de vrouw die een jaar in bed ging liggen
Sue Townsend De vrouw die een jaar in bed ging liggen Vertaling Petra C. van der Eerden
boeken
www.lindaboeken.nl Oorspronkelijke titel The Woman Who Went to Bed for a Year Penguin Books, London Copyright © Sue Townsend 2012 Copyright Nederlandse vertaling © Petra C. van der Eerden / linda.boeken 2014 Foto auteur Ben McMillan Omslag Studio Room Omslagbeeld Getty Images Typografie Zeno Carpentier Alting nur 302 / isbn 978 90 388 9874 2
1
Toen ze weg waren schoof Eva de grendel op de deur en trok de telefoonstekker eruit. Ze had graag het rijk alleen. Ze liep van de ene kamer naar de andere om op te ruimen, dingen recht te trekken en de kopjes en borden te verzamelen die haar man en kinderen op allerlei plekken hadden achtergelaten. Iemand had een soeplepel op de armleuning van haar mooie stoel laten liggen – de stoel die ze had gestoffeerd op de avondopleiding. Ze liep snel naar de keuken en bekeek de inhoud van haar doos met schoonmaakspullen. Waarmee krijg je een Heinz tomatensoepvlek uit geborduurde zijden damast? Terwijl ze zocht, maakte ze zichzelf verwijten. Het is je eigen schuld. Je had die stoel in je slaapkamer moeten houden. Het was pure ijdelheid om hem in de woonkamer te pronk te zetten. Je wilde dat de visite de stoel zou zien en dan zeggen hoe beeldig hij was, zodat jij dan kon vertellen dat je twee jaar over het borduurwerk had gedaan en dat je je had laten inspireren door Waterlelievijver en treurwilg van Claude Monet. Alleen al met de bomen was ze een jaar bezig geweest. Het kleine plasje tomatensoep op de keukenvloer merkte ze pas op toen ze erin stapte en oranje voetafdrukken achterliet. In het anti-aanbakpannetje op het gas stond nog een half blik tomatensoep te pruttelen. Te lui om de pan van het fornuis te halen, dacht ze. Toen herinnerde ze zich dat de tweeling nu het probleem van de universiteit van Leeds was. Ze ving een glimp op van haar spiegelbeeld in het rookglas van de inbouwoven in de muur. Snel wendde ze haar blik af. Als
5
ze even goed had gekeken, zou ze een vrouw van vijftig hebben gezien met een mooi, verfijnd gezicht, lichte, nieuwsgierige ogen en een cupidomond die er altijd uitzag alsof ze elk moment zou gaan praten. Niemand – zelfs niet haar man Brian – had haar ooit zonder lipstick gezien. Eva vond dat rode lippen goed pasten bij de zwarte kleding die ze doorgaans droeg. Soms permitteerde ze zich iets grijs. Op een dag had Brian na zijn werk Eva in de tuin aangetroffen met haar zwarte kaplaarzen en een zojuist uit de grond getrokken bos raapjes. Toen had hij gezegd: ‘Jezus, Eva! Je lijkt naoorlogs Polen wel!’ Haar gezicht was momenteel in de mode. ‘Vintage’, volgens het meisje van de Chanel-counter waar ze haar lipstick kocht (waarbij ze er altijd aan dacht het bonnetje weg te gooien – haar man zou zo’n onzinnige uitgave niet begrijpen). Ze pakte het pannetje, liep van de keuken naar de woonkamer en gooide de rest van de soep over haar mooie stoel. Daarna ging ze naar boven, haar slaapkamer in, waar ze zonder haar kleren of schoenen uit te trekken in bed kroop en een jaar lang bleef liggen. Ze wist niet dat het een jaar zou worden. Ze was in bed gekropen met het idee dat ze er een halfuur later weer uit zou komen, maar het bed was zo heerlijk troostrijk, de witte lakens waren net verschoond en roken naar verse sneeuw. Ze draaide zich op haar zij naar het open raam en keek naar de esdoorn in de tuin die zijn vuurrode bladeren verloor. Ze was altijd al dol geweest op september. Ze werd wakker toen het donker begon te worden, en ze hoorde haar man buiten roepen. Haar mobieltje rinkelde. Op de display zag ze dat het haar dochter Brianne was. Ze liet de telefoon gaan. Ze trok het dekbed over haar hoofd en zong ‘I Walk The Line’ van Johnny Cash. Toen ze wat later haar hoofd weer boven het dekbed uitstak, hoorde ze haar buurvrouw Julie op opgewonden toon zeggen: ‘Dit is niet goed, Brian.’
