Samenvatting
De probleemstelling/uitdaging
De bodem is een samenhangend complex, waarbij de volgende zaken van belang zijn: bodemvruchtbaarheid (fysisich, chemisch en biologisch), bodemweerbaarheid en bodembiodiversiteit. In het huidige Vlaamse en Nederlandse beleid worden de verschillende bodemaspecten nog te vaak afzonderlijk belicht. Duurzaam bodembeheer is nog onvoldoende gekend en wordt bijgevolg in de praktijk nog niet voldoende toegepast.
De projectdoelstellingen
BodemBreed richt zich op het verduurzamen van het landbouwkundig bodemgebruik door het versterken van de kennis en inzichten van de bodem als samenhangend geheel. Het project is vooral gericht op de verdere implementatie door de landbouwer van deze maatregelen.
De voorziene activiteiten
De verschillende activiteiten van het project zijn geen losse projectonderdelen, maar zijn inhoudelijk sterk verweven. De eerste actie heeft als doelstelling het project te onderbouwen door de bestaande kennis van bodem en landbouw te structureren. Actie 1 Bodemaspecten en landbouw bevat drie deelacties, namelijk a. Relevante bodemaspecten en hun samenhang, b. bodemaspecten en landbouwkundige parameters, c. bodemaspecten en bewerkingen. Actie 2 is gericht op het operationaliseren van monitoringstechnieken. Deze fundamentele inzichten zullen omgezet worden in de praktijk door middel van acties 3 en 4. Actie 3 bestaat uit twee deelacties, met name a. bewerkingsmethoden en mechanisatie en b. toepassing groenbedekking. Actie 4 gaat in op de functionele agrobiodiversiteit (FAB) en duurzaam bodembeheer. Het resultaat dat beoogd wordt is een toename van bodemmanagement in de bedrijfsvoering. De voorgaande acties worden ondersteund door actie 5 Symbiose, actie 6 demonstratie en communicatie en actie 7 coördinatie.
De verwachte output en resultaten
Inzicht in de effecten van landbouwkundige maatregelen op de bodemkwaliteit is van belang voor zowel de praktijk (landbouwers, onderwijs, voorlichting en onderzoek) als het beleid (overheden). Het project zal vragen beantwoorden van de landbouwsector die betrekking hebben op problemen met maatschappelijke relevantie zoals: het beperken van water- en modderoverlast, het beperken van het uitspoelen van nutriënten naar grond en oppervlaktewater, het zoeken naar het optimale gebruik van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Ook tegenstrijdige beleidsdoelen of tegenovergestelde effecten komen aan bod. De antwoorden zullen op een efficiënte manier gecommuniceerd worden en dit gedifferentieerd per doelgroep (praktijk en beleid). Het uiteindelijke doel is om bodemmanegement in de bedrijfsvoering in te bouwen (bv. mulch, groenbedekking) en zo bij te dragen tot een duurzaam bodemgebruik, waarbij de mogelijkheden van de bodem optimaal worden benut zonder deze uit te putten of schade aan te richten. Beleidsmedewerkers, kenniscentra en voorlichters zullen geïnformeerd worden via contactdagen en een symposium. Alle relevante informatie zal gebundeld worden en beschikbaar zijn op een website. Landbouwers zullen via kenniscirkels, demonstraties en een kennisloket geïnformeerd en gesensibiliseerd worden.
De rol van de verschillende projectpartners
Onderstaande projectpartners werken grensoverschrijdend samen binnen dit project: · Provincie Vlaams-Brabant (projectverantwoordelijke) · Provincie Belgisch Limburg · Provincie Nederlands Limburg · Vlaamse Overheid (Albon) · Waterschap Roer en Overmaas · Boerenbond · Limburgse Land- en Tuinbouw Bond · Arvalis (coördinatie) · PIBO (actie 3 en 4) · PPO (actie 3 en 4) · Hooibeekhoeve (actie 3) Deze selectie van partners is tot stand gekomen omdat ze gezamenlijk een goede mix vormen van beleid, praktijk en kennis.
