Aafi
de Tweede Kamer der Statem-Generaal, Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de Vereeniging van beetwortelsuikerfabrikanten in Nederland — gevestigd te Roosendaal, en erkend bij Z. M. Besluit van 24 November 1874, N°. 22 — dat zij zich genoodzaakt ziet hare bezwaren mede te deelen tegen het op 1 October jl. ingediend ontwerp van wet tot goedkeuring van het verdrag, betreffende de suikerbelasting tusschen Nederland, België. Frankrijk en Engeland. In de eerste plaats veroorlooft Adressante zich er op te wijzen, dat de Regeering de conventie van 11 Augustus heeft tot stand gebracht, zonder dat onze Vereeniging van den inhoud kennis droeg, of over deze ingewikkelde quaestie werd geconsulteerd, hoewel Z E. de Minister van Financiën bij Resolutie van 10 Juli 1873, N°. 65 te kennen gaf, >dat de Minister de wettelijk erkende »organen der nijverheid en voor zooveel noodig ook de individueele fabrikanten , »gaarne zal raadplegen voor zoover dit hem bij eventueele wijziging der 3)wetgeving op de suikerbelasting wenschelijk mocht blijken." Terwijl de Fransche Regeering door het instellen eener enquête door den Conseil supérieur du commerce, de l'agriculture et de l'industrie (Enquête sur la question de l'impót du sucre a la consommation 11 vol. 1872), zooveel moff'^l"k hcht over deze zaak verspreidde, en bij menige gelegenheid Ministers
J.wetgeving op de suikerbelasting wenschelijk mocht blijken " den Pnl^eT'-'' "^'^ ^ T " ' " ' ^ ' " ' ' ™ 8 '^'""" '>"' i"^'^"''" «'^"'^r »q««te door den Conseil superieur du commerce, de l'agricnlture et de l'industrte (Enouête sur laquesüondel>imp6t d« sucre i la consommatio,, Il vol i m ' zoov mogelijk hcht over deze zaak verspreidde, en bij menige gelegenhe d S e t en Commissiën u,t de Assemblee Nationale trachtten hun nut te doen me d" verklaringen van door hen gehoorde kooplieden en nijveren; terwijl de M " ter Generale des Fabricants de sucre de Belgique een zestal vragen ter beantwoording voorlegde, werd in ons land het oordeel der nijverherd niet ingeroTpen Wijzen
Ware onze Eegeering van de wenschelijkheid om de organen der nijverheid te raadplegen overtuigd geweest, zij ware o. a. door onze VereenigiwTker ge wezen op het ontbreken van eene bepaling omtrent de rechten op de o moseTn Belgu., die m het stelsel der Regeering zeker in de Conventie te huis b e Z r d maar waarvan m de onderhandelingen te Brussel zelfs geen sprake is geweest.'
MemorittrTodicbT' ' ' ' / " ^ ' / ^ ""'' '''"'"''"^ ™° ^'' Wetsvoorstel met
Memorie van Toelichting zelve de volgende opmerkingen aan Uwe <-oedaunstige overwegmg te onderwerpen. aOeagua-
In de algemeene beschouwingen deelt de Regeering mede dat zii met wil ontkennen dat deze overeenkomst niet geheel voldoef a l hetgeen z1
2 zou gewenscht hebben, dat meer te verkrijgen niet onder haar bereik lag, en dat zij niet aarzelde de conventie te sluiten, omdat zij daardoor althans iets — al was het niet alles — verkreeg, en voert voorts aau, dat de belangen van Nederlands handel en nijverheid en de wenschelijkheid eener deugdelijke belastingregeling tot die keuze geluid hebben. Het zal ons niet moeilijk vallen te betoogen dat het sluiten dezer conventie niet is in het voordeel van, maar wel in strijd met de belangen der beetwortelsuiker-industrie. Werd de conventie bekrachtigd door de goedkeuring der wetgevende lichamen in de verschillende contracteerende Staten, dan zouden de Fransche en Nederlandsche raffmaderijen en beetwortelsuikerfabrieken aan de exercice worden onderworpen, terwijl Engeland zich verbindt bij het weder invoeren der belasting hetzelfde stelsel toe te passen en België eenige wijzigingen in de bestaande wetgeving brengt en den accijns verlaagt. Onze Regeering acht het dus nogmaals wenschelijk zich te verstaan met eenige naburige staten, waarvan Engeland eigenlijk niets op zich neemt, omdat daar te lande de suiker-belasting niet meer bestaat en ook niet weer zal worden ingevoerd, terwijl Frankrijk door het niet uitvoeren van eenige hoofdbepalingen der vorige conventie geen aanspraak op eenig vertrouwen in de toekomst kan maken. Oordeelt onze Vereeniging het al niet geraden Nederlands wetgeving te onderwerpen aan het toezicht van Engeland, dat volkomen vrijheid behoudt, en de belangen van onzen suikerhandel afhankehjk te maken van onzekere Fransche toestanden, haar hoofdbezwaar tegen deze conventie bestaat in de omstandigheid, dat aan de Belgische beetwortelsuiker-industrie voordeelen