6
Ze stonden in de voortuin. Haar man zei: ‘Ik bedoel, ik ben heen en terug naar Leeds geweest, ik moet onder de douche.’ ‘Logisch.’ Eva overdacht dit gesprekje. Waarom zou iemand die heen en weer naar Leeds is gereden per se onder de douche moeten? Zat de lucht in het noorden vol gruis? Of had hij zitten zweten op de snelweg? De vrachtwagens zitten vervloeken? Bumperklevers zitten uitschelden? Kwaad zitten sputteren over willekeurig welk weer het ook was? Ze deed de lamp op het nachtkastje aan. Dat bracht weer een hoop geroep van buiten teweeg, en de eis dat ze moest ‘ophouden met die onzin, en haal de deur van het slot!’ Hoewel ze naar beneden wilde gaan om hem binnen te laten, realiseerde ze zich dat ze feitelijk niet uit bed kon komen. Ze had het gevoel dat ze in een vat warm, snelhardend beton was gevallen en dat ze geen vin kon verroeren. Ze voelde een hevige loomheid door haar lichaam trekken en dacht: Ik zou wel gek zijn om dit bed te verlaten. Daar klonk het gerinkel van brekend glas. Kort erna hoorde ze Brian op de trap. Hij riep haar naam. Ze gaf geen antwoord. Hij deed de slaapkamerdeur open. ‘Dus hier ben je,’ zei hij. ‘Ja, hier ben ik.’ ‘Ben je ziek?’ ‘Nee.’ ‘Waarom lig je in bed met je kleren en je schoenen aan? Wat stelt dit voor?’ ‘Ik weet het niet.’ ‘Dat is het Lege Nest Syndroom. Dat heb ik op de radio gehoord, in Woman’s Hour.’ Toen ze bleef zwijgen, zei hij: ‘Nou, ga je nog opstaan?’ ‘Nee.’
7
Hij vroeg: ‘En het eten dan?’ ‘Nee dank je, ik heb geen trek.’ ‘Ik bedoel, wat moet ík dan eten? Is er iets in huis?’ Ze zei: ‘Dat weet ik niet, kijk maar in de koelkast.’ Hij liep stampvoetend naar beneden. Ze hoorde zijn stappen op de laminaatvloer die hij een jaar eerder zo ondeskundig had gelegd. Ze kon aan het gekraak horen dat hij de woonkamer in gegaan was. Al snel kwam hij weer naar boven stampen. ‘Wat is er in godsvredesnaam met je stoel gebeurd?’ vroeg hij. ‘Iemand had een soeplepel op de armleuning laten liggen.’ ‘Die hele rotstoel zit vol soep.’ ‘Weet ik. Dat heb ik zelf gedaan.’ ‘Wat? Die soep eroverheen gegooid?’ Eva knikte. ‘Je hebt een zenuwinzinking, Eva. Ik ga je moeder bellen.’ ‘Nee!’ Hij schrok van de felheid in haar stem. Ze zag aan de verslagen blik in zijn ogen dat er na vijfentwintig jaar huwelijk een einde was gekomen aan zijn vertrouwde huiselijke wereldje. Hij ging naar beneden. Ze hoorde hem schelden tegen de losgekoppelde telefoon en, even later, op de toetsen rammen. Toen ze de telefoon in de slaapkamer opnam, was haar moeder aan de andere kant van de lijn naarstig bezig haar telefoonnummer uit te spreken: ‘0116 2 444 333, met mevrouw Ruby Brown-Bird.’ Brian zei: ‘Ruby, met Brian. Je moet snel hier komen.’ ‘Gaat niet lukken, Brian. Ik zit midden in een permanentje. Wat is er aan de hand?’ ‘Er is iets met Eva…’ Hij ging zachtjes verder. ‘Volgens mij is ze niet goed.’ ‘Bel dan een ambulance,’ zei Ruby geërgerd. ‘Er is lichamelijks niks mis met haar.’ ‘Nou, gelukkig maar dan.’ ‘Ik kom je halen en dan breng ik je weer thuis. Dan kun je het zelf zien.’
8
‘Brian, ik kan niet weg. Ik heb hier een permanentparty en bij mij moet dat spul over een halfuur worden uitgespoeld. Als ik dat niet doe, loop ik er straks bij als Harpo Marx. Wacht, hier heb je Michelle.’ Na wat gesmoorde klanken kreeg hij een jonge vrouw aan de lijn. ‘Hallo… Brian is het toch? Met Michelle. Mag ik even met je doornemen wat er zou gebeuren als mevrouw Bird in dit stadium de permanent zou onderbreken? Ik bén verzekerd, maar het zou me bijzonder slecht uitkomen om voor de rechter gedaagd te worden. Ik zit volgeboekt tot oudjaar.’ Ze gaf de telefoon weer aan Ruby. ‘Brian, ben je daar nog?’ ‘Ruby, ze ligt in bed met haar kleren en schoenen aan.’ ‘Ik had je gewaarschuwd, Brian. We stonden in het kerkportaal, klaar om naar binnen te gaan, en toen draaide ik me om en zei tegen je: “Onze Eva is een rare. Ze zegt niet veel en je weet nooit wat ze denkt…”’ Het bleef lang stil en toen zei Ruby: ‘Bel je eigen moeder maar.’ Er werd opgehangen. Eva was verbijsterd dat haar moeder op het laatste moment had geprobeerd haar huwelijk te saboteren. Ze pakte haar handtas die naast het bed stond en haalde de inhoud overhoop, op zoek naar iets eetbaars. Ze had altijd iets te eten in haar tas. Dat was een gewoonte uit de tijd dat de tweeling jong en hongerig was, en hun monden opengingen als kleine vogelbekjes. Eva vond een samengeperst zakje chips, een geplette Bounty en een half rolletje pepermunt. Ze hoorde Brian weer op de toetsen hameren. Brian was altijd lichtelijk angstig als hij zijn moeder belde. Zijn tong kreeg de woorden niet goed gevormd. Ze wist hem altijd een schuldgevoel te geven, waar het gesprek ook over ging. Zijn moeder nam direct op met een vinnig: ‘Ja?’ Brian zei: ‘Bent u dat, mama?’ Eva bracht de telefoon weer naar haar oor en dekte zorgvuldig de hoorn af met haar hand.