BodemBreed samenvatting
Projectinhoud Projectbeschrijving Probleemstelling of uitdaging waar het project op inspeelt
De bodem is een samenhangend complex waarbij de volgende zaken van belang zijn: bodemvruchtbaarheid (fysisch, chemisch en biologisch), bodemweerbaarheid en bodemdiversiteit. In het huidige beleid worden de verschillende elementen nog teveel afzonderlijk belicht. Zowel in België als in Nederland is het beleid gericht op het tegengaan van verontreinigingen van de bodem, de uitspoeling van nitraat en fosfaat of het beperken van bodemerosie. Mede hierdoor benadert ook de landbouw de bodem vaak sectoraal. Toch is de laatste jaren een kentering merkbaar. Op overheidsniveau neemt de interesse voor de bodem als samenhangend geheel toe. Ook in de dagelijkse landbouwpraktijk worden steeds vaker relaties gelegd tussen de aanwezigheid van organisch materiaal en de bestrijding van bodemerosie of het versterken van het bodemleven en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. De inzichten zijn echter nog geen gemeengoed, ook door lacunes in de beschikbare kennis. Het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de raad tot vaststelling van een kader voor de bescherming van de bodem en tot wijziging van de Richtlijn 2004/35/EG stelt het volgende: “De lidstaten nemen passende maatregelen om het publiek beter bewust te maken van het belang van de bodem voor het voortbestaan van de mens en de ecosystemen en om de overdracht van kennis en ervaring met het oog op duurzaam bodemgebruik te bevorderen.” In het Interreg III-project ‘Erosiebestrijding’ werd onderzoek gedaan naar de oorzaken en remedies van erosie. In het kader van dit project zijn de volgende methodes getest: niet-kerende bodembewerking, directe inzaai, aanleg van grasstroken, aanleg van aardappeldrempels, aanleg van strodammen en het toepassen van een groenbedekker. Uit de testen en projectevaluatie is gebleken dat niet-kerende bewerking en het toepassen van groenbedekkers de beste maatregelen zijn om erosie te bestrijden. Op het vlak van effectiviteit is er voldoende wetenschappelijk en praktijkgericht bewijs geleverd dat deze twee maatregelen goed werken en dit is ondertussen al algemeen aanvaard. Er zijn echter nog veel vragen open gebleven over de praktische toepasbaarheid van deze maatregelen op lange termijn, wat hun impact is op de bodemtoestand en op het inkomen van de landbouwer. In het project wenst men in te spelen op deze evaluatie door de bovengenoemde vragen te beantwoorden en ze ruim te communiceren. Met het voorliggende project wordt grensoverschrijdend op een praktische wijze gewerkt aan een duurzaam bodembeheer door land- en tuinbouw. De beschikbare kennis wordt maximaal benut. Maatregelen die bijdragen aan een duurzaam bodembeheer worden op praktijkvelden getest. Daarmee worden tevens de resultaten uit voorgaande projecten, waaronder Interreg IIIA (Benelux Middengebied) Erosiebestrijding, een slag verder gebracht. In dit opzicht is het voorliggende projectvoorstel vernieuwend en is er tevens ruimte voor innovatie.
Doelstellingen van het project
BodemBreed richt zich op het verduurzamen van het landbouwkundig bodemgebruik door het versterken van de kennis en inzichten over de bodem als samenhangend geheel en het in praktijk brengen van maatregelen die bijdragen tot een duurzaam bodemgebruik. In hoofdzaak wordt het project gericht op het lössgebied, maar ook het zandgebied zal aan bod komen. Via bekendmaking en praktijkvoorbeelden zullen landbouwers geïnformeerd en gesensibiliseerd worden. Dit proces kan ertoe leiden dat diverse beleidsmaatregelen in de praktijk ook effectief zullen geïmplementeerd worden.