' ° " ' r e l t o t e Vereeniging het al niet geraden Nederlands wetgevhg te o n d e r e t e n Zn het toezicht van Engeland, dat volkomen vnjheid behoudt en de b e Z ' e n van onzen suikerhandel afhankelijk te maken van onzeker Franschetoelnden, haar hoofdbezwaar tegen deze convenüe bestaat in de Franscbe ^^°«'^^'> ' Belgische beetwortelsuiker-industne voordeden S e r l t M . ' l l k T h a a ' ^ i n s t L zullen stellen om voortdurend aan on.e
^*"^o"e : i l d S Ï n r d e - E : ^ rx-oelichting over Artikel B der .onventl « komen Adressante zoo weinig afdoend voor. dat zrj z.ch ZX^ZZlo!Le^^^^^ breedvoerig aan te toonen, dat de Regeermg de ; i n niet in het Juiste daglicht stelt en daardoor bewijst het gewicht der concessie aan België niet goed te hebben overzien Nanr de beoalineen der nieuwe conventie zal het fixam bij den aansia„ der B Ï he beetwonelsuiker-fabrikanten trapsgewijze worden ge racht op een bedrag van 1600 gram, terwijl onze Regeermg beweert dat de thans hiei lande bestaande hooger aanslag van 1633 gram nog ^ ^ " ^ ^ f J ; „ ^,^ Terwiil men derhalve zou moeten verwachten, dat de Regeering, a^ tegenwlht tegen de invoering der exercice - / - l - * ' -"^.^f'^fg!,"/!^ het abonnement in België moest worden verhoogdtot 1715 gram (W,x 1 6 3 3 ; h v l e n s haar in Nederland verkregen cijfer - tracht zij te betoogen. da o l beetwortelsuiker-indnstrie reden tot dankbaarheid heeft, omdat zy tot dusverre t r hare Belgische concurrenten op eene productie van éen mdlioen X r ruwe suiker f 16200 ten achter stond, terwijl in het vervolg datnade ^ m M e r l t t V 7479. De Vereeniging van beetwortelsuiker-fabr kanten stelt d^Tegenover ene geheel andere opinie. Naar hare meenmg is bij de vaststelTm to Internationale Suikerconventie van 1864 een groote misslag begaan,
3 door in Artikel 16 de bepaling niet op te nemen, dat het abonnement m Nederland en België op gelijke voorwaarden moest worden geregeld. Daardoor toon ontstond, in strijd met de bedoelmg der conventie - opheffing van beschermmg n W d e r i n g ' v a n gelijkheid van mededingmg tusschen de -dustneelen de. contracteerende mogendheden - een groot nadeel voor onze nijverheid, die bij hare midelijke naburen zeer achter stond en door deze gedwongen werd den priis der beetwortelen te verhoogen en dien der suikers te verlagen. Bij het tot stand komen eener nieuwe regeling verwachtte onze Vereemging d u ^ - ^ a ^ mocht er al geen volkomen gelijkheid verkregen worden - dan toch zeker nu Z^ Industrie aan de beurt was om boven de Belgische te worden bevoordeeld, zii konde, noch mocht veronderstellen, dat hare belangen op nieuw werden opg oiferd en dat de Regeering het zoude doen voorkomen , alsof het e-voordeel is dat de misslag van 1864, al is het dan op kleiner schaal, wordt herhaald. ' NadatTcltfr het emdcijfer der bescherming in Belgié op f 0.71 per zak suiker wordt getaxeerd - wij stippen aan, dat dit voordeel volgens het stelsel dTRegeering tot 1 Januari 1877 f 1,36= en tot September van da jaar f i 02' zal bedragen - wordt in de Memorie van Toelichting op verschillende gronden aangetoond, dat dit cijfer nog wel niet bereikt zal worden. Het zal ons niet moeilijk vallen de vele zwakke zijden van dat betoog aan te wijzen. . , , „ In de eerste plaats wordt beweerd, dat ten gevolge der hoogere nommers, waaraan de uittevoeren beetwortelsuikers tot het verkrijgen van afschrijving moeten beantwoorden, de overponden in België met onbedmdend zullen verminderen. Waren inderdaad enkel de laagste nommers der klassen vervangen door de middennommers, op de bewering der Regeering ware niets af te dingen; maar hier tegen over staat het feit - en de Regeering brengt dit volstrekt
*
,,
lutirs, w a a r a a n
j Ui.