9
‘Wie zou het anders zijn? Er belt nooit iemand naar dit huis. Ik zit hier zeven dagen van de week alleen.’ Brian zei: ‘Maar… eh… u… eh… houdt niet van visite.’ ‘Nee, ik hou niet van visite, maar het zou fijn zijn om ze te kunnen afpoeieren. Maar afijn, wat is er? Ik zit midden in Em merdale Farm.’ Brian zei: ‘Sorry, mama. Moet ik terugbellen als de reclame komt?’ ‘Nee,’ zei ze. ‘Zeg het dan maar meteen, wat het ook is.’ ‘Er is iets met Eva.’ ‘Ha! Waarom verbaast me dat nou niet? Is ze bij je weg? De eerste keer dat ik die meid zag, wist ik al dat ze je hart zou breken.’ Brian vroeg zich af of zijn hart ooit gebroken was. Hij had altijd al moeite om emoties te herkennen. Toen hij thuiskwam om zijn Bachelor of Science-diploma aan zijn moeder te laten zien, zei haar toenmalige vriend: ‘Wat zul jij blij zijn, Brian.’ Brian had met een geforceerde glimlach geknikt, maar eigenlijk was hij geen greintje blijer dan de dag daarvoor, toen er niets bijzonders was gebeurd. Zijn moeder had het rijkversierde certificaat aangepakt en het goed bekeken, waarna ze zei: ‘Je zult niet makkelijk werk vinden als astronoom. Er zijn mensen met betere kwalificaties die nergens aan de bak komen.’ Nu zei Brian somber: ‘Eva is naar bed gegaan met haar kleren en schoenen aan.’ Zijn moeder zei: ‘Ik kan niet zeggen dat ik daarvan opkijk, Brian. Ze trekt altijd alle aandacht naar zich toe. Weet je nog toen we in 1986 met Pasen naar de caravan gingen? Toen had ze een hele koffer vol met van die idiote beatnikkleren bij zich. Je kunt er in Wells-Next-The-Sea niet bijlopen als een beatnik. Iedereen keek haar na.’ Eva schreeuwde van boven: ‘Je had mijn mooie zwarte kleren niet in zee mogen gooien!’ Brian had zijn vrouw nog nooit horen schreeuwen.
10
Yvonne Beaver vroeg: ‘Wat is dat voor geschreeuw?’ Brian loog. ‘Dat is de televisie. Iemand heeft net een hoop geld gewonnen in een quiz.’ Zijn moeder zei: ‘Ze zag er reuze toonbaar uit in de vakantiekleding die ik toen voor haar gekocht had.’ Terwijl Eva lag te luisteren, dacht ze terug aan de monsterlijke kleren die uit die tas kwamen. Ze roken alsof ze jaren in een klam pakhuis in het Verre Oosten hadden gelegen, en alles was gruwelijk mauve, roze en geel. Er zat een paar sandalen bij die volgens Eva voor een man bedoeld waren, en een beige bejaardenparka. Toen ze de spullen aandeed, leek ze meteen twintig jaar ouder. Brian zei tegen zijn moeder: ‘Ik weet niet wat ik moet doen, mama.’ Yvonne zei: ‘Ze zal wel dronken zijn. Laat haar maar liggen, dan kan ze haar roes uitslapen.’ Eva gooide de hoorn door de kamer en schreeuwde: ‘Het waren mannensandalen die ze toen voor me had gekocht, daar in Wells-Next-The-Sea! Ik zag er mánnen mee lopen, met witte sokken! Je had me tegen haar moeten beschermen, Brian! Je had moeten zeggen: “Mijn vrouw wil nog niet dood gevonden worden met die spuuglelijke sandalen!”’ Ze had zo hard geschreeuwd dat haar keel er pijn van deed. Ze riep naar beneden of Brian haar een glas water kon brengen. Brian zei: ‘Momentje, mama. Eva wil een glas water.’ Zijn moeder siste door de telefoon: ‘Waag het niet haar water te brengen, Brian! Dan delf je je eigen graf. Zeg maar dat ze zelf water gaat halen.’ Brian wist niet wat hij moest doen. Terwijl hij in de gang stond te aarzelen, zei zijn moeder: ‘Ik kan dit gedoe er niet bij hebben. Mijn knie geeft weer problemen. Ik stond op het punt mijn specialist te bellen om te vragen of hij dat been eraf kan hakken.’ Hij nam de telefoon mee naar de keuken en draaide de koude kraan open. Zijn moeder vroeg: ‘Hoor ik water lopen?’
