De zaak gewonnen, verlies op punten Onderzoek naar kostprijs en salaris van de advocaten gefinancierde rechtsbijstand
G. Schumacher Rotterdam November 2013
Inhoudsopgave Management samenvatting ................................................................................. 3 1. Achtergrond en opdracht ................................................................................ 6 2. Kenmerken, omzet en kosten ......................................................................... 8 3. Van kosten naar kostprijs per vergoedingspunt ............................................ 12 4. Van kosten naar kostprijs per genormeerd direct uur ................................... 16 5. Inkomen ........................................................................................................ 20 6.Kwalitatieve beelden ...................................................................................... 23 Bijlage: Toelichting forfaitaire vergoeding toevoegingszaken ........................... 26
2
Management samenvatting
Het basisbedrag voor vergoeding van de advocatuur gefinancierde rechtsbijstand is per 1 oktober verlaagd van € 106,99 naar € 104,85 exclusief BTW per forfaitair punt. De staatssecretaris draagt naar buiten toe het beeld uit van een ruimhartig ‘uurtarief’. De Nederlandse Orde voor Advocatuur (de Orde) wil een op feiten gebaseerd beeld van kosten en salaris presenteren. Het onderzoek is gericht op de volgende doelen: 1.
Het in beeld brengen van de kostprijs advocatuur gefinancierde rechtsbijstand, de opbouw van deze kostprijs en confrontatie met de bruto vergoeding;
2.
Het berekenen van een alternatieve kostprijs per genormeerd direct uur;
3.
Het bieden van inzicht in het salaris van zelfstandige advocaten.
-
De belangrijkste conclusies van een analyse van vijf sterk van elkaar verschillende kantoren met in totaal 29 advocaten zijn dat het impliciete inkomen per advocaat in 2012 gemiddeld op ongeveer 70.000 euro uitkwam
-
dat na correctie voor een aantal kosten voor zelfstandigen dit vergelijkbaar was met het salaris van een juridisch medewerker van een ministerie in schaal 11, met een salaris onder de 60.000 euro, zelfs als men niet corrigeert voor ondernemersrisico
-
dat de salarissen van individuele advocaten konden verschillen van 21.000 euro tot 112.000 euro, en dat zelfs de meest verdienende advocaat van deze vijf kantoren ver onder de Balkenende norm bleef
-
dat het aantal FTE van deze kantoren en de daaruit af te leiden beschikbare directe uren duidelijk boven het aantal aan elk van deze kantoren toegekende vergoedingspunten ligt. Dit suggereert dat een vergoedingspunt in de praktijk niet overeenkomt met een gewerkt uur, maar dat er meer tijd voor nodig is. Dit heeft uiteraard direct consequenties voor het potentiële inkomen van de advocaten.
Deze uitkomsten rechtvaardigen naar onze mening een breder onderzoek naar de inkomenspositie van advocaten werkzaam in de het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand.
3
Hoe is de huidige kostprijs advocatuur gefinancierde rechtsbijstand opgebouwd? Om de kostprijs vast te stellen hebben wij de financiën van vijf kantoren die (bijna) geheel in de advocatuur gefinancierde rechtsbijstand werkzaam zijn doorgelicht en geanalyseerd. Van het budget per vergoedingspunt van € 106,23,- (per 1 oktober 2013 verlaagd naar € 104,85) werd in 2012 bij vijf door ons onderzochte kantoren gemiddeld bijna 20% besteed aan ondersteunend personeel en aan bedrijfskosten als huisvesting, informatievoorziening, kantoorkosten en kosten vaktechniek, 5% aan overige kosten en bleef er 60% over voor het inkomen van de betrokken advocaten en hun juridisch medewerkers. Er bestonden hierbij wel grote verschillen, sommige kantoren zagen vrijwel geheel af van ondersteunende medewerkers en hadden daardoor een duidelijk andere kostenstructuur. Voor een verdieping zie tabel 6: Kostprijs 2012 advocatuur gefinancierde rechtsbijstand per toevoegingspunt, gewogen gemiddeld over vijf kantoren (in Euro’s), in hoofdstuk 3 van dit rapport.
Wat is de kostprijs advocatuur gefinancierde rechtsbijstand genormeerd direct uur?
per
Als advocaten het in de zakelijke dienstverlening gebruikelijke aantal directe uren zouden kunnen maken tegen vergoeding dan is de kostprijs advocatuur gefinancierde rechtsbijstand rond de € 93,-. Dit noemen we de kostprijs per genormeerd direct uur. Dit wordt behandeld in hoofdstuk 4 waar ook een opbouw van deze kostprijs wordt gepresenteerd in tabel 10: Kostprijs 2012 advocatuur gefinancierde rechtsbijstand per genormeerd direct uur, gemiddelde over vijf kantoren (in Euro’s). Bij de berekening van beide kostprijzen constateerden wij dat het aantal beschikbare uren voor toevoegingszaken op basis van Fte’s duidelijk hoger ligt dan het aantal vergoedingspunten. Dit is relevant voor beleids- en inkomensdiscussies omdat het betekent dat óf deze kantoren allemaal overcapaciteit hebben, óf dat het aantal vergoedingsuren eigenlijk te krap is vastgesteld.
Wat is het inkomen van een rechtsbijstandsadvocaat? Salaris (N=27)
2012
Gemiddelde
58.350
51.654
2011
44.209
2010
Hoogste
112.782
109.812
74.093
Laagste
21.518
18.700
24.092
Tabel iii: Inkomen advocatuur gefinancierde rechtsbijstand in de jaren 2012, 2011 en 2010 (in Euro’s) Voor uitspraken over het inkomen van een rechtsbijstandsadvocaat is op de som van alle inkomensbestanddelen van zelfstandige advocaten in mindering gebracht een gemiddelde
pensioenpremie
en
een
gemiddelde
arbeidsongeschiktheids-
verzekeringspremie. Het gemiddelde inkomen ligt op € 58.350, -. Er is sprake van een stijging in de onderzoeksperiode. Tegelijkertijd moet worden opgemerkt dat de spreiding erg groot is. In 2012 bedraagt het hoogste inkomen (resultaat per advocaat) ruim € 4
112.000, - terwijl het laagste inkomen (resultaat per advocaat) in dat jaar ligt op € 21.518, -. Het gemiddelde inkomen van de rechtsbijstandsadvocaat 2012 is een kwart van de Balkenendenorm. De advocaat met het hoogste inkomen blijft net onder de helft van de Balkenendenorm. De advocaat met het laagste inkomen verdient in 2012 slechts 9% van de Balkenendenorm. Mogelijke beelden over de groep rechtsbijstandsadvocaten als veelverdieners zijn dan ook niet op zijn plaats. In
vergelijking
met
juristen
in
overheidsdienst
ligt
het
inkomen
van
rechtsbijstandsadvocaten gemiddeld genomen op een aanzienlijk lager niveau. Om dit in beeld te brengen is het gemiddelde inkomen van de juridisch medewerkers en specialisten in schaal 11-14 bij de rijksoverheid genomen. Dit bedraagt gemiddeld ongeveer € 68.373, -. Het inkomen van rechtsbijstandsadvocaten ligt gemiddeld genomen op een aanzienlijk lager niveau namelijk € 58.350,-, vergelijkbaar met het salaris van een juridisch medewerker bij de rijksoverheid met tien jaar werkervaring en schaal 11. Voor dit inkomen zou een rechtsbijstandsadvocaat van één van de vijf kantoren, uitgaande van de norm van 1280 direct uren, gemiddeld minstens 1600 directe uren moeten maken, meer dan 20% boven de norm.
