuienkerke, Meetkerke en Houtave relatief klein.
Bedrijvigheid op macroniveau
Het polderlandschap wordt doorsneden door de industriële corridor Zeebrugge - Brugge. De corridor is opgebouwd uit havenactiviteiten ter hoogte van Zeebrugge en meer zuidwaarts uit industriële activiteit en dit tot aan de rand van Brugge. Met deze activiteiten, de bedrijventerreinen en ermee verbonden lijninfrastructuren (weg, water, spoor, hoogspanning) werpt deze corridor een barrière op in het agrarisch landschap. Er ontstaat een spanningsveld tussen de barrièrewerking van deze corridor enerzijds en de continuïteit van het landschap, de open ruimte verbinding en natuurverbinding anderzijds. Ter hoogte van de kuststrook is Blankenberge door de haveninfrastructuur gescheiden van het toeristisch en woongebied van Zeebrugge en Knokke-Heist.
3.1.4
Ontsluiting op macroniveau
Verscheidene lijninfrastructuren doorsnijden het polderlandschap. De lijninfrastructuren die op dit regionaal niveau van belang zijn, betreffen inzake wegen: •
•
A10 (E40): de hoofdontsluiting van de kust en van bovenstaande regio vanuit het Vlaamse hinterland; hoofdontsluitingsas van Blankenberge in combinatie met de N31 en N371. N31: verbinding tussen de A10 (E40) en Zeebrugge; enkel het gedeelte tussen de N371 (naar Blankenberge) en de A10 (E40) heeft thans een ontsluitingsfunctie voor Blankenberge; kan mogelijks ingeschakeld worden voor de ontsluiting langs oostelijke zijde in combinatie met de N34 (Koninklijkelaan) en aansluitend op de AX en N49/A11. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 9
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
• •
•
• • •
N371 (Brugsesteenweg-Kerkstraat): dé hoofdontsluiting van Blankenberge; de tand in het huidig kamvormig ontsluitingsconcept. N34 (Koninklijkelaan): enige ontsluitingsas van de kustgemeenten onderling en rechtstreeks; heeft vooral een functie voor toeristisch verkeer (in combinatie met kusttram) en voor de onderlinge verzorgingsfunctie van de kustgemeenten (Zeebrugge en De Haan naar Blankenberge toe); tevens verbinding Oostende-Zeebrugge. A11/N49: de hoofdontsluiting van Zeebrugge, Knokke-Heist en Brugge vanuit het noordelijk deel van Vlaanderen; in de huidige afwezigheid van een meer rechtstreekse verbinding (de AX met verbinding tussen N31-N49/A11, zoals opgenomen in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen), is er een slechts beperkte ontsluiting van Blankenberge via deze as. A18 (E40): verbinding met West-Vlaanderen; tevens hoofdas van de kamstructuur voor ontsluiting van de kust N9: verbinding tussen Oostende-Brugge en deel van de kamstructuur van de kust voor Bredene, De Haan en Wenduine. N376: verbinding tussen A11/N49 en Zeebrugge-Brugge.
Inzake regionale ontsluiting via de weg, situeert Blankenberge zich goed, vooral in de optiek van de inrichting van een rechtstreekse verbinding met de AX als schakel tussen N31-N49/A11, zoals opgenomen in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. De ruimtelijke opties die voorliggen zijn het behoud van de éénzijdige ontsluiting via de N371 dan wel het uitbouwen van een tweede ontsluiting via de N31/N34. Spoorwegen betreffen: • •
• • •
Lijn Blankenberge-Brugge: parallel met N371 (Brugsesteenweg); belangrijke ontsluitingsfunctie voor pendel- en toeristisch verkeer. De tramlijn volgt in hoofdzaak de N34 (Koninklijkelaan) en heeft dezelfde ontsluitingsfunctie, nl. een functie voor toeristisch verkeer (in combinatie met kusttram) en voor de onderlinge verzorgingsfunctie van de kustgemeenten (Zeebrugge en De Haan naar Blankenberge toe). Lijn Oostende-Brugge (Gent/Kortrijk): parallel met het kanaal Lijn Zeebrugge-Brugge (vnl. goederen): parallel met het Boudewijnkanaal; beklemtoont die industriële en verkeerscorridor. Lijn Knokke-Heist-Brugge: dezelfde functie als de lijn Blankenberge – Brugge.
Inzake ontsluiting via het spoor wordt vastgesteld dat Brugge een scharnierpunt is voor het spoorverkeer. Blankenberge wordt tamelijk goed ontsloten via het spoor maar doordat de treinstellen naar Blankenberge en Knokke-Heist in Brugge moeten losgekoppeld worden, is er een aanzienlijke vertraging op deze spoorlijnen. De waterwegen betreffen: • • • •
3.1.5
Boudewijnkanaal (Brugge-Zeebrugge): barrière in het landschap en voor ontsluiting. Haven van Zeebrugge: belangrijke infrastructuur op zich; barrière voor ontsluiting in oost-west richting. Kanaal Oostende-Brugge; geeft aansluiting op het Blankenbergs Vaartje en kan mogelijks aangewend worden in een toeristischrecreatief netwerk. Kanaal Brugge-Sluis (Damse Vaart): recreatieve en natuurfunctie, landschappelijke waarde. Relaties inzake dienstverlening en tewerkstelling
Inzake dienstverlening onderhoudt Blankenberge geen noemenswaardige relaties met Oostende, noch met Knokke-Heist. Blankenberge richt zich hoofdzakelijk tot Brugge. Blankenberge bezit een verzorgende functie voor de kustgemeenten De Haan, Wenduine en Zeebrugge. Blankenberge is het prioritair verzorgingscentrum voor verscheidene dorpen en gehuchten in het onmiddellijk hinterland, o.a. Lissewege en Zuienkerke. Blankenberge huisvest o.m. tewerkgestelden in de haven van Zeebrugge. De cijfers inzake tewerkstelling van par. 5.2.2 tonen immers aan dat een groot aandeel vrachtwagenchauffeurs in Blankenberge gehuisvest is. Omgekeerd dient gesteld dat velen die in Blankenberge werkzaam zijn in de dienstverlening, in de omliggende dorpen Zuienkerke en Lissewege wonen. Het onvoldoende aanbod aan goede en betaalbare éénsgezinswoningen ligt hiervan aan de basis.
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 10
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
3.2
Ruimtelijke structuur van de stad Blankenberge
3.2.1
3.2.2
Fysische karakteristieken
Inleiding 3.2.2.1 Inleiding
De ruimtelijke structuur van Blankenberge wordt als volgt behandeld. In een eerste deel worden de fysische kenmerken die aan de basis van de globale structuur algemeen en het buitengebied in het bijzonder, behandeld, In tweede orde worden de algemene kenmerken van het stedelijk gebied en van het buitengebied behandeld. Hiermee wordt een algemeen beeld van de stad geschetst. Vervolgens wordt specifiek ingegaan op de ruimtelijke structuur van de verschillende deelstructuren zijnde: • • • • • • • • •
woon- en leefomgeving handel- en commerciële dienstverlening openbare dienstverlening toeristisch-recreatieve voorzieningen bedrijvigheid agrarische structuur landschapsopbouw natuurlijke structuur verkeersinfrastructuur
Het fysisch systeem ligt aan de basis van de ruimtelijke structuur. Vooral de volgende elementen van het fysisch systeem zijn structurerend voor Blankenberge: geologie, geomorfologie, reliëf en hydrologie (Figuur 5). 3.2.2.2 Geologie
De gangbare verklaring van de ontstaansgeschiedenis van de kustvlakte als een reeks van verschillende, goed herkenbare en van elkaar gescheiden overstromingen of transgressies, werd recent herzien.1 Volgens de meest recente theorieën is de vlakte het resultaat van een continue opvulling die gedirigeerd werd door de stijging van het zeeniveau. Zonder deze ontstaansgeschiedenis in detail toe te lichten kan gesteld worden dat hierin de basis gelegd is voor de opdeling van het buitengebied van Blankenberge in een westelijk en een oostelijk deel dat via de bodemkarakteristieken herkenbaar is in het grondgebruik en de biotische kenmerken. Naast dit natuurlijke ontwikkelingsproces zijn de veenwinningen en droogmakerijen, de dijken en de ontwatering van de polders de belangrijkste landschapsvormende processen. 3.2.2.3 Geomorfologie en reliëf
Te onderscheiden zijn: • •
1
de duinen; de polders.
Baeteman, Cecile. Ontstaansgeschiedenis van de Belgische Kustvlakte. 1996. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 11
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
De duinen in Blankenberge zijn hoge duinen, i.e. sterk golvend met een afwisseling van hoge delen (duinen) en lage delen (pannen). De hoogste punten liggen tussen 20 en 25 meter. Door uitgraving zijn er enkele laag gelegen plassen (de Fonteintjes). De polders zijn een uiterst vlak gebied. Niettemin is een microreliëf te onderscheiden van langgerekte ruggen (kreekruggen; oostelijk deel) op een niveau van 3-4 m, en komvormige depressies op 1-2 m (westelijk deel). 3.2.2.4 Bodem
De ontstaansgeschiedenis van de kustvlakte ligt aan de basis van de bodemtypes in Blankenberge (Figuur 5). Ten westen van de Blankenbergse dijk wordt het gebied gekenmerkt door zware kleigronden die op meer dan 60 cm, resp. meer dan 100 cm rusten op een kleidek. Door een minder gunstige waterhuishouding, zijn de gronden niet erg geschikt als akkerland. Daarentegen zijn het de beste weiden van de Polderstreek. Er komen tevens veel uitgeveende gronden voor die lager liggen en daardoor eveneens te lijden hebben van wateroverlast. Aan de oostzijde zijn de bodems lichte klei tot zavel, rustend op een kleilaag en die op minder dan 100 cm overgaan op lichter materiaal. Plaatselijk komen kleibodems voor. De gronden hebben algemeen genomen een gunstige waterhuishouding. Door het voorkomen van de storende kleilaag op geringe diepte is de bovengrond vlug verzadigd met water en treedt structuurverval op (de zogenaamde blekverschijnselen). De gronden worden overwegend gebruikt als akkerland. Ten noorden van de Zeebruggelaan zijn de bodems overwegend kleibodems die rusten op een zware kleilaag en op minder dan 100 cm overgaan op lichter materiaal. Evenals bovenstaande treedt bij deze gronden gemakkelijk structuurverval op.
Vleksgewijs verspreid over de westelijke zijde en tussen de Blankenbergse dijk en de Brugsesteenweg, zijn er uitgeveende gronden. Het zijn geheel vergraven gronden, waarvan de veenlaag werd ontgonnen. Hoe lager de gronden liggen, des te meer hebben ze te lijden van wateroverlast. De gronden zijn het meest geschikt als weiland, dat echter niet van de beste hoedanigheid is. Verspreid over Blankenberge komen overslaggronden en sterk vergraven gronden voor. De duinen in Blankenberge kenmerken zich als hoge duinen waarvan het profiel volledig uit duinzand bestaat. De bodemkenmerken komen zeer goed tot uiting in het grondgebruik en de biotische kenmerken. Zij vormen een intrinsiek ruimtelijk differentiërend element. Op basis hiervan kunnen in het buitengebied drie delen onderscheiden worden: • • •
Ten westen van de Blankenbergse Dijk Ten oosten van de Blankenbergse Dijk Tussen de Zeebruggelaan en de Koninklijkelaan
3.2.2.5 Hydrologie
Twee stroomgebieden kunnen onderscheiden worden: de Blankenbergse Vaart en de Lisseweegse Vaart (Figuur 5). De Blankenbergse Vaart groepeert volgende waterlopen: • • •
St. Jansader; Duivekot ader; Bommelzwin.
Ten zuiden van de Koning Albert I-laan komt een zone voor met zware kleigronden. De gronden hebben een gunstige waterhuishouding en zijn mits drainage geschikt voor akkerland. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 12
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Behorend tot de Lisseweegse Vaart: 3.2.3
• • • • •
Grote Watergang; Kruishilader; Lange Smalle Watergang; Graaf Jansader; St. Jansader.
Globale structuur van Blankenberge
Het meest kenmerkende aan de structuur van Blankenberge is het sterk onderscheid tussen een vrij compact stedelijk gebied en een open ruimte gordel die dit stedelijk gebied omgordeld.
De waterhuishouding in de polders wordt kunstmatig geregeld vanuit het oogpunt van de landbouwbedrijfsvoering. De polderwaterlopen zijn verbonden via een netwerk dat in het westelijk deel zeer fijnmazig is en in het oostelijk deel wijder uiteenligt. De Blankenbergse Vaart is via de Noordede verbonden met de spuikom van Oostende.
De zee, het strand en de duinengordel vormen de belangrijkste structurerende elementen voor elke badstad en ook voor Blankenberge. De ruimtelijke structuur van Blankenberge is volledig georiënteerd naar de zee toe. De bebouwing is gestructureerd als een halve cirkel/driehoek gericht naar de zee. Ter hoogte van het stedelijk gebied wordt het natuurlijk lijnvormig element onderbroken door de 'Atlantic Wall' zijnde de muur van appartementen. De centrumbebouwing sluit in driehoekige vorm aan op de “Atlantic Wall”. Het buitengebied van polders, duinen, zee en strand liggen als een aaneengesloten gordel rond dit stedelijk gebied. Het buitengebied vervolgt over de gemeentegrenzen heen. Aan westelijke zijde wordt de open ruimte gordel onderbroken door de camping Harendijke. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 13
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
3.2.4
Hoofdstructuur van het stedelijk gebied
De bestaande ruimtelijke structuur wordt voorgesteld op Figuur 6. Het stedelijk weefsel van Blankenberge komt naar voor als een aaneengesloten geheel. Oorspronkelijk bestond Blankenberge uit twee kernen met naast Blankenberge ook Uitkerke. In de loop der jaren zijn beide kernen echter naar elkaar toegegroeid; de woonwijken van Uitkerke sluiten aan op deze van Blankenberge en ook de handelsactiviteit van Uitkerke langs de Kerkstraat vervolgt in Blankenberge. Uitkerke is als entiteit nog herkenbaar door eigen centrumfuncties: de kerk, de school, de groenstructuren en het commercieel centrum langs de Kerkstraat. Het stadscentrum karakteriseert zich door een concentratie van dienstverlening, handel en wonen in een sterk verweven geheel. Het stedelijk gebied van Blankenberge toont in zijn globaliteit een zeer hoge dichtheid. Er is een overgang van de stadskern en Zeedijk met zeer hoge dichtheid door appartementsbouw, over aaneengesloten woonhuizen in compacte blokken, naar een aaneengesloten bebouwing met vooren achtertuinen. In het oostelijk deel bevinden zich enkele villawijken.
Aan de westelijke zijde van de jachthaven liggen verscheidene KMO's met activiteiten gekoppeld aan de jachthaven evenals lokalen van de jeugdbewegingen. Aan de stadsrand, aansluitend op de woonwijken, liggen een aantal campings. In het oostelijk stadsdeel liggen zij op de grens woongebiedbuitengebied. Ten westen van Blankenberge, op het grondgebied van de gemeente Wenduine, ligt het verblijfspark Harendijke. Omwille van zijn grootte is deze camping sterk bepalend - zowel functioneel als naar beeldwaarde toe - voor Blankenberge en het omliggende buitengebied. Tussen het verblijfspark Harendijke en de gemeentegrens van Blankenberge ligt een klein gehucht dat administratief gezien tot Wenduine behoort, maar ruimtelijk aansluit op de bebouwing van Blankenberge. Los van het aaneengesloten stedelijk weefsel komt er slechts één cluster van woningen voor. Het betreft een 10-tal woningen langs de Blankenbergse Dijk ten zuiden van het kerkhof te Uitkerke. De belangrijkste beelddragers in het stedelijk gebied zijn de Zeedijk (Atlantic Wall), de pier, het casino, de watertoren, de diverse kerken, de vuurtoren aan de jachthaven en de staketsels.
Er kunnen twee commerciële centrumgebieden onderscheiden worden: • •
het stadscentrum dat grosso modo afgebakend wordt door de De Smet de Naeyerlaan, Kerkstraat, Zeedijk en Grote Markt; het centrum van Uitkerke dat zich situeert langs de Kerkstraat.
Verspreid in het stedelijk weefsel kunnen enkele infrastructuren/functies onderscheiden worden die een eigen specifieke eenheid vormen, zoals het Koningin Fabiola-ziekenhuis, school, Noordzeezwembad en Sea-Life center. Er zijn tevens enkele grotere infrastructuren die vooral op zichzelf gericht zijn en weinig relaties onderhouden met hun omgeving (bv. BLOSO-Sportcentrum, vakantiecentrum Floréal). Langs de Brugsesteenweg is er een overgang van wonen/kleinschalige handelspanden over middenschalige en commerciële functies naar bedrijvigheid. Het bedrijventerrein sluit aldus volledig op de stedelijke bebouwing aan. De bedrijfsgebouwen zijn vanaf het vlakke, open landschap van de polders visueel dominant aanwezig.
3.2.5
Hoofdstructuur van het buitengebied
De hoofdstructuur van het buitengebied wordt voorgesteld op Figuur 6. Zee, strand en duinen maken integraal deel uit van het buitengebied. Aan westzijde zijn er op het grondgebied van Blankenberge geen duinen. De duinengordel van Wenduine stopt ter hoogte van de jachthaven. Aan de oostzijde is er een brede strook duinen die vervolgt in het natuurreservaat de Fonteintjes. De polders omgeven de bebouwing als één aaneengesloten groene gordel. De open ruimte is weinig versnipperd door andere structuren; het buitengebied is bijna uitsluitend in gebruik door de landbouw of beheerd als natuurgebied. Er is een geleidelijke overgang van grondgebruik en landschappelijke kenmerken tussen het westelijk en het oostelijk deel. Het grondgebruik van de polders weerspiegelt de bodemgesteldheid @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 14
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
(zie 3.2.2.4). Inzake landbouwkundige bodemgeschiktheid is er een duidelijk onderscheid tussen het westelijk en het oostelijk deel met als grens de Blankenbergse Dijk. Het grondgebruik in het westen is hoofdzakelijk weiland. Het westelijk deel bezit tevens hogere natuurwaarden en de bebouwing is er beperkt. Het omvat het natuurgebied de Uitkerkse Polder. Aan de oostelijke zijde is het grondgebruik zowel akker- als weiland. De landbouwbedrijven zijn er talrijker en meer verspreid aanwezig.
In het buitengebied is de wegeninfrastructuur kleinschalig en met een lokale ontsluitingsfunctie. In het westelijk deel zijn het hoofdzakelijk noord-zuid assen met beperkte oost-west verbindingen. Eén van deze noord-zuid assen is de Blankenbergse Dijk. Het betreft een oud dijkrelict dat thans nog nauwelijks als dusdanig merkbaar is, maar wel tot uiting komt in de langse percelen langsheen deze weg. In het oostelijk deel is er geen dominant ontsluitingspatroon.
De landschappelijke waarde in het westelijk deel is groter; deze wordt met name bepaald door een sterker ruraal karakter: minder bebouwing, afwezigheid van visueel storende elementen zoals hoogspanningsleidingen en haveninfrastructuur, en de aanwezigheid van de Blankenbergse vaart.
De waterlopen (beken) hebben een beperkte structurerende functie voor het buitengebied. Uitzondering vormt de Blankenbergse Vaart. De Blankenbergse Vaart situeert zich in het westen van de Uitkerkse Polder en loopt in zuid-noord richting. Deze vaart geeft verbinding tussen de jachthaven van Blankenberge en de Oostendse Vaart. De andere waterlopen zijn kleiner en hebben een beperkte/lokale structurende waarde.
De bebouwing in het buitengebied kenmerkt zich als verspreide, vrijstaande hoeves. Niet-agrarische bebouwing is beperkt aanwezig en concentreert zich langs de Brugsesteenweg. In de overgangszone tussen het stedelijk en het buitengebied bevinden zich het kerkhof en de bedrijventerreinen. Binnen het polderlandschap, ten westen van de Blankenbergse Dijk, ligt een vroegere afvalstortplaats die herkenbaar is door haar topografie. In het oostelijk deel van Blankenberge situeert zich het historisch relict de Wielen, die evenwel slechts beperkt herkenbaar zijn in het landschap. Het buitengebied omringt niet alleen het stedelijk gebied; het interageert er ook mee doordat er op verschillende plaatsen uitlopers zijn van open ruimte binnen een dicht stedelijk weefsel. Ten westen van het stadscentrum ligt de jachthaven; de Blankenbergse Vaart, de jachthaven en omgeving zorgen ervoor dat de open ruimte tot in het stadscentrum komt; het Leopoldspark en de Grote Markt hebben hierbij een functie. In het oostelijk deel is er via het natuurreservaat de Fonteintjes en het Zeebos een heel nauw contact tussen natuur en stadskern.
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 15
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
3.2.6
Structuur van de woon- en leefomgeving
3.2.6.1 Te onderscheiden entiteiten
Het stedelijk gebied van Blankenberge kenmerkt zich als één aaneengesloten gebied. Bij nadere studie komt dit weefsel echter over als een aaneenschakeling van woongebieden. Elk op zich hebben deze woongebieden een heel sterke stedenbouwkundige en architecturale eenheid, doch onderling vertonen ze grote verschillen. Een aantal belangrijke lijninfrastructuren spelen een rol bij de afbakening van de verschillende woongebieden. Op Figuur 7 worden de verschillende stadsdelen aangeduid met hun specifieke typologie en de lijninfrastrucuren die een belangrijke impact hebben inzake afbakening, doorsnijding en barrièrewerking. Bepaalde entiteiten kenmerken zich door coherentie, i.e. met onderlinge verschillen inzake structuur en architectuur doch met een dominante samenhang. Bepaalde wijken worden getypeerd door uniformiteit, i.e. éénzelfde uitbouw en architectuur. Het bestaan van verschillende woonentiteiten met een eigen karakter is positief. Toch dient gesteld dat de functionele relaties tussen de woongebieden te sterk zijn afgezwakt. Het stedelijk weefsel heeft hierdoor een matig gefragmenteerd voorkomen. Deze structuur heeft zijn weerslag op de werking van de woongemeenschappen in Blankenberge. Het gebrek aan ruimtelijke samenhang laat zich gelden in de samenlevingsopbouw.
3.2.6.2 Typering van het woonaanbod
Het leeuwenaandeel van de wooneenheden is binnen appartementsbouw en gesloten bebouwing (Figuur 8). De Zeedijk en de hiermee parallelle straat bestaat omzeggens volledig uit appartementsbouw. Het stadscentrum is volledig gesloten bebouwing. De tuinen zijn in grote mate ingenomen door bijgebouwen. Van het stadscentrum weg is de bebouwing meer open en zijn er voor- en achtertuinen. Tenslotte zijn er een aantal recentere woonwijken met open bebouwing. De woondichtheden in Blankenberge zijn als een gevolg hiervan zeer hoog. 3.2.6.3 Kwaliteit van de woningen
De meer recente woonwijken en de Zeedijk bieden een kwaliteitsvol aanbod. Problemen inzake comfort situeren zich vooral in de oudere stadsdelen, het stadscentrum en het centrum (herwaarderingsgebied) van Uitkerke. De belangrijkste problemen aangaande woonkwaliteit betreffen de beperkte gevelbreedte en het gebrek aan bezonning die deze stadsdelen kenmerken. Daarnaast worden deze woningen ook als minder attractief ervaren door bijvoorbeeld de afwezigheid van garages en tuinen. Sinds 1991 wordt er zwaar geïnvesteerd in de vernieuwing van panden en verhoging van het wooncomfort. Op verzoek van het stadsbestuur gingen in de periode 1993-2002 ongeveer 104 eigenaars over tot een eigen sanering van hun pand. 3.2.6.4 Leegstand
De leegstand is in Blankenberge zeer beperkt. De leegstand is hoofdzakelijk geconcentreerd in het stadscentrum. Het betreft enerzijds enkele grotere panden waarvoor een intense projectontwikkeling zich opdringt die dan ook meer tijdrovend is. Daarnaast betreft de leegstand ook de verdiepingen van handelspanden. Er zijn hoegenaamd geen concentraties van leegstand. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 16
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
De leegstand betreft onder meer het vroeger schoolgebouw RMS in de Onderwijsstraat waar de bibliotheek zal onderbracht worden. De ontwerpprocedure is hiervoor lopend. De afwerking wordt voorzien voor 2007.
3.2.6.5 Sociale woningen
Blankenberge heeft een aanzienlijk en gediversifieerd aanbod van sociale woningen. De belangrijkste wijken betreffen: • • •
Reigerpad Scharebrugwijk Lindenhof
Een recent project in sociale huisvesting is de realisatie van 20 sociale woningen, voorzien binnen B.P.A. De Craene.
3.2.6.6 Tweede verblijven
Op Figuur 9 worden de tweede verblijven gelokaliseerd. Het leeuwenaandeel van de tweede verblijven bevindt zich langsheen de Zeedijk, in het stadscentrum en nabij de jachthaven. Tweede verblijven domineren de bebouwing langsheen de Zeedijk en de parallelle straat. Hierdoor is de activiteit er tijdens de week in het tussen- en laagseizoen dan ook beperkt. Ten zuiden van de Koning Albert I-laan en de Zuidelaan-Vredelaan komen slechts uitzonderlijk tweede verblijven voor.
voorgesteld op Figuur 30. Er worden 55 woningen als potentieel zonevreemd aangeduid. Het betreft bijna uitsluitend woningen in agrarisch gebied of landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Er zijn slechts 3 woningen gelegen in natuurgebied. De woningen komen hoofdzakelijk verspreid voor tussen de Blankenbergse Dijk en de Zeebruggelaan. Er zijn concentraties van oudere woningen langs de Blankenbergse Dijk en langs de Brugsesteenweg. De zonevreemde woningen zijn in hoofdzaak te typeren als oudere woningen en voornamelijk kleinere hoeves waar de landbouwfunctie niet meer aanwezig is. Het architecturaal karakter van de woningen werd behouden. 3.2.6.8 Historisch waardevolle elementen en structuren
De Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed van Vlaanderen2 omvat voor Blankenberge 311 waardevolle gebouwen of structuren. Teneinde het historisch patrimonium niet verloren te laten gaan, zijn 31 gebouwen/bouwwerken en 82 panden geklasseerd krachtens een Koninklijk of Ministerieel besluit (Figuur 10). De Pier is ook geklasseerd. Onder deze gebouwen en bouwwerken bevinden zich: • • • •
St-Antonius-abtkerk (Kerkstraat): beschermd sinds 1937 oud stadhuis (Kerkstraat): Vlaams-renaissance stijl; oudst bewaarde burgerlijk bouwwerk van Blankenberge; beschermd sinds 1937; momenteel tentoonstellingszaal Rijksmiddelbare school (Onderwijsstraat): beschermd sinds 1987; momenteel leegstaand pand vissershuisje De Majutte/vissershuisje (Breydelstraat 10+27): beschermd sinds 1980
3.2.6.7 Zonevreemde woningen 2
Op basis van terreinverkenning werd een analyse uitgevoerd van de zonevreemde woningen in Blankenberge. De voorlopige analyse wordt
De Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed in Vlaanderen is consulteerbaar op www.monument.vlaanderen.be en voor Blankenberge tevens in boekvorm uitgegeven. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 17
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
• • • • • • • • • • •
standbeeld Lippens en De Bruyne (op de Zeedijk): beschermd sinds 1980 de 'Paravang/Paravent' (windscherm aan de jachthaven): Belle Epoque tijdperk; beschermd sinds 1987 Weststraat-/Bakkersstraat-/Kerkstraattrap (stenen trappen naar de Zeedijk); beschermd sinds 1987 Watertoren Vuurtoren Staketsels St. Jobskapelletje Oude Saswachterswoning Maison Duysburgh Muziekacademie Kasteel van Uitkerke
Concentraties van historisch waardevolle gebouwen situeren zich in het stadscentrum en in het bijzonder in het Sint-Rochuskwartier, met name in de Descampstraat, de Elisabethstraat, de J. De Troozlaan, de Kerkstraat, de Rogierlaan, de Weststraat en de Zeedijk. In het buitengebied situeren zich enkele markante oude hoeves zoals ’t Kokhof, Ter Meersen, Blauwe Duivekeet, Raaswalle en Hoeve de Sol. Het stadsbestuur streeft ernaar deze historisch waardevolle gebouwen in haar patrimonium te houden, onder meer door toelagen voor renovatie (zie par.4.3.10) en door specifieke stedenbouwkundige voorschriften (o.m. B.P.A. Sint-Rochus). De aandacht van het stadsbestuur gaat hierbij niet alleen uit naar het gebouwd patrimonium maar tevens naar de ondergrond. Voor de problematiek van het archeologisch erfgoed in de ondergrond bestaat een afdoend decretaal kader.
3.2.7
Structuur van handel en commerciële dienstverlening
3.2.7.1 Inleiding
Onderstaande omvat de beschrijving van de belangrijkste aspecten van het commercieel gebeuren en de ruimtelijke structuur voor handel en diensten. In het strategisch-commercieel plan wordt een gedetailleerde analyse gegeven van handel en commerciële diensten3. 3.2.7.2 Verzorgingsfunctie van Blankenberge
Inzake primaire verzorging (dagdagelijkse goederen) en shopping goederen (kleding, likeur, e.a.) heeft Blankenberge een verzorgende functie voor eigen bevolking en deels ook voor de inwoners van Zuienkerke, Zeebrugge, Wenduine, De Haan. De situering van commerciële functies aan de westzijde van Oostende en derhalve moeilijker bereikbaarheid voor de oostelijk gelegen gemeenten, betekent een verhoogde commerciële attractiviteit van Blankenberge voor o.m. De Haan. Voor een ruimer aanbod en specifieke goederen richt Blankenberge zich in hoofdzaak tot Brugge. Blankenberge telt ongeveer 17.900 inwoners en kent een gestadige groei. Daarnaast zijn er in Blankenberge een aanzienlijk aantal verblijfstoeristen in betalende logiesvorm en tweede verblijven alsook dagtoeristen die samen met de inwoners de vraag naar commerciële diensten bepalen4.
3
Grontmij Belgroma nv Strategisch-commercieel plan voor Blankenberge, 1997.
4
Geraamd wordt dat het inwonersequivalent in de betalende logiesvormen 1792 betreft en in de tweede verblijven 6.707; in de maanden juli en augustus neemt het inwonersaantal toe met een inwonersequivalent van 27.419 (bijlage 1). @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 18
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Inzake profiel situeren de Blankenbergenaars zich eerder in de lagere inkomensklassen. Ook de verblijfstoeristen in de betalende logiesvorm (hotels, campings, vakantiecentra, e.a.) behoren tot de lagere midden en lagere sociale klassen. Het betreft in hoofdzaak gezinnen. Gemiddeld besteden deze toeristen evenwel meer dan in de andere badplaatsen.
Het commercieel centrum binnen het stadscentrum kenmerkt zich door een variatie en verwevenheid van functies met name van kleinhandel, diensten, horeca onderwijsinstellingen en woningen (Figuur 12). Het betreft veelal woonhuizen (3 à 4 bouwlagen) met een commerciële functie op het gelijkvloers. Middelgrote handelszaken (groothandel) komen in de binnenstad nauwelijks voor.
3.2.7.3 Fysisch-ruimtelijke aspecten
De verweving van functies en de sterke aanwezigheid van de woonfunctie bepalen in belangrijke mate de aantrekkelijkheid, belevingswaarde en de commerciële kracht van het stadscentrum. De zone richt zich zowel tot de permanente bewoners als tot de toeristen.
