De Vijf Biologische Natuurwetten en Dr. Hamers omvangrijke praktische uitwerking (GNM)
De informatie in dit artikel is ontleend aan de in de informatielijst vermelde bronnen. Voor het begrijpen van de inhoud is kennis van de Vijf Biologische Natuurwetten onontbeerlijk.
Frans Meiring Zinvol Biologisch Speciaalprogramma -------------------------------------------------------------------
FM / nov. 2014 / febr. 2015 / febr. 2016
1
INHOUD
Inhoud 1 SBS-programma lymfeknopen/-vaten
.
.
.
.
.
.
.
.
3
1.1
INTRODUCTIE .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
3
1.2
CONFLICT
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
3
1.2.1
Biologische zin
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
3
1.2.2
Voorbeelden
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
4
1.3
CONFLICT-ACTIEVE FASE
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
4
1.4 1.5
GENEZINGSFASE
.
1.6
.
. .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
5 5
LYMFEKNOOP / VAATONTSTEKING ZONDER SBS
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
6
.
.
.
.
.
.
.
.
7 7 7 7
LYMFEVATEN
.
.
.
.
.
.
2 Lymfeknopen in relatie tot borstkanker 2.1 2.2
INTRODUCTIE CONFLICT
.
. .
. .
. .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
2.2.1 Voorbeeld
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
GENEZINGSFASE
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
“Metastasen” .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
8 8
3 SBS-programma milt
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
9
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
9 9
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
10
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
11 11
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
12
RELAIS IN DE CEREBRALE MEDULLA .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
2.3
2.3.1
3.1 3.2
INTRODUCTIE CONFLICT
3.2.1 3.3 3.4
.
. .
. .
. .
Voorbeelden
.
CONFLICT-ACTIEVE FASE GENEZINGSFASE .
3.4.1
.
.
Biologische zin
. . .
4 Bijlage
5 Informatielijst .
2
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
13
.
14
FM / nov. 2014 / febr. 2015 / febr. 2016
LYMFEKNOPEN / -VATEN
1 SBS-programma lymfeknopen/-vaten 1.1 INTRODUCTIE [5] Het hele lymfestelsel (lymfevaten en lymfeknopen) wordt aangestuurd vanuit het hersenmerg / de medulla c.q. de witte stof van de grote hersenen. Het bijbehorende kiemblad is het nieuw mesoderm. Een lymfeknoop behoort tot een bot dat “belast” is met het conflict. De Hamerse Haarden (HH) liggen in het hersenmerg op dezelfde plaats als de bijbehorende skeletdelen.
1.2 CONFLICT [2], [5] Het biologische conflict is een eigenwaarde-
inbreukconflict (EWI-conflict). In dit geval is het EWI-conflict relatief een lichter EWI-conflict, dat door de psyche niet zo sterk ervaren wordt. Niet een bot wordt bij dit EWI-conflict betrokken, maar de dichtsbijzijnde lymfeknoop. De eigenwaarde inbreuk is dus zwakker dan hij geweest zou zijn, indien er bot bij betrokken was. De locatie onthult het soort EWI-conflict. Heeft iemand b.v. een lymfoom in het nekgebied, dan is het conflict een intellectueel EWIconflict. Zie de bijlage voor de details. De biologische handigheid en moeder/kind- of partnerzijde bepalen welke kant van het lichaam erbij betrokken is.
Lymfeknopen en –vaten, Eybl [6] 1.2.1 Biologische zin De biologische zin ligt aan het einde van de genezingsfase (luxe groep). De lymfeknoop is groter en sterker geworden dan voorheen. De capaciteit van de lymfeknoop is blijvend verhoogd. Een grotere lymfeknoop is biologisch beter dan een kleinere.
