de PAROLIEBOL Jaargang 3, nummer 1, januari 2015
digitaal orgaan voor hen die bij Het Parool hebben gewerkt
Paroliebollen 2014 naar Frenk der Nederlanden Voor de tweede keer in successie mocht de redactie van de Paroliebol de Paroliebollen uitreiken.
D
e tweede Paroliebollen nieuwe stijl is dit keer een oeuvreprijs. En gaat naar een zeer veelzijdig journalist, die alle stadia in de journalistiek heeft doorgemaakt en vrijwel alle posities op de krant heeft bekleed: Frenk der Nederlanden. Hij kwam binnen als verslaggever. Een grote overstap van een regionale krant naar – de toen nog – landelijke krant Het Parool. Al snel klom hij op, werd vervolgens co-chef van de verslaggeverij, chef Amsterdam, chef verslaggeverij. En later columnist. En wat voor één! Dagelijks een column over Amsterdam. Heel Amsterdam lag figuurlijk aan zijn lippen; hij kon de straat niet over zonder herkend te worden. Maar de hoofdredacteur vond het belangrijker dat een vriendje van haar die dagelijkse column ging vullen. Auke Kok heeft het niet lang volgehouden. En Barbara van Beukering is inmiddels ook weg, maar dit terzijde. Onze prijswinnaar moest de overstap maken naar de sportredactie en ging de sportpagina’s opfleuren met prachtige, lange en zeer goed leesbare stukken. En nu bij de laatste reorganisatie, waar er nauwelijks rubrieken meer zijn en nauwelijks rubriekchefs, werd hij samensteller – want zo heet dat tegenwoordig – samensteller buitenland. En weer weet hij telkens een informatief goed stuk te schrijven over welk buitenland dan ook. Zie verder pagina 2
PAUL WESTINK
Frenk der Nederlanden is zeer verguld met zijn oeuvre-prijs.
FOTO LUCY PRIJS
Uit het juryrapport ‘Frenk der Nederlanden verdient de Paroliebollen 2014 voor zijn hele oeuvre als verslaggever, chef binnenland, chef Amsterdam, columnist (dagelijkse column over het dagelijkse leven in Amsterdam), mooieverhalenschrijver en samensteller buitenland.’
januari 2015 / 2
Uitreiking Paroliebollen
Paul Westink spreekt de winnaar toe. Aandachtige luisteraars: Jan van Breda, Peter Elenbaas, juryvoorzitter Paul Westink, Gerard Verdaasdonk, Paul Arnoldussen, Kurt van Es en Frenk (foto’s boven). Midden, links: Frans Peters (rechts), midden rechts: Jan van Breda en Frans Bosman. Ook Bert Steinmetz spitst zijn oor (onder).
aldus
januari 2015 / 3
Een kroontje op jaren hard werken
Gefeliciteerd met de tweede plaats, hoe word je genomineerd?
“Dat is een kwestie van foto’s opsturen. Samen met een bevriende collegafotografe heb ik al mijn foto’s van het afgelopen jaar doorgelopen en een keuze gemaakt.” Mag je er één of meer insturen?
“Ik heb er vijftig ingezonden waaronder vier series van zeven.” Op wat voor criteria heb je ze gekozen?
“Je kiest foto’s voor de verschillende categorieën, bijvoorbeeld voor de categorie Nieuws. Maar mijn werk valt vooral onder het kopje Cultuur en entertainment. Ik deed het gevoelsmatig. Voor mij moet een foto goed voelen. Ik weet als ik ze heb gemaakt altijd meteen wat de beste is.Vaak blijkt dat ook de keuze van de opdrachtgever te zijn.” Dat lukt mij nou nooit met mijn vakantiefoto’s.
“Ik heb er natuurlijk wel voor doorgeleerd. De genomineerde foto van Misha Mengelberg in het Alzheimercafé in Grand
Café Frankendael was de beste uit een serietje. Maar ik heb hem als los beeld ingestuurd. Mengelberg heeft alzheimer.” Je ziet hem achter de vleugel zitten pingelen maar hij staat wel achteraan in het beeld.
“Je belangrijkste onderwerp hoeft niet altijd vooraan te staan. Door de compositie wordt je oog naar hem toegetrokken. Je ziet hem eerst, en dan pas Han Bennink met zijn been op het drumstel.Van de soliste vooraan zie je alleen de broekrok. Die vond ik niet interessant.” Wanneer hoorde je van je nominatie?