De volgende commerciële centra kunnen worden onderscheiden (Figuur 11): • het commercieel centrum gelegen binnen het stadscentrum; • drie commerciële centra van een lager niveau: de Zeedijk het centrum van Uitkerke de middelgrote winkels langs de Brugse Steenweg Het commercieel centrum gelegen binnen het stadscentrum van Blankenberge situeert zich binnen een zone omschreven door de Zeedijk, Leopoldhelling, Leopoldstraat, Grote Markt, Generaal Lemansstraat, Molenstraat, P. Devauxstraat, Vramboutstraat, Koning Leopold III-plein, Steenstraat, Onderwijsstraat, Elizabethstraat, Malecotstraat en Charlierhelling. Het commercieel centrum vormt aldus een zone binnen het ruimere stadscentrum. De belangrijkste handelsactiviteit situeert zich hierbij in de Kerkstraat, de Molenstraat (noordzijde), de Vissersstraat, de Weststraat (tussen de Breydel- en Vernieuwstraat) en de Langestraat (Figuur 12). De horeca (cafés en restaurants) is meer verspreid over de binnenstad en bundelt zich in hoofdzaak rondom pleinen of attractiepolen nl. aan: • • • • • •
de noordelijke en gedeeltelijk de zuidelijke kanten van de Grote Markt; de Leopoldstraat (met oriëntatie naar de zon); het Koning Leopold III-plein; de omgeving van de Casino-, Hoog- en Langestraat; het Manitobaplein en in het verlengde de Bakkersstraat; de jachthaven.
Het commercieel centrum van de Zeedijk paalt aan en overlapt het commercieel centrum van het stadscentrum. Over de volledige lengte van de Zeedijk met uitzondering van de zone ten westen van de Van Praethelling is er een groot aanbod van toeristische winkeltjes en horeca zaken. De woonfunctie omvat in hoofdzaak tweede verblijven (Figuur 9). Derhalve is er in deze zone weinig activiteit tijdens de week in het tussen- en laagseizoen. Het commercieel centrum van Uitkerke is gelokaliseerd in een beperkte strook langsheen de Brugsesteenweg. Het omvat dagdagelijkse goederen gericht op een buurtverzorgende functie. Tussen het bedrijventerrein en het subcentrum van Uitkerke bevindt zich een beperkt aantal middelgrote winkels met gespecialiseerde goederen (schoenen, meubelen, doe-het-zelf en huishoudtoestellen). De zone richt zich tot de permanente bewoners van Blankenberge. Naast bovenstaande commerciële centra zijn er verspreid over Blankenberge enkele supermarkten die deel uitmaken van het stedelijk weefsel en een buurtverzorgende functie bezitten. Daarnaast zijn er enkele speciaalzaken op specifieke locaties overeenkomstig hun producten, met name land- en tuinbouw ter hoogte van de overgang bebouwd gebied - landbouwgebied en watersport t.h.v. de haven.
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 19
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
3.2.7.4 Sterkte-zwakte analyse van het commercieel apparaat
Volgende conclusies aangaande sterktes van het commercieel apparaat kunnen gemaakt worden5.
Op basis van het strategisch-commercieel plan werden reeds meerdere maatregelen aangaande de gestelde knelpunten genomen. Deze worden toegelicht onder par. 4.3.6.
De sterktes betreffen: • •
• • •
Het commercieel aanbod voldoet. Inzake locatie van commerciële activiteiten is Blankenberge tamelijk goed gepositioneerd, met voorzieningen gebundeld in verschillende centra die op verschillende niveaus functioneren. De verweving van toeristisch-recreatieve voorzieningen met het commercieel centrum is positief De inrichting van het openbaar domein evolueert positief. De basisopbouw van het commercieel centrum biedt heel wat potenties, met name de oost-west aaneenschakeling van complementaire functies parallel met de Zeedijk die ondersteund wordt door de voetgangersverbinding van de Kerkstraat.
De zwaktes betreffen: • • •
• •
5
De commerciële voorzieningen zijn slechts van een middelmatig niveau. Het beperkt toeristisch seizoen speelt het commercieel apparaat parten; de seizoenale leegstand dient verminderd te worden. Het voorkomen van de handelspanden (gevelaankleding, leegstand bovenverdiepingen) laat te wensen over; door de hoge bebouwingsdichtheid, de smalle gevelbreedte, problemen inzake bezonning en gebrek aan open ruimte is de woonfunctie in het commercieel centrum moeilijk in stand te houden. Op enkele plaatsen is er een te hoge leegstand, o.m. zone Casinoplein, Hoogstraat, Langestraat. Inzake mobiliteit is de coördinatie van parkings, ondersteund door een bewegwijzeringsplan, de belangrijkste tekortkoming. Een uitvoerige beschrijving wordt gegeven in het Strategisch-Commercieel Plan, Grontmij Belgroma, 1997. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 20
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
3.2.8
Structuur van de openbare dienstverlening
(Figuur 2 en Figuur 13) 3.2.8.1 Verzorgingsfunctie van Blankenberge
Inzake openbare dienstverlening heeft Blankenberge een functie voor de eigen bevolking zowel als voor de omliggende gemeenten, in het bijzonder Zuienkerke, Wenduine en Zeebrugge. Vooral inzake medische verzorging, onderwijs, interpolitiezones, financien en pastoraal wezen, heeft Blankenberge een bovengemeentelijke functie. 3.2.8.2 Administratieve en hulpdiensten
De belangrijkste diensten zijn: • • • • • • • • • • •
stadhuis de politiediensten station infokantoor VVV (dienst toerisme) post brandweer kantoor van Financiën OCMW-gebouw gemeentelijk containerpark kerkhof Blankenberge kerkhof Uitkerke
De belangrijkste diensten en voorzieningen zijn aangeduid op Figuur 2. Het leeuwenaandeel van de diensten bevindt zich binnen of onmiddellijk aansluitend op het stadscentrum langs de De Smet de Naeyerlaan en de Koning Albert I-laan.
Het stadhuis, het station, en het infokantoor VVV bevinden zich op wandelafstand van elkaar aan de rand van het stadscentrum. Tevens situeren deze zich op het knooppunt van een belangrijke noord-zuid (Brugsesteenweg/Kerkstraat) en oost-west verbinding (De Smet de Naeyerlaan en Koning Albert-I-laan) en zijn goed bereikbaar met de wagen alsook met het openbaar vervoer (tram). In de onmiddellijke nabijheid bevindt zich het postkantoor. Hoewel dit gebied een groot aantal centrumfuncties groepeert, mist het de uitstraling van centrumgebied. Hiervoor ontbreekt het dit gebied vooral aan samenhang in de inrichting van het openbaar domein. 3.2.8.3 Onderwijs
Inzake onderwijs, opereert Blankenberge op twee niveaus: Blankenberge en Uitkerke. Uitkerke heeft een lokale functie met kleuter- en lager onderwijs. De grote scholen binnen of aan de rand van het stadscentrum hebben een gemeentelijk/bovengemeentelijke functie met kleuter-, lager en middelbaar onderwijs. In de omliggende gemeenten met name Zuienkerke, Zeebrugge en De Haan zijn er enkel lagere en kleuterscholen; bijgevolg gaan een merendeel van de tieners vanuit deze gemeenten in Blankenberge (of Brugge) naar de middelbare school. De scholen zijn gelokaliseerd (Figuur 2): •
•
in het centrum van Blankenberge (Weststraat, Van Maerlantstraat): St-Pieterscollege: kleuter-, lager en middelbaar onderwijs; opgenomen in het stedelijk weefsel; aan de zuidwestelijke rand van Blankenberge (Zuidlaan): Koninklijk Atheneum: kleuter-, lager en middelbaar onderwijs; groot alleenstaand bouwcomplex; brengt groen in het stadscentrum; St-Jozefschool: kleuter- en lager onderwijs; aan de zuidoostelijke rand van het stadscentrum:
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 21
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
•
Rijksmiddenschool RMS: lager en middelbaar onderwijs; groot alleenstaand bouwcomplex met sportvelden; deze school zal terug geïntegreerd worden binnen de schoolgebouwen van het Koninklijk Atheneum in de Van Maerlantstraat; de gebouwen die hierbij leeg komen te staan, dienen bijgevolg een nieuwe functie te krijgen; in het centrum van Uitkerke: St-Jozefschool (Schaapstraat): kleuter en lager onderwijs; afdeling RMS 'Zilvermeeuw' (Blankenbergse Dijk): kleuter en lager onderwijs.
Langsheen de De Smet de Naeyerlaan bevindt zich de stedelijke muziekacademie. 3.2.8.4 Verzorgende diensten
Inzake verzorgende diensten, medische zowel als bejaardenhulp, heeft Blankenberge een bovengemeentelijke functie. Blankenberge heeft gecentraliseerde diensten in en om het stadscentrum die de totaliteit van Blankenberge bedienen, alsook diensten zich zich specifiek richten tot de bewoners van Uitkerke.
•
• •
3 rusthuizen nl.: De Strandjutter (Masereellaan); groot alleenstaand bouwcomplex met aansluitend een cluster van bejaardenwoningen. Polderzicht (Dr. F. Verhaegestraat); tegenover het ziekenhuis). Residentie Grasduinen (Grote Markt). Serviceflats in Residentie Westpoort (Serg. De Bruynestr.), bejaardenwoningen in het Lindenhof (Hanneusestr.) en Domein de Craene (nabij Fabiolapark). 3 kinderdagverblijven nl. 't Schelpje, 't Zonneke en de stedelijke kinderkribbe.
3.2.8.5 Cultuur
De bibliotheek is gevestigd in de gebouwen van de NMBS aansluitend op en ten oosten van het station. De bibliotheek is gemakkelijk bereikbaar zowel met de auto en de fiets als met het openbaar vervoer (tram). Daar een uitbreiding aan de orde is, zal de bibliotheek een onderkomen vinden in het vroegere R.M.S. gebouw. Het casino biedt de geschikte accommodatie voor culturele activiteiten en is erkend als cultureel centrum. Het casino heeft een bovengemeentelijke attractiviteit.
Inzake bejaardenhulp is er een gevarieerd aanbod: zowel rusthuizen als serviceflats en bejaardenwoningen. Ze zijn centraal in het stadscentrum gelegen zowel als in het centrum van Uitkerke en binnen de woonwijken.
Zowel Casino als bibliotheek ondersteunen hiermee de centrumfunctie van het stadscentrum.
Inzake kinderdagverblijven worden verschillende diensten aangeboden verspreid over de gemeente, inclusief in het centrum van Uitkerke.
3.2.8.6 Verenigingen
•
In het zuidwesten van Blankenberge bevindt zich het ziekenhuis Koningin Fabiola; het ziekenhuis ligt excentrisch ten opzichte van het stadscentrum, maar op wandelafstand van de kusttram (De Smet de Naeyerlaan); Op vandaag kan het ziekenhuis de gewenste uitbreidingen niet realiseren als gevolg van beperkingen in het BPA dat van kracht is voor de site. Een verdere uitbouw en aanpassing van de verzorgingscampus waarbij kan te gemoet gekomen worden aande hedendaagse behoeften is wenselijk. Heirvoor dienen de ruimtelijke randvoorwaarden te worden geschapen.
In Blankenberge zijn een groot aantal verenigingen actief (o.a. socioculturele verenigingen, sportclubs, jeugdverenigingen). De jeugdbewegingen opereren thans vanuit het gebied ten westen van de jachthaven (bestemd als parkgebied; grondgebied Wenduine). In het kader van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan dient hen een geschikte locatie voor hun activiteiten toegewezen te worden met uitzondering van de watergebonden jeugdbewegingen.
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 22
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
3.2.8.7 Samenvatting inzake structuur van de openbare dienstverlening
3.2.9
Samenvattend kan men stellen dat de openbare dienstverlening als volgt is gestructureerd (Figuur 13):
De structuur van de toeristisch-recreatieve voorzieningen wordt voorgesteld op Figuur 14.
•
•
•
•
Blankenberge heeft een bovengemeentelijke verzorgingsfunctie met name voor de gemeenten Zuienkerke, Zeebrugge en De Haan. De openbare diensteverlening is gericht op de eigen bevolking maar tevens op de tweede verblijvers en de toeristen. Blankenberge opereert thans op twee niveaus: Primair niveau: bediening van de stad in haar totaliteit; functies vooral gelokaliseerd in het stadscentrum Secundair niveau: bediening van Uitkerke Er is geen ondersteuning van het buurtniveau. De enkele diensten die zich binnen woonwijken situeren (zoals het OCMW) zijn gericht op de totaliteit van Blankenberge. De openbare dienstverleningsfuncties worden ondersteund door commerciële dienstverlening en sport- en recreatieve voorzieningen.
Structuur van de toeristisch-recreatieve voorzieningen
3.2.9.1 Toeristische activiteit
De toeristische activiteit, zeker het verblijfstoerisme, is sterk bepalend voor het kleinhandelsgebeuren van een stad als Blankenberge. Het toerisme steunt op volgende aspecten: • • • • •
bijzondere toeristische attracties en activiteiten op de dijk en in het stadscentrum; natuurlijke structuur (zee, strand, duinen, polders); jachthaven; algemene stedelijke voorzieningen: commercieel handelsapparaat, sportinfrastructuur, culturele activiteiten (bv. casino); stedelijke infrastructuur.
Blankenberge evolueert inzake verblijfstoerisme positief en scoort beter dan verscheidene andere grote kustgemeenten. Het aantal overnachtingen in de betalende logiesvorm is de laatste jaren drastisch toegenomen. Het aantal verhuringen in tweede verblijven daalt, maar wordt minstens gedeeltelijk gecompenseerd door een hogere bezetting van de tweede verblijven door de eigenaars zelf. Blankenberge heeft een belangrijke positie op de dagexcursiemarkt met een aandeel van 17% van de bezoekers van de Vlaamse kust. Dit betekent dat jaarlijks ongeveer 3.400.000 dagtoeristen Blankenberge bezoeken. De helft van deze bezoeken situeren zich in de maanden juli en augustus. Uit gesprekken met bevoorrechte getuigen blijkt dat het relatief aandeel van het dagtoerisme in Blankenberge positief evolueert. Het toerisme is in Blankenberge sterk geconcentreerd in het hoogseizoen en in mindere mate in het tussenseizoen. De trend hierbij is evenwel positief; een grotere spreiding wordt vastgesteld.
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 23
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
3.2.9.2 Dagrecreatieve voorzieningen
Het aanbod van dagrecreatieve voorzieningen is gestructureerd als volgt:
De toeristische attractiviteit van Blankenberge voor dagrecreatie zit hoofdzakelijk vervat in:
•
de lineaire structuur van zee/strand/duinen met hieraan gerelateerd de Zeedijk waarlangs zich diverse kleinschalige activiteiten bevinden zoals de Velodroom, lunapark, e.d.; hieraan gekoppeld de pier;
•
de attractiepool in het westen van het stadscentrum met de jachthaven, het Leopoldspark (minigolf, tennis,...) en de hieraan gekoppelde horeca;
•
de attractiepool aan de oostzijde waar het recreatief aanbod bestaat uit het Noordzeezwembad, het Sea-Life Center en naar de toekomst toe het Zeebos; de verblijfsaccommodatie van de Duinse Polders, Floréal en campings versterkt deze pool.
•
het stadscentrum met o.m. casino, lunaparken, speeltenten en horeca.
• • • • • •
zee, strand en duinen: aantrekkelijk strand, 3,3 km lang en bij eb 350 m breed; dijk: over de volledige lengte tussen jachthaven en duinen; ingericht met zitbanken en terrassen; de pier: na restauratie werden diverse trein-exporuimtes hier gehuisvest; jachthaven en staketsels: 673 ligplaatsen; watersportrecreatie en wandelroute; uitbreiding van het aantal ligplaatsen in uitvoering; Fonteintjes en Uitkerkse Polder: natuurgebieden; Het aanbod aan culturele en recreatieve voorzieningen:
Sea-Life Center: educatief en recreatief met een regionale attractiviteit Casino: kwaliteits- en standingvolle accommodatie voor kansspel en culturele activiteiten; Train City: groots recreatiecomplex op de Pier Huis van Majutte: beschermd vissershuisje, horeca; Oud Stadhuis: tentoonstellingsruimte binnen beschermd oud stadhuis; De Benne: museum en tentoonstellingsruimte in vroeger postgebouw; Zuivelmuseum Leopoldpark: tennis, mini-golf, snookergolf, kid-karting; Paravang/paravent: historische structuur; zitplaats met zicht op jachthaven en Leopoldpark; Serpentarium: museum over reptielen. Living Stone: museum over mineralen. Indoor en outdoor-attracties zoals Mystery House en Fun House, Wit PaardVelodroom (fun-bike), Autodroom (go-car piste), kindersportclubs en kinderspeelparken, de Amfibieboot, Scute en lunaparken; toeristisch treintje Pier-Express.
Bovenstaande toeristisch-recreatieve voorzieningen worden aangevuld met een breed gamma aan activiteiten (karnavalviering, folkloristische havenfeesten, radio en TV- zomerprogramma's, Paravangfeesten, Sprookjesfestival, Bloemencorso, Internationale Tweedaagse Voettocht Zeewijding). Deze activiteiten vinden hoofdzakelijk plaats langs de Zeedijk, ter hoogte van de vuurtoren en de jachthaven. Het sportdomein van BLOSO bevindt zich ten zuiden van het stadscentrum, derhalve buiten bovenstaande concentratiegebieden. Het ligt vrij geïsoleerd met toegang via het woongebied. Het geniet slechts matig van toeristische belangstelling. Blankenberge heeft een redelijk ruim en gevarieerd aanbod van toeristisch-recreatieve voorzieningen. Er zijn zowel kleinschalige als grotere accommodaties en attracties. Het gamma beslaat de verschillende vrijetijdsaspecten en interesses (sport, cultuur, ontspanning, horeca, e.a.) en beantwoordt vrij goed aan de vraag van de Blankenbergse toerist/consument.
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 24
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Op het vlak van elk-weervoorzieningen zijn er de laatste jaren enorme inspanningen geleverd inzake renovatie van bestaande voorzieningen en uitbreiding van het aanbod, zowel openbare als private initiatieven (de Pier, de Benne). Enkele hoogkwalitatieve vrijetijdsvoorzieningen zoals manège en golf ontbreken in Blankenberge.
Jeugdherberg De jeugdherberg van Blankenberge bevindt zich in het centrum van Uitkerke en heeft een logiescapaciteit van 80 bedden. De jeugdherberg bevindt zich op redelijke afstand van het stadscentrum en zee en strand, maar wel op een korte afstand voor passieve recreatie in de polders. Vakantiecentra
3.2.9.3 Verblijfsaccommodatie
Hotels Blankenberge omvat een ruim aanbod van hotels en pensions. Het aanbod is veeleer kleinschalig en van middelmatig niveau, met recent enkele nieuwe, grotere hotels van topniveau. De laatste jaren was er een herstructurering van het hotelwezen om te voldoen aan de vereisten op het vlak van comfort en brandveiligheid. Er is nog heel wat werk vereist op het vlak van opwaardering van de accommodaties tot het niveau dat thans door de toeristen vereist wordt. De hotels en pensions zijn voornamelijk geconcentreerd in het stadscentrum (Figuur 12). De hotels situeren zich onder meer: • • • • • •
rondom het pleintje voor de St.-Rochuskerk; in de Kerkstraat; in de J. De Troozlaan (tussen de Malecot- en de Onze Lieve Vrouwstraat); aan het Koning Leopold III-plein; in de de Smet De Naeyerlaan (ter hoogte van het Leopoldpark) en langs de zuidelijke kant van de Grote Markt.
Blankenberge telt een zestal vakantiecentra Het betreft kwalitatief hoogstaande accommodaties van recente datum en vrij volledig in aanbod van eigen recreatieve voorzieningen. De vakantiecentra situeren zich in het stadscentrum en aan de oostkant van Blankenberge. Campings In het oostelijk deel van Blankenberge zijn 5 campings geconcentreerd nl. De Wielen, Bonanza I, II & III en Dallas. Met uitzondering van de camping Dallas die rechtstreeks ontsloten wordt via de Koninklijkelaan, is de ontsluiting via de oostelijke woonwijk. Vooral de camping ten zuiden van de Zeebruggelaan is relatief ongunstig gelegen ten opzichte van de toeristische attracties. Met uitzondering van Dallas gelegen naast de Duinse Polders en De Wielen ten zuiden van de Zeebruggelaan, wordt verwacht dat de exploitatie van de bestaande campings op korte tot middellange termijn zal stopgezet worden. De camping De Wielen is een florissante camping van hoog niveau. Er zijn geen onmiddellijke plannen voor stopzetting van de exploitatie. Wel moet in het kader van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan met die mogelijkheid rekening gehouden worden. Een herbestemming is op het ogenblik van stopzetting van activiteit aan de orde gezien de ongunstige ligging van deze camping. De camping Harendijke bevindt zich op grondgebied van Wenduine (De Haan), maar paalt onmiddellijk aan Blankenberge. Inzake voorzieningen richt deze camping zich volledig op Blankenberge. De camping heeft een zeer groot ruimtebeslag, visueel effect vanuit de polders, en effecten inzake rustverstoring voor de natuurwaarden in de polders. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 25
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Tweede verblijven en individuele huurvakantiewoningen
Het plattelandstoerisme is in Blankenberge thans zeer beperkt.
Het aantal tweede verblijven en individuele huurvakantiewoningen stijgt gestaag. In 1989 waren er 3.980 eenheden met een logiescapaciteit van 18.308; in 1997 werden er 5.143 geïnventariseerd met een logiescapaciteit van 23.6586.
3.2.9.4 Sportinfrastructuur
De tweede verblijven betreffen in Blankenberge in hoofdzaak appartementen. Zij zijn dan ook gesitueerd op de Zeedijk en de achterliggende straat. In beperkte mate betreft het oudere woningen gelegen in het stadscentrum (Figuur 9). Hoevetoerisme Er is slechts één hoeve die voorziet in hoevetoerisme. De hoeve is gelokaliseerd langs de Zeebruggelaan naast het Zeebos. Samenvatting structuur verblijfsaccommodatie Samenvattend kan men stellen dat er inzake verblijfsaccommodatie een verwevenheid is met het centrum. In het bijzonder de hotels concentreren zich binnen het stadscentrum. Aanpalend aan het stadscentrum en over de volledige lengte van de Zeedijk en parallelle straat situeren zich de tweede verblijven. De bijdrage van de hotels en tweede verblijven aan de toeristische attractiviteit en ambiance van het stadscentrum is onbetwistbaar. Anderzijds zijn er de sociale vakantiecentra, de campings en de haven. Met uitzondering van de vakantiecentra Cosmopolite en Liberty situeert deze verblijfsaccommodatie zich buiten het stadscentrum, op het grensgebied tussen zee en duinen, woonzone, en polders. Een betere functionele en visuele inkleding, kaderend in het stedelijk functioneren, is hier aan de orde.
6
WES, Rik De Keyser en Vicky Handsaeme. Het logiesaanbod aan de kust. In de reeks Facetten van West-Vlaanderen, nr. 46, 1998.
Onderstaande omvat de belangrijkste sportinfrastructuur, buiten deze gelokaliseerd binnen de scholen. • • • •
het zwem- en recreatiecentrum Noordzeezwembad; het sportcentrum d’ Hoogploate; BLOSO-sportcentrum met sportvelden (zittribunes) en sporthal. Tennisvelden
Het Noordzeezwembad ligt centraal m.b.t. het woongebied alsook in relatie tot de toeristische activiteit. Het BLOSO- sportcentrum heeft een centrale ligging binnen de gemeente. Niettemin ontbreekt het dit domein aan de nodige toegankelijkheid en verwevenheid met de woonomgeving. De toegang langs de woonstraten in de oostelijke woonwijk en de barrière van de spoorweg dragen bij tot deze problematiek. Het sportcentrum is zeer afgesloten (op zichzelf gericht) en functioneert niet als open ruimte binnen het stedelijk weefsel. Het sportcentrum werd recent heringericht. 3.2.9.5 Wandelpaden en fietsroutes
De Uitkerkse Polder en de polders in het oosten van Blankenberge lenen zich voor passieve recreatie (wandelen/fietsen) en worden thans reeds aldus gebruikt. De bestaande wegen worden gebruikt voor passieve recreatie. Volgende wandelroutes werden uitgestippeld: •
•
Blankenbergse Wandelroute (7km) langsheen de authentieke gebouwen en plaatsen van Blankenberge: het Oud Stadhuis, Huisje van Majutte, de Paravang/paravent, standbeeld Lippens en De Bruyne, de Pier, de Zeedijk en de jachthaven; Blankenbergse Havenwandeling (4,5 km): wandeling in het historische havenkwartier; @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 26
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
• • • •
wandeling in de Duinen (6 km) Art Nouveau-wandeling: wandeling met als thema bouwpanden met significante Art Nouveau architectuur en/of architectonische details Beeldige wandeling, gefocust rond beeldende kunst. Landbouwleerpad: 20 km lange landbouwontdekkingstocht door de polders.
De Genteleroute is een fietsroute van 33 km die loopt door de typische landelijke polders en doorheen de polderdorpen in de omgeving van Blankenberge.
Diverse kerkwegels zouden kunnen ingeschakeld worden in een wandelen fietspadennetwerk. 3.2.9.6 Zonevreemde sport- en recreatieve infrastructuur
Binnen het agrarisch gebied zijn er verscheidene paardenstallen die potentieel zonevreemde sportinfrastructuren zijn. Ze worden weergegeven op Figuur 30. Een verdere analyse van deze problematiek is nodig.
Het Duinenpad in de oostelijke woonwijk heeft een recreatieve- en verbindingsfunctie voor de woonwijk en de camping ten zuiden van de Zeebruggelaan. Het vormt een interessant gegeven waarop kan verder gebouwd worden, bv. voor de verdere ontwikkeling van het zuidoostelijk stadsdeel. De Graaf-Jansdijk is een wandelverbinding parallel met de Zeedijk; het verbindt het oostelijk deel met o.m. het Sea-Life Center en Noordzeezwembad met het stadscentrum. Het heeft goede potenties voor de ondersteuning van de oost-west verbinding door de stad. Het natuurgebied de Fonteintjes is visueel toegankelijk vanaf verschillende wandelverbindingen tussen Koninklijkelaan en zee. De Fonteintjes zelf is omheind en slechts na afspraak te bezoeken. De wandelaar krijgt aldus een zicht op het natuurgebied zonder omvangrijke rustverstoring. De aansluiting van die wandelpaden over de Koninklijkelaan heen laat thans te wensen over maar vormt het voorwerp van de inrichting van het Zeebos. De fietsers gebruiken thans de bestaande wegen door de polders. Deze brengen hen o.m. door het eigenlijke natuurgebied van de Uitkerkse Polder. Ze worden op die wegen evenwel gehinderd door sluikverkeer, o.m. de verbinding Blankenberge-Zuienkerke, BlankenbergeBrugsesteenweg. Langsheen de spoorweg is recent een wandel- en fietspad ingericht dat de woonwijken, het BLOSO-sportcentrum en het stadscentrum met elkaar verbindt.
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 27
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
3.2.10
Structuur van bedrijvigheid 3.2.10.3 Zonevreemde bedrijvigheid
De structuur van de bedrijvigheid wordt voorgesteld op Figuur 15. De evolutie van de tewerkstelling en de prognose van economische activiteiten wordt behandeld in par. 5.2. 3.2.10.1 Functie
De bedrijven in Blankenberge betreffen in hoofdzaak K.M.O.'s met een lokale of beperkt regionale verzorgende functie zoals drukkerij, garage, en toeleveringsbedrijf voor melk aan scholen. Aan de jachthaven bevinden zich enkele bedrijven specifiek toegespitst op het havengebeuren.
Enkel de bedrijvenzone aan de Brugsesteenweg is als dusdanig bestemd op het gewestplan. De bedrijvigheid aan de jachthaven bevindt zich binnen de bestemmingen parkgebied, zone voor openbare nutsvoorzieningen en waterwegen. Het betreft allemaal bedrijven die verbonden zijn aan het jachthavengebeuren.
Binnen Blankenberge is er geen industrie.
Aan de westzijde van de Brugsesteenweg in Uitkerke bevindt zich een cluster van zonevreemde activiteit. Het betreft verscheidene handelszaken (vleeshandel, garage, drukkerij, e.a.) die zich bijna hoofdzakelijk binnen woongebied situeren, maar voor een beperkt deel van hun gebouwen en terreinen binnen agrarisch gebied liggen.
3.2.10.2 Situering
Aansluitend hiermee liggen aan de westelijke zijde verscheidene bedrijven en handelszaken in agrarisch gebied. Het betreft:
Het merendeel van de bedrijven in Blankenberge ligt binnen 2 bedrijventerreinen, namelijk: • •
de zone ingesloten tussen de Brugsesteenweg en de spoorweg (in het zuiden van Blankenberge); de zone ten westen van de jachthaven.
Enkel het bedrijventerrein langs de Brugsesteenweg is vervat in een zone bestemd voor K.M.O.’s. De totale oppervlakte van de zone beslaat 19,7 ha. In een eerste fase werden 10,7 ha ontwikkeld. Thans worden de laatste 9 ha ingericht. Op het bedrijventerrein bevinden zich diverse activiteiten inzake lokale bedrijvigheid en in hoofdzaak Blankenbergse bedrijven die zich er herlokaliseerden. Door WVI wordt op basis van ervaringen in de regio Brugge geraamd dat 2 jaar na de inrichting van het bedrijventerrein alle percelen zullen ingenomen zijn. Binnen Blankenberge is er dan geen mogelijkheid meer voor herlokalisering en uitbreiding van lokale bedrijven.
• • • • •
carrosseriebedrijf stapelplaats van een transportbedrijf groothandel in speelgoed en sportartikelen landbouw- en tuincentrum bedrijf voor auto-afbraak en recyclage.
De groothandel in speelgoed en sportartikelen en het bedrijf voor autoafbraak en recyclage zijn bedrijven van bovenlokaal belang. Aan de oostzijde van de Brugsesteenweg ligt binnen landbouwgebied een geïsoleerde groothandel in aardappelen. In het landbouwgebied ten zuiden van de Zeebruggelaan, liggen een stoeterij en een marmerverwerkingsbedrijf. Aan de rand van het natuurgebied van de Uitkerkse Polder, aansluitend op het woongebied, ligt een aannemersbedrijf met opslag van bouwmaterialen. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 28
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
3.2.11
De inventaris van zonevreemde bedrijvigheid kan als volgt gecategoriseerd worden: • • • • •
havengebonden bedrijvigheid in de jachthaven bedrijf op de rand van natuurgebied (vlgs gewestplan, niet in VEN) kleine, verspreide bedrijven in agrarisch gebied cluster van bedrijven/handelszaken gedeeltelijk zonevreemd langs de Brugsesteenweg enkele omvangrijke zonevreemde bedrijven aan de westzijde van de Brugsesteenweg.
Voor enkele groothandelszaken en kleinere bedrijven die zich binnen het dicht bebouwd stadscentrum en het woongebied bevinden, dient gesteld dat op termijn en bij verdere groei van de bedrijvigheid, een herlokalisering aan de orde kan zijn.
Agrarische structuur
3.2.11.1 Agrarische ruimtelijke structuur
Het landbouwareaal in Blankenberge omvat ongeveer 74% van de totale oppervlakte van de gemeente. De landbouwactiviteit is een een gemengde agrarische activiteit en hoegenaamd volledig grondgebonden. De cultuurgrond wordt overwegend ingenomen door akkers met gevarieerde gewassen en weiland. Tuinbouwactiviteit en fruitteelt is niet bijzonder omvangrijk. Er zijn geen grootschalige serrecomplexen of veestallen. Een gedetailleerde opname van het agrarisch grondgebruik binnen Blankenberge is af te leiden uit de Bodemgebruikskaart Figuur 17. Tabel 1 geeft een samenvattend overzicht van het agrarisch grondgebruik. Tabel 1
Agrarisch grondgebruik Oppervlakte (ha)
3.2.10.4 Milieuaspecten inzake bedrijvigheid
Er worden geen bijzondere problemen inzake milieuhinder van bedrijven vastgesteld. Globaal echter zijn acties naar een nog betere integratie van zonevreemde bedrijven aangewezen.