BodemBreed samenvatting
Het voorgestelde proces moet naast de inhoudelijke resultaten ook resulteren in een langetermijn effect, zodat wordt voorkomen dat de gewenste ontwikkelingen weer stoppen, zodra het project is afgelopen. Het project moet kennisinfrastructuur, -netwerken en samenwerkingsverbanden genereren die het innovatieproces en de verdere verbetering van de bodemkwaliteit bestendigen. De deelaspecten die vanuit het perspectief van een duurzame land- en tuinbouw worden bekeken zijn: - het behoud van de bodemvruchtbaarheid, - het vergroten van de weerbaarheid van de bodem, - het beperken van de emissies van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Vanuit het standpunt van de landbouwer is het belangrijk dat maatregelen haalbaar zijn en een meerwaarde hebben voor de agrarische bedrijfsvoering (kosten, bedrijfsvoering, opbrengsten). Hierop zal in het project doorlopend worden getoetst. Het project moet bijdragen tot een bredere toepassing van maatregelen die mee resulteren in een duurzaam bodemgebruik. Het project is in hoofdzaak praktijkgericht, waarbij het draagvlak voor het treffen van maatregelen een wezenlijke randvoorwaarde is. Het project beantwoordt vragen van de landbouwsector die betrekking hebben op problemen met een maatschappelijke relevantie: beperken van water- en modderoverlast, het beperken van het uitspoelen van nutriënten naar grond en oppervlaktewater, het zoeken naar het optimale gebruik van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen (optimale situatie wat betreft de landbouwkundige opbrengst en dit met zo weinig mogelijk negatieve gevolgen voor mens en milieu). Tot slot wordt ook getoetst op tegenstrijdige beleidsdoelen of averechtse effecten. Als voorbeeld wordt de mechanische onkruidbestrijding genoemd, waarmee het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen kan worden teruggedrongen, maar die op de hellingen de bodem extra kwetsbaar maakt voor afspoeling van bodemdeeltjes (erosie). Doelgroep(en) van het project
Het project richt zich naar de landbouwers, voorlichters (consulenten), onderzoeksinstellingen, het onderwijs en beleidsmakers.
Voorziene projectactiviteiten
Activiteit 1 Bodemaspecten en landbouw Betrokken partners: Provincie Vlaams-Brabant, Provincie Belgisch Limburg, Provincie Nederlands Limburg, Vlaamse Overheid (Albon), Waterschap Roer en Overmaas, Boerenbond, Limburgse Land- en Tuinbouwbond. Eerste aanspreekpunt: Waterschap Roer en Overmaas. a. Relevante bodemaspecten en hun samenhang Omschrijving: Er vindt een beschrijving plaats van de aspecten bodemerosie, bodemleven, bodemverdichting en organische stof, aangevuld met de onderlinge samenhang. Daarbij worden de bestaande situatie en de trends beschreven, aangevuld met de mogelijke oorzaken achter de veranderingen, en wordt beoordeeld in hoeverre de huidige toestand afwijkt van ‘een optimale toestand’. Dit komt terug in de activiteiten 1 b en 1 c. Het doel is het op een praktisch niveau verkrijgen van inzicht in de bodemaspecten, als basis voor de overige activiteiten van het project.
BodemBreed samenvatting
b. Bodemaspecten en landbouwkundige parameters Omschrijving: Er vindt een beschrijving plaats van de bodemaspecten in relatie tot de landbouwkundige parameters bewerkbaarheid (draagkracht in het voor- en najaar), de opbrengstzekerheid en gewasopbrengst en de inzet van hulpstoffen (bemesting, gewasbescherming, overige). Hierbij wordt tevens nagegaan welke fysische en chemische parameters wezenlijk van invloed zijn op het landbouwkundige gebruik van de bodems. Speciale aandacht gaat uit naar de aanwezigheid van vocht in de bodem en de bodemtemperatuur, als wezenlijke factoren in de koppeling tussen programma 1 a en 1 c. In deze activiteit staan de inherente eigenschappen van de bodem centraal. De relatie met de bewerking wordt in activiteit 1 c gelegd. Het doel is het verbreden van het inzicht, waarbij de koppeling tussen de bodem en de landbouwkundige geschiktheid wordt gelegd. c. Bodemaspecten en bewerkingen Dit onderdeel bevat de relatie met de bewerking van de bodem door het beschrijven van de invloed van de bodembewerking / mechanisatie, groenbemesting, meststoffen / bemestingsregime, overige hulpstoffen, gewasbescherming en teeltafwisselingen op de bodemaspecten. Er wordt ook ingegaan op tegenstrijdige doelen, zoals de bestrijding van erosie en de afbouw van het gewasbeschermingsmiddelengebruik (glyfosaat). Speciale aandacht gaat uit naar de uit- en afspoeling van stoffen (N en P) tegen de achtergrond van de Europese Kaderrichtlijn Water en de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Doelstelling is het inzichtelijk maken van de effecten van het landbouwkundig grondgebruik op de bodemelementen en op de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Beoogde resultaten 1a - 1b - 1c: Het leveren van een rapport van maximaal 125 pagina’s met literatuurverwijzingen. Een matrix waarin de te beschrijven landbouwkundige parameters worden gewaardeerd ten opzichte van de bodemelementen en ten opzichte van elkaar. Een matrix waarin de te beschrijven landbouwkundige bewerkingen worden afgezet tegen de bodemelementen en de kwaliteit van gronden oppervlaktewater, alsmede tegen elkaar. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen leem en zand. Het destilleren van relevante informatie en het leggen van relaties tussen de vaak versnipperde kennis zal ertoe bijdragen dat alle partners op een gelijk kennisniveau komen. Deze activiteit is ondersteunend voor de volgende activiteiten van het project.