“Vier dagen voor de uitreiking kreeg ik het mailtje. Ik was heel, heel erg blij. Ik was op klus, maar heb het de mensen daar meteen verteld. Je weet natuurlijk dat de Zilveren Camera altijd naar een nieuwsfoto gaat, maar toch.” Wat betekent het voor je?
“Ik zie die tweede plaats als een kroontje op jaren hard werken. Ik ben pas op latere leeftijd begonnen met fotografie. Hiervoor
Paroolfotograaf Dingena (Inge) Mol is bij de uitreiking van de Zilveren Camera 2014 zondag in Den Haag tweede geworden in de categorie Cultuur & Entertainment. Met de nominatie alleen al kwam haar droom uit. was ik 23 jaar grafisch vormgever en werkte ik ook als beeldredacteur. Als ik dan een fotograaf op pad stuurde, dacht ik: ‘Potverdorie, dat zou ik zelf wel willen doen.’ Op een expositie van de fotoacademie zag ik hoe je als fotograaf het moment kunt pakken. Je staat daar wel met een grote camera, maar het lijkt alsof je er niet bent. Toen ben ik naar de FotoAcademie in Amsterdam gegaan en inmiddels werk ik nu vijf jaar als fotograaf.” En nu al zoveel eer.
“Dit is een droom. Maar voor Het Parool werken was ook een droom, net als toen ik bij Hollandse Hoogte kwam. Ik weet nog dat ik bij Liesbeth Melkert, jullie vroegere chef foto, om een stage kwam. Je zag haar denken: Daar heb je weer zo’n dame op leeftijd.” Ooit spijt gehad?
“Nooit! Dit vak is zo leuk omdat je overal komt. Ik heb zwervers gefotografeerd, maar ook de koningin. Je raakt aan zoveel levens. Het geeft me energie.” FRANS BOSMAN Amsterdam, 22-05-2014
Alzheimercafé
Misha Mengelberg (1935) heeft alzheimer. Tientallen jaren speelde hij samen met het Instant Composers Pool Orchestra, en nog steeds doen ze dat zoveel mogelijk. Het ICP trad samen met Mengelberg op in een kleine bezetting tijdens het Altzheimercafé in Grand Café Frankendael. Rechts drummer Han Bennink. Deze foto heeft overigens niet in de krant gestaan. De keuze was gevallen op een andere foto van de avond, waar Mengelberg prominenter in beeld was. FOTO DINGENA MOL
januari 2015 / 4
schuim
Jos Bloemkolk leest voor uit zijn dichtbundel Geen sneeuw meer (l.); Erik Voermans: ‘Maakte die lul ooit maar eens een tik- of stijlfout’ (m.); een emotionele Jos zegt een dankwoord (r.). Foto’s MONIQUE STORK-BLOEMKOLK
Wat: een Meneer verlaat de krant Waar: VOC Café in de Schreierstoren Wie: Jos Bloemkolk (alias Bob Frommé, alias Han Lips) en de redactie van Het Parool Waarom: Bloemkolk gaat met pensioen Wanneer: 21 januari 2015
‘God, wat had ik een hekel aan die Bloemkolk’
‘I
k ben blij dat je nu eindelijk optieft.” Niet veel afscheidsfeestjes verdragen zo’n openingszin van de belangrijkste spreker. Bij de borrel voor Jos Bloemkolk, alias Bob Frommé, alias Han Lips, kreeg uitluider Erik Voermans er de lachers direct mee op zijn hand. Met een conference die moeiteloos een avond in de Kleine Komedie zou kunnen vullen, trok hij uiteindelijk zelfs traantjes los bij de gebenedijde pensionado Jos. Even dreigde de hele feestrede niet door te gaan; sprekert was zijn leesbril vergeten. Geen nood, Frenk der Nederlanden leende hem zijn brilletje uit, zodat Voermans los kon gaan: “God wat had ik een hekel aan die Bloemkolk. Met zijn grote
hoofd. Met altijd weer diezelfde grapjes. Diezelfde imitaties van Paulus de Boskabouter, of deze van Ko van Dijk: ‘Doe mij een lol, doe mij een ont-ZAG-ge-lij-ke lol!’.”
M
uziekrecensent Voermans legde de ruim vijftig feestgangers in café Schreierstoren de ware reden uit, waarom hij opgelucht is over het vertrek van zijn collega: Bloemkolk ‘verpestte de markt’. “Zijn recente interview met Daniele Gatti, de nieuwe dirigent van het Concertgebouworkest, was één van de vele druppels die de emmer deden overlopen. Zonder inhoudelijk ook maar de geringste notie te hebben, leverde hij een geniaal stuk af. Zonder tik- of stijlfouten natuurlijk. Máákte die lul ooit maar eens een tik- of stijlfout.” Adjunct-hoofdredacteur Ronald
Ockhuysen, die op de redactie steeds meer draagvlak verwerft als potentiële kandidaat-hoofdredacteur, bracht in herinnering dat Jos Bloemkolk al in 1980 zijn eerste stukje voor Het Parool schreef. “Over mijn stukjes zei Jos eens: ‘Verdomd, je kan best schrijven’.” Ockhuysen: “Jos is kritisch, maar altijd mild. Er gaat een Meneer weg bij de krant.”