11
Brian loog weer. ‘Ik vul alleen even een vaas bloemen bij.’ ‘Bloemen! Je boft dat je je bloemen kunt veroorloven.’ ‘Ze komen uit de tuin, mama. Eva heeft ze zelf gezaaid.’ ‘Je boft dat je plaats hebt voor een tuin.’ De verbinding werd verbroken. Zijn moeder zei nooit gedag. Hij ging naar boven met het koude water. Toen hij het aan Eva gaf, nam ze een slokje en zette het toen op het volle nachtkastje. Brian stond aan het voeteneind te dreutelen. Er was niemand om hem te vertellen wat hij moest doen. Ze kreeg bijna medelijden met hem, maar niet genoeg om uit bed te komen. In plaats daarvan zei ze: ‘Ga anders beneden naar je televisieprogramma’s kijken.’ Brian was dol op huizenprogramma’s. Zijn helden waren Kirstie en Phil van House Hunter. Zonder dat Eva het wist, had hij Kirstie ooit geschreven dat ze er altijd zo leuk uitzag en of ze getrouwd was met Phil, of was hun band puur zakelijk? Drie maanden later had hij antwoord gekregen: ‘Bedankt voor je interesse’, ondertekend met ‘Groetjes, Kirstie’. Er zat een foto van Kirstie bij. Ze had een rode jurk aan met een verontrustende hoeveelheid boezem. Brian bewaarde de foto in een oude bijbel. Hij wist dat hij daar veilig zou zijn. Er keek nooit iemand in dat boek. Later die avond dwong een volle blaas Eva uit bed. Ze deed haar kleren uit en trok een pyjama aan die altijd klaarlag voor een plotselinge ziekenhuisopname. Dat had haar moeder haar geadviseerd. Haar moeder dacht dat je, als je kamerjas, pyjama en toilettas van goede kwaliteit waren, beter behandeld werd door de verpleegsters en artsen dan de schooiers die het ziekenhuis in draaiden met hun goedkope rommeltjes in een supermarkttas. Eva stapte weer in bed en vroeg zich af hoe haar kinderen hun eerste avond aan de universiteit doorbrachten. Ze stelde zich voor dat ze samen in een kamer zaten, snikkend van de heimwee, net als toen ze voor het eerst naar de peuterschool gingen.
12
2
Brianne stond in de gemeenschappelijke keuken van de studentenflat. Ze had intussen al een jongen in meisjeskleren ontmoet, en een vrouw in mannenkleren. Ze spraken allebei over clubs en muzikanten waar zij nog nooit van gehoord had. Brianne kon haar aandacht nooit lang ergens bij houden en luisterde al snel niet meer, maar ze knikte en zei ‘Cool’ als dat op zijn plaats leek. Ze was lang, stond hoog op de benen en had brede schouders en grote voeten. Haar gezicht was grotendeels verborgen achter een slordige, zwarte pony die ze alleen uit haar ogen veegde als ze werkelijk iets wilde zien. Een iel meisje in een lange panterjurk en bruine Uggs kwam binnen met een tjokvolle tas met spullen van de natuurdrogist, die ze in de koelkast propte. Haar halve hoofd was kaalgeschoren en op haar schedel was een gebroken hart getatoeëerd. De andere helft zag eruit als een slecht geverfd, scheef, groen gordijn. Brianne zei: ‘Geweldig kapsel. Heb je dat zelf gedaan?’ ‘Mijn broer heeft me geholpen,’ zei het meisje. ‘Hij is een nicht.’ Het meisje sprak in zinnen die aan het einde omhooggingen, op een vragende toon, alsof ze constant betwijfelde of haar eigen opmerkingen wel zinvol waren. Brianne vroeg: ‘Kom je uit Australië?’ Het meisje riep: ‘God, nee!’ Brianne zei: ‘Ik ben Brianne.’ Het meisje zei: ‘Ik ben Poppy. Brianne? Nooit eerder gehoord.’ ‘Mijn vader heet Brian,’ zei Brianne toonloos. ‘Is het moeilijk lopen met een maxi-jurk?’
13
‘Nee,’ zei Poppy. ‘Je mag hem wel passen als je wilt. Misschien rekt hij wel ver genoeg uit.’ Ze trok de maxi-jurk over haar hoofd, waarna ze alleen nog in een dun behaatje en een slipje stond. Het setje zag eruit alsof het van rood spinnenweb gemaakt was. Ze had schijnbaar totaal geen remmingen. Brianne had heel veel remmingen. Ze vond alles aan zichzelf lelijk: haar gezicht, hals, haren, schouders, armen, handen, vingernagels, buik, borsten, tepels, taille, heupen, dijen, knieën, kuiten, enkels, voeten, teennagels en stem. Ze zei: ‘Ik pas hem wel in mijn kamer.’ ‘Wat heb jij prachtige ogen,’ zei Poppy. ‘Echt?’ ‘Heb je groene contactlenzen?’ vroeg Poppy. Ze staarde in Briannes gezicht en veegde de pony opzij. ‘Nee.’ ‘Ze zijn prachtig groen.’ ‘Echt?’ ‘Schitterend.’ ‘Ik moet afvallen.’ ‘Ja, dat klopt. Ik weet alles van afvallen. Ik zal je wel leren hoe je na elke maaltijd kunt overgeven.’ ‘Ik wil geen boulimia.’ ‘Het werkte prima voor Lily Allen.’ ‘Ik vind overgeven akelig.’ ‘Maar het is toch de moeite waard als je er dun van wordt? Je weet wat ze zeggen: “Je bent nooit te rijk of te dun.”’ ‘Wie heeft dat gezegd?’ ‘Winnie Mandela, volgens mij.’ Poppy liep achter Brianne aan naar haar kamer, nog steeds alleen in ondergoed. In de gang kwamen ze Brian Junior tegen, hij deed net zijn kamerdeur op slot. Hij staarde Poppy aan en zij staarde terug. Hij was de mooiste man die ze ooit had gezien. Ze stak haar armen in de lucht en schoot in een sexy glamourpose, in de hoop dat Brian Junior haar borsten, C-cup, mooi zou vinden.
