SHEET
De weg naar 2040 voor glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West
HAS KennisTransfer Onderwijsboulevard 221 Postbus 90108 5200 MA ’s-Hertogenbosch Telefoon: (073) 692 36 37
De weg naar 2040 voor glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West
Gemeente Pijnacker-Nootdorp Chris Bos Dennis Potter
Projectleider: Projectteam:
Koos Dekker Ronald Sol Nelleke van Eeten Christian Stolk Loes van der Ven
Plaats:
’s-Hertogenbosch
Datum:
3 juli 2013
Bij gebruik van geodata is de opdrachtgever gehouden aan het bij de gebruikte geodata geldende copyright.
De weg naar 2040 voor glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West
ii
Voorwoord Voor u ligt de het rapport ‘De weg naar 2040 voor glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West’. Dit rapport is opgesteld door twee studenten Stad en streekontwikkeling en een student Bedrijfskunde en Agribusiness vanuit de HAS Hogeschool ten behoeve van hun afstudeerproject. Het rapport is bestemd voor de gemeente Pijnacker-Nootdorp, welke aan ons de vraag heeft voorgelegd: ‘’Hoe kan het glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West zich op een duurzame, innovatieve en energieke wijze ontwikkelen naar 2040, waarin samenwerking centraal staat?‘’ Onze dank gaat uit naar: de medewerkers van de gemeente Pijnacker-Nootdorp, met in het bijzonder Chris Bos en Dennis Potter, alle tuinders, bewoners en overige betrokkenen die aan ons onderzoek mee wilden werken en de begeleiding vanuit de HAS Hogeschool, respectievelijk Koos Dekker en Ronald Sol. ’s-Hertogenbosch, 3 juli 2013 Nelleke van Eeten Christian Stolk Loes van der Ven
De weg naar 2040 voor glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West
iii
Samenvatting Pijnacker-Nootdorp is de derde grootste gemeente wat areaal glastuinbouw betreft. Het glastuinbouwcluster in Pijnacker-Nootdorp neemt 21% van het totaal aantal banen en 23% van het totaal aantal vestigingen voor zijn rekening. De glastuinbouw in PijnackerNootdorp heeft een sterke schaalvergroting meegemaakt. Een gemiddeld bedrijf in Pijnacker-Nootdorp is 2,5 hectare ten opzichte van 2 hectare landelijk. Verder zijn de tuinders in Pijnacker-Nootdorp ten opzichte van het landelijk gemiddelde relatief jong en hebben de oudere tuinders relatief meer opvolging ter beschikking in hun bedrijf. Uit de gesprekken met de tuinders is gebleken dat 23 tuinders toekomstgericht zijn en veertien tuinders zijn gericht op stabilisatie. De overige groep tuinders heeft hier geen mening over (11 tuinders), of is het niet van toepassing op (kas te koop). In de Noordpolder geven de meeste tuinders aan toekomstgericht te zijn. In de Zuidpolder heeft men voornamelijk geen mening of zit men in de stabilisatiecategorie. Zeventien tuinders geven aan al samen te werken. Dit zijn alle tuinders die deelnemen in de buurtvereniging van de Noordpolder. Zes bedrijven werken nu nog niet samen, maar zouden wel structureel samen willen werken. Dertien tuinders willen niet samenwerken om verscheidene redenen. De overige groep heeft geen mening of is niet van toepassing op dit onderwerp. Van de 55 tuinders zijn 25 tuinders negatief over de gemeente. Vijf tuinders zijn positief en zeven tuinders zijn neutraal over de gemeente. De negatieve houding heeft voornamelijk te maken met het proces van het exploitatieplan, het gebrek aan maatwerk en stroperige en onduidelijke procedures. De tuinders die zich positief uitlaten, komen door verschillende projecten veel in aanraking met de gemeente. 23 tuinders ervaren belemmeringen met betrekking tot hun bedrijfsvoering. In volgorde van belangrijkheid zijn dit de volgende belemmeringen: de werkwijze van de gemeente, burgerwoningen en omwonenden, de kosten van het Hoogheemraadshap, slechte infrastructuur, opkomende woonwijken en particulieren uit de kernen die procederen tegen tuinders. Het gebied scoort gemiddeld genomen een 6,9 en kan verbeterd worden door verbeterde ontsluiting en meedenkende politiek. De sociale samenhang en het prettige wonen in het glastuinbouwgebied worden als positieve aspecten gezien.
De weg naar 2040 voor glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West
iv
Door de tuinders zijn ideeën aangedragen en suggesties om processen te verbeteren. De volgende ideeën zijn naar voren gekomen: één aanspreekpunt bij de gemeente, gezamenlijke waterberging met tuinders, arbeidspool met werklozen, een studentpool voor projecten/stages en de huidige alternatieve energievormen uitbreiden. De volgende suggesties zijn gedaan ter verbetering van processen: een hogere besluitvaardigheid van de gemeente, wonen en nevenactiviteiten tegengaan,meer samenwerking tussen tuinders en herstructurering van de Zuidpolder. Op basis van de bevindingen zijn vijf thema’s opgesteld die relevant zijn voor het gebied, namelijk: samenwerking, wonen in het glastuinbouwgebied Pijnacker-West, herstructurering, maatschappelijk verantwoord ondernemen en tuinders en de gemeente. Door middel het werkatelier op 18 juni 2013 is over deze onderwerpen door tuinders en andere betrokkenen nagedacht. Op basis van deze gesprekken zijn aanbevelingen gedaan per thema. Samenwerking kan plaatsvinden door tuinders één of twee keer per jaar samen te laten komen. Tijdens deze avonden behandelen de tuinders in samenwerking met andere betrokkenen actuele onderwerpen en knelpunten. Om te herstructureren en de potentiele problemen van wonen in het glastuinbouwgebied aan te pakken, is een betere communicatie tussen tuinders en overige bewoners van het gebied nodig. Ook kan een procesondersteuningsteam worden opgezet, waarin alle kennis voor verschillende aspecten van herstructureren aanwezig is. Maatschappelijk verantwoord ondernemen moet economische winst met zich meebrengen. Dit kan door een aardwarmte- en CO2 web aan te leggen. Om de tuinders en gemeente meer op één lijn te brengen is meer communicatie noodzakelijk. Tuinders moeten meer één stem laten horen en de gemeente zal meer op informele wijze met de tuinders in contact moeten treden.
De weg naar 2040 voor glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West
v
Inhoudsopgave Voorwoord ..................................................................................................................... iii Samenvatting ................................................................................................................. iv 1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 2.
Inleiding ................................................................................................................ 8 Aanleiding .......................................................................................................................... 8 Probleemstelling ............................................................................................................... 8 Doelstelling ........................................................................................................................ 9 Projectaanpak ................................................................................................................... 9 Leeswijzer ........................................................................................................................ 10
Situatiebeschrijving ........................................................................................... 12 2.1 Ligging en begrenzing .................................................................................................... 12 2.2 Huidig gebruik van het gebied ...................................................................................... 13 2.3 Gemeentebeleid.............................................................................................................. 19
3. Onderzoeksopzet...................................................................................................... 22 3.1 Stakeholders.................................................................................................................... 22 3.2 Vragenlijst ........................................................................................................................ 22 3.3 Gesproken tuinders ........................................................................................................ 23 4. Onderzoeksresultaten .............................................................................................. 24 4.1 Bevindingen tuinders ....................................................................................................... 24 4.1.1 Ondernemersdoelstelling ............................................................................................... 24 4.1.2 Verkoop ............................................................................................................................. 25 4.1.3 Samenwerken .................................................................................................................. 26 4.1.4 Kijk op de gemeente ....................................................................................................... 28 4.1.5 Blokkades en belemmeringen ....................................................................................... 30 4.1.6 Cijfer .................................................................................................................................. 31 4.2 Bevindingen niet-glastuinbouwondernemers .............................................................. 32 4.2.1 Ondernemersdoelstelling ............................................................................................... 32 4.2.2 Kijk op de gemeente ....................................................................................................... 32 4.2.3 Blokkades en belemmeringen ....................................................................................... 33 4.3 Bevindingen omwonenden en natuur- en bewonersverenigingen ........................... 33 4.4 Ideeën van tuinders ......................................................................................................... 34 4.4.1 Ideeën ............................................................................................................................... 34 4.4.2 Suggesties ........................................................................................................................ 37 5. Potenties van het gebied ......................................................................................... 40 5.1 SWOT analyse ................................................................................................................. 40 5.2 Toelichting op de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen ................................. 41 5.2.1 Toelichting sterktes ......................................................................................................... 41
vi
5.2.2 Toelichting zwaktes ......................................................................................................... 42 5.2.3 Toelichting kansen .......................................................................................................... 43 5.2.4 Toelichting bedreigingen ………………………………………………………………44 5.3 Confrontatiematrix .......................................................................................................... 45 5.4 Themakeuze .................................................................................................................... 47 6. Werkatelier ................................................................................................................ 48 7. Thema’s voor de toekomst ...................................................................................... 49 7.1 Samenwerking ................................................................................................................... 49 7.2 Wonen in het glastuinbouwgebied Pijnacker-West ..................................................... 50 7.3 Herstructurering, groei, grote kavels, logistiek en ontsluiting .................................... 51 7.4. Maatschappelijk verantwoord ondernemen .................................................................. 52 7.5 Tuinders en de gemeente ................................................................................................. 53 8. Conclusie en aanbevelingen.................................................................................... 54 Bibliografie.................................................................................................................... 57 Bijlage A: Topografische kaart Pijnacker-West .......................................................... 60 Bijlage B: Vragenlijst.................................................................................................... 61 Bijlage C: Gesprekken externe kennisinstellingen .................................................... 62 Bijlage D: Uitwerking thema’s ..................................................................................... 65 Bijlage E: Scenario’s .................................................................................................... 67
vii
1.
Inleiding
1.1
Aanleiding
In 2012 heeft de gemeente Pijnacker-Nootdorp een integrale economische visie opgesteld. De glastuinbouwsector vormt een belangrijk onderdeel van deze economische visie. De primaire productie in de duurzame glastuinbouwgebieden is een belangrijke pijler voor het functioneren van het lokale en regionale glastuinbouwcluster. Om het glastuinbouwcluster binnen Pijnacker-Nootdorp als belangrijke economische waarde voor het gebied te behouden, is het noodzakelijk om het glastuinbouwgebied te moderniseren en te verduurzamen. Indien dit niet gebeurt, zullen de tuinders wegtrekken naar gebieden die aantrekkelijker zijn. Wanneer de tuinders wegtrekken zullen eveneens gerelateerde bedrijven wegtrekken en daarmee zal het glastuinbouwcluster haar belangrijke economische waarde verliezen. Daarnaast zal het gebied leeglopen en verrommelen. Om het glastuinbouwgebied te behouden is het voor Pijnacker-Nootdorp noodzakelijk om de ruimtelijke kwaliteit van het gebied te verhogen. In de naaste omgeving van het glastuinbouwgebied dient namelijk rekening gehouden te worden met verschillende woonwijken en natuurgebieden: Buytenhout ten noorden en Oude Leede ten zuiden van Pijnacker-West. Ook zal worden bezien of één of meer van de transformatielocaties als overgang naar het stedelijk gebied als buffer kan/moet worden ingezet. De gemeente heeft voor Pijnacker-Nootdorp al bouwstenen beschikbaar in de vorm van een toekomstvisie, de economische visie en een modern bestemmingsplan. Ook heeft de gemeente concrete plannen voor de verbetering van de ontsluiting van het gebied. Toch komt een gebiedsontwikkeling niet tot stand en blijven de investeringen van tuinders in het gebied achter. De gemeente wil de ruimtelijke ontwikkeling in het gebied versnellen/stimuleren door de samenwerking in het gebied te verhogen en het draagvlak voor de maatschappelijke en economische belangen onder de partijen in het gebied aan de orde te stellen. 1.2
Probleemstelling
Er is toekomstperspectief voor het glastuinbouwcluster in Pijnacker-Nootdorp en de regio als zij zich als vitale, innovatieve, internationaal concurrerende topsector kan ontwikkelen. Daarvoor is het noodzakelijk dat de glastuinbouw zich moderniseert en verduurzaamt. De modernisering komt momenteel onvoldoende van de grond. De vraag is wat partijen in het gebied, vanuit het collectieve belang, hieraan kunnen en willen bijdragen. En wat de gemeente daarin als faciliterende overheid kan betekenen. Verduurzaming vindt steeds meer plaats. De gemeente wil in samenwerking met de sector nieuwe innovatieve oplossingen verkennen en deze ontwikkeling verder versnellen. In de praktijk wordt daarin nogal eens op maatschappelijke of planologische belemmeringen gestuit. Veelal heeft dit ook te maken met de afstand van de glastuinbouw tot de stedelijke 8
omgeving. En dat terwijl de glastuinbouw in Pijnacker-Nootdorp reeds lange tijd aanwezig is en bijna goed is voor een kwart van de locale economie. De vraag is wat partijen, vanuit het collectieve belang, voor elkaar kunnen betekenen om werk- en woonomgeving hand in hand te laten gaan. 1.3
Doelstelling
‘’Het opstellen van een breed gedragen visie op de ontwikkeling van het glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West, welke toekomstperspectief biedt voor een modern, duurzaam en innovatief glastuinbouwgebied en zorgt voor nieuwe energie, enthousiasme en samenwerkingen in het gebied en zijn omgeving.’’ 1.4
Projectaanpak
Om te voldoen aan de bovengenoemde doelstelling, is de projectopdracht in drie fases ingedeeld: Fase 1: Inventarisatie Tijdens de eerste fase van het project is allereerst deskresearch uitgevoerd om een beeld te krijgen van het gebied en de glastuinbouwsector. Hierbij zijn verscheidene rapporten met informatie over het gebied bestudeerd. Uit deze informatie is gebleken welke partijen betrokken zijn en om welke reden deze partijen betrokkenen zijn (stakeholderanalyse). Daarna is fieldresearch uitgevoerd. Hierbij zijn de ideeën van de betrokkenen die naar voren kwamen tijdens het deskresearch geïnventariseerd. Door middel van kwalitatieve interviews is gesproken met de vijftigtal betrokken tuinders. Hierin zijn zowel bedrijfsgerichte, gebiedsgerichte en toekomstgerichte vragen gesteld. Naast de tuinders zijn kwalitatieve interviews gehouden met overige belanghebbenden, namelijk: overige tuinders in het gebied, het NMP,de LTO, bewonersverenigingen, gemeente Pijnacker-Nootdorp en de provincie Zuid-Holland. Aan de hand van deze interviews is gestreefd naar stimulering en prikkeling van de betrokkenen om mee te denken over de ontwikkeling van het gebied naar een modern, duurzaam en innovatief glastuinbouwgebied met toekomstperspectief. Deze gegevens zijn geanalyseerd en geprioriteerd. Dit is gedaan door middel van een SWOT analyse. Hieruit zijn de sterktes en zwaktes en kansen en bedreigingen van het gebied naar voren komen. Op deze manier zijn door middel van een confrontatiematrix de potenties van het gebied zichtbaar geworden. Uiteindelijk zijn er vijf thema’s gekozen die het meest belangrijk zijn voor het gebied.
9
Fase 2: Gezamenlijke visieontwikkeling De uitkomsten van de gesprekken die hebben plaatsgevonden zijn met een geselecteerd gezelschap besproken in een zogenoemde ‘werkatelier’. Tijdens dit werkatelier zijn eerst de bevindingen die naar voren zijn gekomen tijdens de gesprekken uitgelicht, vervolgens zijn de ideeën die zijn aangedragen besproken. Daarna zijn door middel van korte filmpjes vier scenario’s aan het licht gebracht. Deze scenario’s waren prikkelend voor de daarna komende thema discussie. Het geselecteerde gezelschap was opgedeeld in vijf groepen welke ieder een thema, wat op dat moment in het gebied speelde, behandelde. Na deze themadiscussie werd de conclusie per thema aan de vier andere groepen gepresenteerd en is de avond afgesloten met een netwerkborrel. Fase 3: Uitwerken van de ideaalsituatie De resultaten die tijdens het werkatelier op 18 juni 2013 naar voren zijn komen hebben samen met de bevindingen tijdens de keukentafelgesprekken met de tuinders geleid tot een ideaalsituatie voor het glastuinbouwgebied Pijnacker-West. Deze situatie is uiteindelijk uitgewerkt per thema aan de hand van thema’s voor de toekomst. 1.5
Leeswijzer
Dit rapport is opgedeeld in acht hoofdstukken, na de inleiding, hoofdstuk 1, is in hoofdstuk 2 de situatiebeschrijving opgenomen. De situatiebeschrijving beschrijft de ligging van het gebied Pijnacker-West, het huidige gebruik van het gebied en vigerend beleid. Hoofdstuk 3 bevat de onderzoeksopzet. Hierin komen de belangrijkste stakeholders van het gebied naar voren, wordt de vragenlijst voorgelegd en aangegeven hoeveel stakeholders gesproken zijn. Aan de hand van de onderzoeksopzet van hoofdstuk 3 zijn in hoofdstuk 4 de onderzoeksresultaten beschreven. Dit gedeelte is opgedeeld in een kwantitatief en een kwalitatief deel, waarin het laatste gedeelte de ideeën en suggesties van tuinders beschrijft. Hoofdstuk 5, Potenties van het gebied, vat allereerst de voorgaande hoofdstukken samen in een SWOT analyse. Hierin worden de sterktes en zwaktes en kansen en bedreigingen van Pijnacker-West kort beschreven. Vervolgens worden deze in een confrontatiematrix tot potenties voor het gebied gevormd. Deze potenties zijn uiteindelijk in vijf verschillende thema’s gegoten. Aan de hand van deze thema’s is het werkatelier, dat beschreven staat in hoofdstuk 6, opgezet. Hoofdstuk 7, Thema’s voor de toekomst, is opgesteld aan de hand van de input van dit werkatelier en geeft per thema een ideaalsituatie en de mogelijkheden om deze situatie te realiseren. Het laatste hoofdstuk, hoofdstuk 8, bevat de conclusie en aanbevelingen.
10
In de bijlagen is allereerst in bijlage A toegespitst op Pijnacker-West door middel van een topografische kaart van dit gebied. Bijlage B bevat de vragenlijst die de tuinders hebben beantwoord tijdens de gesprekken. Bijlage C bevat de uitwerking van de gesproken vooruitstrevende personen en instanties gericht op de tuinbouwsector. In bijlage D staan de thema’s welke uit de themakeuze zijn gekomen uitgewerkt. De laatste bijlage, bijlage E bevat de uitwerking van de vier scenario’s.
11
2.
