DEBAT “CHINA EN DE NEDERLANDSE STEUN VOOR HET VRIJE WOORD” --PULCHRI STUDIO, DEN HAAG 28 juni 2011, Lars van Troost, Amnesty International
GESPROKEN TEKST GELDT
Dames en Heren, In 1959 werd de zeventienjarige scholier Vladimir Boekovski in Moskou van school gestuurd. Met het opzetten van een ongeautoriseerd tijdschrift had hij zich iets te voortvarend betoond in activiteiten buiten het staande curriculum. Moskou was toen nog de hoofdstad van de Sovjetunie en zelfontplooiïng was in de hoofdstad van het Sovjetrijk en omstreken nog niet zo in zwang. Dat tijdschrift was slechts een voorbode van allerlei door de staat niet geautoriseerde activiteiten die Boekovski nog zou gaan ondernemen, waaronder openbare demonstraties tegen de vervolging van Russische schrijvers in 1965 en 1967. De Sovjetautoriteiten waardeerden ook deze activiteiten maar matig en boden hem, naar toenmalig gebruik, de gelegenheid om het systeem waartegen hij blijkbaar zo gekant was van binnenuit grondig te bestuderen. In de ogen van dat systeem waren afwijkende meningen niet alleen misdadig, maar ook vaak een aanwijzing voor een geestelijke stoornis. Boekovski kwam terecht in Sovjetgevangenissen en psychiatrische inrichtingen. Zijn stoornis wist men daar niet te verhelpen, want in 1971 bracht hij informatie naar buiten over het misbruik van de psychiatrie voor het bestrijden van politieke dissidenten. Ook dat leverde hem weer gevangenisstraf op.
Vladimir Boekovski was niet de enige dissident die bereid was grote persoonlijke risico's te lopen om buiten de Sovjetunie bekend te laten worden wat er in de Sovjetunie aan de hand was. Andrei Amalrik, Andrei Sacharov en Jelena Bonner waren slechts drie van de talloze anderen die hun stem wilden laten horen. Sacharovs artikel 'Gedachten over vreedzame co-existentie en vrijheid' werd door tussenkomst van de schrijver en Moskouse Paroolcorrespondent Karel van het Reve eerst in Nederland bekend en daarna wereldberoemd. Telkens was gevangenschap, interne verbanning, andere vrijheidsbeperking en uiteindelijk ballingschap de prijs die deze dissidenten betaalden voor het verheffen van hun stem. Hun vervolging ging gepaard met politieke en strategische discussies in Amsterdam, Londen, Bonn, Parijs en New York en, vooruit, Den Haag. Hoe moesten Westerse landen, kleine WestEuropese staten zich verhouden tot wereldmacht Sovjetunie? Zouden protesten tegen politieke processen en verklaringen van solidariteit met Sovjetburgers die niet wilden deugen iemand helpen? Brachten die protesten en verklaringen meer dan alleen een goed gevoel voor Westerse intellectuelen? Waren verontwaardiging en protest geuit ten Westen van de Duits-Duitse grens werkelijk van enige betekenis voor de mensen om wie het ging? Of waren het gratis gebaren? Vladimir Boekovski heeft die vraag nog onlangs beantwoord, in een
documentaire die de BBC maakte bij gelegenheid van het 50-jarig bestaan van Amnesty International. De Sovjet-autoriteiten deden voorkomen, zegt hij, alsof de buitenlandse protesten hun niets deden, maar de werkelijkheid was anders. De buitenlandse protesten werkten beeld verstorend en droegen daarmee bij aan het afnemen van steun voor de Sovjetunie in de wereld. De buitenlandse protesten werden als veel schadelijker ervaren, dan de autoriteiten wilden toegeven. Daarom leidden die protesten ook tot de vrijlating van Boekovski. Wie Zwijgt Mag Meepraten in de USSR, zo luidde in 1979 een campagneslogan van Amnesty International. Wie Zwijgt Mag Meepraten in de Volksrepubliek China zouden wij vandaag als campagneslogan kunnen gebruiken. Wij zwijgt mag meepraten, meeschrijven, meedoen. Wie niet zwijgt heet Liu Xiabo, Nurmemet Yasin of Yang Tongyan en is veroordeeld tot elf, tien of twaalf jaar gevangenisstraf, om wat hij zei, om wat hij schreef –of het nu een politiek pamflet was of een verhaal. Over wie niet zwijgt, kunnen ook wij vandaag de dag beter maar niet zwijgen. Dat leert ons de zaak van Ai Weiwei. Het internationale protest --gekrakeel, zo u wilt-- over zijn arrestatie heeft ertoe bijgedragen dat hij nu althans buiten de gevangenis verblijft, net als zijn naaste medewerkers die ook vast zaten. Het is toch jammer dat dat protest in Nederland zo mondjesmaat was. Wat onder de maat zelfs, misschien. Gelukkig liet de kunstensector
