Notulen van het verhandelde van de in de Juliana Congreszaal van de Jaarbeurs, Croeselaan te Utrecht, op 9 mei 2007 gehouden jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders van de te Utrecht gevestigde naamloze vennootschap SNS REAAL N.V. (de "Vennootschap"). De vergadering vangt om 11.00 uur aan met de vertoning van een DVD met highlights van en over de Vennootschap in 2006. Agendapunt 1: Opening en mededeling De voorzitter biedt na afloop van de vertoning van de DVD zijn excuses aan voor het feit dat de goede boodschap vergezeld werd door een voor sommigen wat hinderlijke beat. Vervolgens heet de voorzitter allen hartelijk welkom. Allen in het algemeen en sommigen in het bijzonder. Natuurlijk heet de voorzitter de aandeelhouders van de Vennootschap welkom. Vervolgens heet de voorzitter de delegatie bestaande uit vier heren van de Centrale Ondernemingsraad, de accountants van KPMG en ook andere genodigden die de voorzitter niet allemaal bij naam noemt welkom. Verder heet de voorzitter hartelijk welkom aan de leden van de Raad van Bestuur, met daarbij de opmerking dat hij eigenlijk vindt dat zij de gastheren zijn en de aanwezigen welkom hadden moeten heten, maar ook hen heet hij hartelijk welkom. Het betreft de heren Van Keulen, Latenstein van Voorst, Hinssen en Van den Bos. Vervolgens heet de voorzitter alle leden van de raad van commissarissen welkom: de heren Kortmann, Van Heeswijk, Muller, Van de Kar, Den Hoed, Lagerweij en Van de Kraats. De voorzitter geeft aan dat de secretaris van de vergadering de heer De Wit is. Voorheen was dit de heer Brits, maar de heer Brits heeft een andere functie geaccepteerd. De notulering wordt verzorgd door de heer Klemann, notaris van het kantoor De Brauw Blackstone Westbroek. Voor de goede orde merkt de voorzitter op dat er een geluidsband en een videoband meeloopt en dat er er een simultaan vertaling naar het Engels is. Mocht er iemand zijn die het Nederlands niet verstaat, dan kan deze persoon met een lichte vertraging toch de inhoud van de boodschap meekrijgen. Vervolgens vermeldt de voorzitter dat de vergadering rechtstreeks wordt uitgezonden via een video webcast op de website van de Vennootschap. Vervolgens merkt de voorzitter nog een aantal formele punten op. De uitnodigingen en de agenda zijn tijdig gepubliceerd in Het Financieele Dagblad, De Telegraaf en de Officiële Prijscourant van Euronext. De volledige agenda met toelichting en alle onderliggende stukken hebben ter inzage gelegen bij het kantoor van de Vennootschap en waren kosteloos verkrijgbaar bij ABN AMRO Servicedesk. Ook de motiveringen voor de voordracht voor de raad van commissarissen was daarin vervat. Al deze documenten zijn tevens beschikbaar gesteld op de website van de Vennootschap. Er is geopteerd voor het bepalen van een registratiedatum en hierdoor werden de aandeelhouders in de gelegenheid gesteld om deel te nemen aan de vergadering indien zij op 18 april 2007 aandelen in de Vennootschap hielden. Aandeelhouders die stemgerechtigd zijn doch die verhinderd zijn om deze vergadering bij te wonen, zijn uitgenodigd om hun stem uit te brengen bij schriftelijke volmacht, waartoe zij een volmachtformulier konden aanvragen bij de Vennootschap via ABN AMRO Servicedesk en via de website van de Vennootschap. De voorzitter merkt op dat daar ook gretig gebruik van gemaakt is. Er zijn enkele tientallen volmachten binnengekomen en de voorzitter geeft aan dat hij daar later op terug komt. De voorzitter constateert dat de vergadering rechtsgeldig bijeengeroepen is en dat indien iemand het gevoel heeft dat geen rechtsgeldige besluiten genomen kunnen worden over de geagendeerde punten, de voorzitter dat graag hoort. Aangezien niemand bezwaar maakt, neemt de voorzitter aan dat de aanwezigen zijn conclusie volgen. De voorzitter vraagt of iedereen de presentielijst heeft getekend. Zo niet, dan geeft de voorzitter de gelegenheid dat tekort aan te vullen.
2 ________________________________________________________________________________________
De voorzitter merkt op dat hij het totaal aantal stemmen dat kan worden uitgebracht nog niet weet, maar dat dit zodra het aan hem wordt verstrekt en meegedeeld, ook op het scherm zal verschijnen en dat de aanwezigen het dan kunnen noteren of in het geheugen kunnen prenten. Vervolgens doet de voorzitter nog een paar huishoudelijke mededelingen. Er is uiteraard gelegenheid tot het stellen van vragen, het uiten van kritiek, het maken van opmerkingen. Ook is er gelegenheid tot het uiten van complimenten, de voorzitter geeft aan daar ook heel gevoelig voor te zijn. Als daartoe de behoefte gevoeld wordt, kan dat kenbaar gemaakt worden. Er staan zes microfoons opgesteld. Het is dan wel voor de notulering gewenst dat elke spreker dan zijn naam en woonplaats noemt en, eventueel, voor zover dat uit propagandistische of beschermende overwegingen gewenst is, de organisatie die vertegenwoordigd wordt. Ook dat wordt dan allemaal genoteerd en voor de toekomst vastgelegd. De voorzitter merkt op dat het eigenlijk vanzelf spreekt dat de spreektijd beperkt is. Hij geeft aan dat hij hoopt dat de zaken binnen twee uur afgerond zijn, aangezien een goede vergadering nooit langer dient te duren dan twee uur en anders is die óf niet goed voorbereid, óf niet goed geleid en dat laatste laat hij zich niet aanzeggen. De voorzitter geeft aan dat dit wel betekent dat de aanwezigen zich wat beperken in de spreektijd, dat uitwijdingen achterwege gelaten worden en dat bij het vragen stellen - bijvoorbeeld naar aanleiding van de jaarrekening of het jaarverslag - het aantal vragen beperkt wordt tot drie / vier vragen, om vervolgens een ander de gelegenheid te geven. Mocht dan blijken dat iemand aan het einde van de rit nog met open vragen is blijven zitten, dan geeft de voorzitter deze persoon graag opnieuw het woord. Zo komt dus iedereen aan de beurt en hoeft niet de allereerste vragensteller het gras voor iedereen weg te maaien, zoals dat dan in de literatuur heet. Agendapunt 2: Het jaarverslag Agendapunt 2.a.: De behandeling van het schriftelijke jaarverslag van de Raad van Bestuur. De voorzitter geeft aan dat het jaarverslag te vinden is in de gedrukte versie van het jaarverslag op de bladzijden 28 tot 82 en dat de voorzitter van de Raad van Bestuur, de heer Van Keulen, en de CFO van de Vennootschap, de heer Latenstein van Voorst, elk een toelichting zullen geven. De voorzitter geeft het woord aan de heer Van Keulen. De heer Van Keulen heet alle aanwezige dames en heren, aandeelhouders en andere aanwezigen namens de Raad van Bestuur, namens zijn collega’s, welkom op de algemene aandeelhoudersvergadering van de Vennootschap. Hij geeft aan dat de heer Latenstein van Voorst en hijzelf met een negental sheets zullen proberen om de aanwezigen een beeld te geven van het afgelopen jaar. Daarin wordt onder andere ook ingegaan op de nieuwe doelstellingen van dit jaar en de executie van de strategie, zoals die tot de dag van vandaag gaat.
3 ________________________________________________________________________________________
De sheet met daarop vermeld de hoofdpunten 2006 wordt getoond en de heer Van Keulen geeft daarbij de volgende toelichting. Het afgelopen jaar had een aantal hoogtepunten. De nettowinst van de Vennootschap groeide met 14,9% naar 371 miljoen. Het rendement op eigen vermogen kwam uit op 12,7%. SNS Bank boekte in de ogen van de Raad van Bestuur een goed resultaat en wist met name in het tweede halfjaar haar rentemarge te stabiliseren. De heer Van Keulen geeft aan dat hij daar later nog wel op terug komt. De verzekeraar, REAAL Verzekeringen, wist een hele sterke groei te realiseren, 21,4% om precies te zijn. Daar stond tegenover dat de kosten wat omhoog zijn gegaan en dat heeft met name te maken met kosten waarvan de Raad van Bestuur denkt dat die voor een deel niet zullen terugkomen, oftewel "oneoff costs", die te maken hebben met de lawine aan regelgeving die de Vennootschap in Nederland als financiële instelling over zich heen heeft gekregen. Dat heeft heel veel extra werk gevraagd, maar heeft er ook vooral voor gezorgd dat de Vennootschap heel veel tijdelijke krachten moest inhuren. Om een voorbeeld te geven: de "customer due diligence", de eis van de Nederlandse regelgever dat alle klanten van de Vennootschap zich dienen te identificeren bij de kantoren, heeft gevraagd dat de Vennootschap ruim 200 krachten tijdelijk heeft moeten inhuren, omdat dat persé voor het eind van dit jaar af moest, aldus de wens van De Nederlandsche Bank. Die kosten zijn dus tijdelijk wat omhoog gegaan. Het heeft ook te maken met een aantal andere projecten waar de Vennootschap overigens al een tijdje druk mee bezig is, maar die dan zeker ook nu echt resultaat aan het afleveren zijn, de zogenaamde "straight through processing projecten", oftewel projecten waarmee de Vennootschap probeert om bepaalde processen, bijvoorbeeld een hypotheekadministratief proces, zodanig in te richten dat ze vrijwel zonder enige menselijke interventie plaatsvinden en daarmee natuurlijk de kans op fouten, de kans op administratieve problemen verkleinen tot een heel laag niveau. Oftewel het operationele risico wordt daar positief mee beïnvloed. Die kosten zijn daardoor omhoog gegaan. In combinatie met de baten die aan de bankkant relatief vlak bleven, had dit tot gevolg dat de kosten/baten ratio, de efficiencyratio het afgelopen jaar is opgelopen naar 62,6%. De heer Van Keulen geeft aan dat hij met de nieuwe doelstelling daar straks nog nader op terug komt, maar hij denkt dat dit tijdelijk is. Hetzelfde geldt voor de bedrijfskosten/premieratio die afgelopen jaar op 13,8% uitkwam.
4 ________________________________________________________________________________________
De heer Van Keulen geeft aan dat de vermogenspositie onveranderd en onverminderd sterk is. Een totaal dividend is uitbetaald van € 0,71 per aandeel, hetgeen neerkomt op een pay-out ratio van 45%. Deze resultaten zijn, zoals al eerder in onder andere verschillende persconferenties naar voren is gebracht, onder vrij moeilijke marktomstandigheden bereikt. De heer Van Keulen merkt op dat, zoals bekend, er sinds het eerste kwartaal van vorig jaar een daadwerkelijke prijsoorlog is ontstaan op het gebied van hypotheken. Dat heeft natuurlijk voor alle aanbieders een belangrijke invloed gehad, namelijk belangrijk mindere inkomsten. Zowel die mindere inkomsten, oftewel een mindere marge op de hypotheekproductie, als het feit dat er eigenlijk tot de dag van vandaag sprake is van een vlakke rentecurve, betekenen dat de Vennootschap op het gebied van de korte en de lange rente een veel lager resultaat heeft weten te realiseren dan ze in afgelopen jaren heeft weten te doen. De heer Van Keulen geeft aan dat die twee omstandigheden meegenomen en gewogen hebbende, hij meent dat de Vennootschap toch een goed resultaat heeft neergezet. Daar speelt mee dat voor wat betreft de spaaren beleggingsproducten de markt de Vennootschap wel gunstig gezind is. Ten slotte is erg belangrijk geweest de acquisitie van wat vroeger heette "Bouwfonds Property Finance", een derde deel van Bouwfonds. De heer Van Keulen merkt op dat Bouwfonds te koop heeft gestaan sinds januari van 2006. De bedoeling van ABN AMRO was om dit bedrijf als totaal te verkopen. SNS REAAL was met name geïnteresseerd in het deel Property Finance, omdat SNS REAAL op het gebied van vastgoedfinanciering zelf al een heel aardige portefeuille had opgebouwd op dat moment; namelijk van een kleine 2 miljard. De heer Van Keulen geeft aan dat de Raad van Bestuur het een hele interessante markt vindt; het heeft zo'n beetje een retailkarakter, een residential karakter. Met andere woorden: het risico en het risicoprofiel liggen heel dicht bij de normale particuliere huizenmarkt, de normale particuliere hypotheekmarktrisico’s, aan. Die portefeuille van 2 miljard kon SNS REAAL als zij dit derde deel wist te verkrijgen plotseling laten groeien met een kleine 9,5 miljard. Voor SNS REAAL dus een heel belangrijke kans. De heer Van Keulen geeft aan dat de Raad van Bestuur nooit gedacht had dat SNS REAAL die kans zou krijgen, omdat ABN AMRO inderdaad van zin is geweest om het als een totaal te verkopen. Op het laatste moment heeft Rabobank besloten om zich terug te trekken, waarna SNS REAAL de kans kreeg om in een luttel aantal weken een bieding uit te brengen. Die bieding is geaccepteerd. De heer Van Keulen geeft aan dat vanuit strategisch perspectief de Raad van Bestuur heel erg verheugd is over de kwaliteit van de portefeuille. Hij merkt op dat ook een zeer grondige due diligence is gedaan waarbij SNS REAAL is bijgestaan door een groot aantal experts op dit gebied. De heer Van Keulen geeft aan ook zeer blij te zijn, omdat daar een team is aangetroffen van zeer enthousiaste en zeer professionele mensen met een heel nuchter, de heer Van Keulen geeft aan dat hij bijna zou zeggen: "Nederlands", karakter. Dat betekent dat ze hun business in de afgelopen jaren op een heel gecontroleerde manier hebben opgebouwd. Deze mensen zagen eigenlijk het zwerk wel wat drijven, ze waren namelijk bang dat ze ergens in de diepte van de Rabobanken en Rabo-spelonken zouden verdwijnen. De heer Van Keulen geeft aan dat nu SNS REAAL de nieuwe eigenaar is, daar een enthousiasme is ontstaan dat eerder geremd dan gestimuleerd moet worden. Alles bij elkaar is het een overname waarmee de Raad van Bestuur zeer in zijn sas is. De tweede overname is een overname die SNS REAAL nog aan het sluiten is, namelijk de overname van Regio Bank, onderdeel van ING. De heer Van Keulen geeft aan dat hij denkt dat in het midden van dit jaar wel de closing van die transactie gerealiseerd kan worden en dat hij daar straks nog op terug komt, omdat deze overname voor SNS REAAL ook een hele strategische waarde heeft.
5 ________________________________________________________________________________________
De heer Van Keulen gaat over naar de volgende sheet, een sheet over de groei bij de kernproducten van SNS REAAL. Ten eerste de hypotheekmarkt, de hypotheekportefeuille. Die groeide ondanks een enorme concurrentie toch met 5,6% tot een kleine 45 miljard. Het eerste halfjaar van 2006 was SNS REAAL teruggegaan in marktaandeel onder de beoogde doelstelling van 8%. In de tweede helft van dat jaar is SNS REAAL erin geslaagd om te eindigen in december met 8,3%. Nogmaals met behoud van toch een redelijke marge. Dat betekent dat SNS REAAL uiteindelijk is uitgekomen op een gemiddeld marktaandeel van 8% precies. De marge blijft onder druk, maar de heer Van Keulen geeft aan dat dat niet alleen voor SNS REAAL geldt, dat geldt voor vele partijen. De concurrentie is overigens in die markt ook toegenomen, niet alleen door, zoals dat in de pers al naar voren kwam, partijen van buiten. Bijvoorbeeld het Belgische Argenta zou je kunnen omschrijven als een bedrijf dat maar één product heeft, die dus heel veel outsourcet, heel weinig kosten heeft en zich helemaal concentreert op één product. Of een product van de Royal Bank of Scotland dat eigenlijk een internetproduct is. Daarnaast is eigenlijk de concurrentie en de druk ontstaan doordat de grote banken, onder andere Rabobank, hun marktaandeelverlies wilden compenseren en alle partijen over elkaar heen vielen om met concurrerende tarieven en concurrerende acties het publiek te verleiden om hun producten te kopen. De heer Van Keulen geeft aan dat SNS REAAL daar natuurlijk aan mee heeft gedaan, mee heeft móeten doen, en dat dat de eigenlijke aanleiding voor deze sterke concurrentieslag is geweest. De heer Van Keulen geeft aan dat de Raad van Bestuur over het gebied van sparen en beleggen heel verheugd is. SNS REAAL heeft al een aantal jaren heel zwaar ingezet op de spaarproducten, zowel de spaarproducten van SNS Bank als de spaarproducten van ASN Bank. Met name als gevolg van die laatste is de spaarportefeuille van SNS REAAL opnieuw fors gestegen evenals vorig jaar, vorig jaar met een kleine 13%, dit jaar met 11% naar 13,7 miljard. De marges zijn daar verbeterd en daarnaast is het vermogen onder beheer van Asset Management fors gestegen met 14,7%. Ook SNS Fundcoach, de internet supermarkt van fondsen van SNS REAAL waarin beleggingsfondsen van derden verkocht worden, is een groeiend succes. De heer Van Keulen geeft aan dat, om een indicatie daarvan te geven, er het afgelopen jaar een groei is geweest van zo’n 9.000 actieve beleggers naar 18.000 actieve beleggers en van zo’n kleine 300 miljoen vermogen onder beheer naar een forse 600 miljoen onder
6 ________________________________________________________________________________________
beheer. De heer Van Keulen geeft aan dat dat belangrijk is, omdat de Raad van Bestuur meent dat ze daar een totale nieuwe doelgroep en ook mensen die ook helemaal door de Vennootschap worden opgeleid op het gebied van beleggen weten te vinden. Voor de Raad van Bestuur een heel belangrijk succes. De heer Van Keulen merkt op dat hij ASN Bank al eerder noemde en dat het voor SNS REAAL ook heel verheugend is dat de investeringen die daar gedaan zijn en die ook natuurlijk heel erg passen bij het profiel en bij de genen die SNS REAAL heeft als bedrijf en herkent, tot een groeiend succes hebben geleid: afgelopen jaar 53.000 nieuwe klanten, het jaar daarvoor 55.000 nieuwe klanten. Dat zijn heel aansprekende cijfers en dat betekent ook dat de Vennootschap met name op het gebied van spaar- en beleggingsproducten op de goede koers ligt. Wat betreft de verzekeringen begint de heer Van Keulen met levensverzekeringen. Het netto premieinkomen is gestegen met 8% tot een ruim 1,5 miljard. De heer Van Keulen merkt op dat zowel een groei te zien is van de netto inkomsten bij periodieke premies, namelijk van zo’n 7,6%, als bij direct ingaande koopsommen of lijfrentes van zo’n 10,4%. Het marktaandeel op het punt van periodiek leven wat natuurlijk toch een belangrijk wapen is in de strijd - kwam uit op 14,7%. Dat is iets onder de 15% die SNS REAAL vorig jaar wist te realiseren. Maar als je dit percentage zou willen compenseren met de effecten van de levensloopregeling, een product dat SNS REAAL niet herkent als een levenproduct, dan zou je zelfs kunnen zeggen dat SNS REAAL nu een marktaandeel heeft van zo’n 15,7%. De heer Van Keulen geeft aan over de verzekeringen heel erg positief te zijn. De waarde van de nieuwe business margin is opnieuw omhoog gegaan met 1,8% naar 10,2%. Derhalve is "Leven" een sterk wapen en blijft ook een sterk wapen. De heer Van Keulen geeft aan dat, zoals bekend, SNS REAAL op het gebied van schade nog relatief klein is in de Nederlandse markt. Dankzij de overname van de NHL, Nieuwe Hollandse Lloyd, is SNS REAAL daar wel gegroeid en groeide ook het netto premie-inkomen met 27,2% naar 411 miljoen. SNS REAAL is toch wat aan het knokken tegen de markt. Het is een markt waarin de schadequote wat omhoog gaat. We zijn in een overgang van hoogconjunctuur naar laagconjunctuur, er is een forse druk op premies. Met name eenvoudige producten als autoverzekeringen staan zwaar onder druk. De heer Van Keulen geeft aan dat wat dat betreft SNS REAAL in het tweede halfjaar wel een beter resultaat gerealiseerd heeft dan het eerste half jaar. Het is een markt waar SNS REAAL wel winst heeft geboekt, maar waar ze nog harder zou willen groeien. De heer Van Keulen geeft aan dat, nadat hij al deze cijfers over de aanwezigen heen heeft gestrooid, het hem een eer is en hij verheugd is om Ronald Latenstein van Voorst aan de aanwezigen voor te stellen en hem te vragen om met een aantal sheets op nadere details in te gaan. Daarnaast zal Ronald Latenstein van Voorst ook de nieuwe doelstellingen voor de komende drie jaar toelichten. De heer Van Keulen geeft vervolgens het woord aan de heer Latenstein van Voorst. De heer Latenstein van Voorst merkt op dat hij in hoofdlijnen de financiële resultaten met de aanwezigen wil doornemen om vervolgens even stil te staan bij de wijze waarop de Vennootschap de ontwikkeling aan de business kant enerzijds en de financiële ontwikkeling anderzijds heeft doorvertaald naar de toekomst in nieuwe doelstellingen. Hij geeft aan dat Sjoerd van Keulen het dan weer van hem zal overnemen om stil te staan bij de uitvoering van de strategie en aan zal geven hoe ze naar de toekomst van de organisatie kijken.
7 ________________________________________________________________________________________
De heer Latenstein van Voorst gaat over naar de volgende sheet, een sheet over de nettowinst van de Vennootschap. De heer Latenstein van Voorst merkt op dat het al een paar keer is gezegd dat de nettowinst groeide met 14,9%. Dat is op zich een fantastisch resultaat. Zowel de bank als de verzekeraar droegen daaraan bij en ook voor één maand SNS Property Finance. Vanaf 1 december is SNS REAAL de economische en juridische eigenaar van SNS Property Finance en die zit dus voor één maand in de boeken over 2006. Het resultaat van de bank steeg met bijna 5%, 4,9%, inclusief dat resultaat van Property Finance. Dat geeft al aan dat de bank een wat moeilijker jaar achter de rug heeft in die zin dat zij natuurlijk de druk voelt van de hypotheekmarkt, waar de heer Van Keulen al even bij stilstond. Maar dankzij de groeiplatformen zoals SNS Fundcoach, de ASN Bank, de spaarproducten die de Vennootschap voert, was de Vennootschap toch in staat om het resultaat te laten groeien bij de bank. SNS Property Finance is met 6 miljoen meegenomen in het resultaat voor het hele jaar, maar is dus een maand in de boeken opgenomen. De verzekeraar levert een belangrijke bijdrage qua groei, namelijk met ruim 21%. Straks zal te zien zijn dat het vooral vanuit het "Levenbedrijf" is voortgekomen en dat de groei van het "Levenbedrijf" zich nu al gedurende een aantal jaren doorzet. De heer Latenstein van Voorst geeft aan dat die winst al met al dus met 48 miljoen in 2006 steeg en als nog even 2004 meegenomen wordt dan is de Vennootschap van 288 miljoen gekomen naar 371 miljoen in deze periode. De belastingdruk speelde ook nog een belangrijke rol. De heer Latenstein van Voorst merkt op dat de aanwezigen wellicht hebben opgepikt dat het vpb-tarief met ingang van 1 januari 2007 is verlaagd met ongeveer 5% en dat betekent zoveel dat de schulden die de Vennootschap nog heeft staan bij de Belastingdienst en die ze altijd keurig opneemt, op een lager tarief zijn gewaardeerd dan waar ze in eerste instantie voor in de boeken stonden. Dat levert de Vennootschap een voordeel op van zo’n € 15 miljoen. Maar ook al zou je dat in zekere zin eenmalige voordeel wegstrepen, dan nog komt de Vennootschap boven de 10% winstgroei uit, zoals te zien is in het resultaat voor belastingen
8 ________________________________________________________________________________________
dat met iets meer dan 10% steeg. Dus dat is het overzicht qua winstontwikkeling van de groep. Alle onderdelen droegen dus bij aan de positieve winstontwikkeling in het jaar 2006.
De heer Latenstein van Voorst gaat over naar de volgende sheet, een sheet over de WPA, winst per aandeel, en het REV, rendement uit vermogen, welke beïnvloed zijn door de beursgang. De heer Latenstein van Voorst geeft aan dat als je dat dan vertaalt naar de winst per aandeel en het rendement uit vermogen, dat je dat dan niet helemaal terug ziet komen. Dat heeft heel veel te maken met het feit dat de Vennootschap op 18 mei de eerste noteringsdatum heeft mogen realiseren, waarbij de Vennootschap een beursgang heeft gedaan die voor 1/3 uit nieuwe aandelen bestond en voor 2/3 uit bestaande aandelen, waarbij de grootaandeelhouder, of de aandeelhouder die 100% voor de beursgang in bezit had, een stuk heeft mee verkocht. Dus 1/3 deel bestond uit nieuwe aandelen, 2/3 deel bestond uit bestaande aandelen. Het waren zo ongeveer 24,5 miljoen aandelen en dat heeft een drukkend effect op de winst per aandeel. De winst "as such" groeide met 14,9% naar die 371 miljoen, maar door de uitgifte van die 24,5 miljoen nieuwe aandelen tellen die mee in de winst per aandeel en hebben die een drukkend effect. Desondanks steeg toch die winst per aandeel naar € 1,65 en dat is een groei met 6,5%. De heer Latenstein van Voorst geeft aan dat hij denkt dat dit ondanks alles toch een keurige groei is en dat hij straks nog even zal ingaan op de doelstellingen voor wat betreft de winst per aandeel voor de toekomst. Het totaal dividend is € 0,71 per aandeel. Als we dat even relateren aan de nettowinst, dan kom je uit aan de bovenkant van de bandbreedte die afgesproken is voor het dividendbeleid, die 40-45%. Het rendement eigen vermogen. Door de uitgifte van die nieuwe aandelen kwam er ook nieuw kapitaal in de onderneming, 412 miljoen om exact te zijn. Dit is uiteraard ook meegenomen in het eigen vermogen. Omdat de Vennootschap dat eigen vermogen vanaf 1 december ook heeft kunnen aanwenden door de acquisitie van Bouwfonds Property Finance, is in de periode tot aan 1 december in ieder geval een lager rendement gerealiseerd dan de Vennootschap vanaf 1 december heeft gedaan. Dat heeft een drukkend effect, in zekere zin ook nog beperkt, op het rendement eigen vermogen naar 12,7%. Nog even aangegeven is wat het effect zou zijn geweest zonder dat extra kapitaal van 412 miljoen en dat zou dan uitgekomen zijn op 13,7%.
9 ________________________________________________________________________________________
De heer Latenstein van Voorst gaat over naar de volgende sheet, een sheet over SNS Bank. De heer Latenstein van Voorst merkt op dat als we dan inzoomen op SNS Bank specifiek, dat een goed resultaat te zien is in een lastige omgeving en een zeer competitieve omgeving, waarbij SNS REAAL stapje voor stapje een spreiding van de baten verder doorvoert. De heer Latenstein van Voorst geeft aan dat SNS REAAL al een aantal jaren bezig is om de afhankelijkheid van de hypotheekinkomsten verder te reduceren en dat betekent zoveel dat door het groeien van ASN Bank, de spaarproducten in zijn algemeenheid, maar ook door de overname van Bouwfonds Property Finance - dat nu dan onder de naam SNS Property Finance verder gaat - dit wel verder terugloopt. Het renteresultaat speelt daar voor de bank natuurlijk een belangrijke rol in. Dat is de grootste component in de totale baten van de bank. Dat daalde in 2006 vergeleken met 2005, waarbij het wel zo is dat de daling van het renteresultaat zich voornamelijk voordeed in het eerste halfjaar. Maar ten opzichte van het eerste halfjaar is een stabiliserende beweging te zien in de ontwikkeling van het renteresultaat. Het renteresultaat werd zoals gezegd ook vooral positief beïnvloed door de ontwikkeling die de Vennootschap heeft doorgemaakt bij de MKB-markt, zoals met MKB-leningen, maar ook uiteraard weer aan die spaarkant.