5
1. Achtergrond en opdracht
Het basisbedrag voor vergoeding van de advocatuur gefinancierde rechtsbijstand is per 1 oktober verlaagd van € 106,99 naar € 104,85 exclusief BTW per forfaitair punt. De staatssecretaris draagt naar buiten toe het beeld uit van een ruimhartig ‘uurtarief’. De Nederlandse Orde voor Advocatuur (de Orde) wil een op feiten gebaseerd beeld van kosten en salaris presenteren.
Achtergrond De bekostiging van de advocatuur gefinancierde rechtsbijstand kent een forfaitair puntenvergoedingsysteem waarin aan verschillende typen zaken één of meerdere punten
zijn
toegekend.
Tegenover
één
punt
stond
eerder
dit
jaar
een
standaardvergoeding van €106,99. Deze vergoeding is per 1 oktober verlaagd tot € 104,85. Er wordt over deze vergoeding gesproken alsof het een uurtarief is voor de rechtsbijstandsadvocaat. Bij de vaststelling van de vergoeding is in het verleden gekeken naar het gemiddeld aantal uren per type zaak. Op basis daarvan zijn de punten bepaald. Gemiddeld genomen moeten over zware en lichtere zaken, ongunstige en gunstige vergoedingen de totale vergoeding in balans zijn met het aantal aan de zaak bestede uren. De vraag kan gesteld worden of die balans nog aanwezig is. Feit is dat er verschillende signalen uit de advocatuur gefinancierde rechtsbijstand komen dat er structureel meer uren worden besteed aan zaken dan dat is verwerkt in het puntvergoedingssysteem. Zij stellen dan ook dat de puntvergoeding niet gelijk gesteld worden aan een ‘uurtarief’. Eerste doel van de Orde is om op te komen voor rechtzoekenden. Daarvoor is het van belang dat er voldoende rechtsbijstandsadvocaten zijn en blijven voor rechtzoekenden met een laag inkomen. De Orde ervaart dat het systeem van rechtsbijstand onder druk staat door bezuinigingsmaatregelen van het kabinet. Zij en haar achterban hebben op verschillende momenten en op verschillende manieren aandacht gevraagd voor de te verwachte negatieve gevolgen van voorgenomen maatregelen en hebben tegen enkele maatregelen protest aangetekend. Daarnaast heeft dit beleid onder meer effect op het inkomen van rechtsbijstandsadvocaten. Tegenover het beeld van een ruimhartig ‘uurtarief’ dat per 1 oktober 2013 € 104,85 bedraagt, zoals dat door de staatssecretaris wordt uitgedragen wil de Orde een genuanceerd en op feiten gebaseerd overzicht presenteren.
Opdracht De Orde heeft de opdracht als volgt omschreven: Het onderzoek dient zich specifiek te richten op de volgende doelen: 6
1.
Het in beeld brengen van de kostprijs advocatuur gefinancierde rechtsbijstand en de opbouw van deze kostprijs;
2.
Confrontatie van de bruto vergoeding met de kosten resulterend in een netto vergoeding, hetgeen de basis is voor het inkomen van de advocaten werkzaam in het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand;
3.
Schriftelijke rapportage in een compact adviesrapport (maximaal 20 pagina’s) opgeleverd ruim voor 14 november
Aanvullend hebt u verzocht om een salarisanalyse.
Onderzoeksopzet en verantwoording Wij hebben in vier weken tijd circa vijftien adviesdagen besteed om een diepgaande analyse uit te voeren van de financiële situatie van vijf sterk van elkaar verschillende advocatencollectieven/ advocatenkantoren die door de opdrachtgever als representatief voor de sector werden gezien. Het gaat om vijf advocatenkantoren die meer dan 75% van hun omzet halen uit toevoegingszaken. Kern van het onderzoek was het in beeld brengen van de met advocatuur gefinancierde rechtsbijstand
samenhangende
kosten,
opbrengsten
en
productiegegevens
(puntenaantallen). Het onderzoek bestond naast deskresearch uit een analyse van jaarrekening(en) aangevuld met half gestructureerde interviews Ten behoeve van het onderzoek is na instemming van de kantoren informatie opgevraagd en ontvangen van de Raad voor Rechtsbijstand over de vergoeding en vergoedingspunten per kantoor. Tot slot is ten behoeve van het onderzoek informatie opgevraagd bij kostenexperts en pensioenadviseurs binnen Deloitte. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in de periode oktober-begin november 2013. Een uitgebreide beschrijving van onderzoeksopzet en een onderzoekverantwoording is op te vragen bij Deloitte.
Leeswijzer In hoofdstuk twee wordt stilgestaan bij de kenmerken, omzet en kosten van de vijf in detail geanalyseerde kantoren. Vervolgens wordt in hoofdstuk drie een kostprijs per vergoedingspunt berekend bestaande uit verschillende elementen. Dit levert een verdeling op van de inkomsten uit vergoedingspunten over diverse kosten en het inkomen van advocaten. Om het beeld van een ‘ruimhartig uurtarief’ te kunnen toetsen is het belangrijk om een op feiten gebaseerd onderzoek naar kosten en inkomsten per uur uit te voeren. Dit wordt beschreven in hoofdstuk vier waar de cijfers van de kantoren per genormeerd direct uur advocatuur gefinancierde rechtsbijstand wordt berekend. In hoofdstuk vijf wordt het inkomen van een rechtsbijstandsadvocaat vervolgens vergeleken met dat van ervaren juristen in overheidsdienst. Tot slot worden in hoofdstuk zes enkele kwalitatieve beelden geschetst die tijdens het onderzoek naar voren zijn gekomen.
7
2. Kenmerken, omzet en kosten
In dit hoofdstuk wordt een aantal kenmerken van de kantoren die de gegevens voor dit rapport opgeleverd hebben gepresenteerd. Allereerst gaan wij in op kenmerken zoals juridische structuur en omvang. Er zijn in de sector aanzienlijke verschillen, die in deze vijf voorbeeldpraktijken ook vertegenwoordigd zijn. Vervolgens laten wij de opbrengsten en de kosten per categorie voor deze praktijken zien. In het vervolg van dit rapport zullen de gegevens van deze vijf sterk verschillende kantoren zowel gemiddeld als elk afzonderlijk in de analyses worden meegenomen om zo goed het gezamenlijk element en de verschillen bij de opbouw van kostprijzen en het inkomen van advocaten te kunnen tonen.
2.1 Overzicht kenmerken vijf kantoren Er zijn voor dit onderzoek vijf kantoren onderzocht. Zij verschillen naar juridische vorm, samenstelling personeel, omvang en omzet. U kunt een en ander zien in onderstaande tabel. Eén kantoor is in hoge mate gespecialiseerd en staat bekend als opleidingskantoor. Alle deze kantoren zijn in hoge mate afhankelijk van de vergoeding op basis van het forfaitair puntenvergoedingssysteem. Daarmee geven ze ons goed inzicht in de kostprijs van advocatuur gefinancierde rechtsbijstand, de relevante kostprijs voor het puntenvergoedingssysteem.