FM / nov. 2014 / febr. 2015 / febr. 2016
3
LYMFEKNOPEN / -VATEN 1.2.2 Voorbeelden ▫ Iemand heeft een zaak en moet een medewerker ontslaan. Hij heeft er geen goed gevoel over, maar hij heeft geen keus. Wanneer hij de beslissing accepteert, dan krijgt hij in de genezingsfase een lymfoom [5]. ▪ Een ervaringsverhaal van David Münnich zelf [7]: Toen ik een bijtconflict actief had, omdat ik me niet tegen de grotere jongens op de basisschool kon weren, waren bij mij diverse lymfeknopen onder de kiezen actief. Tegelijkertijd had ik ook necrose van de tanden. Ik had dan dikwijls gezwollen lymfeknopen onder de kiezen, wanneer het conflict weer was opgelost. Nu heb ik nog de overtollige groei. Mijn lymfeknopen zijn daar tijdens de schooltijd duidelijk voelbaar vergroot, wat alleen tastend waargenomen kan worden. Het zijn de lymfeknopen die het dichtst bij de kiezen en de tanden liggen, waarmee ik de bijtbeweging (c.q. het afweren) niet voldoende kon uitvoeren. Ik klapperde ook overdag altijd met de tanden en knarste er ’s nachts mee. Hiermee probeerde ik altijd de tegenstander weg te bijten, ook wanneer deze er juist niet was. ▪ Zie ook het ervaringsverhaal: http://www.germaansegeneeskunde.info/index.php/berichten/ervaringsberichten/407-morbushodgkin.html
1.3 CONFLICT-ACTIEVE FASE [2], [5] In de ca-fase gaat de conflict-gerelateerde lymfeknoop necrotiseren, hetgeen een weefselverliesproces is. De necrose is hetzelfde proces als het bij de botten geweest zou zijn. Er ontstaan holten c.q. “gaten”. Een dergelijke - nog niet vergrote – lymfeknoop ziet er onder de microscoop uit als “Zwitserse kaas”. De celafname door necrose treedt op bij alle organen die aangestuurd worden door het hersenmerg / de cerebrale medulla. Dit in tegenstelling tot de celafname bij alle organen aangestuurd door de hersenschors/cortex, waarbij sprake is van ulceratie. In de ca-fase zijn er geen symptomen, dus ook geen pijn. Het wordt niet opgemerkt. Wanneer de lymfeknopen gaten hebben, zien we ook bijna altijd osteolyse in het daarbij behorende skeletdeel, dus botontkalking. Daarbij behoort op het psychische vlak ook altijd een EWI-conflict.
Verschillende eigenwaardeinbreuken in het skelet [1] 4
FM / nov. 2014 / febr. 2015 / febr. 2016
LYMFEKNOPEN / -VATEN 1.4 GENEZINGSFASE [2], [5] In pcl-fase A, als goed teken van de genezing, zwellen de lymfeknopen op ten behoeve van het weer opvullen van de gaten met nieuwe cellen. De hele lymfeknoop is hierbij gezwollen. Er ontstaan dikke lymfeknopen door de celdeling. Ook is er ontsteking, pijn en roodkleuring. Pijn in de lymfeknopen zelf is de lymfeknoopontsteking [6]. Het opvullen van de gaten vindt plaats door celdeling. Dit in tegenstelling tot een lymfeknoop in het afvloeiingsgebied van een abces, die slechts door “overbelasting” gezwollen is. Daarom is er geen celdeling en wordt het in de reguliere geneeskunde (RG) als “goedaardig” beschouwd. Zie hiervoor: §1.6. Het is de zwelling en de cel-toename - hetgeen in feite een restauratie is - dat gediagnosticeerd wordt als Morbus Hodgkin-lymfoom (lymfeknoopgezwel). Het is dus een in de pcl-fase onder celmitose weer opgevulde en gezwollen lymfeknoop. Bij een dergelijke lymfeknoop, waarbij sprake is van het weer opvullen van de gaten met nieuwe lymfeknoopcellen, is er dus celdeling (mitose) en dit wordt in de RG daarom als “kwaadaardig” gezien (lymfeknoopkanker), hoewel het dat helemaal niet is. Het is een zeer positieve gebeurtenis waar men de persoon mee zou kunnen feliciteren. In de epi-crisis kunnen er plotseling steken ontstaan. In pcl-fase B zijn de lymfeknopen licht gezwollen en alleen pijnlijk bij aanraking. In de eindtoestand blijven de lymfeknopen vergroot (biologische zin) en zijn pijnvrij. Het is bekend dat lymfeknopen kunnen opzwellen bij elk type genezing, omdat het lymfesysteem ook een drainagesysteem is. De lymfeknopen zwellen op omdat ze gevuld zijn met afvalproducten c.q. bijproducten van een reparatieproces. Met het syndroom is er waterretentie, zie het artikel SYNDROOM [8]. Dit is heel vaak het resultaat van een bestaansconflict: “mijn leven staat op het spel”, als gevolg van een diagnoseshock. Het water gaat naar het gebied dat in genezing is, in dit geval een lymfeknoop en deze lymfeknoop kan vrij groot worden, en wordt – zoals gezegd - gediagnosticeerd als Hodgkin-lymfoom. De waterretentie versterkt duidelijk de zwelling en de pijn. In geen geval behoren deze lymfeknopen operatief verwijderd te worden. Alleen wanneer een lymfeknoop zo groot geworden is dat het een persoon mechanisch stoort, of wanneer het voor hem/haar psychisch onacceptabel is, dient deze te worden verwijderd.