<5ii
wuo. —
^
vei a y g e n
Yan
u '
schrijving 'moeten beantwoorden, de overponden in België niet onbeduidend zullen verminderen. Waren inderdaad enkel de laagste nommers der klassen vervangen door de middennommers, op de bewering der Regeering ware niets af te dingen; maar hier tegen over staat het feit — en de Regeering brengt dit volstrekt niet in rekening — dat de fabrikant, die nu in Nederland bij uitvoer van witte suikers, van 3*' en van 4*^' klasse slechts eene afschrijving bekomt van 94, 80 en 677o drooge witte broodsuiker, in België voortaan zal worden gecrediteerd voor een aanmerkelijk hooger bedrag; nl. 98, 81 en 72 "ZoNeemt men nu in aanmerking dat bij den gewonen loop de fabrikatie het overgroote gedeelte der eerste produkten voldoet aan een hooger type dan het middennommer en nadert tot de eerste klasse, terwijl de tweede produkten doorgaans hoog in de derde klasse dienen gerangschikt te worden , dan moet zich wel de overtuiging vestigen, dat de hoeveelheid suikers, die tot eene lager klasse worden teruggebracht al zeer gering moet zijn, zoodat de hooger afschrijving, aan witte suikers aan 3'^^ en 4*^^ klasse toegestaan, voor dat problematiek nadeel een meer dan voldoend tegenwicht oplevert. In de tweede plaats wordt door de Regeering aangevoerd dat het Belgische gouvernement beweert j)dat een rendement van 1600 gram, ongeveer 3)het gemiddelde tusschen het Nederlandsche en het Fransche, voor de BelDgische fabrieken in het algemeen het uiterste is, waartoe men kan komen" en wordt op verschillende gronden aangetoond dat in Nederland een hooger rendement kan worden verkregen dan in België. — Allereerst wenschen wij hier op te merken dat men de woorden der Belgische onderhandelaars slechts
4
onder zekere reserve moet aannemen; beweerde niet de Heer Guillaume, Inspecteur Général a Fadministration des contributions directes, douanes et accises, te Parijs in de conferentie van 19 April 1873: 3)qu'il lui est impossible 3>de ne pas protester de nouveau, comme il l'a fait a Londres, contre l'idée 3)qu'il se commettrait en Belgique des fraudes énormes, qui, jointes aux 3)excédants de fabrication, laisseraient a l'industrie de son pays un avantage ))illégitime considerable" en werden niet deze schoone woorden op de meest krachtige wijze weersproken door de vonnissen in den loop van dit jaar tegen tal van kooplieden en ambtenaren door de rechtbank te Antwerpen uitgesproken? De verklaring dat de Belgische fabrikanten niet dezelfde rendementen kunnen verkrijgen als de Nederlandsche meenen wij te moeten betwijfelen, daar de fabrieken van la Hesbaye en van de Noordelijke provinciëQ in hare nabijheid beetwortelen teelen, die even goed of beter zijn dan de Nederlandsche, terwijl de suikerbieten welke uit Zeeland, Gelderland en NoordBrabant tot boven 's Hertogenbosch toe, met groote hoeveelheden naar België worden uitgevoerd, toch zeker daar dezelfde resultaten als in ons land geven. Mochten al de planten der zuidelijke provinciën van België minder suikerrijk dan de onze zijn, daardoor zal niet alleen de suikerproduktie maar tevens wel degelijk de prise en charge verminderen, zoodat het resultaat ten opzichte van den aanslag nagenoeg op hetzelfde neer komt, terwijl bovendien door het bezigen van edeler zaad de landbouw daar, even als hier tot dusverre geschiedde, de kwaliteit zijner vruchten kan verbeteren. Overigens moge het argument ^dat door de Fransche administratie in 3>de laatste jaren slechts 1532 gram bevonden is als het gemiddeld rendement ï>VOor d e
-wn-rtpJs^
JJ
••
overigens '^^^^''l^rX
^^^^^^^^
"^^^ gemiddeld rendement
,de laatste jaren slechts lbó2 gram Ü ^ j a^^onne.™or de wortelsappen" een schijn van ^-'^'U^he J ^^^^^ ^^„^ j^^j ts algemeen ment in België; wkelijke waarde h-ft dat ««fe m .^ ^^^^^_ hekend, dat het -"dement met h e t r e k t a g t de pn ^ g ^ ^^^ ^^_
