De Vijf Biologische Natuurwetten en Dr. Hamers omvangrijke praktische uitwerking (GNM)
De informatie in dit artikel is ontleend aan de in de informatielijst vermelde bronnen. Voor het begrijpen van de inhoud is kennis van de Vijf Biologische Natuurwetten onontbeerlijk.
Frans Meiring Zinvol Biologisch Speciaalprogramma - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
FM / april 2016
1
INHOUD
Inhoud 1 Introductie van het hart
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
4
1.1
Draaiing van het hart
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
4
1.2
(Voor)kamers
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
5
1.3 1.4
Hartzakje . . . Krans(slag)aders .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
5 5
1.5
Hartspier
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
5
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
7 7 7 7 8
.
.
.
.
2 SBS-programma kransslagaders 2.1
INTRODUCTIE
2.1.1 2.1.2 2.2
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Ontwikkeling en functie Hersenniveau . . .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
8 8 8 9 9 9 10 10 10
CONFLICT
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.6 2.3
Privédomein . . . . . . . . . . . Professionele domein . . . . . . . . Intellectuele domein . . . . . . . . Leden . . . . . . . . . . . . . Componenten . . . . . . . . . . Invloed geslacht, hormoonstatus en lateraliteit CONFLICT-ACTIEVE FASE . . . . . . . . . . 2.3.1 Biologische zin . . . . . . . . . . 2.3.1 Angina pectoris . . . . . . . . . .
2.4
GENEZINGSFASE
2.5
A
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
11
2.4.1 Cholesterol . EPI-CRISIS: HARTAANVAL 2.5.1 Rol hersenen .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
12 12 14
2.5.2
Angina pectoris
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
14
2.5.3 2.5.4 2.5.5
Krampen . . . Bewusteloosheid Lage hartslag .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
15 15 16
2.5.6
Daling bloedglucose
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
17
.
2.5.7
.
Behandeling GENEZINGSFASE B .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
17 17
2.6.1
Gliacellen
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
17
2.6.2
“Hersentumor”
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
2.7
GEVOLGEN CONFLICTDUUR
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
18 19
2.8
TOT SLOT
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
20
2.6
.
.
.
.
.
.
__________________________________________________________________________ 2 FM / april 2016
INHOUD 2.8.1 2.8.2 2.9
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
21 21
PRAKTIJKVOORBEELDEN
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
21
Bijlagen B.1 B.2 B.3 B.4
Bloeddruk . AV-knoop .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
23
HARTZIEKTEN
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
23
B.1.1 Risicofactoren
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
23
CHOLESTEROL .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
PARALLELLE VERTAKKINGEN .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
B.3.1 Bypass-operaties
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
24 25 26
PREVENTIE .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
28 28
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
30
.
.
.
.
.
.
.
.
B.4.1 Conflict “downgraden”
Informatielijst
.
.
.
.
.
.
Met dank aan: Yvonne Rückert, Annemijn de Witte en Mies Kloos voor hun waardevolle opmerkingen bij en correcties op het concept-artikel.
FM / april 2016
3
HART
1 Introductie van het hart Het hart is een holle spier, ongeveer de grootte van een gebalde vuist. Het ligt achter het borstbeen in het hartzakje. Het bestaat uit twee helften: de linker- en rechterhelft. Ze zijn gescheiden door een wand (septum) [4]. Om te begrijpen waarom het hart is verdeeld in twee hartdelen, is het van belang te weten hoe het hart zich tijdens de evolutie heeft ontwikkeld. 1.1 Draaiing van het hart [3] Oorspronkelijk, toen het leven zich nog in de oceaan afspeelde, tijdens de “vis”-periode zogezegd, bestond het hart uit twee buizen: één buis waardoor zuurstofrijk bloed van de kieuwen naar de organen werd getransporteerd en door de andere buis stroomde het zuurstofarme bloed terug naar de kieuwen. Het hart van vissen werkt nog steeds zo. In de periode dat het leven zich verplaatste naar het land werden de longen ontwikkeld. Dit maakte het mogelijk om zuurstof uit de lucht te onttrekken in plaats vanuit water.
Bron: http://www.germaansegeneeskunde.info/index-van-de-organen/229-hart.html (Casper Rutten)
__________________________________________________________________________ 4 FM / april 2016
HART Het is in feite de tijd waarin kieuwademen werd vervangen door longademen. Er vond toen iets belangrijks plaats. Om ruimte te maken voor de nieuw te ontwikkelen longen, werd het hart 180° gedraaid. Om deze reden zijn het rechter atrium (voorkamer of boezem) en rechter ventrikel (kamer) in het menselijk hart aan de linkerzijde terecht gekomen en het linker atrium en ventrikel aan de rechterzijde van het hart. 1.2 (Voor)kamers De voorkamers/boezems/atria bestaan volgens Dr. Hamer overwegend uit gladde spieren en worden aangestuurd vanuit de middenhersenen. De kamers/ventrikels bestaan overwegend uit dwarsgestreepte spieren en worden aangestuurd door de cerebrale medulla en vanuit de motorische cortex [4]. Tussen de voorkamer en kamer bevinden zich mesodermale kleppen (atrioventriculaire kleppen of AV-kleppen) die het terugstromen van het bloed verhinderen. Verder zijn er nog twee mesodermale kleppen ter hoogte van de hoofdslagader (aorta) en de longslagader [4]. 1.3 Hartzakje Het hartzakje dient als bescherming en bestaat uit twee vliezen/lagen. De binnenste laag (het epicard) is vergroeid met de oppervlakte van het hart. De buitenste laag (het pericard) is het eigenlijke hartzakje [4]. Tussen beide lagen bevindt zich vocht waardoor er geen wrijving is. Daarom dient het hartzakje ook als glijlaag. Het hartzakje bestaat uit mesodermaal weefsel en wordt aangestuurd vanuit de kleine hersenen. 1.4 Krans(slag)aders [3] De krans(slag)aders zijn bloedvaten die aan de buitenkant van de wand van het hart liggen. Via de kransslagaders (coronaire arteriën) wordt het hart voorzien van zuurstofrijk bloed. Na de “gas”uitwisseling in de hartspier nemen de kransaders (coronaire venen) het zuurstofarme bloed op en leiden het naar de rechter voorkamer. Vandaar stroomt het in de rechter kamer en via de longslagader (longarterie) komt het in de longen. Daar wordt het bloed opnieuw verrijkt met zuurstof [4]. Deze belangrijke vaten zijn ook uitgerust met gladde spieren. Precies zoals de gladde spieren van de darmen, waarbij voedsel in een peristaltische beweging langs het darmkanaal wordt getransporteerd, zo wordt bloed langs de gladde spieren in een peristaltische golfbeweging in de hartbloedvaten voortbewogen. 1.5 Hartspier [3] De hartspier (myocard) is een spier die zich ritmisch samentrekt en uit 10% glad spierweefsel bestaat en uit 90% dwarsgestreept spierweefsel. Het gladde spierweefsel van het hart bestaat evolutionair uit oud weefsel. In embryonale termen zijn de gladde spie-
FM / april 2016
5
HART ren ontstaan uit het endoderm, het oudste embryonale kiemblad. Zoals alle organen en weefsels die ontstaan uit het endoderm worden de gladde spieren daarom aangestuurd door het eveneens evolutionair oudste deel van de hersenen, in dit geval door de middenhersenen, het bovenste deel van de hersenstam. Het dwarsgestreepte spierweefsel van het hart is van een “jonger” weefseltype en daarom ontstaan uit een jonger kiemblad: het nieuw mesoderm. Het dwarsgestreepte spierweefsel van het hart heeft twee relais c.q. Hamerse Haarden (HH). Het hartspierweefsel zelf wordt aangestuurd door de cerebrale medulla, terwijl de peristaltische beweging van het hart door de motorcortex wordt aangestuurd. Deze maakt deel uit van de cerebrale cortex. De krans(slag)aders, de hartspier en het hartzakje: -
zijn ontwikkeld op verschillende tijden van de evolutie; zijn ontstaan uit verschillende embryonale kiembladen;
-
worden aangestuurd vanuit verschillende delen van de hersenen; zijn gerelateerd aan verschillende biologische conflicten;
-
zijn gerelateerd aan verschillende biologische programma’s, waarbij verschillende soorten hartaanvallen optreden.
In dit artikel komt het SBS-programma van de kransslagaders aan de orde. Zie voor het SBS-programma van de kransaders, de hartspier, hartkleppen en het hartzakje de vervolg-artikelen (deels nog te verschijnen).
