03
Corporate magazine Juni 2011
Coen van Oostrom (OVG):
‘Al Gore is mijn inspiratiebron’ 4
Pieter van Empelen: ‘Ik wil iets moois maken’ 18
Schiphol groeit zo duurzaam mogelijk 26
De weg naar het optimum
2
DEERNS iD
VOORAF
De weg naar het optimum
Een belangrijk moment voor elke reiziger ziet u op de coverfoto van Deerns iD: de koffers oppikken van de bagageband bij aankomst op Schiphol. En dan snel door naar huis of kantoor. Meestal hoef je niet lang op je bagage te wachten: een logistiek meesterwerk. Achter de schermen worden, grotendeels geautomatiseerd, dagelijks duizenden koffers verwerkt. De gestage reizigersgroei van Schiphol vroeg om een nieuw systeem voor de bagageafhandeling in de bestaande gebouwen. Deerns ontwierp alle noodzakelijke aanpassingen aan de gebouwinstallaties. Een uitdaging: niet alleen moet de energievoorziening gegarandeerd zijn, tegelijkertijd moeten de aanpassingen een bijdrage leveren aan de duurzaamheidsambities van de luchthaven (zie artikel over de duurzaamheidsambities van Schiphol op pagina 26). Dit nummer van Deerns iD draait om de weg naar het optimum binnen de vele facetten van ons vakgebied. Duurzaam én gegarandeerd, veilig én werkbaar, inspirerend én effectief, dat zijn de uitdagingen in ons vak. ing. H.H.J. Lousberg MBA Directeur Deerns
De weg naar het optimum
3
INHOUDSOPGAVE
Hoe creëer je de optimale situatie in een complexe en uitdagende omgeving? Het antwoord op die vraag staat centraal in dit nummer van Deerns iD.
4 4 - 7 / KOPSTUK Projectontwikkelaar Coen van Oostrom (OVG) werd door Al Gore geïnspireerd om duurzaam te ondernemen.
14 - 16 / INTERVIEW Stralingsdeskundige Jan Okx bewaakt de veiligheid van ‘zijn’ kernreactor in Delft. ‘Er zijn hier nog nooit ongelukken gebeurd.’
26 - 29 / DUBBELINTERVIEW Strategisch adviseur Lars Wouters (Schiphol) en projectmanager Peter Bouma (Deerns) over duurzame uitdagingen op de luchthaven.
18 9 / COLUMN
10 - 13 / REPORTAGE
Deerns-directeur Jan Karel Mak: ‘We kunnen best trots zijn op wat we met technische vernieuwingen bijdragen, maar de prestaties moeten we binnen de juiste context presenteren.’
Een katholiek seminarie uit 1932 is nu een hypermoderne Politieacademie die volledig is ingericht volgens Het Nieuwe Werken.
18 - 21 / BUITENSTAANDER
22 - 24 / ACHTERGROND
Bouwcoördinator en cabaretier. Pieter van Empelen was het allebei en volgens hem verschillen die werelden niet veel van elkaar.
Het hoofdkantoor van AEGON is open, licht en transparant. Een strak georganiseerde verbouwing heeft een verouderd kantoor nieuw leven ingeblazen.
30 / COLUMN
8, 17, 25, 31 / DEERNS VARIA
Professor Bauke de Vries: ‘De aandacht die BIM krijgt zal teruglopen, maar de veranderingen in het bouwproces zijn onomkeerbaar.’
De wereld van Deerns is voortdurend in beweging. Vier pagina’s over inspirerende bouwprojecten en interessante ontwikkelingen.
Colofon DEERNS iD is een uitgave van Deerns en verschijnt twee keer per jaar. Eindredactie (Deerns) Erwin Beswerda, Sjoerd Hora Siccama, Erik Lousberg, Michiel Cleij en Paulien van Wieringen. Redactie en vormgeving Smidswater. Fotografie Christiaan de Bruijne, Christiaan Hoefsmit, Freek van Arkel, Maarten Hartman, Hollandse Hoogte. Drukwerk Drukkerij Wilco. Papier Gedrukt op Satimat Green, vervaardigd uit 60% recyclede FSC gecertificeerde vezels en 40% nieuwe FCS gecertificeerde vezels. Oplage 4.000. Redactieadres Deerns, Afdeling marketing & communicatie, Postbus 1211, 2280 CE Rijswijk. Telefoon: 088 374 00 00. E-mail:
[email protected]. Internet: www.deerns.nl.
DEERNS iD
4 KOPSTUK
Al Gore inspireert tot duurzaam ontwikkelen Ondernemer Coen van Oostrom is liberaal in hart en nieren én een groot fan van Al Gore. Een ontmoeting met Gore veranderde een paar jaar geleden het ondernemersperspectief van de projectontwikkelaar: ‘Je kunt commercieel succesvol ontwikkelen én tegelijkertijd duurzaam zijn.’
De weg naar het optimum
In nog geen vijftien jaar tijd groeide OVG uit tot een van de grootste Nederlandse projectontwikkelaars in de kantorenmarkt. Oprichter en algemeen directeur Coen van Oostrom verklaart op nuchtere wijze het zakelijke succes: ‘Het was een erg traditionele markt met een sterke productoriëntatie. Een spel dat je nu ook nog ziet. Een projectontwikkelaar ontwikkelt een stukje grond, een makelaar gaat vervolgens op zoek naar een huurder. Er was dus duidelijk ruimte voor een andere aanpak. Het was ook noodgedwongen. Ik had als beginnend ondernemer ook het geld niet om zomaar iets te ontwikkelen. Vanuit mijn studie economie ging ik nadenken over de betekenis van een vraagoriëntatie, wat zou dat betekenen in de vastgoedsector? Er bleek een enorme markt te winnen door juist naar de vraagzijde te kijken. Wat willen klanten eigenlijk? Dat is een belangrijke pijler onder OVG.’
Ontbijten met Gore Van Oostroms visie op projectontwikkeling kreeg een belangrijke impuls toen hij een paar jaar geleden een ontbijtsessie met Al Gore bijwoonde. ‘Wauw, hij heeft gelijk, dacht ik. Het onderwerp van klimaatverandering is
Coen van Oostrom Algemeen directeur OVG Coen van Oostrom begon in 1997 zijn eigen Rotterdamse vastgoed bedrijf OVG. In 2006 raakte hij geboeid door Al Gore en zijn film over het veranderende klimaat. Zijn bedrijf kiest sindsdien volop voor het (her)ontwikkelen van duurzame gebouwen. Met veel zakelijk succes en maatschappelijke waardering. Zo ontving hij dit voorjaar de Mr. K.P. van der Mandele Penning van burgemeester Ahmed Aboutaleb. Deze onderscheiding wordt jaarlijks uitgereikt aan een ondernemer die zich op een bijzondere manier heeft ingezet voor de stad Rotterdam.
niet een links of politiek probleem. Daarna heb ik me afgevraagd; ben ik onderdeel van het probleem of van de oplossing? Als overtuigd kapitalist zag ik een spectaculaire markt voor me. De winnaars van morgen zijn juist die bedrijven die met nieuwe business modellen inspelen op de klimaatbedreigingen. En er is geen sector zo makkelijk als de vastgoedsector om in te spelen op de klimaatproblemen, denk alleen al aan de ideale omstandigheden voor warmtekoude-opslag in Nederland. Als zulke installaties vroeg in
het ontwerp worden opgenomen, kun je eenvoudig een minimaal energieverbruik organiseren.’ De Gore-sessie leidde tot een tweede pijler onder de bedrijfsfilosofie; OVG kiest fundamenteel voor duurzaamheid. Elk nieuw te ontwikkelen pand moet bijvoorbeeld minimaal een BREEAM (Building Research Establishment Environmental Assessment Method) Very Good status krijgen.
5
6
DEERNS iD
‘De winnaars van morgen zijn de bedrijven die met nieuwe businessmodellen inspelen op de klimaatbedreigingen’
investeren. Maar hiervoor worden ze door bedrijven uit andere sectoren beloond.’ Inmiddels heeft OVG ook de eerste successen geboekt met duurzame herontwikkeling: ‘Hier op de Kop van Zuid in Rotterdam hebben we Las Palmas herontwikkeld, met als penthouse ons hoofdkantoor. Het is commercieel succes vol én duurzaam. Er is dus geen dictatuur van het een of ander. Dat zei Al Gore vijf jaar geleden al.’
Frustratie
Herontwikkeling Las Palmas Zijn bedrijf is snel en wendbaar als het gaat om het oppakken van nieuwe ontwikkelingen. Ter illustratie: herontwikkeling van kantoor- en bedrijfspanden is sinds kort de derde pijler van het bedrijf. ‘Ik zie het als verantwoordelijkheid dat we iets doen aan de 20 procent kantorenleegstand. We hebben hier op veel plekken, onder meer bij de NEPROM (Vereniging van Nederlandse Projektontwikkeling Maatschappijen, red.), over gebrainstormd. Vervolgens hebben we het bedrijf bij elkaar geroepen en
aangekondigd dat we gaan voor heront wikkeling. Zo zorgen we er nu voor dat bij elk nieuwbouwvoorstel ook een plan zit voor de kantoren die de klant achterlaat. Ja, natuurlijk levert dit ook weerstanden op. Nog niet iedereen deelt dit perspectief, dat geldt soms ook binnen ons bedrijf. Maar als de markt kantelt, wil ik voorop lopen. En uiteindelijk word je hiervoor beloond. Dat zie je ook in andere markten. Een voorbeeld daarvan is een duurzame bank als Triodos, zij lopen geld mis omdat ze niet in bepaalde sectoren willen
Van Oostrom is vanzelfsprekend tevreden over het OVG-succes. Toch is hij niet geheel gelukkig met het ondernemersklimaat in Nederland. ‘Als bouwkolom hebben we een slechte reputatie. Dat is niet terecht. Het is één van de belangrijkste sectoren van ons land. Hier wordt 10 procent van het BNP verdiend, 99 procent van de sector is goed en werkt transparant. En als iemand met drugsgeld vastgoed koopt, dan is dat zogenaamd ook de vastgoedsector. Daar kunnen we ons niet tegen verdedigen. Al die negatieve publiciteit haalt soms het perspectief weg.’ Gelukkig stelt hij vast dat in het buitenland het beeld van de vastgoedsector een stuk positiever is. ‘Van een Amerikaans blad kregen wij de nominatie
De weg naar het optimum
Duurzame herontwikkeling is belangrijk voor OVG. Het hoofdkantoor van de projectontwikkelaar is daarom gevestigd in het oude Las Palmas op de Kop van Zuid in Rotterdam.