14
In zichzelf, maar hard genoeg om het te kunnen horen, zei hij: ‘Getver.’ Poppy zei: ‘Getver? Het zou me echt helpen als je je wat gedetailleerder uitdrukte. Ik moet weten welke lichaamsdelen je bij uitstek afstotelijk vindt.’ Brian Junior stond ongemakkelijk te schuifelen. Poppy liep een paar keer langs hem heen, draaide een rondje en liet een hand op haar bottige heup rusten. Toen keek ze hem verwachtingsvol aan, maar hij zei niets. In plaats daarvan stak hij de sleutel weer in het slot en ging terug zijn kamer in. Poppy zei: ‘Wat een kleuter. Een lompe, onvoorstelbaar lekkere kleuter.’ Brianne zei: ‘We zijn allebei zeventien. We hebben vroeg eindexamen gedaan.’ ‘Dat had ik ook willen doen, maar er kwam een persoonlijk drama tussen…’ Poppy pauzeerde, wachtend tot Brianne zou vragen wat voor tragedie ze had meegemaakt. Toen Brianne bleef zwijgen, zei ze: ‘Ik kan er niet over praten. Ik heb evengoed vier tienen op mijn lijst gehaald. Oxbridge wilde me hebben. Ik ben er gaan praten, maar eerlijk gezegd zou ik niet kunnen wonen en studeren in zo’n ouderwets oord.’ Brianne vroeg: ‘Waar ben je op gesprek geweest? In Oxford of in Cambridge?’ Poppy zei: ‘Heb je een gehoorstoornis? Ik zeg toch dat ik op gesprek geweest ben in Oxbridge.’ ‘En toen heb je een plaats gekregen op de universiteit van Ox bridge?’ vroeg Brianne voor de zekerheid. ‘Waar ligt Oxbridge ook alweer precies?’ Poppy mompelde: ‘Dat ligt in het midden van het land,’ en vertrok. Brianne en Brian Junior waren op gesprek geweest in Cambridge, en ze waren allebei aangenomen. De beperkte faam van de Beavertweeling was hen vooruitgesneld. Op Trinity College had men hen ogenschijnlijk onoplosbare wiskundesommen voorgelegd. Brian Junior werd in een aparte kamer gezet met
15
een surveillant. Toen ze elk na 55 minuten koortsachtig rekenen hun potlood neerlegden op het daartoe uitgereikte A4’tje, las de voorzitter van de toelatingscommissie hun werk alsof het een hoofdstuk van een pikante roman betrof. Brianne had nauwgezet, maar wat fantasieloos, direct naar de oplossing toegewerkt. Brian Junior kwam tot zijn antwoord via een mysterieuzere weg. De commissie besloot de tweeling niet te vragen naar hobby’s en vrijetijdsbesteding. Het was duidelijk te zien dat ze buiten hun gekozen vakgebied niets deden. Nadat de tweeling het aanbod tot toelating had afgewezen, legde Brianne uit dat haar broer en zij de beroemde wiskundehoogleraar Lenya Nikitanova zouden volgen, naar Leeds. ‘Ach ja, Leeds,’ zei de voorzitter. ‘Daar hebben ze een opmerkelijke wiskundefaculteit, van wereldklasse. We hebben geprobeerd de lieftallige Nikitanova hierheen te krijgen met schandelijk extravagante lokkertjes, maar ze e-mailde dat ze liever wilde lesgeven aan de kinderen van de arbeiders – een uitdrukking die ik niet heb gehoord sinds Breznjev aan de macht was – en een post als docent aan de universiteit van Leeds had geaccepteerd! Nobel idealisme, echt iets voor haar!’ Nu, in studentenflat Sentinel Towers, zei Brianne: ‘Ik wil die jurk liever alleen passen. Ik geneer me voor mijn lichaam.’ Poppy zei: ‘Nee, ik ga met je mee. Ik kan je helpen.’ Brianne vond Poppy’s aanwezigheid verstikkend. Ze wilde haar niet in haar kamer laten. Ze wilde haar niet als vriendin, maar tegen beter weten in haalde ze de deur van het slot en liet ze Poppy binnen. Briannes koffer lag open op het smalle bed. Poppy begon hem meteen uit te pakken en Briannes kleren en schoenen in de kast te leggen. Brianne zat machteloos op de rand van het bed en zei: ‘Nee, Poppy. Dat kan ik zelf wel.’ Als Poppy weg was, zou ze haar kleren wel opbergen zoals ze dat zelf wilde, dacht ze. Poppy opende een juwelendoosje met parelmoeren schelpjes en probeerde verschillende sieraden uit. Ze pakte een zilveren armbandje met drie bedeltjes: een maan, een zon en een ster.