8
Kenmerken (2012) Juridische vorm
K1
K2
K3
K4
K5
maatschap
BV
1manszaak
kosten maatschap
kosten maatschap
FTE advocaten niet in loondienst FTE advocaten en juridisch medewerkers. in loondienst FTE ondersteunend personeel Omzet totaal Wv.Toevoegingszaken Wv. Betalende zaken % omzet uit toevoegingszaken % omzet uit betalende zaken
4,7 1,0
0,0 13,7
1,0 0,0
5,0 0,0
4,0 0,0
2,5
8,6
0,0
1,1
1,2
592.195 473.756 118.439
1.864.148 1.598.894 265.254
55.424 51.415 4.009
682.792 634.485 48.307
512.691 390.752 121.939
80% 20%
86% 14%
93% 7%
93% 7%
76% 24%
Tabel 1: Kenmerken vijf kantoren, cijfers 2012 De verschillen tussen de juridische vormen maken het gecompliceerd om een vergelijkend overzicht op te stellen. Wij hebben hiervoor in latere hoofdstukken op onderdelen met aannames moeten werken, bijvoorbeeld dat de waardevermeerdering van het eigen vermogen van een BV als inkomen voor de advocaten-eigenaren mag worden nagerekend.
2.2
Omzet en betalende zaken
Naast zaken waarbij aanspraak wordt gemaakt op gefinancierde rechtsbijstand, zogenaamde toevoegingszaken, worden ook betalende zaken uitgevoerd. Veelal betreft dit bij de onderzochte vijf kantoren cliënten met een inkomen net boven de inkomensgrens voor gefinancierde rechtsbijstand. Van kruissubsidiëring, het financieren van toevoegingzaken uit opbrengsten van betalende zaken, is naar eigen zeggen van de kantoren dan ook geen sprake. De vijf kantoren halen allen meer dan 75% van de omzet uit toevoegingszaken. Twee van de vijf kantoren halen in 2012 zelfs 93% van de omzet uit toevoegingszaken. Deze percentages zijn in de onderzoeksperiode 2010-2012 vrij constant. De kantoren zijn hiermee dus geschikt om de kostprijs van advocatuur gefinancierde rechtsbijstand vast te stellen.
2.3
Kosten
Waaruit bestaan de kosten van een advocatenkantoor dat zich met name richt op de lage
inkomensgroep?
Evenals
andere
zakelijke
dienstverleners
en
reguliere
advocatenkantoren bestaan de kosten voor een groot deel uit arbeidskosten. Daarnaast moet afgeschreven worden op gebouwen en inventaris. En er zijn kosten voor huisvesting (huur), informatievoorziening / ICT, kantoorkosten, vaktechniek en overige kosten. Tot slot zijn er algemene kosten zoals kosten voor de accountant. In onderstaande tabel zijn ze onder elkaar gezet. 9
Typen kosten (2012) Arbeidskosten ondersteunend personeel Bedrijfskosten (overig) wv. Huisvestingskosten wv. Informatievoorziening wv. Kantoorkosten wv. Overige kosten wv. Kosten vaktechniek Afschrijvingskosten Algemene kosten Totale kosten exclusief vergoeding advocaten Aandeel advocaten (residu)
Tabel 2: Typen kosten
Specifieke kosten voor advocatenkantoren Specifieke kosten voor advocatenkantoren zijn:
de verplichte lidmaatschappen van beroepsvereniging (arrondissementen en landelijke Orde van Advocaten) en specialisatiegroepen (Vereniging van Familierechtadvocaten);
de abonnementen op jurisprudentie op de rechtsgebieden waarop je actief bent (Kluwer,etc.);
de verplichte cursussen/scholing om hiermee te voldoen aan de eis om zoveel opleidingspunten per jaar te vergaren; hiermee kwalificeert een advocaat zich om binnen een specialisme actief te mogen zijn;
Deze kosten zijn opgenomen onder het label ‘vaktechniek’. Het deel verplichte lidmaatschappen en verplichte cursussen zijn vaste kosten.
Complicaties bij de vaststelling van arbeidskosten voor de analyse Een complicatie bij de analyse van arbeidskosten voor advocaten en andere vrije beroepen is dat de vergoeding voor arbeid op verschillende manieren plaats kan vinden, die meer en minder expliciet en onder verschillende namen in boekhouding en financiële overzichten worden opgenomen. Slechts een deel van de vergoeding voor de arbeid voor de bij de onderzochte kantoren aangesloten advocaten is terug te vinden in de arbeidskosten, de jaarrekeningpost lonen en salarissen of de jaarrekeningpost personeelskosten.
Advocaten
krijgen
hun
inkomen
ook
in
de
vorm
van
waardevermeerdering van een BV, winstuitkeringen en maatschap resultaten. Een extra complicatie als men een vergelijking van het inkomen van een advocaat die niet in loondienst is met de Balkenende norm of de salarisniveaus van professionals die wel in loondienst zijn wordt veroorzaakt door de arbeidsongeschiktheidsverzekeringen
10
en pensioenregelingen die men dan als privépersoon moet afsluiten. Het bruto salaris van een medewerker in loondienst kan daarom pas na een correctie worden vergeleken met het inkomen van een zelfstandige. Specifiek is ook de invloed van juridische vorm op met name de arbeidskosten. Een BV waarbij alle advocaten in loondienst zijn draagt sociale premies af, draagt verplicht arbeidsongeschiktheidspremie af en in veel gevallen ook pensioenpremie. Een eenmanszaak of zelfstandig advocaat die deelneemt in een (kosten)maatschap draagt deze zaken alleen af voor ondersteunend personeel en niet voor zichzelf. Bij elke analyse is het daarom van belang om stil te staan hoe omgegaan moet worden met de post arbeidskosten. Bij elke analyse zal dit dan ook worden toegelicht.
2.4
Kosten en opbrengsten van de vijf advocatenkantoren
Op basis van de jaarrekeningen 2012 van de vijf advocatenkantoren zijn hieronder de kosten en opbrengsten in beeld gebracht. In het geval van kostenmaatschappen zijn zowel de jaarrekeningen van de kostenmaatschap als van de maten geanalyseerd.
Kosten 2012 in € Totale kosten sociale advocatuur
K1 580.278
K2 1.850.897
K3 57.799
K4 562.274
K5 446.575
Arbeidskosten ondersteunend personeel
159.845
447.551
0
29.903
34.598
Bedrijfskosten (overig)
140.257
301.610
21.692
79.183
89.625
wv. Huisvestingskosten
60.789
31.459
9.471
37.387
12.585
wv. Informatievoorziening
10.822
0
0
0
993
wv. Kantoorkosten
21.684
77.007
6.312
12.982
20.996
wv. Overige kosten
11.503
58.195
4.151
8.770
30.158
wv. Kosten vaktechniek
35.459
134.949
1.064
20.044
24.893
Afschrijvingskosten
3.050
47.150
2.349
2.662
1.219
Algemene kosten
8.941
102.841
15
13.091
6.215
268.185
951.745
33.743
437.435
314.918
Totale kosten exclusief vergoeding advocaten Aandeel advocaten (residu)
Tabel 3: kosten van de vijf kantoren Zoals te verwachten valt voor een arbeidsintensief vak als advocatuur zorgen de kosten van arbeid (advocaten en ondersteunend personeel) voor driekwart van de totale kosten en hebben de overige bedrijfskosten een veel kleiner aandeel, hier een aandeel van ruim twintig procent.