‘Techcompany of the year’. Maar wij zijn toch van de stenen? - was onze eerste reactie. Bij nader inzien is de nominatie terecht. Wij zijn veel met innovatie bezig, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid, elektrotechniek en gebouwmanagement.’
Voorsprong De OVG-baas ziet dat duurzaamheid op veel plaatsen landt in de sector. ‘Het verschil met OVG is dat het voor veel bedrijven nog een marketingverhaal is en geen onderdeel van de strategie. Wij hebben bijvoorbeeld een onderzoeksafdeling voor duurzaamheid. Daar wordt alleen maar kennis vergaard en verspreid, dat is uniek. Ik denk dat in onze sector zo’n 10 procent van de bedrijven duurzaamheid echt heeft omhelsd.’ Als overtuigd liberaal en medeauteur van het VVD-verkiezingsprogramma rekent hij niet op de overheid om de markt te veranderen. Wel heeft hij een duidelijke opdracht aan de overheid: ‘Ik wil graag een prijs op CO2-uitstoot, nu zit de milieuschade die producten veroorzaken niet in de prijs verrekend. Daardoor zijn groene gebouwen soms nog duurder. Zet je een prijs op milieuschade, dan worden groene gebouwen snel nog aantrekkelijker. Daar moet een regeling voor komen.’
Ondernemerschap De huidige discussie over de leegstand in de kantorenmarkt kan hem niet altijd bekoren. Zeker, zijn bedrijf gaat vol voor herontwikkeling, maar ook hier overheerst te veel het negatieve geluid. ‘Nederland is het enige land waar je het gevoel krijgt dat je iets verkeerd doet als je een nieuwbouwproject ontwikkelt. In plaats van het probleem op te lossen, gaan we stoppen met wat we doen. Er staan natuurlijk te veel vierkante meters leeg. Die moeten we ver groenen en geschikt maken voor Het Nieuwe Werken. En misschien deels uit de markt halen. De overheid moet hier wel de regie voeren. Tegelijkertijd moeten we doorgaan met binnen stedelijke kwaliteitsverbetering en risico’s blijven nemen. Als je kijkt naar emerging countries, daar is projectontwikkeling een van de hoogste vormen van ondernemerschap. Nederland is niet af, we moeten blijven investeren en ontwikkelen. Een stad als Shanghai is groener dan menig stad in Nederland, ze liggen al mijlenver voor, terwijl we hier zoveel technische en innovatieve oplossingen beschikbaar hebben. We moeten werken aan een positievere stemming, de schouders eronder en aan de slag.’
7
8
DEERNS iD
DEERNS VARIA
OPGELEVERD
Uptime Institute
Cloud Control : innovatief concept voor datacenter ©
Het nieuwe, flexibele Jeroen Bosch Z iekenhuis Het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch is verhuisd uit het oude stads centrum naar een nieuwe locatie aan de rand van de stad. Bij het ziekenhuis wordt ook een nieuw Regionaal Geestelijk Gezondheidscentrum en een revalidatiecentrum (De Tolburg) gebouwd. Deerns is verantwoordelijk voor het ontwerp van werktuigkundige en elektrotechnische installaties (bestek en tekeningen), inclusief de duurzame energievoorzieningen en het ontwerp van de transportinstallaties. Flexibiliteit is een belangrijk begrip in alle ontwerpen. Zo moeten kamers binnen een paar dagen kunnen worden aangepast. Om de kwaliteit van de installatiewerkzaamheden te waarborgen, houdt Deerns nauwgezet toezicht op de werkzaamheden van de installateurs. Bijzonder is de aanbesteding van het onderhoud. Naast de bestekken voor de realisatie is er een prestatiebestek ontwikkeld voor het onderhoud voor de komende 10 jaar. Dit is gelijktijdig aanbesteed met de realisatie. Daarnaast heeft Deerns de ontwerp-, uitvoeringsbeleiding en gevalideerde oplevering uitgevoerd voor de inrichting van de bereidingsapotheek, de laboratoria, de beeldvormende techniek en het operatiekamercomplex.
Symposium: ‘Hybride OK’ In samenwerking met het Jeroen Bosch Ziekenhuis, organiseert Deerns in het najaar van 2011 een symposium over de Hybride OK. Een Hybride OK is een combinatie van een conventionele, steriele operatiekamer en volledig geïntegreerde beeldvormende techniek. De expertisegroep Medische Inrichting van Deerns, gezamenlijk met de architect en de röntgenleverancier, hebben het ontwerp en de uitvoering begeleid voor de Hybride OK van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Dit leidde in april tot een gevalideerde oplevering. Tijdens het symposium wordt ingegaan op de vele nieuwe toepassingen die Hybride OK’s in hun verschillende uitvoeringen bieden. Tevens is er aandacht voor de spanningsvelden in de ontwerp- en de realisatiefase en hoe die kunnen worden opgelost. Meer informatie vindt u op www.deerns.nl/hybride-ok
Deerns heeft in mei voor het derde achtereenvolgende jaar deelgenomen aan het gerenommeerde Uptime Institute Symposium in de Verenigde Staten. Het Uptime Institute is een autoriteit op het gebied van datacenterontwerp en is bekend van de TIER-certificaten. Deze certificaten geven de mate van betrouwbaarheid aan van een datacenter. Op het jaarlijkse symposium worden alle trends rond datacenters in kaart gebracht. Wouter Kok, strategisch adviseur van Deerns, gaf een presentatie met als titel ‘Cloud Control©: a Reliable and Efficient Cloud Environment’. Het concept Cloud Control© omvat een geïntegreerde regelstrategie die ervoor zorgt dat een datacenter altijd op de juiste temperatuur wordt gekoeld. De regeling van de temperatuur is onafhankelijk van de dynamische IT-belasting die met moderne hardware gepaard gaat, én op een energie-efficiënte manier. Dit is van grote waarde voor klanten met een gevirtualiseerde of Cloud Computing omgeving. Cloud Control© is een van de innovatieve concepten die Deerns, gebaseerd op jarenlange werktuigbouwkundige en elektrotechnische ervaring, in de datacenter wereld heeft geïntroduceerd.
‘Cloud Control is een van de innovatieve concepten van Deerns, gebaseerd op jarenlange werktuigbouwkundige en elektrotechnische ervaring’ ©
De weg naar het optimum COLUMN
Het D-woord Techniek ondersteunt veranderingen en innovatie brengt de toekomst dichterbij. Natuurlijk geloven wij in de mogelijkheden die de techniek biedt om maatschappelijke problemen op te lossen. Dat geldt ook voor een van onze grootste problemen: klimaatverandering en energiegedrag. Goede technologie en praktisch toepasbare innovaties zijn essentieel voor een succesvol duurzaamheidsbeleid. Maar we weten ook dat de politieke besluitvorming over keuze, toepassing, regulering, fiscale inbedding en financiering uiteindelijk de doorslag geeft. En dat het omspringen met het begrip ‘duurzaamheid’ als modieus thema een blijvende verandering eerder in de weg zit, dan op weg helpt.
Jan Karel Mak Algemeen directeur Deerns
‘Van trendy naar toekomstvast’
Aan het succes van ingrijpende maatregelen gaat een diepgaande maatschappelijke bewustwording vooraf. Die bewustwording gaat traag, want de mens heeft een enorm vermogen om pas te veranderen als het echt niet anders kan. Terwijl een huizenhoge lichtkrant op Times Square in New York per seconde de hoeveelheid uitgestoten CO2 meldt, is het passerende publiek met heel andere kwesties bezig. En in Nederland krijgt het ‘probleem’ van de maximumsnelheid meer aandacht dan RIVM-rapportages over CO2 of de risico’s van fijnstof. Bewustwording wordt geholpen door een duidelijke en deskundige scheiding tussen de hoofd- en bijzaken van het klimaatprobleem. Maar vanuit de vele webfora, trendy congressen, pilotprojecten en duurzaamheidsdiners is een apart ‘D-circus’ ontstaan voor een circuit van intimi dat invloed op de rest van de wereld ontbeert, maar wel een onhandige ruis produceert. Oppervlakkige berichten in media en elders uit de samenleving melden tegelijkertijd dat wind op zee ‘alleen maar draait op subsidies’, dat een nieuwe spoorlijn ‘onrendabel’ is, of dat ‘zonne-energie het net instabiel maakt’. Over de noodzaak tot een fundamentele verandering van onze omgang met energie is genoeg goede en objectieve informatie beschikbaar. Uit die informatie blijkt dat het probleem technisch oplosbaar is, maar alleen als we alle zeilen bijzetten en fundamentele maatschappelijke beslissingen durven te nemen. Om dat over te brengen, is het creëren van een hype niet effectief. Een hype is per definitie tijdelijk en strookt dus niet met de uitgangspunten voor een duurzaamheidsvisie. Een hype is een beetje hysterisch, eenzijdig en bovendien gespeend van historisch besef. Onze verantwoordelijkheid is om het debat te helpen richten op wat echt belangrijk is en dat te ondersteunen met feitelijke informatie over de mogelijk heden en beperkingen van technologie en innovatie, in het besef dat politieke keuzen meer bepalen dan technische. We kunnen dus best trots zijn op wat we met technische vernieuwingen en slim advieswerk bijdragen, maar die prestaties moeten we binnen de juiste context, met politiek besef en met relativeringsvermogen presenteren. En niet door het oppompen van hypes. De veranderingen in bewustzijn en gedrag zoals we die nastreven, moeten zelf immers ook d… blijvend zijn.