Er is ook een positieve trend te zien aan de provisie-inkomsten, met andere woorden: de niet renteinkomsten. Dat betekent zoveel dat bijvoorbeeld SNS Securities - dat ook al even in de video in het begin voorkwam - maar zéker SNS Fundcoach, een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling van dat provisie-inkomen. De heer Latenstein van Voorst geef aan dat de Vennootschap ook een hoger resultaat heeft op de verkoop van beleggingen. Een beleggingsportefeuille wordt aangehouden binnen de bank voor liquiditeitsdoeleinden. Gegeven het renteklimaat heeft de Vennootschap in 2006 resultaten kunnen realiseren die ondersteunend zijn geweest aan de ontwikkeling van de baten.
10 ________________________________________________________________________________________
Al met al een kostenpatroon dat bij de bank wat hoger lag. De heer Latenstein van Voorst merkt op dat de heer Van Keulen al gezegd heeft dat SNS REAAL best wel wat projecten en zaken heeft moeten doen die vanuit regelgeving, wetgeving, toezichthouders van belang zijn geweest om in te voeren. Dat heeft SNS REAAL uiteraard ook gedaan, maar dat heeft wel een opwaarts effect gehad op de kosten. Een deel daarvan zal nog terugkeren in 2007, een ander deel weer niet. Overigens zullen de projecten voor het verdergaand automatiseren van de hypotheekprocessen - daar werd net al even aan gerefereerd - en ook het herstructureren van het MKB-bedrijf een bijdrage leveren aan het verder in balans houden van de kostenontwikkeling bij de bank. Een neerwaartse beweging in de risicokosten. Met andere woorden; de afboekingen lieten op zich ten opzichte van 2005 een gunstige ontwikkeling zien. Voorts is er sprake van een lagere effectieve belastingdruk. De heer Latenstein van Voorst merkt op dat hij daar al even aan refereerde bij de bespreking van de groepsresultaten. Dat gold natuurlijk ook voor de bank. De heer Latenstein van Voorst merkt op dat de aanwezigen ten slotte dan nog de bijdrage van SNS Property Finance op de sheet kunnen zien.
De heer Latenstein van Voorst gaat over naar de volgende sheet, een sheet over REAAL Verzekeringen. De heer Latenstein van Voorst merkt op dat de verzekeraar een voortreffelijk jaar heeft gehad in 2006 met een 21,4% hoger resultaat, zoals hij al aangaf vooral voortkomend uit het "Levenbedrijf". Het "Levenbedrijf" liet zelfs een stijging zien van boven de 30%. Het "Schadebedrijf" liep iets terug. De heer Latenstein van Voorst geeft aan dat hij zal beginnen met het "Levenbedrijf". De heer Latenstein van Voorst merkt op dat daar heel duidelijk te zien is dat opnieuw het premieinkomen groeide. Het totaal premie-inkomen van de verzekeraar groeide met 12,2% en dat is opnieuw een goed resultaat. Misschien nog wel belangrijker is dat die groei zich ook vertaalde in een hogere
11 ________________________________________________________________________________________
waarde van die groei, met andere woorden: de waarde die gerealiseerd wordt op die nieuwe verworven premie-inkomsten is ook toegenomen in 2006. Ook zijn er hogere beleggingsinkomsten gerealiseerd. De verzekeraar belegt de binnengekomen polisgelden ten behoeve van de polishouders en ook daar werden betere resultaten gerealiseerd. De schadekant - de heer Latenstein van Voorst merkt op dat dit eerder is aangegeven - is een markt die onder druk staat, zeker ook omdat de verzekeraar vooral actief is op de particuliere schademarkt. Ook wel op de MKB-schademarkt maar het grootste deel is toch de particuliere schademarkt, autoverzekeringen, brandverzekeringen en daar is de druk op premies eigenlijk verder toegenomen in het jaar 2006. Dat is merkbaar in het resultaat. De heer Latenstein van Voorst geeft aan dat de verzekeraar er desondanks wel in slaagde om het resultaat in het tweede halfjaar te verbeteren. Dat kwam uit op 12 miljoen en in het eerste halfjaar was dat 9 miljoen, mede door kostenbeheersing binnen dat schadebedrijf. Dus al met al is een resultaatontwikkeling te zien van 14,9%, een rendement dat boven de doelstelling ligt in lastige marktomstandigheden tegen de achtergrond van een jaar waarin het bedrijf naar de beurs is gebracht en ook de grootste acquisitie is gerealiseerd. De heer Latenstein van Voorst merkt op dat de Raad van Bestuur al met al denkt dat de ontwikkeling bij de groep in lijn is en in ieder geval conform datgene is wat de Raad van Bestuur voor ogen had.
De heer Latenstein van Voorst gaat over naar de volgende sheet, een sheet over nieuwe doelstellingen met ingang van 2007. De heer Latenstein van Voorst geeft aan dat als je dan deze ontwikkelingen en het eerdere verhaal van de heer Van Keulen meeneemt en kijkt wat de nieuwe doelstellingen zijn, dat je dan de volgende zaken op SNS REAAL ziet afkomen. SNS REAAL heeft al eerder een winst per aandeel afgegeven van 10% per jaar. De heer Latenstein van Voorst merkt op dat, vooral ook omdat SNS REAAL heel duidelijk als onderdeel van de strategie het plegen van acquisities heeft – SNS REAAL heeft er ook twee gedaan sinds de beursgang - dat die acquisities moeilijk te plannen zijn en dat de Raad van Bestuur daarom
12 ________________________________________________________________________________________
liever toe zou willen naar een 10% groeidoelstelling. Die doelstelling wordt gehandhaafd, maar dan over een periode tot aan 2009. De doelstelling voor 10% groei van de winst per aandeel is inclusief de acquisities. Verder heeft SNS REAAL een sterke vermogenspositie. De heer Latenstein van Voorst merkt op dat al gezegd is dat die onveranderd sterk is. Met andere woorden: de solvabiliteit is zeer gezond en dat betekent dat SNS REAAL ook kapitaal over heeft ten opzichte van hetgeen wat strikt genomen vereist is, zowel extern maar zeker ook gelet op de interne doelstellingen die SNS REAAL erop na houdt. De Vennootschap heeft dus een sterke balans, waarbinnen zich ook overtollig kapitaal bevindt. Dat is ook een beetje de achtergrond van deze doelstelling. Los van de winstgroei van 10%, gaat de Raad van Bestuur er strategisch ook nog eens van uit dat ze het overtollig kapitaal wil aanwenden en daarmee effectiever wil inzetten dan thans het geval is. Daarom denkt de Raad van Bestuur van 12,5% rendement eigen vermogen naar 15% rendement eigen vermogen te kunnen komen. De doelstelling op het punt van de efficiëncyratio van de bank was 58%. De heer Latenstein van Voorst geeft aan dat dat 55% wordt en dat dat alles te maken heeft met de acquisitie van Bouwfonds Property Finance. Dat bedrijf heeft vorig jaar een winst gerealiseerd van 94 miljoen. Met ongeveer 250 mensen is het een efficiënte organisatie en heeft ook een aanzienlijk lagere kostenratio dan bij SNS Bank als retailbank het geval is en dat is op zich niet ongebruikelijk. Maar door de toevoeging van Bouwfonds Property Finance is de samenstelling van de totale bank natuurlijk wel veranderd, zodat de doelstelling van die efficiencyratio is bijgesteld naar een lager niveau, namelijk 55%, te bereiken aan het eind van 2009. Voor de verzekeraar was er een doelstelling van 13% en er is ook geen aanleiding om die te veranderen, dus die blijft gehandhaafd. De heer Latenstein van Voorst geeft aan dat een specifieke doelstelling is toegevoegd, omdat de Raad van Bestuur dat ook als geluid mee kreeg vanuit de markt in de vele gesprekken die zijn gevoerd. De heer Latenstein van Voorst geeft aan dat op basis daarvan de Raad van Bestuur eigenlijk gemeend heeft ook iets specifiek voor het schadebedrijf te moeten meenemen, een zogenaamde "combined ratio": een uiting van kosten ten opzichte van premieinkomen bij het schadebedrijf, die ultimo 2009 op 97% zou moeten uitkomen. De heer Latenstein van Voorst geeft aan dat dit dus de veranderingen in de doelstellingen zijn. Daarin zijn uiteraard ook de lastige marktomstandigheden meegenomen. De doelstellingen inzake solvabiliteit blijven onveranderd. Die zijn al sinds jaar en dag, dus ook vóór de notering, wat ze zijn. Voor zowel bank als verzekeraar zijn ze onveranderd en die sluiten ook keurig aan op de solide, de sterke solvabiliteitspositie van de groep en de bank en de verzekeraar. Met deze nieuwe doelstellingen geeft de Raad van Bestuur zijn ambities weer. De heer Latenstein van Voorst geeft aan dat hij over de vraag hoe de Raad van Bestuur dat gaat doen, hij graag het woord weer terug geeft aan Sjoerd van Keulen. De heer Van Keulen merkt op dat hij wil beginnen met twee sheets over de executie van de strategie, waarbij hij de aanwezigen nog even wil laten herinneren aan de manier waarop de Vennootschap zich gepositioneerd heeft toen de Vennootschap naar de beurs ging. Dat was aan de hand van zeven kenmerken, zeven karakteristieken van het bedrijf.
13 ________________________________________________________________________________________
De heer Van Keulen gaat over naar de volgende sheet, een sheet over de uitvoering van de strategie. De zeven kenmerken, karakteristieken, van de Vennootschap waren: focus, operationele efficiency, innovatie, distributie, gematigd risicoprofiel, reputatie op het gebied van overnames en integratie van overnames en ten slotte duurzame groei. De heer Van Keulen geeft aan dat hij aan de hand van deze zeven thema’s die strategie nog even wil neerzetten. SNS REAAL is een heel gefocust bedrijf en denkt dat ze eigenlijk maar één kans heeft in deze zeer competitieve markt; in een Nederlandse markt waarin de marges klein zijn, waar de klanten veeleisend zijn, waar transparantie hoger en hoger wordt, waar het ook gaat om brede schouders en om "economies of scale". De heer Van Keulen merkt op dat de Raad van Bestuur denkt dat de strategie die gekozen is de juiste is om een enorme focus in het bedrijf aan te brengen, een focus in de zin van; SNS REAAL heeft eigenlijk maar drie basisproducten: 1. hypotheken en financiering van vastgoed; 2. verzekeringen, zowel leven- als schadeverzekeringen; en 3. spaar- en beleggingsproducten. Eigenlijk is dat wat SNS REAAL doet. Natuurlijk heeft SNS REAAL aanpalende diensten, aanpalende bancaire diensten, maar dat is wat ze doet. Dat heeft in het verleden enorme scherpte gegeven. Het is natuurlijk ook een boodschap die makkelijk zowel intern als extern te communiceren is en het heeft ook eenvoud in het bedrijf en eenvoud in de besluitvorming gegeven. De heer Van Keulen geeft aan dat hij denkt dat SNS REAAL daarmee ook een heel ander bedrijf is, een heel andere financiële instelling dan de meeste van de concurrenten. De tweede focus is dat SNS REAAL eigenlijk voornamelijk in Nederland actief is, natuurlijk nu met een uitzondering door de overname van Property Finance. De derde focus is dat SNS REAAL zich eigenlijk op slechts twee klantengroepen concentreert: de gemiddelde Nederlandse consument en het MKB-bedrijf met de nadruk op de kleinere bedrijven in het MKB-segment. Die focus heeft de Vennootschap veel gegeven, met name een sterke operationele efficiëntie. De heer Van Keulen geeft aan dat hij daar straks nog even op terug komt.
14 ________________________________________________________________________________________
De heer Van Keulen stelt dat er nu een ontwikkeling in de strategie van SNS REAAL te zien is, namelijk om veel meer aandacht te geven aan het MKB. Daar zijn de marges goed en is de groei nog heel duidelijk en daar denkt SNS REAAL een plek te kunnen vinden, zowel als bancaire instelling als verzekeraar. Dat is niet echt een verbreding van de focus maar meer een verdere aanscherping en ook verschuiving van die focus naar het MKB. De heer Van Keulen geeft aan dat dat een heel belangrijk punt is voor SNS REAAL. De heer Van Keulen geeft aan dat op het gebied van operationele efficiëncy al heel veel bereikt is. Met name is bereikt dat door die simpele keuzes te maken en door een simpel bedrijf te creëren de systemen ook efficiënt zijn. Er zijn zeg maar vier gemeenschappelijke service centers, administratieve backoffices voor de bank en de verzekeraar. Dat betekent dat er eigenlijk virtueel één backoffice is en dat per proces, dus een hypotheekproces, een betalingsverkeerproces en een effectenbedrijfproces, maar één systeem is. Dat is vrij uniek in Nederland en dat betekent onder andere dat SNS REAAL daar niet alleen vandaag die efficiëncy heeft weten te vinden - daar is SNS REAAL eigenlijk al een jaar of twee mee bezig en dat begint nu resultaten op te leveren - maar ook dat SNS REAAL, omdat ze zich alleen maar hoeft te concentreren op bijvoorbeeld één hypotheeksysteem op één locatie in Nederland, nu langzamerhand die "straight through processing" zo in de hand krijgt, dat het resultaten gaat geven in verdere reductie van arbeid, verdere verhoging van efficiëncy en verdere verlaging van operationele risico’s. Het betekent ook dat SNS REAAL opnieuw weer interessanter is om met intermediairs te werken, omdat die ook moeten en willen werken onder hoge kostendruk met partijen die hun systemen op orde hebben. Dus "STP" is een belangrijk thema op het gebied van operationele efficiëncy. Innovatie; het is ontzettend moeilijk om die "claim for fame" altijd weer waar te maken. De heer Van Keulen geeft aan dat daar een speciale groep mensen voor is, die zowel voor de bank als voor de verzekeraar samenwerken en proberen trends in de Nederlandse markt en vragen van klanten te vertalen in relevante producten. Dat is lang niet altijd makkelijk, zeker niet alleen in termen van creativiteit. De heer Van Keulen merkt op dat hij gelooft dat er in bedrijven, zeker in een bedrijf als SNS REAAL, heel veel creativiteit zit, maar het gaat er natuurlijk om om die te kanaliseren en te gebruiken, maar het gaat er ook om hoe je het vertaalt in echt relevante producten. SNS REAAL lanceert soms producten en test die uit met klantenpanels, in een bepaald deel van Nederland of onder een bepaald label dat de groep in huis heeft. Als het succes heeft, wordt geprobeerd het verder door te trekken naar de andere merken toe. Het afgelopen jaar is in mei de budgethypotheek gelanceerd. Dat is succes gaan krijgen na de vakantieperiode en die budgethypotheek is nu uitgeroepen tot Europees hypotheekproduct van het jaar. De heer Van Keulen geeft aan dat hij niet weet wat dat zegt, maar dat het wel betekent dat SNS REAAL er opnieuw in geslaagd is om een innovatie naar de markt te brengen. Natuurlijk is het een innovatie die je niet moet vergelijken met een Cape Canaveral-achtige innovatie. Sommige van deze producten zijn door de concurrentie ook gemakkelijk te kopiëren, andere een stuk moeilijker, maar het geeft SNS REAAL wel de reputatie van een vernieuwer en de reputatie van een nieuw bedrijf dat voortdurend probeert bij te zijn in deze markt. De budgethypotheek is verantwoordelijk geweest voor 70% van de nieuwe productie in het tweede halfjaar. Het is verantwoordelijk geweest voor een verbeterde marge en is verantwoordelijk geweest voor een verhoging van onze reputatie op dat gebied. Een tweede voorbeeld is Life@dvies, zowel voor hypotheken als voor beleggingen, waar klanten online met hun accountmanager of met hun adviseur kunnen communiceren. Opnieuw een relevant product. De heer Van Keulen geeft aan dat met name aan jonge mensen gedacht moet worden die beiden werken, die geen tijd hebben om naar kantoren te komen of zelfs naar intermediairs toe te komen. Deze mensen kunnen met hun eigen documenten op hun eigen moment op hun eigen plek communiceren met klanten. Ook daar is een groeiende belangstelling voor een dergelijk product. REAAL
15 ________________________________________________________________________________________
Verzekeringen heeft tal van nieuwe producten gelanceerd die misschien niet zo direct te zien zijn, maar die met name voor het intermediair zeer belangrijk zijn. De heer Van Keulen merkt op dat bekend is dat het intermediair voor SNS REAAL het belangrijkste distributiekanaal is, zeker voor de verzekeraar. Er wordt daar gewerkt aan producten als Mijn REAAL, wat een web-based infrastructuur is op het gebied van informatievoorziening en er wordt daar gewerkt met een intermediair online. Overigens is er ook een REAAL College; alles om met name die intermediair te ondersteunen. Dat is dus een aantal van de vernieuwingen. Fundcoach was niet zozeer een vernieuwing dit jaar maar ook daar zijn nieuwe producten gekomen. Niet alleen nieuwe fondsen en nieuwe snoepjes van de week, maar ook een vermogensbeheerproduct, het combineren van een hypotheek met dergelijke fondsen. Dat zijn allemaal voorbeelden van innovaties die de reputatie van SNS REAAL versterken en de kansen in de markt verbeteren. Op het gebied van distributie heeft SNS REAAL nieuwe kantoren in de Randstad geopend, onder andere in Alphen a/d Rijn, Leiden, Amsterdam en Zeist. De heer Van Keulen merkt op dat hij overigens kan zeggen dat de meeste van de kantoren die de afgelopen 2 à 2,5 jaar zijn geopend in de Randstad allemaal stuk voor stuk rendabel zijn. Dat heeft te maken met de lage kostenfactor, met de manier waarop dit soort kantoren, die je eigenlijk meer "shops" zou moeten noemen, gerund worden. Dat zijn dus niet meer de gebruikelijke kantoren met een directeur, een receptioniste en een secretaresse. Dit zijn echte "shops", echte "retailshops". De heer Van Keulen geeft aan dat dat ook een belangrijk punt voor SNS REAAL is, al zijn de shops in de filosofie van SNS REAAL steeds meer het gezicht van, in dit geval, SNS Bank in de markt dan dat ze daadwerkelijk ongelooflijk belangrijk zijn voor de verkoop. Ze zijn wel belangrijk als referentie, ze zijn ook belangrijk voor bepaalde adviesproducten. De meeste van de klanten - de Nederlandse klant in het algemeen - gebruiken echter natuurlijk het internet in toenemende mate. Internet is niet alleen maar een informatiekanaal, maar is ook een transactiekanaal geworden. Het kantoor is dus wel belangrijk, maar meer vanuit branding, vanuit merkenbeleid, dan dat SNS REAAL het daadwerkelijk alleen maar ziet als het enige distributiekanaal. Intermediairs zijn ontzettend belangrijk als distributiekanaal. Daarbij wordt gewerkt met verschillende typen intermediairs, inkoopcombinaties, grotere, kleinere en meer gespecialiseerdere intermediairs. SNS REAAL doet zelf aan "white labelling", waarbij producten geleverd worden aan partijen die dan de producten van SNS REAAL onder hun eigen naam distribueren. De heer Van Keulen merkt op dat distributie in het algemeen ook weer een nieuw thema is in de strategie van SNS REAAL. De Raad van Bestuur gelooft meer en meer dat "the name of the game" voor de toekomst distributie is. SNS REAAL moet meer een distributiespecialist worden, nog meer dan dat ze vandaag is, ze moet dat nog meer in de vingers krijgen. De heer Van Keulen geeft aan dat hij denkt dat SNS REAAL daar heel veel kan leren, onder andere ook van andere retailers dan financiële retailers. SNS REAAL heeft natuurlijk een samenwerking gehad met Kruidvat. Dat is niet zo goed verlopen, maar je moet natuurlijk ook leren hoe dat werkt. Er is nu een nieuwe samenwerking met de HEMA. De heer Van Keulen geeft aan dat hij daar heel veel van verwacht, om zo ook heel veel nieuwe productie, nieuwe contacten en nieuwe klanten te werven via die distributiekanalen. Verder is distributie belangrijk omdat in toenemende mate te zien is dat het ook goed is om producten van andere partijen te verkopen. SNS Fundcoach is een heel belangrijk voorbeeld, en daar worden uitsluitend de fondsen van Robeco tot en met Fortis verkocht, maar ook van Piet de Klerk tot de meest competente maar zeer succesvolle Scandinavische vermogensbeheerders. De heer Van Keulen merkt op dat het een heel interessant product is en dat hij er echt van overtuigd is dat dat een belangrijke groeifactor voor de toekomst zal opleveren. In het verkopen van producten van anderen gaat SNS
16 ________________________________________________________________________________________
REAAL met name meer ervaring krijgen doordat ze Regio Bank heeft overgenomen. Zelf heeft SNS REAAL het merk en het bedrijf CVB Bank. Regio Bank is daar een exacte kopie van. Wat doen die beide banken? Zij bedienen met een bancaire service intermediairs, oftewel intermediairs hebben een vorm van een franchise-afspraak met de CVB Bank respectievelijk met de Regio Bank, zodat zij ook bancaire diensten, met name betaaldiensten en een enkel spaarproduct, kunnen verkopen aan hun klanten. Wat nu gedaan wordt met de overname, althans de aanstaande overname van Regio Bank, is het volgende. Ten eerste: de enige concurrent in die markt wordt overgenomen en dat is heel belangrijk. Ten tweede: doordat beide bedrijven zulke kopieën van elkaar zijn, zal het zeer goed te doen zijn om de operationele en de kostensynergieën uit te persen uit het samengaan van die twee eenheden. Ten derde: de nieuwe eenheid zal en dat is trouwens al gedaan, gerebrand worden met een nieuw merk: SNS Regio Bank. Het gevolg daarvan is dat SNS REAAL naast de dikke 400 intermediairs die vandaag bediend worden, een volgende 400 partijen zal bedienen. Die samen, die 700 à 800 intermediairs - want daar zal waarschijnlijk nog wel een bepaalde selectie in gemaakt worden - krijgen dus allemaal boven hun winkel: SNS Regio Bank. Als zij willen, kunnen ze ook een geldmachine krijgen. Als zij willen, kunnen ze alle betaalproducten, spaarproducten, internetproposities, verzekeringsproducten en hypotheekproducten van SNS REAAL verkopen. Natuurlijk zullen ze dat niet allemaal doen en ook niet moeten doen, want ze zijn een onafhankelijke intermediair. Maar omdat SNS REAAL nu een sterk merk aan te bieden heeft, omdat gezegd kan worden "u zult mede profiteren van de productcampagnes die zij voert als bank en als verzekeraar" heeft SNS REAAL de hoop respectievelijk het plan om met name deze franchiseformule in een veel hardere franchise door te vertalen, waardoor SNS REAAL hoopt meer producten via dit intermediair te verkopen. Een belangrijk punt hierbij is natuurlijk dat de kosten flexibel blijven, want het zijn de kosten van het intermediair, van de zelfstandige onderneming. Je zou kunnen zeggen dat SNS REAAL een compleet nieuw netwerk heeft; tegen de 170 eigen kantoren en shops plakt SNS REAAL nu 700 à 800 nieuwe, je zou kunnen zeggen: "semi-kantoren". Dat is als het gaat om de merkbeleving, merkbekendheid en straks om de distributie-ervaringen een heel belangrijk gegeven. Als je kijkt naar die 55 miljoen waar het hier om gaat, dan staan die eigenlijk niet in verhouding tot de strategische relevantie die te zien is bij deze overname.
