Uitgebreid verslag Netwerkdag ‘Niet mijn oorlog, wel mijn vrijheid’ - 10 april 2015
!
De verhalen levend houden De locatie kon amper beter: het pas heropende, geheel gerenoveerde voormalig Verzetsmuseum aan de Coolhaven in Rotterdam, sindsdien omgedoopt tot Museum Rotterdam ’40 –’45 NU. De bezoekers worden verwelkomd door Comité-voorzitter mevrouw Leemhuis en hoofd educatie Cristan van Emden. Genodigden zijn de deelnemers aan het subsidieprogramma ‘Niet mijn oorlog, wel mijn vrijheid’.
!
Elk jaar slinkt de eerste generatie en groeit de afstand tot de Tweede Wereldoorlog groter, zo houdt mevrouw Leemhuis de genodigden voor. Hoe houden we dan de herinnering levend? Dat vormt de essentie van zowel dit museum als van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.‘Kom vanavond met verhalen’, dichtte de onlangs overleden Leo Vroman. Zo heet ook de toekomstvisie die het Nationaal Comité 4 en 5 mei onlangs presenteerde aan de minister.
Voorzitter Mevrouw Leemhuis
Niet alleen op de Dam in Amsterdam maar in heel Nederland wordt herdacht; herdenkingen georganiseerd door zovele vrijwilligers. Zij zijn de mededragers van onze cultuur van vrijheid. Die telkens weer bevochten moet worden. Dat begint met educatie van de nieuwe generaties. Hoe breng je die boodschap over, zodanig dat deze aankomt? Het NC heeft hierin een adviesfunctie, legt Cristan van Emden uit. ‘Wij denken graag mee met jullie projecten.’ Deze bijeenkomst is een voorbeeld van de kennisuitwisseling die het NC zich eveneens tot doel stelt. ‘We willen het verleden – de bevrijding en wat daaraan vooraf ging – behouden voor de toekomst. Vandaar dat we ons richten op educatieve projecten voor kinderen. Daarvoor is de subsidieregeling bedoeld. ‘
!
Klokhuis De eerste gastspreker moest afzeggen, vandaar dat er andere presentatie is ingelast. Dat werd de preview van een Klokhuis-aflevering, mede mogelijk gemaakt door het Nationaal Comité 4 en 5 mei, over de oorlog en de bevrijding.
‘Hoe smaakt honger?’ Op de bekende toegankelijke manier laten de makers van Klokhuis zien hoe Nederland in stukjes bevrijd werd, ook al vieren we allemaal op 5 mei de Bevrijding. Maria en Piet uit Zuid-Limburg vertellen hoe hun dorp Mesch als eerste de Amerikaanse bevrijders verwelkomde. Jack werd als kind uit de Randstad naar het Groningse Marum gebracht, waar ze dachten dat hij ‘geen blijvertje’ zou zijn. Hij sterkte echter toch aan en kan de Hongerwinter navertellen.
Screenshot Klokhuisaflevering de bevrijding Theater Mach Armin Tashakoor leidt in Rotterdams een maatschappijkritisch theatergezelschap voor jongeren. Armin, acteur en voormalig maatschappijleraar, vluchtte op zijn 16de uit Iran voor de toenmalige oorlog met Irak. Hij weet uit ondervinding hoe het is als je de vrijheid, waaraan onze jongeren zo gewend zijn, niet hebt. Hij ziet het daarom als zijn taak te getuigen van de vrijheid die je pas mist wanneer hij ontbreekt. De Rotterdamse jongeren met wie Armin werkt, geloven vaak niet in vrijheid. Zij worden aangekeken op hun allochtone afkomst en ervaren ons land als een politiestaat. Totaal
!
anders dan de jongeren in Baarn, waar Armin vroeger voor de klas stond. Die vinden de politie juist te soft en roepen om harder optreden.
Armin (links) en Roos Roos Mens speelt de rol van Eva in de voorstelling ‘Right Now’, die kort na deze bijeenkomst in première gaat. Een bevoorrecht meisje, in tegenstelling tot haar vriend Mo, die zich geroepen voelt om zich aan te sluiten bij zijn ‘wapenbroeders’. Via Eva’s oma wordt de link gelegd met de Joodse geschiedenis en groeit beider besef van de waarde van vrijheid en democratie. De moraal is: ‘Stop met wij en zij; het is wij!’, zegt Armin. Hij toont een introductiefilmpje met schokkende oorlogsbeelden uit dictaturen. De film dient in het voortgezet onderwijs als basis voor groepsdiscussie. Oorlogsgeheimen De bioscoopfilm ‘Oorlogsgeheimen’ vormt de basis voor educatief materiaal dat veel op scholen wordt gebruikt: vooral in de bovenbouw van basisscholen en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Roland Pelle van Young Crowds vertelt over de productie van educatief materiaal bij films. De film vormt daarbij de ingang tot de belevingswereld van het kind. De Stichting Cultumaat is zijn opdrachtgever. Pelle (oprichter van jongerenkrant Kidsweek) vertelt hoe het aangrijpende boek van Jacques Vriens werd aangepast aan de filmwetten door het accent te verleggen naar de jongensvriendschap. Overigens kwam Oorlogsgeheimen onder een ongunstig gesternte in de bioscopen, namelijk vlak voor de crash van de MH17 vorige zomer. Dat heeft de kaartverkoop geen goed gedaan. De film krijgt een tweede kans vlak in de aanloop naar komende Bevrijdingsdag. Het educatieve materiaal loopt intussen wél goed: een werkboekje voor basisscholen, een krant voor het voortgezet onderwijs, de dvd-release en spin offs zoals en een krant voor alle Limburgse bibliotheken, gepromoot door Jacques Vriens zelf. De digitale les op http://www.youngcrowds.nl/oorlogsgeheimen is al ruim 6000 keer bezocht.