9
10
DEERNS iD
REPORTAGE
Politieacademie Apeldoorn
‘Lunchen, leren en loungen in een rijksmonument Ultradunne flatscreens en ouderwetse biechtstoelen. Een voormalig katholiek seminarie in Apeldoorn is nu een hypermoderne Politieacademie met oog voor historische details. De renovatie die vorig jaar is afgerond, blinkt uit in creatieve oplossingen voor Het Nieuwe Werken.
Een handvol mannen en vrouwen, met zweetglinsteringen op het hoofd, springt over de bok. Een grijzende man, met wit shirt en fluitje in de mond, geeft het tempo aan. Een. Twee. Drie. Dat kan sneller, gebaart hij. We bevinden ons in de entreehal van de Politieacademie in Apeldoorn. Daar biedt een raam uitzicht op de sportzaal waar aanstormende politiemannen en politievrouwen hun conditie op peil brengen. Het gebouw is een rijksmonument dat vroeger dienst deed als katholiek seminarie – een school waar roomskatholieke priesters werden opgeleid. Nu is het een modern instituut voor de werving, selectie en opleiding van politieagenten.
van het rijksmonument. ‘Je ziet houten kerkdeuren en stalen kozijnen, oude bakstenen en nieuwe muren. Alles loopt vlekkeloos in elkaar over.’ Lachend: ‘Soms waren er flinke stoeipartijen met Monumentenzorg. Maar die liepen goed af. Samenspel is erg belangrijk.’ Met trots stapt de oud-directeur het atrium binnen, het middelpunt van de Politieacademie. Of, zoals Van Immerseel het noemt, een marktplein of ontmoetingsplaats in een klein dorp. Dakramen trakteren de grote, open ruimte op een zonnetje. Flatscreens tonen het laatste nieuws van de Politieacademie. Aan witte tafels met oranje stoelen wordt geluncht, vergaderd of gestudeerd. Iedereen kan overal werken. Het hele gebouw is voorzien van draadloos internet.
Oude elementen Contrast, dat is een sleutelwoord voor het gerenoveerde gebouw. ‘Oude elementen zijn in ere hersteld en steken af tegen nieuwbouw’, vertelt Rien van Immerseel. Hij was tot 1 mei 2011 directeur van de Politieacademie en medeverantwoordelijk voor de transformatie
In de jaren zestig kwam het rijksmonument in handen van de politie. Zij gebruikte een deel van het gebouw als opleidingsinstituut. De rest stond leeg. Wat moest zij met 29.000 vierkante meter? In 2000 werd het renovatieproject in gang gezet en in 2008 kon de aannemer aan
Voor de verbouwing van de Politieacademie zijn oude elementen in ere hersteld. In de oude kapel is nu het restaurant gehuisvest.
12
DEERNS iD
Linker pagina (met de klok mee, vanaf linksboven): stopcontacten zijn subtiel verwerkt in de tafels, een loungehoek, oud-directeur Rien van Immerseel van de Politieacademie. Rechter pagina: projectmanager Matthijs Bakker van Brains to Build en het atrium. In het atrium wordt geluncht, vergaderd of gestudeerd. Het is dé ontmoetingsplek van de Politieacademie.
‘Het Nieuwe Werken boekt al resultaten. Door de korte lijnen is het e-mailverkeer met 25 procent afgenomen’
Geuren van kip madras vullen het restaurant op de begane grond. Het is de daghap, zo toont een flatscreen. Er staan blauwe banken met lange tafels en witte schemerlampen. Achterin staat een grote blaasinstallatie die de temperatuur regelt. De glas-in-loodramen en biechtstoelen verklappen dat hier vroeger de kapel was. ‘Op die biechtstoelen worden nu de functioneringsgesprekken gevoerd’, grapt Van Immerseel. ‘Het restaurant zit altijd vol. Er wordt hier gegeten, gewerkt en bijgekletst. In de tafels, in de loungehoek, zijn onder witte klepjes stopcontacten verwerkt zodat computers altijd stroom kunnen hebben.’
Vrijheid en verantwoordelijkheid de slag. Vorig jaar zomer werd het oude seminarie door de politie weer in gebruik genomen. De verbouwing heeft inmiddels al een prijs opgeleverd, de Apeldoorn Architectuurprijs 2010, en is in de race voor de nationale renovatieprijs De Gulden Feniks (de winnaar was nog onbekend bij het ter perse gaan van dit magazine).
Nieuwbouw Was het niet goedkoper om de academie opnieuw te bouwen? ‘De verkoop van de huidige locatie zou onvoldoende opleveren en daarom bleek renovatie financieel goed mogelijk’, verklaart Matthijs Bakker. Hij is projectmanager van Brains to Build B.V. en
moest de verbouwing in goede banen leiden. Soms waren er tegenslagen. Toen de bouw al in volle gang was, werden de eisen voor de brandveiligheid steeds aangescherpt. Op het allerlaatste moment moest nog een sprinklersysteem worden aangebracht op de tweede etage, onder de vloer. Bakker: ‘Bovendien werd de verbouwing aanbesteed in een dure tijd. Daardoor moesten we tijdens de bouw flink bezuinigen om enigszins binnen het budget te blijven. Het bouwbudget was 72 miljoen euro en is overschreden met 350 duizend euro. Het hardsteen is bijvoorbeeld vervallen en vervangen door marmer composiettegels.’
Open, licht, en transparant – dat ademt het Apeldoornse gebouw uit. Hiermee beantwoordt de renovatie aan de manier waarop de Politieacademie functioneert, geheel volgens Het Nieuwe Werken. Technische innovaties zijn de aanjager van deze efficiënte en effectieve werkmethode. Er wordt een beroep gedaan op de creativiteit van medewerkers die hiermee veel vrijheid en verantwoordelijkheid krijgen. Niemand heeft een vaste werkplek. De Politieacademie in Apeldoorn telt ongeveer 1275 medewerkers en daarvoor zijn 585 werkplekken ingericht. Aan het einde van de dag moeten de bureaus leeg zijn. Papieren worden weggestopt in kluisjes of kasten.
De weg naar het optimum
13
Deerns’ en Het Nieuw Werken Het rijksmonument in Apeldoorn, omgetoverd tot Politieacademie, is verre van standaard en de renovatie vroeg om creatieve ideeën. Projectmanager Matthijs Bakker: ‘Je bent er niet met het plaatsen van een paar radiatoren. Deerns kwam met creatieve oplossingen en was onderscheidend. Daarom heeft dit bureau de aanbesteding gewonnen. Ze hebben voor het hele gebouw de installatie bedacht en ontworpen voor onder meer licht, lucht en dataverkeer.’ Voor innoverende oplossingen heeft Deerns een intern opleidingsinstituut: Deerns Concept Studio. Hier worden jaarlijks achttien (wisselende) medewerkers getraind op het bedenken van creatieve antwoorden op ingewikkelde vraagstukken. Hierbij wordt niet slechts gekeken naar de technische aspecten van een gebouw, maar staat juist het gehele project centraal.
De werkmethode op de Politieacademie leidt tot een betere samenwerking, erkent Lia Gerrits, management-assistente. ‘Vroeger zat iedereen achter gesloten deuren. Je zag collega’s nauwelijks, behalve als je elkaar nodig had. Nu zie ik veel mensen en heb meer contacten. De uitwisseling van informatie verloopt veel sneller.’ Toch moest ze wel even wennen aan de nieuwe werkmethode. ‘Er is weinig rust hier. Dat is lastig als ik iets moet uitwerken. Dan zoek ik een concentratiehoek op. En het is wennen om geen vaste werkplek te hebben. Je moet steeds alle spullen opbergen. Iedereen heeft dan ook een metalen trommeltje gekregen om rommeltjes in te bewaren.’ Ze wijst naar een hoopje elastiekjes, nietjes en papiertjes. De Politieacademie is verdeeld in een aantal domeinen, zoals de School voor Recherche en de School voor Handhaving. De basis is overal hetzelfde, zoals de kleuren, maar elke afdeling verschilt in het aantal en het soort werkplekken. En overal internet. ‘De loungehoeken waren mijn favoriet’, zegt Van Immerseel, wijzend op twee oranje banken met hoge rugleuningen en middenin een witte tafel. Geen grote vergader zalen. Of afgesloten werkhokken. Zelfs Van Immerseel kreeg geen aparte kamer. ‘Ik was toch de vertolker van Het Nieuwe Werken. Nee, ik miste mijn kamer niet, ik wil nooit meer in een hok zitten. In de loungehoeken of het atrium hield ik vergaderingen of werkte ik op mijn computer. Alle ruimtes in het gebouw
zijn open, maar toch kan iedereen zijn eigen plek opzoeken.’
Leidinggeven Het Nieuwe Werken vraagt ook om een nieuwe manier van leidinggeven. ‘Thuiswerken en telewerken horen daarbij. Wanneer en waar een nota wordt geschreven, maakt niet uit’, verklaart de oud-directeur. ‘Of dat ’s ochtends, ’s avonds of in het restaurant gebeurt. Het Nieuwe Werken is gericht op resultaat. Er worden harde afspraken gemaakt tussen leidinggevenden en medewerkers. Vertrouwen en verantwoordelijk heid zijn cruciaal.’ Van Immerseel tuurt vanuit het raam naar de haast koninklijke tuin – met hoge coniferen en strakke grindpaden.