17 ________________________________________________________________________________________
De heer Van Keulen gaat over naar de vervolgsheet over de uitvoering van de strategie. De heer Van Keulen geeft aan dat hij over gaat naar de tweede sheet met de laatste drie kenmerken van de strategie van SNS REAAL. Allereerst een gematigd risicoprofiel. De heer Van Keulen merkt op dat hij dat durft te zeggen, gezien het risicobeheer en de kwaliteit van het risicobeheer, gezien de mate van operationele greep en control die er is over dit nogmaals relatief simpele bedrijf. Als gekeken wordt naar de producten van SNS REAAL, dan worden verkocht particuliere hypotheken en ook bedrijfshypotheken die in toenemende mate een belangrijk en sterk wapen zijn in de strijd om met name het MKB-segment en ook vastgoedfinanciering. Dat heeft relatief lage risicoprofielen. Hetzelfde geldt voor verzekeraars en verzekeringsproducten. Je kunt dus zeggen dat SNS REAAL een gematigd risicoprofiel heeft. Als gekeken wordt naar de beleggingsportefeuille die SNS REAAL heeft, dan bestaat deze uit een beperkt deel van aandelen. Kijkend naar het ALM-beleid, dan is SNS REAAL een hele conservatieve partij. Dat is ook altijd tegen die markt en tegen de beleggers gezegd: "Verwacht van ons geen spectaculaire resultaten en groei, je mag van ons, zijnde een zeer stabiel gevestigd bedrijf, zijnde met name een retailbedrijf, een MKB-bedrijf, een gestage groei verwachten". De Engelsen zouden zeggen "nice and easy", een gematigd risicoprofiel, een behoorlijk dividend, een sterke efficiency. De heer Van Keulen geeft aan dat dat de sterke wapens zijn en dat je in zijn ogen ook zo naar het aandeel moet kijken van de Vennootschap; bijna een defensief aandeel dat wel een goed rendement zal afleveren, dat wel de resultaten zal leveren waar ze voor staan. Dat hebben we de afgelopen 10 jaar kunnen zien en de Vennootschap denkt dat ze dat nog steeds kan doen. En nogmaals: een gematigd risicoprofiel. De heer Van Keulen geeft aan dat SNS REAAL een reputatie heeft op het gebied van acquisities. Voor de beursgang zijn drie overnames gedaan, waaronder twee verzekeraars. Zürich is overgenomen en Nieuwe Hollandse Lloyd. Daarnaast is een portefeuille, een levenportefeuille van Univé, overgenomen. Al deze drie overnames zijn als een militaire operatie verlopen met behoud van klanten, met behoud van het intermediair waarlangs gedistribueerd wordt, met behoud van in principe de commerciële "upsight" die er in zo’n portefeuille zit, terwijl de kosten gereduceerd worden met 50%. Dat heeft SNS REAAL gemiddeld gedaan in een periode minder dan twee jaar. Daar is SNS REAAL dus goed in en dit heeft alles te maken met de operationele efficiency, de operationele infrastructuur van het bedrijf. Als
18 ________________________________________________________________________________________
gekeken wordt naar de toekomst - en de heer Van Keulen geeft aan dat hij dat straks zal doen - is dat met name ook een heel belangrijk gegeven, omdat SNS REAAL in staat is om overnames snel te doen. Ten slotte duurzame groei. De heer Van Keulen geeft aan dat hij de terreinen zal noemen waarop hij denkt dat duurzame groei voor SNS REAAL mogelijk is. Dat wil SNS REAAL met name doen, omdat te zien is dat de groei in de hypotheekmarkt, ook wat de markt zelf betreft, gematigd is. Datzelfde geldt voor een deel ook voor levensverzekeringen. Als we zien dat de groei van de markt zelf beperkt is, de concurrentie groot is, de marges klein zijn en de kosten hoog, dan zijn dit wel de twee producten en de twee markten waar als een soort kurk op gedreven wordt. Maar dan is dus de vraag waar die nieuwe groei vandaan komt, bovenop die kurk. De heer Van Keulen geeft aan dat hij dan denkt aan de spaarproducten, de spaarmarkt die nog steeds groeit en waar SNS REAAL een heel goede franchise heeft opgebouwd, met name ook overigens dankzij ASN Bank, aan de beleggingen, beleggingsproducten - Fundcoach is hierbij het meest aansprekende voorbeeld, maar SNS REAAL heeft tal van activiteiten op dit gebied die stuk voor stuk succesvol zijn - en aan het midden- en kleinbedrijf, zowel voor de bank als voor de verzekeraar. De heer Van Keulen merkt op dat hij al zei dat de bank bezig is met een draai, want de bank concentreert zich nu volledig op bedrijfshypotheken. Als een bedrijf een bedrijfshypotheek neemt - dat is een "colateralised lend", oftewel lenen op basis van onderpand - dan is SNS REAAL bereid ook nog wat aan voorraadfinanciering te doen, ook nog wat aan andere vormen van financiering te doen. Maar dat is de insteek van SNS REAAL en ook dat verbetert weer het risicoprofiel. Dat is een nieuwe insteek op basis van de retail operationele infrastructuur, omdat te zien is dat het MKB behoefte heeft aan goede service die altijd 100% en 24 uur per dag werkt. Het MKB is ook voor de verzekeraar belangrijk. In toenemende mate wil SNS REAAL daar scoren en met name ook met twee belangrijke producten: een arbeidsongeschiktheidsproduct en een pensioenproduct. SNS REAAL mikt daar op bedrijven met een aantal medewerkers van tussen de 20 en 200. Relatief wat kleinere bedrijven hebben een grote behoefte en de heer Van Keulen geeft aan dat hij denkt dat SNS REAAL daar een belangrijke markt zou kunnen hebben. Property Finance vertegenwoordigt zeker een groeimarkt, zowel in het binnenland als in het buitenland. SNS REAAL is ook heel blij met dat buitenland, want te zien is dat de heren van Property Finance dat op een verschrikkelijk gedisciplineerde en professionele manier doen. De heer Van Keulen geeft aan dat hij zich heel comfortabel voelt bij de manier waarop men kijkt naar een business en bouwt aan een business. Het is ook niet meer een "fremdkörper", het is echt een groep van mensen die deelnemen aan onze besprekingen en ook in toenemende mate andere culturen leren kennen. Dit zijn de nieuwe thema’s zou je kunnen zeggen. De nieuwe kernen van groei: sparen, beleggen, MKB, Property Finance, pensioenen en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. Daarnaast nog het thema distributie waar al op in is gegaan en het thema vlakke kosten: hoe kunnen we onze kosten verder vlak houden? De heer Van Keulen geeft aan dat hij denkt met name door die STP-producten. Dat zijn voor SNS REAAL dé wapens in de strijd. De heer Van Keulen merkt op dat hij zou willen eindigen met het laatste wapen in de strijd, de medewerkers van SNS REAAL. Er zijn er een dikke 6.000, 6.200 om precies te zijn. SNS REAAL doet vooral heel veel aan training en opleiding, maar ook heel veel aan cultuurprogramma’s. Bij training en opleiding zijn er functiegerichte opleidingen, doelopleidingen, brancheopleidingen, die voor een belangrijk deel ook verplicht zijn. Daarnaast zijn er tal van ontwikkelingsprogramma’s, zowel voor lager management als middelmanagement als topmanagement. Er zijn allerlei vormen waarin talenten worden getraind en binnen gehaald. In korte tijd heeft SNS REAAL een doelgroep van zo’n 300 man
19 ________________________________________________________________________________________
geïnventariseerd die ze verder door dat bedrijf heen haalt om zich verder in de breedte in de diepte te ontwikkelen. Er zijn stagiaires. Er zijn leiderschapsthema’s. SNS REAAL doet dus ontzettend veel aan opleidingen. De heer Van Keulen geeft aan dat hij denkt dat dat voor SNS REAAL een sleutel is. Elk bedrijf zegt dat natuurlijk, maar het is niet alleen een hele harde waarheid, het is voor SNS REAAL zo belangrijk omdat zij meent dat de medewerkers niet alleen in de kantoren, maar ook op andere plekken de cultuurdragers van de groep zijn. Zij moeten het doen, zij moeten de thema’s die uitgezet worden, zij moeten de cultuur die uitgezet wordt, ook daadwerkelijk waarmaken. De heer Van Keulen geeft aan dat hij van mening is dat de medewerkers dat over het algemeen op een voortreffelijke manier doen. De heer Van Keulen sluit af met te zeggen dat dat zijn samenvatting van de stand van zaken was met betrekking tot uitvoering van de strategie van SNS REAAL. De voorzitter dankt de heer Van Keulen voor zijn bijdrage. Hij merkt op dat gezien de lengte van de spreektijd van de heer Van Keulen en de heer Latenstein van Voorst het hem de moed ontzinkt om anderen beperkingen op te leggen. Hij vraagt wie van de aanwezigen hij het woord mag geven, waarbij hij opmerkt dat de naam en woonplaats genoemd dient te worden. De heer De Groot (Wierden) merkt op dat hij vindt dat de ontwikkeling van de rentemarge in 2006, en naar hij heeft begrepen ook in het eerste kwartaal van 2007, wat luchtig behandeld is. Enige cijfers: de marge in euro’s is met 40 miljoen gezakt, van 595 naar 551 miljoen. Dat is 7%. Uit de balans blijkt dat de vorderingen op debiteuren in private banking met 22% zijn gestegen. Als je dat middelt, is dat een gemiddelde toename van 11%. Rekenkundig constateert de heer De Groot dat dan tussen de 15 en 20% op de marge is ingeboet. Hij geeft aan dat hij dat nogal wat vindt en dat het toch één van de kurken is waarop SNS REAAL drijft. De heer De Groot geeft aan dat zijn vraag eigenlijk is waar dit gaat eindigen. Gezegd is dat de Royal Bank of Scotland en de Argenta's van deze wereld niet zó’n invloed hebben, maar die hebben toch maar even in korte tijd een geweldig marktaandeel veroverd. Gezegd is dat de marge gelijk is gebleven en gesproken wordt over een herstel. De heer De Groot geeft aan dat de onderliggende stroom toch eigenlijk niet serieus genoeg is behandeld. Vervolgens geeft de heer De Groot aan dat hij een vraag heeft over de financiering aan het MKB. Hij vraagt of hij goed begrijpt dat SNS REAAL een MKB-er die huurt en daar een onderneming voert, niet financiert. De derde opmerking die de heer De Groot maakt is dat hij in de presentatie niets van de verzekeringen, de tweede kurk, gehoord heeft. Daar is natuurlijk nogal wat rumoer over ontstaan. De hele verzekeringsmarkt is in een heleboel publicaties afgeschilderd als niet transparant, weinig betrouwbaar, zakkenvullerij-achtig! Het is nogal wat, er gaat nogal wat overheen en hij vraagt aan de heer Van Keulen of hij denkt dat dat tij te keren is in het algemeen. Want SNS REAAL is één van de spelers. De heer De Groot merkt op dat hij nogal eens om zich heen merkt dat in het algemeen mensen zeggen dat je van een levensverzekering toch voorlopig maar even af moet blijven, want daar word je alleen maar mee getild. De heer De Groot merkt op dat hij niet zegt dat het zijn waardeoordeel is, maar dat het wel een waardeoordeel is dat je regelmatig uit de krantenkoppen kunt halen en ook in alle TV-media. De heer De Groot sluit af door te zeggen dat dat zijn drie opmerkingen waren. De heer Van Keulen merkt op dat hij de vraag over de rentemarge graag doorgeeft aan de heer Latenstein van Voorst. De heer Latenstein van Voorst antwoordt dat het zeker niet de bedoeling was om luchtig over de rentemarge heen te lopen. Het is natuurlijk een wezenlijk onderdeel van de totale baten van de bank, een groot onderdeel. De rentemarge staat inderdaad onder druk. De druk op de hypotheekmarkt is net
20 ________________________________________________________________________________________
toch wel een aantal keren genoemd. Die druk is aanhoudend, die blijft. Het is een markt waarbij er sprake is van heel veel competitie, overaanbod, druk op marges en dat zal zo blijven. Maar het is niet het enige product, er zijn nog andere producten. De heer Latenstein van Voorst geeft aan dat het spaarbedrijf een aantal keren genoemd is en dat het spaarbedrijf het toch voortreffelijk heeft gedaan, ook qua margeontwikkeling. Daar zit dus een compenserende factor in. Hetzelfde geldt voor dat MKBbedrijf dat qua marge op zich stabiel is, maar dat op zich betere marges maakte dan op de particuliere hypotheekmarkt. Voor Property Finance is het ook nog zo dat de marges aanzienlijk hoger zijn. De heer Latenstein van Voorst merkt op dat het voor de vergelijking met de balans misschien wel goed is om er even bij te zeggen dat de resultaten, de rentemarge en de rente-inkomsten van Property Finance er maar voor één maand in zitten - zoals al is gezegd - maar dat Property Finance natuurlijk wel volledig in de balans mee geconsolideerd is. De heer De Groot merkt op dat hij alleen maar de cijfers geciteerd heeft van het hoofd SNS Bank Private, maar dat hij er cijfermatig gezien bij blijft dat er in private banking 7% in euro’s achteruitgang is. De heer Latenstein van Voorst bevestigt dat de rentemarge achteruit is gegaan. De heer De Groot merkt op dat er nog een beetje bijgekomen is in totaal door die ene maand. De heer Latenstein van Voorst merkt op dat de heer De Groot even een vergelijking met de balans maakt. De heer De Groot antwoordt dat het inderdaad de balans van de private banking betreft en dat hij de balansgegevens van Bouwfonds niet had meegerekend en dat hij het uit de balans op pagina 140 had gehaald. De heer Latenstein van Voorst antwoordt dat dat juist is, maar dat als je kijkt naar sec SNS Bank, de hypothecaire toename zo’n 5,6% is geweest. Dus sec hypotheken, uitsluitend de hypotheken, zijn met ongeveer 5,6% toegenomen, terwijl de marge, als je Bouwfonds, SNS Property Finance, eruit haalt, inderdaad met 7% gedaald is. De heer De Groot vraagt wat de overige toename dan geweest is. De voorzitter merkt op dat de vraag van de heer De Groot was waar dit eindigt. De heer De Groot bevestigt dit en vraagt hoe de ontwikkeling geweest is in het eerste kwartaal en of die slechter is geweest dan in het vierde kwartaal van 2006. De heer Latenstein van Voorst antwoordt dat als je teruggaat naar vorig jaar en je splitst de rentemarge op in het eerste halfjaar en het tweede halfjaar, dat je dan ziet dat de rentemarge in het eerste halfjaar ten opzichte van 2005 gedaald is en dat de rentemarge zich in het tweede halfjaar stabiliseert. Verder is te zien dat die stabilisering zich in het eerste kwartaal, zoals afgelopen maandag ook is aangegeven, handhaaft. Met andere woorden: de rentemarge "as such" stabiliseert zich op dit moment op het niveau van het tweede halfjaar van 2006. De heer Van Keulen merkt op dat hij nog één toevoeging heeft, namelijk dat hij hoopt, verwacht en dat signalen te zien zijn van wat hij zou willen noemen rationeel gedrag in de markt. Het is niet alleen SNS REAAL die daar natuurlijk enorm veel last van heeft. Alle partijen snijden in hun eigen vlees. De heer Van Keulen merkt op dat hij hiermee niet wil suggereren dat de concurrentie minder zal worden of de
21 ________________________________________________________________________________________
druk op de marge zal verdwijnen, maar dat een zekere - en dit dient voorzichtig gezegd te worden stabilisering hiervan te zien is. Voor hetzelfde geld begint er bij wijze van spreken volgende week weer een complete oorlog. Maar de rationalisatie zit er wel in en dat is ook precies de reden waarom SNS REAAL zegt dat ze zo hard op weg is om juist een aantal aanpalende gebieden, zoals het MKB en Property Finance, verder te stimuleren om minder afhankelijk te zijn van die marge die overigens, als de rentecurve zou wijzigen, natuurlijk weer ineens een heel ander gezicht laat zien. De heer De Groot merkt op dat nu die grutter in het huurpand aan de orde dient te komen. De heer Van Keulen antwoordt dat het wellicht het beste is om dat aan de heer Hinssen over te laten. De heer Hinssen antwoordt dat als je kijkt naar het zakelijk bedrijf, er eigenlijk twee proposities zijn. Dat is SPF voor wat grotere bedrijven, vastgoedondernemingen, en dat SNS REAAL zich wat het MKB betreft inderdaad meer focust op de vastgoedfinancieringen en daar als het ware een stukje specialisatie in aanbrengt. Als je keuzes maakt en focust, dan betekent het dat je bepaalde groepen inderdaad niet bedient. Als je het hebt over de pure cashflow financieringen, zonder dat daar een stuk hypothecaire zekerheid onder ligt, dan heeft SNS REAAL daarvan gezegd dat ze dat niet doet. Je zou dan kennis moeten hebben van een heel breed spectrum van branches. Dat lukt gewoon niet, dus heeft de Raad van Bestuur gezegd dat SNS REAAL verstand heeft van vastgoed. SPF brengt ook een heleboel kennis mee op vastgoedgebied, en ook de retailfinancieringen zitten met name in het vastgoed. Dat is kennis die SNS REAAL heeft, welke kennis nog verder uitgebouwd gaat worden. SNS REAAL wil zich dus inderdaad wat gaan specialiseren in de vastgoedfinancieringen, hypothecaire leningen voor bedrijfsmatig onroerend goed van MKB-ers. De heer Hinssen sluit af met de bevestiging dat dat inderdaad juist is. De voorzitter merkt op dat de derde vraag nog beantwoord moet worden. De heer Van den Bos merkt op dat de laatste opmerking van de heer De Groot was dat er wel erg veel herrie was in de verzekeringsmarkt en dat dat wellicht een slecht sentiment geeft in die markt. De heer Van den Bos bevestigt dat er inderdaad veel herrie is en dat we dat allemaal ook met enige regelmaat kunnen lezen. Dat zal ook nog wel een tijdje aanhouden, daar gaat hij in ieder geval van uit. Er zijn ook partijen bij die er belang bij hebben om die herrie in de lucht te houden. De heer Van den Bos merkt op dat beseft moet worden dat het met name gaat over beleggingsverzekeringen en dat dit maar een deel, zelfs maar een klein deel is van alle verzekeringsproducten. Het heeft daar dus wel consequenties voor, maar de heer Van den Bos geeft aan dat ook hij niet weet hoe dat er uiteindelijk over een jaar uit zal zien. Het is in ieder geval niet zo dat daarmee de hele verzekeringsmarkt en alle producten worden geraakt. De heer Van den Bos merkt op dat hij van de meeste klanten ook niets hoort of hij hoort tevreden geluiden, maar helemaal geen klachten. Hij gaat ervan uit dat dat sentiment nog wel een tijdje wat negatief zal zijn, en dat dat de groei van de markt natuurlijk wat zal remmen, maar dat dat niet naar de hele verzekeringsmarkt vertaald moet worden. De voorzitter geeft het woord aan de volgende vragensteller. De heer Rienks (Nieuwerkerk a/d IJssel) merkt op dat het eerste punt waar hij het graag over wil hebben de grootaandeelhouder van de onderneming is. Toen de onderneming nog niet op de beurs was, was het natuurlijk prettig geregeld en nu er dus wel andere aandeelhouders zijn, na de beursgang, begint het er toch wezenlijk anders uit te zien. De heer Rienks merkt op dat als je één grootaandeelhouder hebt en het bestuur daarvan bestaat uit de eigen commissarissen, dat dat mooi is. Het is nu een andere situatie geworden. De heer Rienks geeft aan dat hij dit belangrijk vindt, aangezien deze grootaandeelhouder vorig jaar bijna € 1 miljard ontvangen heeft en dat hij nieuwsgierig is naar wat
22 ________________________________________________________________________________________
daar nou uiteindelijk mee gaat gebeuren. Of dat nog een keer terug naar de onderneming komt, bijvoorbeeld als de Vennootschap een grote overname gaat doen. Of dat het misschien wel naar SNS REAAL Fonds gaat om goede doelen mee te steunen. Of dat ze er misschien heel andere dingen mee doet, bijvoorbeeld andere bedrijven mee gaat kopen. Hij geeft aan dat hij het niet weet, maar dat bijna € 1 miljard is toch heel veel geld is. De voorzitter antwoordt dat de relatie tussen aandeelhouder en aandeelhouder hier niet wordt besproken, want dan zou met hetzelfde recht gevraagd kunnen worden waar de heer Rienks het geld vandaan haalt waarvoor hij die aandelen gekocht heeft in de Vennootschap en waar hij het geld laat. De voorzitter merkt op dat de heer Rienks ook de bedragen gezien heeft waarom het gaat. De enige bepaling die destijds is afgesproken is dat bij een eventuele volgende emissie het geld wat verkregen is uit de opbrengst van de meegeplaatste aandelen beschikbaar wordt gehouden voor het welslagen van een nieuwe emissie. En voor de rest geen verplichtingen. De voorzitter sluit af door te stellen dat wat die mensen met het geld doen, de heer Rienks op een andere manier zou moeten vragen, maar dat dat hier niet aan de orde is. De heer Rienks antwoord dat dat jammer is. De voorzitter antwoordt dat hij ook graag een heleboel zou weten, maar hij de heer Rienks simpelweg ook niet vraagt wat in zijn portemonnee zit. De heer Rienks vraagt of hij dan misschien mag denken aan de Vereniging Aegon als voorbeeld voor deze stichting. De voorzitter antwoordt dat hij dat bij voorkeur niet moet doen. De heer Rienks antwoordt dat dat tenminste nog een precedent is op dit gebied in Nederland. De voorzitter antwoordt dat hij daar veel van geleerd heeft en vraagt de heer Rienks om terzake te komen. De heer Rienks antwoordt dat hij hier dus niet over door hoeft te gaan en dat zijn volgende punt het acquisitiebeleid is. Aangegeven is dat dat belangrijk is en dat de Vennootschap op die manier denkt te gaan groeien, dat dat weliswaar niet helemaal voorspelbaar is hoe snel en hoe vlug dat gaat, maar toch. De heer Rienks merkt op dat de Vennootschap de afgelopen tijd een paar mooie acquisities heeft kunnen doen, maar ook een paar waarvan hij zich afvraagt of deze wel zo leuk zijn. De heer Rienks geeft aan dat wat dit betreft hij eerst nog naar twee acquisities wil kijken die al gedaan zijn. De eerste is de Regio Bank. De heer Rienks vraagt waarom die bank eigenlijk te koop was. Hij vraagt zich af hoe het komt dat ING de Regio Bank zomaar wegdoet als dat toch een mooie onderneming is. Hij geeft aan dat hij het vermoeden begint te krijgen dat er misschien wel erg veel voor betaald wordt en dat dit de reden is waarom Regio Bank te koop is. Vervolgens vraagt de heer Rienks waarom SNS REAAL Route Mobiel wil hebben en hij geeft aan dat naar zijn idee SNS REAAL daarmee buiten haar eigen branche gaat. De heer Rienks stelt dat in de kleine lettertjes is aangegeven dat SNS REAAL op die manier hoopt meer autoverzekeringen te verkopen, maar hij vraagt zich af of autoverzekeringen verkopen wel iets is om nou zo blij mee te zijn en of je daar nog eens extra hard in groeit de komende tijd. De heer Rienks stelt dat hij denkt dat SNS REAAL dat beter niet had kunnen kopen en dat veel te veel voor die andere helft van Route Mobiel is betaald.
23 ________________________________________________________________________________________
De heer Rienks vraagt vervolgens wat de Vennootschap nog verder gaat kopen in de komende jaren. Hij geeft aan dat hij het idee heeft dat op het gebied van hypotheken en banken de markt in Nederland toch wel erg leeg is. Hij ziet eigenlijk helemaal geen kandidaten die aantrekkelijk zijn om ze over te nemen of die te koop zouden kunnen zijn. De Rabobank bijvoorbeeld, die kan SNS REAAL helemaal niet kopen. De heer Rienks merkt op dat het bij de verzekeringen misschien nog iets makkelijker is, maar dat hij toch bang is dat de mooiste acquisities net gedaan zijn en dat het die volgende jaren tot 2010 wel eens tegen kan gaan vallen. Hij vraagt hoe het komt dat de Raad van Bestuur toch zo optimistisch is, waar zij dan die kandidaten nog ziet, of dat toch over de grenzen heen gegaan zal worden. In het buitenland, of grote bedrijven of zo, of toch midden- en kleinbedrijf die geen pand hebben of die tot nu toe het niet wilden doen, dus dat SNS REAAL toch over de grenzen heen moet om te kunnen acquireren. De voorzitter merkt op dat het duidelijk is en dat de vragen beantwoord zullen worden. De Regio Bank: als er twee ruilen moet er één huilen. De heer Van Keulen antwoordt dat hij natuurlijk nooit helemaal voor ING kan spreken, maar dat hij denkt dat je in het algemeen toch kunt zeggen dat Regio Bank voor ING een vrij kleine en niet belangrijke activiteit is. Als je natuurlijk kijkt naar de totale portefeuille van ING en je ook met name ziet hoe ze in de afgelopen jaren hebben geprobeerd om ook focus in hun portefeuille te krijgen, is dit de belangrijkste reden: niet groot genoeg, niet echt passend in hun strategie. De heer Van Keulen merkt op dat er overigens een aantal functionarissen van ING waren die het niet zo’n goed idee vonden en dat deze overname dus niet helemaal onbediscussiëerd was. De heer Van Keulen merkt op dat SNS REAAL hiermee een hypotheekportefeuille van een dikke 2,8 miljard krijgt, volledig gefund met een spaardepositoportefeuille van 2,7 miljard, dus in die zin is het een hele mooie portefeuille. De heer Van Keulen geeft aan dat hij voor de rest heeft gepoogd aan te geven wat de strategische relevantie is in de distributiestrategie en dat de Raad van Bestuur denkt dat SNS REAAL daar meer van zal profiteren. Route Mobiel is een activiteit die met twee jonge ondernemers is gestart. De heer Van Keulen geeft aan dat SNS REAAL het een aardig idee vond om daaraan mee te doen. Die twee ondernemers hebben besloten hun heil elders te zoeken. SNS REAAL heeft het resterende percentage aandelen gekocht. De heer Van Keulen geeft aan dat het in zijn ogen in de strategie van SNS REAAL past, maar dat Cor daar misschien nog wel iets verder over wil zeggen. De heer Van Keulen merkt op dat het in de strategie van SNS REAAL past, omdat het inderdaad toch een aardige groei heeft doorgemaakt en toch ook een flink aantal klanten heeft opgeleverd, omdat het ook wel een beetje past in een beetje een Pietje Bell-strategie. De heer Van Keulen geeft aan dat hij dat wellicht niet goed gezegd heeft. Dat wil zeggen: SNS REAAL is klein genoeg om dit soort gedurfde acties te doen. Er is tot nu toe eigenlijk van geprofiteerd. Hoe het bedrijf zich verder ontwikkelt, dat is echt voor de toekomst. SNS REAAL is ook nog wel met een paar plannen bezig, maar de heer Van Keulen geeft aan dat hij denkt dat dit niet een branchevreemd product is, maar dat je wel zou kunnen zeggen dat het enigszins gedurfd is. De heer Van den Bos vraagt of hij daar nog iets aan toe mag voegen. Hij merkt op dat de heer Rienks zei dat het branchevreemd is, maar zo’n pechhulpdienst is gewoon een verzekering, een verzekering tegen pech. Het is dus gewoon een schadeverzekeringsproduct. Dat dit bij de ANWB iets anders behandeld wordt, daar kun je zelfs nog wel vraagtekens bij zetten als je alle wetteksten erop nakijkt,
24 ________________________________________________________________________________________
maar het is gewoon een schadeverzekeringsproduct net zoals je je kan verzekeren tegen schade door overstroming of lekkage. De heer Van den Bos geeft aan dat het dus helemaal niet zo ver weg is, en als zodanig komen die premies ook voor een groot deel als verzekeringspremie in de schadebedrijven van SNS REAAL in de boeken. Het is dus niet iets wat heel ver weg staat. En, zoals gezegd, vindt de Raad van Bestuur het een interessant initiatief en de heer Van den Bos merkt op dat hij ook vindt dat het nog heel grote groeiperspectieven heeft. De heer Van Keulen merkt op dat daar nog een belangrijk punt bij komt. Het is natuurlijk ook een heel sterk merk. De Raad van Bestuur denkt dat SNS REAAL met het merk Route Mobiel, dat enorm is aangeslagen, nog veel verder kan. Ten tweede dient gerealiseerd te worden dat die mensen die dus die hulpdienst daadwerkelijk leveren, dus de mensen met de auto’s, niet in dienst van SNS REAAL zijn. SNS REAAL heeft dus niet plotseling 200 auto’s in de garage staan met allerlei mensen met reparatiemogelijkheden. Dat is uitbesteed en SNS REAAL concentreert zich dus echt op de organisatie en de verzekeringen. De voorzitter merkt op dat de acquisitieruimte nog aan de orde dient te komen. De heer Van Keulen antwoordt dat hij denkt dat de heer Rienks gelijk heeft dat als je zo kijkt naar het Nederlandse landschap op bancair terrein, je wel kunt zeggen dat het al behoorlijk geconsolideerd is. Er zijn alleen maar grote banken. De heer Van Keulen merkt op dat je sowieso al nooit nooit moet zeggen. En dan wijst hij vandaag alleen al naar ABN AMRO. Daarnaast geeft hij aan dat hij naar zijn eigen ervaringen kijkt. SNS REAAL had nooit gedacht dat ze een kans zou krijgen voor Property Finance en ook Regio Bank was niet echt in het vizier. De heer Van Keulen geeft aan dat de Raad van Bestuur altijd, ook tijdens de roadshow gezegd heeft - een beetje de Engelse taal daarbij gebruikend -: "Je weet nooit wat er van de wagen afvalt van die grote bancaire instellingen". De heer Van Keulen geeft aan dat de Raad van Bestuur er zo naar kijkt. Je zou kunnen zeggen enigszins opportunistisch, maar tegelijkertijd wel heel geïnteresseerd. Indien er weer kansen met producten of activiteiten komen die echt ook passen bij de strategie van SNS REAAL, dan staat SNS REAAL zeker vooraan. Aan verzekeringen heeft SNS REAAL dus ook de meeste aandacht gegeven, want daar ziet ze de meeste mogelijkheden. Dat kun je aanwijzen, een naam geven en aanraken, bij wijze van spreken. In die zin lijken daar de meeste concrete mogelijkheden nog te zijn. Het Nederlandse landschap op dat gebied is nog steeds zeer gefragmenteerd: er zijn 300 verzekeringsmaatschappijen. Er zijn natuurlijk mini-verzekeringsmaatschappijen die niet zo interessant zullen zijn, maar er is een heleboel wat je als middelgroot zou kunnen betitelen, waarbij dat middelgrote zich uitmunt in dat partijen marktaandelen hebben van ik noem maar 2,1% of 1,8%. Nieuwe Hollandse Lloyd was zo’n voorbeeld en Zürich was zo’n voorbeeld. De heer Van Keulen geeft aan dat SNS REAAL dus zowel naar de wat kleinere bedrijven kijkt, omdat die snel en heel efficiënt geïntegreerd kunnen worden en daarmee de synergie heel snel naar SNS REAAL toe getrokken kan worden, maar ook naar een aantal, met name dochters van Europese verzekeraars: Zürich, Generali, AXA, Allianz. En zo zijn er nog een heleboel noemen. De heer Van Keulen merkt op dat hij hoopt dat die partijen een keer tot de conclusie komen dat Nederland een competitieve markt is. Een markt die niet zo goed groeit. Een markt met van die veeleisende klanten en al die eisen van transparantie en dat die partijen besluiten om bijvoorbeeld naar China te gaan of om te gaan investeren in Oost-Europa. De heer Van Keulen geeft aan dat hij denkt dat er een strategische rationele reden voor dit soort partijen is, vooral die kleinere partijen, die ook nog heel veel met kostenproblemen te maken hebben, om op een bepaald moment te zeggen: "Wij zoeken een partner". Maar dit kan niet afgedwongen worden. Zoals de Engelsen zeggen "It takes two to tango", en in die zin blijft dat dus een onzekerheid. Maar de heer Van Keulen sluit af met te zeggen dat SNS REAAL er wel heel hard mee bezig is. Buitenland voorlopig niet.