16
Eva had het armbandje in augustus gekocht om Briannes vijf tienen te vieren. Brian Junior was de manchetknopen al kwijt die zijn moeder hem had gegeven ter ere van zijn zes tienen. ‘Deze leen ik van je,’ zei Poppy. ‘Nee!’ riep Brianne. ‘Die niet. Die is me erg dierbaar.’ Ze griste de armband uit Poppy’s hand en liet hem om haar eigen pols glijden. Poppy zei: ‘Mijn god, wat ben jij materialistisch. Chill even, zeg.’ Intussen liep Brian Junior te ijsberen in zijn ongelooflijk kleine kamertje. Het was maar drie stappen van de deur naar het raam. Hij vroeg zich af waarom zijn moeder niet had gebeld, zoals ze had beloofd. Hij had alles al uitgepakt en netjes opgeborgen. Zijn pennen en potloden lagen in een rijtje, op kleur gesorteerd, van geel tot zwart. Het was belangrijk voor Brian Junior dat precies in het midden van het rijtje een rode pen lag. Eerder die dag, nadat de spullen van de tweeling uit de auto naar boven gebracht waren, hun laptops aan de oplader lagen en de nieuwe waterketels, broodroosters en lampen van Ikea waren aangesloten, hadden Brian, Brianne en Brian Junior naast elkaar op Briannes bed gezeten zonder dat ze elkaar iets te zeggen hadden. Brian had een paar keer ‘Nou…’ gezegd. De tweeling had gedacht dat hij verder zou gaan, maar hij liet weer een stilte vallen. Uiteindelijk schraapte hij zijn keel en zei: ‘Nou, het is zover, hè. Een eng idee voor mij en mama, en voor jullie nog meer – op je eigen benen staan, nieuwe mensen ontmoeten.’ Hij stond op en keek hen aan. ‘Jongens, doe een beetje je best om aardig te zijn tegen de andere studenten. Brianne, stel jezelf voor, probeer te glimlachen. Ze zijn vast niet zo intelligent als Brian Junior en jij, maar intelligentie is ook niet alles.’ Brian Junior zei op vlakke toon: ‘We zijn hier om te werken, pap. Als we “vrienden” wilden, zaten we wel op Facebook.’
17
Brianne pakte haar broer bij de hand en zei: ‘Misschien is het wel goed om vriendschap met iemand te sluiten, Bri. Je weet wel, zeg maar iemand met wie ik kan praten over…’ Ze aarzelde. Brian vulde haar zin aan: ‘Kleren en jongens en kapsels.’ Brianne dacht: Jasses! Kapsels? Nee, ik zou willen praten over de wonderen van de wereld, de raadsels van het universum. Brian Junior zei: ‘We kunnen vrienden maken als we ons doctoraat hebben.’ Brian zei lachend: ‘Ontspan nou eens een beetje, BJ. Ga je bedrinken, maak een wip, lever ook eens een keer een essay te laat in. Je bent student, jat een keer een verkeerspylon!’ Brianne keek naar haar broer. Ze kon zich niet voorstellen dat hij ooit strontlazarus een pylon op zijn kop zou zetten, net zomin als dat hij ooit zou meedoen aan dat achterlijke Strictly Come Dancing en in een limegroen lycrapak de rumba zou dansen. Voordat Brian vertrok, werd er nog wat onhandig geknuffeld en op schouders geslagen. Er werden neuzen gezoend in plaats van monden en wangen. Ze trapten op elkaars tenen in hun haast om het benauwde kamertje uit te komen en naar de lift te gaan. Eenmaal daar aangekomen moesten ze oneindig lang wachten tot de lift de zesde verdieping bereikte. Ze konden hem piepend en knarsend horen aankomen. Toen de deuren openschoven, rende Brian bijna naar binnen. Hij zwaaide naar de tweeling en zij zwaaiden terug. Na een paar seconden drukte Brian stevig op de knop begane grond, de deuren gingen dicht en de tweeling gaf elkaar een high-five. Toen kwam de lift terug, met Brian er nog in. De tweeling zag tot hun afschuw dat hun vader huilde. Ze wilden net de lift in stappen toen de deuren dicht knarsten en de lift hortend en stotend omlaagging. ‘Waarom húílt pap?’ vroeg Brian Junior. Brianne zei: ‘Omdat hij het verdrietig vindt dat we het huis uit zijn, denk ik.’ Brian Junior was verbijsterd. ‘En is dat een normale reactie?’ ‘Ik geloof van wel.’
18
‘Mam huilde niet toen we afscheid namen.’ ‘Nee, mam vindt dat tranen voorbehouden moeten blijven aan een echte tragedie.’ Ze bleven nog even bij de lift staan wachten om te kijken of hij nog een keer terug zou komen met hun vader erin. Toen dat niet gebeurde, gingen ze ieder naar hun kamer waar ze tevergeefs probeerden hun moeder te bereiken.
