De verwerping van Jezus Het is algemeen bekend dat het volk van Juda Jezus als de Messias verwierp. De meeste mensen weten ook dat Judas, toen hij zich aansloot bij de vijanden van Jezus, Jezus verraadde, ondanks dat hij een discipel en vriend van Jezus was. Maar slechts weinigen begrijpen dat dit gehele verhaal van Jezus’ verwerping al als afschaduwing in het Oude Testament in het verhaal van Absalom, die met behulp van Achitofel de troon van zijn vader toe-eigende, wordt geprofeteerd. Om volledig te kunnen bevatten waarom en hoe de Joden Jezus als de Messias verwierpen, moeten men het overeenkomstige verhaal in het Oude Testament zien. Wij kunnen geen correct begrip van het Nieuwe Testament verkrijgen, tenzij wij de beelden en afschaduwen van het Oude Testament bestuderen. ABSALOM: DE TIJDELIJKE VEROVERAAR VAN DAVIDS TROON De familieproblemen van David kwamen voort uit zijn affaire met Bathseba. In 2 Samuël 13 lezen we het verhaal van Amnon, de zoon van David, en hoe hij zijn halfzus Tamar verkrachtte. Tamar en Absalom waren broer en zus. Hun moeder was Maächa, een buitenlandse prinses, zoals we in 2 Sam. 3:3 kunnen lezen, 3 zijn tweede was Chileab, van Abigaïl, de vrouw van Nabal, uit Karmel; de derde Absalom, de zoon van Maächa, de dochter van Talmai, koning van Gesur; Absalom haatte Amnon voor het verkrachten van zijn zus (2 Sam. 13:22). Zijn haat sluimerde gedurende twee jaar, en in die tijd leek zijn vader (koning David) geen actie te ondernemen om Amnon terecht te stellen. Door de gedachte van David te bestuderen kunnen we er zeker van zijn dat hij over deze situatie ernstig had gebeden met de vraag wat hij moest doen. De wet die hierop van toepassing is kunnen we vinden in Lev. 18:9, 9 De schaamdelen van uw zuster, de dochter van uw vader of de dochter van uw moeder, of ze nu in dit gezin of daarbuiten geboren is, hun schaamdelen mag u niet ontbloten. Dergelijk gedrag was een van de redenen waarom God de Kanaänieten het land uitzette toen de maat vol was. Het oordeel van de wet kunnen we vinden in Lev. 18:24-29, 24 U mag uzelf niet verontreinigen met al die dingen, want de heidenvolken die Ik vóór u uit ga verdrijven, hebben zich met al die dingen verontreinigd… 27 Want de mensen in dit land die er vóór u waren, hebben al die gruweldaden gedaan, zodat het land onrein geworden is. 28 Laat het land u niet uitspuwen, omdat u het verontreinigt, zoals het het heidenvolk dat er vóór u was, uitgespuwd heeft. 29 Want al wie ook maar één van al die gruweldaden doet, de personen die ze doen, moeten uit het midden van hun volk uitgeroeid [of afgesneden/verbannen] worden. Het is dus zeker dat David gebeden had over het verbannen van Amnon, waarmee hij hem van Juda zou afsnijden en hem zo zijn burgerlijke rechten zou ontnemen, want dit was het oordeel van de wet. Toch herinnerde hij zich ook zijn eigen zonde met Bathseba. David zelf was ook schuldig van zowel overspel met Bathseba als de moord op Uria haar man. In die situatie was God jegens David genadig geweest, waarbij hij besloot dat niet David, maar zijn zoon, de zoon van Bathseba, zou sterven. Dat hele verhaal wordt in 2 Samuël 12, het hoofdstuk direct voor het voorval van Amnons verkrachting van Tamar, verteld.
