De Vergrijzing Voorbij 5 Eveline Castelijns Annick van Kollenburg Wine te Meerman
Inhoud Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 1. Een nieuw begin is het halve werk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 1.1 Ouderenzorg in de 20ste eeuw 1.2 Veranderende context 1.3 Doelstelling ‘De Vergrijzing Voorbij’
9 10 10
2. 75 Tinten grijs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 2.1 2.2 2.3 2.4
Vergrijzing? Herdefiniëring van ouderdom Oorzaak stijging zorgkosten Dé Nederlandse oudere bestaat niet
13 14 16 17
Intermezzo: seniorenprofielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 3. Het Zwitserleven-gevoel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
6. Mantel der liefde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 6.1 6.2 6.3 6.4
Wens van de cliënt Beroep op informele zorg neemt toe De schillen rondom de kwetsbare oudere Consequenties mantelzorg
47 50 54 54
7. Bye, bye Baumol? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59 7.1 De wet van Baumol en ouderenzorg 7.2 De oneindige vraag naar zorg 7.3 Robonurse en andere technologische ontwikkelingen 7.4 Voor- en nadelen technologische ontwikkelingen
59 60 60 62
8. Agenda voor de toekomst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65 8.1 Toekomstige ouderen van Nederland 8.2 Aanbieders van ouderenzorg 8.3 Rijksoverheid
65 67 68
23 24 25 27
Over de auteurs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
4. Oost, west, thuis best . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Over Stichting B.W. Berenschot Fundatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
31 32 34
Overzicht sleutelfiguren en belanghebbenden . . . . . . . . . . . . . . . . 74
3.1 3.2 3.3 3.4
Privaat aanbod groeit Oudere heeft geld over voor extra’s Een waaier van zorg Geld opzijzetten
4.1 Wensen en behoeften rond wonen 4.2 Flexibiliteit van het vastgoedportfolio 4.3 De wijkgerichte aanpak
5. Handen aan het bed . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Personeelstekort opgeschort Minder overhead en andere (schijn)oplossingen Pensioengerechtigde leeftijd Aantrekkelijk werkgeverschap Arbeidsbesparende technologie
39 41 42 42 44
Methodiek en fasering onderzoek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
Bejaardenhuis (Rawie, J.P., “De tijd vliegt, maar de dagen gaan te traag”, 2012)
Ik ging ooit bijna elke dag naar het bejaardenhuis En zag er telkens tegenop Ik weet niet of het haar genoegen deed dat ik vaak kwam Ik kwam gewoon Of zij nog wist dat ik haar zoon was bleef onzeker Maar zij keek mij aan alsof ik op iemand leek Het was een deftig huis Ze had een kamer met een uitzicht Dat ze koppig niet wou zien Ik wees wel eens op iets, maar tevergeefs Ik kwam er jarenlang De deur, het trappenhuis, de gang De geur herken ik met mijn ogen dicht Ik was haar zoon, ik deed mijn plicht
Dit boek is opgedragen aan onze opa’s en oma’s: opa & oma de Koning, oma Ria, opa & oma van Kollenburg en opa & oma Aberson. Dank voor jullie onvoorwaardelijke liefde en inspiratie!
6
De Vergrijzing Voorbij
Voorwoord Begrippen zoals oud, bejaard of vergrijsd zijn niet meer
Trage en geremde veranderingen op stelselniveau kunnen
bruikbaar voor het definiëren van onze ouderenzorg.
we ons als samenleving niet meer veroorloven. Centrale
Ouderenzorg gaat vooral over kwetsbare ouderen boven
beleidssturing met garanties die in de samenleving als indi-
75 jaar die zonder zorg hun leven niet meer goed kunnen
viduele garanties worden opgevat zijn niet meer mogelijk.
leiden. Dit boek laat zien dat we anders en vervolgens heel
Veranderen betekent zowel op stelsel- als op uitvoerings
verfijnd moeten kijken naar leeftijdsgroepen en bijzondere
niveau de acceptatie van fouten.
zorgbehoeften om de betaalbaarheid van ons zorgstelsel in stand te houden. Op alle fronten zijn we toe aan herziening
‘De Vergrijzing Voorbij’ levert inzichten die een bijdrage
van bestaande beelden. Oud en zielig zijn geen synonie-
gaan bieden aan deze nieuwe vormen van denken: fact
men, een deel van de ouderen in Nederland is zeer vitaal en
based denken zonder het gevoel voor zingevingsvragen
zelfredzaam. De bereidheid om zelf te betalen voor (aanvul-
te verliezen.