1.5 LYMFEVATEN [1] Voor de lymfevaten geldt hetzelfde SBS als voor de lymfeknopen. Bij de lymfevaten is er
FM / nov. 2014 / febr. 2015 / febr. 2016
5
LYMFEKNOPEN / -VATEN in relatie tot de EWI een specifieke belemmering. In de ca-fase vindt er necrose plaats van de vaatwand. Het manifesteert zich in de vaten overeenkomstig de locatie van het conflict. In de pcl-fase worden de lymfevaten gerepareerd, is er verwijding van de lymfevaten en een slechtere lymfeafvoer. De biologische zin is het versterken van het betreffende lymfevat.
1.6 LYMFEKNOOP- / VAATONTSTEKING ZONDER SBS [6] Er is hierbij sprake van een ontsteking “stroomafwaarts”. Elke ontsteking gaat gepaard met verhoging van de stofwisseling en het ontstaan van vocht in de ruimte tussen de cellen. De lymfeknopen in het afvloeiingsgebied zwellen op, omdat veel vocht en restanten moeten worden afgevoerd. Ook inentingen kunnen door vergiftiging een ontsteking met lymfeknoopzwelling veroorzaken. Er is geen eigen SBS van de lymfeknopen (o.a. geen celdeling), maar “hoogwater” in het overeenkomstige lymfedeel. B.v. dikke halslymfeknopen door ontstoken amandelen, keelholteontsteking, een etterende tand/kies of dikke lymfeknopen door kniegewrichtsontsteking.
6
FM / nov. 2014 / febr. 2015 / febr. 2016
LYMFEKNOPEN IN RELATIE TOT BORSTKANKER
2 Lymfeknopen in relatie tot borstkanker 2.1 INTRODUCTIE [2] In principe liggen de lymfeknopen in het afvloeiingsgebied van de vrouwelijke borst, maar kan ook in het afvloeiingsgebied van de arm liggen. De lymfeknoop onder de oksel is in de visie van de RG een van de zwaarste thema’s in samenhang met borstkanker. Vanuit de 5BN/GNM zijn deze lymfeknopen daarentegen een onschuldig randthema. Zij behoren ontwikkelingshistorisch gezien tot de schouderkogel - in de geneeskunde Humeruskop genoemd - en ook tot een derde deel van het bovenarmbot, dat Humerusschacht wordt genoemd.
