De wet van 13 augustus 2011 in het kader van de verkeershandhaving. 1. Inleiding. De wet van 13 augustus 2011 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen die wordt verhoord en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten te verlenen, waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door hem te worden bijgestaan,1 is de reactie van de wetgever op de rechtspraak2 van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens inzake het recht van bijstand van een advocaat voor de verdachte van bij het eerste verhoor door de politiediensten. Deze wet zal uiterlijk op 1 januari 2012 in werking treden.3 2. De wet van 13 augustus 2011. 2.1. Overzicht van de vernieuwingen inzake verhoor door de politie. De wet van 13 augustus 2011 voorziet in enkele aanpassingen aan het Wetboek van Strafvordering (voornamelijk artikel 47 bis) en de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis. Er zullen zich voor wat betreft de politie drie situaties voordoen bij de verhoren. • • •
Wettelijke bepalingen voor het verhoor van personen, ongeacht in welke hoedanigheid ze worden verhoord. Wettelijke bepalingen voor het verhoor van verdachten die niet van hun vrijheid beroofd zijn. Wettelijke bepalingen voor het verhoor van de van hun vrijheid beroofde verdachten
We geven hierna een overzicht met een reeks nuttige opmerkingen gerelateerd aan de verkeerswetgeving. 2.1.1. Wettelijke bepalingen voor het verhoor van personen, ongeacht in welke hoedanigheid ze worden verhoord. Er zijn twee vernieuwingen aan toegevoegd.4 Ieder verhoor begint met een beknopte mededeling van de feiten waarover de ondervraagde persoon zal worden verhoord. Een passagier bij een verkeersongeval krijgt dan bijvoorbeeld kennis dat hij verhoord zal worden inzake het verkeersongeval dat zich heeft voorgedaan te…...op….… Voorts is het zo dat men kennis krijgt dat men niet verplicht is zichzelf te beschuldigen.
1
B.S. 05 september 2011 (hierna verkort geciteerd als Wet van 13 augustus 2011) EHRM Salduz t. Turkije, 27 novembre 2008 3 Artikel 10 Wet 13 augustus 2011 4 Vervanging van de inleidende zin en punt 1 van artikel 47 bis Sv. ingevolge artikel 2.1° Wet van 13 augustus 2011. 2
2.1.2. Wettelijke bepalingen voor het verhoor van verdachten die niet van hun vrijheid beroofd zijn. Vooreerst dienen de algemene regels voor verhoor in acht genomen te worden( zie 2.2.1.). Bij de verdachte is het ook zo dat voor het verhoor op beknopte wijze kennis dient te worden gegeven van de feiten waarover men zal worden verhoord en dient men mede te delen dat : - hij niet kan verplicht worden zichzelf te beschuldigen - hij de keuze heeft na bekendmaking van zijn identiteit, om een verklaring af te leggen, te antwoorden op de hem gestelde vragen, of te zwijgen, - hij het recht heeft om voor het eerste verhoor – en dus niet voor elk navolgend verhoor in een onderzoek van hetzelfde misdrijf – een vertrouwelijk overleg te hebben met een advocaat naar keuze of een hem toegewezen advocaat, in zoverre de feiten die hem ten laste kunnen worden gelegd een misdrijf betreffen waarvan de straf aanleiding kan geven tot het verlenen van een bevel tot aanhouding, met uitzondering van de in artikel 138,6°,6° bis en 6° ter van het Wetboek van Strafvordering bedoelde wanbedrijven (dit is de verwijzing naar het verkeerscontentieux waarvoor de Politierechtbank bevoegd is). De uitsluiting van het verkeerscontentieux kwam er door de overweging dat men het anders niet werkbaar achtte. Het zit namelijk zo dat bepaalde inbreuken op de verkeerswetgeving strafbaar