Versie:
30 okt 2010
Wijzigingen: Lay-out
Oefententamen BLR4.1 Deel 1 Merkeuzevragen
In k o m st e n be l a st i n g
Vraag 1 Welke stelling is juist? a. De geruisloze omzetting in een BV is een soepele bedrijfsopvolgingsfaciliteit, omdat een ouder zijn onderneming geruisloos kan inbrengen in de door het voortzettende kind opgerichte BV. b. Bij geruisloze inbreng in een BV mag de gerechtigheid tot de winstreserves geen wijziging ondergaan. c. Geruisloze inbreng van een onderneming van een vennootschap in een BV is slechts mogelijk als alle firmanten kiezen voor geruisloze inbreng. d. Geruisloze inbreng van een onderneming in een BV is slechts mogelijk als alle vermogensbestanddelen inclusief de FOR worden ingebracht.
Vraag 2 De heer Jansen heeft een 100%-belang in Afzuiger BV. De heer Jansen heeft geld nodig om in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien. Beoordeel de volgende stellingen: Stelling 1: Het salaris van de heer Jansen als directeur/aandeelhouder van Afzuiger BV wordt belast tegen het progressieve tarief van box 1. Hij zal trachten zijn salaris zo laag mogelijk te houden en voor het restant de BV dividend te laten uitkeren. Op dividend rust immers een gecombineerde inkomsten- en vennootschapsbelasting– druk van slechts 25%. Stelling 2: Het salaris van de heer Jansen als directeur/aandeelhouder van Afzuiger BV wordt belast tegen het box 2 tarief van 25%. Het maakt voor hem dus fiscaal niet uit of hij in zijn levensonderhoud voorziet door het opnemen van salaris dan wel dat de BV een dividenduitkering doet. a. Alleen stelling 1 is waar. b. Alleen stelling 2 is waar. c. Stelling 1 en 2 zijn beide waar. d. Stelling 1 en 2 zijn beide niet waar.
Vraag 3 Wat is onjuist? De Wet IB 2001 kent de volgende stakingsfaciliteiten: a. stakingswinstvrijstelling; b. stakingsaftrek; c. extra lijfrentepremie-aftrek; d. doorschuiving (in aantal gevallen). V e n n o ot s c h a p s be l a st i n g
Vraag 4 Welke van onderstaande stellingen is onjuist? a. Voor een BV is vermogensetikettering een belangrijke activiteit om te komen tot een juiste afbakening van de heffingsgrondslag in de vennootschapsbelasting. b. Een stichting behoort tot de beperkt belastingplichtige lichamen van de vennootschapsbelasting. c. Voor een stichting speelt de vermogensetikettering een belangrijke activiteit om te komen tot een juiste afbakening van de heffingsgrondslag in de vennootschapsbelasting. d. Gemeentelijke vervoerbedrijven zijn niet belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting mits zij zich beperken tot personenvervoer binnen de gemeente.
Vraag 5 Welke van onderstaande beweringen is juist? a. De vennootschapsbelasting heeft in beginsel dezelfde verliesverrekening als die van ondernemers die onder de inkomstenbelasting vallen, maar kent een beperktere voorperiode voor de achterwaartse verliesverrekening. b. De vennootschapsbelastingheeft een geheel eigen stelsel van verliesverrekening, aangezien daarin geen carry-back mogelijk is. c. De verliesverrekening van de vennootschapsbelasting is ruimer dan die van de inkomstenbelasting, omdat de fiscale verrekentermijnen langer zijn. d. De verliesverrekening van de vennootschapsbelasting geschiedt door tax credits en wijkt derhalve af van de inkomstenbelasting.
Vraag 6 Wat wordt verstaan onder het belastbaar bedrag? a. Dit is de fiscale winst verminderd met de aftrekbare giften. b. Dit is de belastbare winst verminderd met de aftrekbare giften. c. Dit is de fiscale winst verminderd met de te verrekenen verliezen. d. Dit is de belastbare winst verminderd met de te verrekenen verliezen.
blr4.1~oefen01_v2.03.doc
pag. 2 / 9
versie: 30-okt-10 16:26:00
Deel 2 vraagstukken
Vraagstuk 1 De heer Zoetstof bezit 50 aandelen à € 1.000 nominaal in Zoethout BV. Hij heeft deze indertijd verworven voor € 300.000. Het betreft een 25%-aandelenbezit. De andere 75% zijn in handen van derden. In februari wordt op de aandelen 10% dividend betaalbaar gesteld. De heer Zoetstof krijgt als gevolg hiervan eind februari, na aftrek van € 50 kosten, € 4.200 op zijn bankrekening bijgeschreven. G ev r aa g d 1. Wat is/zijn de fiscale consequentie/consequenties van het vorenstaande?
Eind maart schenkt de heer Zoetstof zijn aandelen aan zijn zoon. De aandelen hebben dan een gezamenlijke waarde van € 400.000. G ev r aa g d 2. Wat is/zijn de fiscale consequentie/consequenties van het vorenstaande?
blr4.1~oefen01_v2.03.doc
pag. 3 / 9
versie: 30-okt-10 16:26:00
In november van het volgende jaar emigreert de zoon naar Brazilië. De aandelen hebben dan een gezamenlijke waarde van € 450.000. G ev r aa g d 3. Wat is/zijn de fiscale consequentie/consequenties van het vorenstaande?