2.2 CONFLICT [5] Wanneer een vrouw is gediagnosticeerd met borstkanker, en ze heeft daarbij een diagnoseshock waardoor ze zich minder voelt (EWI-conflict), dan kan het dichtstbijzijnde bot betrokken worden bij het conflict. De borst zit dichtbij de schouder. De schouders zijn tevens gerelateerd aan een EWI-relatieconflict of EWI-schuldconflict. Dit kan ook een rol spelen. Is het een minder sterk EWI-conflict, dan wordt de dichtstbijzijnde lymfeknoop bij de schouder bij het conflict betrokken. Deze bevindt zich onder de oksel. 2.2.1 Voorbeeld [2] Wanneer b.v. een kind een ongeluk krijgt, dan maakt de moeder zichzelf vaak ernstige verwijten. Ze lijdt dan gelijktijdig met het moeder/kind-zorgconflict, dat borstklierkanker veroorzaakt – b.v. bij een biologisch rechtshandige vrouw borstklierkanker in de linker borst - ook nog een EWI-conflict: “Hoe kon ik zo onoplettend zijn, ik ben een slechte moeder geweest”. Ze lijdt dus een minderwaardigheidsgevoel in de moeder/kind-relatie. Vanaf dat moment ontstaat er, zolang het conflict nog actief is, ontkalkingsnecrose c.q. gaten in het bot van de Humeruskop of in het bovenste deel van de Humerusschacht, en tegelijkertijd is er in de bijbehorende lymfeknoop eveneens necrose c.q. de vorming van gaten. Hetzelfde kan in de tegenoverliggende schouder plaatsvinden, wanneer b.v. de persoon
FM / nov. 2014 / febr. 2015 / febr. 2016
7
LYMFEKNOPEN IN RELATIE TOT BORSTKANKER bij een partner-zorgconflict denkt: “Ik ben een slechte echtgenoot of partner geweest”. Komt het tot een conflictoplossing, in dit geval dat het kind weer gezond is, en wordt het de moeder duidelijk: “ik had daar in het geheel niets aan kunnen doen”, dan komt het tot een psychische opbouw van haar eigenwaardegevoel in de moeder/kind-relatie. Dan beginnen vanaf dit moment de genezingssymptomen, zowel in het bot als in de bijbehorende lymfeknoop in de oksel.
2.3 GENEZINGSFASE [2] Zoals gezegd ontstaat in de pcl-fase in de lymfeknoop een lymfoom. Zijn door het genezingsverloop in de borst of arm stofwisselingsactiviteiten aan de gang, dan zwellen de daarbij behorende lymfeknopen normaal op. (In de RG een goedaardige zwelling genoemd). Hierbij vindt geen celvermeerdering in de lymfeknoop plaats, maar slechts een opzwelling van de lymfeknoop. Het bot produceert in de genezingsfase oedeem. Bij het bot zwelt het periost op en veroorzaakt pijn. Het schoudergewricht kan opzwellen, wat eveneens pijnlijk kan zijn. Het komt tot recalcificering van de osteolyse. Het bot heeft dan later meer kalk dan voor het hele proces, en is daardoor sterker (biologische zin). 2.3.1 “Metastasen” Een tweede tumor/“kanker” is vaak een lymfoom. Dit heeft echter niets te maken met uitzaaiingen [5]. De RG ging er tot nu toe vanuit, dat kankercellen uit de borst in de lymfeknoop worden getransporteerd en tot een “kwaadaardige” lymfeknoop leiden. Dat is speculatie. Men heeft nog nooit een enkele borstkliercel van een adenocarcinoom in een lymfeknoop ontdekt. In de lymfeknopen worden in de necrose, die zich tijdens de ca-fase ontwikkelen, alleen nieuwe lymfeknoopcellen ingebouwd en dat ook alleen in de conflictoplossings-/genezingsfase. In samenhang met borstkanker worden in de RG ook vaak de lymfeknoop in de oksel operatief verwijderd.