Situatiebeschrijving
In het hoofdstuk gebiedsbeschrijving wordt het projectgebied beschreven. Hierbij wordt voor het projectgebied ingegaan op de begrenzing, het grondgebruik en de bedrijvigheid. Vervolgens wordt het huidige beleid van de gemeente beschreven ten aanzien van de glastuinbouw zoals opgesteld in meerdere rapporten. 2.1 Ligging en begrenzing Het projectgebied Pijnacker-West is gelegen in het dorp Pijnacker. Dit dorp maakt onderdeel uit van de gemeente Pijnacker-Nootdorp en is gelegen in het midden van de provincie ZuidHolland. Het betreft het gebied tussen de bebouwde kom van Pijnacker en Delfgauw aan weerszijde van de Delftsestraatweg. Ten noorden van de Delftsestraatweg gaat dit om het gebied tussen de Nootdorpseweg/Vrederustlaan in Pijnacker en de Noordeindseweg in Delfgauw. Ten zuiden van de Delftsestraatweg betreft dit het gebied tussen de Europalaan in Pijnacker, de N470 en de Zuideindseweg in Delfgauw. Zie figuur 1 “Projectbegrenzing” of bijlage A “Topografische kaart Pijnacker-West”.
Figuur 1: Projectbegrenzing (Kadaster, 2013) In figuur 1 wordt door middel van de rode omlijning om het gebied aangegeven wat het projectgebied betreft. De kern van het gebied wordt gescheiden door de Delftsestraatweg die midden door het projectgebied loopt. Het projectgebied boven de Delftsestraatweg wordt als 12
de Noordpolder aangeduidt en het gebied eronder als de Zuidpolder. Aan de rechterzijde van het kerngebied zijn twee losse gebieden waar te nemen. Dit zijn de transformatiegebieden Rijskade en Overgauw. Deze gebieden hebben tot 2025 de bestemming duurzame glastuinbouw en vanaf 2025 wordt besloten welke bestemming het gebied dan zal krijgen. Het gebied wordt zowel aan de noord- als zuidkant ingesloten door een natuurgebied. Aan de oost- en westzijde wordt het gebied ingesloten door woonwijken. Het glastuinbouwgebied wordt ontsloten via de Delftsestraatweg en de Overgauwseweg. De ontsluiting via de Delftsestraatweg kruist de woonwijk van Delfgauw. De Overgauwseweg wordt ontsloten op de N470. 2.2 Huidig gebruik van het gebied Het grondgebruik van het gebied Pijnacker-West bestaat voor het grootste deel uit bebouwing in de vorm van kassen die dienen voor de glastuinbouwsector. De gemeente Pijnacker-Nootdorp is qua productieareaal de derde glastuinbouwgemeente van Nederland. Alleen de buurgemeente Lansingerland (833 ha.) en de gemeente Westland (2.448 ha.) gaan Pijnacker-Nootdorp voor. In tabel 1 “Verhoudingen van het glastuinbouwareaal” zijn de verhoudingen van het glastuinbouwareaal van PijnackerNootdorp en Pijnacker-West weergegeven. Landelijk areaal
Westland
Lansingerland PijnackerNootdorp
PijnackerWest
Hectare
9.960
2.448
833
360
128*
Landelijk %
100%
25%
8,3%
3,6%
35%**
*Inclusief twee transformatiegebieden van totaal 20 ha. ** Glastuinbouwareaal ten opzichte van Pijnacker-Nootdorp
Tabel 1: Verhoudingen van het glastuinbouwareaal (CBS, 2012) Tabel 1 toont aan dat Pijnacker-West een belangrijk onderdeel is van de totale glastuinbouw in Pijnacker-Nootdorp. De luchtfoto in figuur 2 van Pijnacker-West laat zien dat het grootste gedeelte van het gebied is bebouwd met kassen.
13
Figuur 2: Luchtfoto van het glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West (Maps, Luchtfoto glastuinbouwconcentratiegebied) Noord- en Zuidpolder Het gebied wordt zoals eerder benoemd gescheiden door de Delftsestraatweg in de Noorden Zuidpolder. De Noordpolder is ongeveer 25 jaar geleden in één keer vrijgegeven als glastuinbouwgebied, waardoor een heel aantal tuinders zich gelijktijdig hebben gevestigd in dit gebied. Door deze gelijktijdige vestiging van deze bedrijven is er een sociale samenhang tussen de bedrijven ontstaan. Daarnaast is er voordat het gebied vrijgeven werd, gewerkt aan een aantal belangrijke faciliteiten voor de glastuinbouw, zoals goede bereikbaarheid van de bedrijven en grote percelen met uitbreidingsmogelijkheden. In de Noordpolder bevinden zich ten opzichte van de Zuidpolder meer grotere en nieuwere bedrijven. De Zuidpolder is ten opzichte van de Noordpolder een ouder tuindersgebied en is langzaam vol gegroeid. Vooral aan de Schimmelpenninck van der Oyeweg staan nog veel oude kassen (20 jaar of ouder). Op de beschikbare grotere percelen hebben zich echter ook grotere bedrijven gevestigd. Het samenvoegen van oudere kassen tot enkele grote kassen is een proces wat moeilijk op gang komt door de tegengestelde belangen van de verschillende (kleine) tuinders. Dit achtergebleven proces van herstructurering heeft ervoor gezorgd dat de Zuidpolder versnipperd is.
14
Nevenactiviteiten en burgerwoningen Naast de bedrijvigheid in de glastuinbouwsector kent het gebied nog enkele andere vormen van bedrijvigheid. Enkele voorbeelden hiervan zijn: bedrijven in de detailhandel (tuincentrum e.d.), transportbedrijven, een melkveebedrijf, een zorgboerderij, manege en opslagbedrijven. Naast nevenactiviteiten zijn er ook veel woningen in het gebied te vinden. Deze woningen zijn oorspronkelijk gebouwd als bedrijfswoningen voor de kassen, maar veel tuinders die hun bedrijf verkocht hebben zijn in hun eigen woning blijven wonen. Doordat de nieuwe eigenaren ook bij hun bedrijf willen wonen, bouwen deze tuinders een nieuwe woning bij het bedrijf. Aangezien de Zuidpolder als glastuinbouwgebied ouder is dan de Noordpolder ondervindt de Zuidpolder daar meer last van dan de Noordpolder. OCAP OCAP is de afkorting van Organic Carbondioxide for Assimilation of Plants. OCAP is het systeem van transport van CO2 ,welke vrij komen bij industriële processen van bedrijven, naar glastuinbouwgebieden. Voor OCAP geldt dat de CO2 van het industriegebied van Rotterdam wordt vervoerd naar 580 glastuinbouwbedrijven waaronder het gebied PijnackerWest. De CO2 wordt door de tuinders gebruikt ter stimulans van de groei van de producten. OCAP is in verhouding goedkoper dan het apart inkopen van CO2 door tuinders. OCAP is ook duurzaam, omdat het restproduct CO2 wat schadelijk is voor het milieu door middel van OCAP hergebruikt wordt voor de groei van planten. OCAP wordt als een belangrijke toegevoegde waarde voor een tuinbouwgebied gezien. (OCAP, z.d. ) Aardwarmteboringen In 2010 zijn er op twee locaties aardwarmteboringen geweest. Op de kaart in figuur 3 is aangegeven dat de aardwarmteboringen op twee plaatsen hebben plaatsgevonden, namelijk bij Duijvestijn Tomaten en Ammerlaan The Green Innovator. Ammerlaan The Green Innovator heeft hun aardwarmteboring al op acht andere gebouwen aangesloten, waaronder een zwembad en een school. Op de korte termijn hopen zowel Ammerlaan The Green Innovator als Duijvestijn Tomaten de aansluitingen op hun aardwarmtenetwerk uit te breiden. Bedrijvigheid De onderstaande gegevens met betrekking tot de bedrijvigheid zijn van algemene aard en gericht op de hele gemeente Pijnacker-Nootdorp, toespitsing op het gebied Pijnacker-West was hierbij niet mogelijk. In 2007 waren in geheel Pijnacker-Nootdorp in totaal 2.015 bedrijven gevestigd. Vanaf 2007 zijn het aantal bedrijfsvestigingen met 58 procent toegenomen, naar 3.190 bedrijfsvestigingen in 2012. De bedrijfsvestigingen op gebied van financiële dienstverlening, specialistische zakelijke diensten en cultuur, sport en recreatie zijn bovengemiddeld hard gestegen (respectievelijk 129%, 91% en 93%). (CBS, 2012)
15
In Pijnacker-Nootdorp zijn in 2011 13.977 banen beschikbaar. Daarvan verstrekt de bedrijfstak handel1 de meeste banen voor Pijnacker-Nootdorp (3.750), gevolgd door de gezondheidszorg (1.880) en landbouw, bosbouw en visserij (870). Vanaf 2007 zijn het totaal aantal banen licht toegenomen tot 2011, met een hoogtepunt in 2009 (14.414 banen). De bedrijfstak handel heeft het grootste aandeel in deze lichte groei. (CBS, 2012) Glastuinbouw De primaire productie, toelevering, dienstverlening en distributie bedrijven met betrekking tot glastuinbouw beslaan in 2011 23 procent van het totaal aantal bedrijfsvestigingen in de gemeente. Tabel 2 geeft deze ontwikkeling weer.
Primair Cluster* Totaal
2007
2008
2009
2010
2011
Relatief (2011)
281 448 729
266 486 752
231 511 742
210 501 711
199 494 693
7% 17% 23%
*Cluster is exclusief primaire bedrijven Tabel 2: Aantal vestigingen met betrekking tot glastuinbouw van Pijnacker-Nootdorp (CBS, 2012) Tabel 2 geeft weer dat het aantal vestigingen van de primaire glastuinbouw aanzienlijk zijn gedaald. Oorzaken hiervan zijn de het afnemende areaal glastuinbouw in de gemeente en de schaalvergroting die plaatsvindt bij de glastuinbouwbedrijven. Het cluster neemt daarentegen qua vestigingen wel toe ten opzichte van 2007. In tabel 3 is te zien welke ontwikkelingen de werkgelegenheid met betrekking tot de glastuinbouw heeft doorgemaakt. De tabel laat zien dat de banen voor zowel de primaire als het cluster van de glastuinbouw afgenomen zijn. Wel maakt de primaire glastuinbouw en het cluster in totaal nog 21 procent uit van het totale aanbod van werkgelegenheid in PijnackerNootdorp. De afname heeft hoofdzakelijk te maken met het afnemende areaal van de primaire glastuinbouw en de toenemende automatisering. (Haaglanden, 2011) Tabel 3: Aantal banen met betrekking tot glastuinbouw van Pijnacker-Nootdorp (Haaglanden, 2011)
Primair Cluster* Totaal
2007
2008
2009
2010
2011
1.385 1.957 3.342
1.309 2.175 3.484
1.067 2.273 3.340
1.093 2.024 3.117
1.114 1.878 2.992
Relatief (2011) 8% 13% 21%
*Cluster is exclusief primaire bedrijven 1
Onder handel wordt verstaan: groot- en detailhandel, tussenhandel/handelsbemiddeling en reparaties van auto’s en motoren
16
Zoals eerder aangegeven is het totale areaal glastuinbouw in de gemeente afgenomen. Grafiek 1 laat de ontwikkeling van het areaal glastuinbouw zien. Grafiek 1: Areaalontwikkeling glastuinbouw Pijnacker-Nootdorp
Areaalontwikkeling glastuinbouw 450 400
Hectare
350 300
Totaal
250
Bloemkwekerij
200
Vaste planten
150
Glasgroenten
100 50 0 2007
2008
2009
2010
2011
2012
Pijnacker-Nootdorp streeft naar het behouden van 325 hectare productieareaal voor de primaire glastuinbouw, waaraan het gebied momenteel voldoet. In verhouding tot 2007 is in 2012 het totale areaal glastuinbouw licht toegenomen. Opvallend is dat het areaal glasgroenten behoorlijk is gestegen vanaf 2008, terwijl het areaal bloemkwekerij juist is afgenomen. Tabel 4 laat zien wat de gemiddelde grootte is van de verschillende typen glastuinbouwbedrijven in Pijnacker-Nootdorp. Ook laat het zien wat de procentuele groei van het areaal was voor de verschillende typen glastuinbouwbedrijven. Tabel 4: Gemiddeld aantal hectare naar type glastuinbouwbedrijf (CBS, 2012)
Bloemkwekerij Vaste planten Glasgroenten
Gemiddeld aantal ha. 2012 2,45 1,82 3,80
Groei t.o.v. 2007 47% 20% 93%
Glasgroenten beschikken gemiddeld over het grootste areaal. Ook hebben de glasgroenten de grootste groei doorgemaakt qua schaalvergroting in de laatste zes jaar. Om een renderende bedrijfsvoering te hebben in de glasgroente is het van belang om op grote schaal te produceren.
17
Ten opzichte van het landelijk gemiddelde heeft er in de glastuinbouw in Pijnacker-Nootdorp sterkere schaalvergroting plaatsgevonden dan landelijk gezien. In de onderstaande grafiek, grafiek 2, is dit waar te nemen.
Ontwikkeling bedrijfsgrootte 3
Hectare
2,5 2 1,5
Pijnacker-Nootdorp
1
Nederland
0,5 0 2007
2008
2009
2010
2011
2012
Jaartal
Grafiek 2 Ontwikkeling in de bedrijfsgrootte (CBS, 2012) Door de sterkere schaalvergroting heeft Pijnacker-Nootdorp een sterkere uitgangspositie in vergelijking tot de glastuinbouw landelijk. Leeftijd tuinders Pijnacker-Nootdorp heeft naast een gemiddeld groter areaal ook gemiddeld jongere tuinders in de glastuinbouw. De gemiddelde leeftijd van de glastuinbouwers in Pijnacker-Nootdorp is 48 jaar en ligt daarmee 2,5 jaar onder het landelijk gemiddelde. Ook qua opvolging en het aantal tuinders onder de 50 jaar scoort Pijnacker-Nootdorp beter dan het landelijk gemiddelde zoals te zien in grafiek 3.
Leeftijd en opvolging 60% 50% 40% 30%
Nederland
20%
Pijnacker Nootdorp
10% 0% >50 geen opvolger
Jonger dan 50 jaar
Grafiek 3: Leeftijd en opvolging (Ruijs, 2010)
18
De leeftijd en opvolging spelen een belangrijk rol bij de investeringsbereidheid van de tuinders. Wanneer een ondernemer op leeftijd is en geen opvolging meer heeft, dan is hij minder bereidt om te investeren dan wanneer hij dit wel heeft. 2.3 Gemeentebeleid Het is van belang welk beleid de gemeente voert ten aanzien van de glastuinbouw. In deze alinea wordt beschreven welk bestemmingsplan de gemeente hanteert voor de glastuinbouwgebieden van Pijnacker-Nootdorp en welke visie de gemeente heeft op de glastuinbouw. 2.3.1. Bestemmingsplan Het bestemmingsplan ‘Duurzame glastuinbouwgebieden’ is vastgesteld op 24 februari 2011. In dit bestemmingsplan staat duurzame glastuinbouw centraal. Het vigerende bestemmingsplan is gericht op de verschillende duurzame glastuinbouwgebieden en de zogenoemde ‘potentiële transformatiegebieden’, zie figuur 3. De gemeente Pijnacker-Nootdorp kent 4 duurzame glastuinbouwgebieden. De nummers 1,2 en 4 staan voor deze duurzame gebieden. Voor glastuinbouwgebied 3, Pijnacker-Oost, is een apart bestemmingsplan opgesteld. De nummers 5,6 en 7 staan aangewezen als potentiële transformatiegebieden na 2025’ (Bestemmingsplan Duurzame glastuinbouw, 2011)
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Noukoop Balijade Pijnacker-oost Pijnacker-West Dwarskade Rijskade Overgauw
Figuur 3: Ligging en begrenzing deelgebieden bestemmingsplan duurzame glastuinbouwgebieden (Bestemmingsplan Duurzame glastuinbouw, 2011) Binnen het bestemmingsplan staan 3 thema’s centraal, namelijk: de concentratie- en transformatiegebieden, het behoud en herstel van de omvang van de glastuinbouw en duurzame ontwikkelingen. 19
Concentratie- en transformatiegebieden In de concentratiegebieden die zijn aangewezen als duurzame glastuinbouwgebieden moet de glastuinbouw worden versterkt en ontwikkeld. In het bestemmingsplan komt dit tot uiting door de laatste ontwikkelingen van de glastuinbouw toe te staan in deze gebieden. Dit gaat onder andere over de hoogte van de kassen. Voor de transformatiegebieden geldt dat deze tot 2025 de vernieuwde glastuinbouwbestemming hebben. Na 2025 zal opnieuw naar de bestemming van deze gebieden gekeken worden Behoudt en herstel van de omvang van de glastuinbouw De gemeente hanteert een minimaal glasareaal van netto 325 hectare in de gemeente. Wanneer er glas verdwijnt, wordt er naar gestreefd om dit te compenseren in één van de acht gemeenten van Greenport Westland-Oostland. Door dit beleid wil de Greenport ervoor zorgen dat het (belangrijke) glastuinbouwcluster in de regio zal blijven. Duurzame ontwikkelingen Zoals het bestemmingsplan al aangeeft wordt er door de gemeente gestreefd naar een duurzame glastuinbouwsector. Deze duurzaamheid is gericht op zowel de economisch als de kwaliteitsaspecten. De kwaliteitsaspecten hebben invloed op ruimte, milieu en maatschappij.
2.3.2. Visie op de duurzame glastuinbouwgebieden In de visie op de toekomst van Pijnacker-Nootdorp 2040 wil Pijnacker-Nootdorp in de regio: een uniek woonmilieu bieden; het groene buitengebied meerwaarde geven; met duurzame en innovatieve bedrijven, waaronder glastuinbouw, de economie versterken. Met het oog op de toekomst kiest Pijnacker-Nootdorp ervoor om een goed ondernemingsklimaat te bieden en de glastuinbouwsector de ruimte te geven om zich duurzaam en innovatief te blijven ontwikkelen. Het beoogde resultaat is een PijnackerNootdorp met een unieke landstedelijke identiteit in de rand-stedelijke netwerksamenleving, waarbij de glastuinbouwsector onderdeel vormt van de internationaal georiënteerde Greenport. In de visie Ruimte om te ondernemen 2025 wordt met nieuw en vernieuwend economisch beleid de uitstekende uitgangspositie van Pijnacker-Nootdorp als vestigingsplaats voor ondernemers optimaal benut. Door het creëren van ruimte om te ondernemen, wil de gemeente Pijnacker-Nootdorp een gemeente zijn met een duurzaam en concurrerend vestigingsklimaat, gekenmerkt door een sterk, duurzaam en innovatief glastuinbouwcluster dat integraal onderdeel uitmaakt van de Greenport Westland-Oostland,
20
In dat kader zet de gemeente in op: het versterken van de positie van het glastuinbouwcluster als pijler van de lokale en regionale economie; de samenwerking met partners in de Greenport Westland-Oostland ter verbetering van de bereikbaarheid, de aansluiting van kennis en onderwijs op het bedrijfsleven, de modernisering en herstructurering van het productieareaal en de verduurzaming; de verduurzaming van het primaire productieareaal. Dit dient als een belangrijke voorwaarde voor de toekomst van de sector in Pijnacker-Nootdorp. De gemeente wil dan ook graag samen met de sector optrekken om nieuwe innovatieve oplossingen te verkennen en dit proces te versnellen; het versnellen van de ruimtelijke ontwikkeling van de duurzame glastuinbouwgebieden.