11
3. Van kosten naar kostprijs per vergoedingspunt
In dit hoofdstuk wordt de vraag beantwoordt hoe de kostprijs per vergoed toevoegingspunt is opgebouwd bij de vijf kantoren. 3.1
Declareren op basis van toevoegingspunten
Voordat wij inzicht geven in het aantal toevoegingspunten per kantoor wordt hier eerst kort uitleg gegeven over de functie van de toevoegingspunten en over de wijze waarop deze worden toegekend. Als een rechtzoekende een laag inkomen heeft kan zij in aanmerking komen voor gefinancierde rechtsbijstand. Hiervoor wordt een toevoeging aangevraagd bij de Raad voor Rechtsbijstand. Als een toevoeging is verleend, kan na het beëindigen van de rechtsbijstand een declaratie van de vergoeding worden ingediend. De Raad voor Rechtsbijstand behandelt een declaratie en stelt de vergoeding vast waarbij een eigen bijdrage en een eventuele proceskostenvergoeding in mindering worden gebracht. De eigen bijdrage moet de advocaat ontvangen van de cliënt. Een eventuele proceskostenvergoeding moet de advocaat ontvangen van een tegenpartij. Het vaststellen van de vergoeding (en de puntentoekenning) is geregeld in het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000. De vergoeding betreft, anders dan bij betalende cliënten, geen expliciete uurvergoeding. De vergoeding is forfaitair van aard. Dit betekent dat er een puntensysteem is en voor elk punt een vastgesteld bedrag vergoed wordt. Dit bedrag is afhankelijk van de soort zaak. Per zaak (bijvoorbeeld ontbinding arbeidsovereenkomst of echtscheiding met nevenvorderingen) is een bepaald aantal punten vastgesteld. Deze punten staan in principe gelijk aan de gemiddelde tijd die aan een dergelijke zaak wordt besteed. Voor een
echtscheiding
gelden
bijvoorbeeld
tien
punten.
Dit
puntenaantal
wordt
vermenigvuldigd met een basisbedrag. Dit basisbedrag wordt ieder jaar geïndexeerd. Vanaf 1 oktober 2013 bedraagt het € 104,85. Daarbovenop kunnen er extra punten worden toegekend, indien er bijvoorbeeld in de zaak extra zittingen zijn bijgewoond. In bijzondere veelal complexe zaken kunnen extra uren worden aangevraagd. Ook voor piketdiensten en langere reizen krijgt men punten. Het basisbedrag was in 2012 € 106,23 en is een bedrag exclusief BTW. Een uitgebreidere uitleg is opgenomen als de bijlage.
12
3.3
Aantallen toevoegingspunten per kantoor
Voor dit onderzoek zijn met toestemming van de onderzochte kantoren de toevoegingspunten overige toeslagen en het totale vergoedingsbedrag opgevraagd bij de Raad voor Rechtsbijstand. Wij hebben deze informatie ontvangen. Bij validatie is gebleken dat het aantal toevoegingspunten plus overige toeslagen minus eigen bijdrage en proceskosten niet precies aansluit op het totale vergoedingsbedrag. Oorzaken daarvan zijn volgens de Raad voor Rechtsbijstand het feit dat de datum van afgifte van de toevoeging bepalend is voor de geldende basisvergoeding (tarief) en niet het moment van vaststelling van de vergoeding. Deze basisvergoeding wijzigt vaak, soms jaarlijks soms ook vaker. Verder is er een kleine foutmarge veroorzaakt door fouten in de punten voor ‘overige toeslagen’. Wij gebruiken deze informatie toch omdat de foutmarge zeer beperkt is, namelijk minder dan 2%.De resultaten van de analyse kunnen daardoor niet materieel beïnvloed worden. In onderstaande tabel zijn de toevoegingspunten voor de vijf kantoren in de onderzoeksperiode opgenomen.
Periode 2010 2011 2012
K1 3.538 4.099 3.660
K2 13.279 12.996 12.879
K3 601 664 437
K4 3.310 3.580 4.465
K5 2.922 3.253 2.846
Tabel 4: Toevoegingspunten voor de vijf kantoren in de jaren 2010, 2011, 2012 Voor de kantoren was 2011 een relatief goed jaar. Vier van de vijf kantoren zagen een stijging in het aantal vergoede punten. Een gedeeltelijke verklaring van de toename van punten in 2011 zijn de wijzigingen in het Asielrecht waardoor doorlooptijden zijn verkort. Bij vier van de vijf kantoren is in 2012 een daling van het aantal punten te zien ten opzichte van 2011. Bij drie van de vijf is ook sprake van een daling ten opzichte van 2010.
3.4
Kostprijs advocatuur toevoegingspunt
gefinancierde
rechtsbijstand
per
Bij het bepalen van de kostprijs per toevoegingspunt kan men niet zo maar de totale kosten delen door het aantal toevoegingspunten. Eerst moeten drie correcties worden doorgevoerd. Allereerst dient te worden gecorrigeerd voor de betalende zaken die door het kantoor zijn gevoerd. Deze correctie is uitgevoerd op basis van proportionaliteit, kortom door het aandeel van de kosten te nemen dat overeenkomt met het in hoofdstuk 2 al benoemde aandeel van advocatuur gefinancierde rechtsbijstand in de omzet van het kantoor. Als tweede correctie is de eigen bijdrage van cliënten met de kosten verrekend. Als derde correctie zijn proceskostenvergoedingen met de kosten verrekend. Het restant van de kosten dient in principe uit de vergoeding per punt te worden terugverdiend. Verdelen we de kosten van de vijf kantoren op basis van de vergoede toevoegingspunten 2012 dan ontstaat het volgende beeld:
13
Kostprijs per toevoegingspunt
K1
Getraceerde kostprijs per toevoegingspunt
K2
K3
K4
K5
103,72
99,82
110,74
92,26
101,34
Arbeidskosten ondersteunend personeel
28,57
24,14
0,00
4,91
7,85
Bedrijfskosten (overig)
25,07
16,27
41,56
12,99
20,34
10,87
1,70
18,15
6,13
2,86
wv. Informatievoorziening
1,93
0,00
1,33
0,00
0,23
wv. Kantoorkosten
3,88
4,15
12,09
2,13
4,76
wv. Overige kosten
2,06
3,14
7,95
1,44
6,84
wv. Kosten vaktechniek
6,34
7,28
2,04
3,29
5,65
0,55
2,54
4,50
0,44
0,28
1,60 55,78
5,55 48,49
0,03 46,09
2,15 20,48
1,41 29,88
47,94
51,33
64,65
71,78
71,46
wv. Huisvestingskosten
Afschrijvingskosten Algemene kosten Totale kosten exclusief vergoeding advocaten Getraceerde inkomens advocaten
Tabel 5: Kostprijs 2012 vijf kantoren advocatuur gefinancierde rechtsbijstand per toevoegingspunt (in Euro’s) In de tabel wordt gesproken over de getraceerde kostprijs per vergoedingspunt en de getraceerde inkomens van advocaten. Deze termen zijn gehanteerd omdat wij ons voor deze cijfers hebben gebaseerd op de door ons geanalyseerde jaarstukken. Hieruit kwamen de hier opgenomen gegevens naar voren. Deze gegevens tellen niet helemaal op tot de vergoeding per toevoegingspunt. Hiervoor zijn bij de verschillende juridische structuren verschillende factoren te benoemen, zoals betaalde vennootschapsbelasting bij een BV, overlopende posten, timing verschillen tussen verdiensten en uitkeringen van inkomen en dergelijke. In de berekening van de gemiddelde kosten en in de analyses hebben wij daarom ook het “aandeel van advocaten” als residu in de analyses betrokken. Hier is de vergoeding per toevoegingspunt als uitgangspunt genomen en is de marge tussen de (meest uit jaarrekeningen) geïdentificeerde kosten en de vergoeding per toevoegingspunt toegerekend aan de advocaten. Dit introduceert een conservatieve bovenmarge voor de vergoeding voor advocaten.