8
FM / nov. 2014 / febr. 2015 / febr. 2016
BIJLAGE
3 SBS-programma milt 3.1 INTRODUCTIE [5], [6] De milt heeft de grootte van een vuist en ligt onder het middenrif. Om de functie van de milt te begrijpen, moeten we eerst de functie van de bloedplaatjes vaststellen. Bloedplaatjes (trombocyten) zijn bloedcellen die in het beenmerg worden geproduceerd. De bloedplaatjes hebben het vermogen om bloed te doen stollen. De functie van de bloedplaatjes is dan ook om een bloeding te stoppen. Ze zijn van vitaal belang voor wondreparatie. Als er een bloeding of verwonding is in het lichaam, dan gaan de bloedplaatjes naar de plek van de verwonding om de bloeding te stoppen. Dat is hun taak. Lang probeerde men te weten te komen waar een milt eigenlijk goed voor is, omdat de verwijdering geen noemenswaardige lichamelijke effecten heeft. Tegenwoordig kent men de belangrijkste taak: het afbouwen van verouderde c.q. beschadigde bloedcellen. Dit vindt plaats door filteren en “opvreten” (fagocytose), zoals het opslaan van bloedlichaampjes, in het bijzonder van trombocyten (bloedplaatjes) voor een bloedings-noodgeval. De milt behoort tot het lymfestelsel en is in principe een grote – weliswaar met bloed doorstroomde – lymfeknoop (een speciale dus). Evenals het lymfestelsel bestaat de milt uit mesodermaal (milt)weefsel. De HH bevindt zich rechts in het hersenmerg. De milt zelf bevindt zich links in het lichaam. Er is dus een kruiscorrelatie van het hersenrelais naar het orgaan.
Locatie van HH relais in het hersenmerg
3.2 CONFLICT [2], [5] Het conflict is in zekere zin altijd een EWI-conflict door een bloedende, grote wond: een FM / nov. 2014 / febr. 2015 / febr. 2016
9
MILT
bloedings- en verwondingsconflict. Iets schrikaanjagend in relatie tot bloed. Bloedende aambeien, een ongeluk, hevige bloeding of bloed zien. Eigen bloed of dat van anderen is voor de biologische psyche gelijk aan gevaar. Het conflict is alleen biologisch te begrijpen. In de vrije natuur is dit conflict van de allergrootste betekenis, omdat het hier altijd om leven en dood gaat. Een bloedings- en verwondingsconflict betekent dat het individu gewond of zelfs zeer gewond is. Het bloedt! Dit conflict is om deze reden een biologisch conflict van de eigenwaarde-inbreuk. Het is dus belangrijk dat er een SBS-programma is om hier doorheen te komen. Het gehavende, maar nog vlucht bekwame dier wacht niet tot het bloedverlies een verdere verdediging onmogelijk maakt, maar verlaat zo snel mogelijk het slagveld. Dit schijnt de psychisch biologische zin te zijn van het conflict. Voor ons mensen ontstaat het biologische bloedings- en verwondingsconflict, wanneer we b.v. te horen krijgen dat we “bloedkanker” hebben. Wanneer we b.v. voortdurend bloedtransfusies krijgen, kunnen zelfs recidieven zich voordoen. In ons brein kunnen we namelijk bloedtransfusies niet van bloedingen onderscheiden. De biologische “mind” kan geen verschil maken tussen echt bloed en figuurlijk bloed. 3.2.1 Voorbeelden [6], [7] ▫ Een diagnose van bloedkanker, wat leukemie is, staat voor een persoon gelijk aan: “mijn bloed is niet goed”. Een bloed gerelateerd gevaar. Dit is de DHS waardoor een SBS-programma (milt-SBS) start met betrekking tot een EWI-conflict ten aanzien van het bloed. Mensen met leukemie krijgen vaak een vergrote milt (zie pcl-fase). Het wordt waargenomen als een bloedconflict. ▫ Ook de inbeelding dat het bloed van een bloedtransfusie met AIDS besmet zou kunnen zijn, kan een bloedings- en verwondingsconflict teweegbrengen, Uiteindelijk kan zelfs elk “bloedbeeld” dit veroorzaken. ▫ Ook een AIDS-diagnose zelf kan een bloedingsconflict veroorzaken. ▫ Verder kunnen de resultaten van bloedtesten een milt-SBS starten of zelfs een hoge bloeddruk of een hoge cholesterolwaarde veroorzaken. ▫ Alles wat schrikaanjagend is in relatie tot zijn/haar bloed, zoals spontane neusbloedingen of een extreem sterke maandelijkse bloeding. ▫ [7] Bij mensen is een bloedconflict vaak een conflict dat het eigen bloed niet oké is. Bijvoorbeeld wanneer men van zijn vertrouwensarts te horen krijgt dat men iets “kwaadaardigs” in het bloed heeft, dat de bloedwaarden catastrofaal zijn of wanneer men gelooft, dat men een “bloeder” is. In het laatste geval gaat het om een “self fulfilling prophesy”. Door het geloof van de “incompetentie” van het eigen bloed, zal de milt haar SBS programma bestendigen en de trombocyten aan het bloed onttrekken. Wanneer men dan een keer bloedt, stopt de bloeding niet vanzelf en heeft men opnieuw de bevestiging dat het eigen bloed niet in orde is. Een “self fulfilling prophecy”.