rijk een geheel onjuiste maatstaf xs. .^^'^J^^U Ju dien, welke in Netrokkenen mede een' ' ^ g t e * u,s t ^ g - g , ^ „y,,,heid er derland en België m .wang is^ Te wy n. • ™ ^^„^ ^„„ hoog mogezich op toelegt zmvere smkers af te leveren en ^^^^^ lijke afschrijvmg te verknjgen, wenden de I ^ J ™ ' ^ ^ ^ ^ ^en loop van
pUe. aan ^-X^^^:r::.^T..'.:i zaken blanke — produkten te aoeii
^ S Ï klasse.^ Het
„f,pv,rnvinir en dientengevolge te onmiddellijk gevolg daarvan - eene te lage -'^^2Zi^^i om'de resullaag belastingsrendement per U^^^ ^ f met n Door'Mfred Dupont, den taten van België naar die van Frankrijk at e mexe
r r 1 : t 1 r p — : T e r l a r e t r r s T r l - maüoen^ kUogr^ in
r ' a i S r t W o e en ^.. — i^ - « - . , .^odat .ze
zriii:rrgp;^^ rr^ig^":::i^"i«^^^^^^ ' ' - ^ S ^ ^ : X : Z ! ^ ^
«^d, Bcgië,
ontveinzen, dat .j met be.
5 vreemding onze Regeering in d867 de schoone rendementen in Fransche fabrieken zag te berde brengen (^Blijkens de officieele opnemingen gaat :&de produktie in eenige van de best ingerichte Fransche fabrieken tot boven DU pond ruwe suiker per vat sap en per graad dichtheid. In enkele is zij Dzelfs tot boven 1.75 pond geklommen", zie Memorie van beantwoording van het voorlooplg verslag der Commissie van Rapporteurs voor het ontwerp van wet houdende bepalingen omtrent de heffing en verzekering van de accijns op de binnenlandsche suiker) toen het er op aan kwam het abonnement der Nederlandsche fabrieken tot 4633 gram op te voeren; terwijl in 1875, nu zij het belang der concessie aan België tracht te verkleinen, de tegenwoordige Regeering aan datzelfde Frankrijk cijfers gaat ontleenen om te betoogen, dat in België het abonnement slechts 1600 gram behoeft te zijn. Het is echter geheel overbodig tot het berekenen van het mogelijke cijfer voor het abonnement in België zijne toevlucht te nemen tot indirecte middelen; de Belgische Minister van Financiën heeft immers in het Exposé des motifs du projet de loi déposé a la séance de la Chambre des Représentants du 28 Novembre 1871 gezegd: jla moyenne de ces excédants s'élève a 9 7o" en verder 3)la moyenne 3) des excédants constates dans une douzaine de fabriques du rayon des dou3>anes donne un rendement de 1632 gr.", en voor die fabrikanten, welke met eene trapsgewijze belasting geen genoegen namen, bij artikel 9. § 5 , van dat wetsontwerp bepaald: ))Le fabricant peut s'affranchir de la prise en charge ^progressive en mentionnant dans sa declaration de travail qu'il entend être 3)Soumis a une prise en charge uniforme de 1625 grammes par hectolitre." Na aldus te hebben aangetoond, dat de oorzaken, welke volgens de Memorie van Toelichting, de overponden der Belgische fabrikanten verminderen, denkbeeldig zijn, wenschen wij de aandacht der Volksvertegenwoordiging op het feit te vestigen, dat in de Conventie in 't geheel geen sprake is van de ver-
ïsoumis a une prise en charge uniforme de 1625 grammes par hectolitre." Na aldus te hebben aangetoond, dat de oorzaken, welke volgens de Memorie van Toehchting, de overponden der Belgische fabrikanten verminderen, denkbeeldig zijn, wenschen wij de aandacht der Volksvertegenwoordiging op het feit te vestigen, dat in de Conventie in 't geheel geen sprake is van de verhooging van aanslag voor de osmose Bij Z. M. besluit van 5 October 1872 (Staatsblad N°. 