Akkers incl. tuinbouwakkers Hooiland Weiland
401 6 757
Er is een gebiedsgerichte differentiatie vast te stellen die samenhangt met de fysische structuur (bodemkarakteristieken en waterhuishouding). Het deel ten westen van de Blankenbergse Dijk (de Uitkerkse Polder) ligt hoofdzakelijk onder weiland en grasland. Het deel ten oosten van de Blankenbergse Dijk toont een verweving van akkerland en weiland. De Blankenbergse Dijk vormt de feitelijke scheiding van de fysische karakteristieken. Ook de Brugsesteenweg biedt zich door haar barrièrewerking aan als grens voor een gedifferentieerd ruimtelijk beleid. In het westelijk deel zijn binnen het natuurreservaat Uitkerkse Polder beperkingen ten aanzien van de landbouwuitbating in voege ten voordele van de natuurontwikkeling. Ook buiten het natuurreservaat worden beheersovereenkomsten afgesloten met de landbouwers. Op termijn resulteert dit beheer in een sterkere aanwezigheid van extensief beheerde graslanden. De bedrijven situeren zich verspreid binnen het agrarisch landschap. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 29
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Samenhangend met de verschillen in landbouwactiviteit zijn er meer bedrijven in het oostelijk deel dan in het westelijk deel. De mogelijkheden voor een heroriëntering, bijvoorbeeld als manège, en/of toeristisch medegebruik, bijvoorbeeld door hoevetoerisme, behoren voor de landbouwbedrijven in het oostelijk deel tot de mogelijkheden. Voor wat betreft het gebied ten noorden van de Zeebruggelaan kent de bodemgesteldheid eveneens zijn beperkingen voor de landbouwactiviteit. Daarnaast is er een sterke druk op dit gebied voor verstedelijking en toeristische activiteit. Voor dit gebied bestaan er concrete plannen voor de verdere inrichting van een Zeebos. 3.2.11.2 Structuur van de agrarische bedrijvigheid
Volgende tabel geeft een aantal kerngegevens van de agrarische activiteit weer. Volgende vaststellingen worden gedaan: • • •
aantal land- en tuinbouwbedrijven is in een tijdsperiode van 12 jaar met 30 bedrijven afgenomen, hetzij de helft; aantal werkenden in de land- en tuinbouwsector is ten aanzien van 1990 gedaald met 49 personen en dus eveneens gehalveerd; de totale oppervlakte cultuurgrond is ook afgenomen.
Tabel 2 Aantal land- en tuinbouwbedrijven, werkkrachten en oppervlakte cultuurgrond 1990-2002 1990
2002
Aantal bedrijven
65
35
Werkkrachten
97
48
· bestendig
55
25
· niet-bestendig
42
23
775,89
657,1*
Opp. Cultuurgrond (ha)
3.2.12
3.2.12.1 Situering binnen de traditionele landschappen van Vlaanderen
De kaart met de traditionele landschappen van het Vlaamse Gewest is een kaart waarop landschappelijke eenheden zijn begrensd op basis van de natuurlijke geografische streken en de cultuurlandschappelijke kenmerken. De begrenzingen volgen zoveel mogelijk fysieke grenzen van landschapscomponenten (geologie, geomorfologie, bodemgesteldheid, landgebruik, percelering, ...)7. Ze werden als volgt gedefinieerd : "De traditionele landschappen zijn karakteristieke gebieden op macroschaal waar een landschapsecologisch evenwicht is ontstaan tussen natuur en cultuur, in min of meer rijke mate. Ze zijn dus de resultanten van het natuurlijk draagvlak (geologie, bodem, reliëf, hydrografie, fauna en flora) en de landontginning door de mens, in zijn technologisch en politiek kader, doorheen de geschiedenis"8. Op deze kaart worden voor Blankenberge twee landschapstypes onderscheiden worden: de kust en de kustpolders. De kust karakteriseert zich als een asymmetrisch gecompartimenteerd landschap met panoramische open gezichten (strand en zee) en compartimenten van kleine omvang die gevormd worden door hoogbouw, reliëf (duinen) en vegetatie. De kustpolders vormen een vlak open landschap met wijdse vergezichten. Verticale elementen hebben een zeer grote invloed. Het is een landbouwland met grote percelen en ontbrekende of weinig dichte en meestal geknotte lineaire begroeiing.
7
Antrop M., Gulinck H., Van Looy, K., De Blust, G., Van Ghelue, P., Melkebeke, I., Kuijken, E. (1993). Structuurplan Vlaanderen, deelfacet open ruimte.
8
Van Nuffel, S. Landschapstoetsing van nieuwe projecten, nota, 3/7/95.
Bron: NIS Land-en tuinbouwtellingen 1990, 2002 * + 18,5 ha braakliggend
Landschapsopbouw
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 30
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
3.2.12.2 Landschapsatlas
3.2.12.3 Concrete uitbouw van de landschapseenheden
Door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd een inventaris van de relicten van traditionele landschappen, de Landschapsatlas, opgemaakt. De nadruk van het project ligt op de inventarisatie van landschapskenmerken van bovenlokaal belang met erfgoedwaarde. Punt- en lijnrelicten worden in kaart gebracht; relictzones en ankerplaatsen worden afgebakend.
De landschapsopbouw wordt weergegeven op Figuur 20.
Relictzones werden afgebakend waar waardevolle landschapskenmerken voorkomen in relatief gave, herkenbare onderlinge samenhang. Het zijn gebieden met een grote dichtheid aan punt- en lijnrelicten, zichten en ankerplaatsen en zones waarin samenhang tussen de waardevolle landschapselementen belangrijk is voor de landschappelijke waardering. Ankerplaatsen zijn de meest landschappelijk waardevolle gebieden voor Vlaanderen. Ze vormen een geheel van verschillende, maar samen voorkomende erfgoedelementen. Ze zijn binnen de relictzones uitzonderlijk inzake gaafheid of representativiteit, nemen ruimtelijk een plaats in die belangrijk is voor de zorg of het herstel van de landschappelijke omgeving, of zijn uniek. Figuur 19 geeft de Landschapsatlas weer voor Blankenberge. Als ankerplaatsen zijn geselecteerd: • Oudemaarspolder (zeer klein deel binnen Blankenberge) • Uitkerkse Polder • strand en duinen Fonteintjes De relictzones betreffen: • Duinen Oostkust • Uitkerkse Polder • Uitkerkse Polder- Sint-Jan-op-den Dijk • Oudemaarspolder en kreekrugpolder ten westen van het kanaal • Poldergebied omgeving Hoeve ter Walle Het enige lijnrelict betreft de Vaart van Blankenberge. Als puntrelicten zijn Hoeve de Sol en de Sint-Job-Kapel opgenomen.
Kustlandschap In Blankenberge bestaat het kustlandschap uit twee delen: het deel ter hoogte van het stadscentrum dat volledig wordt geflankeerd door een gesloten muur van hoogbouw (de Atlantic Wall), en een westelijk en oostelijk deel dat begrensd wordt door de duinen. De jachthaven versterkt de begrenzing bebouwing – duinen. In Blankenberge is er over een aanzienlijke lengte nog een natuurlijk profiel van zee, strand, duinen en polders aanwezig. Vooral het oostelijk deel is landschappelijk zeer waardevol. De Fonteintjes hebben een cultuurhistorische waarde. Derhalve is het behoud van dit kustlandschap als een aaneengesloten geheel en het vermijden van verdere versnippering, bijvoorbeeld door bebouwing langsheen de Koninklijkelaan, prioritair. Kustpolders In de kustpolders vormen de bebouwing van Blankenberge en de havenactiviteiten van Zeebrugge de skyline. Doordat het stedelijk gebied één aaneengesloten gebied vormt met afnemende hoogte is de bebouwing weliswaar visueel sterk aanwezig in het buitengebied maar heeft zij door haar compactheid geen versnipperende invloed. De camping Harendijke en het bedrijventerrein hebben een negatieve visuele impact. In het oostelijk deel is de hoogspanningslijn visueel sterk aanwezig. In de Uitkerkse Polder wordt het landschap nog als "landelijk" ervaren. De geringe aanwezigheid van bebouwing, het grondgebruik van weiden en grasland en de afwezigheid van perceelsrandbegroeiing zijn hiervoor verantwoordelijk. Deze landschapskenmerken moeten behouden blijven. In het oostelijk deel van de polders zijn de landschapswaarden beperkt tot de historisch waardevolle hoeves en de structuren van kleinen landschapselementen. De Wieltjes is een belangrijk dijkrelict dat evenwel door de bebouwing weinig herkenbaar is. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 31
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Linaire landschapsstructuren 3.2.13
De Brugsesteenweg en de spoorweg ageren beiden als sterke begrenzers van de landschappelijke kenmerken. De Brugsesteenweg vormt de begrenzing van de landschapsvisuele waarde van de Uitkerkse Polder. De Blankenbergse Vaart en Blankenbergse Dijk zijn als duidelijke structuurdragers (doch geen begrenzers) in het landschap aanwezig. De Blankenbergse Dijk heeft een belangrijke relictwaarde. De belangrijkste structuurdragers en begrenzers zijn aangeduid op Figuur 20. Zij kunnen gehanteerd worden om de verschillende landschapssubeenheden af te bakenen en een specifiek ruimtelijk beleid te voeren gericht op het behoud, de bescherming en het accentueren van de identiteit van deze eenheden.
Natuurlijke structuur
De natuurlijke structuur wordt voorgesteld op Figuur 23. 3.2.13.1 Situering van natuurwaarden
In Blankenberge situeren de natuurwaarden zich vooral in: • • • •
de Fonteintjes de Uitkerkse polder de duinen en het strand aansluitend op de Fonteintjes het strand aansluitend op de dijk
Een deel van de Fonteintjes en een deel van de Uitkerkse polder zijn als natuurreservaat in beheer. In de Fonteintjes en het westelijk deel van de polders (de Uitkerkse polder algemeen) concentreren zich de grootste actuele zowel als potentiële natuurwaarden. 3.2.13.2 Beschrijving van de natuurwaarden
De Fonteintjes De Fonteintjes bestaan uit een complex van zogenaamde duinplassen en duinmoerassen die in elkaars verlengde liggen. Het betreft een 4 km lange, gemiddeld 75 m brede strook. Dwarsdijkjes die duin en dijk verbinden, zorgen voor de compartimentering. De Fonteintjes bestaan uit drie permanente plassen, twee hoofdzakelijk rietmoerassen en één droger, hooilandachtige laagte (Figuur 21). Inzake fauna is het een rijk gebied. Het is een belangrijk broedgebied (o.m. Tafeleend, Blauwborst en Snor) en vervult tevens een functie in de vogeltrek. Tussen de verschillende omheinde reservaatgebieden zijn wandelpaden die de verbinding vormen tussen de Koninklijkelaan en het strand. Het natuurreservaat is aldus steeds visueel toegankelijk maar wordt inzake betreding en rustverstoring toch doeltreffend beschermd9. 9
Zie tevens bespreking toeristisch-recreatieve wandelpaden, par. 3.2.9.5. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 32
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Evolutie van de polders Het beheer van de duinen en het strand, aansluitend op de Fonteintjes en het strand aansluitend op de Dijk kaderen in het onderzoeksproject "geintegreerd kustzonebeheer" hetgeen onder andere een ecosysteemvisie voor de Vlaamse kust omvat met een gewenst planologisch kader en beheersinstrumentarium. De ecosysteemvisie voor de Vlaamse Kust werd in 1997 opgesteld in opdracht vande afdeling Natuur. De Uitkerkse polder Huidige waarden van de polders Binnen de polders situeren de ecologische waarden zich vooral in het westelijk deel, de Uitkerkse Polder. Dit gebied heeft door zijn bodemkenmerken, microreliëf en vertakt grachtenstelsel veel potenties voor weidevogels en vochtige, vaak zilte graslandvegetaties (Figuur 22). De grootste oppervlakte van de Uitkerkse polder wordt ingenomen door reliëf- en slotenrijke weilanden (Hpr, Hpr*) (Figuur 21). Dit zijn goed ontwikkelde raaigrasweides of zelfs kamgrasweides. Een grote meerwaarde vormen de talrijke slootjes en veedrinkputten. Inzake avifauna vormt de Uitkerkse polder het type-voorbeeld van een uitermate geschikt weidevogelgebied. Dit vertaalt zich dan ook naar een zeer abundant voorkomen van onder meer Grutto, Scholekster, Tureluur, Slobeend en Bergeend. Tijdens de trek is de Uitkerkse polder een belangrijke pleisterplaats en overwinterplaats (Watersnip, Scholekster, Tureluur,Wulp, Kievit, Goudplevier, Velduil, de Kleine Zwaan, Blauwe Kiekedief, Grauwe gans, e.a.) Op basis van de vastgestelde natuurwaarden van dit gebied kan gesteld worden dat het volledige complex van de Uitkerkse polder één van de meer waardevolle vegetaties van onze kustpolders vertegenwoordigt. Naast de hoge vegetatiekundige waarde van dit gebied, herbergen de polders van Uitkerke één van de belangrijkste weidevogelgebieden van onze polders.
Een vergelijking van biologische waarderingskaart (BWK) van 1982, de recente BWK, wijst op een trend dient zich verder zet waarbij reliëfrijke Kamgrasweides met zilte vegetaties en rietkragen omgezet worden in genivelleerde raaigrasweides. Grote oppervlaktes vegetatierijke weiden zijn, verspreid over de polder, getransformeerd (gescheurd) in minderwaardige akkers op kleiige bodem. Dat het ook anders kan bewijzen enkele kleine akkers langs de Blankenbergse Vaart, die succesvol zijn omgezet in vochtige graslanden en de (gedeeltelijke) rehabilitatie van de stortplaats. Een belangrijk aspect van de potentiële natuurwaarde vormt de samenhang en omvang van het gebied waarin natuurontwikkeling nagestreefd wordt. In deze zin dient ernaar gestreefd te worden rond het eigenlijk natuurgebied een meer op natuurontwikkeling gerichte agrarische activiteit te voorzien. 3.2.13.3 Milieuaspecten met impact op de natuurwaarden
Een belangrijk knelpunt inzake milieu vormt de kwaliteit van het oppervlaktewater. De metingen van de VMM in de Blankenbergse vaart, de Graaf Jansader en het Bommelzwin tonen aan dat de waterlopen verontreinigd zijn10. De vooropgestelde basiswaterkwaliteitsnormen worden niet gehaald. Het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan maakt melding van verdrogingsverschijnselen in de Uitkerkse polder. Evenwel zijn er onvoldoende inventarisatiegegevens van deze problematiek beschikbaar om de effecten ervan nauwkeurig te kunnen beoordelen. Een ander knelpunt vormen de afvalstortplaatsen. De stortplaats gelegen langs de Kuiperscheeweg werd afgedekt; het maakt deel uit van het natuurgebied Uitkerkse polder.
10
Stad Blankenberge. Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 33
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
3.2.14
Verkeersinfrastructuur
•
De verkeersvoorzieningen zijn aangeduid op Figuur 24. 3.2.14.1 Wegeninfrastructuur
Wegennetwerk en ontsluiting Blankenberge heeft voornamelijk een onthaalfunctie te vervullen voor het verkeer vanuit het binnenland; het verkeer in oost-west richting vindt hier hoofdzakelijk zijn eindbestemming. In par. 3.1 werd de regionale ontsluiting van Blankenberge behandeld. De N371 (Brugsesteenweg/Kerkstraat) werd hierbij aangeduid als dé regionale ontsluitingsweg voor Blankenberge. Via de N371 is er aansluiting op de N31 en verder op de E40. In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt een aan te leggen hoofdweg aangeduid tussen de Blauwe Toren en de A11 (WestkapelleLinkeroever). Deze weg zal de kamvormige ontsluiting van de Kustzone vervolledigen en tevens via de N31 het vrachtverkeer van Zeebrugge verzorgen. Deze route (A11-N31-N34/Koninklijkelaan) is tevens een alternatieve ontsluiting voor de N371/ Brugsesteenweg. Inzake wegeninfrastructuur, loopt de hoofdtoegangsweg N371 (Kerkstraat/Brugsesteenweg) in noord-zuid richting (tevens de enige noordzuid verbinding) dwars door en centraal binnen het stedelijk gebied. Het is momenteel de belangrijkste regionale ontsluitingsweg voor Blankenberge. De Brugsesteenweg/Kerkstraat loopt vanaf de Blauwe Toren (Brugge) tot aan de Zeedijk, maar is op te splitsen in drie delen: •
Het zuidelijk deel vanaf de Blauwe Toren tot aan de kerk van Uitkerke heeft in hoofdzaak een doorvoerfunctie.
•
Vanaf de kerk van Uitkerke tot aan het station is de Kerkstraat te typeren als een hoofdstraat, m.a.w. de straat participeert mee in het centrumgebeuren. Het verkeer verloopt er trager, er wordt geparkeerd, er is de aanwezigheid van fietsers en voetgangers. Het gedeelte Kerkstraat ter hoogte van het Koning Leopold III-plein vormt evenwel een knelpunt omdat de as van doorgaand verkeer in oostwest richting samenvalt met het centrumgebeuren rond het station. Het derde deel tenslotte vanaf het station tot aan de Zeedijk is dé belangrijkste voetgangersas van het stadscentrum en is derhalve verkeersluw ingericht.
De N34 (Koninklijkelaan) heeft vooral een functie als verbinding tussen de andere kustgemeenten, inclusief de verbinding Oostende-Zeebrugge. Belangrijk is dat de N34 afbuigt ter hoogte van het stedelijk gebied weg van de kust. Ter hoogte van de kuststrook is er hierdoor een gebied (incl. het stadscentrum) dat niet geconfronteerd wordt met deze belangrijke verkeersader. Deze afbuiging samen met een andere inrichting laten toe om aan de weg ook andere functies toe te bedelen en een ander karakter te bewerkstelligen gericht op multifunctionaliteit (medegebruik langzaam verkeer), verkeersveiligheid en -leefbaarheid. De oost-west verbindingen zijn thans als volgt gestructureerd: • • • • •
Vrede- en Zuidlaan: ontsluiting westelijk stadsdeel en aansluitend op N34 (Koninklijkelaan) De Smet De Naeyerlaan: ontsluiting westelijk deel van het stadscentrum Koning Albert-I-laan: ontsluiting oostelijk deel en aansluitend op N34 (Koninklijkelaan) Zeebruggelaan: ontsluiting oostelijk stadsdeel Scharebrugstraat: ontsluiting westelijk stadsdeel
Het verkeer dat via de Kerkstraat het stadscentrum nadert, wordt aan de zuidrand van het stadscentrum hetzij westwaarts geleid via de Zuidlaan, hetzij oostwaarts via de Koning Albert I-laan (N34). De verbinding Zuidlaan-Koning Albert-I laan wordt gehanteerd voor de oost-west doorstroming. Belangrijk in dit ontsluitingpatroon is dat het verkeer buiten het eigenlijke stadscentrum gehouden wordt. De toeristen worden naar parkeergelegenheden geleid aan de haven, de Grote Markt, het station, het Sea-Life center en naar diverse kleinere parkings. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 34
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Breidelstraat Nieuwstraat Vissersstraat Langestraat tussen de West- en de Hoogstraat Molenstraat Bakkerstraat Manitobaplein Casinoplein tussen de Hoog- en de Vissersstraat Koning Leopold III plein Vramboutstraat Kerkstraat tussen de Steen- en de Vissersstraat
Het gedeelte van de Zeebruggelaan binnen het stedelijk gebied heeft een zeer belangrijke lokale ontsluitingsfunctie daar het de enige verbinding is tussen het oostelijk en het westelijk stadsdeel over de spoorweg heen. De straat is derhalve multifunctioneel: langzaam verkeer, woonfunctie, en verbinding met de centrumfuncties van Uitkerke langs de Kerkstraat.
• • • • • • • • • • •
Op lokaal niveau is de J. De Troozlaan door haar breedte en inrichting (incl. de aanwezigheid van de tram) een sterk structurerend element. Evenwel doordat de straat doodloopt in het stadscentrum, heeft ze slechts een beperkte ontsluitingsfunctie.
Buiten de zomerperiode geldt er in de stadskern geen specifiek regime; enkel het wandelgedeelte van de Zeedijk, het Koning Leopold III plein, de Vramboutstraat en het gedeelte van de Kerkstraat tussen de Steen- en de Vissersstraat zijn het hele jaar door autoluwe straten.
Autoluw centrum
Gezien de geringe breedte van de straten in het stadscentrum, is de invoering van verkeersbeperkingen onontbeerlijk.
In de huidige situatie vormt het doorgaand verkeer en de toestroom van toeristen een enorme belasting op de Kerkstraat en de functies rond het Stationsplein. Recent is er door de herinrichting van de Brugsesteenweg tot 2 rijstroken, een bijkomend knelpunt van filevorming vanaf de Blauwe Toren.
Het stadscentrum is tijdens de zomermaanden autoluw. Tijdens de wintermaanden wordt er een systeem van éénrichtingsverkeer geïnstalleerd; alleen de Kerkstraat is dan 's namiddags ook verkeersvrij. Volgende straten zijn opgenomen in een autoluw gebied: • •
• • • • • • • •
de Zeedijk (wandelgedeelte + rijbaan) de F. Ropshelling, de F. Regoudt-, J. Van Praet-, W. Van Hecke-, Leopold-, G. Charlier-, Artan-, T. Verstraete-, A. Verwee-, V. Desaedeleer-, J. Gadeynehelling Steenstraat P. Devauxstraat tussen huisnr. 5 en de Kerkstraat Weststraat tussen de Molenstraat en de Franchommelaan S. Vernieuwestraat Consciencestraat tussen de Van Beers- en de Weststraat Vanderstichelenstraat tussen de Van Beers- en de Weststraat Franchommelaan tussen de West- en de Smedenstraat Kleine Weststraat
Parkings en parkeermogelijkheden Het opvangen van het gemotoriseerd eindbestemmingsverkeer gebeurt volgens verschillende regimes tijdens resp. de zomer- en de winterperiodes. Tijdens de zomerperiode wordt gestreefd naar een grotendeels verkeersvrij centrum. Er bestaan een 11-tal randparkings rond het centrum, met name: de A. Van Ackersquare, de 2 parkings ten oosten en ten westen van het station, aan de Koning Boudewijnlaan, de 3 parkings tussen de Franchommelaan en de haven, het Havenplein, de Grote Markt, en het parkeerterrein St.-Sebastiaan. Parkeren langs de rijweg in het centrum is tijdens de zomer slechts op een zeer beperkt aantal assen mogelijk. Tijdens de schoolvakantie in juli en augustus worden diverse speelplaatsen van scholen opengesteld als parking voor de toeristen.
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 35
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Verspreid over het stadscentrum bevinden zich diverse private parkeergarages: in de Breydelstraat, Ruzettelaan (3), Graaf Jansdijk (5), Prins Karellaan, Kemmelbergstraat, Astridlaan, Vlaamsestraat, Stationsstraat, K. Deswertlaan (2), Oudstrijdersstraat, Kerkstraat, Rerum Novarumstraat, W. Tellstraat, Rodenbachstraat, Leopoldpark, Casinoplein, Rogierlaan, Franchommelaan, Breydelstraat, Scharebrugstraat, Villapark Jachthaven, Scarphoutdreef en De Wandelaar.
Mede door het inzetten van toeristische treinen is er in de zomermaanden een verbinding voor 89 steden en gemeenten tijdens het weekend, en 69 tijdens de week. Het aantal reizigers overstijgt voor zowel juli als augustus de 200.000. De bereikbaarheid via het spoor wordt als één van de belangrijkste aspecten van toeristische attractiviteit aangehaald. Voor een nog betere toeristische ontsluiting van Blankenberge, is een capaciteitsverhoging van de spoorlijn aan de orde.
Eén van de grote knelpunten van het stadscentrum is het gebrek aan mogelijkheden voor bewonersparkeren. Voldoende parkeermogelijkheid is een cruciaal element en mede bepalend voor de attractiviteit voor het wonen.
Het spoor is eveneens cruciaal voor de Blankenbergenaars voor dienstverlening en werkgelegenheid door zijn directe verbindingen met o.a. Brugge, Gent en Brussel. Bus
3.2.14.2 Openbaar vervoer
De buslijn loopt parallel aan de noord-zuid structuur van de spoorlijn. Spoor Via het spoor wordt Blankenberge goed ontsloten vanuit het binnenland doordat: • •
het een eindpunt is op een IC/IR lijn die rechtstreeks verbinding geeft tot Brugge, Gent, Brussel, Luik, Keulen; het station zeer centraal gelegen is ten opzichte van het stadscentrum en de zee.
Op het vlak van ruimtelijke structuur vormt de spoorlijn die loopt van zuid naar noord, een barrière door Blankenberge. De spoorlijn is o.m. verantwoordelijk voor congestieproblemen t.h.v. de Zeebruggelaan waar de hoofdontsluiting van de woonwijken in het oostelijk deel van Blankenberge en de verbinding met Uitkerke centrum zich concentreert. Het station levert met zijn centrale ligging t.o.v. stadscentrum en zee wel een zeer positieve bijdrage.
Slechts één buslijn verzorgt de verbinding Brugge-Blankenberge. Het traject verloopt langs de Kerkstraat tot aan het stadhuis en loopt dezelfde weg terug. Belangrijk is dat het eindpunt samenvalt met het station en een tramhalte en derhalve de toestroom naar het stadscentrum via hetzelfde parcours van de Kerkstraat plaatsvindt. Het aanbod van de Lijn breidt zich verder uit waarbij de landelijke gebieden momenteel via een Belbus worden bediend. Kusttram De tramlijn verzorgt de oost-west ontsluiting en verzorgt derhalve de verbinding met de andere kustgemeenten. Binnen Blankenberge bevinden de tramhaltes zich ter hoogte van: • • • • • •
de jachthaven; het Leopoldspark; het station/ Koning Leopoldsplein: de pier; het Sea Life Center; de Duinse Polders.
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 36
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
De verbinding met het stadscentrum gebeurt in eerste instantie via de halte Kon. Leopoldsplein. Dezelfde voetgangersstroom als deze voor het station/spoor wordt gecreëerd. In tweede instantie wordt de halte Leopoldspark gebruikt; de voetgangersverbinding Leopoldsparkstadscentrum verdient bijzondere aandacht.
Inzake fietsstallingen worden door het stadsbestuur inspanningen gedaan voor een kwalitatieve inrichting. De Genteleroute is een fietsroute van 33 km die loopt door de typische landelijke polders en doorheen de polderdorpen in de omgeving van Blankenberge zoals Zuienkerke, Meetkerke, Houtave en Nieuwmunster.
3.2.14.3 Langzaam verkeer
Voetgangersroutes Fietspaden en -routes Volgende wegen zijn uitgerust met een fietspad langsheen beide zijden van de weg (tenzij anders vermeld): • • • • • • • • • • • •
Koninklijkelaan/Waterkasteelstraat/De Smet De Naeyerlaan/Koning Albertlaan/Koninklijkelaan Vrede- en Zuidlaan Ruzettelaan Kerkstraat/Brugse Steenweg Zeebruggelaan Scharebrugstraat (tussen Kemmelberg- en Rood-Kruisstraat en tussen Forthoekstraat en Blankenbergse Dijk) Schaapstraat (enkel oostelijke kant) Polderlaan H. Verriestlaan (Columbus/Koning Boudewijnlaan) K. De Swertlaan (enkel oostelijke kant) Forthoekstraat Evendijk West
In een toeristisch centrum is het wandelen als verbinding en recreatief doel op zich, heel belangrijk. Binnen het stadscentrum onderscheiden zich twee voetgangersroutes. Ten eerste de Zeedijk over zijn volledige lengte waar flaneren als functie sterk verweven is met horeca en zitplaatsen. Ten tweede is er de Kerkstraat die de verbinding verzorgt tussen enerzijds het station, de bus- en tramhaltes, en de parking, en anderzijds tussen het stadscentrum en de dijk/strand. De Onderwijsstraat wordt voor deze verbinding slechts marginaal aangewend. Met de inrichting van de Graaf-Jansdijk wordt een voetgangersverbinding parallel aan de Zeedijk gerealiseerd. Buiten het stadscentrum is er een goed netwerk van wandel- en fietspaden aan de oostzijde tussen de campings, de woonwijk, het Noordzeezwembad en Sea-Life Center, en dijk en strand. Bepaalde plaatsen hebben zeer hoge potenties voor passieve recreatie en voetgangersverbindingen, bijvoorbeeld rond de jachthaven, doch zijn thans nog te weinig ingericht. Het totaalconcept van voetgangersverbindingen is te weinig uitgewerkt.
Deze fietspaden worden hoofdzakelijk afgebakend door een witte stippellijn; in de reeds heringerichte straten (Vrede- en Zuidlaan; De Smet De Naeyerlaan) alsook in de Zeebruggelaan (gedeeltelijk) en Polderlaan is het fietspad visueel gescheiden van de baan o.m. door het gebruik van een andere (rode) betegeling. Recentelijk werd een wandelverbinding ingericht tussen de oostzijde van de Kerkstraat, via Park de Craene naar de Zeebruggelaan. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 37
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
3.3
Bestaande ruimtelijke structuur van enkele aandachtgebieden
3.3.1
Het stadscentrum
Figuur 25 Het stadscentrum bevindt zich ten noorden van de De Smet de Naeyerlaan en de J. De Troozlaan; dit stadsdeel wordt van de omliggende woonwijken gescheiden door 2 straten met een breed straatprofiel nl. de De Smet De Naeyerlaan en de J. De Troozlaan. Het stadscentrum vervolgt aan westelijke zijde in het stadsdeel jachthaven, aan oostelijke zijde in de woonwijk het Oostkwartier en de Zeedijk. Het stadscentrum kenmerkt zich door het dicht stedelijk weefsel met verweving van wonen, handel en dienstverlening. De hierop aansluitende stadsdelen zijn hoofdzakelijk woonwijken. De straten lopen in oost-west richting parallel aan de Zeedijk en er loodrecht op. Het stadscentrum is zeer dicht bebouwd met rijhuizen (hoofdzakelijk bestaande uit 3 à 4 bouwlagen) gecombineerd met appartementsblokken. Langsheen de Zeedijk komen, met enkele uitzonderingen, uitsluitend appartementsgebouwen (Atlantic Wall) voor. Deze lineaire bebouwingsstrook bestaat uit bouwblokken van overwegend 10 bouwlagen of meer; deze strook is in te delen in 3 delen nl.: •
• •
het westelijk deel aan de jachthaven waar de appartementsblokken een tweezijdige gerichtheid hebben naar enerzijds de jachthaven en anderzijds de zee; het middendeel waarbij de appartementen enkel uitgeven op de Zeedijk; het oostelijk deel langsheen de Graaf Jansdijk en de Ruzettelaan, waar de appartementsblokken zoals het westelijk deel een dubbele gerichtheid hebben.
Binnen de afbakening van het stadscentrum kan men het eigenlijke commerciële centrum onderscheiden waar het handelsgebeuren zich concentreert (zie tevens par. 3.2.7.3). Typisch voor de Vlaamse kuststeden is de opbouw van centrumvoorzieningen in een T-structuur. In Blankenberge is deze oorspronkelijke structuur nog duidelijk herkenbaar in de Kerkstraat en de Zeedijk, doch deze structuur is sterk geëvolueerd. De commerciële activiteit is verruimd binnen een omvangrijke zone ten westen van de Kerkstraat. De belangrijke winkelstraten zijn de Kerkstraat, Weststraat, Bakkersstraat, Molenstraat, Langestraat en Vissersstraat; ook de Zeedijk maakt deel uit van het handelsgebeuren. De dichte bebouwing wordt gedeeltelijk gecompenseerd door open ruimten en de nabijheid van zee en strand. Ook de openheid van de jachthaven zorgt voor een zekere verademing ten aanzien van het dichte stadsweefsel. De open ruimten worden onder meer gevormd door openbare pleinen (met parkeerfunctie of recreatieve functie) en private parkings. Deze pleinen brengen echter weinig groen in het stadscentrum. Het betreft: • • • • • • • •
Grote Markt: parking/markt omringd door bomen; pyramideplein: stedelijk plein; St-Rochusplein: verpozingspleintje; Koning Leopold-III-plein: stedelijk plein met onthaalfunctie (station, V.V.V.) en verpozingsfunctie; Manitobaplein: stedelijk plein met verpozingsfunctie; Descamppleintje: verpozingspleintje; parkings aan de jachthaven; Leopoldspark: openbaar park met recreatieve functie (aanwezigheid van diverse recreatievoorzieningen).