10
FM / nov. 2014 / febr. 2015 / febr. 2016
MILT ▫ Een zeer gezondheidsbewuste vrouw laat een bloedbeeld maken. De triglyceriden blijken te zijn verhoogd. Met veel angst gaat ze steeds weer naar de arts en wil de waarde laten vaststellen. “Bij mij is er iets met het bloed niet goed!” Ze heeft een
EWI-conflict met betrekking tot het bloed. ▫ Een vrouw had vanwege een darm-SBS vijf weken lang grote hoeveelheden bloed in de ontlasting. In deze periode daalde in de ca-fase het aantal trombocyten en in de pcl-fase zwol de milt op.
3.3 CONFLICT-ACTIEVE FASE [2], [6], [7] In de ca-fase vinden we necrose van het miltweefsel, die met een trombocytopenie (te weinig bloedplaatjes in het bloed) gepaard gaat. Er ontstaan holten ten behoeve van het opslaan van bloedlichaampjes. Het aantal bloedplaatjes in het circulerende bloed daalt. Op het moment van de DHS, wat in de natuur meestal synoniem is voor een zwaar bloedende wond, vliegen de trombocyten uit de perifere bloedbaan weg naar de milt, die daar verzameld en opgeslagen worden. Dit om klonteren van bloed (trombose) in de bloedvaten te voorkomen. In het lokale verwondingsgebied zorgen de trombocyten echter voor snelle bloedstolling. Sporen zijn er waarschijnlijk de oorzaak van als de stolling wordt verstoord. Doordat in de ca-fase de trombocyten uit het bloed in de milt “gezogen” worden, is het bloed dunner geworden. De zin daarvan is dat mogelijke vergiftigingen, die men bij verwonding kan oplopen, worden uitgebloed in plaats van dat het bloed bij de wond direct gaat klonteren en de wond afsluit. Bij een zeer diepe wond daarentegen, zoals bij een afgerukt lichaamsdeel, komt het SBSprogramma van de periost in actie. Het sluit de vaten af, zodat er geen bloed meer kan vloeien. De trombocyten die op dat moment niet nodig zijn gaan naar de milt, waar de holten in de milt een perfect reservoir zijn om de bloedplaatjes in op te slaan voor zolang dat nodig is. Het is onderdeel van de biologische zin om door middel van necrose holten in de milt te maken, en er is dan ook een tijdelijke necrose van de milt. In de ca-fase zijn transfusies van trombocyten zinloos.