25 ________________________________________________________________________________________
De voorzitter geeft het woord aan de volgende vragensteller. De heer Smit (Hilversum), vertegenwoordiger van de VEB uit Den Haag geeft aan dat hij mede namens die VEB spreekt voor 198 aandeelhouders die gezamenlijk 104.738 aandelen vertegenwoordigen. Dat zijn cliënten van ING, Rabobank, VEB Bottom-Line en van een hoofdstedelijke bank die zich nu nog ABN AMRO mag noemen. De heer Smit geeft aan dat hij aan de niet eens meer zo stille behoefte om toch wat complimenten in ontvangst te nemen, graag wil voldoen. In de eerste plaats heet de heer Smit de Vennootschap welkom op de beurs. Hij merkt op dat de Vennootschap al een bijzondere aandeelhoudersvergadering heeft gehad. Dit is de eerste algemene aandeelhoudersvergadering. Zeer te waarderen dat het Nederlandse beurslandschap toch met een groei ambiërend fonds is verrijkt. Maar goed, zo geeft de heer Smit aan, de Vennootschap heeft niet alleen de voordelen daarvan, maar moet nu ook de confrontatie aangaan met soms lastige aandeelhouders. Ook de bereidheid daarvoor is een uitstekende zaak. Ook compliment met het feit dat de Raad van Bestuur tevreden terug kan kijken op 2006, want het is best een lastige markt geweest, zoals iedereen gezegd heeft, maar ook in persberichten en andere analyses al duidelijk naar voren is gekomen. De heer Smit geeft aan dat hij heeft begrepen, niet alleen hier, maar in de wandelgangen is het ook al gezegd, dat de VEB het imago heeft om langdurig te spreken op vergaderingen. De heer Smit geeft aan dat hij een hele waslijst heeft gegeven, maar hij zeker met een selectie zal beginnen om niet al te lang bezig te zijn. Wel geeft de heer Smit aan een aantal vragen te hebben. In de pers zijn ook artikelen verschenen waaruit blijkt dat SNS REAAL toch sleutelt aan de backoffice om daar rationeler mee om te gaan. Dat is op zich een hele goede zaak. SNS REAAL heeft ook wat backoffice producten gewoon uitbesteed, onder andere aan Ordina. Dat betekent dat daar een 20-tal mensen bij betrokken zijn. Meer een soort algemene vraag daar ook over: gaan deze 20 mensen mee naar Ordina of zijn dat Ordina-mensen zelf, die dat kunnen uitvoeren? En dan ook een belangstellende vraag: backoffice overbrengen of uitbesteden aan anderen betekent natuurlijk ook wel dat bancaire gegevens van mensen in handen komen van derden. De heer Smit vraagt zich af hoe daarmee wordt omgegaan. Want over het algemeen - hij geeft aan dat dat helemaal geen beschuldiging is, maar gewoon een belangstellende vraag - is het de vraag hoe is gewaarborgd dat bancaire gegevens, persoonlijke gegevens van mensen, in besloten kring bij de bank gehandhaafd blijven. De heer Smit geeft aan dat dat ook niet alleen een vraag is voor de Raad van Bestuur, maar meer voor het bankwezen in het algemeen, maar die wil hij hier bij deze gelegenheid ook graag stellen. De heer Smit merkt op dat gezegd is dat naar aanleiding van de aanschaf van Bouwfonds, het deel Bouwfonds Property Finance, dit per 1 december afgelopen jaar bijdraagt aan het resultaat en dat daarbij werd gezegd dat dat ook reden zou zijn om de doelstellingen voor de lange termijn te herzien. Daar is ook bij gezegd dat daarover meer zou worden gezegd in maart 2007. De heer Smit geeft aan dat hij niet weet of dat hier allemaal voor het voetlicht is gebracht, maar dat hij misschien, als daar nog iets over te zeggen is, dat dan ook graag nog hoort. De heer Smit merkt op dat over de missieactiviteiten, strategiedoelstellingen, in het jaarverslag hierbij ook een overzicht van sterkte en zwakte en kansen/bedreigingen is opgenomen. De heer Smit geeft aan dat je dat niet veel in jaarverslagen ziet en dat hij dat een goede zaak vindt, hij geeft ook daarvoor zijn complimenten. SNS is sterk gericht op retail en MKB, dat is ook al even aan de orde geweest. De heer Smit geeft aan dat hij wel begrepen heeft dat in het bancaire landschap, ook bij concurrenten, het MKB een ondergeschoven kindje is, ook met de reorganisatie van allerlei
26 ________________________________________________________________________________________
kredietbeoordelingsonderdelen bij banken. Sommige cliënten hebben alleen toegang tot de bank door een formuliertje in te vullen zonder persoonlijk contact. De heer Smit vraagt hoe de organisatie is op dat punt om nieuwe klanten, niet alleen starters retail, maar ook in de MKB-sfeer, toegang tot de organisatie te verstrekken want dat kan natuurlijk ook een deel van de groeistrategie zijn. De voorzitter vraagt of het goed is dat er eerst geantwoord zal worden en dat de heer Smit straks een volgende beurt krijgt. De heer Smit merkt op dat hij er alleen nog aan wil toevoegen dat hij persoonlijk nog geen rekeninghouder bij de SNS Bank is, maar dat hij ondanks zijn 63 jaar niet gehinderd zal worden door een groot geluidsvolume van de presentaties, indien daartoe in de toekomst toch toe besloten wordt. De heer Van den Bos antwoordt dat de vraag was of bij de uitbesteding van een stukje van de backoffice naar Ordina, de medewerkers dan ook meegaan en die medewerkers dat blijven doen. Hij geeft aan dat het antwoord daarop positief is. Die medewerkers zijn al overgegaan. De transactie die in januari is aangekondigd is al volledig geëffectueerd en alle mensen hebben hun nieuwe contract getekend en zijn in dienst van Ordina. De voorzitter geeft aan dat de privacybescherming aan de orde dient te komen. De heer Hinssen antwoordt dat de bescherming van gegevens gewoon contractueel is geregeld met partijen waar het geoutsourced is. Dat wordt echt hard juridisch vastgelegd in contracten. De heer Van Keulen voegt hieraan toe dat Ordina dit ziet als een hele belangrijke strategie en strategische poot voor ze. Ze zijn het ook heel professioneel aan het opzetten. Dan de doelstellingen. De heer Van Keulen geeft aan dat hij denkt dat de heer Latenstein van Voorst dat goed naar voren heeft gebracht, maar dat hij misschien nog even kan terugkomen op de invloed van Bouwfonds Property Finance op de lange termijn doelstellingen. De heer Latenstein van Voorst antwoordt dat de Raad van Bestuur inderdaad vorig jaar heeft aangegeven bij de acquisitie van Bouwfonds Property Finance dat de doelstellingen herzien zouden worden. Dat betrof met name de winst per aandeel-doelstelling, de rendementsdoelstelling en de efficiëncyratio. Dat komt toch omdat het profiel qua kosten en baten en rendement van Bouwfonds Property Finance anders is dan wat SNS REAAL had in de organisatie. De heer Latenstein van Voorst geeft aan dat de Raad van Bestuur dat daarom herzien heeft en dat dat betekent dat eigenlijk de 10% winst per aandeel-doelstelling is gehandhaafd, maar gespreid is over een periode in plaats van per jaar. Als gevolg van het feit dat SNS REAAL acquisitief is, met andere woorden dat SNS REAAL ook acquisities kan doen - die zijn niet zo makkelijk te plannen - is dat gemiddeld gemaakt. Het rendement eigen vermogen is naar 15% gebracht, mede ook als gevolg van Bouwfonds, maar mede ook omdat de Vennootschap toch een vrij sterke balans heeft waar ze overtollig kapitaal heeft. Als derde de efficiëncyratio van de bank, die voor deze herziening voor eind 2008 op 58% zat. Nu met de acquisitie van Bouwfonds, die een lagere efficiëncyratio heeft, is deze verlaagd tot 55% per eind 2009. Voor de verzekeraar is het gelijk gebleven. De voorzitter geeft aan dat er dan nog de vraag is hoe SNS REAAL potentiële klanten benadert die niet aan de oppervlakte liggen, zoals starters.
27 ________________________________________________________________________________________
De heer Hinssen antwoordt dat hij straks al iets heeft gezegd over de kredietenkant. Daar is een duidelijke focus aangebracht op financieringen van bedrijfshuisvesting voor MKB-ers. Voor zover dat starters zijn met een eigen bedrijf, eigen onroerend goed, wordt dat gefinancierd. Als het echt cashflowachtige financieringen zijn, zonder zeg maar aanvullende hypothecaire zekerheid, valt het in feite buiten de doelgroep zoals die benoemd is. Maar als je naar de andere kant kijkt van de balans, als je het hebt over de creditgelden, over deposito’s, overtollige liquide middelen, over de assurantiën en over de rekening-courant, dan meent de heer Hinssen dat SNS REAAL een uitstekende propositie heeft, ook voor starters. SNS REAAL heeft een heel goede internetsite propositie voor bedrijven, aangevuld met een bedrijvenadviesdesk, een klantcontactcenter, waar je aanvullende informatie kunt krijgen of aanvullende hulp kunt krijgen. En die propositie werkt ook uitstekend. De heer Hinssen geeft aan dat hij daar ook heel tevreden over is en dat dit een beetje zit tussen de Bizner-achtige nieuwe ontwikkelingen die Rabobank geïnitieerd heeft en het meer traditionele accountmanagement in, een soort tussenvorm. De heer Hinssen vraagt of daarmee de vraag van de heer Smit voldoende beantwoord is. De heer Smit antwoordt dat dat het geval is en dat hij nog wel meer vragen heeft, maar dat die straks wel komen. De voorzitter antwoordt dat hij inderdaad eerst even iemand anders in de gelegenheid wil stellen. Hij vraagt een spreker naar voren te komen en geeft aan dat hij hoopt dat die microfoon het doet, maar dat hij geen garantie kan geven. De heer Anink (Amsterdam) merkt op dat hij indertijd heel enthousiast was over de ASN en de activiteiten om een duurzaam beleid en duurzame ontwikkeling te bevorderen. Hij merkt op dat hij wat wantrouwend was toen ASN overgenomen werd door de SNS. De heer Anink geeft aan dat hij nu, na een aantal jaren, weer vertrouwen heeft gekregen en hij vorig jaar ook heeft meegedaan bij de intekening voor aandeelhouders en dat hij daar best tevreden over is. Niet natuurlijk over de ontwikkeling van de beurskoers in de eerste periode, maar dat is inmiddels ingehaald. De heer Anink geeft aan dat hij vandaag voor het eerst hier is en hij meer vertrouwen heeft gekregen en hij ook vindt dat de ontwikkelingen en de strategie kloppen. Ze kloppen voor zover het Nederland betreft. Zo lang je dus focust op Nederland en zo lang Nederland goed gaat, denk hij dat de Vennootschap prima zit. Dat houdt in dat daar wel wat voorwaarden zijn, maar de heer Anink geeft aan dat hij vindt dat alles geprobeerd wordt, dat is ook in de inleiding duidelijk geworden, om alles uit de markt te halen. De heer Anink merkt op dat hij met name aan de bankmarkt denkt, maar dat de mogelijkheden natuurlijk in de verzekeringsmarkt zitten. In de bankmarkt is er binnenkort één grote mogelijkheid, en dat is alles wat de ABN AMRO heeft verpest op te pakken. De actie om Regio Bank over te nemen en daar afspraken mee te maken met de ING geeft ook de mogelijkheid om je te focussen op de vraag hoe je gericht gaat werken om iets te doen met wat ABN achterlaat. Dat is een slecht landschap; veel ontevreden klanten, veel bankkantoren die slecht werken. De heer Anink geeft aan dat hij graag zou willen dat de projectgroep die de Regio Bank gaat opzetten - hij merkt op dat hij heeft gehoord wat de bedoeling daarvan is en hoe dat zal gaan gebeuren - ook kijkt naar de mogelijkheden bij de ex-ABN-klanten en soms ook de ABN-medewerkers, want er komen er heel wat vrij en daar moet je natuurlijk de goede uitpikken. De heer Anink merkt op dat je ook de goede kantoortjes er uit moet pikken, want zij hebben ook in hun woorden aangegeven dat ze ook willen gaan werken met wat vandaag gehoord is, namelijk met shops en diensten aan het publiek en met het zich richten op het MKB. Dat zijn allemaal kreten van de laatste jaren van de ABN AMRO. Dat doet nu SNS ook, die hebben alleen al wat laten zien. De heer Anink geeft aan dat hij daar dus vertrouwen in heeft gekregen en dat hij graag de opdracht voor de groep ziet die dat gaat doen aan de bankkant. Hij geeft aan dat dat misschien geen vraag is, maar dat er misschien toch een reactie op kan komen.
28 ________________________________________________________________________________________
De voorzitter merkt op dat het meer een opdracht is. De heer Anink merkt op dat hij ook nog iets wil zeggen over het jaarverslag en over de wijze van communiceren. Hij geeft aan dat hij het een heel duidelijk jaarverslag vindt. Ook de roadshows zijn duidelijk geweest en de media zijn duidelijk geweest. De heer Anink geeft aan dat wat hem een beetje tegenvalt de duidelijkheid over het personeel is. Er werken 6200 mensen. Op bladzijde 80 van het jaarverslag staan alleen maar de totaalcijfers. Er staat wel wat er met het personeel gebeurt, dat is net ook verteld, maar hij geeft aan dat hij het toch een betere informatie zou vinden als werd aangegeven hoe het personeel verdeeld is over sectoren, hoogtepunten of segmenten. Verzekeringsmensen zijn duidelijk heel anders dan bankmensen en de heer Anink merkt op dat je daar ook in de ontwikkeling van dat aantal medewerkers waarschijnlijk wel iets mee zou kunnen. Hoeveel mensen zijn erbij gekomen via acquisities en hoeveel mensen zijn er minder omdat er efficiënt gereorganiseerd is. De heer Anink geeft aan dat het grote probleem natuurlijk is hoe je je goede medewerkers voortdurend tegen het licht gaat houden en gaat kijken of er voor de mensen die wat minder mee kunnen andere oplossingen zijn. Bij de cijfers die nu gepubliceerd zijn, zijn alleen de totaalcijfers te zien. De heer Anink merkt op dat er natuurlijk veel meer over te zeggen is en dat hij daarom die vraag ook stelt. De voorzitter antwoordt dat deze opmerkingen ter harte genomen zullen worden en zo mogelijk volgend jaar gerepareerd zullen worden. Hij vraagt vervolgens of er nog andere vragen zijn. De heer Van Keulen vraagt of hij misschien nog een opmerking mag maken, namelijk dat net het maatschappelijk jaarverslag is uitgebracht en dat daar al iets meer over gezegd wordt. De voorzitter vraagt of nog iemand een vraag wil stellen en geeft het woord aan de heer Steenhuisen. De heer Steenhuisen (Heiloo) merkt op dat hij een gepensioneerde ex-werknemer is en net hoorde dat 20 man naar Ordina zijn gegaan. Hij geeft aan dat hij ook begrepen heeft uit de organisatie dat die 20 man met enige strubbeling zijn verdwenen, omdat er niet goed gekeken was naar de gevolgen voor dat personeel. Met name ten aanzien van hun pensioenregeling. De heer Steenhuisen merkt op dat de 20 man acuut naar de vakbond zijn gestapt en dat toen pas met de vakbonden is overlegd. Hij merkt op dat hij heeft begrepen dat 1 mei de datum is geweest dat deze mensen zijn overgegaan en dat ze, helaas, inmiddels blij zijn dat ze uit de SNS-organisatie weg zijn, omdat ze niet tevreden waren over hun behandeling. De heer Steenhuisen merkt op dat hij vindt dat hij als aandeelhouder daar natuurlijk feitelijk niets over te zeggen heeft of over mag zeggen en dat hij vindt dat de Centrale Ondernemingsraad, respectievelijk de ondernemingsraad van REAAL, daar had moeten inspringen. Hij geeft aan dat dat ook in één van de laatste contacten van REAAL naar voren gebracht is door de ondernemingsraad. De heer Steenhuisen merkt op dat hij hoopt dat het bedrijf daar ook in de toekomst naar zal werken en zeker nu er allerlei acquisities en verkopen staan te gebeuren. De heer Steenhuisen geeft aan dat hij hier mede namens 650 gepensioneerde ex-werknemers staat die in 2006 geconfronteerd werden met het wegvallen van de zorgpremie voor de ziektekostenverzekering als gevolg van de nieuwe Zorgwet. Hij geeft aan dat er keiharde zwart op wit brieven en interne mededelingen van met name REAAL, vroeger Hooge Huys, liggen dat deze post wordt doorbetaald wanneer men gepensioneerd is. De brieven van 23 september 1998 en een interne mededeling van 23 juni 1998, de brieven van ondergetekende en van anderen aan het hoofdbestuur, met name aan de heer Van Keulen, werden dus beantwoord door iemand ergens uit de organisatie. De heer Steenhuisen geeft aan dat er niet eens even een brief gestuurd werd met de mededeling dat de brief is ontvangen en wie die brief zou behandelen. Het werd met een standaardbriefje afgewikkeld. Er werd helemaal niets gedaan, er werd helemaal nergens op ingegaan. De heer Steenhuisen geeft aan
29 ________________________________________________________________________________________
dat er vervolgens naar een advocaat gestapt is en dat toen er een voorlopige dagvaarding op het bureau viel, de bedrijfsjurist hoogst verbaasd was dat dat gebeurde. De heer Steenhuisen geeft dat hij dat niet SNS/Hooge Huys waardig vindt, want Hooge Huys had altijd in zijn devies, in zijn vaandel, staan dat zij goed is voor het personeel en ook voor het ex-personeel. De heer Steenhuisen geeft aan dat hij dit toch even gezegd wil hebben. Hij geeft aan dat het hier over 650 man gaat, over € 4.500 per jaar. De gemiddelde leeftijdsverwachting is 15 jaar en derhalve wordt gepraat over een investering, of een voorziening, van 44 miljoen, gemiddeld zeg maar 30 miljoen met een sterftecijfer en een aflopend risico. De heer Steenhuisen geeft aan dat hij denkt dat SNS REAAL deze voorziening echt wel voor deze mensen kan treffen, want sommige gepensioneerden gaan er tot 34% inkomen, netto besteedbaar inkomen, op achteruit. De heer Steenhuisen sluit af dat hij dat even kwijt wilde. De voorzitter antwoordt aan de heer Steenhuisen dat zijn standpunt duidelijk is, maar dat het hier gaat om een aandeelhoudersvergadering. Hij geeft aan dat de heer Steenhuisen hier problemen met betrekking tot het personeel aan de orde stelt en dat hij het heel legaal vindt dat hij dit mededeelt, maar dat er een eind moet komen aan deze interventie. De heer Steenhuisen geeft aan dat hij nog even wat anders zou willen zeggen. De voorzitter antwoordt dat nog één conclusie gegeven mag worden. De heer Steenhuisen antwoordt dat het geen conclusie is, maar een compliment. Hij geeft aan dat hij het jaarverslag bijzonder netjes en nauwkeurig uitgevoerd vindt met op diverse bladzijden duidelijk aangegeven waaraan men als bedrijf werkt. De voorzitter antwoordt dat hij de rest ook in die geest zal afhandelen. Hij dankt de heer Steenhuisen. Hij geeft aan dat de Vennootschap dit ter harte zal nemen, ook al is dit voor deze vergadering in principe buiten de orde. De mededeling is gedaan en iedereen heeft ervan mee kunnen genieten dat er behalve aandeelhouders ook nog personeelsleden zijn die als stakeholders in de Vennootschap fungeren. De voorzitter sluit af met het bedanken van de heer Steenhuisen. De heer Munners merkt op dat hij naar het verhaal van deze man heeft zitten luisteren en hij zoeven ook de heer Anink heeft gehoord en dat hij dat een zeer grote smet op het bedrijf SNS vindt. Hij geeft aan dat hij het hierbij wil laten. De voorzitter merkt op dat dit genoteerd wordt. De Vennootschap zal dit repareren. Hij vraagt of er verder vraagstellers zijn en of de heer Smit wellicht een tweede ronde wenst. Hij merkt op dat de heer Rienks nog even voor gaat met drie nieuwe vragen, welke tegelijkertijd ook de laatste zullen zijn. Hij vraagt de heer Rienks dus selectief te zijn. De heer Rienks merkt op dat er inderdaad een paar kleinigheidjes zijn waarover hij wil beginnen. Het acquisitiebeleid is natuurlijk een grote vis wat dit betreft. Op pagina 54 van het jaarverslag staat grafiek nummer 34. De heer Rienks geeft aan dat hij toen hij daar nog eens beter naar keek en daarover nadacht, zich afvroeg wat daar aan de hand is. Hij geeft aan dat je in die grafiek ziet dat Fundcoach en de SNS-fondsen steeds harder groeien, maar dat de ASN-fondsen in 2006 veel minder hard gegroeid zijn dan in 2005. Hij vraagt wat daar dan gebeurd is, omdat dat toch ook succesvolle fondsen zijn. Deze fondsen zouden net zo hard of harder moeten gaan groeien als die andere fondsen.
30 ________________________________________________________________________________________
De heer Rienks merkt op dat waar hij het ook nog over wil hebben, is wat SNS REAAL met de ASNproducten zou kunnen doen in de SNS-kantoren. ASN onderscheidt zich van alle andere banken in Nederland, behalve dan Triodos, doordat ze aan ethische normen doen. De heer Rienks merkt op dat als je daar je geld naartoe brengt, het niet uitgeleend wordt aan bedrijven die bommen maken etcetera. De heer Rienks geeft aan dat hij dat verder niet uit hoeft te leggen, maar vraagt of ze in de SNSkantoren die producten naast de SNS-producten kunnen gaan verkopen. Hij geeft aan dat dat tot nu toe naar zijn idee eigenlijk helemaal niet gebeurt. Hij vraagt vervolgens waarom daar geen brood in zit. De heer Rienks merkt als laatste op dat hij het opmerkelijk vindt dat de Vennootschap Hermes XIII niet in de markt durft te zetten en dat het opeens Pearl genoemd wordt. Hij vraagt of we Hermes XIII nog een keer kunnen verwachten of dat men niet durft. De voorzitter antwoordt dat nummer 13 altijd gevaarlijk is. De heer Latenstein van Voorst antwoordt dat Hermes XIII al is geweest. De heer Rienks vraagt of deze er inderdaad al geweest is. De heer Latenstein van Voorst antwoordt dat er inderdaad al een Hermes XIII is geweest en dat er hoogstwaarschijnlijk nog een Hermes XIV komt. De heer Rienks antwoordt dat dat niet in het jaarverslag stond. De heer Van Keulen antwoordt dat hij gelooft dat het 2,8 miljard was. De voorzitter merkt op dat de regels van het spel gevolgd moeten blijven en dat de groei van ASN achter blijft. De heer Van Keulen vraagt of de heer Hinssen hier nog een opmerking over kan maken. De heer Hinssen antwoordt dat hij de heer Rienks gerust kan stellen. De groei blijft niet achter. Procentueel gaat de groei natuurlijk iets minder snel dan Fundcoach, aangezien Fundcoach van een iets lagere positie afgekomen is dan ASN. Bij ASN wordt natuurlijk ook naar de totaliteit van spaargelden en van beleggingsfondsen gekeken en die groei zit er echt heel goed in. De heer Hinssen geeft aan dat hij daar buitengewoon tevreden over is. De trend is heel positief, dus ook voor de fondsen. De heer Hinssen merkt op dat hij weet dat vorig jaar de groenfondsen bij ASN iets achter zijn gebleven. Dat heeft met rendementen te maken, ook met wijzigingen in het renteklimaat. Hij geeft aan dat de instroom ook wat minder is geweest en dat er zelfs wat uitstroom geweest is. Dat is natuurlijk een setoff ten opzichte van de groei van andere fondsen. Maar op zich is de ontwikkeling heel goed. De voorzitter merkt op dat de distributie nog aan de orde dient te komen. De heer Hinssen antwoordt dat op het punt van de distributie hij de heer Rienks helemaal gerust kan stellen, want er zijn natuurlijk hele mooie producten bij ASN Bank en die producten worden ook via het distributiekanaal van SNS weggezet. De heer Hinssen geeft aan dat vorig jaar zelfs een groenhypotheek is geïntroduceerd, waarbij een hypothecaire lening verstrekt wordt van SNS Bank, waarbij de klant de mogelijkheid heeft om ASN-fondsen onder die hypotheek te leggen. Hij geeft aan dat ook de andere fondsen, met name ook groenfondsen via het kantorennet van SNS Bank worden verkocht. Hij geeft aan dat hij wat dat punt betreft de heer Rienks helemaal gerust kan stellen.