21
3. Onderzoeksopzet Pijnacker-West is één van de vier duurzame glastuinbouwgebieden in de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Pijnacker-West is het grootste gebied van de vier duurzame gebieden en is ingebouwd tussen de twee kernen Pijnacker en Delfgauw. Door de grootte van het gebied en de bewoners in nabije omgeving zijn er veel stakeholders in het gebied. 3.1
Stakeholders
De belangrijkste stakeholders zijn de tuinders die in het gebied gevestigd zijn. Dit is een zestigtal, zowel kleine als grote, tuinders. Naast deze tuinders zijn er ook nog andere nietglastuinbouw tuinders in het gebied. Voorbeelden hiervan zijn Roots Autoservice en Vitotherm. Andere belangrijke stakeholders in het gebied zijn de bewoners en de gebruikers van de omringende natuur. Zij zijn vertegenwoordigd in bewoners- en natuurverenigingen. Naast de bovengenoemde personen kent de glastuinbouwsector nog meer stakeholders. De tuinbouw is een innovatieve sector die om structurele vernieuwing vraagt. Daarom is ervoor gekozen om ook vooruitstrevende personen en instanties gericht op de glastuinbouwsector als stakeholders aan te merken. Enkele voorbeelden voor deze personen/instanties zijn: GreenQ Improvement Centre te Bleiswijk, WUR Glastuinbouw te Bleiswijk, de LTO, de Provincie Zuid-Holland en de TU Delft. Er is gestreefd om ook met (Rabo)banken te spreken, echter is dit niet gelukt. Voor een uitwerking van deze gesprekken zie bijlage C’’ Gesprekken externe kennisinstellingen’’. Er is getracht al de bovengenoemde stakeholders in het tijdsbestek van 1 april 2013 t/m 17 mei 2013 te spreken. 3.2
Vragenlijst
De vragenlijst,zoals opgenomen in bijlage B is voorgelegd aan de verscheidene tuinders van het glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West. Allereerst is gekeken naar de algemene bedrijfsgegevens van de bedrijven in het gebied. Er is toegespitst op de grootte en de leeftijd van het bedrijf. Vervolgens is gekeken of er bedrijfsopvolging aanwezig is en of de tuinders samenwerken met andere tuinders in het gebied. Als laatste is gekeken hoe de ondervraagde tuinder zijn eigen bedrijf beoordeeld. Het tweede gedeelte van de vragenlijst is toegespitst naar het beeld op de toekomst. Dit is zowel opgesplitst in bedrijfs- als toekomstgericht. Belangrijke aspecten die hierin terug komen zijn: wat moet er gebeuren om het gebied voor u aantrekkelijk te houden, hebt u momenteel last van belemmeringen met betrekking tot uw bedrijfsvoering, wat voor cijfer geeft u het gebied en hoe zou de rol van de gemeente moeten zijn in uw ogen?
22
De vragenlijst met betrekking tot de niet-glastuinbouwondernemers in het gebied PijnackerWest is te vergelijken met die van de tuinders. Aan de overige stakeholders is een compactere versie van de vragenlijst voorgelegd. Zo is er bij de bewoners meer toegespitst op de waardering van hun woonomgeving en welke toekomst zij zich wensen in combinatie met glastuinbouw.
3.3
Gesproken tuinders
Gedurende een periode van 6 weken is getracht om alle stakeholders te interviewen. In totaliteit hebben 55 personen hun inbreng gegeven en is gestreefd hen te stimuleren en prikkelen om mee te denken over de ontwikkeling van het gebied naar een modern, duurzaam en innovatief glastuinbouwgebied met toekomstperspectief. Uit de antwoorden op de vragen van de vragenlijst in bijlage B, zijn de volgende bevindingen naar voren gekomen. In totaliteit zijn 69 personen benaderd om mee te denken, waarvan er uiteindelijk 55 personen daadwerkelijk zijn gesproken. Van deze 55 gesprekken hebben er 30, zogenoemde, keukentafelgesprekken plaatsgevonden. Figuur 4 geeft een weergave van de gesproken tuinders. 25 gesprekken zijn telefonisch afgelegd. Dit omdat deze personen weinig interesse hadden in een gesprek of deze personen aangaven dat een ‘keukentafel’ gesprek weinig meerwaarde zou bieden. Wat opvalt, wanneer wordt gekeken naar figuur 5 is dat deze personen voornamelijk zijn gevestigd op de wat kleinere tuinbouwbedrijven in de Zuidpolder. 7 tuinders wilden in zijn geheel geen gesprek. De reden hiervoor was voornamelijk dat deze tuinders het te druk hadden, de periode april-mei (Moederdag e.d.) is een drukke periode op een aantal bedrijven. Verder is het helaas zo dat door tijdsgebrek en onbereikbaarheid 7 tuinders niet zijn gesproken.
Figuur 4: Tuinders uit het gebied Pijnacker West die doormiddel van een keukentafelgesprek zijn gesproken.
Figuur 5: Tuinders uit het gebied Pijnacker West waarvan het gesprek telefonisch is afgelegd.
23
4. Onderzoeksresultaten In het onderstaande hoofdstuk komen allereerst de kwantitatieve resultaten van de gevoerde gesprekken naar voren. Hierin is toegespitst op de ondernemersdoelstelling, verkoop, samenwerking, de kijk op de gemeente en blokkades en belemmeringen die ervaren worden. Ook is aan de tuinders gevraagd welk cijfer zij het gebied zouden geven. Daarnaast is toegespitst op de kwalitatieve resultaten in de vorm van ideeën en suggesties die de tuinders hebben aangedragen.
4.1
Bevindingen tuinders
4.1.1 Ondernemersdoelstelling Uit de verscheidene gesprekken die hebben plaatsgevonden is getracht de ondernemersdoelstelling te filteren. Er is voor gekozen deze doelstelling te verdelen in; toekomstgerichtheid, stabilisatie, geen mening of niet van toepassing. Uit figuur 6 blijkt dat een groot deel van de gesproken tuinders, namelijk 23, toekomstgericht is. Dit wil zeggen dat deze tuinders nog relatief jong zijn en een toekomst zien in de glastuinbouw sector. Verwacht wordt dat zij de komende 20/25 jaar blijven bestaan en groeien. De tuinders die vallen onder de categorie stabilisatie zijn de tuinders die het wel prima vinden zo. De komende jaren zal er vrij weinig veranderen in hun bedrijfsvoering. Deze tuinders wachten hun tijd wel af. De mensen die vallen onder de categorie ‘geen mening’ hebben zich niet uitgelaten over dit aspect en zijn daarom niet meegenomen in de bovengenoemde categorieën. Wel is aan te nemen dat deze mensen voornamelijk op de wat oudere en kleinere bedrijven werkzaam zijn. De mensen die vallen onder de categorie niet van toepassing zijn de bedrijven zonder kas, denk hierbij aan Vitoterm en Roots autoservice aan de Overgauwseweg, en de bedrijven die leeg of te koop staan. Uit de gesprekken blijkt dat de toekomstgerichte tuinders voornamelijk in de Noordpolder en in het westen van de Zuidpolder gevestigd zijn. Tuinders uit de stabilisatiecategorie zitten voornamelijk met hun bedrijf tussen de Delfsestraatweg en de Schimmelpenninck van der Oyeweg. De tuinders met geen mening zijn voornamelijk gevestigd aan de Overgauwseweg en de Schimmelpenninck van der Oyeweg.
24
Ondernemersdoelstelling 7
23 11
Toekomstgericht Stabilisatie Geen mening N.v.t.
14
Figuur 6: Ondernemersdoelstelling in het gebied Pijnacker-West. 4.1.2
Verkoop
Dat het een zware economische tijd is in de glastuinbouwsector is te zien aan het aantal glastuinbouwbedrijven die te koop staan in het gebied Pijnacker-West. Welgeteld zijn er momenteel 5 bedrijven te koop. Hiermee worden de bedrijven bedoeld met letterlijk ‘een bord in de tuin’. Deze tuinders waren genoodzaakt door faillissement of door ouderdom van de ondernemer het bedrijf te beëindigen en te verkopen. De bedrijven die door faillissement te koop staan zijn nog relatief jong. Dit wil zeggen dat deze kassen voldoen aan de eisen voor een modern tuinbouwbedrijf. De overige bedrijven zijn verouderd en vragen of om gehele sanering of een grote verbouwing. Uit de gesprekken is gebleken dat er daarnaast 8 bedrijven te koop staan in het gebied. Dit zijn de bedrijven die door stille verkoop worden aangeboden. Deze tuinders geven aan geen haast te hebben met de verkoop van het bedrijf en niet breeduit op internet te willen staan. De bedrijven die momenteel in de stille verkoop worden aangeboden zijn voornamelijk de wat verouderde en al leegstaande bedrijven in de Zuidpolder. Daarentegen wordt er in de Noordpolder ook een gerenommeerd bedrijf aangeboden. In figuur 7, “Bedrijven die te koop staan in het gebied Pijnacker-West”, is te zien dat onlangs 2 bedrijven verkocht zijn. Dit zijn gerenommeerde bedrijven waar direct in geteeld kan worden. Uit de verkregen informatie blijkt dat deze bedrijven door een buurman zijn gekocht. 25
Figuur 7 geeft een overzicht van de te koop staande bedrijven in het gebied. De bedrijven met een rode punt staan voor de bedrijven die daadwerkelijk te koop zijn, oranje geeft de bedrijven aan die door stille verkoop worden aangeboden en de groene kleur geeft de bedrijven aan die onlangs verkocht zijn.
Figuur 7: Bedrijven die te koop staan in het gebied Pijnacker-West. 4.1.3
Samenwerken
Uit vele gesprekken die wij hebben gevoerd met vooruitstrevende personen en instanties blijkt dat samenwerken momenteel maar ook in de toekomst een erg belangrijk aspect is. Dit wordt benadrukt door de gesproken personen Jan-Willem de Vries van WUR Glastuinbouw te Bleiswijk, Hanjo Lekkerkerk van de GreenQ Improvement Centre, Piet van Adrichem van de LTO Noord Glaskracht en Etwin Grootscholten van de provincie Zuid-Holland. Voor een uitwerking van deze gesprekken zie bijlage C ‘’Gesprekken externe kennisinstellingen’’. Dit heeft er toe geleid dat samenwerking een belangrijk thema is geworden gedurende de keukentafelgesprekken. Uit deze gesprekken komt naar voren dat momenteel in het gebied Pijnacker-West zeventien tuinders samenwerken met andere tuinders, zie figuur 8. Deze samenwerking vindt voornamelijk in de Noordpolder plaats. Deze samenwerking vindt plaats door middel van de aanwezige buurtvereniging. De tuinders uit de Noordpolder hebben zich daar ongeveer 25 jaar geleden tegelijkertijd gevestigd. Zij geven aan dat ze vrijwel allemaal niet uit de omgeving kwamen en daardoor sociaal op elkaar aangewezen waren. Zij hebben gezamenlijk de buurtvereniging opgepakt en momenteel zijn daar nog steeds alle tuinders lid van.
26
Naast de samenwerking van de buurtvereniging van de Noordpolder, zijn er samenwerkingen met betrekking tot het aardwarmteproject, clustervorming voor de komst van de windmolens en waterberging. Het aardwarmteproject is vrij recent en speelt voornamelijk bij de vooruitstrevende bedrijven Ammerlaan The Green Innovator en Duijvestijn Tomaten. Zij zijn begonnen met het project en blijven het ook uitvoeren, maar hopen een warmteweb aan te kunnen leggen naar andere tuinders in het gebied. Ammerlaan heeft zijn web al uitgebreid en levert momenteel al aan 8 andere bedrijven, inclusief een zwembad en een sporthal. Ook Duijvestijn heeft plannen om het web op korte termijn te gaan uitbreiden naar omliggende bedrijven. Naast het gebruik van duurzame vorm van energie door deze bedrijven wordt ook de samenwerking tussen deze bedrijven versterkt. In de zuidpolder zijn een aantal vooruitstrevende tuinders actief voor de komst van de windmolens. Zij streven gezamenlijk voor de komst van 5 windmolens aan de N470. Zij geven aan dat ze gezamenlijk sterker staan en zo actiever zijn. Samenwerking met betrekking tot waterberging gebeurt slechts op kleine schaal. Bij twee bedrijven is sprake van een gedeeld bassin. Maar ook andere tuinders geven aan dat zij grond van de buren huren/kopen om hier een bassin op te plaatsen. Uit de cirkeldiagram die is te zien in figuur 8 blijkt dat er ook zes tuinders zijn die hebben aangegeven dat ze momenteel nog niet samenwerken maar hier wel interesse in hebben. Zij geven aan dat ze momenteel al wel onderlinge sociale contacten hebben maar nog niet met betrekking tot de bedrijfsvoering. De gehoopte samenwerkingen zijn voornamelijk gebaseerd op de aansluiting bij het warmteweb. Dertien tuinders geven aan totaal geen interesse te hebben in samenwerking, zie figuur 8. Zij geven aan dat de huidige economische situatie dit niet toelaat. Wanneer samen met andere tuinders initiatieven worden opgepakt en ook daadwerkelijk uitgevoerd, is het goed mogelijk dat door de huidige economische omstandigheden een ondernemer wegvalt. Dit gat moet vervolgens door de andere samenwerkende tuinders worden opgevangen. Dit maakt samenwerken moeilijk mogelijk. De tuinders uit figuur 8 welke vallen onder de categorie ‘geen mening’ zijn grotendeels telefonisch benaderd. Dit zijn tuinders voornamelijk in de Zuidpolder van de oudere en kleinere bedrijven. De laatste categorie in dit cirkeldiagram zijn, zoals al eerder vermeld in paragraaf 4.1.1. “Ondernemersdoelstelling” de bedrijven zonder kas, lege bedrijven of bedrijven die te koop staan.
27
Samenwerken Werkt al samen 7 17
Werkt nog niet samen maar heeft wel interesse Staat hier niet open voor
12
Geen mening 6 13
N.v.t.
Figuur 8: Samenwerkingen in het gebied Pijnacker-West. 4.1.4
Kijk op de gemeente
Gedurende de gesprekken is toegespitst op de rol van de gemeente in het glastuinbouwgebied. Vijf mensen zijn positief, vijfentwintig negatief, zeven neutraal, elf personen hadden geen mening en zeven personen waren binnen dit aspect niet van toepassing. Voor een uitwerking van de bovenstaande cijfers zie figuur 9. De zeven personen uit de categorie ’niet van toepassing’ zijn binnen dit aspect buiten beschouwing gelaten. Dit zijn personen die een bedrijf hebben zonder kas of de bedrijven die te koop of leeg staan. De mensen die vallen onder de categorie ‘geen mening’ reageerde niet of onduidelijk op deze vraag en zijn dus niet meegenomen in de telling. Zeven personen zijn neutraal over de gemeente. Zij gaven aan dat ze verwachten dat andere tuinders wel negatief zouden spreken over de gemeente maar zij hadden tot op heden niets of weinig met de gemeente te maken. Vijfentwintig personen hebben zich negatief uitgelaten over de gemeente. Deze uitlatingen hebben voornamelijk betrekking op negatieve ervaringen met de gemeente. Een belangrijke negatieve ervaring is de aanvaring tussen de gemeente en de tuinders met betrekking tot het exploitatieplan voor de Komkommerweg. Doordat dit op hoog niveau heeft gespeeld geven de tuinders aan dat de gemeente niet vóór hun tuinders werkt maar tégen hun tuinders.
28
Verder geven ze aan dat de slagvaardigheid in procedures te lang duren. De tuinders geven aan dat stroperige procedures veel tijd en daarmee geld kosten. Daarnaast worden goede initiatieven hiermee in de kiem gesmoord, omdat tuinders hun initiatieven laten afweten omwille van de stroperige procedure. Ook geven de tuinders aan dat een procedure over teveel schijven gaat en daardoor verwaterd. Maatwerk en flexibiliteit met betrekking tot de regels in het bestemmingsplan wordt gewenst door veel tuinders. Men is opzoek naar één aanspreekpunt in de gemeente. Deze persoon luistert niet alleen naar de tuinders maar ondersteunt ook in het proces en kan verantwoordelijk worden gehouden voor het ‘verstropen’ van procedures. Dit wordt momenteel erg gemist. Een meedenkende en ondernemende gemeente wordt gewaardeerd door de tuinders. Er wordt aangegeven dat de ambtenaren hun kantoor uit moeten komen. Ze moeten gaan kijken wat er gebeurd in het gebied en op basis daarvan oordelen. Als laatste geven de tuinders aan dat de huidige politiek de feeling met de tuinbouw mist. Uiteraard zijn er ook tuinders die positief naar de gemeente kijken. Dit zijn voornamelijk de tuinders die door bepaalde activiteiten, bijvoorbeeld het aardwarmteproject, vaak bij de gemeente zitten. Zij geven aan dat de gemeente wel degelijk meedenkend is. Zij weten ook de weg naar het gemeentehuis te vinden en daar de juiste persoon te spreken.
Kijk op de gemeente 7
5
Positief Negatief
11
Neutraal Geen mening 25
N.v.t.
7
Figuur 9: Kijk op de gemeente van de tuinders uit het gebied Pijnacker-West.