De 'Paravang' en het wandelpad langsheen de Graaf Jansdijk vormen kleine lineaire structuren met een toeristisch-recreatieve functie.
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 38
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Enkele opmerkelijke straten zijn terug te vinden in het stadscentrum nl.:
•
Parkstraat; zeer rustig smal kasseistraatje met huizen van een 2-tal bouwlagen; eigen karakter; Descampstraat; talrijke woonhuizen van 3 of 4 bouwlagen daterend van 1880 à 1920; deze bel-etagewoningen worden gekarakteriseerd door een type open veranda langsheen de straatkant op de eerste verdieping; Nieuwstraat: rustige woonstraat; opvallend is dat al deze huizen vanaf het straatniveau bewoond worden en er, ondanks de ligging van deze straat in het commercieel centrum, geen handelspanden voorkomen.
• • •
• •
•
Het casinogebouw, de St-Rochuskerk, de hoogbouw langs de Zeedijk, de Pier en de vuurtoren zijn de belangrijkste beelddragers. Het station is geen beelddrager maar is wel een belangrijk verankeringspunt voor het stadscentrum. De as station-Kerkstraat-Zeedijk vormt nog steeds het belangrijkste structuurbepalend element in het commercieel kerncentrum. Het centrumgebied gelegen ten westen van de Kerkstraat en ten noorden van de Molenstraat heeft zich commercieel sterk ontwikkeld met als gevolg dat dit winkelgebied ook structureel sterk bepalend is geworden voor het handelscentrum. Het deel ten oosten van de Kerkstraat en ten zuiden van de Langestraat heeft een heel sterke woonfunctie. De zone rond de Casino tenslotte, het gebied Hoogstraat-Langestraat en Casinoplein is met zijn cafés, restaurants en dancings eerder gericht op het uitgaansgebeuren. Het winkelgebied is goed verankerd binnen de aanpalende zones; er is een sterke interactie met deze andere zones. In feite kunnen we het stadscentrum typeren als een bandstrook parallel aan de kust met diverse activiteiten zijnde van west naar oost:
• •
de sportieve-recreatieve en watergebonden activiteiten rondom de jachthaven; de recreatieve activiteit in het Leopoldpark; de horecavoorzieningen langs de Leopoldstraat; de overgang van woon- naar winkelfunctie tussen de Leopold- en de Weststraat; en de open ruimte en parkeerfunctie van de Grote Markt; het winkelcentrum gelegen tussen de Weststraat en het Casinoplein; uitdeining van het winkelcentrum vanaf het Casinoplein met een geleideijke overgang naar woongebied; de rustige omgeving van de St.-Rochuskerk met hoofdzakelijk een verblijfs- en woonfunctie.
Deze lineaire structuur is meer dan louter een aaneenkoppeling van afzonderlijke entiteiten. De sterkte wordt gehaald uit de overlappingen van de diverse activiteiten. Hierdoor worden de overgangen tussen de diverse functies als vanzelfsprekend ervaren. In deze strook zitten momenteel echter nog enkele hiaten: •
•
De verbinding van de jachthaven naar het winkelcentrum verloopt door een woonwijk. Structureel gezien zorgt de Consciencestraat voor de beste verbinding tussen deze twee gebieden. Deze straat karakteriseert zich momenteel in hoofdzaak als woonstraat. Het zou interessant kunnen zijn het aanbod van deze straat te verhogen ten einde de verbinding tussen de jachthaven en het stadscentrum te bevorderen en aangenamer te maken. De omgeving van het Casinoplein, de Hoogstraat en het hierop aansluitende deel van de Langestraat heeft weinig te bieden en geeft een onderkomen beeld. Voor de toeristen is deze buurt dan ook weinig uitnodigend. Om een vlotte verbinding tussen het winkelcentrum en het ingerichte grote Casinoplein te bewerkstellingen dient het aanbod en de infrastructuur in de omgeving te verbeteren.
Het recent aangelegde wandelpad aan de Graaf Jansdijk zou deze activiteitenstrook verder kunnen aanvullen. Verder zou deze verbinding nog meer oostelijk kunnen uitgewerkt worden zodat toeristen enerzijds vanuit het stadscentrum naar de diverse attractiepolen geleid worden en anderzijds van daaruit als vanzelf naar het stadscentrum worden gebracht.
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 39
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Op microniveau beschouwd, wordt een zeer hoge bebouwingsdichtheid vastgesteld in het stadscentrum. De straten zijn smal en de gebouwen hebben gemiddeld 3 à 4 bouwlagen. Door achterliggende bijgebouwen is er omzeggens geen open ruimte binnen in de bouwblokken. De open ruimte is beperkt tot enkele pleinen en parken, m.n. het Casinoplein, het Sint-Rochusplein, het Manitobaplein en de Grote Markt.
De Marié-Joselaan, de Prinsen- en de Astridlaan vormen de belangrijkste noord-zuid verbindingen tussen de kustweg (Koning Albert I-laan) en de J. De Troozlaan/A. Ruzettelaan. Doorheen de oostelijke zijde van het Oostkwartier loopt een voetgangerspad dat vervolgt binnen de Duinenwijk. Ter hoogte van de A. Ruzettelaan geeft het wandelpad verbinding op de duinen.
3.3.2
3.3.3
Oostkwartier
Jachthaven
Figuur 26
Figuur 27
Het Oostkwartier wordt afgebakend door de J. De Troozlaan en de Koning Albert-I laan, zijnde twee wegen met een breed straatprofiel.
De jachthaven zelf is een tweeledige structuur met:
Het westen van dit stadsdeel typeert zich als een coherente woonwijk bestaande uit bel-etage woningen. De woningen hebben een vrij uniforme architectuur met voortuintjes en zijn van vrij recente datum.
• •
Het oostelijk deel kenmerkt zich veeleer door vrijstaande bouwvolumes. Het betreft in hoofdzaak openbare dienstverleningsfuncties en toeristisch-recreatieve functies gericht op gemeentelijk/regionaal niveau (Ministerie van Financiën, schoolgebouwen RMS, Noordzeezwembad, SeaLife Center). Het Oostkwartier heeft geen commerciële, openbare dienstverlening noch recreatieve functies gericht op het functioneren als woonwijk. Langsheen de A. Ruzettelaan en de Astridlaan staan verscheidene hoge appartementsgebouwen en enkele lagere aaneengesloten appartementsblokken. De gebouwen van het oostelijk deel zijn omgeven door open ruimtes met een recreatieve en/of parkeerfunctie. De parkings zijn vrij versnipperd. Ingesloten door bebouwing ligt een omvangrijk braakliggend gebied; het wordt geleidelijk verder verkaveld. In de huidige beleidscontext zal het braakliggend gebied verder ingevuld worden als woonzone met hetzelfde stedenbouwkundig concept als het westelijk deel.
het zuidelijk deel met ligplaatsen het gedeelte langs de Franchommelaan. Doordat dit deel kleiner, ingebed ligt in een omvangrijk openbaar domein en direct toegankelijk is vanaf de kade, biedt het veel mogelijkheden voor toeristischrecreatieve uitbouw.
Rondom de jachthaven situeren zich gesloten, hoge wanden van appartementsgebouwen, gericht op het water. Het Leopoldspark is een attractieve open ruimte met recreatieve functies. Het vormt een schakel tussen de open ruimte van de jachthaven en het intieme stadscentrum. Ter hoogte van het Leopoldspark zijn de wanden middelhoog en is de bebouwing er met woon- en horecafuncties gericht op het park en het openbaar domein. De Paravang/paravent, een historisch waardevol gebouw, heeft een recreatieve functie als zitruimte en onderhoudt relaties zowel met deel 2 van de jachthaven als met Leopoldspark. Het woongebied aan de zuidzijde van de Koninklijkelaan heeft door de barrièrewerking van de dijk geen band met de jachthaven. Aan de westzijde is er jachthavengebonden bedrijvigheid; de huidige architecturale kwaliteiten zijn aanvaardbaar in een toeristisch kader. Achter deze bedrijvigheid en ermee verbonden is er een zone van (openlucht) berging. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 40
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Het openbaar domein rond de haven doet in hoofdzaak dienst als parking. Het heeft een versnipperd en desolaat voorkomen. Het wandelpad rond de haven is vrij lang en monotoon in beleving. Het water vormt hierdoor een fysische barrière voor de recreatieve beleving zowel ter hoogte van de Zeedijk als ter hoogte van het Havenplein. Ook de Vuurtoren en omgeving lijken in hun toeristisch-recreatieve potenties te weinig benut. De aansluiting met het stadscentrum is als volgt: • • • • •
hoek Consciencestraat-De Smet de Naeyerlaan en Leopoldstraat heeft scharnierfunctie De Smet de Naeyerlaan, aansluiting tussen twee open ruimtes, breder dan Consciencestraat, oogt derhalve belangrijker Consciencestraat: dualiteit wonen en handelspanden; openbaar domein vraagt om herinrichting in functie van haar functie Parkstraat: aantrekkelijke woonstraat Vanderstichelenstraat: aanzet tot een typische restaurant-straat
De jachthaven in zijn totaliteit kan als een gebied met onderbenutte toeristisch-recreatieve potenties beschouwd worden.
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 41
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
4
4.1 4.1.1
Planningscontext
Vlaams niveau Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen
Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen werd vastgesteld door de Vlaamse Regering op 23 september 1997. De bindende bepalingen werden bekrachtigd door het Vlaams Parlement op 19 november 1997. De Vlaamse regering beoogt door de opmaak van een structuurplan voor Vlaanderen de versnippering van de open ruimte tegen te gaan en het stedelijk weefsel te herwaarderen. De ruimtelijke visie op Vlaanderen wordt schematisch weergegeven in Figuur 28. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen bepaalt de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de voor Vlaanderen structuurbepalende componenten, met 2007 als planhorizon. Deze componenten zijn door het Vlaamse niveau geselecteerd. Het betreft de stedelijke gebieden en stedelijke netwerken, het buitengebied, de gebieden van economische activiteiten en de lijninfrastructuur. Onderstaande zijn de belangrijkste aspecten en bepalingen van het RSV voor Blankenberge.
•
Stedelijke gebieden Het stedelijk gebiedbeleid is gericht op een versterking van deze gebieden door: het stimuleren en concentreren van activiteiten; het vernieuwen van de stedelijke woon- en werkstructuur door strategische stedelijke projecten; het ontwikkelen van nieuwe woningtypologieën en kwalitatieve woonomgevingen; het leefbaar en bereikbaar houden van stedelijke gebieden door andere vormen van stedelijke mobiliteit en door een locatiebeleid; het verminderen van het ongeordend uitzwermen van functies. In de bindende bepalingen wordt een selectie van stedelijke gebieden gemaakt waarin Blankenberge geseleerd wordt als kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau. De kleinstedelijke gebieden op provinciaal niveau worden in de provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen afgebakend. De Kust is bepaald als één van de stedelijke netwerken op Vlaams niveau omwille van de toeristisch-recreatieve voorzieningen en potenties van nationale betekenis, de aanwezigheid van stedelijke gebieden op korte afstand en een natuurlijke structuur van internationale betekenis zich uitstrekkend van Frankrijk tot in Nederland. De rol van dit gebied ligt hoofdzakelijk in de kustgebonden toeristischrecreatieve ontwikkeling. Ook de maritieme transportfunctie is belangrijk.
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 42
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
•
Buitengebied Voor het buitengebied wil het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen een beleid ontwikkelen waarbij de essentiële functies (landbouw, natuur, bos, wonen en werken op het niveau van het buitengebied) worden gevrijwaard en versterkt.
Hierbij worden volgende doelstellingen vooropgesteld:
het vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies (landbouw, natuur, bos, wonen en werken op het niveau van het buitengebied); het tegengaan van de versnippering van het buitengebied; het wonen en werken gebundeld in de kernen van het buitengebied; het inbedden van landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehelen; het bereiken van een gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit; het afstemmen van het ruimtelijk beleid en het milieubeleid op basis van het fysisch systeem; het bufferen van de natuurfunctie in het buitengebied.
Voor Blankenberge is inzake bepalingen voor het buitengebied van bijzonder belang de afbakening van:
grote eenheden natuur en grote eenheden natuur in ontwikkeling. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen selecteert als belangrijkste accenten voor een gebiedsgericht ruimtelijk beleid voor de natuurlijke structuur in West-Vlaanderen onder meer de kustmilieus; agrarisch gebied met differentiatie van de agrarische bebouwingsmogelijkheden; natuurverwevingsgebied.
•
gedefinieerd. Dit wordt gebruikt als referentie bij de beoordeling van de landschappelijke impact van ruimtelijke ingrepen; recreatie en toerisme: naast het recreatief medegebruik wordt een onderscheid gemaakt tussen hoogdynamische toeristisch recreatieve infrastructuur (brengt grote veranderingen met zich mee in de omgeving) en laagdynamische recreatieve infrastructuur (brengt weinig veranderingen in de omgeving met zich mee). Hoogdynamische functies kunnen in het buitengebied onder strikte randvoorwaarden in zones van primair belang toegestaan worden. Dit kan binnen toeristisch-recreatieve knooppunten of netwerken van toeristisch-recreatief belang, aangeduid in provinciale of gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen.
Economische activiteiten Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wil de economische activiteiten bundelen in economische knooppunten. Dit zijn:
stedelijke gebieden; poorten (zeehavens, luchthavens, HST); specifieke economische knooppunten.
Blankenberge is als kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau bijgevolg ook een economisch knooppunt. Verder heeft het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen een selectie gemaakt van de poorten. Voor West-Vlaanderen zijn dit de zeehavens Zeebrugge en Oostende en de luchthaven Oostende. In Oostende dient de samenhang tussen de regionale luchthaven en de zeehaven geoptimaliseerd te worden. Een internationaal georiënteerd multimodaal logistiek park wordt voorzien in het havengebied van Zeebrugge. Dit wordt overwogen voor Oostende.
Verder geeft het RSV de ontwikkelingsperspectieven voor landschap, en recreatie en toerisme:
op Vlaams, provinciaal en gemeentelijk niveau kunnen op indicatieve wijze elementen en componenten van landschappen worden @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 43
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
•
Lijninfrastructuren Het versterken van alternatieven voor het autoverkeer, het optimaliseren van het wegennet en een mobiliteitsbeleid gericht op beheer van het verkeer zijn de mobiliteitsdoelstellingen in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.
Er wordt in het Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen ervoor geopteerd de AX niet te verlengen tussen N31 (Brugge – Blauwe Toren) en A18/E40 (Jabbeke). De afwikkeling van het toeristisch verkeer van en naar de oostkust tussen Oostende en Zeebrugge via de als primair II geselecteerde wegen N377 (Jabbeke – N9), N9 (Bredene – Brugge) en de N371 (Blankenberge – Blauwe Toren) wordt verbeterd door specifieke maatregelen.
Wegen Het optimaliseren van de wegen gebeurt door een categorisering met aanduiding van de gewenste functie en inrichting van de weg. Voor Blankenberge binnen zijn regionale context is de selectie van de volgende wegen in het Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen belangrijk:
primaire wegen II met een verzamelfunctie op Vlaams niveau: niet limitatieve selectie, met o.m.: N371 van AX (Brugge) tot de Zeebruggelaan (Blankenberge) N34 en N34b van N31 (Zeebrugge) tot havenweg Oost havenweg Oost: te ontwerpen van N34b (Zeebrugge) tot AX
Spoorwegen Voor het spoorwegennet wordt eveneens een categorisering vooropgesteld.
Hoofdwegen met als hoofdfunctie het verbinden op internationaal niveau: A10 (Jabbeke – Gent – Brussel) A11 (N49 Westkapelle – Antwerpen op te waarderen) A17 (Brugge – Doornik) A18 (Jabbeke – Veurne – Frankrijk AX (N31 Brugge Blauwe Toren tot N49/A11 Westkappelle) nog te onwerpen primaire wegen I met als hoofdfunctie het verbinden op Vlaams niveau: A10 (Jabbeke – rondpunt Oostende) N31 (Brugge – haven Zeebrugge)
secundaire wegen: te selecteren in provinciale ruimtelijke structuurplannen
De internationale verbinding Keulen – Brussel – GentBrugge – Oostende – (Londen) wordt geselecteerd als hoofdspoorweg voor personenvervoer. De spoorlijn Blankenberge – Brugge maakt geen deel uit van het geselecteerde hoofdspoorwegennet. Onder meer Brugge en Oostende zijn geselecteerd als hoofdstation. Uitbreiding van de capaciteit wordt voorzien op de lijn Brugge en Gent (lijn 50A). 4.1.2
Gewestplan en gewestplanwijzigingen
Blankenberge is opgenomen in het gewestplan Brugge-Oostkust vastgelegd in het K.B. van 07.04.1977. Een gewestplanwijziging vastgelegd bij Ministerieel Besluit van 19 september 1996, gaf aan diverse gebieden gelegen in de Uitkerkse Polder een nieuwe bestemming (Figuur 29): • •
enkele gebieden voorheen bestemd als landschappelijk waardevol agrarisch gebied worden herbestemd tot natuurgebieden; een gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen wordt deels bestemd als natuurgebied en deels als landschappelijk waardevol agrarisch gebied. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 44
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Algemeen kan gesteld worden dat de bestemmingen van het gewestplan in grote mate als dusdanig zijn uitgebouwd. Figuur 30 geeft de aandachtspunten inzake de huidige functie en de bestemming op het gewestplan weer. De nummers verwijzen naar onderstaande lijst.
10. Bestemming woonuitbreidingsgebied door inplanting van vakantiecentrum Floréal niet langer opportuun; gedeeltelijk opgenomen in het project Zeebos (deel nog niet in uitvoering). 11. Niet volledig gerealiseerd woongebied; ontwikkelingsconcept uitgezet in B.P.A. Oostkwartier (par. 4.3.3).
Deze aandachtspunten omvatten: • • • • • •
Zonevreemde bedrijfsactiviteit; Potentieel zonevreemde woningen; Potentieel zonevreemde sport- en recreatieve infrastructuren; Bestemming van het gewestplan nog niet of niet volledig gerealiseerd; Realisatie van het gewestplan in uitvoering; Bestemming van het gewestplan in de huidige context niet langer aangewezen
De aandachtspunten betreffen: 1. De jachthavengebonden bedrijvigheid bevindt zich in de bestemmingen parkgebied en gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen. 2. Verkaveling binnen woonuitbreidingsgebied in uitvoering. 3. Niet volledig gerealiseerde uitbouw van het kerkhof. 4. Niet volledig gerealiseerde uitbouw van woon- en woonuitbreidingsgebied. 5. Zonevreemde bedrijvigheid. 6. Volledige uitbouw van de zone voor bedrijvigheid in uitvoering. 7. Bestemming parkgebied van de Wielen niet gerealiseerd; gedeeltelijk woonfunctie. 8. Bestemming toeristisch recreatiepark niet gerealiseerd; project Zeebos in uitvoering; 9. Niet volledig gerealiseerd gebied voor verblijfsrecreatie; uitbouw als Zeebos (deel nog niet in uitvoering).
Voor de concrete afbakening van (nog) niet gerealiseerde woon- en woonuitbreidingsgebieden wordt verwezen naar Figuur 42; paragraaf 4.2.4.9 omvat een gedetailleerde analyse van de invulling van deze gebieden. De problematiek van zonevreemde woningen en zonevreemde bedrijven wordt in detail behandeld in respectievelijk par. 3.2.6.7 en par. 3.2.10.3. 4.1.3
Vogelrichtlijn
In 1979 werd door de Europese Gemeenschap de Richtlijn 79/409/EEG inzake het behoud van de vogelstand uitgevaardigd, beter bekend als de Vogelrichtlijn. Het doel ervan is de instandhouding van alle natuurlijk in het wild levende vogelsoorten op het Europese grondgebied van de lidstaten te bevorderen. In Vlaanderen werden in 198811 in uitvoering van deze richtlijn een aantal Speciale Beschermingszones, Vogelrichtlijngebieden of kortweg SBZV genoemd, aangeduid. Sindsdien werden een aantal wijzigingen doorgevoerd12. Binnen Blankenberge zijn de Uitkerkse Polder, de Fonteintjes, de zone tussen de Koninklijkelaan en de Zeebruggelaan (Zeebos) opgenomen in Vogelrichtlijngebied (Figuur 31). Het Volgerichtlijngebied omvat tevens een verbinding tussen de kuststrook en de Uitkerkse Polder aan de rand van het stedelijk gebied.
11
Besluit van de Vlaamse Executieve van 17.10.1988
12
Besluit van de Vlaamse Regering van 20.09.1996, van 23.06. 1998 (publicatie BS 25/7/1998) en van 17.07.2000 (publicatie BS 31/08/2000). @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 45
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
4.1.4
Habitatrichtlijn
Op 21 mei 1992 werd de Europese Richtlijn 92/43/EEG, inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (zogenoemde 'Habitatrichtlijn'), uitgevaardigd. Deze richtlijn heeft tot doel de biodiversiteit in de lidstaten te behouden en streeft naar de instandhouding én het herstel van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna die hiervan deel uitmaken. Samen met de vogelrichtlijngebieden vormen de habitatrichtlijngebieden een samenhangend ecologisch netwerk van speciale beschermingszones, Natura 2000 genaamd. In uitvoering van de Habitatrichtlijn zijn momenteel in Vlaanderen bij Beslissing van de Vlaamse Regering van 4 mei 2001, 38 Speciale Beschermingszones, of kortweg SBZ-H, aangeduid. Bij besluit van de Vlaamse regering ‘tot vaststelling van de gebieden diein uitvoering van artikel 4, lid 1, van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna aan de Europese commissie zijn voorgesteld als speciale beschermingszones’ van 24 mei 2002 werden deze gebieden nogmaals bekrachtigd.
Het Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk, dat de natuurgebieden van het VEN zoveel mogelijk met elkaar zal verbinden en ondersteunen, zal later worden afgebakend. Binnen het VEN zijn de artikelen 25 en 26 van het natuurdecreet van toepassing : geen wijziging van vegetatie en van kleine landschapselementen behalve indien ontheffing is verleend in een natuurrichtplan of bij individuele beslissing door de Vlaamse administratie bevoegd voor natuurbehoud, dit is de afdeling Natuur van de Administratie voor Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer (AMINAL). 4.1.6
Duinendecreet
Bij decreet van 14 juli 1993 werd de wet op het natuurbehoud van 12 juli 1973 aangevuld met maatregelen ter bescherming van duingebieden en voor de duingebieden belangrijke landbouwgebieden. Het besluit van de Vlaamse regering van 15 september 1993 met betrekking tot de aanduiding van beschermde duingebieden en voor het duingebied belangrijke landbouwgebieden werd bij decreet van 26 januari 2004 bekrachtigd. Bij de besluiten van 16 november 1994 en 4 oktober 1995 werden de gebeiden definiteif vastgelegd. Op het grondgebiid van Blankenberge zijn geen zones aangeduid in het kader van het duinendecreet.
In Blankenberge zijn grote delen van de Uitkerkse Polder en de Fonteintjes ogenomen in Habitatrichtlijngebied (Figuur 31).
4.1.5
Vlaams Ecologisch Netwerk
Op 27 juni 2003 keurde de Vlaamse regering het voorontwerp van besluit betreffende de eerste selectie van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) goed. In de VEN-gebieden komen natuurbehoud en –ontwikkeling op de eerste plaats. Het VEN is opgebouwd uit ‘Grote Eenheden Natuur’ (GEN) en ‘Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling’ (GENO). In Blankenberge betreft de eerste selectie van het Vlaams Ecologisch Netwerk de natuurgebieden van de Uitkerse Polder en de Fonteintjes (Figuur 31). @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 46
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
4.2
Provinciaal niveau
4.2.1
Provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen
Het Ruimtelijk Structuurplan van de provincie West-Vlaanderen werd vastgesteld bij Ministerieel Besluit van 6 maart 2002. De visie en doelstellingen geformuleerd in het RSV worden overgenomen en uitgewerkt in het PRS-WV. Het hoofdaccent wordt gelegd op de ruimtelijke verscheidenheid in de provincie, een verscheidenheid die de provincie wenst te behouden en zelfs te versterken. Figuur 32 geeft de gewenste ruimtelijke structuur van West-Vlaanderen weer. Blankenberge situeert zich zowel binnen het stedelijk netwerk van de Kust als in de Oostelijke Polderruimte. De Kustruimte wordt een versterking en ontwikkeling van de toeristischrecreatieve functie toegewezen. Bijzondere aandacht gaat hierbij naar de bescherming van de natuurlijke structuur en naar het voorzien van ruimte voor de eigen woningbehoefte. Daarnaast heeft de Kustruimte een belangrijke maritieme transport- en distributiefunctie rond de poorten. Volgende elementen zijn er bepalend: • • • • • •
Zee-strand-duinen als drager van natuur en toerisme en recreatie. ‘Kralensnoer’ van badplaatsen als multifunctionele, complementaire knooppunten. Open-ruimteverbindingen als landschappelijke garantie voor ‘kralensnoer’ en natuurlijke structuur. Luchthaven en zeehavens als economische poorten op het Vlaamse niveau. Koninklijkelaan - kusttram als snoer tussen de kralen. Een dubbele kamstructuur als aanzet voor een goede bereikbaarheid.
Voor de Oostelijke Polderruimte benadrukt het PRS-WV het belang van deze agrarische structuur. De verwevenheid van natuurlijke structuur en grondgebonden landbouw in delen van deze ruimte moet de openheid behouden en versterken. Het beperkt toeristisch-recreatief medegebruik
is complementair met de Kustruimte en situeert zich vooral langs de bestaande kanalenstructuur. De aaneengesloten open ruimte functioneert als buffer tegen de verstedelijking van de kustband landinwaarts en tegen uitbreiding van de Brugse kernstad zeewaarts. Volgende elementen zijn er bepalend: • • •
Lineaire bakens (kanalen - wegen - bomenrijen) als multifunctionele dragers. Stedelijke gebieden aan de randen van de deelruimte voor concentratie van dynamische activiteiten. Grote aaneengesloten open ruimten met natuurcomplexen en grondgebonden landbouwgebieden.
Als stedelijk gebied binnen het stedelijk netwerk van de Kust ligt de rol van Blankenberge vooral in de bundeling van wonen, werken, voorzieningen en toeristisch-recreatieve ontwikkeling. Het heeft een regionaal verzorgende rol voor het ommeland met stedelijke voorzieningen en een economische structuur. Inzake woonaanbod wordt aan Blankenberge als kleinstedelijk gebied een pakket toegewezen van 1250 bijkomende woongelegenheden te realiseren binnen het stedelijk gebied en in de periode 1991-2007. Dit pakket is 80 % van de geraamde behoefte. Een reserve van 20 % van de geraamde bijkomende behoefte wordt op provinciaal niveau gehouden en kan toegewezen worden aan gemeenten op basis van specifieke criteria, en onder meer gestaafd door het gemeentelijk woonbehoeftenonderzoek. Het reservepakket wordt ook ingezet bij de invulling en detaillering van strategische projectgebieden Inzake natuurlijke structuur is voor Blankenberge vooral van belang de aanduiding als natuuraandachtszone van het geheel van Uitkerkse Polder, Fonteintjes en Zeebos. Een natuuraandachtszone is een samenhangende zone waarbinnen het Vlaams niveau de grote eenheden natuur, grote eenheden natuur in ontwikkeling en natuurverwevingsgebieden nog moet afbakenen. De provincie heeft de taak deze gebieden te verbinden met natuurverbindingsgebieden en ecologische infrastructuur van @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 47
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
bovenlokaal belang. Andere activiteiten zoals beroepslandbouw blijven mogelijk. Het PRS-WV selecteert de Blankenbergse Vaart en de Dijk Brugge-Blankenberge als respectievelijk natte en droge ecologische infrastructuur. Inzake gewenste agrarische structuur worden de polders van Blankenberge aangeduid binnen een groot aaneengesloten gebied waar grondgebonden landbouw moet behouden en versterkt worden. De landbouwsector kan er gebiedsgericht actieve taken opnemen op het vlak van toerisme en recreatie en landschaps- en natuurbeheer. Aan de west- en de oostzijde van Blankenberge worden open ruimte verbindingen aangeduid. Inzake gewenste structuur van de bedrijvigheid wenst het PRS-WV in de kleinstedelijke gebieden een aanbodbeleid van regionale bedrijventerreinen te voeren dat in verhouding staat tot het schaalniveau van het stedelijk gebied. Specifiek voor de economische knooppunten van de kust, waartoe ook Blankenberge behoort, worden deze ontwikkelingen beperkt. Het accent wordt hier gelegd op het toeristisch-recreatief aanbod. Blankenberge krijgt in de plaats van regionale bedrijvigheid een strategisch project toegewezen13.
Inzake behoefte aan nieuwe bedrijventerreinen, wordt aan Blankenberge een basispakket van 5 ha toegewezen. Dit wordt gerealiseerd in de uitbreiding van het bedrijventerrein aan de Brugsesteenweg met 9 ha. Blankenberge krijgt daarmee een extra 4 ha toegewezen uit het provinciaal reservepakket.
Binnen de knooppunten van stedelijke gebieden en jachthavens kunnen nieuwe toeristisch-recreatieve voorzieningen worden gebundeld. Bestaande voorzieningen kunnen uitbreiden. De ontwikkelingen voor toerisme en recreatie worden binnen de afbakening van het stedelijk gebied, inclusief de strategische projectgebieden, voorzien. Het PRS-WV selecteert het Zeebos als openluchtrecreatieve groene ruimte, waar nauw contact is met de natuur en dynamische infrastructuur mogelijk is. De Koninklijkelaan tenslotte wordt geselecteerd als een toeristisch-recreatief lijnelement dat zorgt voor een aangename verplaatsing van bezoekers binnen het netwerk. Het PRS-WV geeft een beleidskader aan voor kleinschalige toeristischrecreatieve plattelandsactiviteiten. In het toeristisch-recreatief netwerk van de kust, waartoe Blankenberge behoort, is het verstrekken van logies enkel mogelijk binnen actieve hoeves en beschermde en/of merkwaardige gebouwen. Leegstaande en niet-actieve hoeves mogen aangewend worden voor een laagdynamisch toeristisch attractiepunt. Tenslotte omvat het PRS-WV ook een beleidskader inzake strandconstructies. De mogelijkheid voor het oprichten van tijdelijke of permanente constructies is afhankelijk van een specifieke zonering van het strand. Er worden twee zones onderscheiden op basis van bebouwing, dijk, duinen en ontsluiting. Op het strand aanpalend aan de dijk en de aaneengesloten bebouwing zijn commercieel-recreatieve voorzieningen en openbaar toegankelijke voorzieningen toegestaan. In de zone zonder bebouwing (t.h.v. de duinen) zijn de bebouwingsmogelijkheden sterk beperkt, namelijk tot tijdelijke constructies voor reddingsdiensten en gezinscabines. De Provincie zal een ruimtelijk uitvoeringsplan opmaken.
Blankenberge maakt deel uit van het toeristisch-recreatief netwerk van de kust (primair belang) dat getypeerd wordt als een verstedelijkt netwerk met waardevolle delen open ruimte.
Inzake verkeer en vervoer is voor Blankenberge van bijzonder belang:
13
Een strategisch project wordt gedefinieerd als: “Project met een integraal karakter (ruimtelijk, economisch-sociaal). Het project werkt als een stimulans voor vernieuwing en heeft een voorbeeld- en signaalfunctie voor delen buiten het strategisch projectgebied. Door zijn functionele, ruimtelijke en administratieffunctionele complexiteit overstijgt een dergelijk project het lokale niveau.”