lende) zorg is veel groter dan we tot nu toe dachten. Beleid gebaseerd op 100% paradigma’s moet vervangen worden
Prof. dr. Theo W.A. Camps
door vormen van maatwerk gericht op grote groepen. Soli-
Bestuursvoorzitter Berenschot Groep BV
dariteit in de samenleving kan alleen maar in stand worden gehouden door solidariteit opnieuw van scherpe definities en goed omschreven inhoud te voorzien.
7
De Vergrijzing Voorbij
5
Hoofdstuk 1
Een nieuw begin is het halve werk 1.1 Ouderenzorg in de 20ste eeuw De ouderenzorg zoals wij deze kennen, bestaat eigenlijk nog maar een halve eeuw. In 1953 verscheen het boek ‘De grote zaal’, geschreven door Jacoba van Velde. Een indringend verhaal over de bejaarde weduwe Geertruide van der Veen, die haar laatste levensfase doorbrengt in een verpleeghuis in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Het verhaal wordt beurtelings verteld door Geertruide zelf en haar dochter Helena, die in Parijs woont. ‘Waar ben ik eigenlijk? Hoe ben ik hier gekomen? Ik kan het me niet herinneren. Het lijkt wel een ziekenhuis, want het was
9
zeker een verpleegster die vanmorgen bij mijn bed stond. Ik deed of ik sliep. Ze is weer weggegaan. Het zijn allemaal oude mensen. Zoals ik. Oude vrouwen, niet prettig om te
Deze bejaardenoorden, waar bewoners geen eigen plek
zien. Eén heeft er lange tijd naar me staan kijken. Ik kon haar
hadden maar verpleegd werden in grote zalen met 30 à 40
niet zien, want ik had mijn ogen gesloten, maar ik wist dat ze
bedden, waarbij mannen en vrouwen gescheiden werden,
er stond. Ze heeft zich over mij heen gebogen, ik voelde haar
waar de medische invalshoek dominant was, waren heel
adem op mijn gezicht. Die rook niet goed. Nu zijn ze zich aan
gewoon in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Pri-
het wassen aan fonteintjes. Drie zijn er in de kamer. Er staan
vacy bestond niet en overdag moesten de ouderen zichzelf
zes bedden in het kleine zaaltje’, zo begint dit indrukwekkende
zien te vermaken in een woonkamer. De ouderenzorg in de
boek. Het schetst een indringend beeld van de bejaardenzorg
huidige vorm bestaat in feite nog maar sinds de jaren zestig
in de jaren vijftig van de vorige eeuw en beschrijft hoe de
van de vorige eeuw. Het eerste moderne bejaardenhuis
ouderen bij elkaar liggen in een zaal van een verpleeghuis.
werd rond 1965 geopend in de Limburgse plaats Eygelsho-
Geertruide ligt met meerdere oudere dames op een slaap-
ven. Initiatiefnemer van dit ‘Sociaal Centrum voor bejaar-
zaal, en haar enige privacy is een nachtkastje en het bed
den en alleenstaanden’ was burgemeester H.J. Boijens.
waarin zij slaapt. ‘Zou het toch een ziekenhuis zijn? Zes zijn er. Zes witte bedden, zes oude vrouwen.’
Als er iets duidelijk is geworden in de afgelopen decennia, dan is het dat ouderenzorg geen statisch begrip is. De ‘huidige vorm’ is constant in ontwikkeling. De manier van
denken over, en de manier waarop we invulling geven aan
nieuwe vormen voor het leveren van zorg aan ouderen.
ouderenzorg wordt veelal ingegeven door externe ontwik-
De uitwerking lijkt zich met name te concentreren op het
kelingen. Deze waren in de jaren zestig anders dan nu.
verkleinen van de intramurale capaciteit en het gelijktijdig uitbreiden van de extramurale activiteiten.