D
at de vorige hoofdredactie Jos Bloemkolk heeft laten weten geen prijs te stellen op voortzetting van Bob Frommés column, heeft Jos niet onberoerd gelaten. Openlijk solliciteerde hij op zijn afscheidsfeestje bij Ockhuysen: “Ik ga niet juichend weg. Ik hoop dat ik als freelancer nog iets te doen krijg bij Het Parool.” MARC LAAN
januari 2015 / 5
Een bijzondere foto
D
eze foto kwam ik per ongeluk tegen in mijn archief. De sportredactie (met aanhang) van Het Parool, medio jaren zeventig. Bij nadere beschouwing een nogal bijzondere foto. Want ga maar na. Slechts één van de in de nasi prikkende sportjournalisten bleef zijn vak trouw tot aan zijn pensionering: Dick van den Polder. De rest stapte al ras over naar andere disciplines. Ik ga even het rijtje langs. Van links naar rechts: Jan de Vries (had als leidinggevende de sportredactie onder zijn hoede), Nel de Vries, Dik Bruynesteyn (karikaturist – zoals hij zich zelf graag noemde – en auteur van de voetbalstrip Appie Happie), Anne Bruynesteyn, Dick van den Polder (die er nooit ook maar één moment over heeft gedacht om niet over voetbal te gaan schrijven), Trix Doeleman, Hans Doeleman (zette een zeer succesvol bureau op dat plattegronden tekende voor allerlei media), Martha Overdijkink, Gerrit Overdijkink (werd eerst chef PS en
daarna reisredacteur van Het Parool), Truus van den Dobbelsteen (bijna onzichtbaar) en Rob van den Dobbelsteen (eerst verslaggever bij PS en daarna reisredacteur voor de GPD-kranten).
A
an de andere kant van de tafel (van achter naar voren): Carel Brendel (toen nog Cajo) werd algemeen verslaggever bij het AD), waarschijnlijk de partner van Carel; Gea van Nieuwenhuizen, Cees van Nieuwenhuizen (eerst adjunct-hoofdredacteur bij Het Parool, later een hoge, internationale functie bij het sportmerk Nike), Annette van der Sloot (redactiesecretaresse die – althans bij mij – uit het zicht verdween toen ze ontslag nam), Henk Langenberg (werd onderzoeksjournalist bij De Limburger en ontving in 1993 samen met Joep Dohmen de Prijs voor de Dagbladjournalistiek voor verhalen over corruptie in het ZuidLimburgse bedrijfsleven, De Vriendenrepubliek); de partner van Henk, Bert van der Does (stapte als
eindredacteur over naar de Alkmaarsche Courant) en Wilma van der Does.
I
k kan het niet laten nog even te vertellen dat Henk Langenberg naast een goede journalist ook een geweldige voetballer was. Hij speelde zelfs nog even als prof bij Roda JC. Samen met Coo Dijkman (De Telegraaf en ooit prof bij – dacht ik FC Zaanstreek en AZ) en Rob Fleur (Het Parool en eveneens prof bij zowel FC Zaanstreek als AZ) vormde hij een schitterend middenveld in het onverslaanbare NoordHollands perselftal. Hoogtepunt: een 4-0 overwinning op het toen nogal hoog van de toren blazende Rotterdamse perselftal waarin Dick van den Polder (ooit prof bij Excelsior) scheldend en schoppend de ramp probeerde te voorkomen. Mooie herinnering. Want weliswaar kon ik niet voetballen, maar mooi dat ik er wel twee binnen schoot. ROB VAN DEN DOBBELSTEEN
januari 2015 / 6
mijn Canillas de Aceituno
1
Jan van der Marel (Vlaardingen, 1957) was vanaf de verzelfstandiging van Het Parool in mei 2003 tot augustus 2010 commercieel directeur en uitgever a.i. Woont zes maanden met Marita, hond Guus en de katten Truus en Jopie in Huizen en de andere zes maanden met al het vee in Canillas de Aceituno, Andalusië, Spanje. Restaurant
2
Canillas de Aceituno 1 is zo’n typisch wit bergdorp zoals je dat vaak ziet in Andalusië. De mensen werken op het land of hebben een ‘ambacht’. Het eten in de drie restaurants dat het dorp rijk is, is daar ook op afgestemd: op het menu veelal geit, lam, konijn, rabo de torro en grote steaks. Voedzaam eten dus. Voor een lekker vers visje 2 of tapas, gaan we vaak naar een chiringuito aan de kust in Torre del Mar of Caleta de Velez.