Vraagstuk 2 Mevrouw Praamstra kocht in januari 2008 een 20%-belang in de Bakzeil BV. Zij financierde een deel van de aankoop met een lening. De aankoopprijs van de aandelen is € 500.000 en de lening was groot 400.000. Het nominale bedrag van de gekochte aandelen is € 100.000. De bank bracht voor de lening een afsluitprovisie in rekening van 1% van het geleende bedrag. De rentevergoeding bedraagt 7%, eenmaal per jaar achteraf te voldoen. De eerste rentebetaling ad € 28.000 werd op 31 december 2008 van haar bankrekening afgeschreven. Mevrouw Praamstra ontving in 2008 van Bakzeil BV € 25.000 aan bruto dividend. G ev r aa g d 1. Bereken voor mevrouw Praamstra het belastbare inkomen in box 2.
blr4.1~oefen01_v2.03.doc
pag. 4 / 9
versie: 30-okt-10 16:26:00
2. In hoeverre kan met een negatief belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang in dit jaar of een eerder of volgend jaar rekening worden gehouden?
Vraagstuk 3 De BV de Zwaaikom presenteert de volgende resultatenrekening over het afgelopen boekjaar:
Verlies- en winstrekening Afschrijvingskosten Salarissen Overige kosten Vennootschapsbelasting Saldowinst Totaal
€ 95.000 € 840.000 € 230.000 € 45.000 € 190.000 € 1.400.000
Saldowinst a.p. Brutowinst dit jaar
€ 60.000 € 1.340.000
Totaal
€ 1.400.000
De algemene vergadering van aandeelhouders heeft besloten de winst als volgt te verdelen:
Winstverdeling Dividend 20% over het aandelenkapitaal van € 300.000,Tantième directie en overig personeel Tantième commissarissen Reserve vennootschapsbelasting Onverdeels winstsaldo Totaal
€ € € €
60.000 35.000 10.000 80.000 € 5.000
€ 190.000
Gegeven is nog dat de fiscaal toelaatbare afschrijving € 110.000 bedraagt. G ev r aa g d 1. Bereken (op de volgende bladzijde) het belastbare bedrag van de BV de Zwaaikom over het afgelopen boekjaar.
blr4.1~oefen01_v2.03.doc
pag. 5 / 9
versie: 30-okt-10 16:26:00
Vraagstuk 4 In de onderneming van de heer Blaauw worden lasdoppen gefabriceerd. Aangezien hij al enigszins op leeftijd is gekomen (57 jaar) overweegt de heer Blaauw het wat rustiger aan te doen. Zijn schoonzoon Fidel, die nu nog elders werkt, staat te trappelen van ongeduld om de zaak over te nemen. De balans van de onderneming luidt:
balans per 31 december 2008 Pand Bedrijfsmiddelen Voorraden Debiteuren Liquide middelen
€ 115.000 € 35.000 € 9.000 € 7.000 € 65.000
Kapiaal Crediteuren
€ 213.000 € 18.000
Totaal
€ 231.000
Totaal
€ 231.000
De werkelijke waarde van het pand is € 240.000 terwijl voor goodwill bij normale verkoop € 60.000 zou kunnen worden bedongen. De adviseur van de heer Blaauw heeft de volgende alternatieven aangedragen: A. Verkoop van de gehele onderneming aan Fidel. B. Inbreng van de onderneming in een firma met Fidel waarbij de winstverdeling op 50/50 basis kan worden gesteld. Het pand wordt niet ingebracht maar door Blaauw aan de firma verhuurd, terwijl Fidel buiten de boeken om aan Blaauw een vergoeding betaalt voor de stille reserves en de goodwill. C. Omzetting van de onderneming in een BV, al dan niet met afrekening met de fiscus, waarbij Blaauw aandeelhouder wordt en Fidel directeur. blr4.1~oefen01_v2.03.doc
pag. 6 / 9
versie: 30-okt-10 16:26:00
G ev r aa g d 1. Bereken (volgens de populaire methode) de belastbare stakingswinst als Blaauw voor variant A kiest. Vermeld ook alle van toepassing zijnde fiscale faciliteiten waar Blaauw alsdan een beroep op kan doen.
2. Is het mogelijk om bij variant A op enigerlei wijze afrekenen met de fiscus te voorkomen?
3. Blaauw kiest voor variant C. Geef de fiscale openingsbalans van de BV bij een GERUISLOZE omzetting als: a. de koopsom zoveel als mogelijk in contanten voldaan wordt en voor het overige in aandelen; b. de aandelen een nominale waarde hebben van € 1000; c. de materiële belastingschuld op € 30.000 becijferd is.
blr4.1~oefen01_v2.03.doc
pag. 7 / 9
versie: 30-okt-10 16:26:00
blr4.1~oefen01_v2.03.doc
pag. 8 / 9
versie: 30-okt-10 16:26:00
DATA - gele vakken invullen
Pand Voorraad Debiteuren Overige activa Liquide middelen Goodwill
eindbalans econ. waarde € 240.000 Eigen vermogen € 9.000 FOR € 7.000 Herinv.reserve € 35.000 Overige passiva € 65.000 Hypotheek € 60.000 Schulden
fiscaal € 115.000 € 9.000 € 7.000 € 35.000 € 65.000
Totaal
€ 231.000
Gaat de hypotheek mee over? Gaan overige schulden mee over? Bedrag materiële IB-schuld
€ 416.000
econ. waarde € 398.000
€ 18.000
-€ 18.000
€ 231.000
€ 416.000
ja ja € 30.000
Aandelenkapitaal bij ruisend inbrengen Nominale waarde per aandeel Af: Betaling in contanten (ja/nee) Bedrag ( 5/105 = -1)
Totaal
fiscaal € 213.000
€ 40.000 € 1.000 ja € -1
4. Geef de fiscale openingsbalans van de BV bij RUISENDE omzetting uitgaande van een geplaatst aandelenkapitaal van 40 x € 1.000 = € 40.000.
EINDE
blr4.1~oefen01_v2.03.doc
pag. 9 / 9
versie: 30-okt-10 16:26:00