19
3
Om tien uur kwam Brian Senior de slaapkamer in en begon zich uit te kleden. Eva sloot de ogen. Ze hoorde zijn pyjamalade open- en dichtgaan. Ze gaf hem even tijd om in zijn pyjama te klimmen en toen zei ze, met haar rug naar hem toe: ‘Brian, ik wil niet dat je vannacht in dit bed slaapt. Ga anders in de kamer van Brian Junior slapen. Die is gegarandeerd schoon, netjes en abnormaal ordelijk.’ ‘Voel je je niet goed?’ vroeg Brian. ‘Lichamelijk dus,’ voegde hij eraan toe. ‘Nee,’ zei ze. ‘Ik voel me prima.’ Brian ging prekerig verder: ‘Eva, wist je dat ze in bepaalde therapeutische gemeenschappen de patiënten verbieden te zeggen dat ze zich “prima voelen”? Want ze voelen zich steevast níét prima. Geef toe, je bent radeloos omdat de tweeling het huis uit is.’ ‘Nee, ik ben blij dat ze weg zijn.’ Brians stem trilde van woede. ‘Het is heel erg dat je als moeder zoiets zegt.’ Eva draaide zich om en keek hem aan. ‘We hebben een potje gemaakt van hun opvoeding,’ zei ze. ‘Brianne laat over zich heen lopen en Brian Junior schiet in de paniek als hij met iemand moet praten.’ Brian ging op de rand van het bed zitten. ‘Het zijn gevoelige kinderen, dat geef ik toe.’ ‘Zeg maar liever neurotisch,’ zei Eva. ‘Toen ze klein waren, zaten ze urenlang in een kartonnen doos.’
20
Brian zei: ‘Dat wist ik niet! Wat deden ze dan?’ ‘Gewoon zitten en zwijgen,’ antwoordde Eva. ‘Soms keken ze even naar elkaar. Als ik ze uit de doos probeerde te halen, gingen ze bijten en krabben. Ze wilden samen in hun eigen kartonnen wereldje blijven zitten.’ ‘Het zijn begaafde kinderen.’ ‘Maar zijn ze gelukkig, Brian? Ik zou het niet weten, ik hou te veel van ze.’ Brian liep naar de deur en bleef daar een tijdje staan, alsof hij nog iets wilde zeggen. Eva hoopte dat hij niet een of ander dramatisch statement zou maken. Ze was al zo uitgeput van de heftige emoties van die dag. Brian deed zijn mond open, bedacht zich toen blijkbaar, liep de kamer uit en deed snel de deur achter zich dicht. Eva ging rechtop in bed zitten, sloeg het dekbed van zich af en zag tot haar schrik dat ze haar zwarte pumps nog aanhad. Ze keek naar haar nachtkastje, dat vol stond met vrijwel identieke potjes en tubes moisturizer. Ik heb er maar eentje nodig, dacht ze. Ze koos het potje van Chanel en gooide de rest een voor een in de prullenbak aan de andere kant van de kamer. Ze kon goed gooien. Ze was met speerwerpen uitgekomen voor de Leicester High School voor Meisjes, bij de Regionale Spelen. Toen haar docent Klassieke Talen haar had gefeliciteerd met het nieuwe schoolrecord, had hij gefluisterd: ‘Je bent bepaald een Athena, juffrouw Brown-Bird. En overigens ben je een enorm aantrekkelijk meisje.’ Nu moest ze naar de wc. Ze was blij dat ze Brian zover had gekregen dat hij het zijkamertje had uitgebroken zodat de slaapkamer een eigen badkamer met toilet had. Ze waren de laatsten geweest die dat hadden gedaan in hun straat vol edwardiaanse huizen. Het huis van de Beavers was gebouwd in 1908. Dat stond onder de dakrand te lezen. De edwardiaanse cijfers waren omgeven door een stenen fries met gestileerde klimop en kamperfoelie. Sommige huizenkopers kiezen hun nieuwe huis vanuit puur
21
romantische overwegingen, en Eva was zo iemand. Haar vader rookte vroeger Woodbine-sigaretten en het groene pakje met kamperfoelie erop was een vast gegeven uit haar jeugd. Gelukkig was het huis tot dan toe bewoond door een hedendaagse Scrooge die de moderniseringshysterie van de jaren zestig had weerstaan. Het huis was nog intact, met ruime kamers, hoge plafonds, lijstwerk, open haarden en massief eiken deuren en vloeren. Brian vond het afschuwelijk. Hij wilde een ‘woonmachine’. Hij zag zich ’s ochtends in een gestroomlijnde, witte keuken naast het espressoapparaat staan wachten op zijn kopje koffie. Hij wilde niet anderhalve kilometer van het centrum wonen. Hij wilde een Le Corbusier-doos van glas en staal met uitzicht op het platteland en een weidse lucht. Hij had de makelaar uitgelegd dat hij astronoom was en dat hij zijn telescopen niet kon gebruiken als er sprake was van lichtvervuiling. De makelaar had Brian en Eva aangekeken en zich verbaasd afgevraagd hoe twee mensen die zo extreem verschilden qua karakter en smaak überhaupt ooit hadden kunnen trouwen. Uiteindelijk had Eva Brian meegedeeld dat ze niet kon wonen in een minimalistische modulaire systeemwoning, ver weg van straatverlichting, en dat ze een gewoon huis wilde. Brian had tegengeworpen dat