1.2 Veranderende context
Eén ding is duidelijk: meer dan ooit wordt de ouderenzorg in Nederland aangezet tot beweging. In sommige gevallen
De rijksoverheid heeft door de recente economische crisis
vragen de externe invloeden om een geheel nieuwe manier
een omvangrijk begrotingstekort. De betaalbaarheid van
van kijken naar de ouderenzorg. Van zowel beleidsmakers,
het sociale stelsel, zoals dat na de Tweede Wereldoorlog
financiers, toezichthouders, zorgaanbieders, zorgprofes-
zorgvuldig is ingericht, staat onder druk. Als gevolg daar-
sionals, mantelzorgers als de inwoners van Nederland.
van nemen we als maatschappij afscheid van de klassieke
In andere gevallen sluit de manier van denken aan bij
verzorgingsstaat. In plaats daarvan zien we een beeld
maatschappelijke ontwikkelingen, maar ontstaan er span-
ontstaan van een participatiemaatschappij. Niet langer
ningsvelden bij de uitwerking. Het vraagt hoe dan ook
‘recht op’, maar zo veel mogelijk ‘eigen verantwoordelijk-
verandervermogen van alle partijen die een rol spelen in
heid’. De individualisering blijft overeind, en komt tot uiting
de ouderenzorg om ook de toekomstige Geertruide van der
in begrippen als ‘autonomie’, ‘zorg op maat’ en ‘keuzevrij-
Veens daar waar nodig te kunnen blijven ondersteunen.
heid’. Tegelijkertijd is er in toenemende mate behoefte aan een ‘civil society’, ofwel een burgermaatschappij. Het is een aanduiding van organisaties buiten de sfeer van de over-
10
1.3 Doelstelling ‘De Vergrijzing Voorbij’
heid, de markt en de verbanden van familie en vrienden. Mensen maken er vrijwillig deel van uit. De burgermaat-
Voor een organisatie in de ouderenzorg is het moeilijk om
schappij staat bovendien voor politieke en maatschappe-
individueel echte verandering te realiseren. De bijdrage die
lijke wensbeelden, zoals betrokkenheid van burgers bij de
we met ‘De Vergrijzing Voorbij’ beogen, is het samenbren-
publieke zaak, meer spontaniteit en meer redelijkheid, een
gen van de verschillende perspectieven en partijen in de
vrijer spel van maatschappelijke krachten en meer collectief
ouderenzorg. Een boek dus met als primaire doelstelling
verantwoordelijkheidsbesef.
een impuls te geven aan de dialoog over de toekomst van de ouderenzorg in Nederland.
De veranderende politieke en maatschappelijke context heeft ook invloed op zorgorganisaties. De betaalbaarheid
Dit boek geeft u inzicht in de wensen en behoeften van de
van de (ouderen)zorg is mede door de bezuinigingen,
(toekomstige) ouderen in relatie tot zorg, welzijn, wonen en
maar ook onder druk van demografische en technologi-
leefstijl. Ook nemen wij u mee in de strategische keuzes en
sche ontwikkelingen, een veelbesproken onderwerp. De
afwegingen van bestuurders in de ouderenzorg in rela-
nieuwe generatie ouderen wil blijven deelnemen aan de
tie tot de wensen en behoeften van deze doelgroep in de
maatschappij en verlangt persoonlijke dienstverlening en
politieke en maatschappelijke context. Tot slot bieden we u
aandacht. Het vaak negatieve beeld dat mensen hebben
enkele handreikingen om een agenda voor de toekomst op
van de klassieke zorginstellingen van weleer, draagt moge-
te stellen.
lijk bij aan een wens om langer zelfstandig thuis te kunnen wonen. Zorgorganisaties zoeken dan ook driftig naar
De Vergrijzing Voorbij
11
De Vergrijzing Voorbij
5
Hoofdstuk 2
75 Tinten grijs Wie het heeft over ouderenzorg, ontkomt niet aan een gesprek over vergrijzing. Het is een begrip dat de laatste jaren te pas en te onpas wordt gebruikt en vaak wordt gezien als oorzaak van de alsmaar stijgende zorguitgaven
Aantal (x mnl) 5
4
en tekorten op de arbeidsmarkt. Maar klopt dit wel? Wat is vergrijzing eigenlijk en wanneer treedt die op? Kortom, is
3
het wel terecht om vergrijzing één op één te relateren aan ouderenzorg? Dat zijn de vragen waar we in dit hoofdstuk op ingaan.