__________________________________________________________________________ 6 FM / april 2016
KRANSSLAGADERS
2 SBS-programma kransslagaders 2.1 INTRODUCTIE [3] 2.1.1 Ontwikkeling en functie De kransslagaders (en de kransaders) lopen langs de buitenwand van het hart in een “krans”-vorm. Twee kransslagaders vertakken zich vanaf de aorta dichtbij het hoogste punt van het hart, zie figuur. De belangrijkste functie van de kransslagaders is om zuurstofrijk bloed naar de hartspier te voeren. In tegenstelling tot andere bloedvaten, bestaat de binnenbekleding van de kransslagaders, de zogeheten intima, uit zeer gevoelige plaveisel-epitheelcellen die uit het ectoderm zijn ontstaan [1]. Bron: Internet
De wand van de kransslagaders is samengesteld uit gladde en dwarsgestreepte spieren. De kransslagaders stammen van de kieuwbooggangen af, die uit kieuwboogslagaders bestaan en verschillende slagaders voortbrengen waaronder de kransslagaders. De sensibiliteit verloopt bij het SBS-programma van de kransslagaders volgens het mondslijmvliesschema. Er is overgevoeligheid in de ca-fase en de epi-crisis, en ongevoeligheid/verdoofdheid (verminderde sensibiliteit) in pcl-fase A en B. 2.1.2 Hersenniveau [3a] De binnenbekleding/intima van de kransslagaders wordt aangestuurd door de rechter in-
sula (een gedeelte van de rechterzijde van het temporale gebied van de grote hersenen). De insula ligt diep in de cerebrale cortex, precies op het punt waar vier van de cerebrale corticale gebieden samenkomen (prémotor sensorische cortex, motor cortex, sensorische cortex en post-sensorische cortex), precies boven het rechter oor. Dit gebied ligt in verschillende hersenkwabben (niet alleen in de temporaalkwab). De insula is het belangrijkste regelcentrum in de grote hersenen. Het is het gebied van FM / april 2016
7
KRANSSLAGADERS de hersenen dat het slijmvlies van de grote bloedvaten (kransslagaders, aortabogen, interne halsslagaders, en het binnenste gedeelte van de ondersleutelbeenslagaders) aanstuurt, die bloed verzorgen van en naar het hart. Deze bloedvaten delen hetzelfde besturingsrelais en hebben hetzelfde biologische conflict. In het geval van een DHS wordt “random” één van deze slagaders getroffen [3a].
Locatie van de HH van o.a. de kransslagaders in de cortex. Bron: Björn Eybl [4].
2.2 CONFLICT [3] Het biologische conflict dat gerelateerd is aan de kransslagaders is een mannelijk territorium-verliesconflict of een vrouwelijk seksueel conflict, afhankelijk van het geslacht, de hormoonstatus en de lateraliteit van een persoon. Bij het mannelijke territorium-verliesconflict gaat het om het buitenterritorium [4]. Het betekent verlies (of angst voor het verlies) van het gehele territorium of de territoriuminhoud [1], [4]. 2.2.1 Privédomein Het biologische concept van een territorium refereert voor mensen in feite naar elk reëel verlies van een ruimte of van een omgeving waarin ze leven, b.v. het privédomein of het professionele domein. Verlies van het privédomein kan worden ervaren door het verlies van een huis als gevolg van b.v. een scheiding, brand, overstroming of door een onverwachte verhuizing. Ook de in beslagname van een bezit kan als een dergelijk verlies worden ervaren. Alles wat de veiligheid van de plaats waar men leeft bedreigt, kan een territorium-verliesconflict zijn. 2.2.2 Professionele domein Het verlies van het professionele domein (werkkring) kan gerelateerd zijn aan het verlies van een business/bedrijf door een faillissement of fusie, of het verlies van een werkplek/baan/positie/arbeidsplaats als gevolg van ontslag, een overplaatsing of een ongewenste/vroegtijdige pensionering. Ook kan een verlies van het professionele domein worden ervaren als gevolg van ziekte, bezuinigingen of inkrimping. Het niet in staat zijn om door te gaan met een hobby, zoals het bespelen van een muziekinstrument, schilderen, schrijven, tuinieren of een sportactiviteit kan eveneens als een territoriumverlies worden waargenomen [3a]. 2.2.3 Intellectuele domein [3a] Het conflict verwijst ook naar het verlies van het intellectuele domein, b.v. naar het verlies van iemands bekwaamheid als gevolg van een ongeluk, of letterlijk naar het verlies van de intellectuele eigenschappen, zoals onderzoeksresultaten, vertrouwelijke gege__________________________________________________________________________ 8 FM / april 2016
KRANSSLAGADERS vens, patenten, handelsgeheimen, enz. 2.2.4 Leden Evenzo kan het conflict inslaan door het verlies van een lid van het territorium, zoals een echtgenoot/echtgenote, partner, ouders, kind, huisdier, vriend, collega, cliënt, klant, enz., als gevolg van een ruzie, of de persoon door een scheiding uit het territorium wegloopt. Dit geldt uiteraard ook voor dieren: b.v. een hert kan zijn bos-territorium verliezen evenals de leider van een roedel wolven zijn steppe-territorium [2]. 2.2.5 Componenten Componenten/bezittingen van het domein die van persoonlijke waarde zijn, zoals een auto, sierraden, een privé collectie, beleggingen, een rijbewijs, geld, een immigrantstatus of een clublidmaatschap behoren ook tot het territorium. Kortom alles wat belangrijk is en wat wordt beschouwd als een deel van het domein of territorium. Ook de angst om het territorium te verliezen, of een lid, of een van de componenten, kan reeds het conflict activeren. 2.2.6 Invloed van geslacht, hormoonstatus en lateraliteit Het bovenbeschreven territorium-verliesconflict is van toepassing voor: een RH/LH-man met een normale hormoonstatus; een RH/LH-vrouw die de pil gebruikt of in de postmenopauze is [1]; Bij de hier genoemde LH-man/vrouw worden bij het territorium-verliesconflict niet de kransslagaders getroffen maar de kransaders, terwijl bij de LH-vrouw tevens de baarmoederhals erbij wordt betrokken. Afhankelijk van de hormoonstatus, lateraliteit en voorgaande conflicten kunnen de kransslagaders ook gerelateerd zijn aan een vrouwelijk territorium-verliesconflict, zie het artikel KRANSADERS [7]. Het betreft dan het binnenterritorium, bijvoorbeeld wanneer de partner uit het territorium wegloopt [1]. Dit kan het geval zijn bij: -
een LH-vrouw met een normale hormoonstatus; een LH-man die in de postpenopauze is (dus met een lage testosteronspiegel).
Het mannelijke territorium-verliesconflict is het equivalent van het vrouwelijke seksuele conflict. De hersenrelais van de betreffende weefsels, namelijk van de kransslagaders (rechts) en de kransaders en baarmoederhals (links), liggen precies tegenover elkaar in de cerebrale cortex. Wanneer een man op een leeftijd is waarop hij niet langer een territorium-verliesconflict kan lijden als gevolg van een laag testosterongehalte, zal een paringsconflict (verlies van een seksuele partner, seksuele afwijzing, seksuele frustratie) meer de prostaat beïnvloeden dan de kransslagaders. Dit verklaart waarom prostaat-gerelateerde symptomen (verhoogde PSA-waarde, prostaat vergroting) meer bij oudere mannen voorkomen [3a].