31 ________________________________________________________________________________________
De heer Rienks vraagt hoe het met de spaarrekeningen zit. De heer Hinssen antwoordt dat als hij naar de spaarrekeningen van ASN Bank kijkt, dat te zien is dat deze veel lijken op de spaarrekeningen van SNS Bank. Hij geeft aan dat het niet logisch lijkt om die door elkaar te gaan verkopen, want die vormen worden onder eigen label door zowel SNS als door ASN Bank verkocht. De heer Hinssen geeft aan dat het daar iets minder logisch is dan bij het gebruik van de fondsen van ASN Bank. De voorzitter merkt op dat het probleem Hermes is opgelost. Hij vraagt de heer Smit of hij nog een tweede ronde vragen wenst. De heer Smit geeft aan dat hij ondanks een poging om zich toch wat te beperken in deze lange lijst, hij toch nog een aantal vragen heeft. Hij geeft aan dat hij zal proberen het kort en zakelijk te doen. De heer Smit geeft aan dat hij met nummer 10 op het vragenlijstje verder gaat. Op bladzijde 30 in het jaarverslag wordt gesproken over de transparantie van kosten van beleggingsfondsen. Hij geeft aan dat hem dit een goede zaak lijkt. Een totaal kostenpercentage wordt geïntroduceerd. De heer Smit geeft aan dat hij daar heel benieuwd naar is en dat hij het een goede zaak vindt. Hij vraagt wat de reacties van de markt daarop zijn en of anderen, concurrenten, dat ook al doen. Tevens vraagt hij of daardoor ook nieuwe relaties zijn gekregen en hij vraagt wat dat totale kostenpercentage is. De heer Hinssen antwoordt dat SNS REAAL transparantie hoog in het vaandel heeft staan en probeert daar als het even kan een beetje trendsetter in te zijn. Hij geeft aan dat hij denkt dat dat ook in de lijn ligt met de ontwikkeling die in de markt te zien is. SNS REAAL probeert daar een beetje in vooruit te lopen. Vorig jaar is gestart met de ‘total expense rate’ weer te geven per fonds. Hij geeft aan dat de hoogte wordt gegeven aan een prospect of aan een klant, maar die wisselt per fonds, ook zichtbaar is op de internetsite en dus gewoon toegankelijk is voor iedereen. Hij geeft aan dat hij verwacht dat de markt SNS REAAL daarin zal volgen. Een aantal partijen doet dat ook al en de heer Hinssen merkt op dat hij denkt dat het een trend is die de komende tijd absoluut doorgezet zal worden. De heer Smit merkt op dat hij doorgaat naar punt 13, bladzijde 32 van het jaarverslag inzake de overname van de Regio Bank. Hij geeft aan dat daar wel het een en ander over is gezegd, maar dat hij gewoon nieuwsgierig is. CVB Bank en Regio Bank worden samengevoegd. De heer Smit vraagt of dat wel banken blijven in die beperkte zin en of het geen algemene SNS banken worden. Hij geeft aan dat hij ook lang bij de ING Bank heeft gewerkt en dat hij hoopt dat SNS REAAL geen fiscale staatjes heeft van grensoverschrijdend sparen met deze banken. De heer Hinssen antwoordt dat hij ervan uitgaat dat ING dat laatste punt netjes opgelost heeft. Hij geeft aan dat CVB Bank en Regio Bank inderdaad samengevoegd gaan worden. Het zijn ook vergelijkbare banken. Hij geeft aan dat het één nieuwe bank wordt met een mooi balanstotaal van zo rond de 65 miljard. Het is een Wtk-instelling, dus een bankinstelling. Hij geeft aan dat uit de presentatie van de heer Van Keulen naar voren is gekomen dat het merk in SNS "Caleidoscoop" Regio Bank veranderd gaat worden, waarmee ook helder wordt dat die franchiseorganisatie wat dichter tegen het SNS Bank merk gaat aanzitten. De herkenbaarheid zal vergroot worden. Daarmee kan straks SNS Regio Bank ook meeliften op het merk en op de reclame-uitingen en de marketinguitingen die het hoofdmerk SNS Bank doet. De heer Hinssen geeft aan dat hij daar op zich wel synergievoordelen ziet en dat hij denkt dat de franchisenemers, en dat hebben ze inmiddels ook toegegeven, buitengewoon blij zijn dat ze aan kunnen haken bij dat sterke merk.
32 ________________________________________________________________________________________
De heer Smit dankt de heer Hinssen. Hij merkt op dat de nettowinst van het verzekeringsbedrijf sterker is gestegen dan van het bankbedrijf. Hij geeft aan dat dat op zich heel begrijpelijk is, maar vraagt of SNS REAAL daar structurele elementen in ziet en of dat misschien ook gevolgen heeft voor het overnamebeleid dat dan wellicht toch wat meer gericht zou moeten worden op overnames van banken om het evenwicht eventueel te herstellen. De heer Smit vraagt hoe de Raad van Bestuur dat ziet. De heer Van Keulen antwoordt dat hij hier niet echt een structurele ontwikkeling in ziet. Hij geeft aan dat hij denkt, zoals hij eerder heeft gezegd, dat met name de bank geconfronteerd is met een hele lastige markt en een hele lastige rentecurve. Hij geeft aan dat de Raad van Bestuur niet echt een voorkeur heeft voor de bank of voor de verzekeraar. Het hoeft niet 60/40 te zijn of persé 50/50. Dat geldt ook in de vertaling naar het acquisitiebeleid van SNS REAAL. De heer Van Keulen merkt op dat hij niet al te opportunistisch wil klinken, maar dat hij denkt dat SNS REAAL op beide terreinen gewoon graag verder zoud willen groeien en dat dat dus erg af zal hangen van de mogelijkheden en de kansen die zich zullen voordoen. Hij geeft aan dat het niet zozeer is dat de Raad van Bestuur denkt dat het met verzekeren wat beter wordt en dat dan op zoek gegaan wordt naar een verzekeraar, of andersom. Hij geeft aan dat dat niet de filosofie is. De heer Smit merkt op dat hij een algemene strategische vraag heeft in dit opzicht. Hij vraagt hoe SNS REAAL tegenover het "allfinance" concept staat. Hij vraagt welke cross-selling voordelen de Raad van Bestuur ziet van bank- en verzekeringbedrijven. De heer Van Keulen antwoordt dat het "allfinance concept", althans in Nederland, niet een erg geslaagd concept is. Hij geeft aan dat hij dit in commerciële zin bedoelt. De heer Van Keulen merkt op dat SNS REAAL niet een "allfinance concept" geadopteerd heeft. Hij geeft aan dat SNS REAAL een financiële instelling is die je moet omschrijven als een bank/verzekeraar en hij merkt op dat SNS REAAL vooral heeft geprobeerd om een operationeel model te bouwen waar de voordelen van het samengaan van een bank en een verzekeraar zo veel mogelijk benut worden. Dat wil zeggen in de backoffices, in de systemen, in de productontwikkeling - dat wordt één gemeenschappelijke infrastructuur genoemd maar ook in het risicomanagement, in het ALM-beleid. Daar zit dus de kracht. In feite is één groot gemeenschappelijk platform gecreëerd, zowel aan de onderkant van het bedrijf als aan de bovenkant van het bedrijf, en wordt gezegd tegen die bank en die verzekeraar dat ze moeten focussen op hun klanten, focussen op de markt. De heer Van Keulen geeft aan dat hij ook heel veel groei en potentie van de kleinere merken, zoals ASN Bank, ziet omdat die op basis van de sterke infrastructuur van de bank in dit geval zich helemaal kan concentreren op die markt en op die klant. Hij geeft aan dat hij daar erg in gelooft. Het model van de bank zit hem dus puur in kostensynergie, operationele synergie, risicomanagementsynergie, staven gecentraliseerd en ter beschikking voor de twee onderdelen bank en verzekeraar. De heer Van Keulen geeft aan dat SNS REAAL ook graag meer cross-selling zou willen doen. Hij geeft aan dat gerealiseerd moet worden dat bijvoorbeeld onder de unit linked producten - onder de beleggingsverzekeringen van de verzekeraar - beleggingsproducten van de bank liggen. De heer Van Keulen geeft aan dat bepaalde hypotheekproducten ook een combinatie hebben met een verzekeringsproduct. Hij geeft aan dat wat SNS REAAL kan doen in wat genoemd wordt "pre-packaging", gedaan wordt maar dat hij zich afvraagt of daarnaast nog meer cross-selling kan plaatsvinden. Hij geeft aan dat het niet zo is dat SNS REAAL dat niet meer wil doen, maar dat het ook te maken heeft met de situatie van Nederland. Nederland is een land dat met name qua distributie wordt gedomineerd door intermediairs. Hij geeft aan dat het precies de waarde van een intermediair is om een juist pakket samen te stellen, om aan een vorm van cross-selling te doen. De heer Van Keulen merkt op dat gezien juist die dominantie van de intermediair
33 ________________________________________________________________________________________
je ziet dat het eigenlijk in Nederland heel moeilijk is voor banken om heel veel aan cross-selling te doen. Hij geeft aan dat dat natuurlijk wel kan veranderen. Iemand had het net over beleggingsverzekeringen. De heer Van Keulen geeft aan dat het best mogelijk is dat er meer belangstelling komt voor een soortgelijk product, maar dat dan via een bancair kanaal verkocht wordt. Dat zou volgens hem wel kunnen. Hij geeft aan dat SNS REAAL er wel erg mee bezig is, maar dat het tot nu toe veel meer gezocht is in kosten en in operations. De heer Van Keulen geeft aan dat SNS REAAL natuurlijk ook een en ander gedaan heeft in het merkenbeleid. De verzekeraar heette ooit Hooge Huys, zoals iemand dat juist noemde. Het is bewust REAAL genoemd, tevens is de caleidoscoop van de bank ook bewust aan REAAL gegeven en tevens aan de groep gegeven. Ook qua merkenbeleid probeert SNS REAAL daar dus veel meer een eenheid te zijn. De voorzitter merkt op dat er ook wat moet overblijven voor volgend jaar. De heer Smit verwijst naar punt 17, het risicobeheer. Hij geeft aan dat in het jaarverslag daar 10 bladzijden aan gewijd worden, hetgeen op zich een goede zaak is. Hij geeft aan dat hij die niet helemaal door zal lopen, anders is hij daar uren mee bezig, maar dat er ook sprake is van een nieuw kredietcomité voor SNS, voor Bouwfonds Property Finance. De heer Smit geeft aan dat je daar goed bedoelde kritische vragen over kan stellen. Hij vraagt of bij Bouwfonds Property mensen zitten die ook een commerciële functie hebben. Hij geeft aan dat je er toch altijd kritisch op moet zijn dat mensen die commerciële functies hebben ook tegelijkertijd hun eigen krediet moeten gaan beoordelen en dat hij daar benieuwd naar is. De heer Latenstein van Voorst geeft aan dat dat nieuwe kredietcomité speciaal is opgericht gezien de activiteiten van Property Finance. Daar zitten naast commerciële mensen die de kredietvoorstellen inbrengen natuurlijk ook de operationele mensen, de risicomensen, maar ook heer Hinssen en de heer Latenstein van Voorst zelf, evenals de CFO van de bank die daar nu voorzitter van is. De heer Latenstein van Voorst geeft aan dat daarmee een heel multidisciplinair gezelschap aanwezig is met de nodige ervaring met kredietverlening, die wekelijks bij elkaar komt om de kredietvoorstellen te beoordelen. Hij geeft aan dat hij heel blij is met die mensen. SNS REAAL heeft de mensen behouden binnen Bouwfonds Property Finance en er is eigenlijk nauwelijks verloop geweest. Hij geeft aan dat dat ook betekent dat er continuïteit is in dat opzicht. Uit de directie van de bank is Marius Menkveld CEO geworden van SNS Property Finance, het voormalige Bouwfonds Property Finance. Met die mengeling is een heel goede setting gecreëerd om dat risicomanagement in brede zin, maar dan specifiek het kredietcomité, op een goede manier in te vullen. De heer Smit geeft aan dat hij akkoord is en dat hij over dat risicobeheer nog een algemene vraag heeft. Hij vraagt of dat adequaat gebleken is of dat er ook nog onverwachte zaken naar voren gekomen zijn met dat systeem. De heer Latenstein van Voorst antwoordt dat de heer Van Keulen ook al zei in zijn introductie dat daar uitgebreid naar gekeken is en dat de Raad van Bestuur positief verrast is geweest door het niveau van het risicomanagement binnen Bouwfonds Property Finance. Hij geeft aan dat er natuurlijk voor gezorgd is dat het qua risico governance aansluit op het risico governance model van SNS REAAL. Hij geeft aan dat daar zorgvuldig naar gekeken is en dat dat op regelmatige basis onderwerp van gesprek is. Hij geeft aan dat dat dus goed verloopt en dat de Raad van Bestuur daar tevreden over is. De heer Smit vraagt aan de voorzitter of hij nog een laatste vraag mag stellen. De voorzitter antwoordt dat hij dat graag wil.
34 ________________________________________________________________________________________
De heer Smit geeft aan dat hij een vraag heeft over corporate governance en dat dat meer een kritische vraag is. Hij vraagt waarom dat niet op de agenda staat. Het is de eerste algemene aandeelhoudersvergadering van SNS REAAL en hij geeft aan dat hij verwacht zou hebben dat dit punt bij de introductie eigenlijk wel de revue zou moeten passeren. Hij geeft aan dat hij dit graag de volgende keer ziet. De voorzitter antwoordt dat hij dit toezegt en indien de heer Smit vragen heeft naar aanleiding van de uitvoerige paragraaf die daar in het jaarverslag over staat, hij dat nu kan bespreken. Hij geeft aan dat dit onder dit punt valt, maar dat wanneer de heer Smit er de voorkeur aan geeft aan een expliciet agenderen daarvan, aan dat verzoek voldaan zal worden. De heer Smit antwoordt dat hij graag dat laatste zou willen, om nu niet al te lang bezig te zijn. Hij dankt de voorzitter. De voorzitter vraagt aan de heer Rienks of hij nog op andere ideeën is gekomen. De heer Rienks geeft aan dat dat niet zo is. De voorzitter vraagt wie verder nog het woord wil. De heer Douma (Mn Services) geeft aan dat hij voor Mn Services werkt en hier het Pensioenfonds voor Metaal en Techniek vertegenwoordigd. De voorzitter vraagt wie de heer Douma vertegenwoordigt. De heer Douma antwoordt dat hij het Pensioenfonds voor Metaal en Techniek vertegenwoordigt en dat hij alsmede gevolmachtigd is door Robeco, PGGM en ABP. Hij geeft aan dat hij zojuist hoorde zeggen dat de voorzitter de corporate governance paragraaf toch bij dit agendapunt wil behandelen. De voorzitter antwoordt dat dit juist is. De corporate governance paragraaf staat in het jaarverslag en kan derhalve nu behandeld worden. De heer Douma merkt op dat het nu gaat om de pagina's 28 tot en met 82 van het jaarverslag en dat de corporate governance op andere pagina’s van het jaarverslag behandeld wordt. Hij geeft aan dat hij dat verzoek van zojuist zou willen ondersteunen. Sinds de beursgang van SNS REAAL had het eigenlijk voor de hand gelegen om de afwijkingen van de Code Tabaksblat ook aan de aandeelhoudersvergadering voor te leggen ter goedkeuring. Hij geeft aan dat dat tot op heden, om begrijpelijke redenen, niet heeft plaatsgevonden, maar dat ook hij het graag op de agenda had gezien. Hij geeft aan dat hij het verzoek om dat volgend jaar wel te doen ondersteunt. Hij merkt vervolgens op dat hij nog wel een specifiek punt wil noemen. In afwijking van de Code Tabaksblat wordt aangegeven dat de voorzitter van de Raad van Bestuur recht heeft op een beëindigingsvergoeding, waarvan een korte termijn bonus tevens deel uitmaakt. Hij geeft aan dat hij hier eigenlijk geen voorstander van is en verwijst naar de discussie die op dit moment ook bij ABN AMRO plaatsvindt ten aanzien van de vergoeding die de voorzitter van ABN AMRO aldaar zal ontvangen, mede in relatie tot de prestatie van de onderneming in de afgelopen jaren. Hij merkt op dat hij, om dergelijke situaties bij SNS REAAL in de toekomst te voorkomen, deze afwijking van de Code Tabaksblat eigenlijk ongewenst acht en hij verzoekt om op dit punt de corporate governance en dit onderdeel te herzien. Hij vraagt de voorzitter om een reactie daarop.
35 ________________________________________________________________________________________
De voorzitter antwoordt dat wat het eerste punt betreft de heer Douma zelf al aangegeven heeft dat hij de heer Smit heeft toegezegd dat dit de volgende keer afzonderlijk zal worden geagendeerd. De voorzitter geeft aan dat de Vennootschap het tweede punt zal overwegen en de consequenties daarvan zal nagaan, maar dat gemaakte afspraken in het verleden door Tabaksblat niet zonder meer teniet zullen gaan. Hij geeft aan dat hier volgend jaar verder over gediscussieerd zal worden. Hij vraagt of er verder nog vragen zijn of dat de helden moe worden. Agendapunt 2b: De behandeling van het bericht van de Raad van Commissarissen. De voorzitter geeft aan dat hij overgaat tot agendapunt 2b, het bericht van de Raad van Commissarissen. Hij vraagt of daar nog onduidelijkheden over zijn en constateert dat dat niet het geval is. Agendapunt 3: De vaststelling van de jaarrekening van de Vennootschap over het boekjaar 2006. De voorzitter geeft aan dat hij toekomt van punt 3 van de agenda; de vaststelling van de jaarrekening 2006. Hij geeft aan dat de enkelvoudig geconsolideerde jaarrekening op de bladzijden 105 tot 216 van het jaarverslag te vinden zijn. De grondslagen zijn daar uiteengezet, de jaarrekening is gecontroleerd door KPMG, de accountant van de Vennootschap en de voorzitter geeft aan dat de verklaring op bladzijde 222 van het jaarverslag staat. Hij vraagt of er nog vragen zijn naar aanleiding van het jaarverslag. De heer Smit antwoordt dat hij een korte vraag heeft over het balansevenwicht, zowel aan de passieve kant als de actieve kant. Hij geeft aan dat de Vennootschap met veel geld te maken heeft, maar dat hij zich afvraagt in hoeverre de Vennootschap veel aan rentemanagement doet, met andere woorden, of de Vennootschap kort met lang herziet en wat de rentevisie kort/lang voor de komende tijd is. De heer Latenstein van Voorst antwoordt dat de Vennootschap heel veel doet aan rentemanagement. Hij geeft aan dat hij bijna zou zeggen dat de Vennootschap uiteraard heel veel aan rentemanagement doet. Hij geeft aan dat de Vennootschap een aantal meetinstrumenten heeft waarmee de rentepositie van zowel de bank als van de verzekeraar gemeten wordt. Op basis daarvan stuurt de Vennootschap bij, bijvoorbeeld met derivaten. De heer Latenstein van Voorst geeft aan dat de Vennootschap dat ook vrij actief doet. De Vennootschap neemt over het algemeen een vrij prudente positie in en dat is ook uiteengezet in de risicoparagraaf, waaraan zojuist gerefereerd werd. De Vennootschap is daar inderdaad een voorstander van en zal daar ook aan vasthouden. Daar staat tegenover, dat de renteomgeving de Vennootschap niet heel gunstig gezind is geweest in de afgelopen periode. De heer Latenstein van Voorst geeft aan dat hij al heeft aangegeven dat we in het tweede halfjaar ten opzichte van het eerste halfjaar 2006 qua rente-inkomsten een stabilisatie gezien hebben die zich ook heeft voortgezet over het eerste kwartaal van 2007, zoals afgelopen maandag in de trading update is aangegeven. De heer Latenstein van Voorst geeft aan dat die naar zijn mening ook redelijk stabiel is, met andere woorden, dat de Vennootschap te maken heeft met een hele vlakke yield curve, waarbij het verschil tussen kort en lang erg beperkt is. Hij geeft aan dat bekend is dat naarmate het verschil tussen kort en lang groter wordt, er ook meer geld verdiend wordt. Hij geeft aan dat de Vennootschap daar overigens in de doelstelling niet van uitgegaan is, maar dat wat betreft de rente de Vennootschap voor de komende periode niet veel verandering ziet optreden in de "vlakheid" van de yield curve. De heer Latenstein van Voorst gaat er van uit dat die vlakheid in ieder geval dit jaar ook nog wel stand zal houden, maar dat hij verder dan 2007 op dit moment niet zou durven kijken.
36 ________________________________________________________________________________________
De heer Smit antwoordt dat hij dat ook niet verwacht. De voorzitter vraagt of er nog andere vragen over de jaarrekening zijn. Hij merkt op dat overgegaan kan worden tot stemmen en dat dat met behulp van kastjes gebeurd. Hij geeft aan dat de aanwezigen een kaart hebben gekregen en dat de notaris zal uitleggen hoe de stemming zal plaatsvinden. De voorzitter merkt op dat de aanwezigen nu een practicum stemmen krijgen. De heer Klemann geeft aan dat met een proefstemming begonnen wordt om te kijken of het stemkastje werkt en tevens om wat meer vertrouwd te raken met de wijze van stemmen. De heer Klemann geeft aan dat hij de aanwezigen kort door de procedure leidt. De stemkaart dient in het kastje geplaatst te worden met de chip naar boven. Als de voorzitter de stemming opent, is een groen lichtje te zien en kan een keuze gemaakt worden. De heer Klemann geeft aan dat de cijfers 1, 2 en 3 te zien zijn; 1 betekent "voor", 2 betekent "tegen" en 3 betekent "blanco". Hij geeft aan dat zodra gestemd is, even een kort rood lichtje te zien is. Indien iemand zich heeft vergist en anders wil stemmen, dan kan hij dat doen zolang de stemming open is. Op een gegeven moment zal de voorzitter de stemming sluiten en dan is de stemming definitief. De heer Klemann geeft aan dat daarna vrij snel op het scherm te zien is hoe gestemd is in de vergadering. Hij merkt op dat hij graag het woord teruggeeft aan de voorzitter om de proefstemming in gang te zetten. Daarna zal de echte stemming over het agendapunt volgen. De voorzitter antwoordt dat voordat hij daartoe overgaat, hij eerst wil mededelen dat er 186.548.110 stemmen kunnen worden uitgebracht. Hij geeft aan dat zodra er aanzienlijk minder of meer dan dit aantal wordt gestemd, er wat mis is met de kastjes of met de aanwezigen. Hij vraagt de aanwezigen een goede vraag te bedenken waarover gestemd zou kunnen worden. De heer Schipper (Warmenhuizen) stelt voor de vergadering te vragen of de vergoeding premie ziekte kosten gepensioneerden dient te worden hersteld. De voorzitter vraagt wat dan de vraag is waarover gestemd kan worden. In de zaal wordt opgemerkt dat "ja" gestemd kan worden indien SNS toch gaat betalen. De voorzitter antwoordt dat de vraag gehoord is en dat nu tot stemming wordt overgegaan. In de zaal wordt gevraagd hoe het met de volmachtstemmen zit. De voorzitter antwoordt dat die volmachtstemmen nog komen, maar dat die altijd tegen zijn. Hij geeft aan dat hij de stemming sluit en dat er dan iets moet verschijnen, waaruit de betrouwbaarheid van de kastjes en de stemmers afgeleid kan worden. Voor 100%. Hij merkt op dat zo nagegaan kan worden hoe sociaalvoelend aandeelhouders zijn. Je komt nog al eens wat anders tegen. De voorzitter geeft aan dat 173.000.000 voor gestemd hebben en een betrekkelijk klein aantal tegen. De voorzitter geeft aan dat de proefstemming is geslaagd en dat nu echt weggegaan wordt van het droogzwemmen. De vraag is nu of de jaarrekening over 2006 wordt vastgesteld. De voorzitter geeft aan dat nu overgegaan wordt tot de stemming. Na enkele minuten geeft de voorzitter aan dat de stemming wordt gesloten.
37 ________________________________________________________________________________________
De voorzitter constateert dat er 186.119.416 stemmen voor, 116 stemmen tegen en 428.578 onthoudingen zijn. Hij stelt vast dat daarmee de jaarrekening over 2006 is vastgesteld en dat hem dat een genoegen doet, want daar is een hoop werk voor verzet. Agendapunt 4: Het reserverings- en dividendbeleid/de winstbestemming. De behandeling van het reserverings- en dividendbeleid en de verantwoording van dit beleid door de Raad van Bestuur en de bepaling van de winstbestemming De voorzitter merkt op dat hij de aanwezigen meeneemt naar het volgende punt van de agenda, het dividendbeleid en de winstbestemming. Hij geeft aan dat in de toelichting gelezen kan worden dat het beleid van de Vennootschap erop gericht is om in het kader van intern vastgestelde solvabiliteits- en financieringsnormen een dividend van 40 tot 45% van de nettowinst uit te keren. Daarbij is het de bedoeling in de herfst alvast een interim-dividend te geven van ongeveer de helft van wat de Vennootschap schat dat er over dat jaar kan worden uitgedeeld. Het restant wordt na de algemene vergadering van aandeelhouders uitgekeerd. De voorzitter geeft aan dat ernaar gestreefd wordt om dit in de vorm van een keuzedividend te doen. De heer Smit merkt op dat hij het percentage van 40-45% hoog vindt. Hij geeft aan dat dit alleen plaatsvindt indien de onderneming tenminste voldoet aan de intern vastgestelde solvabiliteitseisen en financieringsnormen. De heer Smit vraagt of de voorzitter daar cijfermatig iets concreter over kan zijn of dat dat een zwaar bedrijfsgeheim is. De voorzitter antwoordt dat dat zeer bekend is. De heer Latenstein van Voorst merkt op dat deze cijfers in datzelfde jaarverslag zijn opgenomen, maar dat hij ze wel even kan noemen. Zowel de bank als de verzekeraar moet vanuit de toezichthouder een bepaalde minimale solvabiliteit aanhouden. Intern hanteert de Vennootschap ongeveer tussen de 1,5 en 2 keer die eis als minimale eis. Op groepsniveau, dus zowel voor de bank als de verzekeraar afhankelijk van het onderdeel - wordt een zogenaamde financieringsmaatstaf gehanteerd als een soort verhouding tussen eigen en vreemd vermogen. De heer Latenstein van Voorst geeft aan dat dat maximaal 115% mag zijn van de deelnemingswaarde, zoals die in de statutaire jaarrekening is opgenomen van de Vennootschap. De voorzitter vraagt of er nog andere vragen of opmerkingen, aanmoedigingen en/of bedenkingen zijn.
Agendapunt 5: Het dividend. Agendapunt 5a. Uitkering van dividend in de vorm van keuzedividend. De voorzitter geeft aan dat nu overgegaan wordt tot de winstbestemming en de concrete beslissing daarover, namelijk het voorstel van de Raad van Bestuur om € 0,31 per aandeel aan dividend uit te keren, waarvan de aandeelhouders alvast € 0,32 in september hebben ontvangen De voorzitter geeft aan dat hier de accountant niet naar gekeken heeft. De uitkering van het slotdividend is € 0,39 en de voorzitter geeft aan dat hij beweerde dat er in september 2006 alvast € 0,32 was uitgekeerd. Voor zover de aandeelhouders dit niet in contanten opnemen, gaat dit ten laste van de agioreserve. De voorzitter geeft aan dat de uitkering van dividend in de vorm van een keuzedividend plaatsvindt en dat
38 ________________________________________________________________________________________
het gaat om het restant van de € 0,71 per aandeel, zijnde € 0,39. De voorzitter geeft aan dat de stemming nu ingaat. De voorzitter geeft na enkele minuten aan dat de stemming is gesloten. De voorzitter constateert dat het voorstel is aangenomen met 186.533 stemmen voor en 1.575 stemmen tegen. Agendapunt 5b. Vaststelling van de dag van opeisbaarheid van het keuzedividend. De voorzitter geeft aan dat er nog een punt met betrekking tot de opeisbaarheid van het dividend behandeld moet worden. In de statuten is opgenomen dat dit moet gebeuren binnen drie weken, oftewel 21 dagen nadat het besluit genomen is. Dat zou neerkomen op 30 mei en de voorzitter geeft aan dat er logistieke belemmeringen bestaan om dat binnen die drie weken te kunnen doen. Hij geeft aan dat dat betekent dat er een vierde week nodig is, zodat we dan op 6 juni 2007 uitkomen. De heer Van Keulen merkt op dat het een eis is van de custodian van de Vennootschap. Het betreft een puur administratieve problematiek waardoor men een paar dagen langer nodig heeft. De voorzitter vraagt of er iemand is die daar geen begrip voor kan opbrengen. Hij merkt op dat hij het punt in stemming brengt en dat het gaat om de opeisbaarheid van het dividend met één week te verlengen en wel tot 6 juni 2007. Na enkele minuten geeft de voorzitter aan dat hij van de notaris het volgende punt niet aan de orde mag stellen, voordat dit is afgewikkeld. Hij constateert dat het voorstel met een zeer bescheiden aantal stemmen tegen en 14.000 blanco stemmen is aangenomen. Agendapunt 6: De verlening van décharge aan de leden van de Raad van Bestuur voor hun bestuur over het boekjaar 2006. De voorzitter geeft aan dat hij op punt 6 van de agenda komt, het verlenen van décharge aan de leden van de Raad van Bestuur voor het gevoerde beleid over het boekjaar 2006. De voorzitter merkt op dat aangezien daarover niemand het woord blijkt te wensen, hij tot stemming overgaat. Hij geeft aan dat de stemming wordt geopend. Na enkele minuten geeft de voorzitter aan dat de stemming wordt gesloten. De voorzitter constateert dat het voorstel met overgrote meerderheid is aangenomen. Agendapunt 7: De verlening van décharge aan de leden van de Raad van Commissarissen voor hun toezicht op het bestuur over boekjaar 2006. De voorzitter merkt op dat dit voorstel toeziet op het verlenen van décharge aan de Raad van Commissarissen voor het gevoerde beleid over het boekjaar 2006. Hij geeft aan dat ook hier niemand het woord over blijkt te wensen en dat hij derhalve overgaat tot stemming. De voorzitter merkt op dat hij de stemming opent. Na enkele minuten geeft de voorzitter aan dat de stemming is gesloten.