14
Wanneer langs deze lijnen een gewogen gemiddelde wordt berekend dan ontstaat het volgende beeld. Kostprijs per toevoegingspunt
Gewogen gemiddelde 5 kantoren (€)
Kostprijs per toevoegingspunt bovengrens
Percentage
106,23
Kostprijs per toevoegingspunt ondergrens (getraceerd)
99,87 19,72
19%
19,85
19%
wv. Huisvestingskosten
5,20
5%
wv. Informatievoorziening
0,46
0%
wv. Kantoorkosten
4,32
4%
wv. Overige kosten
3,48
3%
wv. Kosten vaktechniek
6,38
6%
1,64
2%
3,69 44,90
3% 42%
Getraceerde inkomens advocaten
61,33
58%
Aandeel advocaten (residu)
64,02
60%
Arbeidskosten ondersteunend personeel Bedrijfskosten (overig)
Afschrijvingskosten Algemene kosten Totale kosten exclusief vergoeding advocaten
Tabel 6: Kostprijs 2012 advocatuur gefinancierde rechtsbijstand per toevoegingspunt, gewogen gemiddeld over vijf kantoren (in Euro’s). Het grootste deel van de vergoeding gaat naar de factor arbeid. Van elke Euro wordt zo’n 25 cent besteed aan overige bedrijfskosten, afschrijvingskosten en algemene kosten. Vanaf 1 oktober 2013 is het basisbedrag verlaagd naar 104,85 exclusief BTW. De verlaging gaat direct af van het inkomen van de advocaten, dat voortkomt uit het “aandeel advocaten”.
Als een en ander wordt gecombineerd met andere
bezuinigingsmaatregelen zoals het verhogen van de eigen bijdrages met mogelijke vraaguitval tot gevolg en het in meer gevallen in mindering brengen van punten dan is het ook dit inkomen dat direct terugloopt.
15
4. Van kosten naar kostprijs per genormeerd direct uur
In dit hoofdstuk wordt een kostprijs per direct uur getoond op basis van een genormeerd aantal directe uren gangbaar in de zakelijke dienstverlening. Als men wil spreken over een uurtarief geeft dit een goede richting. 4.1
Genormeerd aantal directe uren zakelijke dienstverlening
Om tot een kostprijs met inkomensbestanddeel voor advocaten per uur en per FTE te komen, moeten de kosten worden gedeeld door het aantal directe c.q. declarabele uren van de advocaten en juridisch medewerkers. In ons onderzoek blijkt dat bij verschillende van de onderzochte kantoren onvoldoende of onvoldoende nauwkeurig wordt tijd geschreven om de gewerkte directe uren vast te liggen. Daarmee kan voor de berekening van de kostprijs geen gebruik worden gemaakt van feitelijk geschreven uren. Wel is het mogelijk om het aantal directe uren af te leiden door het aantal FTE te koppelen aan de normale urenbesteding per FTE in de zakelijke dienstverlening. Delen we vervolgens kosten door dit genormeerd aantal directe uren zoals gebruikelijk in de zakelijke dienstverlening en dan krijgen we de kosten per genormeerd uur. Bij de genormeerde uren onderscheidt men de totale uren of bruto uren, en de beschikbare genormeerde uren of netto uren. De totale uren zijn 40 uur voor 52 weken oftewel 2080 uur en 360 dagen.
Bruto naar netto FTE Bruto 1 FTE o.b.v. 40 urige werkweek minus vakantiedagen minus verlofdagen (feestdagen) minus ziektedagen minus opleidingsdagen Netto 1 FTE (minus v.v.z.o.)
in uren 2080 204 60 160 56 1600
in dagen 260,0 25,6 7,5 20,0 7,0 199,9
Tabel 7: Genormeerde uren per FTE per jaar Ten behoeve van acquisitie, organisatie kantoor, etc. wordt van deze 1600 uur een bepaald deel afgetrokken. Hier is uitgegaan van een aftrek van 20% van deze uren. Dit leidt tot een aantal direct te realiseren uren van 1280. (Dit sluit vrij dicht aan bij een eerder onderzoek over het inkomen van de advocatuur gefinancierde rechtsbijstand uit 2001 van PWC. Hierin werd de norm van 1200 uur gebruikt.)
16
In de publieke discussie wordt er vaak gesuggereerd dat een vergoedingspunt ongeveer gelijk staat aan een vergoeding voor een uur werk. Als het aantal vergoede punten 2012 in reële verhouding staat met het aantal genormeerde direct gewerkte uren van de advocaten dan zouden deze twee grootheden bij benadering aan elkaar gelijk moeten zijn. Dit is niet het geval. De verhouding verschilt per kantoor maar zelfs bij een aantal van 1280 directe uren per FTE en een correctie voor het percentage omzet dat niet aan toevoegingszaken is gerelateerd zijn bij alle kantoren het aantal directe uren hoger dan het aantal vergoedingspunten, zie onderstaande tabel. Bij een hoger aantal directe uren per FTE zou dit verschil nog verder oplopen.
Periode directe uren 2012 obv 1280 wv. toevoegingszaken vergoede punten 2012
K1 7.296 5.837 3.660
K2 17.536 15.081 12.879
K3 1.280 1.190 437
K4 6.400 5.952 4.465
K5 5.120 3.891 2.846
Tabel 8: beschikbare directe uren en vergoede punten De conclusie moet dus zijn dat het aantal beschikbare uren voor toevoegingszaken op basis van Fte’s duidelijk hoger ligt het aantal vergoedingspunten. Dit is in beleidsdiscussies en inkomensdiscussies relevant, omdat het betekent dat óf deze kantoren allemaal overcapaciteit hebben, óf dat het aantal vergoedingsuren eigenlijk te krap is vastgesteld. In dit rapport is het relevant omdat het laat zien dat men bij
een
inkomensberekening
niet
zo
maar
uit
kan
gaan
van
het
aantal
toevoegingspunten maar van het aantal directe uren.
4.2 Kostprijs advocatuur gefinancierde rechtsbijstand per genormeerd direct uur Verdelen we de kosten van de vijf kantoren op basis van dit genormeerde aantal van 1280 directe uren dan ontstaat het volgende beeld. Deze tabel is overigens niet één op één te vergelijken met de vergelijkbare tabel voor vergoedingspunten, onder andere omdat met deze uren niet alleen de toevoegingszaken worden afgehandeld maar alle zaken van een kantoor.