De strijd om het geboorterecht – bereastudies.nl
Toen de profeet Nathan David confronteerde met zijn zonde, vertelde hij David eerst een verhaal over een rijke man die het enige lam van zijn arme buurman had genomen om aan zijn gasten voor te schotelen. David werd woest om deze ongerechtigheid en kondigde een oordeel voor de rijke man aan. In 2 Sam. 12:5, 6, zei hij tegen Nathan, 5 …Zo waar de HEERE leeft, voorzeker, de man die dat gedaan heeft, is een kind des doods! 6 En dat ooilam moet hij viervoudig vergoeden, omdat hij dit gedaan heeft en geen medelijden had. Davids zoon werd als plaatsvervanger gekozen om voor zijn zonden te sterven. Die zoon van David was een beeld van Christus, geroepen om voor onze zonden te sterven. Maar het tweede deel van dit oordeel van David was dat hij het volgens de wet viervoudig moest vergoeden (Ex. 22:1-4). Zo zien wij vervolgens dat David de jaren daarna vier zonen zou verliezen: het naamloze kind, Amnon, Absalom en Adonia. Toen David te weten kwam wat Amnon had gedaan, ontstak hij in hevige woede (2 Sam. 13:21), maar hij wist wel beter dan de situatie te veroordelen in een woedende toestand. Daarnaast kende hij de genade van God persoonlijk. Door het bestuderen van de wet wist David maar al te goed dat het zijn van een rechter niet zo makkelijk was, dan dat het voor een legalist leek te zijn. En daarom bleef hij voortdurend in gebed om er zo achter te komen hoe hij Amnons daad volgens de gedachte van God met een juiste balans tussen rechtvaardigheid en genade moest oordelen. Het afwachten van het veroordelen van Amnon het niet ten doel dat het voorval in de vergetelheid zou raken, want geen enkele vader kan een dergelijke situatie vergeten. Dit wachten was goddelijk ingegeven en het was, zoals we snel zullen ontdekken, noodzakelijk om de profetische beelden en afschaduwen van de komende gebeurtenissen te vervullen. Absalom had echter geen idee waarom zijn vader zo lang wachtte. Hoewel David zeer boos was, bleef de haat van Absalom maar groeien (2 Sam. 13:22). Hierin zit een verschil, want ten slotte verteerde zijn haat hem en nam hij het recht in eigen hand en beging hij als legalist een onwettige daad. Legalisme is de ergste vorm van wetteloosheid, want het verblind. Absalom organiseerde een familiefeest en droeg de slaven op om Amnon op dat feest te doden. Het complot slaagde (2 Sam. 13:28-33). Amnon werd vermoord en Absalom vluchtte naar Gesur, waar hij bij Talmai, de vader van zijn moeder, ging wonen. In 2 Sam. 13:37-39 lezen we het volgende, 37 Absalom was gevlucht en naar Talmai, de zoon van Ammihur, koning van Gesur, gegaan. En David rouwde over zijn zoon, al die dagen. 38 Absalom was dus gevlucht en naar Gesur gegaan. Hij bleef daar drie jaar. 39 Koning David verlangde ernaar uit te trekken naar Absalom, want hij had troost gevonden over Amnon, dat hij dood was. Absalom verkreeg dus asiel in Gesur en bleef daar drie jaar. Gedurende die drie jaar verlangde David naar zijn zoon, maar hij ondernam of zei niets waardoor zijn zoon naar Jeruzalem zou terugkeren. David wist dat Absalom onwettig had gehandeld en dat verbanning hem daarom ten deel viel. Maar vanuit Absaloms oogpunt was hij ervan verzekerd dat hij recht had gedaan door Amnon te doden en was van mening dat zijn verbanning, hoewel noodzakelijk, onrechtvaardig was. Hij wilde terug naar het land gaan. Ten slotte vroeg Absalom aan Davids generaal Joab om voor hem te bemiddelen. Pas toen stond David het toe dat Absalom in vrede terug naar Jeruzalem mocht keren. Maar er gingen nog eens twee jaar voorbij waarin David bleef weigeren om Absalom te ontmoeten (2 Sam. 14:28). De strijd om het geboorterecht – bereastudies.nl