FM / april 2016
9
KRANSSLAGADERS 2.3 CONFLICT-ACTIEVE FASE [3] In de ca-fase is er ulceratie van de gevoelige binnenbekleding (intima) van de kransslagaders, hetgeen weefselverlies/celafbouw (ulcera) veroorzaakt. De binnenwand van de kransslagaders wordt dunner met tegelijkertijd overgevoeligheid van de intima [5]. De vaatverwijding wordt nooit gediagnosticeerd, omdat men in de RG naar vernauwingen zoekt en niet naar vergroting van de holte (lumen) in de kransslagaders [4]. 2.3.1 Biologische zin Het is het individu die zijn territorium heeft verloren. Door celafbouw vergroot het lumen. De verwijding van de binnenkant van de plaveisel-epitheellaag zorgt ervoor dat de lumen van de kransslagaders tijdens de ca-fase duidelijk groter wordt dan normaal [2]. Daardoor kan er een grotere hoeveelheid bloed door de kransslagaders naar het hart stromen dan voorheen. Het prestatievermogen van het gehele organisme, niet alleen van het hart, is daardoor in deze fase sterk verhoogd. De biologische zin is dat het individu zodoende meer energie heeft en in een betere positie is om het verloren gegane territorium terug te winnen, b.v. om de baan terug te krijgen of een nieuw territorium te vestigen. De natuur helpt altijd om de oplossing van het conflict te vergemakkelijken. Het is een tweede kans die de natuur aanbiedt [4]. 2.3.2 Angina pectoris De ulceratie van de gevoelige intima veroorzaakt sterke pijn op de borst, stekende, drukkende, krampende, hartpijn, zijnde angina pectoris. Dit is – zoals wordt aangenomen geen insufficiëntie van het myocard [3a]. Er wordt door de RG aangenomen dat de pijn veroorzaakt wordt door het dichtslibben van de kransvaten, waardoor het myocard te weinig zuurstof krijgt en in nood komt. Een kenmerk van angina pectoris zijn de sterke pijnscheuten in het hart. De hartpijn straalt uit naar de schouder, de nek, de kaak en naar beneden in de linkerarm. De intensiteit van de pijn op de borst is afhankelijk van de conflict-intensiteit van mild tot hevig. Het is de intensiteit die de sterkte van de impact in het relais van de kransslagaders bepaalt. Die zendt het signaal naar de kransslagaders. Het geïnitieerde ulceratieproces veroorzaakt de angina pectoris pijn. Angina pectoris is dus een symptoom van de ca-fase (en de epi-crisis) en is gerelateerd aan een territorium-verliesconflict. Tijdens de ca-fase/epi-crisis is de persoon ook depressief.
__________________________________________________________________________ 10 FM / april 2016
KRANSSLAGADERS Deze CT-scan laat de impact van een territorium-verliesconflict zien in het hersenrelais van de kransslagaders. De scherpe randen van de HH onthullen dat de persoon conflict-actief is.
Bron CT-scan: http://learninggnm.com/SBS/documents/heart.html#Coronary_Arteries_ Top (Caroline Markolin)
2.4 GENEZINGSFASE A [3] Zodra het conflict is opgelost, stopt het ulceratieproces onmiddellijk en wordt het weefselverlies door celdeling opgevuld/aangevuld en hersteld, wat het genezingsproces is. Er ontstaat zwelling en ontsteking van de plaveiselepitheel-kransslagader-intima in het gebied van de ulcera (weliswaar zonder pijn). Door de genezingszwelling kunnen de kransslagaders van binnen tijdelijk worden afgesloten, in het bijzonder bij waterretentie (syndroom) wanneer dat zich tegelijkertijd voordoet. Gelukkig zijn er reeds vanaf de geboorte “hulpbloedvaten” ter beschikking die het hart voorzien van bloed zodra een noodsituatie zich voordoet, zie bijlage B.3. Bij de tijdelijke afsluiting – hetgeen een levensbedreigende situatie is - is het van belang om angst te verminderen, wetende dat de hulpbloedvaten / parallelle vertakkingen reeds aanwezig zijn en zich vullen met bloed. Ook treedt in de pcl-fase ongevoeligheid/verdoofdheid op, zie het mondslijmvliesschema [1]. Een kransslagadervernauwing (stenose) wordt in de RG aangeduid als “coronaire hartziekte” of arteriosclerose [4]. Zie ook bijlage 2. Deze CT-scan laat een hersenoedeem in het relais van de kransslagaders zien. Het oedeem is in pcl-fase A ontstaan nadat een territoriumverliesconflict werd opgelost. Waterretentie als gevolg van het syndroom vergroot het oedeem aanzienlijk. Bron CT-scan: http://learninggnm.com/SBS/documents/heart.html#Coronary_Arteries_ Top (Caroline Markolin)
FM / april 2016
11
KRANSSLAGADERS 2.4.1 Cholesterol [3] Vanuit de 5BN/GNM is bekend dat cholesterol de ideale specifieke substantie is om de kransslagaders of bloedvaten in het algemeen te herstellen/repareren. Het zogeheten LDL-cholesterol - door de RG aangeduid als “slecht” cholesterol - is in het bijzonder bruikbaar, omdat LDL-cholesterol erg kleverig is en daarom ideaal om de wand van bloedvaten te herstellen. Cholesterol wordt voornamelijk in de lever geproduceerd. In feite wordt 80% van het totale cholesterol in het lichaam aangemaakt. Slechts 20% komt van voedsel of “voedingsbronnen”. De lever gebruikt vetten van het voedsel als ruw materiaal om er cholesterol uit te vervaardigen. De lever zal zoveel cholesterol produceren als nodig is om de wand van de bloedvaten te herstellen. In de pcl-fase stijgt vanzelfsprekend het cholesterolniveau. Het zal zoveel stijgen als nodig is om het materiaal beschikbaar te hebben om de ulceratie te verhelpen die in de cafase plaatsvond, en zo de wand van de bloedvaten te herstellen. Het is slechts een marker. Het indiceert alleen hoeveel genezing nog moet plaatsvinden. Een hoog cholesterolniveau is nooit een reden voor paniek. Zie ook bijlage B.2 en B.3. Bij een hangende genezing, waarbij het genezingsproces continu wordt onderbroken door conflictrecidieven, leidt de opbouw van cholesterolplak tot arteriosclerose: een verharding van de kransslagaders [3a]. Statines [3a] Het cholesterolgehalte kan door medicatie worden verlaagd, zoals door het geneesmiddel Statines. Dit onderdrukt de productie van cholesterol in de lever. Om deze reden heeft het geneesmiddel een negatief effect op de lever. Statines remmen het vermogen van spiercellen om energie te produceren. Daardoor kunnen alle spieren hier last van krijgen, variërend van klachten als stijfheid tot pijn. Dit geldt ook voor de hartspier! De gehele functie van het hart wordt hierdoor nadelig beïnvloed.
2.5 EPI-CRISIS: HARTAANVAL [3] Genezing vindt altijd in een vloeistofrijke omgeving plaats. In pcl-fase A zullen water en sereuze vloeistof in dat gebied van de hersenen ontstaan dat op dat moment in genezing is, wat in dit geval het relais van de kransslagaders is. In de hersenen creëert deze opslag van vloeistof een zogenaamd hersenoedeem. De grootte van het hersenoedeem wordt bepaald door de sterkte van de impact in de hersenen toen het conflict insloeg. Het SBS-programma is zo geprogrammeerd dat 3-6 weken na de conflictoplossing (CL), dus vanaf het begin van de pcl-fase, er een belangrijke gebeurtenis plaatsvindt. Het __________________________________________________________________________ 12 FM / april 2016
KRANSSLAGADERS lichaam is voorgeprogrammeerd om het hele organisme uit de vagotonische toestand te halen en terug te brengen in een conflict-actieve staat van stress. Deze sympathicotone epileptoïde crisis wordt bij ulceratie van de kransslagaders een hartaanval genoemd [2]. Dr. Hamer noemt het een rechts-cerebraal gestuurd links-hartaanval [2]. Volgens Dr. Hamer is een hartkransslagader-aanval in werkelijkheid geen hartaanval, omdat de symptomen van verlaging van de hartslag en een mogelijke hartstilstand niet het gevolg zijn van een verstoring van de doorbloeding of van het verdwijnen door afsterving van de hartspier. De vertraging van de hartslag en de (eventuele) hartstilstand kan hoogstens een “hartaanval-equivalente” gebeurtenis worden genoemd. De oorzaak is ook niet het afsterven van de hartspier, maar een gebeurtenis in de hersenen tijdens de epi-crisis van het hartkransslagader-SBS-programma. Desalniettemin kan dit SBS-programma op zich gevaarlijk zijn. Zie ook Barnai [5]. N.B. Omdat vanuit de 5BN/GNM geen sprake is van afsterven van weefsel (door zuurstoftekort) wordt in dit artikel het begrip hartinfarct vermeden en in plaats daarvan over hartaanval gesproken.
De epileptoïde-crisis is het moment waarop de hartaanval plaatsvindt. Evenals bij de aan het myocard gerelateerde hartaanval, wordt deze hartaanval geïnitieerd in de hersenen, precies op het moment dat het hersenoedeem - dat ontwikkeld is in pcl-fase A - wordt uitgedreven door een sympathicotone stuwing, en wel door een korte voorgeprogrammeerde reactivering van het conflict: de epi-crisis. Vanuit een biologisch gezichtspunt is de hartaanval cruciaal, omdat het hart alleen zijn normale functie kan voortzetten nadat het hersenoedeem is uitgeperst [3a]. De symptomen - voor de duur van de crisis afhankelijk van de voorafgegane conflictduur - zijn: sterke pijn op de borst (angina pectoris), eventueel ook pijn in de rug en uitstralend naar de linker arm, rusteloosheid, angst, zenuwachtigheid, misselijkheid, koud zweten, rillingen en een (voorbijgaand) gevoel van vernietiging [3], [4] en zelfs mogelijk een hartstilstand [5]. Dit zijn allemaal symptomen die typerend zijn voor de ca-fase, en in dit geval tevens de symptomen van de epi-crisis, ofwel de hartaanval. De betrokkenheid van de motorcortex tijdens de epi-crisis resulteert in een tijdelijke verlamming van de linkerkant van het lichaam. In de RG wordt het donkere (hypodense) gebied van het hersenrelais geïnterpreteerd als een “herseninfarct”, waarvan men gelooft dat het door een blokkade van een hersenslagader wordt veroorzaakt [3a]. Bij een kransslagader-gerelateerde hartaanval vindt men kransslagaders met verdikking/verharding/verkalking van de slagaderwand: arteriosclerose, maar geen beschadigd of “afgestorven” spierweefsel [4]. Dit wordt ten onrechte als oorzaak van het hartinfarct gezien [2].