Het behoud van een dubbele kamstructuur voor een goede bereikbaarheid De selectie als secundaire weg categorie I: de N34 van het kruispunt de Smet de Naeyerlaan te Wenduine tot het kruispunt Vredelaan te Blankenberge. Deze categorie heeft als hoofdfunctie het verbinden op bovenlokaal niveau voor alle vervoersmodi. De inrichting is deze @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 48
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
van weg met gescheiden verkeersafwikkeling; doortochten in de bebouwde kom. De selectie als secundaire weg categorie II: de N34 van het kruispunt Vredelaan tot de N31 te Zeebrugge en de N371 van het kruispunt van de N335 tot de N34. Bij deze categorie primeert de verzamelende en ontsluitende functie voor de verschillende vervoersmodi op bovenlokaal niveau. De inrichting is deze van weg met gescheiden verkeersafwikkeling; doortochten in de bebouwde kom. de selectie van de spoorlijn Brugge-Blankenberge bij het spoorwegennet op regionaal niveau met het station als knooppunt voor regionaal vervoer. Het regionale spoorwegennet functioneert als toevoer naar het hoofdspoorwegennet (o.m. lijn Brugge-Gent-Brussel) en als verbindend net voor regionale verplaatsingen. De opname van de kusttram in een kamvormige ontsluiting van de kust in combinatie met het spoor.
risch gebied en woongebied dat deel uitmaakt van de bestaande camping in een zone voor verblijfsrecreatie. De gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen voor terreinen van openluchtrecreatie werden opgemaakt in opdracht van de Vlaamse provincies. Op het ogenblik dat het provinciaal ruimtelijk structuurplan van een provincie wordt goedgekeurd kan deze provincie zelf ruimtelijke uitvoeringsplannen opmaken en neemt de provincie de bevoegdheid voor de plannen voor terreinen van openluchtrecreatie, over van de Vlaamse regering. De provincie West-Vlaanderen beschikt over een goedgekeurd provinciaal ruimtelijk structuurplan.
Inzake landschappelijke structuur onderscheid het PRS-WV landschapseenheden en structurerende landschapselementen. De Uitkerkse Polder worden geselecteerd als gaaf landschap, met een uitgesproken relictwaarde en samenhang tussen landschapskenmerken. Het beleid is hier gericht op het behouden en versterken van de traditionele kenmerken. De Blankenbergse Vaart wordt aangeduid als structurerend lineair element. Aan de westzijde en oostzijde van Blankenberge worden openruimte verbindingen aangeduid waar de continuïteit van de open ruimte tussen zee-strand en polders dient behouden te blijven. Voor de structurerende elementen is het beleid gericht op het behoud en versterken van de visuele kwaliteit en herkenbaarheid en het tegengaan van versnippering.
4.2.2
Ruimtelijk uitvoeringsplan voor openluchtrecreatieve terreinen
Binnen Blankenberge werden twee gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen opgemaakt met betrekking tot de problematiek van terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven, met name voor camping de Wielen en camping Bonanza III (M.B. 5/07/2002; B.S. 2/10/2002) (Figuur 34). Het betreft in beide gevallen de herbestemming van een kleine zone agra@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 49
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
• 4.3 4.3.1
Gemeentelijk niveau Inleiding
De stad Blankenberge een vaststaande traditie om continu met een ruimtelijk beleid actief bezig te zijn. In lijn met de continue ruimtelijke beleidsvoering werden parallel met de opmaak van het ruimtelijk structuurplan negen B.P.A.’s herzien of opgemaakt, en werden het mobiliteitsplan en het strategisch-commercieel plan opgesteld. Tevens wordt continu gewerkt aan kernprojecten, zoals het Zeebos, en wordt een gronden- en pandenbeleid gevoerd in functie van o.m. wooninbreiding en ontpitting. Bepaalde visies die ontwikkeld zijn in het ruimtelijk structuurplan, zijn inmiddels vertaald naar concrete uitvoeringsmaatregelen, o.m. in stedenbouwkundige voorschriften, en leiden tot ruimtelijk kwalitatieve realisaties.
•
• • • • • • •
4.3.2
Algemeen plan van aanleg
4.3.2.1 Algemeen Plan van Aanleg 1949
Reeds in 1949 werd een algemeen plan goedgekeurd (zie figuur 31) voor het grondgebied van de deelgemeente Blankenberge In de jaren 90 werd gewerkt aan een herziening en uibreiding met de deelgemeente Uitkerke van dit APA Een ontwerp algemeen plan van aanleg werd opgemaakt in 1994 door de Westvlaamse Intercommunale voor Technisch Advies en Bijstand voor Ruimtelijke Ordening (WITAB). Teneinde bepaalde ruimtelijke aspecten meer diepgaand te onderzoeken en het gemeentelijk ruimtelijk beleid af te stemmen op het beleid vastgesteld in de ruimtelijke structuurplannen op Vlaams en provinciaal niveau, werd het A.P.A. niet vastgelegd. Het ontwerp A.P.A. heeft als hoofdkenmerken:
4.3.3
de bebouwing gaat van een woonkerngebied, een woongebied met hoge dichtheid naar een woongebied met residentieel karakter; de campings aan oostelijke zijde worden aangeduid als openluchtrecreatieve zones met nabestemming recreatief verblijfsgebied (ten westen van de Duinse Polders) en openluchtrecreatieve verblijfszone; de campings ten zuiden van de Zeebruggelaan krijgen de nabestemming woonreservegebied; in het oosten wordt een nieuwe buurtweg voorzien die de grens vormt tussen het woonreservegebied en het agrarisch gebied; het Zeebos, de Uitkerkse polder en de Blankenbergse Vaart krijgen aparte aanduidingen; het woongebied met residentieel karakter wordt uitgebreid tot aan het kerkhof; de winkels langs de Brugsesteenweg en het autokerkhof Lapin worden opgenomen in een bedrijvengebied; er is een reservegebied voor bedrijven voorzien waarin het tuincentrum AVEVE is opgenomen; in de polders aan oostelijke zijde van de Brugsesteenweg worden zones aangeduid waarvoor een recreatiefaanleg groengebied wordt voorzien. Bijzondere plannen van aanleg
Op Figuur 34 worden de B.P.A.'s van Blankenberge weergegeven. Alle bestaande B.P.A.’s dateren van na de vaststelling van het gewestplan. Een besluit van de Vlaamse regering van 20 april 2001 bepaalt dat er geen gemeentelijke plannen van aanleg of delen van gemeentelijke plannen van aanleg die goedgekeurd zijn voor de inwerkingtreding van het besluit of de besluiten tot vaststelling van het gewestplan met betrekking tot hetzelfde plangebied, en die daarna niet meer gewijzigd zijn, behouden worden in het plannenregister van de gemeente Blankenberge. De bestaande B.P.A.’s zijn grotendeels gerealiseerd. Parallel met de opmaak van het structuurplan werden zes B.P.A.’s in herziening gesteld en werden drie nieuwe B.P.A.’s opgemaakt. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 50
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
In het richtinggevend en bindend gedeelte wordt uitvoerig ingegaan op de concrete objectieven en de uitwerking van de B.P.A.’s als uitvoeringsmaatregelen van het ruimtelijk structuurplan. In het kader van de inventarisatie van het gevoerd beleid wordt hier volstaan met een beperkte toelichting bij de belangrijkste aandachtspunten en objectieven.
Volgende B.P.A.’s zijn inzake bestemmingen gerealiseerd. De stedenbouwkundige voorschriften bieden thans voldoende mogelijkheden om een goed ruimtelijk beleid te voeren: • • • •
B.P.A. 8 Zeedijk B.P.A. S7 De Trooz-laan B.P.A. 10 Waterkasteel B.P.A. S9 Centrum
De hiernavolgend beschreven B.P.A.’s werden parallel aan het structuurplan opgemaakt, hetzij (gedeeltelijk) in herziening gesteld.
De bestaande structuur wordt omstandig beschreven in par. 3.3.2. De gewenste ruimtelijke structuur van het Oostkwartier wordt beschreven in deel III, par. 5.8.2. Het B.P.A. geeft uitvoering aan deze visie.
BPA 5 Westkwartier – M.B. 1/12/2000 De huidige functie van het gebied is sport en recreatie (tennisvelden en wijkpark). Het BPA voorziet naast de recreatieve functies ook de mogelijkheden voor een ondergrondse parking en tuinen. Conform de visie geformuleerd in het structuurplan m.b.t. buurtcentra wordt de recreatieve functie in het BPA bestendigd.
BPA 12 Dorpskom Uitkerke – M.B. 29/11/2000 Het BPA betreft onder meer een gerealiseerde verkaveling. De herziening betreft in hoofdzaak de bijsturing van het BPA aan de concrete situatie.
Het structuurplan in opmaak was hierbij richtinggevend. De meeste zijn hiervan inmiddels bij Ministeriel Besluit goedgekeurd. Onderstaande geeft een beperkte beschrijving van de krachtlijnen. In het richtinggevend deel wordt uitvoerig ingegaan op de ruimtelijke visie van de betreffende stadsdelen.
BPA 17 Grote Markt – M.B. 19/01/2001
BPA 1 Oostkwartier – M.B. 03/05/2002
B.P.A. 22 Reigerpad – M.B. 1/12/2000
Het vorig B.P.A. voorzag in een verdere invulling van het woongebied conform de bestaande woontypologie. De potenties van deze centrale locatie werden hierdoor niet ten volle benut.
Voor het gebied is een goedgekeurde verkaveling binnen agrarisch gebied. Het BPA betreft de regularisatie van de verkavelingsvergunning.
Een nieuw inrichtingsvoorstel werd geformuleerd waarin naast de woonfunctie ook ruimte is voor toeristisch-recreatieve voorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen.
BPA 20 Sint-Rochus – M.B. 29/3/2002
De herziening betreft een aanpassing van de bouwhoogte als uitvoeringsmaatregel van de visie inzake bezonning en open ruimte geformuleerd in het structuurplan.
Het BPA voorziet stedenbouwkundige voorschriften o.m. inzake bouwhoogte als uitvoeringsmaatregel van de visie inzake bezonning en open @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 51
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
ruimte geformuleerd in het structuurplan. De aandacht gaat tevens naar de bescherming van de historisch waardevolle gebouwen.
BPA 18 Havenkwartier – M.B. 23/06/2004 De huidige functie van het gebied is jachthavengebonde bedrijvigheid. Deze functie is zonevreemd: het gewestplan voorziet de bestemmingen parkgebied en gebied voor gemeenschapsvoorzieningen. Het toeristisch-recreatief potentieel van dit gebied is onderbenut. Het BPA voorziet onder meer in: • Een uitbreiding van het aantal ligplaatsen. • Een bestendiging van watergebonden bedrijvigheid. • De mogelijkheid voor de opwaardering van de toeristisch-recreatieve attractiviteit van bestaande infrastructuren (Vuurtoren). • Een opwaardering van het openbaar domein met uitbouw van (ondergrondse) centrumrandparkings. De bestaande ruimtelijke structuur wordt omstandig beschreven in par. 3.3.3. De gewenste ruimtelijke structuur van de jachthaven wordt beschreven in deel III, par. 5.8.3.
BPA 13 d’Hoogploate – M.B. 12/07/2004 De huidige functie van het gebied is braakliggend terrein (na afbraak van een leegstaand handelspand), garages en een ruim binnengebied. De potenties van het gebied worden thans onvoldoende benut. Het nieuw inrichtingsvoorstel voorziet in wooninbreiding gekoppeld aan groene/recreatieve ruimte, en kantoor-, handels- en gemeenschapsvoorzieningen. Er wordt een buurtpark ontwikkeld waarop de bestaande woningen uitgeven en dat aansluit bij de indoor recreatie d’ Hoogploate. De ontwikkelingsmogelijkheden van de recreatieve infrastructuur worden geoptimaliseerd.
B.P.A. 21 Dumonkwartier – M.B. 24/06/2004 Het betreft een gerealiseerd wooongebied. Het B.P.A. optimaliseert de stedenbouwkundige voorschriften voor de woningen, bijvoorbeeld inzake de mogelijkheid tot de gelijkgrondse uitbouw en de inrichting van dakterrassen. Woningen op lange, smalle percelen krijgen voldoende mogelijkheden om via achteruitbouw een volwaardige woonoppervlakte te realiseren, evenwel met behoud van voldoende tuinruimte. De handelspanden aan de Kerkstraat krijgen voldoende ontwikkelingsmogelijkheden met behoud van de kwaliteit van de woonomgeving. Er is bijzondere aandacht voor het open houden van de open ruimtes binnen de bouwblokken; bijgebouwen worden er beperkt. Op een selectie van plaatsen is de uitbouw van garagecomplexen mogelijk.
BPA 4 Boudewijnkwartier - in herziening De huidige functie van het westelijk deel is parking en braakliggend (als restruimte naast de spoorweg). De potenties van dit centraal gelegen gebied zijn onvoldoende benut. Een nieuw inrichtingsvoorstel wordt geformuleerd dat voorziet in centrumfuncties ter hoogte van het station, een centrumrandparking en wonen. De inrichting van een coherent doch gevarieerd wooncomplex met een hoge dichtheid wordt beoogd voor het braakliggend gedeelte. Aan de Kerkstraat wordt de verdere uitbouw van het station met o.m. busparking voorzien. Het oostelijk deel is een gerealiseerde woonwijk met enkele gemeenschapsvoorzieningen (O.C.M.W. gebouw, kerk). De aandacht bij de herziening gaat vooral naar het optimaliseren van de stedenbouwkundige voorschriften met integratie van de verkavelingsvoorschriften.
B.P.A. 11 Beerstee – herziening goedgekeurd bij M.B. van 30.01.2003 De zone betreft een woongebied met scholengemeenschap en enkele handels- en gemeenschapsfuncties. In B.P.A. zijn de stedenbouwkundige voorschriften geoptimaliseerd en aan de huidige behoeften inzake woonkwaliteit en architectuur aangepast. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 52
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
B.P.A. 15 De Craene - herziening goedgekeurd bij M.B. van 29.03.2002 4.3.4
Het betreft een woongebied met langs de Kerkstraat centrumfuncties (gemeenschapasvoorzieningen en handel) ten behoeve van Uitkerke. Het woongebied is een vrij dicht en gevarieerd bebouwd gebied met daarin tevens een kleine, achterliggende tuinwijk. Het B.P.A. voorziet in ontpitting ter hoogte van Park De Craene, de uitbouw van sociale woningen in een beperkt wooninbreidingsproject en de bescherming van de architectonische en stedenbouwkundige waarden van de tuinwijk. De bestaande bedrijvigheid wordt geïntegreerd maar is uitdovend van karakter met woongebied als nabestemming.
Voor volgende B.P.A.’s is een herziening aan de orde:
BPA. S6 Rogierlaan Conform de andere B.P.A.’s van het stadscentrum dienen ook voor dit B.P.A. de stedenbouwkundige voorschriften (bijvoorbeeld inzake bouwhoogte en minimale woonoppervlakte), herzien te worden teneinde het (permanent) wonen en de verweving van toeristische, commerciële en woonfuncties te ondersteunen. Bijzondere aandacht zal gaan naar de bescherming van het historisch waardevol patrimonium.
B.P.A. 14 Polderlaan Het B.P.A. dient afgestemd te worden op de nieuwe visies inzake ontwikkeling van het Zeebos.
B.P.A. 5 Westkwartier voor de deelzoen Fabiolaziekenhuis Het B.P.A. dient afgestemd te worden op de gewenste ontwikkelingsperspectieven voor de zorgcampus van het Fabiolaziekenhuis.
De B.P.A.’s die als een uitvoeringsmaatregel van het ruimtelijk structuurplan beschouwd worden, worden uitvoerig behandeld in het richtinggevend gedeelte.
Verkavelingsvergunningen
De verkavelingen worden afgebeeld op Figuur 35. Recente verkavelingen betreffen onder meer de verkaveling van 52 percelen voor ééngezinswoningen in open en gesloten bebouwing van de bouwmaatschappij 'Het Lindenhof' die zich situeert in het westen van Blankenberge. De verkaveling is in ontwikkeling. Een verkaveling van 68 percelen voor ééngezinswoningen in open-, halfopen- en gesloten bebouwing, aansluitend op de Dahlia-, Rozen-, Iris- en Tulpenstraat, is eveneens in ontwikkeling. 4.3.5
Herwaarderingsgebieden
Het herwaarderingsgebied Uitkerke werd in 1985 goedgekeurd. Vooropgestelde doelstellingen: • • • •
verbeteren kwaliteit woningen gebouwd voor 1945; vrijwaren woonstraten van wijkvreemd verkeer en inrichten van bestaande open ruimte voor bewoners; herinrichten Kerkstraat; vrijwaren van het open landschap en de kerk van Uitkerke als overgangsgebied tussen het polderlandschap en de bebouwde kom.
Verscheidene inititiatieven werden genomen in het kader van deze herwaardering inzake herinrichting van het openbaar domein en renovatie van de gemeenschapsfuncties en private woningen. Binnen het herwaarderingsgebied worden aan de hand van het subsidiëringsbeleid initiatieven voor renovatie en vernieuwbouw extra ondersteund. 4.3.6
Strategisch-commercieel plan
In 1997 werd, onder begeleiding van Grontmij Belgroma, en parallel met de opmaak van het ruimtelijk structuurplan, het strategisch-commercieel opgemaakt. De resultaten van de analyse worden samenvattend weergegeven in paragraaf 4.2.5. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 53
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
6
Studie van de presentatie van het commercieel product (openbaar domein, winkelfaçades, reclamepanelen, etalages, e.a.) door een expert team van commercieel manager, architect en grafist; concreet en individueel advies.
7
Herinrichting van straten binnen of aanpalend aan het commercieel centrum, in het bijzonder:
De analyse leidde tot het formuleren van volgende doelstelling: Bij de opwaardering en verdere uitbouw dient rekening gehouden te worden met drie functies die Blankenberge vervult: Blankenberge staat voor een toeristisch centrum met een belangrijke eigen bevolking en een noemenswaardig verzorgingsgebied.
Op basis van deze drie functies en de sterkte-zwakte analyse van Blankenberge, hoger beschreven, werden voor Blankenberge drie objectieven geformuleerd: • verhogen van regionale attractiviteit en uitbreiding van verzorgingsgebied; • verlenging van het toeristisch seizoen; • aantrekkelijker maken van het commercieel centrum voor bewoners. In het strategisch-commercieel ontwikkelingsplan wordt deze visie vertaald in concrete beleidsopties. De drie objectieven voor ontwikkeling worden hierbij verder uitgewerkt en specifieke maatregelen worden geformuleerd. De acties voorgesteld in het schematisch ontwikkelingsplan kunnen als volgt worden samengevat:
Consciencestraat als verbinding tussen het Leopoldpark en jachthaven en het commercieel centrum; Van Beersstraat Breydelstraat Franchommelaan Leopoldstraat Casinoplein (gedeelte nog niet ingericht) Hoogstraat (gedeelte nog niet ingericht)
8
Herziening van de B.P.A.'s van het stadscentrum t.b.v. bouwhoogtes en open ruimte; op basis van de voorstellen geformuleerd in de stedenbouwkundige studies in uitvoering.
9
Inrichting van bijkomende open ruimtes; bij voorkeur langs de parallel assen met de Zeedijk, i.e. de Consciencestraat/Vissersstraat/ Casinoplein, S. Verniewestraat/Langestraat en de Generaal Lemanstraat/Molenstraat.
1
Aanpakken van de fileproblemen op de toegangswegen.
2
Analyse van locatie en capaciteit van parkings voor commercieel centrum, rekening houdend met vermelde krachtlijnen.
10 Vermeerderen van de kwaliteit van de huisvesting in het commercieel centrum, in het bijzonder door bewoning boven handelspanden.
3
Haalbaarheidsonderzoek naar bijkomende haltes van de bus.
11 Heringebruikname van leegstaande panden in de buurt LangestraatHoogstraat-Casinoplein en in de Vissersstraat.
4
Verfijnen van het bewegwijzeringsplan
5
aanbrengen van bewegwijzering naar parkings en specifieke commerciële en toeristische locaties;
herinrichting van moeilijk leesbare verkeerssituaties.
Marktanalyse van de verschillende productgroepen ten behoeve van vernieuwing en uitbreiding van het commercieel aanbod.
12 Inrichting van vervangende parkeergelegenheid voor bewoners in ondergrondse parkings of parkeergebouwen. 13 Implementatie van nieuwe toeristische elk-weer attracties binnen het commercieel centrum; rekening houdend met vermelde krachtlijnen: vernieuwend, verwevenheid met commercieel centrum, kwaliteit en toegankelijkheid. Op basis van het strategisch-commercieel plan werd door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap een medefinanciering van de herinrichting van het westelijk deel van het Casinoplein en Hoogstraat toegezegd. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 54
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
havenweg wordt een rond punt voorzien; de ronde punten op de Koning Albert-I laan ter hoogte van de aan te leggen oostelijke weg, op de N371 ter hoogte van de aan te leggen oostelijke weg en het ronde punt op de Koninklijkelaan dat aangelegd wordt ter hoogte van de jachthaven hebben een poortfunctie nl. de automobilist wordt erop gewezen dat hij de bebouwde kom binnenrijdt.
De visie en doelstellingen van het strategisch-commercieel plan worden bevestigd in het ruimtelijk structuurplan. Verscheidene maatregelen hierboven voorgesteld worden opgenomen en verder geconcretiseerd in het ruimtelijk structuurplan. 4.3.7
Mobiliteitsplan
Figuur 36 tot Figuur 41 geven de verkeersmaatregelen weer.
•
Het mobiliteitsplan werd opgemaakt parallel aan het ruimtelijk structuurplan. Het werd conform verklaard op de auditcommissie van 13/11/2000. Uit de analyses van drie scenario’s duurzame mobiliteit blijkt dat de mobiliteit sterk kan verbeterd worden door een groter gebruik van het openbaar vervoer en de fiets.
•
De krachtlijnen van het beleid betreffen: •
Wegencategorisering
het herinrichten van de (boven)lokale wegen zijnde de Kerkstraat/N371, de Koning Albert-I laan en de Koninklijkelaan ter hoogte van de jachthaven ten behoeve van de verkeersveiligheid en -leefbaarheid.
•
het aanleggen van een oostelijke weg ter ontlasting van het stadscentrum en het garanderen van een vlottere ontsluiting van het oostelijk stadsdeel (zie verantwoording fase 2 Opbouw van het plan – hoofdstuk 4).
het herbestemmen van de Zeebruggelaan tot lokale weg ten behoeve van het plaatselijk verkeer in het oostelijke stadscentrum; herbestemmen van de De Smet de Naeyerlaan en de K. Deswertlaan als lokale weg.
het aanleggen van ronde punten op de kruispunten van de aan te leggen oostelijke parkweg met de Koning Albert-I laan, de Zeebruggelaan en de N371 ten behoeve van de verkeersveiligheid; ook op de Koninklijkelaan ter hoogte van de nieuw aan te leggen
•
Voetgangersbeleid + autoluw centrum
het behoud van de huidige afbakening van het autoluw centrum en het voorzien van versterkende maatregelen
het optimaliseren van het voetgangerscircuit
Fietsbeleid
het uitbreiden van het fietsnetwerk ter bevordering van het fietsverkeer
het verhogen van de verkeersveiligheid voor de zwakke weggebruiker door het aanleggen van goede fietspaden langsheen de belangrijkste wegen
het verhogen van het comfort voor de fietser door het voorzien van extra stallingsmogelijkheden
Openbaar vervoer
het instandhouden van de stiptheid, regelmaat en comfort van de openbare vervoersmiddelen ter aanmoediging van het gebruik van het openbaar vervoer
het uitbouwen en optimaliseren van het openbaar vervoer
Parkeerbeleid
het stimuleren van het gebruik van de centrumrandparkings voor langparkeerders; door het werken met een parkeerverwijssysteem naar de centrumrandparkings wordt een groot deel van het parkeerzoekverkeer vermeden.
het toegankelijk maken van de NMBS-parking vanuit de Kerkstraat door het aanleggen van een tunnel onder de spoorweg (deze maatregelen wordt enkel ingevoerd wanneer de aan te leggen @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 55
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
oostelijke weg niet wordt gerealiseerd); op deze wijze wordt het zeer druk belaste kruispunt Kerkstraat/Koning Albert-I laan/De Smet de Naeyerlaan ontlast.
•
Verkeersveiligheid
•
•
het garanderen van verkeersveilige schoolomgevingen door onder meer het aanleggen van veilige oversteekplaatsen en waar mogelijk door het voorzien van voldoende fiets- en voetgangersvriendelijke schoolingangen. het herinrichten van de zwarte punten (verkeersonveilige kruispunten) ter voorkoming van onduidelijke verkeerssituaties; op deze wijze kan het aantal ongevallen op deze locaties worden teruggebracht. het verbeteren van de oversteekbaarheid voor de zwakke weggebruiker het beperken van het aantal oversteekplaatsen over de trambedding en het aanbrengen van extra signalisatie
4.3.8
Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan
In het kader van het GNOP werd een gebiedsgericht natuurontwikkelingsbeleid geformuleerd. Het project Blankenberge-oost omvat de uitwerking van het Zeebos, de uitbouw van de kleine landschapselementen en gerichte maatregelen voor strand en duin. Het project Blankenbergewest omvat acties gericht op natuurontwikkeling in de Uitkerkse polder en uitbouw van kleine landschapselementen. Voor het project Zeebos werden volgende stappen reeds ondernomen: • • • •
•
Opmaak studie naar de haalbaarheid en ontwikkelingskansen van een Zeebos door het studiebureau Grontmij Belgroma. Protocol met de Stad Brugge aangaande de zone die bebost wordt. Te bebossen gronden werden in erfpacht gegeven aan de Provincie. Het project Zeebos is een Provinciaal Domein geworden. Overeenkomst met het Provinciebestuur aangaande de verwerving van de gronden (door het Stadsbestuur Blankenberge) en de bebossing en het onderhoud (door de Provincie). Eerste fase bebossing van +/- 28 ha + intekening paden.
Vrachtverkeer
het voorzien van een optimale doortocht Zeebrugge/Oostende ten behoeve van een optimale verkeersleefbaarheid
Volgende acties zijn gepland:
het behoud van het huidige regime inzake venstertijden voor het parkeren en het laden/lossen van vrachtwagens
•
Sluipverkeer
het voorzien van maatregelen op sluiproutes ter voorkoming van het sluipverkeer in woonwijken en landelijke gebieden.
Ontwikkelen van een totaalproject dat volgende, in elkaar geïntegreerde, componenten omvat: een volwaardig bos van minstens 50 ha, het zogenaamde Zeebos (conform studie Grontmij Belgroma) een publieke toegankelijke, ecologische golf (9 holes); geïntegreerd door de bebossing met het Zeebos; visueel toegankelijk voor niet-golfers via de wandelpaden die de Polderlaan met het Zeebos moeten verbinden. eventueel een terrein en lokalen voor de jeugdverenigingen.
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 56
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
De natuurontwikkeling op strand en duin (incl. Fonteintjes) wordt ondersteund door het inrichtingsplan “De Fonteintjes” opgemaakt in opdracht van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (Administratie voor Waterwegen en Zeewezen - Afdeling Waterwegen Kust). Het inrichtingsplan omvat voorstellen om het gehele gebied structureel her in te richten met het oog op het beter zoneren en in goede banen leiden van de recreatie.
Het stadsbestuur ondersteunt het behoud, beheer en uitbreiding van de kleine landschapselementen. Er is dienaangaande een subsidiereglement van toepassing, met name voor: • • • • •
(her)aanleg van poelen en sloten, (her)aanleg van hagen, heggen en houtkanten aanplant en onderhoud van knotbomen aanplant van hoogstammige (fruit)bomen onderhoud van wegbermen door landbouwers.
4.3.9
Het Beleidsplan 2000-2002 Sociaal Impulsfonds Blankenberge ligt voor. Dit beleidsplan heeft tot doel het samenhangend sociaal beleid van het OCMW en het stadsbestuur verder te zetten. Het beleid is gericht op verbetering van de leefkwaliteit, op preventie en bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Bijzondere aandacht gaat naar inwoners met een laag inkomen en inwoners die vanuit maatschappelijke invalshoek gezien kwetsbaar zijn. Het beleid legt de nadruk op het vergroten van hun welvaart en welzijn en verhogen van hun betrokkenheid met de Blankenbergse gemeenschap. Het beleidsplan formuleert 10 strategische doelstellingen. Vooral de doelstelling “leefbaarheid van de stad verbeteren en de woonkwaliteit verhogen” leunt direct aan bij het ruimtelijk structuurplan. Deze doelstelling wordt in het SIF-beleid als volgt geconcretiseerd: •
De natuurvereniging Natuurreservaten vzw is sinds enkele jaren actief in de Uitkerkse Polder. Het is logisch dat het GNOP een versterkte impuls wordt voor de verdere ontwikkeling van dit bestaande project. De ondersteuning gebeurt d.m.v. subsidiëring van de aankoop van natuurgebieden door erkende natuurverenigingen.
•
Het stadsbestuur kan een éénmalige subsidie toekennen voor structurele ingrepen m.n.: • • • •
Grootschalige natuurontwikkelingswerken (bv. herstel van vroeger opgehoogde graslanden) Herprofilering van waterlopen op natuurvriendelijke wijze Verwijderen van storende landschapselementen (bv. vervallen gebouwen)
Het stadsbestuur wil de kwaliteit van de waterlopen in het hinterland verbeteren. Het stadsbestuur kent een éénmalige subsidie toe voor de aanleg van systemen voor individuele waterzuivering door particulieren, KMO’s, landbouwers, e.a.
Sociaal Impulsfonds
Verbeteren van het openbaar domein (heraanleggen van vervallen straten), m.n. de Vrijheidsstraat en de Descamp-Malecotstraat (opstarten tegen eind 2002) Het tegengaan van leegstand, verkrotting en sociale verdringing door o.m. de politieverordening op het verhuren van woongelegenheden, taksen op leegstand en verkrotting en premies voor renovatie. Het OCMW zal een pand renoveren. Tegen eind 2002 wordt geraamd dat 40 woongelegenheden gerenoveerd of vernieuwd zullen zijn. Verbeteren van de informatieverzorging door het opstellen van een woonwijzer, i.e. één-loketfunctie waar inwoners voor inlichtingen over wonen en woonpremiebeleid terechtkunnen.
Specifiek voor de achtergestelde buurten, Marktwijk (stat. Sector A04) en Centrumwijk (stat. Sector A00) en het herwaarderingsgebied Dorpskom Uitkerke, worden in het kader van het SIF verhoogde premies voor renovatie en vernieuwbouw toegekend (zie par. 4.3.10).
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 57
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
4.3.10
Toelagen en bijzondere belastingen
Het stadsbestuur verleent verscheidene bouw- en aanverwante toelagen. Het stadsbestuur heft tevens een rechtstreekse belasting op krotwoningen, onbewoonde, verwaarloosde en onafgewerkte gebouwen. Beide ondersteunen het ruimtelijk beleid. Dankzij het Sociaal Impulsfonds zijn in bepaalde afgebakende statistische sectoren en in een aantal achtergestelde buurten bijzondere betoelagingen van kracht. Onderstaande is een beknopte samenvatting van de objectieven en concrete werking. De meeste toelagen situeren zich binnen het bestaande ruimtelijk beleid van de stad. Enkele werden mede onder impuls van het ruimtelijk structuurplan recentelijk ingevoerd, aangepast of uitgebreid.