Activiteit 2 Operationaliseren monitoringsinstrumenten Betrokken partners: Provincie Vlaams-Brabant, Provincie Belgisch Limburg, Provincie Nederlands Limburg, Vlaamse Overheid (Albon), Waterschap Roer en Overmaas, Boerenbond, Limburgse Land- en Tuinbouwbond. Eerste aanspreekpunt: Boerenbond Omschrijving: De beschrijvingen uit activiteit 1 bieden inzichten, op basis waarvan een optimum kan worden gezocht tussen het landbouwkundig gebruik van de bodem en de natuurlijke eigenschappen. Om hiervan in de praktijk gebruik te kunnen maken bestaat er behoefte aan een snelle en betrouwbare detectiemethode, waarmee verschillen in omstandigheden kunnen worden opgespoord en die kan worden ingezet als monitoringsinstrument. Er bestaat een sleutelrelatie tussen vocht, bewerkbaarheid, verdichting en bodemgezondheid. Het bewerkingsmoment en de methodiek zijn van groot belang. Ook ligt er een relatie naar de werking van meststoffen. Er wordt geen
BodemBreed samenvatting
fundamenteel onderzoek uitgevoerd. De activiteit is gericht op het in praktijk brengen van innovatieve ontwikkelingen. Doelstelling is het in kaart brengen van innovatieve ontwikkelingen op dit terrein en zo mogelijk het operationeel maken / uittesten ervan in praktijk. Het uitgangspunt hierbij is het praktisch gebruik en de haalbaar- en betaalbaarheid voor de landbouwer. Hoe pakken we dat aan? De kennis wordt gehaald bij de onderzoeksinstituten / universiteiten. Zij zorgen voor de fundamentele kennis, het onderhavige project levert de demonstratievelden en de commercie wordt benaderd voor de inzet van innovatieve toepassingen (gps, remote sensing of directe detectie tijdens de werkgang). Ook de toepassing van gewassen (vooral groenbemesters) biedt informatie over de bodemgesteldheid en -structuur. De mogelijkheden van detectie en herkenning worden getest en gedemonstreerd. Beoogde resultaten: Gedurende 2 jaar worden 10 praktijkvelden opgevolgd, waarbij gezocht wordt naar een snelle en betrouwbare detectiemethode. De bevindingen worden vastgelegd in een rapport. Wanneer deze geschikte detectiemethode gevonden is en/of ontwikkeld wordt, zal de werking van deze methode overzichtelijk weergegeven worden in een brochure die breed zal verspreid worden onder alle relevante doelgroepen (landbouwers, voorlichters, beleid, kenniscentra, etc.). Tijdens de demonstraties (zie activiteit 7 communicatie) zullen de resultaten gepresenteerd worden aan landbouwers en andere relevante doelgroepen.