FM / april 2016
13
KRANSSLAGADERS 2.5.1 Rol hersenen [3] De feitelijke hartaanval treedt op het hoogtepunt van de genezingsfase op en wordt in feite geïnitieerd in de hersenen. Een van de belangrijkste citaten van Dr. Hamer is:
“Wat betreft hartaanvallen zijn we tekort geschoten om de belangrijke rol van de hersenen te onderkennen, precies zoals we de belangrijke rol van de hersenen bij kanker over het hoofd hebben gezien.”
De hersenen sturen alle symptomen en niet alleen de ziekte aan. Het stuurt een biologisch programma aan; programma’s die reeds miljoenen jaren bestaan. De hersenen zijn het regelstation van deze programma’s. In feite zijn deze programma’s in de hersenen ontwikkeld en worden van daaruit gecoördineerd. Het hersenoedeem, dat in pcl-fase A is ontstaan en z’n maximum heeft bereikt, wordt precies op dit moment door een stuwing uitgeperst. Wanneer tijdens de epi-crisis het oedeem minder wordt, stijgt de overlevingskans. Door de uitdrijving van het hersenoedeem wordt de druk in de hersenen verlaagd, hetgeen natuurlijk van vitaal belang is. Dit is niet alleen bij het SBS-programma van de hartkransslagaders het geval, maar ook bij alle andere SBS-programma’s [5]. 2.5.2 Angina pectoris [3] De epi-crisis is ook een geïntensiveerde reactivering van de conflict-actieve symptomen. Daarom gaat de aan de kransslagader-gerelateerde hartaanval gepaard met acute angina pectoris met sterke pijn achter het borstbeen (sternum). De pijn straalt uit naar de linker schouder of de kaak en linker arm. Angina-aanval [3] De zogeheten angina-aanval (wat meestal wordt gezegd) is in feite een kleine/middelgrote hartaanval. Wanneer de angina-aanval terugkomt, is er een spoor. Praktijkvoorbeeld: Een persoon heeft kwesties met z’n ex-vrouw. Hij kreeg elke keer als ze belde een lichte angina-aanval. Hij kent de 5BN/GNM, dus begreep hij dat hij geen telefoontjes meer moest accepteren omdat zij hem altijd weer triggerde. (Opgemerkt zij dat dit wel het vermijden van het probleem is en niet het aangaan van het probleem en vrede krijgen met de acties van de ex-vrouw.)
Tot nu toe was niet bekend dat de angina pectoris in de epi-crisis een alles beslissende biologische betekenis heeft voor het overleven. Vandaar dat het verloop van de epi-crisis uiteindelijk beslist over de oedeemuitdrijving en daarmee over het overleven. Omdat dit een levensbedreigende situatie kan zijn, is medische hulp in de vorm van intensieve begeleiding nodig. Indien nodig wordt Cortison toegediend onder toezicht van artsen die bekend zijn met de 5BN/GNM [2]. __________________________________________________________________________ 14 FM / april 2016
KRANSSLAGADERS 2.5.3 Krampen De kransslagaders transporteren het zuurstofrijke bloed vanuit de aorta langs de buitenkant van het hart naar de hartspier. Door contracties van de spiertjes in de wanden van deze vaten worden krampen veroorzaakt (niet contracties in de hartspier zelf). De dwarsgestreepte spieren van de kransslagaders zijn het meest bij de hartaanval betrokken [1]. Omdat deze spieren in de wand van de kransslagaders op hetzelfde moment ook de epi-crisis ondergaan, vinden krampen van de hartvaten tegelijk plaats met de angina pijn. De epileptische aanval van de kransslagaderspieren en de krampachtige tonische pijn vormen de coronaire hartaanval [1]. Het is een typische gebeurtenis van een epi-crisis, zoals bij astma-aanvallen, epileptische aanvallen en beroertes. Na dit keerpunt kan het organisme weer terugkeren naar de normale toestand. Samengevat: de pijn op de borst en deze spierkrampen zijn in het geheel niet gerelateerd aan de hartspier, die vanuit een ander deel van de hersenen wordt aangestuurd. De pijn wordt ook niet veroorzaakt door een vernauwing of afsluiting van de kransslagaders, maar door een sympathicotone verkramping van het dwarsgestreepte spierweefsel in de vaatwanden [4] en de pijnlijke binnenbekleding/intima (volgens het mondslijmvliesschema). Het betreft een lokale “vaatspier-epilepsie” die ook uitgebreid kan zijn. Dan verkrampen alle kransslagaders [4]. Bij de contracties van de spieren van de kransslagaders kan cholesterolplak van de intima losraken en in de bloedstroom terechtkomen, waar ze in de normale gang van de bloedstroom worden “uitgewassen”. Zie ook het vervolgartikel KRANSADERS [7]. 2.5.4 Bewusteloosheid [3] Alle epi-crises die worden aangestuurd vanuit de sensorische, post-sensorische of prémotor-sensorische cortex worden vergezeld door een onrustige bloedsomloop, periode van duizeligheid, korte verstoringen van het bewustzijn of een volledig bewustzijnsverlies (flauwvallen of absence), afhankelijk van de intensiteit van het conflict [3a]. Er is een goede reden voor: bewusteloosheid brengt een persoon in een toestand van niet bewust zijn, zodat de epi-crisis - wat het meest kritische moment van het SBS-programma is niet wordt onderbroken. Het autonome zenuwstelsel brengt het lichaam daarvoor in feite “out of running”. Bij grotere conflictmassa komt niet alleen een absence maar eventueel ook een hartstilstand voor [5].
FM / april 2016
15
KRANSSLAGADERS Dr. Hamer zegt over bewusteloosheid het volgende:
“We beschouwden het bewustzijnsverlies dat tijdens de epi-crisis plaatsvindt als bijzonder dramatisch. Echter, met 3-4 slagen per minuut en zelfs een erg vlakke ademhaling – die de arts niet bemerkt - kan een persoon voor een lange periode in leven blijven. In principe totdat de vaak lang aanhoudende absence en de verlaging van de hartslag voorbij is. De ECG levert in zulke gevallen het bewijs.”