2
1
0
2.1 Vergrijzing? In veel beleidsdocumenten en bij berekeningen wordt over vergrijzing gesproken als een toename van het aantal 65-plussers als gevolg van de naoorlogse geboortegolf, de
1950
1960
1970
1980
1990
2000
2010
2020
2030
2040
2050
2060
Figuur 1 Aantal 65- en 80-plussers, 1950-2010 (meetpunt 1 januari) en prognose aantal 65- en 80-plussers, 2011-2060.1
babyboom. Het aantal 65-plussers stijgt de komende jaren naar verwachting van 2,6 miljoen in 2011 tot een piek van
Wanneer we ons buigen over de verwachtingen voor de
4,6 miljoen in 2039, om daarna te dalen naar 4,4 miljoen in
toekomst, is het vaak leerzaam om terug te kijken. Histo-
2055 en stabiel te blijven. Daarnaast is er in de toekomst
risch gezien is de aankomende vergrijzing een unicum.
ook een flinke stijging te zien van het aantal personen
Niet eerder woonden er in Nederland zo veel mensen, en
dat ouder is dan 80 jaar. Vooral rond 2025 zal het aantal
niet eerder was zo’n groot deel van hen ouder dan 65 jaar.
80-plussers sterk groeien, waarbij de piek rond 2050 ligt.
Gevolg: een grote druk op de werkenden om deze groep te
Dit verschijnsel – de toename van zowel 65- als 80-plussers
onderhouden. Demografen noemen dit ook wel de grijze
– wordt in de literatuur aangeduid als dubbele vergrijzing.
druk. Daar tegenover staat groene druk, die gedefinieerd
De komende jaren komen er meer ouderen, en de ouderen
wordt als het aantal mensen onder de 20 ten opzichte van
worden steeds ouder.
de beroepsbevolking. Waar grijze druk voelbaar is in onder meer de ouderenzorg, resulteert groene druk in een maatschappelijke opgave in onder meer kinderopvang, onderwijs en (geboorte)zorg. Wanneer de groene en de grijze druk samen worden genomen, resulteert de demografische druk. Naar verwachting zal in 2050 de demografische druk ongeveer even groot zijn als
13
begin jaren zestig van de vorige eeuw. De leeftijdssamenstelling van het niet-werkzame deel van de bevolking is dan echter heel anders dan in het verleden. In 2050 zal meer dan de helft van de demografische druk worden veroorzaakt door ouderen.
2011
2040 (prognose)
Aantal 0 - 19 jarigen en 65-plussers per honderd 20 - 64-jarigen
Aantal 0 - 19 jarigen en 65-plussers per honderd 20 - 64-jarigen
44 - 60
68 - 70
60 - 63
70 - 80
63 - 65
80 - 90
65 - 69
90 - 100
69 - 99
100 - 117
Provincies
Provincies
14
Figuur 2 Demografische druk per gemeente in 2011 en 2040 (bron: www.zorgatlas.nl).
2.2 Herdefiniëring van ouderdom
65-plussers van belang, maar de toename van het aantal kwetsbare ouderen. Een kwetsbare oudere is iemand die
De vraag is of het wel gewenst is om te spreken over ver-
geconfronteerd wordt met een zekere ziektelast in combi-
grijzing wanneer we het hebben over de ouderenzorg. Ver-
natie met een tekort aan sociaal, familiaal of economisch
grijzing is immers een demografische term. Het zegt niets
kapitaal. Deze definitie vertoont overeenkomsten met die
over de persoonlijke situatie van mensen. Voor prognoses
van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP): “Kwets-
gericht op ouderenzorg is niet de toename van het aantal
baarheid bij ouderen is een proces van het opeenstapelen
De Vergrijzing Voorbij
“Voor prognoses gericht op ouderenzorg is niet de toename van het aantal 65-plussers van belang, maar de toename van het aantal kwetsbare ouderen” 5 van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in het functioneren, dat de kans vergroot op negatieve gezondheidsuitkomsten”. Uitgangspunt voor overheidsbeleid
de kosten sterk toenemen als gevolg van het gebruik van extramurale en later ook intramurale ouderenzorg. Dit geldt voor zowel mannen als vrouwen. In de figuur zijn de hoge kosten van het laatste levensjaar overigens niet verwerkt. Meer dan de helft van de levensloopkosten valt in de laatste vijf levensjaren.