Ten slotte riep Absalom Joab nogmaals tot zich, maar nu weigerde Joab op te komen draven. Vervolgens gaf Absalom zijn knechten de opdracht om een stuk grond van Joab met gerst erop in de fik te steken, en dit deden zij vervolgens. Dit kwam Joab te weten, waarop hij meteen naar Absalom ging om verhaal te halen. Vervolgens stond Absalom erop dat Joab naar David zou gaan om in zijn naam te bemiddelen. Het plan werkte. Absalom kon weer in de aanwezigheid van zijn vader David verkeren. In 2 Sam. 14:33 lezen we het volgende, 33 Toen ging Joab bij de koning naar binnen en vertelde het hem. Deze riep Absalom bij zich, en hij kwam bij de koning en boog zich voor hem neer met zijn gezicht ter aarde, vóór de koning; en de koning kuste Absalom. Niet lang daarna besloot Absalom dat zijn vader het niet waard was om koning te zijn en beraamde hij een plan om hem te overweldigen en zo zijn troon toe te eigenen. Daarom vroeg hij toestemming aan David om naar het zuiden, naar Hebron, te gaan om “zijn geloften na te komen” (2 Sam. 15:7). David stond dit toe, maar toen Absalom in Hebron aankwam riep hij zichzelf uit als koning (2 Sam. 15:10). Eveneens stuurde hij boodschappers naar Achitofel, de raadgever en vriend van David, om zich bij hem aan te sluiten. Achitofel gaf gehoor aan de oproep en sloot zich bij hem aan. Op deze manier verraadde hij David door Absalom hulp te bieden om de troon toe te eigenen. 2 Sam. 15:12 zegt, 12 Absalom stuurde, toen hij de offers ging brengen, ook een bode om Achitofel, de Giloniet, Davids raadsman, uit zijn stad, uit Gilo te halen. De samenzwering werd sterk en het volk bij Absalom nam gaandeweg in aantal toe. Nu zal iemand zich afvragen waarom Achitofel de kant van Absalom koos. Maar wanneer we zien dat Achitofel de opa van Bathseba was, worden de motieven duidelijk. 2 Sam. 11:3 zegt ons, 3… Is dat niet Bathseba, de dochter van Eliam, de vrouw van Uria, de Hethiet? In 2 Sam. 23:34 lezen we in de genealogische optekening van “Eliam, de zoon van Achitofel, uit Gilo.” Met andere woorden, Achitofel had een zoon met de naam Eliam, die op zijn beurt een dochter met de naam Bathseba had, welke de vrouw was waar David overspel mee had gepleegd (2 Samuël 11). Een genealogisch overzicht zou er als volgt uit zien: Obed | Isaï | David
huwt
Achitofel | Eliam | Bathseba
Achitofel had David nooit voor deze zonde vergeven en dit maakte hem kwetsbaar voor de verleiding om David te verraden, ondanks het feit dat hij Davids raadgever en vriend was. Later schreef David in Psalm 41:10 het volgende over Achitofel, 10 Zelfs de man met wie ik in vrede leefde, op wie ik vertrouwde, die mijn brood at, heeft mij hard nagetrapt [letterlijk: heeft tegen mij een hiel groot gemaakt of opgeheven]. In Johannes 13:18 citeerde Jezus dit vers, waarbij Hij het profetisch toepaste op Judas de verrader:
De strijd om het geboorterecht – bereastudies.nl
18 Ik zeg dit niet van u allen; Ik weet wie Ik uitverkoren heb. Maar de Schrift moet vervuld worden: Wie Mijn brood eet, heeft zijn hiel tegen Mij opgeheven. David had vertrouwen in Achitofel, maar in zijn citaat van Ps. 41:9 liet Jezus het stuk “op wie ik vertrouwde” weg, want Hij wist dat Judas Hem zou verraden. In dit opzicht verschilde Jezus van David, want Hij wist dat Hij Judas niet kon vertrouwen. Toch zien wij hierin dat Achitofel een beeld en afschaduwing van Judas was. Achitofel verraadde David. Judas verraadde de Zoon van David. Door dit beeld door te trekken zien wij dat de rol van Absalom in het toe-eigenen van de troon van David later door de natie Juda werd overgenomen, in het bijzonder door de hogepriesters. GEKRUISIGD OP DE “SCHEDEL” VAN DE OLIJFBERG David weigerde om tegen Absalom en zijn mannen om de troon te strijden. In plaats daarvan verliet hij zachtmoedig Jeruzalem, wetende dat God Zijn troon zou vestigen. In dezen nam hij de houding van Jezus Christus aan, die eveneens weigerde te strijden om Zijn troonrechten, ondanks dat Hij de rechtmatige Erfgenaam van de troon was. 2 Sam. 15:30 en 31 zegt, 30 En David ging al huilend de weg omhoog naar de Olijfberg op, zijn hoofd bedekt, en zelf ging hij barrevoets. Ook van al het volk dat bij hem was, had iedereen zijn hoofd bedekt, terwijl zij al huilend de berg opgingen. Dit is hetzelfde pad dat ook Jezus bewandelde toen Hij met Zijn kruis op Zijn rug naar de plek van Zijn kruisiging liep. 31 Toen vertelde men David: Achitofel