Bij een zeer lage hartslag en oppervlakkige ademhaling is in de RG sprake van “schijndood” [4]. Bijzonder dramatisch was altijd de kamerstilstand met absence, die ten onrechte voor de dood werd gehouden. In zeer veel gevallen was sprake van "schijndoden" [1]. De hersenstroomcurve is in zulke gevallen doorslaggevend [1]. Wanneer in de tussentijd een constellatie kon bestaan, is het in het geheel niet zeker dat de epi-crisis levensgevaarlijk wordt [5]. 2.5.5 Lage hartslag [3] Precies in het centrum van het relais dat de kransslagaders aanstuurt, bevindt zich ook het cerebrale hartritmecentrum voor het vertragen van de hartslag, en wel in de insula gelegen in het rechter temporale gebied van de cortex. M.a.w. het bradycardiale hartritmecentrum is in hetzelfde relais gelokaliseerd. Wanneer in de epi-crisis het hersenoedeem door de sympthicotone stuwing wordt uitgeperst, dan wordt ook het centrum voor de lage hartslag erbij betrokken. Normaal heeft de hartslag een regelmatig, gebalanceerd ritme. Dit verandert echter voor de duur van de epi-crisis. De druk die ontstaat door de momentane sympathicotone stuwing verlaagt de hartslag en veroorzaakt bradycardie. In de epi-crisis treedt een abnormaal lage, vertraagde en onregelmatige pols c.q. werking van het hart op. De pols kan tot 3-4 slagen/min. dalen, gecombineerd met een oppervlakkige ademhaling [4]. Dit is waarom bradycardiale aritmie (onregelmatig hartritme) een typisch symptoom van de kransslagader-gerelateerde hartaanval is. Wanneer de hartaanval plaatsvindt daalt de hartslag onmiddellijk. Dus een kransslagader-gerelateerde hartaanval kondigt zich in feite aan doordat het hartritme daalt. Opvallend is dat de bloeddruk tijdens deze gebeurtenis niet verandert, zie §2.8.1. De epi-crisis is het grote en enige echte gevaar van de hartaanval [1]. Mede vanwege de pijn en de soms dodelijke afloop (bij een conflictduur van negen maanden of meer) wordt dit een hartinfarct genoemd. Terugkerende onregelmatigheden van bradycardiale aritmie worden getriggerd door conflictrecidieven. Wanneer de epi-crisis erg intens is, raakt de persoon bewusteloos, terwijl een extreem lage hartslag (3-4 slagen/minuut of minder) fataal kan zijn. __________________________________________________________________________ 16 FM / april 2016
KRANSSLAGADERS 2.5.6 Daling bloedglucose Een ander kenmerkend symptoom bij een hartaanval is een val van de bloedglucose die door het overdadige gebruik van glucose door de hersencellen wordt veroorzaakt [3a]. Het is te vergelijken met hypoglykemie gerelateerd aan de eilandcellen van de pancreas, zie artikel: DIABETES EN HYPOGLYKEMIE [7]. 2.5.7 Behandeling In de RG werd altijd geloofd dat de hartpijnen “behandeld” moesten worden om de patiënt pijnvrij te maken. Dat was een grote vergissing. De patiënt kon weliswaar pijnvrij worden gemaakt, maar daarbij is hij ook gestorven [2]. Bij een "schijndode" wordt met intensieve medische hulp gepoogd deze direct weer op te wekken, oftewel de epileptoïde shock te doorbreken. Maar dit sinds vele miljoenen jaren ingeprogrammeerde regelsysteem van de natuur doorbreken is zeker net zo gevaarlijk of nog gevaarlijker dan afwachten totdat de natuur de epileptoïde crisis spontaan vrijgeeft. Zeker in het licht van de meer dan bescheiden "resultaten" van de intensieve geneeskunde op dit gebied [1]. De epi-crisis heeft haar biologische zin. Natuurlijk is niet bekend hoelang in acute gevallen de conflictduur was en of de patiënt bij het "afwachten" ook weer ontwaakt. Daarvoor ontbreekt thans nog het diagnostische gereedschap [1]. Wanneer de patiënt de epi-crisis heeft doorstaan, dan blijft de toestand stabiel indien er geen paniek en geen conflictrecidief is. De patiënt heeft dan het belangrijkste deel van zijn ziekte overleefd. De meeste sterfgevallen bij een hartaanval vinden tijdens de epicrisis plaats. In feite maakt de patiënt in deze crisis nogmaals zijn gehele conflictverloop in versnelde weergave door. Vandaar ook de sterke angina pectoris pijn bij een hartaanval (= epi-crisis) [2].
2.6 GENEZINGSFASE B [3] Na de epi-crisis/hartaanval, gaat het gehele organisme over in pcl-fase B. Deze fase wordt ook de littekenfase genoemd, omdat dit de periode is waarin in het genezingsgebied littekenweefsel wordt gevormd, zoals het ook gebeurt bij iedere wondgenezing. Dit proces vindt ook plaats in de hersenen. De cellen die de functie hebben om het genezingsproces op hersenniveau te voltooien, zijn de zogeheten gliacellen. 2.6.1 Gliacellen [3] Glia is hersenbindweefsel dat in feite neuronen isoleert. 80% van alle bindweefselcellen in de hersenen zijn gliacellen, hetgeen aangeeft hoe belangrijk ze zijn. Dus na de epi-crisis, nadat het hersenoedeem is uitgeperst, hopen de gliacellen zich op om het genezingsproces in het conflict gerelateerde hersenrelais te voltooien.
FM / april 2016
17
KRANSSLAGADERS De gliaring in het relais van de kransslagaders wijst op het begin van pcl-fase B. De hersenscan was kort na de hartaanval genomen. Het betreffende hersenrelais is wit aan de buitenkant. De hersenscan laat zien dat de neuroglia (hersenbindweefsel) het hersenrelais begint te herstellen vanaf de buitenkant van het relais en naar binnen groeit!
Bron CT-scan: http://learninggnm.com/SBS/documents/heart.html#Coronary_Arteries_Top (Caroline Markolin)
Dit is duidelijk in tegenspraak met de gevestigde theorie dat kanker, inclusief een “hersentumor” , door continue celtoename groeit, wat resulteert in de vorming van een tumor van binnen naar buiten.
2.6.2 “Hersentumor” [3a] Op de hersenscan zijn de glia”pockets” te zien, omdat gliacellen de functie hebben om het herstelproces in de hersenen uit te voeren. Dit zijn in feite allemaal aanwijzingen van genezing [3a]. In de RG wordt een dergelijke glia-opeenhoping als een hoogwaardig glioom (glioblastoom) gediagnosticeerd. Dit is eigenlijk een correcte term: gliablastoom betekent groeiende gliacellen. Bron CT-scan: http://learninggnm.com/SBS/documents/heart.html#Coronary_Arteries_Top (Caroline Markolin)
Gebaseerd op de gevestigde “hersentumor”-theorie, classificeert de RG het witte (hyperdense) gebied als een “hersentumor” (4e graads glioom) met een bedroevende prognose. Op basis van een dergelijke CT-scan kan worden geconcludeerd dat de persoon de epicrisis succesvol heeft volbracht en nu in de littekenfase (pcl-fase B) is. In overeenstemming met Dr. Hamers onderzoek is de opbouw van neuroglia (littekenweefsel) een positief teken dat het genezingsproces in de kransslagaders - met behulp van cholesterol - bijna is voltooid. Verificatie [3a] Op 6 september 1984 hebben Dr. E. Mannheimer, MD (Kliniek voor Cardiologie, Wenen), Prof. Pokieser en Prof. Dr. Imhof (radioloog aan de universiteit van Wenen, Oostenrijk) Dr. Hamers bevindingen van de correlatie tussen hartaanvallen, territorium-verliesconflict en veranderingen in de hersenen getest. De resultaten bevestig-
__________________________________________________________________________ 18 FM / april 2016
KRANSSLAGADERS den dat alle hartaanvallen plaatsvonden nadat het territorium-verliesconflict was opgelost. Dr. Hamer liet eind jaren tachtig reeds zien dat zgn. hersentumoren geen kankers zijn, maar een natuurlijk genezingsproces dat in de hersenen plaatsvindt, parallel aan de genezing van het overeenkomstige orgaan; in dit geval parallel aan de genezing van de kransslagaders.
2.7 GEVOLGEN CONFLICTDUUR Een hartaanval bemerkt men in de regel alleen wanneer het conflict minstens 3-4 maanden heeft geduurd. De epi-crisis, oftewel de hartaanval, vindt 3-6 weken nadat het conflict opgelost is plaats. De tijdsduur dat een persoon conflict-actief is, bepaalt de grootte van het hersenoedeem en daarmee de sterkte van de hartaanval. Hoe groter het hersenoedeem is wanneer het wordt uitgeperst, des te groter de stuwing, des te krachtiger de uitdrijving en des te groter de hersendruk. Wanneer er een intense conflict-activiteit is die langer dan negen maanden aanhoudt, hoopt zich in meer dan negen maanden conflictmassa op en kan er een overmatig groot oedeem in de epi-crisis ontstaan [5]. Wanneer men het hoogtepunt van de epi-crisis nadert, vertraagt het hartritme (de pols neemt af) en op het hoogtepunt van de epi-crisis kan het tot een hartstilstand komen, met vaak een dodelijke afloop [5]. De mens kan dan het conflict alleen nog oplossen tegen een zeer hoge prijs, namelijk dat hij 3-6 weken na de conflictoplossing aan een hartinfarct of hartstilstand sterft [2]. Dr. Hamer vond dat wanneer een aanhoudende conflict-activiteit intens is en meer dan negen maanden duurt, de hartaanval fataal zal zijn. De dood wordt in principe door de hersendruk veroorzaakt als gevolg van het grote hersenoedeem, maar ook door een hartstilstand; immers ook het hartritmecentrum is erbij betrokken. Wanneer het conflict 6-9 maanden zonder constellatie actief was, mag het conflict om bovenstaande reden niet meer worden opgelost [4]. Dr. Hamer raadt in dat geval aan om het conflict bewust actief te houden, b.v. door af en toe naar de tegenstander “te grommen”. Zie ook bijlage B.4 Preventie. Bij een kortere duur, geringere intensiteit of constellatie – hetgeen met behulp van een CT-scan kan worden vastgesteld – dient het conflict snel te worden opgelost [4]. Dus wanneer de conflict-activiteit meer dan negen maanden duurt (en het conflict zeer intensief wordt beleefd), dan zal de hartaanval tijdens de epi-crisis fataal zijn. Zeker wanneer nog sprake is van het syndroom dat de symptomen nog verergert. Duurt de conflict-activiteit 4-6 maanden, dan zal de hartaanval zogezegd “medium” zijn, en wanneer het minder dan vier maanden duurt, dan is de hartaanval “mild”. Indien de ca-fase korter was dan vier maanden, dan zijn de symptomen zo mild dat ze mogelijk zelfs niet worden opgemerkt. Deze observatie geldt alleen voor de kransvaten (kransslagaders en kransaders)[3a]! FM / april 2016
19
KRANSSLAGADERS Bij dieren zijn natuurlijk de betreffende tijden anders, maar in principe functioneert het bij hen net zo. De coronaire hartaanval zien we in de natuur slechts zelden, omdat geen volgwolf zijn territoriumconflict oplost [1].