‘Het Nieuwe Werken boekt al resultaten’, zegt Van Immerseel. ‘Door de korte lijnen is het e-mailverkeer met 25 procent afgenomen. Een bewijs dat deze methode werkt. De communicatie verloopt veel beter dan vroeger.’ Voor de oud-directeur is de missie geslaagd. ‘Medewerkers zijn tevreden. Deze omgeving stimuleert en motiveert.’ Een feestje in het atrium om dit te vieren? ‘Het is een unieke locatie voor borrels’, lacht hij. ‘Maar zonder alcohol, dat wordt hier niet geschonken.’
14
DEERNS iD
INTERVIEW
Stralingsdeskundige Jan Okx
Delftse reactor
Veilig werken in een beveiligde omgeving De ramp in de Japanse kerncentrale Fukushima heeft de wereld wakker geschud. Regeringsleiders nemen de veiligheid van hun centrales onder de loep en willen een stresstest. Een veiligheidsproef, net zoals bij de banken na de financiële crisis. ‘Duitsland heeft uit voorzorg zelfs een aantal reactoren g esloten. Dat vind ik een beetje overdreven’, zegt stralingsdeskundige Jan Okx van Reactor Instituut Delft (RID).
‘Met deze reactor wordt geen energie opgewekt, maar onderzoek verricht. De onderzoekers mengen wat en roeren een beetje’, lacht Okx. Verscholen tussen de bomen prijkt de grijze koepel van het RID op het universiteitscomplex van Delft. De reactor die hier staat, komt oorspronkelijk van een publieks tentoonstelling uit de jaren ’50 om kernenergie te promoten. Geen schroefje is meer origineel, maar de basis is onveranderd gebleven. ‘Waarom ik hier werk?’, vraagt Okx glimlachend. ‘Ik ben gefascineerd door de wonderen van ioniserende straling. Je ziet de deeltjes niet, maar ze kunnen veel.’ Dertig jaar geleden liep hij hier al rond, toen als student kernfysica. Nu staat hij aan het hoofd van de zogenoemde Stralingsbeschermingsdienst. De dienst beheert de reactor en houdt toezicht op iedereen die hier onderzoek verricht. Okx beoordeelt de onderzoeksvoorstellen van technici en studenten die met de reactor aan de slag willen. Het is aan hem om te bepalen of deze plannen veilig genoeg zijn.
Veiligheid Veiligheid staat hoog op de agenda van het Delftse instituut. Okx: ‘De basis van de veiligheidseisen blijft hetzelfde, maar de normen worden steeds aangescherpt. Vroeger werd bekeken of een centrale veilig was. Nu moeten wij ervoor zorgen dat de veiligheid inspecteerbaar is. Dat is een grote verandering. En de stappen die ik neem om een onderzoeksplan goed te keuren wat betreft veiligheid, moeten te volgen zijn. Alles wordt in kaart gebracht.’ Wat is het doel van de aangescherpte veiligheids eisen? Okx fronst de wenkbrauwen. ‘Het is regelgeving van de overheid. Zij stelt de eisen steeds bij. Maar ik overzie de veiligheid in deze reactor en maak mij weinig zorgen over de inspecties.’ Er zijn in Delft nog nooit ongelukken gebeurd. Hoogstens een paar druppels radioactieve deeltjes op de handen of voeten. En dan komt meteen een team van deskundigen aangesneld om een mogelijke ramp in de kiem te smoren. Okx: ‘Een belangrijke reden waarom hier nauwelijks ongelukken gebeuren, hangt samen met het soort onderzoek dat hier wordt verricht. Het is geen routinewerk dus de aandacht zal niet snel verslappen.’
De weg naar het optimum
15
Links: stralingsdeskundige Jan Okx houdt toezicht op de kernreactor in Delft en beoordeelt of de onder zoeksvoorstellen van technici en studenten veilig zijn. Boven: het hart van de centrale in Delft. De radio actieve straling zorgt voor een blauwe gloed.
Reactor Instituut Delft (RID) De reactor van het RID is in 1956 aan gekocht door de Nederlandse overheid. Het hoger onderwijs moest voor onderzoeken en opleidingen over een eigen reactor beschikken, zo vond de regering. Het werd de HOR, de Hoger Onderwijs Reactor. Nederland bestelde in de Verenigde Staten een 100 kW-reactor en een hoeveelheid laagverrijkt uranium. De onderzoeksreactor was het pronkstuk op de tentoonstelling ‘Het Atoom’, in 1957 op Schiphol. In 1958 is begonnen met de bouw van het RID en een aantal jaar later is de reactor in Delft ondergebracht. Vanaf dat moment werd de organisatie van het RID verantwoordelijk voor het beheren en bedienen van de onderzoeksreactor.
16
DEERNS iD
Een grafische weergave van het reactorgebouw en de experimenteerhal in Delft. Het doel van de reactor is neutronen opwekken om wetenschappelijke experimenten mee uit te voeren.
Symposium ‘Veiligheid in laboratoria’ De crises in Fukushima en Chemie-Pack Moerdijk hebben de discussies over veiligheid in kerncentrales volop aangezwengeld. Echter, ook kleine laboratoria hebben te maken met allerlei wetten en regels die voortdurend worden aan gescherpt om veiligheid te waarborgen. Daarom organiseert Deerns op vrijdag 17 juni het symposium ‘Veiligheid en risicobeheersing in en rondom uw laboratorium’. Sprekers van verschillende organisaties, zoals Shell en Reactor Instituut Delft, brengen de luisteraars op de hoogte van de ontwikkelingen op dit themagebied. Aanmelden kan via www.deerns.nl/labsymposium.
Fukushima en 9/11 De nucleaire ramp in Japan, waarbij het koelsysteem van Fukushima is uitgevallen door een aardbeving en tsunami, heeft de veiligheidseisen wereldwijd verder doen aanscherpen. Regeringsleiders hebben besloten alle kernreactoren te onderwerpen aan een stresstest. Als de proef gebreken aan het licht brengt, kunnen maatregelen worden getroffen. De centrales worden beoordeeld op hun veiligheid en of deze zijn bestand tegen extreme omstandigheden, zoals een stormvloed of aardbeving. Duitsland heeft zelfs uit voorzorg een aantal reactoren gesloten. Een beetje overdreven, vindt Okx. De precieze criteria van de stresstest zijn nog onbekend, maar het resultaat staat voor Okx al vast. ‘Wat betreft veiligheid is in Delft weinig slag te winnen. Wij hebben een dermate kleine reactor dat wij aan alle eisen voldoen. Hier vinden geen grote ontwikkelingen plaats, maar juist de finesses. Ons instituut heeft bovendien een goede naam. Het IAEA (Internationaal Atoomenergie Agentschap, red.) houdt hier regelmatig cursussen en symposia. Dat is gebaseerd op onze goede status en cultuur.’ De terroristische aanslagen van 9/11 in de Verenigde Staten hebben de organisatie in Delft ook flink onder druk gezet. Maar dan op het vlak van beveiliging. Okx is kritisch. ‘Er vinden grote verschuivingen plaats. Vroeger werden de deuren gewoon op
Bron: www.kennisinbeeld.nl
slot gedaan. Nu zijn die deuren extra zwaar gemaakt en moet iedereen een pasje hebben om het gebouw binnen te komen. Ik zou het liever iets genuanceerder zien, maar wereldwijd worden dezelfde eisen gesteld aan de beveiliging van kern reactoren.’ De beveiliging van kerncentrales wordt een doel op zich, vindt Okx. ‘Er worden heel veel middelen voor ingezet. En dan zijn op andere vlakken bezuinigingen noodzakelijk. Bovendien kunnen de eisen aan veiligheid en beveiliging elkaar in de weg zitten. Een zware deur kan de nooduitgang belemmeren.’ En hoe denkt de Delftse stralingsdeskundige over de wereldwijde demonstraties tegen kernenergie? De ramp in Japan heeft de protesten immers volop aangezwengeld. Stellig: ‘Daarover maak ik mij zorgen. Als de opwekking van kernenergie wordt teruggedrongen, kan dat duur uitpakken voor de maatschappij. Dan vallen we terug op olie en die prijzen zijn enorm gestegen.’ Het zal nog jaren duren voordat alle energie in Nederland op een duurzame manier wordt opgewekt. Tot die tijd, vindt Okx, is kernenergie een goed alternatief binnen de energievoorziening.
De weg naar het optimum
17
DEERNS VARIA
PRIJZEN Vier projecten van Deerns zijn genomineerd voor de Gulden Feniks 2011, de voormalige Nationale Renovatie Prijs. In de categorie ‘renovatie’ staat de Politieacademie in Apeldoorn op de nominatielijst. In de categorie ‘transformatie’ zijn de Hermitage in Amsterdam, de Lichttoren in Eindhoven en ROC Twente (links op de foto) in Hengelo de kanshebbers. In totaal zijn er 138 projecten ingezonden waarvan de jury er elf heeft geselecteerd.
Vier Deernsnominaties voor Gulden Feniks OPMERKELIJK
‘Er gebeurt veel in Nederland en het mooie is dat alle inzendingen stof tot nadenken geven’, verklaart de jury. ‘Daar is de Gulden Feniks ook voor bedoeld, het is een prijs om van te leren hoe we beter om kunnen gaan met de bestaande gebouwen. Opvallend is dat er dit keer voor het eerste zeer veel aandacht is uitgegaan naar verduurzaming van bestaande gebouwen. Daarbij worden veelvuldig innovatieve technieken ingezet.’ De prijsuitreiking vindt plaats tijdens de Provada, op dinsdag 7 juni in de Amsterdam RAI. De Provada is een jaarlijks terugkerende beurs voor de vastgoedbranche. Deerns is te vinden in stand 11-26.