hij niet wilde wonen in een oud krot waar mensen waren gestorven, met bedwantsen, vlooien, ratten en muizen. Toen hij het edwardiaanse huis voor het eerst zag, had hij geklaagd dat hij zijn longen voelde dichtslaan door ‘een eeuw aan stof ’. Eva vond het fijn dat het huis recht tegenover een dwarsstraat stond. Door de grote, fraaie ramen kon ze de hoge gebouwen van het stadscentrum zien en, verder weg, het bos en het weidse platteland, met in de verte heuvels. Dankzij het extreme gebrek aan modernistische huisvesting in het landelijke Leicestershire hadden ze ten slotte voor £ 46.999 de vrijstaande edwardiaanse villa op Bowling Green Road 15 gekocht. Brian en Eva trokken er in april 1986 in, na drie jaar bij Brians moeder Yvonne te hebben gewoond. Eva had geen dag
22
spijt gehad dat ze tegen Brian en Yvonne ingegaan was wat betreft het huis. Het was de drie weken mokken die volgden waard geweest. Toen ze het licht in de badkamer aandeed, stond ze oog in oog met talloze spiegelbeelden van zichzelf. Een dunne, vroegmiddelbare vrouw met kort blond haar, hoge jukbeenderen en lichtgrijze ogen. Op haar verzoek – ze dacht dat de ruimte er groter door zou lijken – had de aannemer aan drie wanden grote spiegels bevestigd. Bijna onmiddellijk had ze hem willen opdragen het grootste deel weer weg te halen, maar ze had de moed niet gehad. Dus elke keer als ze op de wc zat, zag ze zichzelf tot in het oneindige. Ze trok haar kleren uit en stapte onder de douche, waarbij ze de spiegels ontweek. Haar moeder had laatst gezegd: ‘Geen wonder dat je geen vlees op je botten hebt, je gaat nooit eens even zitten. Je eet zelfs je avondeten staand op.’ Dat klopte. Nadat ze Brian, Brian Junior en Brianne had opgeschept, ging ze terug naar het fornuis waar ze stukjes van het vlees en de groenten uit de respectievelijke pannen en braadsleden pikte. Stress over het koken, zorgen dat het eten op tijd op tafel kwam, zorgen dat het warm bleef en hopen dat het gesprek aan tafel niet op ruzie uitliep, leek te resulteren in een golf van maagzuur die al haar eten flauw en smakeloos maakte. Op het draadrekje in de hoek van de douche stond een allegaartje aan shampoos, conditioners en douchegels. Eva nam een momentje de tijd om haar favorieten uit te zoeken en gooide de rest in de prullenbak naast de wastafel. Toen kleedde ze zich snel aan en stapte in haar hooggehakte pumps. Ze was er negen centimeter langer door, en ze wilde zich vanavond sterk kunnen voelen. Ze beende door de kamer terwijl ze instudeerde wat ze tegen Brian zou zeggen als hij terugkwam en in hun bed wilde stappen. Ze zou het snel moeten doen, voordat ze de moed verloor. Ze zou ter sprake brengen hoe hij haar in het openbaar on-
23
dermijnde door haar aan zijn vrienden voor te stellen met de woorden: ‘En dan is hier de Klingon.’ Hoe hij haar de laatste keer voor haar verjaardag vijfentwintig pond aan loterijloten had gegeven. Maar toen bedacht ze hoe snel zijn ego gekrompen was en hoe triest hij had gekeken toen ze had gevraagd of hij ergens anders kon slapen. Ze stond even bij de slaapkamerdeur, overwoog de consequenties en kroop toen terug in bed om de mogelijke strijd uit de weg te gaan. Om 03:15 uur schrok ze wakker van een schreeuw van Brian die met het dekbed worstelde. De lamp op zijn nachtkastje ging aan. Toen ze haar omgeving duidelijk in beeld kreeg, zag ze dat Brian met zijn voet op het tapijt stond te stampen met zijn handen om zijn rechter kuit. ‘Kramp?’ zei ze. ‘Niks kramp! Die klotehakken van jou! Je hebt een gat in mijn been getrapt, verdomme!’ ‘Had je maar in de kamer van Brian Junior moeten blijven in plaats van terug te sluipen naar mijn kamer.’ Brian zei: ‘Jouw kamer? Het was altijd ónze kamer.’ Brian kon niet zo goed tegen pijn en bloed en nu had hij in de kleine uurtjes met allebei te maken. Hij begon te jammeren. Toen Eva zich weer wat kon oriënteren, zag ze dat er inderdaad een gat in zijn been zat. ‘Een hoop bloed… maak de wond schoon,’ zei hij. ‘Je moet het afnemen met gedestilleerd water en jodium.’ Eva kon niet uit bed komen. In plaats daarvan reikte ze naar haar nachtkastje en plukte daar het flesje Chanel No. 5 vanaf. Ze richtte het mondstukje op Brians wond en drukte met haar vinger op het spuitmechanisme. Brian gilde en hinkelde over het beige tapijt de deur uit. Ze had het goed gedaan, dacht Eva terwijl ze weer in slaap viel. Iedereen weet dat Chanel No. 5 in noodgevallen een prima ontsmettingsmiddel is.
24