29
4.1.5
Blokkades en belemmeringen
Het aandeel blokkades en belemmeringen telt zwaar mee bij de overweging van een tuinder om zich te vestigen in het gebied of om op de huidige locatie te blijven en groeien. Zoals is te zien op het cirkeldiagram in figuur 10 zijn er een groot aantal tuinders die blokkades en belemmeringen ervaren met betrekking tot hun bedrijfsvoering. Een groot aantal hiervan zijn ook toekomstgerichte tuinders. Om deze blokkades en belemmeringen te verduidelijken is ervoor gekozen een top 6 belemmeringen op te stellen. Deze ziet er als volgt uit: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De gemeente Burgerwoningen en omwonenden Het Hoogheemraadschap Infrastructuur Opkomende woonwijk/woningbouw Particulieren uit de kernen en de vervroegde gepensioneerden
In de vorige paragraaf, 4.1.4. “Kijk op de gemeente”, is al eerder gesproken over de rol van de gemeente door de ogen van de tuinders. Om deze reden is ervoor gekozen hier in deze paragraaf niet nogmaals op in te gaan. Burgerwoningen en omwonenden worden door de tuinders als potentiële last gezien. Momenteel ervaart men hier nog niet veel hinder van maar wanneer de oude generatie met een achtergrond in de glastuinbouw plaatsmaakt voor de nieuwe ‘stadse’ generatie zonder affiniteit met de glastuinbouw kan dit gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering. Tuinders geven hiervoor zelf al diverse oplossingen. Een mogelijkheid zou kunnen zijn dat bij de verkoop van een burgerwoning in het gebied een contract getekend moet worden. In dit contract staat aangegeven dat men in de omgeving van een kas gaat wonen en daarom -tot op zekere hoogte- geen blokkade mag vormen voor dit bedrijf. Een andere optie is de woningen die niet aan de lintbebouwing grenzen te verplaatsen uit het gebied naar de zogenoemde uitplaats locaties. Als laatste wordt aangegeven dat in deze burgerwoningen vaak nevenactiviteiten plaatsvinden die de glastuinbouw belemmeren in hun groei. Op plaats 3 wordt het Hoogheemraadschap genoemd. De hoge en strenge eisen zijn moeilijk te behappen voor de kleinere tuinders. Hoogheemraadschap vormt een in een verhouding te grote kostenpost. De infrastructuur wordt als vierde belemmering gezien. Tuinders geven aan dat een gebied staat of valt met een goede ontsluiting. Door veel tuinders wordt aangegeven dat de huidige ontsluiting van Pijnacker-West niet volstaat. Door de slechte ontsluiting is het gebied een ‘tweede keus’ locatie geworden voor de vestiging van nieuwe tuinders. De ontsluiting volstaat niet doordat de wegen te smal zijn en een belangrijk gedeelte van de tuinders wordt ontsloten via dorpskernen. Men geeft wel aan dat de komst van de Komkommerweg wel degelijk een verbetering zal zijn voor het glastuinbouwgebied. 30
Het probleem met betrekking tot de opkomende woonwijk en woningbouw wordt vooral aan de randen en het zuidelijke transformatiegebied genoemd. Maar ook aan de rand van de kern Delfgauw komt dit aspect naar voren. Tuinders op deze locaties, voornamelijk het zuidelijke transformatiegebied, weten niet wat ze nu moeten doen. Is het verstandig dat zij afwachten, verkopen, investeren en dergelijke. Op nummer 6 worden de particulieren en vervroegde gepensioneerden benoemd als blokkade. De gesproken tuinders gaven aan dat: ‘Burgers en particulieren hogere rechten hebben dan een ondernemer’ en ‘Gepensioneerden hebben tijd over en zijn altijd opzoek naar problemen’.
Het aantal ondernemers die blokkades/belemmeringen ervaart Ervaart belemmeringen
7 23
11
Ervaart geen belemmeringen Geen mening
14
N.v.t.
Figuur 10: Het aantal tuinders uit het gebied Pijnacker-West die blokkades en belemmeringen ervaren met betrekking tot hun bedrijfsvoering. 4.1.6
Cijfer
Als laatste is aan de mensen gevraagd wat voor een cijfer ze het gebied geven. Daaruit blijkt dat het gebied een gemiddelde van een 6,9 scoort. Tuinders, voornamelijk afkomstig uit de Noordpolder, geven aan dat het erg prettig wonen is in het gebied. De sociale samenhang wordt erg gewaardeerd. Deze samenhang is minder in de Zuidpolder. Maar toch geven de mensen uit de Zuidpolder aan dat het ook erg prettig wonen is in het gebied. De meeste mensen zijn geboren en getogen in Pijnacker en dus ook niet van plan te vertrekken. Veel tuinders hebben aangegeven dat het cijfer verbeterd kan worden door de volgende punten aan te pakken: - Verbeterde ontsluiting - Meedenkende en ondernemende politiek
31
4.2
Bevindingen niet-glastuinbouwondernemers
Naast de tuinders is er ook gesproken met de niet-glastuinbouwondernemers. Hiermee worden de ondernemers bedoeld die geen glastuinbouwbedrijf hebben maar een bedrijf in een andere sector. Uit de gebiedsbeschrijving paragraaf 2.2 “Huidig gebruik van het gebied” blijkt dat er een groot aantal bedrijven in het gebied zijn gevestigd die niet of nauwelijks glastuinbouw gerelateerd zijn. Enkele voorbeelden van deze bedrijven zijn: Vitoterm, Roots Autoservice, de Intratuin, een hovenier, een melkveebedrijf en dergelijke. Ook zij hebben ieder hun ideeën en meningen over het gebied. In totaliteit zijn er 6 niet-glastuinbouwondernemers gesproken. Enkele van hen zijn al eerder genoemd in paragraaf 4.1. “Bevindingen tuinders”, eerder dit hoofdstuk. Zij vielen hier onder de categorie ‘niet van toepassing’. Er is geprobeerd meerdere ondernemers te benaderen maar deze waren onbereikbaar of hadden geen interesse in een gesprek. Er is voor gekozen om in deze paragraaf alleen de punten uit te werken die bruikbaar en van toepassing zijn. 4.2.1
Ondernemersdoelstelling
Er kan worden aangenomen dat van de 6 gesproken ondernemingen, 2 ondernemingen toekomstgericht zijn (Intratuin en Vitotherm). Deze ondernemingen willen doorgroeien. Vitotherm heeft aangegeven op de huidige locatie, qua personeel, nog te kunnen groeien en hier dus (voorlopig) te blijven zitten. De Intratuin heeft aangegeven dat de huidige kavel te klein is. Het detailhandelsbedrijf is opzoek naar een ruimere locatie waar meer parkeergelegenheid aanwezig is. De huidige locatie is 3 hectare. Er wordt gezocht naar een locatie van 3,5 tot 5 hectare. Deze locatie hoeft niet in Pijnacker-West te liggen maar wel in de omgeving daarvan. Verdere eisen aan de locatie zijn een goede aanrij route en het perceel moet gelegen zijn op een zichtlocatie. 4.2.2
Kijk op de gemeente
Ook aan de niet-glastuinbouwondernemers is gevraagd wat de rol van de gemeente is en hoe hun rol zou moeten zijn in hun ogen. Twee niet-glastuinbouwondernemers hebben daar geen mening over. Deze ondernemers reageerden niet of onduidelijk op deze vraag en zijn daarom niet meegenomen in de telling. Twee ondernemers reageerden neutraal. Eén van de ondernemers gaf aan niets of weinig met de gemeente te maken te hebben. De andere ondernemer gaf aan regelmatig met de gemeente te spreken. Hij snapte het ambtelijk proces, maar gaf wel aan dat de gemeente best een mening mag vormen. Verder zou hij het wel kunnen waarderen wanneer de gemeente vaker met tuinders/ondernemers in gesprek zouden gaan of wanneer meer gezamenlijk gebrainstormd wordt.
32
Twee niet-glastuinbouwondernemers kijken negatief naar de gemeente. Eén van hen geeft aan dat de gemeente een keer een knoop moet doorhakken. Hij zit immers al langer dan vijftig jaar met zijn niet-glastuinbouwbedrijf in het transformatiegebied. De ondernemer geeft aan dat de gemeente of zijn bedrijf moet opkopen of de grond een industriefunctie moet geven. De ondernemers geven aan dat de gemeente efficiënter moet gaan werken. Punten moeten eerder worden opgepakt en procedures sneller worden afgerond. Zij geven aan dat de gemeente ervoor moet zorgen dat ze er bovenop zitten, zorg dat de dingen in één keer goed gebeuren zodat er niet later nog eens op terug gekomen moet worden.
4.2.3 Blokkades en belemmeringen De gesproken niet-glastuinbouwondernemers geven aan enkele belemmeringen en blokkades te ervaren met betrekking tot hun bedrijfsvoering. Deze belemmeringen zijn verwerkt in de onderstaande top 3 belemmeringen: 1. Infrastructuur 2. De gemeente 3. Ruimtegebrek De infrastructuur wordt door twee ondernemers benoemd als belemmering. Bekend is dat de Intratuin graag zijn locatie zou willen (wegens ruimtegebrek) verplaatsen naar een locatie waar een goede aanrij route aanwezig is. De Intratuin geeft aan dat op dit moment de aanrij route voor zijn huidige locatie niet goed is. Op drukke dagen levert dit files op. 4.3
Bevindingen omwonenden en natuur- en bewonersverenigingen
Om ook de mening van omwonenden te horen is gesproken met enkele mensen die in het glastuinbouwgebied wonen. Daarnaast ook met bewonersverenigingen van buiten het gebied en natuur- en milieuorganisaties. Personen die in het gebied wonen geven aan weinig problemen te hebben met het glastuinbouwgebied. Zij geven aan hier al langere tijd te wonen en ook niet weg te willen. Met betrekking tot de vraag wat zij graag in het gebieden zouden willen zien in de toekomst, zijn geen relevante ideeën aangedragen. De huidige bewoners in het glastuinbouwgebied ervaren het als prettig wonen. Ook omwonenden (en de bewonersvereniging) van het gebied geven aan weinig hinder van het glastuinbouwgebied te ondervinden. Als enige nadeel wordt het vrachtverkeer bij de kern Delfgauw genoemd. De bewoners hebben al meerdere malen pogingen gedaan om dit verkeer te staken. Zo is er bij de overgang tussen de kern Delfgauw naar het glastuinbouwgebied, bij de Schimmelpenninck van der Oyeweg, een bloembak geplaatst. De bewonersvereniging verwacht dat er een oplossing voor dit probleem komt. Met de komst van de Komkommerweg wordt er door de bewonersverenigingen wel verwacht dat het vrachtverkeer door de kernen af zal nemen.
33
Er is gesproken met de natuur- en milieuvereniging (NMP) uit Pijnacker. Aan hen is gevraagd wat zij graag in het gebied zouden willen zien. Zij gaven aan dat de gemeente een groene lijn, de zogenoemde groenzone langs de Komkommerweg, ‘op de kaart’ had getekend midden door het glastuinbouwconcentratiegebied. In principe een goed punt maar niet realistisch. De natuurvereniging weet dat in dit gebied de glastuinbouw prioriteit heeft en zij verlangen dus ook niet dat deze groenzoom gerealiseerd wordt. Het geld wat hierbij vrijkomt, mag volgens het NMP beter aan andere meer relevante projecten besteedt worden. Ook is het NMP een voorstander van het opwekken van duurzame energie. Wanneer dit echter door middel van windmolens gebeurt, wil het NMP dat de windmolens niet langs de N470 worden geplaatst. Wanneer de windmolens worden geplaatst op een plaats waar er minder hinder wordt ondervonden voor mens en natuur, is het NMP een groot voorstander van dit project.
4.4 Ideeën van tuinders Tijdens de gesprekken met de tuinders en andere betrokkenen zijn ideeën en suggesties aangedragen om bij te dragen aan de ontwikkeling van het gebied. De volgende ideeën en suggesties zijn aangedragen: Ideeën Aanspreekpunt bij de gemeente Gezamenlijke waterberging door tuinders Arbeidspool werklozen Studentenpool voor tuinders Alternatieve energievormen uitbreiden Suggesties Een hogere besluitvaardigheid van de gemeente Meer samenwerking tussen tuinders Herstructurering van de Zuidpolder Nevenactiviteiten en wonen in Pijnacker-West belemmeren In de onderstaande tekst worden de bovenbeschreven ideeën en suggesties op volgorde toegelicht. 4.4.1 Ideeën In de onderstaande tekst worden de ideeën beschreven die zijn aangedragen door tuinders en externe partijen. De ideeën zijn concrete initiatieven die opgezet kunnen worden door tuinders of externe partijen.
34
Aanspreekpunt bij de gemeente Vijfentwintig van de ondervraagde tuinders zijn negatief over het functioneren van de gemeente. Belangrijke onderdelen van deze negatieve houding ten opzichte van de gemeente is dat de tuinders vinden dat de gemeente geen feeling met de glastuinbouw heeft, procedures over te veel schijven gaan en er te weinig besluitvaardigheid is bij de gemeente. Een aanspreekpunt in de vorm van een persoon kan dienen als schakel tussen de tuinders en de gemeente. Het aanspreekpunt kan de wensen en behoeften van zowel de gemeente aan de tuinders en andersom communiceren. Daarnaast kan één aanspreekpunt werken aan het vertrouwen tussen de gemeente en de tuinders, waardoor de relatie tussen gemeente en tuinders verbeterd kan worden. Gezamenlijke waterberging tuinders In het gebied Pijnacker-West zitten veel toekomstgerichte tuinders (aantal:23, zie hoofdstuk 4.4.1.”Ondernemersdoelstelling”). In de glastuinbouw is sprake van schaalvergroting (zie hoofdstuk 2 “Situatiebeschrijving”). Geconcludeerd kan worden dat deze toekomstgerichte glastuinbouwbedrijven in de toekomst zullen uitbreiden qua glasareaal. Wanneer deze tuinders uitbreiden zal er extra water gecompenseerd moeten worden. Doorgaans wordt dit gedaan door een waterbassin op eigen grond te plaatsen. Doordat in het verleden veel nieuwe bedrijven zich in het gebied hebben gevestigd en veel bedrijven zijn samengevoegd tot grotere bedrijven is het gebied mede door de waterbergingen versnipperd, zie figuur 11.
Figuur 11: Waterbassins in de Noordpolder van Pijnacker-West De op de toekomstgerichte bedrijven kunnen door middel van een centrale waterberging een aantal voordelen realiseren. Allereerst kan door middel van een centrale waterberging het eigen (dure) areaal volgebouwd worden met glas. Gemiddeld gaat er 16% aan areaal verloren aan waterberging op het areaal van een tuinder (Noorderkwartier, z.d.).Daarnaast zorgt een centrale waterberging voor meer structuur in het gebied, in tegenstelling tot bassins wat het gebied juist laat versnipperen. Door een betere structuur in het gebied, kunnen de faciliteiten voor tuinders (ontsluiting, mogelijkheden tot uitbreiden) verbeterd 35
worden. Als laatste kan de centrale waterberging eventueel ingepast worden in de natuur, wat de gebiedsuitstraling ten goede komt. Arbeidspool werklozen Veel tuinders hebben te maken met seizoenpieken. Tijdens deze seizoenpieken is er in de tuinbouw meer werk voor handen. Veel tuinders doen tijdens deze seizoenpieken beroep op uitzendkrachten, die veelal afkomstig zijn uit Oost-Europese landen. Eén tuinder heeft het idee aangedragen om tijdens deze seizoenpieken gebruik te kunnen maken van een werklozenpool. De werklozen die in de pool rouleren zijn bij voorkeur afkomstig uit Pijnacker. De pool moet eenzelfde werking hebben als bij een uitzendbureau zodat de tuinders bij het nodig hebben van personeel beroep kunnen doen op deze pool. De tuinders zijn door deze maatregel maatschappelijk verantwoord bezig en kunnen gewoon Nederlands praten op de werkvloer. De gemeente Pijnacker-Nootdorp kan door deze regeling werklozen aan het werk zetten. Studentenpool voor tuinders In het gebied Pijnacker-West wordt door het bedrijven Ammerlaan The Green Innovator en Duijvesteijn Tomaten veel samengewerkt met de hogeschool INHOLLAND en de TU Delft. Door de innovatieve projecten en open houding van deze bedrijven lopen veel studenten stage bij deze bedrijven. In het gebied Pijnacker-West zitten meer van deze gerenommeerde bedrijven, die gebaat zouden zijn bij de kennisinbreng van deze kennisinstellingen. Door middel van een studentenpool kunnen vraag en aanbod van bedrijven en studenten bij elkaar komen. Op een platform zouden onderzoeksopdrachten van bedrijven kunnen worden geplaatst, waar studenten zich vervolgens op in kunnen schrijven. Deze methode maakt het voor de tuinder gemakkelijker om gebruik te maken van de kennis van deze instellingen, waardoor de intensiteit tussen deze kennisinstellingen en het glastuinbouwgebied toeneemt. Alternatieve energievormen uitbreiden In het glastuinbouwgebied zijn twee aardwarmteboringen gedaan door de bedrijven Ammerlaan The Green Innovator en Duijvesteijn Tomaten. Voor beide bronnen geldt dat de capaciteit nog niet volledig benut is. Momenteel levert Ammerlaan The Green Innovator aan acht andere instellingen waaronder een zwembad, een school en tuinbouwbedrijven. Door meer aansluitingen van tuinders op de bronnen kan er een warmteweb ontstaan. Om een warmteweb te realiseren is wel onderzoek noodzakelijk om de warmtebehoefte van de verschillende teelten in kaart te brengen. Naast aardwarmte wordt er door een aantal partijen ook gedacht aan windenergie als alternatieve energievorm. Het windmolenpark zal op een locatie dichtbij het glastuinbouwgebied geplaatst moeten worden. De elektriciteit die de windmolens opwekken kan gebruikt worden in de kassen voor onder andere belichting van de gewassen.