Gemiddelde kosten
Mannen
20.000 15.000
2
op het gebied van ouderenzorg zou volgens ons dan ook gebaseerd moeten worden op de kwetsbare ouderen. En hoewel er altijd individuele uitzonderingen zijn, geldt voor
10.000 5.000 0
de meeste 65-jarigen dat ze nog prima zelfstandig kunnen functioneren.
Vrouwen
30.000 25.000
Natuurlijk bestaat er wel een verband tussen ouderdom en kwetsbaarheid: leeftijd komt immers met gebreken. De vraag wanneer dit gebeurt, verschilt per individu. Op hoofdlijnen kunnen we echter stellen dat wanneer je aan kwetsbaarheid een leeftijd wil koppelen, dit 75-plus is. Vanaf deze leeftijd ontstaat er aanzienlijk meer vraag naar zorg en nemen de uitgaven aan zorg sterk toe.
20.000
15
15.000 10.000 5.000 0 0
Berekeningen laten namelijk zien dat deze doelgroep zorgt voor de hoogste gemiddelde jaarlijkse zorgkosten per inwo-
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Leeftijd Ziekenhuiszorg
Thuiszorg
Intramurale ouderenzorg
Totaal
ner. De gemiddelde zorgkosten in 2005 per inwoner waren ongeveer € 4.200. Boven de 75 jaar wordt zowel bij mannen als vrouwen meer dan € 10.000 per inwoner aan zorg besteed. Dit loopt op tot ruim € 42.000 voor de mannen en bijna € 50.000 voor de vrouwen van 95-jarige leeftijd.3
Figuur 3 Gemiddelde kosten over de levensloop voor mannen en vrouwen, uitgesplitst naar ziekenhuiszorg, extramuralisering en intramurale ouderenzorg (kosten in euro’s, peiljaar 2000).4
Het zijn met name 75-plussers die gebruik maken van ouderenzorg. Figuur 3 geeft voor niet-overledenen de totale
Wanneer ouderdom of de demografische term ‘vergrijzing’
kosten van ziekenhuiszorg en ouderenzorg naar leeftijd
gekoppeld wordt aan kwetsbaarheid, is ook de individuele
aan. Dit laat zien dat vanaf een leeftijd van ongeveer 75 jaar
ziektelast van een persoon van belang. Die wordt door-
gaans uitgedrukt in Disability Adjusted Life Years (DALY’s): een maat voor ziektelast in een populatie, uitgedrukt in tijd.
Ontwikkeling van ouderen, % van totale bevolking
DALY’s zijn opgebouwd uit het aantal verloren levensjaren
16%
(door vroegtijdige sterfte), en het aantal jaren geleefd met
14%
gezondheidsproblemen, gewogen voor de ernst hiervan
12%
(ziektejaarequivalenten). In deze maat komen drie belang-
10%
rijke aspecten van de volksgezondheid terug, te weten
8%
kwantiteit (levensduur) en kwaliteit van leven, en het aantal
6%
personen dat een effect ondervindt. Uitgedrukt in DALY’s,
4%
zien we dat de ziektelast exponentieel toeneemt met de leeftijd (zie Figuur 4).
1%
2%
2%
2%
8%
8%
1% 7%
7%
5%
5%
5%
5%
5%
2030
2035
2040
2045
2050
6%
2% 0%
75 t/m 79
80 t/m 90
≥ 90
Aantal DALY’s per 1000 personen 800 700
Figuur 5 Prognose aandeel 75-plussers 2030 – 2050 (bron: CBS Statline).
600 500
16
400
Ouderen zijn zich hier overigens ook van bewust: uit onze
300
enquête onder de inwoners van Nederland bleek dat de
200
leeftijd waarop de toekomstige ouderen verwachten niet
100
meer zelfstandig te kunnen functioneren gemiddeld op 81 jaar ligt.
0 0 - 14
15 - 24
25 - 44
45 - 64
65 - 74
75+ Leeftijdsklasse
Verloren levensjaren
Ziektejaarequivalenten
Figuur 4 Ziektelast per leeftijdsgroep (per 1.000 personen) in 2007.5
2.3 Oorzaak stijging zorgkosten De totale kosten voor zorg en welzijn zijn gestegen van € 46,9 miljard in 2000 naar € 90,0 miljard in 2011. Maar wat is nu de werkelijke oorzaak van deze stijging van zorguitgaven? Onderzoek laat zien dat in die periode het groot-
Kortom, de leeftijd van 75 jaar lijkt een betere rechtvaar-
ste deel (50%) van de kostenstijging valt in de categorie
diging voor een indicatie van kwetsbaarheid dan 65 jaar.