INNOVATIEF
Reinier de Graaf: duurzaam en innovatief ziekenhuis
Renovatie museum: nieuwste technieken in monumentaal pand Het Belasting & Douane Museum in Rotterdam wordt ingrijpend gerenoveerd. Dit museum is vanaf de Tweede Wereldoorlog gevestigd in twee monumentale panden aan de Parklaan. In de loop der jaren zijn, door nieuwe gebruikseisen, de installaties overal los aangebracht en niet weggewerkt. Deerns brengt met de architecten van Broekbakema alle ruimten van de panden weer zoveel mogelijk terug in de originele staat. Bij deze renovatie sluiten de installaties – voor bijvoorbeeld klimaat, beveiliging, verlichting en data – naadloos aan op de wensen van deze moderne tijd. Na de verbouwing zijn alle technieken subtiel weggewerkt tussen balklagen, onder vloeren, en in wanden. Het museum wordt medio 2012 weer geopend.
De voorbereidingen voor het nieuwe Reinier de Graaf Gasthuis in Delft zijn in volle gang. De oude gebouwen zijn te gedateerd en voldoen niet meer aan de moderne gebruikswensen. Het voorlopige ontwerp van het ziekenhuis is afgerond en nu worden de definitieve bouwtekeningen gemaakt. Duurzaamheid speelt een belangrijke rol bij het nieuwe ziekenhuis. Deerns bedenkt en ontwerpt hiervoor innovatieve technieken. ‘De revolutionaire afvalverwerking- en zuiveringsinstallatie is daar een voorbeeld van’, zegt Martijn Timmer, projectmanager installatieontwerp van Deerns. ‘Het vermindert de logistieke bewegingen, werkt kostenbesparend en draagt bij aan een beter milieu.’ Ook de verlichting in het ziekenhuis zal energiezuinig zijn. De diverse patio’s zorgen voor natuurlijk licht en de aanvullende lampen werken daglichtafhankelijk met een ingebouwde dimfunctie. Veel installaties zijn volledig geïntegreerd in het bouwkundig ontwerp. Radiatoren zijn bijvoorbeeld in het nieuwe ziekenhuis niet meer terug te vinden. Timmer: ‘Via een klimaatplafond, bestaande uit actieve elementen waar warm of koud water door stroomt, vindt op efficiënte wijze de temperatuurregeling plaats.’ Ook het klimaat wordt milieuvriendelijk geregeld door koude, verse buitenlucht voor te verwarmen met de gebruikte warme lucht uit het gebouw. Het energieverbruik wordt zo beperkt tot een minimum. Omstreeks 2014 – 2015 moet de bouw van het nieuwe Delftse ziekenhuis zijn afgerond.
Bron: EGM architecten
18
DEERNS iD
BUITENSTAANDER
De weg naar het optimum
Pieter van Empelen
‘Als ik er niets moois van kan maken, doe ik het niet’ Hij was cabaretier in het gezelschap Don Quishocking en hij coördineerde de verbouwing van de Hermitage Amsterdam. Dat is geen gekke combinatie, vindt Pieter van Empelen. Met creativiteit p robeert hij in beide werelden het beste resultaat te boeken. ‘In de bouw wordt soms zoveel druk gelegd op architecten en uitvoerende partijen dat de fantasie verloren gaat.’
In 1967 hebt u samen met medestudenten de cabaretgroep Don Quishocking opgericht. Vanaf dat moment hebt u het theater niet meer verlaten. Waarom trekt de cultuurwereld u aan? ‘Ik word aangetrokken door cultuur omdat daar vanuit een ideëel doel wordt gedacht en gewerkt. Fantasie en creativiteit spelen een heel belangrijke rol. Neem bijvoorbeeld het Cobra Museum in Amstelveen: een wethouder kende een verzamelaar van Cobra-kunst en daar wilde hij een museum voor bouwen. Er zit geen commercieel doel achter. In cultuur kan je veel idealen kwijt. In de commerciële wereld wordt vaak gezocht naar standaardoplossingen, want daar is geld mee te verdienen. Dan is het doel niet de inhoud, maar het geld. Je wordt geremd in de bewegingen die fantasie en creativiteit sturen, en daar heb ik een hekel aan.’
Pianist, cabaretier, componist, tekstschrijver, regisseur, en dan ook nog bouwcoördinator. U bent een duizendpoot. ‘Ja, maar eigenlijk doe ik altijd hetzelfde, zowel in het theatervak als in de bouwwereld. Met de gegevens die ik heb, maak ik iets moois. Dat geldt als ik een stuk moet regisseren of een lied moet schrijven. Ook als ik een bouwopdracht krijg, zoals bij de Hermitage, kijk ik naar het plan en bedenk wat ik ervan kan maken. Ik zie een museumgebouw als de huls voor wat je met mensen wilt. Net zoals een lied, dat ook een huls is waarmee mensen iets kunnen. Als ik er niets moois van kan maken, doe ik het niet. Ik heb bijvoorbeeld net een opdracht afgezegd omdat het alleen gaat om een huisvestingsprobleem.’
19
20
DEERNS iD
‘Je moet mensen aan je binden. Dat gebeurt niet altijd in de bouwwereld’ Van Empelen maakte als cabaretier tien jaar deel uit van het gezelschap Don Quishocking. Nadat de groep in 1968 het Camarettenfestival won in Delft, groeide zij uit tot een van de belangrijkste gezelschappen in het Nederlandse cabaret. Van Empelen verliet Don Quishocking omdat hij, naar eigen zeggen, echt iets wilde betekenen. De cabaretiers hadden overal een mening over, maar hadden nergens mee te maken. In 1977 deed hij een gooi naar het directeurschap van het Maritiem Museum in Rotterdam. Hij werd aangenomen en bleef er tien jaar.
Een rigoureuze overstap, van het theater naar het museum? ‘Voor mij stond die stap al langer vast. Ik heb eind jaren zestig een Deense galjas gekocht, een coaster van eikenhout. Ik verbouwde het schip zelf op de werf ’t Kromhout in Amsterdam. Uit de boeken en door zelf te sleutelen, leerde ik veel over schepen. Daarom heb ik gesolliciteerd bij het Maritiem Museum en ik had uitgesproken ideeën over de vernieuwing. Met mijn bos krullen, broek met wijde pijpen, laarzen en sjaaltje moest ik verschijnen voor een commissie van het museum. Dat waren havenbaronnen in driedelig pak. Een van hen vroeg of ik iets wist van zeilschepen en maritieme historie. Hij vroeg me wat de grietje-ra was. De onderste ra op de achterste mast van een volschip, zei ik. Stop maar heren, riep één van hen, deze man weet alles.’
Het bouwen hebt u dus geleerd in Rotterdam? ‘Ik heb geen bouwkundige achtergrond, met mijn studie Nederlands, maar inmiddels heb ik veel geleerd over het vak. Toen ik begon bij het Maritiem Museum was Rotterdam in wederopbouw. Dus als iemand met een goed plan kwam, werd het benodigde geld versierd. Ik heb veel kennis opgedaan door de samenwerking met architect Wim Quist. Hij heeft het Maritiem Museum in Rotterdam ontworpen. Hij zegt bijvoorbeeld: ‘architectuur is maatgeven aan ruimte’. Punt. Een simpele zin, zo lijkt. Maar de manier waarop hij dit invult, daar steek ik
veel van op. Quist is daarin een meester. Als je bijvoorbeeld het Maritiem Museum binnenkomt, dan kan je rechtsaf. Je loopt langs een lange betonwand en pas aan het einde van de gang biedt een raam uitzicht op de haven. Quist wil dat bezoekers bij binnenkomst eerst zijn gericht op het museum, en daarna op de omgeving. Heel veel dingen leer ik bovendien onderweg. Zo sta ik ook in het leven. Een goede vriend noemt mij een brutale aap. Ik hoor iets, bedenk wat ik ermee kan, en zonder te weten of de begroting deugt en of de plannen haalbaar zijn, spring ik erin. Dan werk ik mij te pletter om waar te maken wat ik heb gezegd.’ In 1988 verlaat Van Empelen het Maritiem Museum. Hij pakt wat kleinere projecten aan en blijft ondertussen optreden en regisseren, zoals de shows van Youp van ’t Hek. Begin jaren negentig leidt hij de bouw van het Cobra Museum in Amstelveen. En in 2003 wordt hij aangesteld om de verbouwing van de Hermitage Amsterdam in goede banen te leiden. Tussen andere Amsterdamse musea, zoals het Rijksmuseum en het Stedelijk Museum, die kampen met uitstel of budgetoverschrijding, is de verbouwing van de Hermitage Amsterdam een uitzondering. Als bouwcoördinator noemt Van Empelen zichzelf een ‘mierenneuker op details’. In de zalen van de Hermitage Amsterdam dus geen opzichtige brandmelders of lampen. Alle technieken zijn aanwezig, maar subtiel weggewerkt.
De weg naar het optimum
CV Pieter van Empelen 1943 Geboren in Jutphaas ——
1967 Mede-oprichter cabaretgroep Don Quishocking ——
1970 Componist, regisseur, acteur en pianist van theaterprogramma’s en televisieprojecten ——
1977
Het Cobra Museum in Amstelveen (boven) en de Hermitage Amsterdam (onder).