39 ________________________________________________________________________________________
De voorzitter constateert dat het voorstel is aangenomen. Agendapunt 8: De aanwijzing van de Raad van Bestuur als het orgaan dat bevoegd is te besluiten tot uitgifte van aandelen, het verlenen van rechten tot het nemen van aandelen en tot beperking of uitsluiting van het voorkeursrecht bij uit te geven aandelen. De voorzitter merkt op dat in agendapunt 8 voor het bestuur de bevoegdheid tot uitgifte van aandelen en het terugnemen van voorkeursrechten op het geven van aandelen gevraagd wordt. Hij merkt op dat dit volgens de stukken voor 10% van het uitstaande kapitaal vermeerderd met eventueel nog 20% in geval van fusies, overnames, acquisities etcetera gevraagd wordt. De voorzitter merkt op dat dit wat welvarend op papier gezet is, aangezien de dynamische Raad van Bestuur grote mogelijkheden tot groei ziet. Hij geeft aan dat uit het aantal schriftelijke stemopdrachten voor de vergadering bleek dat het voorstel bij de aandeelhouders niet in goede aarde viel. Hij geeft aan dat de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen zich er daarom nog eens op beraden hebben en het voorstel terugnemen in dier voege, dat teruggekomen wordt met een wat minder verstrekkend voorstel namelijk 10% vermeerderd met 10% in geval van fusies, acquisities etcetera. De voorzitter geeft aan dat dat een zeer gebruikelijke procedure is. Hij merkt op dat hij weet dat de VEB daar ernstig op tegen is en dat hij de heer Smit ook elders daarop tegengekomen is, maar dat er ook mensen zijn die het wel handig vinden om de Raad van Bestuur een zekere flexibiliteit te bieden voor het uitgeven van aandelen zonder daar direct een aandeelhoudersvergadering voor bijeen te roepen. De voorzitter merkt op dat de vraag dan ook voor ligt of de vergadering instemt met het geven van deze volmacht aan de Raad van Bestuur tot het uitgeven van aandelen en opties op aandelen, dan wel ook en het reduceren van voorkeursrechten voor bestaande aandeelhouders en dat voor 10% plus 10%. De voorzitter vraagt wie hij het woord mag geven. De heer Douma antwoordt dat hij Mn Services, het Pensioenfonds Metaal en Techniek, ABP, Robeco en PGGM vertegenwoordigt. Hij geeft aan blij verrast te zijn met wat hij zojuist heeft gehoord, want ook van zijn kant bestonden er wel de nodige bezwaren tegen de bevoegdheid om tot 30% aandelen uit te geven. De heer Douma geeft aan dat het gewijzigde voorstel hem dus buitengewoon aanspreekt. Hij geeft verder aan dat hij zich kan voorstellen dat in de komende periode toch fusie- of acquisitiemogelijkheden zich zullen voordoen die een grotere uitgifte van aandelen wenselijk maken. Hij geeft aan dat hij zou willen vragen om een dergelijk voorstel of besluit aan een bijzondere aandeelhoudersvergadering voor te leggen, opdat de ruimte om na te denken over acquisities wellicht toch wat groter kan zijn dan op grond van de 20%. De voorzitter antwoordt dat hij dit toezegt en dat hij zeer vlug leert. De heer Douma merkt op dat hij, voor alle duidelijkheid, graag nog wil instemmen met het gewijzigd voorstel, in aansluiting hierop. De voorzitter antwoordt dat hij dat heel sympathiek vindt want er is jaren gestreden voor het gewoon vernietigen van dit soort bepalingen. De voorzitter merkt op dat ook de heer Douma blijkbaar leert.
40 ________________________________________________________________________________________
De voorzitter geeft aan dat hij komt tot de formele stemming over dit punt, namelijk de vraag over het verlenen van volmacht tot het uitgeven van aandelen en het verlenen van opties en het beperken dan wel uitsluiten van het voorkeursrecht van gewone aandelen, voor 10% en in een bijzonder geval van fusies en overnames van ook 10%. De voorzitter opent de stemming. Na enkele minuten merkt de voorzitter op dat de stemming is gesloten. De voorzitter constateert dat het voorstel is aangenomen met 178.663.202 stemmen voor, 7.810.802 stemmen tegen en 74.106 onthoudingen. Agendapunt 9: De machtiging van de Raad van Bestuur tot inkoop van eigen aandelen. De voorzitter merkt op dat er nog zo’n modieus geval is. Hij geeft aan dat hij eerlijk gezegd niet begrijpt dat men aan de ene kant zo dynamisch is om machtiging te vragen om 20% tot 30% extra uit te geven, en aan de andere kant ook de bevoegdheid wenst om 10% in te kopen. De voorzitter geeft aan dat het het een of het ander is, maar dat dit ook in vennootschapsland gebruikelijk schijnt te zijn en dat hij daarvoor zijn hoofd buigt. De voorzitter geeft aan dat dit agendapunt vraagt om de Raad van Bestuur te machtigen tot inkoop van eigen aandelen onder bepaalde voorwaarden, namelijk maximaal 10% van het geplaatste kapitaal en dat tegen een prijs die ligt tussen de nominale waarde en 110% van wat er vijf dagen tevoren gemiddeld gepresteerd is als hoogste koers. De voorzitter geeft aan dat een en ander in de uitgebreide toelichting op dit agendapunt gelezen kan worden. Hij vraagt of iemand het woord hierover wenst. De heer Douma merkt op dat hij één kleinigheid heeft. Hij geeft aan dat hij begrijpt uit de wijze waarop de voorzitter dit punt introduceert dat hij het er zelf eigenlijk mee oneens lijkt te zijn. De voorzitter antwoordt dat hij het er niet mee oneens is, maar dat hij het altijd een beetje merkwaardig vindt dat iemand nog meer op zijn bordje laat zetten en vervolgens weer een stukje daarvan aan het hondje wil geven. Hij geeft aan dat het er niet om gaat of hij het er al dan niet mee eens is, maar dat hij er geen bezwaar tegen heeft. De heer Douma antwoordt dat hij blij is met deze toelichting, want hij begon even te twijfelen of de invloed van de Raad van Commissarissen op dit soort punten wel uitgeoefend wordt. De voorzitter antwoordt dat als commissarissen het er niet mee eens zijn, het hier niet wordt gezegd. De heer Douma antwoordt dat hij gerustgesteld is. De heer Anink vraagt of er het afgelopen jaar gebruik gemaakt is van dit recht. De voorzitter antwoordt dat dat niet het geval is en dat dit overal nauwelijks wordt toegepast, behalve als een vorm van dividendpolitiek. De heer Anink merkt op dat de voorzitter zegt dat het op groei is gericht. Hij geeft aan dat het naar zijn mening juist op het afstoten van onderdelen is gericht. De voorzitter antwoordt dat hij om die reden er een beetje cynisch over deed en dat hij dat deed om ook de aandeelhouders voor te zijn, omdat hij anders uit de vergadering de vraag krijgt of hij nou wil
41 ________________________________________________________________________________________
groeien of de boel wil uitdelen. De voorzitter geeft aan dat de Vennootschap wil groeien en dat de Vennootschap meer geld nodig heeft. Hij geeft aan dat net met bloedend hart afscheid genomen is van die extra 20% en dat dit is teruggebracht tot 10% en vervolgens de vraag aan de orde komt of het nog wat minder mag zijn. De heer Anink antwoordt dat hij begrijpt dat de voorzitter een negatief advies geeft. De voorzitter antwoordt dat hij juist een positief advies geeft. Hij geeft aan dat hij met de mode meegaat en dat dit het beleid van de Vennootschap is waar hij niet op tegen is. Hij geeft aan dat hij alleen vindt dat wedden op twee paarden nooit goed gaat maar dat voor gestemd moet worden. De voorzitter opent vervolgens de stemming. Na enkele minuten geeft de voorzitter aan dat de stemming is gesloten. De voorzitter constateert dat dit voorstel met een overgrote meerderheid is aangenomen. Agendapunt 10: Wijziging van de statuten van de Vennootschap. De voorzitter merkt op dat het tiende agendapunt de wijziging van de statuten van de Vennootschap behelst. Hij geeft aan dat dat enerzijds inhoudt dat de Vennootschap meedoet met nieuwe wettelijk geboden mogelijkheden van de Wet elektronische communicatiemiddelen - in de toelichting is een uitgebreid technisch verhaal daarover opgenomen - en anderzijds, in de slipstream van deze bepalingen waarmee de mogelijkheden tot communiceren met aandeelhouders worden verruimd, de statutaire bepaling met betrekking tot de opeisbaarheid van het dividend. De voorzitter geeft aan dat dat tot nu toe 21 dagen was en dat de Vennootschap daar vier weken oftewel 28 dagen voor nodig heeft. De voorzitter geeft aan dat de Vennootschap dat statutair ook zou willen doen om de aandeelhouders niet elk jaar te vragen er een weekje bij te doen. De voorzitter geeft aan dat het dus om twee dingen gaat: toepassing van de Wet communicatiemiddelen in de Vennootschap en de opeisbaarheid van de dividenden op 30 dagen na vaststelling in plaats van 21 dagen. De voorzitter vraagt wie het woord wil voeren over de statutenwijziging. De heer Rienks antwoordt dat hij het in het bijzonder wil hebben over de toelichting op punt 2 over de elektronische communicatiemiddelen. Hij geeft aan dat hij de vier andere punten daarbij ook niet zo geweldig vindt, maar dat zijn bezwaar zich in het bijzonder richt tegen wat er bij punt 2 staat. Hij geeft aan dat hij dan ook hier een oproep wil doen aan het bestuur van deze onderneming om geen gebruik te maken van deze mogelijkheid, hoewel het dan straks wel mag van de wet en de statuten. Hij geeft aan dat zoals nu vergaderd wordt met de mogelijkheden die er al zijn om van tevoren machtigingen af te geven, het zijns inziens goed geregeld is. Als straks ook mensen tijdens de vergadering nog ergens van ver weg, van buiten de zaal in ieder geval, hier aan mee kunnen doen, vindt hij dat voor de mensen in de zaal niet prettig. Zeker niet voor iemand die gewoon de andere deelnemers wil kunnen zien. De heer Rienks geeft aan dat hij wil kunnen beoordelen wat zij willen, wat zij gaan vragen enzovoorts. Hij geeft aan dat hij het belangrijk vindt dat het zo blijft en dat hij daarom ook van plan om hiertegen te gaan stemmen. Dat verklapt hij alvast. De voorzitter antwoordt dat dat duidelijk is.
42 ________________________________________________________________________________________
De heer Rienks geeft aan dat hij graag zou willen van de voorzitter dat hem toegezegd wordt om het zo lang mogelijk uit te stellen totdat het niet langer uitgesteld mag worden. De voorzitter antwoordt dat hij alleen kan toezeggen dat de aanbeveling van de heer Rienks en zijn advies zeer grondig ter harte genomen zullen worden, maar wat daarvan de uitslag is hij niet kan zeggen. De voorzitter geeft aan dat hij ook niet het gevoel heeft dat de directie wakker ligt van het ogenblikkelijk invoeren van deze methode, maar dat je als moderne onderneming natuurlijk deze wettelijke bepalingen wel in je statuten opgenomen moet hebben. Hij geeft aan dat hij nog veel meer bezwaren op kan noemen dan de heer Rienks. Vervolgens geeft hij aan dat de heer Rienks tegen mag stemmen als de rest maar voorstemt. De heer Smit geeft aan dat hij nog een opmerking heeft naar aanleiding van dit punt. Hij geeft aan dat het heel goed is dat nu met stemkastjes wordt gewerkt maar dat het wat levendiger gemaakt zou kunnen worden door gedurende de tijd dat het stemkastje open is er geluid aan toe te voegen. Hij geeft aan dat bij Heineken gedurende 30 seconden het geluid gegeven werd van een bierglas dat volgeschonken werd. Hij geeft aan dat hier natuurlijk met een rollende munt gewerkt zou kunnen worden. De voorzitter antwoordt: "Een rinkelende spaarpot!" De heer Smit antwoordt dat dat precies is wat hij bedoelt. De voorzitter antwoordt dat de beat weer aangezet zou kunnen worden. Hij gaat vervolgens over tot de stemming en opent de stemming. Na enkele minuten sluit de voorzitter de stemming. De voorzitter constateert dat het voorstel met bijna 100% van de stemmen is aangenomen en dat er 772 tegenstemmers zijn, waaronder de heer Rienks. Agendapunt 11: Wijziging van de bezoldiging van de leden van de Raad van Commissarissen. De voorzitter merkt op dat hij komt tot punt 11, de wijziging van de bezoldiging van de leden van de Raad van Commissarissen. Hij geeft aan dat in de toelichting te zien is dat de commissarissen met de vereiste schroom vragen om een kleine extra toelage.
43 ________________________________________________________________________________________
De voorzitter geeft aan dat de voorzitter van het huidig honorarium van € 35.000 naar € 45.000 zal gaan, de vice-voorzitter van € 30.000 naar € 35.000 en de overige leden van € 25.000 naar € 30.000. Hij geeft aan dat bovendien de commissarissen nog, voor zover zij lid zijn van een commissie uit de Raad van Commissarissen, een afzonderlijke vergoeding verkrijgen en dat die ook wordt vermeld in het jaarverslag. Hij geeft aan dat daar niets geheims bij is. De bedragen blijven gelijk en het gaat dan ook om een nominale verhoging van de vaste beloning van commissarissen. Hij vraagt wie daarover het woord wenst. De voorzitter vraagt de heer Rienks hoeveel dagen hij besteed heeft aan het bestuderen van het jaarverslag. De heer Rienks antwoordt dat hij daar niet eens zo gek veel tijd aan heeft besteed, aangezien hij in deze tijd iedere werkdag zo ongeveer naar een vergadering toegaat. De vorige was ook belangrijk en dus had hij er niet zoveel tijd voor. Hij geeft aan dat het iedere dag opnieuw een proefwerk is en je maar één avond tijd hebt om te leren. De voorzitter vraagt of de heer Rienks dus een beetje routinematig werkt. De heer Rienks antwoordt dat dat inderdaad het geval is en dat hij dat zo langzamerhand wel mag toegeven. Hij merkt op dat ten aanzien van de beloning een extra verhoging genomen wordt. Hij geeft aan dat hij weet waarom: de Vennootschap is nu op de beurs met een toegenomen verantwoordelijkheid en met toegenomen werk. De heer Rienks geeft aan dat hij daar wel in kan komen. Ook kan gezegd worden dat er sprake is van een achterstand, omdat de beloning al jarenlang niet meer omhoog is gegaan. De heer Rienks geeft aan dat waar hij het over wil hebben, is hoe het de komende jaren zal gaan. Bij de directie heet dat tegenwoordig het remuneratiebeleid. Hij geeft aan dat we dat allemaal kunnen bespreken, maar dat wat de commissarissen betreft hij eigenlijk ook iets met de voorzitter zou willen afspreken, namelijk dat commissarissen ieder jaar hetzelfde percentage nemen als wat met de
44 ________________________________________________________________________________________
vakbonden afgesproken wordt voor het personeel en dat vervolgens nooit meer gezegd wordt dat commissarissen een achterstand hebben. De voorzitter antwoordt dat dat een goede vraag is. Hij geeft aan dat voor zover het de toekomst betreft, hij dat niet zo lang meer zal meemaken, aangezien hij volgend jaar af zal treden. Hij geeft aan zijn opvolgers niet voor de voeten te willen lopen, maar dat de wijze woorden van de heer Rienks hier worden geregistreerd en ter harte worden genomen. De heer Rienks merkt op dat niet ieder jaar opnieuw aangekomen kan worden met een verhoging. De voorzitter antwoordt dat dat niet ieder jaar het geval zal zijn, maar eens in de drie of vier jaar er toch wel een klein beetje extra in de portemonnee mag. De heer Douma merkt op dat in het voorstel tot verhoging van de bezoldiging van de leden van de Raad van Commissarissen het argument is dat die bezoldiging meer in overeenstemming zou moeten zijn met andere financiële instellingen, natuurlijk mede als gevolg van de beursgang. Hij geeft aan dat wat hem betreft in het voorstel echter een kwantificering ontbreekt van wat er bij die andere ondernemingen gebruikelijk is. Hij geeft aan dat hij het onduidelijk vindt of in die vergelijking rekening is gehouden met de omvang van SNS REAAL ten opzichte van die andere organisaties. Hij geeft aan dat hij op dit punt graag een nadere toelichting zou willen krijgen op de wijze waarop tot de verhogingen is gekomen. De voorzitter antwoordt dat de concrete gegevens daarover hier niet beschikbaar zijn, maar dat hij wel kan zeggen dat het zeer zorgvuldig is afgewogen en vergeleken en dat daar ook adviezen over zijn gegeven. Hij geeft aan dat dat niet lichtvaardig gedaan is en dat hij om die reden sprak over "schroom". Er is juist wel zorgvuldig over nagedacht. De heer Douma antwoordt dat dat natuurlijk kan gebeuren, maar dat hij dan wil vragen om in toekomstige situaties duidelijker en transparanter te zijn over de wijze waarop de beloningen van de leden van de Raad van Commissarissen zich verhouden, gekwantificeerd en in verhouding tot vergelijkbare financiële instellingen in Nederland. Hij geeft aan dat er dan een duidelijker zicht bestaat op het werk van die zogenaamde deskundigen en dat in dat geval beter beoordeeld kan worden of dat het daglicht kan verdragen. De voorzitter antwoordt dat dat prima is. Hij geeft nogmaals aan dat hij er volgend jaar niet mee zal komen, aangezien de Vennootschap dit niet elk jaar doet. Dat zou irritant zijn. Hij geeft aan dat wellicht zijn opvolger bereid is om deze suggestie ter harte te nemen en op te volgen. Hij geeft aan dat hij het in ieder geval mee zal nemen in de Raad van Commissarissen en in het overleg. De heer Smit merkt op dat de VEB het beloningsbeleid over het algemeen ook altijd hoog in het vaandel heeft staan. Hij geeft aan dat hij geen enkel bezwaar heeft tegen deze verhoging van de getallen die hier op het bord staan en dat de Vennootschap nog niet aan Amerikaanse normen toe is als hij dat zo ziet. Hij vraagt zich, wellicht ten overvloede, alleen af of er geen toevoeging is van variabele beloning. De voorzitter geeft aan dat dit absoluut niet het geval is. Er is geen sprake van winstafhankelijkheid of afhankelijkheid van wat dan ook. Het is een vaste beloning en daar blijft het bij. De heer Smit antwoordt dat dat prima is. Hij geeft aan dat hij nog een toevoeging heeft op de opmerkingen van de vorige spreker. Er wordt gerefereerd aan andere financiële instellingen. De heer
45 ________________________________________________________________________________________
Smit geeft aan dat hij niet hetzelfde zal vragen, maar dat we al een stuk verder zijn als volgend jaar gezegd kan worden wat zo’n peer group hier dan is. Hij geeft aan dat soms die groep concreet genoemd wordt. De voorzitter geeft aan dat daar zo nog op terug gekomen wordt, wanneer het ook gaat over de beloningsstructuur van de Raad van Bestuur. Hij geeft aan dat er dan een lijstje komt met de peer groups. De heer Smit antwoordt dat dat uitstekend is en dat één van zijn volgende vragen daarmee beantwoord is. De voorzitter antwoordt dat hij nu over gaat tot de stemming over de wijziging van de bezoldiging en de hoogte van de bezoldiging van de leden van de Raad van Commissarissen, conform het voorstel dat op het scherm te zien is. De voorzitter opent de stemming. Na enkele minuten geeft de voorzitter aan dat de stemming gesloten is. De voorzitter constateert dat het voorstel met een overweldigende meerderheid van stemmen is aangenomen met gedachten aan de stelling, dat een arbeider zijn loon waard is. Agendapunt 12: Wijziging van het beleid op gebied van bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur. De voorzitter merkt op dat agendapunt 12 de wijziging van het beleid op het gebied van de bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur betreft, almede het voorstel tot toekennen van aandelen en rechten tot het nemen van aandelen. Hij geeft aan dat de heer Van de Kar, voorzitter van de remuneratie- en de selectie- en benoemingscommissie van de Raad van Commissarissen en tevens vice-voorzitter van deze raad de aanwezigen hierover zal inlichten. De heer Van de Kar merkt op dat dit agendapunt in zoverre niet nieuw is, dat vorig jaar al aangekondigd is dat de Vennootschap het beloningsbeleid ten aanzien van het bestuur zou willen uitbreiden met wat genoemd wordt een lange termijn bonusplan. Een variabele beloning die betrekking heeft op de op wat langere termijn behaalde resultaten van de onderneming. De heer Van de Kar geeft aan dat twee jaar geleden de Vennootschap een verkennend onderzoek gedaan heeft naar de beloningsniveaus en de beloningsstructuur en dat geconcludeerd is dat de Vennootschap op dit punt bij de markt achterloopt. De Raad van Commissarissen heeft vorig jaar een wat uitgebreidere pakketvergelijking laten doen door een externe deskundige en daarbij is gekeken naar een aantal Nederlandse financiële instellingen. Voor zover mogelijk, zijn daar ook van vergelijkbare grootte instellingen bij betrokken zoals Delta Lloyd, Van Lanschot, Achmea, de Nederlandse kant van ABN AMRO, Aegon, Fortis, ING en Rabobank. De heer Van de Kar merkt op dat het beeld dat bij de Vennootschap al bestond eigenlijk alleen maar bevestigd werd, aangezien de Vennootschap duidelijk achter loopt. Hij geeft aan dat over veel markten gesproken is, zoals de markt van het sparen en van beleggen, maar dat de Vennootschap ook op de markt van topbestuurders concurrerend wil kunnen zijn. De heer Van de Kar geeft aan dat als de Vennootschap dat wil zijn, de Vennootschap de bestuurders ook een meer adequate en vooral meer uitdagende beloning moet kunnen bieden. Hij geeft aan dat om die reden de Raad van Commissarissen vandaag dit voorstel doet, namelijk om enkele wijzigingen aan
46 ________________________________________________________________________________________
te brengen in de variabele beloningscomponent van de leden en de voorzitter van de Raad van Bestuur; de spreads bij de korte termijn beloning iets te verruimen en een lange termijn beloningsplan te introduceren. De heer Van de Kar geeft aan dat dat voorstel is toegelicht in de jaarrekening op de bladzijden 101 t/m 102 en dat dit voorstel tevens wordt besproken in de toelichting op de agenda van deze vergadering.
De heer Van de Kar toont een sheet aan de hand waarvan hij de overweging van de Raad van Commissarissen toelicht. De heer Van de Kar merkt op dat het niettemin misschien toch goed is om een paar hoofdpunten van dat lange termijn bonusplan (LTB-plan) even kort toe te lichten. Hij geeft aan dat de overwegingen om over te gaan tot de introductie van een dergelijk plan zojuist genoemd zijn, namelijk het ontbreken van een lange termijn incentive en van marktconformiteit. Hij geeft aan dat bij de organisaties die de Vennootschap in het onderzoek heeft bekeken, deze een normaal onderdeel van het beloningspakket zijn. Hij geeft aan dat met de beursgang daar eigenlijk ook bij gekomen is dat de Vennootschap het van belang vindt dat de bestuurdersbeloning op enigerlei wijze gekoppeld is aan de koersbeweging van de aandelen SNS REAAL. Hij geeft aan dat de Raad van Commissarissen geprobeerd heeft ook dat element in het nieuwe LTB-plan in te brengen.
47 ________________________________________________________________________________________
De heer Van de Kar licht de doelstellingen van dit LTB-plan toe aan de hand van een sheet. De heer Van de Kar geeft aan dat één van de doelstellingen van dit LTB-plan is de Raad van Bestuur te prikkelen de strategische doelstellingen te halen, hetgeen aansluit bij wat in het algemeen in een onderneming geprobeerd wordt. Hij geeft aan dat getracht wordt dat een wat meer prestatiegerichte cultuur bij SNS REAAL te bevorderen en dat dit plan ook in het verlengde daarvan gezien moet worden. De heer Van de Kar geeft aan dat het tweede punt is de al genoemde koppeling van belangen van bestuurders en aandeelhouders. Hij geeft aan dat dit een punt is geweest dat tijdens de roadshows bij herhaling aan de Raad van Bestuur werd gevraagd. Hij geeft aan dat in de contacten met met name internationale beleggers werd gevraagd of SNS REAAL niet zoiets als een aandelenplan heeft en hoe dat eigenlijk zit. De heer Van de Kar geeft aan dat die koppeling dus ook daar benadrukt werd en dat de Raad van Commissarissen dat nu met dit plan tot stand wenst te brengen. En ten slotte geeft de heer Van de Kar aan dat de Raad van Commissarissen op deze manier een instrument wil creëren waarmee de Vennootschap goede mensen wat langer, zo lang mogelijk, aan zich kan binden, een binding kan creëren.
48 ________________________________________________________________________________________
De heer Van de Kar licht de vormgeving van het LTB-plan toe aan de hand van een sheet. De heer Van de Kar vraagt zich af hoe dat plan er nu uitziet. Hij geeft aan dat het plan uit twee elementen bestaat. In de eerste plaats bestaat er een performance share plan, aandelen SNS REAAL die worden toegekend op basis van prestaties die gedurende een driejaars periode gemiddeld worden bereikt. Het tweede element is een aandelenplan, een plan omtrent aandelenbezit voor de bestuurders, aandelen die in een depot worden gedeponeerd. Er bestaat dan ook de verplichting, als dit wordt aangenomen, voor de leden van de Raad van Bestuur om met eigen middelen een dergelijk depot te vullen. De heer Van de Kar geeft aan dat beide elementen nadrukkelijk zijn gekoppeld, dat wil zeggen dat als men niet mee zou willen doen aan het aandelenplan men dan ook geen recht heeft op de lange termijn bonus.
49 ________________________________________________________________________________________
De heer Van de Kar licht het performance share plan toe aan de hand van een sheet. De heer Van de Kar merkt op dat hij kort wat details wil aangeven van die beide elementen. Eerst het performance share plan. Het bestaat uit een jaarlijkse toekenning, voorwaardelijk, van rechten op aandelen SNS REAAL en die toekenning geschiedt dan tegen de beurskoers van dat moment, van het moment van toekenning. De heer Van de Kar geeft aan dat de omvang van die voorwaardelijke toekenning, als uitgegaan wordt van het behalen van de target waarde - waarbij hij aangeeft dat hij wat die waarden zijn zo dadelijk nog zal toelichten - voor de voorzitter 50% van zijn vaste bruto jaarsalaris zal zijn en voor de overige leden 40% van hun bruto jaarsalaris. Hij geeft aan dat snel uitgerekend je dan bij de huidige koers in totaliteit op 45.000 aandelen, rechten op aandelen, komt. Hij geeft aan dat die rechten op aandelen pas worden omgezet in definitief toegekende aandelen als in die periode van drie jaar de doelstellingen zijn behaald.
