Deel 2 Conclusies Cliëntenraadpleging CVA Keten, regio Noord-Limburg mei 2010
Inhoudsopgave
Inleiding..................................................................................................................................5 1.
Conclusies ....................................................................................................................7 1.1 Respons...............................................................................................................7 1.2 Conclusies ...........................................................................................................7 1.2.1 Voorzieningen die de cliënt heeft doorlopen....................................................7 1.2.2 De zorg en behandeling in het Ziekenhuis.......................................................7 1.2.3 De zorg/behandeling in Verpleeghuis, Kliniek of binnen de RDB (revalidatie dagbehandeling in het ziekenhuis).................................................................................7 1.2.4 Ontslag uit Ziekenhuis, Verpleeghuis, Kliniek, RDB.........................................8
2.
Aanbevelingen ..............................................................................................................9
Inleiding Voor u ligt deel 2 van de rapportage van de uitkomsten van de cliëntenraadpleging die in het laatste kwartaal van 2009 is gehouden onder cliënten die gebruik maakten van de CVA keten regio Noord-Limburg. Het onderzoek is gehouden middels een schriftelijke vragenlijst van 35 vragen, onderverdeeld naar de volgende thema’s: • Voorzieningen die de cliënt heeft doorlopen; • De zorg en behandeling in het Ziekenhuis; • De zorg/behandeling in Verpleeghuis, Kliniek of binnen de RDB (revalidatie dagbehandeling in het ziekenhuis); • Ontslag uit Ziekenhuis, Verpleeghuis, Kliniek, RDB. In deel 1 van de rapportage worden de uitkomsten gepresenteerd, deel 2 geeft de conclusies en aanbevelingen bij deze uitkomsten. Facit, Velsen-Noord Els Compaan mei 2010
Deel 2 Conclusies Cliëntenraadpleging CVA Keten, regio Noord-Limburg
1.
mei 2010
Conclusies
1.1 Respons Van de 63 CVA-cliënten die een vragenlijst ontvingen hebben er 49 aan het onderzoek deelgenomen. De respons op de cliëntenraadpleging CVA Keten, regio Noord-Limburg komt daarmee op 77,8%. 1.2 Conclusies De uitkomsten van dit onderzoek zijn over het algemeen positief. Hierna zijn de conclusies uit de antwoorden op de gesloten vragen bij de raadpleging beschreven. De beschrijving volgt de opbouw van de vragenlijst. 1.2.1 Voorzieningen die de cliënt heeft doorlopen Van de 48 cliënten die de vraag hebben beantwoord welke voorzieningen men heeft doorlopen, geeft 98% aan gebruik te hebben gemaakt van de diensten van het ziekenhuis. Voor revalidatie heeft 28% gebruik gemaakt van de revalidatiedagbehandeling (RDB) in het ziekenhuis, 27% in het verpleeghuis en 23% in de revalidatiekliniek. De resterende 21% van de cliënten heeft geen revalidatievorm aangekruist. Voor de thuissituatie geeft 23% aan geen aanvullende hulp te hebben ontvangen en 27% geeft aan dat zij zorg van een thuiszorgorganisatie hebben ontvangen. 1.2.2 De zorg en behandeling in het Ziekenhuis Een ruime meerderheid van de cliënten (91,5%) vindt dat zij alle informatie hebben gekregen die zij willen hebben aangaande oorzaak, aard en mogelijk de gevolgen van hun ziekte. Ook vindt 87% dat zij deze informatie op het juiste moment kregen. Er zijn dus enkele cliënten die ontevreden zijn over de informatievoorziening in het ziekenhuis. Bijna alle respondenten geven aan dat zij vriendelijk en met respect behandeld zijn door de medewerkers van het ziekenhuis. Daarnaast vindt 90% dat de medewerkers van het ziekenhuis ruim aandacht schonken aan hun persoonlijke behoeften (naar het toilet wanneer men wilde, een gesprekje, emotionele steun). Maar de overige vijf respondenten zijn het hier niet mee eens. De respondenten zijn unaniem van mening dat de artsen al het mogelijke hebben gedaan om hen beter te krijgen. Over de behandeling die men heeft ontvangen van de therapeuten is 89% tevreden, terwijl de overige vijf cliënten hierover niet tevreden zijn. Twee cliënten zijn van mening dat zij te vroeg zijn ontslagen uit het ziekenhuis en drie cliënten menen dat zij langer dan nodig in het ziekenhuis hebben gelegen. 83% van de respondenten is blij met de mate waarin zij hersteld zijn, maar de overige acht cliënten zijn het hier niet mee eens. 1.2.3