99) werd bepaald, dat de Nederlandsche suikerfabrikanten, die de osmose wenschen te bezigen tot zuivering hunner sappen of stropen en daardoor een hooger rendement aan suiker verkrijgen, zulks kunnen doen tegen eene verhooging van het abonnement met 51/2 °/o, waardoor het cijfer van het volgens onze Regeering hier te lande lande verkregen rendement klimt tot ongeveer 1805 gram. Aangezien in de Conventie geene bepalingen hieromtrent voorkomen, kunnen de andere mogendheden België niet verplichten die verhooging bij eene aanstaande herziening der wetten vast te stellen, en behoudt dat land derhalve de volle vrijheid om de geheele verhooging van den aanslag tot 1600 gram illusoir te maken en de industrie te bevoordeelen door vrijgevige bepalingen omtrent dat onderwerp. Indien men overweegt, dat de Belgische regeering gedurende den loop der vorige Conventie er steeds op uit was, hare industrie, die over zeer krachtigen invloed beschikken kan, in het genot te laten van zoo groot mogelijke voordeden, moet men dan niet erkennen dat er reden is om te vreezen dat zij in de toekomst dezelfde handelwijze zal volgen? En wordt hierdoor niet bewezen dat onze Regeering althans met eenig
6 nut de organen der nijverheid, die zeker op dit verzuim zouden hebben gewezen, konde hebben geraadpleegd? De aanhangige Conventie verbindt Nederland derhalve aan Engeland, dat niets op zich neemt, aan Frankrijk dat geen vertrouwen verdient, en aan België dat groote voorrechten voor hare Industrie bedongen heeft en huldigt dus niet de beginselen van gelijkheid die vooral tusschen aan elkander grenzende Staten moest bestaan; zij onderwerpt onze Industrie aan belemmerende bepalingen, die eene voortdurende bron van kwelling zijn voor den fabrikant, en wat meer is, zij stelt ons geheel weerloos bloot aan de concurrentie van beschermde ruwe suikers uit Oostenrijk en Duitschland. Adressante zoude niets liever zien, dan dat onze Regeering pogingen aanwendde om Oostenrijk, Duitschland en België over te halen de wetgeving op de beetwortelsuiker op volkomen gelijken voet te regelen, en daardoor de overdreven bescherming, die in vele landen bestaat, den genadeslag toebracht; maar zij is er van overtuigd, dat het sluiten dezer Conventie, die ons aan vaste bepalingen bindt en derhalve de vrijheid bij later onderhandelingen ontneemt, juist het middel is om eene internationale overeenkomst met Oostenrijk en Duitschland onmogelijk te maken. Tot het verkrijgen eener verbetering der wetgeving in deze landen schijnen zelfs geene pogingen te zijn aangewend, immers de Memorie van Toelichting deelt mede: lover een tractaat met al die Staten te ondery>hmdelen mocht, ook bij den korten termijn, die overig was, bijna onmo3)gelijk geacht worden; maar de contractanten verliezen dit belang volstrekt niet :i)\iit h e t oos'L
•' •"
Tot het verkrijgen eener verbetering der wetgeving in deze landen schijnen zelfs geene pogingen te zijn aangewend, immers de Memorie van Toehchtmg deelt mede: tover een tractaat met al die Staten te onder3)handelen mocht, ook bij den korten termijn, die overig was, bijna onmoi>gelijk geacht worden; maar de contractanten verliezen dit belang volstrekt niet 2)uit het oog". Men zoude hieruit moeten opmaken dat de Regeering het noodzakelijk heeft geacht de regeling binnen een' bepaalden termijn tot stand te brengen. Welke reden haar genoopt kan hebben den duur der onderhandelingen over deze belangrijke aangelegenheid binnen zoo enge grenzen te beperken is ons onbekend, doch wij achten het onverantwoordelijk door overhaasting eene nadere doeltreffende regeling onuitvoerbaar te maken en het bestaan eener nuttige Industrie in groot gevaar te brengen. Ten slotte acht onze Vereeniging het niet overbodig te wijzen op het groot belang der beetwortelsuikerindustrie voor de ontwikkeling van den landbouw en voor de welvaart van den ambachtstand. Wij kunnen de meening, dat de Regeering in de eerste en voornaamste plaats had te letten op den toestand der suikerraffinaderijen, niet toegeven. Volmondig erkennen wij het hooge belang dier industrie en den gunstigen invloed, dien zij op handel en scheepvaart uitoefent, en gaarne wenschen wij, dat Regeering en Vertegenwoordiging door hare maatregelen den bloei van die naauw met ons verwante nijverheid mogen bevorderen, maar wij zijn er van overtuigd dat de belangen van landbouw en binnenlandsche nijverheid evenzeer en niet in de tweede plaats de aandacht der Regeering verdienen. De beteekenis der twee takken van nijverheid is niet evenredig aan de hoeveelheid geproduceerde suiker, en het gaat niet aan b. v. het gewicht der