4.3.10.2 Toelage voor de verbetering en aanpassing van woningen voor bejaarden en gehandicapten
• • • • • •
4.3.10.3 Toelage voor het slopen van gebouwen
•
4.3.10.1 Toelage voor het verbeteren van een woning
• • • • • •
Beoogt de ondersteuning van de woonfunctie door het opwaarderen van de kwaliteit van de woningen (par. 3.2.6.3) Verbetering van de woonkwaliteit (o.m. dakbedekking, isolatie, sanitair, nutsvoorzieningen) Particuliere woningen Uitsluitend gericht op permanente bewoning Totaliteit van Blankenberge
Komt tegemoet aan de sociale behoefte; ondersteuning van de huisvesting van sociaal zwakkeren Verbetering van de woonkwaliteit (o.m. dakbedekking, isolatie, sanitair, nutsvoorzieningen) Specifieke aanpassingswerken in functie van de leefsituatie van de bejaarde of gehandicapte Particuliere woningen Uitsluitend gericht op permanente bewoning Totaliteit van Blankenberge
• • • •
Beoogt de ondersteuning van ééngezinswoningen, vooral in het stadscentrum; verhoging van de woonkwaliteit (par.3.2.6.3); tevens gericht op leegstand (par. 3.2.6.4) laat toe om van twee kleinere woningen één woning te creëren die voldoet aan de huidige eisen gesteld aan huisvesting Slopen van gebouw van min. 30 jaar oud Gekoppeld aan nieuwbouw van een ééngezinswoning Uitsluitend gericht op permanente bewoning en ééngezinswoning Totaliteit van Blankenberge
4.3.10.4 Toelage voor het restaureren van gevels van waardevolle gebouwen
• •
•
Beoogt behoud van waardevolle gebouwen die zich vooral in het stadscentrum bevinden Werken voor het behoud van de straatgevel van het gebouw en voor het gebouw (o.m. schilderen van buitenschrijnwerk, herstellen van gevelmetselwerken en faïencen, herstel van bestaande ramen) Voor gebouwen die op de lijst van waardevolle gebouwen voorkomen (par. 3.2.6.8) @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 58
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
4.3.10.5 Toelage voor het bouwen of moderniseren van logiesverstrekkende bedrijven
• •
Comfortverhogende werken voor de opwaardering van logiesverstrekkende bedrijven Ondersteuning van de kleinschalige hotelsector (die zich voornamelijk in het stadscentrum bevindt) (par.3.2.9.3)
4.3.10.6 Toelage voor het aanpassen, verbouwen of moderniseren van handelszaken met vensterverkoop
• • •
Beoogt opwaardering van de handelszaken met vensterverkoop van bepaalde eetwaren Specifiek gericht op niet seizoensgebonden handel Beoogt een opwaardering van de commerciële activiteit
4.3.10.7 Toelage voor het aanpassen, verbouwen of bouwen van handelszaken in functie van de toegankelijkheid van gehandicapten
•
Toegankelijk maken van handelszaken (incl. vrije beroepen en diensten) voor rolstoelgebruikers.
•
4.3.10.9 Wederhuisvestingspremie
Beoogt: • • • • •
•
Zijn het voorwerp van de belasting: Onbewoonbaar verklaarde of ongezond erkende woningen Bouwvallig erkende woningen of gebouwen Woongelegenheden en woningen die méér dan twee jaar onbewoond zijn gebleven; gebouwen of gedeelten ervan die méér dan twee jaar niet in gebruik genomen zijn
een ondersteuning van de woonfunctie algemeen bejaarden en gehandicapten tegemoet te komen in hun huisvesting onrechtstreeks de opwaardering van de woonkwaliteit tegengaan van emigratie van de sociaal zwakkeren tegemoet te komen bij de problematiek van permanente bewoning op campings
4.3.10.10
• 4.3.10.8 Belasting op de krotwoningen, onbewoonde, verwaarloosde en onafgewerkte gebouwen
Woongelegenheden, woningen, gebouwen of gedeelten ervan die duidelijke tekens van verval vertonen Onafgewerkte gebouwde constructies Woningen en gebouwen die gedurende meer dan twee jaar niet gebruikt worden overeenkomstig hun bestemming De belasting is differentieel en wordt bepaald door de zone waarin het belaste goed gelegen is. Twee zones worden erkend.
• • •
Toelage voor hoeve- en plattelandstoerisme
Beoogt de ondersteuning van inrichting van verblijfsaccommodatie in bestaande, volwaardige landbouwbedrijven De verblijfsaccommodatie moet ondergeschikt blijven aan de agrarische activiteiten De verblijfsaccommodatie is bepaald in omvang De inrichting van de verblijfsaccommodatie betreft de bestaande beschikbare volumes van bebouwing
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 59
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
4.3.10.11 stelde buurten
• • • • •
Subsidiëring van (ver)nieuwbouw of renovatie binnen achterge-
In het kader van het Sociaal Impulsfonds Van kracht voor de periode 2000-2002 Heeft betrekking op specifieke statistische sectoren en achtergestelde buurten Beoogt de aanpak van probleempanden Bevordert de oprichting van ééngezinswoningen op braakliggende percelen
Betreft: Verhoging van de bestaande huisvestingspremies (zie hoger) • • •
Slooppremie Verbeteringspremie Verbeterings- en/of aanpassingspremie voor bejaarden en gehandicapten
Toelage voor probleempanden •
• • • •
Beoogt de verbouwing van probleempanden tot volwaardige woongelegenheden (o.m. leegstaande en onbewoonbaar verklaarde panden) Ondersteunt wooninbreiding Bekampt leegstand (par. 3.2.6.4 ) Beoogt opwaardering van de woonkwaliteit (par. 3.2.6.3) Beperkt tot permanente bewoning
Toelage voor de nieuwbouw van een ééngezinswoning (buurtsanering) •
Beoogt het bouwen van ééngezinswoningen en de ingebruikname van braakliggende terreinen @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 60
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
5
Prognoses en behoeften
5.1.2
Evolutie van de bevolking en van de gezinnen
5.1.2.1 Aantal inwoners
Op 1 januari 2003 telde Blankenberge 17.894 inwoners. 5.1
Raming van de behoefte aan ruimte voor wonen
5.1.1
Inleiding
Inzake woonaanbod wordt in het provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen aan Blankenberge als kleinstedelijk gebied een pakket toegewezen van 1250 bijkomende woongelegenheden te realiseren binnen het stedelijk gebied en in de periode 1991-2007. Dit pakket is 80 % van de geraamde behoefte. Een reserve van 20 % van de geraamde bijkomende behoefte wordt op provinciaal niveau gehouden en kan toegewezen worden aan gemeenten op basis van specifieke criteria, onder meer gestaafd door het gemeentelijk woonbehoeftenonderzoek. De woonbehoefte wordt berekend op basis van een gesloten bevolkingsprognose.
Bevolkingsevolutie 19.000 17.000 16.000 15.000 14.000 13.000 12.000 11.000
2000
1990
10.000
1970
Aantal inwoners
18.000
Jaar
Ten aanzien van 1970 is het inwonersaantal van Blankenberge met 3925 inwoners of 28% toegenomen. Het is opvallend dat de toename van het aantal inwoners jaarlijks sterk verschilt. In 1982, 1986 en 1993 is het bijkomend aantal inwoners met respectievelijk 278, 295 en 318 inwoners duidelijk hoger dan de overige jaren. De inwonersevolutie hangt immers nauw samen met de invulling van nieuwe woonwijken en verkavelingen. De laatste 5 jaar kenmerken zich door een geringere bevolkingstoename, met meerdere jaren een negatief saldo. Tabel 3 Bevolkingsevolutie stad Blankenberge Jaartal Inwonersaantal Bevolkingsevolutie 1970 13.969 1981 (maart 1981) 14.832 +863 1982 15.110 +278 1983 15.175 +65 1984 15.191 +16 1985 15.307 +116 1986 15.602 +295 1987 15.839 +237 1988 16.080 +241 1989 16.285 +205 1990 16.439 +154 1991 (maart 1991) 16.602 +163 1992 16.749 +147 1993 17.067 +318 1994 17.201 +134 1995 17.318 117 1996 17.266 -52 1997 17.414 +148 1998 17.397 -17 1999 17.458 +61 2000 17.414 -44 2001 17.538 +124 2002 17.726 +188 2003 17.894 +168 Bron: NIS Volkstelling 1970-1981-1991 - Rijksregister – Statistieken van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap; Stad Blankenberge. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 61
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Wanneer we een vergelijking maken met andere gemeenten binnen het arrondissement Brugge stellen we vast dat voor alle gemeenten behorende tot het arrondissement het inwonersaantal ten aanzien van 1981 is toegenomen, met uitzondering van de stad Brugge (Tabel 4). Voor de gemeenten Jabbeke, Blankenberge en in tweede orde Zuienkerke en Knokke-Heist is deze evolutie het sterkst. Blankenberge heeft zich in de tijdsperiode 1970-2002 veel sterker ontwikkeld dan het arrondissement Brugge en de provincie WestVlaanderen. Tabel 4 Bevolkingsevolutie arrondissement Brugge en Provincie WestVlaanderen 1981
1991
2002
Bijk. Aantal inwoners
Index
1981-2002
2002
Het centrum van Uitkerke kent na een daling van de bevolking terug een opgang. Vermoedelijk liggen de inspanningen voor herwaardering van Uitkerke-centrum hiervoor aan de bron. De continue afname van het aantal inwoners in de wijken Station en Lindenhof vindt vermoedelijk zijn basis in de leeftijdsstructuur van de inwoners van deze woonwijken.
1981
5.1.2.2 Migratiesaldo
Beernem
13.526
14.018
14.551
1.025
108
Blankenberge
14.832
16.602
17.726
2.894
120
118.020
117.063
116.836
-1.184
99
Damme
9.881
10.645
11.038
1.157
112
Jabbeke
10.629
12.286
13.692
3.063
129
Knokke-Heist
28.868
31.787
33.451
4.583
116
Oostkamp
19.747
20.423
21.230
1.483
108
Torhout
17.165
18.166
18.790
1.625
109
Zedelgem
19.198
20.454
21.918
2.720
114
Zuienkerke
2.355
2.649
2.779
424
118
Arr. Brugge
254.221
264.093
272.011
17.790
107
Prov. WestVlaanderen
1.081.913
1.106.829
1132.275
50.362
105
Brugge
Als we de verschillende stadsdelen beschouwen dan stellen we vast dat de oudere stadsdelen van Blankenberge een beperkte groei kenden, terwijl er langs de Zeedijk een opmerkelijke groei (30-50%) was door de appartementsbouw en de toename van het aantal bouwlagen (verdichting). De belangrijkste groei situeert zich in deze sectoren waar nieuwe woonwijken werden ingericht, zoals in de wijk rondom het Duinenpad, de Scharebrugwijk, de verkaveling tussen de Schaapstraat en de spoorlijn, en ten noorden van het kerkhof van Uitkerke.
Bron: NIS Volkstelling 1981-1991 – Rijksregister – Statistieken van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
Omvang van de migratie Tabel 5 Parameters van de bevolkingsevolutie
1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001
Aantal Aantal Aantal Immigratie Emigratie inwoners Geboorten sterftes 16.602 182 221 943 776 16.749 194 220 1.194 856 17.067 171 238 1.135 936 17.201 169 209 1.123 963 17.318 140 258 1.029 950 17.266 162 218 1.093 892 17.414 156 219 1.025 974 17.397 164 212 1.013 911 17.458 112 262 1.025 930 17.414 155 234 1.125 909 17.538 120 262 1.220 877
Bron: stad Blankenberge, Rijksregister – Statistieken van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 62
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Inzake immigratie naar Blankenberge wordt vastgesteld dat bijna de helft afkomstig is van West-Vlaanderen, meer bepaald van de arrondissementen Brugge en Oostende. Er is een betrekkelijk groot aandeel uit de grote steden Antwerpen, Brussel en Gent. De migratie vanuit WestVlaanderen is dalend.
Parameters bevolkingsevolutie 1400 1200 Aantal
1000
Aantal Geboorten
800
Aantal sterftes
600
Immigratie
400
Emigratie
200 2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
0
Jaar
De stad Blankenberge heeft tijdens de periode 1991- 2001 steeds een negatief natuurlijk saldo gekend: het aantal sterfgevallen was steeds groter dan het aantal geboorten. Daartegenover is het migratiesaldo over de gehele lijn positief: het aantal mensen dat in Blankenberge kwam wonen is groter dan het aantal mensen dat eruit wegtrok. Vermits het positieve migratiesaldo steeds groter was dan het negatieve natuurlijke saldo was er een gestage bevolkingstoename voor de stad Blankenberge.
Herkomst en aard van de migratie
De analyse van de leeftijdsstructuur leert dat een vijfde ouder is dan 55 jaar. Toch is er een zeer representatief aandeel van immigratie van alle leeftijdsgroepen, en dit voor alle plaatsen van herkomst. De zogenaamde migratie naar de kust van in hoofdzaak senioren dient dus sterk gerelativeerd te worden. De emigratie heeft zoals de immigratie in hoofdzaak betrekking op de provincie West-Vlaanderen en meer specifiek op de arrondissementen Brugge en Oostende. In tweede orde komt de provincie OostVlaanderen. Alle leeftijdsgroepen zijn vertegenwoordigd maar het hoofdaandeel betreft de 20- tot 34-jarigen. Dit is vooral uitgesproken voor de migratie naar naburige gemeenten. De migraties naar en van stad Brugge zijn zeer belangrijk. Ten overstaan van Brugge registreert men een negatief saldo. De migratie van Blankenberge naar Zuienkerke neemt de laatste jaren drastisch af. Inzake Knokke-Heist is er een toenemende immigratie. Oostende en De Haan kennen een heel groot aantal bewegingen. Besluitend kan men stellen dat het aandeel van de pensioenmigratie beperkter is dan algemeen verondersteld wordt. De migratie speelt zich hoofdzakelijk af binnen de regio Oostende – Brugge – Knokke-Heist. De migratie omvat alle leeftijdsgroepen en niet in het minst de categorie 20-34 jaar. De redenen van migratie dienen derhalve gezocht te worden in aspecten van huisvesting (aanbod en prijs) en tewerkstelling.
Op basis van de gegevens van de dienst bevolking van de stad Blankenberge werd een gedetailleerde analyse gemaakt van herkomstbestemming en leeftijdsstructuur van de migratie voor 1994-1997.
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 63
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
5.1.2.3 Leeftijdsopbouw
Belangrijk zijn de evoluties van de leeftijdsklassen:
Tabel 6 Leeftijdsopbouw van stad Blankenberge Leeftijdsklasse
2000
index 1991-2000
0-14 jaar
13,87%
95
15-19 jaar
5,56%
109
20-34 jaar
17,26%
80
35-54 jaar
29,01%
114
55-64 jaar
12,95%
113
65-79 jaar
17,26%
124
+ 80 jaar
4,52%
99
Totaal
17.414 100%
• • • •
een opmerkelijke daling bij de groep van 20- tot 34-jarigen; een daling van het aandeel kinderen; de leeftijdsklasse 35-54 jaar kent een belangrijke toename; de toename van het aandeel van de oudere bevolking is zeer groot.
Zoals in paragraaf 5.1.2.2 besproken werd heeft positieve migratie niet uitsluitend betrekking op gepensioneerden; ook in de leeftijdsklasse 3554 jaar is er een grote immigratie. Belangrijk is de daling bij de groep 20-34 jaar. Het aandeel van jonge gezinnen met kinderen wordt relatief kleiner. Aspecten van huisvesting en tewerkstelling liggen vermoedelijk aan de basis van deze daling. 5.1.2.4 Bevolkingsdichtheid
Bron: Stad Blankenberge; Statistieken Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
De leeftijdsopbouw van Blankenberge kenmerkt zich als volgt: • • • •
de leeftijdsklasse 0-19 jaar betreft één vijfde van het totaal aantal inwoners; minder dan de helft van de Blankenbergenaars behoort tot de leeftijdsklasse 20-54 jaar; de leeftijdsklasse 55-64 jaar beslaat ruim een tiende van totale inwonersaantal; de +65-jarigen maken eveneens één vijfde uit van de totale bevolking van Blankenberge.
Op 1 januari 2003 telde Blankenberge 17.894 inwoners. De bevolkingsdichtheid berekend op basis van de totale oppervlakte van 1 742 ha bedroeg circa 1027 inw/km² in 2003. In 1981 en 1991 bedroeg de bevolkingsdichtheid respectievelijk circa 852 inw/km² en 954 inw/km². Hiermee behoort Blankenberge tot de dichtst bevolkte gemeenten van Vlaanderen15. Doordat de bevolking geconcentreerd is in een compact stedelijk gebied is de feitelijke bevolkingsdichtheid nog hoger. De dichtheid neemt globaal af vanuit het centrum naar het buitengebied toe. De westelijke zijde van Blankenberge heeft algemeen een hogere dichtheid dan de oostelijke zijde.
Met deze leeftijdsstructuur behoort Blankenberge samen met de meeste kustgemeenten tot de gemeenten met de hoogste sociale kost14. 14
B. Mérenne, H. Van der Haegen en E. Van Hecke, red. België ruimtelijk doorgelicht, Het Tijdschrift van het Gemeentekrediet, nr. 202, 1997/4. De gemeenten met de oudste leeftijdssamenstelling en een relatief klein aantal
inwoners op actieve leeftijd genereren de hoogste kost. 15
B. Mérenne, H. Van der Haegen en E. Van Hecke, red. België ruimtelijk doorgelicht, Het Tijdschrift van het Gemeentekrediet, nr. 202, 1997/4. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 64
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
5.1.2.5 Aantal gezinnen en gezinsgrootte
5.1.2.6 Bijdrage van het aantal toeristen in het bevolkingsaantal
Een analyse werd uitgevoerd van het aantal gezinnen en de gemiddelde gezinsgrootte per statistische sector en de evolutie van deze parameters in de periode 1981-2001. Het aantal gezinnen steeg van 6.292 in 1981 tot 7590 in 1991 en 8.669 in 2003 16. Deze evolutie is uiteraard sterk gerelateerd aan de bevolkingsevolutie (par. 5.1.2.1) en aan de leeftijdsopbouw (par. 5.1.2.3). Toch wordt ook vastgesteld dat er algemeen een gezinsverdunning plaatsvindt, met name van gemiddeld 2,36 personen per gezin in 1981 over 2,19 in 1991 naar 2,10 in 200117.
Inleiding
De grotere gezinnen bevinden zich vooral in recentere woonwijken. Het stadscentrum telt zeer veel één-persoons gezinnen. De omvang van de gezinnen staat heel sterk in relatie tot het woonaanbod (woningen met tuin – halfopen/gesloten bebouwing - appartementen). De ruimtelijke structuur vastgesteld op basis van de bevolkingsdichtheid, i.e. de uitdeinende structuur vanuit het centrum met een differentiatie west-oost, wordt bevestigd door de gegevens inzake gezinsgrootte.
In een badstad als Blankenberge volstaat het niet om in de analyse van de bevolking enkel de permanente inwoners te betrekken. Het aandeel van de toeristen is dermate omvangrijk en meebepalend voor de ruimtelijke structuur, dat het noodzakelijk is het aantal toeristen naar een inwonersequivalent om te zetten. Verblijfstoeristen Inzake verblijfstoerisme zijn geen nauwkeurige opnames van het Nationaal Instituut voor de Statistiek (N.I.S.) beschikbaar. Uitgegaan dient te worden van het aanbod aan logiesaccommodaties, de aangiftes bij het N.I.S. van het aantal betalende overnachtingen en vermoedelijke bezettingsgraden van de tweede verblijven. Daar het aantal verblijfstoeristen het omvangrijkst is tijdens de zomermaanden juli en augustus, wegen de effecten, bijvoorbeeld met betrekking tot de verkeerssituatie, tijdens de zomermaanden het sterkst door. Bijgevolg wordt voor deze maanden een inschatting gemaakt van het bijkomend aantal inwoners per statistische sector dat uit het verblijfstoerisme resorteert.
16
17
Bron: Rijksregister - Statistieken Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap; Stad Blankenberge. Ter vergelijking: de gemiddelde gezinsgrootte in België bedroeg 2,7 in 1981 en 2,5 in 1991; De kustgemeenten resorteren algemeen met een lagere dan gemiddelde gezinsgrootte. C. Preudhomme, B. Mérenne, H. Van der Haegen en E. Van Hecke. België ruimtelijk doorgelicht, Het Tijdschrift van het Gemeentekrediet, nr. 202, 1977/4.
De berekeningen van de inwonersequivalenten worden omstandig beschreven in bijlage 1. Onderscheid wordt gemaakt tussen de betalende logiesvormen (hotels, vakantiecentra, campings) en de tweede verblijven. De resultaten worden voorgesteld in Tabel 7. Vastgesteld wordt dat het verblijfstoerisme de hoge bevolkingsdichtheid in het stadscentrum en langs de Zeedijk nog versterkt. Het westelijk deel van Blankenberge kenmerkt zich door een hogere bevolkingsdichtheid dan het oostelijk deel.
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 65
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Dagtoeristen
Tabel 7 Bevolking per statische sector: inwoners + toeristen (1996)
Blankenberge bekleedt aan de kust een belangrijke positie op de dagexcursiemarkt met een aandeel van 17 %. Dit betekent op jaarbasis 3 400 000 bezoeken18. Geraamd wordt dat 50% van deze dagtrips zich situeren in de maanden juli en augustus, hetzij 1 700 000. In de veronderstelling van een gelijkmatige verdeling van het aantal dagtoeristen over de dagen van juli en augustus, geeft dit voor 1996 een inwonersequivalent van 27 419. Deze veronderstelling is lager dan het reëel cijfer aangezien het dagtoerisme sterk afhankelijk is van onder meer het weer en de manifestaties.
Statistische sector
Uit gesprekken met bevoorrechte getuigen blijkt dat het aantal dagtoeristen een positieve evolutie kent; verondersteld wordt dat het huidig aantal dagtoeristen, en bijgevolg ook het inwonersequivalent, groter is dan bovenstaand cijfer daterend van 1991.
A02 Station
Inwonersequivalenten verblijfstoeristen betalende logiesvorm juli + augustus 1996
aantal inwoners 1996
Inwonersequivalenten verblijfsToeristen tweede verblijven Juli + augustus 1996
totaal inwoners + toeristen juli + augustus 1996
A00 Blankenberge-centrum
2.017
2.169
4.862
9.048
A01 Koninginlaan
2.285
450
2.708
5.443
654
45
69
768
A03 De Swertlaan
1.508
315
148
1.971
A04 Marktwijk
1.765
1.035
3.078
5.878
A051 Zeedijk-pier
519
405
5.898
6.822
A11 Spuikom
982
633
1.615
A12 Vissershaven
432
4.645
5.077
B00 Uitkerke-centrum
997
42
1.039
1.112
55
1.167
558
14
572
1.862
184
2.046
B042 Polder
949
421
1.370
B053 Molenhoek
658
B091 verspreide bebouwing
337
B114 Lindenhof-uitbreiding
368
368
niet te lokaliseren
405
405
B01 Colombus B02 Brugse steenweg B03 Lindenhof-Hoogplaat
Stad Blankenberge
17.408
658 6.631
11.050
499
23.256
7.467
51.714
Bron: Stad Blankenberge + eigen berekeningen (bijlage 1) 18
WES, 1992 @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 66
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
5.1.3
Bevolkings- en gezinsprognose
5.1.3.1 Gesloten bevolking
Inleiding Conform de taakstelling toegewezen vanuit het provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen wordt de woonbehoefte berekend op basis van een gesloten bevolkingsprognose. Dit betekent dat enkel de natuurlijke evolutie van geboorten en sterftes als basis genomen wordt voor de prognose en dat abstractie wordt gemaakt van migratie van en naar de gemeente.
Methodiek De bevolkingsprognose vertrekt van de bevolkingscijfers van het N.I.S. van 1992. Deze geeft een totale bevolking aan van 16.749 inwoners. De indeling per leeftijdsklasse en geslacht wordt voorgesteld in Tabel 8. Conform de uitwerking in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, neemt de prognose drie periodes in beschouwing: • • •
1992-1997 1997-2002 2002-2007
De bevolkingsprognose wordt opgebouwd door middel van de overlevingskansen per leeftijdsgroep en geslacht, gespecificeerd voor elke periode.
Vaststellingen In Tabel 8 wordt de bevolkingsprognose voor een gesloten bevolking weergegeven voor de jaartallen 1997, 2002 en 2007. Tabel 10 geeft een volledig overzicht. Tevens worden de bevolkingscijfers van het N.I.S. van 1997 en 2002 weergegeven zodat een toetsing kan gebeuren van de prognoses aan de vastgestelde evolutie. Zonder rekening te houden met de te verwachten migraties en enkel de te verwachten geboorten en sterften binnen Blankenberge op te nemen, zou het inwonersaantal in Blankenberge afnemen. Over de periode 1992-2002 zou er een daling met 164 inwoners geweest zijn; over de totaliteit van de planningsperiode, een daling met een 400-tal inwoners, hetzij 2%. De daling is het grootst bij de vrouwen, nl. 4%, tegenover 1% bij de mannen. In de realiteit heeft er zich binnen de periode 1992-2002 een stijging voorgedaan van 977 inwoners omwille van migratie. Bij een gesloten bevolking zou de leeftijdsstructuur als volgt evolueren (Tabel 11): • • • •
Er is een grote vergrijzing (toename aantal +70 jaar); in het bijzonder de leeftijdscategorie ouder dan 80 jaar neemt toe. De leeftijdsgroep 60 - 70 jaar neemt af. Bij de leeftijdsgroep 40-60 jaar is er een lichte stijging. De volledige leeftijdsgroep vanaf 15 tot 40 jaar daalt; een zeer sterke daling wordt vastgesteld voor de groep 20-35 jaar (index 2007 van amper 70).
Het aantal geboorten wordt berekend op basis van de fertiliteitscoëfficienten (vrouwen 15 - 49 jaar). Van het totaal aantal geborenen betreft het ongeveer 52 % jongens en 48 % meisjes; vervolgens wordt voor deze jongste leeftijdsgroep eveneens de overlevingskans in rekening gebracht.
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 67
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
5.1.3.2 Open bevolking
Inleiding Onderstaande prognoses nemen de migratie van en naar Blankenberge in beschouwing. Zij leunen het sterkst aan bij de autonome evolutie van de bevolking, i.e. wanneer niet sturend gewerkt wordt inzake woonaanbod. Daar het provinciaal structuurplan West-Vlaanderen met een gesloten bevolkingsprognose werkt en op basis hiervan aan de gemeenten een taakstelling inzake woonaanbod toebedeelt, wordt deze open bevolkingsprognose enkel informatief opgenomen. Methodiek Voor de berekening van het open bevolkingsscenario worden leeftijdsspecifieke migratiecijfers gehanteerd. De migratiecijfers worden bekomen door berekening van het gemiddelde migratiesaldo voor de periode 1988-1991.19 De bevolkingsevolutie door migratie wordt berekend voor de verschillende periodes: 1992-1997, 1997-2002 en 2002-2007. Deze cijfers worden opgeteld bij de prognoses van de gesloten bevolking. Vaststellingen Tabel 9 geeft de resultaten van de prognose voor de planperiode 19922007. Tevens worden de bevolkingscijfers van 1997 en 2002 weergegeven zodat een toetsing kan gebeuren van de prognoses aan de vastgestelde evolutie. Tabel 10 geeft een volledig overzicht.
19
Een alternatief werd tevens onderzocht met het gemiddeld migratiesaldo voor de periode 1988-1995. Dit resulteert grosso modo in dezelfde resultaten, namelijk een bevolking van 19.411 inwoners in 2007 t.o.v. 19.571.
In een open bevolkingsscenario zal de bevolking toenemen met 2 822 inwoners binnen de totaliteit van de planperiode 1992 - 2007. Dit is stijging van 17,5 % over een periode van 15 jaar, of ongeveer 1 % per jaar. De bevolkingsprognose voor 2002 ligt 1012 inwoners hoger dan het reëel vastgestelde aantal. Dit is te wijten aan enkele dieptepunten inzake migratie, namelijk in jaren 1995, 1997 en in mindere mate ook 199820. Bevoorrechte getuigen wijten dit aan een laag woonaanbod. Bij een open bevolkingsprognose ziet de leeftijdsstructuur er als volgt uit (Tabel 11): • • •
•
De volledige bevolkingsgroep ouder dan 35 jaar kent een positieve evolutie; vooral de groep 45-60 jaar neemt toe. In tegenstelling tot de gesloten bevolkingsprognose is er geen daling voor de groep 60-70 jaar Er is nog steeds een negatieve tendens voor de groep-20-35 jaar doch deze is minder groot dan bij de gesloten bevolkingsprognose (index van 80 i.p.v. 70) Ook de volledige leeftijdsgroep jonger dan 20 jaar kent een positieve evolutie.
Voor de uitbouw van een positieve bevolkingssamenstelling inzake leeftijdsopbouw, is het hanteren van een open bevolkingsscenario en derhalve mogelijk maken van migratie aangewezen. Tevens dienen de nodige inspanningen gedaan te worden om de emigratie van de jeugd en jonge gezinnen (leeftijdsgroep 15-40 jaar) tegen te gaan. Dit kan enkel door een aangepast woonaanbod te voorzien dat voorziet in de specifieke behoeften van deze jongeren.
20
In plaats van het normale migratiesaldo van160-200 en meer, tekenen deze jaren zich af met migratiesaldi van 79, 52 en 113. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 68
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Vaststellingen 5.1.3.3 Gezinsprognose
De berekeningen worden voorgesteld in Tabel 12 en Tabel 13.
Methodiek
In de gesloten bevolkingsprognose daalt het aantal gezinnen in de totaliteit van de prognoseperiode (1992-2007) met 164, hetzij 2%. Met een open bevolking stijgt het aantal gezinnen met 1415, hetzij 18%.
Op basis van bovenstaande bevolkingsprognoses worden gezinsprognoses gemaakt, voor de gesloten zowel als de open bevolkingsprognose. Zoals bij de bevolkingsprognose is de open prognose enkel informatief te beschouwen. De prognose is gebaseerd op leeftijds- en geslachtsspecifieke gezinscoëfficiënten. De gezinscoëfficiënten geven de kans weer dat een persoon als referentiepersoon (gezinshoofd of alleenstaande) optreedt. Het toepassen van de gezinscoëfficiënten op de verwachte bevolkingssamenstelling, geeft de gezinsevolutie in de prognoseperiode weer. De toegepaste methodiek geeft niet alleen inzicht in de aangroei van het aantal gezinnen, ook de evolutie van het aantal referentiepersonen per leeftijdscategorie en per geslacht kan worden bepaald. De gezinscoëfficiënten voor Blankenberge van het NIS van 1991 werden gehanteerd voor de volledige prognoseperiode. Aangenomen wordt dat de ontwikkelingen die zich tussen 1981 en 1991 hebben voorgedaan, identiek zullen blijven in de periode 1992-2007. Concreet wordt verondersteld dat het aandeel jonge mannelijke gezinshoofden in de toekomst identiek blijft op het niveau van 1991 en niet later het ouderlijk gezin verlaten, dat de trend tot versnippering van gezinnen op actieve leeftijd omwille van het groeiend aantal echtscheidingen zich verder zet en dat ouderen door een betere gezondheid ook op hoge leeftijd langer zelfstandig kunnen leven.21
In realiteit wordt een stijging van het aantal gezinnen vastgesteld in de periode 1992-2002 van 7.894 naar 8.544. Deze is overeenkomstig de bevolkingsprognose lager dan de prognose voor open bevolking. De taakstelling aan Blankenberge opgelegd door het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan22 bedraagt 1250 wooneenheden te realiseren binnen de periode 1992-2007. Deze taakstelling bedraagt slechts 80% van de geraamde behoefte. Deze taakstelling moet resulteren in 9144 gezinnen in 2007. Uit Tabel 13 komt naar voor dat Blankenberge achterop hinkt bij deze taakstelling. Het huidig woonaanbod komt niet tegemoet aan de behoeften en dit heeft zijn repercussies op de bevolkingsontwikkeling. In de periode 2003-2007 dienen conform het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan 475 bijkomende wooneenheden aangeboden te worden. In acht genomen de huidige evolutie die inzake woonaanbod talmt, betekent dit dat een belangrijke prioriteit moet gelegd worden bij het realiseren van voldoende woonaanbod.
22 21
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, Deel 1B – Prognoses.
Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen,vastgesteld door de Provincieraad op 12 juni 2001 . @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 69
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Tabel 8
Bevolkingsprognose scenario gesloten bevolking voor de periode 1992-2007
GESLOTEN BEVOLKING - mannen Mannen 1992 leeftijdsklasse
aantal inw.
95+ 90-94 85-89 80-84 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4 Totaal mannen input geboorten
(2)
(1)
Mannen 1997 prognose vastgesteld aantal inw. aantal inw.
4 12 53 152 214 319 467 444 495 498 517 600 636 644 638 557 451 436 433 415 7.985
3 20 78 138 245 399 404 467 482 507 592 630 639 634 553 448 435 433 414 491 8.013
491
453
3 21 62 146 249 425 451 508 526 551 611 671 679 617 555 503 460 466 445 397 8.346
Mannen 2002
Mannen 2007
aantal inw.
aantal inw.