Directeur Maritiem Museum, Rotterdam ——
1991 Coördinator bouw Cobra Museum, Amstelveen ——
2003 Coördinator verbouwing Hermitage Amsterdam
Wat is uw kracht als projectleider van verbouwingen? ‘Ik neem mijn emotie mee. Ik kijk op een bepaalde manier naar mensen, dat heb ik geleerd tijdens het regisseren. Als je een acteur succesvol wilt maken, dan moet je ervoor zorgen dat hij met vertrouwen in zijn rol stapt. Als een acteur weet dat hij goed bezig is, heb je veel gewonnen. Hetzelfde geldt in een bouwteam met verschillende karakters. Je moet vertrouwen geven, mensen enthousiast krijgen om iets moois te maken. Bij de verbouwing van de Hermitage stond ik op goede voet met alle partijen – aannemers, installateurs, architect. Ik kneep niemand af, maar waardeerde juist iedereen. Respect is belangrijk. Mijn team deelde bijvoorbeeld, verkleed als Kerstmannen, flessen wijn uit op de bouwplaats. Je moet mensen aan je binden. Dat gebeurt niet altijd in de bouwwereld. Er wordt soms zoveel druk gelegd op architecten en uitvoerende partijen dat de fantasie verloren gaat. Geld speelt daarbij een belangrijke rol. Hierdoor wordt de kwaliteit van de bouwwerken geschraapt en dat is een groot verlies.’
Bent u tijdens uw werk, zowel in de bouw als in het theater, altijd op zoek naar perfectie? ‘Echte perfectie herken ik vooral in het werk van anderen. Architect Hans van Heeswijk heeft volgens mij zijn beste werk tot dusver in de Hermitage verricht. Als opdrachtgever gaven
wij hem ook regelmatig zijn zin. Minder management geeft de kans om perfectie te bereiken. Ik kijk ook kritisch naar mijn eigen werk en bedenk waar ik kan verbeteren. Tien jaar geleden ging bijvoorbeeld mijn eigen muziek me vervelen. Ik schoot tekort en gebruikte te veel dezelfde trucjes. Ik ben toen een jaar naar het conservatorium gegaan om weer naar muziek te leren luisteren. Sindsdien zijn mijn liedjes veranderd. Er staan straks mooie nummers op een cd die ik volgend jaar uitbreng. Het heet ‘Voor het vergeten’, er hoort ook een theaterstuk bij. Het gaat over een man die zijn geheugen verliest. Nog niet alle liedjes zijn af, dus als ik tijd heb, schrijf ik op een terras de liedjes. Dat combineer ik met de klus die ik heb aangenomen bij de verbouwing van het Stedelijk Museum. Ik wil geen keuze maken tussen beide werelden, ik probeer ze in evenwicht te brengen.’
21
22
DEERNS iD
ACHTERGROND
AEGON kiest voor duurzaam
De perfecte revitalisatie van een hoofdkantoor Op een zonnige dag bruist het mondiale hoofdkantoor van AEGON in Den Haag. Waar je ook loopt; overal is activiteit en alle activiteiten zijn zichtbaar. Vergaderen, lunchen, koffie drinken, geconcentreerd werken. In dit transparante gebouw functioneert alles probleemloos naast elkaar. Een verhaal over een revitalisatie van een verouderd hoofdkantoor.
Episode 1
De aanloop: het gebouw verliest zijn kracht AEGON is een wereldwijd opererende financiële dienstverlener met een omzet van bijna 30 miljard euro per jaar. Op het Haagse hoofdkantoor, naast station Mariahoeve, werken maar liefst 2.200 mensen, afkomstig uit de hele wereld. Het complex is begin jaren tachtig gebouwd en ontworpen door architectenbureau Kraaijvanger • Urbis. Hans Degenaar, oudgediende bij AEGON en als beheerder verantwoordelijk voor onder meer de techniek in het gebouw, weet nog goed hoe het gebouw destijds functioneerde: ‘Er was sprake van een klassieke cellenstructuur. Overal waren kamertjes van misschien twee
tot maximaal twintig mensen. In die tijd waren er vrijwel fulltime twee timmermannen bezig om kabels en muurtjes te verplaatsen voor interne verhuizingen.’ Het gebouw verloor in de loop der jaren zijn kracht; de kleine verbouwingen maakten het pand gesloten. Hierdoor kwam bijvoorbeeld het immense atrium niet meer goed uit de verf. Tegelijkertijd liep de levensduur van vele installaties op zijn eind, zoals de verlichting. Bovendien kwam begin deze eeuw het flexibele werken op. De afdeling Asset Management deed hier als eerste goede ervaringen mee op. Al deze ontwikkelingen leidden tot de cruciale vraag: hoe verder? AEGON koos uiteindelijk voor een ingrijpende modernisering van het bestaande gebouw.
Episode 2
Wensen vertalen in duurzame verbeteringen Het hele transformatieproces van het hoofdkantoor (2006 – 2011) werd uiterst zorgvuldig gemanaged. ‘Uit het boekje’, haalt Degenaar glimlachend aan. Consultants van Twijnstra Gudde begeleidden het proces. ‘We hebben zoveel mogelijk deskundigheid ingehuurd om de best mogelijke keuzes te kunnen maken.’ Juist in die voorbereidingsperiode werd stevig gediscussieerd. Zo is er gekozen voor klimaatplafonds; koud water stroomt door het plafond ter verkoeling – een voorstel van Deerns. Degenaar: ‘Dit is een kostbare oplossing. Maar een dergelijke oplossing leidt wel tot een beter binnenklimaat. Bovendien was het ook
De weg naar het optimum
een ingreep die er zeer aantrekkelijk uitziet. In die plafonds kun je ook de verlichting goed verwerken. Als je dat goed motiveert in een werkgroep, dan ontstaat er ruimte voor dergelijke investeringen.’ In alle beslissingen speelde het begrip duurzaamheid een belangrijke rol. ‘We zijn altijd op zoek naar nieuwe, duurzame ideeën. Van elk project maken we een businesscase, met een duidelijke terugverdientijd. Zo hebben we via een Deerns-tip gekozen voor CO2-melders. Een sensor kijkt daarbij naar de kwaliteit van de lucht. ’s Ochtends is de lucht nog schoon, en is er dus minder ventilatie nodig. In de loop van de dag loopt de vervuiling op door alle gebruikers, pas dan gaat het systeem meer ventileren. Daarmee bespaar je veel energie.’ Een andere duurzaamheidsverbetering is ‘free cooling’; hierbij wordt op slimme wijze gebruikgemaakt van de koude buitenlucht om het gebouw te
koelen, een energiebesparing van zo’n 30 tot 40 procent vergeleken met traditionele air conditioning. Dergelijke verbeteringen kwamen naar voren in de klimaatworkshops van Deerns. ‘Zij legden bijvoorbeeld uit dat een stabiele binnentemperatuur van 22 graden het hele jaar door veel geld kost. Laat je dit iets fluctueren, naar bijvoorbeeld maximaal 24 graden, dan levert dit een forse besparing op. Bovendien hadden we hier ook nog de zogeheten ‘mockup’. Een modelruimte waar alles zo was ingericht zoals we het wilden, een soort laboratoriumsituatie van hoe het toekomstige kantoor eruit zou komen te zien. Daar konden we de technische innovaties en inrichtingsconcepten uitvoerig testen. En natuurlijk kwam iedereen daar ook een kijkje nemen.’
23
‘We hebben deskundigheid ingehuurd om de beste keuzes te maken’
24
DEERNS iD
Succesvol revitaliseren: 3 tips van AEGON Gebouwbeheerder Hans Degenaar heeft tips voor andere bedrijven die voor deze opdracht staan:
1. Wat wil een bedrijf echt? Besteed veel aandacht aan het helder en inzichtelijk maken van je wensen. Stel daarbij een multi disciplinair team van deskundigen samen, met bijvoorbeeld huisvestigingsdeskundigen, technische specialisten en gebruikers. En durf te discussiëren, profiteer van elkaar, juist dan komen de beste oplossingen op tafel die je weer kunt meenemen in je programma van eisen.
2. Strakke planning De planning van een dergelijke operatie vereist veel tijd en overleg. Immers, het reguliere werk moet gewoon doorgaan. Een uiterst gedetailleerd verhuisplan en goede voorlichting en informatie aan de medewerkers zijn een vereiste.
3. Pak alles aan Een dergelijke ingrijpende operatie is ook het moment om andere ingrepen te doen. Is het data netwerk aan vervanging toe, dan is het ook het moment om deze vervanging mee te nemen. Later vervangen, betekent extra kosten.
Episode 3
Het Nieuwe Werken AEGON heeft gekozen voor Het Nieuwe Werken. Illustratief is de lange ‘boulevard’ op de tweede verdieping. Overal zitten projectgroepjes in glazen ruimtes. De laptop is alom tegenwoordig op de boulevard, via flatscreens kan informatie worden gedeeld met de andere deelnemers van een overleg. Overal kan iedere AEGON-medewerker draadloos op het netwerk, cruciaal voor Het Nieuwe Werken. OTH tekende voor het aansprekende interieurontwerp. Degenaar stelt vast dat niet alles was voor te bereiden. Zo bleek dat sommige werknemers toch last hadden van het omgevingslawaai. Immers, vrijwel iedereen werkt in open ruimtes, zonder eigen vaste werkplek – een drastische breuk met het verleden. ‘We hebben later nog
gekozen om soundmasters te installeren die een soort tegengeluid opwekken waardoor het omgevingslawaai wordt geneutraliseerd. Ook hebben we de verlichting bijgesteld, die bleek te veel schittering te geven op het beeldscherm. Maar ik vind dat we hier over een vijfsterren-kantoor beschikken. Dat krijgen we ook terug in de reacties van de werknemers. De aankleding en de inrichting vinden ze mooi en mensen vinden elkaar een stuk makkelijker in de open ruimtes. De clean desk-aanpak heeft ervoor gezorgd dat het er altijd netjes uitziet. We hebben een speciale floormanager die erop toeziet dat alles netjes blijft.’ Degenaar voegt toe dat het bedrijfseconomisch ook een slimme keuze is: ‘We hebben nog 1.800 werkplekken voor 2.200 werknemers. Dit werkt prima, er zijn altijd mensen op vakantie of werken parttime.’