36
4.4.2 Suggesties Naast ideeën zijn er ook suggesties aangedragen om het glastuinbouwgebied verder te helpen ontwikkelen. Door middel van de suggesties wordt het proces aangegeven, en hoe bestaande knelpunten verbeterd kunnen worden. Een hogere besluitvaardigheid van de gemeente Tuinders geven aan dat de besluitvaardigheid van de gemeente verhoogd moet worden. Zij geven aan dat procedures over teveel schijven gaat en er geen duidelijke koers gevaren wordt. Tuinders weten door de besluiteloosheid niet waar ze aan toe zijn en kunnen daardoor niet verder ontwikkelen. Het is van belang dat de gemeente een duidelijke visie heeft en sneller beslist. Als voorbeeld van besluiteloosheid wordt het windmolenproject aangedragen. Er wordt veel over het windmolenproject gesproken maar er wordt geen duidelijkheid over gegeven. Hierdoor stoppen tuinders onnodig veel energie in een project, die ze liever in andere projecten steken. Daarnaast wordt door een aantal tuinders aangegeven dat gemeente Lansingerland en het Westland een burgemeester heeft die feeling met de glastuinbouw heeft. Deze burgemeesters durven als leiders het op te nemen voor de glastuinbouw en een duidelijke koers te varen waar de glastuinbouw een belangrijke rol inneemt. Meer samenwerking tussen tuinders In de Noordpolder is momenteel sprake van samenwerking tussen tuinders door middel van een buurtvereniging. Naast de sociale functie van deze buurtvereniging vinden veel tuinders elkaar ook door middel van de buurtvereniging voor bedrijfszaken. In de Zuidpolder ontbreekt een buurtvereniging. Veel tuinders uit de Zuidpolder geven echter wel aan dat zij zich ook meer willen verenigen. Door middel van een vereniging willen zij ook één geluid laten horen naar externe partijen. Daarnaast kan de samenwerking gebruikt worden om de gebiedskwaliteit te verhogen door bijvoorbeeld parkmanagement. De samenwerking kan vormgegeven worden door alle bedrijven van Pijnacker-West door middel van één vereniging te laten samenwerken. Een andere optie is dat de Noordpolder en Zuidpolder een gescheiden buurtvereniging hebben. Door middel van een afgevaardigde van beide verenigingen kunnen beide buurtverenigingen dan wel overleggen met elkaar. Ook kunnen deze afgevaardigden gebruikt worden om te overleggen met andere glastuinbouwgebieden uit Pijnacker, maar ook het Westland en Lansingerland. Herstructurering Zuidpolder De Zuidpolder heeft veel versnipperde kavels, hiermee worden de vele kleine loze ruimtes en de diversiteit in functies bedoeld. Deze versnipperde kavels kunnen toekomstige groei van bedrijven in de weg staan. Door de beperkte mogelijkheid voor uitbreiding zijn tuinders sneller geneigd om weg te trekken naar een gebied waar deze uitbreiding wel plaats kan vinden. De onderstaande figuur, figuur 12, geeft de Zuidpolder weer, waarop te zien is dat voornamelijk rond de Schimmelpennick van der Oyeweg en de Overgauwseweg zich veel versnipperd glas bevindt. 37
Figuur 12: Versnipperd glas in de Zuidpolder van Pijnacker-West
Tuinders kunnen in samenwerking met de gemeente een oplossing zoeken voor herstructurering. Tuinders kunnen dit doen door meerdere bestaande kassen op te kopen voor één groot aantrekkelijk kavel. De gemeente kan bijvoorbeeld in samenwerking met het hoogheemraadschap meehelpen met herstructureren door het mogelijk maken om sloten tussen de kavels te dempen en alternatieve waterplaatsen te realiseren voor watercompensatie. Uit de gesprekken met eigenaren van kleine (lege) kassen is gebleken dat zij hun kassen wel willen verkopen, maar dit niet openbaar vermelden omdat ze dan een waardedaling van grond verwachten. Veel actieve tuinders zijn niet op de hoogte van deze zogenaamde stille verkoop. Door een vertrouwenspersoon van de gemeente of een externe partij, kunnen deze partijen bij elkaar komen. De vertrouwenspersoon zou dan moeten dienen als intermediair tussen de niet-actieve en actieve tuinders. Dit kan het proces van herstructurering versnellen. Nevenactiviteiten belemmeren in Pijnacker-West In de Zuidpolder zijn veel nevenactiviteiten naast de glastuinbouw ontstaan. Naast glastuinbouw is er onder andere een dierenarts, een machinebedrijf voor tuinbouw, een autogarage en een paardenbak in het glastuinbouwgebied aanwezig. Daarnaast zijn er veel oude bedrijfswoningen in het gebied aanwezig die inmiddels functioneren als burgerwoning. Door de tuinders worden deze nevenactiviteiten als een bedreiging voor de ontwikkeling van de glastuinbouw gezien. Door de nevenactiviteiten ontstaan er meerdere belangen in het gebied, die de glastuinbouw in haar groei kan remmen. Dit kan bijvoorbeeld doordat uitbreiding van glas niet mogelijk is, omdat er nevenactiviteiten op een perceel plaatsvinden.
38
Door de bestemming duurzame glastuinbouw op het gebied Pijnacker-West is door de gemeente duidelijk gekozen voor de ontwikkeling van de glastuinbouw in dit gebied. Het is van belang voor de ontwikkeling van het gebied dat de gemeente handhaaft op deze regels. Nieuwe nevenactiviteiten moeten daarbij worden verboden en de huidige nevenactiviteiten moeten,voor zover mogelijk, worden teruggedrongen.
39
5. Potenties van het gebied Uit het voorgaande hoofdstukken is gebleken dat veel stakeholders potentie zien in het gebied Pijnacker-West. Om deze potenties op te stellen is gebruik gemaakt van een SWOTanalyse. Deze analyse geeft in een overzicht weer wat de sterktes en zwaktes en kansen en bedreigingen van het glastuinbouwgebied Pijnacker-West zijn. De input voor deze SWOTanalyse komt voor een groot deel uit de verschillende gesprekken die gevoerd zijn en eigen bevindingen die naar voren gekomen zijn na de bezoeken aan de tuinders en het gebied. Deze SWOT dient als overzicht voor de gemeente Pijnacker-Nootdorp waarop men in een oogopslag verbeterpunten en kansen kan zien voor het gebied. 5.1 SWOT analyse In de onderstaande SWOT analyse worden de sterktes en zwaktes en kansen en bedreigingen van het gebied beschreven. In paragraaf 5.2 worden deze toegelicht. Sterktes S1: Centrale ligging van het gebied Pijnacker-West S2: Derde grootste tuinbouwgemeente van Nederland S3: Veel duurzame en innovatieve initiatieven uitgevoerd S4: Relatief jonge en toekomstgerichte tuinders S5: Bedrijven groter dan gemiddeld in Nederland S6: Bestemming duurzame glastuinbouw S7: Sociale cohesie S8: Bestaande samenwerking Zwaktes Z1: Logistiek en ontsluiting Z2: Tuinders en gemeente niet op een lijn Z3: Versnippering Z4: Uitbreidingsmogelijkheid Z5: Veel woningen en nevenactiviteiten in het glastuinbouwgebied Z6: Woonwijken in nabije omgeving Kansen K1: Samenwerking K2: Mechanisatie steeds moderner en beter K3: Herstructurering K4: Veel innovatieve en duurzame initiatieven / ideeën Bedreigingen B1: Economische crisis B2: Woningbouw B3: Fusie tussen gemeentes B4: Wegtrekken naar andere gebieden/ buitenland 40
5.2 Toelichting op de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen In de onderstaande paragraaf worden de bovengenoemde sterktes en zwaktes en kansen en bedreigingen toegelicht. Deze toelichting is deels afkomstig van de informatie uit de eerder beschreven hoofdstukken. Om deze reden is het mogelijk dat deze toelichting overeenkomsten bevat met de eerder verstrekte informatie. 5.2.1
Toelichting sterktes
Centrale ligging van het gebied Pijnacker-West Het glastuinbouwgebied Pijnacker-West is centraal gelegen ten opzichte van de distributiekanalen van de tuinbouwsector. Het gebied ligt in de nabijheid van het Westland en Aalsmeer, waar de kern van de tuinbouw gevestigd is. Dit biedt onder andere veel logistieke voordelen. Derde grootste tuinbouwgemeente van Nederland Pijnacker-Nootdorp is de derde grootste tuinbouwgemeente van Nederland op basis van het aantal hectares glasareaal. Door de grootte van tuinbouw in Pijnacker–Nootdorp zijn er veel gerelateerde bedrijven gevestigd in het gebied, waardoor een glastuinbouwcluster is ontstaan. Dit cluster is noodzakelijk voor de doorontwikkeling van de glastuinbouwbedrijven. Daarnaast heeft de glastuinbouw een belangrijke economische waarde voor de gemeente, waardoor het beleid van de gemeente en de bewoners vanuit Pijnacker meer rekening houden met de glastuinbouw dan in gemeenten waar de glastuinbouw geen grote rol inneemt. Veel duurzame en innovatieve initiatieven uitgevoerd In het gebied spelen momenteel al veel duurzame en innovatieve initiatieven. Zo is er in het gebied een OCAP-leiding (voor uitleg zie hoofdstuk 2 “Situatiebeschrijving”) aanwezig en zijn er boringen gedaan naar aardwarmte. Deze initiatieven geven het gebied een duurzaam en innovatief karakter. Relatief jonge en toekomstgerichte tuinders Het wordt steeds moeilijker voor tuinders om een opvolger te vinden. Dit met gevolg dat tuinbouw Nederland bestaat uit een grote groep ‘oudere’ tuinders waarbij de investeringskracht op een laag pitje staat. In vergelijking met Nederland heeft Pijnacker-West relatief veel jonge en toekomstgerichte tuinders. Hiermee wordt bedoeld dat deze tuinders relatief jong zijn en een toekomst zien in de glastuinbouwsector. Om deze reden zal de sector een belangrijke plek behouden in het gebied en zullen duurzame en innovatieve initiatieven worden uitgevoerd. Bedrijven groter dan gemiddeld in Nederland Het is een zware tijd voor tuinbouw Nederland. Om het hoofd boven water te houden zijn tuinders genoodzaakt om aan schaalvergroting te doen om de productiekosten te reduceren. Pijnacker heeft qua oppervlakte gemiddeld grotere bedrijven dan landelijk gezien. Dit geeft de glastuinbouw in Pijnacker een goede uitgangspositie om de crisis te lijf te gaan. 41
Bestemming duurzame glastuinbouw Het gebied Pijnacker-West heeft als bestemming ‘duurzame glastuinbouw’. Dit wil zeggen dat de glastuinbouw centraal staat in het glastuinbouwgebied. Doordat het gebied deze bestemming heeft is het aantrekkelijk voor tuinders om in het gebied uit te breiden. Deze bestemming geeft de tuinders onder andere de mogelijkheid om kassen naar de modernste eisen te bouwen. Sociale cohesie De sterke sociale cohesie, voornamelijk in de Noordpolder, draagt bij aan een prettig leef- en werkbaar gebied. Mensen ontmoeten elkaar regelmatig, weten daardoor wat er speelt in het gebied en weten elkaar te vinden. Deze sociale waarde is zeer belangrijk voor de tuinders om bij uitbreiding te blijven in het gebied of zich elders te vestigen. Daarnaast heeft de sociale cohesie ook aantrekkingskracht op tuinders van buiten het gebied. Bestaande samenwerking In het gebied Pijnacker-West is sprake van enkele samenwerkingsverbanden. Zo is er in de Noordpolder een buurtvereniging actief. Zij doen onder andere gezamenlijk aan parkmanagement. Enkele andere vormen van samenwerking die plaats vinden in het gebied zijn: clustervorming voor de komst van de windmolens, het aardwarmteproject en waterberging. Deze samenwerkingsverbanden worden erg gewaardeerd waardoor het gebied een hogere beoordeling krijgt. 5.2.2
Toelichting zwaktes
Logistiek en ontsluiting De ontsluiting in het gebied Pijnacker-West is nog niet optimaal. Het vrachtverkeer komt momenteel via de kern Delfgauw of de Overgauwseweg het gebied binnen. Dit levert niet alleen overlast aan de aanwonenden van deze wegen maar zorgt ook voor gevaarlijke situaties. De wegen zijn vrij smal en het vrachtverkeer kan elkaar niet tot moeilijk passeren terwijl automobilisten, (brom)fietsers en voetgangers ook gebruik maken van deze wegen wat soms tot gevaarlijke situaties leidt. Ontsluiting wordt als één van de belangrijkste punten gezien om zich te vestigen in een gebied. Tuinders en gemeente niet op een lijn Op het moment is de band tussen de tuinders en de gemeente niet optimaal. Tuinders missen betrokkenheid en slagvaardigheid in procedures. Verder bestaat er onduidelijk over de aanwezige transformatiegebieden. Door deze onduidelijkheid hebben de tuinders geen duidelijkheid of er doorontwikkeld kan worden of niet. De gemeente geeft aan vroegtijdig te willen weten wat er speelt in het glastuinbouwgebied, zodat ze daar op in kunnen spelen. Door een gebrek aan communicatie kunnen de wensen van beide partijen niet worden ingevuld.
42
Versnippering Voornamelijk het zuidelijke gedeelte van het glastuinbouwgebied is erg versnipperd. In dit gebied zitten veel kleine bedrijven in combinatie met burgerwoningen en woningen met een nevenactiviteit. Deze diversiteit aan functies en verschillende belangen op een kleine ruimte leveren belemmeringen met betrekking tot de bedrijfsvoering van de toekomstgerichte tuinders. Uitbreidingsmogelijkheid De versnippering aan functies in de Zuidpolder staan de uitbreidingsmogelijkheden van toekomstgerichte tuinders in het gebied in de weg. Door de veelheid van kleine (glastuinbouw)bedrijven, woningen en nevenactiviteiten zijn er veel verschillende belangen in het gebied. Bij uitbreiding van grotere glastuinbouwbedrijven is het moeilijk om al deze belangen op één lijn te krijgen. Veel woningen en nevenactiviteiten in het glastuinbouwgebied Het gebied Pijnacker-West kent een diversiteit aan functies. Niet alleen de glastuinbouw kent een plek in het gebied maar ook wonen en andere nevenactiviteiten komen hier voor. Deze overige activiteiten worden als potentiële last gezien. Momenteel bewonen de oude tuinders generatie nog deze woningen maar zodra een nieuwe ‘stadse’ generatie zonder affiniteit met de tuinbouw de woningen betrekt kan dit voor grote belemmeringen in de bedrijfsvoering van de tuinders zorgen. Woonwijken in nabije omgeving Het glastuinbouwgebied Pijnacker-West is ingesloten tussen de kernen Pijnacker en Delfgauw. Beide kernen groeien nog steeds en daardoor worden er meer woningen in nabijheid van het glastuinbouwgebied geplaatst. Door de veelheid van bewoners rondom het glastuinbouwgebied is het mogelijk dat de bewoners zich gehinderd voelen door de activiteit van de glastuinbouwers in de buurt. Bewoners kunnen hier over gaan klagen en eventueel procederen. 5.2.3
Toelichting kansen
Samenwerking Samenwerking wordt een steeds belangrijker aspect binnen de glastuinbouwsector. Momenteel werken er in het gebied al enkele tuinders samen maar er moet gestreefd worden naar algehele samenwerking in het glastuinbouwgebied. Op deze manier kunnen tuinders samen een vuist vormen en meer bereiken. Door te zorgen voor goede communicatie en samenwerking met de gemeente kan eerder worden ingespeeld op initiatieven en ideeën. De gemeente kan de ideeën en initiatieven ondersteunen door deze naar buiten toe te communiceren. Ook kan de gemeente eventueel lobbyen op landelijk niveau en Europees niveau voor eventuele subsidies.
43
Ook samenwerking met betrekking tot kennisinstellingen biedt kansen voor het gebied Pijnacker-West. Op deze manier komen innovaties, specialisten en jong talent het gebied binnen. Innovaties die in de ‘naaste omgeving’ worden ontwikkeld worden eerder overgedragen naar haar omgeving. Kennis geeft een gebied een extra boost en toekomstperspectief. Mechanisatie steeds moderner en beter De glastuinbouwsector is een innovatieve sector waarin de mechanisatie steeds beter en efficiënter wordt. De komst van moderne mechanisatie biedt verlichting in de bedrijfsvoering van tuinders en zorgt (meestal) voor een afname in het aantal werknemers. Mechanisatie vraagt soms om grote aanpassingen aan het bedrijf of de bedrijfsvoering maar dit wordt gecompenseerd door de daling in de kostprijs. Daling in de kostprijs is essentieel voor de concurrentie van de glastuinbouw met het buitenland. Herstructurering Door het gebied Pijnacker-West te herstructureren zal het gebied aantrekkelijk worden gemaakt voor de huidige tuinders om er te blijven en te groeien maar ook voor nieuwe tuinders om zich in het gebied te vestigen. De huidige kleine kavels, de versnipperde bedrijven en de menging van functies zal hierdoor worden tegengegaan en op deze manier worden grote vooruitstrevende kavels gerealiseerd. Veel innovatieve en duurzame initiatieven / ideeën In het gebied zijn momenteel al veel duurzame en innovatieve initiatieven gerealiseerd. Echter is het zo dat er nog veel ideeën spelen voor de aanvulling van de initiatieven. Een voorbeeld hiervan is het warmteweb. Op deze manier kunnen (alle) bedrijven worden aangesloten bij dit netwerk en kan duurzaam worden omgegaan met de aardwarmte. Ook de komst van windmolens zal een boost geven aan het duurzaamheidskarakter van het gebied. Een gebied waarin veel innovatieve en duurzame ideeën spelen is een leefbaar gebied, wat interessant is voor nieuwkomers. 5.2.4
Toelichting bedreigingen
Economische crisis Het is een zware tijd voor de tuinbouwsector. Door de kapitaalintensieve investeringen die zijn gedaan voor de aanvang van de crisis hebben veel glastuinbouwbedrijven een hoge schuld bij de bank uitstaan. Het belangrijkste gedeelte van deze investeringen bestaat uit de aankoop van gronden, welke voor de aanvang van de crisis (2008) zich op recordhoogte bevonden. Momenteel zijn de grondprijzen gekelderd, waardoor veel tuinders overgefinancierd zijn. Daarbij is er sprake van een tegenvallende vraag en door het nog steeds hoge aanbod, is er ook sprake van lage prijzen.
44
Deze ontwikkelingen hebben ervoor gezorgd dat 25 procent van de glastuinbouwbedrijven onder bijzonder beheer bij de banken staan. (Reijn, 2012) Dit houdt in dat de glastuinbouwbedrijven nauw met deze bedrijven samenwerken om het glastuinbouwbedrijf weer gezond te maken. Op basis van deze laatste ontwikkelingen wordt er verwacht dat 33 procent van de glastuinbouwbedrijven zal afvallen. Woningbouw Zie paragraaf 5.2.2 “Toelichting zwaktes”, woonwijken in nabije omgeving. Fusie tussen gemeentes In bestuurlijk Nederland staat het onderwerp ‘fusering van gemeenten’ centraal. Minister Plasterk streeft naar samenwerken en nog liever opschaling van gemeenten om zo 100.000+ gemeenten te realiseren. Deze fusering zal betekenen dat Pijnacker-Nootdorp zal moeten gaan samenwerken met andere gemeenten, waardoor het belang van de glastuinbouwsector en daarmee het belang van het gebied Pijnacker-West kan dalen. De glastuinbouwsector zal dan immers in verhouding een minder groot aandeel in de economie van deze gemeenten nemen. Wegtrekken naar andere gebieden/buitenland Belemmeringen in de bedrijfsvoering zorgen voor het vertrek van tuinders naar andere gebieden of extremer naar het buitenland. Wanneer tuinders veel belemmeringen ervaren in hun bedrijfsvoering door bijvoorbeeld het missen van steun bij de huidige politiek zijn zij eerder geneigd te verkassen naar een ander gebied waar de politiek ondernemender en meedenkender is. De steeds hoger wordende kostprijs in Nederland zorgt ervoor dat men genoodzaakt is hun bedrijfsvoering naar het buitenland te verplaatsen.