2.8 TOT SLOT De epi-crisis met absence wordt volgens Dr. Hamer onterecht een "infarct" genoemd. De bradycardiale kamerritmestoornis, eventueel met kamerstilstand onder sterke pijnen tijdens de epi-crisis, heeft met het zogenaamde myocard-infarct van de dwarsgestreepte hartspieren in het geheel niets te maken [1]. Bovendien wordt in de RG slechts één hartaanval onderkend. Verstopte kransslagaders zouden er de oorzaak van zijn dat bepaalde delen van het hart geen zuurstof meer krijgen, waardoor het hartweefsel afsterft. Wanneer een groot gebied getroffen is, sterft de patiënt [4]. Hoe komt het dan dat bij veel hartaanvalpatiënten bij autopsie zuivere kransslagaders worden gevonden en anderzijds bij mensen met verstopte kransslagaders een hartspier die intact is? Waarom hebben patiënten die een stent hebben gekregen geen klachten, ofschoon hun stent na enkele jaren helemaal verstopt is [4]? Dr. Hamer ontdekte dat er in wezen twee typen hartaanvallen bestaan. Deze zijn gerelateerd aan de kransslagaders en de hartspier. Beide typen hebben een verschillende conflictinhoud en worden uit verschillende delen van de hersenen aangestuurd. Beide kan men overleven of er aan sterven, afhankelijk van de intensiteit en de duur van het conflict [4]. Vanuit de 5BN/GNM zijn hartaanvallen niet langer een mysterie. Met de 5BN/GNM weten we waarom er een symptoom is en waarom het symptoom er nú is. We weten wanneer het symptoom tot de ca-fase behoort, of het symptoom reeds een indicatie van genezing is, een positief teken en een bevestiging dat het gerelateerde conflict is opgelost. Dr. Hamer zegt:
“Wanneer de patiënt van alle feiten bewust is gemaakt, zal hij het niet langer nodig hebben om door zijn symptomen te worden bang gemaakt. Hij kan de symptomen nu volledig accepteren als zijnde zijn genezingssymptomen die tot nu toe angst en paniek hebben veroorzaakt. In de meeste gevallen zal de hele gebeurtenis voorbij gaan zonder welke ernstige gevolgen dan ook.” Dit betekent dat met dit bewustzijn een hartaanval als een bevrijding in plaats van een bedreiging kan worden waargenomen. 2.8.1 Bloeddruk Tijdens de genezingsfase van de kransslagaders heeft de bloeddruk een normale waarde. __________________________________________________________________________ 20 FM / april 2016
KRANSSLAGADERS Dit verklaart waarom, overeenkomstig de medische gegevens, veel patiënten voorafgaand aan een hartaanval geen verhoogde bloeddruk hebben [3a]. 2.8.2 AV-knoop [4] De zogenaamde AV-knoop (atrio-ventriculair) kent hetzelfde SBS-programma als de kranslagaders. In de RG wordt gedacht dat de bradycardie wordt veroorzaakt door een blokkade van het elektrische geleidingssysteem van de AV-knoop, en daarom wordt toegeschreven aan een atrio-ventriculaire blokkade. Dit is in feite een verkeerde voorstelling. Men gelooft dat de frequentie van de pols daalt ten gevolge van een storing in de geleiding tussen kamer en ventrikel. Dr. Hamer heeft ontdekt dat de AV-knoop, die de puls van de ventrikels stuurt, wordt aangestuurd vanuit het territoriumgebied in de cortex (De AV-knoop is de ontstekingskern van de hoofdkamers). Zijn onderzoek laat zien dat de functie van de (ectodermale) AV-knoop alleen is om de elektrische impulsen om te zetten van de sinusknoop naar de ventrikels, terwijl de synchronisatie van de hartslagen wordt gecoördineerd en geregeld vanuit het bradycardiale hartritmecentrum, dat rechts in de insula van de cerebrale cortex ligt (zie het hersenrelais van de kransslagaders) [3a]. In de epi-crisis kan de pols zeer sterk dalen, gecombineerd met een zeer oppervlakkige ademhaling (vroeger “schijndood”). Bij langere conflictactiviteit komt het tot een hartstilstand.
2.9 PRAKTIJKVOORBEELDEN [4] ▪ Iedere keer als de 56-jarige RH, vroeg gepensioneerde lerares aan haar voormalige autoritaire schooldirecteur denkt, krijgt ze angina pectoris. Deze klacht is drie jaar geleden op een morgen begonnen, toen ze te laat op school kwam en een uitbrander kreeg van de directeur. Uiterlijk lukt het haar om kalm te blijven, maar innerlijk is ze vreselijk gespannen. Ze had namelijk op weg naar school bijna een ongeval, dat ze “als een wonder” overleefde. Bovendien werd ze enkele dagen daarvoor door haar vriend, “haar grote liefde”, verlaten. Door deze heftige combinatie lijdt ze een mannelijk territorium-verliesconflict (ze is in de postmenopauze), wat de kransslagaders treft. Omdat het conflict reeds drie jaar geleden is gebeurd, is het te riskant om het op te lossen. Hier is het beter om niets te doen en af en toe aan de onredelijke directeur te denken om conflict-actief te blijven. (eigen archief Eybl) ▪ Een 55-jarige RH-drukker lijdt sinds 2,5 jaar aan hartritmestoornissen (korte momenten van “overslaan”). Conflictgeschiedenis: vijf jaar geleden werd de oude papiermachine, waar de patiënt alleen verantwoordelijk voor was en die hij op zijn duimpje kende, door een nieuwe vervangen. De nieuwe machine wordt door meerdere mensen tegelijk bediend. Bovendien werd zijn salaris verlaagd. Hij lijdt een territoriumverliesconflict wat de kransslagaders treft. De patiënt is daardoor licht depressief.
FM / april 2016
21
KRANSSLAGADERS Hij kreeg 2,5 jaar geleden een nieuwe opdracht in het bedrijf en komt in een hangende genezing. Dit veroorzaakt hartritmestoornissen. Het beste is dat hij zich loskoppelt van het bedrijf. Dit inzicht kan er ook voor zorgen dat het geen trigger meer is. (eigen archief Eybl) ▪ [3] Dit geval betreft een patiënt van Dr. Hamer: een oudere boer in Duitsland. Hij kreeg een hartaanval enkele weken nadat zijn zoon een ernstig motorongeluk had gehad. In eerste instantie was de patiënt verteld dat zijn zoon de operatie hoogstwaarschijnlijk niet zou overleven, en wanneer dit wel zo zou zijn, dan zou hij ernstig gehandicapt blijven. Omdat de zoon ook de enige erfgenaam van de boerderij is, leed zijn vader een territorium-verliesconflict als bijzonder dramatisch, zoals op de hersenscan was te zien. Vanaf de dag van het ongeluk van zijn zoon had de vader angina pectoris (ca-fase). Zes maanden later was, in tegenstelling tot de prognose van de artsen, de zoon uit het ziekenhuis ontslagen en maanden later werkte hij weer op de boerderij. Dit was het moment dat de vader het conflict had opgelost. Vier weken later kreeg hij een hartaanval. Enkele weken nadat de hartaanval plaatsvond werd een hersenscan genomen. Hierop is duidelijk op basis van de gliaring te zien dat hij de epi-crisis voorbij is en dat zowel de kransslagaders als het corresponderende hersenrelais nu in genezing zijn. Bron: [3d]: DVD: “Understanding Heart Attacks – Part 2” / Caroline Markolin, 2011, website: www.learninggnm.com
▪ Zie ook de ervaringsverhalen:
“De burgemeesterverkiezingen” http://www.germaansegeneeskunde.info/berichten/praktische-voorbeelden/273-deburgemeesterverkiezingen.html (Casper Rutten)
Heart Attack: “Your website saved my mother’s life” http://learninggnm.com/SBS/documents/heart_attack_testimonial.html (Caroline Markolin)
-o–o–o–
__________________________________________________________________________ 22 FM / april 2016
BIJLAGEN
Bijlagen B.1 HARTZIEKTEN [3c] Hartziekten zijn na kanker de meest voorkomende ziekten in de westerse wereld. Uit alarmerende statistieken van het zogeheten “PBS-programma” blijkt dat de helft van de Amerikanen door hartziekten sterft. Een van de medische doktoren die tijdens het programma werd geïnterviewd zei het volgende:
“Onze ideeën over hoe hartaanvallen ontstaan hebben zich in het laatste decennium enorm ontwikkeld, maar we hebben het mysterie van het cardiovasculaire risico in werkelijkheid niet volledig ontrafeld.”