‘We hebben nog 1.800 werkplekken voor 2.200 werknemers’
De weg naar het optimum
25
DEERNS VARIA
INNOVATIEF
Superjachten krijgen superbehandeling
Bron: OCEANCO/IOB
INTERNATIONAAL
Ingrijpende renovatie vliegveld Abu Dhabi Deerns heeft nieuwe opdrachten verworven voor het Abu Dhabi International Airport. Het gaat hierbij om de renovatie van de zuidelijke landingsbaan en rijbanen. Deerns is verantwoordelijk voor het ontwerp van de verlichting, navigatie- hulpmiddelen voor het landen en een brandveiligheidssysteem. Deerns ontwierp ook een nieuw parkeerhulpsysteem op het cargoplatform. Ook kijkt Deerns toe op een goede kwalitatieve uitvoering van het Abu Dhabi South Airfield Rehabilitation project.
Oceanco, bouwer van luxe superjachten, krijgt een tweede productiehal voor nog grotere jachten (tot 120 meter). De nieuwe hal wordt gebouwd boven een nieuw aan te leggen droogdok. De hal van het bedrijf uit Alblasserdam is 165 meter lang, 52 meter breed en 32 meter hoog. Hier worden jachten gebouwd én gerenoveerd. Deerns, gecontracteerd via Ingenieursbureau IOB, is verantwoordelijk voor het klimaatsysteem in de productiehal; een cruciaal element in het succes van de jachtenbouwer. De strenge eisen aan de temperatuur en de relatieve vochtigheid zijn te vergelijken met die van een museum. De condities voor het aanbrengen van de vele laklagen van de romp moeten bijvoorbeeld stabiel zijn. Maar ook de verfijnde verwerking van veel exclusief hout vraagt om een goed en stabiel klimaat. Deerns is naast het ontwerp voor de klimaatvoorzieningen ook verantwoordelijk voor het ontwerp van een zo duurzaam mogelijke energievoorziening. Het Oceanco-project is een goed voorbeeld van een opdracht waarbij Deerns de expertise op het gebied van hoogwaardige klimaatsystemen kan combineren met de kennis van productiefaciliteiten.
26
DEERNS iD
DUBBELINTERVIEW
De weg naar het optimum
Lars Wouters en Peter Bouma
Duurzame ambities van Schiphol In 2020 wil Schiphol 20 procent van haar energiebehoefte zelf duurzaam opwekken. Deze ambitie maakt veel initiatieven los. Strategisch energieadviseur van Schiphol Lars Wouters en Deerns-projectmanager Peter Bouma over de duurzame uitdagingen en onconventionele o plossingen op de luchthaven. Schiphol eindigt jaarlijks in de top bij de verkiezingen van beste luchthaven ter wereld. Passagiers waarderen met name de faciliteiten, de service en de winkels. Het is een voortdurende uitdaging om in die top te blijven. Daarvoor moet je blijven vernieuwen, ook waar het gaat om (duurzame) energievoor ziening. Lars Wouters, strategisch adviseur energietechniek bij Terminal Real Estate van Schiphol, kijkt richting Schiphol Plaza en legt uit wat de bijdrage van zijn afdeling is aan dit succes: ‘We kijken naar de langetermijndoelstellingen van Schiphol en vertalen dat naar oplossingen in de exploitatie en het beheer van het vastgoed. Dat doen we bijvoorbeeld door te onderzoeken of de huidige energieconcepten nog voldoen en waar en hoe ze moeten worden aangepast.’
Groei De structurele groei van Schiphol heeft grote gevolgen voor de afdeling waar Wouters werkt. De groei garandeert een permanente stroom van bouwprojecten, juist daardoor werkt hij volgens eigen zeggen in de Champions League van de
energietechniek: ‘In de bestaande gebouwen moeten voort durend aanpassingen worden gedaan. Denk bijvoorbeeld aan de uitbreiding van het ondergrondse bagagesysteem vanuit het 70MB-programma. Het huidige systeem moet geschikt worden gemaakt voor 70 miljoen stuks bagage per jaar. De huidige capaciteit is 40 miljoen stuks. Zo’n uitbreiding past bij de groei van het aantal te verwachten passagiers, maar vereist natuurlijk aanpassingen aan onder meer de energievoorziening.’
Chaos ‘Het 70MB-programma’, vertelt Wouters, ‘is al zo’n 15 jaar geleden voor het eerst ter sprake gekomen. Vijf jaar geleden zijn we begonnen met bouwen. Voordat het systeem in gebruik wordt genomen moesten we echt voor 100% zeker weten dat alles het doet. In London ging het op Heathrow niet goed bij de opening van de nieuwe terminal, koffers die niet meegingen met het juiste vliegtuig. Dat is de nachtmerrie van elke bagageafdeling. Wij als Terminal Real Estate moeten ervoor zorgen dat de elektravoorzieningen, klimaatvoorzieningen, beveiliging en dataverbindingen optimaal functioneren.’ In de bestaande gebouwen waren er te weinig vierkante meters om bijvoorbeeld alle nieuwe energievoorzieningen te plaatsen. Peter Bouma (Deerns) haalt terug hoe ze het probleem hebben aangepakt: ‘We zijn met ‘bagage’ aan de slag gegaan. De vraag vanuit het bagagesysteem is uiteindelijk leidend, maar je moet wel weten dat alle benodigde voorzieningen echt nodig zijn. Kijk, een ontwerper van een bagagesysteem denkt anders dan een ontwerper van een energiesysteem. Die eerste heeft een verplichting om een koffer binnen een bepaalde tijd van A naar B te transporteren, inclusief een veiligheidsscreening. Maar dat wordt vooral ontworpen op tijd, niet op vermogen. Terwijl wij denken aan het energiegebruik en het ruimtebeslag.
27
28
DEERNS iD
Peter Bouma:
‘Een ontwerper van een bagagesysteem denkt anders dan een ontwerper van een energiesysteem’ Kan die transportband niet iets kleiner, waardoor er minder ruimte en energie nodig is? Daar zijn we uitgekomen door goed met elkaar te praten.’
Duurzaam Schiphol heeft sinds een paar jaar een beleidsverklaring maatschappelijk verantwoord ondernemen en een bij behorend klimaatplan. Wouters: ‘Een van de doelstellingen uit het klimaat- plan is bijvoorbeeld dat we in 2020 20 procent van onze verwachte energiebehoefte zelf duurzaam opwekken. Het bedrijfsproces op een luchthaven leveren wat dat betreft veel beperkingen. Windtechniek is natuurlijk duurzaam, maar
grote windmolens met vliegtuigen is een slechte combinatie. Dan kom je uit bij kleinere turbines en daar is het rendement weer minder. Dus proberen we buiten de gebaande paden te denken. We zijn nu bezig met pilots met zonnecollectoren en de inzet van warmte-koude-opslag.’ Bouma vult aan: ‘Ook onderzoeken we de opwekking van energie via biobrandstof. Voor biobrandstof is nog geen infrastructuur beschikbaar. Voor het project waarbij de energievoorziening van Terminal 2 wordt uitgebreid, betekende het dat de biobrandstof met vrachtwagens moest worden aangevoerd. Dan gaat dat hele duurzaamheidseffect weer teniet. Maar als er straks een leidinginfrastructuur ligt waar biogas doorheen stroomt, dan is het opeens wel interessant. De tijd gaat Schiphol helpen.’
Spatzuiver ‘Vanzelfsprekend’, vervolgt de strategisch energieadviseur van Schiphol, ‘zijn we op Schiphol bezig met energie-efficiency. De nadruk bij efficiency ligt met name op vraagbeperking, terwijl het bij duurzaamheid gaat om energie die is opgewekt met behulp van duurzame energiebronnen. We kiezen bijvoorbeeld steeds vaker voor de inzet van energiezuinige led-verlichting. En ook in het bagageproject hebben we onder andere geadviseerd dat er hoge efficiency-motoren moeten worden gebruikt en niet de traditionele, iets goedkopere motoren. Juist efficiënte motoren verdienen zich terug in de exploitatie. Dat soort cases, dat is echt ons vak. Daarover adviseren we onze interne klant. ‘Efficiency’ is integraal kijken naar Schiphol.’ Bouma probeert met zijn advies nog een stap verder te gaan: ‘Als in een verblijfs ruimte veel mensen warmte produceren, dan is koeling de logische weg. Maar mogelijk is die warmte nodig in andere gebouwen, dan kun je daar dus gebruik van maken. Kijk naar de verbanden tussen de gebouwen en probeer ervan te
De weg naar het optimum
29
Lars Wouters:
‘Vanzelfsprekend zijn
we op Schiphol bezig met energie-efficiency’
profiteren.’ Wouters heeft overigens alle begrip voor de verwarring tussen energie-efficiency en duurzame energie: ‘Maar wij mogen dit niet vermengen. De overheid houdt in de gaten hoe we onze duurzame klimaatdoelstellingen realiseren. Dat moet je dus spatzuiver houden.’
Cultuurverandering Toen Wouters een paar jaren geleden begon bij Schiphol, stond maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzame energie nog in de kinderschoenen. ‘Met name door de verregaande automatisering van ons proces, van inchecken tot bagageafhandeling, wordt energie steeds belangrijker. Er is Schiphol veel aan gelegen om de energievraag en daarmee de kosten zo laag mogelijk te houden. Bovendien is de consument er nu ook bewuster mee bezig. Als wij onze energievoorzieningen verduurzamen, dan beoordeelt de consument dit ook als positief. Vanuit dit oogpunt kan een project dat wel bijdraagt aan de klimaatdoelstellingen, maar niet financieel rendabel is, toch uitgevoerd worden.’