is onder hen die met Absalom samenspannen. En David zei: O HEERE, maak de raad van Achitofel toch tot dwaasheid. Dit is een Hebreeuwse uitspraak. Achitofels naam betekent: “mijn broeder is dwaas”. Ik ben van mening dat zijn naam profetisch is voor Judas’ houding jegens Jezus zijn “broeder”. Judas dacht dat Jezus dwaas was vanwege het niet aanwenden van Zijn kracht om Zijn roeping als de Messias in te gaan en om zijn autoriteit in Jeruzalem te vestigen. Judas was het ook niet eens met Jezus’ weigering om de hogepriester te dwingen om Hem als de Messias te verklaren. Maar als Jezus deze zaak had opgedrongen, waar zou Zijn dwingende kracht ophouden? Het volk zou vervolgens van Hem verwachten dat Hij met geweld de Romeinen zou omverwerpen en het Koninkrijk met geweld zou innemen. Maar dit was heel Jezus’ intentie niet, want Hij wilde wachten en de harten van het volk door liefde inwinnen. Ook had Hij niet de intentie om het Romeinse volk omver te werpen, want Hij hield net zoveel van de Romeinen als van de Judeeërs. 2 Sam. 15:32 gaat verder, 32 En het gebeurde, toen David op de top [Hebr. rosh, “hoofd”] van de berg kwam, waar men zich voor God neerbuigt [Hebr. shachah, “buigen of aanbidden”]. Rosh is het Hebreeuwse woord dat met “top” vertaald is en het betekent “hoofd”. Zo is Rosh Hasanna bijvoorbeeld het “hoofd” van het jaar, ofwel de eerste dag van het jaar, gemarkeerd door het Feest van de Bazuinen. Joh. 19:17 zegt ons dat Jezus op de Schedelplaats gekruisigd werd. Net zoals David naar de top of hoofd van de Olijfberg wandelde, zo ook droeg Jezus Zijn kruis naar dezelfde plek waar David God aanbad.
De strijd om het geboorterecht – bereastudies.nl
Dit was de oude locatie van het offeraltaar waar de rode vaarzen “buiten het kamp” werden verbrand. Uiteraard vervulde Jezus dit brandoffer, zoals Hij alle offers vervulde. Buiten het kamp werd Hij gekruisigd (Heb. 13:11-13), en in die tijd werd dit gedefinieerd als 2.000 el buiten de muren van Jeruzalem. De top van de Olijfberg was exact die afstand. De plaats die vandaag de dag de Schedelplaats moet voorstellen bevind zich niet buiten het kamp. Die heuvel lijkt wel op een schedel, maar archeologen zeggen ons dat dit het gevolg is van erosie van de afgelopen duizend jaar. Het verhaal van Absalom die de troon toe-eigende en Davids pad naar de top van de Olijfberg toont ons heel duidelijk en afdoende dat het verhaal van Absaloms opstand en Achitofels bedrog een profetisch beeld is van Jezus’ kruisiging en Judas’ verraad. Later toen Absalom Achitofels raad om David meteen te achtervolgen in de wind sloeg, was Achitofel wijs genoeg om te weten dat David uiteindelijk weer tot de troon zou terugkeren. Hij wist dat het koningschap van Absalom ten einde zou komen en hij zou dan zelf vanwege zijn verraad Davids rechtspraak moeten ondergaan. Daarom lezen we in 2 Sam. 17:23, 23 Toen Achitofel zag dat zijn raad niet uitgevoerd was, zadelde hij de ezel en maakte zich gereed. Hij ging naar zijn huis in zijn stad, regelde de zaken van zijn huis en hing zich op. Zo stierf hij en werd begraven in het graf van zijn vader. Achitofel hing zichzelf op, net zoals Judas dit later ook zou doen, zoals we in Mat. 27:3-5 kunnen lezen, 3 Toen Judas, die Hem verraden had, zag dat Hij veroordeeld was, kreeg hij berouw en hij bracht de dertig zilveren penningen bij de overpriesters en de oudsten terug 4 en zei: Ik heb gezondigd, want ik heb onschuldig bloed verraden! Maar zij zeiden: Wat gaat ons dat aan? U moet maar zien. 5 En nadat hij de zilveren penningen de tempel in gegooid had, vertrok hij. Hij ging heen en hing zich op. Later keerde David terug tot de troon en werd Absalom gedood (2 Sam. 18:15). De opstand van Absalom eindigde dus, nadat het direct succesvol had gebleken, uiteindelijk toch in een falen. Dit verhaal is profetisch over het verhaal van Jezus. De hogepriesters waren meteen succesvol in hun samenzwering om Koning Jezus omver te werpen, maar hun inspanning zal uiteindelijk falen.
De strijd om het geboorterecht – bereastudies.nl