5 31 73 162 310 350 430 457 492 570 622 633 630 550 445 432 432 414 490 453 7.980
7 30 88 209 278 377 425 469 554 612 626 624 545 442 429 429 413 490 452 391 7.889
index 2007 187 250 166 137 130 118 91 106 112 123 121 104 86 69 67 77 92 112 104 94 99
391
(1) NIS (2) bepaald op basis van het gemiddeld aantal geboorten (160) in de periode 1987-1991 (bron: stad Blankenberge) waarvan 51,3 % mannelijke geboorten en 48,7% vrouwelijke geboorten (bron: NIS) (3) NIS
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 70
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
GESLOTEN BEVOLKING - vrouwen Vrouwen 1992 leeftijdsklasse
aantal inw.
95+ 90-94 85-89 80-84 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4 Totaal vrouwen input geboorten
TOTAAL INW.
(2)
(1)
Vrouwen 1997 prognose vastgesteld aantal inw. aantal inw.
12 62 184 319 407 425 600 560 493 499 518 575 592 642 595 587 437 424 422 411 8.764
17 87 205 320 375 560 537 480 490 512 570 588 639 592 584 436 424 422 411 455 8.703
456
420
16.749
16.716
18 68 209 298 393 593 601 545 552 571 620 634 638 578 553 460 469 451 419 398 9068
Vrouwen 2002
Vrouwen 2007
aantal inw.
aantal inw.
25 100 212 302 500 504 462 479 504 564 584 635 589 581 435 423 421 410 455 420 8.605
30 107 207 410 456 438 463 493 556 578 630 585 578 434 422 421 410 455 419 362 8.453
index 2007 250 172 112 128 112 103 77 88 113 116 122 102 98 68 71 72 94 107 99 88 96
362
17.414
16.585
16.342
(1) NIS (2) bepaald op basis van het gemiddeld aantal geboorten (160) in de periode 1987-1991 (bron: stad Blankenberge) waarvan 51,3 % mannelijke geboorten en 48,7% vrouwelijke geboorten (bron: NIS)
(3) NIS @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 71
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Tabel 9 Bevolkingsprognose scenario open bevolking voor de periode 1992-2007 OPEN BEVOLKING - mannen
leeftijdsklasse
95+ 90-94 85-89 80-84 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4 Totaal mannen
Mannen 1992 (3)
1997 1997 1997 2002 2002 2007 2007 aantal inw. prognose vastgesteld aantal inw. prognose aantal inw. prognose
aantal inw.
gesloten 4 12 53 152 214 319 467 444 495 498 517 600 636 644 638 557 451 436 433 415 7.985
aantal inw. 3 20 78 138 245 399 404 467 482 507 592 630 639 634 553 448 435 433 414 491 8013
1 19 74 141 254 411 469 527 542 541 631 678 685 659 572 463 479 455 427 522 8551
aantal inw. 3 21 62 146 249 425 451 508 526 551 611 671 679 617 555 503 460 466 445 397 8.346
gesloten
aantal inw. gesloten 5 31 73 162 310 350 430 457 492 570 622 633 630 550 445 432 432 414 490 453 7.980
2 28 64 167 329 375 560 576 613 638 701 730 722 599 482 462 519 458 515 515 9.056
7,49 30,01 88,05 208,58 278,08 376,98 424,60 469,15 554,21 611,94 625,82 624,06 544,56 441,51 428,97 428,77 413,34 490,21 452,14 390,69 7.889
aantal inw. 4 26 75 216 306 414 620 647 736 715 744 768 683 515 485 474 545 556 490 484 9.504
(3) NIS (4) gemiddeld migratiecijfer in de periode 1988-1991;dit cijfer werd evenredig (50%) verdeeld tussen de mannelijke en vrouwelijke bevolking
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 72
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
OPEN BEVOLKING - vrouwen
leeftijdsklasse
95+ 90-94 85-89 80-84 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4 Totaal vrouwen
Vrouwen 1992 (3) aantal inw. 12 62 184 319 407 425 600 560 493 499 518 575 592 642 595 587 437 424 422 411 8764
1997 1997 1997 2002 2002 2007 2007 aantal inw. prognose vastgesteld aantal inw. prognose aantal inw. prognose gesloten aantal inw. aantal inw. gesloten aantal inw. gesloten aantal inw. 16,8 86,5 205,1 319,7 375,2 559,7 536,9 480,1 490,4 511,8 570,2 588,2 638,5 592,0 584,3 436,3 423,7 421,7 410,5 455,5 8703,0
16 85 201 322 385 572 602 539 551 546 610 636 685 616 603 451 467 444 423 487 9.241
18 68 209 298 393 593 601 545 552 571 620 634 638 578 553 460 469 451 419 398 9.068
25 100 212 302 500 504 462 479 504 564 584 635 589 581 435 423 421 410 455 420 8605
22 97 203 307 519 529 592 598 625 633 662 731 681 630 473 453 509 454 480 482 9.682
30 107 207 410 456 438 463 493 556 578 630 585 578 434 422 421 410 455 419 362 8453
26 103 194 417 484 475 658 671 738 681 748 730 717 507 479 466 541 520 457 455 10.067
(3) NIS (5) gemiddeld migratiecijfer in de periode 1988-1991; dit cijfer werd evenredig (50%) verdeeld tussen de mannelijke en vrouwelijke bevolking
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 73
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Tabel 10
Overzicht bevolkingsprognoses gesloten en open bevolking voor de periode 1992-2007
BEVOLKINGSPROGNOSE 1992-2007 - stad Blankenberge -
enkel natuurlijk saldo
GESLOTEN BEVOLKING
1992
1997
2002
2007
Totaal mannen
7.985
8.013
7.980
7.889
Totaal vrouwen
8.764
8.703
8.605
8.453
16.749
16.716
16.585
16.342
TOTAAL INW.
met migratiesaldo
OPEN BEVOLKING 1992
1997
2002
2007
Totaal mannen
7.985
8.551
9.056
9.504
Totaal vrouwen
8.764
9.241
9.682
10.067
16.749
17.792
18.738
19.571
17.414
17.726
TOTAAL INW. Vastgesteld
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 74
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Tabel 11
Overzicht van de leeftijdsopbouw in gesloten en open bevolkingsscenario (1992-2007)
Totale bevolking leeftijdsklasse
referentie 1992
gesloten bevolkingsscenario 2007
open bevolkingsscenario 2007
95+ 90-94 85-89 80-84 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4
aantal inwoners 16 74 237 471 621 744 1067 1004 988 997 1035 1175 1228 1286 1233 1144 888 860 855 826 16749
aantal inwoners 38 137 295 618 734 815 888 962 1110 1190 1256 1209 1123 875 851 850 823 945 871 752 16342
aantal inwoners 30 129 269 633 790 890 1278 1318 1474 1396 1492 1498 1400 1022 964 940 1086 1076 946 940 19571
index 1992 235 185 124 131 118 109 83 96 112 119 121 103 91 68 69 74 93 110 102 91 98
index 1992 188 175 113 134 127 120 120 131 149 140 144 128 114 79 78 82 122 125 111 114 117
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 75
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Tabel 12
Gezinsprognose scenario gesloten en open bevolking voor de periode 1992-2007
Gezinsprognose - gesloten bevolking 1992 leeftijdsklasse 95+ 90-94 85-89 80-84 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 totaal gezinnen
aantal inw. mannen 4 12 53 152 214 319 467 444 495 498 517 600 636 644 638 557 451
1997 2002 2007 1992 1992 aantal aantal aantal aantal inw. aantal gezinnen gezinnen gezinnen vrouwen gezinnen index 7 11 15 12 7 56 70 73 62 38 166 166 175 184 136 333 345 456 319 346 463 602 544 407 453 640 567 564 425 502 635 627 622 600 725 618 607 623 560 620 580 593 666 493 594 618 692 736 499 606 701 733 748 518 617 749 764 743 575 717 737 717 635 592 724 705 629 496 642 726 527 417 402 595 592 219 211 210 587 279 21 21 21 437 22 7704 7775 7773 7730
225 191 129 132 120 112 86 100 112 121 121 104 88 68 68 75 92
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 76
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Gezinsprognose open bevolking
leeftijdsklasse 95+ 90-94 85-89 80-84 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 totaal
1992 1992 1992 1997 2002 2007 aantal inw. aantal inw. aantal aantal aantal aantal mannen vrouwen gezinnen index gezinnen gezinnen gezinnen 4 12 7 6 9 11 12 62 38 54 67 68 53 184 136 161 154 158 152 319 346 337 353 468 214 407 453 477 631 588 319 425 502 658 603 617 467 600 725 728 813 901 444 560 620 695 763 857 495 493 594 653 739 884 498 499 606 659 775 862 517 518 617 748 827 889 600 575 717 807 880 917 636 592 724 790 824 795 644 642 726 732 684 579 638 595 592 545 452 455 557 587 279 226 226 232 451 437 22 24 26 27 7704 8301 8825 9309
169 179 116 136 130 123 124 138 149 142 144 128 110 80 77 83 122
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 77
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Tabel 13
Overzicht van de gezinsprognose in scenario's gesloten en open bevolking voor de periode 1992-2007
1992
1997
2002
2007
gesloten bevolking aantal inwoners aantal gezinnen
16.749 7.894
16.716 7.775
16.585 7.773
16.342 7.730
open bevolking aantal inwoners aantal gezinnen
16.749 7.894
17.792 8.301
18.738 8.825
19.571 9.309
17.414 8.146
17.726 8.544
vastgesteld aantal inwoners aantal gezinnen
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 78
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
5.1.4
Aan de hand van de inventaris van onbebouwde percelen door het stadsbestuur opgemaakt in 1998 en de bestemmingen van het gewestplan, werd een analyse gemaakt van het potentieel woonaanbod. Het woonaanbod werd geanalyseerd binnen de bestemmingen woongebied en woonuitbreidingsgebied.23
Van de onbebouwde percelen opgenomen in de inventaris werd in eerste instantie de mogelijkheid voor bebouwing geanalyseerd door hen te situeren binnen hun specifieke stedenbouwkundige context. Aldus werden bijvoorbeeld percelen met een uiterst onregelmatige vorm, een te beperkte bouwbreedte of deze die volledig ingericht zijn als openluchtrecreatieve ruimte bij een vakantiecentrum of OCMW, uit de inventaris gefilterd. Uitgesloten zijn aldus slechts deze percelen die totaal niet voor bebouwing in aanmerking komen. Op Figuur 42 zijn zij aangeduid als percelen met een minimale kans op bebouwing.
Figuur 42 geeft de analyseresultaten weer. Hierin komt naar voor dat het belangrijkste potentieel woonaanbod zich bevindt:
Vervolgens werden de percelen ingedeeld in verschillende categorieën in functie van hun stedenbouwkundige context, met name:
Analyse van het (potentieel) woonaanbod
Raming van het potentieel woonaanbod binnen onbebouwde percelen
op de centrale locatie van het Oostkwartier. aan de zuidwestelijke zijde binnen een aantal omvangrijke (percelen bestemd voor) verkavelingen binnen de recente verkavelingen aan de zuidoostelijke zijde.
Door de inplanting van het vakantiecentrum Floréal is een belangrijk aandeel woonuitbreidingsgebied niet langer als dusdanig realiseerbaar.
Deze indeling laat toe om het potentieel woonaanbod te berekenen op basis van volgende aannames:
23
De richtlijnen van de omzendbrief RO 97/03 van 12 mei 1997 in verband met het aansnijden van woonuitbreidingsgebieden en het opmaken van een gemeentelijke woningbehoeftenstudie, werden gevolgd.
onbebouwde percelen langs uitgeruste wegen bestemd voor individuele woningen; Percelen voor appartementen algemeen; Percelen voor appartementen op de Zeedijk en parallelle straat.
Onbebouwde percelen langs uitgeruste wegen bestemd voor individuele woningen: berekening van het aantal wooneenheden op basis van perceelsbreedte en de voorschriften van de verkaveling of het B.P.A. Realisatiegraad van onbebouwde percelen voor individuele woningen in acht genomen de resterende termijn van de planperiode (1997-2007) = 30 % Bruto oppervlakte per appartement = 150 m² Bebouwbare oppervlakte/perceel voor appartementen = 70 % Hoogte appartementsblokken algemeen = 3 verdiepingen, op Zeedijk en parallelle straat = 10 verdiepingen
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 79
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Van de appartementen op de Zeedijk en de parallelle straat zullen 50% ingenomen worden door permanente bewoners (cfr. analyse van de locatie van tweede verblijven) Van de appartementen in de stad en de individuele woningen wordt aangenomen dat ze voor 100% zullen ingeschakeld worden voor permanente bewoning.
Van de verkavelingen in uitvoering werd het aantal wooneenheden voorzien in de verkavelingsvergunning meegerekend. Inzake onbebouwde percelen die in aanmerking komen voor verkaveling wordt conform de Ministeriële Omzendbrief gerekend met een vooropgestelde dichtheid binnen stedelijk gebied van 25 woningen per hectare. Abstractie wordt hiervoor gemaakt van de eigenlijke ruimtelijke context van deze gebieden en de gewenste woondichtheid en type. Het aantal potentieel beschikbare wooneenheden te realiseren op onbebouwde percelen wordt geraamd als volgt:
Verwachte bijdrage aan het potentieel woonaanbod door heringebruikname van leegstand en herbestemming Uit par. 3.2.6.4 komt naar voor dat de leegstand die uiteindelijk zal resulteren in nieuwe wooneenheden voor permanente bewoning gering is. Met een intensief beleid dat de leegstand bekampt, streeft naar een ingebruikname van verdiepingen boven handelspanden en initiatieven neemt inzake wooninbreiding wordt geraamd een 35-tal wooneenheden voor permanente bewoning te kunnen recupereren.
Huidig totaal aantal potentieel beschikbare wooneenheden Volgens de bevolkingscijfers zijn er in de periode 1999-2003 (8184 gezinnen t.o.v. 8669 gezinnen) reeds een 485 woongelegenheden opgenomen. De recente ontwikkelingen situeren zich vooral in de appartementsbouw, de invulling van individuele percelen en bestaande verkavelingen24. Het huidig totaal aantal potentieel beschikbare wooneenheden wordt aldus geraamd 200 tot 250 -tal woongelegenheden25.
Potentieel aantal Wooneenheden 5.1.5
Confrontatie vraag-aanbod
Op percelen voor individuele woningen Binnen appartementen in stad Binnen appartementen op Zeedijk en parallelle straat Binnen verkavelingen in uitvoering Binnen omvangrijke onbebouwde percelen, gerekend met een dichtheid van 25 woningen / ha
67 68 77 140 296
Het huidig totaal aantal potentieel beschikbare wooneenheden binnen de huidige wooninbreidings- en uitbreidingscontext (woongebied en woonuitbreidingsgebied op het gewestplan) wordt geraamd op 198 woongelegenheden.
Totaal aantal potentieel beschikbare wooneenheden op onbebouwde percelen (Inventaris 1998)
648
De provinciale taakstelling naar Blankenberge toe voor de periode 19922007 bedraagt 1250 wooneenheden. 24
Uit de confrontatie van de recente bevolkingsevolutie en de inventaris van wooneenheden blijkt dat, aangezien de omvangrijke percelen omzeggens niet aangesneden zijn, de ontwikkelingen inzake verdichting, appartementsbouw en invulling van beschikbare percelen omvangrijker zijn dan geraamd. 25 Bij de berekening wordt geen rekening gehouden met ontpitting en sanering van te kleine woningen die moeten resulteren in een afname van het beschikbaar aantal woongelegenheden. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 80
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Hiervan zijn er in de periode 1992-2002 reeds 775 gerealiseerd (cfr. groei van aantal gezinnen). Derhalve moeten in de periode 2003-2007 nog minimaal 475 wooneenheden gerealiseerd worden. De nodige initiatieven zullen derhalve moeten genomen worden voor de realisatie van woonprojecten zowel van inbreiding, van recuperatie van leegstand als van ingebruikname van onbebouwde percelen. Daarnaast komt uit de confrontatie van de behoefte aan bijkomende woongelegenheden en het aanbod binnen de huidige inbreidings- en uitbreidingsmogelijkheden, een tekort aan oppervlakte woonuitbreidingsgebied voor het realiseren van ongeveer 225 à 275 nieuwe woongelegenheden naar voor. Hiervoor dient een gedifferentieerd en geografisch gespreid aanbodbeleid te worden gevoerd met aandacht voor: - woongelegenheden voor jonge gezinnen - sociale kavels met gearandeerde woonkwaliteit - eengezinswoningen met voldoende tuin - meergezinswoningen met voldoende architecturale kwaliteit - niuewe woonvormen met inbegrip van living on the green.
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 81
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
5.2 5.2.1
Raming van de behoefte aan ruimte voor economische activiteiten Inleiding
Inzake ruimte voor bedrijventerreinen wordt in het provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen voor Blankenberge geen bijkomend aanbod voorzien. De behoefte van 5 ha die aan Blankenberge toebedeeld wordt in het PRS, wordt opgevangen binnen de uitbreiding van het bedrijventerrein in uitvoering. 5.2.2
Omvang en evolutie van de tewerkstelling
5.2.2.1 Aantal werkenden
In Tabel 14 wordt de evolutie van de beroepsbevolking en het aantal werkzoekenden en de werkloosheidsgraad weergegeven. Volgende vaststellingen worden genoteerd: • •
het aandeel van de beroepsbevolking ten aanzien van de totale bevolking is in de tijdsperiode 1981-2001 toegenomen van 39% naar 43% ; de verhouding van het aantal werkzoekenden ten aanzien van de beroepsbevolking, de zogenaamde werkloosheidsgraad, is vrij hoog ten opzichte van het arrondissement en Vlaanderen. De laatste jaren daalt de werkloosheid.
Tabel 14 Evolutie van de beroepsbevolking en de werkloosheid in Blankenberge Werkzoekenden Blankenberge26 Beroepsbevolking Blankenberge Totale bevolking Werkloosheidsgraad Blankenberge Werkloosheidsgraad Arrondissement Werkloosheidsgraad Vlaanderen
1981 747
1991 837
1997 1.130
1998 975
1999 920
2000 814
2001 820
5.836
6.898
7585
7445
7335
7337
7476
14.832 12,80
16.602 12,13
17.414 14,90
17.397 13,10
17.458 12,54
17.414 11,09
17.538 10;07
8,46
7,67
6,92
5,92
5,65
9,17
8,13
7,29
6,39
6,31
Bron: NIS Volkstelling 1970-1981-1991 en Statistieken Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
26
omvattende de werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen, andere verplicht ingeschreven werkzoekenden die niet werken en de vrij ingeschreven werkzoekenden die niet werkend zijn. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 82
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Uit Tabel 15 stelt men vast dat: 5.2.2.2 Sector van tewerkstelling
In Tabel 15 wordt de beroepsbevolking onderverdeeld naar bedrijfsafdeling. Tabel 15
Werkende beroepsbevolking naar bedrijfsafdeling 199127
Bedrijfsafdeling land- en bosbouw en visserij Energie en water
Aantal werkenden 101 (2%) 77 (1%)
niet-energetische mineralen/ scheikundige industrie
137 (2%)
Metaalverwerkende nijverheden
250 (4%)
andere verwerkende nijverheden
214 (4%)
Bouwnijverheid
225 (4%)
handel, hotels, restaurants en cafés vervoer en verkeer bank- en verzekeringswezen/ dienstverlenende ondernemingen overige dienstverlening slecht omschreven activiteit Totaal werkende beroepsbevolking
1.699 (28%) 590 (10%) 343 (6%)
5.2.2.3 Werkgelegenheid 1.780 (30%) 564 (9%) 5.980 (100%)
Bron: NIS Volkstelling 1991
27
• een groot aandeel nl. 64% is werkzaam in de horeca en dienstverlening (bedrijfsafdelingen 'handel, hotel, restaurant en café', 'overige dienstverlening' en 'bank- en verzekeringswezen/dienstverlenende ondernemingen'). Dit is eigenlijk niet verwonderlijk aangezien Blankenberge een badstad is en bijgevolg zeer sterk toeristisch gericht is. • Ondanks de uitgestrekte polders en ligging aan belangrijke havens is slechts 2 % werkzaam in de 'land- en bosbouw en visserij'; uit recentere gegevens van de land- en tuinbouwtellingen blijkt dat het aantal werkenden in de land- en tuinbouwsector jaarlijks verder achteruitgaat. • De transportsector stelt 10 % van de werkende bevolking van Blankenberge te werk. De impact van Zeebrugge is vooral de huisvesting van vrachtwagenchauffeurs. • 'Metaalverwerkende nijverheden', 'andere verwerkende nijverheden' en de 'bouwnijverheid' staan elk in voor circa 4 % van de beroepsbevolking. • 'Energie en water' en 'niet-energetische materialen/scheikundige industrie' stellen respectievelijk slechts 1 à 2 % van de beroepsbevolking te werk.
De werkgelegenheidsgraad, die de verhouding van het aantal tewerkgestelden in Blankenberge tot de bevolking in de leeftijdscategorie 20-64 jaar weergeeft, situeert zich rond de 32 %, hetgeen zeer laag is. De werkgelegenheidsgraad geeft hiermee aan dat er een grotere uitgaande pendel is dan een ingaande pendel. Dit betekent dat Blankenberge zeer gevoelig is voor de economische evolutie in de regio, en dat een achteruitgang bijvoorbeeld in Zeebrugge/Oostende een rechtstreekse invloed heeft op Blankenberge.
Het betreft een analyse van de bevolking van Blankenberge en niet, zoals in volgende paragraaf, van de tewerkstelling in Blankenberge. De plaats van tewerkstelling is hier uiteraard niet beperkt tot Blankenberge. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 83
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
In Blankenberge worden ongeveer 3380 mensen tewerkgesteld. Van deze 3380 tewerkstellingsplaatsen situeren zich ongeveer 250 jobs in de secundaire sector (bedrijvigheid) en 3100 jobs in de tertiaire sector (diensten). De tewerkstelling is derhalve kwetsbaar. Een grotere diversificatie is aan de orde. 5.2.3
Behoefte aan ruimte voor bedrijvigheid
5.2.3.1 Verwachte invulling van de zone voor uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein
De behoefte aan ruimte voor economische activiteiten binnen lokale bedrijventerreinen wordt in de eerste plaats geraamd aan de hand van kandidatuurstellingen voor de uitbreiding van het bestaand bedrijventerrein aan de Brugsesteenweg. Deze uitbreiding betreft 9 ha. De interesse is groot vanwege bedrijven uit Blankenberge. Er is tevens interesse van bedrijven uit Lissewege en Zuienkerke. De bedrijfsactiviteit is zeer divers doch steeds gericht op een lokale verzorgingsfunctie, met onder meer een bronsgieterij, bouwmaterialen, groothandel dierengeneeskunde. Het betreft overwegend een herlokalisatie wegens uitbreiding van bestaande bedrijven. Op basis van deze gegevens kan gesteld worden dat er kopers zijn voor 70% van de uitbreiding van het bedrijventerrein. Door WVI wordt op basis van ervaringen in de regio Brugge geraamd dat 2 jaar na de inrichting van het bedrijventerrein alle percelen zullen ingenomen zijn. Op dat ogenblik is er geen ruimte meer beschikbaar in Blankenberge voor lokale bedrijvigheid.
5.2.3.2 Bijzondere geïdentificeerde behoeften
Binnen het stadscentrum en de woongebieden bevinden zich verscheidene distributiebedrijven en kleinere bedrijven waarvoor op termijn en bij verdere groei van de bedrijvigheid, een herlokalisering aan de orde kan zijn. In par. 3.2.10.3 wordt de problematiek van zonevreemde bedrijvigheid behandeld. Indien deze bedrijven geen juridische zekerheid kunnen bekomen in hun huidige locatie, zal een herlokalisatie zich opdringen. Een aantal bedrijven met beperkte oppervlaktebehoefte en gericht op de lokale verzorgingsfunctie, zouden terechtkunnen op het bedrijventerrein. De behoeften zijn prangend voor de bedrijven Van Oost, Aveve, Lapin en Gerco die volledig in natuurgebied of agrarisch gebied liggen en een grote oppervlaktebehoefte hebben. De bedrijven Lapin en Gerco zijn bovendien regionale bedrijven.
5.2.3.3 Behoefte aan watergebonden bedrijventerreinen
Inzake jachthavengebonden bedrijvigheid zijn het de ruimtelijke randvoorwaarden die bepalend zijn voor de ruimte die ter beschikking gesteld wordt. De grenzen voor afbakening zijn duidelijk: de jachthaven, het strand, de gemeentegrens/grens van de bestaande zone voor waterwegen) en de Koninklijkelaan. Het bedrijventerrein aldus afgebakend zal voorzien in de ruimtebehoeften van de bestaande bedrijven.
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 84
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
5.2.3.4 Behoefte op basis van de tewerkstellingsanalyse
De analyse van de tewerkstellingsmogelijkheden binnen Blankenberge (par. 5.2.2) brengt naar voor dat naar een gedifferentieerde tewerkstelling moet gestreefd worden. Naast de tertiaire sector dient ook de secundaire sector blijvend ondersteund te worden. Vooral lokale bedrijvigheid is ondersteunend aan de kleinstedelijke functie van Blankenberge. Watergebonden bedrijvigheid is ondersteunend aan de toeristische attractiviteit.
5.2.4
Aanbod aan bedrijventerreinen
Het huidig aanbod aan ruimte voor bedrijvigheid is beperkt tot de uitbreiding van het bedrijventerrein aan de Brugsesteenweg in uitvoering. De oppervlakte bedraagt 9 ha.
5.2.5
Confrontatie vraag-aanbod
De gemeente kan met de uitbreiding van het bedrijventerrein aan de Brugsesteenweg voldoen aan de ruimtebehoeften voor lokale bedrijvigheid. Evenwel kunnen binnen deze uitbreiding niet alle behoeften van de zonevreemde bedrijven opgevangen worden. Vooral voor de regionale bedrijvigheid dienen andere oplossingen aangereikt te worden. Tevens dient bendarukt te worden dat de bevestiging van de watergebonden bedrijvigheid aan de haven buiten het normale aanbod vallen. De herbestemming van deze zone in het B.P.A. Havenkwartier mag in de ruimtebalans geen impact hebben op het aanbod toegewezen aan Blankenberge.
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 85
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
6
6.1
Kwaliteiten, aandachtspunten, aandachtspunten, ruimte ruimtelijke trends, potenties
•
Als badstad heeft Blankenberge toch een grote eigen bevolking. De stad wordt niet gedomineerd door tweede verblijven.
•
Blankenberge wordt ervaren als een goede woonstad. De inrichting van straten en woningen is algemeen genomen zeer verzorgd. Er is relatief weinig leegstand en er zijn geen concentraties van leegstand. Handel en dienstverlening staan op een goed niveau.
•
De bevolking is evenwichtig samengesteld inzake leeftijd en inkomensklasse. De gestage positieve migratie creëert een goede dynamiek.
•
De recente herinrichting van diverse straten en het verfraaien van het openbaar domein maken de winkelomgeving aangenamer en bevorderen bijgevolg de commerciële activiteit.
•
Diverse historisch waardevolle en markante gebouwen zijn terug te vinden o.a. diverse kerken, het casino (gerenoveerd), het oude stadhuis van Blankenberge, het vroegere gemeentehuis van Uitkerke, enkele vissershuisjes, het kasteeltje in Uitkerke; daarnaast bevinden zich in Blankenberge diverse oude woonhuizen met een architecturale waarde (enkele huizen met geglazuurde tegels, de huizen in de Descampsstraat en de Vrijheidsstraat, diverse overgebleven woonhuizen aan de Zeedijk, e.a.)
•
De omgeving van de jachthaven is een stedelijke open ruimte die goed verweven is met de stadskern; de openheid van de jachthaven infiltreert via het Leopoldspark in de dichte bebouwing van het stadscentrum.
Inleiding
Uit bovenstaande analyses, zowel van de bestaande ruimtelijke structuur, de prognoses, als de planningscontext, worden de kwaliteiten, aandachtspunten, ruimtelijke trends en potenties gedistilleerd. Dit hoofdstuk vormt de spil tussen de inventarisatie en analyse van het informatief gedeelte en de visievorming over de verdere ruimtelijke ontwikkeling van het richtinggevend gedeelte. Op basis van onderstaande besluiten van de analysefase, worden in het richtinggevend gedeelte een vernieuwd ruimtelijk kader en maatregelen voorgesteld. 6.2
Woon- en leefomgeving
Kwaliteiten
Globale opbouw •
De sterke concentratie van de bebouwing binnen en aansluitend op het stadscentrum zorgt ervoor dat het buitengebied gevrijwaard blijft van versnippering.
•
Het buitengebied ligt als een gordel rondom het geconcentreerde stedelijk gebied.
•
De geleidelijke overgang van het stedelijk gebied naar het buitengebied door een in hoogte afnemende bebouwing.
•
Het stedelijk gebied bestaat uit verschillende stadsdelen die elk een eigen identiteit hebben en elkaar aanvullen. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 86
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
•
Binnen de stadskern bevinden zich een beperkt aantal kleine open ruimten zijnde onder meer het Manitobaplein en het St-Rochusplein; deze goed ingerichte pleintjes doorbreken de hoge bebouwingsdichtheid van Blankenberge en veraangenamen bijgevolg de woonomgeving en bevorderen de commerciële activiteit.
•
In verschillende woonwijken worden openbare en private open ruimtes op een bijzondere wijze met elkaar verweven; bijvoorbeeld in de wijk ingesloten door de Koning Albert I-laan en de Zeebruggelaan ligt een netwerk van wandelpaden tussen de huizen.
•
Opmerkelijk is het veelvuldig voorkomen in Blankenberge van de combinatie binnen éénzelfde pand van een openbare functie met een commerciële of dienstverlenende functie; bijvoorbeeld op de hoek Molen-/ Weststraat waar zich op straatniveau een financiële instelling (bank) bevindt en waar de bovenliggende verdiepingen door klaslokalen worden ingevuld. Op een creatieve manier wordt door verweving van functies een oplossing aangereikt voor de hoge grondprijzen en tegelijk een hoge vitaliteit in het stadscentrum bewerkstelligd.
Toeristisch-recreatieve voorzieningen Handel en dienstverlening •
Het commercieel aanbod voldoet.
•
De openbare functies situeren zich hoofdzakelijk langsheen de as De Smet de Naeyerlaan en Koning Albert I-laan; ze vormen als het ware een ring rondom het commerciële kerncentrum en zijn bijgevolg gemakkelijk bereikbaar.
•
Meerdere functies van openbare dienstverlening zijn gegroepeerd, met name op primair niveau is er een cluster t.h.v. het stadhuis, op secundair niveau t.h.v. de kerk van Uitkerke.
•
•
De commerciële activiteit in het stadscentrum wordt ondersteund door de ruimtelijke structuur van de binnenstad: de T-structuur gevormd door de belangrijkste assen zijnde de Kerkstraat en de Zeedijk met hieraan parallelle assen; de verbindingsas van het station met de Zeedijk via de Kerkstraat
•
Zoals voor elke badstad zijn de zee, het strand en de duinen de meest bijzondere toeristische recreatievormen.
•
Grote toeristisch-recreatieve attractiepolen situeren zich buiten de woongebieden aan de rand van het stadscentrum; deze bevinden zich op wandelafstand van het stadscentrum en zee/strand, en zijn bijgevolg gemakkelijk bereikbaar voor voetgangers; daarnaast zijn deze attractiepolen vlot bereikbaar met het openbaar vervoer (kusttram).
•
De jachthaven, het casino, de Pier en het SeaLife Center zijn bijzondere toeristische attractiepolen met een regionale attractiviteit.
•
Het stadscentrum omvat talrijke toeristisch-recreatieve voorzieningen die geheel verweven zijn met de commerciële activiteit.
Bedrijvigheid •
De bedrijvenzone gelegen ten oosten van de Brugsesteenweg is goed ingericht en via de N371 ontsluitbaar.
•
Uitbreiding van de bedrijvenzone in oostelijke richting wordt vermeden door de begrenzing van de spoorweg; dit heeft tot gevolg dat de oostelijke polders gevrijwaard blijven van bedrijven.