Veertig jaar partner op de luchthaven Deerns heeft veel langjarige relaties met opdrachtgevers. Maar de relatie met Schiphol is zelfs wat dat betreft uitzonderlijk; al ruim veertig jaar is Deerns actief op de luchthaven. Jonge ingenieurs die destijds begonnen met werken voor deze klant gaan inmiddels met pensioen. Peter Bouma, projectmanager bij Deerns werkt ook al jaren op de luchthaven. ‘We proberen de klant steeds vaker te verrassen met inzichten uit andere branches. Zo hebben we een tijdje geleden een presentatie gegeven over de afvalstromen van een ziekenhuis. Daar wordt alle afval centraal ingezameld. Vervolgens ontstaat er een gistingsproces waardoor je biogas krijgt. Kijk, een ziekenhuis is uiteindelijk een soort luchthaven in het klein: personeel, bezoekers en winkels. In dat ziekenhuis hebben ze ook al het verpakkingsmateriaal biologisch afbreekbaar gemaakt zodat het meekan in de afvalstroom. Daar maken ze de bezoekers dan bewust van en enthousiast over. Dat kun je hier op Schiphol mogelijk ook gaan doen, de afvalstromen zijn gigantisch en dat is dus energie die je weggooit. Daar kunnen we slim gebruik van maken.’ Inmiddels is Schiphol al gaan kijken bij een universiteitsziekenhuis in Leuven waar de energievoorziening ook door Deerns is ontworpen. Lars Wouters (Schiphol) is hoe dan ook erg te spreken over de samenwerking: ‘Zo’n ziekenhuis project, dat is zo’n kruisbestuiving die onze combinatie zeer sterk maakt. Daarbij heeft Deerns een aparte airportdivisie met een vast team dat ons erg goed kent. Je hebt daar aan een half woord genoeg. Een dergelijke goede samenwerking hoef je dus niet te formaliseren, dat kost allemaal tijd. Zij dienen soms als ons archief, ze hebben alles in de database.’ Bouma, blikt nog even naar de toekomst: ‘We willen graag zo vroeg mogelijk aan tafel komen, dus voordat het programma van eisen klaar is. We hebben veel kennis van luchthavens, gebruik ons ook meer voor de strategische kant.’
DEERNS iD
30 COLUMN
BIM: voorbij de hype BIM (Bouw Informatie Modellering)is zonder twijfel een hype. Hypes hebben de gewoonte snel over te gaan. De aandacht die BIM op dit moment krijgt, zal teruglopen, maar de veranderingen die BIM met zich meebrengt in het bouwproces zijn onomkeerbaar. Vanwege de hype willen velen de term BIM claimen en gaat er veel tijd verloren aan het aan elkaar uitleggen wat BIM is. Beter is om te onderzoeken welke kansen BIM biedt. Deze kansen liggen voor iedere partij in het bouwproces verschillend. Onderzoek heeft al wel aangetoond dat verantwoordelijkheden verschuiven binnen een bouwproject als men BIM toepast. Juist deze verandering veroorzaakt terughoudendheid. Deze terughoudendheid kan alleen worden overwonnen als partijen bereid zijn open en eerlijk over elkaars rol te communiceren bij aanvang van een project.
Prof.dr.ir. Bauke de Vries Hoogleraar TU Eindhoven Bauke de Vries is voorzitter van de Design Systems groep van de Faculteit Bouwkunde aan de Technische Universiteit Eindhoven. Zijn belangrijkste onderzoeksthema’s zijn: Computer Aided Architectural Design (CAAD), Product en Process Modelling, VR-techno logie en interfaces en Knowledge Based Systems.
Naast financiële en juridische afspraken zijn ook afspraken noodzakelijk om digitaal te communiceren binnen het bouwproject. Er is nog niet veel expertise voor het maken van deze afspraken, maar door de koplopers onder de BIMgebruikers wordt op dit moment veel kennis ontwikkeld. Bovendien zorgt de vraag vanuit opdrachtgevers om na oplevering over een digitaal gebouwmodel te kunnen beschikken voor beheer en onderhoud voor precies de juiste impuls om BIM tot een succes in de bouwpraktijk te maken. De overheid als opdracht gever pakt hierin momenteel een leidende rol. BIM raakt steeds meer uit handen van de onderzoeker en software-ontwikkelaar, wat een teken is dat de technologie volwassen wordt. Echter, dat wil niet zeggen dat alle technische problemen voor digitale communicatie zijn opgelost. De technische ontwikkeling gebeurt op twee fronten: vendorBIM en openBIM. Het mag duidelijk zijn dat vendorBIM, het BIMmen met producten van eenzelfde leverancier het meest ver gevorderd is. Maar het is ondenkbaar dat in een bouwproject alle partijen hun software van één leverancier betrekken. Het is ook onwenselijk omdat een bedrijf zich moet kunnen specialiseren in een softwareproduct dat past bij hun expertise. Dus is er de noodzaak van een open standaard. Het voordeel is dat deze kan worden afgestemd op de lokale regels en producten. Hiervoor is de inzet van nationale softwareontwikkelaars noodzakelijk. Zij moeten de buitenlandse software geschikt maken voor het communiceren van Nederlandse gebouwinformatie. Dat is de uitdaging voor de komende tijd.
‘BIM raakt steeds meer uit handen van de onderzoeker en software-ontwikkelaar’
De weg naar het optimum
31
DEERNS VARIA
OPMERKELIJK
INNOVATIEF
Deerns ontwerpt Matrix-gebouw in BIM
Fokker 100 als tentoonstellingsruimte op Schiphol Schiphol heeft er een spectaculaire bezienswaardigheid bij: op het Panoramaterras, ter hoogte van Terminal 1, is een Fokker 100 geplaatst. Het door de KLM geschonken vliegtuig is verbouwd tot tentoonstellingsruimte en is bereikbaar voor alle bezoekers van Schiphol. Immers, het Panoramaterras is te vinden voor de douane. Op 1 juni is het vliegtuig officieel geopend. De dag ervoor werd het toestel op het Panoramaterras gehesen. Bliksemsnel zijn toen alle benodigde voorzieningen aangesloten. Deerns heeft als bijdrage aan het gesponsorde project onder andere de plannen gemaakt voor alle installaties. Denk hierbij aan de verlichting, brandmelding en ventilatie in het vliegtuig. Alle verlichting in het vliegtuig is uitgevoerd met LED. Daarmee is ook hier het duurzaamheidaspect niet uit het oog verloren. Deerns is erg trots op het resultaat van dit bijzondere project en feliciteert Schiphol en de andere sponsoren met deze nieuwe blikvanger!
Op het Amsterdam Science Park wordt de bouw voorbereid van Matrix VI. Deerns heeft de installaties ontworpen en voert het project uit in BIM (Bouw Informatie Modellering). Alle informatie over het bouwproces wordt opgeslagen en beheerd in dit centrale, digitale 3D-model. Science Park is een centrum voor exacte wetenschappen en dient als knooppunt voor onderwijs, onderzoek en bedrijvigheid. Matrix VI is zowel een laboratorium als kantoor. Het gebouw is uiterst energiezuinig ontworpen, volgens de nieuwste technologieën. Flexibiliteit in de installaties van bijvoorbeeld klimaat en ICT is essentieel. Huurders verhuizen relatief snel naar andere delen van het gebouw en stellen steeds nieuwe eisen aan het gebruik. Deerns voert dit project uit in BIM zodat de kans op faalkosten wordt geminimaliseerd. Samen met de bouwpartners Ector Hoogstad Architecten, constructeur IMd en projectmanager Oostelbos Van den Berg is het model ontwikkeld dat nu klaar is voor de aanbesteding.
Het BIM-model van Matrix VI
OPGELEVERD
TU Eindhoven: flexibel lab voor procestechnologisch onderzoek De TU Eindhoven (TU/e) opende eind maart een nieuw laboratorium voor procestechnologisch onderzoek. Deerns was verantwoordelijk voor het vaststellen van het programma van eisen voor de proefopstellingen, het ontwerp van de technische installaties en voorzieningen plus het begeleiden van de uitvoering. Het lab staat onder leiding van hoogleraar Hans Kuipers, zijn team maakte de overstap van de Universiteit Twente naar de TU/e. In Eindhoven haalden ze met deze overstap een internationale toponderzoeksgroep binnen. Het moderne laboratorium geeft ruimte aan de ontwikkeling van reactorconcepten die minder energie verbruiken, minder bijproducten leveren en tegelijkertijd veiliger en duurzamer zijn. Het nieuwe lab mag gezien worden als een verzameling pilot-plants; allemaal erop gericht om meer inzicht te krijgen in de vorming van bubbels in vloeistof en de stroming van gassen.
Bron: Bart van Overbeeke Fotografie
Renoveren en transformeren: de Politieacademie in Apeldoorn is gehuisvest in een voormalig katholiek seminarie, museum Hermitage Amsterdam is ondergebracht in een oud verpleeghuis en in De Lichttoren in Eindhoven is nu alle ruimte voor apparte menten waar vroeger een Philips-fabriek stond. Voor al deze projecten heeft Deerns
Politieacademie Apeldoorn. Fotografie: Thea van der Heuvel/DAPh
Optimaal herontwikkelen
Gezonde leef- en werkomgeving Bedrijfskritische faciliteiten Duurzaamheid en energie Nieuwe techniek Veiligheid
op het gebied van energie en comfort een nieuw optimum gezocht en gevonden. www.deerns.nl