Café
3
Midden op het dorpsplein, naast het gemeentehuis van Canillas, zit het cafétje van Manolo. Precies zoals je je dat voorstelt, mannen aan de bar voor een snelle cortado of een klein biertje. Buiten een paar tafeltjes tussen de sinaasappelbomen om even uit te rusten met een kopje koffie of wat tapas.
Dagelijkse boodschappen
In supermarktjes zo klein als een woonkamer kunnen we in het dorp altijd terecht voor de urgente boodschappen. We hebben ook een bakker, een slager en een bank met pinautomaat. Voor het grote werk gaan we één keer per week de berg af naar de Mercadona, waar ze onder meer een fantastische afdeling verse vis hebben.
Museum 3
4
In Malaga zit het Museo de Arte Flamenco van de groep van La Peña Juan Breva dat meer dan vijfduizend stukken bevat, waaronder tekeningen, schilderijen, posters, sjaals en andere kledingstukken. Bijzonder is een collectie van ruim 2500 platen met een aantal exemplaren dat dateert uit de negentiende eeuw. Erg leuk om te bezoeken, om die aloude sfeer van de Flamenco-traditie op te snuiven.
Markt 4
5
6
Er zijn veel straatmarkten in onze buurt. Favoriet is die van zaterdag in Caleta de Velez, waar we elke week weer met te veel vers fruit en groenten van terug komen, doordat het er allemaal zo heerlijk uitziet. De groentemannen zien ons daarom met veel plezier komen, met altijd aan goed gesprek over, hoe kan het ook anders, Barcelona, Real Madrid en Malaga.
omdat de exploitatie niet rond te krijgen is. Doodzonde.
Mijn buurt
La Casquela, de berg op vijf minuten van het dorp, waar wij dagelijks genieten van adelaars, de geitenherder die met 150 beesten 5 door onze achtertuin loopt, het Meer van Viñuela, waar we op kijken, en de vele spannende wandelpaadjes die we samen met hond Guus ontdekken.
Dagelijkse ergernis
Geen, daarom zitten we op een berg in Spanje.... para una vida tranquila.
Dagelijks geluk
Elke dag weer genieten van het uitzicht en de rust, met in ons achterhoofd de wetenschap dat, mochten we hier genoeg van hebben, grote steden als Malaga, Granada en Sevilla op rij-afstand zijn.
Favoriete winkel
Omdat we hier veel in de tuin rommelen, zie je ons vaak bij Hermanos Jeromo, een grote ‘schuur’ in VelezMalaga met van alles wat je maar kunt bedenken ooit nodig te hebben in de tuin. Ze spreken geen woord Engels of Nederlands, dus het is ook heel goed voor ons Spaans.
Kapper
Suzy, de plaatselijke kapster, heeft een piepklein salonnetje en verstaat haar vak. Bovendien ben je ook meteen op de hoogte van de dorpsroddels. En dat voor een ‘vooroorlogse’ prijs.
Grootste gemis in het dorp
Uhm… eigenlijk niets. Het is prima zo.
Dieren in Canillas de Aceituno
Dieren genoeg om ons heen: zelf nemen we onze ‘dierentuin’ elke keer mee; hond Guus 6 en onze twee katten Truus en Jopie. Tot voor kort hadden we ook aanloopkat Blackie, maar helaas heeft ze een ander gasthuis gevonden. Er zitten hier heel interessante padden en ik heb al een keer een slang uit het zwembad moeten redden. Dagelijks scheert ook een adelaarsstel over onze hoofden op de termiek. En dan hebben we het nog niet eens over al de geitjes en schapen die hier door de Campo wandelen.
Wil nog altijd
Met pek en veren het dorp uit
Met de camper nog meer ontdekken van ons nieuwe land Spanje.
Een van de vorige burgemeesters heeft zich enorm ingezet voor een gigantische parkeergarage die het dorp helemaal niet nodig heeft. Na zes jaar staat er een kolos van beton, helemaal leeg
Er zijn er veel, maar toen drie jaar geleden beide ‘overgebleven’ ouders samen op de berg logeerden, voelden we ons heel gelukkig.
Mooiste herinnering