17
Kostprijs per genormeerd direct uur per kantoor
K1
K2
K3
K4
K5
Kostprijs per genormeerd direct uur
79,53
105,55
45,16
87,86
87,22
Arbeidskosten ondersteunend personeel
21,91
25,52
0,00
4,67
6,76
Bedrijfskosten (overig)
19,22
17,20
16,95
12,37
17,50
wv. Huisvestingskosten
8,33
1,79
7,40
5,84
2,46
wv. Informatievoorziening
1,48
0,00
0,54
0,00
0,19
wv. Kantoorkosten
2,97
4,39
4,93
2,03
4,10
wv. Overige kosten
1,58
3,32
3,24
1,37
5,89
wv. Kosten vaktechniek
4,86
7,70
0,83
3,13
4,86
0,42
2,69
1,84
0,42
0,24
1,23 42,78
5,86 51,27
0,01 18,79
2,05 19,51
1,21 25,71
36,76
54,27
26,36
68,35
61,51
Afschrijvingskosten Algemene kosten Totale kosten exclusief vergoeding advocaten Getraceerd inkomen advocaten
Tabel 9: Kostprijs 2012 vijf kantoren advocatuur gefinancierde rechtsbijstand per genormeerd direct uur (in Euro’s) Wanneer een gemiddelde wordt berekend dan ontstaat het volgende beeld. Kostprijs per genormeerd direct uur
92,95
Arbeidskosten ondersteunend personeel
17,26
19%
Bedrijfskosten (overig)
17,36
19%
wv. Huisvestingskosten
0,00
5%
wv. Informatievoorziening
0,07
0%
wv. Kantoorkosten
0,71
4%
wv. Overige kosten
3,05
3%
wv. Kosten vaktechniek
5,59
6%
1,44
2%
3,23 39,29
3% 42%
Getraceerde inkomens advocaten
53,66
58%
Aandeel advocaten (residu)
56,01
60%
Afschrijvingskosten Algemene kosten Totale kosten exclusief vergoeding advocaten
Tabel 10: Kostprijs 2012 advocatuur gefinancierde rechtsbijstand per genormeerd direct uur, gemiddelde over vijf kantoren (in Euro’s). 18
Als gesproken moet worden over een kostprijs of kostendekkend uurtarief advocatuur gefinancierde rechtsbijstand dan ligt dat op basis van hier gebruikte uitgangspunten op ongeveer 93 Euro. Hierin zijn de salariskosten verdisconteerd. Wel gaat het uit van een financieringssysteem waarin het aantal gewerkt uren in overeenstemming kan zijn met het aantal gedeclareerde uren. Van dit laatste lijkt echter gezien de verschillende tussen klaarblijkelijk gewerkte uren en vergoede punten geen sprake van.
Impliciet inkomen Wanneer wij het aandeel per uur vermenigvuldigen met 1280 directe uren, dan komen wij op een impliciet beschikbaar inkomen voor advocaten tussen 68.000 euro en 72.000 euro uit. Breidt men de werkzaamheden nog uit tot 1600 uur dan blijft het (onzekere) inkomen nog onder de 90.000 euro. Dit bedrag is nog niet direct vergelijkbaar met een bruto salaris maar het nuanceert direct de stelling dat de vergoedingen voor advocaten werkzaam in de gefinancierde rechtsbijstand een “ruimhartig” uurtarief kennen. In het volgende hoofdstuk zullen wij ook via HR gegevens ingaan op de inkomens die beschikbaar zijn voor de advocaten, en zullen wij dit bedrag vergelijken met “normale” salarisniveaus voor vergelijkbare professionals. Wij houden er daar ook wel rekening mee dat uit dit inkomen bijvoorbeeld de arbeidsongeschiktheidsverzekering nog betaald moet worden zodat het niet direct vergelijkbaar is met het brutoloon van een jurist in loondienst.
19
5. Inkomen en salarissen
Belangrijke vraag is wat nu het inkomen is van rechtsbijstandsadvocaten en hoe zich dat verhoudt tot de normen in het maatschappelijk verkeer. Deze vraag wordt beantwoord door de uitkomsten van een nadere analyse te vergelijken met het inkomen van ervaren juristen die werken bij een ministerie en met de Balkenende norm. 5.1
Inkomens advocaten bij onze onderzoekspopulatie
Doel is hier het inkomen van gefinancierde rechtsbijstandsadvocaten te kunnen vergelijken met juristen in overheidsdienst. Er zijn bij de vijf onderzochte kantoren 29 advocaten waarvan er 14 in loondienst zijn. Twee van hen hebben zeer afwijkende omzetten en resultaten geboekt in 2012 vanwege (de nasleep van) ziekte. Deze zijn buiten beschouwing gelaten bij het berekenen van het gemiddelde inkomen. Salaris (N=27)
2012
Gemiddelde
2011
2010
58.350
51.654
44.209
Hoogste
112.782
109.812
74.093
Laagste
21.518
18.700
24.092
Tabel11: Inkomen advocatuur gefinancierde rechtsbijstand in de jaren 2012, 2011 en 2010 In deze tabel is geprobeerd om de inkomens van verschillende categorieën advocaten en juridisch medewerkers om te zetten naar salarisniveaus. Om appels met appels te vergelijken moet hiertoe voor zelfstandige advocaten (vennoten
/
maten)
van
hun
inkomsten
een
pensioenpremie
en
arbeidsongeschiktheidspremie worden afgehaald. Bij advocaten in loondienst en bij overheidspersoneel is dit immers een component van het salaris, van de vaste arbeidsvoorwaarden. Hiervoor is een gemiddelde pensioenpremie en een gemiddelde arbeidsongeschiktheidspremie berekend. De gemiddelde pensioenpremie voor de correctie is bepaald op € 6450, - per jaar. De pensioenadviseurs van Deloitte geven aan dat lijfrentepremie veelal beperkt is tot € 6989, - per jaar. Verder bedraagt de pensioenlast bij beperkte inkomens gefinancierde rechtsbijstandsadvocaten circa 12% van de winst/salaris. Wanneer we dit toepassen komen we op circa € 6450, - per jaar.
20
De gemiddelde arbeidsongeschiktheidspremie is voor de correctie bepaald op € 5775, per jaar. Hier is een gemiddelde berekend op basis van de gegevens voor die advocaten en juridisch medewerkers die in dienst van de vijf kantoren zijn. Uitkomst daarvan was ruim 5800, - per jaar. Tegelijkertijd zijn premieberekeningen uitgevoerd (gemiddelde van een 30, 40, 50 en 60 jarige) bij één van de aanbieders van deze verzekeringen Movir. Uitkomst hiervan is een gemiddelde premie van € 5775, - per jaar. Op het hierboven opgenomen “salaris”, berekend op basis van de componenten inkomen, loon en resultaat van een zelfstandig advocaat zijn deze kosten in mindering gebracht. Het gemiddelde inkomen van een advocaat van één van deze vijf kantoren komt na deze correcties € 58.350, -. Er is sprake van een stijging in de onderzoeksperiode. Tegelijkertijd moet worden opgemerkt dat de spreiding erg groot is. In 2012 komt het hoogste inkomen (resultaat per advocaat) op ruim € 112.000,- terwijl het laagste inkomen (resultaat per advocaat) in dat jaar op slechts € 21.518, - uitkomt. De spreiding om het gemiddelde lijkt jaarlijks toe te nemen. De advocaten die in deze drie jaren tekenen voor dit laagste inkomens zijn alle drie advocaten die alleen of overwegend in personen- en familierecht actief zijn. De sociale advocaat is gemiddeld zo’n 45 jaar en heeft veel, dat wil zeggen meer dan 10, ervaringsjaren in het vak.