7 raffinaderijen te beschouwen als het vijfvoud van dat der suikerfabrieken, omdat deze 24 millioen kilogram ruwe suiker produceeren, en gene bijna 120 millioen kilogram geraffineerd. Men moet hierbij wel degelijk in aanmerking nemen, dat de raffinaderijen aan de elders aangekochte ruwe suiker eene betrekkelijk kleine bewerking verrichten, die slechts eenige guldens per 100 Kilogram geraffineerd kan kosten, terwijl de suikerfabrieken hunne grondstof in Nederland verbouwen, en niet alleen den fabriekarbeider, maar ook den daglooner op het platte land en de hinnenlandsche scheepvaart van werk voorzien, — De geheele omzet der 32 suikerfabrieken, die de waarde van den oogst van 13000 hectaren tot meer dan f 700 per hectare opvoert, komt derhalve aan de nationale welvaart ten goede. De beetwortelcultuur oefent hier te lande zoowel als overal elders den meest gunstigen invloed uit op den landbouw; zij gewent den landman aan diepe bewerking en zorgvuldige reiniging zijner velden; zij voert in de vruchtwisseling eene plant in, die voordeelen aanbiedt, waarop welhcht geen andere vrucht kan bogen, en maakt, overal waar zij doordringt, de verouderde gewoonte van de braak — waardoor telken jare belangrijke kapitalen improduktief gemaakt worden — overbodig. Maar bovendien leveren de beetwortelsuikerfabrieken in de pulp een uitstekend veevoer, en daardoor en door de groote hoeveelheden fabrieksafval in ruime mate de mest, die noodig is om de voortbrengingskracht van den bodem op den duur te behouden, en verschaffen zij den landbouwer die hooge, en vooral zekere, geldelijke opbrengsten , welke de waarde der landerijen en de pachten op zoo buitengewone wijze verhoogen. Het zoude ons te ver voeren hier het vooroordeel van diegenen te bestrijden, die aan den beetwortel uitputting van den grond toeschrijven, overtaigd als wij bovendien zijn dat in deze niets duidelijker spreekt dan de ervaring der landbouwers, die na de suikerbiet de prachtigste graan- en aardappeloogsten if^.n
^
de waarde der landerijen en de pachten op zoo buitengewone ^^jze verhoogen: Het zoude ons te ver voeren hier het vooroordeel van diegenen te h^ strijden, die aan den beetwortel uitputting van den grond toeschrijven, overtuigd als wij bovendien zijn dat in deze niets duidelijker spreekt dan de ervaring der landbouwers, die na de suikerbiet de prachtigste graan- en aardappeloogsten van hunne onl^ruidvrije en goedbewerkte akkers verkrijgen Echter achten wijhet niet overbodig in tegenstelling met het gevoelen van vele Nederlandsche stedelingen aan te halen, dat alle landbouwers en geleerden, die door de commissie van enquête in Frankrijk - waar de suikerbiet sedert eene halve eeuw op uitgebreide schaal onder gelijke omstandigheden van bodem en khmaat als hier te lande wordt geteeld — gehoord werden, aan die cultuur den meest uitbundigen lof toezwaaiden. Zoo verklaarde de beroemde Péligot: 3)je considère Die sucre comme un produit tout-a-fait priviligie' sous Ie rapport agricole, en ce ))sens quïl peut être cultivé en quantité considerable sous forme de betterave, ))sans aucun inconvenient pour Ie sol. Le sucre est un produit qui n'emprunte 3)rien au sol; il tire ses elements de Fair et de l'eau, de sorte que la culture »en est a la disposition de tout le monde. C'est certainement