in Kassel, Berlijn, Venetië en New York wel van zich horen. Gelukkig liet Salman Rusdie wel van zich horen. Ook over Shi Tao wordt niet gezwegen. Ja, hij zit nog steeds een gevangenisstraf van 10 jaar uit. Maar zijn gevangenisomstandigheden zijn ten minste verbeterd. Over Hu Jia hebben wij niet gezwegen. Hij zat zijn hele gevangenisstraf van drie en half jaar uit. Maar dan nog. Niet zwijgen, was geen gratis gebaar. Zij die gevangen hebben gezeten kunnen u vertellen dat de wetenschap dat iemand, desnoods ver weg, zich jouw lot aantrekt een bron van enorme hoop en kracht kan zijn. Hoop en kracht die een ieder nodig heeft die alleen of met slechts enkele medestanders zich verzet tegen die simpele regel van elke onderdrukker: wie zwijgt mag meepraten. Over wie het zwijgen is opgelegd, moeten we niet zwijgen. Hier niet. In China niet. Vandaar dat Amnesty International en PEN Nederland Nederlandse schrijvers, journalisten en kunstenaars oproepen een solidariteitsverklaring met Chinese collega’s te ondertekenen; collega’s die niet vrijuit kunnen spreken, die niet in vrijheid kunnen werken, die niet vrij kunnen leven. Wij zorgen voor vertaling. Wij zorgen ervoor dat Chinese schrijvers van deze buitenlandse solidariteit kennis zullen nemen. Nederlandse schrijvers en uitgevers gaan deze zomer naar de International Book Fair in Beijing. Dat is een goede gelegenheid om Chinese lezers en leiders kennis te laten nemen van de Nederlandse
literatuur --een corpus waarin menig protest, zoals de Max Havelaar en het Bericht aan de Rattenkoning, een plaats heeft verworven, canoniek of apocrief. Het is ook een goede gelegenheid om te laten zien dat Nederlandse schrijvers hun eigen vrijheid en die van anderen het verdedigen waard achten, ook van die schrijvers, journalisten en kunstenaars die de machthebbers tarten. Ik hoop dus dat u met Chinese collega’s, met Chinese uitgevers en met Chinese politici en bureaucraten in gesprek gaat over de vrijheid in de kunst, de vrijheid van de kunst, de relaties tussen artistieke en politieke vrijheid, over vrije kunstenaars én over literatoren in gevangenschap. Amnesty International draagt graag bij aan een vruchtbare ontmoeting tussen Chinese en Nederlandse schrijvers. Vandaar dat wij de Nederlandse deelnemers aan de International Book Fair graag een reistas meegeven. Die tas is gratis, maar is geen leeg gebaar. Er zit een paspoort in dat hun helpen zal China door te komen. Het paspoort bevat allerlei handige weetjes voor op reis: een lijst met populaire Chinese schrijvers, een lijst met omstreden Chinese schrijvers en een lijst met gevangen Chinese schrijvers. Die laatste lijst is helaas niet uitputtend. Zij treffen in het paspoort officiële waarheden aan, maar ook verboden termen op het Chinese internet. Er zitten in de tas dvd’s, met Nederlandse schrijvers die gedichten
voorlezen. Wij zorgden voor een Chinese ondertiteling. Deel ze uit in Beijing, zou ik zeggen. En maak zo reclame voor het moderne kijk- en luisterboek. Er zitten ansichtkaarten in met afbeeldingen van de Empty Chair van de Nederlandse kunstenaar Maarten Baas. Hij liet zich voor dit kunstwerk door China inspireren. De Empty Chair symboliseert de lege stoel van Liu Xiabo. Die lege stoel stond in Oslo, vorig jaar omdat Liu Xiabo wegens gevangenschap zijn Nobelprijs niet in ontvangst kon nemen. De slotverklaring van Liu Xiabo tijdens zijn proces in Beijing in december 2009 hebben wij trouwens ook in dat paspoort opgenomen. Ten slotte stoppen wij in elke tas twee spelden van de Empty Chair. Eén ervan zouden Nederlandse schrijvers in Beijing kunnen dragen. De ander zouden zij kunnen weggeven, als teken van respect voor een gelauwerde, maar gevangen collega, voor een vrijdenker achter slot en grendel, voor een van de opstellers van Charta ’08, dat manifest waarin Chinese schrijvers, intellectuelen, advocaten en hervormers slechts vragen om een nieuwe grondwet, met machtenscheiding en respect voor de rechten van de mens en de rechtsstaat. Dat is toch niet zo veel gevraagd?
Ik wens degenen van u die deze zomer naar Beijing gaan een goede reis. Amnesty International zal u in september uitnodigen voor een nieuwe ontmoeting. Dan horen wij graag van u welke vrijheid u in Beijing nemen kon om de onvrijheid van Chinese collega’s ter sprake te brengen.
Graag bied ik nu Ramsey Nasr, dichter des vaderlands, als eerste de reistas aan.