5.3
Confrontatiematrix
In de voorgaande paragraven zijn sterktes en zwaktes en kansen en bedreigingen naar voren gekomen. In de confrontatiematrix worden de belangrijkste sterktes en zwaktes en kansen en bedreigingen van het gebied in een matrix van vier velden, namelijk een veld met de potentie om te groeien, de potentie om te verbeteren, potentie om te verdedigen en potentiële problemen tegenover elkaar gezet. Per veld worden strategieën uitgewerkt door factoren met elkaar te combineren. Met deze strategieën wordt bepaald hoe de kansen/potenties voor het gebied Pijnacker-West zo optimaal mogelijk benut kunnen worden en hoe de bedreigingen kunnen worden geneutraliseerd.
45
Sterktes
Zwaktes
S1: Centrale ligging van het gebied Pijnacker-West S2: Derde grootste tuinbouwgemeente van Nederland S3: Veel duurzame en innovatieve initiatieven uitgevoerd S4: Relatief jonge en toekomstgerichte tuinders S5: Bedrijven groter dan gemiddeld in Nederland S6: Bestemming duurzame glastuinbouw S7: Sociale cohesie S8: Bestaande samenwerking
Z1: Logistiek en ontsluiting Z2: Tuinders en gemeente niet op een lijn Z3: Versnippering Z4: Uitbreidingsmogelijkheid Z5: Veel woningen en nevenactiviteiten in het glastuinbouwgebied Z6: Woonwijken in nabije omgeving
Kansen
Potentie om te groeien
Potentie om te verbeteren
K1: Samenwerking K2: Mechanisatie steeds moderner en beter K3: Herstructurering K4: Veel innovatieve en duurzame initiatieven / ideeën
SK1: Enkele tuinders werken al samen in het gebied Pijnacker-West. Omdat het gebied een centrale ligging heeft, de derde grootste tuinbouwgemeente van Nederland is, veel jonge en toekomstgerichte tuinders bevat en de sociale cohesie er goed is biedt deze samenwerking nog veel meer mogelijkheden. (S1,S2,S4,S8,K1)
ZK1: Door het herstructureren van het gebied kan de aanwezige logistiek en ontsluiting worden verbeterd. (Z1, K3)
SK2: De aanwezige glastuinbouwbedrijven in Pijnacker-West zijn groter dan de gemiddelde bedrijven in Nederland. Willen deze bedrijven blijven groeien is herstructurering noodzakelijk. (S4,S5,K3)
ZK3: Herstructurering zal versnippering, woningen en nevenactiviteiten in het gebied tegengaan en zal uitbreidingsmogelijkheden bieden. (Z3,Z4,Z5, K3)
ZK2: Wanneer tuinders gaan samenwerken met de gemeente kunnen zij op een lijn komen. (K1, Z2)
SK3: In het gebied spelen al veel duurzame en innovatieve initiatieven, maar omdat relatief veel tuinders in het gebied jong en toekomstgericht zijn zullen deze initiatieven toenemen. (S3,S4,K4) SK4: De mechanisering op glastuinbouwbedrijven wordt steeds moderner en beter, de bestemming duurzame glastuinbouw biedt ruimte voor de toepassing daarvan in de kassen. (K2,S6) Bedreigingen
Potentie om te verdedigen
Potentiële problemen
B1: Economische crisis B2: Woningbouw B3: Fusie tussen gemeentes B4: Wegtrekken naar andere gebieden / buitenland
SB1: Belemmeringen kunnen ervoor zorgen dat tuinders wegtrekken uit het gebied. Maar de goede ligging en grootte van het gebied, het duurzame bestemmingsplan en de goede sociale cohesie moeten dit voorkomen. (S1, S2, S6, S7, B4)
ZB1: Door de minder goede logistiek en ontsluiting, versnippering en geen uitbreidingsmogelijkheden bestaat de kans dat tuinders wegtrekken uit het gebied. (Z1, Z3, Z4, Z5, B4)
SB2: De huidige economische crisis zorgt ervoor dat veel tuinders het erg zwaar hebben. Doordat de tuinders in het gebied relatief jong en toekomstgericht zijn en de bedrijven gemiddeld groter dan in Nederland kan men zich staande houden. (B1, S4, S5) SB3: Momenteel staan er in het glastuinbouwgebied veel burgerwoningbouw maar door een goed bestemmingsplan gericht op de tuinbouw zal dit afnemen. (B2, S6)
ZB2: Doordat tuinders en de gemeente niet op een lijn liggen bestaat de kans dat tuinders wegtrekken naar gebieden waar de gemeente meer feeling heeft met de glastuinbouw. (Z2, B4) ZB3: Mensen in het gebied, vooral in het transformatiegebied, moeten rekening houden met woningbouw op korte termijn en weten daardoor niet wat ze momenteel moeten doen. (Z6, B2)
46
5.4 Themakeuze Alle bovengenoemde strategieën voldoen aan een bepaald thema. Deze zijn gestructureerd in de onderstaande tabel, tabel 5 ‘’Thema indeling aan de hand van de SWOT en confrontatiematrix’’. Deze thema’s worden getoetst waaruit vijf thema’s voor het werkatelier naar voren komen. Thema’s 1. Samenwerking 2. Wonen in het glastuinbouwgebied PijnackerWest 3. Herstructurering, groei, grote kavels, logistiek en ontsluiting 4. MVO (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) 5. Tuinders en de gemeente 6. Crisis
Strategieën SK1, SB1, ZK2 SB3, ZK3, ZB3
Toetsing III III
SK2, ZK1, ZK3, ZB1
IV
SK3
I
SK4, ZK2, SB1, ZB2 SB2
IV I
Tabel 5: Thema indeling aan de hand van de SWOT en confrontatiematrix Uit de toetsing van deze thema’s komt naar voren dat de thema’s: 1,2,4 en 5 vaak terug komen in de opgestelde strategieën. De thema’s 3 en 6 komen beide maar één keer naar voren. Maar omdat er geen invloed uitgeoefend kan worden op de (huidige) crisis is ervoor gekozen dit thema buiten beschouwing te laten. De volgende thema’s zijn tijdens het werkatelier behandeld. 1. 2. 3. 4. 5.
Samenwerking Wonen in het glastuinbouwgebied Pijnacker-West Herstructurering, groei, grote kavels, logistiek en ontsluiting Maatschappelijk verantwoord ondernemen Tuinders en de gemeente
Voor een uitwerking van deze thema’s, zie bijlage D.
47
6. Werkatelier Op dinsdagavond 18 juni heeft aan de Overgauwseweg 6, bij de familie Lekkerkerk, een werkatelier plaatsgevonden. Hierbij was een geselecteerd gezelschap aanwezig, namelijk:
6 Personen, inclusief wethouder, vanuit de gemeente Pijnacker-Nootdorp; 5 Personen vanuit de Has Hogeschool; 3 Personen vanuit de LTO Noord Glaskracht; 2 Overige betrokkenen van het gebied; 24 Tuinders.
Helaas waren 2 tuinders verhinderd en was er weinig interesse vanuit de omwonenden en natuur- en bewonersverenigingen. Daarentegen kwamen 5 personen die van het werkatelier gehoord hadden uit interesse deze avond bijwonen. Het doel van deze avond was: ‘’mensen enthousiasmeren, bij elkaar brengen en energie los krijgen in het gebied’’. Voor deze avond was het volgende programma opgesteld: Allereerst werd de avond geopend door wethouder van Egmond. Vervolgens nam een van de studenten het woord en werd het programma van de avond doorgenomen. Er werd kort ingegaan op de landelijke trends in de tuinbouwsector ten opzichte van Pijnacker-Nootdorp. Vervolgens is toegespitst op de bevindingen die uit de gesprekken naar voren zijn gekomen. Ook de concrete ideeën die tijdens de gesprekken naar voren zijn gekomen zijn hier vermeld. Daarna is toegespitst op vier scenario’s. Deze scenario’s zijn opgesteld met als doel de genodigden uit de waan van de dag te halen en te prikkelen om na te denken over de toekomst van Pijnacker-West. Er is toegespitst op twee assen: afvinken en aanvonken, ook wel de rol van de gemeente, en individueel tegenover samenwerking, ook wel de rol van de tuinders. Aan de hand van deze kruistabel zijn vier scenario’s voor Pijnacker-West in 2023 naar voren gekomen welke in bijlage E staan beschreven. Na deze scenario’s zijn de genodigden opgedeeld in vijf werkgroepen. Iedere werkgroep heeft een thema, welke uit de confrontatiematrix (zie hoofdstuk 5 ‘’Potenties van het gebied’’) naar voren zijn gekomen, behandeld. De conclusies per thema zijn gepresenteerd aan de rest van de genodigden. Daarna is de avond afgesloten met een netwerkborrel. De conclusies van deze thema’s staan beschreven in hoofdstuk 7, “Thema’s voor de toekomst’’.
48
7. Thema’s voor de toekomst Gedurende het werkatelier is in werkgroepen ingegaan op de verscheidene thema’s. Hieruit zijn door de aanwezigen op deze avond mogelijke oplossingen/ aanbevelingen aangedragen, die als input worden gebruikt om een ideaalbeeld voor het glastuinbouwgebied Pijnacker-West te schetsen. 7.1 Samenwerking In dit gedeelte wordt beschreven wat de ideaalsituatie bij samenwerking zou zijn. Thema’s voor de toekomst om deze samenwerking tot stand te laten komen zijn:
’Wij gevoel’’ creëren Spreekbuis voor externe partijen Gemeenschappelijke projecten oppakken Sparren van bedrijven
Door deze thema’s voor de toekomst te realiseren zal in het gebied Pijnacker-West een goede samenwerking plaatsvinden tussen tuinders, de gemeente en overige betrokkenen door middel van een buurtvereniging / stichting. Een groot gedeelte van de tuinders in het gebied zal hierbij zijn aangesloten en maken gezamenlijk vele initiatieven mogelijk. Ook zal de sociale cohesie erg worden versterkt door deze buurtvereniging / stichting en zullen de ondernemers graag in Pijnacker-West blijven ondernemen, en nieuwe ondernemers worden aangetrokken. Procedures kunnen versneld worden en projecten kunnen sneller gerealiseerd worden. Dit doordat externe partijen zoals de gemeente en het hoogheemraadschap duidelijker hebben wat de tuinders in het gebied willen. De externe partijen hoeven door samenwerking minder in onderhandeling met een individuele tuinder, waardoor er meer tijd besteedt kan worden aan de gemeenschappelijke wensen van de glastuinbouw in het gebied. De gemeente kan door één stem van de glastuinbouw beter lobbyen op nationaal niveau en Europees niveau voor bijvoorbeeld subsidies. Ideeën uit de discussie -
Buurtvereniging opzetten in de Zuidpolder door ondernemers Bijeenkomsten organiseren voor tuinders en afgevaardigden van de gemeente en overige betrokkenen door de ondernemers
49
7.2 Wonen in het glastuinbouwgebied Pijnacker-West Gedurende het werkatelier is het bovenstaande thema aan bod gekomen. Uit deze gesprekken zijn verscheidene problemen/oplossingen aangedragen die verder zijn uitgewerkt in thema’s voor de toekomst . Deze thema’s zijn:
Glastuinbouw staat centraal (Burger)woningen uit het gebied Wederzijds begrip tussen tuinders en bewoners Ruimte om te ondernemen
Wanneer met de bovenstaande thema’s aan de slag wordt gegaan zal Pijnacker-West een gebied worden waarin de glastuinbouw centraal staat. Daarnaast is een groot gedeelte van de aanwezige burgerwoningen, in de Zuidpolder, verdwenen. Alleen aan de lintbebouwing staan nog woningen maar van deze bewoners wordt weinig hinder ervaren. Mensen in deze woningen weten exact wat er gebeurt in het gebied, mogen altijd een kijkje komen nemen in de bedrijven en snappen de bedrijfsvoering van de ondernemers. Deze goede communicatie en daarbij opgestelde contracten zorgen voor een goede samenwerking tussen tuinders en bewoners. Ideeën uit de discussie - Contract opstellen voor burgerwoningen in Pijnacker-West in samenspraak met alle betrokkenen - Uitplaatsing van burgerwoningen mogelijk maken en beperken van nevenactiviteiten bij burgerwoningen te realiseren door de gemeente - Behoud van de economische eenheid van een glastuinbouwbedrijf met een bedrijfswoning door de ondernemers - Het optimaliseren van de band en communicatie tussen de tuinders en omwonenden
50
7.3 Herstructurering, groei, grote kavels, logistiek en ontsluiting Tijdens de bevindingen en het werkatelier zijn thema’s voor de toekomst besproken wat betreft herstructurering, groei, grote kavels, logistiek en ontsluiting. Deze onderwerpen zullen ervoor zorgen dat een ideaalsituatie bereikt kan worden wat betreft dit thema. De thema’s voor de toekomst zijn:
Glastuinbouw staat centraal Goede logistiek en ontsluiting Optimaal ruimtegebruik
Wanneer aan deze thema’s voor de toekomst zal worden gewerkt zal Pijnacker-West volledig benut worden door de glastuinbouwsector. Kleine bedrijven, die vooral voor de hobby of voor nevenactiviteiten gebruikt worden, en burgerwoningen zullen niet meer bestaan in dit glastuinbouwgebied. Door het verdwijnen van deze versnipperde kavels is er ruimte gemaakt voor grote aantrekkelijke kavels waardoor de toekomstgerichte tuinder kan groeien binnen het gebied. Deze kavels bieden niet alleen een meerwaarde voor de al aanwezige tuinders, maar er ontstaat ook ruimte voor tuinders van buiten het gebied die zich op deze aantrekkelijke kavels willen vestigen. Binnen het gebied zijn de vele verschillende belangen afgenomen en geldt er één gezamenlijk belang, namelijk:de glastuinbouwsector. Om de ruimte in het gebied zo goed mogelijk te benutten is er sprake van gezamenlijk ruimtegebruik, zoals bijvoorbeeld een gezamenlijke wateropslag. Verder is het gebied goed ontsloten waardoor het gebied aantrekkelijk en veilig is voor iedereen. Ideeën uit de discussie -
-
Contract opstellen voor burgerwoningen in Pijnacker-West in samenspraak met alle betrokkenen Uitplaatsing van burgerwoningen mogelijk maken en beperken van nevenactiviteiten te realiseren door de gemeente Gezamenlijk ruimtegebruik realiseren door ondernemers Oprichten van een procesondersteuningsteam door één ondernemer, één persoon vanuit de gemeente en één derde partij die kennis heeft van de glastuinbouwsector Eenduidig beleid voeren vanuit de gemeente waarmee enerzijds de glastuinbouwfunctie van het gebied wordt onderschreven en anderzijds de sector te faciliteren.
51
7.4. Maatschappelijk verantwoord ondernemen Thema’s voor de toekomst wat betreft maatschappelijk verantwoord ondernemen die zijn aangedragen tijdens het werkatelier zijn:
Onafhankelijkheid verkrijgen Economische winst Bijdragen aan de maatschappij
Wanneer aan deze thema’s wordt gewerkt krijgt het glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West een grote meerwaarde en een goed imago. Door maatschappelijk verantwoord ondernemen ontstaat een duurzaam ondernemersklimaat wat gericht is op ondernemen op de lange termijn. Ook ontstaat er onafhankelijkheid; door bijvoorbeeld een warmteweb en aansluiting op CO2. Op deze manier is Pijnacker-West niet afhankelijk van externe partijen maar voorziet het gebied zichzelf in warmte. Ook zijn zij onafhankelijk wat betreft prijsschommelingen bij het inkopen van onder andere energie. Eerdere investeringen kunnen sneller worden terugverdiend wanneer gezamenlijk aan maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt gedaan. Ideeën uit de discussie -
-
Inventariseren wie binnen Pijnacker-West wil meewerken aan gezamenlijk maatschappelijk ondernemen en in kaart brengen wat hun energie en warmtebehoefte is door de ondernemers zelf of een stagiaire Samenwerken met kennisinstellingen door ondernemers Mogelijkheid van aanleg van een warmteweb door tuinders tezamen met de gemeente
52
7.5 Tuinders en de gemeente Tijdens het werkatelier is ingegaan op de relatie tussen de tuinders en de gemeente. Hieruit bleek dat er nog veel kon worden verbeterd. Deze punten zijn verder uitgewerkt in thema’s voor de toekomst:
Goede samenwerking tussen gemeente en tuinders Goede samenwerking tussen ondernemers Eén aanspreekpunt bij de gemeente
In het ideaalbeeld is het gebied Pijnacker-West een gebied waarbij tuinders nauw contact hebben met de gemeente. Op deze manier weet de gemeente waar ondernemers mee bezig zijn en kunnen daar vroegtijdig met betrekking tot hun beleidsstukken op in spelen. Ondernemers weten wat wel en niet kan en weten de juiste persoon op het gemeentehuis te vinden. Deze persoon luistert niet alleen naar de ondernemers maar begeleidt hen ook gedurende de procedureaanvraag, deze persoon is meedenkend, ondernemend en heeft affiniteit met de glastuinbouwsector. Ideeën uit de discussie
Organiseren van jaarlijks een of twee bijeenkomsten waarbij de tuinders en de gemeente brainstormen over de ontwikkeling van het gebied Oprichten van een buurtvereniging in de Zuidpolder door de ondernemers Oprichten van één aanspreekpunt voor de glastuinbouw bij de gemeente Oprichten van een procesondersteuningsteam door één ondernemer, één persoon vanuit de gemeente en één derde partij die kennis heeft van de glastuinbouwsector
53
8. Conclusie en aanbevelingen In deze conclusie/aanbeveling wordt het antwoord op de onderstaande vraag nog eens kort samengevat. Deze vraag luidt: ‘’Hoe kan het glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West zich op een duurzame, innovatieve en energieke wijze ontwikkelen naar 2040, waarin samenwerking centraal staat?‘’ Situatie in het gebied De glastuinbouw in Pijnacker-Nootdorp heeft een goede uitgangspositie om zich te ontwikkelen tot een modern glastuinbouwgebied. De belangrijkste redenen voor deze goede uitgangspositie is de relatief jonge leeftijd van de tuinders en het feit dat het gebied voorloopt op de ontwikkeling van schaalvergroting. Daarnaast bevindt PijnackerNootdorp zich op goed bereikbare afstand van de belangrijkste glastuinbouwgebieden Westland en Aalsmeer. Het gebied Pijnacker-West heeft daarnaast met twee aardwarmteboringen en een OCAP-faciliteit veel potentie om zich duurzaam te ontwikkelen. Bevindingen Van de 55 tuinders die gesproken zijn in Pijnacker-West hebben 23 tuinders de ambitie om zich de komende jaren verder te ontwikkelen. De overige groep is minder gericht op de ontwikkeling van hun bedrijf, omdat de mogelijkheden daar niet voor zijn of omdat het bedrijf in de afbouwfase is. Op basis van deze cijfers kan geconcludeerd worden dat het voor 60% van de bedrijven onzeker is hoe zij zich op lange termijn (10-20 jaar) gaan ontwikkelen. In Pijnacker-West is het grootste gedeelte van de tuinders negatief over de gemeente, namelijk 25. Ook wordt de gemeente als belangrijkste belemmering ervaren in het glastuinbouwgebied. De vijf tuinders die wel positief over de gemeente zijn hebben door verschillende projecten waar zij deel aan nemen veel contact met de gemeente. Communicatie tussen beide partijen blijkt dus van belang bij het wegnemen voor onbegrip tussen tuinders en gemeente. Aanbevelingen Op basis van de input van tuinders, gemeente en overige externen tijdens het werkatelier van 18 juni 2013 kunnen een aantal aanbevelingen worden gedaan. Per besproken thema worden deze aanbevelingen hieronder uiteengezet.