3.4 GENEZINGSFASE [2], [5], [6] Wanneer het conflict is opgelost, de bloeding is over, dan gaat alles in genezing. Het aantal trombocyten neemt weer spontaan toe en gaan terug naar de bloedsomloop. De milt wordt weer opgevuld met nieuwe cellen door celdeling (mitose) [5]. Er is een verhoogde stofwisseling en miltontsteking (splenitis) [6]. Deze opvulling van de necrose door celvernieuwing heeft een zwelling van de milt tot ge-
FM / nov. 2014 / febr. 2015 / febr. 2016
11
MILT volg, een zogenaamde splenomegalie (vergrote milt), dat een goed teken is. Vervolgens blijft deze later bestaan. Alleen bij zware en langdurige bloedingsconflicten zou een operatie voor de te verwachten massieve splenomegalie overwogen kunnen worden [2]. Dr. Hamer geeft bij zeer sterke bloedingsconflicten in overweging om de milt te verwijderen voordat de sterke zwelling in de pcl-fase plaatsvindt [6]. Aan het einde van de pcl-fase is de milt groter dan voorheen, zodat er bij een tweede bloedings- en verwondingsconflict meer trombocyten in de vergrote milt een plaats kunnen vinden. De milt wordt echt groot met waterretentie (Syndroom). De milt behoudt dat extra weefsel, ook nadat het syndroom is opgelost. Bij een hangend/recidiverend conflict met een tussentijdse pcl-fase kan een miltabces ontstaan. Een miltcyste kan ontstaan bij een chronisch-recidiverend conflict [6]. Het bloedings- en verwondingsconflict is volgens Dr. Hamer een van de weinige, zo niet het enige conflict, waarbij het organisme vrijwel direct met een recidief rekening houdt. Dit geldt eventueel voor de lymfeknopen in het algemeen (de milt is slechts een speciale lymfeknoop) [2]. 3.4.1 Biologische zin [2], [6] De biologische zin is in eerste instantie aan het einde van de pcl-fase, namelijk een vergrote milt. Daardoor is er een vergrote opslagcapaciteit en verbeterde filtercapaciteit van de milt. Het lichaam kan voortaan sterke bloedingen beter aan of kan b.v. bij een vergiftiging meer beschadigde bloedlichaampjes aan het bloed onttrekken [6]. De eigenlijke biologische zin is daarom vermoedelijk de preventie voor het geval een nieuw bloedings- en verwondingsconflict zich voordoet [2]. Als uitzondering geldt het biologisch zinvolle trombocytopenie-mechanisme in de periferie van de bloedsomloop in de ca-fase. De biologische zin is het vermijden van trombose-emboliën (bloedproppen/-stolsel) in de bloedvaten en het stoppen van de bloeding. Zoals ook bij het vloeistofconflict heeft een verhoogde bloeddruk in de ca-fase ook zijn biologische zin. Zie het artikel NIERPARENCHYM [8].
-o–o–o–
12
FM / nov. 2014 / febr. 2015 / febr. 2016
BIJLAGE
4 Bijlage RELAIS IN DE CEREBRALE MEDULLA De Hamerse Haarden van de verschillende organen in de cerebrale medulla:
FM / nov. 2014 / febr. 2015 / febr. 2016
13
INFORMATIELIJST
5 Informatielijst De inhoud van dit artikel is ontleend aan: [1]
“Wissenschaftliche Tabelle der GNM” / Dr. Hamer, 2007, pp. 63, 66-68, 78, 79 ook website: http://www.germaansegeneeskunde.info (Casper Rutten)
[2]
“Die Lymphknoten – und was es damit auf sich hat” / Artikel van Dr. Hamer website: http://www.germanische-heilkunde.at (Helmut Pilhar)
[3]
“Lymphknoten –Nekrosen = Lymphknoten-Löcher” / Dr. Hamer website: http://www.germanische-heilkunde.at (Helmut Pilhar)
[4]
“Brustkrebs – Der häufigste Krebs bei Frauen?” / Dr. Hamer, 2010, pp. 178-180
[5]
Tutorial 2, deel 2 van Caroline Markolin, 2011 website: www.learninggnm.com
[6]
“Die seelischen Ursachen der Krankheiten” / Björn Eybl, 2013, pp. 136-137
[7]
“Das System der 5 Biologischen Naturgesetze”, Band 1 / David Münnich, 2014, pp. 158-159, 174-175
[8]
“Vertrouw je Lichaam” website: www.hoedegeesthetlichaamaanstuurt.nl (Mies Kloos)
Afkortingen GNM = Germaanse Nieuwe Geneeskunde (Germanische Neue Medizin) 5BN SBS
= =
Vijf Biologische Natuurwetten Zinvol Biologisch Speciaalprogramma (Sinnvoll Biologisch Sonderprogramm)
DHS HH
= =
Dirk Hamer Syndroom Hamerse Haard(en)
RG RH
= =
reguliere geneeskunde rechtshandig
LH ca
= =
linkshandig conflict-actieve fase
pcl = genezingsfase (post-conflictolyse) epi-crisis = epileptoïde crisis 14
FM / nov. 2014 / febr. 2015 / febr. 2016