50 ________________________________________________________________________________________
De heer Van de Kar licht het performance share plan verder toe aan de hand van een sheet. De heer Van de Kar gaat verder met de behandeling van de doelstellingen. Hij geeft aan dat er een aantal groepen prestatiecriteria zijn te onderscheiden. Financiële criteria in absolute zin die meetellen voor 35% en dat het maar één criterium is, het gemiddeld rendement op het eigen vermogen. Hij geeft aan dat daarvoor de target op 15% gezet wordt, conform de nieuwe doelstellingen zoals die hier door de Raad van Bestuur zijn uiteengezet. Hij geeft aan dat indien het rendement op eigen vermogen lager uitkomt dan 15% in die periode van drie jaar, dat ze dan wat minder krijgen. Indien het minder dan 12,5% is, is de uitkering nul. Is het meer dan 15%, dan kan er een extra bonus worden verdiend tot maximaal een rendement van 17,5%. Daarboven wordt er niets extra’s uitgekeerd. Hij geeft aan dat als men dat maximum haalt, dat er dan in plaats van 35% 70% van dat onderdeel wordt uitgekeerd. Het betreft dus het eerste criterium, het absolute criterium, het rendement eigen vermogen. De heer Van de Kar geeft aan dat daarnaast ook een relatief criterium onderscheiden wordt, dat ook meetelt voor 35%. Dat is de total shareholder return, zeg maar de koersgroei en het dividend gedurende die driejaars periode. Hij merkt op dat die vergeleken wordt met een peer group, een internationaal samengestelde groep van vergelijkbare financiële instellingen die in Europa worden aangetroffen, enkele ook in Nederland. Hij geeft aan dat het er 11 zijn en dat de Raad van Commissarissen vindt dat als de onderneming van de Vennootschap op de zesde plaats komt van de 11, de target is gepresteerd. Zit men onder de 6, dan krijgt men niets. Zit men boven de 6, dan krijgt men wat meer, en daarbij kan ook het maximum van 70% worden gehaald. De heer Van de Kar geeft aan dat een derde groep prestatiecriteria van kwalitatieve aard is die de Raad van Commissarissen zo meetbaar mogelijk wil houden. Hij geeft aan dat de Raad van Commissarissen is uitgekomen bij een drietal kwalitatieve criteria: de medewerkerstevredenheid, de klanttevredenheid en de naamsbekendheid. Hij geeft aan dat ieder jaar vastgesteld wordt in hoeverre gedurende de afgelopen drie jaar deze criteria zijn behaald en dat daarna de definitieve toekenning plaatsvindt.
51 ________________________________________________________________________________________
De heer Van de Kar licht het plan aandelenbezit van de bestuurders toe aan de hand van een sheet. De heer Van de Kar geeft aan dat een tweede element van dat LTB-plan dus in dat depot zit, het aandelenbezit van de bestuurders. De heer Van de Kar geeft aan dat de bestuurders verplicht worden om eigen aandelen aan te schaffen en dat dat op twee manieren kan. Dat kan door die vrijvallende rechten op aandelen die zojuist genoemd zijn, als je die in het depot stopt telt dat ook mee, maar je kunt natuurlijk ook als bestuurder zelf aandelen kopen. Die aandelen worden voor drie jaar in het depot geblokkeerd. Dat betekent, zojuist werd gesproken over voorwaardelijke rechten op aandelen, dat die ook over een driejaars periode worden vastgelegd. De heer Van de Kar geeft aan dat hier nog een keer drie jaar vastgelegde toegekende aandelen bijkomt. Dat betekent dat de bestuurders over een periode van twee keer drie jaar op die manier koersrisico lopen en daarmee op lijn met de aandeelhouders zijn gebracht. Het depot is gemaximeerd, het doelniveau is één keer het bruto jaarsalaris van de heren van de Raad van Bestuur, hetgeen voor hen betekent dat ze twee keer hun netto salaris in de vorm van aandelen zullen moeten inbrengen. Daarvoor krijgen ze zes jaar de tijd, sneller mag, maar langzamer niet. De heer Van de Kar geeft aan dat de Raad van Commissarissen dat ook ieder jaar gaat bewaken, gaat kijken hoe het met de stand van de vier depots gaat. Om een en ander iets aantrekkelijker te maken heeft de Raad van Commissarissen gemeend matching shares te moeten toekennen, ook dat is niet ongebruikelijk. Voor alle vier ingebrachte shares krijgt men een additioneel aandeel van de Vennootschap verstrekt. Overigens gelden die matching shares, die additionele shares, niet mee bij de telling of het doelniveau bereikt is. Dat moeten echt de eigen aandelen zijn die daarvoor gaan gelden. Ten slotte geeft de heer Van de Kar aan dat hij bij zijn introductie al zei dat de Raad van Commissarissen over dat LTB-plan al een poosje aan het nadenken is geweest. Hij geeft aan dat het vorig jaar aangekondigd is en dat ook eigenlijk toegezegd is dat over 2006 een dergelijke lange termijn bonus uitkering zou gaan plaatsvinden. Hij geeft aan dat dat tijdpad helaas niet gehaald is. Het model van het plan was niet op tijd gereed, en daarom wil de Raad van Commissarissen de leden van de Raad van Bestuur een compensatie bieden over het jaar 2006, voor het niet aanwezig zijn van die LTBuitkering. De heer Van de Kar geeft aan dat daarom voor de vorm gekozen is van een eenmalige
52 ________________________________________________________________________________________
eerste storting in dat zojuist besproken depot van zogenaamde restricted shares, shares die dan vijf jaar geblokkeerd zullen zijn. Hij geeft aan dat dat het plan is van de Raad van Commissarissen en legt dat bij deze aan de aandeelhoudersvergadering voor.
De heer van de Kar toont nog een toelichting op de vernieuwde bezoldigingsstructuur door middel van een sheet en tevens is de peer group van de Vennootschap opgenomen in een aparte sheet. De voorzitter vraagt wie hierover het woord wenst. Hij geeft aan dat hij eerst de heer Rienks en dan de heer Smit het woord zal geven, dat hij altijd van links naar rechts gaat, met de zon mee. De heer Rienks merkt op dat hij graag nog een paar dingen wil weten. En dat zijn naam inderdaad Rienks is.
53 ________________________________________________________________________________________
De voorzitter antwoordt dat dat niet zo snel verandert. De heer Rienks geeft aan dat hij het helaas niet in de hand heeft om dat zo snel te veranderen, maar dat zijn eerste punt is of de leden van de Raad van Bestuur het geld dat ze nodig hebben om aandelen te kopen ook lenen van SNS. De voorzitter antwoordt dat dat wat hem betreft niet het geval is en dat hij niet weet of daarover gesproken is, maar dat hij daar niet voor zou zijn. De heer Van de Kar merkt op dat dat eigenlijk niet in de beschouwing betrokken is, maar dat ervan uitgegaan is dat dat niet aan de orde zal zijn. De heer Rienks merkt op dat dat niet aan de orde zal zijn, maar dat ze dan wel een extra hypotheek op hun huis zullen nemen, naar hij begrijpt. Dan lenen ze het ook, maar via de achterdeur. De voorzitter antwoordt dat dat een flinke hypotheek zal zijn. De heer Rienks antwoordt dat die in het jaarverslag ergens vermeld staan. Hij geeft aan dat hij die bladzijde tegen kwam en toen ook graag wilde weten hoeveel aandelen de leden van de Raad van Bestuur nu al hebben. Hij geeft aan dat hij de bladzijde niet kan vinden waarop staat hoeveel aandelen SNS REAAL de leden van de Raad van Bestuur op dit moment al hebben, op 31 december. De voorzitter antwoordt dat voor zover hem bekend is zij geen aandelen houden. De heer Rienks vraagt of dat bij alle vier het geval is en merkt op dat het dan dus klopt dat hij het niet kon vinden. De voorzitter antwoordt ontkennend en merkt op dat het er ook ingezet had kunnen worden, maar dat als je alles wat er niet in staat in zo’n jaarverslag zet, het jaarverslag ook wel erg dik wordt. De heer Rienks vraagt hoe het precies zit met die planperiodes. Hij vraagt of hij het goed heeft begrepen dat dit nu vastgesteld wordt voor een periode die loopt tot de aandeelhoudersvergadering in 2010 en dat dan in 2010 een nieuw voorstel gepresenteerd wordt, bijvoorbeeld weer voor 3 jaar. Hij vraagt of ieder jaar opnieuw zo’n driejaars periode gaat lopen. De voorzitter antwoordt dat dat het geval is maar dat die driejaars periode buiten de aandeelhoudersvergadering om gaat. Hij geeft aan dat dit systeem gehandhaafd wordt, tenzij binnen een halfjaar blijkt dat de Raad van Commissarissen zich heeft verrekend, vergist of wat dan ook. De heer Rienks vraagt of het dus inderdaad per drie jaar gaat. De voorzitter antwoordt dat dit het systeem voor de komende jaren zal moeten zijn. De heer Rienks vraagt of het dan dus niet zo is dat volgend jaar in 2008 de Raad van Commissarissen weer met een plan komt, dat dan loopt van 2008 tot 2011. De voorzitter antwoordt dat dat niet het geval is, dat dat de uitwerking is, maar dat dat allemaal binnen het beleid valt. De heer Rienks antwoordt dat hij dat begrijpt, maar vraagt of de voorzitter begrijpt wat hij bedoelt.
54 ________________________________________________________________________________________
De voorzitter antwoordt dat hij het helemaal begrijpt. De heer Rienks merkt op dat het nu voor drie jaar is en dat je ieder jaar opnieuw targets kan kiezen en daar over drie jaar iets aan kan koppelen en dat je vervolgens in 2008 er voor 2011 iets aan kan koppelen en dat dan dus een handvol van die dingen tegelijk gaan lopen op den duur. De heer Rienks vraagt of dat niet de bedoeling is. De voorzitter antwoordt dat dat niet de bedoeling is. De heer Van de Kar merkt op dat het systeem dakpansgewijs is opgebouwd. Als het systeem door de aandeelhoudersvergadering wordt vastgesteld dan gaat de Raad van Commissarissen daarmee aan de gang en ieder jaar zullen targets worden afgesproken die dan gedurende drie jaar moeten worden behaald. De heer Rienks vraagt of dat dan toch wel het geval is. De heer Van de Kar merkt op dat hij zich niet kan voorstellen dat de Raad van Commissarissen daar zeer veel mutaties in zal aanbrengen. Voor zover er wijzigingen in de targets voor het LTB-plan worden aangebracht, zal dat aan de aandeelhouders worden gemeld. De heer Rienks vraagt waar die aandelen vandaan komen, of dat allemaal nieuwe aandelen zijn of dat ze ook nog ingekocht zullen worden. De heer Van de Kar antwoordt dat die ook nog worden ingekocht. De heer Rienks merkt op dat als die allemaal ingekocht worden, dat die machtiging daarnet dan toch wel nodig is en dat de voorzitter dacht dat die nooit nodig zou zijn. De heer Van de Kar antwoordt dat het niet de Vennootschap is die ze zelf inkoopt, maar dat het de heren zijn die zelf die beursaandelen inkopen. De heer Rienks merkt op dat toch ook aandelen in een depot worden gestort. Hij vraagt waar die dan vandaan komen. De voorzitter antwoordt dat die ook van de beurs komen. De heer Van de Kar merkt op dat die allemaal van de beurs komen. De heer Rienks merkt op dat hij denkt dat hij dan iets niet begrepen heeft. Hij geeft aan dat hij dacht dat SNS REAAL aandelen geeft aan de vier heren onder bepaalde voorwaarden en dan moet SNS REAAL ergens aandelen vandaan halen. De voorzitter antwoordt dat die van de beurs komen. Hij geeft aan dat je ook een constructie hebt dat je de mannen het geld geeft en de hand vasthoudt en zegt dat ze daarmee gauw mee naar de beurs moeten en dat ze daarmee aandelen moeten kopen. Dan is dat een beloning in geld, terwijl de transactie door de mannen zelf gebeurt. Hij geeft aan dat daar de machtiging van 10% niet voor nodig is en dat dat bovendien ook te veel zou zijn. Hij vraagt de heer Rienks daar nog eens diep over na te denken. De heer Rienks vraagt of er ook geen nieuwe aandelen voor uitgegeven worden.
55 ________________________________________________________________________________________
De voorzitter antwoordt dat dat niet de bedoeling is. Hij geeft aan dat de Raad van Bestuur inderdaad net een kleine mogelijkheid gekregen heeft, maar het niet de bedoeling is het daarvoor te doen. De heer Rienks antwoordt dat hij denkt dat hij het begrepen heeft. De voorzitter antwoordt dat de heer Rienks hem anders maar eens op moet bellen. Hij geeft vervolgens het woord aan de heer Smit. De heer Smit merkt op dat ergens gezegd wordt dat op verzoek van de Raad van Commissarissen een vergelijkend onderzoek is ingesteld naar het beloningsbeleid van de Raad van Bestuur. Naar beloning en beloningsvormen in het algemeen voor de Raad van Bestuur en het topkader van SNS. De heer Smit vraagt wie bij SNS allemaal onder deze regeling valt. De voorzitter antwoordt dat onder deze regeling de heren zoals ze achter de tafel zitten vallen, exclusief de heer Van de Kar en de voorzitter zelf. De heer Smit vraagt of de beloning voor het overige topkader hierbuiten valt. De voorzitter antwoordt dat dat hierbuiten valt. Hij geeft aan dat dat wel in dezelfde geest zal worden samengesteld, maar dat daar geen aandelen worden uitgegeven, hooguit rechten op waardevermeerdering van aandelen. Hij geeft aan dat dat een ander probleem is. De heer Smit vraagt hoeveel mensen het overige topkader ongeveer betreft, waar in een ander verband dan sprake van is. De voorzitter antwoordt 180 of 100? De heer Van Keulen antwoordt 50 of 60. De voorzitter excuseert zich en geeft aan dat hij alweer te hoog zit. De heer Smit merkt op dat een vergelijking met relevante instellingen al aan de orde is geweest. Er zijn vier componenten voor het beloningsbeleid voor de Raad van Bestuur: een vast salaris, een korte termijn bonus, een lange termijn bonus en overige benefits, emolumenten, en dat laatste is wel bekend. Hij geeft aan dat de bonusregeling zoals die dus nu is voorgelegd, als je alles bij elkaar optelt, wel erg ingewikkeld en intransparant is. Hij geeft aan dat als je voor een volgende vergadering wilt weten hoe het het afgelopen jaar is gegaan, hij niet weet of je met één avondje huiswerk kunt volstaan. Hij geeft aan dat hij eerlijk gezegd op dat punt toch wat minder complexiteit wenst en hij het graag wat simpeler wil. De heer Smit vraagt of in bepaalde situaties, als je alles bij elkaar optelt - de variabele beloningen gezamenlijk, korte termijn en lange termijn - deze beloningen groter zijn dan het vaste salaris van de leden van de Raad van Bestuur maximaal. De voorzitter antwoordt dat dat volgens Bartjens wel het geval is. De heer Van de Kar merkt op dat het volgens hem ook zo is. In deze systematiek kan het zo zijn dat bijvoorbeeld de voorzitter zowel een uitkering at target krijgt van de korte termijn bonus als van deze
56 ________________________________________________________________________________________
nieuwe lange termijn bonus en dat dan zijn totale beloning voor de helft uit een variabel deel en voor de helft uit een vast deel bestaat. Indien er bijzonder goed gescoord wordt op bepaalde prestatiecriteria, zodat boven at target wordt uitgekeerd, dan kan de verhouding inderdaad zwaarder komen te liggen bij het variabele deel dan bij het vaste deel. De heer Smit merkt op dat hij het begrijpt. De heer Van de Kar merkt op dat dat dan maximaal, uit zijn hoofd gesproken, 65% kan zijn van de totale beloning. De heer Smit merkt op dat dat toch wel een principiële invloed op zijn stem heeft straks. Hij vraagt of de korte termijn bonus gewoon gehandhaafd blijft. Want dan zou je kunnen zeggen dat er sprake is van een wijziging van het beleid. Er wordt een lange termijn bonus ingevoerd, wat heel goed is, en op de korte termijn bonus is vaak wat kritiek geweest, omdat het op de korte termijn winst jagen nogal verhoogd zou hebben. Hij vraagt of hij aan kan nemen dat die gehandhaafd blijft. De heer Van de Kar antwoordt dat de korte termijn bonus qua systematiek gehandhaafd blijft. Voor de korte termijn bonus geldt dat die voor 50% gerelateerd is aan financiële criteria, 25% aan strategische doeleinden, zoals opgenomen in het operationeel plan (wat overigens niet disclosed wordt), en voor 25% betrekking heeft op het persoonlijk functioneren van de heren van de Raad van Bestuur. De heer Van de Kar geeft aan dat de raad van commissarissen wel heeft voorgesteld om wat betreft die korte termijn bonus de spread iets te verhogen, zodat een wat hoger maximum bereikt kan worden om dat, zoals uit het onderzoek is gebleken, meer in overeenstemming te brengen met wat bij andere ondernemingen gebruikelijk is. De heer Smit antwoordt dat hij genoeg weet en dankt de heer Van de Kar. De heer Douma merkt op dat hij optreedt namens onder andere Mn Services, dat dat ook niet veranderd is. Hij merkt op dat hij ten aanzien van het bezoldigingsbeleid van de Raad van Bestuur toch een aantal punten heeft, waar hij graag op in wil gaan. Hij geeft aan dat hij allereerst van mening is dat het beloningsbeleid zoals gepresenteerd eigenlijk nog onvoldoende transparant is. Hij haalt er een paar punten uit. Het is ondertussen gebruikelijk dat daar waar externe deskundigen gebruikt worden, bekend wordt gemaakt welke externe deskundigen dat zijn. De samenstelling van de arbeidsmarktreferentiegroep wordt in dit geval niet aangegeven, hij geeft aan dat de toelichting op de gegeven bonussen 2006 vanuit zijn oogpunt onvoldoende is en de genoemde financiële doelstellingen zijn in een aantal gevallen ook meerduidig. Hij geeft aan dat het voor buitenstaanders die dat moeten lezen niet altijd precies terug te halen is welke financiële doelstellingen nu gehaald moeten worden. De heer Douma geeft aan dat hij ervoor wil pleiten om tot verdere transparantie van het beloningsbeleid over te gaan en dat hij in dit verband ook wijst op de aanbevelingen die door Eumedion, een samenwerkingsverband van institutionele vermogensbeheerders, dienaangaande zijn gegeven. Hij merkt op dat hij denkt dat de Raad van Commissarissen daar een volgende keer zijn voordeel mee zou kunnen doen. Het tweede punt betreft de lange termijn bonus. De heer Douma merkt op dat hij het in beginsel toejuicht dat leden van de Raad van Bestuur een aanzienlijk bezit van aandelen in de eigen onderneming opbouwen. Hij geeft aan dat het voorstel wat hem betreft echter ondanks de toelichting toch nog enigszins onduidelijk is. Er wordt gezegd dat de waarde van de voorwaardelijk toe te kennen
57 ________________________________________________________________________________________
aandelen van de leden van de Raad van Bestuur bij een at target niveau 40% van het vaste bruto jaarsalaris en voor de voorzitter 50% bedraagt. Hij geeft aan dat in de agenda zoals hij die heeft gekregen op dit punt ook een toelichting staat en citeert daar de volgende zinsnede uit: "het aantal definitief toe te kennen aandelen kan derhalve variëren van 0 tot 170% van het voorwaardelijk toegekende aantal aandelen". De heer Douma geeft aan dat daar zijn probleem met de transparantie zit. Op grond van de onderbouwing die door de heer Van de Kar is gegeven, maar ook puur taalkundig, bij het lezen van deze zin, ontgaat hem hoe het mogelijk is dat de toe te kennen aandelen 170% kunnen zijn van het voorwaardelijk toe te kennen aantal aandelen. Hij merkt op dat bij hem daar gewoon het licht een beetje uit gaat en vraagt daarop een toelichting. De heer Douma merkt op dat zojuist ook is aangegeven, dat om te komen tot het bezit van eigen aandelen door de leden van de Raad van Bestuur er een soort storting wordt gedaan over het jaar 2006. En die storting is, om het een beetje onparlementair te zeggen, niet kinderachtig, want die bedraagt voor de leden van de Raad van Bestuur 54% van het vaste bruto jaarsalaris, en voor de voorzitter van de Raad van Bestuur 67,5% van het vaste bruto jaarsalaris. De heer Douma merkt op dat als de doelstelling 100 is, dat dan in feite over 2006 al een zodanige storting gedaan is dat men in feite al bijna over de helft is van datgene wat de bedoeling is. Hij geeft aan dat hij om ten minste twee redenen problemen heeft met deze gang van zaken. Het lijkt erop dat de leden van de Raad van Bestuur een groot aantal aandelen onvoorwaardelijk toegekend krijgen door middel van deze eenmalige storting en door de eerste toekenning is in feite, gezien de percentages die genoemd worden, ook het streven om uit eigen middelen te komen tot 100% eigenlijk een beetje een wassen neus, want men is er al bijna. De heer Douma geeft aan dat hij daar toch wel problemen mee heeft. Het laatste punt dat de heer Douma bespreekt betreft de korte termijn bonus. Zoals zojuist al aangegeven, wordt aan de systematiek niks veranderd, maar worden wel de maxima verhoogd. De heer Douma geeft aan dat hij denkt dat als je naar het totale pakket kijkt, wat er nu voorgesteld wordt de introductie van een lange termijn bonus is opgenomen, wat hij op zich een goede zaak vindt, maar daarnaast de eenmalige storting 2006 - het eigenlijk niet zo voor de hand ligt om tegelijk met de introductie van deze lange termijn bonus ook over te gaan tot verhoging van de maxima van de korte termijn bonus. De heer Douma geeft aan dat hij denkt dat dit wellicht op een aantal onderdelen wat veel van het goede is. Hij geeft aan erg benieuwd te zijn naar de reactie op deze punten, omdat hij zijn stemgedrag mede daarvan af zal laten hangen. De heer Douma dankt de voorzitter. De voorzitter bedankt de heer Douma. Hij geeft aan dat wat betreft de transparantie hij kan toezeggen dat de detaillering, de onderbouwing, voortaan duidelijker vermeld zal worden. Voor de overige punten geeft hij het woord aan de heer Van de Kar. De heer Van de Kar merkt op dat hij zich bij de onduidelijkheid die gerezen is na lezing van de toelichting bij de agenda wel iets kan voorstellen. Nu het zo voorgelezen wordt is het taalkundig inderdaad voor meerdere interpretaties vatbaar. De systematiek is op zichzelf eenduidig. Als we de at target waarde, zoals die ook zojuist is aangegeven, voorwaardelijk wordt toegekend, 100 noemen. Dan is het mogelijk om 35% daarvan te scoren met het eerste financiële criterium en nog een keer 35% te scoren met het tweede financiële criterium, de TSR, en vervolgens 30% te scoren met het laatste, meer kwalitatieve en dus niet financiële, criterium. Samen 100. Ten aanzien van dit laatste criterium geldt dat het niet meer kan zijn dan die 30%. Ten aanzien van die twee eerste criteria geldt dat het bij optimaal presteren kan oplopen van 35% tot 70%. De heer Van de Kar geeft aan dat dat dus betekent dat in het geval dat op beide criteria maximaal gescoord wordt, er twee keer 70 wordt uitgekeerd van de 100 toegekende aandelen en nog een keertje 30 op de andere, dit is samen 170. De heer Van de Kar geeft aan dat dat het antwoord is. In plaats van dat je dus de at target 100 krijgt, krijg je nu 170, 170 dus van,
58 ________________________________________________________________________________________
in het geval van leden van de Raad van Bestuur, 40% van hun bruto jaarsalaris. Dat is de systematiek en de heer Van de Kar geeft aan dat hij hoopt dat de heer Douma het nu wat beter begrijpt. De voorzitter merkt op dat het taalkundig wellicht iets anders had gekund, maar dat het aantal definitief toe te kennen aandelen derhalve kan variëren van 0 tot 170%. Hij geeft aan dat aanvankelijk voorwaardelijk anders is dan het definitieve. De heer Van de Kar merkt op dat het andere punt was de vraag waarom ook nog het te bereiken maximum bij de korte termijn bonus verhoogd wordt. Hij geeft aan dat uit het onderzoek dat de Vennootschap heeft laten plegen, is gebleken dat de Vennootschap met de bonussystematiek toch nog wat te weinig uitdagend is en dat dat de reden is waarom de Vennootschap die prikkeling wat zwaarder wil aanbrengen. Hij merkt op dat het antwoord op de vraag of daar gebruik van gemaakt gaat worden, natuurlijk helemaal afhankelijk is van de prestaties die geleverd gaan worden. De voorzitter vraagt of er nog anderen het woord willen voeren. De heer Ten Klooster (Ede) bedankt de voorzitter en geeft aan dat zijn naam Ten Klooster is en dat hij uit Ede komt. De voorzitter geeft het woord aan Meneer Ten Klooster uit Ede. De heer Ten Klooster merkt op dat hij in het verleden is overgestapt van een door de heer Van de Kar genoemde bank. Hij geeft aan dat dat een mooi verhaal was van de heer Van de Kar, en dat die bank een Belgische voorzitter had. Hij merkt op dat hij is overgestapt, omdat hij de SNS een meer betrouwbare bank acht, althans achtte. Hij geeft aan dat hij hier nu leest dat de lange termijn bonus voor de Raad van Bestuur specifiek als doelstelling heeft om de belangen van aandeelhouders en bestuurders op één lijn te brengen. De heer Ten Klooster merkt op dat hij dit verhaal niet geheel waar vindt en dat hij veel meer de indruk heeft dat het de bedoeling is om de beloningen van de Raad van Bestuur op lange termijn flink omhoog te brengen. Dat betekent geen waarde voor de aandeelhouders. Integendeel, je zou je daar bijna getild door voelen. De heer Ten Klooster merkt op dat hij de naam Tilmant niet mag noemen in dit verband, maar dat je je bijna getild zou voelen en dat hij dit echt te ver vindt gaan. Hij merkt op dat voor een bankje als de SNS men niet moet trachten ING te benaderen met beloningen, want daar zijn ze bij de SNS naar zijn mening naar op weg. De heer Ten Klooster dankt de voorzitter. De voorzitter antwoordt dat hij de heer Ten Klooster heeft begrepen, maar vraagt wat hij daar nou op moet zeggen. De heer Van Riet (Woerden) merkt op dat hij heeft begrepen dat de voorzitter, de heer Van Keulen, minimaal 50% aandelen krijgt, dat is € 300.000. Die € 300.000 worden hem in zijn handen gegeven. De heer Van Riet vraagt hoe hij dat dan fiscaal moet afwerken, aangezien hij voor die € 300.000 inkomstenbelasting moet betalen, voor die € 300.000 die hij dan krijgt om aandelen te kopen moet hij dan ook nog eens een keer € 150.000 naar de belasting brengen. De heer Van Riet merkt op dat men zich daarmee volgens hem in de problemen werkt. De voorzitter antwoordt dat je over elk inkomen, in welke vorm dan ook, belasting moet afdragen. De heer Van Riet antwoordt dat je aandelen niet kan sparen en er belasting van kan betalen, dat je het dan moet lenen, zoals al opgemerkt is.