54
Samenwerking Door middel van samenwerking tussen de tuinders onderling, kan deze samenwerking leiden tot een voedingsbodem voor innovatie, het aanpakken van collectieve problemen in het gebied en het vormen van een spreekbuis naar externe partijen zoals de gemeente. In de Noordpolder is al sprake van samenwerking op zowel sociaal als economisch vlak. De Zuidpolder kan bij deze samenwerking betrokken worden, of een eigen samenwerkingsverband opzetten. Eén tot tweemaal per jaar kan een avond georganiseerd worden, waarin de belangrijkste knelpunten van het gebied Pijnacker-West besproken worden. Externe belanghebbenden zoals de gemeente kunnen hier bij aanwezig zijn, om zo te weten te komen wat er in het gebied speelt en een relatie met de tuinders op te bouwen. Het samenwerkingsverband kan vertegenwoordigers aanstellen die overleggen met andere glastuinbouwgebieden uit Pijnacker-Nootdorp, maar ook andere glastuinbouwgebieden zoals Lansingerland en het Westland. De eerste aanzet voor dit samenwerkingsverband is opgezet tijdens het werkatelier van 18 juni 2013. Tijdens dit werkatelier hebben de tuinders Duijvestijn, Ammerlaan, Lekkerkerk, De Hoog en Jansen uit het gebied Pijnacker-West initiatief genomen om een eerste avond te organiseren op 10 september 2013 op de locatie van Gebroeders Duijvestijn. Wonen in het glastuinbouwgebied Pijnacker-West Om het potentiele probleem van woningen in het glastuinbouwgebied te ondervangen is communiceren met de bewoners door de tuinders noodzakelijk. Deze communicatie schept een band tussen de tuinders en bewoners, waardoor wederzijds klagen tegen gegaan wordt. Dit kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door middel van een buurtvereniging, waar ook buurtbewoners in deelnemen. De gemeente kan bijdragen aan dit proces door eenduidig beleid te voeren en dit goed te communiceren naar tuinders toe. Verder kan de gemeente alternatieven aanreiken om het aantal woningen in het gebied tegen te gaan, door onder andere uitplaatslocaties aan te wijzen. De ondernemers onderschrijven de noodzaak van behoud van de glastuinbouwfunctie in hun gebied. Zij kunnen zelf voorkomen dat de aanwezige bedrijfswoningen worden losgekoppeld van de aanwezige glastuinbouwbedrijven. Herstructurering Herstructurering is met het oog op de toenemende schaalvergroting van groot belang in de Zuidpolder van Pijnacker-West. Om herstructurering te stimuleren is het mogelijk om een procesondersteuningsteam op te richten, bestaande uit personen die gezamenlijk de noodzakelijke kennis hebben van het herstructureringsproces. Om te kunnen herstructureren is het noodzakelijk voor de personen die het betreft een alternatief te kunnen bieden. In Pijnacker-West kunnen dit onder andere uitplaatslocaties voor
55
woningen zijn. De basis voor de herstructurering is een goede samenwerking tussen de tuinders die met dit onderwerp te maken hebben. Maatschappelijk verantwoord ondernemen Maatschappelijk verantwoord ondernemen is interessant wanneer dit ook economische winst oplevert voor de tuinder. De tuinders hebben tijdens het werkatelier van 18 juni 2013 aangegeven dat het realiseren van een warmteweb hieraan voldoet. Om dit te realiseren is het noodzakelijk om de interesse van tuinders te peilen voor een web en daarvan de warmtebehoefte in kaart te brengen. Na het in kaart brengen van de interesse en warmtebehoefte kan in samenwerking met de gemeente gekeken worden naar de mogelijkheden van realisatie hiervan. Tuinders en de gemeente De gemeente kan haar rol veranderen door op een meer informele wijze om te gaan met de tuinders. Dit kan door aanwezig te zijn bij bijeenkomsten van de tuinders, bekende aanspreekpunten te hebben rond bepaalde thema’s en door de bedrijven zelf te bezoeken. Gezamenlijke initiatieven van tuinders kunnen vanaf de ontwikkelfase op informele wijze worden ondersteund door inbreng van de ervaring van de gemeente. Verder kan er door de gemeente bij derden gelobbyd worden voor financiële middelen voor gezamenlijke projecten. Voor tuinders geldt dat zij één geluid moeten laten horen aan de gemeente. Door middel van een samenwerkingsverband met de tuinders onderling kan dit gerealiseerd worden. De tuinders kunnen dan gezamenlijk hun mening vormen over collectieve onderwerpen en als één partner overleggen en onderhandelen met de gemeente. Deze wijze van werken schept meer duidelijkheid voor de gemeente. Daarnaast bespaart één overlegpartner veel tijdswinst voor de gemeente. Voorwaarde is wel dat de gemeente zich actief met dit samenwerkingsverband bezig houdt, door middel van het bijvoorbeeld het bezoeken van bijeenkomsten. Wanneer de bovenstaande aanbevelingen worden opgepakt zal het glastuinbouwgebied Pijnacker-West een stap dichter bij een modern, duurzaam en innovatief glastuinbouwgebied met toekomstperspectief zijn.
56
Bibliografie Amer. (2011). Bestemmingsplan Duurzame glastuinbouw. Pijnacker: Gemeente Pijnacker-Nootdorp. Berendsen, H. (2008). Landschappelijk Nederland. Assen: Van Gorcum. CBS. (2012, Oktober). Beroepsbevolking . Opgeroepen op maart 2013, van CBS: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=71883ned&D1=0,6-7,13,2226,54&D2=l&D3=278&D4=0,4,l&HDR=T&STB=G1,G2,G3&VW=T Duurzaam, G. (2013, maart 11). Welkom. Opgeroepen op maart 11, 2013, van Greenport Duurzaam: http://greenportduurzaam.nl/ Grootscholten. (2013). Gereeedschapskist Modernisering Teeltareaal. Greenport Holland. Haaglanden, S. (2011). Monitor werkgelegenheid. Opgeroepen op Maart 2013, van Stadsgewest Haaglanden: http://haaglanden.nl/sites/haaglanden.nl/files/paginabestanden/947/2012-0131%20Monitor%20werkgelegenheid%20Haaglanden%202011.pdf HHNK. (z.d. ). Waterberging Alton 2. Opgeroepen op Juni 2013, van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier: http://www.hhnk.nl/werk_in_de_buurt/gebiedspagina's/heerhugowaard/archief/archief/wat erberging_alton_2 ir. P.de Kwaadsteniet en drs. F. Aarts (beiden Tauw bv). (2009). Ecologische kaart Pijnacker-Nootdorp. Utrecht: Tauw. Kadaster, T. (2013, maart). Projectgebied Pijnacker West. 's-Hertogenbosch, NoordBrabant, Nederland. Maps, G. Luchtfoto glastuinbouwconcentratiegebied. Google Maps. OCAP. (z.d. ). OCAP Tuinbouw. Opgeroepen op mei 2013, van OCAP: http://www.ocap.nl/ Pijnacker-Nootdorp, G. (2012). Bouwen en wonen. Opgeroepen op Maart 2013, van Gemeente Pijnacker-Nootdorp: http://www.pijnacker-nootdorp.nl/wonen-enleven/bouwen-en-wonen.htm
57
Pijnacker-Nootdorp, G. (z.d. ). Over Pijnacker-Nootdorp . Opgeroepen op Maart 2013, van Gemeente Pijnacker-Nootdorp : http://www.pijnacker-nootdorp.nl/wonen-enleven/over-pijnackernootdorp.htm Pijnacker-Nootdorp, G. (2013). Ruimte voor ... wonen en leven. Opgeroepen op Maart 2013, van Gemeente Pijnacker-Nootdorp : http://pijnacker-nootdorp.incijfers.nl/ Pijnacker-Nootdorp, G. (2005). Wonen tussen glas, groen en steden. Gemeente Pijnacker-Nootdorp. Reijn, G. (2012, September 29). In de glastuinbouw ging het in derdig jaar niet zo slecht . Opgeroepen op juni 2013, van Volkskrant: http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/detail/3323904/2012/09/29/Inde-glastuinbouw-ging-het-in-dertig-jaar-niet-zo-slecht.dhtml Ruijs, M. (2010). Huidige situatie en toekomstperspectief. Opgeroepen op Maart 2013, van De kracht van glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West: http://edepot.wur.nl/161152 Smit, E. (juni 2011). Nota Bevolkings Prognose . Provincie Zuid-Holland . Statistiek, C. B. (2011). Gemeente Op Maat, Pijnacker-Nootdorp. Opgeroepen op Maart 2012, van CBS: http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/433E19D7-34A4-4067-97A26E0256779685/0/PijnackerNootdorp.pdf
58
Bijlagen
De weg naar 2040 voor glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West
Bijlage A: Topografische kaart Pijnacker-West
Bijlage B: Vragenlijst Format vragenlijst tuinders Algemene bedrijfsgegevens 1. Naam ondernemer? 2. Leeftijd ondernemer, bedrijfsopvolger? 3. Kunt u uw bedrijf beschrijven? (soort bedrijf, grootte in hectare, hoe oud is het bedrijf of onderdelen hoeveel werknemers heeft u in vaste dienst, zijn dit bewoners van Delfgauw, Pijnacker wat en wanneer zijn uw laatste investeringen geweest en zijn er mogelijkheden voor groei op het bedrijf (is er nog ruimte over)) 4. In welke mate werkt u samen met collega tuinders in dit gebied? En op welk terrein? 5. Als u uw bedrijf vergelijkt met collega’s, hoe beoordeelt u uw eigen bedrijf op: - Toekomstgerichtheid (trendsettend, voorloper, gemiddeld, volger) - Winstgevendheid - Duurzaamheid - Innovatie
Beeld op de toekomst Bedrijfsgericht 6. Hoe denkt u over de komende 10/20 jaar met betrekking tot uw bedrijfsvoering? (uitbreiding, vernieuwing, arbeid/werkgelegenheid, energie, innovatie, transport, oppervlakte van het bedrijf, geplande investeringen, duurzaamheid, bedrijfsopvolging) 7. Kan een eventuele toekomstige bedrijfsuitbreiding plaatvinden op de huidige kavel. Zo nee, hoe wordt dit dan gerealiseerd (en wanneer)? 8. Welke blokkades ziet u bij de realisering van deze plannen? Of bent u van plan te stoppen en wilt u uw grond aanbieden voor herverkaveling
Gebiedsgericht 9. Heeft u het idee dat u in uw bedrijfsvoering geremd wordt, zo ja door wie/wat?(mede tuinders, omwonenden, gemeente, provincie, ontsluiting) 10.De gemeente wil dit gebied duurzamer maken, welke mogelijkheden ziet u om dit te bereiken? (energie, sluiten kringlopen, CO2 footprint etc) 11. Hoe kunnen we zorgen dat in dit gebied het meest innovatieve tuinbouwgebied van Nederland wordt? Welke acties moeten er door wie ondernomen worden? 12. Heeft u andere ideeën voor dit gebied in de toekomst? 13. Zou u zelf actief betrokken willen zijn bij het realiseren van deze ideeën? 14. Welk cijfer geeft u het gebied op dit moment? 15. Heeft u interesse in een gezamenlijke bijeenkomst waar u mee kunt praten over de toekomst van dit gebied? 16. Heeft u er bezwaar tegen dat we deze resultaten anoniem presenteren op de plenaire bijeenkomst?
Bijlage C: Gesprekken externe kennisinstellingen Jan-Willem de Vries, WUR Glastuinbouw Met de heer de Vries is voornamelijk gesproken over innovatieve en duurzame ontwikkelingen die momenteel in de glastuinbouwsector spelen. De heer de Vries is ingegaan op de aspecten die een gebied moet bevatten om duurzaam en innovatief te zijn. Belangrijke benoemde aspecten zijn: - Het hebben van een diversiteit aan bedrijvigheid in een gebied. Op deze manier kunnen er combinaties worden gezocht in bedrijvigheid om de overtollige warmte van de verscheidene bedrijven zo goed mogelijk te benutten; - Windmolens kunnen in een gebied worden ingezet als marketingtool. Dit geeft het gebied een groen en duurzaam imago; - De omgeving mag niet worden belast met afvalstoffen van de glastuinbouwbedrijven; - Fossiele brandstoffen moeten op nul uitkomen; - Er moet draagvlak worden gecreëerd bij de omgeving; - Er moet energie zijn in het gebied. Dit is te halen door samenwerking en nadenken. De wetgeving moet hierop aangepast worden. Het inpassen van innovaties vraagt momenteel om een (te lang) traject. Wanneer de wetgeving wordt versoepeld zullen innovaties sneller en daardoor eerder worden doorgevoerd. Hanjo Lekkerkerk, Green Q Horticultural Expertise Group Hanjo Lekkerkerk is werkzaam bij GreenQ Horticultural Expertise Group. Dit Improvement Centre richt zich op de tuinbouwsector met specifieke kennis van het teeltproces. Met de heer Lekkerkerk is voornamelijk ingegaan op het belang van onderzoek en educatie in een gebied. De heer Lekkerkerk geeft aan dat er veel onderwijsinstellingen zijn die interesse hebben in een ‘ruimte’ op een glastuinbouwbedrijf. In deze ruimte kunnen zij verscheidene onderzoeken doen. Natuurlijk moet deze ruimte wel aan bepaalde eisen voldoen. De komst van zo’n ruimte ofwel een Improvement Centre zet een gebied op de kaart. Op deze manier komen specialisten maar ook jong talent in het gebied een kijkje nemen. Innovaties die in de ‘naaste omgeving’ worden ontwikkeld worden eerder overgedragen naar haar omgeving. Kennis geeft een gebied een extra boost en toekomst perspectief.
Piet van Adrichem, LTO Noord Glaskracht De heer van Adrichem is erg bekend met het gebied. Voorheen had hij zelfs een glastuinbouwbedrijf in Pijnacker. Momenteel is de heer van Adrichem werkzaam bij de LTO Noord Glaskracht. Ook hij heeft zijn verwachtingen over het gebied uitgesproken. De heer van Adrichem geeft aan dat de huidige politiek te weinig feeling heeft met de glastuinbouwsector. Dit is jammer want dit zorgt voor een achterstand van de sector. Op deze manier blijven veel belangrijke initiatieven achter. Om deze initiatieven te stimuleren zullen de volgende punten aangepakt moeten worden, namelijk: 1. De ontsluiting. De heer van Adrichem geeft aan dat de huidige ontsluiting in het gebied minimaal is. Bij een goede ontsluiting komen de tuinders vanzelf. 2. Warmteweb. Het initiatief wat momenteel al speelt in het gebied met betrekking tot het warmteweb is wel degelijk een potentie voor het gebied. Dit warmteweb moet worden gestimuleerd en uitgebreid. Misschien is het zelfs mogelijk om te streven naar opslag in hogere lagen zodat deze warmte in de winter makkelijker bereikbaar is. 3. Windmolens. De heer van Adrichem geeft aan dat windmolens (zonder subsidie) niet uitkunnen. Maar om een gebied duurzaam te maken is het wel degelijk een must. 4. Gezamenlijke waterberging. Wanneer meerdere bedrijven zich gezamenlijk in hun waterbehoeften voorzien biedt dit voor veel tuinders voordelen maar ook mogelijkheden. 5. Er moeten bedrijven worden opgekocht en sloten moeten worden gedempt. Op deze manier worden grote en aantrekkelijke kavels gecreëerd. Waardoor het gebied voor nieuwe tuinders aantrekkelijk wordt zich hier te vestigen, maar ook voor de huidige tuinders om in het gebied te blijven. Etwin Grootscholten, provincie Zuid-Holland Etwin Grootscholten is werkzaam bij de provincie Zuid-Holland op de afdeling economische zaken. Daar richt hij zich op de modernisering van de tuinbouw. De heer Grootscholten geeft aan dat het momenteel een zware tijd is voor de tuinders. Een derde staat op omvallen en daarom moet er nu iets gebeuren. Om deze reden heeft Grootscholten samen met een initiatiefgroep de Gereedschapskist Modernisering teeltareaal opgesteld. Dit zijn 32 instrumenten voor de ruimtelijke en economische versterking van glastuinbouwgebieden. De instrumenten zelf zijn niet altijd nieuw, maar de gecombineerde inzet hiervan wel. Meer dan honderd experts, tuinders, wetenschappers, ambtenaren en bestuurders hebben hieraan meegewerkt. Momenteel worden dit instrumentarium in 5 pilotgebieden, gebieden die verouderd zijn, toegepast.
De heer Grootscholten kent het gebied Pijnacker-West niet. Maar naar het zien van de luchtfoto heeft hij wel enkele verwachtingen. Het is een gebied met veel tuinders. De tuinders moeten elkaar opzoeken. Een vuist maken en vervolgens andere partijen bij dit samenwerkingverband betrekken. Op deze manier vormen zij een sterk centraal punt die gezamenlijk veel kunnen bereiken niet alleen op gebiedsniveau maar ook sectoraal gezien. Grootscholten geeft aan dat de burgerwoningen ook een probleem kunnen vormen voor het gebied. De aanwezige lintbebouwing is een feit, maar voor de overige woningen kan een uitkoopfonds mogelijkheden bieden. Bij herstructurering van tuinbouwgebieden kunnen in de weg liggende woningen een herstructureringplannen frustreren. Een uitkoopfonds voor in de weg liggende woningen kan een middel zijn om eigenaren uit te kopen, huizen te slopen en herstructurering te bewerkstelligen. Het uitkoopfonds moet gevuld worden door overheden en betrokken gebiedspartners. (Grootscholten, 2013) Verder geeft de heer Grootscholten aan dat er nog veel meer mogelijkheden zijn om het gebied nieuw leven in te blazen. Maar alle initiatieven moeten toch vanuit het gebied komen.