De verweving van toeristisch-recreatieve voorzieningen met het commercieel centrum is positief.
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 87
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
•
De bedrijvenzone situeert zich aan de rand van het woongebied; de KMO-gebouwen sluiten aan op de stedelijke bebouwing zodat de bebouwing geconcentreerd blijft.
•
De bedrijvenzone nabij de jachthaven huisvest enkel jachthavengebonden bedrijven. Het zijn vitale, dynamische bedrijven. De bedrijvigheid is visueel niet storend.
•
Een vlotte en regelmatige treinverbinding van en naar het binnenland maken Blankenberge gemakkelijk bereikbaar met het openbaar vervoer; de ligging van het station aan de voet van het stadscentrum en op wandelafstand van Zeedijk zijn hierbij een extra pluspunt.
•
De tram verzorgt de oost-west ontsluiting en verzorgt derhalve de verbinding met de andere kustgemeenten.
•
In de wijk begrensd door de Koning Albert I-laan en de Zeebruggelaan ligt een netwerk van wandelpaden tussen de huizen en straten; deze goed ingerichte wandelpaden zijn een alternatieve en veilige route voor fietsers en voetgangers om het strand of het stadscentrum te bereiken.
•
De Graaf Jansdijk vormt een goede aanzet voor een oost-west verbinding die de toeristische attracties aan oostelijke zijde verbindt met het stadscentrum en parallel met de Zeedijk loopt.
Buitengebied (agrarische structuur en natuur) •
Het buitengebied is nauwelijks versnipperd door verspreide bebouwing.
•
De polders zijn, vooral in het oostelijk deel, waardevolle landbouwgronden.
•
De Uitkerkse Polder vormt een belangrijke natuurwaarde op regionaal niveau (gedeeltelijk natuurreservaat).
•
De Fonteintjes omvatten eveneens een belangrijke natuurwaarde en garanderen het behoud van de duinengordel.
•
In de Uitkerkse Polder is er reeds een goede samenwerking tussen de landbouwers en de vzw Natuurreservaten inzake natuurbeheer.
6.3
Aandachtspunten
Globale opbouw •
Het stedelijk weefsel kenmerkt zich op micro-niveau als een aaneenschakeling van woongebieden met elk op zich een heel sterke stedenbouwkundige en architecturale eenheid doch onderling sterk verschillend. Het stedelijk weefsel bezit in zekere mate een gefragmenteerd voorkomen. Centrumfuncties komen te weinig aan bod.
Verkeersinfrastructuur •
De regionale ontsluiting heeft een goede kamvormige basisstructuur met o.m. E40, A11, AX, N371 en N34.
•
De spoorlijn doorsnijdt de stad waardoor een barrière gevormd wordt tussen een oostelijk en een westelijk stadsdeel.
•
Met de AX die in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen als verbinding voorzien wordt tussen de N31 Brugge Blauwe Toren n de N49/A11 Westkapelle, zal een verbeterde toegankelijkheid vanuit de provincies Oost-Vlaanderen en Antwerpen worden bewerkstelligd.
•
Verschillende gebouwen zijn niet geïntegreerd in het stadsweefsel zodat schaalconflicten ontstaan; op diverse plaatsen bestaat er een groot contrast tussen de hogere appartementsgebouwen en de ernaastliggende woonhuizen. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 88
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
•
Het Casinoplein vervult onvoldoende de scharnierfunctie op voetgangersassen; de potenties als open ruimte worden onvoldoende benut.
Woon- en leefomgeving •
De woonfunctie in het stadscentrum wordt onder meer bedreigd door hoge bebouwingsdichtheid, het gebrek aan open ruimte binnen het stedelijk weefsel, de kleine gevelbreedtes, het vereist aantal bouwlagen, het tekort aan bewonersparkeren en de hoge grondprijzen.
•
De omgeving van het stadhuis vertoont visueel weinig samenhang; het stadhuis en het hiervoor liggend plein, het station, het LeopoldIII-plein en het kantoor van de toeristische dienst vormen visueel te weinig één geheel van centrumfuncties.
•
Bepaalde stadsdelen hebben te maken met een gedeeltelijke en seizoensgebonden leegstand; dit heeft te maken met het sluiten van toeristische winkeltjes en onderbenutting van tweede verblijven tijdens het hoogseizoen.
•
De appartementen langsheen de Zeedijk t.h.v. het stadscentrum zijn éénzijdig naar zee gericht; de 'achterzijden' van deze gebouwen zijn architecturaal nauwelijks afgewerkt; qua schaal confronteren deze gebouwen met de kleinere erop aansluitende gebouwen.
•
In het stadscentrum zijn er slechts beperkte kwaliteiten (bijvoorbeeld aanwezigheid van aangename open ruimtes) die de ongemakken van hoge woondichtheden en beperkte leefruimtes compenseren.
•
Er is een onvoldoende woonaanbod binnen het woongebied- en woonuitbreidingsgebied om de woonbehoeftes op korte en lange termijn in te vullen. Er is in het bijzonder behoefte aan een verruimd woonaanbod specifiek gericht op (jonge) gezinnen.
•
Historische waardevolle gebouwen langsheen de Zeedijk worden verdrongen door grootschalige appartementsgebouwen.
•
In het oostelijk deel van Blankenberge ligt, ingesloten door bebouwing, een open ruimte die geleidelijk aan verder monofunctioneel wordt ingevuld met stedenbouwkundig weinig creatieve appartementsbouw.
•
Langsheen de spoorweg liggen enkele kleine onbenutte restruimtes die een weinig esthetisch uitzicht bieden; treinreizigers worden hiermee geconfronteerd wanneer de trein het bebouwd gebied van Blankenberge binnenrijdt.
Handel en dienstverlening •
De commerciële voorzieningen zijn slechts van een middelmatig niveau.
•
Het beperkt toeristisch seizoen speelt het commercieel apparaat parten; de seizoenale leegstand dient verminderd te worden.
•
Het voorkomen van de handelspanden (gevelaankleding, leegstand bovenverdiepingen) laat te wensen over; door de hoge bebouwingsdichtheid, de smalle gevelbreedte, problemen inzake bezonning en gebrek aan open ruimte is de woonfunctie in het commercieel centrum moeilijk in stand te houden
•
Diverse bedrijfsgebouwen en grootwinkels zijn architecturaal en landschappelijk onvoldoende geïntegreerd; het betreft onder meer de complexen langsheen de Brugsesteenweg, de Colruyt in het centrum van Uitkerke en de Delhaize aan de oostelijke stadsrand. De bebouwing langsheen de Brugsesteenweg lijkt ongestructureerd en chaotisch. @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 89
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Toeristisch-recreatieve voorzieningen •
Bijzondere locaties zoals de omgeving van de jachthaven worden momenteel onderbenut.
•
De directe omgeving van de jachthaven wordt momenteel hoofdzakelijk ingevuld door parkeerterreinen; hierdoor is er nauwelijks ruimte voor specifieke havengerichte activiteiten.
•
Aan de jachthaven worden de aanwezige potenties ter versterking van de economische bedrijvigheid onvoldoende uitgebuit. De zonevreemdheid van de huidige jachthavengebonden bedrijvigheid schept een bedrijfsonzekere situatie. Een bestemmingswijziging en ruimtelijk uitvoeringsplan dat de volledige potenties van de jachthaven benut, dringt zich op.
Buitengebied (agrarische structuur en natuur) •
•
Door een onvoldoende aanbod van elk-weer activiteiten is Blankenberge inzake het toerisme sterk afhankelijk van het weer. Onder meer een manège en golf ontbreken. De kop van de Zeedijk - aan de voet van de vuurtoren - heeft momenteel geen functie en is activiteitenloos; enkel in de zomermaanden worden hier af en toe manifestaties georganiseerd.
•
Camping Harendijke (geografisch horende bij Wenduine) legt enorm beslag op het buitengebied aan de westelijke grens van Blankenberge.
•
De diverse toeristische infrastructuren in het oosten van Blankenberge (SeaLife Center, zwembad, vakantiecentra) vertonen onvoldoende samenhang.
•
Het buitengebied wordt verder aangesneden voor de uitbreiding van de bedrijvenzone (langsheen de Brugsesteenweg) en nieuwe verkavelingen; een pluspunt hierbij is dat deze bebouwingen aansluiten op het bebouwd gebied van Blankenberge.
•
Het verdwijnen van microreliëf uit weilanden (t.g.v. ophogingen, drainage, e.a.), het steeds meer omzetten van weilanden naar akkerland en het te intens bemesten dragen onder meer bij tot de verarming van de natuurlijke structuur.
•
De kwaliteit van het buitengebied wordt ondermijnd door een overmatige concentratie van verblijfsaccommodaties aan de rand van de stedelijke bebouwing; de diverse campings (inclusief camping Harendijke) en het vakantiecentrum de Floréal zijn beeldbepalend vanuit het buitengebied.
•
De natuurlijke structuren (incl. zee, strand en duinen) worden rechtstreeks belast door toerisme en recreatie.
•
Op het buitengebied is er een sterke druk voor heroriëntering van bestaande agrarische activiteit in functie van toerisme en recreatie.
•
Hoogspanningsleidingen en industriële activiteiten (incl. haven Zeebrugge) zorgen voor visuele hinder in het buitengebied.
•
Uit het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan (GNOP) van Blankenberge blijkt dat de meeste waterlopen verontreinigd zijn.
Bedrijvigheid •
Verschillende bedrijfsgebouwen zijn onvoldoende landschappelijk geïntegreerd o.a. bedrijf Lapin, tuincentrum AVEVE.
•
De terreinen nabij en rondom bedrijven worden virtueel in beslag genomen.
•
Voor enkele zonevreemde bedrijven dient een juridisch kader te worden gecreëerd.
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 90
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
•
In de Doornhaagstraat (aan de oostzijde van Blankenberge) ligt een gesaneerde stortplaats.
•
De gemeentelijke stortplaats Kuiperscheerweg is gedeeltelijk gesaneerd door afdekking; echter hierdoor kan geen garantie gegeven worden tegen verontreiniging van beken en oppervlaktewater.
•
In het buitengebied zijn er onvoldoende garanties voor het behoud van het open karakter; met name serreconstructies zijn in de huidige juridische context toegelaten in het oostelijk deel.
•
Samenvallen van de verschillende verkeersstromen ter hoogte van het kruispunt Kerkstraat-Koning Albert I-laan aan het Leopoldsplein: immers zowel het toestromend autoverkeer, het doorgaand verkeer als het openbaar vervoer convergeren op deze locatie; vermindering van de verkeersintensiteit is essentieel om het geheel van het Koning Leopold III-plein, het J.F. Kennedyplein en het park, in samenhang met stadhuis, station en kerk, in te richten ten behoeve van de centrumfunctie.
•
Het oostelijke stadsdeel wordt beperkt ontsloten ten gevolge van de spoorweg en het beperkt aantal spoorwegovergangen; vanuit de Kerkstraat/Brugsesteenweg is het met de auto enkel mogelijk om via de Zeebruggelaan of de Koning Albert-I laan het oostelijk deel van Blankenberge te bereiken.
•
Het gedeelte van de Zeebruggelaan binnen het stedelijk gebied leidt onder verkeersoverlast met negatieve gevolgen voor de verkeersleefbaarheid en verkeersveiligheid. De Zeebruggelaan fungeert immers als belangrijkste ontsluitingsas voor het oostelijk deel van Blankenberge.
•
Het spoor wordt nog onvoldoende aangewend voor toeristische ontsluiting.
•
De doortocht van de tram zorgt voor verkeersonveilige situaties.
•
Aan de rand van het commercieel centrum is er onvoldoende parkeerruimte ten behoeve van het handelsgebeuren.
•
Tijdens de toeristische topdagen heeft Blankenberge te maken met een nijpend parkeerprobleem; het gebrek aan samenhang tussen de parkings (t.h.v. de haven) en de onvoldoende bewegwijzering naar bestaande parkings heeft negatieve gevolgen voor de verkeersdoorstroming (traagrijdend verkeer op zoek naar een parking) en de verkeersleefbaarheid (foutparkeerders, blokkering van toegangen, luchtvervuiling, e.a.).
Verkeersinfrastructuur •
Het toeristisch autoverkeer komt vanuit het binnenland hoofdzakelijk Blankenberge binnen via de Brugsesteenweg/Kerkstraat; deze geconcentreerde toevoer heeft tot gevolg dat hier tijdens het hoogseizoen lange files ontstaan.
•
De recente herinrichting van de Brugsesteenweg tot 2 rijstroken, zorgt voor fileproblemen tussen de Blauwe Toren en de Zeebruggelaan.
•
De ligging van Blankenberge tussen Oostende en Zeebrugge brengt een zekere mate van doorgaand verkeer met zich mee; vermits de kustweg (Koninklijkelaan, Vrede-, Zuid-, Koning Albert-, J. Ruzettelaan) dwars doorheen de centrumbebouwing loopt, heeft dit gevolgen inzake de verkeersleefbaarheid van de bewoners en toeristen. De Kerkstraat tussen de Zuidlaan en ter hoogte van het station is een uitermate overbelaste schakel.
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 91
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
•
•
De terreinen rondom de jachthaven worden hoofdzakelijk ingevuld door parkings wat eigenlijk een te zwakke functie is voor een havengebied. De schoolomgeving in de Schaapstraat is rond de openings- en sluitingsuren van de school verkeersonveilig; door gebrek aan parkeermogelijkheden parkeren wachtende ouders op het voetpad zodat voetgangers en fietsers in het gedrang komen.
•
toegang tot de De Smet De Naeyerlaan vanaf de Kerkstraat en de Koning Albert I-laan; toegang tot de Koning Albert I-laan vanaf de Onderwijsstraat; toegang tot het casino vanaf de Malecotstraat.
Het totaalconcept voor voetgangers is te weinig uitgewerkt.
Wandel- en fietsnetwerken/buitengebied •
•
Door de huidige stedenbouwkundige beperkingen inzake privégarages in het stadscentrum wordt het parkeren van bewoners als problematisch ervaren. Dit heeft negatieve effecten op de attractiviteit voor wonen in het stadscentrum. Er is een behoefte aan verruimde mogelijkheden voor (kleinschalige) (ondergrondse) parkeergarages. Te hoge verkeerssnelheden worden genoteerd op belangrijke verkeersaders (Brugsesteenweg, Kerkstraat, Zeebruggelaan, K. Albert Ilaan, Koninklijkelaan) maar ook op de straten die als sluikwegen worden gebruik (Schaapstraat, Scharebrugstraat) en in het centrum. In combinatie met de bestaande winkel-, school- en woonfuncties levert dit onveiligheid en vermindering van de verkeersleefbaarheid op.
•
Tijdens het hoogseizoen en zonnige weekends worden de polders belast met sluikverkeer en de indirecte effecten ervan; dit heeft nefaste gevolgen voor het buitengebied nl. het veroorzaken van een ongewenste drukte door het autoverkeer en creëren van hinder (verkeersonveiligheid, lawaai, e.a.) voor recreanten zijnde wandelaars en fietsers.
•
Wandelaars die een strandwandeling maken richting Wenduine moeten ter hoogte van de vaargeul volledig rond de jachthaven gaan. Een verbinding (veerdienst, brug, ….) is hier wenselijk
6.4
•
•
Aan sommige straten wordt, ten gevolge van de straatbreedte en de wijze van inrichting, een belangrijker functie toegekend dan deze eigenlijk heeft; het betreft onder meer de A. Ruzettelaan en de J. de Troozlaan. De leesbaarheid van het stadscentrum, het verkeersnetwerk en de te verwachte circulatiepatronen kunnen verbeterd worden. Dit heeft tot gevolg dat de bezoeker gefrustreerd raakt bij het zoeken naar parkings en specifieke locaties (bewegwijzering) of terechtkomt in moeilijke verkeerssituaties.
Ruimtelijke trends
Volgende trends doen zich voor: Woon- en leefomgeving •
Gestage bevolkingsgroei door een positief migratiesaldo
•
Negatief migratiesaldo voor de groep 20-35 jaar; uitwijking van voornamelijk jonge gezinnen uit de stadskern naar de omliggende gemeenten (o.m. Zuienkerke en Lissewege); positief migratiesaldo voor alle andere leeftijdscategorieën
Onder meer op volgende locaties leidt de inrichting thans tot onduidelijk leesbare verkeerssituaties: @Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 92
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
•
•
Revitalisatie stadscentrum gedreven door handel en diensten en nieuwe huisvestingsprojecten; ondersteund door infrastructuurwerken in openbaar domein en renovatieprojecten (bv. Museum de Benne, Casino) Toename van betoelagingen van het stadsbestuur; de toelagen hebben vooral de ondersteuning van de woonfunctie (gezinnen, gehandicapten en bejaarden) en heropwaardering van het bestaand gebouwenpatrimonium tot doel hebben.
•
Verdichting van het stadscentrum o.m. door inrichting met maximale perceelsbezetting en maximaal toegelaten bouwhoogte; hoofdzakelijk bij appartementsbouw en handelspanden.
•
Differentiatie bevolking stadscentrum-overige stadsdelen (inkomensklasse en leeftijdsopbouw)
Bedrijvigheid •
Buitengebied (agrarische structuur en natuur) •
Positieve en negatieve trends inzake natuurlijke structuur verarming natuurlijke structuur door intensivering, omzetting van grasland naar akkers; drainage van grasland grotere gebiedsbescherming van belangrijke natuurwaarden, ondersteund op Vlaams niveau toename mate van milieubeheer uitgevoerd door landbouwers
•
veranderingen in agrarische structuur afname aantal bedrijven, toename bedrijfsgrootte, verjonging blijvende beïnvloeding van productiestructuur door externe factoren vooralsnog beperkte interesse voor hoevetoerisme
•
uniformiseren van het landschap bebouwde perifere landschap (recente verkavelingen) industrielandschap
Handel en dienstverlening •
Opwaardering van de commerciële activiteit; ondersteund door infrastructuurwerken in openbaar domein en renovatieprojecten (bv. Museum de Benne, Casino)
Groei en toenemend ruimtebeslag van bestaande bedrijven; herlocalisatie naar het bedrijventerrein
Toeristisch-recreatieve voorzieningen •
Toename van aantal korte vakanties; verlenging van toeristisch seizoen; spreiding van de toeristische activiteit
Verkeersinfrastructuur •
•
Toenemende druk om in een groter aanbod aan elkweervoorzieningen (zoals manège en golf) te voorzien wil Blankenberge aan de toeristische top van de Vlaamse Kust blijven.
Toename van mobiliteit en verkeersintensiteiten; vergroten van verkeersknelpunten
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 93
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
6.5
Potenties
Woon- en leefomgeving •
Binnen het stedelijk gebied zijn diverse ruimten beschikbaar voor stadsontwikkeling (o.m. wooninbreiding en ontpitting) en toeristisch-recreatieve ontwikkeling; door het herbestemmen of invullen van leegstaande panden en braakliggende gronden kunnen nieuwe impulsen gegeven worden.
•
De bijzondere attractiviteit van water (zee, jachthaven en Blankenbergse Vaart) kan een nieuwe dimensie geven aan wonen (wonen aan het water), recreatie en toerisme (pleziervaart, ...).
•
De bebouwing langsheen de Zeedijk kan in functie van zon en zicht, trapsgewijze worden afgebouwd.
Toeristisch-recreatieve voorzieningen •
Het toeristisch seizoen in Blankenberge kan verlengd worden door het bijkomend creëren van stedelijke voorzieningen en toeristische attracties.
•
Binnen het stedelijk gebied zijn er beschikbare ruimten waar een verdere toeristisch-recreatieve ontwikkeling mogelijk is (bv. Oostkwartier, de jachthaven).
•
De bijzondere attractiviteit van water kan meer uitgebuit worden in functie van recreatie en toerisme.
•
Rond de jachthaven zijn er enorme potenties voor een toeristischrecreatieve inrichting.
Handel en dienstverlening •
Blankenberge heeft intrinsieke mogelijkheden om de regionale attractiviteit te verhogen en het verzorgingsgebied uit te breiden.
•
De commerciële en toeristische activiteit kan fungeren als motor voor nieuwe ontwikkelingen in het stadscentrum.
•
•
De basisopbouw van het commercieel centrum biedt heel wat potenties, met name de oost-west aaneenschakeling van complementaire functies parallel met de Zeedijk die ondersteund wordt door de voetgangersverbinding van de Kerkstraat. De omgeving van het station en het stadhuis bezitten voldoende centrum-vormende functies en opties inzake plein- en parkinrichting, voor een visueel sterke centrum- en onthaalfunctie.
•
Door herinrichting en herstructurering van de parkings nabij de jachthaven kunnen op de vrijkomende terreinen jachthavengebonden activiteiten voorzien worden (cfr. Zuiderterras in Antwerpen). De Franchommelaan kan langsheen de jachthaven en het Leopoldspark ingericht worden als een soort van boulevard; op deze wijze wordt de verbinding tussen de jachthaven en het stadscentrum versterkt. De kop van de Zeedijk kan attractiever gemaakt worden door aan de vuurtoren een nieuwe toeristisch-recreatieve functie toe te kennen.
De groene gordel rondom de centrumbebouwing en diverse uitlopers hiervan in de centrumbebouwing ondersteunen de stedelijkheid. De bestaande open ruimtes kunnen via wandel- en fietsverbindingen met elkaar en met het buitengebied verbonden worden. De bestaande wandelwegen en de oude kerkwegels vormen hiertoe een goede aanzet.
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 94
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
•
•
In de poldergebieden en natuurreservaten bevatten verscheidene potenties voor toeristisch-recreatief medegebruik. Bijvoorbeeld de talrijke wegen in de polders kunnen mits inrichting/reglementering die sluikverkeer tegengaat uitgebouwd worden tot een veilig en attractief fiets- en wandelnetwerk. De Blankenbergse Vaart kan mits aansluiting aan de jachthaven een regionale recreatieve vaarverbinding met Brugge en Oostende tot stand brengen. De goede samenwerking tussen het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, het provinciebestuur West-Vlaanderen en het stadsbestuur rond de uitbouw van het Zeebos, moet een succesvolle toeristisch-recreatieve en op natuurontwikkeling gerichte structuur tot stand brengen.
Buitengebied (agrarische structuur en natuur) •
Ecologische netwerken en verwevingsgebieden kunnen ondersteund worden ter versterking van de bestaande natuurlijke structuur vervat in de natuurgebieden.
•
Er is een vitale agrarische sector die mits ondersteuning kan behouden blijven.
•
Er kan inzake natuurontwikkeling en –beheer verder gebouwd worden op de huidige goede verstandhouding en samenspraak landbouw-natuur
Verkeersinfrastructuur Bedrijvigheid •
•
Mits juridische rechtszekerheid gecreëerd wordt en in een bijkomende inrichting voorzien wordt conform het structuurplan van de jachthaven (o.m. winterberging, uitbreiding van het aantal ligplaatsen) is er bij de jachthaven een dynamische bedrijvigheid die tevens de toeristische attractiviteit van Blankenberge bevordert. De infrastructuur voor winterberging kan tijdens het toeristisch hoogseizoen dienst doen als centrumrandparking. Door haar ruimtelijke situering (ten opzichte van haven en industrie Zeebrugge-Brugge en het achterland met kleine kernen Lissewege, Zuienkerke) alsook door de omvang van de eigen bevolking, dient Blankenberge zich aan voor een goed uitgebouwde bedrijvigheid gericht op de lokale voorziening.
•
De troef van Blankenberge inzake regionale ontsluiting, nl. het spoor, moet optimaal aangewend worden om het toeristisch verkeer te verzorgen. Ook het gebruik van de tram moet gemaximaliseerd worden.
•
De AX, ondersteund door een goed bovengemeentelijk en gemeentelijk ontsluitingsconcept, kan de vlotte doorgang van het verkeer via de Brugsesteenweg herstellen.
•
Op verschillende plaatsen kan door de verdere herinrichting van het openbaar domein het fietsen en wandelen beter ondersteund worden.
•
Verscheidene locaties dienen zich aan voor de inrichting van centrumrandparking (jachthaven, station en Oostkwartier).
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 95
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Bijlage 1: Analyse van het aantal ververblijfstoeristen blijfstoeristen
Inleiding Onderstaande geeft de berekening weer van het inwonersequivalent per statistische sector tijdens de maanden juli en augustus van het verblijfstoerisme. Onderscheid wordt gemaakt tussen de betalende logiesvormen28. Per verblijfsvorm wordt het aantal eenheden, de logiescapaciteit en het aantal overnachtingen over het jaar 1996 weergegeven. Specifiek wordt tevens het aantal overnachtingen voor de maanden juli en augustus weergegeven waaruit vervolgens het inwonersequivalent per statistische sector wordt bepaald voor de maanden juli en augustus29.
Hotels
Uitgegaan wordt van het aantal (bv. hotels) per statistische sector30. De logiescapaciteit per statistische sector wordt bepaald door de totale logiescapaciteit31 te verrekenen naar het aantal accommodaties per statistische sector. Op basis van dit geraamde aantal accommodaties en het totaal aantal overnachtingen32 voor 1996 wordt het aantal overnachtingen per statistische sector berekend. Uit cijfers van het WES blijkt dat in de maanden juli en augustus 64 % geboekt wordt van het totaal aantal overnachtingen in de betalende logiesvorm33. Aan de hand van dit spreidingscijfer kan het aantal overnachtingen in hotels per statistische sector voor de zomermaanden berekend worden. Het inwonersequivalent tenslotte wordt bepaald door het aantal overnachtingen tijdens juli en augustus te delen door het aantal dagen dat juli en augustus telt (62 dagen). Dit inwonersequivalent is het gemiddeld aantal verblijfstoeristen in hotels dat Blankenberge telt tijdens de maanden juli en augustus.
Betalende logiesvorm Onder de betalende logiesvorm worden onderscheiden: • • •
hotels vakantiecentra campings
De hotels situeren zich hoofdzakelijk in het stadscentrum meer specifiek in de sectoren Blankenberge-centrum en Marktwijk. In de hierop aansluitende sectoren Koninginlaan, De Swertlaan en Zeedijk-pier zijn er ook hotels, zij in mindere mate.
De berekeningen van het inwonersequivalent voor de maanden juli en augustus voor het verblijfstoerisme in deze verschillende logiesvormen, volgt grosso modo dezelfde lijn.
28
29
30
Stad Blankenberge G.I.S., 1997
31
Grontmij Belgroma, strategisch-commercieel plan stad Blankenberge, 1997
Betalende logiesvorm: hotels, campings, vakantiecentra, -dorpen en logies voor doelgroepen enerzijds en de tweede verblijven anderzijds.
32
Nationaal Instituut voor Statistiek, 1997
Inwonersequivalent: het gemiddeld aantal verblijfstoeristen per dag.
33
WES, 1994
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 96
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Tabel 1
Inwonersequivalent hotels per statische sector voor juli + augustus 1996
Blankenberge aantal hotels totaal statistische sectoren A00 Blankenbergecentrum A01 Koninginlaan A02 Station A03 De Swertlaan A04 Marktwijk A051 Zeedijk-pier B091 verspreide bebouwing
96
logiescapaci- aantal overteit nachtingen 1996 4.537 418.492
aantal overnachtingen juli +aug 1996 267.835
inwonersequivalent juli+ aug 4.320
44
2.079
191.809
122.758
1980
10
473
43.593
27.899
450
1 7
47 331
4.359 30.515
2.790 19.530
45 315
23
1.087
100.264
64.169
1035
9
425
39.233
25.109
405
2
95
8.719
5.580
90
Vakantiecentra
De berekeningen voor de vakantiecentra volgen dezelfde methodiek als deze van de hotels. In sector B091 aansluitend op het centrumbebouwing zijn twee grote vakantiecentra terug te vinden met elk een vrij grote logiescapaciteit. Daarnaast bevinden zich 2 vakantiecentra met een geringere capaciteit in de stadskern van Blankenberge. Een belangrijk aandeel van het aantal overnachtingen in deze centra situeert zich tijdens de maanden juli en augustus. Buiten deze topmaanden zijn deze vakantiecentra echter ook vrij goed bezet.
Uit tabel 2 blijkt dat in sector B091 ten gevolge van verblijven in de vakantiecentra, het inwonersaantal tijdens de maanden juli en augustus toeneemt met 1.000 inwoners; sector A00 telt tijdens deze maanden dagelijks circa 189 inwoners meer.
Tabel 2
Inwonersequivalent vakantiecentra per statische sector voor juli + augustus 1996
Blankenberge
aantal centra
B091 verspreide bebouwing A00 Blankenberge-centrum
2 2
logies- aantal aantal capaci- overnachtin- overnachtinteit gen gen 1996 juli+augustus 1.240 196.000 62.000 306 35.00034 11.700
inwonersequi-valent juli +augustus 1.000 189
Campings
In het oostelijk stadsdeel van Blankenberge bevinden zich 5 campings met name De Wielen, Bonanza I, II & III en Dallas. Het stadsbestuur van Blankenberge stelt dat inzake de campings tijdens de maanden juli en augustus kan gerekend worden met een maximale bezetting (100 %). In tabel 3 wordt het inwonersequivalent voor de maanden juli en augustus weergegeven. Tabel 3
Inwonersequivalent campings per statistische sector voor juli en augustus 1996
Blankenberge
aantal campings
logiescapaciteit
B091 verspreide bebouwing
5
5.541
34
inwonersequivalent juli +augustus 1996 5.541
Aangezien deze gegevens niet door elk vakantiecentrum ter beschikking werden gesteld, worden hieromtrent enkele richtcijfers gegeven.
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 97
12_090\RAP\ra_dl2_KVA
Tabel 4 Camping Harendijke gelegen op het grondgebied van Wenduine grenzend aan de westelijke kant van Blankenberge heeft een belangrijke invloed op Blankenberge. Wat betreft de voorzieningen zijn deze verblijfstoeristen aangewezen op de stad Blankenberge; dit blijft echter niet zonder gevolgen voor het verkeer van en naar Blankenberge. Deze camping heeft 600 vaste standplaatsen, een logiescapaciteit van 2.400 bedden en bijgevolg een inwonersequivalent van 2.400 inwoners tijdens de maanden juli en augustus.
Tweede verblijven Analoog aan de wijze waarop de logiescapaciteit per statistische sector voor de betalende logiesvorm werd bepaald, wordt de logiescapaciteit van de tweede verblijven per statistische sector berekend. De totale logiescapaciteit35 wordt verrekend per statistische sector volgens het aandeel van het aantal tweede verblijven per sector36. In overleg met het stadsbestuur van Blankenberge kan ervan uitgegaan worden dat deze tweede verblijven tijdens de maanden juli en augustus voor 95 % bezet zijn. Het totaal inwonersequivalent van de tweede verblijven bedraagt in de zomermaanden 23 256.
Inwonersequivalent tweede verblijven per statistische sector voor juli + augustus 1996
Blankenberge totaal statistische sectoren A00 Blankenberge-centrum A01 Koninginlaan A02 Station A03 De Swertlaan A04 Marktwijk A051 Zeedijk-pier A11 Spuikom A12 Vissershaven B00 Uitkerke-centrum B01 Colombus B02 Brugse steenweg B03 Lindenhof-Hoogplaat B042 Polder B091 verspreide bebouwing
aantal 2de verblijven 5.032
logiescapaciteit 24.480
inwonersequivalent juli + augustus 1996 23.256
1.052 586 15 32 666 1.276 137 1.005 9 12 3 40 91 108
5.118 2.851 73 156 3.240 6.208 666 4.889 44 58 15 194 443 525
4.862 2.708 69 148 3.078 5.898 633 4.645 42 55 14 184 421 499
Bron: NIS, 1991
Het leeuwendeel van de tweede verblijven situeren zich langsheen de Zeedijk, in het stadscentrum, nabij de jachthaven (sector A051, A00 en A12) en in de hierop aansluitende en tussenliggende sectoren A04 Marktwijk en A01 Koninginlaan. In deze sectoren zijn de inwonersequivalenten tijdens juli en augustus zeer hoog.
35
Grontmij Belgroma, strategisch-commercieel plan stad Blankenberge, 1997
36
Stad Blankenberge G.I.S., 1997
@Grontmij Belgroma Informatief gedeelte 98