59 ________________________________________________________________________________________
De voorzitter antwoordt dat de opbouw wat getemporiseerd kan worden. De heer Van Riet antwoordt dat dat niet het geval is omdat hij er in zes jaar moet zijn. De heer Van de Kar merkt op dat het antwoord is dat ze dan de helft van die aandelen moeten verkopen om de belasting te kunnen betalen. De andere helft kunnen ze in het depot storten. De heer Van Riet merkt op dat als je het allemaal in het depot zou moeten doen, ze dan zouden vastlopen. Tenzij hij zoveel inkomen buiten de SNS heeft. De voorzitter merkt op dat ze de buikriem dan maar wat moeten aansnoeren. Hij vraagt of de heer Douma nog een vraag wil stellen en geeft hem het woord. De heer Douma merkt op dat hij nog één vraag heeft op dat punt wat niet beantwoord is, namelijk over de eenmalige storting over 2006. Het is een onvoorwaardelijke storting waarbij de 100% in feite al voor meer dan de helft gerealiseerd wordt. De heer Douma vraagt of daarmee het wezenlijke karakter van het besluit om leden van de Raad van Bestuur 100% aandelen te laten aanschaffen, eigenlijk op voorhand al niet voor een groot gedeelte ingevuld en onvoorwaardelijk is. Hij vraagt of daarmee het nut van dit voorstel niet eigenlijk voor een groot deel teniet gedaan is. De voorzitter antwoordt dat het niet zozeer om de opbouw tot 100% gaat. Het gaat om het feit dat men at stake 100% van het jaarsalaris als aandelen heeft en dus met de aandeelhouder meevoelt. Hij geeft aan dat hoe sneller het depot vol is, hoe eerder men zich identificeert met de aandeelhouder. De heer Van de Kar merkt op dat de heer Douma gelijk heeft, er wordt een hele stevige bodem in dat depot gelegd door die eerste eenmalige storting. Hij geeft aan dat de Raad van Commissarissen zich daar ook van bewust is, maar omdat 2006 in een aantal opzichten een bijzonder jaar is geweest heeft de Raad van Commissarissen toch gemeend om deze waardering op deze manier voor de Raad van Bestuur tot uitdrukking te moeten brengen. Hij geeft aan dat de Vennootschap een succesvolle beursgang heeft meegemaakt. Eigenlijk is de grootste acquisitie die door deze Vennootschap ooit is gedaan, het afgelopen jaar gedaan. Hij geeft aan dat dat heeft meegewogen in het bepalen van de omvang van deze eenmalige storting. Daarna gaat het systeem lopen, als de aandeelhouders tenminste instemmen met het systeem, zoals dat is uitgewerkt door de Raad van Commissarissen. Hij geeft aan dat in de toekomst, als het goed is, er niet dit soort incidentele acties zullen worden ondernomen, want dan moet het systeem het opbrengen. De voorzitter merkt op dat die storting als basis in het fonds niet belastingvrij is, dat de leden zelf hun belasting daarover moeten afrekenen. De heer Van de Kar antwoordt dat dat zo is of dat ze de helft moeten verkopen. De voorzitter merkt op dat ook inderdaad de helft verkocht kan worden. De heer Van Keulen merkt op dat hij in het voorbeeld zoals gegeven daarmee niet al op de helft van zijn bedrag zit. De voorzitter merkt op dat dat hooguit een kwart is.
60 ________________________________________________________________________________________
De heer Douma dankt de voorzitter voor de toelichting. Hij geeft aan dat hij eraan hecht, gezien het soort debat dat hier wordt gehouden, om aan te geven dat hij de toezegging op het punt van de transparantie waardeert. Hij geeft aan dat hij de uitleg op het punt van de lange termijn bonus heeft begrepen, ook gezien de wat onduidelijke toelichting die in de tekst van de agenda was. Het was verhelderend. De heer Douma merkt op dat op het punt van de korte termijn bonus en op het punt van de eenmalige storting hij van mening blijft dat beide eigenlijk te hoog zijn, dat het verhogen van de maxima voor de korte termijn bonus voorbarig is en dat de eenmalige storting te omvangrijk is, gezien de doelstelling van dit plan. Hij geeft aan dat hij op grond daarvan aankondigt dat hij op dit punt tegen het voorstel zal stemmen. De voorzitter antwoordt dat hij dit respecteert. De heer ?? merkt op dat hij toch nog even wil wijzen op pagina 102, links midden. Hij geeft aan dat de lange termijn bonus voor de Raad van Bestuur specifiek als doelstelling heeft om de belangen van de aandeelhouders precies op één lijn te brengen. Hij vraagt wat feitelijk met deze zin bedoeld wordt. Wat wordt bedoeld met de specifieke doelstelling. De heer Van de Kar antwoordt dat de bedoeling is dat de bestuurders ook koersrisico gaan lopen, net als de aandeelhouders. De heer ?? vraagt of hij dat in het belang van de aandeelhouders acht. De voorzitter merkt op dat het in elk geval beter is dan destijds de opties, waar men wel de lusten en niet de lasten had. Hier zeil je mee op en naar beneden en wanneer je dan vindt dat er gedacht moet worden aan de belangen van de aandeelhouders, is het altijd heel prettig om te weten dat degenen die dat mede kunnen beïnvloeden, het is geen 100% beïnvloeding, zelf meelijden en meedeinen op de voor- en nadelen van de aandeelhouders. De heer ?? antwoordt dat dat zo is, maar dat hij nog niet begrijpt waarom deze regeling in het belang is van de aandeelhouders. De voorzitter vraagt of hij zegt dat de aandeelhouders het liever in contanten hadden gehad. De heer ?? antwoordt dat dat niet het geval is. De voorzitter vraagt of het om de hoogte van het bedrag gaat. De heer ?? antwoordt dat dat niet het geval is, maar dat het in het belang is van de bestuurders, niet in het belang van de aandeelhouders. Het kost de aandeelhouders alleen maar geld. De voorzitter vraagt of dat het geval is. De heer Van Keulen antwoordt dat dat het geval is, tenzij de Raad van Bestuur zo goed presteert dat ze daadwerkelijk de doelstellingen die gezet zijn ook weet te halen. En dat is natuurlijk zeer in het belang van de onderneming en daarmee ook het belang van de leden van de Raad van Bestuur, als individu, en dat wordt bedoeld met de koppeling van het belang van de aandeelhouder met die van de bestuurder in dit geval.
61 ________________________________________________________________________________________
De heer ?? antwoordt dat hij hier een bepaalde cultuur in proeft. Hij heeft het wel eens graaicultuur horen noemen. De voorzitter vraagt: "Graaicultuur"? De heer ?? merkt op dat hij dat eigenlijk niet wil zeggen, maar dat hij het daarnet al gezegd heeft. Het is meer zoals bij de heer Tilmant. Til zoveel mogelijk uit de zaak, en dat is niet in het belang van de aandeelhouders. Hij merkt op dat hij dat onjuist vindt. De voorzitter geeft aan dat het duidelijk is en dat dat ook geregistreerd wordt. De heer ?? merkt op dat hij graag uitleg wil. De voorzitter merkt op dat de uitleg ligt in het beoordelen van het totaal van de beloningen in het licht van wat er bij collega’s van andere banken gebeurt. En dan kun je je eigen Raad van Bestuur niet notoir lager belonen dan elders gebeurt, want dan krijg je vervolgens problemen met mensen te houden en zodra ze weg zijn kun je geen nieuwe krijgen, tenzij je ook meer betaalt. Hij geeft aan dat het nou een keer deze cultuur is en dat hij het eens is met het feit dat men daar verbaasd over kan zijn, maar dat het niet aangaat om zelf als het voorbeeldigste jongetje van de klas te zeggen dat de directie afgescheept wordt met een beloning die significant lager ligt dan wat er gemiddeld op de markt wordt geëist voor de uitoefening van zo’n functie. De heer ?? merkt op dat dit verhaal dan niet juist is, wat hier staat. De voorzitter vraagt waarom niet. De heer ?? merkt op dat specifiek de doelstelling, de belangen van aandeelhouders en bestuurders op één lijn te brengen, niet in het belang van de aandeelhouders is. De voorzitter merkt op dat dat al een paar keer gezegd is en dat dat verder onderzocht wordt. De heer Van Keulen maakte de opmerking dat het de bedoeling is dat de waarde van de onderneming zoveel vermeerdert dat de fractie die daaruit wordt uitbetaald aan de leden van de Raad van Bestuur als bonus niet meer merkbaar is en in elk geval een druppel is op een gloeiende plaat. De heer ?? merkt op dat hij het hoopt voor de Raad van Bestuur en voor de aandeelhouders. De voorzitter merkt op dat hij het ook voor hem hoopt. De heer ?? bevestigt dat hij het ook voor hemzelf hoopt. De voorzitter merkt op dat hij erop zal toezien en dat het geopenbaard zal worden conform de transparantie die net is gevraagd. Hij vraagt wie hij het woord mag geven en constateert dat niemand het woord wenst en dat gestemd kan worden. De voorzitter opent de stemming. Na enkele minuten wordt de stemming door de voorzitter gesloten. De voorzitter constateert dat de uitkomst van de stemming is 181.910.711 voor, 4.623.339 tegen en 14.060 onthoudingen, waarmee het besluit is aanvaard.
62 ________________________________________________________________________________________
Agendapunt 13. De samenstelling van de Raad van Commissarissen. 13a. Mededeling dat de heren Van de Kar, Kortmann en Den Hoed per het tijdstip van sluiting van de vergadering aftreden als commissarissen. De voorzitter merkt op dat hij komt tot punt 13, de samenstelling van de Raad van Commissarissen. De heren Van de Kar, Kortmann en Den Hoed treden af aan het eind van de vergadering. Hij geeft aan dat de Raad van Commissarissen voornemens is om de heren Van de Kar en Kortmann opnieuw aan te stellen als commissarissen. De heer Den Hoed heeft te kennen gegeven niet voor herbenoeming in aanmerking te komen. De voorzitter geeft aan dat hij dat jammer vindt, aangezien de heer Den Hoed zeer veel dank verschuldigd is. Hij heeft perfect gefunctioneerd als commissaris en is een wijs en zorgvuldig man met een grote deskundigheid. De voorzitter geeft aan dat de heer Den Hoed zeven jaar geleden hier in een heel moeilijk bestuurbare situatie van de bank geadviseerd heeft als adviseur, technisch voorzitter van de Raad van Bestuur, en heel belangrijk werk gedaan heeft voor de nieuwe structuur van de bank. Woorden schieten tekort om dat hier af te doen. De voorzitter geeft aan dat in een wat kleiner verband de heer Den Hoed hiervoor het verdiende respect bewezen zal worden, maar dat hij het hier maar even gezegd wilde hebben. Hij geeft aan dat het moeilijk is voor de aanwezigen om te beoordelen wie van de leden van de Raad van Commissarissen een belangrijke en wie een minder belangrijke rol heeft gespeeld. Hij geeft aan dat het dus een applaus zou kunnen zijn voor de Raad van Commissarissen als geheel, maar vraagt toch in het bijzonder een applaus voor het functioneren van de heer Den Hoed. (Applaus.) De voorzitter dankt de heer Den Hoed zeer. Agendapunt 13b. Voordracht van de heren Van de Kar en Kortmann als commissarissen van de Vennootschap, onder de opschortende voorwaarde dat de algemene vergadering van aandeelhouders geen gebruik maakt van haar recht zoals vermeld onder c. Mededeling omtrent het versterkt aanbevelingsrecht van de centrale ondernemingsraad. De voorzitter geeft aan dat het voornemen van de Raad van Commissarissen om de heren voor te dragen, natuurlijk wel afhankelijk is van de vraag of de aandeelhouders van mening zijn dat ze zelf een kandidaat voor deze functie moeten voordragen. De voorzitter vraagt of er het gevoel bestaat binnen de aandeelhoudersvergadering om hiertoe over te gaan en hij geeft de heer Douma het woord. De heer Douma dankt de voorzitter. Hij geeft aan dat dit agendapunt, de voorgestelde samenstelling van de Raad van Commissarissen, toch een aantal vragen oproept. Drie van de huidige leden van de Raad van Commissarissen van SNS REAAL kunnen aangemerkt worden als niet onafhankelijk, dat is ook in de stukken aangegeven. Ze hebben namelijk zitting in Stichting Beheer SNS REAAL en op dit punt wijkt SNS REAAL dus af van de Code Tabaksblat. De heer Douma geeft aan dat hij deze situatie eigenlijk ongewenst vindt en dat hij de motivering van deze afwijking eigenlijk op dit moment nog onvoldoende vindt. Hij geeft aan dat een tweede ogenschijnlijke afwijking, die overigens niet wordt genoemd, is dat de heer Kortmann lid is van de Raad van Commissarissen sinds 1990, en dat de Code Tabaksblat aangeeft dat leden van de Raad van Commissarissen in beginsel maximaal voor drie termijnen van vier jaar benoemd zouden moeten worden. Hij geeft aan dat hij weet dat dit een bijzondere situatie is, omdat SNS REAAL pas recent een beursgenoteerde vennootschap is geworden, maar in de geest van de Code Tabaksblat lijkt dit toch een afwijking te zijn en hij geeft aan dat hij het waarborgen van de onafhankelijkheid van de Raad van Commissarissen van groot belang acht. De heer Douma merkt op dat in dat licht bezien hij vindt dat SNS REAAL eigenlijk stappen zou moeten zetten om die onafhankelijkheid in de Raad van Commissarissen te vergroten. De herbenoeming van de heer
63 ________________________________________________________________________________________
Kortmann lijkt niet in dit streven te passen, dus vandaar dat hij toch een nadere toelichting zou willen met name op dit punt. Hij vraagt hoe erin wordt voorzien dat op termijn de onafhankelijkheid van de Raad van Commissarissen wordt vergroot en hoe daarin het voorstel om toch tot herbenoeming van de heer Kortmann over te gaan past. Hij geeft aan dat de heer Kortmann één van degenen is die lid is van Stichting Beheer SNS REAAL en tevens eigenlijk aan de start van een vierde termijn staat. Hij vraagt een nadere toelichting op dit punt. De voorzitter begint met de onafhankelijkheid als lid van het bestuur van de stichting. Hij geeft aan dat men begint in een situatie waarin die stichting (en het stichtingsbestuur) nog een zeer groot belang in de Vennootschap heeft. De voorzitter geeft aan dat het de bedoeling is dat het aandeel van de stichting in het kapitaal terug wordt gebracht en dat met die terugbrenging ook geprobeerd wordt om in de loop van de tijd het aantal afhankelijke commissarissen, dus leden van het bestuur die tevens commissaris zijn, te reduceren. De voorzitter gaat in op de 17 jaar. Hij merkt op dat als je de jaren dat hij commissaris bij rechtsvoorgangers van deze organisatie was optelt, je moet teruggaan tot het jaar 1986. Als je dat optelt, dan is dat 21 jaar, maar in de loop der jaren zijn er steeds fusies en veranderingen geweest. In 1997 heeft de Vennootschap door de fusie van SNS met REAAL een totale verandering door gemaakt, een nieuwe onderneming gekregen. De voorzitter merkt op dat de heren Van de Kar en Muller vanaf 1997 meetellen, maar dat zij al veel langer commissaris waren bij de REAAL-organisatie. Hij geeft aan dat hij het dan ook niet terecht vindt, dat men de heer Kortmann en de voorzitter zelf, en dat geldt ook voor de heer Van Heeswijk, laat tellen vanaf 1991, aangezien deze personen ook volstrekt nieuw in de Raad van Commissarissen waren. De voorzitter geeft aan dat de Vennootschap in de geest van Tabaksblat handelt en vraagt wat de reden is dat Tabaksblat dit met zijn club zo voorgeschreven heeft. Hij geeft aan dat een groot aantal raden van commissarissen niet het zelfreinigende vermogen heeft en op een gegeven moment een objectieve norm moet hebben om een niet functionerende collega buiten boord te zetten. Dan moeten de goeden het voor de kwaden ontgelden. De voorzitter geeft aan dat het voor hem belangrijker is dat een man als de heer Kortmann als bestuurder perfect, als jurist nog beter, functioneert in de Raad van Commissarissen, dan het aantal jaren dat hij dat gedaan heeft. Het is de kwalitéit van het dienstbetoon en niet zozeer de duur. De voorzitter geeft aan dat verkleving met de Raad van Bestuur hier ook niet aanwezig is, want de heer Van Keulen zit hier pas vier jaar. De heer Hinssen zit hier ook al veel langer en de heer Van den Bos is opgeduikeld ten tijde van de fusie met REAAL. De heer Van Keulen merkt op dat het in 2001 was. De voorzitter merkt op dat het inderdaad 2001 was. Hij geeft aan dat dat niet veel verkleving is. De enige vaste kern in SNS als naamgever zijn de heer Kortmann, de heer Van Heeswijk en de voorzitter zelf. Zij hebben het begin nog meegemaakt. Maar Magere Hein, of in elk geval de tand des tijds, knaagt ook aan deze heren en volgend jaar, zo geeft de voorzitter aan, neemt hij ook afscheid. De voorzitter merkt op dat dan nog een verhaal gehouden kan worden dat hij veel te lang heeft gezeten. Hij geeft aan dat hij niet te lang gezeten heeft. Hij vindt dat hij goed heeft gefunctioneerd, maar laat dat aan de beoordeling van de aanwezigen over. De voorzitter geeft aan dat de Vennootschap misschien de termijnen van Tabaksblat overschrijdt, maar dat die willekeurig uit de lucht geraapt zijn en dat de Vennootschap meer aan het goed functioneren van een kandidaat hecht dan aan het aantal jaren dat hij bij de Vennootschap gezeten heeft en is blijven hangen.
64 ________________________________________________________________________________________
De heer Douma merkt op dat hij één korte opmerking heeft naar aanleiding daarvan, aangezien hij snapt dat dit een gevoelig punt is. Het gaat om mensen die gewoon hier in de zaal aanwezig zijn. De voorzitter antwoordt dat die tegen de waarheid kunnen. De heer Douma antwoordt dat dat juist is en dat die mensen op zich gewoon goed werk hebben gedaan. Hij geeft aan dat de voorzitter een inhoudelijke motivering geeft om af te wijken van de Code Tabaksblat en ook aangeeft dat het een en ander te maken heeft met verschillende rechtsopvolgers en dergelijke. De heer Douma merkt op dat hij dat nu gewoon even voor kennisgeving aanneemt. Hij geeft aan dat hij ook genoteerd heeft dat de voorzitter op zich het streven ondersteunt om het belang van Stichting Beheer SNS REAAL terug te dringen en daarmee de onafhankelijkheid van de Raad van Commissarissen op termijn te vergroten. Hij geeft aan dat wat hem betreft dit punt afdoende afgehandeld is. De voorzitter merkt op dat het zuiverste bewijs daarvan is dat hij niet gevraagd heeft, zelfs geweigerd heeft, om zitting te nemen in dat bestuur. Hij merkt op dat hij het onverenigbaar vindt dat je presidentcommissaris bent en tevens lid bent van het bestuur van de stichting. Voor het overige zit de onafhankelijkheid in de geesten van iemand zelf. De voorzitter geeft aan dat hij voor de Chinese Muur en jezelf, en voor de integriteit van de kandidaten voor het commissariaat, voor 100% instaat. Maar de vraag was of de algemene vergadering gebruik wil maken van haar recht om kandidaten aan te wijzen. De voorzitter vraagt of iemand nog een neef op het oog heeft. Indien dit niet het geval is, dan brengt hij dit in stemming. De voorzitter geeft het woord aan de heer Smit. De heer Smit merkt op dat in vervolg op wat hier net gezegd is, bekend is dat de VEB veel hecht aan de toepassing van corporate governance. Hij geeft aan dat hij vindt dat de voorzitter voldoende heeft uitgelegd en dat hij er weinig moeite mee heeft zoals dat gaat. Hij geeft aan dat de Vennootschap inderdaad uit een bijzondere situatie komt, dus dat hij tegen enige clementie ten aanzien van eventueel misschien wat mindere onafhankelijkheid op dit moment dan ook geen bezwaar heeft. Hij geeft aan dat hij aanneemt dat de norm van onafhankelijkheid in de wat verdere toekomst wel aan de orde zal zijn. De voorzitter merkt op dat de Vennootschap daarnaar streeft. De heer Smit antwoordt dat hij dat goed vindt. De voorzitter merkt op dat dat volgens de lijnen der geleidelijkheid zal gebeuren. De heer Smit stemt hiermee in en geeft aan dat hij verder niet de indruk heeft dat de tand des tijds ook aan de voorzitter knaagt en hij zich daar niet zoveel van aan moet trekken. De voorzitter merkt op dat hij zich volgend jaar herkiesbaar stelt en dat hij dan al één stem heeft. Agendapunt 13c. Aan de algemene vergadering van aandeelhouders wordt de mogelijkheid geboden personen aan te bevelen om als commissaris te worden voorgedragen. De voorzitter geeft aan dat hij daar nog op terugkomt. Hij merkt op dat de vraag was of de algemene vergadering een voorstel, een aanbeveling, wil doen voor het benoemen van een commissaris. Hij constateert dat dat niet het geval is en gaat over tot stemming over het volgende voorstel.
65 ________________________________________________________________________________________
De voorzitter opent de stemming. Na enkele minuten sluit de voorzitter de stemming. De voorzitter constateert dat voor het voorstel 186 en dan nog een ruim een half miljoen zijn, tegen 417 en 13.959 onthoudingen, waarmee de vergadering besluit geen gebruik te maken van het recht tot het doen van aanbevelingen. De voorzitter merkt op dat intussen wel geconstateerd en gerespecteerd is dat er in één van deze vacatures een bijzonder aanbevelingsrecht voor de Centrale Ondernemingsraad bestaat. Daar is ook tijdig bericht van gegeven. De dames en de heren van de Centrale Ondernemingsraad zijn druk in de weer om een passende kandidaat te vinden, maar zijn daarbij toch even op een teleurstelling gestoten. De voorzitter geeft aan dat ze gedacht hadden dat ze iemand hadden, maar die man heeft intussen een andere positie waardoor hij weer niet gevolg kan geven aan de gewekte verwachtingen. De voorzitter geeft aan dat hij hoopt dat de heren van de Ondernemingsraad, en de dames, in staat zullen zijn om op een redelijke termijn te komen met een kandidaat, want deze vacature kan niet eindeloos voortbestaan. Een en ander is in alle pais en vree met de Ondernemingsraad besproken. Agendapunt 13d. Bij inwerkingtreding van de opschortende voorwaarde dat de algemene vergadering van aandeelhouders geen gebruik maakt van de mogelijkheid zoals geboden onder c., doet de Raad van Commissarissen het voorstel tot benoeming van de kandidaten zoals voorgedragen per het tijdstip van sluiting van de vergadering. De voorzitter merkt op dat hij dan komt tot de consequentie van de reeds genomen besluiten. Allereerst de heer Van de Kar opnieuw te benoemen tot commissaris. Agendapunt 13.d.i. Benoeming van de heer Van de Kar, per het tijdstip van sluiting van de vergadering. De voorzitter vraagt of iemand daarover het woord wenst. Hij constateert dat dat niet het geval is en gaat over tot de stemming.
66 ________________________________________________________________________________________
Na enkele minuten sluit de voorzitter de stemming. De voorzitter constateert dat voor gestemd hebben 186.485 en nog een paar, tegen 47.852 gestemd hebben en onthouding 14.474. Het besluit is dus positief genomen en de heer Van de Kar wordt opnieuw benoemd tot commissaris. De voorzitter merkt op dat hij hem met deze herbenoeming geluk wenst en dat hij hoopt dat de heer Van de Kar de Raad van Commissarissen niet teleur zal stellen. Agendapunt 13.d.ii: Benoeming van de heer Kortmann, per het tijdstip van sluiting van de vergadering. De voorzitter constateert dat er een soortgelijke vraag voorligt met betrekking tot de herbenoeming van de heer Kortmann. Hij vraagt of iemand daarover nog het woord wil voeren na de discussie die er al geweest is. Zo niet, dan stelt de voorzitter voor om de heer Kortmann opnieuw te benoemen tot commissaris bij de Vennootschap. De voorzitter opent de stemming. Na enkele minuten sluit de voorzitter de stemming. De voorzitter merkt op dat daar wat meer tegenstemmers zitten, maar er toch nog 96,7% voor is gestemd, zodat ook de heer Kortmann met opgeheven hoofd opnieuw zijn commissariaat kan aanvaarden. Hij geeft aan dat hij hem veel succes wenst en verder niet twijfelt aan zijn onafhankelijkheid in het spelen van diverse rollen. Agendapunt 14: Rondvraag De voorzitter vraagt of iemand nog iets heeft voor de rondvraag. De heer Schipper (oud-werknemer) merkt op dat hij de voorzitter er eerst mee wil feliciteren dat hij weer twee van die goede mensen bij de Raad van Commissarissen heeft, de heer Van de Kar en de heer Kortmann. Hij geeft aan dat SNS stoelt op zekerheid, de verzekeringen en betrouwbaarheid, de overeenkomst. Hij merkt op dat er helaas in die betrouwbaarheid vorig jaar een kleine dip is geweest ten opzichte van de oude werknemers. Hij geeft aan dat hij de voorzitter heeft horen zeggen dat overeenkomsten er zijn om na te komen en dat de arbeider betaald moet worden. Hij doet vervolgens een dringend beroep op de voorzitter en op de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur om alsnog die oude toezegging van de overeenkomst over de ziektekosten na te komen. Hij sluit af met te zeggen dat hij dat nog even kwijt wilde. De voorzitter merkt op dat dat een herhaling is van het standpunt en de vraag van de collega van deze mijnheer. De heer ?? antwoordt dat de aandeelhouders voor zijn. De voorzitter merkt op dat er wel een dubbele knoop op ligt en vraagt of er nog andere vragen voor de ronde zijn. Hij constateert dat dat niet het geval is.
67 ________________________________________________________________________________________
Agendapunt 15: Sluiting De voorzitter dankt alle aanwezigen zeer voor hun inbreng maar vooral voor hun geduld en de constructieve bijdragen aan de besluitvorming. De voorzitter sluit de vergadering om 14:45 uur en wenst allen wel thuis. Deze notulen zijn conform artikel 26 lid 4 van de statuten van de Vennootschap vastgesteld op _______________ 2007.
_______________________ De voorzitter De heer J.L. Bouma
______________________ De secretaris De heer H.F. de Wit
Totale stemuitslag inzake de stemming op de op 9 mei 2007 gehouden jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders van de te Utrecht gevestigde naamloze vennootschap SNS REAAL N.V. (de “Vennootschap”)
Agendapunt
Voor
Tegen
Blanco
Onthoudingen
3. De vaststelling van de jaarrekening van de Vennootschap over het boekjaar 2006
186119416
116
426692
1886
5a. Uitkering van dividend in de vorm van keuzedividend
186533425
1575
10324
2786
5b. De vaststelling van de dag van opeisbaarheid van het keuzedividend
186531515
2129
12581
1885
6. De verlening van décharge aan de leden van de Raad van Bestuur voor hun bestuur over het boekjaar 2006
186535630
6
10538
1936
7. De verlening van décharge aan de leden van de Raad van Commissarissen voor hun toezicht op het bestuur over het boekjaar 2006
186534630
1072
10523
1885
8. De aanwijzing van de Raad van Bestuur als het orgaan dat bevoegd is te besluiten tot (ondermeer) uitgifte van aandelen
178663202
7810802
73221
885
9. De machtiging van de Raad van Bestuur tot inkoop van eigen aandelen
186532567
3353
10793
1397
10. Wijziging van de statuten van de Vennootschap
186534357
772
11333
1648
11. Wijziging van de bezoldiging van de leden van de Raad van Commissarissen
182017963
2497
4525385
2265
12. Wijziging van het beleid op het gebied van bezoldiging van de leden Raad van Bestuur
181910711
4623339
10266
3794
13c. Voorstel om geen gebruik te maken van het aan de algemene vergadering van aandeelhouders toekomende recht van aanbeveling ten aanzien van de benoeming van commissarissen, met de drie vacatures die zullen ontstaan.
186533734
417
10166
3793
13di. Benoeming van de heer Van de Kar als commissaris van de Vennootschap
186485784
47852
10370
4104
13dii. Benoeming van de heer Kortmann als commissaris van de Vennootschap
180401845
6107690
34781
3794
Proefstemming
173589023
2286
4517029
8439772