Bijlage D: Uitwerking thema’s Samenwerking In de Noordpolder wordt aangegeven dat er veel, en op een leuke manier, wordt samengewerkt. Zo worden er buurtbarbecues georganiseerd om het sociale contact te versterken en wordt het parkmanagement gezamenlijk uitgevoerd. Dit komt vooral doordat de meeste tuinders zich in dezelfde tijd in dit gebied hebben gevestigd en elkaar hebben opgezocht. In de Zuidpolder gebeurt dit echter minimaal. De bedrijven zijn van vele verschillende periodes, zo staan er vrij jonge bedrijven en bedrijven van al meer dan 20 jaar oud. Men kent elkaar vaak niet. Meerdere tuinders uit de Zuidpolder hebben aangegeven dat ze meer samenwerking onderling wel zien zitten en zien de Noordpolder als een voorbeeld voor hen. Een tuinder uit de Zuidpolder gaf dit aan met de woorden: ‘Samenwerking levert je geen geld op maar bespaart je in de kosten’. Verder is door tuinders aangegeven dat door middel van samenwerking initiatieven voor het gebied beter van de grond kunnen komen en dat er met elkaar beter een vuist kan worden gevormd naar andere partijen. Ook vinden de tuinders die al samenwerken, maar ook die willen samenwerken het sociale aspect ervan heel belangrijk. Wonen in het glastuinbouwgebied Pijnacker-West Op basis van het bestemmingsplan (2010) kunnen bedrijfswoningen in het gebied Pijnacker-West, onder bepaalde voorwaarden de bestemming burgerwoningen krijgen . Deze verandering in bestemming kan in de toekomst gevolgen met zich mee brengen. Burgerwoningen zijn meer geld waard dan bedrijfswoningen, waardoor veel ondernemers de bestemming van hun bedrijfswoning graag omzetten naar burgerwoning, waardoor het huis meer geld waard wordt. Door de omzetting van de bestemming van bedrijfswoning naar burgerwoning kunnen bedrijven wel met strengere eisen van doen krijgen. In de gesprekken werd aangegeven dat dit probleem momenteel nog minimaal speelt. Veelal wonen er in deze burgerwoningen nog oud tuinders, die nog steeds affiniteit met de glastuinbouw hebben. Maar zodra er een nieuwe generatie in deze burgerwoningen komt, kan dit problemen voor de tuinders veroorzaken. Deze nieuwe generatie heeft vaak weinig affiniteit met de glastuinbouwsector, waardoor zij mogelijk de bedrijfsvoering voor glastuinbouwbedrijven kunnen belemmeren.
Herstructurering, groei, grote kavels, logistiek en ontsluiting Een aantal mensen heeft tijdens de gesprekken aangegeven dat voornamelijk de Zuidpolder wat verouderd en versnipperd is. Veel kavels zijn in dit gebied erg klein, worden nog hobbymatig gebruikt of er vinden nevenactiviteiten plaats. Dit staat de groei van de glastuinbouwbedrijven in de weg. Herverkaveling/ het samenvoegen van bedrijven is moeilijk mogelijk aangezien dit gebied veel verschillende belangen kent. Ook wat betreft de logistiek en ontsluiting in het gebied zijn nog vele problemen, men geeft aan dat een glastuinbouwgebied valt of staat met een goede ontsluiting. Wegen zijn erg smal en vrachtwagens moeten vaak door woonwijken van en naar het glastuinbouwgebied rijden. Dit levert gevaarlijke situaties op. Maatschappelijk verantwoord ondernemen De gemeente Pijnacker-Nootdorp heeft het gebied Pijnacker-West aangemerkt als duurzaam glastuinbouwgebied. Het gebied heeft met de twee aardwarmtebronnen en de bedrijven die zijn aangesloten op deze aardwarmte een hoog duurzaamheidgehalte. Dit duurzaamheidgehalte in combinatie met de innovaties kan nog zeker verhoogd worden. Hierbij kunnen meerdere bedrijven in het gebied betrokken worden. Behalve grote bedrijven moeten ook kleinere bedrijven meegenomen worden in het proces. Tuinders en de gemeente De band tussen de tuinders in Pijnacker-West en de gemeente Pijnacker-Nootdorp is nog niet optimaal. Er is veel onduidelijkheid door een gebrek aan communicatie tussen beide partijen. Door het gebrek aan communicatie weet de gemeente niet wat er speelt in het glastuinbouwgebied, waardoor zij moeilijk op deze ontwikkelingen in kunnen spelen. Dit zorgt ervoor dat tuinders de gemeente het kwalijk nemen niet slagvaardig en betrokken te zijn bij de tuinbouwsector. De gemeente en de ondernemers liggen duidelijk nog niet op een lijn.
Bijlage E Scenario’s De vier scenario’s die in dit hoofdstuk beschreven staan zijn tot stand gekomen uit de bevindingen van de tuinders en de geselecteerde thema’s vanuit de confrontatiematrix. Om de scenario’s te schetsen is gebruik gemaakt van een assenstelsel, zoals weergegeven in figuur 15. Door middel van het assenstelsel wordt aangetoond hoe het glastuinbouwgebied zich heeft ontwikkeld tot 2023, afhankelijk van de houding van de gemeente en tuinders. Naast de tuinders is gekozen om houding van de gemeente in de scenarioschetsen mee te nemen, omdat veel tuinders hebben aangegeven dat de handelingen van de gemeente belangrijk zijn voor de ontwikkeling van het gebied. Verticale as Bovenaan de verticale as staat het woord ‘afvinken’ hiermee wordt bedoeld dat de gemeente zich vooral focust op het handhaven van regels en controleert met zogenaamde afvinklijsten. Het gevoel dat de gemeente Pijnacker-Nootdorp momenteel op deze manier te werk gaat leeft bij een groot aantal tuinders. Tegenover ‘afvinken’ staat onderaan de as het woord ‘aanvonken’. Tuinders hebben aangegeven dit graag te willen zien. Hiermee wordt bedoeld dat de gemeente meer ideeën stimuleert en al in een vroeg stadium meedenkt met de tuinders wanneer zij plannen aandragen. Horizontale as Op de horizontale as staat de mate waarin de tuinders kiezen voor samenwerking. Aan de linkerzijde staat ‘individueel’ dit betekend dat de tuinders niet samenwerken en hier ook geen meerwaarde in zien. Aan de rechterzijde staat ‘samen’ dit zijn de tuinders die wel samenwerken. Deze samenwerking is gebaseerd op verschillende terreinen zoals parkmanagement, aardwarmteprojecten of transport. Deze horizontale en verticale as leiden tot vier kwadranten. In deze vier kwadranten worden vier scenario’s opgesteld, zoals te zien in figuur 1.
Figuur 1: Input voor de verscheidene scenario’s met de bijbehorende assen. Het doel van de scenario’s is om de betrokkenen te laten nadenken en te prikkelen over de toekomst en mogelijk ook hun eigen rol hierin te zien. Er wordt per scenario een beeld geschetst van wat er mogelijk in 2023 speelt in het gebied. Een aantal opmerkingen moeten in acht genomen worden om de scenario’s in een bepaalde context te plaatsen:
In de scenario’s zijn trends en/of aannames verwerkt. Een eerste aanname is dat er uitgegaan wordt van een zeker herstel in de rentabiliteit van de glastuinbouw. Uit de gesprekken kwam naar voren dat de grootste belemmering de slechte economische resultaten zijn. Blijft dit zo dan zal het gebied waarschijnlijk alleen maar verder achteruit gaan en zal er weinig innovatie en verduurzaming plaatsvinden. Een andere aanname is dat de meeste tuinders de ambitie hebben te willen groeien. Dit betekent dat men meer ruimte nodig heeft om dit te realiseren. Een optie om uit te breiden is door te groeien op hetzelfde aantal vierkante meters, het zogenoemde ‘telen in meerdere lagen’. Echter blijkt uit een inventarisatie dat de meeste tuinders liever in oppervlakte groeien. De discussie met de omgeving, de “license to operate” zal in de komende jaren niet minder worden. Een ondernemer zal verantwoording moeten afleggen waar hij of zij mee bezig is. Een zichtbare trend in de tuinbouw is de grote hoeveelheid tuinders die de komende jaren zullen stoppen, de vrijkomende grond zal mogelijk weer voor glastuinbouw gebruikt worden, mogelijk zal dit particulier of (semi)bedrijfsmatig buiten de sector gebruikt worden. Hoe groot de vraag vanuit verschillende partijen is zal mede afhankelijk zijn van economische ontwikkelingen. In de scenario’s zijn verschillende ideeën verwerkt die in 1 of meerdere gesprekken naar voren zijn gekomen. Deze ideeën zijn al eerder beschreven in hoofdstuk 4.
Scenario 1
Vergrootglas
Soms is de een zijn dood, de ander zijn brood. In 2015 bleek dat er op grote schaal geknoeid werd met Spaanse tomaten en komkommers. Residuen die een factor 100 te hoog waren, werden gemaskeerd met een soort minerale olie. Toen dit eenmaal op het de “Deutsche Fernsehen und Rundfunk” was gekomen, was even de vraag weggevallen. Maar uiteindelijk werd ingezien dat de kwaliteit van het Nederlandse product goed tot zeer goed was. Er kwamen een aantal goede jaren en dat stimuleerde de innovaties. Eindelijk werkte de plukrobot NCL naar behoren. Het kost een paar duiten, maar dan heb je ook wat. In 24 uur kan die 18 ha plukken, betrouwbaar en zonder mopperen. Met de tuindersclub Pijnacker-West waren ze met wat tuinders een paar keer naar het prototype wezen kijken. De inschatting was, bij 8 ha was het te duur, bij 12 ha break-even en bij 18 ha drukte het de kostprijs met een 15%. Gezamenlijk kopen kon in theorie wel, maar het vervoer van kas naar kas was inefficiënt. Dus liever 6 ha bij bouwen. Hij was er ondertussen al 3 jaar mee bezig. Om een goed bouwblok te krijgen moest er een slootje dicht. Een hoekje verouderd glas moest worden opgekocht. Dit werd nu gebruikt voor houtopslag. En dan was er nog een wilgenbosje wat gekraakt was door een familie boommarters. Samen met zijn buurman hadden ze een plan gemaakt. De bestemming van het hele gebied was immers glastuinbouw, dus dat moest toch in maximaal 2 jaar gerealiseerd kunnen worden. Dat viel helaas tegen. Er viel een brief op de mat afkomstig van de gemeente. Daarin stond dat onderzocht ging worden of door middel van natuurtransplantatie de familie boommarters elders kon worden ondergebracht. Het voorstel was om de kosten tussen de tuinders en gemeente te delen. Het onderzoek zou een maand of 3 gaan duren, nadat de opdracht was verstrekt. De buurman was een andere weg ingeslagen, meerlagen meristeemcultuur met ledverlichting. De verhoogde binnenklimaatnorm voor kantoren, had een boost gegeven aan de potplantenteelt. Stofvangen, verhoogde RV en het natuurlijk afvangen van CO2 kon toch het beste met groene bladplanten. Het all-in all-out systeem die hij in zijn kas had ingevoerd, vanwege de hygiëne, leverde wel grote arbeidspieken op. En het werd steeds lastiger om handjes binnen te krijgen die de cultures in konden zetten. In de tuindersclub hadden ze daar een plan voor bedacht. Een arbeidspool met werkloze Pijnackers en Nootdorpers die op jaarbasis 3 x 5 weken aan de gang konden. Met 3 mede tuinders hadden ze jaarlijks werk voor 85 man/vrouw gedurende 38 weken lang. De overige weken zou dan de gemeente of een andere partij werk moeten regelen. Twee problemen, hoe organiseer je dit en waarom was dat ontslagrecht nog steeds niet versoepeld. Voor je het wist had je 85 man op de “pay list” staan, die daar niet zo makkelijk af kwamen. Mogelijk kon de gemeente de Arbeidspool op zetten, maar op dit
moment was het onduidelijk bij wie men moest zijn. Sociale zaken zag het wel zitten, maar de juridische afdeling zag wat meer bezwaren. Daar kwam weer post van de gemeente. Natuurclub “de gulle gans” had een WOB verzoek ingediend en was er achter gekomen dat de inspraakprocedure een week te kort was geweest. De uitbreidingsplannen moesten opnieuw tegen het licht gehouden worden. De gulle Gans zou nog eens met een vergrootglas naar de plannen kijken. Dat beloofde niet veel goeds. Scenario 2
Glashelder
In 2018 kwamen de eerste brilduikers broeden, en ze zijn inmiddels uitgebreid naar 35 paartjes en dat werd een beetje teveel in het nieuwe natuurbassin. Het water moet wel beneden de 0,5 mol Na blijven. Eigenlijk was het altijd al een lelijk gezicht geweest en zeker zonde van de ruimte, al die losse bassins in Pijnacker-West. Totaal lag er toch nogal wat vierkante meters aan wateropslag. Het ontstond na een bijpraatavondje met de gemeente. Natuurontwikkeling in PijnackerWest was het thema. Biertje erbij en toen het later en later werd, kwamen de beste ideeën voor de dag. Ieders wateropslag zat vol en men wist dat men over 3 maanden waarschijnlijk weer gietwater te kort zouden hebben. De waterrijke natuur die ontwikkeld moest worden, leidde tot het idee. Helder water, een natuurlijke oeverrand en 12 meter diep in het midden. De tuinders, de gemeente, een aanjaagsubsidie vanuit Brussel en nog heel veel creativiteit deden de rest. Theoretisch kon men 120 % van de behoefte aan gietwater voor de tuinders opvangen. En zo ontstond het Gietwaterschap. Vijf tuinders en een ambtenaar komen per maand bijeen om de stand van zaken door te spreken in het Gietwaterschap. Soms zijn er lastige dingen te bespreken, meestal in de zomer als er minder water was en het wat zouter wordt, maar meestal zijn ze binnen een kwartiertje klaar met de agenda. Tijdens het jaarlijkse fietsritje van de gemeente met een aantal tuinders door het gebied Pijnacker-West valt het de deelnemers op dat er een aantal hoeken erg slecht uitzien. Een deelnemer vroeg zich af hoe dat mogelijk was. Wat bleek is dat een aantal tuinders zelf aan parkmanagement doen. Toen men dit gezamenlijk heeft opgepakt kreeg het gebied een extra boost. De tuinders zorgen samen met de gemeente voor een schoon en werkbaar gebied van een hoog kwaliteitsniveau. Door middel van grote informatieborden langs de weg, wordt de gewone burger op de hoogte gehouden van de laatste ontwikkelingen in het gebied. De tuinders weten steeds beter gevoel bij de tuinbouw te creëren. Dat blijkt wel uit de bezoekersaantallen van “kom in de kas” en de open dagen voor lokale buurtbewoners door bedrijven!
In 2018 hadden 3 tuinders en de gemeente zich aangemeld voor een proef met OLED glas. Op een zonnige dag geeft dit 98 % van het licht door, mocht het wat donkerder zijn dan wordt het licht verder versterkt tot het gewenste niveau. Tuinders waren met de wethouder gezamenlijk naar Bleiswijk en Eindhoven geweest en hebben uiteindelijk de proef in Pijnacker gedaan. Het proefproject was zeer geslaagd, een zeer hoge en voorspelbare opbrengst, bijna tot op de dag planbaar en voorspelbaar. Onderzoekers van de TUDelft en Philips liepen het gebied plat. Er werd zelf een demonstratieruimte ingericht voor internationale bezoekers. Toch was het belangrijkst de verhoogde opbrengst: 75 kg trostomaten per m2 En dat bijna CO2 neutraal, lekker en gezond, niet alleen voor de consument. Scenario 3
Laat maar waaien
Het idee is er, de plannen ook, maar nu nog de neuzen dezelfde kant op. Stap één zal zijn alle bedrijven met een ringleiding met elkaar verbinden. Iedereen heeft hierdoor beschikking over warm water. Slimme meetsystemen meten het verbruik en voorspellen de behoefte. En de warmte komt van onder en boven. Aardwarmte geeft de basishoeveelheid energie, deels wordt zonnewarmte gewonnen en als ’s nachts niemand stroom nodig heeft, dan wordt de windenergie ook in warmte omgezet. Dreigt er dan in een enkele koude nacht in het late voorjaar toch nog extra energie nodig te zijn, dan worden de ketels nog eens warm gestookt. Uitgerekend, opgeschreven, betaald vanuit de innovatiegelden en tijd om ervaring op te doen. Als 60% meedeed in het gebied, dan moest het uitkunnen. Bij 100% was de verwachting dat de energiekosten met 20% naar beneden zouden gaan. Maar ja, de kost gaat voor de baat uit. Ondanks de EU subsidie van € 22.000.000, moest er ook een deel door de tuinders worden opgehoest. En dat leek het grootste struikelblok, ondanks dat er net een paar goede jaren waren geweest. Voor de een hoefde het niet, het ging nu toch goed. De ander wilde sowieso niets meer, behalve zijn tuin zo duur mogelijk verkopen over een jaar of 5. Dan had je nog mensen die zich gepasseerd voelden. Ze hadden geen uitnodiging gehad op de brainstormavond waar dit idee 4 jaar eerder was ontstaan. Daar viel een uitnodiging op de mat. Namens de burgemeester en een collega ondernemer werd men uitgenodigd om volgende week de opening van het “proef, doe en ervaar centrum: De Kas”. Niet alleen gericht om het verhaal achter het tuinbouwproduct te communiceren, maar ook geschikt voor kinderfeestjes, kruidenkweekcursussen en kookworkshops. Goed idee eigenlijk wel, mogelijk konden ze ook wat aandacht besteden aan het leuke werk in de tuinbouw. Misschien kon hier ook wel de stageplaatspoule een standplaats krijgen. Er was meer winst te halen met studenten van InHolland en TU Delft. Soms kost het wel wat extra tijd,
maar frisse blikken en nieuwe ideeën leveren altijd wat op. En met de nieuwe vormen van energie die de tuinders in gebruik hadden genomen, was er altijd wel casus aan studenten uit te delen.
ACHTERBLAD, VERKRIJGBAAR KANTOOR HAS KENNISTRANSFER
SHEET