zijn met een gevangenisstraf van één jaar of meer. Voorbeeld hiervan is het sturen van een voertuig tijdens de periode van de onmiddellijke intrekking van het rijbewijs (strafbaar met gevangenisstraf van drie maanden tot een jaar en met geldboete van 200 euro tot 2 000 euro of met een van die straffen)5, ….meer belangrijker nog is dat voor verkeersongevallen met licht gewonden ook steeds een vertrouwelijk overleg had moeten worden voorzien. Immers, artikel 420 lid 2 Sw. voorziet voor wat betreft onopzettelijke slagen en verwondingen ingevolge een verkeersongeval in een gevangenisstraf van acht dagen tot één jaar en geldboete van 50 Euro tot 1000 Euro (of één van deze straffen alleen).6 Mede om die reden werd dus het verkeerscontentieux als uitzondering opgenomen voor wat betreft het vertrouwelijk overleg. Dit is dus enkel wanneer de verdachte niet van zijn vrijheid beroofd is. Deze uitsluiting van het verkeerscontentieux is enkel voor dit vertrouwelijk overleg. Andere zaken zijn onverminderd van toepassing. Zo krijgt de verdachte die verhoord zal worden over een verkeersmisdrijf, verkeersongeval met gewonden,…ook kennis krijgen van het zwijgrecht en ontvangt hij net als elke verdachte een schriftelijke verklaring van rechten. Mede om die reden doet de verbalisant er misschien beter aan om bij onduidelijke situaties over de aansprakelijkheid naar aanleiding van verkeersongevallen alle betrokken bestuurders te verhoren als verdachte. Andere mogelijkheid is ook dat een passagier zich eveneens schuldig heeft gemaakt aan een misdrijf. Klassiek geval zou schuldig verzuim kunnen zijn naar aanleiding van een In dat geval is de uitsluiting van het verkeersongeval met vluchtmisdrijf.7 8 verkeerscontentieux niet van toepassing. Dit omdat de bevoegde rechtbank niet de Politierechtbank is ingevolge artikel artikel 138.6 bis Sv. We hebben hier te maken met een geval van (samenloop met) een ander wanbedrijf.
5
Zie artikel 30 §3 WPW Mogelijkheid van één van deze straffen alleen volgt niet direct uit artikel 420 lid 2 Sw maar door de verwijzing naar lid 1moet dit zo begrepen worden 7 Normaal is de deelneming aan vluchtmisdrijf met gewonden ingevolge artikel 100 Sw. niet strafbaar 8 Artikel 422 bis Sw. 6
2.1.3. Wettelijke bepalingen voor het verhoor van de van hun vrijheid beroofde verdachten. Eens een persoon van zijn vrijheid beroofd is in de zin van de Voorlopige Hechteniswet heeft deze het recht voorafgaandelijk aan het eerste verhoor door de politie een vertrouwelijk overleg te hebben met een advocaat. In deze hypothese kan de advocaat ook aanwezig zijn bij de verhoren gedurende de eerste 24 uren van de vrijheidsberoving. Dit is dus ook van toepassing voor de vrijheidsberovingen inzake verkeersrecht, verkeersongevallen, vluchtmisdrijf, enz. De uitsluiting van het verkeerscontentieux is hier niet aan de orde. Belangrijk is hier bijvoorbeeld te weten dat wanneer een verdachte van bijvoorbeeld een vluchtmisdrijf opgepakt wordt en overgebracht naar het commissariaat men reeds in een dergelijke situatie zit. Een agent van politie die in casu zou tussenbeide komen dient zich eveneens te houden aan deze wettelijke bepalingen. Er mag thans ook gevraagd worden om een vertrouwenspersoon in kennis te stellen. De schriftelijke verklaring van rechten dient ook hier te worden overhandigd; dus ook aan de verdachten van verkeersmisdrijven en verkeersongevallen. Er is een onderbreking mogelijk van 15 minuten op vraag van de verdachte of diens advocaat, of als nieuwe feiten aan het licht komen tijdens het verhoor.