5.3
Vergelijking met juridisch specialisten in overheidsdienst
Op basis van de handleiding overheidstarieven 2013 en de salaristabel BBRA per 1 januari 2013 komen we tot de volgende inkomens (13 maal bruto maandloon):
Schaal 11 12 13 14
Functie Inkomen o.b.v. 10 ervaringsjaren Senior juridische medewerker 56.949 wetgevingsjurist 64.542 senior wetgevingsjurist 72.194 Bestuurlijk-juridisch specialist 79.806 Gemiddeld 11-14 68.373 Tabel 12: Bruto salaris ervaren juristen in dienst bij ministeries Wij hebben net geconstateerd dat het salarisequivalent van het inkomen van een advocaat van één van de vijf onderzochte kantoren in 2012 op ruim 58.000 euro uitkomt. Men dient om beiden te vergelijken immers te corrigeren voor de bij het rijk door de werkgever gedragen lasten voor arbeidsongeschiktheidsverzekering en pensioen1. De advocaat komt dan uit op het equivalent van de salariëring voor een schaal 11 functie, één van de laagste juridische functies bij de rijksoverheid. Het gemiddelde inkomen over de juridisch medewerkers en specialisten in schaal 11-14 bij de rijksoverheid is tenminste € 68.373,-. Daar zou volgens de berekening in het
1
Zie Handleiding overheidstarieven 2013 21
vorige hoofdstuk een rechtsbijstandsadvocaat van één van de vijf kantoren gemiddeld minstens 1600 directe uren voor moeten maken, meer dan 20% boven de norm. Bij een vergelijking zou bovendien eigenlijk rekening moeten worden gehouden met een beroepsrisico. In vast dienstverband loopt men immers niet het risico van inkomensachteruitgang wanneer het aantal zaken tegenvalt. Hier kan hierbij rekenen met een risicopremie van 10%. In
vergelijking
met
juristen
in
overheidsdienst
lag
het
inkomen
van
rechtsbijstandsadvocaten gemiddeld genomen dus op een aanzienlijk lager niveau.
5.4
Inkomen ten opzichte van de Balkenendenorm
Vergelijken we het inkomen van een rechtsbijstandsadvocaat 2012 met de Balkenendenorm in 2013 (€ 228.559,-) dan kunnen we de volgende conclusies trekken. Het salarisequivalent van de gemiddelde rechtsbijstandsadvocaat van één van de vijf kantoren was in 2012 ongeveer een kwart van de Balkenendenorm. De advocaat met het hoogste inkomen blijft net onder de helft van de Balkenendenorm. De advocaat met het laagste inkomen verdient in 2012 slechts 9% van de Balkenendenorm. Ook als men het zuivere inkomen neemt heeft dit hoogstens een effect van vijf procent punten, zodat men ver onder de Balkenende norm blijft. Salaris (N=27)
2012
2011
2010
Gemiddelde tov BalkNorm
26%
23%
19%
Hoogste tov BalkNorm
49%
48%
32%
Laagste tov BalkNorm
9%
8%
11%
Tabel 13: Inkomen rechtsbijstandsadvocaat uitgedrukt als percentage van de Balkenendenorm 2013 Mogelijke beelden over de groep rechtsbijstandsadvocaten als veelverdieners zijn dan ook niet op zijn plaats.
22
6. Kwalitatieve beelden
Uit de interviews komen naast kwantitatieve gegevens ook meer kwalitatieve beelden naar voren. Hieruit komen een aantal signalen en mogelijk ook hypotheses voor nader onderzoek naar boven. Deze meest relevante worden in dit hoofdstuk gepresenteerd. Kwalitatieve beelden Algemeen De advocatuur gefinancierde rechtsbijstand doet zich tekort door zichzelf geen inzicht te geven in de kosten die ze maakt gekoppeld aan tijdsbesteding. De basis voor inzicht, een betrouwbare tijdschrijfregistratie, ontbreekt bij veel kantoren. Van de acht kantoren met wie de onderzoekers contact hebben gehad, zijn er twee die aangeven een redelijk betrouwbare tijdsregistratie bij te houden. Inkomen sociale advocaten Het inkomen van zelfstandige sociale advocaten in een eenmanszaak of deelnemend in een maatschap kan van jaar op jaar sterk verschillen. Minder omzet of hogere kosten leidt direct tot een lager inkomen of ‘vergoeding voor werkzaamheden’. De kostenstructuur De kosten bestaan voor een flink deel uit op kortere termijn vaste kosten. Verschillende respondenten gaven aan in de onderzoeksperiode te hebben bezuinigd. Als er bezuinigd werd was dit veelal op oproepkrachten (niet meer oproepen), besparen op ondersteunend personeel en dus meer zelf doen, verminderen abonnementskosten op jurisprudentie en vakbladen, het uitstellen van onderhoud aan het pand, etc. Werking forfaitair vergoedingssysteem: verschillen tussen rechtsgebieden In het recht zijn er allerlei rechtsgebieden. Arbeidsrecht, Asiel- en Vreemdelingenrecht, Consumentenrecht, Personen & Familierecht, Strafrecht, Jeugdstrafrecht, Sociale Zekerheidsrecht, et cetera. Gevraagd is of relatief beter verdiende rechtsgebieden zijn en of er relatief slechter verdienende rechtsgebieden zijn. Uit de beantwoording komt het volgende beeld naar voren. Arbeidsrecht, Sociale Zekerheidsrecht en Strafrecht (met name kortlopend) zijn de relatief beter verdienende rechtsgebieden. Men geeft aan dat in het sociale zekerheidsrecht elke beslissing een zaak is en een toevoeging verleend wordt terwijl dit in het Personen & Familierecht niet het geval is. Daar moet je meer doen binnen je zaak zonder dat de vergoeding verhoogd wordt. Naast het Personen & Familierecht is ook het Vreemdelingenrecht een relatief slechter verdienend rechtsgebied.