Dit onthult dat de standaardtheorieën van hartziekten en/of hartaanvallen in het bijzonder alleen op ideeën en/of veronderstellingen zijn gebaseerd. De burger is bewerkt om te geloven dat deze officiële verklaringen zijn gevonden op basis van goede wetenschap. Echte wetenschap betekent dat de vastgestelde theorieën wetenschappelijk zijn geverifieerd en reproduceerbaar zijn in elk voorkomend geval en bij iedere patiënt. Het nu volgende is de standaardtheorie die we vele keren hebben gehoord: Cholesterolafzetting in de kransslagaders blokkeert de bloed- en zuurstoftoevoer naar de hartspier hetgeen een hartaanval zou veroorzaken. Maar dit blijkt niet altijd het geval te zijn:
“Sinds 1948 zijn er meer dan een dozijn rapporten verschenen over het postmortale onderzoek van hartinfarcten. Deze hebben constant gefaald om de theorie van de belemmering van de kransslagader bij een myocardiuminfarct te bevestigen. Slachtoffers van fatale hartaanvallen hebben geen bewijs gekregen, ongeacht welke coronaire afdichting het betreft.” (World Research Foundation)
B.1.1 Risicofactoren [3C] Dan is er de zogenoemde risicofactortheorie, die veronderstelt dat wanneer er zekere risicofactoren zijn, dit de kans op het krijgen van een hartaanval vergroot.
FM / april 2016
23
BIJLAGEN Risicofactoren zouden zijn: roken, stress, te weinig beweging, dagelijks te vet eten, te veel overgewicht hebben (obesitas), een verhoogd cholesterolgehalte, een hoge bloeddruk, erfelijkheid voor de ziekte of de vele ziekteverwekkers door voeding. Dit zijn er slechts enkelen. Er zijn nog andere risico’s zoals b.v. op 27 mei 2010 (BBC nieuws) werd bericht:
“Tandenpoetsen voorkomt hartziekten. Mensen die niet tweemaal per dag hun tandenpoetsen, lopen een risico op een hartziekte; aldus door onderzoek gesuggereerd.” De risicofactortheorie zit echter vol met tegenstellingen, omdat er mensen zijn die niet roken, regelmatig bewegen, gezond eten, geen overgewicht hebben en keurig tweemaal per dag hun tanden poetsen en toch een hartaanval krijgen. Er zijn mensen die een verhoogd cholesterolniveau hebben en/of een hoge bloeddruk die nooit een hartaanval krijgen. Wat betreft de erfelijkheid voor hartziekten geldt hetzelfde. Er zijn mensen die hartaanvallen krijgen, ondanks dat ze niet erfelijk belast zijn. De reden waarom de RG niet in staat is om de tegenstellingen te verklaren, is omdat het “mainstream” medisch onderzoek alleen aandacht heeft voor de organen en voor statistieken. Waarnemingen die niet aan de norm voldoen en buiten de vooraf verwachte parameters vallen, worden geïnterpreteerd als zijnde veroorzaakt door een ziekte. Wat betreft de theorie van de hartaanval is de waarneming dat cholesterolplak in de kransslagaders aanwezig is, correct. Dat is verifieerbaar. Maar om te concluderen dat deze cholesterolplak een hartziekte veroorzaakt, is een interpretatie! En dit is wanneer wetenschappelijke theorieën veranderen in verhalen en in academische fictie.
B.2 CHOLESTEROL [3c, d] Door de RG wordt veel aandacht besteed aan verlaging van het cholesterolgehalte. Het doel zou zijn om de kans op een hartaanval te verkleinen. Echter, in het boek “The Cholesterol Myths” maakt Dr. Ron Rosedale het heel duidelijk. Hij zegt:
“Cholesterol is belangrijk voor cardiovasculaire genezing. Cholesterol is een noodzakelijk ingrediënt bij elk soort van cellulair herstel”. __________________________________________________________________________ 24 FM / april 2016
BIJLAGEN Dit betekent dat het cholesterolniveau ook stijgt wanneer er in het lichaam genezing plaatsvindt waarbij cholesterol een belangrijke rol speelt. Dus een hoog cholesterolniveau betekent niet noodzakelijkerwijs dat het iets te maken heeft met de krans(slag)aders. Wanneer er echter een genezing in de krans(slag)aders plaatsvindt, dan is dit het moment dat het cholesterol actief is. Het is de rol die cholesterol speelt en het zal zich hechten aan de krans(slag)aders. Het volgende citaat van Dr. Rosedale spreekt de taal van Dr. Hamer:
“De reguliere geneeskunde geeft de indruk dat de lever cholesterol produceert met de primaire bedoeling om de mens een hartaanval te bezorgen. De evolutie werkt niet op deze manier en ook de natuur werkt niet op deze manier”. Alles in ons lichaam is er met een reden. Er is niet zoiets als anti in ons lichaam. Er zijn geen antilichamen, evenals er geen antigenen zijn. Dit alles is de oude geneeskunde die zich baseert op oorlogvoering in ons systeem. Alles in ons lichaam is er om te overleven. Het is door de natuur prachtig ontworpen zodat het op het juiste moment wordt ingezet. Dr. Hamer spreekt op dezelfde manier als hij zegt:
“Het leggen van een verband tussen verhoogd cholesterol en de aanzet tot een hartaanval is een fundamentele fout in wetenschappelijk redeneren”. Er is geen verband tussen een verhoogd cholesterolniveau en een hartaanval. Cholesterol repareert de bloedvaten. Een hartaanval heeft hier niets mee te maken!” Deze uitspraak is het resultaat van Dr. Hamers uitgebreide onderzoek.
B.3 PARALLELLE VERTAKKINGEN [3c, d] In de pcl-fase stijgt het cholesterolniveau om de wand van de bloedvaten te herstellen. Maar wanneer de genezingsfase constant wordt onderbroken door conflictresidieven, dan is er een voortdurende cholesterolafzetting op de wand van de bloedvaten en bouwt de cholesterolplak zich in de coronaire vaten op. Dit resulteert in atherosclerosis (verharding/verkalking). De RG zegt dat het deze cholesterolplak in de kransslagaders is die een hartaanval ver-
FM / april 2016
25
BIJLAGEN oorzaakt. De plak in de kransslagaders kan echter nooit een hartaanval veroorzaken. Door de medische wetenschap is duidelijk vastgesteld en bevestigd dat er in ons systeem “hulpbloedvaten”, zogeheten parallelle vertakkingen (”collaterals”), zijn. Deze vertakkingen voorzien het hart van bloed zodra zich een noodsituatie voordoet waarbij de kransslagaders betrokken zijn. Wanneer de kransslagaders langzaam met plak dichtslibben, dan zijn de vertakkingen reeds aanwezig om het hart van bloed te voorzien. Dit wordt door de medische wetenschap bevestigd, o.a. met het volgende citaat:
“Een studie door Rentrop en anderen in april 1988, gepubliceerd in “The American Journal of Cardiology”, heeft resultaten opgeleverd die volledig tegengesteld zijn aan de kransslagader-verstoppingstheorie.” In een begeleidend commentaar resumeert Dr. Stephen Epstein van het Nationale Hart, Long en Bloed Instituut de uiterst belangrijke waarnemingen van Rentrop en collega’s:
“Zij vonden dat in een gevorderde toestand van vernauwing van de kransslagaders, de bloedtoevoer naar het hart volledig via parallelle vertakkingen (“collaterals”) wordt gewaarborgd, die op een natuurlijke manier groter worden in reactie op de verstopping. Interessant is dat zij waarnamen dat hoe nauwer de vaten, des te minder gevaar er is voor een hartaanval. Daarom zullen hart-bypasses voor een belangrijk deel overbodig zijn.” (World Research Foundation, 2007)
Vernauwing van de kransvaten (kransslagaders en kransaders), ook wel stenose genoemd, kan nooit tot een hartaanval leiden, omdat er – zoals in het citaat is vermeld aanvullende vaten of zogeheten (uit het nieuw mesoderm ontstane) parallelle aders zijn, die als een natuurlijke bypass het hart voorzien van bloed wanneer een situatie van afsluiting zich zou voordoen. De parallelle aders zijn als een droge rivierbedding die in 23 dagen na de blokkade van de kransslagaders worden gevuld met bloed [3a]. B.3.1 Bypass-operaties Zoals gezegd nemen de parallelle vertakkingen de zorg over om het hart te voorzien van bloed in geval van een vernauwing van de kransslagaders. Dit roept de vraag op van de noodzaak van bypass-operaties.