Activiteit 3 Bewerkingsmethoden en mechanisatie / groenbedekking Betrokken partners: Provincie Vlaams-Brabant, Provincie Belgisch Limburg, Provincie Nederlands Limburg, Vlaamse Overheid (Albon), Waterschap Roer en Overmaas, Boerenbond, Limburgse Land- en Tuinbouwbond, PIBO, PPO, Hooibeekhoeve. Eerste aanspreekpunt: Limburgse Land- en Tuinbouwbond Bewerkingsmethoden en mechanisatie
Omschrijving: De niet-kerende grondbewerking (nkg, hiermee wordt niet bedoeld minimale grondbewerking) is zeer effectief in de bestrijding van bodemerosie, de versterking van het bodemleven, het behoud van organisch materiaal en de versterking van de bodemstructuur. Ook is er een relatie naar de verdichting van de bodem. Alhoewel de techniek al breed wordt toegepast, zijn nog niet alle vragen en problemen rondom de nkg opgelost. Deze activiteit is gericht op de verdere implementatie van de nkg en mogelijke terugvalopties. Het doel is het inzichtelijk maken van de praktische problemen bij de nkg en een bodembedekking en het vinden van oplossingen daarvoor, inclusief aanbevelingen voor de toepassing van nkg. Ook worden alternatieve maatregelen met eenzelfde effectiviteit als nkg / mulch in beeld gebracht. Er wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan de economische aspecten en draagvlak. Hoe pakken we dat aan? Het programma wordt vraaggestuurd ingericht, de meeste vragen werden al vooraf aan het project in beeld gebracht, zoals: - - - - - - -
Is de nkg mogelijk bij de teelt van uien en andere gewassen met fijne zaden? Kan op zwaardere gronden het wintervoorploegen worden vervangen door nkg? Wat betekent nkg voor kleefaarde en stevige bodems? Is nkg mogelijk in de biologische teelt? Welk effect heeft nkg voor de onkruiddruk? Hoe moet vaste stalmest worden ingewerkt in een systeem met nkg? Kan spitten, frezen etc. worden gezien als een vorm van nkg?
BodemBreed samenvatting
- Kan nkg bij de teelt van aardappelen? - Wat betekent nkg voor de ziektedruk (o.a. Fusarium)? Bij de beantwoording van de vragen wordt ook aandacht besteed aan wat fout kan gaan bij nkg en welke redenen er zijn om toch te gaan ploegen. Aanvullend wordt ook gekeken naar de meerwaarde van nkg en de vraag of een zelfde effect ook met ploegen (in combinatie met extra maatregelen) kan worden bereikt. Hierbij gaat de aandacht vooral uit naar waterremming / infiltratie en bodemstabilisatie. Ook het effect in bodemstructuur (löss, zand) zal hierbij aan bod komen. Toepassing groenbedekking
Omschrijving: De teelt van een groenbedekker heeft voordelen in relatie tot erosiebestrijding, organisch materiaal en nutriëntenbinding. Aan de teelt van groenbedekkers kleven echter ook een aantal vragen: wat is de ideale bewerking vooraf aan de inzaai (oogstsporen en spuitbanen van de vorige teelt), tot welk tijdstip is de inzaai nog zinvol, is bemesting nodig (na granen), hoe groot is de effectieve binding van nutriënten en hoe snel komt dit in het volgende groeiseizoen weer beschikbaar, wat is de invloed op aaltjes en schimmels en bacteriën, wat is de invloed op aardappelopslag en welke technieken zijn er om de groenbemester in het voorjaar weg te werken (in relatie tot een beperking van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen). Ook is de vraag van belang welke groenbedekking de meeste bodembedekking geeft, water remt en bodemdeeltjes bindt. Er worden verschillende (mengsels van) groenbedekkers in beeld gebracht. Het doel is het verkrijgen van inzicht in de voor- en nadelen van groenbemesters, evenals de oplossingen voor eventuele nadelen, inclusief aanbevelingen voor een goede toepassing. Ook wordt gezocht naar de mogelijkheid om groenbemesters te gebruiken als indicator voor verschillen in bodemomstandigheden (koppeling met programma 4). Er wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan de economische aspecten en draagvlak. Ook het effect in bodemstructuur (löss, zand) zal hierbij aan bod komen. Beoogde resultaten: Rondom de praktijkvelden worden maximaal 10 kenniscirkels opgericht in de verschillende regio’s. Deze kenniscirkels zijn opgebouwd door 10 à 15 landbouwers die op regelmatige tijdstippen samenkomen en kennis en ervaringen uitwisselen. De deelnemers van een kenniscirkel zijn op hun bedrijf actief bezig met duurzaam bodembeheer. De percelen worden opgevolgd en vergeleken met ervaringen op een proefbedrijf, dat als verificatieobject gaat fungeren. Er wordt eveneens een digitaal kennisloket ingericht voor het coachen van landbouwers. Hier kunnen zij terecht met hun vragen. Op de website zal een rubriek FAQ worden geplaatst, die regelmatig geactualiseerd wordt. In deze rubriek worden de meest frequente vragen en antwoorden gebundeld. De website (zie ook activiteit 7) bevat daarenboven ook alle andere relevante informatie die tot op dat moment binnen het project is verzameld (inclusief rapportages, brochures, activiteitenagenda, presentaties etc.). Landbouwers die geen antwoord vinden op hun vragen kunnen per e-mail of telefonisch een vraag stellen. De website bevat hiertoe de nodige contactgegevens. De vragen zullen door een nader aan te wijzen persoon/organisatie worden doorgeleid naar de aangewezen persoon/organisatie die de vraag zal beantwoorden. Tijdens de demonstraties (zie activiteit 7) die elk voorjaar en elk najaar georganiseerd worden, afwisselend aan Nederlandse en Belgische zijde, worden de resultaten van de praktijkproeven toegelicht. Tenslotte zal een beknopt rapport over de resultaten van de praktijkvelden met onderbouwing / verklaring van deze resultaten opgesteld worden. Voor landbouwers zullen gescheiden één of meerdere brochures worden ontwikkeld en verspreid.