!
Roland Pelle (Young Crowds) De rol van de gastsprekers op scholen wordt, 70 jaar ná de oorlog, langzaam maar zeker overgenomen door de tweede generatie. Het Comité heeft onderzocht of gefilmde interviews een geschikt alternatief vormen voor de verhalen van overlevers, live voor de klas. Dat blijkt niet het geval. Het moet korter, meer to the point en op andere punten juist aangevuld met informatie die voor jonge kinderen niet vanzelfsprekend is. Daarbij blijkt verlevendiging met animatie-elementen te helpen. Precies wat de volgende sprekers komen tonen. Getekend Journalist Hans van Boxtel en fotograaf Wil van Iersel leggen zich met de Stichting Beeldtijd toe op het realiseren van animatieclips voor scholen. In hun project ‘Getekend’ komen Brabantse ooggetuigen aan het woord, maar dan in getekende clips. Drie minuten duren de vijftien filmpjes en dat maakt ze zeer geschikt voor internet. Beeldtijd liet ze maken door vijftien verschillende studenten en afgestudeerden Animatie aan de St Joostacademie in Breda. De resultaten lopen uiteen. Alle animators hebben gemeen dat hun tekentechniek perfect is. Maar het vertellen van een verhaal vereist vaardigheden die in veel gevallen nog verder ontwikkeld moeten worden. De clips zijn online getest onder jongeren. Sommige filmpjes te bleken werken en andere niet. De voornaamste struikelblokken waren: te letterlijk in beeld vertalen wat er verteld werd, of juist te abstract.
De vier beste clips worden getoond. Zij maken grote indruk. Om zulke films te kunnen maken is van groot belang dat je het vertrouwen wint van de geïnterviewden, vertelt Hans van Boxtel. In Brabant speelden Heemkundeverenigingen hierin een bemiddelende rol. De volgende, moeilijke stap is de jeugd bereiken. Wie meer hierover wil lezen: de laatste editie van het magazine CM besteedt aandacht aan dit project.
!
Hans van Boxtel en Wil van Iersel Gevestigde organisaties vinden het moeilijk om samen te werken met initiatieven van buiten zoals dit project van Beeldtijd, bevestigt Cristan van Emden. Velen willen samenwerken maar weten niet hoe. Of ze schrikken van het extra werk dat dit met zich meebrengt. Het Nationaal Comité wil mensen zoals Van Iersel en Van Boxtel op weg helpen.
!
Experience Na de theepauze is er een rondleiding in het museum Rotterdam ’40 – ’45 NU. Gezeten aan de interactieve tafels beleven we de ‘experience’ van het bombardement aan de hand van vier kleine verhalen. Iedereen is er stil van. Daarna ontdekken de bezoekers de vitrines in het museum. Gewapend met een iPad die tekst en uitleg biedt, komt het verleden tot leven in vele uiteenlopende voorwerpen en documenten.
Experience
!
Door de collectie met ipads Kinderen van toen Tekstschrijfster Jolande van Gastelaars en Carla Huisman van Kamp Amersfoort presenteren hun project Kinderen van toen. Hoe was het om kind te zijn in WO II? Met die vraag werkte Ellen ten Berge eerder het dagboek van haar moeder uit tot het boek dat aan de basis staat van dit project. Moeder Ten Berge verhaalt in haar dagboek over de onderduikers die ze in hun huis hadden. Vlakbij Kamp Amersfoort. Wat kregen zij er als kinderen van mee? Van dat kamp, van die onderduikers? De kinderen van toen zijn nu oud. Dat zet tijdsdruk op dit project. Inmiddels zijn er tientallen interviews afgenomen. De ambitie was hiervan een boek te maken met een film en een website, maar uit geldgebrek is het project opgeknipt in fasen. Dit was voordat de subsidie van het Nationaal Comité armslag bracht. Het project kreeg hierdoor meer draagkracht – en een internationaal karakter door samenwerking met twee Duitse kampen. Het vertelt spannende verhalen waaruit blijkt dat elk kind de oorlog op zijn eigen manier beleeft. De doelgroepen van de eindproducten zijn schoolkinderen, bezoekers van Kamp Amersfoort en studenten en docenten van de pabo’s. Waarbij vanuit de zaal de vraag opklinkt: hoe benader je docenten? Carla Huisman: ‘De subsidieaanvraag kostte weken werk, onder meer doordat een toezegging van partners vereist was. Die partner werd gevonden in onder meer een docentenopleiding te Utrecht. Daarmee kon ook het contact met docenten worden gelegd.’