un des produits Dagricoles les plus avantageux au point de vue de l'exportation;" terwijl Barral, sécrétaire perpétuel de la Société centrale d'Agriculture de France, hieraan toevoegde: ))L'industrie sucrière, bien loin d'appauvrir le sol, l'enrichit." (Enquête sur la question de l'impót du sucre a la consommation I. p. 407 et 408). Zoo luidde het schriftelijk rappoit der Société centrale d'agriculture de France: ))L'agriculture francaise a le plus grand intérêt a la prospérilé de la sucrerie »indigène, car partout oü une fabrique de sucre de betterave a été établi et
3)a dure, ou a vu tous les progrès agricoles lui faire successivement cortegel ))un plus nombreux bétail, des ren dements plus élevés dans tous les genres 3)de récoltes. des machines prefectionnées adoptees, l'emploi de tous les engrais Dpour maintenir ou accroitre la fertilité du sol, une plus grande richesse et pour 3)les propriétaires et pour les exploitants." (Enquête II. pag. 174). Onze Industrie kan echter, behalve op haren gunstigen invloed op den landbouw, nog wijzen op menig ander voordeel. Ni et alleen geeft zij aan spoor en bmnenlandsche vaart telken jare meer dan 600 millioen kilogr, aan vrachtgoed te vervoeren, niet alleen geeft zij leven aan menig ander van haar afhankelijk bedrijf, maar zij laat de daglooners van het platte land aan wied- en rooiloonen meer dan een millioen gulden verdienen, en betaalt in de wintermaanden — wanneer het velen, ook met den besten wil, onmogelijk is in hun onderhoud te voorzien — aan de werkheden der fabrieken wekelijks eene halve ton gouds, en belet hierdoor het verhuizen der arbeiders uit de dorpen en kleine steden naar de groote middenpunten der bevolking. Onze Vereeniging koestert de verwachting dat bij ieder, die dit alles overweegt, de overtuiging zal ontstaan, dat het onverantwoordelijk zoude zijn de beetwortelsuikerindustrie en de daaraan verbonden belangen aan nieuwe aevaren bloot te stellen in een tijd van stilstand en crisis op menig gebied, waaraan zij ruimschoots, haar deel heeft en waardoor zij niet in staat is om zelfs eene driejarige proefneming onder het verregaand onbillijk en ongelijk stelsel der Conventie te doorstaan. Om deze redenen neemt Adressante dan ook de vrijheid, aan de Tweede Kamer eerbiedig te verzoeken, hare goedkeuring aan het ingediend wetsontwerp te onthouden en geene verandering in den bestaanden toestand te bren-
tictii ZIJ ruimsc .^^ „,
m^m^}.
^aax ^
_ ^ . en waaiv j o r zij niei in ;^
]s om zc o
eene driejarige proefneming onder het verregaand onbillijk en ongelijk stelsel der Conventie te doorstaan. Om deze redenen neemt Adressante dan ook de vrijheid, aan de Tweede Kamer eerbiedig te verzoeken, hare goedkeuring aan het ingediend wetsontwerp te onthouden en geene verandering in den bestaanden toestand te brengen 5 tot tijd en wijle veranderde wetgevingen op dit onderwerp in andere Staten aan onze Industrie de mogelijkheid om door te werken verschaffen. Mocht echter kunnen worden besloten tot eene trapsgewijze vedaging en eindelijke afschaffing van den suikeraccijns, onze Vereeniging zal dat besluit met dankbaarheid begroeten, overtuigd als zij is, dat het verlies van een klein vooideel op de belasting ruimschoots wordt vergoed door de hooger waarde harer suikers — die dan niet meer ten gevolge van den buitensporig zwaren accijns zullen worden gedeprecieerd — door de gelegenheid om onbelemmerd gebruik te maken van alle hulpmiddelen der wetenschap en door de onschatbare vrijheid der fabrikanten om op eigen grond en in eigen gebouwen alleen als heer en meester te gebieden. 't Welk doende, enz. Bet Bestuur der Vereeniging van BeelworteLsuiker-fahrikanten in ISederland: H. B. JAGER, President. B. REIGER, Secretaris. ROOSENDAAL, den 20. October 1875.