BodemBreed samenvatting
Activiteit 4 Duurzaam Bodembeheer en functionele agrobiodiverstiteit (FAB) Betrokken partners: Provincie Vlaams-Brabant, Provincie Belgisch Limburg, Provincie Nederlands Limburg, Vlaamse Overheid (Albon), Waterschap Roer en Overmaas, Boerenbond, Limburgse Land- en Tuinbouwbond, PPO, PIBO Eerste aanspreekpunt: Vlaamse overheid (Albon) Omschrijving: Er is een toenemende aandacht voor het belang van een natuurlijke vitaliteit van het gewas en het biologisch en ecologisch evenwicht in de bodem. Er wordt gebruik gemaakt van natuurlijke processen in de bodem, die leiden tot een hogere bodemvruchtbaarheid en meer stabiliteit. Ook bestaat de indruk dat hiermee een bijdrage kan worden geleverd aan de beheersing van enkele milieuvraagstukken. Een goed bodembeheer bevordert het organisch stofgehalte, en daardoor een rijk bodemleven en betere benutting van mineralen, waardoor de uitspoeling van mineralen zal verminderen. Daarnaast is meer kennis nodig over de toepassing van biodiversiteit in de landbouwpraktijk, met name op het vlak van bodemmanagement en mogelijke effecten daarvan op het voedselweb van bodemleven, rovers en plagen in het gewas (boven de grond). Het gebruik maken van positieve aspecten van biodiversiteit bij het bestrijden van ziekten en plagen kan worden aangeduid als Functionele Agro Biodiversiteit (FAB). Het doel is het vergroten van de inzichten in de rol en effecten van de biodiversiteit binnen de agrarische productie, de bodemvruchtbaarheid en de bestrijding van ziekten en plagen en het vergroten van het draagvlak voor en het stimuleren van de toepassing van biodiversiteit, op een kosteneffectieve wijze, binnen de bedrijfsvoering. Aangevuld met maatregelen en aanbevelingen om te werken naar een duurzame bodem. Milieukwaliteit
In deze activiteit wordt nader ingegaan op de milieukwaliteit (op het gebied van het bodem- en watersysteem), met andere woorden welke effecten hebben verschillende maatregelen (bv. niet kerende grondbewerking) op de milieukwaliteitparameters. Het gaat primair om het sluiten van nutriëntenkringlopen, het verminderen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en het voorkomen van erosie door slim gebruik te maken van biodiversiteit. Vernieuwend is dat in dit project wordt uitgegaan van een bottom up benadering, waarbij de specifieke praktijksituatie het uitgangspunt is. Deze benadering maakt dat landbouwers deze technieken makkelijker zullen implementeren. De te realiseren milieukwaliteit zal gemonitord worden, waarbij tevens inzicht zal worden gegeven in de maatschappelijke kosten en baten. Hoe pakken we dat aan? Aan de hand van een aantal akkerbouwbedrijven die meerdere jaren ervaring hebben met de toepassing van niet-kerende grondbewerkingen wordt dit onderdeel verder uitgewerkt. Daarnaast wordt aan elk van deze bedrijven een naburig, vergelijkbaar bedrijf met ploegende grondbewerking gekoppeld als controlegroep. Op deze gepaarde bedrijven zullen een aantal praktijkvragen centraal staan. Belangrijke