23
Toekennen extra uren zeldzaamheid In algemene zin wordt door vrijwel alle respondenten opgemerkt dat de Raad voor Rechtsbijstand zeer terughoudend is in het toekennen van extra uren behoudens bij complexe strafzaken. Sommige advocaten geven aan hiervoor überhaupt geen aanvraag meer te doen. Tekort op toevoegingszaken Eén van de advocatenkantoren die wij aanvullend spraken maakt gebruik van een softwarepakket Fidura waaruit men goed financiële rapportages kan halen. Op dit kantoor wordt naar eigen zeggen goed tijd geschreven. Uit de kolommenbalans van de periode januari tot en met oktober 2013 blijkt dat er op toevoegingszaken een verlies van 41.374 Euro wordt geleden op een totaal van 383.579 Euro aan toevoegingszaken. Dit is meer dan 10%. Dit wordt recht getrokken door inkomsten uit betalende zaken. Tekort met name veroorzaakt door echtscheidingen op tegenspraak Het betreffende kantoor heeft zelf een analyse uitgevoerd. Hieruit blijkt dat het tekort vooral wordt veroorzaakt door de Personen & Familierechtpraktijk. Vooral de echtscheidingen
op
tegenspraak
waarvoor
10
punten
vergoed
worden,
zijn
bewerkelijker dan de theorie (van 10 punten) doet vermoeden. Elementen in zo’n zaak zijn de echtscheiding zelf, de boedelscheiding, partner en kinderalimentatie, begeleiding bij het ouderschapsplan, etc. De begeleiding bij het ouderschapsplan is nieuw. Verschillende respondenten zijn ontevreden over de werking hiervan. De staat gaat er vanuit dat ouders zelf in staat zijn om met behulp van op internet beschikbare modellen zelf een ouderschapsplan te maken. Dit blijkt in de praktijk, ook voor ouders die met het invullen van de belastingaangifte geen probleem hebben, een lastige opgave. De staat verwacht hier te veel van de burger. De advocaat blijft toch verantwoordelijk en moet hier tijd aan besteden. Verder is de waarneming dat het aantal vechtscheidingen toeneemt. Verhoging eigen bijdragen leidt tot vraaguitval en een groter incassorisico Verschillende respondenten zien uitval als gevolg van de verhoging van eigen bijdrages en het vervallen van de anticumulatieregeling. De hoge eigen bijdrages in personen- en familierecht is diverse malen naar voren gekomen in de gesprekken. Daarnaast ligt het incassorisico voor de inning van eigen bijdrages bij de sociale advocaten. Dit risico wordt door de maatregelen flink vergroot. Eén van de respondenten pleit expliciet voor het terugnemen van dit risico door de overheid (bijvoorbeeld de Raad voor Rechtsbijstand). Vermindering punten bij ‘kennelijk ongegrond’ leidt tot het niet aannemen van hoger beroepszaken Onderdeel van de nieuwe regels vanaf 1 oktober 2013 is dat er een korting op punten plaatsvindt als een zaak wordt afgedaan als ‘kennelijk ongegrond’. De maatregel wordt gemotiveerd met de reden dat de advocaat vooraf een betere inschatting van de zaak had moeten maken. Respondenten geven aan dat dit een onjuiste uitleg is van de afdoening ‘kennelijk ongegrond’. Ze geven daarbij aan dat de Raad van State dit met hen eens is. De Raad van State zelf heeft in de wet de bevoegdheid gekregen om vanwege de veelheid aan zaken na beoordeling van de zaken een deel van de zaken ‘kennelijk ongegrond’ af te doen. Een zaak kan voldoende substantie hebben met een
24
gedegen inhoudelijk verweerschrift van de advocaat maar toch ‘kennelijk ongegrond’ worden afgedaan. De punten in mindering roepen veel weerstand op bij de advocaten. In het Asiel en Vreemdelingenrecht kan de IND in juridische procedures een hoorzitting voorkomen door de zaak ‘kennelijk ongegrond’ te verklaren. Bij een ‘kennelijk ongegrond’ kan worden volstaan met een korte motivering. Het vermoeden, uitgesproken door één van de respondenten, is dat de IND oneigenlijk gebruik maakt van deze mogelijkheid. Dit zou dan ook nog negatieve gevolgen hebben voor de vergoeding van de advocaat. Tenminste één advocaat geeft zeer expliciet aan geen hoger beroepszaken meer te zullen voeren omdat dit tot financiële verliezen leidt.
25
Bijlage: Toelichting forfaitaire vergoeding toevoegingszaken
Bron: website Raad voor Rechtsbijstand De vergoeding Als een toevoeging is verleend, geeft dit na het beëindigen van de rechtsbijstand aan u het recht om de vergoeding te declareren. Het vaststellen van deze vergoeding heeft de regelgever geregeld in het “Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000”. Forfaitaire vergoeding Anders dan bij betalende cliënten, betreft dit geen expliciete uurvergoeding. De vergoeding is forfaitair van aard. Dit betekent dat het Besluit een vastgesteld bedrag als vergoeding kent. Dit bedrag is afhankelijk van de soort zaak. Per zaak (bijvoorbeeld ontbinding arbeidsovereenkomst of echtscheiding met nevenvorderingen) is een bepaald aantal punten vastgesteld. Deze punten staan gelijk aan de gemiddelde tijd die aan een dergelijke zaak wordt besteed. Voor een echtscheiding gelden bijvoorbeeld tien punten. Dit puntenaantal wordt vermenigvuldigd met een basisbedrag. Dit basisbedrag wordt ieder jaar geïndexeerd. Vanaf 1 oktober 2013 bedraagt het € 104,85. Daarbovenop kunt u nog een aantal extra punten ontvangen, indien er bijvoorbeeld in de zaak extra zittingen zijn bijgewoond. In de onderzoekperiode 2010-2012 waren de volgende basisbedragen van toepassing. Datum
Basisbedrag
01-07-09 t/m 30-06-2010
€ 110,29
01-07-10 t/m 30-06-2011
€ 111,82
01-07-11 t/m 31-12-2011
€ 112,94
01-01-12 t/m 31-12-2012
€ 106,23
01-01-13 t/m 30-09-2013
€ 106,99
Vanaf 1 oktober 2013
€ 104,85
NB. De vermelde bedragen zijn exclusief BTW.
26
Extra uren Als een zaak feitelijk en/of juridisch complex is, kan dit betekenen dat er extra uren nodig zijn. Het Besluit vergoedingen rechtsbijstand kent hiervoor een aparte regeling. Zoals wij hiervoor al hebben vermeld, geldt per zaak een bepaald aantal punten. Dit puntenaantal staat gelijk aan de gemiddelde tijd die aan de betreffende zaak wordt besteed. U kunt een verzoek om extra uren pas indienen, indien drie maal het puntenaantal voor die zaak is bereikt. In het echtscheidingsvoorbeeld is dat dan bij dertig uur. Een dergelijk verzoek wordt door de Raad getoetst op feitelijke en/of juridische complexiteit. Feitelijke complexiteit houdt in dat er een veelvoud aan verrichtingen in de zaak moeten worden verleend. Hieronder verstaat de Raad meerdere zittingen, uitgebreide (straf)dossiers, een veelvoud aan getuigenverhoren, etc. Juridische complexiteit betekent dat in de zaak dusdanige bijzondere rechtsvragen worden gesteld, dat in vergelijking met soortgelijke zaken niet kan worden volstaan met de uren die voor de forfaitaire vergoeding gelden. Piket Elke verdachte, vreemdeling of psychiatrische patiënt die in bewaring is gesteld wordt bezocht door een advocaat om zijn of haar rechten te bespreken. De beschikbaarheid van advocaten is geregeld via piketdiensten. Advocaten worden ingeroosterd volgens een rouleersysteem, zodat er altijd een advocaat beschikbaar is. Reiskostenvergoedingen Aard van zaken
Periode 1-1-2000 t/m heden
Adviezen
€ 0,09 per kilometer
Civiele/bestuurprocedures
€ 0,09 per kilometer
Strafprocedures
€ 0,09 per kilometer
Strafprocedures
beëindigd
voor € 0,09 per kilometer
behandeling Piketzaken binnen het hofressort
€ 0,37 per kilometer*
Piketzaken buiten het hofressort
€ 0,09 per kilometer
27