2.1.4. Kantelmomenten. Belangrijk is dat er ook in een regeling voor zogenaamde kantelmomenten voorzien is. Indien men initieel niet als verdachte werd verhoord, en er elementen aan de orde komen die doen vermoeden dat hem feiten ten laste kunnen worden gelegd, dan heeft dit tot gevolg dat men de rechten ter kennis krijgt als verdachte en in voorkomend geval van de rechten van een verdachte die van zijn vrijheid beroofd is.9 Zo kan men voor wat betreft verkeersongevallen in een situatie komen dat een persoon die initieel als passagier verhoord werd uiteindelijk de bestuurder blijkt te zijn. 3. Wat is een verhoor? Het is misschien vreemd dat een wet die dergelijke ingrijpende wijziging heeft doorgevoerd geen wettelijk definitie van verhoor voorzien heeft. Tot op heden was dit trouwens nergens wettelijk bepaald. Ook de Raad van State had dit trouwens opgemerkt. Een amendement werd dan ook in de Kamer ingediend.10 Een verhoor in de zin van de regeling die recht op bijstand geeft werd omschreven als “..een geleide ondervraging aangaande misdrijven die ten laste kunnen worden gelegd, door een daartoe bevoegde persoon geacteerd in een proces-verbaal, in het kader van een opsporings- of gerechtelijk onderzoek, met als doel de waarheid te vinden.” Bij gebreke
aan politieke meerderheid werd dit amendement ingetrokken. Dit is uiteraard wat zich kan voordoen wanneer een interventieploeg met motorvoertuigen ter plaatse komt bij een verkeersongeval. De eerste inlichtingen die hij verzamelt zijn geen verhoor (wie is bestuurder, wie komt van waar….). In deze fase kan de betrokken verbalisant uiteraard ook niet beginnen met het afgeven van schriftelijke verklaringen van rechten etc. Veiligheid kan trouwens hier eerst primeren (bijvoorbeeld regeling verkeer). 9
Artikel 47 bis § 5 Sv. (nieuw ingevolge Wet 13 augustus 2011) Parl. St. Kamer 2010-11, nr. 53-1279/3 amendement 2 (Verherstraeten)
10
Voorts zijn de volgende zaken ook geen verhoor:11 -
schriftelijk overgemaakte verklaringen of vragenlijsten, waarin beperkte informatie wordt gevraagd; verklaringen afgenomen in een (initieel) administratief onderzoek; verklaringen afgenomen na vonnissen en arresten die kracht van gewijsde hebben verkregen, bijvoorbeeld in het kader van genadeverzoek, eerherstel, verbeurdverklaring of aanmaning tot betalen van boetes of gerechtskosten.
4. Opzettelijk gepleegde feiten. Indien er sprake is van een “verkeersongeval”, waarbij aan de schadeveroorzaker een opzettelijke fout te verwijten is, kan er onmogelijks sprake zijn van een verkeersongeval, waarvoor de politierechtbank bevoegd is ingevolge artikel 138.6,6bis en 6 ter Sv.12 Het is dan wel zo dat er voor wat betreft de drempel toch nog rekening moet worden gehouden met een reeks zaken: -
opzettelijke slagen en verwondingen (artikel 398 lid 1 Sw. …tot zes maanden) opzettelijke slagen en verwondingen met voorbedachten rade (artikel 398 lid 2 Sw……tot een jaar) opzettelijke beschadiging voertuig – nog rijvaardig (roerend goed artikel 559.1° Sw. overtreding – kan zelfs gesanctioneerd worden via het systeem van GAS13) gehele of gedeeltelijke onbruikbaarmaking (artikel 521 lid 3 Sw. ….tot drie jaar)
Een feit van vandalisme geeft dus niet automatisch aanleiding tot een voorafgaandelijk overleg. Bij twijfel of er al of niet sprake is van gehele of gedeeltelijke onbruikbaarmaking, nemen we dan best datgene wat voor de verdachte het meest rechten genereert (recht op vertrouwelijk overleg). Dient de afname van een ademtest, -analyse en testen drugs in verkeer (bv. naar aanleiding van een verkeersongeval met dodelijke afloop) te worden beschouwd als een verhoor in de zin van de Wet van 13 augustus 2011. Dienen we een ademanalyse te beschouwen als een verhoor? In een arrest van het Hof van Cassatie van 8/10/2002 werd over de ademanalysetoestellen volgende aangehaald : “Overwegende dat art.7 van het K.B. van 18 februari 1991 betreffende de analysetoestellen voor de meting van de alcoholconcentratie in de uitgeademde alveolaire lucht, de regelen voorschrijft voor het afnemen van een ademanalyse; Dat zij geen verhoor omvatten van de persoon die de ademanalyse moet ondergaan; Dat derhalve de voorschriften van de artikelen 28 quinquies, §2, en 47 bis Wetboek van Strafvordering niet toepasselijk zijn bij het verrichten van een ademanalyse…”14 Gelijke bedenking kan worden gemaakt omtrent het bijwonen van snelheidstesten met bromfiets etc.
Wauters Eric (syntheseversie 22-12-2011)
11
Zie toelichting bij Parl. St. Kamer 2010-11, nr. 53-1279/3 amendement 2 (Verherstraeten) Zie o.a. R. Van Gysel en Erik Nauwelaerts, “De bevoegdheid van de Politierechtbank inzake verkeer”, V.A.V. 2006/6, 677-678 ; Guy Meyns, De bevoegdheid van de politierechtbank, in Bestendig Handboek Verkeer, losbl 13 Gemeentelijke Administratieve sancties 14 Cass. 8 oktober 2002, RW 2003-2004, 1297 (1296) met noot (zie trouwens ook Toelichting bij Parl. St. Kamer 2010-11, nr. 53-1279/3 amendement 2 (Verherstraeten)). 12