effecten worden gemonitord (organisch stof gehalte, onkruiddruk, voorkomen van ziekten en plagen in 1 of 2 sleutelgewassen). Er zal o.a. een onderzoek worden uitgevoerd naar het effect van niet kerende grondbewerking op de bodembiodiversiteit, het effect op opbrengst en ziekten en plaagbestrijding. Daarnaast zal ook de economische kant (kosten-baten), nkg en de fusariumafbraak of onderdrukking en de effecten van bodemverbeteraars (o.a. compost) op het bodemleven in beeld worden gebracht. Binnen dit project willen we nadrukkelijk aansluiten bij de eigen ervaringen en vragen van ondernemers. Communicatie en kennisuitwisseling met de diverse belanghebbenden (agrariërs, voorlichters/bedrijfsadviseurs, waterkwaliteitbeheerders, terreinbeheerders, beleidsmakers en natuurbeschermers) is hierbij cruciaal. Beoogde resultaten: Tijdens de demonstraties en presentaties zullen de hierboven beschreven activiteiten toegelicht worden (zie activiteit 7).
BodemBreed samenvatting
Daarnaast zal ook een rapport opgesteld worden met de resultaten van de praktijkvelden met onderbouwing / verklaring van deze resultaten.
Activiteit 5 Symbiose Betrokken partners: Provincie Vlaams-Brabant, Provincie Belgisch Limburg, Provincie Nederlands Limburg, Vlaamse Overheid (Albon), Waterschap Roer en Overmaas, Boerenbond, Limburgse Land- en Tuinbouwbond. Eerste aanspreekpunt: Provincie Belgisch Limburg Omschrijving: Het is van belang dat de inzichten en ervaringen uit het project landen in de praktijk. Dat betekent op de eerste plaats dat zij economisch uitvoerbaar en inpasbaar in de bedrijfsvoering moeten zijn. Op de tweede plaats moet de kennis compact en op maat kunnen worden aangeboden aan de gebruikers. Ondernemers hebben behoefte aan praktische handvatten, die hun waarde hebben bewezen. Omdat we een nieuw terrein gaan ontsluiten is het niet uitgesloten dat er ook beleidsaanbevelingen uit zullen volgen, gericht op de introductie van het systeem. Doelstelling is het samenvoegen en praktisch vertalen van de opgedane kennis en ervaringen, zodat deze beschikbaar kan worden gesteld aan grote groepen van ondernemers. Hoe pakken we dat aan? Gedurende het project worden tussenresultaten verzameld en doorgeleid naar de diverse overlegstructuren. Al bouwend ontstaan er nieuwe inzichten, die op deze manier aan een doorlopende evaluatie worden onderworpen. Het is van belang dat de discussies strak worden geleid en de conclusies goed worden gedocumenteerd. Hiervoor wordt een procesmatig en inhoudelijk deskundig bureau ingeschakeld. Beoogde resultaten: De relatie tussen bodemaspecten en bodemgebruik wordt praktisch weergegeven in een achtergronddocument. Ook worden knelpunten en hun oplossing beschreven. Het document moet zodanig worden opgezet dat hieruit voor uiteenlopende omstandigheden en bedrijfstypen praktische tips kunnen worden gedestilleerd. Hierbij bestaat de keuze tussen een metatabel of een geautomatiseerde beslisboom. Deze activiteit zal ondersteunend werken voor de kenniscirkels en het kennisloket.