‘overig’. Hierin vallen de verruimde indicaties, groei van
Door het aanpassen van de leeftijd naar 75-plus, komt de
het aantal patiënten en technologische ontwikkelingen.
piek van de vergrijzing bij prognoses niet te liggen in 2040,
Prijsstijgingen zijn goed voor een toename van 35% van de
maar pas rond 2050. Uit cijfers van het CBS wordt duidelijk
zorguitgaven. Slechts 15% van de stijging van de zorguit-
dat het aandeel Nederlanders op hoge leeftijd in de totale
gaven is gerelateerd aan vergrijzing. Dat de stijging van
bevolking weliswaar relatief klein is, maar wel een stij-
de zorguitgaven in de periode 1990 - 2010 grotendeels te
gende lijn vertoont (zie Figuur 5).
wijten zou zijn aan de vergrijzing, is dus een mythe.
De Vergrijzing Voorbij
“Door het aanpassen van de
Totale uitgave aan zorg per Nederlander
leeftijd naar 75-plus komt de piek
€ 5392,-
van de vergrijzing niet te liggen rond 2040, zoals bij het aandeel 65-plussers, maar rond 2050.”
Ziekenhuiszorg
Overig (o.a. GGD, Jeugdzorg, therapeutische middelen)
26,2%
25,2%
Huisartsen
3%
5 Ook als we kijken naar individuele zorgkosten, blijkt dat ouderenzorg niet de grootste kostenpost is. De totale uitgaven van de gezondheidszorg bedragen € 90 miljard,
Tandartsen en paramedici
5,1%
Ouderenzorg GGZ
6,1%
Geneesmiddelen
Gehandicaptenzorg
7,2%
9,3%
17,9%
oftewel € 5.392 per Nederlander. Figuur 6 laat dit zien: ruim een kwart (26,2%) wordt uitgegeven aan de ziekenhuiszorg en aan de categorie ‘overig’ (25,2%). Deze laatste categorie is opgebouwd uit GGD, jeugdzorg en therapeutische
Figuur 6 Verdeling van uitgaven aan zorg per Nederlander in 2011 (bron: www.gezondheidszorgbalans.nl).
middelen. Op de derde plaats staat de ouderenzorg. Slechts 17,9% van de € 90 miljard wordt besteed aan ouderenzorg.6 De vergrijzing speelt dus wel een rol, maar de verruimde
en zinvol? Wens ik nog (verdere) medische ingrepen?” Het
indicaties, groei van het aantal patiënten, technologische
gaat er naar onze mening in de zorg voor ouderen dan ook
ontwikkelingen en de prijsstijgingen hebben een groter
om de kwaliteit van het leven te verhogen en functieverlies
aandeel gehad in de stijging van zorguitgaven.
zo veel mogelijk te beperken, in plaats van het leven te verlengen met medische ingrepen.
Door de toename van de technologische ontwikkelingen zullen ook ouderen, met meer gebreken dan de jongere generatie, aanspraak maken op nieuwe behandelingen,
2.4 Dé Nederlandse oudere bestaat niet
therapieën, etc. Daardoor zal de discussie steeds meer gaan over de toegevoegde waarde van zorg in termen van winst
Dé Nederlandse oudere van de toekomst bestaat niet. In de
in levensjaren en kwaliteit van leven. Deze discussie moet
verdiepende gesprekken met sleutelfiguren en belangheb-
de komende periode in de politiek worden gevoerd, om
benden komt naar voren dat er grote verschillen bestaan
zodoende de stijging van de zorguitgaven beter te kunnen beheersen. De verwachting is dat de generatie ouderen in 2050 bewuster zal kijken naar de kwaliteit van leven, in tegenstelling tot de relatief ‘stille’ generatie van dit moment. Zij kunnen
“Het is een mythe dat de stijging van de zorguitgaven te wijten is aan de vergrijzing.”
zichzelf de vraag stellen of zij (verdere) behandeling wensen. “Tot welk moment vind ik het leven nog menswaardig
5
17