!
Carla en Yolande Evaluatie ‘Niet mijn oorlog, wel mijn vrijheid’ Anki Duin, een van de externe adviseurs van de subsidieregeling ‘Niet mijn oorlog, wel mijn vrijheid’, sloot de bijeenkomst af met de evaluatie van de lopende subsidieregeling en de toekomst ervan. Anki houdt met haar collega de inkomende aanvragen en plannen tegen het licht. Wat is de kern van een plan? Wat is de urgentie, wie zit hierop te wachten? Zij adviseren de beoordelingscommissie. Aan het eind van elk project wordt beoordeeld hoe dit is verlopen: heb je gedaan wat je van plan was? Is het geld goed besteed?
!
Ook het subsidieprogramma zelf wordt kritisch bekeken. Dit ontstond als antwoord op ontevredenheid bij Ministerie van VWS, dat het voorafgaande eigen subsidiebeleid te versnipperd vond. Het bood te weinig variatie, bereikte te weinig makers en leverde teveel mooie projecten op die op de plank belandden zonder ooit de doelgroep te bereiken. De regels waren te strak en docenten ervoeren het aanbod als ‘overkill’.
Anki Duin Met dit nieuwe program werd derhalve ingezet op grotere projecten, meer samenwerking, nieuwe doelgroepen en thema’s, nieuwe combinaties en media, groter bereik en duurzaamheid. Kennisdeling moet zijn ingebouwd en geborgd in het projectplan, net als garanties om de gebruikers te bereiken. Het soort projecten waarvan we vandaag een aantal fraaie voorbeelden hebben gezien.
Werken de aangescherpte criteria? De conclusie is positief, stelt Anki. Er zijn voorbeelden van nieuwe samenwerking, van andere deelnemers, nieuwe thema’s (WO II wereldwijd), nieuwe doelgroepen (mbo’ers en pabo-studenten, jongeren op festivals en sociale media). We zien nieuwe combinaties en voorbeelden van cocreatie, zoals in serious gaming. Er zijn ook doelstellingen die niet werden bereikt. Grote meerjarige programma’s met meerdere partners kwamen namelijk niet van de grond. Het program kreeg 150 aanvragen, waarvan ongeveer de helft werd gehonoreerd. Adviezen en ervaringen De evaluatie levert ook adviezen voor de aanvragers op. Zoals: doe marktverkenning vooraf. En: het stopt niet bij het maken. Denk als een marketeer. Span je ook in om aan de man te brengen wat je hebt gemaakt. Anki Duin vraagt de genodigden naar hun ervaringen. Journalist Hans van Boxtel vertelt dat partijen vaak eerst een resultaat willen zien voordat ze samenwerking toezeggen. Terwijl je in het begin nog niets heb om te laten zien. Dit moge zo zijn, antwoordt Anki, maar bedenk dat de eisen voor subsidieverstrekking alleen maar strenger worden. Regel bijvoorbeeld vooraf een toezegging van de distributie. In scholen zit niemand te wachten op jouw input, ervoer een andere bezoeker. Het is lastig om toezeggingen te krijgen. Daarop aansluitend klinkt het advies: let op waar de gebruikers naar kijken – zie bijvoorbeeld Oorlogsgeheimen. De tijd van het ‘eenzame scheppen’ is blijkbaar voorbij. Nu moet je groter denken en de krachten bundelen. Ook al lijken traditionele partijen in eerste instantie te schrikken voor samenwerking. Netwerkplatform? Cristan bevestigt dat het Nationaal Comité probeert die angst te doorbreken. Een laatste vraag uit de zaal luidt: brengt het Comité ook actief partijen bijeen? ‘Jullie hebben immers kennis van wie waar goed in is. Kunnen jullie niet meer als een netwerkplatform gaan fungeren en geschikte partijen aan elkaar koppelen?’ Dit gebeurt al, bevestigt Cristan. Deze bijeenkomsten zijn hier een mooi voorbeeld van. En het heeft ook al tot resultaten geleid. Maar het kan altijd meer, lijkt hij te impliceren. Waarna hij genodigden bedankt voor hun komst en uitnodigt voor de borrel. Om bij te praten en ...te netwerken. Verslag: Jac. Janssen Foto’s: Geert Snoeijer