Activiteit 6 Communicatie en demonstratie Betrokken partners: Provincie Vlaams-Brabant, Provincie Belgisch Limburg, Provincie Nederlands Limburg, Vlaamse Overheid (Albon), Waterschap Roer en Overmaas, Boerenbond, Limburgse Land- en Tuinbouwbond. Eerste aanspreekpunt: Provincie Vlaams-Brabant Omschrijving: Het project is gericht op het verwerven van zeer praktische inzichten. Hiervoor vinden op praktijkobjecten meerdere testen plaats. Zowel de ondernemers als de beleidsmakers zullen op gezette tijden worden betrokken bij de ontwikkelingen. Het verwerven van kennis en inzichten is een groeiproces, waarbij niet alleen het eindresultaat telt maar ook het groeiproces op weg naar het eindresultaat. Alleen op die wijze ontstaat betrokkenheid. Doelstelling is het op gezette tijden uitdragen van de tussenresultaten van het project. Beoogde resultaten: Voor de dagdagelijkse begeleiding van de veldproeven worden kenniscirkels ingericht (zie activiteiten 3 en 4, 5), 10 in totaal. Zij komen meerdere malen
BodemBreed samenvatting
per jaar bij elkaar om de proeven te bespreken en te klankborden over de inpassing van de resultaten in een breder kader. Daarnaast vinden voor een breder publiek 12 demonstraties plaats, waarbij in praktijk de resultaten van activiteiten 2, 3 en 4 worden toegelicht. In totaal betreft het over de projectperiode dus 12 bijeenkomsten. Deze 12 bijeenkomsten zullen georganiseerd worden voor een gezamenlijk Vlaams-Nederlands publiek bestaande uit landbouwers en andere belanghebbenden uit het gebied. Het doel van deze demonstraties is landbouwers te sensibiliseren. Tot slot worden voor de vakbladen artikelen geschreven en voorlichtingsproducten gemaakt, gebaseerd op de deelrapporten die het project zal opleveren. Ook een tiental diverse presentaties en infomomenten ingericht worden. Hiervoor wordt aangehaakt op bestaande structuren zoals afdelingen, gildes, studieclubs en vakgroepen. Dit zijn in totaal circa 10 clusters, die jaarlijks gericht eenmaal worden bijgepraat. De uitwisseling van de resultaten van het project met andere actoren (bv. PROSENSOLS), beleidsmedewerkers etc. zal gebeuren door het deelnemen aan of organiseren van internationale workshops / contactdagen. Op een specifieke website zal alle informatie met betrekking tot BodemBreed beschikbaar maken, op deze website zullen o.a. een activiteitenagenda, documenten en publicaties, links en het kennisloket een rubriek krijgen. Deze website zal regelmatig geactualiseerd worden en op deze wijze bijdragen tot de verspreiding van de kennis onder de doelgroepen. De doelgroepen zullen eveneens via een elektronische nieuwsbrief (minimaal 2 maal per jaar) geïnformeerd worden. Aan het eind van het project worden de resultaten gepresenteerd in een breder opgezet slotsymposium, gericht op beleidsmakers en voorlichters, maar ook op de praktiserende ondernemers. Naast het voorgaande zal een samenvattend eindrapport worden opgesteld, gericht op de praktiserende ondernemer: een compacte handleiding van hoe nkg / mulch toe te passen waarbij er aanbevelingen worden gedaan voor de vragen die in de praktijk leven. Dit product, dat wordt gemaakt in programma 4, wordt tijdens het slotsymposium gepresenteerd. Eventueel worden hier verschillende praktische brochures uit gedestilleerd. Een communicatiewerkgroep zal het communicatieplan opstellen en instaan voor de uitvoering en eventueel bijsturing.
Activiteit 7 Coördinatie Betrokken partners: Provincie Vlaams-Brabant, Provincie Belgisch Limburg, Provincie Nederlands Limburg, Vlaamse Overheid (Albon), Waterschap Roer en Overmaas, Boerenbond, Limburgse Land- en Tuinbouwbond, Arvalis. Omschrijving: Deze activiteit houdt onder andere volgende taken in: het opzetten van een projectorganisatie; het opmaken, monitoren en eventueel bijstellen van de projectplanning en de projectactiviteiten; de formatie van de werkgroepen, projectgroep en stuurgroep; het voeren van het secretariaat (agendavoorbereiding, verslaggeving, nazorg) van de stuurgroep, projectgroep (maandelijks) en werkgroepen (o.a. communicatie), het beheren en monitoren van de projectkosten (deelprojecten); het archiveren van projectdocumenten; ondersteuning van de communicatiewerkgroep, het aanleveren en voorbereiden van informatie en bescheiden t.b.v. de accountantscontrole. Beoogde resultaten: Deze activiteit zal geen resultaten op zich genereren maar het volledige project ondersteunen en structureren. n▼●▲
BodemBreed samenvatting