__________________________________________________________________________ 26 FM / april 2016
BIJLAGEN Citaat uit: “Business Week Online”, 18 juli 2006:
Is een hartoperatie de moeite waard? Artsen vragen zich af of bypass-operaties en dotteren (angioplastiek) het leven van een patiënt daadwerkelijk verlengt. De gegevens van klinische testen zijn duidelijk: met uitzondering van een minderheid van patiënten met ernstige ziekten, verlengen bypass-operaties het leven niet of worden toekomstige hartaanvallen voorkomen. Ook dotteren voorkomt dit niet, waarbij de vernauwde vaten in omvang toenemen en dan worden verwijd met metalen buizen: stents genaamd.
Dr. L David Hillis, professor in de cardiologie aan de universiteit van Texas Southwestern Medical School:
“Mensen geloven vaak dat deze procedures het probleem oplossen alsof er een loodgieter komt en het sanitair voorziet van een nieuw stuk pijp. Het probleem wordt fundamenteel niet opgelost.”
Een ander citaat uit Bloomberg Business, 2005 [3a]:
“Bypass-operaties verlengen het leven niet en voorkomen geen hartaanvallen in de toekomst. Ook dotteren, waarbij vernauwde vaten worden verwijd en dan opengehouden worden met metalen buizen, stents genaamd, verlengen het leven niet”
Dit weerlegt onmiskenbaar de standaardtheorie die claimt dat een hartaanval wordt veroorzaakt door een afsluiting van de kransslagader. Het stelt ook de noodzaak van bypassoperaties of angioplastiek (dotteren) ter discussie. De vraag blijft nu: wanneer hartaanvallen bestaan en het is niet de verstopping of de cholesterolplak in de kransslagaders die de hartaanval veroorzaakt, en het is ook niet de hoge bloeddruk, omdat bij een hoge bloeddruk andere organen betrokken zijn, wat is dan de oorzaak van een hartaanval? Dr. Hamer ontdekte dat een hartaanval wordt geïnitieerd in de hersenen! Dit betekent dat vanuit de 5BN/GNM intensieve bypass-operaties zoals die door de RG worden verricht niet zinvol zijn [4].
FM / april 2016
27
BIJLAGEN B.4 PREVENTIE [3d] Symptomen van conflict-activiteit zijn: koude handen, het niet kunnen slapen, slecht eten, zenuwachtig zijn, geheel in beslag genomen worden door het conflict. Het SBS-programma van de kransslagaders (en kransaders) is een van de weinige biologische programma’s waar er in de ca-fase werkelijk pijn is: angina pectoris. Dit geeft aan dat men conflict-actief is m.b.t. één van de twee biologische programma’s: óf m.b.t. het territorium-verliesconflict óf m.b.t. het seksueel frustratieconflict (zie§2.2 en het artikel KRANSADERS
[7]).
De intensiteit van de hartaanval wordt bepaald door de intensiteit en duur van de cafase. Dus hoe eerder het conflict wordt opgelost, des te minder ernstig de hartaanval zal zijn. Wanneer het conflict binnen enkele maanden kan worden opgelost, zal de hartaanval zelfs niet worden opgemerkt. Vaak is de vraag: hoe kan het conflict worden opgelost? Vanuit de 5BN/GNM is hierop geen algemeen antwoord te geven. De reden is dat elke situatie een individuele situatie met individuele omstandigheden is. Gekeken dient te worden naar de exacte situatie en alleen de persoon weet - al dan niet met ondersteuning - wat de beste manier zal zijn om zijn specifieke conflict op te lossen. B.4.1 Conflict “downgraden” [3d] Dr. Hamer heeft ook gevonden dat een praktische oplossing altijd de beste oplossing is, omdat deze het meest blijvend is. Echter, wanneer op zeker moment het conflict als gevolg van beperkingen niet kan worden opgelost, dan kan geprobeerd worden een gedeeltelijke oplossing voor het conflict te vinden. Vanuit de 5BN/GNM wordt dit het “downgraden” van het conflict genoemd. Downgraden betekent dat een gedeeltelijke oplossing voor het conflict wordt gevonden. Een conflict is te downgraden door: er over te praten met een vriend, partner of met een therapeut, -
ontspanning,
-
alles wat de geest helder maakt, dingen in perspectief te zien,
-
naar de conflictsituatie te kijken vanuit een ander gezichtspunt, de houding te veranderen,
-
het grotere plaatje te zien, te communiceren,
-
de persoon proberen te begrijpen door de mensen die erbij betrokken zijn, vergeving,
-
met de muziek : “Mein Studentenmädchen” [6],
-
enz.
Dit is werkelijke preventie. Er kan niet worden voorkomen dat conflicten plaatsvinden, __________________________________________________________________________ 28 FM / april 2016
BIJLAGEN b.v. het pijnlijke verlies van een geliefde, een scheiding of het verlies van een baan. Maar we kunnen kiezen hoe we naar een situatie kijken. Men kan zijn houding t.o.v. de situatie veranderen. We hebben invloed op hoe we de situatie bezien. Het downgraden van het conflict op emotioneel niveau heeft een wonderbaarlijk effect omdat de psyche, het orgaan en de hersenen altijd als een eenheid in synchroniciteit werken. Dus op orgaanniveau betekent downgraden dat het ulceratieproces verlaagt en dientengevolge het hersenoedeem, dat zich in de eerste fase van de genezing ontwikkelt, ook minder is en de hartaanval of de epi-crisis zodoende minder heftig. Met de 5BN/GNM dient men zich volledig te concentreren op het emotionele en mentale niveau, omdat het de psyche is waar ziekten uit voortkomen. Het is dus de psyche waar ziekten beginnen te genezen.
-o–o–o-
FM / april 2016
29
INFORMATIELIJST
Informatielijst De inhoud van dit document is ontleend aan: [1]
“Wissenschaftliche Tabelle der GNM” / Dr. Hamer, 2007, p. 113 ook website: http://www.germaansegeneeskunde.info (Casper Rutten)
[2a] “Das Herz – und was es krank macht” / Artikel van Dr. Hamer website: http://www.germanische-heilkunde.at (Helmut Pilhar)
[3a] “Biological Special Programs” / Caroline Markolin, maart 2016 website: www.learninggnm.com
[3b] Tutorial 4 / Caroline Markolin, 2011 website: www.learninggnm.com
[3c] DVD: “Understanding Heart Attacks – Part 1” / Caroline Markolin, 2011 website: www.learninggnm.com
[3d] DVD: “Understanding Heart Attacks – Part 2” / Caroline Markolin, 2011 website: www.learninggnm.com
[4]
“Zielsoorzaken van ziekte” / Björn Eyble / Karin van Baelen, 2015, pp. 113-116
[5]
“Biologika Organ Atlas” / Roberto Barnai, maart 2016, pp. 125-126
[6]
“Mein Studentenmädchen” / Dr. Hamer, 2014
[7]
“Vertrouw je Lichaam” / Mies Kloos website: www.hoedegeesthetlichaamaanstuurt.nl
Afkortingen GNM = Germaanse Nieuwe Geneeskunde (Germanische Neue Medizin) 5BN SBS
= =
Vijf Biologische Natuurwetten Zinvol Biologisch Speciaalprogramma (Sinnvoll Biologisch Sonderprogramm)
DHS HH
= =
Dirk Hamer Syndroom Hamerse Haard(en)
RG RH
= =
reguliere geneeskunde rechtshandig
LH ca
= =
linkshandig conflict-actieve fase
30
pcl = genezingsfase (post-conflictolyse) epi-crisis = epileptoïde crisis FM / april 2016