De zorg/behandeling in Verpleeghuis, Kliniek of binnen de RDB (revalidatie dagbehandeling in het ziekenhuis) 92% van 24 respondenten meent dat de medewerkers van het verpleeghuis, de kliniek of de RDB goed geïnformeerd waren over de toestand van de cliënt bij opname, start van de behandeling. Over de soort behandeling en de hoeveelheid therapie die men heeft gehad is respectievelijk 87,5% en 68% tevreden. Maar de overige cliënten zijn het hier niet mee eens. Dit betekent dat bijna een derde van de 25 respondenten van mening is dat zij niet genoeg therapie (bijvoorbeeld fysiotherapie, logopedie, ergotherapie) hebben gekregen. 7
Deel 2 Conclusies Cliëntenraadpleging CVA Keten, regio Noord-Limburg
mei 2010
Bijna alle cliënten zijn van mening dat zij alle informatie hebben gekregen aangaande hun behandeling, het verloop en het eindresultaat van het verblijf in het verpleeghuis of de kliniek en RDB. Alle respondenten geven aan dat zij vriendelijk en met respect behandeld zijn door de medewerkers van het verpleeghuis, de kliniek en RDB. Daarnaast vindt 92% dat de medewerkers van het verpleeghuis, de kliniek of RDB ruim aandacht schonken aan hun persoonlijke behoeften (naar het toilet wanneer men wilde, een gesprekje, emotionele steun). Ruim een kwart (van de 19 respondenten) vindt dat zij te vroeg ontslagen zijn uit het verpleeghuis of de kliniek en één cliënt meent dat hij/zij langer dan nodig in het verpleeghuis, de kliniek of RDB is geweest. Bijna driekwart van de respondenten is blij met de mate waarin zij hersteld zijn, maar de overige zes cliënten zijn het hier niet mee eens. 1.2.4 Ontslag uit Ziekenhuis, Verpleeghuis, Kliniek, RDB Bijna 90% van de cliënten vindt dat het ontslag goed was voorbereid en dat men tijdig en goed is geïnformeerd. Volgens 87,5% van de 40 respondenten was de huisarts bij het ontslag goed geïnformeerd en volgens 80% (van de 15 respondenten) geldt dit ook voor de medewerkers van de thuiszorg. Daarbij vindt 88% van de 25 respondenten waarvoor dit van toepassing is dat zij alle benodigde informatie kregen over vergoedingen/aanpassingen of hulp die zij nodig zouden kunnen hebben na het ontslag. Er zijn dus ook een aantal cliënten die minder positief zijn over de informatievoorziening na ontslag. Alle respondenten voor wie dit van toepassing is geven aan dat zij vriendelijk en met respect behandeld zijn door de medewerkers van de thuiszorg. Van de 25 respondenten die dit van toepassing achten geeft 80% aan dat alles goed was voorbereid voor hun thuiskomst (hulpmiddelen, aanpassingen, medicijnen). Ook weten bijna alle respondenten bij wie zij terecht konden en kunnen als zij problemen hebben die te maken hebben met hun beroerte. Toch plaatsen diverse cliënten kritische opmerkingen over de voorbereiding voor hun thuiskomst bij de open vraag. Voor 93% van de respondenten is de inzet van een zorgtrajectbegeleider aanvullend geweest tijdens de voorbije periode, terwijl vier cliënten het hier niet mee eens zijn.
8
Deel 2 Conclusies Cliëntenraadpleging CVA Keten, regio Noord-Limburg
2.
mei 2010
Aanbevelingen
Aangezien de uitkomsten van het onderzoek over het algemeen positief zijn geeft dit weinig aanleiding tot het formuleren van aanbevelingen. Aansluitend op de onderwerpen waarbij een aantal cliënten aangeeft het oneens te zijn met de stelling worden de volgende aanbevelingen gedaan: •
•
• •
•
Inventariseer, voor zover nog onbekend, waaruit de informatievoorziening in de gehele CVA keten bestaat. Onderzoek vervolgens waarom een aantal cliënten niet tevreden is over de informatievoorziening in het ziekenhuis en na ontslag uit het ziekenhuis. Besteed hierbij aandacht aan het moment waarop de informatie wordt gegeven, de leesbaarheid van de informatie voor cliënten en eventueel de mogelijkheid voor aanvullende mondelinge toelichting. Onderzoek aan welke persoonlijke behoeften volgens sommige cliënten niet in ruime mate aandacht wordt geschonken en onderneem waarnodig actie. Wellicht kunnen korte mondelinge exit-interviews hierbij als hulpmiddel dienen. Bespreek met therapeuten in het ziekenhuis wat nog mogelijke verbeterpunten zijn bij de behandeling van CVA-cliënten. Een derde van de respondenten is van mening dat zij niet genoeg therapie hebben gekregen in de revalidatiefase en ruim een kwart meent dat zij te vroeg ontslagen zijn uit het verpleeghuis of de kliniek. Deze gegevens kunnen aanleiding zijn tot discussie en onderzoek; is er daadwerkelijk niet genoeg therapie in de revalidatiefase en is het ontslag in sommige gevallen daadwerkelijk te vroeg of wijken de verwachtingen van CVAcliënten en/of hun naasten af van wat er wenselijk/noodzakelijk is aan therapie en aan het tijdstip van ontslag. De overdracht na ontslag is een punt voor verbetering; tussen de 10 en 20 % van de cliënten is niet positief over de informatievoorziening aan de huisarts en medewerkers van de thuiszorg na het ontslag van de cliënt en over de voorbereiding van de thuissituatie.
9