De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP?
De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen? Toestanden, instellingen die gedurende een lange tijd min of meer onveranderd hebben bestaan, een verschijnsel is herkenbaar aan overeenkomstige kenmerken. Een bepaald verschijnsel (herhaalt zich) is vaak in op verschillende tijden in de geschiedenis opnieuw “identificeerbaar”. Een paar voorbeelden: oorlog, revolutie, landbouw, begrafenis rituelen, verstedelijking, bestuursvormen etc. De O staat voor een ontwikkeling. Wat is een ontwikkeling? Een reeks gebeurtenissen die samen een veranderingsproces kenmerken. Daarbij kan het gaan om de opkomst of het ontstaan van iets, de ondergang of het verdwijnen van iets, of de overgang van de ene situatie naar de andere, bijvoorbeeld: de ondergang van het Romeinse Rijk, de overgang van een agrarisch-urbane naar een industriële samenleving of het ontstaan van de parlementaire monarchie in Engeland. Enkele aansluitende begrippen: opkomst, ontstaan, ondergang, verdwijnen, overgang, verbetering, verslechtering. Een ontwikkeling betreft een wijziging er is dus geen sprake van continuïteit. De 1e G staat voor een gebeurtenis. Wat is een gebeurtenis? Evenementen die zich op een moment in de tijd afspelen en waaraan dus een datering (jaartal, datum, tijdstip van de dag) kan worden gekoppeld (Arie Wilschut). Een gebeurtenis is dus een specifiek evenement/feit in ruimte en tijd. Historische gebeurtenissen worden krijgen voornamelijk betekenis doordat historici er het belang van inzien om hiermee De 2e G staat voor een gedachte of bepaalde handeling van een persoon. Wat is een gedachte? Het gaat hier over een gedachtegoed en ideeënwereld, deze ideeën zijn van invloed op ontwikkelingen en gebeurtenissen.
De P staat voor een persoon. Wat is een persoon? De vooraanstaande personen in de geschiedenis zijn identificeerbaar door hun invloed op de geschiedenis ze drukken als het ware een stempel op de tijd waarin ze leefden.
VOGGP opdracht; Prehistorie/de tijd van jagers en boeren, – 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkend aspect 1. De levenswijze van jagerverzamelaars
Verschijnsel
Ontwikkeling
Gebeurtenis
Verschijnsel
Ontwikkeling
Gebeurtenis
Gedachtengoed
Persoon
Waarom bruikbaar?
2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen; Waarom bruikbaar?
Kenmerkend aspect 3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen Waarom bruikbaar?
Gedachtengoed
Persoon
De tijd van Grieken en Romeinen, 3000 v. Chr. – 500 n. Chr. Kenmerkend aspect 4. De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Waarom bruikbaar?
5. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur Waarom bruikbaar?
6. De groei van het Romeinse imperium, waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Waarom bruikbaar?
Verschijnsel
Ontwikkeling
Gebeurtenis
Gedachtengoed
Persoon
Kenmerkend aspect 7. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Waarom bruikbaar?
8. De ontwikkeling van het Jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten Waarom bruikbaar?
Verschijnsel
Ontwikkeling
Gebeurtenis
Gedachtengoed
Persoon
De tijd van monniken en ridders, 500 – 1000 n. Chr. / vroege middeleeuwen. Kenmerkend aspect 9. De verspreiding van het christendom in geheel Europa Waarom bruikbaar?
Verschijnsel
Ontwikkeling
Gebeurtenis
Gedachtengoed
Persoon
Verschijnsel
Ontwikkeling
Gebeurtenis
Gedachtengoed
Persoon
10. Het ontstaan en de verspreiding van de islam Waarom bruikbaar?
11. De vrijwel volledige vervanging in WestEuropa van de agrarisch-urbane cultuur door een agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
Waarom bruikbaar?
Kenmerkend aspect 12. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur. Waarom bruikbaar?